Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm Archived on Termhotel.com at: https://termhotel.com/archives/Puzzelwoordenboek/ Puzzelwoordenboek: A • Puzzelwoordenboek: B • Puzzelwoordenboek: C • Puzzelwoordenboek: D Puzzelwoordenboek: E • Puzzelwoordenboek: F • Puzzelwoordenboek: G • Puzzelwoordenboek: H Puzzelwoordenboek: I • Puzzelwoordenboek: J • Puzzelwoordenboek: K • Puzzelwoordenboek: L Puzzelwoordenboek: M • Puzzelwoordenboek: N • Puzzelwoordenboek: O • Puzzelwoordenboek: P Puzzelwoordenboek: Q • Puzzelwoordenboek: R • Puzzelwoordenboek: S • Puzzelwoordenboek: T Puzzelwoordenboek: U • Puzzelwoordenboek: V • Puzzelwoordenboek: W • Puzzelwoordenboek: X Puzzelwoordenboek: Y • Puzzelwoordenboek: Z
Yack - jak, knoros Yam - bataat Yamswortel - broodwortel, broodplant, knolgewas (trop.) Yankee - Amerikaan Yard - yd y-buis - broekstuk ijdel - behaagziek, groots, hoogmoedig, koket, ledig, loos, louter, mondain, nutteloos, praalziek, pronkzuchtig, onnut, prat, pronkziek, tevergeefs, vergankelijk, vergeefs, verwaand, vruchteloos, zinloos ijdel mens - ijdeltuit ijdel oppervlakkig persoon - leeghoofd ijdel persoon - ijdeltuit ijdele gedachte dagdroom, illusie, waan ijdele vertoning - klatergoud ijdelen - ledige ijdelhaver - dravik ijdelheid - doelloosheid, frivoliteit, inaniteit, ledigheid, leegheid, mondaniteit, nietswaardigheid, pronkzucht, vacuïteit, vanitas, vaniteit, vergankelijkheid ijdellijk - vruchteloos ijdellijk menen - wanen ijdeltuit - pral ijdeltuiterij - behaagzucht, opschik ijdeltuitig - behaagziek yell - aanmoedigingskreet, kreet, leuze, strijdkreet yellster - gilling yeti - sneeuwman ijf naaldboom (vergiftig), taxus, ijfel, ijvelboom ijfel - taxus, ijk - etalon, keur, merk(teken), standaard, waarmerk, ijkmaat ijken - etalonneren, toetsen, waarmerken ijker - ambtenaar, keurder, keurmeester, ijkmeester ijkgereedschap ijkpen ijkgewicht standaardgewicht ijking - keuring ijkletter - ijkmerk ijkloon - ijkgeld ijkmaat - etalon, legger, proefgewicht ijkmeester - ijker, viseerder ijkmerk - ijkteken ijkpen - ijkgereedschap ijkteken ijkmerk ijl doorschijnend, doorzichtig, dun, haast, iel, leeg, licht, luchtig, mager, pier, regenworm, riel, schraal, slank, spoed, verdund, vluchtig ijlbode - estafette, expresse, koerier, loper, renbode ijlbode betaald - xp ijlbot heilbot ijle stof - gas, lucht ijle vloeistof - ether ijlen - bazelen, dazen, delireren, doorslaan, extravageren, fantaseren, haasten, malen, raaskallen, rennen, reppen, snellen, spoeden, zwammen ijlend achtervolgen - narennen ijlende koorts - delirium ijler worden (muz.) - perd(perdendosi) ijlgat - vlieggat ijlgoed - expres ijlheid - dunheid, losheid ijlhoofd - dolleman, onbesuisde ijlhoofdig - dom, onbesuisd, wuft, zinneloos ijlhoofdigheid - buitensporigheid, onbesuisdheid, verwardheid ijlig - haastig ijlings - gauw, gehaast, haastig, rad, rap, raptim, ras, snel, vlot, vlug ijltaal - onzin, wartaal ijm - imker yochurt - melkspijs yoert - nomadentent, steppetent yogabeoefenaar - yogi yogahouding - asana, mudra ygavoorschrift - (ni)yama yoghurt - melkspijs yogi - yogabeoefenaar yonk - prauw (Chin.), vaartuig yp - iep yperiet - mosterdgas ypsilon - y, ygrec ijs - vroed ijsazijn - azijnzuur ijsbaanschoonhouder - baanveger ijsbeen - varkensdijbeen ijsbeer - nurks, poolbeer, staartmees, ijsbok ijsblaas - ijszak ijsbloem - sierbloem, ijsplant ijsblok - ijsstaaf ijsbok - ijsbeer ijsbout - winterstoofpeer ijsbreker - baanbreker, beer, ijsbok, wegbereider ijsbus - ijscilinder ijsco - ijswafel ijsdek - ijskap ijsdrank - sorbet ijsduif - sierdurf ijsduiker - lom ijsel - ijzel ijselijk - afgrijselijk, afschuweli|k, afstotend, akelig, epouvantabel, horribel, huiveringwekkend, lelijk, ongehoord, ontzettend, terribel, verschrikkelijk, vreselijk ijselijkheid - atrociteit ijselmop - ijselsteen ijselsteen - ijselmop ijsemmertje - koeler ijsgerecht - sorbet ijsgerechten - aardbeiemis, aardbeienroomijs, bananenijs, chocoladeijs, citroenijs, frambozenroomijs, pistache, roomijs, sorbet,vanilleijs, ijstaart ijsgors - ijsvink ijsheilige Bonifacius, Mammertius, Pancratius, Servatius ijsheuvel - toros ijtheuvel in de poolzee - toros ijshut - iglo ijsje hoorntje, ijsco, wafel ijskap - ijsdek ijskar - ijswagen ijskarretje - ijscowagentje ijskast - frigidaire, koeling, koelkast ijskegel - pegel, tap ijskil - ijskoud ijskletter - sneeuwgors ijskonijn - ongevoelige ijskoud - algidus, brutaal, glaciaal, onaangedaan, onverstoorbaar ijskoude koelbloedigheid - berekening ijskruid - ijsplant IJslands literair werk - Edda IJslands spaat - dubbelspaat IJslandse agaat - glaslava, marekaniet, obsidiaan IJslandse fontein gletsjer IJslandse hond - wolfshond IJslandse literair werk (oud) - Edda IJslandse munt aurar, kronen IJslandse proza - edda IJslandse springbron - geiser IJslandse vulkaan Askja, Hekia ijsmeeuw mallemuk, ijsstormvogel ijsmolen - ijsvermaak ijsnagel - hoefnagel ijspeer - glanspeer, winterpeer ijspegel - kegel, ijskegel ijsperiode - ijstijd ijspiek - pegel ijsplank - ijsbord ijsplant - sierplant ijsploeg - ijsbreker ijspret - curling, schaatsen, ijsvermaak, ijszeilen ijsproduct - pegel ijspunt - pegel, ijspegel, ijstap ijsranonkel - gletsjerboterbloem ijsregen - rijp, ijzel ijsschol - schots, ijsschots ijssoort - ananasijs ijsspoor - krap ijsstaafje - ijspegel ijssteen - kryoliet ijsstoel - ar, arre, prikslee, slede ijstap - ijskegel y-stralen - becquerelstralen ijstijd - Günz, Mindel, Pleistoceen, Riss, Saaie, Weichsel, Würm, ijstijdvak - ijstijd ijstoren - serac ijsveld - ijsschots, ijsvlakte ijsventer - ijscoman ijsvink - ijsgors ijsvlakte - gletsjer ijsvogel (Griekse myth.) - alcyon, alcyoon, halcyon ijsvogel (myth.) - halcyoon ijsvorst - Thialf ijsvos - poolvos ijswafel - ijsco ijswagentje - ijskar ijswerpen - curling ijswol - breiwol, zefierwol ytterbium - yb yttrium - y, yt yuca - adamsnaald, sierplant ijveboom - ijf, taxus ijver - aandrift, ambitie, animo, elan,empressement, enthousiasme, fervor, geestdrift, naarsigheid, nijver, plan, toeleg, toewijding, vlijt, vuur, werklust ijveraar - aanstichter, bewerker, dweper, gangmaker, propagandist, streber, strijder, zeloot, zeloteur ijveraar (D.) - streber ijveraarster - zelatrice ijveren - streven ijverig - actief, ambitieus, arbeidzaam, bedrijvig, diligent, fervent, gestaag, knoestig, kwastig, naarstig, noest, nijver, onverdroten, studieus, toegewijd, vlijtig, werkzaam ijverig (muz.) - cz, (conzelo) ijverig voorstander - beijveraar, propagandist ijverzucht - afgunst, jaloersheid, naijver, jaloezie, rivaliteit, wedijver ijverzuchtig - afgunstig, jaloers, naijverig ijzel - rijp, ijsregen ijzelen - rijpen ijzen griezelen, gruwen, verafschuwen ijzer - brandijzer, erts, fe, ferrum, hoefijzer, metaal, oorijzer, staal, strijkbout, wafelijzer ijzer aantrekkend magnetisch ijzer aantrekkend voorwerp magneet ijzer met fosfoorgehalte uit Lotharingen en Luxemburg - minette ijzer of messen om aan te zetten - wetstaal ijzer onder een slede - loper ijzer ontkolen - puddelen ijzer waarmee de ijk wordt ingebrand - ijkijzer ijzeraantrekkend - magnetisch ijzeraantrekkend voorwerp - magneet ijzeraarde - ijzeroxydeverbinding ijzerafval schroot, scraps, vijlsel, ijzeraluin - ferrisulfaat ijzerbewerker smid ijzerblende - zwavelijzer ijzerblok - plaatijzer ijzerblok met voetstuk - aambeeld, aanbeeld ijzerboor - ratelboor ijzerbouwkunst - metallotechniek ijzerbijter - iezegrim ijzercarbide - cementiet ijzerchloruur - ferrochloride ijzerdraad - metaaldraad, staaldeaad ijzeren bak - tank ijzeren bal - kogel ijzeren bedekking - harnas, maliënkolder, pantser ijzeren bekleding - harnas, pantser ijzeren beugel met veer - klem ijzeren bout - klink, rong ijzeren bout om zware stukken hout te verbinden - rong ijzeren bak - tank ijzeren bekleding harnas, maliënkolder, pantser ijzeren beugel met veer kiem ijzeren blok met voetstuk - aanbeeld ijzeren bout - klink, rong ijzeren buis van een schop - dille ijzeren draad als schoorsteensteun - schoorsteenstag, stag ijzeren drievoet treeft, tripode ijzeren hefboom - koevoet ijzeren kan voor dieren roskam ijzeren knie plaatknie ijzeren knots met punten - morgenster, ploertendoder ijzeren lange nagel pin ijzeren mal - waal ijzeren man - excavateur ijzeren mondstuk van paard bit ijzeren nagel - pin, rong, spie, spij, taats ijzeren pen bout, luns, dol, lummel, nagel, pal, pin, pook, spie, taats ijzeren punt - prikkel ijzeren raam aan boekdrukpers - timpaan ijzeren reservoir blik, bus, tank ijzeren ring - beugel, knip ijzeren ringetje malie ijzeren scherm rondom een kachel kachelmantel ijzeren sluithek - hamei (neerlaatbaar) ijzeren smeedblok - aambeeld, aanbeeld ijzeren staaf dook, pen, pin, rail, roe, roede, spie, spijl, spit, stang, tralie ijzeren staander rong ijzeren staven waarop het dekkingsrooster van het luik rust - merkel(s) (scheepvaart) ijzeren tucht - discipline ijzeren vat - drum, ton ijzeren vishaak - hoek ijzeren vork met tanden - aalpadschaar ijzeren wapenrusting harnas, kuras ijzeren werktuig hamer, vijl, tang, zaag ijzeren wolkam - kaarde ijzererts - minette (Elzas), oer ijzergranaat - melaniet ijzergroeve ijzermijn ijzerhoed - monnikskap ijzerhorde - moeraskartelblad ijzerhoudend - ferrugineus, oerachtig ijzerhoudend leem - lateriet ijzerhoudend pigment heem ijzerhoudend zand - titaanzand ijzerhoudende grond oer ijzerkies - pyriet, zwavelkies ijzerkit - ijzermastiek ijzerkoolstofverbinding - osmondiet ijzerkruid verbena ijzermastiek - ijzerkit ijzermijn - ijzergroeve ijzeroker - ijzersteen ijzeroxide hamerslag, roest, ijzeroxydule ijzeroxydeverbinding - dodekop ijzeroxydule - ijzervitriool ijzerpapier - schuurpapier ijzerrood - ijzermenie ijzers - beugels, boeien, schaatsen, verlostang ijzerschilfers bij het smeden - hamerslag ijzersilicaat - glauconiet ijzersmelterij hoogoven ijzersmet - roestvlek ijzerspaat - sideriet, spaatijzersteen, ijzererts ijzersteen - hematiet, ijzeroker ijzersterk - oersterk ijzersulfaat - ijzervitriool ijzerverf - ijzermenie ijzervitriool ferrosulfaat, ijzersulfaat ijzervreter houwdegen, sabreur, vechtjas, vechtersbaas ijzervijlsel - ferrosulfaat ijzerweg - spoorweg ijzerzoeker - sideroscoop ijzig - afschuwelijk, angstwekkend, griezelijk, gruwelijk, kil, koud, luguber, ijselijk, ijskoud ijzingwekkend afgrijselijk, luguber, gorgonisch, griezelig, huiveringwekkend, ijzig