Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm Archived on Termhotel.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/ Puzzelwoordenboek: A • Puzzelwoordenboek: B • Puzzelwoordenboek: C • Puzzelwoordenboek: D Puzzelwoordenboek: E • Puzzelwoordenboek: F • Puzzelwoordenboek: G • Puzzelwoordenboek: H Puzzelwoordenboek: I • Puzzelwoordenboek: J • Puzzelwoordenboek: K • Puzzelwoordenboek: L Puzzelwoordenboek: M • Puzzelwoordenboek: N • Puzzelwoordenboek: O • Puzzelwoordenboek: P Puzzelwoordenboek: Q • Puzzelwoordenboek: R • Puzzelwoordenboek: S • Puzzelwoordenboek: T Puzzelwoordenboek: U • Puzzelwoordenboek: V • Puzzelwoordenboek: W • Puzzelwoordenboek: X Puzzelwoordenboek: Y • Puzzelwoordenboek: Z
iaën - balken iamatologie - acognosie, geneesmiddelkunde iatrice - iatrie, geneeskunde, geneeskunst iatrie - iatrice, geneeskunde, geneeskunst ibbel - kregel, misselijk, naar Iberië Georgië, Spanje Iberiër - Spanjaard, Spanjool Iberis - scheefbloem Iberisch - Spaans Iberisch gebergte Pyreneeën Iberisch Kaukasische taal - Abchaz, Georgisch Iberisch randgebergte, top in het - Moncayo Iberisch schiereiland Spanje, Portugal Ibidem aldaar, ib, ibid ibis Nijlreiger ibisachtigen - steltlopers Ibiza, berg op - Atalayassa Ibiza, eilandje behorende bij - Conejera, Tagomayo Icel - Mersina ichnogram - voetafdruk ichthyisme - visvergiftiging ichtyofaag - viseter ichneumon - faraorat, spoorrat, spoorwezel ichthyocol - vislijm ichtyologie viskunde, vissenkunde ichtyosaurus vishagedis ichtyosis - visschubbenziekte icon - afbeelding, heiligenbeeld, icoon, ikoon iconoclasme - beeldenbrekerij iconoclast beeldenstormer Iconoclasten, tegenstanders van de - Iconodulen iconodulen - beeldenvereerders iconografie beeldbeschrijving iconologie beeldenleer iconoscoop - opneembuis iconostase - beeldengalerij, beeldenwand icoon afbeelding, beeld, heiligenbeeld, iko(o)n icosaëder - twintigvlak icterisch - geelzucht icterus - geelzucht, geling ictus stoot Idaho, hoofdstad van - Boise ideaal denkbeeldig, doel, droom, droombeeld, fantastisch, foutloos, gaaf, gedachtenvoorstelling, goddelijk, hartewens, heerlijk, ideëel, idool, illusie, modelbeeld, overheerlijk, perfect, plan, puntgaaf, utopie, verheven, verrukkelijk, volmaakt, voorstelling, wensbeeld, wensdroom ideaal land - eldorado, Utopia ideale levensbeschouwing - idealisme ideale mens - Übermensch ideale toestand - vrede ideale wereld - paradijs idealen ambities, doeleinden, verlangens idee - bedenksel, begrip, benul, besef, concept, denkbeeld, dunk, gedachte, ingeving, inval, inzicht, mening, notie, ontwerp, plan, suggestie, vermoeden, verstand, waan, zienswijze ideëel denkbeeldig ideeënleer - ideologie idee fixe - dwaalbegrip, dwangvoorstelling, monomanie idem - almee, Id. dezelfde, dito, eender, eveneens, evenveel, evenzo, gelijk, hetzelfde, insgelijks, netzo Idenburgrivier - Taritatu identiek - dezelfde, eender, gelijk(waardig), hetzelfde identificatie vereenzelving, vereenzelviging identificeren - achten, beseffen, blijken, houden, kennen, mededelen, rekenen, vereenzelven, vereenzelvigen, verstaan, waarnemen, weten, zien identiteit - eenheid, eigenheid, gelijkheid, persoonsbeschrijving identiteitsbewijs identiteitskaart, legitimatiebewijs, pas, paspoort, persoonsbewijs, toeristenkaart ideografie - beeldschrift ideografisch schrift - beeldschrift ideogram - begripteken, pictograaf ideologie - denksysteem, filosofie, ideeënleer, leer, visie ideologie v.d. Ind. staat - pantjasila idiologische strijd - controverse, pennestrijd ideomorf - automorf idioom dialect, taaleigen, tongval idioot absurd, achterlijk, bespottelijk, bezeten, bezopen, cretin (fig.), debiel, dol, dwaas, gek, getikt, grappig, imbeciel, knots, krankzinnig, kropmens, lazarus, maf, mal, malloot, mallotig, mofel, onnozel, onnozele (fig.), onzinnig, stapelgek, stom, stomkop (fig.), stompzinnig, stupide, waanzinnig, zot, zwakzinnig idioot (Z.N.) - onnozelaar idiootje mongooltje idioplasma - erfstof, kiemplasma idiopsyche - zelfbewustzijn idioterie dwaasheid, malligheid, nonsens, onzinnigheld, stompzinnigheid idioticon - dialectwoordenboek, idioomwoordenboek idiotie achterlijkheid, dwaasheid, malligheid, mongolisme, onzinnigheid, stompzinnigheid idiotig - mallotig Ido wereldtaal idolaat afgodisch, verliefd, verzot, weg idolatrie aanbidding, afgodendienst, afgoderij, beeldendienst, eerbetoon, verering idolisme - fetisjisme, partialisme, symbolisme idool - aasngebedene, afgod, afgodsbeeld, favoriet Idumea - Edom idylle pastorale, sprookje idyllisch bekoorlijk, herderlijk, lieflijk, vreedzaam iebeboom - taxis ieder allemaal, alleman, allen, elk, elkeen, iedereen, iegelijk, samen, tegelijk, tevens ieder betreffend - algemeen ieder de helft - delen, fiftyfifty ieder ogenblik - haverklap ieder voor zich - respectief, respectievelijk ieder zijn deel geven - delen, partageren, verdelen iedere - elke iedere dag - daags iedere dag dienstdoend - daags iedere dag terugkerend - alledaags, daags, telkens iedere dag voorkomend - dagelijks iedereen allehens, allen, allemaal, alleman, elk(een), ieder, iegelijk iedereen bekend openbaar, publiek, publiek geheim iedere keer - aanhoudend, herhaaldelijk, telkens iegelijk ieder, elk iedere keer weer - aldoor, steeds iedere week - wekelijks iegelijk - elk, ieder iel bleek, broos, dun, doorschijnend, frêle, gering, ijl, klein, luchtig, luttel, mager, min, nietig, schriel, teer, tenger iel en nauw - smal iemand individu, mens, persoon iemand begrijpen -aanvoelen iemand besmetten - aansteken iemand de les lezen berispen, kapittelen, vermanen, iemand die aan alcohol is verslaafd alcoholicus, alcoholist iemand die aan morfine is verslaafd morfinist iemand die aan opium is verslaafd opiumschuiver iemand die aandelen plaatst voor nieuwe N.V. promotor iemand die aanspraak maakt - pretendent iemand die afgestudeerd is alum nus iemand die afkerig is van werk leegloper, luiaard, luilak, luiwammes, nietsnut iemand die alleen op instrumenten vliegt blindvliegen iemand die alleen plantaardig voedsel eet – vegetariër iemand die alleen speelt – solist(e) iemand die alleen waarde hecht aan het geestelijke - idealist iemand die alleen waarde hecht aan het stoffelijke materialist iemand die alles van de beste zijde beziet optimist iemand die alles verdraagt - hals, stumper, sul iemand die alles vergeet - vergeetal iemand die alles weet - betweter, weetal iemand die als liefhebberij een sport beoefent - amateur iemand die als maar praat filibuster iemand die als twee druppels water op een ander lijkt dubbelganger iemand die altijd ja knikt - jabroer, knikker iemand die altijd klaagt - querulant iemand die altijd klaar staat voor anderen - altruïst iemand die altijd op het land heeft gewoond - landrot iemand die altijd tegenspreekt - betweter, tegenspeker iemand die anderen leert - leermeester, leeraar. onderwijzer iemand die anderen onder hypnose brengt - hypnotiseur iemand die artikelen of boeken schrijft - auteur iemand die auto's repareert - mecanicien, monteur iemand die bedelt - bedelaar iemand die bedrieglijk te werk gaat bedrieger, falsaris, fraudeur, knoeier, zwendelaar iemand die beide handen kan gebruiken - ambidexter iemand die bemiddelt bij het kopen van een huis - makelaar iemand die bevoegd is om als plaatsvervanger op te treden - gevolmachtigde iemand die bewust langzaam werkt - remmer iemand die bij de overheid werkt - ambtenaar iemand die blij de radio hoort omroeper
iemand die bij een kerk hoort - gelovige, koster iemand die bij een lening uit is op een uitgeloofde premie - premiejager iemand die bij herhaling misdrijven pleegt - recidivist iemand die bijdraagt - contribuant, donateur iemand die bijen houdt - imker iemand die bij stakingen post - poster iemand die bij transacties alleen zijn naam leent – stroman iemand die bij zijn leven al zijn bezittingen aan een klooster schenkt donaat iemand die blauw bloed heeft - edele, edelman iemand die bloed afstaat - donor iemand die bloed spuwt - bloedspuwer iemand die boemelt - boemelaar iemand die de colleges aan een universiteit volgt - student iemand die dieren opzet - preparateur, taxidermist iemand die doof is - dove iemand die door eigenstudie is gevormd - autodidact iemand die door moed uitblinkt held iemand die door streling geneest - magnetiseur iemand die dubbel gehuwd is - bigamist iemand die een ambt bekleed - ambtenaar iemand die een ander afperst chanteur iemand die een ander arglistig bedreigt belager iemand die een ambt of post bekleedt - ambtenaar, functionaris iemand die een ander helpt - mededader, medeplichtige, handlanger iemand die een bepaalde vrucht zoekt - bramenzoeker iemand die een bepaald gedicht maakt - gelegenheidsdichter iemand die een bepaald spel speelt speler, schaker, kegelaar iemand die een beweging volgt uit opportunisme - meeloper iemand die een boot voortbeweegt roeier, peddelaar, kanovaarder iemand die een cursus volgt - cursist iemand die een debat voert debater iemand die een doodvonnis voltrekt - beul iemand die een eigen bedrijf heeft - ondernemer, zelfstandige iemand die een examen aflegt examinandus iemand die een examen afneemt - examinator iemand die een functie bekleedt functionaris iemand die een functie bekleedt in een vakbond - bons iemand die een gebeurtenis heeft zien plaatsvinden - ooggetuige iemand die een gebeurtenis van commentaar voorziet - commentator, journalist, verslaggever iemand die een gebod overtreedt zondaar iemand die een geldelijke verplichting heeft aangegaan - avalist iemand die een geschil graag toespitst scherpslijper iemand die een girorekening heeft girant iemand die een herberg bezoekt - gast iemand die een houten blaasinstrument bespeelt - houtblazer iemand die een jubileum viert - jubilaris iemand die een koperinstrument bespeelt - koperblazer iemand die één kort been heeft - manke iiemand die een ledemaat mist - eenarm iemand die een last draagt - drager iemand die een loket bedient loketbeambte, lokettist(e) iemand die een onaangename behandeling moet ondergaan - patiënt iemand die een overdreven voorliefde voor iets heeft - maniak iemand die een overtreding begaat - zondaar iemand die een pennestrijd voert - polemicus iemand die een optie heeft optant iemand die een studiebeurs heeft bursaal iemand die een verzoekschrift indient suppliant iemand die een ziekte voorwendt simulant iemand die eindexamen heeft gedaan – abituriënt iemand die eist - eiser iemand die erg hard is – spartaan iemand die ergens van af weet - adept iemand die ergens zeer in bedreven is - virtuoos iemand die er is - arrivé iemand die er zwart uitzet roetmop, smeerpoets iemand die examenstof repeteert repetitor iemand die femelt - femel iemand die foto's maakt - fotograaf iemand die gaat promoveren promovendus iemand die gecastreerd is - castraat iemand die geld overmaakt - remittent iemand die geld schuldig is - debiter, schuldenaar iemand die geld tegoed heeft - crediteur, schuldeiser iemand die gelooft aan contact met geesten paragnost, spiritist iemand die geniet - genieter iemand die gesprekken afluistert - luistervink iemand die gewoon is sterke drank te drinken - borrelaar iemand die goed kan rekenen - rekenmeester iemand die graaft - graver iemand die graag een pennestrijd voert - polemicus iemand die graag grappen vertelt - moppentapper iemand die graag plaagt - plaaggeest iemand die graag snoept - snoeper iemand die graag wedt - gokker iemand die grappige dingen zegt - droogkomiek iemand die grondwerk voor verschansingen verricht schanswerker iemand die grote macht heeft - mogol iemand die handel drijft - handelaar iemand die hard werkt pezer, ploeteraar, slover iemand die heldendaden verricht in een zeeoorlog zeeheld iemand die hersenschimmen najaagt - utopist iemand die het gezichtsvermogen mist - blinde iemand die het gunstig inziet optimist iemand die het somber inziet pessimist iemand die het stelen niet laten kan - kleptomaan iemand die het vee laat grazen - weider iemand die het volle vertrouwen geniet - vertrouwensman iemand die het werk doet van een staker - onderkruiper iemand die het werk uit protest neerlegt - staker iemand die hinkt - jacobsganger, kreupele iemand die huis aan huis zijn waren slijt - colporteur iemand die huizen afbreekt sloper iemand die idealen na streeft - idealist iemand die iets aanbied - presentator iemand die iets kent - kenner iemand die in Indonesië rijk is geworden - nabob iemand die in leen geeft - lener iemand die in loondienst is - werknemer iemand die je helpt - assistent, hulp(je) iemand die kegelt - kegelaar iemand die klanten verwerft - acquisiteur iemand die kleding draagt van het andere geslacht transvestiet iemand die land huurt pachter iemand die lastert roddelaar iemand die leeft van aalmoezen bedelaar iemand die leeft van weldadigheid arme, bedelaar iemand die leent - lener iemand die leest - lezer iemand die lelijk is - lelijkerd iemand die les geeft - docent, instrukteur, leraar, onderwijzer iemand die let op de kleinigheden - pedant iemand die letters vervaardigt - lettergieter iemand die leuk is - grappenmaker, leukerd iemand die licht struikelt - struikelaar iemand die liefdadigheid verricht - filantroop iemand die luistert - toehoorder iemand die lijdt aan vallende ziekte epilepticus iemand die machines in elkaar zet - monteur iemand die mank is - kreupele, manke iemand die masseert - masseur iemand die mee eet - meeëter iemand die mensen besteelt - zakkenroller iemand die mensen wekt - porder, wacht iemand die met de vijand samen werkt - collaborateur iemand die met een ander iets beleeft - deelgenoot iemand die met een beurs studeert - beursstudent, stipendiast iemand die met een bootje langs schepen vent - parlevinker iemand die met geld geld heeft verdiend bankier, woekeraar iemand die met geld tot hard werken wordt aangespoord - loonslaaf iemand die met geweld ontneemt - rover iemand die met goede bollen naar de stek bolt - bolder iemand die met lange tanden eet - kieskouw iemand die met valken jaagt - valkenier iemand die met zichzelf ingenomen is - ijdeltuit iemand die modecreaties maakt - ontwerper iemand die moderne talen bestudeert - neofiloloog iemand die moeilijk te doorgronden is - sfinx iemand die mogelijke kopers naar binnen lokt - stoepier, stoepière iemand die monteert - monteur iemand die mooi gekleed is - poen iemand die morst - morser iemand die muziek schrijft - componist iemand die naar herzieningen streeft revisionist iemand die naast ons woont - buur iemand die nergens voor deugt - luiaard, nietsnut, niksnut iemand die net zo heet naamgenoot iemand die niet pienter is domoor, ezel, sufferd iemand die niets uitvoert nietsnut, luiaard, luierik, luiwammes, rentenier iemand die onderwijs geeft docent, leraar, meester, onderwijzer iemand die onrust brengt onruststoker iemand die op jacht gaat jager iemand die opkoopt - handelaar, opkoper iemand die pelt - peller iemand die peutert - peuteraar iemand die piano’s op toon brengt stemmer iemand die plaagt - drein iemand die plannen maakt plannenmaker iemand die polemieken schrijft polemicus iemand die poseert - poseur iemand die postzegels verzamelt - filatelist iemand die raast of tiert - bulderaar, bulderbast iemand die recensies schrijft - criticus, recensist iemand die revelt - revelaar iemand die rode letters aanbrengt in codex rubricator iemand die sabotage pleegt - saboteur iemand die samenwerkt mat de vijand collaborant, collaborateur, verrader iemand die schepen uitrust - reder iemand die slecht behandeld wordt - uitbijter iemand die slecht spreekt stamelaar, stotteraar iemand die slechte zaken doet - krotter iemand die snoept - snoeper iemand die speelt speler iemand die sport uit liefhebberij beoefent - amateur iemand die spot - spotter iemand die sprekend op een ander lijkt - dubbel, dubbelganger, evenbeeld, spiegelbeeld,tweelingbroer iemand die stamelt - stamelaar iemand die steeds brand sticht - pyromaan iemand die steeds giechelt / grinnikt - ginnegapper, lachebek iemand die steeds in verzet is - dwarskop iemand die steeds praat - filibuster iemand die steeds van alles leent - leentjebuur iemand die steelt dief, kleptomaan, rover iemand die stemt - stemmer iemand die sterker is dan dat hij er uit ziet - binnenvetter iemand die stoffen scheikundig onderzoekt - chemicus, laborant iemand die stottert - stamelaar iemand die streeft naar een republiek - republikein iemand die strooit - strooier iemand die te voet op weg is - voetganger iemand die tekeningen maakt - tekenaar iemand die tanks schoonmaakt classificeerder iemand die tijdelijk ergens verblijf houdt gast, logé iemand die tijdens de operatie voor de verdoving zorgt anesthesist, narcotiseur iemand die tot bisschop is gekozen en nog niet is gewijd elect iemand die traag van begrip is domme, domoor, ezel, sufferd iemand die uitersten najaagt - extremist iemand die vaak leent, zonder ooit terug te geven - bietser, klaploper iemand die van de stun moet leven - steuntrekker iemand die van de weldadigheid moet leven - clochard, bedelaar iemand die van een oud pak een nieuw maakt keerder iemand die van vrouwelijke sekse is dame, deern, meisje, vrouw iemand die van weldadigheid leeft bedelaar iemand die van zijn geld leeft rentenier iemand die van zijn hart geen moordkuil maakt flapuit iemand die van zoetigheid houdt snoeper iemand die veel in cafés vertoeft habitué, kelner, kroegloper, ober, stamgast, iemand die veel talen spreekt polyglot iemand die veel met geld omgaat kassier iemand die veel ophef van alles maakt - druktemaker iemand die veel opmerkingen maakt - bedilal iemand die veel rookt - kettingroker iemand die veel talen spreekt - polyglot iemand die veel te hoge rente eist - woekeraar iemand die veel te kort komt arme, stakker, behoeftige iemand die vele malen miljonair is - multimiljonair iemand die verdeeldheid of splitsing verwekt - scheurmaker iemand die verdeeldheid eweeg brengt - onruststoker iemand die vermeerdert - vermeerderaar iemand die verslaafd is - addict, junkie iemand die verslaafd is aan alcohol - alcoholist, dronkaard iemand die verstand van iets heeft deskundige, expert, kenner, specialist iemand die verzot is op muziek - melomaan iemand die vies is - smeerpijp, vuilak iemand die visnetten maakt nettenboeter iemand die vlas hekelt repelaar iemand die vlug van verstand is - knapperd iemand die voor alle diensten wordt gebruikt - duvelstoejager iemand die voor een ander een zaak beheert - zetbaas iemand die voor gentleman wil doorgaan snob iemand die voor een notaris verschijnt om een akte te doen opmaken - comparant iemand die voor gentleman wil doorgaan - snob iemand die voor iets ijvert - propagandist iemand die voor kunstzinnig en beschaafd wil doorgaan - snob iemand die voor niets deugt - luiaard, luierik, luiwammes, nietsnut, niksnut, rentenier iemand die voor tijdverdrijf allerlei dingen maakt - knutselaar iemand die voorschriften te letterlijk opvolgt - letterknecht iemand die vragen stelt in het parlement interpellant iemand die vreselijk veel drinkt - alcoholist iemand die vrome levenswandel houdt asceet iemand die weddenschappen afsluit - bookmaker iemand die zeden bekritiseert zedenmeester iemand die zich in de onthouding oefent asceet iemand die zich richt op de werkelijkheid realist iemand die zich verbeeldt veel te weten wijsneus iemand die ziekte voorwendt - simulant iemand die zonder werk zit - werkeloze iemand die zorgt voor aangespoelde goederen strandvonder, strandvoogd iemand die zorgt voor dagelijks voedsel - broodbakker iemand die zotteklap uitslaat - revelaar iemand die zo zich geabonneerd heeft - abonnee iemand die zo zich inbeeldt veel te weten - wijsneus iemand die zo ziek is - lijder iemand die zo zielloos en willoos doet wat een ander wil - iemand die zwaar zwoegt - werkbeest, werkezel, werkpaard, zwoeger iemand die zwerft dolaard, landloper, nomade, zigeuner, zwerver iemand die zijn werk uit protest neerlegt staker iemand die zijn zonden opbiecht biechteling, boeteling, iemand die zijn beloften niet nakomt woordbreker iemand die zijn doctoraal examen heeft gedaan drs., doctorandus iemand die zijn doel heeft bereikt arrivé iemand die zijn geloof verloochent renegaat iemand die zijn kennis alleen aan de ervaring ontleent empirist, empiricus iemand doen watertanden - tergen iemand duchtig afrossen - (op zijn) tabberd (geven) iemand er toe brengen iets te verklappen - ontlokken iemand een tik geven - aantikken iemand eren - huldigen iemand met blauwbloed - edele iemand met bochel bultenaar iemand met dezelfde naam genan, naamgenoot iemand met een zeer harde stem - stentor iemand met fijne smaak - epicurist iemand met gekruld haar - kroeskop, krukkekop iemand met gemengd bloed creool, halfbloed, kleurling, mulat iemand met verstand - kenner iemand met werkelijkheidszin - realist iemand iets kwalijk nemen - euvel, evenwel, gebrek, ziekte iemand iets misgunnen - benijden iemand iets wijs maken - opsteken iemand in een deken opwerpen en opvangen - sollen iemand in vertrouwen mededelen - toevertrouwen iemand in zijn werk belemmeren - tegenwerken iemand koud maken - doden iemand kwetsen in zijn eer - beledigen iemand leren kennen - groentijd, introductie, kennismaken, kennismaking iemand met begaafdheid - fenomeen iemand met bekrompen opvattingen - burger, filister iemand met bepaalde gevoelens beantwoorden - bejegenen iemand met blauw bloed - edele iemand met bochel - bultenaar iemand met dezelfde naam - genan, naamgenoot iemand met dezelfde - medestander, overtuiging iemand met een arm - eenarm iemand met een bepaalde uiting beantwoorden - bejegenen iemand met een fijne smaak - epicurist iemand met een grote neus - Cyrano, Pinokkio iemand met een kaal hoofd - kale iemand met een liefhebberij - amateur iemand om wie men lacht risée iemand op een hoge uitkijkpost - torenwachter iemand onder invloed - dronkaard, zuiplap iemand oneer aandoen blameren iemand toezeggen - opsteken iemand tussen kind en volwassen - puber iemand uit Beieren - Beier iemand uit de Indische Archipel Alfoer, Ambonees, Ajjeher, Balinees, Batakker, Boeginees, Maleier, Niasser, Soendanees, Toradja iemand uit de Kempen - Kempenaar iemand uit een onbeschaafd milieu - palurk, proleet iemand uit Libanon - Libanees iemand uit Wales - Davy, Taffy iemand uitsluiten van een erfenis - onterven iemand van adel baron, barones, edel(e)man, edeling, freule, graaf, gravin, hertog, jonker, jonkheer, markies, prins, ridder, vorst iemand van betekenis - eerst iemand van de eerste kamer van het Engelse parlement - Hogerhuislid iemand van de tweede kamer van het Engelse parlement - Lagerhuislid iemand van de vrouwelijke sekse dame, deern, doom, juf, juffrouw, meid, meisje, mokkel, vrouw iemand van een idealistische evensopvatting - idealist iemand van gelijke rang - pair iemand van geringe afkomst die rijk is geworden - parvenu iemand van grote levensopvatting - proleet iemand van grote macht mogol iemand van hetzelfde geslacht - seksgenoot iemand van hetzelfde ras - rasgenoot iemand van het gezantschap - attaché iemand van hoge geboorte edele, edeling, edelman iemand van hoog aanzien - magnaat, matador iemand van invloed - magistraat iemand van terroriseren verdenken - terrorist iemand van vijftien tot achttien jaar - puber iemand van weinig kracht of talent - mug iemand van zeer vrome en strenge levenswandel - asceet iemand volgen - volgen iemand voor het lapje houden - railleren iemand voor toneeldecoraties - toneelmeester iemand wiens liefde men heeft gewonnen - verovering iemand zijn ongelijk doen inzien - overtuigen iemand zijn werk afkammen - kleineren iemand zoals men zelden aantreft - zonderling iemand zonder beschaving - boer, lomperd, oermens, parvenu, proleet iemand zonder eigen wil - meeloper iemand zonder energie - jansalie, slappeling iemand zonder enige degelijkheid - niemendal iemand zonder enige zelfstandigheid - niemendal iemand zonder fatsoen - plebejer iemand zonder fut - slappeling iemand zonder ondervinding - melkbaard iemand zonder pigment albino iemand zonder pit - verwijfde, wekeling iemand zonder veerkracht - slappeling iemand zonder werkelijkheidszin - dromer, fantast, idealist, irealist iemands aandacht richten - aantonen iemands afstammelingen in rechte lijn - oir iemands doen en laten - gedrag, gedraging, handelwijze, lijn, manier iemands eer en goede naam aantastend - lasterachtig iemands eer of goede naam schenden - lasteren iemands eigendom worden door erfenis - aanbesterven iemands eigendom zijn - aanbehoren iemands goede naam aanranden - beledigen iemands leven bedreigen - belagen iemands lieveling - oogappel, ogelijn, schat iemands lot - karma iemands mening aan de weet komen - peilen iemands partij kiezen - bevatten, bijvallen, steunen iemands vrijheid bedreigen - belagen iemands wijze van schrijven - handschrift ieme bij, honingbij, imme iemker bijenboer, bijenhouder, imker iep - kurkiep, olm, ulmus iepachtigen - ulmaceeën iepeboom - ypelaar Ier aal, aalt, gier, mestvocht, Paddy Ierland Eire, Erin, Hibernia Ierland, berg in - Connemara, Errigal, Nephin Ierland, deel van - Ulster Iers alfabet - ogam Iers-Amerikaanse terreurbeweging - Fenians Iers dichter-geleerde - fili Iers eiland - Achill, Clark, Clear, Mullet Iers geheim genootschap - Feneans Iers graafschap - zie Ierse provincie Iers geschrift - Leinster iers meer - Conn Iers moeras - bog Iers mos - leverkruid, parelmos Iers ondergronds leger - IRA Iers parlement Dail Iers republikeins leger - I.R.A., provisionals Iers schrijver - Lefaine Iers staatshoofd - Valera, Whilelaw Ierse dans - reel Ierse harp - clarsach Ierse havenstad - Cobh Ierse held - Conn Ierse huurkoetsier - jarvey Ierse hoofdstad - Dublin Ierse koetsier van een karretje met twee banken jarvey Ierse munt pond Ierse nationale beweging - Sinn-Fein Ierse provincie - 4 Cork, Mayo 5 Cavan, Clare, Kerry, Louyh, Meith, Sigo 6 Carlow, Dublin, Galway, Offaly, Ulster 7 Donegal, Kildare, Munster, Wexford, Wicklow 8 Connacht, Kilkenny, Laoighis, Leinster, Limerick, Longford, Monaghan 9 Roscommon, Tipperary, Waterfood, Westmeath Ierse rivier - Bann, Bayne, Barrow, Blackwater, Boyne, Corrib, Erne, Foyle, Lee, Moy, Shannon, Ree, Slanay Ierse sport - hurling Ierse stad Antrim, Athy, Belfast, Cobh, Cork, Dublin, Galway, Limerick, Ulster Ierse vrijheidsbeweging - ira Ierse wal bullfinch iet - beetje, kleinigheid, lichtelijk, wat iets - beetje, enigszins, iet, ietwat, snufje, wat, weinig iets aanpraten – aansmeren iets aanschaffen - aankoop iets aantrekken - aandoen iets dat afgeleid is - derivaat iets afslaan - afwijzen, weigeren iets dat groot is - kanjer, kolos, kokkerd iets dat groot voordeel oplevert - goudmijn(tje) iets dat heel weinig te betekenen heeft - niets iets dat iemand raakt belang iets dat iemand steeds weer trekt - trekpleister iets dat in de weg staat - belemmering, obstakel iets dat lang en dun is sliert, staak, talhout iets dat men tijdelijk gebruiken mag - leen iets dat niet in de tijd past - wereldvreemd iets dat niet in orde is - mankement iets dat onaangenaam aan doet - onlust iets dat onbetamelijk is onbehoorlijk, ongepast, onoorbaar, onfatsoenlijk, ontoelaatbaar iets dat rekken kan - rekbaar, rekker iets dat rond is bal, bol, kogel, wiel iets dat smart veroorzaakt en niet is te ontdoen - Nessuskleed iets dat toebereid is - preparaat iets dat veerkrachtig is geworden - rekbaar iets dat waar is - waarheid iets dat werkelijk bestaat - entiteit iets dat wezenlijk is - entiteit iets dat zeer mooi is - beeld iets doorgronden - kennen iets door het lot laten beslissen loten iets drievoudigs trilogie, trio, trits iets enigs in zijn soort - knoest, reus, unicum iets ergens in doen - insteken iets ergens plaatsen - neerzetten iets ervaren - ondervinden, weten iets extra's - toegift iets fantastisch moois - droom iets fijns - pik iets geheel nieuws - novum iets geleerd - kennen iets getroosten - goed iets geven aan vertrekkende - medegeven iets geven tot vergelding - belonen iets goed maken - boeten iets goeds - deugd iets groots - bommerd, kanjer, kokkerd, kolos, reus iets groots in zijn soort - baas, kanjer, knoert, knoest, reus iets gunstiger voorstellen - aandikken, flatteren iets heel dwaas - idioterig iets heel slechts - snert iets herstellen - restaureren iets in de plaats brengen van - inboeten ietsje - beetje, tikkeltje iets met woorden verdedigen - bepleiten iets mollen - breken, slopen iets ondervinden beleven, ervaren, meemaken iets openmaken - aanbreken iets ouds repareren - oplappen iets pakken - grijpen iets plaatsen - zetten iets prettigs weldaad, genoegen iets scheel - loens iets slordig afmaken - knoeien iets bter hand stellen - aanbieden, geven, presenteren iets te warm voor de tijd van het jaar broeierig, zoel, zwoel iets tijdelijk afstaan (uit)lenen iets vangen - grijpen iets van de koopsom laten vallen - aflaten iets van geen belang - niemendal iets van geen waarde - lor, niemendal, onding, prul, vod iets van korte duur - eendagsvlieg, efemeer, efemerisch, kortstondig iets van plan zijn - menen iets van zeer grote afmetingen kanjer, kolos, reus iets verbergen - dekken iets verbinden - overeenkomst iets vergroot voorstellen - opblazen, overdrijven iets verhevens voorstellen in de kunst - idealiseren iets verkeerds doen - euvel iets verkrijgen - koop iets verlaten - begeven, ontsnappen, ontwijken iets vernemen - luisteren iets vernieuwen - moderniseren iets verrichten - doen, plegen, stichten, uiten, volvoeren iets versmallen - versnijden iets verzoeken - noden, vragen iets vettigs uitstrijken op - smeren iets vinden - tellen iets volkomen nieuws - novum iets voornemen - voornemen, voorneming iets voor de schijn - vernisje iets waaraan alles ten offer moet worden gebracht - moloch iets waar mee men klopt - klopper iets waar veel werk aan is - sessie iets wagen - aandurven, gokken iets wat de veiligheid bedreigt gevaar, onraad iets wat niet baat - luizenzalf iets wat op en neer gaat - wip iets wat pas staat - vers iets wat zeer mooi is beeld, beeldig curiosum iets weigeren - afwijzen iets wonderbaarlijks - mirakel iets zeer aangenaams - weldaad iets zeer groots - enormiteit iets zeer kleins - luis iets zeggen - spreken iets zeggend laten opschrijven - dictee, diktee iets zoetelijks - miers iets zonder belang - bagatel, irrelevant iets zonder waarde kitsch, lor, onding, prul, vod ietwat - beetje, enigermate, enigszins, iets, lichtelijk, wat, weinig ietwat baldadige jongeman - nozem ievallig - guur, kil, onaangenaam, ongenoeglijk iezegrim brompot, knorrepot, nurks, wolf iezegrimmig - narrig ifte - klimop iglo - eskimohut, ijshut, sneeuwhut ignobel gemeen, laag, laaghartig, onedel, onwaardig, vals ignorant dom, ignorantie, onkunde, onkundig, onwetend, onwetendheid ignoreren ontkennen i grec - ypsilo ik (Duits) - ich ik (Engels) - I ik (Frans) - je ik (Lat.) ego ik ben er klaar mee - alree ik ben gekomen veni ik doe wat je vraagt - alree ik geloof credo ik groet je - adieu, hadie ik gevoelig - egocentrisch ik heb de tijd - verletten ik heb gevonden eureka ik heb gezien vidi ik heb gezegd disci ik heb gezien - vidi ik heb gezondigd - peccavi, schuldbekentenis ik heb ontvangen accept ik heb overwonnen vici ik kwam - veni ik ontken - nego ik overwon - vici ik stem toe - akkoord, fiat, goed, top ik verbied veto ik weet de naam niet - NN ik weet het niet - nescio Ikaria, berg op - Melissa Ikat - handweefwerk (Indon.) ik-en-jij steek - negsteek, tafellakensteek ik-gevoelig - egocentrisch ikheid - individualiteit ikker demon, droes, duivel, nekker, nikker, satan, zwarte ikoon - heiligenbeeld ikzucht egoïsme, zelfzucht illade epopee, epos, heldendicht Ilium Troje ill - dril illegaal - clandestien, heimelijk, ondergronds, onrechtmatig, onwettelijk, onwettig, verboden illegale bewoner - kraker illegale taxi - snorder illegale vruchtafdrijving - criminalis illegalen - verzetsstrijders illegaliteit ondergrondse, onrechtmatigheid, onwettelijkheid, verzet ilegitiem onecht, ongerecht onwettig, illiberaal - bekrompen illiciet ongeoorloofd, verboden illinois, hoofdstad van - Springfield illinium il., florentium, promethium illiquide - onvereffend, onverrekenbaar, onzuiver illuminatie feestverlichting, lampion, verlichting illuminatiemiddel lamp, kaars, teerton illuminator - handschriftverluchter, verlichter illumineerglas vetpotje illusie begoocheling, droom, droombeeld, geloof, hersenschim, pareidolie, schijnbeeld, utopie, waan(beeld), waan illusies, zonder - ontgoocheld illusionist goochelaar illusoir denkbeeldig illuster beroemd, briljant, doorluchtig, edel, eminent, heerlijk, prachtig, schitterend, voortreffelijk, uitstekend, voortreffelijk illustratie afbeelding, figuur, kenschetsing, plaat, prent, tekening, toelichting, verlichting, verluchting verduidelijking, vernering, voorbeeld illustrator - tekenaar illustreren aantonen, kenschetsen, tekenen, toelichten, tonen, verluchten illericum, deel van - Dacië, Dalmatië, Macedonië, Noricum, Pannonië, Thracië illyrië, deel van - Albanië, Bosnië, Dalmatië, Herzegowina, Montenegro ilmeniet - titaanijzer(erts) iloaïet - lievriet imaginair denkbeeldig, hersenschimmig, ingebeeld, vermeend imaginaire winst - boekwinst imaginatie verbeelding, verbeeldingskracht imago - beeld, insect, status imam - kalief, moskeehoofd imam, eerste discipel van - bab imam, twaalfde - Mahdi imbeciel dom, idioot, oerdom, oliedom, onnozel, stom, stommeling, stompzinnig, wezenloos, zwakzinnig(e) imbiberen - intrekken, inzuigen imidazool - glyoxaline imipramine - tofranil imitatie antiek, na aperij, nabootsing, namaak(sel), navolging, novantiek imitatie astrakan - krimmer imitatie astrakanbont - persiaan imitatie edelsteen doublet, stras imitatiegoud - doublé, similor imitatiehoorn - galaliet imitatie van Venetiaans kant - richelieu imitator na-aper, nabootser imiteren na apen, nabootsen, nadoen, namaken, navolgen imker - bijenboer, bijenhouder, bijker, iemker, ymker imkerskap - keuvel immanent aanklevend, innerlijk, inwonend, verbonden, verknocht Immanuel - Emanuel immaterieel geestelijk, onstoffelijk immaturiteit onrijpheid immatuur - onrijp, ontijdig imme - bij, honingbij, ieme, immeditaat onmiddellijk, rechtstreeks immenkorf bijenkorf immens - enorm, geweldig, groots, oneindig, onmeetbaar, onmetelijk, ontzaglijk, reusachtig, immensiteit - oneindigheid, onmetelijkheid inmensurabel onmeetbaar immer aanhoudend, almaar, altijd, altoos, blijvend, eeuwig, ooit, semper, steeds, voortdurend, voorgoed immer (Lat.) - semper immermeer - ooit immers althans, namelijk, stellig, toch, tenminste, trouwens, voorzeker, want, zeker immersie indompeling, onderdompeling immigrant inkomeling, landverhuizer, tramp immigreren - intrekken imminent dreigend, naderend, nakend immobiel - onbeweeglijk, star immobilisme - onbeweeglijkheid, onwrikbaarheid immoderaat -buitensporig, excessief, onmatig, overdreven immodest - lomp, onbescheiden, onwelvoeglijk immolatie - opoffering, slachting immoleren - opofferen immoraliteit - onzedelijkheid, zedeloosheid immoreel - ondeugdzaam, onzedelijk, slecht, verdorven immortaliteit - onsterfelijkheid immortellen - droogbloemen immuniteit onvatbaarheid immuniteitsleer - immunologie immuun onschendbaar, ontheven, onvatbaar impair oneven impala - rooibok impartiaal - onpartijdig impasse - moeilijkheid, slop impedantie - (stroom)weerstand impediëren - belemmeren, verhinderen, verwarren impediment - beletsel, hinderpaal impenetrabel - ondoordringbaar, waterdicht impensen onkosten imperatief bevelend, ga, gebiedend, gelastend, halt, loop, stop imp - ga, halt, loop, sta, stop imperator gebieder, heerser, i, imp. keizer imperceptibel - onmerkbaar, verborgen imperfect gebrekkig, onvolmaakt imperfectie onvolkomenheid, gebrek imperiaal - bagagerek imperialisme - expansiedrift imperium keizerrijk, oppermacht, wereldrijk impermeabel ondoordringbaar, ondoorlaatbaar, waterdicht impertinent brutaal, onbehoorlijk, onbeschaamd, imperturbabel - onverstoorbaar impetrant - eiser, verzoeker impetueus - luidruchtig, onstuimig impiëteit - goddeloosheid, snoodheid impitoyabel - onmeedogend implacabel - onverzoenlijk implantatie - inplanting implicatie - verwikkeling, verwarring impliceren bevatten, inhouden, meebrengen, omsluiten, vervatten impliciet inbegrepen, middellijk implorant - klager imploreren - afsmeken, verzoeken imponderabel - onweegbaar impopulair - onbemind import - invoer important - belangrijk, gewichtig importeren - invoeren importeur - invoerder importuniteit - overlast importuun - lastig imposant indrukwekkend, groot, machtig, ontzagwekkend impotentie - onbekwaamheid, onmacht impracticabel - ondoenlijk, onuitvoerbaar imprecatie - bezwering, verwensing, vloek imprescriptibel - onverjaarbaar impregnatie - bevruchting, doordrenking impressario - manager, ondernemer impressie indruk, schets impressief - krachtig impressionabel - ontvankelijk impressum - colofon improbabel - onwaarschijnlijk improbatie - afkeuring imprimatur impr. improbiteit - goddeloosheid, oneerlijkheid, slechtheid improductief - onvruchtbaar, schraal improfitabel - onvoordelig improvisatie cadans, extempore, fantasie, rede, redevoering, toespraak, voordracht improviserend (muz.) - et (et tempore) imprudent - onvoorzichtig impudentie - onbeschaamdheid impugnatie - aantasting, aanvechting, bestrijding, weerstreving impuls aandrift, aansporing, bezieling, beweeggrond, drang, gril, instinct, neiging, opwekking, opwelling, prikkel, stoot, stroomstoot, vlaag impulsief - aandrijvend, opwekkend, prikkelend imputatie - aantijging, beschuldiging, toerekening impuur onrein, onzuiver, troebel in alree, binnen, gedurende, intra, oraal in aanbidding verzinken - aanbidding in aanleg aanwezig - potentieel in aanmerking komende - relevant in aanmerking nemen - meetellen, regarderen in aanraking komen met - coudoyeren in aantal - kwantitatief, numeriek in aantal doen toenemen - vermenigvuldigen in aantocht - onderweg in aantocht zijn naderen, onderweg in aanzien - aangezien, tel, getapt, gezien in achtingzijn – meetellen in acht nemen - betrachten, nakomen, naleven, observeren opvolgen in actie komen - handelen, reageren in adelstand verheven - adelen in Afrika levende zwarte raaf - aasraaf in alle opzichten - alleszins in alle opzichten betrouwbaar - patent in alle richtingen - kriskras, schots en scheef, wirwar in alle richtingen dezelfde eigenschappen hebben - isotoop, isotroop in alle talen ervaren - omniglot in allen dele geheel en al - gans(e)lijk in allerlei kleuren - bontgekleurd in alles de leiding willen hebben - bazig in alles toegeven - verwennen in allerijl - holderdebolder, inderhaast, spoorslags, ijlings in andere richting - andersom in angst verkeren - gat in armoede vervallen - verpauperen in arren moede - euvel, evel, gebrek, kwaal, ziekte in ar rijden - arren in azijn en kruiden inmaken - marineren in azijn met kruiden en uien gelegd - gemarineerd in ballingschap leven - exileren, exuleren in ballingschap zenden - verbannen in bed vertoeven - liggen, rusten, slapen in bedwang houden - bedwingen, beheersen, coërcitie, ringeloren in beeldspraak - fig(uurlijk), metaforisch, overdrachtelijk in beeltenis - in etfigie in beginsel - principieel in beginsel aanwezig rudimentair in behandeling aanhangig in behoorlijke staat - wel in beoefening brengen - professeren in bepaalde stemming verkeren - geluimd in bepaalde volgorde - achterelkaar, alfabetisch, beurtelings, opeenvolgend in bepaalde verhouding - afnemend, degressief in beroering brengen - storen, verwarren in bescherming nemen - patrocinatie, patrocineren in beslag houden - loslaten in beslag nemen - confisqueren, eigenen, enteren, naasten, saississeren in betekenis tegengesteld - antoniem in beterschap toenemen - aanbeteren in betrekking tot de tijd - eerst in bewaring - endepot in bewaring gegeven geld - disposito in bewaring geven consignatie, consigneren, deponeren, opbergen in bewaring stellen - sequestreren in beweging - gaande in beweging brengen - moveren in beweging komen - lopen, loskomen in beweging zetten - moveren in bezit krijgen - verkrijgen in bezit nemen -bezetten, naasten, occupatie, occuperen, toeëigenen, verovering in bijzonderheden - gedetailleerd in bochten wringen - kronkelen in boeien slaan - knevelen, paternoster in bonis - gegoed in bordpapier binden - kartonneren in bruikleen afstaan - lenen in bruikleen ontvangen goed - leen in buitengewone dienst - b.d., i.b.d. in bijzonderheden - gedetailleerd, speciatim in casu als, indien, ingeval, i.c. in cellen verdeeld - cellulair in circulatie brengen - introduceren in citeren aanvuren, aanzetten, opruien, prikkelen in conditie in dat - daar, in in dat geval - alsdan, dan, i.c, in de adelstand verheffen - adelen in de armen sluiten - omarmen in de arm nemen - inhaken in de auto een signaal geven - toeteren in de benauwdheid - transes in de benedenste lagen - onderin in de beste kleren - paasbest in de bloedvaten - intravasculair, intraveneus in de bodem - basaal in de breedte - overdwars in de bres springen voor - porteren in de buurt naastgelegennabijgelegen, omtrent, ongeveer, omstreeks, rond, nabij, vlakbij in de contramine - tegendraads in de echt geboren - legitiem in de derde plaats komend tertiar in de eerste plaats - allereerst, bovenaan, bovenal, eerst, oorspronkelijk, primair, vooraan, vooral, voorop in de eerste rij - vooraan, voorin in de eerste tijd - vooreerst in de eerstvolgende maand - proximo in de endeldarm - rectaal in de gauwigheid - inderhaast, terloops, vluchtig in de gedachte - geestelijk, ideëel, in de geest, mentaal in de geest mentaal in de geest levende voorstelling idee in de geest voorstellen - begrijpen in de gespreksvorm inkleden - dialogiseren in de gevangenis doen - opsluiten in de gevangenis gooien - kerkeren, opsluiten in de grond bedorven - pervers, tegennatuurlijk in de grond boren - afmaken, torpederen in de grond brengen - indoen in de grond gegraven gang met borstwering loopgraaf in de grond levend zoogdier - mol in de grond zetten - planten, poten in de handel - commercieel in de hersenen achtergebleven indrukken - engram in de hoedanigheid van - q.q. (qualitate qua) in de hoogste graad - uiterst in de hoogste mate extreem, meest, uiterst, in de hoogste mate goed - allerbest in de hoogte brengen - grootbrengen, meevoeren, opbrengen, opleveren, opmalen, voortbrengen in de hoogte geven - opgeven in de hoogte halen - hijsen in de hoogte steken - ophemelen, roemen in de huid - intracutaan, intradermaal in de juiste mate - afgepast in de juiste stand brengen - bijstellen in de kerkelijke ban doen - anatematiseren in de kiem aanwezig - embryonaal in de knoei - klem, wanhopig in de leeftijd van (op portretten) - aet in de lengte - horizontaal, longitudinaal, lijnvormig, overlangs in de loop van de tijd mettertijd in de lopende maand c.m. (currente mense) in de mond oraal in de naam van God l.N.D. (In nomine Dei) in de naam van Jezus I.N.I. (In nomine Jesu) in de nabije toekomt binnenkort, eerlang, straks in de nabijheid - dichtbij in de narigheid zijn - lijden in de olie - dronken, teut, zat in de open lucht buiten in de plaats stellen substitueren, vervangen in de plaats van in loco in de puntjes - keurig, perfect, volmaakt in de put - verdrietig in de rats zitten – knijpen in de rechte tijdmaat - a tempo in de regel dikwijls, doorgaans, gewoonlijk, meest, meestal, normaal, vaak, veelal in de rimboe - achteraf, afgelegen, ver in de rondte gaan - rondgaan in de stad e.v. alhier in de strijd omkomen - sneuvelen in de toekomst - dan, eens, later, ooit, straks, voortaan in de tuin werken - tuinen, tuinieren in de volle lengte languit in de war - confuus, geschokt, overstuur in de war raken - ontstellen, verwarren in de war maken ontstellen, verwarren in de weer zijn - vlijtig in de weg staan - hinderen, obstrueren in de wolken - opgetogen in de wolken zijn - vrolijk in de zin van a la, sensu in de zon gedroogde repen vlees - biltong in de zijlinie - lateraal in delen doen - indelen, ontleden in delen scheiden - indelen, verdelen in der haast gereed gemaakt impromptu in dezelfde mate - evenzeer, gelijkmatig, ook in dezelfde plaats alhier in dezelfde toestand blijven - constant, stabiel, stationair in dezelfde tijd simultaan, tegelijk in deze tijd - als, huidig, nu, ook, tegenwoordig, samen, simultaan, tegelijk, thans in deze tijd geldend vigerend in deze zin h.s. in dichtmaat berijmen - versificeren in die mate dermate, derwijze, indertijd, onderwijl, terwijl, toentertijd, toenmaals, zodanig, zozeer in die tijd - destijds, toen in die zin - eosenu (Lat.), zo, zodanig in dienst - actief in dienst nemen - aanwerven in diepe slaap leggen ronken in dier voege dermate, derwijze, weshalve, zodanig, zodat, zozeer in dit geval in casu l.c. in dit jaar h.a. (hoc anno) in dit teken i.h.s. in doodstrijd zijn - agoniseren in drie soorten drieërhande, drieërlei in drievoud - triplo in dubio zijn - weifelen in een ader geschiedend intraveneus in een ar rijden arren in een bepaalde stemming verkerend - geluimd in een bespottelijk daglicht stellen - karikaluriseren in een blijde stemming - vrolijk in een boek opzoeken - naslaan in een code brengen - coderen, koderen in een dagboek schrijven - journaliseren in een dos steken - dossen in een eest drogen - eesten in een gelid scharen - rijen in een gestalte belichaamd - personificatie in een groot aantal - legio in een groter geheel opnemen - inlijven in een kale stemming - gerust in een kamp onderbrengen - legeren in een hoekje - stilletjes in een klap - alles, ineens, tegelijk in een kolonie onderbrengen - koloniseren in een koopmansboek bijschrijven - aanboeken in een kwaad humeur zijnde - slechtgehumeurd in een lichte slaap vallen - insluimeren in een lijst zetten - intabuleren, inlijsten, omranden in een molen fijn malen - malen in een moutoven drogen - eesten in een munt geslagen merk - klop in een muur gerammelde opening - bres in een of ander standaardwerk opzoeken - naslaan in een ogenblik - mum, tel, wip in een opwelling impulsief in één opzicht - enerzijde in een oven drogen - eesten in een park opstellen - parkeren in een passende verhouding - evenredig in een rechtsgeding gewikkeld zijn - procederen in een register opgetekend - aangetekend in een richting doen gaan - leiden in een slede rijden - arren in een soort vocht dopen - insoppen in een sop dopen - insoppen in een stok verborgen wapen steekdegen, stekade in een strijd zegevieren - winnen in een strik vangen - strikken in een strop vangen - strikken, stroppen in een tent verblijven - kamperen in een toestand komen - geraken in een vereniging aaneensluiten - aggregeren in een vloeistof opgaan - oplossen in een voertuig laden - inladen in een vorm gieten - mouleren in een vroegere tijd - tevoren in een wieg schommelen - wiegen in een wip even, meteen, zo in één woord - enfin in een zaak betrekken - verwikkelen in een zekere toestand zijn - liggen in eer herstellen - rehabiliteren in eerste aanleg - primordiaal in eigen handen - a. m. p., zelf in eigen land - binnenlands- in eigen persoon ep (en personne), persoonlijk, zelf in eigendom hebben - possederen in elkaar - compact, ineen in elkaar gevouwen vellen - katern in elkaar gewonden touw - dral in elkaar gezet - hecht in elkaar slaan - aftuigen in elkaar vallen - instorten, invallen, neerstorten, neervallen in elkaar zetten - ensceneren, monteren, redigeren in eikaars gezelschap - samengaan in elk geval - absoluut, althans, altijd, beslist, ingetwijfeld, pertinent, sowieso, stellig, tenminste in elk opzicht - alleszins, gans,volkomen iin ellende verkeren - lijden in ellendige omstandigheid verkeren – beroerd in Engeland iemand die op kamers woont lodger in ere houden - gedenken in erge mate aarts, bijzonder, danig, deerlijk, fel, geweldig, grotelijks, hevig, ruimschoots, sterk, stierlijk, ultra, verdraaid, verreweg, zeer, zo in ergere zin - s.st., eigenlijk in ernst - serieus in ernst bedoeld - menens, serieus in ernst bedoelen - menen in even sterke mate - evenzeer in evenwicht - evenwichtig, stabiel in evenwicht houden - balanceren in feite - eigenlijk in flessen over tappen - bottelen in functie - actief in functie zijnde - F.G., tegenwoordig in galop rijden - rekken in gebreke nalatig, schuldig in gebreke (Lat.) - im (in mora) in gebreken blijven - falen in gebruik bezet, gangbaar, gebruikelijk, gevraagd, gewild, in usu, omloop, usueel in gebruik afstaan - lenen, uitlenen in gebruik brengen - toepassen in gebruik gegeven goed - leen in gebruik geven - lenen, uitlenen in gebruik nemen - openen in gebruik van in usu in gedachte afzonderen - abstraheren in gedachten houden - aandenken in gedachten houden van iets - aandenken in gedachten verdiept - afgetrokken, verstrooid in gedachten verzonken zijn - mijmeren, soezen, suffen in geding brengen - moveren in geen geval - niet, nimmer, nooit, stellig in geen plaats - nergens in geestdrift - lorum in geestdrift brengen - aansteken, enthousiasmeren, inspireren in geheim - stiekem in geheim beraden - broeden, peinzen, uitdenken in geheime zitting i. g. z. in geheimschrift overzetten - coderen, koderen in geld omzetbaar - negotiabel, verhandelbaar in geldelijk opzicht bestaan - leven in gelijke delen - partim in gelijke mate - even, evenredig, evenveel, evenzeer in gelijkmatige verhouding - evenredig in genen dele - geenszins in gereed geld - cash, contant in gereedheid - klaar in gereedheid brengen - inrichten, klaarmaken in geringe mate - beetje, iets, klein, luttel, weinig in gespannen aandacht - ademloos in gesprek - bezet in gestrekte galop rijden - rekken in getallen uitgedrukt numeriek in getallen uitgedrukte gegevens - statistiek in gevaar zijn - pericliteren in geval - als, indien in geval van - c. q. in gevecht slaags in gewoon schrift overbrengen - decoderen in gezelschap - samen in gezelschap ontmoeten - coudoyeren in gezelschap van - met in goede conditie fit in goede doen in bonis, rijk in goede staat - deugdelijk, prima, puik in goede stijl opzetten - stileren in graden afgedeelde boog van een meetinstrument - limbus in groepen afdelen - groeperen in grondverf zetten menieën in grote angst - transes in grote blijdschap - bekoord, geëxalteerd, opgetogen, opgewonden, verrukt in grote haast - ijlings in grote hoeveelheid - legio, massaal, meer in grote massa neervallen - regenen in grote mate - ernstig, overvloedig, overvoerd, volop in grote ongelegenheid - branding, impasse, moeilijkheid in grote pracht - luxueus, opulent, weelderig in grote verlegenheid - labberente in grote verwondering brengen - verbazen in groten getale - massaal, menigte in grotere hoeveelheid meer in grove trekken - grofweg, lompweg, ruw, ruwweg in haast opgeworpen verschansing barricade, rideau in het afgelopen jaar a.p. in het aangehaalde werk op. cit., o.c. in het algemeen i.h.a., doorgaans, meestal in het begin - aanvankelijk, eerst in het bijzonder inzonderheid, vooral in het buitenland buitenslands in het gebied der ongelovige - i.p.i. in gebreke - nalatig in gebreke(Lat.) - i.m. in gebruik - bezet in gebruik afstaan - lenen, uitlenen in het geding - processueel in het geding brengen - moveren in het gegeven geval c.q. (casu quo) in het geheel - a.s., (ad summam), helemaal, totaal in het geheel geen beweging maken - bewegingloos, geen vin verroeren, immobiel, roerloos in het geheel niets generlei, niemendal, niks, nihil, snars, in het geheim clandestien, crypto, heimelijk, latent, ondershands, privatim, rosa, steels, stiekem, sub, tersluiks, verborgen, tersluiks, verholen, verstolen in het gelid stellen - aantreden in het gemoed treffen - ontroeren in het geniep - stiekem in het genoemde jaar d. a. in het gras weiden - grazen in het geval dat c.q., casu quo in het heilige jaar - a.s. in het hoogste gedeelte - bovenin in het jaar anno, a. o. in het jaar des Heren Anno Domini, a.d. in het jaar der wereld anno mundi, a.m. in het jaar voor Christus geboorte a. a. C. in het klein - miniatuur in het komende jaar a.f. (anno futuro in het kort - summier in het lopende jaar a.c. (anno currente) in het middelpunt centraal in het midden centraal, halverwege, medio, misogaam in het midden brengen - opperen in het midden gelegen – centraal in het nauw - klem in het nauw gebracht benard in het onderhavige geval c.q. (casu quo) in het ongerede onklaar in het oog lopend duidelijk, evident, opvallend in het oog vallend frappant, markant, opvallend, treffend in het openbaar - openlijk, publiek in het slop - wanhopig in het vaderland (Lat.) - i.p. in het verleden eertijds, vroeger, weleer in het verleden noch in de toekomst nimmer, nooit in het vervolg later, naderhand, voortaan in het volgende jaar a.f. (anno futuro) in het vuur verguld zilver - vermeil in het water levende dieren - hydrozoa in het water levend knaagdier - bever in het water levend zoogdier - narwal in het water plonzen - duiken in het water uitstekende grond - landtong in het water vooruitspringend hoektand - horn in het water zwevende micro-organismen - plankton in het wild groeiende plant - weegbree in het wilde - lukraak in het wilde weg los(weg), lukraak, onvoorbedacht, pardoes, plompverloren, plotseling, roes, voetstoots, zomaar in het wilde weg verspreiden - verstrooien in hevigheid afnemen luwen in hinderlaag - onzichtbaar, verdekt in hoge mate danig, erg, hevig, hooglijk, zeer in hoge mate gelukkig - zalig in hoge mate stevig - sterk in hogere mate - meer, sterk in hoedanigheid van qua in hope - in spe in hoedanigheid van - qua in hoekige vorm buigen - knikken in hoeveelheid toenemen - meerderen in hoge mate - aanzienlijk, brandend, bijzonder, danig, deerlijk, dermate, dubbel(sterk), erg, gruwzaam, hevig, hooglijk, innig, meest, nijpend, schandelijk, schromelijk, supra, stierlijk,ultra, verreweg, zeer in hoge mate boeien - betoveren in hoge mate boeiend - betoveren in hoge mate ergerlijk - schandalig, schandelijk in hoge mate geboeid - betoverd,verrukt in hoge mate onbezonnen - driest, roekeloos in hoge mate stout - vermetel in hoger beroep gaan - appelleren in hoger sferen - opgetogen, verrukt in hogere mate - meer, veeleer in huis binnen(shuis), thuis in huis gebleven - thuis in huis rondbeuzelen - kissebissen in ieder geval - altijd, beslist, licht, per see, stellig, zeker in ieder opzicht - alleszins, gans, volkomen, in iemands afwezigheid - achterbaks, stiekem, verborgen, in iemands handen stellen - leveren in iets rondgrijpen - graaien in Indië geboren Chinees van zekere stand - Bata in Indonesië geboren Chinees - baba in Indonesië groeiende boom - teak in ionen splitsen - ioniseren in Israël geboren jood - sabra in je eentje - uppie in je woning - thuis in kaart brengen - cateren, mapperen in kampen onderbrengen - legeren in kartels aftekenen - kartelen in kavels verdelen - verkavelen in kegelvorm geperste klomp - brood in kleine stukjes snijden - kerven in kleine stukjes - kruimelig, uiteenvallend in kleine stukken verdelen verhakken, versnipperen, versplinteren in kleur afstekend - stip in klinker gelijk zijn - assoneren in koffie gedoopt suikerklontje - canard in kokend vet gebakken spijs - frituur in koor dansen reien in koortstoestand praten - ijlen in koor zingen - reien in korrelvorm - korrelvormig in korte tijd - aldra, dra, gauw, spoedig, vlug, weldra in kracht afnemend (muz.) decrescendo, deer. in kracht toenemen - opsteken, wakkeren in kracht toenemend (muz.) crescendo, cresc. in kristal bevroren waterdamp - sneeuw in kwade luim - balorig, gemelijk, kregelig, neetorig, onwillig in laatste instantie - uiteindelijk in leden verdeeld - geleed in leeftijd gevorderden ouderen in leen gegeven - lenen in leen gegeven geldsom - lening in leen geven - belenen in lengterichting - longitudinaal, strekkend in letters of cijfers uitgedrukte waarde formule in leven zijnde - levend in lichte graad ziek - ongesteld in liggende positie - gelegen, horizontaal in loco - il in lood zetten loden in lijnen uitbeelden tekenen in maatverzen - metrisch in margine i.m., marginaal in massa - massaal in memoriam - im in menigte voorkomen - pulluleren in metaal geëtste voorstelling om te drukken - cliché in metaal graveren met niëllo - niëlleren, zwartsel vullen in mindering - aftrek in naam van - namens in nauwe betrekking tot de hemellichamen staand - astraal in noodzakelijkheid brengen - necessiteren in of met ijs afkoelen - frapperen in- of toevoegen - aanbrengen, maken, plaatsen in ogenschouw nemen - monsteren in omgekeerde richting achterstevoren, averechts, tegen in omgekeerde volgorde - andersom, retro in omloop - courant, gangbaar in omloop of gangbaar zijn - omlopen, rouleren in omloop zijn - circuleren, rouleren in omloop zijnd geld - numerair in omtrek - perimetrisch in omvang afnemen - slinken, vermageren in omvang toenemen - opzwellen, groeien in onbruik geraakt - antiek, obsoleet, vergeten, verouderd, versleten in onderhavig geval l.c.
in ondertrouw gaan aantekenen in ontredderde toestand desolaat in ontvangst nemen incasseren, innen, ontvangen in ontwikkeling embryonaal, evoluerend in ontwikkeling achtergebleven – rudimentair in onze dagen – heden, nuthans in opdracht van namens in opgesloten - inpliciet in opspraak brengen - compromitteren in optima forma volkomen in orde – af, afgesproken, fiat, gereed, gewettigd, goed, i.o., juist, kits, klaar, legitiem, oké, o.k., okido, terecht, toegestaan in orde brengen beredderen, gereedmaken, klaarmaken, regelen in overvloed – genoeg, zat in parenthesi terloops in persoon e.p., en personne in plaats van namens, vanwege, wegens, i.p.v. in plaats van het zegel – l.s. in plooien schikken - draperen in poedervorm melig, pulverachtig in puin slaan - afbreken in rang verhoogd bevorderd,gepromoveerd in rang verlaagd – gedegradeerd in rang verlagen – degraderen in reepjes snijden – kerven in rijen feestelijk dansen - hossen in rubrieken splitsen – specialiseren in ruil voor - tegen in ruime mate overvloedig in samenwerking – gezamenlijk in scène zetten - ensceneren in schijn - pseudo in sieraden gebruikt mineraal – maansteen in snippers snijden - snipperen in spe. toekomstig in staat bekwaam, geschikt, goed in staat te betalen solvent in staat tot capabel, kunnende in staat tot betalen - solvabel in staat van wording l.s.n. in staat zijn - kunnen in stand houden behouden, conserverenhandhaven in stand houder - steunpilaar, stut in sterke afnemend (muz.) diluendo, diminuendo in stijlvorm brengen - stileren in stilte - geheim, ongemerkt in strijd met anti, contra, strijdigtegen in strijd met de rede – irrationeel in stukken – kapot in stukken delen - scheuren in suspenso hangende in teerlingvorm kubus in tegengestelde richting - andersomtegenin in tegengestelde stand – omgekeerd in tegenspraak - strijdig in het geheim – steels in te grote mate - overtollig in tijdnood verkerend gehaast, haastig in toom houden – beheersen, beteugelen in toorn ontstoken – toornig in touw - bezig in trek – begeerd, getapt, gewild, gezien, gezocht, veelgevraagd in trek zijn – getapt, gewild, gezien in tweeën doormidden, gehalveerd, middendoor in tweeën gevouwen vel papier folio in twee gelijke stukken verdelen halveren in twee vormen voorkomend – dimorf in tweevoud - duplo in verband met i.v.m. in verhouding evenredig in 1296 vermoorde graaf – Floris in vaten doen – fusten, tonnen in veiligheid - gered in vertrouwen sub rosa in verval - decadent in verwachting – pregnant, zwanger in verzet komen - opsteken in vieren gedeeld (herald.) ecarelé in voice - i.v. in volgorde resp. (respectievelijk) in volkomen gezondheid - blakend in volle vergadering - in pleno in volle zee buitengaat in voorkomend geval eventueel, evt., gebeurlijk in voorraad – reserve, voorhanden, voorradig in vorm gegoten metaal - afgietsel in vrede i.p. (in pace) in vrijheid stellen - loslaten in vroeger tijden eertijds olim, ooit, weleer, voorheen in vuur en vlam staan - branden in vuur verguld zilver – vermeil in waarde gelijk zijn - opwegen in water dompelen dopen in water zwevende organisme nekton, plankton in weerwil van – (des)ondanks in welk geval c.q. (casu quo) in wezen samenvallend – identiek in wezen zijn - bestaan in wijde plooien schikken – draperen in wilde vaart naderen – aanstormen in woede geraken – opsteken in woede razen - tieren in zee liggende ondiepte plaat, strandwal, zandbank in zee uitstekend gebergte kaap in zee uitstekende dam pier, wandelhoofd in zee uitstekende landpunt landtong, tong in zee uitstekende landpunt tussen twee riviermonden – plei in (zeer) hoge mate - dermate, dodeljjk, nameloos in zekere mate – nogal in zekere toestand komen - geraken in zich opnemen inademen, inhaleren in zichzelf gekeerd - eenzelvig in zijn geheel en bloc, integraal in zijn huis - thuis in zijn sas - tevreden in zijn sas zijn - vrolijk in zijn schik - ingenomen in zijn uppie - afgezonderd, alleen, eenzaam in zijn vaart belemmeren - remmen, stuiten, vertragen in zijn vuistje lachen - gnuiven, gniffelen, ginnegappen in zo hoge graad - dermate in Zuid Amerika voorkomende vogel agami. kolibrie in zwang - levend inactief – schizoï d, werkloos inachtneming betrachting, nakoming, observantie, opvolging, waarneming inadembaar - respirabel inademen - inhaleren, inademing aspiratie, inhalatie inaliënabel - onvervreemdbaar inalterabel - onbederflijk, onveranderlijk, stabiel inamovibiliteit - onafzetbaarheid inaniteit - nietigheid inanitie - afmatting, hongering, ondervoeding, ontbering, uitputting Inanna - Esjtar, Isjtar inattentie - achteloosheid, onachtzaamheid, onoplettendheid inauguratie intrede, intreerede, inwijding inauguratierede oratie inaugurele rede - oratie inbaar - invorderbaar inbakken - inkrimpen, slinken inbannen - introeven, troeven inbeelding hersenschim, imaginatie, imagineren, presumptie, trots, trotsheid, verbeelding, verwaandheid, visioen, waan inbegrepen impliciet, inclusief, incluis, incl., meegerekend, inbegrijpen - subsumeren meegeteld, met inbeslagneming beslaglegging, confiscatie, saisie inbeuren - intillen, ontvangen inbewaringstelling - detentie, hechtenis inbezitneming occupatie inbezitneming (wederrecht.) - diefstal, embargo, occupatie, toeëigening, verovering, usurpatie inbezitstelling - immissie inbinden - bedwingen, innemen, matigen, ophalen inblazen - souffleren inblazing - inspiratie, insuffatie inblikken - conserveren inboedel - ameublement, boedel, boel, huisgoed, huisraad, inventaris, meubelement, meubels, meubilair inboegen - instevenen, invaren inboeken - registreren inboeten - verliezen, verspelen inboezemen - ingeven, inspireren inboorling inheemse, inlander, inwoner, kreool, landzaat, native, naturel inboorlingen - natives inboorlingendorp - kraal, nederzetting inboorling van Afrika Bantoe, Bosjesman, Hottentot, Kaffer, neger, pygmee, Zoeloe inboorling van Arabië Arabier inboorling van Groenland Eskimo inboorling van Madagascar - hova inboorling van de Filippijnen - Negrito inboorling van Nieuw Zeeland Maori inboorling van Sandwicheilanden - kanaka inboorling van Savooie - Savooiaard inboorling van Sumatra - Batak inboorling van Suriname - Marron inboorling van West Irian Papoea inboorling van Zuid Afrika Hottentot, Naturel inborst aard, geaardheid, gemoed, gemoedsaard, gestel, innerlijk, karakter, natuur, tuk inbouwen - omringen inbraak - diefstal, inbreking, kraak inbraakvrije kast - brandkast inbraakvrije ruimte - kluis inbraak doen - inbreken inbreken - kraken, sabberen (barg.) inbreker dief, geveltoerist, indringer, insluiper, kraker, rover inbreker (Fr.) - cambrioleur inbrekerswerktuig met haken - krombek inbreng - inleg, bijdrage inbrenging aandeel, immissie inbreuk - aanranding, aantasting, derogatie, infractie, krenking, ontheiliging, overtreding, schending, schennis, verkrachting, violatie inbreuk op rechten van een verkoper - retract in bruikleen afstaan - lenen inbijting - maceratie incantatie - betovering, toverspreuk, toverij incapabel onbekwaam, ongeschikt incapaciteit - onbekwaamheid, ongeschiktheid incarceratie - kerkering, opsluiting incarnatie menswording, vleeswording incarnatie van Vishnoe Rama incarneren - belichamen, verpersoonlijken incasseerder - inner, kassier incasseren - innen, ontvangen incasso kassiersloon incest - bloedschande incident gebeurtenis, geschil, geval, hindernis, rel, stoornis, voorval incidenteel bijkomstig, casueel, occasioneel, terloops, toevallig incideren - insnijden incipiëren - aanvangen, beginnen incisie insnijding, snede incisief - bijtend, scherp, snijdend incitabiliteit - prikkelbaarheid incitatie - aansporing, aanvuren, aaanzetten, aanzetting, ophitsing, opruiing, prikkeling, vermaning inciteren - opruien, prikkelen inclinatie genegenheid, geneigdheid, helling, neiging, verbuiging includeren insluiten, bevatten incluis - hinderen, inclusief, inbegrepen inclusief inbegrepen, incluis, incl., medegerekend, meegerekend incompatibel - incompetent, onbekwaam, onbevoegd, onverenigbaar incompetent onbekwaam, onbevoegd incompleet onaf, onvolledig, onvoltallig inconciliabel - onverenigbaar, onverzoenbaar inconsequent - onlogisch inconsequentie in de versbouw - nakoloet inconsistentie - onbestendigheid, onvastheid inconstitutioneel - ongrondwettig incontestabel - onbetwistbaar, onwedersprekelijk incontinentie - bedwateren inconveniënt - bezwaar, ongemak, ongerief incorporatie - inlijving, menswording incorrect - gebrekkig, onbehoorlijk, onjuist, onnauwkeurig incourant - onverkoopbaar increduliteit - ongelovigheid, twijfelzucht increment - aangroeiing, toeneming incriminatie - beschuldiging incrustatie - invatting, omkorsting, verharding, verkalking incubatie - broeiing incubator - broedmachine, broedstoof inculpatie - aanklacht inculperen - aantijgen, beschuldigen incunabel wiegendruk incurabel ongeneeslijk, onheelbaar indachtigmaking - herinnering indagen - dagvaarden indaging - bevelschrift, dagvaarding indammen - bedijken indecent aanstotelijk, onbetamelijk, onzedelijk onwelvoeglijk indecisie - besluiteloosheid, onbeslistheid indeclinabel - onverbuigbaar indelen - classificeren, klasseren, rangschikken, rubriceren, indelen in versvoeten - scanderen indeling classificatie, divisie, plaatsing, rooster, splitsing, verdeling, partitie indeling bij teamsport - opstelling indeling van de bevolking in lagen - stratificatie indeling van de lessen rooster indeling van de yoga - bhakjyoga, gnanayoga, hathayoga, radjayoga indeling van het plantenrijk - sporeplanten, zaadplanten indeling van loofplanten - korstmossen, wieren, zwammen indeling van sporeplanten - loofplanten, varens indeling van zwammen - hifomyceten, schizomyceten indelingsraad - keuringsraad indemnisatie - vergoeding indemniseren - vrijwaren indemniteit - schadevergoeding indenken - begrijpen, voorstellen independent - onafhankelijk, zelfstandig indeponeren - indoen inderdaad (Ind.) betoel, daadwerkelijk, desondanks, echt, effectief, eigenlijk, feitelijk, fijn, immers, juist, leuk, maar, metterdaad, nauwlettend, ongetwijfeld, prettig, realiter, stellig, toch, waarachtig, waarlijk, warempel, wel, welbeschouwd welles, werkelijk, wezenlijk, zeker, zowaar inderhaast haastig, raptim, terloops, tussendoor, vluchtig, ijlings, indeterminabel - onbepaalbaar, onmeetbaar indertijd - destijds, eens, eertijds, toen, toenmaals, voormalig, voorheen, vroeger, weleer indeuken - blutsen indeuking bluts, deuk, holligheid, put index aanwijzer, afbeelding, bladwijzer, boekenlijst, inhoudsopgave, klapper, lijst, naamlijst, register, wijsvinger India Bharat India, berg in - Abu India, deelstaat in - Assam, Bihar,Gujarat,Haryana, Jammoe, Kasjmir, Kerala, Madras, Maharasjtra, Mysore, Nagaland, Orissa, Punjab, Rajasthan India, epos van - Mahabharata India, eretitel in - begam, begum India, gebergteketen in - Ghats India, gebied in - Doab India, hoofdstad van - Delhi India, munt in - Paisa, rupee India, officiële schrift van - danagari India, officiële taal van - Hindi India, parlement van - Lok, Sabha India, politicus in - Gandhi, Nehroe, Sjastri India, protectoraat van - Sikkim India, provincie van - 5 Assam, Bihar, Delhi 6 Kerala, Mysore, Orissa, Punjab 7 Gujarat, Haryana, Manipur, Tripura, Mizoram 8 Nagaland 9 Meghalaya, Rajasthan 10 Chandigarh 11 Maharashtra, Pondicherry India, provinciehoofdstad in - 4 Aijal, Ziro 5 Patna, Simba 6 Bhopal, Bombay, Inphal, Jaipur, Kohima, Madras, Panjim 7 Lucknow 8 Agartala, Calcutta, Shilong, Silvasa, Srinagar 9 Ahnadabat, Bangalore, Hyderabad, Kavaratti 10 Chandigarh, Trivandrum 11 Bhubaneswar, Pondicherry India, rivier in - Beas, Bhima, Bias, Brahmapoetra, Domadar, Ganges, Godavari, Gogra, Jumma, Histwa, Mahanaci, Narbada, Yamuna India, staat in Noord - Bihar India, stad in - Bharata, Bhils, Nagas India, stand in - brahmanen, ksatriyas, parias, sjudras, vaisyas India, taal, gesproken in - Asamees, Bengali, Gujarati, Hindi, Kannada, Kasjmiri, Malayalam, Marathi, Oerdoe, Oriya, Punjabi, Rajasthai, Tamil, Telegu India, weefsel uit - adatis Indiaan - apache, Chirihoea, choctau, chunco, comanche, creek, Inca, mohikaan, Roodhuid, Sioux, Yoema, zwartvoet Indiaan in Argentinië - Luie Indiaan uit Bolivia - Arawak, Charca, Chica, Chriguano, Iten, Moxo, Sirione, acana, Uro Indiaan uit Brazilië - Acroa, Amiranha, Anta, Arana, Arara, Arawak, Caraja, Birana, Bravo, Guana, Hauri, tariana Indiaan uit Equador - Canelo, Cara, Jivaro, Palta Indiaans dorp pueblo Indiaans hoofdman uit Mexico Kazike Indiaans opperhoofd cacique, chief, sachem Indiaans scheepje - navette, tonie Indiaans schoeisel - mocassin (riemschoen) Indiaans symbool totem Indiaans voedingsmiddel - pemmikan Indiaans voedsel - pemmikan, Yuca Indiaans volk - mixteken Indiaans wapen - boetoe, bola, tomahawk Indiaans werptouw bola Indiaanse - squaw Indiaanse beschermgeest - totem Indiaanse bijl tomahawk Indiaanse boer - peon Indiaanse dame van hogere rang - begum Indiaanse godheid - Manitou Indiaanse hoofdman uit Mexico - kazike indiaanse hut - tent, wigwam Indiaanse knots - boetoe Indiaanse kreet ugh Indiaanse lasso - bola Indiaanse nederzetting pueblo Indiaanse schoen - mocassin Indiaanse schuit - tonie Indiaanse slang - naga, naja Indiaanse slee tobogan Indiaanse stamhoofd - sachem Indiaanse strijdbijl tomahawk Indiaanse taal - Algonkin, Athabaskisch, Caddo, Chinook, Hokan-Sioux, Irokees, Keres, mixteeks, Muskogee, Pemutisah, Salish, Shoshome, Tanoa Indiaanse tent tipi, wigwam Indiaanse vredespijp - calumet, kalumet Indiaanse vrouw squaw Indiaas zie: Indisch Indiaas persbureau - PTI Indiana, hoofdstad van - Indianapolis Indianen hut - wigwam Indianenschoen - mocassin Indianenstam - 3 Ona, Oto, Uru, Ute, Yuk 4 Chol, Cora, Cree, Creek, Crow, Cuna, Hare, Hopi, Inca, Kato, Kusc, Maya, Mono, Pima, Pomo, Tupi, Yuma, Utah, Zumi 5 Alsea, Campa, Chono, Creek, Haïida, Inca's, Nahua, Kiowa, Maidu, Modoc, Otomi, Pipil, Sioux, Suka's, Supai, Turok, Wappo, Wiyot, Xingu, Yaqui 6 Ahtena, Atsina, Aymara, Beaver, Bororo, Caraja, Cayuse, Dakota, Dog rib, Eskimo, Jivaro, Lengwa, Micmac, Nahane, Navajo, Nayaho, Nootka, Ojibwa, Osagen, Papago, Pawnee, Pueblo, Slavey, Tucano, Tungas, Queché, Warran, Wintum, Yakima 7 Apachen, Azteken, Bakairi, Beothuk, Chibcha, Chinook, Choctaw, Guarani, Huichhol, Huronen, Khotana, Kutehin, Naskapi, Natehez, Navahos, Ojibwam, Potomac, Puelehe, Shawnee, Tahltan, Takelma, Tlingit, Walapai 8 Abiponen, Aigonkin, Alaealaf, Algonkin, Arowaken, Botocudo, Caraïben, Caquetio, Carriers, Cherokee, Cheyenne, Chuckchi, Comanche, Delaware, Irokezen, Kwakiutl, Louehoux, Malecite, Mixteken, Misquito, Muskogee, Sekanais, Seminole, Shoshone, Shoshwap, Tarasken, Tolteken, Tsimhian 9 Araueanen, Ashluslay, Bfackfoot, Chickasaw, Chimakuan, Chipewyan, Comanchen, Kalapooia, Mesealèro, Mohikanen, mundurucu, Saulteaux, Seminolen, Tehuelche, Tonowaken, Tupinambe, Zapoteken 10 Bella bella, Chimmesayan, Chiriguano, Montaignes, Moskekowug, Plains eree, Swampy cree, Tarahumara 11 Patagoniërs, Zwartvoeten 12 Patagoniërs, Plains ojibwa, Yellow knives 13 Carlbou eaters Indianenstamhoofd in Amerika - cacique Indianentrompet - kerrena Indianenvoedsel - pemmikaan Indiase tempel - yali Indiase titel voor een vorstin - begum Indiase tokkelluit - sitar Indiase vorstin - rani indicator aanwijzer indiceren - aanduiden, aanwijzen indicie - aanwijzing, kenteken Indië Indonesië, Insulinde Indiër - Indonesiër indien als,(Eng.) If, bijgeval, ingeval, mits, tenzij, wanneer, zo indien nodig te vervangen door subs(idair) indienen - aanbieden, inleveren, inzenden, presenteren, voorleggen indiener - presentant indiener van een adres - adressant indiener van een request adressant indiener van een verzoek schrift adressant, suppliant indiening inlevering, offerte, presentatie, voorlegging indiening van bezwaren - reclamatie indienne sits indien nodig te vervangen door - subsidiair indienstneming - lichting indifferent lauw, ongevoelig, onverschillig, indigent arm, behoeftig, nooddruftig indigestie - spijsverteringsstoornis indignatie misnoegen, verontwaardiging indigo - blauw, donkerblauw indigobloem - amorpha, indigotine indigoplant anyl indikken - condenseren indiquiteil - onwaardigheid indirect getrapt, middellijk, zijdelings indirect verzekerde - meeverzekerde indirecte belastingen - accijns, BTW, invoerrechten, omzetbelasting indirecte celdeling - mitose indirecte kerndeling - mitose Indisch - Indiaas, Indonesisch Indisch arbeider koelie Indisch asceet - yogi Indisch bedehuisje - langgar Indisch bestuursambtenaar resident Indisch bloempje melati Indisch boek van de liefde - kamasutra Indisch dichter - Bhartrhari, Bhatti, Dandin Indisch bouwwerk boroboedoer, radode, stoepa Indisch districthoofd - resident, wedana, wedano Indisch dorp - desa, kampong Indisch dorpshoofd - loerah, petinggi Indisch draaikanon - lilla Indisch een en al - atman indisch edelman raden Indisch eiland Amboina, Bali, Banka, Billiton, Boeroe Borneo, Celebos Ceram, Flores, Java, Lombok, Madoera Nias, Soemba, Soembawa, Sumatra, Ternate, Timor Indisch geel - pioeri Indisch gerecht ba(h)mi, ketoepat, lontong, nas(s)i(gorang), nasirames, roedjak Indisch gewicht almene, candy, gantang, kati, kendi, likal, pikol Indisch graangewas mais, rijst Indisch grootvorst maharadja Indisch handelsgewicht - pikol Indisch heilig graf - kramat Indisch hoofddeksel - hoofddoek, koepia , sarongkapalla Indisch hert - muntjak Indisch huurrijtuig - sado Indisch inlands soldaat - sipoy Indisch kapmes - golok Indisch kledingstuk - badjoe, kabaja, sari, sarong Indisch koninkrijk - Andhra Indisch koord - tali Indisch krijgsoverste - panglima Indisch kwartje - stalie Indisch landbouwer - tani Indisch lang baadje - kabaai, kabaja Indisch leger - K.N.I.L., N.T.L., Indisch levenselixer - amrita Indisch magisch offer - pribihan Indisch masseren - pidjitten Indisch matje - tikar Indisch matroos - laskaar, laskur Indisch meisje - nonna Indisch muiter - brandal Indisch muziekinstrument ankloeng, anklong, bonang, demoeng, gambang, gender, ketoek, gong, kempoel, kendang, rebab, saron, soeling, tjalempoeng Indisch mythologisch wezen - Garuda Indisch nachtlampje - pelita Indisch officier van justitie - djaksa Indisch opzichter mandoer Indisch orkest gamelan Indisch paleis kraton Indisch protectoraat - Sikkim Indisch riet - glaga(h) Indisch raadslid - edeleer Indisch rolgordijn - kree Indisch (of Perz.) rood - almagra Indisch rijstveld - ladang, sawah, sawa Indisch rijtuig - deleman, sado Indisch rood - almagra Indisch rund anoa, banteng, buffel, karbouw , lemboe, sapi Indisch sabel - klewang Indisch saffraan - geelwortel, koenir, koenjit, kurkuma Indisch schaker tan Indisch schepenemmertje - gajoeng Indisch schiereiland - Malakka Indisch schoonheidsmiddel - bedak Indisch schrijver - Bana Indisch slaginstrument kendang Indisch smeersel - boreh Indisch snaarinstrument dilruba, esraj, krontjong, sarangi, sarod, sitar, tamburi, vms, vina Indisch toneel - stamboel, wajanggoleh, wajangwong Indisch touw sero, tali Indisch tovermiddel - Goenagoena Indisch vaartuig - korakora, palma Indisch visnet - sero Indisch vlas jute Indisch voedsel - maniok, nasi, rijst, sago Indisch voertuig korakora, ossekar, sado, tani, toekang Indisch vorst mogol mochol, nizam, radja Indisch vorstenverblijf - puri Indisch vrouwenkleed - sari Indisch wapen klewang, kris Indisch wijsgerig dichter - Tagaze Indische aanplant - kebon Indische adellijke dame - raden, radenajoe, radenadjen, sri indische antilope - sasin Indische arbeider - koelie Indische archipel, behoort tot de - Filippijnen, Indonesië, Nieuw Zeeland, Irian Indische asceet yogi Indische ascetische mystiek - yoga Indische bard - alvar Indische been- en lendebekleding - kain Indische bergketen - barisan, boekit, kendang Indische boom alkanna, arenpalm, broodboom, castrorolieboom, djamboe, djati, doekoe, kemiri, kenari, klapper, koningspalm, lontar, mangistan, meelboom, nangkaboom, nipapalm, papajaboom, pisangboom, rasamala, sagopalm, sawoeboom, tamarinde, waringin, wonderolieboom, zuurzakboom Indische boomsoort djati, doerian, sapan, waringin Indische dadel tamarinde Indische dakbedekking - atap Indische dans - nrtya Indische danseres bajadère Indische demon - Bhoeta Indische dodengod - Jama Indische doodsgod - jama, yama Indische draagdoek - slendang Indische draaglast pikol Indische draagstoel tandoe Indische edelman - raden Indische eenheidsstaat Hindi Indische eretitel mahatma Indische gedroogde stukjes vlees - dending Indische geleerdentitel sjastri, pandit Indische geluksgodin - Lakshmi, Shri Indische geneeskundige - doekoen Indische gitaar krontjong Indische godheid Ardjoena, Boeddha Deva, Devi, Ganapati, Ganesja, Indra, Nandi, Vishnoe Indische godin - Aditi, Hira, Laksmi, Lola, Sri Indische god van de dood - Jama Indische god van de liefde - Kama Indische grensstaat - Assam, Maghalaya, Nagaland, Tripoera, West-Bengalen Indische groet - slamat Indische haardracht - kondée Indische hanenklopbaan - wantilan Indische heer - toean Indische hennep - gonje, hasj(isj), jute Indische houtskool - baseng Indische huismeid - baboe Indische instrumentale muziek - vadya Indische kaste van sprookjesvertellers - bhat Indische keizer - akbar Indische kindermeid baboe Indische klipzwaluw - salangaan Indische koe sapi Indische koning Asoka Indische krokodil gaviaal Indische lagere ambtenaar - mantri(e) Indische lagere godheid - Gandharva Indische landbouwer - tani Indische leer - bhakti Indische lengtemaat cubit Indische ligmat tikar Indische maat paal Indische mand - krandjang Indische markt passar Indische matrozen laskaren Indische munt paisa, roepia, rupee, sen Indische muziek - gita, sangita, vadya Indische mystiek - yoga Indische mythologie - Ragveda Indische Oceaan, eiland in de - Ambre, Anjouan, Madagascar Indische palmsoort lontar Indische plant rotan, rottan Indische ploegbaas - mandoer Indische prinses rani Indische rivier kali Indische rijksdaalder - ringgit Indische schouderdoek slendang Indische sierplant aloë Indische soldaat g(h)urka Indische spook - preta Indische staat Assam, Bihar, Dardistani, Goedzjaraat, Harasjitra, Kerala, Madras, Maisoer, Orissa, Pendsjaab, Radsjastan Indische taal Assami, Bengali, Gujaratti, Hindi, Kacchi, Kashmiri, Marathi, Nepali, Oriya, Pali, Pashtu, Punjabi, Sindhi, Tamil, Urdu, Vedi Indische tempel pura, vali Indische tempeltrom - padmasana Indische titel Adipati, belhar, Mahatma, Pandit, r.m. Indische toneelvorm - bhana Indische trommel - tabla Indische universele liefde - ahimsa Indische vastendag - hartal Indische vorst - cid, maharadja, mogol, nizam, radja, soesoehoenan, sultan Indische vijgenboom waringin Indische visfuik sero Indische vismeelkoek - kroepoek Indische vocale muziek - gita Indische vogel beo Indische volksleider - Gandhi Indische vorst - maharadja, mogol, radja Indische vrucht doekoe, doerian, manga, mango, nangka, papaja, zuurzak, doerian, zuurzak Indische weduwe sutti Indische wijn tari Indische wijnsteen - cachou Indische winkel toko, warong Indiscreet - loslippig, onbescheiden, onkies indispensabel loslippig, noodzakelijk, onmisbaar indisponeren vertoornen indisponibel onbeschikbaar indium in. individu eenling, enkeling, figuur, iemand, kerel, man, mens, persoon, solitair, sujet, vent individualiseren - afzonderen individualist - solitair individualiteit - afzondering, ik, ikheid, persoonlijkheid individuatie verbijzondering individueel afzonderlijk, eigenaardig, op zichzelf, persoonlijk indo creool, halfbloed, kleuring, mesties, mulat Indo-China, deel van - Cambodja, Laos, Vietnam Indo-Chinese taal - Birmees, Burmaans, Chinees, Dioi, Karen, Khamti, Lao, Li, Shan, Siamees, Thai, Tibetaans Indoen - inslaan indociel lastig, onhandelbaar Indo-Europeaan - Ariër Indo-Europeaan - Indogermaan Indo-europese taal - 4 Iers, Lets, Pali, Saka 5 Brits, Deens, Duits, Frans, Fries, Hindi, Noors, Pools 6 Engels, Grieks, Iraans, Spaans, Zweeds 7 Albaans, Armeens, Bengali, Bretons, Faeroes, Gotisch, Indisch, LitouwsLydisch, Lykisch, Pahlavi, IJslands 8 Afghaans, Bulgaars, Gaelisch, Gallisch, Germaans, Italisch, Keltisch, Kornisch, Perzisch, Prakrits, Roemeens, Saksisch, Sanskriet, Slavisch, Slowaaks, Sloweens, Sogdisch, Toehaars, Wallisch 9 Avestisch, Catalaans, Frankisch, Italiaans, Koerdisch, Oekraïens, Portugees, Singalees 10 Anatolisch, Hettitisch, Nederlands, Sardinisch, Tsjechisch 11 Dalmatiaans, Reto-romaans, Wit-Russisch 12 Servo-Kroaaks Indo-europese volkeren groep - Germanen Indo Germaan Ariër, Kelt Indo Germaanse stam Kelten Indo-Germaanse nomadenstam - Alanen Indo-germaanse taal - Albanees, Armeens, Germaans, Grieks, Italiaans, Keltisch, Latijn, Perzisch, Romaans, Slavisch Indo-Iraanse taal - Afghaans, Hindoestani, Indisch, Iraans, Pali, Penjabi, Prakrits, Sanskriet indolent apathisch, inert, laks, loom, lui, lusteloos, onverschillig, passief, sloom, traag, vadsig indolentie - apathie, inertie, laksheid, loomheid, luiheid, passiviteit, sloomheid, traagheid, vadsigheid Indolylazijnzuur - heteroauxine indommelen insluimeren, plongeren, slapen, wegzakken indompeling bad, diepgang, doop, immersie Indonesië Indië, Insulinde Indonesië bevolkingsgroep in Ambonezen, Atjeeërs, Bajao, Balinezen, Batak(ker)s, Buginezen, Dajahs, Dajaks, Javanen, Madurezen, Makasaren, Maleiers, Menadonezen, Minangkabauers, Papoea´s, Sundanezen, Toradja´s Indonesië/ in...geboren Chinees baba Indonesisch zie ook bij: Indisch Indonesisch bergland - goenoeng Indonesisch bloempje melati Indonesisch bouland - ladang, tegal Indonesië , deel van 3 Adi, Moa, Obi 4 Alos, Bali, Buru, Java, Muna, Nias, Sawu, Siau 5 Ambon, Buton, Damar, Djawa, Irian, Manuk, Rotti, Seram, Sumba, Timur, Wetar 6 Banggi, Banka, Bawean, Borneo, Butang, Flores, Gorong, Lombok, Madura, Maluku, Misool, Rakata, Sipora, Tidore, Waigeo 7 Celebes, Enggano, Morotai, Salajar, Serasam, Siberut, Singkep, Sumatra, Sumbawa, Tambora, Termate 8 Beliting, Billiton, Djailolo, Molukken, Saumlaki, Sulawesi, Sumatera 9 Halmahera 10 Kalimantan Indonesië, hoofdstad van - Jakarta Indonesiër - Balinees Indonesiër in Japan - Helho Indonesisch bouwwerk - stoepa Indonesisch dorp des(s)a, kampong Indonesisch dorpshoofd - Loerah, Petinggi Indonesisch eethuisje - warong Indonesisch eiland zie eiland in Indonesië Indonesisch feest - lebaran Indonesisch fluitje - soeling Indonesisch geestelijk leraar goeroe Indonesisch geneesmiddel - obat Indonesisch gerecht - bami, nasi Indonesisch gewoonterecht - adat indonesisch gewicht - amat, kati, pikol Indonesisch hakmes - golok Indonesisch handwerk batik, ikat Indonesisch hert muntjak Indonesisch hoofd panglima Indonesisch huisjakje - kabaai Indonesisch inheems landbouwer - tani Indonesisch in olie knappend gebakken koekje - kroepoek Indonesisch instrument ankloeng, gender, rebab soeling Indonesisch jakje - baadje Indonesisch-Japanse militie - heihoo Indonesisch jute - goeni Indonesisch kapmes - golok Indonesisch katoenweefsel - Basta Indonesisch kind - enak Indonesisch kindermeisje baboe Indonesisch kledingstuk - sarong, slendang Indonesisch kustvaartuig - sampan Indonesisch kwartje - stalie Indonesisch leger - TNI Indonesisch ligmatje - tikar Indonesisch luit - gambus Indonesisch meisje - nonnie Indonesisch mens - orang gong Indonesisch mineraalwater - ajer, blanda Indonesisch muskietennet - klamboe Indonesisch muziekinstrument 4 gong, toda 5 kledi, lamba, mbeka, rebab 6 bangsi, gambus, gender, kasapi, merwas, rabana, robeka 7 ankledi, djungga, foi-mere, kendang, serunai, sinrili, soeling 8 ankloeng, genggong, késo-késo 12 gesong-kesong Indonesisch nachtlampje - pelita Indonesisch natuurreservaat - Baloeran, Oedjoengkoelon Indonesisch niet bevloeid bouwland - ladang, liman Indonesisch onbevloeid akkerland - tegal Indonesisch onbevloeid bouwland - tegal Indonesisch oprolbaar zonnescherm - kree Indonesisch open huis - balé Indonesisch orkest - gamelan Indonesisch pakhuis - goedang Indonesisch palmriet - rotan Indonesisch persbureau - Antara Indonesisch regentschap - Blitar, Bogor Indonesisch rijstmesje - aniani Indonesisch rijstveld sawah sawa Indonesisch rijtuigje - deleman, sado Indonesisch rund - buffel, karbouw, sapi Indonesisch scheepje - caracor ndonesisch schepemmertje - gajoeng Indonesisch schouderverband - pikol Indonesisch slaapmatje - tikar Indonesisch soldaat in dienst van de Japanners tijdens de bezetting heibo Indonesisch staatsman Hatta, Sjahrir, Soeharto, Soekarno Indonesisch strijkinstrument - sarangi Indonesisch taxi-fiets - betjah Indonesisch touw tali Indonesisch vaartuig - prauw Indonesisch vleesgerecht - saté Indonesisch voertuig sado Indonesisch vogeltje - glatik indonesisch volkslied - Indonesia raja Indonesisch volksvoedsel - rijst Indonesisch voorplein - aloenaloen Indonesisch vorstenverblijf - kratoe, kraton Indonesisch wachthuis gardoe Indonesisch wagentje - bendie Indonesisch wapen kris Indonesisch weefsel - ikat Indonesisch werptuig - bola Indonesisch zonnescherm - kree Indonesische adellijke titel Adipati Indonesische akker ladong Indonesische ambtenaar - pati Indonesische arbeider - koelie Indonesische badkamer mandiekamer Indonesische bazaar - toko Indonesische bergland goenoeng Indonesische bloem - gambir, katjapiring, kemoening, kembangsepatoe, melatie, patjar, tembelehajam, tjinak, Indonesische boer - tani Indonesische boomsoort djati doerian, sapan, waringin Indonesische buffel - karbouw Indonesische Chinees - Kee Indonesische dagloner - koelie Indonesische dakbedekking - atap Indonesische dichter - Anwar Indonesische deelstaat - Negara Indonesische dorpsbuurt - kampong Indonesische draaglast pikol Indonesische draaglast - pikol Indonesische drank - arak, brem Indonesische drukte - soesa Indonesische edelman raden Indonesische eetkraam - warong Indonesische eilandengroep - Aroe, Batu, Roti, Saba Indonesische feestmaaltijd slametan Indonesische. fuik - ink, sero Indonesische gedroogd met kruiden toebereid gesneden vlees - dendeng Indonesische gevleugelde witte mier - larong Indonesische godheid - Sri Indonesische groet - heil, slamat, welvaren Indonesische heer toe(w)an Indonesische heester - gambir Indonesische heiligdom - poeri Indonesische hennep - jute Indonesische hobo - serunai Indonesische houten dakpan - sirap Indonesische houtskool - areng Indonesische inlandse boer - tani Indonesische inlandse - laskaar, matroos Indonesische jenever - pait Indonesische jongeling - pemoeda Indonesische jongere broer of zuster - ade(e) Indonesische juffrouw - nonna Indonesische kamponghond - gladakker Indonesische kast - lemari Indonesische kinderjuffrouw - baboe Indonesische koe - sapi Indonesische landbouwer - tani Indonesische landmaat - bouw, patok Indonesische leermeester - goeroe Indonesische lengtemaat - paal Indonesische ligmat - tikar Indonesische maat bahoe, paal Indonesische markt passar, pasar Indonesische methode om weefsels fraai te kleuren - batikken Indonesische moskee - mesigit Indonesische munt - gobang, roepia(h) Indonesische moskee - mesigit Indonesische munt - gobang, ringgit, roepia(h), sen Indonesische naam voor jenever - pait,split Indonesische nachthagedis - gekko Indonesische nachtlampje pelita Indonesische nederzetting in N. Amerika - pueblo Indonesische neushoorn - badak Indonesische omslagdoek - sarong Indonesische open winkel warong Indonesische oppervlakte maat - bahu, bouw Indonesische opzichter - mandoer, mantrie Indonesische palm - aren, lontar Indonesische palmwijn toeak Indonesische peulvrucht - katjang Indonesische plant - amoom, bamboe, betel, sirih Indonesische ploegbaas - mandoer Indonesische politiedienaar - geelbies, geelvink Indonesische razernij - amok Indonesische rieten mand voor verpakking - knaster Indonesische rivier - kali Indonesische rijksgrote panglima Indonesische rijst nasi Indonesische rivier air, ajer, Brantas, kali, Solo Indonesische sierplant - aloë Indonesische stad - 4 Palu 5 Ambon, Medan 6 Djambi, Malang, Manado, Padang 7 Bandung, Kendari, Kuppong, Makasar, Mataran 8 Bengkulu, Denpasar, Djakarta, Semarang, Surabaja 9 Pakanbaru, Palembang, Pontianak, Samarinda, Surakarta 10 Balikpapan 11 Djokjakarta 12 Bandjermasin Indonesische tafelbediende - spen Indonesische talen Atjehs, Balisch, Bataks, Javaans, Madurees, Maleis, soundaas Indonesische tempelplaatsen - Adsjanta, Euora Indonesische titel voor vrouwelijke vorstelijke personen op Java en Madoera ratoe Indonesische vesting - benteng Indonesische volbloed - totok, Hollander Indonesische vorst - ratoe Indonesische vulkaan - Batur, Gede(h) Indonesische winkel toko Indonesische zalf – boreh indoorsport - zaalsport indopen – dippen, instippen, scheppen, soppen indoping bad, dompeling, immersie indriachtige - avahi, babakoto, sifaka, wolmaki in drievoud - triplo indrift - landweg, toepad indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen indrillen - instampen indringen - binnendringen, doordringen, indrijven, infiltreren, penetreren indringend afdoend, diep(gaand), grondig, indringerig, nadrukkelijk, penetrant indringer - inbreker, infiltrant, insluiper, intrigant, kraker, kuiper, panthe, sluiper, spion indringerig turen - loeren indringing - penetratie indroging - vochtafgifte, vochtverlies indroog - gortdroog, kurkdroog indruisen - botsen, disharmoniëren indruk gevolg, idee, impressie, invloed, merk, moet, neep, prent. schets, sensatie, striem, spoor, uitwerking, teken, voetstap, indruk in gewichten - merk indrukking - deuk, impressie indruk maken imponeren indruk makend eerwaardig, pakkend, waardig indruksel - deuk, moet, spoor indruk, onder – bekommerd indruk van een wiel - spoor indrukwekkend aandoenlijk, aangrijpend, eerwaardig, grotesk, groots, hartroerend, imponerend, imposant, impressief, machtig, majestueus, monumentaal, ontzaglijk, roerend, sensationeel, statig, treffend indrukwekkend met woorden - tirade indruppeling - infiltratie, instillatie indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen indubitabel - ontwijfelbaar induceren - afleiden, besluiten, overreden inductie - beïnvloeding, gevolgtrekking, influentie, overreding, suggestie inductieklos - bobine induffelen - inbakeren, inpakken indulgent - toegevend indulgentie - aflaat, toegevendheid, tolerantie, verschoning indulgestie aflaat, toegevendheid, verschoning indult - dispensatie, respijt, uitstel industrie fabriek, fabriekswezen, nijverheid industrieel fabrikant industrieus - vernuftig, vindingrijk industriegebied Bot-Lekgebied , Mijnstreek, Roergebied, Zaanstreek industrieel grootbedrijf - fabriek industrieschool technicum industriestad - fabrieksstad Industriestad in Engeland Leeds, Liverpool Manchester, Oldham, Sheffield industriestad in Nederland Amsterdam, Eindhoven, Enschede, Hengelo, Krommenie, Rotterdam, Tilburg, Zaandam indutten inslapen, soezen indijken - droogmaken, inpolderen ineen compres, dichter, in elkaar, samen, tezamen, vereend, vast, ineendraaiing - torsie ineendrukken - verfrommelen ineengedraaid - dral(touw) ineengedraaide halmen om bossen te binden - strowis ineengedraaide hennep - lording ineengedraaide punt van een touw - slurp ineengedraaide vlecht - tis ineengedrongen beknopt, compensieus, corpulent, gezet, klein, kort ineengedrongen pluim - spies ineengedrukte, geperste massa - klamp, klont ineengestampte aarde - pise ineengevlochten aanvangsletters - monogram in een klap - ineens ineenlopende kamers suite ineens abrupt, eensklaps, eensslags, onverwachts, opeens, pardoes, plots(eling), plotsklaps, subiet, terstond, ineenschuiven (als bij een verrekijker) - telescoperen ineenschuiving - invaginatie ineensluiten - passen ineensmelten - amalgameren
ineen smelting eenmaking, fusie, samensmelting, unificatie ineenstorten - neervallen ineenstorting afbrokkeling, bezwijking, collaps, debacle, inzakking, krach, mislukking, ondergang, prostatie ineenstorting van koersen krach, slump ineenvloeien - conflueren, samenstromen ineen voeging inlas ineenzakken - bezwijmen, flauwvallen, instorten ineenzetten - construeren, samenstellen ineen zetting montage inefficiënt - ondoelmatig, onhandig inegaal oneffen, ongelijk, veranderlijk inenten inoculeren, vaccineren inenting inoculatie, spuit, vaccinatie inentingsbriefje - pokkenbriefje, vaccinbewijs inentstof - koepokstof, serum, vaccin inept absurd, dwaas, ongerept, ongerijmd, zot ineptie - zotheid inert apathisch, futloos, indolent, laks, langzaam, loom, lui, sloom, traag, willoos inertie - apathie, bezittend, indolentie, inert, inexorabel, laksheid, loomheid, luiheid, sloomheid, traagheid, onverbiddelijk inetsen - graveren inexperiëntie - onhandigheid, onervarenheid inexplicabel - onoplosbaar, onverklaarbaar inexpressibel - onuitsprekelijk infaam aanstotelijk, abject, eerloos, ergerlijk, gemeen, laag, laaghartig, laf, schandalig, schandelijk, snood, vuil infamant - onterend infamie eerloosheid infanterie inf. ,voetvolk infanterist peon, piolu, riot, soldaat, voetknecht, zandhaas infanterist uit het oude Griekse leger - peltast infantiel flauw, kinderachtig, kinderlijk infantilisme - onvolwassenheid infarct - hartaanval, (vaat)verstopping infatigabel - onvermoeibaar infatuatie - inbeelding, verwaandheid infavorabel - ongenegen, ongunstig, onvoordelig infect - aangestoken, afschuwelijk, besmet infecteren - besmetten infectie aansteking, besmetting, ontsteking, sepsis infectieziekte 3 bof, tbc 4 pest 5 droes, griep, lepra, tyfus 6 angina, pokken 7 cholera, druiper, malaria, mazelen, sifilis, sjanker, tetanus, 8 difterie, Kala-azar, miltvuur, nekkramp, roodvonk, trachoom 9 influenza, kinkhoest, paratyfus, vlektyfus 10 dysenterie, erysipelas, trichinose, 11 malta-koorts, slaapziekte, tuberculose, waterpokken 12 hondsdolheid, 15 pappatacikoorts, 16 kinderverlamming, papegaaienziekte 17 amoebedysenterie infectieziekte bij het vee - miltvuur infereren - afleiden, besluiten inferieur minderwaardig, ondergeschikt, slecht inferieure - mindere inferioriteitscomplex - minderwaardigheids, complex infernaal boosaardig, duivels, hels inferno - hel infertiliteit - steriliteit infesteren -invallen, plagen, verontrusten, verpesten infideel - ontrouw, trouweloos infideles - heidenen, ongelovigen infideliteit - ontrouw, trouweloosheid infiltrant - binnendringer, indringer, doorzijging infiltratie - doorsiepeling, indringing infiniteit - eindeloosheid, oneindigheid infinitesimaalrekening - differentiaalrekening, integraalrekening infirmarius - kloosterarts, ziekenvader infirmerie - hospitaal, ziekenboeg, ziekenhuis inflammatie - brand, ontsteking inflammeren - ontbranden, ontsteken inflatie - devaluatie, geldontwaarding, waardevermindering inflecteren - (ver)buigen inflexie - afwijking, buiging inflexibel - hardnekkig, onbuigzaam inflictie - strafoplegging, vonnis influenceren - beïnvloeden influentie - invloed, inwerking influenza griep influenzalijder - grieppatiënt influisteren inblazen, souffleren, voorzeggen influistering - inblazing informaliteit - ambtsvergrijp, onvormelijkheid informant - zegsman informatie bericht, boodschap, gegeven, inlichting, mededeling, melding, nasporing, navraag, nieuws, onderricht, onderzoek, tip, voorlichting informatiebureau V.V.V., A.N.V.V., A.N.W.B., K.N.A.C. informatiecentrum - documentatiedienst informatiedienst inzake lectuur l.D.l.L, prisma informatie-eenheid in computer - bit informeel - officieus, onvormelijk, voorlopig, vrijblijvend informeren onderrichten, navragen, inlichten, vernemen, vragen infra - beneden infraktie - afwijking, schending infraroodstraling - warmtestraling infructueus - nutteloos, vruchteloos infunctietreding - ambtsaanvaarding infusie - aftreksel, infuus infusiediertje - afgietseldiertje, monade infusoriën - afgietseldiertjes infusoriënaarde - kiezelgoer, kiezelgur ingaan aanvangen, beginnen, betreden, binnengaan, inlopen, intreden, inwilligen ingaan op een bod - reflecteren ingaan op iets - reageren ingaderen - innen ingang aanvang, aditus, begin, deur, entree, kek, intrede, intree, introduktie, introïtus, monding, opening, poort, toegang, voorspel ingang der onderwereld - Acheron ingang doen vinden onder de mensen - populariseren ingang tot een lichaamsholte - introïtus ingang trachten te doen vinden - propa(gand)eren, propageren ingang van een groot gebouw - propylaeon ingang voor voertuigen - inrit ingebeeld - arrogant, denkbeeldig, genoegzaam, gewaand, hersenschimmig, illusior, imaginair, kwasterig, laatdunkend, minachtend, nuffig, onwezenlijk, pedant, putatief, suffisant, verwaand ingebeelde kwaal hebbend - hiep, hypochondrisch ingebeeld meisje - nuf, trut ingebeeld wicht - nuf ingeblikt vlees - cornedbeef ingeboren aangeboren, ingeschapen, inheems, natuurlijk ingeboren aandrift - instinct ingeboen aard - naturel, natuur ingebouwde deurtoegang - portiek ingebouwde pilaar - pilaster ingebracht huwelijksgoed van de vrouw - bruidsschat, illaten ingebruiknemen openen ingebruikneming - aanvaarding, betrekken, bezetting ingeburgerd - aanvaard ingedampt - gecondenseerd ingedampt aftreksel van zoethout - drop ingedeelde afstand etappe ingedikt gecondenseerd ingedikt vleesnat - gelei ingedikt vruchtensap - gelei, jam, siroop ingedroogd sap als looistof kino ingedijkt land kaag,kage, koog, polder ingedijkte kwelder zeepolder ingegeven gedachte - idee, plan, suggestie ingegroefde lijn in papier - rillijn ingehouden beheerst, verbeten ingehouden (muz.) retenuto ingehouden winst reserve ingekankerd hecht, ingeworteld, onuitroeibaar ingekeept - gekarteld ingekeept hout - kerfstok, lurf ingekeerd - aandachtig, devoot, indachtig, introvert, vroom ingekwartierd soldaat garnisair ingelast - episodisch, ingevoegd ingelegd - geconserveerd, gekonfijt, ingemaakt ingelegd in azijn en kruiden - gemarineerd ingelegd geld - inlaag, inleg, inzet, pot, bank ingelegd werk - gemarineerd ingelegd parelsnoer intaglio ingelegd zuur, Maleis - atjar ingelegde dijk - inlaag ingelegde geldsom - inlaag ingeleverd stuk - memoriaal ingemaakt - geconserveerd, gemarineerd, ingelegd, ingezouten ingemaakte vruchten confituren ingemeen - laag, min, miniem ingenaaid ing., gebrocheerd, gekartonneerd ingenieur - ing., ir., technicus, technoloog ingenieursopleidingsinstituut - T.H. ingenieus - scherpzinnig, vernuftig, vindingrijk ingenium - aanleg, talent ingenomen bekoord, bezet, blij, gesteld, tevreden, verwaand ingenomenheid - instemming, sympathie ingenomenheid met zichzelf eigenliefde ingenomen met - blij, tevreden, ongekunsteld ingenomen plaats - positie ingénu argeloos, naïef, ongekunsteld ingepekelde kabeljauw - moluwe ingeroest ingeworteld, muurvast, vonuitroeibaar, astzettend ingeschapen aangeboren, infuus, natuurlijk ingeschapen aandrift instinct ingeschapen neiging - bezieling, drang, impuls ingescheurde huid langs de nagel - nijnagel ingeschoven krantenbericht entrefilet ingeslagen gedeelte inslag ingesleten gewoonte - sleur ingesloten - afgesloten, bijgaand, bijgevoegd, incl., incluis, ingebouwd, inclusief, latent, omringd, omsingeld, p.c. ingesloten afzijdig verdedigbare stelling - egelstelling ingesloten land - delta ingesloten landstreek - waard ingesloten ruimte van een Romeinse woning atrium ingesloten stuk land enclave ingesloten vlakte - rondeel ingeslotene - incluse, recluse ingespannen aandacht ademloos ingespannen denken hoofdbrekens, piekeren ingespannenheid moeite ingetogen - abstinent, ascetisch, bedaard, bescheiden, bezadigd, eerbaar, gaaf, heus, kalm, kies, koel, kuis, maagdelijk, matig, modest, nederig, onbesmet, onbevlekt, preuts, pudiek, rein, sober, stemmig, vroom, zedig ingetogen levenswijze - ascese ingetogenheid bescheidenheid, gevoeligheid, keurigheid, kiesheid, modestie, reservatie, ingeval als, gesteld, ig, indien, mits, wanneer ingeven inblazen, inspireren, suggereren, toedienen ingeving - aanblazing, bezieling, geest, idee, inblazing, influistering, inspiratie, inspraak, intuïtie, inval, opgeven, suggestie, vonk, voorgevoel ingevlochten - episodisch ingevoegd - ingelast ingevoerd - geimporteerd ingevolge door, mits, n.a.v., overeenkomstig, tengevolge, volgens, wegens ingevolge ener gelofte gestichte kerk votiefkerk ingevouwen strook - inslag ingevroren product - diepvries ingewand aarsdarm, cel, darm, endeldarm, gal, galblaas, kronkeldarm, lever, long, luchtpijp, maag, milt, nier, pens, slokdarm, strottenhoofd ingewanden - darmen, entera, intenstine, viscera ingewand van een big, varken - kurre (gewest) ingewand van een dier - beuling, gewei(de), ingeweide ingewand van een haring - gel, grom ingewand van een slachtdier - trijp (gewest) ingewand van een vis beuling, grom ingewandsbreuk - hernia ingewandskramp koliek ingewandswormen draadworm, entozoa, helminthen, lintworm, spoelworm ingeweven plooien - plisse ingewijde adept, expert, insider, orgiast ingewikkeld benard, benauwd, bewerkelijk, bezwarend, complex, delicaat, drukkend, duister, epineus, gecompliceerd, geleerd, hachelijk, humeurig, intricaat, lastig, lichtgeraakt, moeilijk, netelig, onbegrijpelijk, onereus, ongemakkelijk, pijnlijk, penibel, precair, samengesteld, tortueus (fig.), veeg, verward ingewikkeld maken - compliceren ingewikkelde samenhang - verband ingewikkeldheid - complexiteit ingeworteld - diepliggend, ingeroest, onuitroeibaar, radicaal ingewijde - adept, deskundige, expert, insider, kenner, orgiast ingewijde in geheime kunsten - alruin ingezameld geld collecte ingezetene bewoner, burger, inwoner, poorter ingezet stuk - inlas, las ingezonden mededeling - advertentie, im, reclame ingezonken - depressief, diepliggend, hol, moedeloos ingezouten ingemaakt ingezouten kool zuurkool ingezouten voedsel - inmaak ingieten (geneesk.) - infuseren inglippen - binnengaan, binnensluipen, infiltreren ingluren - inkijken, loeren, voyeren ingooi - inworp ingot - baar ingraven - begraven ingraveren - ingroeven ingrediënt bestanddeel, deel, element ingrediënt der rijsttafel kroepoek, lombok, sambal, saté, trasi ingreep - inbreuk ingriffen - graveren ingrijpen - optreden ingrijpend doordringend, drastisch ingroeien - inwortelen ingroen - zenegroen ingroeven ingraveren inhaaltalie achtertalie inhaalwedstrijd - poursuite inhabiliteit - onbekwaamheid, onbevoegdheid inhaerent - aanklevend, samengaand inhalatie - inademing, respiratie inhalen achterhalen, begroeten, bergen, binnenleiden, binnenhalen, inademen, innen, inpalmen, intrekken, introduceren, ontvangen, oplopen, passeren, verminderen, vernauwen, verwelkomen, winnen, zwichten inhalen van het anker - hieuwen inhaleren inademen inhalig - begerig, deun, gierig, grijperig, gulzig, hebberig, hebzuchtig, hongerig, schraapzuchtig, schraperig, schrokkerig, schrokkig, vasthoudend, vrekkig inhalige - vrek inhalige schoonvader van Jacob - Laban inhalige vent - gierigaard, haai, hapshaar, schraper, vrek ijhaligheid - begerigheid, gierigheid, hebzucht, schraapzucht inhaling - fiscaal, fiskaal inham baai, bocht, boezem, buiging, cala, estuarium, etang, fjord, haf, holligheid, holte, hop, indeuk, kreek, lagune, nis, sinus, zeearm, zeeboezem inham aan de kust hop inham achter landtong - haf inham der Noordzee - Lauwerszee inham in een muur - nis inham in de Oostzeekust - foerde, fö(h)rde inham van de zee gescheiden door een schoorwal - lagune inham in een rotsachtige kust fjord inham met getijdenwerking – estuarium inham op Texel - slufter inhamvan een zee - baai inham van de zee gescheiden door een schoorwal lagune inhechten - hechten, vastmaken inhechtenisneming arrestatie, gevangenneming inheemsen - inboorlingen inheems aborigineel, autochtoon, endemisch, indigeen, inlands , natief inheems bestuursambtenaar - wedana inheems districthoofd - demang inheems dokter djawa inheems gebruik - adat, zede inheems gebruik in Indonesië - adat inheems geneeskundige - doekoen, medicijnman inheems hoofddeksel - fez, kepala, kopiak, sarong, songkok, toppie inheems maken van planten en dieren - acclimatiseren inheems opzichter - mandoer, mantri inheems plantengeslacht - nardus inheems vaartuig - prahu, prauw inheems volksleger T.R.l. inheems zoogdier - dingo inheems zoogdier in Australië - dingo inheemse bewoner van Nieuw-Zeeland - Maori inheemse dagloner koelie inheemse dokter - djawa inheemse eend - taling inheemse gebruiken - adat inheemse opzichter - mandoer inheemse plant - nardus inheemse roofdier - edelmarter inheemse streekvolksziekte - endemie inheemse vogel - maraboe inheemse zangvogel - paap inheemse zeden - adat inheemse ziekte endemie inheemse zwemvogel - gans inheemsen - inboorlingen inheien - indrillen, inprenten, instampen inheiïng der palen - palificatie inherent - aanklevend, eigen, samengaand, verbonden inhereren - aankleven inhiberen stuiten, verbieden, verhinderen inhoud allooi, begrip, betekenis, bevatting, boring, capaciteit, formaat, gehalte, grootte, index, luid, maat, overzicht, register, ruimte, samenvatting, substantie, tekst, teneur, volume inhoud van een bijenkorf raten inhoud van een ei - struif inhoud van een geschrift - teneur inhoud van een gezwel etter, pus inhoud van een lichaam vol., volume inhoud van een thermometer kwik inhoud van een vlak berekenen - kwadreren inhoud van het ruim van een schip - bulk inhoud uitdrukkend kubiek inhouden - afremmen, bedwingen, begrijpen, behelzen, besluiten, beteugelen, betomen, bevatten, impliceren, intomen, korten, luiden, omsluiten, omvatten, onderdrukken, ophouden, reserveren, tegenhouden, vervatten inhoudend retenuto, ritardando inhoudsloosheid - leegte inhoudsmaat aam, achtel, anker, cc, cl, centiliter, dl., decaliter, dekaliter, deciliter, dozijn, emmer, gallon, hl., kan, kl, kop, last, legger, liter, l., lorrie, maatje, mingel, ml, milliliter, mud, okshoofd, pint, registerton, schepel, snees, snel (1/2 pint), spint, stêre stoop, toelast, ton, vat, viertel, vim, wisse, inhoudsmaat bij schepen - registerton inhoudsmaat van balken - tuit inhoudsmaat (Indisch) gantang, kati, kojan, pikol inhoudsmaat voor droge waren - mud, spint inhoudsmaat voor wijn anker, legger inhoudsopgave - afbeelding, bladwijzer, index, overzicht, register inhoud van spuitbussen - aerosol inhoudsvermogen capaciteit inhouwen - inhakken inhuldigen - inaugureren, inwijden inhuldiging inauguratie, initiatie, installatie, intronisatie, inwijding inhumaan gevoelloos, onmenslievend, onwelwillend, wreed inhumatie begrafenis, teraardebestelling inimitabel onnavolgbaar iniquiteit - onbillijkheid, ongerechtigheid initiaal – beginletter, (voor)letter, kapitaal initialen van een internationale organisatie V.N., O.A.E., OAS., U.N.O., N.A.T.O., N.A.V.O., S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O. initialen van een omroep K.R.O., V.P.R.O., A.V.R.O., V.A.R.A., l.K.O.N., I.K.O.R., N.C.R.V., T.R.O.S., E.O. initialen van een politieke partij B.P., A.R.P., C.H.U., C.P.N., G.P.V., K.V.P., P.S.P., S.G.P., V.V.D., P.v.d.A. Initialen van een scheepvaartmaatschappij H.A.L, K.P.M., S.M.N., K.N.S.M. initialen van een sportvereniging K.N.V.B., K.N.A.U., K.N.A.C., A.N.W.B., K.N.S.B. initialen van een vervoersmaatschappij N.S., K.LM., A.T.O., N.B.M., N.Z.H.T.M., V.A.D. initiatie inwijding initatief - aanpak, aanstichting, toedoen, voorgang, voorstel initiëren iinaugureren, nleiden, invoeren, inwijden injecteren - inenten, inspuiten, prikken, vaccineren injectie inspuiting, prik, shot, spuitje, vaccinatie injectienaald - canule (hol) injectiestof sera, serum, koepok, vaccin injector - inspuitpistool, inspuittoestel injunctie - inscherping, voorschrift injurie belediging, hoon, mishandeling, schade ink inkol (soort net) inkaartbrenging - cartografie Inkacultuur - Chavin, Chimu, Mochica, Tiahuanaco Inkagod - Inti Inkaheerser - Atahulpa, Capaq, Huascar, Huyana, Pachacuti, Yupangui Inkaheiligdom - huaca inkappen van bomen - toppen inkapselen - inhullen, insluiten inkarnaat morgenrood, vleeskleur Ink’s, drinkbeker van de - kero Inka’s, gouverneur der - tucricuc Inka’s, maangodin van de - Mamaquila Inka’s , taal der - Quechua inkavolen - inkalven, inkepen inkeep - inkerving inkeer bekering, berouw, bezinning, inversie, spijt inkepen - groeven, insnijden, kartelen, kerven inkeping bluts, cannelure, doorsnede, gergel, groef, hakkel, inkeep, inkerven, inkerving, inlating, kartel, karteling, keep, kerf, knip, kras, kroos, kruissnede, nert, schrap, snede, snee, uitholling inkeping in een ton - gergel, kroos inkerkering opsluiting inkerven - insnijden, kartelen, insnijden, ritsen inkerving - groef, kartel, snee inkleding - bewoording inklemming (med.) - incarceratio inklinken indragen, inkrimpen, inzakken, krimpen, slinken, inklinkende grondsoort veen inkoken - indampen, verkoken inkoling - carbonificatie inkomen bezoldiging, binnenkomengage, gage, gewin, honorarium, loon, revenuen, salaris, verdienste, wedde inkomend - binnenkomend, ingaand inkomende landverhuizing - immigratie inkomst - binnenkomst, entree, inhaal, intocht, intrede, intree, tree, inkomsten - revenu inkomsten aan entreegelden - recette inkomsten van geestelijke - prebende inkopen - aanschaffen, indoen, inslaan inkorten - bekorten, couperen, inkrimpen, nnemen, snoeien, inkorten van bloemen – snoeien inkorten van een staart - couperen inkorting - verkorting inkrassen - graveren, griffe(le)n, raderen, ritsen inkrassing - keep, kerf, ril, rits inkrimpen - afnemen, bekorten, beperken, geerten, minderen, samentrekken, slinken, verkorten, verminderen, inkrimping - beperking, restrictie, restriktie inkrozing - gergel, kroos inktappel galnoot inktgrondstof gal(noot), ijzerhout inktkussentje - tampon inktkussentje om een drukvorm van inkt te voorzien tampon inktmop klad, vlek inktopdruk - stempel inktsoort - bister inktsteen atramentsteen inktvis achtarm, argonauta, decapoda, kalmar, koppotige, kraak, lamprei, lolige, nautilus, neteldier, octopoda, octopus, poliep, sepia, sepiola, spirula, straaldier, tienarm, toverlamp, veelarm, zeekat inktvlek - klad, mop, spat, spet, vlek inktzwarte mist - smog inkuilen - conserveren, ensileren, putten inkuiling van veevoeder ensilage inkwartieren biljeteren, huisvesten, legeren inkwartiering - huisvesting, legering inlaagdijk - inlaag, slaper, waardijk, zorgdijk inlaat - opening, ventiel inlaatrol - afvoerrol inladen - embarkeren, laden, inschepen inlage - inbreng, inleg, inslag, inzet, mise, storting inlander autochtoon, inboorling, ingeborene, inheemse, landsman, landzaat, native, naturel inlands inheems inlands bestuursambtenaar - wedono inlands dagloner - koeli, tani inlands dansmeisje ronggeng inlands dorp dessa, kampong, kraal, negerij, negorij inlands gebruik - adat, zede inlands godsdienstonderwijzer - goeroe inlands medicijn - obat inlands winkeltje warong, toko, waroeng inlands zangvogeltje - boompieper inlandse artsenij obat inlandse bestuursambtenaar - wedono inlandse dakbedekking – atap inlandse gemeente - desa inlandse grassen en granen - goudgerst, haver, helm, kamgras, kropaar, kweek, reukgras, rogge, struisgras, timothee, trilgras, vossestaart, wilhelminagras, witbol inlandse hotelbediende - djongos inlandse huisbediende boy inlandse hulptroepen barisan inlandse infanterist in het Franse leger in Noord Afrika turco inlandse klerk, schrijver - djoeroetoelis, magang inlandse landbouwer tani inlandse legerkorpsen - barisan inlandse markt - pasar, passar inlandse matroos - laskaar inlandse medicijn obat inlandse oorlogsvloot - hongi inlandse open winkel - waroeng, warong inlandse opzichter - mandoer inlandse ploegbaas - mandoer inlandse prins - pangeran(g) inlandse rustbank - bale-bale inlandse soldaat - turco (Fr. leger in Afrika) inlandse soldaat in Oost-Afrika - askaro inlandse tuinjongen - kebon inlandse vesting (ind.) benteng inlandse volksvoedsel - rijst inlandse vorst - radja, soesoehoenan inlandse woningen kampong inlassen - inschuiven, insereren, intercaleren, interpoleren, invatten, invlechten, invoegen, inzetten, tussenplaatsen, tussenvoegen, tussenzetten inlassing - epentese, epenthesis, inseraat, insertie, interpolatie, invoeging, parenthese, tussenlassing, tussenvoeging inlassing van een klank in een woord - thesis inlassing van een letter - epenthesis, inlasting, parenthese inlaten - binnenlaten, opendoen inlating - bemoeiing, deposito, inbreng, inlage, inleg, inmaak, inslag, mise, pot inleg deposito, inbreng, inlage, inleg, inslag, inzet, pot, plooi, speelgeld, vulsel, zoom inleg bij het spel - mise inleg in een kledingstuk - inslag inleg in een zeil - reef inleg tegelwerk - mozaïek inlegblad van tafel allonge inlegeren - inkwartieren inleggeld bank, inzet, mise, pot inleggen - conserveren, inmaken, konfijten, parketteren, pekelen, zulten inleggen in azijn - marineren inlegger - spaarder inlegkunst in hout - intarsia inlegsel inseraat, insertie inlegstof - azijn inleg van geld - inzet, pot inleg van kleding - zoom inlegvel - bijblad, inlage inlegwerk intarsia,marketterie, mozaïek inlegzool - steunzool inleiden - aandienen, initiëren, inleiden, introduceren, inwijden, preluderen, presenteren, voorstellen inleidend - preliminair, voorafgaand inleidend onderwijs propedeuse inleidende brief - inleidingsbrief inleidend werk stage inleidende opmerkingen - prolegomena inleidende rede - inleiding, preambul, voorrede inleidende wetenschap - isagogiek inleidend onderwijs - propedeuse inleidend universitair onderwijs - propjes inleidend werk - stage inleider - aankondiger, conferencier, introduceren, introducteur, referent inleider van een onderwerp - referent inleiding aanhef, aanloop, aanvang, begin, entrada, exordium, intro(ductie), introïtus, opening, ouverture, preambule, prefatie, prelude, praeludium, prolegomena, prologos, proloog, protase, referaat, voorbereiding, voorbericht, voordracht, voorrede, voorspel, voorwoord inleidingsbrief - geloofsbrief inleidingshandelingen - preliminairen inleidingskunst - isagogiek inleiding der mis - introïtus (psalmvers) inleiding in de wetenschap isagoge, logica, propedeuse inleiding tot een muziekstuk ouverture, prelude, preludium, voorspel inleven (weer) in de maatschappij - reclasseren inleveren indienen inlevering - indiening inlichting - bericht, informatie, mededeling, opheldering, tip, verklaring inlichting van een ingeweide hint, seintje, tip inlichtingendienst B.V.D., C.I.A., F.B.I. inlichting van een ingewijde - tip inlopen - binnenvloeien, krimpen inlossen - vrijkopen inlijsten encadreren, omkaderen, zetten inlijsting - kader, montuur inlijven annexeren, bezetten, incorporeren, usurperen inlijving - bezetting, incorporatie, usurpatie inluiden - aankondigen inmaak weck inmaaksel - confituren inmaakvrucht augurk inmaken - conserveren, inleggen, konfijten, pekelen, steriliseren, zulten inmaken in azijn en kruiden - marineren inmaken van groente - wecken inmenging bemoeiing, ingreep, interferentie, tussenkomst inmiddels - alreeds, intussen, middelerwijl, ondertussen, onderwijl innaaien - brocheren innagelen - vastspijkeren inname verovering innemen - bekleden, bemachtigen, bezetten, doorslikken, drinken, gebruiken, inbinden, inpalmen, laden, opdrinken, ophalen, verkorten, veroveren innemend aanminnig, aantrekkelijk, bekoorlijk, bevallig, charmant, gracieus, gunstig, hups, lief, lief(e)lijk, lieftallig, vriendelijk innemendheid - charme, lieftallighid, vriendelijkheid innemer - veroveraar inneming inname, verovering beuren, incasseren, opstrijken innen - beuren, incaseren, invorderen, ontvangen, opstrijken innen van een vordering - disponeren inner - incasseerder innerlijk aard, binnenste, gemoed, immanent, inborst, interieur, intrinsiek, inwendig, intern, karakter, kern, natuur, psyche, wezen innerlijk aanwezig maar nu niet werkzaam - virtueel innerlijk besef van goed en kwaad geweten innerlijk oordeel geweten, smaak innerlijk zelfvertrouwen moreel innerlijke aandrift drang, impuls, roeping innerlijke aansporing - aandrang innerlijke drang – drift innerlijke geaardheid – inborst, karakter innerlijke gesteldheid - gemoed innerlijke kracht intensiteit innerlijke strijd tweestrijd innerlijke waarde - gehalte innerlijke zelfwaarneming - introspectie innesteling - nidatie innig amoroso, devoot, diep, dierbaar, gevoelig, hartelijk, intiem, intens, liefdevol, teder, teer, vurig, warm, zacht innig berouw contritie, wroeging innig en sterk - intens innig gemeend - devoot, hartelijk, menens, ongeveinsd, oprecht, toegenegen innigheid - hartelijkheid, intimiteit innig medelijden - deernis, erbarmen, mededogen innig samengaand - inh(a)erent, solitair, verbonden innig verbonden - aaneengesmeed, onlosmakelijk, onscheidbaar innig verenigen - verbinden innig vertrouwen - geloof innig verzoek - bede, bee, gebed, smeekbede innig zijn innigheid innige aansluiting van een woord aan het voorgaande - enclise, enclisis innige droefheid - harteleed, (innig) verdriet innige overtuiging - credo innige verbondenheid - inh(a)erentie (van nature), solidariteit innige verering devotie innige vermenging van fijne vloeistofdeeltjes emulsie innigheid - intimiteit innobel - laaghartig inning collectie, heffing, incassering, incasso, invordering, inzameling, ontvangst, perceptie, slagbeurt inning van gelden - insasso innocent argeloos, naïef, onnozel, onschadelijk, onschuldig innocentie - eenvoud, onschuld innovatie nieuwigheid Ino - Leukothea inobligaat - onverplicht inobservatie - onachtzaamheid, slordigheid inoculatie - immunisatie, inenting inoculeren griffelen, inenten, vaccineren inoffensief - onschadelijk inontvangstneming - acceptatie inopportuun ongelegen inpakken - annexeren, bergen, bezetten, emballeren, inlijven, inwikkelen, ophoepelen, weggaan inpalmen binnenhalen, inhalen, innemen, inpikken, paaien, veroveren inpartibus infidelium - ipi inpassen - invoegen inpekelen inzouten, inmaken, zouten inperken - bakenen, beknotten, bekorten, beperken inperkingen bakenen inpersen – impregneren, stouwen inpikken – naasten, nemen, pakken, stelen, inplanten inpoten inplanting - implantatie inploeging - sponning inplooien van de zeilen reven inpoeieren bepoederen, inpeperen, inwrijven inpolderen bedijken inpoldering - landwinning inpompen - inheien, instampen inpoten inplanten inprangen inpersen, inklemmen, inwringen inprenten aanpraten, benadrukken, verzekeren, wijsmaken inprenting - inculcatie inprikken van figuren op de huid - tatoeëren inproppen - induwen inquisiteur geloofsrechter, kettermeester inquisitie geloofsgericht, kettergericht, ketterjacht, onderzoek inquisitoor - ondervragend, onderzoekend inrakelen - inharken inrekenen - arresteren inreven inhalen, reven inri - kruistitel inrichten - arrangeen, bestraffen, bijbrengen, installeren, kennis, oprichten, ordenen, organiseren, predisponeren, regelen, samenstellen, schikken, stichten, inrichter - installateur, stoffeerder inrichter van woning stoffeerder inrichting apparaat, arrangement, constructie, etablissement, gebouw, genootschap, gesticht, indeling, instelling, instituut, interieur, kostschool, maaksel, mechanisatie, meubilering, ordening, organisatie, regeling, samenstel(ling), schikking, stichting, stoffering, tehuis, toerusting, toestel, vestiging inrichting als herstellingsoord sanatorium inrichting in onderzeeërs omschepen te ontdekken - asdic inrichting om graan te malen maalderij, molen inrichting om motor op gang te brengen - starter inrichting om recht te doen - rechtbank inrichting om stoffen te drogen ast, centrifuge, eest, droogstof, exsiccator inrichting om stoffen te vernietigen destructor inrichting om te drogen - eest inrichting om te eten - eethuis, mensa, restaurant inrichting om vee te slachten abattoir inrichting tegen het rollen vaneen schip - stabilisator inrichting tot belening - lommerd inrichting tot bevestiging voor de bajonet - haft inrichting tot fijnmalen van graan - molen inrichting tot geneeskundigehulp - hospitaal, kliniek, polikliniek, sanatorium, ziekenhuis, inrichting tot lijkverbranding - crematorium inrichting voor besmettelijke ziekten quarantaine inrichting voor communicatie - telefoon inrichting voor daklozen - asiel, heilleger inrichting voor dieren - asiel inrichting voor geesteszieken - gesticht, stichting inrichting voor het lanceren van torpedo's - hekbuis inrichting voor isolatie - gevangenis inrichting voor lopende patiënten - polikliniek inrichting voor melaatsen - leprozerie inrichting voor middelbaar onderwijs Gymnasium, H.B.S., Lyceum, H.A.V.O., MAVO, inrichting voor opname van films en foto's - atelier, studio inrichting voor opslag van goederen dépôt inrichting tot het nemen van wisselbaden - sauna inrichting voor het ontvangen van elektromagneet - antenne inrichting voor het overladen van kolen uit spoorwagens in schepen - tip (Eng.) inrichting voor het rechthouden van een auto in bochten - stabilisator inrichting voor het slachten van vee - abattoir inrichting voor het zichtbaarmaken van elektromagnetische golven - oscilliscoop inrichting voor vis te roken - rokerij inrichting voor zieken - hospitaal, sanatorium, ziekenhuis inrichting voor zonnebaden - solarium inrichting waar goederen gestoomd worden - stomerij inrichting waar soldaten worden aangeworven - werfdepot inrichting waar vaste delfstoffen gedolven worden - mijn inrichting waar vis wordt gerookt - rokerij inrichting (aan de boeg) om kabels van zeemijnen door te snijden - otter, paravaan inrij - hek, inrit, oprijlaan, oprit, poort inrijgen insnoeren inrit inrij, oprijlaan, oprit, toegang inroepen verzoeken, vindiceren, vragen inroesten - ingroeien, vastgroeien inrollen - inwinden, wikkelen inrollen van bladeren - hyponastie inruil - (ex)change inruilauto - occasion inruilen - inwisselen, uitwisselen inruimen - inwilligen, ontruimen, toestaan, vrijmaken inrukken - afmascheren, vertrekken, weggaan ins - ens, hengsel inschakelen aanzetten, inroepen, inzetten, tussenvoegen inscharen - innen, verdienen, verkrijgen inschenken geven, ingieten, tappen inschepen embarkeren inscherping - inculcatie, inprenting in schijn - pseudo inschikkelijk accommodabel, buigzaam, convenient, coulant, duldbaar, faciel, gehoorzaam, gepast, gevoegzaam, gewillig, goedig, goedmoedig, handelbaar, handzaam, kneedbaar, mak, meegaand, passend, plooibaar, soepel, toegeeflijk, toegevend, tolerant, verdraagzaam, vlot, volgzaam, welwillend, zacht iinschikkelijker - milder inschikkelijkheid - aanpassing, accommodatie, consideratie coulance, meegaand inschikkelijk zijn - couleren inschikken - indelen, inschuiven, toegeven inscriberen - aantekenen, boeken, inschrijven, intekenen, opdragen, optekenen, toewijden inschrift inscriptie inschrift op schilderijen of prenten - legende inschrijden binnentreden inschrijfboek - klapper, register inschrijven aantekenen, boeken, inscriberen, intabuleren, noteren, optekenen, registreren inschrijver abonnee inschrijven als student - immatriculeren inschrijven in hypothekenboek - ingrosseren inschrijven van oorkonde of akte in een wettelijk register - registratie, registreren inschrijver voor een lening - submittent inschrijver op een periodiek abonnee inschrijving - aanbesteding, boeking, immatriculatie, intabulatie, notering, registratie inschrijvingsboek klapper, register inschrijving ten hypotheekkantore - ingrossatie inschrokken - verorberen inschuifbare wand - vouwwand inschuilen - syncretisme inschuiven - inlassen, interculeren, interpoleren, invlechten, invoegen, inzetten, tussenvoegen inscriberen - aantekenen, boeken, inscriptie, inschrift, inschrijven, intekenen, opdragen, opschrift, optekenen, toewijden inscriptie - inschrift, opschrift insecten 2 bij 3 dar, mot, mug, mijt, non, rijp, tor, uil, vlo 4 apis, daas, haft, hara, hork, ieme, imme, luis, maai, made, mier, neet, page, rups, spin, teek, wesp 5 aphis, brams, emelt, hamel, kapel, kaper, kever, kobbe, kriek, laron, libel, lipas, negra, osmia, oelat, pepel, rajap, salda, sirex, espa, vlieg, wants, witje, wolbij 6 aardbij, aardmijt, aastor, adalia, agonum, ani-ani, apollo, urora, belyta, bembex, boktor, boleti, bombyx, cicade, chique, cicade, galmug, hommel, horzel, houtbij, kernes, krekel, larong, lasius, mulder, muurbij, neefje, psocus, ptinia, ridder, semele, sphinx, thyssa, thrips, trekbij, wasmot, werkbij, zandbij, zeemot 7 aardbok, aardmijt, aardtor, aardvlo, acilius, agrotis, aurelia, bidster, bladvlo, bosmier, boswesp, botluis, brommer, dansmug, dazerik, formica, galwesp, grasuil, haarmug, heimpje, honingbij, kaasmijt, kloptor, kniptor, locusta, meelmot, meeltor, mesttor, muskiet, oorworm, paardje, pardoen, pelesit, pestvlo, plakker, punaise, rauwmug, rietuil, rombout, rouwmug, rupsmot, schirus, spektor, spinner, stamuil, stijfkop, tangbok, termiet, veenmol, vlinder wegmier,wegwesp, wolluis, zakspin, zandvlo, zeespin, zingmug, zwerfbij 8 aardluis, aaskever, aardmier, aardspin, aaskever, aasvlieg, achilles, admiraal, akkeruil, akridium, aphidius, aphodius, bedwants, belelang, bladluis, bladvloo, blauwtje, blindkop, boekluis, boommier, boekworm, boorwesp, boorwesp, brakwesp, bijeneter, bijenluis, bijenwolf, bijtvlieg, chenille, dagkapel, dagvlieg, dolkwesp, doornrug, galvlieg, glimworm, goudhaan, goudwesp, granilla, hardworm, hommelbij, hoornaar, horentje, houtluis, houtmier, houtwesp, huisspin, jaspeade, kalander, kleermot, koevlieg, koningin, krengtor, langbeen, langpoot, leemwesp, lelietor, loopspin, limtworm, meikever, metselbij, moerwesp, molenaar, mortelbij, oeveraas, palpares, panvogel, pissebed, platbuik, platluis, rattevlo, reduvine, ritnaald, roofmier, scarabee, smalbuik, snuittor, spanrups, steekmug, stekworm, stofluis, symphyla, symphyta, tapijtmot, timmerbij, trekmier, tuinmier, vetkever, vlugpoot, wandluis, watermijt, watertor, watervlo, weegluis, werkmier, werkwesp, weverbok, zaagwesp, zakkever, zandmier, zandwesp, zeefwesp 9 akkerwesp, baankever, baarsluis, bastkever, biervlieg, bloedluis, bloemwesp, boomwants, boorkever, bremvlieg, bromkever, bromvlieg, bronswesp, daasvlieg, doornrups, drekvlieg, duinkever, engerling, fritvlieg, fijnspriet, gaasvlieg, galinsekt, gastkever, glimkever, goudvlieg, graafwesp, halmvlieg, heikrekel, hoofdluis, hooiwagen, houtkever, huisvlieg, juffertje, julikever. junikever, kaasvlieg, kakkerlak, kapoentje, klopkever, knoopmier, knoopwesp, knotsmier, korenbolt, kroonwesp, kruisspin, loopkever, mensenvlo, oliekever, papaverbij, plantluis, polyergus, pruimenmot, pijlstaart, regendaas, renegrita,roofvlieg, roofwants, rozekever, schietmot, schildvlo, schooraas, schubmier, sluipwesp, slijkvlieg, spekkever, spinnekop, spinvlieg, springtor, stalvlieg, stegomyia, suikermot, tarantala,vachtluis, valkkever, vogelspin, vuurvlieg, wachtluis, waternimf, waterspin, weidemier, zaagkever, zandkever, zeilvlieg, zwamkever 10 aardboktor, aardhommel, aardkrekel, atlaskever, bakkerstor, bladroller, bladsnijder, blindwants, bloemkever, boekenluis, bonenkever, chrysalide, cochenille, donderbolt, doodgraver, draaikever, duivenluis, erwtekever, fruitenier, grashupper, groenvlieg, huiskrekel, kamervlieg, kelderspin, knaagkever, koekoeksbij, kwastkever, landjuffer, lichtkever, malariamug, metselwesp, nachtwitje, papierwesp, parelvlieg, pruimepage, regenbrems, regenvlieg, reuzenmier, runderdaas, salemprang, saoebamier, schapeluis, schildluis, schorpioen, schrijverke, schurftmijt, sluipvlieg, snuitkever, snuitvlieg, spinselmot, springspin, sprinkhaan, staafwants, steekvlieg, steenloper, stippelmot, stofluisje, suikergast, tetsevlieg, veldkrekel, visitemier, vleesvlieg, waterloper, waterwants, zonnekever, zweetvlieg 11 amazonemier, behangersbij, darrenbroed, denneboktor, duikerwants, duizendpoot, eikegalwesp, elzehaantje, galnotewesp, glazenmaker, hessenvlieg, hoornstaart, knobbelmier, kokerjuffer, langpootmug, maskervlieg, mierenleeuw, miljoenpoot, paardendaas, paardenwesp, palmbladvlo, parasolmier, pareljuffer, poppenrover, prestwichia, schorskever, slankjuffer, springkever, steenhommel, strontvlieg, tsetsevlieg, wilgeboktor, zadeldrager, zilvervisje, waterjuffer 12 appelbladvlo, bakkersbeest, berkensteker, beukengalmug, bleinenbijter, cylinderhaak, doornvlinder, eendagsvlieg, franjestaart, gletschervlo, goliathkever, goudoogbrems, haarboskever, hessischemug, koekoekswesp, muskusboktor, nachtvlinder, paardehorzel, paardenvlieg, puistenbijter, rozebladluis, runderhorzel, rupsendoder, schallebijter, schapehorzel, scharrebijter, springstaart, vliegendoder, walang-sangit, wilgehaantje, wrattenbijter, wijngaardluis, zandveelpoot 13 aalbessenwesp, appelbladluis, bidsprinkhaan, bladrandkever, bootsmannetje, bossprinkhaan, coloradokever, dennebladwesp, donderbeestje, druivensteker, frambozewants, haarwortelmijt, herculeskever, koolzaadmugje, krieuwelmugje, lakschildluis, lelietorretje, pillendraaier, pruimevlinder, roggekevertje, rozenbladluis, schuimbeestje, slakkenvreter 14 aardappelkever, dennescheerder, doodgraverstor, kelderpissebed, lantarendrager, malariamuskiet, neushoornkever, parasiethommel, roofsprinkhaan, schaatsenrijder, sparrebladluis, treksprinkhaan, veldschorpioen, veldsprinkhaan, waterroofkever 15 admiraalvlinder, appelbladroller, doodskloppertje, hermelijnvlinder, iepenspintkever, koolwortelvlieg, kortschildkever, paardeluisvlieg, sabelsprinkhaan, schapeluisvlieg, schorpioenvlieg, spadesprinkhaan, spooksprinkhaan, stinksprinkhaan, waterschorpioen 16 boekenschorpioen, johanneskevertje, nijperduizendpoot, olifantstorretje, populierensteker, wilgenroosgalmug 17 aalbessenbladwesp, klappersprinkhaan, lieveheersbeestje, reuzenscolapander, waterspringstaart 18 koolzaadsnuitkever, lievevrouwebeestje, wolfsmelkpijlstaart 19 doodshoofdpijlstaart 20 processierupsvlinder insect dat met ander in grote menigte samenleeft bij, dar, mier insektegedaante - cocon, emelt, larve, made, pop insect met schilderachtige vleugels kever, tor lnsektenbeschrijver entomograaf insektenbeschrijving entomografie insektenbloem - vliegenorchis lnsektenbouwwerk raat, mierenhoop insectendeel - abdomen, dekschild, elythra, farynx, segment, thorax, trachee insektendodend middel - lindaan insektendodende stof insecticide; flit, D.D.T. insecten ei neet insektenetend - insektivoor insectenetend zoogdiertje egel, mol insectenetend vogeltje - draaihals insektenetende dieren - insektivora, insektivoren insectenetende plant aldrovanda, bekerplant, darlingtonia, dionaea, drosera, drosophyllum, nepent(hes), pinguicula, sarracenia, utricularia, zonnedauw insecteneter 3 mol 4 egel, lori 6 agouta, tenrek 7 almiqui, bosmuis, desmans, goudmol, stermol, veenmol 8 bergmuis, kameleon 9 dwergmuis, schubdier, solenodon, spitsmuis, vleermuis, watermuis 10 gordeldier, houthakker, miereneter 11 borstelegel, insektivoor, slurfhondje, sterneusmol, 12 bosspitsmuis 13 veldspitsmuis 14 dwergspitsmuis, otterspitsmuis, waterspitsmuis 15 springspitsmuis insecteneters - insectivora insectenfase cocon, larve, made insectengedaante cocon, emelt, engerling, larve, made, nimf, pop insectenhuisje - insectarium insektenkenner - entomograaf, entomoloog insectenkunde entomologie insectenkundige entomoloog insectenlarve cocon, emelt, engerling, made, nimf, pop, rups, insektenorgaan - legboor insectenpoeder D.D.T., derrispoeder insectenproduct was insektenverterende plant - zonnedauw insectenvorm cocon, larve, made insectenwapen angel insektenwerende plant - nepent(hes) insektenwerende stof - D.D.T., flit, kamfer insectenetende plant nepent insecticide - bhc, bidrein, carbaryl, ddt, ddvp, derrispoeder, dieldrin, dnoc, endrin, fosdrin, lindaan, loodarsenaat, malathion, parathion, vapona, verdelgingsmiddel insectie - insnijding insectivoor insecteneter insectologie - entomologie insectoloog insectenkenner insect op het hoofd - hoofdluis insecuriteit - onveiligheid, onzekerheid inseminatie bevruchting inseparabel onafscheidelijk inseraat bijlage, naschrift insereren - inlassen, tussenvoegen insertie - inlassing, invoeging, tussenvoeging insgelijks - almee, desgelijks, dito, eveneens, evenzo, hetzelfde idem, id., item, it, mede, mee, ook insider ingewijde insidieus arglistig, geniepig, verraderlijk insigne - ambtsteken, badge, draagspeld, embleem, erekruis, erelint, ereteken, kenteken, naamspeldje, onderscheidingsteken, rangteken, teken, toesoeling, verdachtmaking insigne der middeleeuwse bouwmeesters - pentagram insillatie - indruppeling insinuatie aantijging, suggestie, toespeling, verdachtmaking insinueren suggereren insipide flauw, geesteloos inslaan - hamsteren, indoen, inkopen, kopen, opsluiten, treffen inslaan bij tennis serveren inslag - inweefsel, karaktertrek, zoom inslager bladslager inslaggaren - werpdraad, werpgaren inslagspoel weversschietspoel inslag in een kledingstuk - inleg inslapen indutten, insluimeren, overlijden, sterven inslikken - verzwijgen inslecht - pervers inslechtheid - perversiteit inslokken - verslinden, verzwelgen inslorpen - absorberen, inslurpen insluimeren - wegdutten insluiping - abdis, deuk, holligheid, inbraak, moet, nis insluipsel(taal) barbarisme insluithaard beleg insluiten - afsluiten, belegeren, cerneren, encadreren, enclaveren, includeren, ingrijpen, impliceren, omgeven, omringen, omsingelen, omvatten, opsluiten, recluderen, vatten insluithaard - beleg insluiting beleg, belegering, blokkade, encadrement, inclusie, omsingeling insluitingsteken in een geschrift - haakje, parenthese insluiting van een haven - blokkering insluiting van een vesting - beleg inslurpen - absorberen, inslorpen insmakken - ingooien, insmijten insmeren - invetten insmeren met olie – olien insmeren met vet - graisseren insmeren met was - cirage insmeren met zalf - zalf insnede caesuur, cesuur, gleuf, insnijding, kerf, snee insnoeren - inrijgen, rijgen insnijden - besnoeien, graveren, inkorten, kepen, kerven, scarificeren insnijdend - incisief insnijding aansnee, discussie, gleuf, glip, groef, hoek, inkeep, inham, incisie, kartel, keep, kerf, krap, kras, operatie, punt, radkrans, ril, rits, sectie, slip, snede, snee, spilt, spits, spleet, snede, tip, voor insnijding door een rivier erosie, kloof (vorming) insnijding in de kust fjord insnijdingen maken - kartelen, kenen, kepen, kerven insnijding door een rivier - erosie, kloof(vorming) insnijding in de kust - fjord insnijding in een grammofoonplaat - groef insnijding met de zaag - aansnede, aansnee insnijmes voor operatie - bistouri insociabel - ongezellig, onverdraagzaam insolent brutaal, cru, grof, lomp, onbeschaamd, onbeschoft insociabel - ongezellig, onverdraagzaam ,onverenigbaar insolentie - brutaalheid, lompheid, onbeschaamdheid insolvabel - insolvent insolvent - onvermogend insomnie - slapeloosheid inspan disselboom, disselraam, lamoen, lemoen, inspannen - streven, toerusten, tuigen inspannend - ledebrekend inspannend denken - hersenarbeid inspannend pogen - streven inspanning aanspannen, arbeid, contentie, energie, exertie, geroer, instellen, moeite, streven, studie, voorspannen, ijver inspanning van het denkvermogen - hersenarbeid inspanning vergend - pit inspecteren bezichtigen, bezien, controleren, keuren, langsschrijden, monsteren, nagaan, nakijken, schouwen, toezien inspecteur bewaker, controleur, hofmeester, intendant, keurmeester, koster, mandoer, meier, opzichter, opziener, rentmeester, surveillant inspecteursambt - inspectoraat inspectie ambtsgebied, controle, inogenschouwneming, keuring, monstering, naschouw, onderzoek, parade, schouw, toezicht, visitatie, wapenschouw inspinnen - verpoppen inspiratie – aanblazing, bezieling, inademing, inblazing, inboezeming, ingeving, inspraak, inval, prikkel inspireren - aanblazen, aanzetten, bezielen, enthousiasmeren, inblazen, inboezemen, ingeven, prikkelen inspirerend - fier inspit roerpen, helmstok inspraak drang, ingeving, inspiratie, inval, medezeggenschap, prikkel insponding - inkeping inspraak - drang, ingeving, inspiratie, inval, prikkel, inspreken - inboezemen inspringen - helpen, vervangen inspringend gedeelte inham inspringer - volt(e) inspuiten - injecteren, injiciëren inspuiting – injectie, prik, spuitje inspuittoestel - injector instaan - garanderen, responderen, waarborgen instabiel grillig, labiel, onbestendig, onevenwichtig, onvast, variabel, wankel installateur - monteur installatie benoeming, bevestiging, opneming, uitrusting installatie in onderzeeërs voor plaatsbepaling - asdic installatie voor het melken - melkmachine installeren - aanbrengen, bevestigen, huisvesten, inaugureren, inrichten, inwijden, opnemen instampen - inprenten, inproppen instamper van examenstof - repetitor in standhouder conservatief, conservator, pilaar, ruggegraat, steun, steunpilaar, stut, zuil instandhouding - handhaving instantané - momentopname instantelijk direct, dringend, nadrukkelijk, onverwijld, terstond, urgent, instantie aandrang, aanleg, afdeling, bureau, college, orgaan, verzoek instantie, in eerste - aanvankelijk, oorspronkelijk instantie, in laatste - tenslotte, uiteindelijk instappen - binnenstappen, instijgen instapschoen flat, loafer instauratie hernieuwing, herstelling ,wederoprichting insteek - kielspit insteekblad inlegblad, inschuifblad insteekhout - spie, spleet, splits insteekkamer entresol, hangkamer insteektafel - inschuiftafel insteekijzer - koevoet, reevoet instellen beginnen, bepalen, inspannen, institueren, invoeren, inzetten, oprichten, ordineren, stichten, vaststellen, verordineren insteller - oprichter instelling gesticht, inrichting, instantie, instituut, lichaam, opstelling, organisatie, regeling, stichting, tehuis, verordening instelling in de oorlog gaarkeuken instelling van de A.N.W.B. wegenwacht instelling voor opinieonderzoek NIPO instemmen - adhereren, beamen, bijvallen, goedkeuren, medegaan, toestemmen instemmend - willig instemmen met - beamen instemmen met een plan - medegaan instemming adhesie, applaus, beaming, bijval, consensus, goedkeuring ingenomenheid, ja, opgang, resonantie, tevredenheid, toejuiching, toestemming, waardering, weerklank instendiglijk - instantelijk, nadrukkelijk instigatie aandrijving, aansporing, prikkel, ophitsing instijgen instappen instillatie indruppeling instinct aandrift, bezieling, impuls, intuïtie, (natuur) drift instinctmatig - instinctief, onbewust instinctief aangeboren, instinctmatig, onberedeneerd, onbewust, onwillekeurig, vanzelf instippen indopen institueren instellen, oprichten, stichten instituteur kostschoolhouder instituut genootschap, gesticht, inrichting, instelling, kostschool stichting instituut voor algemene ontwikkeling - volksuniversiteit instorten - neervallen instorting - collaps, recrudescentie instortingskrater caldeira instortingstrechter in kalkgesteente doline instroomopening - ostium instructeur drilmeester, exercitiemeester, leermeester, leraar oefenmeester, opleider, instructie aanwijzing, consigne, dienstorder, gedragslijn, les, onderrichting, onderwijs, order, regel, reglement, richtsnoer, verordening, vooronderzoek, voorschrift instructie van strafzaken - vooronderzoek instructief - leerrijk, leerzaam instructie voertuig - lesauto instrueren - doceren, leren, oefenen, onderrichten, onderwijzen, verordenen, voorschrijven instrument apparaat, bas, gereedschap, orgaan, teorbe, speeltuig, toestel, triangel, werktuig instrument dat de luchtdruk aanwijst - barometer instrument dat de temperatuur aanwijst - thermometer instrument dat het tempemtuurverloop toont thermograaf instrument in duikboot - periskoop instrument in een vliegtuig - statoscoop instrument om aardbevingen te registreren seismograaf instrument om bordpapier te snijden kartonschaar instrument om de afstand te bepalen (op de kaart) - curvimeter instrument om de belichtingstijd vast te stellen actinofotometer, belichtingsmeter instrument om de diepte te meten bathometer instrument om de dikte te meten - krompasser instrument om de elektrische spanning te meten - voltmeter instrument om de gewichtsvermindering bij drogen te bepalen xerometer instrument om de helling van aardlagen te meten clinometer instrument om de koersrichting te bepalen - kompas instrument om de lengte van een willekeurige lijn te meten curvimeter instrument om de schedelafmeting te bepalen - cefalometer instrument om de schoorsteen schoon te maken - ramoneur instrument om de spanning van gassen te meten - manometer instrument om de sterkte van de reukzin te meten olfactometer instrument om de windsnelheid te meten anemometer instrument om dunne laagjes te snijden microtoom instrument om elektrische signalen zichtbaar te maken - recorder instrument om een richting in het terrein te bepalen kompas instrument om gas- en vloeistofdrukken te meten - manometer instrument om grootte van de elektrische stroom te meten - ampèremeter, galvanometer instrument om hoeken te meten boussole, clinometer, equerre, gradenboog, sextant, theodoliet instrument om in de maag te kijken gastroscoop instrument om kleine voorwerpen te bekijken - loep, loupe, microscoop instrument om luchtdruk te meten - barometer instrument om luchtfoto's te bekijken stereoscoop instrument om op zee de hoogte van de zon te meten sextant, zeering instrument om radioactieve straling te meten - geigerteller instrument om radiogolven op te vangen - antenne instrument om snelheid van een schip te meten log instrument om snelheid van vloeistoffen en gassen te meten - rotameter instrument om soortelijk gewicht te meten - densimeter instrument om stofdeeltjes uit een gas te verwijderen - cycloon instrument om tijdsverschillen te meten - chronometer, stopwatch instrument om vetgehalte van melk te meten - laktometer instrument om viscositeit van vloeistoffen te meten - viscosimeter instrument om vlakke beelden als beelden met reliëf te zien - stereoscoop instrument om vloeistof af te meten - buret instrument om wisselspanning om te zetten in gelijkspanning - gelijkrichter instrument om woordblinde kinderen beter te leren lezen tachistoscoop instrument om zeer geringe temperatuurverschillen te meten - bolometer instrument om zwarting van een foto te meten - densitometer instrument tot het meten van hoeken - hoekmeetinstrument instrument tot het opnemen van geluiden - fonoskoop instrument van het instrument van het gamelanorkest ankloeng, bonang, kendang rebab, soeling(an) instrument voor het aangeven van de temperatuur - thermometer instrument voor het aangeven van het weer - barometer instrument voor het afmeten van vloeistoffen buret instrument voor blaasonderzoek - cystoscoop instrument voor het bepalen van de schedelafmeting cefalometer instrument voor het bepalen van de zwaartekracht - gravimeter instrument voor het bepalen van stralingsenergie - bolometer instrument voor het kleiner maken van gasdrukken - reduceerventiel instrument voor bet meten van de spanning van gassen manometer instrument voor het opsporen van landmijnen - mijndetector instrument voor het waarnemen van geluiden - fonoscoop instrument voor hoekmeting - sextant instrument voor medisch onderzoek - stethoscoop instrument voor punctie stilet instrument voor violist strijkstok instrumentaal - capricclo, muziekstuk instrumentaal muziekstuk concert, sonate, symfonie instrumentaal slot - naspel, postludium instrumentaire getuigen - vormgetuigen instrumentale partij obligaat instrumentarium apparatuur, gereedschap(skist) instrumenten - instrumentarium instrumentenbord dashboard instrumentenleer - organologie instrumentist muziekspeler, muzikant instrumentvliegen - blindvliegen instuderen - leren, repeteren instuif fuif, ontvangst, party, receptie instuiven binnenstormen instulping deuk, moet insturen - inzenden instijgen - instappen insubordinatie muiterij, ongehoorzaamheid, sabotage, verzet, weerspannigheid insuffisant onvoldoende insuikeren konfijten insulair rijk - eilandenrijk insulinde - Oost-Indië, Indonesië insuline afscheidend orgaan - alvleesklier insult - belediging, hoon, smaad insultatie belediging, hoon insult, apoplectisch - beroerte insurgent oproerling, opstandeling insurrectie oproer, opstand intabuleren omranden intact gaaf, heel, onaangeroerd, onbeschadigd, ongeeerd ongerept, ongeschonden, onverkort, onverlet intaglio - gemme intappen - inschenken, vullen inteelt - endogamie integendeel - daarentegen integer braaf, hoogstaand, onkreukbaar, onomkoopbaar, onschendbaar, rechtschapen integraal geheel, helemaal, volledig, voltallig integriteit ongeschondenheid, onkreukbaarheid, onomkoopbaarheid, rechtschapenheid integument bekleedsel, foedraal, omhulsel intekenaar - abonnee, ondertekenaar, subscribent intekenen - abonneren, inschrijven, subscriberen intekening - subscriptie intekening op een reeks - abonnement intekening voor iets - abonnement intellect logos, rede, vernuft, verstand intellect - rede, logos, vernuft, verstand intellectualiter - verstandelijkerwijs intellectueel denker intellectuelen intelligentsia intelligent kien, knap, gevat, pienter, scherpzinnig, schrander , slim, snedig, spits, spitsvondig, verstandig intelligentie denkvermogen, geest, schranderheid, slimheid, vernuft, verstand intelligentieproef denksport, hersengymnastiek, kwis, onderzoek, quiz, test, intelligentiequotiënt I.Q. Intelligibel - begrijpelijk, klaar, verstaanbaar Intendant - hofmeester intenderen bedoelen, beogen intens erg, diep, fel, heftig, hevig, innig, krachtig, levendig, sterk, terdege, vurig intens gemeen - doortrapt intens genoegen genot intensheid - intensiteit intensief diep, krachtig, vol intensiteit - intensie intens lief - aanbiddelijk intens maken - intensifiëren intens smerig - goor intensheid - intensiteit intensief - diep, krachtig, vol intensiever maken - intensifiëren intensifiëren - bekrachtigen, verhevigen, versterken intensiteit - hevigheid, sterkte intentie bedoeling, oogmerk, opzet, plan, voornemen inter gedurende, onder, terwijl, tussen intercalatie - inlassing, tussenvoeging intercepteren - onderscheppen, opvangen intercessie - bemiddeling, tussenkomst, voorspraak intercity - sneltrein interdictie - curatele, verbod interdict ban, schorsing, verbod interessant belanghebbende, belangstellende, belangwekkend, boeiend, gegadigde interesse - aandacht, animo, belang(stelling) interessent - belangstellende, gegadigde interest - herinteresten, intrest, opbrengst, rente interest opbrengend - rentegevend interest op wissels supporto interestbewijs coupon interfase - ruststadium interferentie - inmenging, tussenkomst interferentieverschijnsel van licht - buiging interieur binnenhuis, binnenste, innerlijk, inrichting, inwendige, meubilering interieurkunst - binnenhuiskunst interrieurverzorgster - huishoudster, werkster interim tussentijd, voorlopig, waarnemend interimair - tijdelijk, waarnemend interjectie tussenwerpsel interkerkelijk overleg in radio aangelegenheden - IKOR interlinie - reglet, ruimte (tussen 2 regels) interlock camisole, hemd, ondergoed interlocutoir - interlocutie, tussenvonnis interludium - intermezzo, tussenspel intermediair - bemiddeling, tussenkomst, tussenliggend intermediëren bemiddelen intermezzo incident, interludium, tussenbedrijf, tussenspel intermissie - nalaten, tussentijd, uitblijven intermittentie - onderbreking, pauze intern - binnen, innerlijk, inwendig, inwonend intern pestief - ongelegen, ongepast, ontijdig internaat kostschool internationaal grenzeloos, int., mondiaal, supranationaal internationaal gezagsorgaan - U.N.O., V.N. internationaal nationaal handelsverdrag E.E.G., E.V.A., E.F.T.A., G.A.T.T. internationaal orgaan F.A.O., Unesco, Unicef internationaal padvinderskamp jamboree internationaal telegraaf alfabet - morsecode internationaal verdedigingspact N.A.T.O., NA.V.O. S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O., Warschau pact internationale bank voor herstel en ontwikkeling - Wereldbank internationale criminele politie - Interpol internationale handelsovereenkomst l.T.O. Internationale meteorologische organisatie l.M.O. internationale organisatie V.N., U.N.O., Unesco internationale overeenkomst - uitleveringstraktaat internationale politie - interpol internationale taal Ido, Esperanto internationale trein T.E.E. internationale vergadering - assemblee internationale wedstrijd - olympiade interne - kostleerling interne organisatie infrastructuur internist - arts internodium - stengellid interpoleren - inlassen, tussenvoegen interponeren - tussenplaatsen interpositie - bemiddeling, tussenkomst interpretatie exegese, explicatie, opvatting, uitlegging, verklaring interpreteren opvatten, uitleggen verklaren, vertolken interpunctieteken puntkomma, punt, komma, leesteken, aanhalingsteken interregnum - tussenregering interrogatie - ondervraging interrogatief - vragenderwijs interrogeren - afvragen, ondervragen, uitvragen interrumperen onderbreken interruptie onderbreking, stoornis, storing intersectie doorsnee, doorsnijding, kruising, snij(dings)punt interstitie - tussenpoos, tussenruimte interval afstand, deciem, decime, gaping, klanktrap, kwart, kwint, muz., none, octaaf, ongewenst, opening, prime, seconde, secunde, septime, sext, sprong, storend, terts, tussenpoos, tussenruimte, tussenvoorval, voorval interval van een halve toon chroma interval van 9 tonen none interval van vier trappen - kwartsprong interveniëren bemiddelen interventie - inmenging, tussenkomst interversie - omkering interview septiem, vraaggesprek interviewer reporter, verslaggever in ‘t geheim - steels intiem bestaand, devoot, dicht, diepst, dierbaar, eigen, gemoedelijk, gezellig, huiselijk, innig, knus, nauw, teder, vertrouwd, vertrouwelijk, werkend intijds tijdig, bijtijds, vroeg intimatie - aanzegging intimidatie - ontmoediging, vreesaanjaging intimiteit - familiariteit, huiselijkheid, innigheid, vertrouwelijkheid intitulatie - betiteling intolerabel - onuitstaanbaar, onverdraaglijk intolerant hard, onverdraagzaam intomen - afhouden, bedwingen, behelzen, beteugelen, breidelen, inteugelen, matigen, ophouden, intonatie stembuiging intoneren - stemmen intoxicatie - bedwelming, vergiftiging, zinsbetovering int. padvinderskamp - jamboree int. televisie organisatie - eurovisie intra binnen, onder, tussen intraden - staatsinkomsten intransigent onverzoenlijk intransitief intr., onovergankelijk intrede – aanvang, binnenkomst, debuut, entree, initiatie, inkomst, intocht, introductie, introïtus, komst, toegang, voorspel intreden betreden, binnengaan, ingaan intree binnenkomst, entree, ingang, inkomst, intrede intreezang introïde, introïtus intrek verblijf intrekbare nagel - klauw intrekken binnengaan, cancelen, herroepen, imbiberen, revoceren, royeren, terugnemen intrekking - abrogatie, canceling, intrekking van bevel - abrogatie, afschaffing, canceling, herroeping, infiltratie, revocatie intrek nemen - logeren intrepiditeit - onversaagdheid, onverschrokkenheid intrest intr., interest, rente intricaat ingewikkeld, moeilijk, netelig, verward intrigant - arglistig, coknoeier, knoeier, konkelaar, konkelend, kuipend, kuiper, opstoker, slinks, stoker, streber intrige complot, gekonkel, geknoei, gekuip, kabaal, konkelarij, kuiperij, kunstgreep, machinatie, plot, prikkeling (van de nieuwsgierigheid), slinksheid, verwikkeling intrige van film plot intrigeren complotteren, konkelen, kuipen, samenzweren intrinsiek immanent, innerlijk, wezenlijk intrinsieke waarde hebbend - reëel intro - inleiding introduceren binnenleiden, inleiden, inleiding, invoeren, uitnodigen, voorstellen introductie aanbeveling, entree, ingang, inleiding, intrede, kruiwagen, optrede, ouverture, toegang, voorafspraak, voorspel introductief - inleidend introversie - geslotenheid introïtus - intreezang intrusie - indringing, inpersing intrusief gesteente batholiet, dyke, gang, laccoliet, sill intubatie - tubage intuïtie - feeling, gevoel, ingeving, instinkt, inzicht intuïtief begrijpen - aanvoelen intumescentie - opzwelling, zwelling intussen alvast, echter, inmiddels, middelerwijl, niettemin, nochtans, onderdies, onderhand, ondertussen, ondanks, onderwijl, terwijl, tussentijds, zolang intussen reeds - alvast intussusceptie - doordringing intijds - bijtijds, tijdig, vroeg in tweeën - doormidden, middendoor inula - donkerkruid, ulant inundatie overstroming, verdrinking inunderen - overstromen invaart ingang, monding invaginatie - ineenschuiving, instulping inval denkbeeld, gedachte, gril, idee, ingeving, inspiratie, inspraak, intuïtie, invasie, inventie, nuk, ontwerp, opwelling, overval, saillie trouvaille, vondst inval van militairen - raid invalide - blind, doof, fancy, gebrekkig, gehandicapte, kreupel, mank, ongeldig, raid, verminkt invallen - neerstorten invaller - plaatsvervanger invallero - opstapper(bemanningslid), plaatsvervanger, remplacant, reserve, vervanger invaren - binnenvaren invariabel - bestendig, constant, onveranderlijk invasie - inval, raid, strooptocht invasievogel - barmsijs, kruisbek, notenkraker, pestvogel, sneeuwuil, steppehoen invatten - omlijsten invatting van edelstenen - montuur invectief - scheldwoord, schimpwoord, smaadwoord invemen - aanrijgen invenit - inv inventaris - boedel(beschrijving), boedellijst, inboedel, boel inventarisatie - boedelbeschrijving inventie - uitvinding, verdichting, verdichtsel, vinding inversie - omdraaiing, omkering invers - omgekeerd, tegengesteld invert - omgekeerd inverzekeringstelling - arrestatie investigatie - nasporing, navorsing, onderzoek invetsel - consistentvet invetten - insmeren, oliën, smeren invisibel onzichtbaar invitatie uitnodiging invité gast, genodigde inviteren noden, nodigen, uitnodigen, verzoeken invlieger - testpiloot invloed - betekenis, bovenhand, effect, gelding, gewicht, gezag, greep, indruk, influentie, impressie, (in)werking, kracht, macht, nut, overwicht, prestige, stimulans, uitwerking, vat, vermogen, waarde, zin, zijn, invloed hebben - influeren invloed van iets ondergaan - luisteren invloedrijk - machtig, veelvermogend invloedrijk persoon bisschop, bons, bonze, kardinaal, magnaat, minister, partijleider, paus, pineut, rijksgrote invloedrijke kennis - connectie, kennis, konnektie, verbinding invocatie aanroeping, afsmeking, inroeping, insereren, lassen invoegen - inlassen, inpassen, lassen, invoegen van tweedelig ritme in een driedelig maat - hemiola, hemiool invoeging inlassing, inseraat, insertie, interpolatie, invoegsel invoeging van een letter(greep) - epenthesis invoer - import, importabel, invoerbaar invoerder van buitenlandse goederen - importeur invoerder van nieuwigheden - neoloog, novateur, ontdekker, vinder invoer van koopwaren import invoeren importeren, initiëren, instellen, introduceren, lanceren invoerhandelaar - importeur invoering - immissie invoering van nieuwigheden - neologie invoer van gegevens - input involveren - insluiten, meebrengen invorderaar - crediteur, eiser invorderbaar executoir, inbaar invorderen - innen invorderen van gelden - innen invordering - inning invreten - aantasten, corroderen, inbijten, uitbijten, wegbijten invretend - bijtend, corrosief, wegvretend invriezen - bevriezen, diepvriezen, vastvriezen invulbiljet formulier invullingsstaat tabel inwaarts binnenwaarts inwaarts gekeerd - binnenwaarts, introvert inwalsen - comprimeren inweefsel - invoegsel, tussenslag inwellen - inzakken inwenden - aanleggen, sturen inwendig - binnenlands, immanent, innerlijk, inspraak, intern, intrinsiek inwendige - binnenste, essentie, hart, interieur, kern, merg, merk, pit inwendig leeg hol inwendig lichaamsdeel darm, galblaas, gal, hart, long, lever, maag, milt, nier, orgaan inwendig onderzoek - introspectie inwendig orgaan - blaas, hart, hersenen, klier, long, lever, lever, maag, milt, nier, waterblaas inwendige binnenste, hart, interieur, kern, merg inwendige bouw - structuur inwendige mens versterken eten. voeden inwendige ruimte - binnenruimte inwendige verdeeldheid - strijd, tweespalt inwendige vergroeiing - atresie inwendige werking - drift inwendige zending - evangelisatie inwerking - influentie, invloed, nut inwikkelen - inpakken, inrollen, inwinden, inwoelen inwilligen - accederen, accorderen, betamen, consenteren, goedkeuren, ingaan, toegeven, toelaten, toestaan, toestemmen, verschaffen, voegen inwilligend - concessief inwilliging - fiat, goedvinding, licentie, toegeven, toestemming inwinden - inrollen, inwikkelen, inwoelen inwinnen - inhalen, innemen, verwennen inwisselbaar converteerbaar, convertibel inwisselen - inruilen, omruilen, omwisselen, ruilen, verruilen, verwisselen, verzilveren inwisseling ruil inwisseling van een lening - converteren, verwisselen inwonen - bewonen, inhabiteren inwonen (het) - immanentie inwonend - immanent, intern, verblijfhoudend inwonend leerling - intern inwonende commensaal, interne, kamerbewoner inwonende knecht op boerderij - boerenknecht inwonende persoon - commensaal, kamerbewoner, pensiongast inwoner burger, dorpeling, inboorling, ingezetene, landsman, landszaat, naturel, staatsburger, stedeling, ziel inwoner des lands - burger inwoner van..... zie ook: bewoner van inwoner van Alaska - Aleut, Eskimo, Tingit inwoner van Algerijë – Algerijn, Arabier, Berber inwoner van Amsterdam Mokumer inwoner van Andorra - Andoraan inwoner van Beieren Beier inwoner van België Vlaming,Waal inwoner van Bengalen Bengalees inwoner van Birma Birmaan inwoner van Bologna Bolognezer inwoner van Bretagne Breton inwoner van Brussel Brusselaar inwoner van Bulgarije Bulgaar, Tataar, Slaaf inwoner van Ceylon Ceylonees, Singalees, Toda, Vedda inwoner van Cyprus Cyprioot inwoner van Damascus Damascener inwoner van Edam Edammer inwoner van Friesland - fries inwoner van Genua Genuees inwoner van Gouda - Gouwenaar inwoner van 's Gravenhage Hagenaar, Hagenees inwoner van Groenland Eskimo inwoner van Guatemala Guatemalaan inwoner van 's Hertogenbosch Bossenaar inwoner van Joegoslavië Serf, Kroaat, Sloveen, Macedoniër inwoner van Kreta Kretenzer inwoner van Lombok Bodha, Sasak inwoner van Madrid Madrileen inwoner van Majorca Majorcaan inwoner van Mexico Mexicaan inwoner van Milaan Milanees inwoner van Monaco Monegask inwoner van Moskou Moskoviet inwoner van Noordpoolland - Eskimo inwoner van Oost Polynesië Maori inwoner van Portugal Portugees inwoner van Rome Romein inwoner van Spanje Bask, Catalaan, Spanjaard, Andalusiër inwoner van Tirol Tiroler inwoner van Venezuela Venezolaan inwoner van een der Baltische Staten Balt, Est, Let, Litouwer inwoner van het oude Amerika indiaan inwoner van het oude Griekenland Helleen inwoner van het oude Rome Romein inwoner van het westelijk deel der Pyreneeën Bask inwoning - intrek inwoonster des lands - burgeres inwoonster van Parijs Parisienne inworp - ingooi inwrijven - inpoeieren, insmeren inwrijven met houtskoolpoeder om tekeningen door te drukken - sponsen inwrijving - inunctie inwijden inaugureren, inhuldigen, initiëren, inleiden, installeren, inzegenen, ontgroenen inwijding - benedictie, inauguratie, ingebruikneming, initiatie, inzegening inwijding bij volwassenen initiatie inwijdingsfeest der Joden - Chanoeka inwijkeling - immigrant inzage - kennisgeving, kennisneming, visie, zicht inzake aangaande, betreffende, i.z., nopens, omtrent, wegens inzakken - verzakken inzakking van gesteente - mare inzalving - inunctie inzamelaar - collectant, kollektant inzamelen collecteren, oogsten, ophalen, sparen, vergaren inzameling collecte, garing, inning, kollekte, oogst, perceptie, pluk inzameling van gelden collecte inzameling van vruchten - oogst, pluk inzegenen - celebreren, consacreren, consecreren, heiligen, inwijden, wijden inzenden - inleveren, opsturen inzender tentoonstelling - exposant inzeper - barbiersknecht inzet - aanhef, aftrap, begin, bod, eersteling, gok, ijver, inlage, inleg, inleggeld, inplaatsing, invoeging, inzate, inzetsel, las, mise, openingsbod, pot, poule, remise, speelgeld, toewijding inzet bij spel - mise, poule inzet van geld - inleg inzetraam - hor inzetten - indoen, instellen inzetten van edelstenen - kassen inzetijzer - zethamer inzicht bedoeling, begrip, benul, beschouwing, besef, bevatting, bewustzijn, blik, doorzicht, erkenning, erkentenis, gevoelen, gezindheid, gnatis (Gr.), gnosis, idee, kennis, kijk, licht, mening, notie, omvatting, oogmerk, oordeel, opvatting, opzet (Z.N.), perspicaciteit, prudentie, verstand, visie, zienswijze, inzicht in het karakter van mensen - mensenkennis inzien begrijpen, beseffen, doorgaan, doorzien, erkennen, mening, nazien, opvatting, prudentie, snappen, vatten, verstaan, weten, zienswijze inzinking achteruitgang, baisse, collaps, dal, depressie, dijkval, flauwte, laagte, malaise, recessie, slenk, instorting, invalling, inzakking, machteloosheid, sneeuwstorting, vermindering, verslapping, verzakking, verzwakking inzinking tussen hoogvlakten canon, canyon, dal, ravijn inzinking van de bodem bekken, depressie, kom, slenk inzinking van de bodem in kalksteengebied polje, uvala, doline inzinking van een bodem - delling inzonderheid bijzonder, inz, vnl, vooral, voornamelijk inzouten - pekelen inzuigen - absorberen, absorptie, imbiberen, infiltratie, opslorping, opslurpen, verzwelgen inzuiging - absorptie, inhalatie, resorptie, ionium io. ionidium - hybanthus Ionië, heiligdom in - Panioniom Ionië, stad in - Coazomenae, Colophon, Efeze, Milete, Phocaea, Priene, Smyrna Ionische eilanden, een der - Antipaxos, Cefalona, Cephalonia, Corfu, Ithaca, Ithyaki, Kefallinia, Korfoe, Kerkyra, Levkas, Poxas, Zakynthos, Zante Ionosfeer, laag in de - F-laag Iowa, hoofdstad van - Des Moines ipecaeuanhawortel - braakwortel ipheion - brodiaea, triteleia ipse fecit - if ipso facto - feitelijk ipso jure - vanzelf Iraakse gouverneur - moetasariff Iraakse havenstad Basra Iraakse hoofdstad Bagdad Iraakse luchthaven Bagdad, Basra, Kirkoek, Mosoel Iraakse luchtvaartmaatschappij I.A. Iraakse munt dinar, dirhem, dollar, piaster Iraakse provincie 4 Liwa 5 Anbar, Babil, Basra, Erbil, Wasit 6 Bagdad, Dhigar, Diyala, Naynawa 7 Kerbela, Kiskoek, Naynawa 9 Oadisiyah 12 Soelaimaniya Iraakse provinciehoofdstad 4 Koet 5 Amara, Basra, Erbil 6 Bagdad, Diyala, Mosoel, Ramadi 7 Kerbela, Kirkoek 8 Diwaniya, Nasiriya 12 Soelaimaniya Irak - Mesopotamië Irak, bevolkingsgroep in - Arabieren, Koerden Irak, hoofdstad van - Bagdad Irak, rivier in - Eufraat, Tigris Iraanse hoofdstad Teheran Iraanse keizer shah, sjah Iraanse keizerin - Farah, Soraya Iraanse munt dinar, rial Iraanse prinsentitel - misra Iraanse produkten - katoen, kobalt, mangaan, rijst, saffraan, tapijten Iraanse roesdrank - haoma, hauma Iraanse staatshoofd - sjah Iraanse staatsman - Mossadeg Iraanse volksvertegenwoordiging - majdlis Iran - Perzië Iranees - Pers ireëel - denkbeeldig Irian - Guinea Irian Barat, eiland bij - Biak, Japen Irian Barat, plaats op - Fak-Fak iridaceae - acidanthera, crocosmia, crocos, fresia, gladiolus, iris, ixia, lis, monbretia, moraea, tijgerbloem iridium lis. Ir, iris, lis(bloem), regenboog(vlies) iris - bergkristal, lisbloem, regenboog(vlies) irisachtige bloem lis, krokus irisachtige lentebloem - krokus irisachtige plant - lis Irokezen, opperhoofd der - Haiawatha Irokezen, stam der - Cayuga, Mohawk, Oneinda, Onondaga, Seneca Irokezen, taal der - Cherokee, Erie, Huron ironie spot ironische glimlach - grameel (Z.N.) irradiatie - bestraling irreëel onwerkelijk, onwezenlijk iridium - ir. irrigatie bevloeiing irrigeren – bevloeien, bewateren irritant ergerlijk, hinderlijk, lastig, prikkelend, tergend, vervelend, irritatie ergernis, ontstemming, prikkeling irriteren ergeren, hinderen, prikkelen irriterend ergerlijk, hinderlijk, lastig, tergend irriterend voor de zintuigen schel, scherp irvingiaceae - desbordesia, irvingia, klainedoxa is aangebroken - aanbreken is aangetogen - aantijgen is onregelmatig gegoten - defect is op de kermis te zien - rarekiek is vertegenwoordigd - nieuw Isaïas - Jesaja Isboseth - Isjbaäl ischias - heupjicht, sciatica Isjtar - Inanna Iskenderoen - Alexandrette Islam - Mohammedanisme Islam, niet-gelovige in de - kafir islamiet mohammedaan, moslem, moslim, muzelman Islamitisch - zie ook Mohammedaans Islamitisch feest - Haddj, Ledal Adha, Led al Maulid, Lai Lat Al Miraadj, Muharram, Ramadhaan islamitisch feest na de vasten Beiram Islamitisch gebed - salat islamitisch gebedshuis - moskee islamitisch rechtsgeleerde - moefti Islamitisch plichtgebed - salab Islamitische armenzorg - sakat Islamitische bedevaart - hadj Islamitische bedevaartganger - hadji Islamitische broederschap - tarika islamitische gebeden - salawath Islamitische gebedsdienst - chatma Islamitische gebedsnis - mihrab Islamitische gebedsoproep - azan Islamitische gebedsrichting - gibla, kibla Islamitische geloofsbelijdenis - sjahada islamitische gelovige - moslim, muzelman Islamitische gewoonte - soenna Islamitische godsdienstoefening - salat Islamitische groet - sala(a)m, salem Islamitische heilige oorlog - djihad Islamitische heilige schrift - koran Islamitische heilige wet - sjaria islamitische leefregels - soenna islamitische monnik derwisj Islamitische moskee - masdjid islamitische mystieke derwish orde - naksjabanijja Islamitische mystieken - soefi’s Islamitische mystieke orde - tarika islamitische ongelovige - kafir Islamitische plichtenleer - fikh Islamitische schriftgeleerde - moealla, oelema Islamitische profeet Mohammed Islamitische tekstuitleg - kiyas Islamitische titel - bab Islamitische traditie - hadith Islamitische vasten - sawm islamitische wetsgeleerden - hanafiten, hanbaliten, malikiten, sjafiiten Islamitische wetskennis - fakih Ismaëliet - Arabier Ismaliten, sekte behorende tot de - Assassijnen, Hodsjas, Karmaten Ismene - Hymenocallis Isnardiz - Ludwigia isoëtacae - biesvaren, isoëtes, stulites isolatie afsluiting, afzondering, quarantaine isolatiemateriaal ameniet (radio-onderdelen), asbest, bengoliet, celotex, eboniet, glaswol, micaniet (mica en schellak) isolatiemateriaal uit mica en schellak micaniet isolatiemateriaal voor radio onderdelen ameniet isolement afzondering isoleren - afzonderen isolerend bouwmateriaal - celotex (van suikerbietsap) isolerend materiaal - eboniet isolerende kartonachtige stof - celotex isomeer van glucose - galactose isomeer van wijnsteenzuur - druivenzuur isonitrosoverbinding - oxine is op de kermis te zien rarekiek isoropylbenzeen - cumeen isotherm harden - bainitreren Israël Jakob, Palestina Israël, deel van - Galilea, Negev Israël, hoofdstad van - Jeruzalem Israël, koning van - 3 Ela 4 Basa, Jehu, Joas, Omri, Saul 5 Achab, David, Hosea, Joram, Nadab, Zimri 6 Pekach, Sallum, Salomo 7 Achazja, Joachaz, Zekarja 8 Jerobeem, Menachem, Pekachja, Zacharia Israël, landbouwnederzetting in - kibboets Israël, rivier in - Jordaan, Kis(j)on Israël, stad in - Eilat, Haifa, Jaffa, Jeruzalem, Lod, Lydda Israël, stam in - Aser, Benjamin, Dan, Gad, Issaschar, Jozef, Juda, Levi, Naftali, Ruben Israël, volksvertegenwoordiging van - knesset Israëliet Arabier, jood Israëlisch collectief dorp - kibboets Israëlisch componist - Gilboa, Partosch, Seter, al, Israëlisch dialect - Ivriet Israëlisch feest - (C)Hanuka Israëlisch heilig boek - kitab Israëlisch kerkmeester - parnas Israëlisch ondergronds leger - Hagana Israëlisch parlement knesset, knesseth Israëlisch schilder - Agam, Bergner, Bezem Israëisch schrijver - Agnon, Amichai, Berkowitz Israëlisch vliegveld - Lod, Lydda Israëlische feestdag - inwijdingsfeest, loofhuttenfeest, nieuwjaar, onafhankelijkheidsdag, pesach, paasfeest, Poeriem, slotfeest, verzoendag Israëlische generaal Dayan, Herzog, Rabin Israëlische godsdienstleraar - rebbe Israëlische haven - Eilat, Haifa, Jaffa Israëlische inhoudsmaat - efa Israëlische kerk synagoge Israëlische kerkvoogd - parnas Israëlische luchthaven Lydda (Lod) Israëlische luchtvaartmaatschappij Elal Israëlische maat dunam Israëlische militaire rang - Aloef, Samal, Seren, Toeraj Israëlische munt agorot, groesj, lira, piaster, pond, prutah Israëlische naam Abraham Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben, Sam, Samuel Israëlische parlement - knesset, knesseth Israëlische politieke beweging - Zionisme Israëlische president - Goerion, Meir Israëlische rustdag - sabbat Israëlische schilders Ardon Guttman, Janco, Mokady, Rubin, Zaritski, Israëlische schrijvers Gilbao, Guri, Meged, Shamir, Yishar Israëlische sinaasappel - jaffa Israëlische strijdmacht - tsahal Israëlische taal Hebreeuws, Ivriet, Iwrieth Jiddisch, Ladino, Moghrabi Israëlitisch - Isr Israëlitisch aardewerk - majolica Israëitische hoofdman - Richter Israëlitische hoofdstad - Samaria Israëlitische huiselijke ceremoniën op eerste twee paasavonden - seider Israëlitische kalendermaand - yar Israëlitische kerkmeester - parnassijn Israëli(ti)sche kerkvoogd parnas Israëlitische naam - Abraham, Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben, Sam, Samuel Israëlitische profeet - Jeremia Israëlitische tempeldienaar - leviet Istanboel - Byzantium, Konstantinopel Istanboel voorstad van - Galata, Skoetari, Usküdar Istanboel wijk der Europeanen in - Pera Isthmus - landengte Italiaan Napolitaan, Romein, sard Italiaans aardewerk uit de 15e eeuw majolica Italiaans adellijk geslacht Medici, Orsini Italiaans automerk Ferrar,i Fiat, Lancia Italiaans baksel - pizza Italiaans beeldhouwer - 5 Manzu, Rosso 6 Canova, Marini, Pisano, Rocchi 7 Bernini, Bugatti,Cellini, Martini, Messina, Quercia, Raffael, Ruggeri 8 Boulogne, Bramante, Calandra, Ghiberti, Pericolo 9 Donatello, Romanelli, Sansovino 10 Bandinelli, Buonarotti, Marochetti 12 Brunelleschi, Michelangelo Italiaans bergland - Apennijnen, Dolomieten Italiaans componist - 4 Nono 5 Asola, Berio, Verdi 6 Artusi, Borghi 7 Bellini, Bernadi, Corelli, Landini, Puccini, Rossini, Tartini, Vivaldi 8 Mascagni, Paganini, Petrassi, Pizzetti 9 Carissimi, Donizetti, Malipiero, Paesiello, Pergolesi, Scarlatti 10 Bocherini, Monteverdi, Palestrina, Sammartini 11 Frescobaldi 12 Dallapiccola Italiaans danslied villanella Italiaans dichter - Ariosto, Dante, Petrarca Tasco Italiaans eiland in de Middellandse Zee Capri, Caprera, Elba, Lido, Sardinië, Sicilië Italiaans geheim genootschap - carbonari Italiaans gerecht macaroni, pizza, polenta, ravioli, risotto, spaghetti Italiaans geslacht , Borgia, Este Italiaans heerser doge Italiaans kaartspel - bod(spel) Italiaans landschap - Abruzzi, Basilicate, Calabria, Campania, Lazio, Liguria, Lombardia, Marche, Molise, Piemonte, Puglia, Sardegna, Sicilia, Toscane, Umbria, Veneto Italiaans letterkundige - 4 Arzo, Caro, Levi, Vico 5 Belli, Bembo, Berni, Berto, Betti, Casti, Dante, Gozzi, Monti, Negri, Prati, Pulci, Tasso, Verga 6 Alvaro, Bracco, Fabbri, Gianni, Marino,Parini, Vasari 7 Alberti, Allegri, Arentino, Ariosto, Bernari, Boiardo, Cellini, Collona, Fiscolo, Goldoni, Guarini, Lentini, Manzoni, Moravia, Moretti, Pascoli, Pellico, Pistolia 8 Bandello, Carducci, Compagni, Petrarca, Pugliese, Sordello, Trissino 9 Boccaccio, Fogazzaro, Poliziano, Sacchetti, Sannazaro 10 Angiolieri, Buonarotti, Cavalcanti, Guinizelli, Pirandello 12 Castiglione, Machiavelli italiaans meelproduct - spaghetti Italiaans meer Como, Garda, Lago, Lugano, Maggiore Italiaans meerstemmig lied - frottola Italiaans musicus - Leoncavallo, Perosi, Pespichi, Puccini, Rossini, Scarlatti, Spontini, Verdi Italiaans natuurkundige - Marconi, Volta Italiaans restaurant - pizzeria trattoria Italiaans vioolbouwer - Amati, Stradivarius Italiaans volk Etrusken Italiaans volkslied - ritornel, tarantella Italiaans vorstengeslacht Este Italiaans wijndistrict - Apulië, Barletta, Campania, Emilia, Falerno, Lambrusco, Moscato, Piemonte, Sicilië Italiaanse Alpen - Dolemieten Italiaanse antropoloog - Mantegazza Italiaanse architect - 3 Gio 4 Fuga, Rava, Zevi 5 Larco, Nervi, Ponti 6 Fifini, Frette, Trucco 7 Alberti, Barozzi, Bernini, Cronaca, Galilei, Guarino, Juvarra, Pollini, Rafael, Valdier 8 Bramante, Montuori, Palladio, Perruzzi, Terragni 9 Borromini, Catalogni, Sansovino 10 Michelozzo, Rossellino 12 Brunelleschi, Michelangelo Italiaanse badplaats Alassio, Chiaveri, Como, Imperia, Lido, Merano, Rapallo, Rimini, San Remo, Savona, Sestri Italiaanse barbier - figaro Italiaanse beeldhouwer Canova, Donatello, Ghiberti, Giacometti, Marinie, Michelangelo, Pisano, Porta, Robbia, Vinci, Italiaanse biefstuk - bistecca Italiaanse bioloog - Redi, Spallanzani Italiaanse blijspeldichter - Gol taliaanse boot - gondel Italiaanse bouwkundige - Pericoli Italiaanse bouwmeester - Maderna, Palladio, Vinci Italiaanse burgemeester podesta Italiaanse componist uit de Baroktijd Albinoni, Manfredini, Marcello, Scarlatti, Torelli, Veracini, Vinci Vivaldi, Italiaanse componist uit de moderne tijd Dallapiccola, Nono, Italiaanse componist uit de renaissance Cavalli, Frescobaldi, Monteverdi, podesta Italiaanse componist uit de romantiek Bellini, Boito, Donizetti, Mascagni, Puccini, Verdi Italiaanse dame - signora Italiaanse dans pavane, forlano, furiana, gagliarda, padovana, saltarello, tarantella Italiaanse oude dans - calata Italiaanse dichter Ariosto, Dante, Groce, Leopardi, Parini, Pascoli, Pellico, Petrarca, Prati, Pulci, Rosa, Sannazaro, Tasso, Tassoni Italiaanse dirigent - Toscanini Italiaanse cervelaatworst - salami Italiaanse componist - Albinoni, Bellini, Boito, Cavallo, Dellapicollo, Donizetti, Frescobaldi, Manfredini, Marcello, Mascagni, Nono, Puccini, Scarlatti, Torelli, Veracini, Verdi, Vinci, Vivaldi, Italiaanse dans - forlano, pavane, saltarello, sarabande, tarantella Italiaanse ezelworst - salami Italiaanse filmster - Lollobrigida, Loren Italiaanse filosoof - Acri Italiaanse fluittheoreticus Gariboldi Italiaanse geheime staatspolitie ovra Italiaanse gendarme carabinieri Italiaanse gids - cicerone Italiaanse glaswerk - Florence, Venetiaans Italiaanse godgeleerde - Patrizi, Perrone Italiaanse groet - ciao Italiaanse harlekijn - arlecchino, pantalone Italiaanse havenstad - Brindisi, Genua, Messina, Napels, Palermo, Venetië Italiaanse heer signore Italiaanse herberg osteria Italiaanse hertog doge Italiaanse hoofdstad - Roma, Roma Italiaanse jongeheer - signorino Italiaanse juffrouw signorina Italiaanse kaassoort - gorgonzola, parmezaner Italiaanse klokkentoren - campanile Italiaanse koffie - cappucino, espresso Italiaanse landstreek Apulië, Calabrië, Campania, Catania, Cremona, Emilia, Ferrara, Liguria, Lombardije, Lucca, Mantua, Parma, Perugia, Siena, Toscane, Trente, Umbria Italiaanse munt centesimo, lire Italiaanse natuurkundige Galilei, Galvani, Marconi, Torricelli, Vinci Volta Italiaanse ontdekkingsreiziger - Vespucci Italiaanse opvoedkundige Montessori Italiaanse pap polenta Italiaanse partijleider Nenni Italiaanse provincie Benevento, Catania, Cremona, Enna, Ferrara, Lucca, Mantua, Parma, Perugia, Regusa, Siena, Verona Italiaanse provincie hoofdstad 4 Asti, Bari, Como, Enna, Pisa, Roma, Rome 5 Aosta, Cuneo, Forli, Genua, Lecce, Lucca, Massa, Nuoro, Padua, Parma, Pavia, Rieti, Siena, Terni, Turijn, Udine 6 Ancona, Arezzo, Chieti, Foggia, Genova, Latina, Matera, Mantua, Milaan, Milano, Modena, Napels, Napoli, Novara, Padovo, Pesaro, Ragusa, Reggjo, Rovigo, Savona, Terano, Trente, Trento, Torino, Triest, Varese, Verona 7 Belluno, Bergamo, Bologna, Bolzano, Brescia, Caserta, Catania, Cosenra, Cremona, Ferrara, Firenze, Gorizia, Imperia, lsernia, l'Aguila, Livorno, Mantova, Messina, Palermo, Perugia, Pescara, Pistoia, Potenra, Ravenna, ,Salerno, Sassari, Sondrio, Tarente, Tarento, Trapani, Treviso, Trieste, Venetië, Venezia, Vicenza, Viterbo 8 Avellino, Brindisi, Cagliari, Florence, Grosseto, Macerata, Piscenza, Siracusa 9 Agrigento, Benevento, Catanzaro, Frosinose, Pordenone 10 Campobasso 11 Alessandria 13 Caltanisetta Italiaanse rivier - 2 Po 3 Aso, Era, Lao 4 Adda, Agno, Agri, Alli, Arno, Asso, Ceno, Dora, Eisa, Enza, Fino, Nera, Noce, Nure, Orba, Orco, Orte, Reno, Sele, Taro, Tavo, Toce 5 Adige, Belbo, Bruna, Corno, Esaro, Esino, Farfa, Ferro, Fioio, Fiora, Idice, Lorda, Maira, Marta, Melfa, Mella, Merse, Oglio, OIona, Orciz, Parma,Piave, Plave , Ronco, Sacco, Sarca, Sauro, Savio, Seria, Sesia, Siere, Sinni, Sisto, Tenna, Tiber, Torres, Ufita 6 Agogna, Alento, Allaro, Amatto, Aniene, Arrone, Astion, Atella, Aterno, Avisio, Brembo, Brenta, Calore, Cavone, Cecina, Cesano, Chiani, Chiese, Cornia, Foglia, Isonzo, Lamone, Locone, Maduna, Melito, Mincio, Mucone, Musone, Ofanto, Olpeta, Panaro, Pecora, Rapido, Sangro, Tacina, Tanaro, Tesino, Tevere, Ticino, Tronto, Turano, Velino, Venosa, Vomano 7 Albegne, Amaseno, Biferno, Bormida, Bradano, Busento, Cellina, Cervaro, Chienti, Chisone, Dragone, Etevivo, Follone., Fortore, Gravina, Livenza, Metauro, Mignoni, Montone, Nestore, Ombrone, Pellice, Pescara, Platano, Potenza, Secchia, Serchio, Tammaro, Titerno, Torbido, Tordino, Trebbia, Trionto, Varaita, Vitravo, Vulgano 8 Ancinale, Calaggio, Mingardo, Sarmento, Signello, Staffora, Teverone, Tusciano, Volturno . 9 Amendolea, Argentino, Candelaro, Fiumenica, Marecchia, Raganello, Selinello, Trasubbie 10 Abatemarco, Basentello, Garigliano, Laurenzana 11 Tagliamento Italiaanse rovers - briganti Italiaanse schalmei - calandrone Italiaanse schilder - 4 Afro, Feti, Reni, Rosa, Tura 5 Aglio, Burri, Carra, Dolci, Penni, Sarto, Tozzi 6 Allori, Cigoli, Giotto, Guardi, Piombo, Rafael, Vasari 7 Barocci, Bellini, Cimabuc, Da Vinci, Gozzoli, Morandi, Raffael, Saltian, Tiepolo, Titiaan, Uccello 8 Anastano, Angelico, Campigli, Magnelli, Mantegna, Masaccio, Severini, Veronese 9 Cavallini, Correggio, Donatello, Pordenone, Segantinl, 10 Botticelli, Caravaggio, Cerrachini, Signorelli, Tintoretto 11 Ghirlandaio 12 Michelangelo, Parmigianino, Sassoferrato Italiaanse schilder/dichter - Rosa Italiaanse schrijver - Annunzio Boccaccio, Caspeno Croce, Dante, Lampedusa, Malaparte, Moravio, Petrarca, Pirandello italiaanse soep - minestra, minestrone Italiaanse stad - 3 Bra 4 Atri, Como, Este, Fano, Gela, Pola, Rome 5 Adria, Anzio, Cantu, Capua, Combo, Fondi, Genua, Prato 6 Anagni, Andria, Milaan, Rimini, Salerno, Spezia, Urbio 7 Cassino 8 Camerino, Florence Italiaanse stad aan de Adriatische Zee - Ancona, Brindisi, Rimini, Venetië Italiaanse stad aan een gelijknamig meer - Como Italiaanse stad met oudste plantentuin van Europa - Padua Italiaanse sterrenkundige - Galilei, Schiaparelli Italiaanse tenorzanger - Benjamino, Caruso, Gigli Italiaanse tiran - Borgia Italiaanse vlootvoogd - Persano Italiaanse volksdans geheten naar de stad Tarente - tarantella Italiaanse vorstenhuis (oud) - Este Italiaanse vrijheidsheld - Garibaldi Italiaanse vrijstaande klokkentoren - campanile Italiaanse wijn Aleatico, Bardolino, Barola, Campari Chianti, Martini, Gragnano, Lambrusco, Moscato, Moscatello, Valpolicella, Zibiblo Italiaanse vrouw – donna, signora Italiaanse witte wijn - Caluso, Falerner Italiaanse wijn - Este, Chianti, Barolo, Martini, Italiaanse worst - salami Italiaanse zilversmid - Cellini Italië, schiereiland van - Calabrië, Otranio, Latijn, Marrucijns, Oskisch, Paelignisch, Sabellisch, Umbrisch, Vestljns, Volkisch Italische talen, een der - Faliskisch Italmenen - Kambsjadalen 7 Capraji, Gorgone, Pianose, Sicilië, Vulcano 8 Sardinië 9 Stromboli Italië, gebergte in Apennijnen Italië, eiland behorende bij - 4 Elba 5 Capri 6 Giflio, Ischia, Lipari, Ustica item desgelijks, dezelfde, evenzo, insgelijks, it, post iteratie - herhaling Ithome - Vurkano ivoor elp, elpenbeen, lavoor Ivoorkust, bevolkingsgroep in - Kroe, Senoefoe Ivoorkust, hoofdstad van - Abidjan Ivoorkust, rivier in - Bandama, Cavally, Comoë, Sassandra Ivoorkust, stad in - Bauake, Daloa, Dalva ivoornoot - phytelephas ivoorpalm - tagua ivoorsurrogaat - eburine ivoren - elpen Iwriet Hebreeuws ixodas - teek Izabel(le) geelbruin izegrim brombeer, brompot, knorrepot, nurks, wolf