Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
Archived on Termhotel.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/
Puzzelwoordenboek: APuzzelwoordenboek: BPuzzelwoordenboek: CPuzzelwoordenboek: D
Puzzelwoordenboek: EPuzzelwoordenboek: FPuzzelwoordenboek: GPuzzelwoordenboek: H
Puzzelwoordenboek: IPuzzelwoordenboek: JPuzzelwoordenboek: KPuzzelwoordenboek: L 
Puzzelwoordenboek: MPuzzelwoordenboek: NPuzzelwoordenboek: OPuzzelwoordenboek: P
Puzzelwoordenboek: QPuzzelwoordenboek: RPuzzelwoordenboek: SPuzzelwoordenboek: T 
Puzzelwoordenboek: UPuzzelwoordenboek: VPuzzelwoordenboek: WPuzzelwoordenboek: X
Puzzelwoordenboek: YPuzzelwoordenboek: Z
a - beginletter alfabet
a.a. - kenteken koninklijkhuis of hofauto
aabam   lood
aad – ade, ton, vat, (ovaal houten)
aad`ler   adelaar
aaf - dom, naaf
aafs - averechts
aagje   nieuwsgierige  vrouw, vrouwennaam
aagjesappel - aagt(appel), kroonappel, lichtzure appel
aagt - aagjesappel, aagtappel, appel, licht zuur
aai   aait, aanhaling, ai, bradypus, duw, kneep, liefkozing, luiaard, streling, veeg
aaien - aanhalen, aankwispelen, strelen, strijken, lief(kozen), pluimstrijken, vleien, wrijven
aaiing - liefkozing, streling
aait   aai, streling
aak - aakschuit, acer, ahorn, baggeraak, bak, binnenvaartuig, binnenschip, bok, boeieraak, duwschuit, eik, esdoorn, kast, keukenaar, klipperaak, lastschuit, lemsteraak, narigheid, praamaak, rijnaak, rijnschip, schip, sleepschip, vaartuig, veldesdoorn, vies, viezigheid, vrachtschip, vuiligheid,  zandaak, zolderschuit 
aak met steven en hoog lopend roer - stevenaak
aak voor binnenwaters - bok, binnenvaartuig
aaks - aks, akst, bijl, hakbijl
aakschuit - aak, lastschuit
aakster - ekster
aal - aalt, ale, anguilla, beer, bier, drek, gier, ier, kataal, mest, mestvocht, nebaal, nebbeling, paling, plooi, rimpel, schieraal
Aal die in rivieren leeft - rivieraal
Aal met puntige kop - snebaal
Aal met spitse bek - nebaal, nebbeling
Aal met stompe kop - grofaal
aalachtig - morene, moeraal
aalachtigen   apodes
aa-lava - bloklava, schollava
aalbes   aalbezie, cassis, heester, ribes, trosbes, vrucht
Aalbesachtigen - ribes, aalbes, kruisbes
Aalbeskleurig - groseille
Aalbezie - aalbes
aalboer - aalventer, palingboer, palingventer
Aalbot - schar
aalduiker   fuut
aalfuik   aalschaar, palingfuik, palingnet
aalgeer  aalelger, aalschaar, aalspeer, aalsteker, aalvork, elger, palingsteker
aalgeerkub - aalkorf
aalgeerkwab - aalpuit
Aalglad-slim
aalkast   aalkaar
aalkorf - aalkub, aalskruik, fuik, kubbe
aalkwab   aalmoeder, kwabaal, magaal, puitaal 
aalgeerkuub   aalkorf
aalgeerkwab - aalmoeder, aalpuit, puitaal
aalkast   aalkaar
aalkorf   fuik, kubbe
aalkwab   aalmoeder, kwabaal, magaal, puitaal
aal met spitse bek   nebaal, nebbeling
aalmoeder - aalkwab(be), kwabaal, puitaal
aalmoes - antoniusbrood, gave, gift, gunst, karitaat, liefdegave, schenking, toegift
aalmoezen geven - beneficiëren
aalmoezenier - legerpredikant, veldprediker
aalmoezen vragen   bedelen, bietsen, schooien
aalmootje   gebakje, taartje
aalpad   kwabaal
aalpieper - donderaal, modderkruiper
aalpuit - aalkwab
aalreep - aalsnoer
aals - els, priem
aal salamander   amphiuma
aalschaar   aal, aalfuik, aalgeer, aalijzer, elger, aalsteek, aalsteker, aalvork, palingsteker
aalscholver   carbo, kormoroen,  rotgans, schollevaar, waterraaf, zeeraaf
aalskruik   aalkorf
aalsnoer   aalreep
aalsoort   aalpoet, anguillidae, congeraal, congridae, donderaal, kataal, kongeraal, meeraal, murenen, puitaal, rivieraal, sidderaal, zeeaal
aalst - elsem
aalsteker   aalgeer, aalschaar, aalvork, elger
aalsvel - aalshuid
aalt   aal, beer, drek, gier, ier, mest, mestvocht, vloeimest, zeik
aaltjes - anguilulidae,  azijnaaltje, draadworm, korenaaltje, rondworm, stengelaaltje, stijfselaaltje
aaltjesziekte, veroorzakers van   nemastoda
aaltolletje - aatjenal, kansspeltol
aalvanger   aalreep, aalsnoer, elger
aalventer - aalboer
aalvis - aalbot, platbot, schar, 
aalvisje - montee
aalvissen - muraenidae
aalvistuig - aalfuik, aalgeer, aaljaagnet, aalijzer, aalkaar, aalkast, aalkorf, aalkubbe, aalraamnet, aalreep, aalschaar, aalspeer, aalsteker, aalvork, elger, scheer, slagelger
aalvork   aalelger, aalgeer, aalschaar, aalspeer, aalsteker, elger
aalvormig zeedier - lamprei
aalvormige grondel - aalgrondel, aalgeergrongel
aalwaardig - lichtzinnig, onbezonnen, onnadenkend
aalijzer - elger
aam   vochtmaat, wijnmaat
aanbaggeren   aanslijken
aambeeld    aanbeeld, gehoorbeentje, incus, smeedblok, tas
aambeeld, klein - haarspit
aambeien   hemor(h)oiden
aambeienkruid - aambeiwortel, helmkruid
aamborstig   amechtig, astmatisch, kortademig
aamborstig - amechtig, astmatisch, kortademig
aamborstigheid   astma, kortademigheid
aamt   geitenziekte, koeienziekte, schapenziekte
aan   aangekomen, aangesloten, achtervoegsel, bij, langs
aan allen gemeen - algemeen, universeel
aan alle kanten - omheen, rondom, voorzetsel
aan alle kanten iets gemeen - algemeen
aan alle zijden afgesloten - ingesloten
aan alle zijden omringen - belegeren, omsingelen
aan alles twijfelend - sceptisch
aan Apollo en de muzen gewijd - Helicon, zangberg
Aan Athene gewijd heiligdom - atheneum
aanbaffen   aanblaffen, toe(snauwen)
aanbaggeren - aanslijken, aanstrijken 
aanbakken - aanhechten, kleven, koeken, vastbakken, vastkoeken
aan belasting onderhevig   belastbaar, belastingplichtig
aanbakken - aanhechten, koeken, vastbakken, vasthechten 
aan banden leggen - ketenen, knevelen, vastbinden
aan bank in bewaring gegeven geld - deposito
aanbassen   aanblaffen
aanbedene - beminde, geliefde, idool, oogappel
aan bederf onderhevig - alterabel, bederfelijk, veranderlijk, vergankelijk
aanbeeld - aanbeeldbeentje, blok, bruidsaambeeld, gehoorbeentje, haarspit,  incus, smeenblok, tas, taats
aanbeeldje - haarspit
aanbeeldsblok - aanbeeldsstok
aanbehoren   (toe)behoren
aan beide zijden bol - biconvex
aan beide zijden hol - biconaaf
aanbelanden   terechtkomen
aanbelang - belang, belangrijk
aanbelangen   aangaan, betreffen
aan belasting onderworpen - belastbaar, belastingplichtig
aanbellen   schellen
aanbedene   beminde, idool
aanbeeld   blok, gehoorbeentje, incus, smeedblok, tas,
aanbeeldje   haarspit
aanbehoren   (toe) behoren
aanbelanden   terechtkomen
aanbelang   belang.
aanbelangen   aangaan, betreffen
aan belasting onderhevig   belastbaar, belastingplichtig
aanbellen   schellen
aanbenen - aanstappen, doorstappen, snellopen, snelwandelen, voortstappen
aanbesteden   opdragen, prijsopgeven
aanbesteder - bouwheer, opdrachtgever
aanbesteding - beschrijving, handeling, inschrijvinglevering, opdracht, werk
aanbestedingsprijs - aanbestedingssom
aanbesterven - erven
aanbetrouwen   toevertrouwen
aanbeuren - aangeven, opbeuren
aanbevelen   aanprijzen, aanraden, adviseren, consulteren, raden, recommanderen, toevertrouwen
aanbevelende aankondiging - reclame
aanbevelenswaardig   dienstig, raadzaam, recommandabel
aanbevelenswaardige - allah, god, jezus
aanbeveling   advies, bekoorlijk, compliment, lieftallig, nominatie, opdracht, raad(geving), recommandatie, referentie, tip, voordracht, voorspraak, wenk
aanbiddelijk   adorabel, bekoorlijk, lieftallig
aanbidden   adoreren, beminnen, dienen, dwepen, idoleren, verafgoden, vereren, verheerlijken
aanbidder   amant, bewonderaar, fan, minnaar, vereerder, vrijer
aanbidding   adoratie, eerbetoon, idolatrie, verering
aanbidding der sterren - sabaëisme, siderisme
aanbidding van houten beelden - xylolatrie
aanbiddingswaardige - Allah, God
aanbieden   bieden, geven, indienen, offeren, opleveren, overhandigen, presentatie, presenteren, reiken, schenken, serveren, toedienen, tonen, trakterenverhuren, verkopen, vertonen, voorschotelen, voortzetten, weggeven, wegschenken, wijden
aanbieden aan huis - colporteren
aanbieden van geld aan ambtenaar - corruptie, omkoperij
aanbieder - vertegenwoordiger
aanbieder aan huis - colporteur
aanbieding   aanbod, advertentiebod, gave, offerte, presentatie
aanbieding aan huis - colportage
aanbieding van een wissel - presentatie
aanbikken - (aan)blessen, schalmen
aanbinden   aandoen, aanknopen, aanvaarden, beginnen, onderbinden, vastbinden, vastmaken(van schaatsen)
aanbinder - scheerhout
aanblaffen - aanbassen, aankeffen, bedreigen, toesnauwen
aanblazen   aansteken, aanstoken, aanvuren, aanwakkeren, bezielen, inspireren, ophitsen, opwekken
aanblazing - aanblazer, aspiratie, bezieling, ingeving, inspiratie
aanbleken   aanlichten
aanblessen   aanbikken, aanpikken
aanblijven - bijblijven
aanblik   aandacht, aangezicht, aanschouwing, aanzien, achting, aspect, beschouwing, facet, gezicht, kijk, prospect,  regard, uiterlijk, uitzicht, voorkomen
aanblikken - aanstaren, aanzien, tegenstralen
aanbod   aanbieding, aanboording, bod, offerte, presentatie, propoost, propositie, voorstel
aanboeten   aanleggen, opstoken
aanbonzen   botsen
aan boord   a.b.
aanboorden   aanklampen, benaderen, naasten
aan boord gaan - embarkeren, inschepen
aan buikloop lijdend - loslijvig
aanboren - ontmoeten, ontsluiten, openen, opsteken, vinden
aanbouw   cultuur, kweek, teelt, verbouw(ing)
aanbouw aan huis   balkon, erker, garage, patio, serre, veranda, waranda
aanbouwen - aanmaken, bebouwen, bijbouwen, telen, verbouwen
aanbraak - aanbreken, korst
aanbranden - vastbakken
aanbrandsel   korst
aanbreien   plaatsen, toevoegen
aanbreken - aansnijden, aanvangen, beginnen, dagen, krieken, lichten, openmaken
aanbreken van de dag   dagen, dageraad, krieken, lichten
aanbrengen - aandragen, aangeven, aanleggen, aanvoeren, aanklagen, aanslepen, africhten, apporteren, berokkenen, bevestigen, bijdragen, defereren, fineren, installeren, klikken, leggen, melden, opleiden, opslaan, plaatsen, rapporteren, toevoegen, transporteren, veranderen, verklikken, verraden, verschaffen, werven, wijzigen
aanbrengen van andere melodie op klokkenspel   versteken
aanbrengen van edel houtsoort op ander - fineren
aanbrengen van een laag kalkspecie - pleisteren
aanbrengen van nieuw loopvlak op band - coveren
aanbrengen van oplegwerk - appliqueren
aanbrenger – aangever, aanklager, deferent, klikspaan, sycofant, ver(klikker), verrader
aanbrenging - aangifte, aanvoer, delegatie, overbrenging, plaatsing, rapport, reportage, verklikking,  verraad, werving, 
aanbrengst   aanbreng, verraad, werving
aanbriesen - opstuiven, tekeergaan
aanbrieven   overbrengen, overbrieven, verklikken
aanbruisen   naderen
aanbulderen   naderen, toebrullen
aanbijten   verlokken
aandacht - aanblik, acht, attentie, bekijks, belangstelling, ernst, gehoor, interesse, notitie, regard, studie, zorg
aandacht schenken -  luisteren
aandacht schenkende - aandachtig
aandacht streepje - zinteken
aandachttrekkend - attractief, markant, opmerkelijk, opvallend, ostentatief
aandacht vestigen   attenderen, signaleren
aandachtig   attent, belangstellend, belangstelling, diligent, ernstig, nauwlettend, ongewoon, oplettend(heid), opmerkzaam(heid), rijpelijk, zorgvuldig 
aandachtig kijken   ogen, turen
aandachtig luisteren - aandacht, opsteken, aandachtigheid
aandammen   aanvullen, ophogen
aan de ander overdragen - endosseren
aan de andere kant - anderdeels,  anderzijds, daarentegen, daartegenover, echter, evenwel, tegenover
aan de andere zijde - trans
aan bank in bewaring gegeven geld   deposito
aan de beneden zijde   basaal
aan de beterende hand   genezend, genezende,  herstellend(e), reconvalescent
aan de binnenkant - intern, inwendig
aan de boven kant - bovenaan
aan de buikzijde   ventraal
aan de buitenkant - extern, exterieur, oppervlakkig, perifeer, uitwendig
aan de dag komen - blijken, treden
aan de dag leggen   attenderen, manifesteren, tonen
aan de degen rijgen - doorsteken 
aan de dood voorafgaand   premortaal
aan de drank - drankzuchtig
aan de drank verslaafde - alkohollist
aan de drank zijn - pimpelen, zuipen
aandeel   actie, aktie, bijdrage, claim, contingent, deel, effect, gedeelte, kwantum, lot, part(age), partij,  participatie,port, portie, quotum, rantsoen, rijsgeld,  rol(toneel), schare, stuk(je), tantième, waardepapier, (winst)uitkering
aandeelbewijs - aandeel, akte, actie, effect, schuldbrief
aandeel hebben in iets - participatie
aandeelhebber - compagnon, deelgenoot, kompagnon, participant, vennoot
aandeelhouder   actionair, actionaris, deelgenoot, participant, vennoot
aandeel in de kosten van dijkonderhoud - hoefslag
aandeel in de opbrengst   royalty, royaltie
aandeel in de winst   dividend, tantième
aandeel in dijkonderhoud - hoefslag
aandeelsrekening - quotisatie
aandeelsverhouding - quotiteit
aandeel in ondernemingen - aandelenkapitaal
aandeel van de bemanning in de visvangst - bra
aandeel van een toneel schrijver   rol
aan de ene kant - eendeeld,  enerzijds 
aan de gang - dreef, gang, gaande, legertros, train
aan de gang gaan - aanspannen, beginnen
aan de gang zijn - arbeiden, bezig, doende, lopen, werken
aan de geboorte voorafgaande - nataal
aan de gestorven ziel gewijd    D.M.(S
aande goden gewijde plaats - tempel
aan de hand - gaande
aan de hand doen - suppediteren, verschaffen
aan de kant - langs, marginaal, terzijde 
aan de kant doen   afschaffen, opdoeken
aan de ketting leggen - ketenen
aan de klok trekken - luiden
aan de kop   vooraan
aan de kop staan - eerste
aan de maat - flink, stevig
aan de man brengen - debiteren, slijten, venten, verkopen
aan de Midden-Rijn wonende - Ripuarisch
aan de noordkant - noordelijk
aan de onderkant - basaal, onderaan
aan de oostzijde - oostelijk
aan de orde - actueel
aan de orde zijnde - actueel
aan de ouderdon eigen - seniel
aan de prijs - duur
aan de riem doen - aanlijnen
aan de rugzijde    dorsaal
aan de soort eigen - soortelijk
aan de staart - achteraan
aan de tongzijde gelegen - linguaal
aan de top   akro
aan de uier trekken - melken
aan de voet van - onderaan
aan de welwillende lezer - l.b.
aan deze zijde van de Alpen - cisalpijns
aan de zaak zelf - principaal
aan de zijde van - naast
aan de zijde van de mond gaan - adoraal
aan de zwier gaan - pierewaaien
aan deze zijde van de Alpen - cisalpijns
aandelen uitgeven - emitteren
aandelen, uitgifte van   emissie
aandenken – commemoratie, gedachtenis, herinnering, heugenis, souvenir
aandichten – aandichting, toedichten
aandienen – aankondigen, aanmelden, berichten, presenteren
aandiening - aanmelding
aandiepen   aanloden
aan diggelen - gebroken
aandikken   aankleden, aanvetten, chargeren, exageren, overdrijven, verzwaren
aandoen – aanbieden, aanbinden, aandossen, aangorden, aangreijpen, aanranden, aantasten, aansteken, aantrekken, aanvallen, aanzetten, (be)kleden, berokkenen,  bewegen, bezoeken, commoveren, offreren, ontroeren, schokken, toebrengen, treffen, veroorzaken, voordoen
aandoening - aanval, affectie, emotie, gevoel, gewaarwording, gezwollenheid, hartstocht, hoogdravendheidkwaal, ontroering, ontsteking, reactie, reuma, sentiment, smart, stemming, ziekte
aandoening in het hoofd - tumor
aandoening van een grote zenuw   heupjicht, ischias.
aandoening van gewrichten   reumatiek
aandoening van het middenrif   hik
aandoenlijk   gevoelig, hartroerend, patos, pathos, ontroerd, pathetisch, roerend, sentimenteel, teer, treffend, week, zielig
aandoenlijkheid   gemoed
aandossen   aandoen, aantrekken, kleden
aandraaien   aanzetten, aansmeren, vastklemmen, vastdraaien, vastmaken, vastschroeven, wijsmaken
aandragen   aanbrengen, aanvoeren, aansjouwen, bekommeren, berichten, heendragen, verklikken, verraden
aandrager   opperman, verklikker
aandrang   aanmaning, aansporing, afraden, bewegingdrang, dringen, druk, fut, impuls, instigatie, klem, lust, nadruk, nijd, nijging, pressie, prikkel, stuw(en), stuwing, uitroepen
aandrang in blaas of anus - tenesmus
aandrang van bloed naar een orgaan – congestie
aandrang van bloed naar hersenen - opstuwing
aandrift - aansporing, aanvechting, animo, begeerte, beweging, bezieldheid, bezieling, drang, drift, elan, energie, fut, geestdrift, hartstocht, ijver, impuls, instinct, libido, lust, neiging, nijd, opwekking, opwelling, prikkel, roeping, stimulans, verlangen, vuur
aandrift, dierlijke   instinkt
aandrift van het ogenblik   impuls
aandrijfmachine   motor
aandrijven   aanjagen, aanspoelen, aanporren, aansporen, aanstoken, aanvuren, aanzetten, hitsen, instaan, ophitsen, opruien, opsteken, opstoken, presseren, stimuleren, talonneren
aandrijvende kracht - p.k., drift, paardekracht
aandrijver   animator, motor. stimulator
aandrijving – aansporing, instigatie, rad, riem, snaar, wiel
aandrijving van een schip - schroef
aandrijving van een stoommachine   stoomketel
aandrijvend   impulsief
aandringen   aansporen, aanstuwen, aantonen, drukken, insisteren, knellen, manen, nopen, pramen, wijzen
aandringen tot betaling - manen, aanmanen
aandringer tot betalen - maner
aandrukken - hechten, plakken, vastmaken
aanduiden - aangeven, aantonen, aanwijzen,beduiden,  betekenen, designeren, index, kenmerken, maken, markeren, omschrijven, openbaren, refereren , signaleren, stempelen, teken,tonen, uitdrukken, wijzen, zinspelen
aanduider in een breukgetal - noemer
aanduiding    aanwijzing, distignatie, index, indicatie, markering, merk, naam, referentie, stempel, symbool, symptoom, teken, titel
aanduiding in de scheikunde   arsenicum, bismut, xenon
aanduiding   indicatie, merk, naam, stempel, teken,
aanduiding op schepen   sch (Scheveningen), UK, (Urk), vl (Vlaardingen), ijm,(IJmuiden), KW,(Katwijk), Br, (Bruinisse)
aanduiding op telegrammen   r.p., t.c., t.r.
aanduiding van grootheid - mega
aanduiding van tegengesteldheid   in, on
aanduiding van het biljoenvoud - tera
aanduiding van het formaat - collatie
aanduiding van het miljardste deel - nano
aanduiding van het miljoenenvoud   mega.
Aanduiding van tegengesteldheid - a, anti, in, kontra, on
Aanduiding van tienduizendvoud - myria
aanduiding van waterpeil   raai, kribbe, A.P., N.A.P.
aanduiding van windrichting - N. NO, NNO, NNW, NW, O. ONO, OZO, W, WNW, WZW, Z, ZO, ZZO, ZZW, 
aanduiding voor schepen   m.s., s.s.
aanduidingsmiddel - bord, naam(bord)(je), paddenstoel, richtingaanwijzer, titel, uithangbord, verkeersbord, wegwijzer
aanduidingsteken - vingerwijzing
aandurven   lef, moed, ondernemen, tarten, wagen
aanduwen   vastduwen, voortduwen
aandweilen   schoonmaken
aaneen   achtereen, aldoor, onafgebroken, ongescheiden, opvolgend, samenhangend, vast, verbonden, voortdurend
aaneenaan - voortdurend
aaneen binden - samenbinden
aaneen boeien - ketenen, verbinden, vastbinden
aaneenbrengen - verenigen
aan een derde in bewaring geven - sekwestreren
aaneendriegen   samenrijgen
aaneengeschakeld - aansluitend, geregeld, nevengeschikt, samenhangend, sluitend, verbonden, verenigd
aaneengeschakelde rij - kordon, linie,  reeks, ris, rits, serie
aaneengesloten - aaneengevoegd, compact, hecht, vast, verenigd
aaneengesloten kamers   suite
aaneengesloten rij - gelid, rot
aaneengesloten stelsel radarposten - radarketen
aaneengroeien   vastgroeien
aaneenhaken   koppelen, verenigen
aaneenhechten - krammen,  lassen, lijmen, naaien, nagelen, nieten, plakken, solderen, spelden, verbinden, verenigen, voegen
aaneen hechting van twee stukken - las
aan een hogere toegevoegd - adjunct
aan één kant   eenzijdig
aaneenklevende massa - klont, klonter
aaneenkleving - agglutinatie, conglutinatie
aan een koeken   klonteren, samenplakken
aan een nieuwe omgeving gewennen - acclimatiseren
aan een rijgen   resemen, risten, vastmaken, vastnaaien, verenigen
aan een salaris toegevoegd bedrag - toelage
aaneeenschakelend voegwoord - alsmede, alsook, benevens, en, of
aaneenschakeling - concatenatie, endainement, file,  keten, kordon, opeenvolging, reeks, rij, ris, rits, serie, schakels, snoer, successie
aaneenschakeling van  gelijksoortige  voorwerpen    keten, ketting
aaneenschakeling van klanken - tonenreeks
aaneenschakeling van ogenblikken - tijd
aaneenschieten - grenzen
aaneensluiten - verbinden, verenigen
aaneensluitende reeks - serie
aaneensluiting - adaptie, fusie, inclitis, kartellering, reünie, solidariteit, verbroedering,vereniging
aaneensluiting van  Europese landen op economische basis   E.E.G.
aaneensluiting van fabrieken - kartel, trust
aaneensluiting van 3 Europese landen - Benelux
aaneensluiting van landen - Liga, Nato, Navo, Z.O.A.Z.O, V.N., UNO, Warschaupact
aaneenstoten   uitdenken, verstaan, verzinnen
aaneen stuk - geheel
aan één stuk door - constant, continu, onafgebroken, ononderbroken, permanent,  steeds, voortdurend
aaneenvast - onafgebroken, voortdurend
aaneenvoegen - lassen, lijmen, verbinden 
aaneenvoeging - juxtapositie
aan een woning bouwen - aanbouwsel
aan een zijde - eenzijdig, monolateraal
aan een zijde afgeplatte parel - bouton
aan elkaar   aaneen, tezamen
aan elkaar hechten - aaneensmeden
aan elkaar koppelen - aaneenhaken
aan elkaar verbonden - aaneen
aanerven   (over)erven
aanflansen - aanlappen
aanflitsen   aanfloepen, branden, ontsteken
aanfloepen   aanflitsen, (ont)branden, ontsteken
aanfluiten   bespotten, toefluiten
aanfluiting - afgang, bespotting, mislukking, schande, spot
aanfok - kweek, kweken, opkweek
aanfokken - aantelen, kweken, opfokken, opkweken, vermeerderen
aangaan   aanbelangen, aanvaarden, beginnen, betreffen, bezoeken, ondernemen, ontbranden, ontgroenenn, ontmoeten,  raken, regarderen, sluiten,  tieren, treffen, vallen, veroorzaken
aangaande   betreffende, inzake, nopens, omtrent, over, rakende, wegens 
aangaande de sterren   astraal 
aangaande die zaak - daaromtrent
aangapen   aankijken, aanstaren
aangebedene - amant, beminde, geliefde
aangebeden vrouw - godin
aangeboden geschenk - cadeau, presentje
aangeboren   congenitaal, eigen, erfelijk, geboortig, gegeven, genotypisch, genuin, hereditair, infuus, ingeschapen, ingeworteld, naïef, natief, natuurlijk
aangeboren aanleg – bestemming, gave, genie, roeping, talent
aangeboren gave   aanleg, genie, knobbel, natuurlijk, talent
aangeboren gave voor muziek   muzikaliteit
aangeboren geschiktheid - aanleg, predispositie
aangeboren gevoel voor kunst - artisticiteit
aangeboren gevoel voor muziek - muzikaliteit
aangeboren gevoeligheid - allergie
aangeboren kaalheid   depilatie
aangeboren vorm van idiotie - mongolisme
aangeboren zenuwzwakte   neuropathie
aangeboren zwakzinnigheid - achterlijkheid, oligofrenie
aangebouwde serre   veranda, waranda.
aangebracht - aangegeven
aangebrand   boos, kwaad, nijdig, toornig, vastgebakken
aangebreide kousen   armelui, armen
aangedaan – aangegrepen, bewogen, dingsig, droevig, geraakt, geroerd, geschokt, getroffen, ontdaan, ontroerd
aangedikt – opgeklopt, overdreven
aangeduid met een teken - gemerkt
aan geen kwaad denken - argeloos
aangeërfd goed   allodium
aangegeven   aangebracht, belazerd, verraden
aangegeven waarde op weegschaal - balanswaarde
aangegoten - passend
aangegrepen - aangedaan
aangehaald   geciteerd, vermeld
aangehaald werk (afk.)   a.w., o.c.
aangehaalde passage   citaat
aangehaalde plaats   l.c.
aangehecht – adnaat, annex, verbonden, vastgemaakt
aangehouden (muz.)   tenuto
aangehoudene   arrestant, gearresteerde
aangehuwd – aangetrouwd, aanverwant
aangeklaagde – beklaagde, beschuldigde, verdachte
aangekoekt vuil – aanslag, panbaksel, pod(de)
aangekomene - arrive
aangeladen   aangeschoten, bezopen, dronken, lazarus, teut
aangelegde weg – auto(baan), heerbaan, rijweg, verbindingsweg, verkeersbaan
aangelegen   (aan)grenzend, belangrijk, belendend, dringend, gewichtig
aangelegenheid   affaire, belang, beslommering, besogne, geval, gewicht, hoofdzaak, kwestie, zaak 
aangenaam – aantrekkelijk, aardig, agreabel, allerliefst, behaaglijk, blij, charmant, fideel, fijn, genoeglijk, genotrijk, genotvol, gerieflijk, geschikt, geurig, gevallig, gewenst, gezellig, goed, heerlijk, kneuterig, lekker, leutig, leuk, lief(lijk), lieftallig, lustrijk, mooi, onderhouwend, ooglijk, plezierig, prettig, riant, smakelijk, stralend, strelend,  suaviteit, veilig, verlichtend, verzachtend, weldadig, welgenietbaar, welgevallig, welkom, willig, zalig, zoet
aangenaam bezig houden – amuseren
aangenaam bezighoudend - onderhouden
aangenaam gelegen – riant,  welgelegen
aangenaam heet - warm
aangenaam klinkend   melodieus, welluidend
aangenaam koel - fris
aangenaam koele wind – briesje, zéfi(e), zefier
aangenaam maken - veraangenamen
aangenaam om te lezen   leesbaar
aangenaam plezierig – plezant
aangenaam prikkelen - kittelen
aangenaam riekende bloem   kamperfoelie
aangenaam van ligging   welgelegen, riant
aangenaam van smaak   heerlijk, lekker, verrukkelijk, zoet
aangenaam van toon – welluidend
aangenaam voor het verblijf - gezekkig
aangenaam warm - zoel
aangename geur   aroma, balsem, odeur, parfum
aangename gewaarwording   genot, genieting
aangename ligging hebbende – riant, welgelegen
aangename ontvangst - welkom
aangename reuk - geur
aangename rust – gemak, kalmte
aangename streek - lustoord
aangename temperatuur – lauw, warm
aangename tijdsbesteding – hobby,  lezen, puzzelen, spel, sport
aangename verpozing – relax 
aan gene zijde – trans, uiterieur, ultra
aan gene zijde van de Alpen – transalpijns
aan genoegens uitgegeven gespaard geld - potverteren
aangenomen   accept, accoord, adoptief, gesteld, hypothetisch, posito verondersteld
aangenomen dat – indien
aangenomen hoeveelheid – eenheid
aangenomen hoogtemerk - peil
aangenomen houding – air, pose, positie, postuur, stand
aangenomen kind   pleegdochter, pleegkind, pleegzoon
aangenomen maat – eenheid, etalon, uniteit
aangenomen naam - pseudoniem
aangenomen onderstelling – hypothese
aangenomen waarheid - axioma
aangenomen waterpeil   (N) A.P.
aangenomen worden – doorgaan,  passeren
aan gepeupel eigen – plebejisch
aangeplakte bekendmaking - affice
aangeplakte kennisgeving – affice,  plakkaat, reclameplaat
aangepunt houtje   pin, (tent)haring
aangeraakt – aangeroerd, aangestipt, touche
aangeraden   geadviseerd, geraden
aangerichte tafel - dis
aangeroerd - aangeraakt
aangeschoten – aangeladen, beneveld, bezopen, dronken, geraakt, getroffen, gewond, lam, sikker, teut, tipsy, zat
aangeschoten zijn - sliert
aangeslagen   beschadigd, boos, gehavend, geraakt, kwaad, nijdig, onthutst, ontmoedigd, verslagen, versuft, uitgeput
aangeslibd – aangespoeld, alluviaal, divuviaal
aangeslibd eiland   alluvie, kwelder, (riet)gors, schor, tombolo
aangeslibd land   alluvie, alluvium, (riet)gors, gorzing, groes, ham, kwelder, nes, schor(re)
aangeslibd nes – gors
aangesloten - lid
aangespen – aandoen, bevestigen, gespen, klaarmaken, omdoen, toerusten, uitrusten, vastbinden, wapenen
aangespoeld hout - drijfhout 
aangespoelde grond – alluvie
aangespoelde ruigte – daak
aangesproken persoon - vocatief
aangesteld   benoemd
aangesteld beschermer - voogd
aangestoken   aangetast, aangevreten, besmet, geïnfecteerd, infect, ontvlamt, wormstekig
aangestorven   geërfd
aangetast   aangevreten, ingevreten, verweerd
aangetast door aaltjesziekte – aaltjesziek
aangetast door atmosferische invloeden – gecorrodeerd, verroest, verweerd
aangetekend   genoteerd, recommandé
aangetekende kennis - notitie
aangetroffen - gevonden
aangetrouwd – aangehuwd, aanverwant, behuwd, geparenteerd, vermaagschapt, verwant
aangetrouwd familielid   schoondochter, schoonmoeder, schoonvader, schoonzoon, schoonzuster, zwager
aangeven    aanduiden, aangifte, aanreiken, bekendmaken, bepalen, langen, melden, overgeven, reiken, tikken, verraden, wijzen
aangevallene - slachtoffer
aangeven – aanbeuren, aanbrengen, aanreiken, aanstippen, aanwijzen, afbakenen, bekendmaken, denonceren, langen, markeren, melden, omschrijven, overreiken, reiken, tikken, toereiken, traceren, verraden, wijzen 
aangegeven bij het kantoor van waren - declareren
aangeven van de tonen   solfegiëren, solmi(s)eren
aangever -  verrader
aangeving – aanduiding, aangifte, aanreiking, verraad
aangevoerd argument   allegatie
aangevoerde stelling – allegatie
aangevoerde waren – im[port
aangevreten - mottig
aangevuld –  voldaan
aangewassen grond – alluvium, gors, gorzing,  kardoes, kwelder, nam, nes, schor
aangewezen   geschikt, aangeduid
aangewezen schuldenaar – afgevaardigde, gedelegeerde, gemachtigde, 
aangewit   dronken
aangewonnen goed   comparatum
aangezet   gekruid, gewet, verbonden
aangezicht   facie, bakkes, gelaat, gezicht, mond, ponem, smoelwerk, snuit(je), toet, tronie
aangezicht (Barg.) – porem
aangezicht Gods – pnië
aangezichtsaandoening - lupus
aangezichtskramp – tic
aangezichtspijn - prosopalgie
aangezichtsverlamming – facialisparalyse, prosoplegia
aangezien   daar, derwijl, doordat, naardien,  nu, omdat, terwijl, vermits 
aangieten   begieten, besproeien
aangifte   declaratie, kennisgeving, klacht, inklaring, declaratie, opgave, verklaring
aangieten   begieten, besproeien
aangifte ingekomen goederen   inklaring.
aangluipen – beloeren, valskijken
aangluren – bekijken, loeren
aan God alleen de eer – S.D.G.
aan God, de Opperste en Grootste   D ,O, M,
aan God gewijde   anathema
aan God gewijd geboeuw – heiligdom, kapel, kathedraal, kerk, tempel
aangooien   toewerpen
aangorden   beginnen, bevestigen, klaarmaken, omdoen, toerusten, uitrusten, vastbinden, wapenen
aangrenzend   aanpalend, aansluitend, adjacent, belendend, contigu, nabijgelegen, naburig, omliggend 
aangrenzend land  - buurland, nabuur
aangrijpen – aannemen, aanpakken, aanpikken, aantasten, aanvallen, aanvatten, attaqueren,  beetpakken, beroeren, ontroeren, pakken, treffen, vastgrijpen
aangrijpend   aandoenlijk, navrant, (ont)roerend, pakkend, treffend
aangrijpende gebeurtenis – drama, scene tragedie, treurspel
aangroei   aanwas, toename, uitbreiding
aangroeien   aanhechting, aanhopen, aanwassen, toenemen, uitbreiden, versterken, wassen         
aangroeien van wondranden – agglutinatie
aangroeiing - accres
aangroeisel   incrementum, uitwas, wrat
aangroei werende verf – antifouling
aan gruizelementen – kaduuk, kapot,  stuk
aan gruzels - stuk
aanhaken – aanpikken, enteren, hechten, pen, samenvoegen, vastmaken
aanhaalster - stoeipoes
aanhalen   aaien, aanrijgen, aantrekken, allegeren, bellegeren, citeren, flemen, liefkozen, strelen, strengen,  vleien
aanhalen van iemandswoorden - citeren
aanhalig – aanhankelijk,  besmettelijk, lief(doend), vleiend, vleierig
aanhalig en aantrekkelijk meisje   stoeipoes
aanhaling – aai, allegaat, allegatie, beslaglegging, citaat, gevlei, liefkozing, streling, toetrekking
aanhalingsteken – leesteken
aanhaling uit een geschrift   allegaat, citaat, motto
aanhang –  bende, clan, fractie, gevolg, helpers, partij, sekte, sleep, supporters, vastkleven, volgeling(en)
aanhangbriefje   label
aanhangen – aankleven, belijden, beminnen, bevestigen, geloven, hechten, toevoegen, volgen, vastplakken, vastkleven, vastkoppelen, vastzetten, vergezellen, 
aanhangend   aanklevend, adherent
aanhangend beginsel der Franse revolutie - liberaal
aanhanger   acoliet, adept, adherent, apostel, bewonderaar, caravan, discipel, fan, helper, leerling, medestander, supporter,  trawant, vertrouweling, volgeling, voorstander
aanhanger der scholastiek -  scholasticus
aanhanger der Stuarts   Tory.
aanhanger van afzonderingspolitiek   isolationist
aanhanger van Arius   Ariaan
aanhanger van atoomtheorie   atomist
aanhanger van een bepaalde kunstrichting   realist.
aanhanger van een bepaalde religie – remonstrant
aanhanger van een bepaalde sekte – baptyist
aanhanger van Christian Science – scientist
aanhanger van Don Carlos - carlist
aanhanger van Gomaris   Gomarist.
Aanhanger van Hegel - hegeliaan
aanhanger van het realisme – realist
aanhanger van de afzonderingspolitiek - isolationist
aanhanger van de Bourbons – legitimist
aanhanger van de critisch vrije gedachte – democratie
aanhanger van een economisch stelsel – collectivist, individualist, marxist, mercantilist
aanhanger van een godsdienst – acoliet, ariaan, baptist, belijder, kwaker, mennonist, mormoon, nieuwlichter
aanhanger van de Islam – Islamiet, moslim
aanhanger van J. de Labadie - labadist
aanhanger van koningshuis – monarchist
aanhanger van de leer van Zeno – stoïcijn
aanhanger van de liberale staatsinrichting - liberaal
aanhanger van Marx – marxist
aanhanger van Mohammet – Moslem, moslim, mohammedaan
aanhanger van een nieuwe leer - nieuwlichter
aanhanger van noodwendigheidleer – determinist
aanhanger van een oosterse godsdienst - islamiet
aanhanger van Oranje   orangist
aanhanger van persoonlijke God – theïst
aanhanger van politiek katholicisme - ultramontaan
aanhanger van de rassentheorie – racist
aanhanger van een regeringsvorm zonder grondwet - absolutist
aanhanger van sekte   anabaptist, Ariaan, baptist, chiliaast, collegiant, discipel, gomarist, mennoniet, methodist,  mormoon, quaker, sektaris, sektariër, vrijmetselaar, wederdoper, 
aanhanger van de teosofie - teosoof
aanhanger van Vlaamse beweging   flamingant
aanhanger van een voetbalclub – supporter
aanhanger van de werkelijkheidsleer - realist
aanhanger van Wittgenstein - neopositivist
aanhanger van yogaleer – yogi
aanhanger van een zeker streven – rationalist
aanhanger van een zekere wijsgerige leer – spiritualist
aanhanger van het absolutisme – absolutist
aanhanger van het arianisme – ariaan
aanhanger van het atomisme – atomist
aanhanger van het bestaande – conservatief
aanhanger van het determinisme – determinisme
aanhanger van het deïsme – deïst
aanhanger van het expressionisme – expressionist
aanhanger van het fatalisme – fatalist
aanhanger van het idealisme – idealist
aanhanger van het koningshuis – monarchist
aanhanger van het nihillisme – nihilist
aanhanger van het Oranjehuis – orangist
aanhangig   onafgedaan, onbeslist
aanhangig maken – aanbrengen, aankaarten, 
aanhangigheid   litispendentie
aanhangig maken   aanbrengen, aankaarten
aanhangingskracht   adhesie
aanhangsel – accessie, addendum, annex, appendix, bijlage, bijvoegsel, coda, supplement, toevoegsel
aanhangsels   addenda
aanhangsel bij lagere dieren    tentakel
aanhangsel bij neteldieren – tastdraad
aanhangsel bij testament - codecil
Aanhangsel Koran – soenna, sunna
aanhangsel (muz.) – coda
aanhangsel van een boek - addenda
aanhangsels - addenda
aanhangwagen – bijwagen, caravanm oplegger, tender, trailer, trekker
aanhankelijk   gehecht, (toe)genegen, toegewijd,  trouw, verknocht
aanhankelijkheid   trouw
aanharken – aanklauwen, bijeenharken
aanhebben van kleding – dragen, 
aanhechtbriefje   duplicaat, etiket, label, plakadres
aanhechten – aanbakken, aanlappen, aanvoegen, samenvoegen, vastmaken, verbinden
aanhechting – aangroeiing, adjunctie, annexatie, appositie, insertie
aanhechting van klanken aan een woord – paragoge
aanhechtingskracht van atomen - adhesie
aanhef   aanvang, begin, introïtus, inzet, preambule, start
aanheffen – aanvangen, beginnen, starten
aanhef (Muz.) – exordium, intonatie, principium
aanhef van boetpsalm - miserere
aanhef van een brief   L.S., B. L.
aanhef van een rede   exordium
aanhef van een studentenlied – lo(vivat)
aanhef van een volkslied – allons, God, Wilhelmus
aanhef van koninklijke besluiten - saluut
aanheften   aanhechten
aanhelen – aanaarden
aan hem doen hechten – aanwrijven
aan het beheer van geestelijke onttrekken - laisiseren
aan het boveneinde - bovenaan 
aan het branden brengen – aanmaken, aansteken
aan het einde – achter, achteraan, laatst, sf (sub fenem)
aan het hart gaan – spijten
aan het hok gewend - hokvast
aan het hoofd van de rij – koploper, voorop
aan het lichaam doen - aandoen
aan het licht brengen – aan(tonen), ontsluieren
aan het lijf doen - aantijgen
aan het oog onttrekken – maskeren, verbergen
 aan het roer staan - sturen
aan het slot   s.f., if, ultimo
aan het vechten raken – aanvallen
aan het vuur blootstellen – braden
aan het water levend knaagdier - bever
aan het werk – arbeidend, bezet, bezig, doende, druk
aan het werk zetten - tewerkzetten
aanhitsen    aanschenden, aansporen, aanvuren, aanwakkeren, ophitsen, opjagen, opruien, (op)stoken, opzetten, verzet 
aanhitser – instigator, ophitser, (op)stoker, 
aanhitsing    alle, hop, hup, instigatie, kom, toe, tsa, vooruit
aan hitte blootstellen - roosteren
aanhoorders – auditorium, gehoor, luisteraars, toehoorders
aanhopen – aangroeien, toegroeien, toenemen
aanhoren - beluisteren, luisteren, opletten, toehoren, verhoren, waarnemen
aanhorig – behorend, behoren tot
aanhoud   kalk, rustpl aats
aanhoudelijk – steeds, voortdurend
aanhouden   aansturen, arresteren, behouden, blijven, doorgaan, drammen, duren, eterniseren, gestadig, gevangennemen, opbrengen, oppakken, perpetueren, persisteren, stoppen, tegenhouden, uitstellen, vatten, vereeuwigen, volharden, volhouden, voortbranden, voortduren, voortzetten 
aanhouden (het) – perseverantie, persistensie, requisitie, 
aanhoudend – alaan, aldoor, altijd, altoosdurend, bestendigd, doorlopend, durend, altoos, blijvend, constant, continu, continuo, eeuwig, gedurend, gedurig, geregeld, gestaag, gestadig, herhaaldelijk, langdurig, nog, onafgebroken, ononderbroken, onophoudelijk, onverpoosd, ostinato, permanent, perpetueel, regelmatig, staag, steeds, telkens, voortdurend
aanhoudend gelag – gegiechel, lachbui
aanhoudend gezeur – gezemel
aanhoudend iets vragen – bedelen
aanhoudendheid – continuïteit, volharding
aanhoudend klokkenspel - gebeier
aanhoudend (Muz) – continuo, astinato
aanhoudend roken – gerook
aanhoudend smart veroorzaken - knagen
aanhouder – doorbijter, doorzetter. volhouder
aanhouding   arrestatie, beslaglegging, uitstel, volharding
aanhouding door politie – arrest
aanhouding van goederen – benadering, beslaglegging, embargo
aanhouding van schepen - angarie
aanhoudingsteken   (muz.), fermate
aanhuwen   vermaagschappen
aan iedereen vertellen – rondbazuinen, rondkletsen
aan ieder iets geven – uitdelen
aan ieder zijn deel geven – verdelen, partageren
aan iemand geven – begeven
aan iemand in vertrouwen opdragen – toevertrouwen
aan iemand ontkomen – ontgaan, ontwijken
aan iemend richten – adresseren
aan iemend toebehoren – aanbehoren
aan iemends oog of oor ontsnappen – ontgaan
aan iets deelnemen – meedoen
aan iets getrouw blijven – staven
aan iets lijdende – onderhevig
aan iets vast – eraan
aan iets wennen - acclimatiseren
aanjaagpomp – aanjager,  booster, compressor
aanjagen – aandrijven, aanhitsen, aanrijden, aansporen, aanstoken, aanvuren, aanzetten, drijven, veroorzaken, voortdrijven
aanjagen van schrik   beangstigen, intimideren
aanjagen van vuur - oprakelen
aanjagend   opwindend
aanjager – booster, compressor, waaier, zuigerpomp
aanjuichen – bejubelen, toejuichen
aankaarten - aansnijden
aankalken   aantekenen, beboeten, opschrijven
aan kant brengen – opruimen, redderen 
aankanten   tegenkanten, verzetten
aankanting - tegenkanting
aankeffen – aanblaffen
aankerven – aantekenen
aankijken – aanblikken, aangapen, aangluren, aanturen, aanzien, afwachten, overdenken, verdenken
aanklacht   aantijging, accusatie, beschuldiging, betichting, denunciatie, incolpatie, requisitoir, tenlastelegging 
aanklagen   accuseren, bekendmaken, beschuldigen, betichten, kwaadspreken, opstaan, tenlasteleggen, verklikken, vervolgen
aanklager – aanbrenger, beschuldiger
aanklampen   aanhangen, aanspreken, aborderen, accosteren, attacheren, benaderen, enteren, praaien, vasthaken, vastkleven, vastmaken, vastpakken 
aanklauwen - aanharken
aankleden – aandikken, aandoen, bekleden,  inrichten, stofferen, uitdossen, uitrusten
aankleding - stoffage
aankleven   aanhangen, attacheren, plakken, vasthechten, vastkleven, vastmaken 
aanklevend – adherent, immanent, kleverig
aanklevingskracht - adhesie
aanknagen   aantasten
aanknopen – aanbinden, aangaan, aanpappen, aanvangen, aaneenschakelen, beginnen, entameren, toevoegen, vastknopen, vastmaken, verbinden
aanknopen bij - inhaken
aanknoping - vasthechting
aankoeken   vastzetten
aankomeling   aspirant, beginneling, beginner, jongeman, nieuweling, halfwas    
aankomen    aanlanden, aanraken, arriveren, belanden, belenden, bereiken,  betasten,  bezoeken, finishen, grenzen, groeien, herstellen, naderen, neerkomen, raken, stranden, terechtkomen, toenemen, treffen, verdikken, verkrijgen, verschijnen
aankomen drijven - aanspoelen
aankomend   aanstaand, a.s., halfvolwassen, jong, opgroeiend, toekomstig, volgend
aankomend arbeider – halfwas
aankomend bediende – aanspanner
aankomend dienstmeisje – daghit, hittepetit
aankomend schepeling   (bij) zeuntje
aankomende hulp   halfwas , leerjongen, loopjongen
aankomende jongeling -  adolescent, knaap, melkmuil, puber
aankomende schepeling    (bij)zeuntje 
aan komen drijven - aanspoelen
aankomen van vliegtuigen - landen
aankomst – aantocht, beëindiging, bestemming, einde, finish, nadering 
aankomstlijn – eindstreep, finish, meet
aankomstruimte - hal
aankondigen – aanbieden, aandienen, aanzeggen,  adverteren, annonceren, bekendmaken, bieden, melden, notificeren, omroepen, openbaren, profeteren, voorspellen, voorzeggen
aankondiger – heraut, inleider, omroeper, voorloper, voorspeller
aankondiging   aanzegging, advertentie, annonce, annunciatie, bekendmaking, convocatie, indictie, kennisgeving, mededeling, notificatie, proclamatie, profetie, voorspelling
aankondiging bij promotie - hora 
aankondiging van het angelus – pardoenen
aankondiging van waren – aanbieding
aankondigingsblad – advertentieblad, folder, staatscourant
aankoop – aangekochte, aanschaf, aanschaffing, afname
aankoopsom –aankoopbedrag,  (koop)prijs
aankopen -  aanschafen, werven, verwerven
aankoppelen   inschakelen, vastmaken, verbinden
aankoteren   aanporren, aankweken, aanteelt, bevorderen, cultiveren, ontwikkelen, opleiden, oppoken, telen, versterken
aan kracht inboeten - verzwakken
aankrammen – nieten, vastmaken
aankruisen – aanduiden, merken
aankuieren – lopen, stappen, wandelen
aankweek   cultuur, fok, teelt, verbinden
aankweken   aanteelt, aantelen, bevorderen, cultiveren, (op)fokken, opleiden, voeden 
aankweken van zijderupsen   zijdeteelt
aankwispelen – aaien, strelen, vleien
aanlachen – bekoren, toelachen
aanlanden   (aan)belanden, aanslibben,  aborderen, terechtkomen
aanlappen   aansmeren
aan lager wal - verlopen
aan lager wal raken - afzakken
aan land gaan   debarkeren, ontschepen
aan land komen - landen
aanlanden – aankomen, aanslibben, bezoeken, terechtkomen
aanlandig   landwaarts
aanlanger   handje
aanlappen – aanflansen, aanhechten, aansmeren
aanlassen - aanzetten, toevoegem, vastmaken
aanleg   aard, aptitude, begaafdheid, dispositie, geschiktheid, bouw, erfelijkheid, gave, genie, instantie, karakter, karaktertrek, kiem, natuur,  neiging, oogmerk, park, plantsoen, talent, toeleg, vatbaarheid, 
aanleg van nature – aard, dispositie, gave, karakter, talent
aanleg hebbend   aangelegd.
aanleggen – aanboeten, aanbrengen, aanstellen, afmeren, appliceren,  boeten,  inlaten, inrichten, katheteriserern, maken, meren, mikken, pauzeren, pleisteren,  richten, stoppen, verdunnen, vastmaken
aanleggen aan de kade - meren
aanleggen (het........)   mikken, rooi
aanleggen (jur.)   eiser
aanleggen met geweer - richten
aanleggen van loopgraven   sapperen
aanleggen van schepen - afmeren
aanlegkosten   steigergeld, walgeld
aanleglasten – steigergeld, walgeld
aanleglijn – rooi, rooilijn
aanlegpaal – ducdalf, tuipaal, meerpaalo, meerstoel
aanlegplaats   embarcadère, haven, hoofd, ka, kaai, kade, pier, pleisterplaats, steiger, stelling, wal
aanlegsteiger   landingsplaats
aanleidende oorzaak   aanleiding
aanleiding   aanstichting, beweegreden, drijfveer,
gelegenheid, grond, motief, oorzaak, reden 
aanleiding geven tot - provoceren
aanlengen   verdunnen
aanlenging - verdunning
aanleren -onderwijzen
aanleunend   proclitisch
aanleuning   proclisis
aanlevering - bezorging
aanlichten   aanbleken, aanbreken, beginnen
aanligbed   divan
aanliggend   (aan) grenzend, belendend
aanlijmen   aanpraten, bevestigen, oploop, toeloop, vasthechten, vastmaken, verbinden
aanloden   aandiepen
aanlokkelijk – aanminning, aantrekkelijk, begeerlijk, bekoorlijk, betoverend, bevallig, engageant, lokkig, verleidelijk, verlokkelijk
aanlokkelijkheid – aantrekkelijkheid, bekoorlijkheid, bekoring, bevalligheid, gratie
aanlokken   begeren, bekoren, aantrekken
aanlokkend   engageant, lokkig
aanloop   begin, bezoek, bestormingbezoek, inleiding, instuif, oploop, raam, taster, toeloop, visite, voorbereiding
aanloopkleur – inferentiekleur
aanlooptoestel - kattapult
aanloop tot vertrek   start
aanloop van gasten - bezoek
aanlopen – aanwippen,  belopen, bezoeken, binnenvaren, duren, indruisen, kleuren, starten, versnellen
aanloper - aanpoter
aanlijmen   aanpraten, bevestigen, vasthechten, verbinden
aanmaak   fabricage, productie, vervaardiging
aanmaakhout   kachelhout
aanmaken – aanbouwen, bereiden, fabriceren, gereedmaken, klaarmaken, ontsteken, produceren, toebereiden, vervaardigen 
aanmaken en bebouwen - aanbouwen
aanmaken van sla - fatigeren
aanmanen   aansporen, oproepen, opwekken, raden, sommeren, stimuleren
aanmaning   aansporing, geschrift, herinnering, protest, sommatie, verzoek, verwittiging
aanmaning tot stilte – kst
aanmaning tot stoppen - ho
aanmars – aantocht
aanmatigend   arrogant, brutaal, driest, eigendunkelijk, eigengerechtigd, eigengereid, eigenmachtig, hoogmoedig, insolent, laatdunkend, onbeschaamd, vermetel, vermoedig, onbeschoft, opretentieus, pretentieus, trots, vrijmoedig, vermetel, verwaand, waanwijs
aanmatigend mens – kwast, pedant
aanmatigende eis – pretentie
aanmatigende houding – air
aanmatigende trots –  arrogantie,  eigendunk, hoogmoed, laatdunkendheidm opgeblazen, pedanterie, praats, pretentie, trots, verdoemd, verwaten
aanmatige verwaandheid - arrogantie
aanmatiging   arrogantie, eigendunk, hoogmoed, 
laatdunkendheid, pedanterie, praats, pretentie, trots, usurpatie, waan
aan meer dan een toebehoren - gemeen
aanmelden   aandienen, aankondigen, bekendmaken, inschrijven, opgeven
aanmelding – aandiening,opgave
aanmengen – aanroeren, toebereiden, versnijden
aanmeren - vastleggen
aanmerken   afkeuren, noteren, remarqueren
aanmerkelijk   aanzienlijk, belangrijk, considerabel, fiks, flink, fors, geducht, goed, groot, sterk, zeer
aanmerking – afkeuring, annotatie, bedenking, glosse, kanttekening, kritiek,  noot, opmerking, opmerkzaamheid, tegenwerking
aanmerkingen - kantschrift
aanmerkingen maken - vitten
aanmeten   aanmatigen, maat nemen, verbeelden
aanminnig   aanlokkelijk, aantrekkelijk, aanvallig, allerliefst, beeldig, bekoorlijk, beminnelijk, bevallig, innemend, knap, lief, liefelijk, lieflijk, lieftallig, mooi
aanminnig (muz.)   venuste
aanminnigheid – bekoorlijkheid, douceur
aanmodderen – aanrommelen, knoeien, prutsen
aanmoedigen   aansporen,  aanvuren, aanwakkeren, aanzetten, animeren, bemoedigen, encourageren, inspireren, opgeven, opwekken, opwinden, opzetten opzwepen, prikkelen, stijven, stimuleren, stoepen, supporteren, toejuichen
aanmoedigend – bemoedigend, ophitsend, opwekkend
aanmoediger – animator, fan, supporter, 
aanmoediging – aandrijving, aansporing, aanwakkering, ajo, allo, beloning, bemoediging, bezieling, couragement,  encouragement, hup, instigatie, komaan, kopop, opwekking, prijs, prikkel(ing), sa, spoorslags, stimulans, (toe)voegen, troost, tsa, versterken, vooruit, welaan
aanmoedigingskreet – hup, yell
aanmonding   embouchure
aanmonsteren   aanwerven, enroleren, dienstnemen, werven
aanmunting - monetisatie
aannaaien   bedotten, bedriegen,beduvelen, vasthechten, vastnaaien, wijsmaken
aannagelen – hechten, spijkeren, vastzetten
aannemeling   proseliet
aannemelijk – aanneembaar, aanvaardbaar, acceptabel, admissibel, bevattelijk, billijk, gegelooflijk, geloofwaardig,  geldig, geloofwaardig, plausibel, redelijk, steekhoudend, valabel, waarschijnlijk
aannemelijkheid – plausibiliteit
aannemeling – probeliet
aannemen   aanpakken, aangrijpen, aanpakken, aanvaarden, aanvatten, accepteren, achten, adopteren, affiliëren, beginnen, beweren, erbarmen, geloven, menen, nemen, onderstellen, ontfermen, ontvangen, opnemen, overnemen, pakken, stellen, supponeren,  toelaten, toetasten, veronderstellen, waarderen
aannemen van kinderen – adopteren
aannemen van personeel - werven
aannemen v. e. lichaamstand   pose, poseren
aannemen van een voorstel – goedkeuren
aannemen van een wissel - wisselaccept
aannemer   bouwer
aannemersfirma - bouwbedrijf
aanneming – affilitatie, adop(ta)tie, assumptie, communie, confirmatie, engagement, geloof, toelating
aanneming van een kind   adoptatie, affilatie
aan oog onttrekken – maskeren
aan orde en tucht gewend - gediciplineerd
aanpak – begin, tactiek, beleid, nethode, , aanvatten, behandelen, nemen, overnemen
aanpakken – aangrijpen, aannemen, beginnen, behandelen, (in)grijpen, ontvangen, (be)straffen, toetasten (aan)vatten
aanpakkertje   pannenlap
aanpalen   aangrenzen
aanpalend   aangrenzend, belendend, naastgelegen
aanpappen – aanknopen
aanpassen – aansluiten, aarden, accommoderen, adapteren, assimileren, bijstellen, gewennen, regelen, richten, schikken, voegen, wennen
aanpassing   accommodatie, achromatopsie, adaptatie, assimilatie, confrontatie, gewenning,  mimicri, schikking, voeging, wenning
aanpassingsvermogen   accommodatievermogen
aanpikken – aanblessen, aangrijpen, aanhaken
aanplakbiljet   affiche, muurkrant, plakkaat, poster
aanplakbord - reclamebord
aanplakken – aankleven, afficheren, bekendmaken, lijmen
aanplakzuil - reclamezuil
aanplant   cultuur, kebon (Ind.), kweek, plantage, teelt
aanplanten – cultiveren, kwaken, telen, vermeerderen, vernieuwen
aanplanting – cultuur, kweek
aanplanting van pijnbomen - pinetum
aanporren – aandrijven, aansporen, aanvuren, aanstoten, aanzetten, manen, opwekken, talonneren
aanpoten – aanpakken, doorwerken
aanpraten   suggereren
aanpresenteren - aanbieden
aanprijzen   aanbevelen, aanraden, aanspreken, adverteren,  loven, ophemelen, preconiseren, preconisatie,  progageren, recommanderen
aanprijzing   aanbeveling, advertentie, reclame, recommandatie
aanpunten – (aan)scherpen, slijpen
aanraden   aanbevelen, aanpraten, aanprijzen, aanspreken, adviseren, beroeren, overtuigen, raden, recommanderen
aanraken   aankomen, aanroeren, aanvoelen, beroeren, (be)tasten, (be)voelen, tangeren, toucheren
aanraking – aai, betasting, connectie, contact, duw, klopje, kneep, omgang, relatie, slag, streling, tast, tik(je), touché, voeling 
aanrakingslijn - tangens
aanraken   opruimen, schoonmaken, verkrachter, 
aanrakken - opruimen, schoonmaken
aanranden – aanvallen, belagen, benadelen, benaderen, krenken, onteren, overvallen, schaden, schenden
aanrander   belager, eerrover, overvaller, overweldiger, schender
aanranding – aanslag, eerroof, inbreuk, schennis, overval
aanranding van eer - eerroof
aanrecht – gootsteen, rechtbank
aanrechten   opdienen, opdissen, werkblad, werkplaat
aanrechtkamer   pantry
aanrechttafel - dressoir
aanreiken – aangeven, aanlangen, afgeven, bezorgen, langen, opgeven, (over)geven, overhandigen, overreiken, reiken, schenken, toesteken
aanrekenen – (ver)wijten
aan repen snijden - riemen
aanrichten   berokkenen, stichten, teweegbrengen, veroorzaken
aanrijden – aanjagen, africhten, botsen, rammen
aanrijding   botsing, ongeluk
aanrijgen – aanhalen, aanrissen, aanritsen, enfileren, vastmaken, vastsnoeren
aanrijpen – groeien, ontwikkelen
aanrijven - aanharken
aanrit – charge
aanritseling - aanvechting
aanritsen   rijgen
aanroep   halt, hallo, hela, hé, ho, stop, werda
aanroepen – bezweren, bidden
aanroepen van schepen   praaien
aanroeping   appel, invocatie
aanroeping der goden   epiclese, gebed, invocatie.
aanroepingen   litanie
aanroeren – aanmengen, aanraken, aanstippen,  behandelen, bespreken, gewagen, melden, raken, reppen, treffen, vermelden
aanroering   aandoening
aanrommelen – klooien, klungelen, knoeien, (aan)modderen,otteren, prutsen, 
aanrukken   aansnellen, aantijgen, brengen, naderen
aanrijding   botsing, ongeluk
aanrijgen   enfileren
aan de rugzijde   dorsaal
aanschaf   investering, koop
aanschaffen   aankopen, (in)kopen, verwerven, voorzien
aanschaffer - kopr
aanschaffing - aankoop
aanschellen   aanbellen, bellen
aanschenden   aanhitsen, aanraden, aanranden, aantasten, bestoken, opstoken
aanscherpen – aanpunten, aanwetten, scherpmaken, slijpen
aanschieten – aansteken, aantrekken, kwetsen, raken, toesnellen, treffen 
aanschijn   aangezicht, gelaat, gezicht, uiterlijk
aanschijnen   beschijnen, bestralen, verlichten
aanschouw   overweging
aanschouwbaar - zichtbaar
aanschouwelijk   duidelijk, levendig, openlijk, ostensief, plactisch, schilderachtig, visueel, zichtbaar
aanschouwelijkheid - plasticiteit
aanschouwen – aankijken, aanzien, aanstaren,  bewonderen, (be)zien, bekijken, aankijken, gadeslaan,opmerken, opnemen, gadeslaan, waarnemen
aanschouwer – kijker, toeschouwer
aanschouwing - visie
aanschrappen - merken
aanschrijden – naderen, voortgaan
aanschrijven   achten, bevel(en), brief, circulaire, convocatie, noteren, opdragen, oproep(en), opschrijven,  optekenen, schatten, toerekenen
aanschrijving   bevel, brief, convocatie, geschrift, mededeling, oproep 
aanschroeven – vastmaken
aanschudding - aanstoten
aanschuieren - schoonmaken
aanschuiven – aantreffen, bijzitten
aansjokken - aansukkelen
aansjorren – aantrekken, vastbinden, vastmaken, vastsjorren, verbinden
aansjouwen - aandragen
aanslaan   aanvaarden, bekeuren, groeten, axideren, salueren, schatten, starten, taxeren, treffen, vastspijkeren, waarderen
aanslaander   likrol
aanslaan van een hond – blaffen
aanslaan van een motor - starten
aanslag – aanplakking, aanranding, aantasting, aanval, acciacamento, belastingbedrag, belastingschuld, bezinksel, complot, doodslag, geklots, korst, mikken, misdaad, moordpoging, neerslag, onderneming, ontwerp, overval, plan, raid, roest, roet,  samenzwering, schatting, schiethouding, taks(atie), tandsteen, toeleg, touché, vcoornemen, ijver
aanslagbeitel - kruisbeitel
aanslag op metalen   roest
aanslag op planten   meeldauw
aanslag van pianist – toucher
aanslag van rook - tandsteen
aanslag van een vlam   roet
aanslagregister   kohier
aanslepen   aanbrengen, aandragen, aantrekken, aanzeulen
aansleuren - slepen
aanslibben – aanspoelen
aanslibbing – aanslag,  aanwas, alluvium, gors, hop, kwelder, nes, schors, wad, zie aangeslibd land
aanslibsel - slik
aanslijken – aanbaggeren, aanslippen
aanslijpen – scherpen
aanslijping van een beitel – eg, fout
aanslingeren - starten
aansluiten – aan(passen), doorgaan
aansluitend - later
aansluiting – affiliatie, associatrie, communicatie, contact, correspondentie, fusie, junctie, lidmaatschap, verbinding, vereniging, voortzetting
aansluitdoos voor een stop    steekdoos, stekker
aansluiting aan hogere religieuze orde – aggregatie
aansluiting van een woord aan het voorafgaande woord – enclisis, enclitisch, proclissis
aansluiting van verbindingen – las
aansluitingspunt – junktie, nek, verbindingspunt
aansmeren – aandraaien, aanlappen, aanmakelen, opsolferen, vastleggen, verkopen 
aansnauwen – bassen, blaffen, snauwen, tekeergaan
aansnellen - aanrukken
aansnijden   aanbreken, aankaarten, aanvangen, aanvatten, beginnen, entameren, voorsnijden
aansnijden van een nieuw onderwerp - entameren
aanspannen – bevestigen, samenspannen, vastmaken, verenigen 
aanspoelen – aanslibben, (aan)stranden, 
aanspoeling   aanslibbing, slib
aansporen – aanjagen, aandrijven, aandringen, aanmanen, aanmoedigen, aanporren, aanvuren, aanzetten, animeren, drijven, drukken, inspireren, instigeren, knellen, kwellen, manen, motiveren, nopen, opporren, opjagen, opjutten,opporren, opruien, opwekken, opzwepen, porren,  pramen, pressen, prikkelen, pushen, stimuleren, talonneren,toejuichen,  vermanen
aansporing – aandrift, adhortatie, alla, allo, hup, instagnatie, oproep, opwekking, prikkel, stimulans, stimulus, toe, tsa
aanspraak   claim, eis, gezelschap, omgang, optie, pretentie, recht, rechtsgrond, rede, vordering
aanspraak maken op iets – bedingen, claimen, eisen, pretenderen, reclameren, vorderen
aanspraak maker   pretendent
aansprakelijk   gehouden, responsabel, schuldig, verantwoordelijk, verbonden
aanspreekbaar - toegankelijk
aanspreeknaam van een papegaai   lorre
aanspreektitel – amice, dominee, edelachtbare, eerwaarde, excellentie, juffrouw, majesteit, meneer, mevrouw, mijnheer, pastoor, rabbi, sire, ue(d), uedele, ZE
aanspreektitel van een adelijke vrouw in Engeland - mylady
aanspreektitel van een joods geestelijke – rabbi
aanspreektitel van een kloosterzuster – mère
aanspreektitel van een lord – mylord
aanspreekvorm – gij. jij, jullie, U
aanspreken   aanbreken, aborderen, accosteren, betitelen, entameren, manen, preconiseren
aanspreken met jij – tutoyeren
aanspreken op straat - accosteren
aanspreker – aanzegger, bidder, doodbidder, kraai, leedaanzegger, lijkbidder, nodiger 
aanspreking – eminentie, excellentie, juffrouw, majesteit, meneer, mevrouw, sire, eerwaarde, eminentie
aansporing   aandrang, prikkel, stimulans.
aanstaan   aandringen, aanhouden, behagen, bevallen, draaien, lijken, openstaan
aanstaand – (aan)komend, eerstkomende, toekomnd 
aanstaande   a.s., E.K., E.V., beminde, dichtbij, eerstkomend, eerstvolgend, fiancé(e), galant, in spe, komende, nabij, toekomstig, verloofde
aanstaand zijn - komen
aanstalte – preparatief, toebereidsel, voorbereiding, voorbereidsel
aanstalte maken - prepareren
aanstalten   begin, toebereidselen, voorbereidingen
aanstappen – aanbenen, opschieten
aan stapels zetten - opstapelen
aanstaren – aanblikken, aangapen, aanschouwen, aanturen, bekijken, bewonderen
ansteekkoord - lont 
aanstekelijk   besmettelijk
aanstekelijke ziekte - epidemie
aansteken   aandoen, aanschieten, aanzetten, allumeren, besmetten, infecteren, ontsteken, opsteken
aanstekend – besmettelijk, infectueus, virulent, ziekteverwekkend
aansteker   lighter
aanstellen - aanleggen, aanwijzen, benoemen, inrichten,  installeren, overdrijven, plaatsen, posteren
aansteker   lighter
aanstellen – aanleggen, aanwijzen, benoemen, inrichten, installeren, overdrijven, plaatsen, posteren
aansteller – dandy, komediant, kwast, lastgever, malloot, poen, poseur, snob, stimulant, uitslover
aanstellerig – artistiek, bekakt, geaffecteerd, gekunsteld, gemaakt, gemanierd,  geposeerd, kleinzerig, nesterig, nuffig, pedant, scène, snobistisch,  theatraal, verdreven
aanstellerig belachelijk mens – dandy,gekkerd, hansworst, harlekijn, komediant, kunstenmaker, malloot, poseur, snob, snobinette 
aanstellerij   aanstelleritis, affectatie, bluf,  cabotinage, frats, geaffecteerdheid, gekunsteldheid, gemaaktheid, huichelarij, komedie, kuur, mallotigheid, pose, scherts, snobisme, vertoon
aanstelling   benoeming, installering, nominatie, provisie, 
aanstelster – nuf
aansterken – beteren, herstellen
aan sterke schommelingen onderhevig - nerveus
aansterven   erven
aanstevenen – aanzeilen
aanstichten – teweegbrengen, veroorzaken
aanstichter – aandrijver, aanjager, aanspoorder, aanvuurder, aanzetter, belhamel, bewerker, gangmaker, (lat)auctor, muiter, ophitser, oproerkraaier, opruier, opstoker, provo, raddraaier, spokebrand, veroorzaker, ijveraar
aanstichting   initiatief
aanstippen   aangeven, aanroeren, aanstrepen, aanvoeren, aanwijzen, afstrepen, pointeren, toucheren, vermelden
aanstoken – aandrijven, aanjagen, aanvuren, aanwakkeren, aanzetten, fomenteren, ophitsen, opruien, opstoken, verergeren
aanstoker   aanhitser, aanzetter, agiator, faiseur, muiter, ophitser, opruier, opstoker, raddraaier, agitator
aanstoker tot oproer – muiter, raddraaier
aanstonds – aldra, alras, binnenkort, dadelijk, direct, dra, eerlang, gauw, meteen, onverwijld, ras, soms, spoedig, straks, temee, temet, terstond, voort, weldra, zo(wel)
aanstoot   ergernis, ombrage, ontstemming, ontstichting, schandaal
aanstoot geven of nemen - choqueren, ergeren, ontstemmen, onzedelijk, shockeren
aanstoot gevend – aanstotelijk, ergerniswekkend, indecent, onbetamelijk, ondegelijk, oneerbaar, onfatsoenlijk, ontuchtelijk, onwelvoeglijk, onzedelijk, stuitend
aanstoot gevende zaak – schandaal
aanstoot verwekken – schokken, shockeren
aanstoppen – opvullen
aanstorten - plempen
aanstotelijk   choquant, ergerlijk, indecent, kwetsend, onbehoorlijk, onbetamelijk, onredelijk, onwelvoeglijk, onzedelijk, revoltant, scandaleus, schandalig, schandaleus, shocking, stuitend
aanstoten – aanraken, botsen, duwen,  porren, proosten, toasten
aanstotend   aangrenzend, aanpalend
aanstrepen – aanstippen, merken, tekenen, turven
aanstrijken – dichtsmeren, toevoegen
aanstuiven - aanstormen
aan stukken – gebroken, kapot
aan stukken snijden – trancheren, versnijden
aanstuwen - aandringen
aantal – boel, dosis, dozijn, getal, grootte, gros, hoeveelheid, horde, kwantum, kwartet, legio,  menigte, partij, quantum, reeks, respectabel, stel, sterkte,  tal, talrijkheid, troep, veelheid, verschot 
aantal apostelen – twaalf
aantal balen koffie - filière
aantal behaalde punten – score
aantal bijeen behorende voorwerpen –  bundel, garnituur, groep, klaasse, pak, set, stel, verzameling
aantal bij elkaar behorende zaken   groep, klasse, paar, set, stel, verzameling
aantal boeken –  bibliotheek, collectief, kollektief, verzameling
aantal boxen met paarden – renstal
aantal eieren – stijg, schok, snees
aantal garven (bijeen om te drogen – gast, hok
aantal gebonden voorwerpen – bundel, pak
aantal geboorten per jaar - nataliteit
aantal gedrukte exemplaren –  druk, editie, oplaag, oplage
aantal huizen –blok
aantal inwoners – inwonertal, zielental
aantal kamelen – karavaan
aantal kunstvoorwerpen - collectie
aantal mensen – koppel, paar
aantal militairen – troep, eenheid
aantal monsters – monsterboek, staalboek, staalkaart, stalenboek
aantal op elkaar geplaatste voorwerpen – hoop, stapel, tas
aantal pagina’s – katern
aantal renhonden voor slipjacht – meute
aantal renpaarden - renstal
aantal schepen - vloot
aantal slipjachthonden – meute
aantal stemgerechtigden – quorum
aantal sterfgevallen per jaar - mortaliteit
aantal stuks vee - kudde
aantal te drukken exemplaren – druk, editie, oplage, oplaag
aantal trillingen – frekwentie, frequentie
aantal vellen papier   rien
aantal van acht of tien schoven - stuik
aantal van drie - trio
aantal van een uitgave - oplage
aantal van twaalf – dozijn
aantal vellen papier – riem
aantal verbonden delen – geleding
aantal voertuigen   file, colonne, wagenpark
aantal voertuigen getrokken door een ander   trein
aantal vogels – vlucht, zwerm
aantal voorwerpen   bundel, pak, stel
aantal, wat het   betreft   numeriek
aantal zangers - koor
aanstoot geven of nemen  choqueren, ergeren, ergerniswekkend, indecent, ondegelijk, onfatsoenlijk, onzedelijk, ontstemmen, shockeren
aanstoot verwekken   shockeren
aanstotelijk   choquant, ergernis, ergerlijk, kwetsend, onbehoorlijk, onbetamelijk, onzedelijk, shocking, scandaleus,  stuitend,
aanstoten   porren
aanstrepen   merken, tekenen
aanstrijken   bedekken, toevoegen
aantasten – aandoen, aangrijpen, aanknagen, aanschenden, aanvallen, aanvatten, aanvreten, bekladden, belasteren, beschadigen, corroderen, offenderen, wegbijten
aantastenderwijs - offensief
aantasting   aanval, aanvreting, afslijping, bederf, beschadiging, corrosie, erosie,  inbreuk, uitval
antasting door vocht – bederf, roest, rotting, weer
aantasting met geweld - agressie
aanteelt – aanfok, vermeerdering
aantekenboekje   agenda, carnet, livret, memorandum, memoriaal, notaboek, notitieboekje, zakboekje
aantekenboek van vracht   consigne 
aantekenen   boeken, noteren, ondertrouwen, opschrijven, registreren
aantekenen op het gemeentehuis - ondertrouwen
aantekening   afkeuring, annotatie, apostille, glosse, kanttekening, krabbel, noot, nota, notering, notitie, notulen, ondertrouw, punt, registratie, voetnoot
aantekening in de marge – kanttekening, randnota
aantekening op de rand van een akte - apostille
aantekening op telegrammen - rp
aantekening van behaalde punten   score
aantekeningen – notulen
aantekeningen in de marge - marginalia
aantekeningen maken – noteren, notuleen
aantelen – (aan)fokken, (aan)kweken, vermeerderen, verwekken
aan te nemen grondstelling – postulaat
aan te raden – geraden, dienstig, raadzaam
aan textiel fraaier aanzicht geven - appreteren
aantijgen   aanwrijven, betichten, beschuldigen, imputeren, verwijten
aantijging – belastering,  beschuldiging, betichting, inputatie, insinuatie, kwaadsprekendheid,  laster l;astering, verwijt
aantikken – (aan)raken, aanstoten, groeten
aantocht – aankomst, aanmars, nadering
aantonen   aanduiden, aanwijzen, aanzien, bewijzen, blijken, demonstreren, prouveren, staven, uitwijzen
aantonend – deiktief, indicatief
aantonende wijs – indicatief
aantoning – bewijs, indicatie
aantoonbaar – bewijsbaar, zichtbaar
aantreden – bijeenkomen, naderen, ontmoeten, verzamelen
aantreffen   ontmoeten, tegenkomen, tellen, vinden
aantrekkelijk   aanlokkelijk, aanminnig, appetijtelijk, attractief, begeerlijk, bekoorlijk, boeiend, charmant, energiek, engageant,  fel, flink, gevoelig, goed, innemend, knap, leuk, mooi, ooglijk, riant, smakelijk, vinnig, vurig
aantrekkelijk lieftallig - riant
aantrekkelijk meisje - stoeipoes
aantrekkelijkheid – attractieviteit, charme, bekoorlijkheid, geurigheid, innemendheid, jeu, jus,  kleurigheid, luister, opschik, spel, woordspeling
aantrekken   aandoen, aandossen, aanhalen, aanlokken, aanschieten, aanschuiven, aansjorren, aantijgen, aanzetten, attraheren, bekoren, berokkenen, dichten, lusten, toedoen
aantrekking – attractiw, bekoring, adhesie, attractie, cohesie
aantrekking (Arab.) - djadeba 
aantrekkingskracht   adhesie, attractie, coherentie, cohesie, gravitatie, magnetisme, sex appeal
aantrekkingskracht op het andere geslacht   sex appeal
aantrekkingskracht van deeltjes van een stof   cohesie, coherentie
aanturen – aankijken, aanstaren
aan twee zijden tegelijk - bilateraal
aantijgen   aanwrijven, beschuldigen
aanvaardbaar – aannemelijk, acceptabel, allouabel, billijk, gereed, klaar, redelijk
aanvaard – erkend, geaccepteerd, ingeburgerd
aanvaarden – aangaan, aanminnig, aannemen, accepteren, beginnen, berusten, betrekken, erkennen, krijgen, ondernemen, ontvangen, slikken, toelaten 
aanvaarding – aanneming, acceptatie, aditio, agrement, bereidheid, bewilliging, erkenning, versiersel
aanvaarding van een nalatenschap   aditio
aanval   aandoening,  aandrang, aanloop, aanslag, aantasting, aanvechting, acces, agressie, amok, attaque, bestorming, charge, impetus, insult, offensief, opwelling, overval, raid, stormloop, strijd, tacle, vlaag
aanval door de ruiterij – charge
aanval door het midden – dieptepass
aanval met velen (Ind) – rampok
aanval met vliegtuigen - luchtaanval
aanvallen – aangrijpen, aanranden, aantasten, aanvallen, aanvechten, ageren, beklagen, bestoken, bestrijden, overrompelen, plempen, tackelen
aanvallend – offensief
aanval op een belegerde stad – bestorming
aanval over de vleugel - flankaanval
aanval van bewusteloosheid   stuip
aanval van hartzwakte   collaps
aanval van razernij (Ind.) – amok
aanval van staat op een andere staat – agressie
aanval van waanzin - raptus
aanvallen   aanranden, aangrijpen, aantasten, attaqueren, belagen, bestoken, bestormen, bestrijden, chargeren, incrimineren,  kolder, overvallen, plempen, rampokken, treffen
aanvallend   agressief, offensief
aanvallende beweging - aanvalsactie
aanvaller   agressor, belager, spits, voorhoedespeler
aanvaller (voetbal) - spits
aanvallig   aanminnig, bekoorlijk, beminnelijk, bevallig, innemend, lief(tallig), lieflijk, snoeperig, vriendschappelijk, vrijpostig
aanvalligheid – bekoorlijkheid, charme, gratie
aanvallig wezentje – poetje, schatje
aanvalsdrift - agressie
aanvalsfase – bestorming
aanvalskracht – stootkracht
aanvalskreet - krijgsgeschreeuw
aanvalslinie - voorhoede
aanvalsmiddel   angel, wapen
aanvalsplan - strijdplan
aanvalswapen - tank
aanval van razernij - amok
aanvang   aanhef, afreis, begin, kiem, oorsprong, overture, proloog, start
aanvangen – aanheffen, aanleggen, entameren, beginnen, incipiéren, ingaan, inrichten, ondernemen, starten, treden
aanvanger   beginneling
aanvankelijk   eerst, oorspronkelijk
aanvangsgrond – rudiment
aanvangsgronden – initia (lat)
aanvangsletter – beginletter,  initiaal
aanvangspunt – beginpunt, start
aanvangsstadium   begin
aanvaren – binnenlopen, botsen, raken, overvaren, rammen
aanvaring – botsing, conflict, discussie, ongeluk, 
aanvatten – aangrijpen, aannemen, aanpakken, tpakken, aantasten, bebeginnen, starten
aanvattertje – pannenlap
aanvechtbaar – bedenkelijk, betwistbaar, discutabel, 
aanvechten – aanvallen, bestrijden
aanvechting   aandrift, begeerte, bekoring, bestrijding, lust, neiging, temtatie, verleiding, verzoeking
aanvegen – aanschuieren, reinigen, schoonmaken
aan verdovende middelen verslaafde – druggebruiker, morfinist, opiumsnuiver, spuiter
aanverstorven   geërfd
aanverwant   aangehuwd, aangetrouwd, bijeenhorend, bloedverwant, eigen, familie (lid), geparenteerd, (ver)maag(schapt)
aanverwantschap   adfinitas, zwagerschap
aanverwanten van moederszijde   Cognaten, Spillemagen
aanvetten - aandikken
aanvoegen   verbinden
aanvoegende wijs   conjunctief, subjunctief
aanvoegsel   appendix, nawoord, supplement
aanvoelen – aanraken, begrijpen
aanvoeling   advectie, intuïtie
aanvoer   advectie, leiding, pijp, toevoer
aanvoerbuis - pijp
aanvoeren   aanbrengen, adstrueren, bevelvoeren, besturen, commanderen, hoofd, leiden, staven, toevoeren
aanvoerder   baas, belhamel, bevelhebber, captain, cavelillo, chef,  commandant,  doge, duce, dux, generaal, hetman, hoofd, hoofdman, kommandant, landsheer, leider, opperste, overman, overste, princeps
aanvoerder der Argonauten   Jason 
aanvoerder der Joden - Esra
aanvoerder der Kozakken – hetman
aanvoerder der Muzen - Apollo
aanvoerder van Italiaanse huursoldaten – condottieren
aanvoerder der Venetianen – Doge
aanvoerder in oud Friesland - potestaat
aanvoeren ( jur) – sustineren
aanvoerder van een kozakkenbende – ateman, hetman, mazeppa
aanvoerder (Indon)   panglima
aanvoeren – aanbrengen, aandragen,  adstrueren, besturen, beweren, leiden, leveren,  staven, sustineren, toevoeren
aanvoering – adductie, bevel, commando, leiding, opperbevel
aan voorbij zien - negeren
aanvraag   verzoek
aanvraagbiljet - formulier
aanvragen – bestellen, verzoeken
aanvreten   aantasten, verweren. uitbijten
aanvreting – aantasting, arrosie, corrosie, vraat
aanvriezen   aanbakken
aanvullen – aandammen, completeren, plempen, suppleren, toevoegen, vermeerderen, vervolledigen
aanvullen van de dakbedekking – lateren
aanvullen van ruimte met beton - aanrazeren
aanvullend   additief, additioneel, bijkomend, complement(air), expletief, supplementair, suppletoir, toevoeging, toevoegsel
aanvullend deel   complement
aanvullend (recht) – regelend
aanvullend theorema – lemma, hulpstelling
aanvuller - supplement
aanvulling – aanhangsel, amplificatie,  bijlage, bijvoegsel, coda, complement, completeren, expletie, suppletie, toelichting, toevoegsel, vervollediging, voltooing, uitbreiding, vervollediging
aanvulling tot   90°    complement
aanvulling tot 180°    supplement
aaanvulling tot 360°- complement
aanvullingen - addenda
aanvulling van paarden   remonte
aanvulsel   supplement
aanvuren – aanblazen, aandrijven, aanhitsen, aanjagen, aanmoedigen, aanporren, aansporen, aanstoken, aanwakkeren, aanzetten, bemoedigen, hitsen, inblazen, ophitsen, opjutten, oppeppen, opstoken, opwekken, toejuichen
aanvijzen   wijsmaken
aanwakkeren – aanblazen, aanbollen (van wind ), aanhitsen, aanmoedigen, aansporen, aanstoken, aanvuren, aanzetten, activeren, encouvageren, hevigen , ophitsen, oprakelen, opsteken, opwekken, stoken, toenemen, verhevigen, verzet
aan wal gaan – debarkeren, ontschepen, passagieren
aan wal uitgaan - passagieren
aanwas – aangroei, aanslibbing, accessie, accres, groei, gezwel, increment, schor, tier, toename, toeneming,  vergroting vermeerdering
aanwassen – groeien, ophopen, toenemen, uitbreiden, vermeerderen
aan weerszijde holrond – biconcaaf
aanwendbaar - practikabel
aanwenden   appliceren, benutten, besteden,  bezigen, employeren, gebruiken, inpenderen, inspannen, toepassen
aanwending – applicatie, besteding,  gebruik, nut, uitgave, utilisatie
aanwennen - aanpassen
aanwensel   gewoonte, hebbelijkheid, tic, tik, zenuwtrek
aanwerven –embaucheren, enroleren, rekruteren, ronselen, winnen
aanwerver – enroleur, colporteur, ronselaar,sjacheraar
aanwerving – colportage, lichting, ronseling
aanwenner – enroleur, ronselaar
aanwetten – scherpen
aanwezig – beschikbaar, erbij, positief, present, tegenwoordig, voorhanden
aanwezige – getuige, kijker, toeschouwer
aanwezige goederen – inventaris, stock,voorraad, 
aanwezige hoeveelheid   voorraad
aanwezige mensen – bezoek, gasten, publiek, toeschouwers
aanwezig geldbedrag - kassaldo
aanwezigheid – beschikbaarheid, bijzijn, presentie, tegenwoordigheid
aanwezigheid constateren - signaleren
aanwezigheid elders – alibi
aanwezigheid van eiwit in de urine - albuminurie
aanwezigheid van gas, ziekelijke   pneumatose
aan wie een brief gericht is   geadresseerde
aanwijs   inlichting, tip
aanwijsbaar - aantoonbaar
aanwijsstok – roede, staaf
aanwijzen   aanduiden, aangeven, aanstippen, aantonen, beduiden, bestemmen, demonstreren, doelen, duiden, dulden, indiceren, individualiseren, karakteriseren, kenschetsen, noemen, toewijzen, tonen, typeren
aanwijzend – deïktisch, demonstratief, enumtatief
aanwijzend voornaamwoord   dat, datgene, degene, demonstrativum, deze, dergelijke, die, diegene, dit, exponent, gene, gindse, indicator, zelf, zodanig, zulk(e)
aanwijzer   exponent (wisk), index, indicateur, indicator, mantisse (logaritmen)
aanwijzing – aanduiding, advies, assignatie, bekendmaking, governo, hint, indicans, indicatie, indicie, inlichting, instructie, kenteken, onderdeel, passage, prognose, raad, renseignement, spoor, symtoon, teken, tip, verkeersteken, voorschrift, wenk
aanwijzing op brief   aantekenen, breekbaar,  c.o., drukwerk, luchtpost,  per adres, p.a. expresse, p.e, spoed, vertrouwelijk
aanwijzing op de schatkist – assignatie
aanwijzing vaarwater - boei
aanwijzing van gebreken   aanmerking, kritiek
aanwijzing van de grote toonladder – dur
aanwijzing voor betaling geven – assigneren
aanwijzingsboek - repertorium
aanwinnen – aandammen,  toenemen, veroveren, verwekken, verwerven
aanwinning – toeneming, verwerving
aanwinst –  aanslibbing, aanwinning,  acquest, conquest, gewin,  inschrijving, nieuws, toename, vergroting, verwerving
aanwippen – aanlopen, bezoeken
aanwonende – aangelande
aanwortelen – wortelschieten
aanwrijven – aantijgen
aanwrijving   aantijging, beschuldiging
aan zee - az
aan zee gelegen – maritiem, pontijns
aanzeggen – aankondigen, bekendmaken, beloven,  bevelen, gelasten,  mededelen, significeren, verklaren, voorzeggen
aanzegger – aanspreker, heraut
aanzegging   annunciatie (lat), bericht, bevel, intimatie, mededeling, notificatie, verklaring, voorspelling 
aanzegging door deurwaarder   exploit
aanzeilen - aanstevenen
aanzet   begin, impuls, inzet, prikkel, start, stimulans
aanzetknop – schakelaar, startknop
aanzetknop in de auto - starter
aanzetriem – strijkriem, wetleer, wetriem
aanzetsel   aangroeisel, aanslag, aanzetstuk, bezinksel, droesem, grondsop, ketelsteen, moer, neerslag, nok, tandsteen, verlengstuk
aanzetsel op tanden - tandsteen
aanzetstuk   verlengsel (stuk)
aanzetten – aandoen, aandraaien, aandrijven, aanjagen, aanmoedigen, aanporren, aansporen, aanstoken, aantrekken, aanvuren, accentueren, animeren, beginnen, brengen, drukken, duwen, dwingen, enten, hitsen, inschakelen, kloppen, kwellen, noodzaken, nopen, opjuinen, ophitsen, opmonteren, opruien, opstoken, opwekken, opzetten, opzwepen, poken, pramen, prikkelen, prikken,  scherpen, slijpen, starten, steken,  stimuleren, talonneren, wekken, wetten
aanzettend   ophitsend, opwekkend
aanzetter – aanstoker, ophitser, opstoker, opruier, opzetter, slijper
aanzetting - juxtapositie
aanzeulen - aanslepen
aanzicht   gelaat, gezicht, schouwspel, voorkomen
aan zich verplichten - obligeren
aanzien - aanblik(ken), aangaan, aankijken, aanschouwen, aantonen, aanzicht, achtenswaardig, achting, aspect, bekijken,beoordelen, beschouwen, betreffen,  bezien, blik, dulden, eer, eerbiedwaardig, egards, ere, gewicht, gezicht, heerlijkheid, hoogheid, invloed, krediet,  luister, onderneming, ontwerp, ontzag, opzicht, overwegen, overwicht, positie, prestige, proberen, rang, regard(eren), reputatie, respect, roem, schouwen, staat, standing, tel, toezien, voorkomen, voornemen
aanzien genietend - loffelijk
aanzienlijk – aanmerkelijk, achtbaar, behoorlijk, belangrijk, boel, deftig, doorluchtig, edel, eerwaardig, fiks, geacht, geducht, groot, machtig, notabel, respectabel, sterk, stevig, verheven,  veel, voornaam, waardig
aanzienlijk vermogen – kapitaal, maxipolentie, opulentie,  rijkdom, schat
aanzienlijke - edele
aanzienlijke burgers - notabelen
aanzienlijke daling van economische activiteiten – impasse, recessie, slump
aanzienlijke hoeveelheid – veel, 
aanzienlijken   beau monde, jetset, noblesse, notabelen, optimaten, upperten, vips, voornaamsten 
aanzienlijker – meerder
aanzienlijkheid – grootheid, spectabilitiet
aanzijn   bestaan, leven, tegenwoordigheid
aan zijn dienst verbinden – engageren
aan zijn huis gehecht - honkvast
aanzitten - tafelen
aanzoek   bede, liefdesverklaring, verzoek, vraag
aanzoeken – benaderen, solliciteren, vragen
aanzoeker   aspirant, postulant, pretendent, sollicitant, vrijer
aanzuiveren   bijpassen, nabetalen, vereffenen, verifiëren
aanzwellen   aanzetten, groeien, toenemen, uitzetten, vermeerderen, wassen
aanzwellend   crescendo, sforzando(sfz)
aap   zie apensoort
aapachtig – dwaas
aapachtig dier – langpootaap, spookdier, 
aapje – bidelot, fiacre
aapmens – pithecanthropos
aap van een jongen – deugniet, kwajongen
aap zonder staart -gibbon
aar    ader, arend, bloeiwijze, halm, korenaar, maiskolf, rivierarm, spica, tros
aar van maïs   maïskolf
aar van de eenslachtige bloem – katje
aar van tarwehalmen - tarweaar
aard   aanleg, eigenschap, functie, geaardheid, gestel, gesteldheid, hoedanigheid, inborst, individualiteit, innerlijk, karakter, karaktertrek, komplexie, kwaliteit, modo, natuur, ras, soort, trant, staat, temperament, vorm, wezen, wezenheid
aardachtig ijzersteen - ijzeroker
aardakker   (eetbare) knolwortel
aardalkalimetalen – barium, calcium, strontium
aardappelen rapen   rooien
aardappel   afkoker, bintje, drieling, eigenheimer, drieling, kriel, legger, patat, pieper, pimpernel, poter, puree, rode star, toffel
aardappeleter - coloradokever
aardappelgerecht – patat, puree
aardappel in de schil gekookt - knorhaan
aardappelkever   colorado (kever)
aardappelmoes - puree
aardappelproduct – chips, frites, patat
aardappelrooiersverlamming   knieverlamming
aardappelschiller - jassen
aardappelschurft - pok
aardappelstokje – patat, friet
aardappel (soort)   afkoker, alpha, bevelander, biltstar, bintje, blauwpitter, doré, eersteling,  eigenheimer, futore, glimmer, libertas, malta, negenweker, noordeling, patat, rotje, pieper, pimpernel, record, roodstervoran, ijsselster   
aardappelvergif   solanine
aardappelziekte – aardappelkanker, aardappelkrul, aardappelschurft,  kringziekte, ringvuur, roest, stippelstreep, topbont
aardbaan   ecliptica
aardbeiboom   arbutus
aardbeikleurig – fraise
aardbeisoort   clista, glasa, gorella, jecunda, regina, volla
aardbeispinazie   besmelde
aardbeving   aardschok, aardstoot, aardtrilling, (Ind) lindoe
aardbeving betreffende   seismisch, seismologisch
aardbevingcentrum   aardbevingshaard, epicentrum, hypocentrum
aardbevingshaard   hypocentrum
aardbevingcentrum – aardbeviongshaard, epicentrum, hypocentrum
aardbevingkunde betreffende - seismologisch
aardbevingkundige   seismoloog
aardbevingshaard   hypocentrum
aardbevingsmeter   seismograaf
aardbevingsleer   seismologie
aardbevingen leer der   seismologie
aardbevingen, centrum van   epicentrum
aardbevingshaard   hypocentrum
aardbeving, plaats waar grote..........heeft plaatsgevonden  
3    Fez (1755),
4    Idoe (1930), 
5    Assam (1897/1950),  Chili (1960), Cutch (1819), 
      Jeddo (1739) ,Maine (1812), Quetta (1953), Quito (1797), 
      Tango (1927), Tukai (1948 ),
6    Alaska (1899/1964), Kansoe (1932 ), Meknes (1755), Mexico
      (1962), Oaxaca (1965), Quetta (1935), Skopje, (1963), 
      Taiwan (1966),  
7    Dousadj (1962), Marokko (1960),Messina (1908), 
      Villach (1348)
8    Aleoeten (1946/1957), Calabrië (1783), Kursunlu (1915), 
      Lissabon (1755), Sankiroe (1896),
9    Mino Quari (1891), 
10  Conception (1835), Valparaiso (1822),  
12  Orleansville (1954) 
aardbewoner   kosmopoliet, mens, wereldburger
aardbodem - aardrijk
aardbol   globe, (aard)kloot, wereld(bol)
aardbij – anthrena
aardbok – boktor
aardbol –  atlas, globe, wereld
aardboog – gewelf, spaarboog
aardbrood – aardappel, cyclamen, knolgewas, varkensbrood
aardbuil – bovist, stuifzwam, truffel
aardcaoutchouc – elateriet
aardduivel - miereneter
aarde – aardrijk, bodem,geestgrond,  geo, gleis, globe, grond, humus, land, mergel, mestaarde, midgard, modder, planeet, tellus, terra, tranendal, tuinaarde, wereld(bol), zand(grond)
aarde (germ. myth.) – midgard
aardebaan – puinlichaam, zandlichaam
aarde donker – pikdonker, stikdonker, zwart
aardeekhoorn - tanias
aardegoed   aardewerk
aarden    eigenen, gedijen, groeien, inburgeren, tieren, wennen
aarden dam – wal
aarden grafheuvel - tumulus
aarden kruik   alcarraza, lijkbus, pot, pul,  tul, urn, urne, vaas, vat
aarden naar - slachten
aarden pot   kruik, tempajan (ind.), test,  urn
aardenspeelballetje - knikker
aarden vaas – kruik
aarden vaatwerk – kruik, martavaan, pot, pul, urn(e)
aarden vat – kan, pot, tu
aarden vuurpot – comfoor, test
aarden wal – bastion, dijk, loopgraafberm, rideau, verschansing
aardeten   geofagie
aardeter   geofaag
aardeweg   veldweg
aardewerk – aardegoed, alcarazza, biscuit, cloisonné, faience, glaeiswerk, gleiergoed, gres, jacobsgoed, keramiek, Keuls, kruik, plateel(werk), porselein, pot, pottengoed, roomgoed, seladonporseleis, servies, serviesgoed, sèvre, steengoed, terrecotta, urn, vaas, vaatwerk
aardewerek en glaswerk aan boord – kombalibehoefte, kombaliwant
aardewerk uit Engeland – Wedgwood
aardewerk uit Frankrijk - sèvres
aardewerk uit Italië   majolica
aardewerk, soort   faience
aardewind   gangspil, kaapstaander
aardgal   duizendguldenkruid
aardgas – brongas, butaan, ethaan, heptaan, hexaan, isobutaan, methaan, moerasgas, octaan, pentaan, propaan
aardgasmaatschappij   N.A.M.
aardgeest – aardmannetje, alf, ariel, dwerg, eunjer, gnoom, hobbit, kabouter, kobolt, reus, tellus, trol, wezen
aardgeesten - alven
aardgeest in Noorwegen   trol
aardgeul   grep, greppel, kielspit, vore
aardgewas – aardappelen, bieten, knollen, radijs, rammenas, wortelen
aardglooiing   glacis
aardgoed   lompen, vodden, zandgoed
aardgordel – gebied, luchtstreek,  subtropen, tropen, zone
aardhars   aardpek, asfalt, bergpek, bitumen, resiniet, retiniet
aardheuvel   hil, molshoop, stelle, terp, terras, vliedberg, wierde, woerd
aardhond   das, terriër
aardhoogte – berg, dam, dijk, duin,heuvel, hijstelling, stelle, stele, stelling, terp
aardhoop - barmte
aardig – aangenaam, aanvallig, aangenaam, aantrekkelijk, allerliefst, bekoorlijk, beleefd, beminnelijk, doddig, energiek, enig, fijn, fijntjes, flink, fors, fraai, geestig, genoeglijk, geschikt, grappig, genoeglijk, gezellig, goed, hartelijk, hups, innemend, kluchtig, knus, koddig, kras, leuk, leutig,  levendig, lief, liefjes, lieflijk, loos, mignon,  mooi, moppig, nogal, opgewekt, plezierig, prettig, rap, redelijk, relatief, schattig, snoezig, tamelijk, vermalelijk, vriendelijk, vrijwelwillend, , 
aardigaard – zonderling
aardig ding - rariteit
aardig en braaf – zoet
aardig en gul - mild
aardig en leuk – mooi
aardig gezegde - geestigheid
aardigheid   bak, gein, gekheid, genoegen, genot, geschenk, grap, grol, jen, jolijt, jool, klucht, koddigheid,  kwinkslag, leut, lol, lust, mop, plezier, present, pret, scherts, schik, smoes, zin
aardigheidje – attentie, cadeautje, geschenkje, grapje, geintje, kleinigheid, kwinkslag, lolletje, pleziertje, pretje, presentje, 
aardigjes – liefjes, nogal, tamelijk
aardig met kwinkslagen – geestig
aardig persoon - lieverd
aardig vinden - mogen
aardkern   barysfeer, magma
aardklont – kluit
aardkloot - aardbol
aardkluit – kommel, plag, pol, tors
aardknobbel - hoogte
aardkorst – bodem, lithosfeer, sial, steenschaal
aardkrekel   veenmol
aardkuil – graf, put
aardkunde – geologie
aardkundig - geologisch
aard(leer)kundige – geognost, geoloog
aardkijker - geoscoop
aardlicht   maan
aardman   aardgeest, alf, dwerg, gnoom, huisgeest, kabouter, kobold,kwelgeest
aardmantel   sima
aardmeetkunde – geodesie, landmeetkunde, 
aardmeetkundige   geodeet
aardmest - mot
aardmetaal, zeldzaam   samarium
aardmeter – geometer
aardmolm   humus
aardmos – gorgelkruid, wolfsklauw
aardmuis   aardaker, veldmuis
aardnabijheid - perigeum
aardmijt   aardspinnetje, gelukspinnetje
aardnoot   aardaker, aardnoot(je), apennoot, grondnoot, katjang, pinda, olienoot 
aardnotenolie   arachide
aardolie – kerosine, nafta, petroleum, siester
aardoliepomp   jaknikker
aardolieproduct – benzine, benzol
aardopening   bres, krater,  ponor, put
aardophoping   terras
aardoppervlak - aardbodem
aardpeer   knol, raap, topinamboer
aardpek   aardhars, asfalt, bitumen, clateriet, jodenpek,  mineraal, pek, teer
aardperiode – alluvium, carboon, diluvium, eoceen, kwartair,  trias, ijstijd
aardplooi   synclinaal, anticlinaal
aardrijk – aardbodem, aarde, mensdom, wereld
aardrijkskunde – geografie, topografie
aardrijkskunde vann de mens - antropogeografie
aardrijkskundig   geografisch
aardrijkskundige   geograaf
aardrijkskundige aanduiding   N.B.,O L, WL, Z.B.
aardrijkskundige breedte - latitude
aardrijkskundige lengte - longitude
Aardrijkskundige plaats in de bijbel   Endor, Pniël, Ur
Aardrol - wals
aardrook   duivenkervel
aardrotatie   aswenteling
aards – ondermaans, profaan, sterfelijk, tellurisch, terrestrisch, tijdelijk, vergankelijk, werelds, wereldlijk
aardschok – (aard)beving
aards bestaan van de mens – karma
aards paradijs - lusthof
aardsateliet   capsule, kunstmaan, maan, spoetnik 
aardsbisschop – prelaat
aardse huis het - tabernakel
aardse kijker – verrekijker
aardschok – aardbeving, aardstoot,  beving, schok, 
aardslak   arion, limax
aardse slijk   geld, pesunia, poen
aardslang   jormungadr, migardslang
aardsoort   klei, leen, löss, oer, oker, roodaarde, veen, zand, : zie grondsoort
aardsoort, als kleurstof   oker, omber, siena
aardslijk   geld, pecunia
aards paradijs   lusthof
aardspin   atypus
aardster – geaster
aardstreek - zone
aardtor - loopkever
aardval   aardstorting
aardvarken – miereneter
aardveil   hondsdraf
aardverf – omber, umber
aard verloren hebbend – gedegenereerd, slecht, verbijsterd
aardvlas – amiant, asbert, bergvlas, steenvlas
aardvlo – aardluis, stadkever
aardvorming – geogenie
aardvorming in oude tijd – diluvium
aardvrucht – bol, knol, vrucht, wortel
aardwas – ozokeriet, parafine, 
aardwind   dommekracht, gangspil, kaapstander
aardwinde   akkerwinde, woelmuis
aardworm – endeldarmworm, made, pier, regenworm, teek, wurm
aardzalf   zinkzalf
aardzwaluw   oeverzwaluw
Aargau   hoofdstad van, Aarau
Aarlanderveens   boers, eenvoudig, lomp
aars   anus, opening, podex
aarsdarm   veteinde
aarsgat – anus
aarsspiegel - retoscoop
aarsworm   spoelworm
aartsabt – archimandriet, kloostervoogd
aartsbisdom  Nederlands   Utrecht
aartsbisschop   (lat) A (rchi), E(piscopus), metropoliet, mgr, prelaat, primaat
aartsbisschoppelijk   metropolitaans
aartsbisschop van Canterbury - Anseimus, Becket, Odo
aartsbisschop van Utrecht   Jansen, Schaepman, Snickers, Odo, Wetering, Zwijsen
aartconservatief – reactionair
aartsdioces -  aartsbisdom
aartsdom – debiel, idioot, imbeciel, oliedom, stupide, uilig, zwakzinnig
aartsengel   Azraäl, Azrafil, Gabriël, Lucifer, Michaël, Rafaël, Uriël
aartsgek – archifou, stapelgek
aartsgierig – brandgierig
aartsgierigaard - harpagon
aartsketter - heresiarch
aartsleugenaar – leugenlap
aartsmoeder - Eva
aartspriester in de Griekse kerk - hiërarch
aartsvader - Abraham. Ezau, Izaak, Jakob, Noach, Noe, Ruben, patriarch, stamvader
aartsvader Jacob - Israël
aartsvaderlijk - patriarchaal
aartsvitter – hypercriticus
aartsvijand – doodsvijand
aartsvijand van het menselijk geslacht – Beelzebubduivel, duivel
aartsvittter - hyperkritikus
aartsvrek   harpagon
aar van de maïs – maïskolf
aarvormig verband - visgraat
aarzelen   dralen, dubben, huiveren, morren, ruggelen, schromen, talmen, temen, terugdeinzen, toeven,  treuzelen, twijfelen, wankelen, weifelen
aarzelend   besluiteloos, huiverig, onvast, onzeker, schroomvallig, talmend, twijfelend, twijfelmoedig, weifelachtig, weifelend
aarzeling – besluiteloosheid, draling, hesitatie, huivering,  schroom, twijfel, wankeling, weifeling 
aas   aaskaart,  kadaver, kreng, lamprei, lokmiddel, lokspijs, lokvogel, lijk, pier, prooi, prij, vlieg, voedsel, worm
aasbloem – aaskruid, paddenbloem, stinkbloem
aasdier – hyena
aasgarnaaltje - mysidacea
aas geven – voeden, voederen, voeren
aasgier – krenggier
aasje – greintje, ziertje
aaskever – aastor, doodgraver, krengtor
aaskruid – aasbloem
aaslucht - lijkgeur
aasnetje – bunnetje
aasplek van de hengelaar - stek
aastor – aaskever, doodgraver, grafmaker, kever, krengtor
aasvis - gruw
aasvlieg - bromvlieg
aasvogel   deugniet, galgenbrok, gier, schelm
aaszak - valsspeler
aaszak doen   knoeien
aat   oot, vloghaver
aatje   kuilnet
ababbel   oorvijg, oplawaai
abaca(sp.)   manillahennep
abactis – secretaris
abacus   buffet, dekplaat, speeltafel, telraam
abaliënatie – vervreemding
abalone - zeeoor
abandon   afstand, overgave, prijsgeving
abatjour – bovenlicht,  lampekap, vallicht, zonneblind
abattoir – slachterij, slachthuis, slachtplaats
abberatio - afwijking
abbreviatie – afkorting
abbreviatuur – afkorting, verkorting
abbreviëren - afkorten
abc   alfabet, beginselen, letterlijst,
abc-boek - spelboek
abc staten   Argentinië, Brazilië, Chili
abces   buil, etterbuil, (etter)gezwel, poliep, steenpuist,  uitwas, verzwering, zweer
Abchazië   hoofdstad van,  Soechoemi
abdicatie – afstand, troonsafstand
abdij   convent, klooster, sticht
abdij met eigen grondgebied   abdij nullius
abdij, hoofd van een   abdis, abt
abdis - priores
abdomen   buik
abeel   peppel, (zilver)populier
abel – bedreven, bekwaam, capabel, deskundig, ervaren, handig, knap, mooi, verheven
abel spel   Esmoreit, Gloriant,  Lancelo(e)t
aberratie   afdwaling, afwijking 
Abessinië   Ethiopië
Abessijnse titel   Negus, Ras
abfarad - abf
abhorreren   verafschuwen, verfoeien
abichiet   afanese
abiose   schijndood
abject    doortrapt, gemeen, gewetenloos, infaam, laag, slecht, verachtelijk, verwerpelijk, verworpen
abjectie   laagheid, verwerping
abiatie   detritie, loslating, losmaking, verwijdering, wegneming
ablativus – abl
ablose – lethargie, schijndood
ablutie   afwassing
abnormaal   afwijkend, anders,  apart, dwaas, gek, inept,  kolderiek, lijp, maf, mal, ongewoon, onnatuurlijk, pervers, tegennatuurlijk, vreemd, zonderling, zot
abnormaal groot mens – enak, reus 
abnormale afbraak van rode bloedcellen –hemolyse
abnormale gemoedstoestand – driftigheid, gealtereerdheid, geëxalteerdheid, geschoktheid, onrust, opghewondenheid, zenuwachtigheid
abnormale groei – acromegalie
abnormaleplaatsing van een orgaan – atopie
abnormaliteit   afwijking, anomalie, misvorming, onregelmatigheid, ontoerekenbaarheid
aboleren   afschaffen, intrekken, opheffen, uitdelgen
abolitie – afschaffing, opheffing
a bom   atoombom
abominabel – afschuwelijk, verfoeilijk
abominatie   gruwel
abondantie   overvloed
abonnee (é)   abonnement, geabonneerde, inschrijver, intekenaar, klant, koper, lezer
aborberend – inzuigend, opslorpend
aborderen – aanklampen, aanspreken
aborteuse - vruchtafdrijfster
abortus   miskraam, vruchtafdrijving
abortus provocatus – vruchtafdrijving
aboulie – toverspreuk, wartaal
abracadabra – geklets, gepraat, toverformule, toverspreuk, wartaal
Abra, hoofdstad van   Bangued
abrasio – curettage
abrenuntiaitie - afzwering
abri   afdak, haltehuisje, schuilplaats, wachthuisje
abrikoosperzik - nectarine
abrogeren – afschaffen, opheffen
abrupt – afgebroken, halsoverkop, hortend, ineens, onsamenhangend, onverwachts, opeens, pardoes, plots, plotseling, plotsklaps, subiet
abrupte luchttrilling   knal
Abruzzen top in de   Maiellal
absent   abs, afwezig, elders, uit, verstrooid, weg
absentie   afwezigheid, verstek
abside   absis, koornis
absint – likeur
absintplant - alsem
absis   koornis, abside
absis op kleine grondslag – absidiool
absolute druk - ata
absolute heerschappij   autocratie, dictatuur, tirannie
absolute heerser   autocraat, dictator, tiran
absolutie – aflaat, gena, genade, pardon vergeving, vergiffenis
absoluut   abs, alleszins, beslist, geheid, onbeperkt, ongetwijfeld, onvermengd, pertinent, puur, stellig, totaal, vast, volkomen, volledig, volslagen, volstrekt, zeker, zuiver
absolveren   voleinden, vrijspreken
absorberen   bezighouden, inzuigen, opnemen, opslorpen, verzwelven
absorberende stof –noriet
absorberende vloeistof - absorbens
absorptie – opslorping
absorptie van geluid - demping
abstinent   ingetogen, matig
abstinentie - onthouding
abstract   afgetrokken, geestelijk, losgemaakt, ongerijmd onstoffelijk, onvatbaar, onzinnig, verstrooid
abstractie – verstrooidheid
abstraheren - aftrekken
abstruus – gewrongen, gezocht, duister
absurd – belachelijk, bespottelijkdol, dwaas, gek, idioot, mal, ongerijmd, onnozel, onverstandig, onzinnig, zin(ne)loos, zot 
absurditeit – dwaasheid,  kolder, ongerijmdheid, onzin
abt   (klooster)overste, kloostervoogd, prelaat, prior
abt in een Griekse kerk - archimandriet
abt, van of door een   abbatiaal
abuis – blunder, dwaling, erratum, error, feil, flater,  fout, lapsus, misgreep, misrekening, misser, misslag, misvatting, vergissing,verkeerd, 
abulie   wilsverlies
ab urbe condita – auc
abuseren – misleiden, vergissen
abusief   mis, onjuist, vergissing, verkeerd
abusivelijk – fout, mis, verkeerd 
a.c.   a.p.
academicus – M.A., a,m., b.a., dr.,ir., mr., drs., acad., prof.
Academie   acad, hogeschool, universiteit
Academieburger – muzenzoon
Academiefeest – diesviering, lustrum
Academisch proefschrift - dissertatie
academische faculteit   economie, filosofie, geneeskunde, godgeleerdheid, interfaculteit, letteren, rechtsgeleerdheid, theologie, wijsbegeerte
academische graad van lage   baccalaureaat
academische graad (Eng.) – master
academische pedel bij examens - hora
academische plantentuin   hortus
academische plantentuin, directeur van een – hortulanus
academische rector - ar
academische titel –doctoraat, doctorandus, licentiaat, Dr, Dra, Drs, Ds, Ir, Prof, Mr,
acajouhars – fenoplast
acalefen – acalephae, zeekwallen
acanthus – akant, acantus, berewklauw
accableren – overstelpen 
accapareur - opkoper
acceleratie   versnelling
accelereren – optrekken, versnellen
accent   klemtoon, nadruk, taalklank, thesis(muz.), tongval
accentueren   beklemtonen, benadrukken
accepi - acc
acceptabel   aannemelijk, aanvaardbaar, redelijk
acceptatie – aanneming, aanvaarding
accepteren   aannemen, aanvaarden, dulden, erkennen, pikken
acceptie - aanneming
aceracee   aak, acer, ahorn, esdoorn
acces – toegang, toestemming
accessibel – genaakbaar, toegankelijk
accessie – toetreding
accessoir – bijkomend, toegevoegd
accessoires – benodigdheden, bijwerk
accessoria – aanhangsel, bijvoegsel, bijwerk, toevoegsel
accessorisch – bijkomstig
accessorische voedingstoffen - vitaminen
accident – ongeluk, ongeval, toeval
accidenteel – bijkomend, toevallig
accidentiën   emolumenten
accijns   belasting, heffing, impost, tol
acclimatiseren   (ge) wennen
accolade – haakje, omarming, rekenteken
accomodabel – gedienstig, geschikt, inschikkelijk, meegaand
accommodatie   aanpassing, comfort, inschikkeliojkheid, schikking, toepassing, uitrusting, verandering
accommodatievermogen – aanpassingsvermogen
accomodement – schikking, inrichting, vergelijk
accompagnement - begeleiding
accompagneren   begeleiden
accoord   bestand, entente, ok, oke, overeenkomst, overeenstemming, schikking, verdrag, vergelijk, (zie akkoord),  
accordeon – (trek)harmonica, trekorgel
accordeonsoort – concertina
accorderern – brillen, overeenkomen
accordeur - pianostemmer
accosteren – aanklampen, aanspreken
accouchement – bevalling
accoucheur – verloskundige, vroedmeester
accountant – rekenkundige
accreditief - geloofsbrief
accres   aangroei, aanwas, toename, toeneming
accrocheren – aanknopen, vasthechten, verbinden
accu – accumulator, batterij
accu(mulator) , onderdeel   accukast, bodemrib, isolatieschot, pool(stift), slikruimte, vuldop
accumulatie – opeenhoping
accumuleren – opeenhopen, opeenstapelen
accuonderdeel – accukast, bodemrib, isolatieschot,  poolstift, slikruimte, stift, vuldop
accuraat   nauwgezet, nauwkeurig, net, oplettend, precies, puntelijk, stipt, strikt, zorgvuldig
accuratesse   nauwgezetheid, stiptheid,
accusalef   vierde naamval
accusatie – aanklacht, beschuldiging
accusatief - acc
accuseren   aanklagen, beschuldigen
accijns - verbruiksbelasting
aceracee   aak, acer, ahorn, esdoorn
acerade – aak, acer, ahorn, esdoorn, 
acataatzijde – kunstzijde, aceton   azijngeest, propanon
acetaldehyde – ethanal
acetaten – azijnzuurzouiten
aceton – azijngeest,  propanon
acetylcellulose - celluloseacetaat
acetyleen   ethyn
acetylsalicylzuur   acetosal, asperine
ach   eilaas, helaas, laas, weeklacht, weer
Achensee, stad aan de   Pertisau
Acheron   onderwereld
achilea – bertram
achilleskruid – duizendblad, millefolium
achromatisch   kleurloos
acht   aandacht, aanmerking, attentie, eilaas, helaas, oplettendheid, weeklacht, zorg
acht a tien schoven graan aaneengebonden - stuik
achtarm    inktvis, kandelaar, octopus, poliep
achtarmigen - octapoda
achtarmig zeedier – inktvis, kraak
achtarmige inktvis   octopus
achtbaar – aanzienlijk, deftig, eerbaar, eerbiedwaardig, eerwaardig, eerzaam, geacht, gezien, respectabel, venerabel, voornaam, waardig
acht dagen   octaaf
achteloos – gedachteloos, liederlijk, nalatig, nonchalant, onachtzaam, onbekommerd, onoplettend, onopzettelijk, onverschillig, onvoorzichtig, slof, slordig, zorgeloos
achteloosheid - nonchalance
achteloos (muz.)   negligente
achteloos werken   slonzen
achten – aannemen, aanzien, achting, actie, beweging, censeren,  eerbiedigen, eren, geloven, hoogachten, hoogschatten, kennen, menen, oordelen, regard, rekenen, respecteren, roemen, schatten,  tellen, vereren, waarderen, waarnemen, wanen
achtenswaard – eerbiedwaardig, respectabel
achtenswaardig – achtbaar, deugdzaam, eerbiedwaardig, eerzaam, estimabel, fatsoenlijk, honorabel, respectabel
achtenswaardigheid   respectabiliteit
achter – af, na, antiek, verouderd
achteraan – na
achteraanplaatsing - postpositie
achteraan toegevoegd   paragogisch
achteraf – afgelegen, apart, geheim, gemak, p.f. (post factum), later, naderhand, nadien, toen 
achteraf berekenen - nakalkuleren
achteraf  betalen - nabetalen
achteraf bezien – aposteriori
achteraf leveren – naleveren
achterafbuurt - slem, slob, volksbuurt
achter afsluiting van een vuurmond   kulas
achterbaks – achterduins, arglistig, gemeen, geniepig,gluiperig, heimelijk, slinks, sluw, steels, stiekem, tersluiks, terughoudend, vals, verborgen, verholen
achterbakse   stille, stiekemerd, rus
achterban – basis, volgelingen
achterbanks – steels, stiekem, heimelijk
achterblijven – nablijven, overblijven, resteren, uitblijven
achterblijvend – remanent
achterblijvende smaak – nasmaak
achterblijvende vrucht diezich niet goed ontwikkeld - kwarrel
achterblijver – kwar, nablijver, nakomer
achterborststuk   metathorax
achterbout van een varken   ham
achterbouw altaar – retabel, retable
achterbrug – achteras, ashuis
achterbuurt – armenbuurt, armenwijk, gribus, krottenwijk, slop, slums, volksbuurt
achterdak van een schip – paviljoen
achterdeel – achtyergedeelte, achterste, nadeel, schade
achterdeel van een koeienstal   boes, groep
achterdeel van een paard - achterhand
achterdeel van een schip – kampanje, paviljoen, spiegel
achterdeel van een vuurmond   kulas
achterdek – plecht
achterdenken – achterdocht, bezorgdheid, nadenken
achterdenkend – achterdochtig, argwanend
achterdenkendheid – achterdocht, argwaan
achter de vodden zitten   presseren
achterdocht   argwaan, ergdenkendheid, mistrouwen, verdenking, vermoeden, wantrouwen
achterdocht hebben jegens – verdenken
achterdocht koesteren - argwanen
achterdochtig – achterkousig, argwanend, ergdenkend, kwaaddenkend, soupçonneus, wantrouwig, wantrouwend
achterdocht wekken - ombrageren
achterdoek – fond
achterduims – achterbaks, geniepig
achtereen – aaneen
achtereenvolgend – successief, subsecutief
achtereenvolgens – beurtelings, respectievelijk, seccessievelijk
achtereen voorgaande   cursorisch 
achtereind – staart
achtereinde van een aalfuik - aalskruik
achter elkaar – aaneen, opeenvolgend
achter elkaar gebonden boten – sleep
achter elkaar opnoemen – optellen
achtergaan - nagaan
achtergang   buikloop, stoelgang
achter gebleven - thuis
achtergebleven modder – slib
achtergelaten afdruk – indruk, spoor
achtergrond – afkomst, basis, beweegreden, decor, fond, ondertoon, oorzaak, schaduw, verleden
achterhalen – inhalen, ontdekken, ophalen, verhalen, vinden
achterhals   nek
achterhar   broekbalk
achterhersenen   metencefalon
achterhoede – defensie, verdediging
achterhoek, andere naam voor   Graafschap
achterhoek, plaats in de   Doetinchem, Winterswijk, Zutphen
achterhoek, riviertje in de   Berkel
achterhoofd – achterneut, occiput
achterhoudend – geheimzinnig
achterhouden van geld - verduisteren
achterhouding   reservatie
achterhout – eemter, zwenghout
achterhuisje – klapmuts
achter iemands rug om – achterbaks, stiekem
Achter Indië, land in,   Birma, Cambodja, Maleisië, Siam, Thailand, Vietnam
Achter Indië, stad in   Bangkok, Cholon, Hanoi, Rangoon, Saigon, Singapore, Vientiane
Achter Indië, volk in  
2    Li,  So, Tu, Wa
3    Kha, Man, Moi, Mou, Tho 
4    Brau, Chin, Garo, Joru, Khmi, Lahu, Laua, Lisu, Lolo, Miao,
      Moso, Naga,  Paii, Radi, Sjan, Suoy, Thai 
5    Chema, Jarai,  Karen, Khasi, Khmer, Khumi, Mikir, Mnong,
      Muong, Pnong, Sakai, Tcham 
6    Bahwar, Mantra, Mishmi, Selung,,Semang, Stieng, 
7    Akhibit, Chiutse, Djakudu, Miaotse, Palaung, Tippera
8    Burmanen
10  Annamieten
achterkamertje op schip   roef
achterkant – ommezijde, rugzijde
achterkiewigen - opisthobranchiata
achterklap – aantijging, eerroof, geklets, kalomnie, kletspraat, kwaadsprekerij, kwaadwillig, laster(praat), lastering, maladictie,  praatjes, roddel(arij)
achterklap van een schoen – pollevij
achterkleinzoon van Noach - Nimrod
achterkwartier   achterbout
achterlaten - droppendumpen
achterleen – naleen
achterleenman - valvassor
achterliggen   achterstaan, verliezen
achterlijf van een insect   abdomen
achterlijk   achter, debiel, dom, gek, idioot, hoofdig, kleinsteeds, nalatig, onnozel, stompzinnig, zwakhoofdig, zwakzinnig
achterloper - achterpoot
achterlijke   oligofreen
achterlijk mens – achterblijver, crétin, debiel, dwaas, imbeciel, infantiel, onnozele,  stomkop, stommeling
achtermad   etgroen, nagras
achterna   achteraf, alsnog, dan, later, naderhand, nadien
achternaam   ba, familienaam, van
achternagaan   controleren, volgen
achternazetting – vervolging
achterna – achteraf, later, naderhand
achterna zitten – najagen, vervolgen
achternoen   namiddag
achterop raken - lossen
achterover - ruggelings
achterover kantelen   supineren
achterplecht – campagne
achterpoot van een haas - schuiver
achterraad – consulta
achterriem - staartriem
achterschip   hek
achterschot van een wagen – krat
achter slot zetten - opsluiten
achterspeler   back, verdediger
achterstand – achtergevel, schuld, verschil
achterste   aars, bil, billen, bips, cul, derrière, gat, kont, krent, kul, laatste, minste, podox, reet, zitvlak
achterste deel - staart
achterste deel van de hals   nek
achterste deel van een vuurmond   kula, kulas
achterste deel van het verhemelte   raak
achterste gaffelzeil op een driemaster – bezaan
achterste hagje - aalgeerkolf
achterstallig geld – beer, reces, schuld
achtersteven van een schip   spiegel
achterstevoren   averechts, omgekeerd, ruggelings, verkeerd
achterstuk van altaar – retabel
achterstuk van een fuik - kub
achterstuk van een rund   lumme
achtertalie   inhaaltalie
achteruit   achterwaarts, bergaf, overstuur, ruggelings, rugwaarts, terug, vervallen
achteruitgaan –  achteruitboeren, afnemen, aftakelen, bederven, ebben,  geerten, interen, retireren, tanen, (terug)deinzen, teruglopen, terugtrekken, (terug)wijken, verlopen, vermageren, verminderen, vervallen, wijken
achteruitgaand   regressief 
achteruitgaan in gezondheid – aftakelen
achteruitgang   achterdeur, achterpoort, afname,  afneming, aftakeling, bederf, decadentie, inzinking, krabbegang, kreeftegang, neergang, recessie, regressie, teruggang, terugloop, terugslag, terugtrekking, terugval, verloop, vermindering, verval, verzwakking
achteruitgang van de economie - recessie
achteruit kijken – terugblikken
achteruit lopen – teruggaan, verminderen
achteruitwijken – (af)deinzen, retireren, teruggaan, terugtrekken
achteruitzetten – degraderen, verstoten
achter versterking verblijven - verschansen
achtervoegsel   
2    de, er, es, ig, ij, in, te
3    aar, dom, erd, ing, lijk, (r)ik, nis, sel, tje
4    aard, baar, isch,  lijk, ling(s), loos, ster, wijze, zaam
5    affix, ling(s), schap
6    achtig, suffix
8     paragoge,  
achtervolgen – achternalopen, nalopen, narennen, nazitten, voortzetten
achtervolger - belager
achtervolging – jacht, nazitting, vervolging
achtervolgingswaan   paranoia
achterwaarts   achteruit, ruggelings, rugwaarts, terug
achterwaarts gaan – terugdeinzen, wijken
achterwaarts verplaatsen - terugtrekken
achterwaartse gronddekking   parados
achterwand - rugwand
achterwand van een altaar – retabel
achterwand van een schip – spiegel
achterwege blijven - uitblijven
achterwege laten – nalaten  sparen, supprimeren
achterwerk - aars, bil, billen, bips, derrière, gat, kont, zitvlak
achterzetsel   postpositie
achterzijde – achterkant, revers, rug, verso
achterzijde van mens, dier of  boek   rug
achterzijde van een munt – revers
achterzomer - nazomer
acht geven   letten, opletten, oppassen, tellen
achthoek – achtkant, octogoon
achthoekig   octogonaal, octangulair, octogonisch
achtig - tel
achting – aanblik, aanzien, achten, actie, beleefdheid, beweging, decrediteren, eer, eerbied, egard, estime, ere, hoogachtingontzag, opzicht regard, respect, reputatie, tellen, waardering
achting bewijzen – eren
achting doen verliezen – decrediteren
achtingswaardig – achtenswaardig, honorabel, respectabel
achtkant – octogoon
achtkante boom - canadapopulier
Achtkarspelen, plaats in   Augustinusga, Buitenpost, Drogeham, Kloostertille, Surhuisterveen, Twijzel
achtpotig dier – spin
achtkantig dichtstuk - triolet
achtregelige strofe – stanza
achtsnarige lier – octachord
achtste deel van een cirkeloppervlak - oktant
achtste hemel – Ogdoas
achtste maand van het jaar – augustus, oogstmaand
achtstemmig muziekstuk   octet, octetto
achtste teken in de dierenriem   Scorpio, schorpioen
achtste toon van de grondtoon – actaaf, oktaaf
achtste zoon van Jacob – Aser
achtstemmig muziekstuk – octade, octet, oktet, ottetto
achttal   octade
achttonig – octotonisch
achtuurbloem – daglelie, vogelmelk
achtvlak – octaëder
achtvoetig ros van Odin - sleipnir
achtvormig koekje   krakeling
Achtzaligheden, een der   Bladel, Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel
Acidimeter - zuurmeter
aciditeit   zuurgraad
acme   crisis
acne – (vet)puistje
acognosie – geneesmiddelenleer
acoliet – aanhanger, apostel, dicipel,  jongere, misdienaar, volgeling
acotyedonen – bloeiende, cryptogamen, bedekt
aquisiteur - werver
acquit   kwitantie, ontvangstbewijs
acquiteren – kwijten, voldoen
acre - vlaktemaat
acribie   nauwgezetheid, precisie
acrobaat – artiest, jongleur, krachtmens, potsenmaker, koorddanser, krachtmens, kunstenmaker, tuimelaar
acrobatensprong - salto
acrobatische toer van een piloot – looping
acrocefalie – punthoofd
acrostichon - naamvers
act – sketch, voordracht
acta   handeling
acta sanctorum - a(a)ss
acte   diploma, oorkonde, papier
acte dagvaarding – exploit, exploot
actenboek - register
acteren – toneelspelen, verbeelden
acteur   filmspeler, komediant, sharge, speler, toneelspeler, tonelist, treurspeler 
actie   aandeel, beweging, bezigheid, campagne, daad, handeling, streven, werkkring, werkzaamheid
actie bij arbeid - handeling
actie voeren   ageren, agiteren, drijven, optreden
actief – arbeidzaam, bedrijvig, bezig, doende, druk, handelend, ijverig, kwiek, levendig, naarstig, nijver, noest, onledig, ondernemend,  productief, snel, toegewijd, vlug, vlijtig, werkend, werkzaam
actief maken - activeren
actief persoon -activeling
actiehandelaar   actionaris
actieradius – bereik, werekingssfeer
actieve koolstof – norit
actieve kracht of stof – agens
actieve natuurbeginsel (Chin.)   yang
actieve zuurstof   ozon
activeren   aanvuren, aanwakkeren, opvoeren, versterken
actie voeren   ageren, agiteren
actiniën – zeeanemonen
actinogram - röntgenfoto
actinoliet   straalsteen
actionaris   aandeelhouder, deelnemer
activa – bezit, contanten
activeren – aanvuren, aanwakkeren
activering van de mythe – ritus
activiteit –  bedrijvigheid, pit, werkzaamheid
activiteitsmeter   geigerteller
actrice – filmster, toneelspeelster
actualiseren - verwerkelijken
actualiter   inderdaad, werkelijk
actualiteit –  contemporair, gebeurtenis, hedendaags, nieuws, tegenwoordig, toestand, werkelijk(heid)
actueel   belangrijk, bestaand, contemporain,  hedendaags, nieuw, nieuw, onmiddellijk, recent, werkelijk, werkzaam
actum   gedaan, verhandeld
actum et supra – aus
acupunctuur – geneeswijze, naaldsteek
acustica – akoestiek, geluidsleer
acute huidziekte   herpes
acute keelontsteking – kroep
acuut – direct, dringend, halsoverkop, hevig, ineens, meteen, noodzakelijk, onmiddelijk, onverwacht, opeens, plotseling, plots, scherp, snel, spits, spoedeisend, spoedig, subiet, urgent
adequaat   gepast, overeenstemmend
Adam, oud Noorse   Ask
adagio (muz.)   langzaam, bedaard
adagium – gezegde, spreekwoord, spreuk, uitdrukking
adaline – boompreperaat
Adam – stamvader
Adam en Eva – dovenetel, monnikskap, orchis, stamouders
Asdamantine - tandemail
Adamiet – naaktloper
Adammen – vossen, zwoegen
Adamskind – mens, mensenkind
adamskostuum – naakt, naaktheid, bloot, blootje 
adamsnaald - yucca
adamsonia   apenbroodboom, baobab
adaptatie – aanpassing, bewerking 
adapteren - aanpassen
adaptie   aanpassing, bewerking
adat   gewoonterecht, overlevering, traditie
ad calendas graecas   onbepaald
addenda   aanhangsels, bijlagen, bijvoegsels, toevoegsels
addendum   aanhangsel, bijlage, bijvoegsel, toevoegsel
adderkruid - adelaarsvaren, penningkruid, pijlkruid, salomonszegel
adder   Aspis, gifslang, nater, reptiel, serpent, slang, Vispara
adderachtig – onbetrouwbaar, verraderlijk
adderblad – adelaarsvaren, pijlkruid
adderen   bijvoegen, optellen, verbinden 
adderkruid   adelaarsvaren, naterkruid, penningkruid, pijlkruid, salomonszegel
addermoes – adelaarsvaren
adderruit - mannetjesvaren
addersoort   bitis, vipera
addertong – lasteraar, ophioglossum slangenbeet,
addertonggewas   addertong, botrychium, maanvaren
addervaren – adelaarsvaren, moerasvaren
adderwortel – duizendknoop, schorseneer
addictie   toewijzing, toezegging 
additie   bijeenvoeging, optelling, toevoeging
additioneel – bijgevoegd, toegevoegd
adduceren   aanvoeren, bijbrengen
adductie   toevoeging
adé   ade ,adie, adieu, adios, aju, ajuus, goedendag, groet, saluut, tabee, vaarwel, vale
adebaar - ooievaar
adekwaat – gepast, juist, passend
adel   goedheid, grootheid, karakter, luister,  nobiliteit, nobility, noblesse, ridderschap, stand
adel in Engeland - nobility
adelaar – aadler, aar, arend, eagle, veldteken
adelaarsblik – arendsblik, heertsersblik
adelaarshout – aloëhout, paradijshjout, reukwerk
adelaarsjong – aiglon
adelaarssnavel – kolibri
adelaarssteen - adelaarsei
adelbeziën   aalbessen
adelborst   assaut, cadet, cadet, vlaggejonker
adelborst, aanspreektitel van   jonker
adelborstenfeest   assaut
adeldom   noblesse, nobiliteit, zuiverheid
adelei - adelstand
adelen   veredelen
adellijk – edel, nobel, patrisch, verheven, voornaam,  kasteel, kremlin, ridderhof
adellijk burger   patriciër
adelijk embleem - wapen
adellijk goed (fr) – seigneurie
adelijk geslacht in Athene - Eupatriden
adelijk huis –  burcht, kraton, paleis, slot, state, steen
adelijk persoon – burggraaf, baron, edele, freule, graaf, hertog, jonkheer, jonkvrouw, keizer, koning, markies, pair, prins, ridder, vorst
adellijk persoon in Engeland –  baronet, duke, earl, knight, lord, viscount
adellijk persoon in Frankrijk –  comte, duc, marquis, pair, prince, visconte
adellijk persoon in Italië – cavaliere, conté, duce,  
adellijk persoon in Japan – daimino 
adellijk persoon in Java – adipati, mas, pangerang, panirang, radjah, ratoe
adellijk persoon in Rusland - Bojaar
adellijk persoon in Scandinavië - jarl
adellijk persoon in Spanje – caballero, conde, grande, hidalgo
adelijk slot - state
adellijk voorvoegsel   de, tot, von, van
adelijk Zweeds geslacht - Wasa
edelijke - edele
adelijke bezitting - state
adelijke dame – barones, freule, gravin
adellijke grootgrondbezitter   bojaar
adellijke heer   seigneur
adelijke heren - edelen
adellijke hofstede   state, stins
adellijke jicht - podagra
adelijke jonkvrouw – freule, gravin
adelijke ongehuwde dame - freule
adellijke Pool of Rus   knees
adellijke titel op Java   raden, ad(h)ipati
adellijke titel – 
3    don
4    lord, pair
5    baron, donna, edele, prins, graaf, prins, vorst
6    freule, gravin, hertog, jonker, ridder
7    barones, markies, prinses
8    hertogin, jonkheer, seigneur
9    burggraaf, jonkvrouw, markgraaf, markiezin 
adellijke titel, Engels   baronet, duke, earl, knight, lord, viscount
adellijke titel, Frans   comte, duc, marquis, pair, prince, vicomte
adellijke titel, Italiaans   cavaliere, conte, duca, maschese
adellijke titel, Javaans   adipatie, Mas, Pangerang, Raden (Ajoe), 
adellijke titel, Scan.   Jari
adellijke titel, Spaans   caballero, conde, grande, hidalgo
adellijke aanduiding   von
adellijke heer   seigneur
adellijke titel   baron, burggraaf, freule, graaf, hertog, jonkheer, jonkvrouw, markies, prins, ridder
adellijke titel , Engelse   baronet, duke, earl, knight, lord, viscount
adellijke titel, Franse   comte, duc, marquis, pair, prince, vicomte
adellijke titel, Italiaans   cavaliere, conte, duca, marchese 
adellijke titel, Javaans   mas
adellijke titel, Spaanse    caballero, conde, grande, hidalgo 
adellijke vrouw   edeldame
adellijke weduwe   douairière
adellijke woning in Friesland   state, stins
adellijke   nobiles
adelstand   noblesse
adelvis   houting
adem   asem, levenslucht, lucht, pneuma, stoom, spiritus, zucht
adembenemend – angataanjagend,  beklemmend, luisterrijk, mooi, oogstrelend, prachtig, schitterend, spannend
adembuis   trachee
adem, buiten   buitenadem
ademen – asemen, ademhalen
ademhalen   ademen, asemen, inademen, inhaleren, 
respireren
ademhaling   inademing, respiratie
ademhalingsapparaat – snorkel, snuiter
ademhalingsbuis – bronchie, luchtkanaal,  luchtpijp, trachee
ademhalingsmeter   spirometer
ademhalingsopening   ademgat
ademhalingsopening bij insecten   sigma, trachee
ademhalingsorgaan – boeklong, kieuw, long, respirator, stigma, 
ademhalingsremmer   antimycene, cyanide, oligomycene
ademhalingsstoring   acapnie, asfyxie, dengue
ademhalingstoestel   respirator
ademhalingswerktuig   kieuw, long, respirator, stigma
ademkoorts – dengue
ademloos   aamloos, buitenadem, doods
ademluchtmeter   spirometer
ademnood   benauwdheid, dyspnoë
adempauze - respijt
ademproef – ademtest, blaasproef
ademstilstand – apnoë 
ademtocht – snik, spritus
ademvocht - condens
ademwortel – pneumatofoor
adenoïde vegetatie - klierweefselwoekering
adenosinetrifosfaat   ATP
adenosinedifosfaat - adp
adept   aanhanger, acoliet, belijder, discipel, ingewijde, leerling, orgiast, trawant, volgeling
adequaat – afdiend, gelijkwaardig, gepast, geschikt, juist, overeenstemmend, passend, voldoende
ader   aar, arterie, bladnerf, bloedbuis, bloedvat, buis, ertsgang, nerf, oorsprong, stroom, vena, veine, venum,  vlam
adergezwel   aneurysma
ader in het lichaam - bloedbuis
ader in marmer   vlam
aderlating – bloedaftapping, flebotomie, lating, venasectie, verlies
aderlijk   veneus
aderontsteking   flebitis
aderslag   palpitatie
aderspatten   varices
aderverkalking   arteriosclerose
aderverstopping – embolie
adervlies – choroidea
adervormige baan metaal in gesteente - ertsader
adhaerent   aanhanger, voorstander
adhereren – aanhangen, aankleven, bijvallen, delen
adhesie – aanhangingskracht, aankleving, instemming, steun, toetreding
adhesiekontrakt – toetredingsovereenkomst
adhesiewater - hechtwater
ad hoc – daartoe
adhortatie – aansporing
adiafaan - ondoorschijnend
adiantum – venushaar
adiëren – aanspreken, aanvaarden
adieu   adé, adi, adios, ajuus, gegroet, hadie, saluut, tabee, vaarwel, tabee, vale
ad interim   a.i., tussentijds, voorlopig, waarnemend
adios - aju
adipositas – vetzucht
adjacent – aangrenzend, belendend
adje   agent
adjectief   adj, bijvoeglijk
adjeu – ade, adie, vaarwel
adjudant onderofficier   adj, stip
adjudiceren   gunnen, toekennen, toewijzen
adjunct – adj, vervanger
adjusteerbalans - muntschaal
adjusteren   vereffenen, ijken
ad majorem Dei glotiam – amdg
adminiculum – hulpmiddel, ondersteuning
administrateur – econoom, manager, rentmeester
administrateur op schepen – hofmeester, purser
administratie -  adm., beheer, bestuur, correspondentie
administratierechten – leges, schrijfkosten
administratie troepen   AT
administratief hulpmiddel – calculator, computer, gum, inkt, papier, pen, potlood,  rekenmachine, typemachine
administratief oppertoezicht - intendance
administratieve en rechtelijke beslissing - arb
administreren – beheren, besturen, boeken, toedienen, vastleggen, waarnemen
admiraal   vlootvoogd
admiraalschip - vlaggenschip
admiraal van Alexander de Grote   Nearchus
admiraalvlinder   atalanta
Admiraliteitseilanden, een der   Manus
Admiraliteitseilanden, hoofdstad der - Lorengau
Admiraliteitseilanden, luchthaven op de   Momote
admiratie   bewondering
admissibel   aannemelijk, aanvankelijk, ontvankelijk
admissie – aanneming, toelating, toestemming, vergunning, verlof
admitteren   aannemen, toelaten
adnominaal - attributief
adolescent – jongeling, jongen, jongeman
adolescentie - jongelingsjaren
adonis – fat, kooltjevuur, narcissus, pronker
adoniseren   mooimaken, opschikken
adopteren   aannemen, adrogatio
adoptie  aanneming, advogatio
adorabel – aanbiddelijk, beminnelijk
adoratie   aanbidding, verering
adorabel   aanbiddelijk, beminnelijk
adoratie   aanbidding, eerbetoon, hulde, idolatie, verering
adoreren – vereren, verheerlijken
adouceren   temperen, verzachten, wegnemen
adrem   bijdehand, dienstig, geestig, gepast, gevat, gewiekst, handig, prompt,  raak, slagvaardig, slim,  snedig
adrem antwoorden   riposteren
adrenocorticotroophormoon   ACTH
adres – bestemming, brief, domicilie, opschrift, petitie, rekest, schrijven, sedes, verzoek, verzoekschrift, vestiging, woonplaats, woonstee, zetel
adrescijfer - postcode
adreskaartje   etiket, label
adressenschrijver   adressant
adresseermachine   adressograaf
adret   flink, parmantig, wakker
Adrianopel   Edirne
Adriatische zee, haven aan de   Ancona, Bari, Brindisi,, Dubrovnik, Dürres,  Kotor, Ryeka, Split, Triëst, Venetië
Adriatische zee, schiereiland in de   Istrië
adsorberende stof   absorbent
adsorptie   binding
adsringerend   samentrekkend
adstructie   staving, toelichting
adstrueren – hardmaken, staven, toelichten, verduidelijken
adulaar   maansteen
adult - volwassen
advent   nadering
adventiefkrater - bocca
adventieve planten   potloodplanten
adverbiaal – bijwoordelijk
adverbium – bijwoord
adversaria - mengelwerk
advertentie   aankondiging, aanbieding, adv.,annonce, bekendmaking, mededeling, reclame,  
advertentiecolporteur   acquisiteur
adverteren – aankondigen, annonceren, bekendmaken
advies   aanbeveling, bericht, kennisgeving, mededeling, mening, oordeel, punt,  raad,richtlijn,  tip, wenk
adviescollege - raad
advies geven – aanraden, adviseren, helpen, raden, 
adviesinstelling   R.v.S., S.E.R.
advies inwinnen – consulteren
asviesjacht - aviso
adviesprijs - richtprijs
adviseren – aanbevelen, (aan)raden, aantekenen
adviseur – consulent, econoom, moderator, raadgever, 
raadsheer, raadsman, voorlichter
advocaat   adv, alligatorpeer, drank, jurist, mr., pleitbezorger, pleiter, raadsheer, raadsman, strafpleiter, verdediger
advocaat van kwade zaken - rabulist
advocatenheerschappij   robinocratie
advocatenstand - balie
advocatie   advocateur, balie
ad vocem - av
Adzjaristan , hoofdstad van   Batoemi
Aegirs vrouw   Ran, Rana
aeon   eeuwigheid
aequaal   evenredig, gelijk 
aequator   evenaar, evenachtslijn, linie
aequilibrist - evenwichtskunstenaar
aequiseksualiteit   gelijkslachtigheid
aera   jaartelling, tijdperk
aero - lucht
aërodroom – luchthaven, vlieghaven, vliegveld
aërodrome control – adc
aerograaf – luchtpenseel
aerografie – dampkringbeschrijving
aerolietr - luchtmeteoorsteen
aeromechanica - pneumatiek
aërometer – luchtmeter
aerometrie - luchtmeetkunst
aëronaut – luchtschipper
aëronautiek – luchtvaart
aeropllaan – vliegmachine
aerostaat – luchtschip
aerotherapie – klimaatbehandeling
aetherische olie – rozenolie, valeriaan
aetherische olie (uit vruchten, bloemen enz.) – essence
aetheroom – kropgezwel, uitwas, wen
af   afgelopen, afgemaakt, einde, end, fini, gedaan, gereed, klaar, onberispelijk, op, out, perfect, verricht, versleten, volledig, volmaakt, voltooid, uit
afbaarsen   afhandelen, bespreken
afbakenen   aangeven, afgrenzen, afperken, begrenzen, delimiteren, demarkeren, jalonneren, lokaliseren, markeren, ongrenzen, omlijnen, traceren
afbakening – afzetting, delineatie, demarcatie, heining, hek, locatie, omleining, schutting, vangrail 
afbakeningslijn – cordon, demarcatielijn,grenslijn, kordon
afbassen   toesnauwen, wegjagen
afbatteren   afranselen
afbeelden – beschrijven, figureren, konterfeiten, projecteren, portretteren, schilderen, tekenen, uitbeelden, weergeven
afbeelding   afb, afdruk, fig. beeld, beeltenis, cosmorama, deelstreep, dia, diorama,doek,  ets, foto, gravure,  ikoon, illustratie,  index, konterfeitsel, miniatuur, panorama, pastel, piëteit, plaat, portret, prent, statie, tekening, tafereel, totem, wergave, wijsvinger
afbeelding in de R .K. kerk   statie
afbeelding in koper – ets
afbeelding maken in hout, metaal, steen – etsen, graveren, griffelen
afbeelding op bankbiljet – snip
afbeelding op een doorschijnende ondergrond – diorama
afbeelding op een munt – beeldenaar
afbeelding op houtof andere stoffen overbrengen – afdrukken, aftrekken, decalqueren
afbeelding van Christus   icon, icoon, ikoon
afbeelding van de klanken   fonotisme
afbeelding van een dier – totem
afbeelding van een grondvlak – plattegrond
afbeelding van klanken - fonetisme
afbekken   afgrauwen, afsnauwen
afbestellen   afzeggen, annuleren, cancelen, contramanderen
afbestelling   annulatie, afzegging
afbetalen – afdoen, delgen, voldoen, 
afbetaling – delging,  huurkoop, paiement, pof, termijnbetaling
afbetten – schoonwassen, wegwassen
afbeuken – afrossen, afranselen
afbeulen – afmatten, uitputten
afbeulend - afmattend
afbidden - afsmeken
afbieden - afdingen
afbietsen – aftroggelen, afzetten
afbinding (med.) - legatuur, ligatuur
afbijten – kluiven, knauwen, verweren, verwijderen, weghouden, wegnemen
afbijtmiddel – loog, verfreiniger
afbinden   afsterven, losbinden, losmaken, toebinden
afbikken – pellen
afbladering –  afschilfering, exfoliatie, ontbladering
afblaffen – afsnauwen
afblotten – bladderern, schilferen
afbluffen – overbluffen, overtroeven
afboeking - afschrijving
afboenen – onderkruipen, reinigen, schrobben, schoonmaken
afboening –  afborstelen, afschuieren, schroggering, standje, uitbrander
afborstelen – afschuieren, afschuren
afbouw   ontginning (van een mijn )
afbouwen – afwerken, ontginnen, voltooien
afbouwhamer   pikhamer
afbraak   destructie, ontleding,  puin(hoop),  rommel,  ruïne, slechting, sloop
afbraak, doorgaande – diaftoresse
afbraakproduct van eiwitten – crea(t)nine
afbraakproduct van zetmeel   dextri(e)nen
afbraak van steen - puin
afbranden - schroeien
afbranden van een gerecht   flamberen
afbreken – afkammen, demoleren, destrueren, kritiseren, mollen, neerhalen, omverhalen, plukken, razeren, ruïneren, scheiden, slechten, slopen, vernielen
afbrekende werking op de kust - abrasie
afbreker – demonteur, sloper
afbreking – abruptie, reticentia
afbrekingsteken   divisie, streepje
afbreuk – belediging, benadeling, derogatie, grieving, hinder, inbreuk, nadeel, prejutdice, schade, stoornis, derogatie, verlies
afbreukelen – afbrokkelen, afkalven
afbrokkelen – afknagen, kruimelen,  moeren, scherven
afbuigen – afslaan, deflexie, draaien
afbuiging   deflectie, deflexie
afcommanderen - afgelasten
afdak   abri, carport, loggia, luif, luifel, overkapping
afdakking   plongée
afdalen – afgaan, afkomen, aflopen, afhellen, afstammen, omlaaggaan, opstappen, zakken 
afdaling bij skiën   slalom
afdaling op aarde – avatara, landing
afdamming in rivier   stuw
afdanken – afwijzen, afschaffen, afstoten, casseren, ontslaan, opzeggen, stal, wegdoen, weggooien, wegsturen
afdanking - demissie
afdeinzen – achteruitwijken,  retireren, terugwijken
afdekken –  afnemen, afrossen, afwinden, bedekken, beschermen, koudslachten, villen, wegnemen
afdekker   koudslachter, vilder
afdekking – afnemen, aframmeling, afrandeling, bedekking, chaperon, dak, dek, deken, ransel, slaag, sprei
afdekking van een brug – brugdek, rijvlak
afdekking van een gevel   fronton
afdekverf – lak, vernis
afdeling   afd., artikel, sect.,branche, bureau, bureel, catagotie, classis, compartiment, couplet, district, divisie, eenheid, eskader, esocuade, eskadron, filiaal, gedeelte, groep, hoofdstuk, instantie, kader, kategorie, klas, klasse, onderdeel, orde, paragraaf, passage, patrouille, peloton, ploeg, rayon, rot, rubriek, sectie, sector, segment, soort, strofe, tak, teken,  troep, vak, vendel, zone, zijlinie 
afdeling aan een academie   faculteit
afdeling artillerie   batterij
afdeling (dagblad of periodiek)   artikel, kolom, rubriek,
afdeling der geschiedenis   tijdperk
afdeling in trein – cabine, compartiment, coupé, eersteklas, tweedeklas
afdeling kozakken   sotnia
afdeling militairen   bataljon, compagnie, divisie, eskader, escouade, peloton, 
afdeling op administratief gebied – arr., arrondissement, bureel, district, kanton, provincie
afdeling padvinders – bak, groep, horde, nest, patrouille, stam
afdeling politie   brigade, korps, patrouille, post, wacht
afdeling Romeinse ruiters   turma
afdeling ruiters – eskader, kornet, peloton
afdeling soldaten   bataljon, compagnie, divisie, escouade, eskadron, groep, peloton, piket, regiment, sectie
afdeling tanks – eskadron
afdeling van academie - faculteit
afdeling van arrondissement   kanton
afdeling van artillerie - batterij
afdeling van het tertiair   neogeen
afdeling van honderd man   centurie
afdeling van legioen   cohort
afdeling van Romeins legioen   cohorte
afdeling van universiteit   faculteit
afdeling van de Jura   Lias, Dogger, Malm
afdeling van de marine – Marva
afdeling van de Trias – Bontzandsteen, keuper, muschelkalk
afdeling van een boek – bladzijde, hoofdstuk, pagina, paragraaf
afdeling van een dichtstuk   zang, strofe, couplet, refrein,  verso
afdeling van een hoofdstuk – alinea, paragraaf
afdeling van een kantoor - kamer
afdeling van een koeienmaag   boek, leb, netmaag, pens
afdeling van een krant - voorpagina
afdeling van een legioen   cohorte
afdeling van een school - klas(se)
afdeling van een spoorrijtuig – compartiment
afdeling van een tijdperk - kolom, rubriek, voorpagina  
afdeling van een tijdschrift    kolom, rubriek,  voorpagina
afdeling van het carboon   Dinantien, Namurien, Westphalien, Stephanien
afdeling van het kwartair – Holoceen, Pleistoceen
afdeling van het Perm   Rotliegendes, Zechstein
afdeling van het tartiair   Eoceen, mioceen, Neogeen, Piloceen, Oligoceen, Paleoceen, Paleogeen
afdelven - afgraven
afdichten – sluiten, stoppen
afdiepen – afloden, peilen
afdieven – afjatten, pikken, stelen, ontfutselen, ontstelen 
afdingen   aanmerken, afbieden, afhandelen, afknibbelen, afleggen, afpingelen, afrekenen, bedingen, beknibbelen, beslissen, gelen, gispen, onderbieden, pingelen, solveren, tawawarren, uittrekken, volbrengen, wegnemen
afdinger – knibbelaar
afdoen – afgorden, afmaken, afnemen, afrekenen, afwerken, beslissen, betalen, eindigen, poetsen, regleren, solveren, termineren, uitwerken, verminderen, volbrengen, voldoen, wegnemen
afdoend   apodictisch, beproefd, beslis(t)send, decisief, definitief, degelijk, deugdelijk, doeltreffen, doorslaand, dwingend, genoeg, grondig, indringend, kategorisch, klemmend, onbetwistbaar, peremptoir, pertinent, probaat, radicaal, stringent, voldoende, zat
afoend antwoord – repliek
afdoend voor – probaat
afdoende – beslissend, bondig, genoeg, konkludent, stringent, voldoende
afdoener – dooddoener
afdoening – afhandeling, afneming, afsluiting, betaling, kwijting, prestatie, schikking, terminatie, voldoening
afdoppen – afbetten, afdokken, pellen
afdraaien -  afsluiten
afdragen – afgeven, overdragenverslijten
afdragen van kleding – slijten
afdreigen – afpersen, chantewren
afdreiger - chanteur
afdreiging   chantage
afdrijven – verwaaien
afdrijvend geneesmiddel - seneblad
afdrijving – abortus, drift
afdringen – afdwingen, afpersen, chanteren
afdrogen –  afranselen, afwissen, drogen, droogmaken, slaan
afdroogdoek - theedoek
afdruipen – sijpelen, vertrekken, weggaan
druppelsgewijs – lekken, sijpelen
afdruk – afbeelding, afgietsel, beeld,  beeltenis, copy, doorslag, ets, exemplaar, foto, gravure, kopie, maske, moet, moulage, overdruk, plaat, positief, prent, print, replica, reproductie, spoor, stempel, stencil, typus, vorm 
afdrukeenheid - printer
afdruk in koper - ets
afdrukken – copiëren, printen
afdrukmachine – camera, printer
afdrukpapier – decalcomanie, fotopapier
afdruksel – prent, print
afdruk van een merk, wapen – cachet, regel
afdruk van een rotatiepers – rotogravure
afdruk van een wapen - cachet
afdruk van een wiel - spoor
afdruk van foto – positief
afdruk van gelaat - masker
afdruk van iemands  gelaat   masker, portret
afdruppelen – lekken
afdwalen   divageren, verdolen, verdwalen, uitweiden
afdwalen van het onderwerp   divageren
afdwaling   aberratie, deviatie, divagatie, verdoling
afdwingen   extorqueren
af ebben   wegvloeien
af en toe   bijwijlen, soms, temet
affabel – minzaam, vriendelijk
affabiliteit - minzaamheid
affaire   aangelegenheid, casus, geval, handelszaak, historie, kwestie, nering, rechtszaak, relatie, story, toestand, transactie, winkel, zaak
affaired’honeur – duel, tweegevecht, tweekamp
affect   aandoening, hartstocht, ontroering, warmte
affectatie – gemaaktheid
affecteren - voorgeven
affectie   genegenheid, gunst, liefde
affectiewaarde – gevoelswaarde
affectiviteit – aandoenlijkheid, gevoelstoon
affector – zintuig
affectueus – toegenegen, welwillend
afferent   aanvoerend, toevoerend
affiche   aanplakbiljet, biljet, plakkaat, poster, raambiljet, wandplaat
afficheren – aanplakken, aanslaan
affien - verwant
affinage – aanhechting, aanneming, loutering, samenvoeging, zuivering, verbroedering
affineren   louteren, zuiveren
affinerie – drijfhaard
affineur – louteraar, zuiveraar
affiniteit   afkomst, geneigdheid, maagschap, overeenkomst, samenhang, verbondenheid, verwantschap
affiniteit hebbend tot zuur   acidofiel
affirmatie   bekrachtiging, bevestiging, toezegging
affimatief – bekrachtigend, bevestigend, stavend
affirmeren – beamen, bekrachtigen, bevestigen, staven, verzekeren
aflikte   droefheid, hartzeer
affix – achtervoegdel,  toevoegsel, voorvoegsel
affodillelie   beenbreuk, daglelie, osphodelus, slaaplelie
affolen   kwellen 
affolteren – kwellen, martelen, pijnigen
affreus – afgrijselijk, afschuwelijk, afstotend, akelig, eng, lelijk, naar, ijselijk, vreselijk
affront   belediging, hoon, insult, smaad
affronteren – beledigen, honen, judassen, krenken
affuentie – toeloop, toestroming, toevloeiing
affuit van scheepskanon – rampaard, rol, rolpaard
afgaan – afdalen, aflaten, afnemen, deinzen, ebben, falen, mislukken, ontbranden, ontploffen, springen, vertrekken, weggaan, zakken
afgaand   dalend
afgaan op - naderen
afgaande op - naar
afgang – aftocht, blamage, buikloop, diarree, helling, mislukking, misser, nederlaag, ontlasting, sof, stoelgang, talud, uitwerpselen 
afgappen – ontstelen, wegnemen
afgebakende ruimte - arena, baan, bed,  perk, rak, ring, strijdperk, terrein, zone
afgebakende ruimte in tuin - perk
afgebakende weg   tracé, zône
afgebroken – abrupt, gesloopt, hortend,  kapot, stuk, verward
afgebroken stuk – brok, homp
afgebroken tak – tappel
afgebroken tak (hazelaar) - wichelroede
afgebroken takje - sprokkel
afgedaan   actum, afgehandeldafgewerkt, basta, genoeg, verhandeld, voorbij, verhandeld, verkocht, volmaakt, uitgemaakt
afgedamd water in Zeeland – Deltawerken, Sloe
afgedankt schip - sleet
afgedraaid – afgemat, bekaf, doodmoe, kapot, moe, op, uitgeput, versleten 
afgedragen kledingstuk - afleggertje
afgedrukt vel   schoonvel
afgedruppelde vloeistof   lekwater
afgedwaald – afgedoold, verdwaald, verloren
afgegraven veen - turf
afgehandeld – gedaan, klaar
afgehouwenstam – sliet, tronk
afgekeurd – ongeschikt
afgekeurd stuk aardewerk – hendst
afgekeurde munt – bilfoen
afgeknotte boom – Bollaard, knotwilg
afgeknotte boomstam – knar, stronk, tronk
afgekondigd besluit   edict, edikt, plakkaat, verdenking, verordening
afgekorte handtekening – paraaf
afgekrabde plaats in handschrift – rasure, rasuur, ratuur
afgeladen – mudvol, overvol, propvol, stampvol, stomdronken, vol
afgelasten   afcommanderen, afzeggen, uitstellen, verdagen
afgelaten melk - taptemelk
afgeleefd   decrepitus, kaduuk, krachteloos, op, oud, seniel, uitgeput, versleten 
afgeleefd mens – wrak
afgeleefd paard - knol
afgelegde verklaring – attestatie, getuigenis
afgelegde weg   route, traject
afgelegen – afgezonderd, alleen, écarté, eenzaam, geisoleerd, onherbergzaam, stil, ver, veraf,  verre, verlaten, verwijderd
afgelegen plaats   gat, negorij, uithoek
afgelegen standplaats   buitenpost
afgelegen plaatsje – gat, negorij, uithoek
afgelegen standplaats - buitenpost
afgeleid   afkomstig, deductief, verstrooid, verkregen, weggeleid
afgeleid van   afkomstig
afgeleid woord – afleidingover
afgeleid van een naamwoord   denominatief
afgeleide   afleiding, deductieve, derivaat
afgeleide chemische stof   derivaat
afgeleide stof – derivaat
afgeleide waarheid – deductie, deduktie
afgelopen – af, basta, bekeken, fini, gebeurd, geëindigd, geleden, genoeg, geweest, jongstleden, klaar, over, schluss, stop, suit, verstreken, voorbij, vorig
afgelopen met - vergaan
afgelopen uit – basta
afgemaaid koren – zwad(e)
afgemaaide strook gras - zwad
afgemaakt   af, gereed, klaar, voltooid
afgemat – afgedraaid, afgepeigerd, afgesloofd, afgetobd, afgepeigerd, doodmoe, gaar, getravailleerd, krachteloos, moe, moede, teut, uitgeput, vermoeid
afgemeten    afgepast, bedaagd, bedachtzaam, bepaald, deftig, gemaakt, genoeg, krenterig, nauwkeurig, stijf(jes), strak, stram, voldoende
afgemeten hoeveelheid   dosis, portie, rantsoen
afgemeten voorschrift - maatregel
afgepaalde plaats voor wedrennen - renbaan
afgepaalde ruimte in tuin – perk
afgepaalde ruimte voor vee - kraal
afgepaald stuk grond – claim, gaarde, hof, kamp, perk, tuin, woerd, woord
afgepast   afgemeten, nauwkeurig, precies, stipt
afgepaste hoeveelheid - dosis,  portie, rantsoen
afgepeigerd – afgemat, doodmoe, doodop, uitgeteld
afgeperkt stuk land   woerd, woord
afgeperkte plaats in een tuin – bed, border, perk
afgeperkte ruimte – arena, bed, perk, ren, renbaan, tuin
afgeperkte ruimte voor vee   kraal, paddock, weide
afgeperkte ruimte van tuin   bed, border, perk
afgeplat bolvormig   sferoïdaal
afgeplatte bol   steroïde
afgericht   bedreven, beleerd, gedrild, geoefend, kundig, slim
afgerichte hond – berebijter, geleidehond
afgerond   beëindigd, capitulum,globaal, klaar, kompleet, molig
afgeroomde melk – ondermelk, taptemelk
afgeschaft – vervallen
afgeschafte belasting – tiend(e)
afgescheiden   alleen, apart, exclusief los, separaat
afgescheiden bevolkingsgroep   kaste
afgescheiden groep   club, kliek, kongsi(e),sekte
afgescheiden slaapvertrekje   alkoof, bedstee
afgescheiden stof – mondvochtsecreet, spuug, spuwsel
afgescheiden zitgedeelte   loge, baignoire(e)
afgescheidenen – secretisten
afgescheidenheid – afgezonderdheid, geestverrukking, isolement
afgescheurd stukje - snipper
afgescheurde lap   flard, slet, vod
afgeschoten stuk land   gaarde, hof, tuin 
afgeschoten zitgelegenheid   loge
afgeschoten worden – afgaan
afgeschrabde spekhuid – zwoerd, zwoord
afgeschutte ruimte – hok, kast, tassing, tuin
afgesloofd – afgemat, uitgeput
afgesloten   beëindigd, besloten, dicht, finitum, geïsoleerd, rond, toe
afgesloten deel van een slaapkamer - chambrette
afgeslotenheid - isolement
afgesloten maatschappelijke kring   club, coterie,elite, incrowd kaste, society, stand
afgesloten ruimte – afdeling, brandkast, cel, bon, hok, kast, kluis, tuin, vak
afgesloten stadswijk   getto
afgesloten stand – kaste, society
afgesloten stuk land – tuin
afgesloten vertrekje – alkoof, cel
afgesloten zitplaats in theater   balkon, loge
afgesneden buik van een haring - smacht
afgesneden halm op akker - stoppel
afgesnede hout – spaan
afgesneden rivierbocht - meander
afgesneden stuk – afsnijdsel, krap
afgesneden stuk gras   plag, zode
afgesnede stuk vis – moot
afgesneden tak in de grond plaatsen - stekken
afgesneden takje   stek
afgespleten deel   schibbe
afgesproken - bepaald
afgesproken bijeenkomst   rendez-vous
afgesproken teken - seinteken
afgestelde bom - tijdbom
afgestampt   geheel, overvol, tjokvo, ltotaal
afgestoken gras – plag(ge), graszode, schadde
afgestompt   blassé, bot, murw, lusteloos, onverschillig, stomp
afgestorven   dood, overleden, wijlen
afgestorvene   dode, overledene
afgestoten (muz.) – staccato
afgestroopte huid   balg, bont, scalp, vel
afgestroopte huid met haar – scalp
afgestudeerde –  academicus, alummus, doctorandus, ingenieur
afgetakeld   aftands, afgetobd, seniel, versleten
afgetekende aslijn - trace
afgetobd - afgemat, afgesloofd, moe(de), uitgeput, versleten
afgetobde vrouw   sloof
afgetrapt - versleten
afgetrokken   abstract, afwezig, algemeen, eenzelvig, verdiept, verstrooid
afgetrokken begrip   abstractie
afgetrokken hoofdhuid   scalp
afgevaardigde – afgezant, deputaat, député, gedelegeerde, gedeputeerde, gezant, kamerlid, lasthebber, legaat, parlementariër, senator, volksvertegenwoordiger
afgevallen - vervallen
afgevallen vrucht – kroet, rapeling
afgevallene   apostaat, renegaat
afgeven   afkeuren, afleveren, afstaan, bezorgen, deponeren, overdragen, overhandigen, schimpen, verspreiden
afgeven op - schimpen
afgevoerd   geroyeerd, geschrapt
afgevoerde afvalstoffen uit het lichaam   egesta
afgewerkt – afgedaan, gereed, klaar, voltooid
afgewerkte mout uit een brouwerij – bostel
afgewezene – gesjeesde, gestraalde, geweigerde, gezakte, paria, verstoteling
afgewezen na examen   gezakt, gestraald
afgezaagd – alledaags,  banaal, flauw, geijkt, humorloos, melig, overbekend, oud, plat, saai, vervelend, zouteloos
afgezaagd gezegde – banaliteit, clicé, gemeenplaats
afgezaagde uitdrukking – gemeenplaats, platitude
afgezaagde wijs – deun, melodie
afgezakte grond   kalf
afgezant   afgevaardigde, ambassadeur, apostel, attaché, bode, consul, diplomaat, gelastigde, gezant, heraut
afgezant van de paus – ablegaat, internuntius,  legaat, nuntius, 
afgezet – bekocht
afgezien – behalbe, buiten
afgezonderd   afzonderlijk, apart, autonoom, alleen, eenzaam, geïsoleerd, gescheiden, isolaat, los, separaat, stil, solitair
afgezonderd vertrek in een huis van bewaring   cel, pistole
afgezonderde levenswijze - kluizenaarsbestaan
afgezonderde ruimte in een kerk   kapel, koor, nis
Afghanistan, berg in   Khyber
Afghanistan, hoofdstad van   Kaboel
Afghanistan, munt in   afghani, pul
Afghanistan, muziekinstrument uit   daïra, dambura, dhol, naji, rabab, ritchak, tabla, tula, tumbur, zurma
Afghanistan, rivier in   Haw Roed, Hilmend, Kaboel, Kurzan
Afghanistan, stad in   Gardiz, Herat, Kaboel, Kandabar
Afghanistan, taal in   Pasjto
Afghanistan, vlakte in   Registan, Toeran
Afghanistan, volksgroep in   Afghanen, Beloetsjen, Hazara, Heszreh, Kafirs, Kozakken, Kirgiezen, Noeristani, Oesbeken, Pasjtoe, Pathanen, Tadzjiken, Toerkmenen
afgietsel –  afbeeldsel, afdruk, beeld, infusie, kookvocht, matrijs, moulage, replica, vorm
afgietseldiertje   infusiediertje, infusorie, wimperdiertje
afgietsel maken van – moulleren
Afgieten van het bezinksel van een vloeistof - decanteren
afgietvorm   mal, matrijs
afgiftebewijs   biljet, bon, ce(d)el, kaart(je), reçu
afglans   afschijnsel, straling, weerkaatsing
afglijden - schampen
afglijdend schot - schampschot
afgluren – afkijken, afneuzen
afgod –  aanbedene, afgodsbeeld,  baäl, bel, ideaal, idool, totem
afgod der Assyriërs  en Foeniciërs   Molog, Moloch
afgod der Egyptenaren – Ra
afgod der Filistijnen - Dagon, Kamos
afgod der heidense Saksers   Irmin
afgod der Kanaänieten   Baäl, Beël, Bel
afgod van de Assyriërs   Anamelech, Nisroch  
af god van de Babyloniërs - Baäl
afgod van de chinezen   Fohi
afgod van de Feniciërs – Moloch
afgod van de Saksers – Iris, Irmin
afgod van het geld - Mammon
afgodendienaar   filister, heiden
afgodendienst – beeldendienst, idolatrie, pantheïsme, satanisme
afgodentempel - pagode
afgoderij – idolatrie, satanisme
afgodes - afgodin
afgodisch – dwepend, idolaat 
afgodisch beeld   idool
afgodisch dier – totem
afgodisch vereerd dier bij Egyptenaren – ibis, scarabee
afgodisch vereerd voorwerp – amulet, fetisj, totem(paal)
afgodist – afgodendinaar,  heiden
afgodsbeeld – afgod,  idool, iko(o)n, pagode
afgodslang   boa, constrictor, koningsslang
afgodstempel   abaton, klentang, pagode, pantheon
afgooien - afwerken
afgorden   afdoen, losgespen
afgrauwen – afbekken, afblaffen, afsnauwen
afgraven – afdelven, slichten
afgrazen - kaalvreten
afgrenzen   afbakenen, afpalen, afrasteren, begrenzen, demarkeren, omheinen, ommuren
afgrenzen van tekening - rand
afgrijselijk   affreus, afschuw(elijk), akelig, bar, erg, geschil, gruwelijk, horribel, ijselijk, lelijk, monsterlijk, ontzettend, verschrikkelijk, vreselijk, walgelijk, weerzin
afgrenzing - rand
afgrijzen   afkeer, afschuw, gruwel, haten, nijd, twist, walgen, walg(ing), weerzin
afgrissen – afkapen, ontnemen
afgrond   abyssos, bergkloof, canyon, diepte, kloof, kolk (in zee), ondergang, poel, ravijn, slonde, steilte
afgrijselijk – affreus, afschuwelijk, afzichtelijk, detestabel, gruwelijk, horribel, lelijk, ontzettend, verfoeilijk,verschrikkelijk,  vreselijk, walgelijk, weerzinwekkend, ijselijk
afgrijzen – afkeer, afschrik, bekomst, geschil, gruwel, horreur, tegenzin, walging
afgrijzenwekkend – afgrijselijk, gruwelijk, gruwzaam, ijselijk
afgunst   animositeit, broodnijd, haat, hak,  kift, jaloersheid, jaloezie, kift, naijver, nijd, wangunst, wrok, ijverzucht
afgunstig   jaloers, naijverig, nijdig
afgunstig zijn   benijden
afhaken – losmaken, stoppen
afhakken – afslaan, kappen
afhalen -ophalen
afhalen van boontjes   repen
afhaler   klaploper, triplijn 
afhandelen – afdoen, perargeren, regelen
afhandig maken – afdieven, afkapen, afnemen, afpikken, ontfutselen
afhang – aanbouwsel, afdak, dependentie
afhangeling – vazal
afhangen – dependeren, releveren
afhangend deel   kwab, lel, sleep,slip
afhangend deel van een jas -slip
afhangend stuk - end
afhangend stuk ijs – end, pegel
afhangend velletje – lel
afhangende band van een Arabische hoofddoek - igaal
afhangende druipsteen   stalactiet
afhangende punt – slip, tip
afhangende versiering - lampet
afhangen van toeval - lukraak
afhankelijk – dependent, gebonden, ondergeschikt, onderworpen, onvrij, verbonden, dependent
afhankelijkheid – dependentie
afhankelijk zijn - releveren
afharden van beton of natuursteen   boncharden, bosseren, grotten, splitsen, stokken
afhechtsel  aan kleding   trens
afheining – afrastering, hekwerk, omheining, schutting
afhelling van dijk – talud
afhelling van weg - berm
afhouden – beeindigen, beletten, intomen, mijden, pareren, verdedigen, weren
afhoudend - prohibitief
afhoudig   minachtend
afhouwen – afhakken, afslaan
afhuren – charteren
afiguraal – nonfiguratief
afjagen - havasseren
afjakkeren – afbeulen, afmatten, uitputten, voortjagen
afjatten – afkapen, gappen, pikken, stelen
afkaatsen – repercuteren
afkaatsing - repercutie
afkalven   afbrokkelen
afkammen – afbreken, afkraken, bekritiseren, katten, neerhalen
afkanten –  afbiljoenen, afknotten
afkapen – afgrissen, afjatten, gappen, pikken,ontnemen, ont(stelen)
afkappen – afslaan, beeindigen, stoppen
afkappingsteken – apostrof
afkapping van een letter - apocope
afkeer    abaltenatie, afgrijzen, afschuw, antipathie, aversie, dégout, detestatie, geschil, griezel, gruw(el), haat, hekel, horreur, horror, nijd, octium, onwil, rancune, renonce, ruzie, tegenzin, twist, vervreemding, vete, walg(ing), wanbedrijf, weerzin, wrok
afkeer gevoelen - walgen
afkeer hebben – balen, haten, walgen
afkeer of weerzin - walging
afkeer van al wat nieuw is – neofobie
afkeer van alles wat vreemw is - xenofobie
afkeer van het huwelijk – misogamie
afkeer van mannen – misandrie
afkeer van mensen – misanthropie
afkeer van muziek – melofobie
afkeer van vreemdelingen – xenofobie
afkeer van vrouwen – misogynie
afkeer van water – hydrofobie
afkeer voelen voor - repugneren
afkeer wekkend – afgrijselijk, tegenzin, walgelijk weerzin
afkeren   afwenden
afkerig   avers, beu, bevreesd, gekant, knorrig, moe, sober, stug, stuurs, tegen, wars, weerbarstig, weerspannig, weerzinnig, zat
afkerig maken - abaliëneren
afkerig van arbeid - lui
afkerig van iets – avers, beu, moe, wars, zat
afketsen – afsluiten, afwenden
afketsen van een kogel   ricocheren
afkeuren – afgeven, berispen, censureren, desapproberen, doorhalen, gispen, hekelen, improberen, laken, misdulden, misprijzen, veroordelen, veroorloven, verwerpen, verwijten, wraken, wreken
afkeuren bij stemmen – verwerpen
afkeurende kritiek uitoefenen - bekritiseren
afkeurende opmerking   aanmerking, verwijt
afkeurenswaardig   berispelijk, blamabel, lelijk, kwalijk, laakbaar
afkeuren – aanklagen, aanmerken, afgeven, berispen, gispen, laken, misprijzen, veroordelen, verwerpen, verwijten, wreken
afkeurende opmerking - anmerkingverwijt
afkeurenswaardig – lelijk, kwalijk, laakbaar
afkeuring – aanmerking, ba(h), berisping, blaam, condemnatie, desaprobatie, gisping, improbatie, laak, laking, oordeel, opspraak, reprobatie, smet, veroordeling, verwerping, verwijt, wrevel
afkijken – afgluren, afneuzen, afzien, spieken
afkitten – dichten, stoppen
afklimmen – afstijgen
afkippelen – afranselen, afwerpen
afkloenen   ontwarren
afkluiven - afbijten
afknagen   afbrokkelen, afkluwen, afschaven, afslijten, corroderen, eroderen, verteren, wegbijten, wegschoven, wegvreten
afknagen van een bot - kluiven
afknaging – corrosie, erosie
afknevelen – afdwingen, afpersen, chanteren
afknippen – afsnijden, inkorten
afknopen – afbinden, afkanten, afkappen, afstompen, besnoeien, dichtbinden, losknopen, tronqueren
afknotten   tronqueren
afknotten van bomen - snoeien
afkoelen   afkoeling, bedaren, douche, kalmeren, koelen, refrigereren, temperen
afkoeling – douche
afkoken van groente – blancheren
afkoking – decoct(um)
afkomen – afdalen, dalen
afkomeling – nakomeling, afstammeling, nazaat
afkomst   afstammeling, afstamming, begin, bron, geboorte, herkomst, kiem, komaf, kroost, nest, oorsprong, origine, stam(boom), origine 
afkomstig – originair, stammend
afkomstig uit Parma   Parmezaans
afkomstig uit Portugal – Portugees
afkomstig uit een Weense stad – Weens, Wener
afkomstig van – stammen, vandaan
afkomstig van binnen   endogeen
afkomstig van buiten – exogeen
afkomstig van de oorspronkelijke bewoners – autochtoon
afkomstig van Germanen – Germaans
afkomstig zijn - afstammen
afkondigen – aflezen, afroepen, bekendmaken, decreteren, decreet, kennisgeven, mededelen,  proclameren, promulgeren, publiceren, uitvaardigen
afkondiging – ban, bekendmaking, gebod, dagorder, decreet, proclamatie, promulgatie, publicatie, publicering
afkondiging der inquisitie - bloedplakkaat
afkondiging van huwelijk – ban
afkondiging van kerkelijke voorschriften – promulgatie
afkonterfeiten – afschilderen, portretteren
afkooksel –  brouwsel, extract, papje, treksel
afkooksel van gerst – decoct(um),  kooknat, orgeade
afkoop – aflossing, inlossing
afkoopbaar   losbaar
afkoopgeld   losgeld
afkoopsom –  afkoopprijs, losprijs, rantsoen
afkopen   lossen, lozen, vrijkopen
afkoppelen – loskoppelen, ontkoppelen
afkorten   abbreviëren, bekorten, couperen, rabatteren
afkorting   abbreviatie, abbreviatuur, acroniem, breviatuur, detractie, mindering, suspensie, verkorting 
afkorting bij Coöperaties – U.A
afkortingen  
aan boord,     ab 
aan-en afvoertroepen,   aat 
aangehaalde plaats,    ic 
aangehaald werk,    aw, oc
aanhef van een brief -    bl, ls 
aan het eind,     if, sf
aan God de opperste en de grootste,  dom 
aangehaald werk,    aw 
aankomend    ak
aanstaande,     as
aan zee,      az 
aartsbisschop,     ae 
abfarad,      abt
ablativus,     abl
absent,       abs
absoluut,      abs
ab urbe condita,      auc 
academie,      acad 
academiae rector,     ar 
academische graad ongeveer
overeenkomende met doctor in de letteren,   am
accepi,      acc
accusatief,      acc 
achternamen,      ba
acta sanctorum,      a(a)ss 
actum ut supra,      aus 
adenosinedifosfaat,     adp 
adenosinetrifosfaat,    atp
adenosinemonofosfaat,     amp
ad interim,      ai 
adjectief,      adj 
adjudant,      adj 
adjunct,       adj
ad majorem Del gloriam,     amdg
administratie,      adm 
administratieve en rechterlijke beslissing,   arb 
advocaat,      adv
ad vocem,      av 
aerodrome control,     adc 
afbeelding,      atb, fig 
afdeling,      afd, sect 
afleiding,      atl
aflevering,      atl
afnemend in sterkte,     dim 
afsluiting,      cad 
aftreksel,      extr 
afwezigheid van alle schuld,    avas
aldaar,       ib (id)
algemeen beschaafd Nederlands,   abn 
algemene bank Nederland,    abn
algemeen burgerlijk pensioenfonds,   abp
algemene handelsvoorwaarden,    ahv
algemene kinderbijslag wet,   akw
algemene kunstzijde unie,     aku
algemene maatregel van bestuur,    ambv
algemene maatregel van rijksbestuur,   amvrb
algemene maatschappij voor jongeren,   amvj
algemene Nederlandse wielrijdersbond,   anwb
algemene ouderdoms wet,     aow
algemene politieverordening,    apv
algemene voorschriften,     av
alhier,       ev
alinea,      al
all correct,      ok
alleen God de eer,     sdg 
allen van dat slag,     tg
alles inbegrepen,      ai
alles ter meerdere ere Gods,   oa(m)dg
als aan ommezijde,     ur
als aantekening,      pn
als altijd,      us
als boven,      ab
als daar zijn,       adz
als ereblijk,      he
als God het wil,      dv
als het overige gelijk is,    cp
als het ware,      ahw
als ik mij niet vergis,     nl 
als op ommezijde,   ur
als steeds,     us
alstublieft,     a.u.b., s.v.p.
als voren,     av
aluminium,     al
ambtelijk,     qq
ambtshalve,     eo, ep, ro 
amica manu (op een adres),  am
ammoniumnitraat,   an 
ampère,      amp
ampère uur,     ah
amplitude modulatie,    m
Amsterdam Rotterdam bank,   amro 
Amsterdams peil,    ap 
anno,      ao
anno ante Christum,    aac 
anno Christi,     ac
anno currente,     ac
anni currentis,     ac
anno domini,     ad
anno futuro,     af
anno mundi,     am
anno passato,     ap
anno sancto,     as
ante meridiem,     am 
antimoon,     sb 
anti revolutionair(e partij),   ar(p)
antwoord betaald,     rp 
appellant,     app 
arbeidsovereenkomst algemene,   cao
archi episcopus,     ae 
argentum,    ag
argon,      ar
arrest,      arr 
arrondissement,     arr 
arrondissementsrechtbank,   arb
arseen, arsenicum,    as 
artikel,      art
artium magister,     am 
assistent resident,    ar 
astatium,     at 
astronomische eenheid,    ae
atmosfeer,     atm 
atmosfeer absoluut,    ata 
atmosfeer overdruk,    ato 
atmosferen,     atm 
audio frequent,     af 
augustijn,     oesa
augustijn,     aug, cic 
auteursrechtbelangen,    autbel
automatische halve overwegbomen,  ahob
baccalaureus artium,    ba
bakboord,     bb
bank of nova scotia, the,   bns
bank voor handel en scheepvaart,  bhs
bank voor internationale handel,   bih
bares(se),     bar
barium,      ba 
baron, barones,     bar
basso continuo,     bc 
Bataafse petroleum  maatschappij,   bp(m), shell
beata Maria virgo,    bmv 
beata virgo (de zaligemaagd Maria),  bv 
bedienaar van het goddelijk woord,   vdm 
bedrijfschap,      bedrsch,  
bedrijfseconoom      be
bedrijfsvereniging,     bv 
begeleiding,      ace 
behoudens bekrachtiging,     sr
behoudens de eer,     sh 
behoudens rekenfouten,    sec
behoudens de titel(s),    s(s)t(t) 
behoudens vergissingen,    se
behoudens de verschuldigde eer,    st
behoudens de verschuldigde eretitel,   stdeb
belasting op de toegevoegde waarde,   btw 
Belgische socialistische partij,     psb
beneden, ben,     inf 
benedictijn,      osb
bene vale (in brieven),     bv 
benevole lector,      bi
beoordelaar,      rec 
bepallng(en),      bep(n) 
beperkt,       lim
beroep administratieve beschikkingen,    bab 
beroepscommissie,       ercie
beroepshalve,     ef 
beryllium,      be 
bescherming bevolking,    bb
beslissing,      besl 
beslissingen in belastingzaken,    bnb 
besloten vennootschap,    bv
besloten vennootschap (eng),    pty
besluit,       besl 
bestuurswetenschappen,     bestw
betaald,       bet
betaling bij levering,     cod 
bezigheden buitenshuis hebbende,    bbhh
bid en werk,      oel
bid voor ons,      opn 
binnenlandse bestuur,     bb 
binnenlandse strijdkrachten,    bs
bismut,       bi
bladzijde,      blz, fo
blijkens de akten,     ta 
boek der koningen,     reg 
boerenleenbank,      rabo 
bolivar,       bolv
bonae memoriae (achterpersoonsnamen),   bm
bond van architecten,    bna 
bono cum Deo,      bcd 
bouwkundig Ingenieur (achtereenpersoonsnaam),  bi
bouwrecht,      bouwr 
bovengenoemde,      sup 
bovenste dode punt,     bdp 
brevet van militaire administrateur,    bma
brief aan de galaten,     gal 
brief aan de thessalonicenzen,    thess 
brief aan timotheus,     tim 
british broadcasting corporation,    bbc 
broeder,       br, fr
bromium,      br
bruto,       br(t), bto
bruto registerton,      brt 
buiten dienst,      bd
buiten dienst (du),     ad 
buitengewoon lager onderwijs,    blo
bureau voor Industriële eigendom,    bie
bureau voor
muziekauteursrecht,    buma 
burgemeester,     burg 
burgemeester en wethouders,   b & w
burgerlijk,     burg
burgerlijke openbare werken,   bow 
burgerlijke stand,    bs 
burgerlijk wetboek,    bw, cc 
bij afwezigheid,     ba
bij bevel,     bb
bij dat woord,     av
bij de stukken,    aa
bij geen gehoor,    bgg
bij gelegenheid,     po 
bljlage(n),     bijl(n)
bij tussentijd,     ai
bij volmacht,     pp 
bijvoorbeeld,     bv, ec, eg, pe(x), vc, vg 
bijzonder,     bijz
cadmium,     cd
calcium,     ca
californium,     cf
calorie,      cal
candela,      cd
candidaat,     cand 
candidaat in de godgeleerdheid,   candmin, thc
candidaat in de medicijnen,   medcand
candidaat in het heilige leraarsambt,  smc
candidaat in de theologie,    thc 
candidatus,     cand 
candidatus ministerie,    candmin
cantica (in de bijbel),    cant 
caput,      cap
cargadoor,     carg
cash on delivery,     cod 
cassatie,     cass
casu quo,     cq
cent(s),      ct(s)
centenaar,     ctr
centiare,     ca
centigram,     cg 
centiliter,     cl
centimeter,     cm 
centimeter gram secunde,   cgs
centraal antennesysteem,    cas
centraal bureau voor de statistiek,   cbs
centraal medisch tuchtcollege,   cmt
centrale organisatie beroepsgoederenvervoer,cob
centrale raad van beroep,    crvb
centraal station,     cs 
centrale verwarming,    cv 
centweight,     cwt
cerium,      ce
certificaat,     cert
cetera,      cet
chef-staf,     cs
chloor,      cl
christelijk jongemannen verbond,   cjmv
christelijke jonge vrouwen federatie,  cjvf
christelijk historische unie,   chu
christelijk nationaal vakverbond,   cnv
Christus,     XP
chroom,      cr
circa,       ca
circulaire,      circ
citato loco,      citloc. cl 
civiel bouwkundig ingenieur,    cbi
civiel ingenieur,      ci 
cobalt,       co
codex,       cod
codices,       cod 
cognossement,     bi 
collationering,      tc 
collatis,       coll
collectieve arbeidsovereenkomst,    cao 
college van beroep voor het bedrijfsleven,   cbb 
college van bestuur,     cvb 
colossenzen,      col 
commandant veldleger,    cv
commanditaire ven nootschap,    cv
commissaris van de koningin,    cdk
communistische partij Nederland,    cpn 
compagnie,      co(mp). cie 
compagnon,      co(mp) 
confer(atur),      conf
confer,       cf
conform,      cfm 
congregationes santis simi redemptori,   cssr 
consul,       cons
conto mio,      cm
coöperatieve centrale boerenleenbank,   bib
coöperatieve vereniging,    cv
Corinthiërs,      cor
corps diplomatique,     cd 
cosinus,       cos
cost freight,      cf 
coupon,       coup
courant,       c(r)t
crediet  en depositokas,     cdk
crescendo,      cresc
crisis controle dienst,    ccd
cum annexis,      ca
cum expensis,      cex
cum laude,      cl
cum notis,      cn
cum sociis,      cs
cum suis,      cs
cuprum,       cu
curator,       cur
curium,       cm
currente mense,      cm 
currentis mensis,      cm 
daaraanvolgend,      dav 
daarentegen,      det
daar ter plaatse,      dtp' 
daartoe aangewezen (benoemd),   ahd
da capo,      dc
dagelijks,      dag
dagelijks bestuur,     db 
dal segno,     ds
daterend,      dat
daterend van,      dd
datief,       dat
dat is,       di, ie
dat wil zeggen,      cad, dwz, ie
datum,       dat
deadweight,      dw
debet,      deb
debent,      deb
decagram,     dcg
decaliter,     dcl 
decameter,     dam 
decastère,     das 
december,     dec
decibel,      db
decigram,     dg
deciliter,     dl
decimeter,     dm 
declinatie,     decl
de dato,      dd
deel,      dl
deelwoord,     dw
de goedgunstige lezer heil,   lbs
de heer,      dhr
de helft van het opgegevene,   ss
Dei gratia,     dg
de jongste,    jr 
dekagram,     dag 
dekaliter,     dal 
dekameter,     dam 
dekastère,     das
de laatste dag van de maand,   uit
deleatur,     del
de lezer(es) heil,     ls 
delineavit,     del
de onbekende,     nn
Deo optimo maximo,    dom 
de oudste,     sr
Deo volente,     dv 
departement,     dep(t) 
derde naamval,     dat 
dergelijke,     derg, dgl
der lopende maand,    mc 
des voormiddags,    am, vm 
deutscher industrienorm,    din
Deuteronomium,     deut 
deutsches reichs-gebrauchsmuster,   drgm
de volgende,    sq
de voorafgaande,     pr
de zalige maagd Maria,    bmv
dezelfde,     id, it
dezelfde hoeveelheid als boven,   a(m)
deze niet alleen,     ka 
dezer maand,     dm
dezes jaars,     dj 
dichloor diphenyltr chloorethaan,   ddt
die ge kent,     gn
dienaar,      dien
dienaar van het woord,    vdm
dienstdoende,     dd 
dienstvaardig,     dv
dienstwillig,     dw 
dimethylteraftalaat,    dmt 
diminuendo,     dim 
directeur generaal,    dirg 
directoraat generaal,    dirgin
disconto,     disc 
displaced person,    dp 
dispositie,     disp 
dissertatie,     di ss 
district,      distr
dit is,       di
dito,       do
dividend,      div
doctor,       dr
doctoranda,      dra 
doctorandus,      drs 
doctor in de beide rechten,    dju, jud
doctor in de filosofie,     drphil
doctor in de geneeskunde,     dm
doctor in de god geleerdheid,    drth(eol)
doctor in de medicijnen,     dm, meddr
doctor in de rechten,     drmr
doctor in de theologie,     drth(eol)
doctor juris utriusque,     dju 
doctor medicinae,     dm 
doctor philosophiae,    drphil
doctor theologiae,     drth(eol)
dominee,      ds 
dominicanen,      cf, op 
dominus,      ds
door de daad zelve,     if 
doorgaande bas,      bc 
door geweld gedwongen,     vc
door Gods genade,     dg 
door kernenergie voort bewogen schip,   ns
doorluchtige hoogheid,     dh
door middel van een vriend(in),    pa 
door inschrijvershand,     ma 
door vriendenhand (bezorgd),    am
dozijn,       dz
duikboot,      U-boot
Duitse socialistische partij,    spd
dyne,       n
eb,      lw
economische politierechter,    epolr
edel,       ed
edelachtbaar,      ea 
edelgestreng,      edgestr 
edelgrootachtbaar,    ega 
edelgrootmogend,     egm 
edelhoogachtbaar,     eha 
edelmogende heren,     eemmhh
edidit,       ed
éditeur,       ed
editio,       ed
een brief uit het nieuwe testament,    hebr 
eenheid van ruimtehoek,     sr
eenmaal daags,      sdd 
eershalve,      hc
eerste hulp bij ongelukken,   ehbo
eerste kamer,      ek
eerste kwartier,      ek 
eerstgenoemde,      eg 
eerstkomende,      ek 
eerstvolgende,      ev 
eerwaarde,      eerw, rev 
eerwaarde heer,     rd 
eerwaarde vader,      rp 
eerwaardig ambt,      rm 
effectieve paardenkracht,     ep
eigen beweging,     eb 
eigenhandig,      mmp 
eigenhandige aflevering verlangd,    mp 
eigenlijk,      eig
het einde kroont het werk,    fco
einsteinium,     es 
elektrocardiogram,    eeg 
elektroëncefalogram,    eeg 
elektromagnetische eenheid,   eme
elektromotorische kracht,    emk
elektrostatische eenheid,    ose
elektrotechnisch ingenieur,   ei
eminentie,     em
emeritus,     em
en allen samen,     etq
en andere(n),     ea,
en dergelijke,     ed
en meer anderen,     ema
engelse bachelor of arts (laagste acad. 
graad in de literaire faculteit),  ba
engels handelsgewicht van 50 kg,  cwt
engels ons,     oz 
enigszins sterk,     pf 
enkelvoud,     enk, sing
enkelvoudige kamer,   enkk
en meer van die soort,   ed 
en omstreken,     eo
en personne,     ep
en soortgelijke,     ed 
entrepot,     entr
en vele anderen,     eva
en ville,      ev
en volgende,     ev 
enzovoort,     enz, etc 
errore exepto,     ee 
esquire,      esq
et cetera,     enz, etc
e tutti quanti,     etq 
Europese economische gemeenschap,  eeg
Europese gemeenschap voor kolen en staal,  egks
evangelische omroep,    eo 
evenredige vertegenwoordiging,    ev 
eventueel,     ev(t)
evenzo,      id, it 
excellentie,     exc 
exclusief,     excl
exempli causa,     ec 
exempli gratia,     eg 
exodus,      exod
ex officio,     eo, exoff 
exprès payé,    xp
ex professo,     ep
extract,      extr
extractum,    extr
ex voto,      ev
faire suivre,     fs
favente summo numine,    fsn
februari,     febr
fecit,      fec 
federatie,     fed
ferrum,      fe 
fiat insertio,     fi
figuur,      fig 
figuurlijk,    fig
finis coronet opus,    fco 
firma,      fa
first national city bank,    fncb
fles,      fl
florijn,       fl
folio,       fo
formula Intemationalis,     fi 
fortissimo,      ft
fosfor,      p
francium,      fr
franco,       fos, fr
frank,       fr
frater,       fr
free alongside ship,     fas 
free on board,      fob
free on rail,      for
free overside ship,     fos 
frequentie modulatie,     fm 
fungerend,      fg
fijn zilver,     fz
gallium,       ga
gangbaar,      ct
geankerd,      ga
gebenedijde maagd Maria,    bmv
gebiedende wijs,      imp 
gebonden,      geb, leg 
geboren,      geb
gebroeders,      gebr
gebruik bekend,      ue, un 
geciteerd werk,      oe 
gecollationeerd,      coll 
gedaan en bieden,     gb 
gedaan en laten,     gl 
gedeeltelijke aansprakelijkheid,    ga
gedenk te sterven,     mm 
gedeputeerde staten,     gedst, gs
gegeven door,      dd 
geheel de uwe,      t(à)t 
geheime staatspolitie in het nationaal
socialistische Duitsland    gestapo 
geheime staatspolitie in Rusland,    g(e)poe
gehuwd,      geh
gemeenschappelijk administratiekantoor,   gak
gemeentelijke geneeskundige dienst,  ggd
gemeentewerken,     gw 
gemeubileerd,      gem 
generale bas,      be 
genesis,       gen
genitief,       gen 
geografische mijl,      gm 
georganiseerd overleg,     go
gepensioneerd,      gep 
gerequireerd,      gereq 
gescheiden,      geseh 
getekend,      get, sign 
getrouwd,      geh
getuige,       get
gewestelijk arbeids bureau,    gab
gewijzigde aansprakelijkheid,    ga
gewijzigd ontwerp van wet,    gontw 
gezang,       gez
gezusters,      gez 
gloriosae memoriae,     gm 
Gode alleen zij de eer,     sdg
Gode zij dank,      dg
Gode zij de hoogste lof,    lpd
Gode zij lof,      ld
Gode zij lof en het volkheil,    dsp
goed dooreen gemengd,    bm
goede middenkwaliteit,    faq
den goedgunstige lezer heil,   lbs
goed voor,     gv 
goudgulden,     ggld 
gouvernementsbesluit,    b 
gouverneur generaal,    gg 
gram,      g 
gram centimeter,     ge 
gram centimeter seconde,    gcs 
grammolecule,     mol 
gratis,      pd
Greenwichtijd,     gt 
grenswaarde,     lim 
grondkamer,     grk
grondwet,     gw
groot,      gr
grootste gemene deler,   gd
grosso modo,     grm 
gulden,     fl, gl(d)
gunstig antwoord wordt verwacht,   gawv
gymnasiaal,     gym 
gymnasium,     gym 
gymnastiek,     gym
haar bezigheden buitenshuis hebbende,  hbbhh
haar edele,     hed
haars inziens,     hl 
haastiger,     accel 
hafnium,     hf   
handelingen,     hand 
handels  en effecten bank,    heb 
handschrift,     cod, hs, ms 
handschriften,     cod, hss, mss
handvol,     man
hare doorluchtigheid,    hd 
hare hoogheid,     hh
hare koninklijke hoogheid,    hkh
hare keizerlijke en koninklijke hoogheid,  hkkm
hare koninklijke hoogheden,   hhkkhh
hare koninklijke majesteit,   hkm
hare koninklijke majesteiten,   hhkkmm
hare majesteit,     hm
hare majesteiten,     hhmm 
hebreeuwen,     hebr 
Hebreeuws,     hebr 
hectare,      ha
hectogram,    hg 
hectoliter,     hl 
hectometer,     hm
heeft het getekend,    del 
heeft het ontworpen,    inv 
heeft uitgegeven,     ed 
heemraadschep,     hschap 
heen en weer,     vv 
heer,      hr
Heilig Avondmaal,   HA 
heilige,      st
heilige, dienst,     hd
heilige maagd,     bv 
heilige maagd Maria,    bmv
heilige roomse rijk,    hrr, sri
heilige schrift,     hs
de heiligen,     hh 
hefnerkaars,     hk
helium,       he
heren de,      hh
hertz,       hz
hervormd,      herv
hetgeen betekent,     qe 
hetgeen ik getuig,     qt 
hetgeen te bewijzen was,     qed
hetgeen te doen was,     qef 
het heilige jaar,      as 
het volgende,      s(e)q 
het worde ingelast,     ti 
hetzelfde,      id, it 
hic situs,      hs 
hier ligt begraven,     hs 
hier te lande,      htl 
hiertoe afgevaardigd,    ahd 
hoc anno,      ha
hoc est,       he
hoc loco,      hl
hoc loco sepultus,     est, hlse
hoc sensu,      hs
hoc tempore,      ht
hof van justitie der europese gemeenschap,   hvjeg
hoge raad,     hr
hogere burgerschool,     hbs 
hoger onderwijs,      ho 
Hollandse bank unie,     hbu 
honoris causa,      he
hoofd der school,     hds 
hoofdkwartier,      qg 
hoofdstuk,      cap 
hoogduits,      h(g)d 
hoogedelgeboren,     geb 
hoogedelgestreng,     heg(estr)
hoogfrequent,      hf 
hooggeboren,      hgeb 
hoogheemraadschap,     hhsehap
hoogheid,      hh
hoogleraar,      hoogl, prof 
hooggeleerde,      hooggel 
Hooglied  het,      cat
hoogstdeszelfs,      hd
hoogstdezelve,      hd 
hoogwater,      hw 
hoogwelgeboren,      hwgeb, hwg
hora locoque sonsueto,     hlqe
horse power,      hp
hun edelachtbaren,     hea 
hun edele,     hed
hun edelgrootachtbaren,    hega
hunne koninklijke hoogheden,    hhkkhh
hunne koninklijke majesteiten,   hhkkmm 
hunne majesteiten,     hhmm
huns inziens,      hi
huius anni,      ha 
hydrargyrum,      hg
hij groet u zeer,      spd
hij heeft het gemaakt,    fee 
hij heeft het gegeven,     ddt 
hij heeft het gegraveerd,     sc
hij heeft het geschilderd,     pinx
hij heeft het geschreven,     ser
hij heeft het getekend,     dil 
hij heeft het gezien,     vt 
hij heeft het ontworpen,    inv
hij heeft het uitgegeven,    ed
hij heeft het zelf gemaakt,    if
hij ruste in vrede,    rip 
ibidem,      ib(id)
idem,     id
id est,      ie
ik heb ontvangen,    ace
ik kwam, zag en overwon,    vvv
imperatief,     imp 
imperator,     imp 
imperator rex,     ir 
imprimatur,     impr 
inbegrepen,     incl
in bezit van,     ibv
in buitengewone dienst,    ibd
in casu,      ic
incidenteel,     inc 
inclusief,    incl
in de naam van Christus,    icn
in de naam van Jezus,    ini
in de naam Gods of des Heren,   ind
in de stad,     ev
in deze zin,     hs
in dit geval,     ic
in dit jaar,     ha
in dit teken (zult gij overwinnen),   ihs (v)
indium,      ind
in één woord,     iew
in eigen persoon,     ep 
infanterie,     inf
infinitief,     inf 
infra,      inf 
geheime zitting,     igz
in gelijke delen,     paeq 
ingenieur,     ing, ir 
ingesloten,     incl, pc
in het aangehaalde werk,    opcit
in het afgelopen jaar,    ap 
in het algemeen,     iha
in het bijzonder,     ihb
in het gebied of land der ongelovigen, ipi
in het gegeven geval,    cq 
in het genoemde jaar,    da
in het heilige jaar (jubeljaar),   as 
in het jaar,     anno, ao
in het jaar (sedert de schepping der wereld),  am
in het jaar der christelijke tijdrekening,  ac
in het jaar onzes Heren,    ad
in het jaar voor Christus' geboorte,   aac
in het komende jaar,    af 
in het lopende jaar,    ac 
in het volgend jaar,    af
in hoc salus,     ihs
in hoc signo,     ihs
in hoedanigheid ven,    qq 
in hope,      is
inleiding,    inl
inlichting,     inl
in loco,      il
in margine,     im
in memoriam,     im
in naam ven de heilige drie-eenheid,  inst
in nomine Del,     ind
in nomine Domini,     ind
in nomine Jesu,      ini
in nomine sanctae trinitatis,   inst
in partibus infedelium,     ipv 
in (eigen) persoon,     ep
in plaats van,      ip(l)v
in plaats van het zegel,     ls 
insgelijks,      id, it 
inspecteur,      insp 
inspectie,      insp
instant,       inst
interest,       int 
internationaal,     int 
internationaal een hedenstelsel,    sl
internationaal standaard boeknummer,   isbn 
intransitief,     intr
intrest,       int
invenit,       inv
in verband met,      ivrn
in voce,       iv
in waarheid,      iv, iw
in welk teken,      cq 
inzonderheid,      inz
ionium,       io
iridium,       ir 
isonicotinezuur hydrazide,    inh
Israëlitisch,      isr
is schuldig,      deb
item,      it
iuris utriusque doctor,     jud
jaargang,      j(r)g
Jacobus,      jac
Januari,       jan
Jeremia,      jer
Jesaja,       jes
Jesus hominum salvator,     ihs
Jesus horator sanctorum,     ihs
Jesus nazarenus rex judaeorum,   inri
Jezus,       ihs
Jezus Christus,      ic
Jezus van Nazareth,     inri
Johannes,      joh
jongstleden,      jl
jonkheer,      jhr
jonkvrouw,      jkvw
juncto,       jr
kamer van koophandel,     KvK
kanaalpeil,      kp 
kandidaat,      cand, 
kand kandidaat in de theologie,    cm 
kantongerecht,      ktg 
kantonrechter,      ktr
kapitein,      kapt 
kapucijn,      omc 
karaat,       kar, kt 
kardinaal,      em
karmeliet,      oc
kas associatie,      ka 
katholieke radio omroep,     kro
katholieke volkspartij,     kvp
keizer,       imp
keizer en koning,      ir 
keizerlijk koninklijk,     kk 
keizerlijke majesteit,     km 
kennisgeving ontvangst,    pc
kilocalorie,     kcal
kilogram,     kg
kilogram kracht,     kgf 
kilogrammeter,     kgm 
kilohertz,     khz
kiloliter,     kl
kilometer,     km.
kilovolt,     kv 
kilovolt ampère,     kva
kilowatt,     kw .
kilowatt uur,     kwh 
klasse,      kl
kleinste gemene veelvoud,   kgv
knight of the garther,    kg 
knokploeg,     kp
kobalt,      co
kombinatie van reclasseringsinstellingen,    kri 
de koning der joden,   inri 
koning en keizer,     ri 
koninklijk,     kon 
koninklijk besluit,    kb 
koninklijke bibliotheek,    kb
koninklijke hoogheid,    ar, kh
koninklijke luchtvaart maatschappij,  KLM
koninklijke majesteit,    rm
koninklijke marine,    km 
koninklijk nederlands
meteorologisch instituut,   KNMI
koninklijke militaire academie,   KMA
koninklijke nederlandse automobiel club,  knac
koninklijke nederlandse toeristenbond,  anwb
koninklijke nederlandse uitgeversbond,  knub
koninklijke nederlandse voetbalbond,  knvb
koper,      cu
koperskeus,     kk
korting,      rat
kortzicht,     kz
kronen,      kr
kroon,      kr
krijgsgevangene (eng),    pw
krypton,     kr
kubieke,     kub 
kunstmatige bevruchting,    ki
kwik,      hg
laagfrequent,     lf
laagste academische graad in Engeland,  ba 
laagwater,     lw
laatste kwartier,    lk 
laatstgenoemde,     lg 
laatstleden,     ll
laatste wil,     test 
laboratorium,     lab
lage druk,     ld
lager onderwijs,     lo 
landbouwhogeschool,   lhs
landbouwkundig ingenieur,   li 
langspeelplaat,     lp 
Latijn(s),     lat
laus deo,     ld
laus deo salus,     ldsp 
laus plurima deo,     lpd 
lawrentium,     lw
lector benevole,     lb 
lectori benevole salutem,     lbs
lectori salutem,      ls
lege artis,      la
leger des heils,      dh, sa 
leger van de Indonesische republiek,   tni
let wel,       lw, nb
de lezer heil,     ls
liber regum,      reg
libra,       lb
licenciaat,      lic 
lichamelijke opvoeding,     lo
licht jaar,      lj
limited,       ltd 
loco burgemeester,     lb 
loco citato,      lc
loco laudato,      l(oc)l(aud) 
loco sigilli,      ls 
logarit(h)me,      l(o)g 
lokale sterrentijd,     lst 
lood,       pb
der lopende maand,     cm, inst
Lucas,       Luc 
luchtkussenvoertuig,     lkv 
lugdunum batavorum,     Ib 
luitenant,      I(ui)t
lumen,       lm
luthers,       luth
lux,       lx 
lysergzuurdiethylamide,     lsd
lijst,       tab
maalpeil,      mp 
maanstand,      ek, lk, nm, vm 
maatschappij,      mij
mac,       mc
madame,      mad, mme 
mademoiselle,      mlle 
magister artium,      ma 
magnesium,      mg
majoor,       maj
mandaat,      mand 
mandatum,      mand
mandatum sine clausula,     msc
mangaan,      mn
manu auctoris,      ma
manu mea propria,     mmp 
manuscript,      hs, m
manuscripten,      mss 
manu proprio,      mp 
Marcus,       Marc 
marechaussee,      mp 
master,       mr
mate van intelligentie,     Iq 
matig,       mod
matig sterk,      mf
matig zacht,      mp
Mattheus,      Matth
maximaal,      max 
maximum,     max
meer uitgebreid lager onderwijs,    mulo 
meervoud,      mv, pl(ur) 
meervoudige kamer,    meervk
meester in beide rechten,     dju, jud 
meester in de rechten,     mr 
meester in de (vrije) kunsten,   ma(l)
medicinae doctor,    md 
megacalorie,     mcal
megadyne,     mdn 
megahertz,     mhz 
megaton,     mt .
mejuffrouw,     mej, mlle 
member of parliament,    mp
memento mori,     mm 
memorie van antwoord,    mva
memorie van toelichting,    mvt
men vergelijke,     conf 
men zie,     vid
messieurs,     mss, mm 
met aankleve van dien,    ca
met aantekeningen,    en 
met alle waardering,    maw 
met allen die erbij behoren,  etq
met andere woorden,    maw 
met behoud van eer,    sh 
met behoud van titel,    sh( et)t
met behoud van eer en wedde,   sh(et)s
met bekende bestemming,    mbb
met bestemming,     mb 
met betrekking tot,    mbt 
met bijlagen,     ca
met dank,     md
met deelneming,     md 
met de hand des schrijvers,   ma
met de kosten,     cex
met de linkerhand,    sm 
met de nodig. veranderingen,   mm
met de zijnen,     cs
met dien verstande,    mdv
met een bijzondere bode,    pexpr
meterton,     mt
met gebruik van,     mgv 
met gelukwens,     mg, pf
met gelijke delen,    paeq 
met Gods genade,    bed
met Gods wil,     df, dv, vd 
met halve stem,     mv
met hartelijke dank,    mhd
met hartelijke deelneming,   mhd
met hartelijke gelukwens,    mhg
met hartelijke groet,    mhg 
met hun allen,     etq
met inbegrip van,    incl 
met inbegrip van kosten voor overlading,  fos
met inbegrip van vervoerskosten 
tot op de boot,    fob
met ingang van,     miv
met kennisgeving,    mk(g)
met medewerking van,    mmv
met name,     mn
met mijn eigen hand,    mmp
met noot van,     mntv
met onderschrift,     mo
met rouwbeklag,     md. mf. pc
met toestemming,    ec 
met veel kracht,     ffz
met verlof gezegd,    svv 
met volledige titel,    pt 
met voorbehoud van   mbv
eventuele vergissingen,     se
met het nodige voor behoud,    rr
met zijn deel  of lotgenoten,    cs  
mevrouw, mevr,      mme, mrs 
mezzo forte,      mf
mezzo piano,      mp
mezzo voce,      mv 
microfarad,      mf 
middelbaar onderwijs,     mo 
middelbaar technische school,    mts 
middelbare eb,      me 
middelbare leeftijd,     ml 
middelbare meisjesschool,    mms 
middelbare rivierstand,     mr
middelbare vloed,     mv 
middeleeuwen,      me
middeleuropese tijd,      met 
militair,       mil
militaire politie,      mp 
militaire willemsorde,    mwo
militair gezag,      mg 
milliampère,      ma(mp) 
millibar,      mb
milligram,      mg
milliliter,      mi
millimeter,      mm 
minderbroeder,      ofm 
minister,      min
ministerie,     min
minuut,       min
mio conto,      mc
mister,       mr
mistress,      mrs
moet geschrapt worden,     del
moet zijn,      mz 
molybdeen,      mo 
monseigneur,      mgr 
motorschip,      ms 
motortorpedoboot,    mtb 
mutatis mutandis,     mm 
muziek,       muz
mijlpaal,      mp
mijne heren,      mmhh 
mijnheer,      mh, mr
mijn rekening,      cm, mc   
mijns inziens,      mi
na aftrek van onkosten,     nto
naamloze vennootschap,     nv
naamloze vennootschap  (Duits),    ag 
naamloze vennootschap (Engels),    ltd
naamloze vennootschap (Frans),    sa
naar aanleiding van,     nav 
naar de nieuwe stijl,     stn 
naar de oude stijl,     stv 
naar de regel der kunst,     la
naar ik meen,      mi
naar mijn bescheiden mening,    nmbm
naar mijn mening,     mi, nmm
naar onze mening,     nom, oi
naastkomend,      ev
na Christus,      nchr, pc 
nader overeen te komen,     notk
na de stichting van Rome,     pre  
na een jaar,     pa
namelijk,     nl
namiddag,     nm 
nanofarad,     nf
naschrift,     ns, ps
nationaal Indonesisch leger,   tni
nationaal jongeren verbond,   njv
nationaal socialistische beweging,   nsb
nationale maatschappij der 
nationale militie,     natmil 
nationaliteiten van 
natrium,      na 
natriumbromide,     nabr 
natriumchloride,     nacl 
natriumfluoride,     naf 
natriumhydride,     nah
natriumhydroxide,    naoh 
natuurkundig ingenieur,    ni
nauwkeurig Amsterdams peil,   nap
na vergelijking,     coll 
nazenden,     fs
Nederduits,     nd 
Nederland,     ndl, ned, nl 
nederlands,     ned, ndl 
nederlandse christelijke radio (reis) vereniging, ncrv
nederlandse courant,    nc 
nederlandse credietbank,    ncb
nederlandse handelmaatschappij,   nhm 
nederlands hervormd,    nh
Nederlands Indisch,    ni 
Nederlands. Indië,    nl 
nederlandse jeugdgemeenschap,   njg
nederlandse middenstandsbank,   nmb 
nederlands onderwijzers genootschap,  nog
nederlands Oost-Indisch leger,   knil, noil
nederlandse overzeebank,    nob
nederlands verbond van vakverenigingen,  nvv
nederlandse norm,    nen 
nederlands normalisatie instituut   nni
nederlandse werkelijke schuld,   nws
nederlandse spoorwegen,    ns
nederlandse wielrijdersbond,  nwb 
netto,      nto 
netto uitgeleverd gewicht,   nug
new english dictionary,    ned
niet afzonderlijk genoemd,   nag
niet genoemd,     ng, nn 
niet ontvankelijk,    no 
niet parkeren,     np
niet toegestaan, nl,    nt 
nieuw amsterdams peil,    nap
nieuw verbond,     nt, nv 
nieuwe maan,     nm 
nieuwe rekening,     nr 
nieuwe regel,     al, nr 
nieuwe still,     ns
nieuwe testament,    nt, nv 
nomen nescio,     nn 
nominaal,    nom
non actief,    bd, na
non licet,     nl
non liquet,     nl
non nominandus,      nn 
noord atlantische verdragsorganisatie,   nato, navo
Noord Brabant,      nb(r)
noorderbreedte,      nb(r) 
noorderlengte,      nl 
Noord Hollend,      nh 
noordoost,      no 
noordnoordoost,      nno 
noordnoordwest,      nnw
Noordoostpolder,     nop 
noordwest,      nw 
noord Zuid Hollandsetramweg maatschappij,  nzhtm
noot,      nt
normaal hoogwater,     nhw 
normaal laagwater,     nlw 
normaal lage rivierstand,     nlr
normaal profiel,      np 
normaal waterpeil,     nap 
nostro conto,      nc
nota bene,      nb
noot van wijziging,    nvw 
notetur nomen,      nn 
numeri,       num
numero,      no
nummer,      nr, no
obligatie,      ob (l)
octrooi,       octr
of dergelijke,      od
officier van justitie,     okt
om afscheid te nemen,     oatn, ppc
om bezoek af te leggen,     pfv
om godswil,      pd
om het uur een lepel,     shc 
omnia act majorem Dei gloriam,    oamdg
om niet te vergeten,     pm 
omroeporganisatie,     avro, cvk,
eo, ikon, kro, ncrv, nos, tros, vara, voo, vpro
onbepaalde volmacht,    msc 
onder andere(n),      oa 
onder bescherming van het Opperwezen,  fsn 
onder dat woord,      s(h)v 
onder de rubriek,      sr
onder gebruikelijk voorbehoud,    ogv
onder goddelijke bescherming,    spd
onder het nodige voorbehoud,    rr
onder leiding van,     olv 
onder meer,      om 
onderofficier,      oo
onder omslag,      pc
onder voorbehoud,     rr 
onder wie,      ow
onderwijs, kunsten en wetenschappen,   okw 
ongehuwde man,      om 
ongehuwde vrouw,     ov 
ongeveer,      ca, ong, pm 
ontheemde,      dp 
ontvangen (op wissels),     acc
ontwerp van wet,      ovw 
onvoorbereid,      et 
onvoorziene omstandig heden voorbehouden,  oov
onze lieve vrouwe,     olv 
onze rekening,      nc 
onzes inziens,      oi 
onzijdig,      onz 
oorlogswinst,     ow 
oorspronkelijk regeringsontwerp,   oro 
oosterlengte,     ol
Oost Indisch,     oi 
Oost Indische Compagnie,   oic
Oost-Indisch leger,    oil 
Oost Indië,     oi
op blad,      fo
op dat woord,     iv
op de aangehaalde plaats,    lc, ll, taa
op de dag,     dd
op de eerste zijde van een blad,   ra
op de keerzijde,     vo
op de laatste dag (der maand),   ult
op de rand,    im
op de voorzijde van een blad,   ro
op dezelfde bladzijde,    ib(id) 
op dezelfde plaats,    b(id) 
op deze plaats ligt begraven,   hlse 
op één snaar,     uc
openbaar ministerie,    om 
openbare werken,    ow 
openbaring,     openb 
opere citato,     opcit
op erewoord (retour),    oe(r)
opgenomen geld,     og 
opgewekt,     viv
op het ogenblik,     ht
op het woord,     voc
op last van,     po, pp 
opmerking,     opm
op mijn rekening,    cm
op order van,     po, pp 
oppervlakte,     opp 
opus,      op
op zicht,     avoz
ora pro nobis,     opn 
oranje pecco,     op
orde der augustijnen,   oesa
orde der capucijnen,    ome 
orde der carmelieten,    oearm
orde carmelitarum,    oearm
orde der cisterciënsers,    socist 
orde der dominicanen,    op 
orde eremitarum sancté augustini,   oesa
ordo fratum minorum,    ofm 
orde der jezuïeten,    sj 
orde der minderbroeders,    ofm
ordo minorum capucinorum,   omc
orde der norbertijnen,   opraem
orde der ongeschoeide carmelleten,  ocd 
ordo praedicatorum,   op 
ordo praemonstraten sium,   opraem 
orde der predikheren,    op 
ordo sancti benedicti,   osb 
organisatie,     org 
organisatie der verenigde naties,   uno, vn 
oude stijl,     os
oude testament,     ot, ov 
oude verbond,     ot, ov
oudste de,     sr 
overeenkomst(en),    ov(n) 
overige het,     cet 
overleden,     ob
oversteekplaats voor  voetgangers,    vop 
Overijssel,      ov 
paardenkracht,      hp, pk 
paardenkracht uur,     pkh 
paardenkracht van het indicateurvermogen,   ipk
pachtkamer,      pk 
pacifistisch socialistische partij,    psp 
padvinder,      pv 
Palestijnse gewapendeorganisatie,    plo 
pagina,       blz, pag 
palladium,      pd 
paragraaf,      par
par ami of amie,      pc
par exemple,      pax, bv 
par expresse,      pexpr
par faveur,      pf
par procuration,      pp 
partibus aequalibus,     paeq
partijgenoot,      pg
partij van de arbeid,     pvda 
pastoor,       par
pater patriae,      pp
pater prior,      pp
paters van het aller heiligste sacrament,   sss
patres conscripti,      pc 
paus en bisschop,     pp 
penclub,      pen
penningmeester,      penm, thes
pennyweight,      dwt
per adres,      co, pa 
percent,       pct
per dag,       pd
per doos,      pd
per duizend,      pm
per expressum,      pexpr 
perfectum,      pert
per honderd,      pct 
periodiek geneeskundig onderzoek,   pgo
per jaar,       pj
perkament,      prk 
permanente commissie,     pc
per mille,      pm
per occasionem,      pocc 
per omgaande,      po
per order,      po
per persoon per dag,    pppd
personenvennootschap met 
beperkte aansprakelijkheid,    pvba
persoon,      pers 
persoonlijk,      pers
per procurationem,     pp 
per stuk,      pst
per ijlbode,      pexpr 
pfennig,       pt 
philosophiae doctor,     phildr
piae memoriae,      pm 
plano pianissimo,     ppp 
picofarad,      pf
pièze,       pz
pint,       pp
plaats,       pl 
plaatsvervangend,     plv . 
platina,       pt 
plattelands bibliotheek centrale,    pbc
pleno titulo,     pt 
plumbum,     pb
plus minus,     pm 
pluralis,      pl
plutonium,     pu
politieke recherche,    pr 
politierechter,     polr 
polyvinylchloride,    pvc 
pond,      pd, Ib
pond sterling,     pst 
populus romanus,    pr 
porto betaald,     pp
post annum,     pa 
posterijen, telegrafie, telefoon,   ptt
post meridiem,     pm 
postrekening,     prk
post romam conditam,    pre
postscriptum,     ps
post trinitatis,     pt
post urbem conditam,    puc
pour connaissance,    pc 
pour condoléance,    pc 
pour faire visité,     pfv 
pour féliciter,     pf
pour mille,     pm
pour prendre congé,    ppc
pour remercier,    pr 
poste restante,     pr 
praecedens,    pr 
praefectus,     praef 
praemissio praemit tendis,    pp 
praemissio titulo,     pt
praesens,     praes 
praesente,     praes 
praeteritum,     praet 
predikant,     ds, vdm 
prediker,     pred 
predikheer,     op 
preferent,     pr(ef) 
president,     pres
priester,      pr
primo,      po 
proces verbaal,     pv
procureur,     proc
pro Deo,     pd 
produktschap,     prodsch 
pro memoria,     pm 
professional,     prof. 
professor,     prof 
promethium,     prm
pro mille,     pm 
propaedeutisch,     prop 
propriété assurée,    pa 
proponent,     prop
pro tempore,     pt 
protestants,     prot 
protestantse godsdienst:    pg
protocol,     prot 
provinciale bibliotheek centrale,   pbc
provinciaal elektriciteit bedrijf,   peb 
provinciale staten,    provst 
provinciale waterstaat,    pw
prijs + vracht,     cf
psalm,      ps
pseudo,       ps 
pseudoniem,      ps 
publieke werken,      pw 
quaeritur,      qto, quaer 
quaestio,      quest 
qualitate qua,      quat 
quantum placet,      qp 
quantum satis,      qs 
quantum sufficit,      qs 
quantum vis,      qv
quarter général,      qg 
quarto,       qto
quinta essentia,      qe 
quod attestor,      qa
quod Deus bene vertat,     qdbv
quod orat demonstrandum,    qed
quod erat faciendum,     qed 
quod est,      qe
quod felix faustumque sit,     qffqs
quod (bonum) felix, faustumque sit,   q(b)ffqs
quod vide,      qv
raad van arbeid,      rva
raad van beroep,      rvb 
raad voor de kinderbescherming,    rvdk 
raaklijn,       tg
rabat,       rab
radicalen,      rad
radium,       ra
rapporteur,      rapp 
ratione officii,      ro 
recensent,      ree
rechten inbegrepen,     ri 
rechterbladzijde,     ro, to 
rechter commissaris,     re 
rechtsgeleerde,      ictus 
rechtsoverweging,     ro 
rechtspraak,      rspr 
reconventie,     rec 
rectificatie,      rect
rector magnificus,     ar 
redacteur,      red 
redactie,      red 
redemptorist,      cssr
red onze zielen,      sos 
referent,      ref 
regelmatig,      regelm 
regeringsreglement,     rr 
regeringsvoorlichtingsdienst,    rvd
regia majestas,      rm 
regiae majestatis,      rm 
regiment,      reg
regiment infanterie,     ri 
regiment veldartillerie,     rva . 
regimentscommandant,     rct
regius,       reg
reglement,      regl 
regula,       reg
rekeneenheid,      re 
rekwestrant,     rekw 
relatief,       relat
réponse favorable s´il    rfsvp 
réponse  payée,      rp 
Republique Française,     RF
requiescat in pace,     rip 
requirant,     req
reservatis reservandis,    rr 
resolutie,     res 
respectievelijk,     resp 
responde,     resp 
respondeatur,     resp
res publica,     resp
reverende domine,    rd 
reverendi ministerie candidatus,   rmc 
reverendus dominus,    rd, rev
reverendus pater,     rp
rex imperator,     ri
ridder van de kousenband,   kg
rinforzando,     rf
roemrijke nagedachtenis,    gm
roepia,      rp
Romaans,     rom
romanum imperium,    ri 
romanorum imperator semper augustus,  risa 
Romeinen,     rom
romeinse keizerrijk,    ir, ri 
romeinse rijk,     ri 
romeinse volk,     pr 
romeinse volk en senaat,   spqr
rooms katholiek,     rk 
royal air force,     raf 
rubidium,     rb 
rudimentair,     rud 
ruimtelijke ordening,    ruo 
Russisch,     Russ
rust in vrede,     rip 
ruthenium,     ru
rijdende artillerie,    ra 
rijksarbeidsbureau,    rab 
rijks geschiedkundige publikatiën,   rgp 
rijksgrens,     rg 
rijksgrond,     rg 
rijksjongerenintemaat,    rji 
rijkshogere burgerschool,   rhbs
rijkskweekschool,    rks 
rijksmerk,     rm 
rijksnormaallessen,    ml 
rijksnormaalschool,    ms 
rijksopvoedingsgesticht,    rog 
rijkspostspaarbank,    rps
rijksverzekeringsdienst,    rvd
rijksvoorlichtingsdienst,    rvd
rijkswaterstaat,     rw 
rijksweg,     rw 
rijkswerkinrichting,    rwi 
sacer ordo cisterciensis,    socist
sacra scriptura,     ss 
sacri ministerii candidatus,   smc
sacri romani imperii,    sri 
saint,      st
salutem plurimam dicit,    spd
salva ratificatione,    sr 
salva venia,     sv 
salvation army,     sa, idh 
salvis titulis,     sstt
salvo errore calculi,    sec 
salvo errore et omissione,    seeto
salvo titulo,     sstt
salvo titulo debito,    sstt 
salvo honore et titulo,     shett
salvo honore,      sh
sa majesté,      sm 
sanctae of sacrae theologiae doctor,   std 
sanctus,       st
sarekat islam,      si
sa sainteté,      ss
save our souls,      sos 
scheiding van tafel en bed,    stb
scheikundig technologisch ingenieur,   ti
school voor reserveofficieren,    sro
schrijve,      schr
schrijver,      schr
science fiction,      sf 
scripsit,       ser
scilicet,       sc
sculpsit,       sc
scandium,      sc 
secans,       sec
seconde,      sec
sectie,       sect
section,       sect
sedert de schepping der wereld,    aoc
sedert de stichting ven Rome,    auc
selenium,      se
senaat,       sen
senaat de, en het volk van Rome,    spqr
senator,       sen
senatus populusque romanus,    spqr
senior,       sen, sr 
september,      sept
servi beatissimae Mariae virginis,    sbmv 
sequens,      s(e)q 
sequentes,      sq 
shilling,      sh
sieur,       sr
signatuur,      sign
signetur,      sign
silicium,      si
s´il vous plait,      svp
sine anno,      sa
sine loco et anno,     slea 
singularis,      sing
sinistra,       sin
sint,      st
sinte,       ste
sinus,      si
sit venia verbo,      sw
sla spoedig om,      vp, vs
sociaal democratische arbeiderspartij,   sdap
sociaal economische raad,     ser
sociaal pedagogisch onderwijs,    spo
socialistische (federatieve) sovjet republiek,   s(f)sr
societatis Jesu,      sj
soclété anonyme belge d'exploitation de la
 navigation aérienne,    sabena
société des nations,     sn 
societus mariae,      sm 
soli Deo gloria,      sdg
son altesse,      sa
son altesse eminentissime,     sae
son altesse impériale,     sai 
son altesse royale,     sar 
son éminence of son excellence,    se 
soortelijk gewicht,    sg 
South Africa,     sn
spoorwegeenheid,    ppm 
spreker,      spr
spreuken,     spr 
staatkundig gereformeerde partij,   sgp 
staatkundig politiek bestuur,   gpoe 
staatsblad,     stb(l) 
staatscommissie,     stcie 
staatscourant,     stc(r)t 
staatskasboek,     sbb
staatspolitie in sovjet Rusland,   gpoe 
staatsspoorwegen,    ss 
stamboek,     sb
stamp,      ter
stannum,     sn 
staten generaal,     stg(en) 
steenkoolenergieëenheid.    ske
stibium,      sb
stilb,      sb
stili novi,     stn
stili veteris,    s(t)v
stof die fijn verdeeld als insectendodend 
middel gebruikt wordt,   ddt
stoomschip,     ss 
strafwetboek,     sw 
strontium,     sr
student in de medicijnen,    medstud
student in de theologie,    ths
sturm abteilung,     sa 
stuiver.      st
stuurboord,     sb
sub finem,     sf
sub voce,     sv
superior,     sup
supra,      sup
synchroon,     sync 
syndicaat,     synd 
syndicus,     synd
synode,      syn
tabel,      tab
tabula,      tab
tamelijk sterk,     mf 
tamelijk zacht,     mp 
tangens,      tg
tantalium,     ta
tantième,     tant
tasto      solo, ts
tbc,     tb
technetium,     tc
technische academie,    ta
technische hogeschool,    th
te dezer plaatse,     hl
te dien eind,     tde
te gelegener tijd,     tgt 
tegen,      vs
tegen elk aannemelijk bod,   teab
tegen het eind,     sf 
tegenover,     to
tegen rembours,     cod 
tegenwoordig,     ht
te gewoner tijd en plaats,    hlqc
tegoed,      tg 
telastelegging,     til 
telefoon,      tel
telefoon intercommunaal,    telinterc 
telegraafagentschap,     telag
telegraaf restant,      tr 
telegram adres,      teladr
télégraphie sans fil,     tsf 
telegraphic transfer,     tt 
televisie,      tv
tellurium,      te 
temperatuur,      temp
ten aanzien van,      tav
ten algemenen nutte,     tan 
ten bate van,      tbv
ten bedrage van,      ad, tbv
ten behoeve van,      tbv
ten einde,      te
ten gunste van,      tgv
ten honderd,      pct, th
ten laatste,     tl
ten name van,      tnv
ten opzichte van,      tov, qua
ten overstaan van,     tov 
tentara nasional Indonesia,    tni
tentara repoebliek Indonesia,    ri 
ten tijde,      tt 
tenuto,       ten
ten uwent,      tu
ter aangehaalde plaatse,     citloc, cl, tap
ter attentie van,      tav
ter beschikkingstelling van de regering,   tbr
ter beschikking (van),    tb (v)
ter bevordering van,     tbv 
terbium,      tb
ter gedachtenis,      im
ter gelegenheid van,     tgv 
ter herinnering,     pm 
termijn,       term
ter nagedachtenis,     im 
ter ordonnantie,      terord 
ter plaatse,      il, tp
ter terechtzitting,      ttrz 
terugstootloze vuurmond,     tlv
ter waarde van,      twv
ter zake,      tz
ter zake van,      tzv
ter zee,       tz
testamentum,      test 
testantibus actis,      ta 
testis,      test
te voren,      tv
te weten,      tw
te zelfder plaatse,     sl, tzp 
ter zelfder tijd,      tzt
te zijner tijd,      tzt 
thallium,      tl
theologiae candidatus,     thc
theologiae doctor,     thdr 
theologiae studiosus,     ths 
thesaurier,      thes 
thorium,      th
thullium,      tm 
tidningarnas telegram byrd,    tt
tin,       sn
titaan,      ti
tinanium,     ti
titel,      tit
titel van een prins,    dh 
titulair,      tit
titulus,      tit
titus,      tit
tobias,      tob
toehoorders,     tthh 
toenemend in sterkte,    cresc
toets alleen,    ts
tornus,      torn
tot afscheid,     ppc, ta
tot en met,     tem
tot meerdere ere Gods.    amdg
tot nut van 't algemeen,    tnvta
tot rouwbeklag,     pc
totus tuus,     tt
touring trophy,     tt
tout à tol,     tàt
tout à vous,     tàv
trillend,      trem
trimester,     trim 
tuberculose,     tb(e)
tutti quanti,     td
tijdschrift,     per, ts
u edele,      ued
uit aller naam,     uan 
uitgave,      ed
uitgebreid lager nijverheidsonderwijs,  ulno
uitgebreid lager onderwijs,   ulo 
uitgever,     ed 
uitgesloten aansprakelijkheid,   ua
uit gunst,    pf
uit het hoofd,     ec 
uitsluitend,     excl 
uitspraak,     uitspr 
uittreksel,     extr 
uitvoeringsbeschikking,    uitvbesch
uitvoeringsbesluit,    uitvbesl
uitvoeringsorgaan,    uitvorg
uitwendig gebruik,    ue 
ultimo,      uit
una corda,     ue
unie der socialistische sovjetrepublieken,  ussr
unie van vrouwelijke vrijwilligers,   uw 
united kingdom,     uk 
united nations organisation,   uno
united nations recovery,    unrra 
united states,     us(a), vs(a) 
universele auteursrecht  conventie,   uac
universiteitsbibliotheek,    ub
unterseeboot,     uboot 
uranium,     ur
urbis conditae,     ue
ut infra,      ui
utriusque juris doctor,   ujd
ut supra,     us
uwe hoogheid,     ua
uwe koninklijke hoogheid,   var
uw rekening,     cv, vc 
vaarwel,     bv
vacature,     vac
vader des vaderlands,    pp 
vaderlandloze,      dp 
valuta,      val
vanaf,       va
vanaf dit teken,      ds
van boven,     vb
van bureau,      vb
van de bouw der stad Rome af,    auc
van de maand,      hm
van de schrijver,      vds
van dit jaar,      ha, vdj
van goede getuige voorzien,    vggv
van harte,      ea
van het,       ac 
van het rijk,      sri
van het volgend jaar,     af 
van huls,      vh
van het vorige jaar,     ap 
van huls tot huls,      vhth 
van kantoor,      vk
van links naar rechts,     vlnr 
van moderne gemakken voorzien,    vvmg
van onderen,      vo
van rechts naar links,     vml 
van zeer goeden huize,     vzgh
veni, vidi, vici,      vvv
vennootschap onder firma,    vof
vennootschap op aandelen (It),   spa
vennootschapsbelasting,     vpb
verbi causa,      vc
verbi divini minister,     vdm
verbi gratia,      vg 
verbinding,      verb 
verbum,       verb
verdachte,      verd
verder in het boek,     inf 
verenigd koninkrijk engeland,    uk
verenigde naties,      vn, un 
verenigde staten van amerika,    us(a), verst, vs(a)
vereniging voor administratief recht,   var
vereniging van arbeiders radio amateurs,   vara 
vereniging in oprichting,     vio
vereniging onder firma,     vof
vereniging voor vreemdelingenverkeer,   vvv 
vereniging zonder winstbejag,    vzw 
vergadering,      verg 
vergeleken zijnde,     coll 
vergelijk, conf,      verg 
(men) vergelijk(e),     vgl 
verkoperskeus,      vk 
verleden tijd,      perf 
verordening,      vo
vers,       vs
verschenen,      versch 
verschillende,      versch 
verslaggever,      ref, rep
versus,       vs
vertaal,       vert
vertaler,       vert
vertaling,      vert
vertatur,      vert
verte,       vert
verticale opstijging,     vto 
vervolgens,      vv 
verzekerd eigendom,    pa
verzocht en verzekerd,    verzverz
verzoeke vriendelijk gunstig antwoord,  rfsvp
verzoeke terugzending,    spr, svr 
vetras testamentum,    vt 
vetus testamentum,    vettest 
vi coactus,     vc 
vicaris generaal,     vg
vice versa,     vv 
vice president,     vp
vide,      vid
videatur,     vid
videlicet,     vdt
vidit,      vt
vierkante meter,     vm 
Vlaams,      vi
Vlaamse oud-strijdersbond,   vos
Vlaamse toeristenbond,    vtb
Vlaams nationaal verbond,   vnv
vlaer en kol,     venk 
vliegtuigbouwkundig ingenieur,   vi
vloed,      hw
voce,      voc
voet,      ft 
voetgangersoversteek plaats,   vop
voorzitter,     pr, vz 
vostro conto,     vc 
volgende,     sq, vlg
volgens,     vlg
volgens anderen,     va 
volgens de acte,     ta . 
volgens gelofte,     ev 
volgens hem,     zi
volgens mij,     mi
volgens voorschrift,    la 
volkenbond,     sn 
volksuniversiteit,     vu 
volle maan,     vm 
volt ampère,     va 
volt coulomb,     ve
volti preste,     vp
volti subito,     vs
volume,      vol
voor Christus,     vc(hr) 
voor dag en nacht,    vden 
voor de tussentijd,   ai 
voor de vuist,     et 
voorgaande,     pr 
voorheen,     vh
voor het,     vh
voor het ogenblik,    he 
voor kennisgeving aangenomen,   vka 
voorlopig,     pt
voorlopig genoteerd,    voorlgen
voorlopig verslag,    vv
voormalig,     voorm  
voormiddag,     am, vm 
voornaamwoord,     vnw 
voornamelijk,     vnl 
voornaamste,     voorn
voornoemd,     voorn
voor onze jaartelling,    ao(m)
voorrede,     praef 
voorschriften op de velddienst,   vv
voor vernietiging vatbaar,    vvv
voorvoegsel,      voorv
voorwaardelijk,      voorw 
voorwaardelijke invrijheidstelling,    vi 
voorwaardelijke veroordeling,    w
voor wat betreft,      vwb 
voorwerp,      voorw 
voorzetsel,      voorz 
voorzien van alle gemakken,    vvag
voorzien van moderne gemakken,    vvmg 
voorzitter,      voorz
voor zover mogelijk,      vzm 
vorige,       ll
de vorige,      sup
vorige koers,      vk
vorige week,      vw
vorig jaar,      vj
vorig slot,      vsl
vostro conto,      vc
votre altesse,      va
votre altesse royale,     var 
vrachtvrij aan boord,     tob 
vrouwelijk,      fem, vr(l) 
vrije universiteit,      vu
vrij langs boord, tas,     vlb 
vrij van beschadigdheid,     vvb
vrij van boord,      fss, wb 
vrijwillige ouderdomsverzekering,    vov 
vrijzinnig democraat,     vd 
vrijzinnig protestantse radio omroep,   vpro 
vijfde boek van Mozes,     deut
waarnemend,      ai, fg, w(n)d 
waaronder,      wo
wagon,       fos
was getekend,      wg
wat betekent,      qe 
watercloset,      wc
waterpaardenkracht,     wpk 
waterschap,      watsch
wat ik getuig,      qa
wat te bewijzen is,     qed 
watt uur,      wh
weduwe,      wed
weduwen en wezen,     wenw
weerafdeling,      wa
wegstervend,      mor 
weinig gebruikelijk,     wg
welwillende lezer,     bi, lb 
werk,       op 
werktuigkundig ingenieur,     wi 
westerlengte,      wl 
West Indië,      wi
wet algemene bepalingen,     wetab
wetboek,      cod, wetb 
wetboek van burgerlijke rechtsvordering,   brv, rv, wbr
wetboek van koophandel,     wvk
wet op de rechterlijke organisatie,    wetrc
wetboek van strafrecht,     cp, sr, wvs(tr)
wetboek van straf vordering,    (wv)sv 
te weten,      vdt 
wettelijke aansprakelijkheid,    wa
windrichting,      nno, nnw, no, nw, ono, ozo, wnw, wzw, zo, zw, zzo, zzw
winterpeil,     wp 
wisselwaarde,     val 
woordenboek,     wdb
ytterbium,     yb
ijzer,      fe
zachter,      pp
zag zich gaarne geplaatst,    zzgg
zaliger gedachtenis,    bm, zg
zeer fijn,     pp
zeer luid,     ff
zeer sterk,     ff
zeer zacht,     pp(p)
zie aldaar,     za
zie ommezijde,     zoz 
zilver,      ag
zink,      zn
zirkonium,     zr
zoals beneden,     ui
zoals de akten getuigen,   ta
zoek op het woord,    av, lv 
zogenaamd,     zg 
zogezegd,    qd
zo God het wil,     dv
zo goed als nieuw,    zgan 
zomerpeil,     zp
zonder goede getuigen,    zgg
zonder hoofdelijke stemming,   zhs
zonder jaartal,     sa, zj 
zonder kinderen,     zk 
zonder kosten,     zk 
zonder plaats en jaartal,    slea
zonder titel,     st
zonder volledige titel,    zvt 
zoon,      zn
zoveel als nodig is,    qs 
zoveel als 't u belieft,    qp(l)
zoveel als u wilt,     ql 
Zuid-Afrikaanse vennootschapsvorm,  pty 
zuiderbreedte,     zb 
zuidoos(ten),     zo 
zuidzuidoost(en),    zzo 
zuidwest(en),     zw 
zuidzuidwest(en),    zzw 
zuster,      sr, zr
zijn bezigheden buitenshuis hebben de,  zbbhh
zijn eerwaarde,     ze
zijn hoogedelgestrenge,    zheg
zijn hooggeleerde,    zh 
zijn schuldig,     deb
zijne doorluchtige hoogheid,   zdb
zijne doorluchtigheid,    zd 
zijne edelheld,     ze
zijne eminentie,     se, zem 
zijne excellentie,     zex 
zijne heiligheid,     ss, zh 
zijne hoogheid,     zh
zijne hoogwaardige excellentie,   zhex
zijne keizerlijke en koninklijke majesteit,  zkkm
zijne koninklijke hoogheid,   zkh
zijne majesteit,     zm 
zijner majesteits,     zrms 
zijn. inziens,     zi
afkorting op een visitekaartje   p.c., p.f., p.r., p.f.v.
afkorting in advertenties   b.b.h.h., o.e.r., z.g.a.n.
Afkorting in Rome   S P Q.R.
Afkorting op brieven   L.S.,P.S., Ued., a.a.t.t., hg, m.h., s.s.t.t., t.a.t., t.t.,
afkorting bij coöperaties   UA
afkorting op het kruis   I.N.R.I.
afkorting op recepten   d.a
afkorting op telegrammen   r.p., t.c., t.r.
afkorting op wissels   l.z.
afkorting van internationale associatie voor luchtransport - IAIA
afkorting van Jozef   Jef
afkorting van staarten   couperen
afkorting van tubeluminescant   T.L.
afkorting van een ontheemde   d.p. 
afkorting van een Portugese munt   rs
afkorting voor jaartal   A(nno), D(omini)
afkortingsteken – apostrof
afkrabben   afschrabben, afschrapen, af(schrappen),  raderen, roteren, regratteren 
afkrabsel – hamerslag, raturen, roest, roofje, schraapsel,verflaag
afkraken – afkammen
afkuisen - reinigen
afkijken – spieken
afkwispelen – afranselen, afrossen, verdrijven, verwijderen
aflaat   absolutie, indulgentie, kwijtschelding, strafontheffing, toegevendheid, vergiffenis
aflaatpijp – afvoerbuisspijer (kerkdak), gootpijp
afladen   afnemen, afpakken, lossen, ontladen, volstoppen, uitnemen, volladen
aflader – bevrachter, cargadoor, kargadoor, stuwadoor
aflakker   berisping, bestraffing, standje, uitbrander
aflandig – zeewaarts
aflangen – aanreiken, afdokken, adschuiven
aflappen – schoonmaken, schoonwassen, zemen
aflasten   afcommanderen 
aflaten – afgaan, afgorden, afleggen, aflopen, aftappen, afzeggen, ontspannen, ophouden, remitteren, spuien, stoppen, toestaan, uittrekken, verlaten, verminderen
aflaten van een kanaal – spuien
aflaten van melk – ontromen
afleesklep – klapnonius, klepnonius
afleggen   afdanken, afdoen, aflaten, uitdoen, 
afleggen van een afstand   reis
afleggen van een lijk   reeuwen
aflegger – afdankert(je), loot(je), oplichter, poot, spion, stek, twuhg(je), verkenner
afleiden – bezighouden, deduceren, deriveren, distilleren, geleeiden, gevolgtrekken, herleiden, hinderen, induceren, infereren, konkluderen, opmaken, storen, troosten, verklaren, verleggen, verstrooien
afleidende middelen   derivatie
afleiding   afl., afwisseling, amusement, bedrijvigheid, deductie, derivaat, divertissement, konklusie, lekstroom, ontspanning, revulsie, verstrooiing, vertier, wending 
afleiding van bijzondere uit algemene - deductie
afleiden van woorden   etymologie
afleidkunde   etymologie, woordafleiding
afleidkundige - etymoloog
afleren – afwennen, ontwennen
afleveren   afgeven, bestellen, bezorgen, brengen, leveren, produceren
aflevering - afl., deel, episode, hoofdstuk
aflevering in handen   (telegram),  m. p. (manupropria)
aflevering van een tijdschrift   fascikel
aflezen – bezweren
aflichten – optillen
afliegen - loochenen
aflijvig worden   overlijden, sterven
afloeren   begluren, bespieden, bespioneren
afloop – besluit, decursus, eind(e), end,  helling, ontknoping, oplossing, resultaat, slot, uitkomst, uitslag, verloop
afloop van een roman – ontknoping 
afloop van een zaak – uiteinde
afloop van termijn – ommekomst, verstrijking
afloop van water – eb(be), waterlozing, zijl, 
aflopen – aflaten, aftappen, doorgaaneinden, glooien, ontromen, spuien, verlaten
aflopen der zee   eb
aflopen met - vergaan
aflopend – neergaand, schuin
aflossen – afkopen,aflaten, betalen, inlossen, nieuw,  verbeurten, vervangen, verwisselen, voldoen
aflossing – afbetaling, amortisatie, vervanging
aflossing van lening door staat   amortisatie
aflossing van rente   annuïteit
aflossingswedstrijd   estafette, koppelrit
aflijvig worden - overlijden, sterven
afluiding – afgelasting, afzegging
afluisteraar – spion, verklikker
afluisteren - beluisteren
afluisterapparaat – babyfoon
aflijvig – gestorven, levensloos, overleden
aflijvige – dode, gestorvene, overledene
afmaalsel – afbeelding, afbeeldsel, portret
afmaken – afdoen, afslachten, besluiten, beëindigen, beslechten, besluiten, doden, kelen, lynchen, losmaken, massacreren, overwinnen, slachten, termineren, uitputten, uitroeien, vergeten, vermoeien, vermoorden, voltooien, wurgen
afmaker – slachter, vilder
afmalen – afschilderen
afmarcheren – heengaan, inrukken, wegtrekken
afmars   afrit, afreis, aftocht, terugtocht, vlucht, vertrek
afmatten – afbeulen, aftobben, fatigeren, harasseren, knauwen ,kwellen,  macereren, matten, travailleren, uitputten, vermoeien
afmattend   afbeulend, drukkend, enerverend, leuzig, uitputtend, vermoeiend
afmattend op de zenuwen werken - enerveren
afmatting – afbeuling, maceratie, uitputting, vermoeidheid
afmeren – tuien
afmerken – afbakenen, begrenzen
afmeten – (af)passen
afmeting   breedte, dikte, dimensie, diepte, formaat, grootte, hoogte, kaliber, lengte, maat, omtrek, omvang, proportie
afmieteren – afgooien, aflazeren, afvallen
afmijnen – afslaan, bieden, verlossen
afmijning - afbod
afname – aankoop, afzet, mindering, omzet, verkoop, vermindering, 
afneembaar   amovibel, wasbaar
afneemdoek – potdoek, stofdoek
afneemster - cliente
afneemster van goederen - koopster
afnemen   achteruitgaan, afdoen, afgaan, afladen, (af)pakken, afsassen, aftappen,  bedaren, couperen, dalen, ebben, inkrimpen,  kopen, krimpen, luwen, minderen, stelen, ontfutselen, ontnemen, onttrekken, opkopen, slabakken, slijten,  tanen, teruglopen, verlopen, verminderen, verslaan, versmelten, vervallen, verwijderen, wegebben, wegnemen
afnemend – trager, langzamer
afnemend (muz)    calando, decrescendo, degressief, (dim)inuendo
afnemend getij - ebbe
afnemend in dikte – conisch, taps
afnemend in gewicht – afvallen, vermageren
afnemend in snelheid (muz.)  rallentando
afnemend in sterkte - dim
afnemende maan   l.k.(laatste kwartier)
afnemen van waren - kopen
afnemer   cliënt, consument, klant, (op)koper, verbruiker
afneming   decrescentie, degressie
afneuzen   afgluren, (af)kijken, spieken
afnokken   beëindigen, inrukken, ophouden, stoppen, vertrekken, weggaan
afnijper – gierigaard
afnijpertje - nakomertje
afonie   geluidloosheid, heesheid, stemloosheid, stilte, stomheid
aforisme   sententie, spreuk
afpadig – afgedoold, afgedwaald
afpakken   afladen, afnemen, afpikken, afschutten, begrenzen, ontnemen, stelen
afpalen   afbakenen, afperken, afzetten, begrenzen
afpaling – afmeten, afpassen, begrenzing, grens, meten, pas(sen)
afpassen – (af)meten, toebedelen, toewijzen
afpelen   ontharen
afpellen – doppen, ontmantelen, schillen
afperken – afbakenen,afpalen, afschutten, afsluiten, omgorden
afperking –  afbakening, afpaling, afrastering, begrenzinf, beperking, grens, omheining, omrastering, amsluiting, omtuining, scheiding
afpersen   chanteren, extorsie, knevelen, onderdrukken, uitzuigen
afperser – chanteur, misdadiger, uitzuiger
afpersing   chantage, extorsie, knevelarij
afpeuteren - afpulken
afpijnigen - martelen
afpikken – fkapen, afpakken, gappen
afpingelen – afdingen
afplatting - aplanatie
afpoeieren – afranselen, afschepen, wegbonjouren 
afpraten   afbrengen, besluiten, bespreken, regelen, vaststellen
afpulken - afpeuteren
afpunten - tippen
afraden    dissuaderen, ontraden
afranselen –  aframmelen, afrossen, aftuigen, overgaan, overtroeven, toetakelen
afranseling - rammeling
afraspen - afvijlen
afrastering   haag, heg, hek,  hor, omheining, palissade, raster(werk), schutting, traliewerk
afreis   aanvang, afmars, afvaart, sterven, vertrek
afreizen – gaan, vertrekken, weggaan, wegtrekken
afrekenen – afdoen, betalen, resconteren, verdisconteren, vereffenen, verrekenen, voldoen
afrekening   betaling, liquidatie, rescontre, revirement, vereffening, voldoening 
afremmen – dempen, inhouden, matigen, stoppen, tegengaan, tegenhouden, temperen, verzwakken
afremmer   reductor, rem, vertrager
africano - marmersoort
africhten – beleren, dresseren, drillen, leren, trainen
africhten van dieren – dresseren, temmen
africhter   dompteur, coach, dresseur, drilmeester, temmer, trainer
africhter van paarden   dresseur, pikeur 
africhter van wilde dieren - dompteur
africhting   dressuur, opleiding, training
afrij - helling
afrijden - dresseren
Afrikaan – Angolees, Bantoe, Bosjesman, Ethiopiër, Hamiet,
Hottentot, Ibu, Kaffer, Kongolees, Moor, neger, Nigeriaan,
Niloot, Pygmee, Tunesiër, Zoeloe       zie ook bij land in Afrika
Afrika, ontdekker van   Baker, Barth, Bruce, Burton, Caillë, Clepperton, Denham, Grant, Lander, Livingstone, Park, Speke, Stanley
Afrikaans bergschaap - tedal
Afrikaans bier   pombe
Afrikaans brood – kisra
Afrikaans bijgebouw – kia
Afrikaans brood – kisra
Afrikaans cederhout - citrum
Afrikaans gebergte    Ahaggar, Atlas, Drakenberg, Etbai, Kameroenberg, Karisimbi, Kenia, Kibo, Kilimanjaro, Meru, Natal, Pare, Sinai, Virunga
Afrikaans dier  
4 gnoe, ibis, meru
5 hyena, leeuw, lemur, okapi, zebra
6 fennik,
 7 baviaan, giraffe, gorilla, jakhals, klipdas, olifant
 8 antilope, civetkat, nijlpaard
 9 neushoorn
10  aardvarken, chimpansee
Afrikaans dorp - kraak
Afrikaans gebouw – kia
Afrikaans geitenleer – marokijn
Afrikaans gerecht – bredie
Afrikaans graan – gierst
Afrikaans jachtluipaard - cheeta
Afrikaans land   
4     Mali, Togo, Ngana, 
5     Gabon, Ghana, Kenia, Kongo, Libië, Niger
6     Angola, Egypte, Gambia, Guinea, Malawi,
       Ngwana, Ruanda,  Soedan, Tsjaad, Zambia
7     Algerije, Eritrea, Lesotho, Liberia, Marokko,
       Nigeria, Oeganda, Senegal, Somalië, Tunesië
8     Ethiopië, Kameroen, Rhodesië, Tanzania, Zanzibar
       Boeroendi,  Botswana, Ivoorkust, Malagasië
10   Mauritanië, Mozambique, Opper Volta, Somaliland,
       Zuid Afrika
Afrikaans lastdier - kameel
Afrikaans mahonie   sapeli
Afrikaans meer – Albertmeer , Edwardmeer, Kiwoemeer, Njasameer, Rudolfmeer, Tanameer, Tanganjikameer, Tsjaadmeer, Victoriameer
Afrikaans muziekinstrument   balafo, sansa, sanza, zanza
Afrikaans nationaal park   Garamba, Kruger
Afrikaans struikgeassoort - maquis
Afrikaans volk   
2        Ga
3        Efe, Ewe,  Foi, Ibo, Ila, Kru, Tiv, Vai, Yao
4        Agau, Akka, Ambo, Auin, Auni, Bali, Bara, Bari,Baya, 
   Bena, Bini, Bira, Bobo, Efik, Gogo, Gini,  Hehe, Hima,                 Kham, Kuba, Kung, Lala, Lobi, Luba, Luba,  Madi, Nama,           Teda, Tehi, Teke, Wute, Xosa, Yaka
5        Bafia, Bamum, Banda, Barea, Basua, Batwa,  Benda,
   Bongo, Bosso, Bouba, Bouka, Congo, Dinka, Diula, Falli, 
    Fulbe, Galla, Ganda, Habbe, Hausa, Hukwe, Jaluo, Kamba, 
    Kondo ,Kredj, Lakka, Lamba, Lango, Lemba, Luena, 
    Lunda,  Makue, Massai, Mboum, Mende, Mongo, Moren,
    Mossi, Musgu,  Nandi, Nguni, Noeër, Nyoro,  Pende,
    Peula, Ponde, Rotse, Rundi, Safua, Serer, Shona, Songe, 
    Sotho, Swazi, Tenne, Tigre, Tikar, Tonga, Tussi, Venda, 
    Wemba, Wolof, Zande
6          Acholi, Aniwak, Baboua, Bouala, Douroa, Foelbe, Gielli, 
    Heikum, Herero, Hoetoe, Ibibio, Kaonde, Kikuyu, Kololo, 
    Korana, Kotoki, Kpelle, Kuwama, Latuka, Mandja, 
    Marghi, Masai, Mbundu, Myanje, Pangwe, Sleugh, Somali,
    Sukuma, Tatoga, Tetela, Thonga, Tibboe, Toeboe, Tofoke, 
   Vandau, Yoruba
7         Amharen, Ba Binga, Baggara, Balante, Bambara,
    Bantoes, Batsjua, Berbers, Danakil, Dzjagga, Griguas, 
   Gurunsi, Kanembu, Kanoeri, Kindiga, Koundou, Makonde, 
   Malinke, Merina`s, Ndebele, Ndorobo, Niloten, Sandawe, 
    Sennaga, Shilluk, Soninke, Suaheli, Tchamba, Toeareg, 
    Tsjokwe, Turkana, Yaoende, Youcoun, Zoeloes
8        Beni Amar, Betsileo, Bisjarin, Griekwa`s,
    Guanchen, Hadendoa, Kababisj, Kanembou,
    Kimbundu ,Manwato, Ngangela, Njamwezi,
    Pygmeeën, Sjilloek, Tamberma
9         Arabieren, Bamboetti  Bechuanen, Kaffitsjo,
    Kavirondo, Mangbetou, Njatoeroe
10       Sakkalaven, Soedanezen, Toncouleur
11       Khoinasiden,
12       Bosjesmannen, Hottentotten
Afrikaans woestijngebied – erg, hamada, reg
Afrikaans woord voor oogst   oest
Afrikaanse – motabol, negerin
Afrikaanse aap - meerkat
Afrikaanse berg - Atlas, Bankberg, Cedarberg, Drakenberg, Edbai, Elandsberg, Geelhoutkop, Kameroen, Karisibi, Kenya, Kilimanjaro, Majubo, Muizenberg, Natal, Pare, Platberg, Virunga
Afrikaanse boom    
4 ahee, akee, baku, bito, etua, kola), moli, odum, olax,
5  abaru, bumbo, njava, odoom, omoli, siris, tenio
6 baobab
7  assegai, kalabar, kurkeik, 
8  bakubito, oliepalm, steeneik,
9  kapokboom,
10  koffieboom, zilverboom
14 leverworstboom
Afrikaanse boon - kalabar
Afrikaanse christenen   Kopten
Afrikaanse drank   skokiaan
Afrikaanse droge woestijnwind   samoen, samum, simoen
Afrikaanse eenheidstaal   Haussa, Swahili
Afrikaanse eik   turtosa
Afrikaanse eilandengroep   Aldabra, Ascession, Comoren, Madagascar, Madeira, Pemba, Sokotra, Zanzibar, zie: eiland bij Afrika
Afrikaanse giraf – gazelle, gerenoek
Afrikaanse halfaap - maki
Afrikaanse havenstad   Akkra, Algiers, Dakar, Dar es Salaam, Durban, Freetown, Ibo, Kaapstad, Lagos, Mombasa, Oran, Rabat, Suez, Tanger, Tripolis, Tunis
Afrikaanse helm   topi
Afrikaanse heuvel   kop
Afrikaanse hoofdman   Kaid
Afrikaanse Hoofdstad - 
4   Lomo
5   Akkra, Gangi, Dakar, Kairo, Lagos, Praia, Rabat, Tunis,
     Zomba
6   Bamako, Bissau, Kigali, Niamey
7   Abidjan, Algiers, Jaoendé, Kampala, Konakry,
     Loeanda, Loesaka, Maseroe, Mbanane, Nairobi
8   Bathurst, Benghasi, Freetown, Khartoem,
     Kinshasa, Monrovia, Pretoria, Tripolis, Victoria,
     Windhoek
9   Dzjiboeti, Gaberones, Salisbury
10 Dar es Salaam, Libreville, Mogadiscio,
     Tananarive, Wagadoegoe 
11 Brazzaville, Noeakschott 
12 Boejoemboera
Afrikaanse Hottentot   Nama
Afrikaanse hut   kraal
Afrikaanse jacht   safari
Afrikaanse kaap   Agulhas, Blanco, Delgado, Frio, Ghir, Hafun, Lopez, Palmas, Verde
Afrikaanse keizer   Negus
Afrikaanse kolonie   Angola, Ceuta, Ifni, Mauritius, Mozambique, Réunion
Afrikaanse kropooievaar - maraboe
Afrikaanse lynx – caracal
Afrikaanse meerkat – vervet
Afrikaanse moerasplant - papyrus
Afrikaanse mol - taol
Afrikaanse munt - rand
Afrikaanse neger - kaffer
Afrikaanse ooievaar   maraboe
Afrikaanse Organisatie   O.A.E.
Afrikaanse palm   raffia
Afrikaanse pantersoort   luipaard
Afrikaanse papegaai - jako, luipaard
Afrikaanse plaats   zie plaats in Afrika 
Afrikaanse rechter -kadi
Afrikaanse rivier   
3     ob, Nijl, Nun, 
4     Aoek, Athi, Geba, Liba, Tana,  Vaal, 
5     Beira, Binue, Bomoe, Chobe, Harts, Kongo, Niger, Sabal, 
       Sjari, Sokat, Volta
6     Atbara, Gambia, Gioeba, Joliba, Kuenen, Lamani, Loerio,
       Oranje,Rovuma, Sabalu, Sanaga, Ubangi
7     Atabara, Bihoewe, Calabar,  Kenegha, Koeanza,  Koenene, 
 Limpopo, Luabala,  Semliki, Senegal,  Zambezi
8     Aroewami, Koebango, Krokodil, Muishond, Okowanga, 
       Skavango, Umfolozi
9     Vinkomaas
14   Olifantsrivier
Afrikaanse saus bij vleesspijzen - blatjang
Afrikaanse slaaf   bellak
Afrikaanse slang   boa, elaps, mamba, schaapsteken
Afrikaanse stam   Bantoe, Bapindi, Batonga, Berber, Boni, Edo, Haussa, Herero, Jao, Luganda. Nuba, Swahili, Sara, Wabena, Zoeloe
Afrikaanse stamvader - cham
Afrikaanse taal   Bantoe, Berber, Haussa, Hausa, Herero, Lunganda, Swahili, Zoeloe
Afrikaanse tijgerkat - Serval
Afrikaanse titel – negus, sidi
Afrikaanse veeziekte – nagana, tsetseziekte
Afrikaanse verschroeiende wind – harmattan, sinalium
Afrikaanse vlieg   Kivus, tseetsee
Afrikaanse vos   caome, asse,  fennec
Afrikaanse vrucht – terfa, terfez 
Afrikaanse waterbok - kob
Afrikaanse waterval – Victoria
Afrikaanse werpspies – assagaai, assegaai
Afrikaanse wind – chamsin, harmattan, samoer
Afrikaanse woestijn – Aouker, Araguib, Gordonia, lgidi, Kalahari, Kalchari, Namib, Sahara,Tagent, Talah, Tanezrouft, Tenére, Tidikelt, Travza
Afrikaanse woestijnlinx – carucal
Afrikaanse zandhoop - sif
Afrikaanse zoutvlakte   sebcha, sebka
Afrikaanse zweep - sjambok
Afrikaantje – tagetes
Afrocaliet – tyroliet
Afrodite – Venus
afroeper van de biduren – muezzin
afroesten – zandstralen, staalstralen
afromen – vloten
afrossen – afboenen, afjakkeren, afranselen, bastonneren, buffelen, reinigen, roskammen, rossen, slaan, vermoeien, wegschrobben 
afrossing – afranseling, rammel(ing), slaag
afrijten   losscheuren
afristen - rippen
afrit – afmars, afrij, afweg, helling, stoep, talud, vertrek
afrocaliet   tyroliet
afro   Cubaanse dans   conga
Afrodite   Venus
afroep   opvraag
afroepen – afkondigen, evoceren
afroeper van de Mohammedaanse gebedsuren   Moëddzin
afromen   vloten 
afrossen – afbeuken, afboenen, afranselen, buffelen, priegelen, puimen, roskammen, slaan, touwen, 
afrijten – losscheuren
afsabelen – ahouwen, afslaan, neerslaan
afschaafsel – krul
afschaduwen - sciagrafie
afschaduwing   sciagrafie
afschaffen   aboleren, afdanken, annuleren, beëindigen,  elimineren, herroepen, intrekken, opdoeken, opgeven, opheffen, opruimen, supprimeren, uitdelgen, wegdoen
afschaffer   abolitoinist, abstinent, geheelonthouder 
afschaffing der slavernij   abolitie, abrogatie, suppressie
afschampen - ketsen
afschatten - beoordelen
afschaven – dunnen, frezen
afscheid   congé, ontslag, vertrek
afscheiden   afzetten, afzonderen, losmaken, onttrekken, separeren, secerneren, segregeren, verwijderen
afscheidelijk - separabel
afscheiding – bezinksel, dam, dijk, excretie, grens, haag, heg, hek, hor, heining, landhek, muur, neerslag, omheining, scheiding, scheuring, schot, schutting, schisma, secessie, secreet,  secretie, segregatie, separatie, slijk, slijm, sloot, wand 
afscheiding in de Ned. Herv. kerk – doleantie
afscheiding van hout - hekwerk
afscheiding van steen - muur
afscheiding van tuin - haag
afscheiding voor water - wal
afscheidelijk – separabel
afscheidingsgezind – separatistisch
afscheidingsproduct – hormoon, secreet,smegma,  talk, urine, zweet
afscheidingsproduct   hormoon, secreet, 
afscheidingsstoffen – secreta
afscheidingsstof van bladluizen - mierenhoning
afscheidnemen   dag zeggen, groeten, vertrekken
afscheid nemen van het leven - verscheiden
afscheidsdiner – galgenmaal
afscheidsel van klieren – secreet
afscheidsengel - doodsengel
afscheidsgroet   adi, adieu, adios, aju, ajuus, saluut, tabee, vaarwel, vale
afscheidsmaal – galgenmaal
afscheren - kaalknippen
afschermen – pareren
afscherming van het toneel - toneelgordijn
afscheuring   abscessie, avulsie
afschieten -  lanceren, losbranden, lossen, werpen
afschijn   glans
afschijnsel – afstraling, beeld, glans, weerkaatsing
afschilderen – afbeelden, afmaken, beschrijven, maken, uitschilderen, voltooien
afschilferen – bladderen
afschilfering – afbladering, ontbladering, roos, exfoliatie
afschillen – decrusteren
afschooien – afbedelen
afschraapmes – krabber, schrapmes
afschrabben   krabben, schrapen
afschrapen - afkrabben
afschrappen – afkrabben, krassen
afschrift   apograaf, copy, copie, doorslag, duplicaat, grosse, kopie, minuut, transcript
afschrift, authentiek   van een vonnis   grosse
afschrijfgeld – kopieloon
afschrijfloon - kopieloon
afschrijfnaald   traceerijzer
afschrijven – afboeken,  kopiëren, spieken
afschrijving – afboeking, plagiaat
afschrijver - copiist
afschrik – afkeer, fobie, huivering, vrees
afschrikken – rebuteren, terugdeinzen
afschrikkend – bars, rebulant, terugstotend
afschrikmiddel tegen inbraak – alarmsignaal
afschrikmiddel tegen vogels – vogelverschrikker
afschrikwekkend – angstaanjagend, vreselijk
afschuieren – afborstelen
afschuimen – afromen, afscheppen, ontvetten, rondvaren
afschuimlepel   schuimspaan
afschuiven   betalen, onttrekken, wegschuiven
afschuivend ijsveld - gletsjer
afschuren   borstelen, loswerken, reinigen, schrooien, verliezen, wegnemen
afschuring - abrasie
afschutsel – beschot
afschutsel met spijlen - hek
afschutten – afpalen, afperken, afscheiden, afsluiten, afweren, afzetten, afzonderen, omheinen
afschutting   beschot, haag, heg, heining, muur, scherm, schutting
afschuting van steen - muur
afschutting van tuin – haag, heg, heining, sloot
afschuw – afgrijzen, afkeer, afkeur, afschrik, aversie, detestatie, erg, geschil, gruwel, haat, hekel, hels, horreur, rot, onguur, tegenzin, verfoeiing, walg(ing), weerzin, ijselijk
afschuwbaar – afschuwelijk, akelig, naar, 
afschuwelijk   abominabel, affreus, afgrijselijk, afstotend, afzichtelijk, afzichtig, detestabel, erg, execrabel, fiels, gruwelijk, hels, horribel, ijselijk, ijzig, lelijk, monsterlijk, monsterachtig, odieus, ongehoord, onguur, ontzettend, rot, slecht, verfoeilijk, verschrikkelijk, vreselijk, walgelijk, weerzinwekkend
afschuwelijkheid – atrociteit
afschuwelijk misdrijf - schanddaad
afschuwelijk persoon – aterling
afschuwelijk slecht - monsterachtig
afschuw hebben - haten
afschuw of hekel – walging
afschuwwekkend   gruwelijk, vreselijk, weerzinwekkend
afschuwwekkend lelijk - foeilelijk
afschijn - glans
afschijnsel – beel(d)tenis, glans, glimp, gloed, weerglans, weerkaatsing
afslaan   afhakken, afhouwen, afkappen, afranselen, afwerpen, afwijzen, bedanken, doden, keren, tegenhouden,  terugdrijven, verjagen, verkopen, verlagen, verminderen, verweren, verwerpen, wegspoelen, weigeren, weren, zwenken
afslachten – afmaken
afslachter - violder
afslachting   bloedbad
afslag   abrasie, korting, mindering,  rabat, remissie, remissie, verkoping, veiling, verkoop, vermindering
afslagbank   visbank
afslagdraad   opwinder
afslager - roeper
afslagplaats bij golf   tee
afslag van een autoweg - afrit
afslanken – afvallen, bezuinigen, lijnen, vermageren
afslechten – bedaren, effenen
afslechthamer - planeerhamer
afslijten   afdragen
afslijting   ablatie, abrasie, afsmelting, erosie, slijtage, usuur
afslijting door water   erosie, abrasie, corrasie
afslijting in water   attritie
afslijting van land   erosie
afsloven   uitputten
afsluitboom –barrière, spoorboom
afsluitdeur van een gegraven dok – bateauporte
afsluitduiker - duikersluisje
afsluiten – afdichten, afdraaien, afperken, afschermen, afsnijden, afzonderen, contracteren, dekken, dichtdoen, dichtmaken, eindigen, kurken, occluderen, opsluiten, schutten, sperren, toestoppen, versperren, voltooien
afsluiten van flessen – afdoppen, kurken
afsluiten van haven door vijandelijke marine   blokkade
afsluitend universitair examen   doctoraal
afsluitende troepenlijn   kordon, front
afsluiter –  bolafsluiter, deksel, deur, klep, kraan, kurk, portier, schuifafsluiter, stop, tap
afsluiter aan poort – schuif, vergrendeling
afsluiter van fes – dop, kurk
afsluitklep - ventiel
afsluitmechanisme – grendel, schuif
afsluiting –  afbakening, afzetting, barricade, begrenzing, blind, blokkade, bom(mel), capsule, dam, deksel, dektegel, deur, dijk, dop, grendel, haag, haan, hamei, heg, heining, hek, hor, isolatie, kap, klaphek,  klep, knip, kordon, kraan, kurk,  lid, luik, obstructie, obturatie, occlusie,pal,  poort, prop, raam, reclusie, schot, schuif, schutting, slagboom, slot, sluisdeur, spanjolet, spon, spoorwegboom, stop, tap, tourniquet, tralie, ventiel, versperring, voltooiing, wervel, zegel
afsluiting verwijderen   openen
afsluitingsmateriaal   pakking  
afsluitingsvuur   spervuur
afsluiting van de rekening – saldering
afsluiting van een deel van muziekstuk - coda
afsluiting van een fles – dop, kurk
afsluiting van een kist - deksel
afsluiting van een kransslagader   hartinfarct
afsluiting van een lening   negotiatie
afsluiting van een deel van muziekstuk   cadens, coda
afsluiting van een kransslagader - hartinfarct
afsluiting van een tuin – hek, poort
afsluiting van een terrein – tourniquet
afsluiting van natuurlijke lichaamsopeningen - atresie
afsluiting van water – dijk
afsluiting verwijderen - openen
afsluiting voor vliegen – clamboe, hor
afsluitmiddel – deksel, dop, gelei, kap, klep, kurk, slot, spon, stop
afsluitprovisie van een notaris – courtage
afslijpen –  beschaven, eroderen, gladmaken, reinigen
afslijten - afdragen
afslijting – aanvreting, ablatieabrasie, afsmelting, corrosie, erosie, slijtage, verwering 
afslijting in water - attritie
afslijting door water – abrasie, corrosieerosie 
afslijting van land boven de zeespiegel door verwering - denudatie
afsmeken - afbidden
afsmelting van gletsjerijs   ablatie
afsnauwen - afblaffen
afsnede – moot, plak
afsnijden    afdraaien, afscheiden, afsluiten, afsnijden, afzonderen, bekorten, besnoeien, couperen, maaien, motsen, snoeien, versperren
afsnijden van struiken - snoeien
afsnijding   amputatie, coupure, segment
afsnijdsel van papier – rijfels, snippers
afsnoepen – ontfutselen
afsnuffelen - doorzoeken
afspannen   losmaken, ontspannen, uitspannen
afspanning   herberg, uitspanning
afspeelapparaat - video
afspelen   gebeuren, plaatsvinden, uitspelen
afspiegeling   resonans, spiegelbeeld
afsplitsing – separatie, tak, 
afspoeling - wassing
afsponsen - afvegen
afspraak – akkoord, agrement, akkoord, convernant, overeenkomst, pact, rendez vous, verdrag
afspraakje - rendezvous
afspraak herroepen   afgelasten, aflasten, afzeggen, annuleren
afspraak van bedrijven over prijzen   bod, kartel, offerte
afspreken – bedingen, beloven, overeenkomen, stipuleren, uitpraten
afspringen – ketsen, toespringen, wegspringen
afspringend vuurdeeltje – vonk
afspringende ijzerdeeltjes – hamerslag
afspringende vuurdeeltjes – vonken, vuurspranken
afstaan   afgeven, cederen, geven, laten, offeren, opofferen, overdoen, schenken
afspruiten – afstammen, voortspruiten
afstaan – afgeven, geven
afstaan van gaven – offeren
afstammeling   aver, descendent, dochter, kind, kroost, loot, nageslacht, nakomeling, nazaat, oir, oor, spruit, telg, zoon
afstammeling van een Chinees   peranakan
afstammeling van Europeaan in de tropen geboren   creool, mulat
afstammeling van Ezau   Edomiet
afstammeling van Ismaël   Ismaëliet
afstammeling van Israël   Israëliet
afstammeling van Kaïn   Keniet
afstammeling van Levi   Leviet
afstammeling van Lot   Moabiet
afstammeling van Mohammed   koreisjieten
afstammeling van Nederlanders in New York   knickerbocker 
afstammeling van negerslaven   (Sur.) creool, kreool
afstammeling van Noach - Semiet
afstammeling van een neger en een Indiaanse   zambo
afstammeling van Odin – Ase 
afstammeling van oorspronkelijke bewoners van New York - Knickerbocker
afstammeling van Sem   Semiet
afstammelingen – nazaten, kroost
afstammelingen van Alteus – Altriden
afstammelingen van een geslacht – volkkoning 
afstammelingen van Merovius - Merovingen
afstammelingverwantschap   filiatie
afstammen – afspruiten, ontspruiten, voortspruiten
afstamming   afkomst, derivatie, descentie, filiatie, geboorte, geneologie, geslacht,  herkomst, komaf, nakomelingschap, origine
adstammingskunde – genealogie, sibbekunde
afstammingsleer   darwinisme, evolutieleer, genetica, transformisme
afstand   abandon, abdicatie, bereik, breuk, cessie, distantie, draagwijdte, etappe, gaping, interval, kloof, lengte, mijl, ne, none, nostadie, overgave, overdracht, parcours, remuntiatie, ruimte, spanning, spatie, toestand, traject, tussenruimte, verlatenheid, ver(te), verwijdering, wijdte
afstand bepalen – meten
afstand die men kan bereiken – bereik, schietafstand
afstand der lijnen - arcering
afstand doen van   abandonneren, abdiceren, afstaan, aftreden, afzien, cederen, distantieren, neerleggen, renonceren, terugtreden, wijken, zwichten
afstand doen van de troon – abdiceren
afstand doen van een ambt - resignatie
afstand, grote   rek
afstand nemen   distantiëren
afstand op zee   kabellengte, knoop, mijl, zeemijl
afstand per uur   snelheid, tempo, vaart
afstand tussen twee punten   spanwijdte
afstand tussen twee punten van een cirkel   koorde, middellijn, spanwijdte
afstand tussen deuiterste punten van een golfbeweging – amplitude
afstand tussen horens of vleugels – vlucht
afstand tussen twee tonen – nterval
afstand tussen twee woorden - spatie
afstand tussen twee tijdsmomenten - tijds(duur)
afstand van de nulmeridiaan naar het oosten   O.L.
afstand van de nulmeridiaan naar het westen   W.L.
afstand van rechten – alineatie
afstand van anderhalf of twee tonen - terts
afstand van troon – abdicatie
afstand van 10 cm – decimeter
afstand van 10 meter – dekameter
afstand van 10 mm – cm, centimeter
afstand van 100 cm – meter
afstand van 100 meter – hectometer
afstand van 1000 meter – kilometer
afstand waarover een werking zich doet gelden - actieradius
afstandskromme   horicirkel, hypercirkel
afstandsmaat –  centimeter, decameter, decimeter, duim, g.m., (geografische mijl), graad, inch,  hectometer, (Kilo)meter, knoop, (Chin) li, meter, mijl, millimeter, paal, stadie, yard, vadem, veenroede, voet, werst, zeemijl 
afstandsmaat op zee – kabellengte, knoop, mijl, zeemijl
afstandsmars - vierdaagse
afstandsmeter   cyclometer, diastimeter, distantiemeter, engymeter, (h)odometer, pedometer, schredenteller, speedometer, stappenteller, taxameter, telemeter
afstappen – afdalen
afstappen van een onderwerp – overgaan, overschakelen
afsteek   contrast, verschil
afsteekpaal - jalon
afsteken - opvallen
afstel   opgeven, stoppen
afstelling - regeling
afstemscherpte   selectiviteit
afsterven – afbinden, dood, doodgaan, overlijden, sneuvelen, vergaan, wegkwijnen
afsterving van vlees   koudvuur
afsterving van weefsel   necrose
afstippelen - punteren
afstootijzer   stootmes
afstoppen – blokkeren, opvullen, tegenhouden
afstotelijk – afschuwelijk, afstotend, duivels, lelijk,monsterlijk,  repugnant, walgelijk, weerzinwekkend
afstoten – afdanken, afketsen, opdoeken, opgeven
afstotend – affreus, akelig, lelijk, ongehoord, rebutant, ijselijk
afstotend antwoord - rebuut
afstraffen – castigeren,  kastijden, mores, plunderen, ranselen, tuchtigen, villen 
afstraffing   berisping,  kastijding, klap, poeier, rammel, represensie, slaag, tuchtiging
afstraling – afschijnsel, glans, reflex, reflectie, reverberatie, weerglans, weerkaatsing, weerspiegeling
afstreek (muz)   tiré
afstrepen – aanstippen
afstropen   ecorcheren, plunderen, rispen, strippen, villen
afstrijkmes – rakel, spatel, strekel
afstrijkstok - strekel
afstuiten   botsen, ketsen, schampen
afstuit   weeromstuit
aftakelen – aftuigen, achteruitgaan, kalen, onttakelen,  verouderen, verslijten, verzwakken
aftakelend - aftands
aftakeling – slijtage, verval
aftakken – afsplitsen, knotten
aftakking   shunt
aftands   afgetakeld, afgetobd, aftakelend, oud, ouderwets, rot, seniel, versleten
aftands schaap – mok
aftapbuis - catheter
aftappen – aflaten, uitputten
aftappen van gesmolten metaal uit de oven - afsteek
aftasten – peilen, polsen, scannen, voelen
aftaster - scanner
aftekenen –  afbakenen, begrenzen, omlijnen, ontwerpen, traceren, uitzetten
aftekening –  handtekening, krabbel, paraaf, signatuur
aftekening bij een dier   bles, col, sok, witbeen, witvoet
aftekening bij een paard - bles
af te leggen weg   etappe, parcours, route
afteren   vergaan, vermageren, wegvreten
aftobben – afmatten, uitputten
aftocht – afgang, afmars, retirade, retraite, terugtocht, vertrek, wegtrekken
aftoppen - punten
aftreden –  decessie, demissie, neerlegging, ontslag(name), opstappen, resignatie, retraite, terugtreden
aftreden (van een kabinet)   decessie, demissionair
aftreding   exitus
aftrek   attractie, detractie, fusie, inhouding, interesse, korting, minus, rabat, reductie, succes, tarra, (ver)mindering, voque, vraag
aftrekken   abstraheren, decompteren, korten, rabatten, rebatteren, verminderen
aftrekking – minus, sabstractie
aftrekkingsteken   minteken
aftreksel – afkooksel,  bouillon, elixer, extr., essense, extract, infusie, koffie,  marmite, thee, tinctuur, tisane
aftreksel van distillatie – essence
aftreksel van een plantaardige stof - infusie
aftreksel van hennep   hee, hede, marihuana
aftreksel van kruiden   drop, elixer, elixir, extract, tinctuur
aftreksel van mout   wort
aftreksel van rundvlees   bovril, bouillon
aftreksel van zoethout   drop
aftrekspier   abductor
aftrek van betaling -korting
aftuigen – afranselen, aftakelen, kalen, onttakelen, toetakelen
afturven   controleren, ranselen, tellen
afvaardigen   delegeren, deputeren, machtigen , sturen, zenden
afvaardiging   delegatie, deputatie, fractie, vertegenwoordiging
afvaardiging van het kiezersvolk - volksvertegenwoordiging
afvaart – afreis, vertrek
afval   apostasie,  ampas, barrel, bik, bocht, bolster, boort, detritus, fusti, grut, hede, hee, huisvuil, kaf, kapot, kort, kruimel, lok, mat, matschudding, ontrouw, ontuig, overblijfsel, puin, rap, rommel, schroot, slak, snipper, snoeisel, snuit, stek, stof, stro, tuig, uitschot, vermindering, veegsel, vuil(nis), zemel, 
afvalbak – vuilnisvat
afval bij het snoeien - snoeisel
afvaleter – saprofaag
afval van aardappelen – schillen
afval van bonenhalmen – bonenstro
afval van branderijen – spoeling
afval van brouwerijen – bostel, draft, schrot
afval van bijenkorf   bijtsel
afval van diamant   boort
afval van fruit – kroet, stek
afval van geloof – apostasie
afval van gesmolten edele metalen – lavuur
afval van gesmolten tin – tinas, tinkalk 
afval van gietijzer – slak
afval van goud en zilver - opvoegsel
afval van graan – bostel, draf, kaf, spoeling
afval van hennep – duist, hee, hede, kaf, lok, scheef, snuit, stro, werk
afval van hooi - ort
afval van hout – kru(len)l, mot, rap, spaan, spaander, zaagsel
afval van ijzer (metaal)   schroot, vijlsel
afval van katoen(bij het kaarden) – kaf
afval van koek – kruimel, opveegsel
afval van koren – kaf
afval van labberdaan – kibbeling
afval van leerlooierijen – degras
afval van meekrapwortels – mul
afval van metaal – grut, schroot, vijlsel
afval van metselwerk   bik, puin
afval van natuurzijde – bourette
afval van ooft – kroet
afval van plantenstengels - rap
afval van polijsten   polijstsel
afval van riet – ort
afval van run - kif
afval van staal   scraps
afval van steen   bik, puin
afval van steenkool   sintel, slak
afval van stro – ort, rijveling
afval van suiker - melasse
afval van suikerbieten - pulp
afval van suikerriet – ampas, melasse
afval van tabaksblaren – lomp
afval van vis – graat, grellen, grom
afval van vlas   burp, hee, hede, lokken, scheven, snuit, spijt, werk 
afval van walvis - lil
afval van wol - kammeling
afval (fig.) – ploert, dronkaard, doordraaier
afvalhoop   belt, stort, vaalt
afvallen – afslanken, losgaan, lijnen, renegeren, tegenvallen, vermageren
afvallig –  deloyaal, ketters, ontrouw, oproerig
afvallig christen   mammeluk
afvallige   apostaat, deserteur, dwaalgeest, geloofsverzaker, heiden, ketter, mammeluk, manloek, ontrouwe,  regel, renegaat, verrader, verzaker
afvalligheid – apostasie, desertie, ontrouw
afvalplaats – belt, mesthoop, vaalt, zinkput
afvalplant – saprofiet, zwam
afvalstof van weefsel   kooloxide, melkzuur, ureum
afvaren   vertrekken 
afvegen – aflappen, afnemen, reinigen, sponzen, wissen
afvijlen - raspen
afvillen   ontvellen, stropen
afvinken – aanduiden, merken
afvlakken – effenen, nivelleren
afvliegen   omlaagvliegen, starten, wegvliegen
afvloeibuis – afvoerpijp, drain
afvloeien – bekennen, druipen
afvloeiing – abbing, afwatering, droogmaking, suatie, vertrek, wegvloeiing
afvloeiing van personeel – inkrimping, ontslag, pensioen, 
afvoer – aalgoot, buis, goot, riool, sifon, suatie, uitloop, uitwatering, verlaat
afvoerbak   gootsteen, wasbak, wastafel
afvoerbuis   cloaca, debiet, goot, kanaal, laak loospijp, riool, sloot, spui, riolering, sloot, transport
afvoerder - abductor
afvoeren – lozen, verwijderen, wegleiden
afvoeren als lid   royeren
afvoeren naar water – lozen, spuien
afvoerend   deferens, laxatief
afvoergeul – goot, riool
afvoergeultje   rillmark
afvoering   abductie, egestie, expulsie
afvoerkanaal van de traanklier   traanbuis
afvoerkanaal voor vuil – buis, goot, gracht, riool
afvoermiddel   laxans
afvoerpijp - stortpijp
afvoersloot – laak, zeeg
afvoerstelsel – riool, riolering
afvoer van water - lozing
afvoerventilator – blower, exhauster
afvoervermogen - capaciteit
afvoerwals - rekcilinder
afvuren – lanceren, lossen, schieten, uiten, uitspreken, wegschieten, werpen
afvijlen – raspen
afvijzen - afschroeven
afwaarts   neer, neerwaarts, neder, omlaag, terneer
afwaarts hellende rijbaan    afrit
afwachten – aankijken, aanzien, afzien, ver(beiden), verwachten
afwas   vaat
afwasautomaat – vaatwasmachine, vaatwasser
afwasbak   teil
afwasborstel - vaatkwast
afwasmachine - vaatwasser
afwassen   afnemen, reinigen, schoonmaken, spoelen, zuiveren
afwassing   ablutie
afwateren   lozen
afwatering   afvoer, beek, drainage, lee, riolering, rivier, sloot, spui, stroom, (water)lozing, wetering, zijp
afwateringsbuis - drain
afwateringsinstallatie   gemaal, pomp, spui
afwateringskanaal – greppel, rijt, sloot
afweer   defensie, tegenstand, verdediging, verweer, weerstand
afweerbeweging   reflex
afweermiddel – amulet, degen, paraplu, paraplue, parasol, schild, stok, wapen
afweermiddel tegen zon en regen - paraplu, parasol
afweerstoffen   aleinen
afweg   afrit, zijpad, zijweg
afwegen – doseren, dubben, wikken
afwenden   afslaan, afweren, afkeren, bezweren, keren, pareren, schutten, tegenhouden, vermijden, weren
afwenden van gevaar   bezweren
afwennen   afleggen, afleren, ontwennen, spenen 
afweren – afkeren, afwenden, afwijzen, beletten,  keren,  pareren, schutten, tegenhouden, verdedigen
afwering - abjuratie
afwerken   voltooien
afwerken van metselwerk - voegen
afwerker van muren - voeger
afwerking – afmaking, afmatting, apprêt, elaboratie, finish, voltooiing, zoom
afwerpen   afgooien, afstorten, loslaten, neergooien, renderen
afwerpen van winst - renderen
afwezig   absent, elders, mankerend, manko, uit, verstrooid, vertrokken, weg, wezenloos, zoek
afwezigheid - absentie, afzijn, distractie, mangel, verstek, verstrooidheid
afwezigheid, ongeoorloofde   desertie
afwezigheid van alle schuld - avas
afwezigheid van dorst – adepsie
afwezigheid van een orgaan   agenesie
afwezigheid van een vast ritme – aritmie, ritme
afwezigheid van eetlust   anorexie
afwezigheid van geluid   rust, stilte
afwezigheid van geslachtsdrift   anafrodisie
afwezigheid van gezag – anarchie
afwezigheid van hartstochten – apathisch
afwezigheid van het regenboogvlies   aniridie
afwezigheid van ledematen   amalie
afwezigheid van muzikaal gehoor   amusie
afwezigheid van ondervinding   apirie, onervarenheid
afwezigheid  van pigment in de huid - albinisme
afwezigheid van tonus –  atonie
pijngevoel – analgesie
afwezigheid van vertrouwen - wantrouwen
afwijken – afdeinzen, afdwalen, schelen, verschillen, weggaan
afwijken, schuins   afg(i)eren
afwijkend   abnormaal, buitennissig, derivatief, derogatoir, ongewoon, uiteenlopend, verkeerd, verschillend
afwijkend van de norm – abnormaal, anders, barok, bijzonder, bizar, buitenmodel, buitenissig, exentriek,  raar, onregelmatig, vreemd, zonderling
afwijkend van de regel – abnormaal, anomaal, buitenissig, derogatoir, variatie
afwijkend van een regel – anomaal
afwijkende van gewoonte - abnormaal
afwijkende groep - sekte
afwijkende speelwijze - variant
afwijkende vorm   variant
afwijking   aberratie, abnormaliteit, afdwaling,  anomatie, declinatie, deviatie, discrepantie, disonantie, divergentie, dwaling, écart, manie, overtreding, perversie, stoornis, storing, variant, variatie, variët, verscheidenheid, verschil
afwijking aan de wervelkolom – hernia
afwijking van de koers - drift
afwijking van de kompasnaald – declinatie
afwijking van de rechtzinnige leer - ketterij
afwijking van de regel – anomaal, anomatie
afwijking van een magneetnaajd – declinatie, devisatie
afwijking van het goede – dwaling, error
afwijking van het normale zien - ametropie
afwijking van het oog – astigmatisme
afwijking van koers – deviatie
afwijking van kompasnaald – declinatie
afwijking van lichtstralen – deklexie
afwijking van logische redenering – beginselloosheid, inconsequentie
afwijking van normaal – abnormaal, onregelmatigheid
afwijking van regel – anomatie
afwijking van vorm – deformatie
afwijkingscirkel - declinatiecirkel
afwijzen – afdanken, afslaan, afstemmen, afweren, afwimpelen, bedanken, passeren, refuseren, repudiëren, veroordelen, verwerpen, wijgeren
afwijzing   blauwtje, refutatie, repuls(ie), weigering
afwijzing aanzoek – blauwtje
afwikkelen – afdoen, afwinden, beëndigen, exquideren, regelen
afwikkeling – afdoening, afloop, beëndiging, liquidatie, regeling
afwikkeling van zaken   liquidatie
afwimpelen – afslaan, afwijzen, weigeren
afwisselen   alterneren, variëren
afwisselend   alternatief, beurtelings, gevarieerd, veranderlijk, vlottend
afwisselend van kleur – bont
afwisselende luchtstijgingen door vliegtuigen - remous
afwisseling – afleiding, schakering, varieteit, variatie, verscheidenheid, vertier
afwissen – (af)drogen, reinigen, schoonvegen
afwrijven - stubben
afzagen – afsnijden, bekorten, verkleinen, verkorten
afzakken – afglijden, dalen, glijden, heengaan, neergaan
afzakkertje   borrel, neutje, pikketanis, slaapmutsje
afzeggen – afbellen, afbestellen, afgelasten, annuleren, bedanken, herroepen, opgeven, opzeggen, verzaken, wegdoen
afzenden – expedierenversturen, sturen, verzenden
afzender - adresseerder
afzending - verzending
afzet – afname, debiet, debouché, markt, omzet, verkoop
afzetapparaat – winkel
afzetbaan bij skispringen - springschans
afzetbaar – revocabel
afzetbeleid - marketing
afzetgebied   markt, rayon, regio
afzet van waren - debiet
afzetsel   aanslag, bezinksel, loot, scheut, spruit, stek, strook, telg
afzetten   aanslibben, afbietsen, afdoen, afnemen, afscheiden, afschutten, amouteren, amputeren, bedriegen, demoveren, destitueren, flessen, foppen, knijpen, markeren, misleiden, neppen, omranden, ontslaan, oplichten, plukken, removeren, stilzetten, tillen, uitdraaien, verkopen
afzetten van lichaamsdeel - amputatie
afzettend   zuiverend
afzetter – bedrieger, dirf, flessentrekker, knijper, nepper, oplichter, vrek, woekeraar
afzetterij – aderlating, bedrog, diefstal, flessentrekkerij, knijperij, neerslag, nep, oplichterij, sediment, stroperij, woekerwinst
afzetting – aanslag, afbakening, afrastering, amputatie, balustrade, barrage, barrikade, bezinksel, heining, hek, kordon, omheining, omranding, ontheffing, ontslag, ontzetting, remotie, sediment, verwerking
afzetting in de aardkorst – natuurfosfaat
afzetting in ketels - ketelsteen
afzettingsgesteente   anhyriet, antraciet, amaril, asbest, basalt, basaltine, bruinkool, dolomiet, fylliet, gips, glimmer(schieter), gneis, gravel, hoornsteen,  ijzersteen, kalksteen, kiezel, kiezelguhr, kiezelsinter, klappersteen, klei(salies), kleischalies, kleischieter, klappersteen, koraalkalk, krijt, kwartsiet, leem, leisteen, löss, marmer, mergel, muntsteen, radiolariet, riviersteen, rolsteen, riviersteen, sapropaliet, steenkool, steenzout, sediment, sideriet, turf, vuursteen, zand, zandsteen
afzetting van koolzuurkalk, op erwten gelijkend - erwtesteen
afzetting van weiland – schrikdraad
afzettingsgesteente – amaril, anhydriet, antraciet, arkose, asbest, asfalt, basalt (tine), breccie, dolomiet, fylliet, gips, glimmer, grauwak, gneis, gravel, kalksteen, kaolien, kiezel, klei krijt, kwartsiet, leem, leisteen, lidiet, löss, marmer, mergel, muntsteen, rolsteen, sediment, sideroet, steenkool, steenzout, vuursteen, ijzerolith, ijzersteen, zandsteen
afzet van waren – debiet
afzetzaag – borstzaag
afzichtbaar – afzichtelijk, lelijk, monstrueus
afzichtelijk – afschuwelijk, lelijk, gedrochtelijk, monsterachtig, monsterlijk, onooglijk, 
afzichtelijk wezen – draak, gedrocht, lelijkerd, monster, ondier
afzien – afkijken, afwachten, bekijken, dulden, lijden, neerkijken, ondervinden, opgeven
afzien van – afstaan, afstellen, opgeven, prijsgeven
afzomen - omboorden
afzijdig   naast, neutraal, onpartijdig
afzijgsel van geronnen melk – hui, wei
afzijn   absentie, afwezigheid
afzonderen   afscheiden, individualiseren, isoleren, scheiden, schiften,  segregeren, separeren, uitscheiden, verwijderen, weggaan
afzonderlijk staande toren – campanile
afzonderlijk staande klokkentoren – panile
afzonderlijke bepaling   clausule
afzonderlijke zinsnede - clausule
afzondering – afscheiding, apartheid, eenzaamheid, isolatie, isolement, retraite, scheiding, segregatie, separatie
afzonderlijk   afgezonderd, alleen, apart, gescheiden, individueel, los, particulier, privatim, separaat, solitair
afzuiger – exhauster, wasemkap
afzuiginrichting – afzuigkap, ventilator
afzuigkap – dampkap, ventilator, wasemkap
afzwakken – kwijnen, tanen, vervagen
afzwenken – afslaan, afzwaaien
afzweren – abjureren, opgeven
afzwering   abjuratie, abrenuntiatie, apostasie, superatie, ulceratie, verettering, verloochening, verwerping, verzaking
afzijdig
aga   bevelhebber, heer
agaat – git
agaatappel – korpendu
agaathoren - achatine
agaatslak   achatina , agaathoorn, agaathoren
agaatsteen   git
agaatvariariëteit   sardonyx
aggregatietoestand   gas, vloeistof
agaceren   irriteren, opwinden, prikkelen
agallochehout – adelaarshout, aloëhout, paradijshout
agalmatoliet – beeldsteen,  pagotiet, speksteen
agame - hagedis
agami – trapgans,  trompetvogel
agamist – ongehuwde, vrijgezel
agape – liefdemaal, vriendenmaal
agave - aloë
agavacea - agave, sanseviera
agavasap - pulque
agavavezel   sisal
agenda   aantekenboekje, dagboek, dagorde, dagwijzer, kalender, lijst, notitieboek, zakboekje, zakkalender
agenderen – boeken, inschrijven, noteren
agens – golven, ijs, kracht, medium, oorzaak, separaat, solitair, stromend water, wind
agent   dealer, diender, gelastigde, gendarme, gezant, juut, klabak, lasthebber, politie, reizeger, rechercheur, rus, smeris, spion, tuut, verkoper, vertegenwoordiger, wetsdienaar, wout, zaakgelastigde
agent van politie – adje, alguazil, bink, bobby, champère, cob, detective, diender, flik, gardeville, gendarme, grandige, junt, kiop, klabak, koddebeier, lamp(barg), luis, mareschaussee, mauchard,  ordebewaarder, pandoer, rakker, rechercheur, rus, schaar, smeris, spoon, stille, trap(scheer), tuut, veldwachter, verkeersagent
agentschap – agentuur, dealer, depot, filiaal, kantoor
agentuur – vertegenwoordiging
ageratum - sierplant
ageren – aanvallen, agiteren, handelen, kampen, optreden, strijden, vechten, werken
agger   naspui
agglomeraat   agglutineren, opeenhoping, samenklontering
agglomeratie – complex, conurbstie, opeenhoping, samenklontering
agglomereren – samenklonteren
agglutinatie – samenkleving, samenklontering
agglutineren   samenklonteren
aggraviatie   verergering, verzwaring
aggregaatvrucht – ananas, katjes, kegels, vijg
aggregatie   aaneenvoeging, opneming, samenvoeging
aggregatietoestand - gas, vloeistof
agiel – beweeglijk, lenig, rad, soepel
agio   opgeld
agiotage   (beurs)speculatie, beursspel
agioteur   speculant, geldwisselaar
agitant   onrustig
agitatie   beroerte, gisting, onrust, opruiing, opwinding, spanning, sensatie
agitatie teweegbrengend – aditant
agitatie voeren – agiteren
agitato (muz.) – onrustig, snel, woelig
agitator   demagoog, onruststoker, opruier, roervink, volksmenner, volksmisleider, woelgeest, (stromend)water, wind, golven
agiteren – ageren, verontrusten
agnaten   bloedverwanten, zwaardmagen
agnes dei - misgebed
agnitie   echtverklaring, erkenning
agnomen – bijnaam
agnosceren – erkennen, toestemmen
agnosie - onwetendheid
agon - wedstrijd
agonie   doodsstrijd, zieltoging
agora - plaats
agorafobie   pleinvrees
agrafe   haak, kram spang
Agram   Zagreb
agraricacea   agaricus, amanita, champignon, lepiota, parasolzwam
agrariër – akkerbouwer, akkerman, boer, farmer, kweker,  landbouwer, landman, tuinder, veehouder
agrarisch   landbouwkundig, landelijk,  plattelands,  ruaal, rustiek
agrarische maand   bloeimaand, grasmaand, herfstmaand, hooimaand, lentemaand, louwmaand, oogstmaand, slachtmaand, sprokkelmaand, wijnmaand, wintermaand, zomermaand
agreatie – goedkeuring
agreement – afspraak
agrement   aanvaarding, bewilliging, boordsel, lint, versiersel
agressie   aanranding, aanval, aanvalsdrift, geweld
agressief   aanvallend, opstandig, wild
agressieve hartstocht - aanval
agressor   aanvaller, bedreiger
agricultuur   akkerbouw, landbouw
agrimona   boelkenskruid, leverkruid
agronomie   landbouwkunde, uitroep
agronomisch – landbouwkundig
agronoom - landbouwhuishoudkundige
ahorn   aak, eik, esdoorn
Ahwei, hoofdstad van   Howei
ai - aai, luiaard, luierik, uitroep
aide de camp   (generaal )adjudant
aigrette   pluim, reigerkuif
aileron – vleugelklep, vliegtuigroer
aimabel   aardig, beminnelijk, leuk, lief, vriendelijk, vrolijk
air    geun, houding, melodie, pose, schijn, stand, trots, uiterlijk, voorkomen, wijs
airco – ventilatie
airconditioning – luchtbehandeling
ais – muzieknoot
aisis - muzieknoot
Aisne, hoofdstad van het departement   Laon
Aitholië   hoofdstad van   Missolongie
aizoacea   lithope, sesuvium
ajer blanda (Ind.) - sodawater
ajour   bij, opengewerkt
ajourneren – aanhouden, uitstellen, verdragen
aju   adè, adie, adieu, adios, ajuus, gegroet, saluut, tabee, vaarwel, vale
ajuin   domkop, ui
ajuus - vaarwel
akant   acanthus, berenklauw
akela – welpenleidster
akelei – akolei, sierplant
akelig – affreus, afschuwelijk, afstotend, bar, belabberdberoerd, ellendig, eng, erg, guur, huiveringwekkend, lam, lamlendig, lammenadig, lelijk, luguber, miserabel,  naar, naargeestig, onaangenaam, ongehoord, onguur, onwijs, rot, sinister, somber, vervelend, vreesaanjagend, wee, ziekelijk, 
akeligheid – naarheid, narigheid
akelig kind  draak, kreng, mispunt, naarling, nest, nuf, spook, trut
akelig mens   ellendeling, engerd, être, miesgasser, mispunt, naarling
akelige jongen   (snert, snot)aap, bengel, nozem, rekel, snotneus
akeling - secreet
aker   eikel, (put)emmer(tje), ketel, kit, pan, puts, wateremmer
akker   bouwland, enk, erf, es, grond, korenland,  land, stoppelveld, veld
akkeraarde – cultuurgrond, humus, teelaarde, tuinaarde
akkerbewerker   egger, landbouwer, maaier,  ploeger, spitter
akkerboterbloem – akkerhanevoet, kroonranonkel
akkerbouw   agricultuur, landbouw, veldarbeid
akkerbouwgewas   gerst, graan, haver, koren, mais, millet, rogge, rijst, tarwe, yam, vlas
akkerbrem – verfbloem
akkercijns - korentiend
akkerdistel    akkerbloem, stekel
akkeren   eggen, ploegen
akkergereedschap – eg, ploeg
akkergewas - gerst, graan, haver, koren, mais, millet, rogge, rijst, tarwe, yam, vlas
akkergronden – enk
akkerkers – (bos)waterkers
akkerklokje – duivelsnaaigaren, klokbloempje, raponsje
akkerkool –  graskool, hazesla, korensla
akkerkruid - duivekervel
akkerland – grond, veld
akkermaalshout   hakhout
akkerman   agrariër, boer, heermoes, heringmoes, landbouwer, landman
akkermannetje – kwikstaart
akkermeer - ploegpaard
akkermuis - veldmuis
akkerpaardenstaart   eunjer, heermoes, roebol
akkerprijs – blauwbloem, veldereprijs, veronica
akkers - landerijen
akkerscheiding – grens, sloot
akkervederdistel – bezempje
akkervlam - bolderik
akkervrucht   noot, raap, radijs
akkerwet(Rom.) - agraire
akkerwinde – aardwinde, binde, klokjeswinde, slingerroos
akkerzandloper - heidekever
akkevietje   boodschap, geval(letje), karwei(tje), kleinigheid, werk(je)
akkolade   omarming
akon   zijdekapok
akkoord – aangenomen, afspraak, bestand, deal, entente, fiat, goed, harmonie, juist, kits, krek, o.k., oké, okido, overeenkomst, overeenstemming, pact, precies,  regeling, samenklank, schikking, toegestaan, toegestemd, toestemming, verbond, vergelijk
akkoord    juist, precies krek, toegestemd, verdrag
akoestiek – geluidsleer
akoliet - misdienaar
akon   zijdekapok
akoniet – monnikskap, wolfswortel
akropolis – citadel, stadsburcht
aks   aaks, akst, bijl, hakbijl, strijdbijl
akte   attest, bescheid, bewijsstuk, brevet, bul,  daad, diploma, document, exploot, handeling, oorkonde, polis
akte – attest, bedrijf, bewijsstuk, brevet, bul, contract, deel, diploma, document, geschift, minuut, oorkonde, patent, scéne, stuk, polis, wissel
akte van bekwaamheid – diploma, getuigschrift, oorkonde
akte van berouw – schuldbelijdenis
akte van uiterste wil - testament
akte van verzekering   polis
aktief   bezig, handelend, snel, vlug, werkend
al   aai, alles, bereids, gans, gedurig, geheel, hoewel, luiaard, ofschoon, reeds
alaan – gereedschap, voortdurend, werktuig
Alabama, stad in   Anniston, Bessemer, Birmingham, Ensley, Fairfield, Gadsden, Montgomery
Alagoas, hoofdstad van – Maceio
alambiek - distileerkolf
a la minute – accuut, dadelijk, direct, gelijk, meteen, nu, onmiddelijk, snel, spoedig, subiet, terstond, vlug
alang alang - reuzengrassoort
alant - berenklauw
alarm   bel, beveiliging, brandmelding, consternatie,  fluit, hoorn, kanon, klok, noodkreet, noodsein, noodsignaal, onrust, ontsteltenis, oploop, opschudding, paniek, rumoer, schrik, s.o.s., signaal, sirene, tumult, waarschuwing
alarmapparaat   bel, claxon, fluit, hoorn, kanon, klok, noodklok, schel, sirene, stormklok, zoemer
alarmblazer – opruier, onrustzaaier, oproerkraaier
alarmeren   alarminstallatie, bijeenroepen, omroepen, roepen,  samenroepen, verontrusten, waarschuwen, wekken
alarmerend – zorgbarend, zorgwekkend
alarmfase – periode
alarminstallatie – sirene
alarmist – alarmblazer, onruststoker
alarmklok    kreet, noodklok, stormklok, toeter
alarmsein – s.o.s.
alarmsignaal – kreet, sirene, toeter 
alarmtoestel   bel, fluit, klok, schel, sirene, stormklok
Alaska, bevolkingsgroep in   Aleoeten, Eskimo`s, Indianen
Alaska, gletsjer in   Malaspinagletsjer
Alaska, hoofdstad van   Juneau
Alaska, waar  beroemd door werd   Goldrush
alastrim   amaas, (kaffer)pokken, variola
Alava, hoofdstad van – Victoria
Albaanse munt – Frans, lek
Albanese bevolkingsgroep   Gegen, Ghegs, Tosken
Albanese erfelijke goederen   ciftsliks
Albanese hoofdstad   Tirana
Albanese koning   Zog(oe )
Albanese militaire leengoederen   spahiliks
Albanese munt   frans, lek, quintar
Albanese politicus   Hodzja
Albanese rivier   Bojana, Drin, Seman, Shkumbin, Vijose
Albanese stad   Durres, Elbasan, Korçe, Scufari, Shköder, Tirana, Tirane, Vlore
Albanese taal   Gegisch, Shqip, Toskisch
Albanese voorvaderen   Illyriërs
Albanese vorst   mbret
Albanië   Shqiprija
albast – blank, gipssoort, licht, wit
albasten knikker   allebas,  alikas, basje, bastaard
albatros - stormvogel
albe   koorhemd, mishemd, miskleed
albedil   bedilal, bemoeial
albehoeder – opperwezen
albekend –  beroemd, notoir, vermaard
albekoord   lingel
Alberta, hoofdstad van   Edmonton
albertusdaalder – patacon
albeschik - bedilal
albezielingsleer – panpsychisme
albikoor - boniet
albino - kakkerlak, pigmentloze witling, witteling
albino bunzing - fret
albino-vorm van bunzing - fret
Albion - Engeland, Schotland
album – boek, fotoboek, kaartenboek, plakboek, platenatlas, platenboek, verzamelboek, verzameling
albuminaat - eiwitverbinding 
albumine - eiwitstof
alcahueta - koppelaarster
alcahuete – souteneur
alcalde (sp.) - schout
alcaloïde uit de braaknoot – brucine
alcazar – burcht, kasteel
alchimist – adept, goudmaker
alchimie – goudmakerij
alchimist – goudmaker, goudzoeker
alcohol – jenever, wijngeest
alcohol bevattend – geestig
alcohol houdende dranken - alcoholica
alcoholische drank - 
3    ale, gin, rum, sec, wijn
4    arak, bier, mate, pils, port, raki, sake, saki
5    cider, jajem, klare, medoc, negus, punch, samos, vieux, wisky,       wodka
6    absint, borrel, brandy, cognac, kummel, likeur, madera, 
      malaga, sherry,  whisky
7    aquavit, campari, citroen, genever, jenever, kandeel, madeira,       persico, tokayer
8    advocaat, anisette, armagnac, bockbier, bordeaux,                          cocktail,vermouth
9    bourgogne, brandewijn, champagne, beaujolais
10  bessenjenever, boerenjongens, persicobrandy
alcoholische drank uit rijst - arak, sake, saki
alcoholische dranken - spiritualia, spiritualiën, spirituosa 
alcoholische mengdrank – cocktail, longdrink
alcoholische vloeistof – bier, brandewijn, drank, jenever whisky, wodka
alcoholische warme drank - punch
alcoholische warmwaterdrank - grog
alcoholisme - drankzucht
alcoholist - drinker, dronkaard, dronkeman, zuiper
alcoholtester - blaaspijpje
alcoholvrije drank - 
3    sap
5    cacao, punch, ranja, tonic, water
6    grappa, koffie, 
7    gazeuse
8    appelsap, limonade,
9    bessensap, bronwater, frisdrank, grenadine, karnemelk,                  sodawater
10  spuitwater, tomatensap
11  vruchtensap
13  mineraalwater
14  sinaasappelsap
alcoholvrije drank – cola, sap
alcyone - ijsvogel
aldaar – daarzo, ginderginds, ib, ibid, ibidem
Aldabra-eilanden, een der - Aldabra, Assumptium, Astove
al correct - ok
al dente – gaar, klaar
al de partijen van een muziekstuk – partituur
al dwalende – dolend
al het geschapene – heelal
al het touwwerk – tuigage
al knabbelend eten – knagen
al maar door – aaneen
al persende dooreen werken – kneden
al stommelend lopen – stommelen
al te breedvoerig – breedsprakig
al te gemoedelijk – gezapig
al te getrouw – serviel
al te gevoelig – overgevoelig
al te goed mens – domkop, goeierd, hals, stumper, sukkel, sul
al te haastig – overijld
al te machtig – overmachtig
al te nauwgezet – scrupuleus
al te nauwlettend – gemelijk, ontevreden, vitterig
al te stoutmoedig – vermetel
al te vlug – overhaast 
al te vol – overvol
al te zamen – allemaal
al vaker genoemd – meergenoemd
al vechtende wijken – aarzelen, schromen
al wat doet genieten – genot
al wat groeit – natuur
al wat er groeit - gewas
al wat mode aangeeft in kleding - modevak
al wat onbillijk is – onrecht
al wat ondeugdelijk is – nep
al wat slecht of waardeloos is – nep
al wat waar is – goed, last, vracht waar
aldine - letytersoort
aldoor - aaneen, aanhoudend, altijd, altoos, constant, gedurig, gestaag, gestadig, onafgebroken, onophoudelijk, steeds, voortdurend
aldoordringend - penetrant
aldra – aanstonds, algauw, alras, gauw, spoedig, snel, vlug , weldra
aldus - alzo, dus, ergo, evenzeer, ita, zo, zodoende, zozeer 
ale - aal, bier, drank, eel
aleatoir - onzeker, wisselvallig 
aleator contract – kansovereenkomst, lijfrente, verzekering 
aleer - alvorens, eertijds, voor(dat), voorheen
alert – attent, bijdehand, gevat, kien, levendig, oplettend, rad, rap, snedig, snel, uitgeslapen, vlot, vlug, waakzaam, wakker
aleter – pantofaag, veelvraat
alevel - echter, evenwelk, niettemin, ook, toch
alexandrijn – versmaat
alexandrijns wiskunstenaar – Eucides
alexie - woordblindheid
alf – berggeest, natuurgeest
alfa - begin, eerste, start
alfabet – abc, letterreeks
alfabet der oude leren - ogam
alfabetisch register – encyclopedie, index, klapper, nomendator, ordner, woordenboek
alfabetische lijst van bijbelwoorden – concordantie
alferus – vendeldraaier, vendelzwaaier
alfrank – bitterzoet, nachtschade
algauw – aldra, alras, haastig, ras, spoedig
alge – wier, zeegras
algebra – meetkunde, rekenkunde, stelkunde, wiskunde
algebraïsch getal - eenterm
algeheel - compleet, finaal, gans, ineen, integraal, totaal, volkomen, volledig
algeheel gemis van woordgeheugen - afasie
algehele bewusteloosheid - coma, flauwte
algehele heesheid - afonie, schor
algehele indruk – impressie
algehele ineenstorting - debâcle
algehele ontmoediging - demoralisatie, demotivatie
algehele opschudding - alarm, paniek, rel
algehele verandering - ommekeer, omwenteling, peripetie
algehele verwarring - consternatie, ontreddering, paniek
algemeen - alledaags, alles, dienstig, gangbaar, geldig, gemeen, gewoon, katholiek, oecumenisch, onbepaald, openbaar, ordinair, universeel, vulgair
algemeen bekend - beroemd, berucht, notoir, openbaar, vermaard
algemeen gangbaar - geijkt
algemeen gelach – hilariteit, lol, pret
algemeen geneesmiddel – panacee
algemeen heersende ziekte - epidemie
algemeenmaking – generalisatie, veralgemening
algemeen nuttig – pragmatisch
algemeen verval van krachten – atonie, marasme, uittering, wegkwijning
algemeen voorschrift - canon, norm, wet, zede
algemene aantrekkingskracht - gravitatie
algemene angst - paniek, zenuwen
algemene bekensheid - publiciteit, openbaarheid
algemene denkwijze – gevoelen, sfeer, opinie, tijdgeest
algemene dingen – universalia 
algemene eerlijke begrippen – universalia
algemene gevoelloosheid – kolder
algemene hevige schrik – paniek
algemene inspectiedienst – aid
algemene kerkvergadering – concili, synode
algemene levensgewoonte - zede
algemene loonsverhoging - loonronde, opslag
algemene maatschappij voor jongeren - amvj
algemene mislukking   debâcle
Algemene Nederlandse Wielrijders Bond – anwb
algemene nood – calamiteit
algemene oorlog – wereldstrijd
algemene opruiming – ordening, schoonmaak, uitverkoop, liquidatie, razzia
algemene ouderdomswet - aow
algemene plotselinge angst   paniek
algemene politie verordening - apv
algemene ramp - catastrofe
algemene regel - norm
algemene repetitie – generale
akgemene samenvatting – overzicht
algemene stapelplaats – depot, opslagplaats, pakhuis, veen, voorraadschuur
algemene toejuiching – applaus, ovatie
algemene vergadering – assemblée
algemene vergiffenis – gratie
algemene verzekering – A.O.W., A.W.W.,A.W.B.Z.
algemene voorschriften   a.v.
algemene volksziekte - pandemie
algemene ziekte   epidemie
algen – wier
algerak – buitenkansje, treffer
Algerije, hoofdstad van   Algiers
Algerijns bergmassief   Aures
Algerijns gewicht   roti
Algerijns militair district   Wilchaya
Algerijns moeras   sjott
Algerijns schip   xebec
Algerijns staatsman   Ben Bella Boumediene
Algerijns zoutmoeras   sepkah
Algerijnse bom   knalerwt, smijtbom
Algerijnse dans - cancan
Algerijnse Fransman - piednoir
Algerijnse munt   centime, dinar, franc
Algerijnse rivier   Draa, Sjelif, Soumman
Algerijnse schrijver – Feraoun
Algerijnse staatsman - boumedienne
Algerijnse stad   Akboe, Algiers, Annaba, Batwa, Besjar, Constantine, Daia, Gdjeh, Mesra, Oran, Reggone, Setif, Sig
Algiers, wijk van   Agha, Belcoert, Kasbah, Koeba
algoderij – pantheïsme
Algonkium – Eozoicum
algrafie - aluminiumdruk
alhaast   (al)dra, spoedig, weldra, zotemet
alhage   legering
alheid   god(heid), heelal
al het volk – iedereen
alhidade - vizierliniaal
alhier   al, aldaar, e.v., hier, hoewel, hoezeer, ofschoon
alhoewel   al, hoewel, hoezeer, (of)schoon 
alias   anders, bijgenaamd, bijnaam
alibi – bewijs, excuus, onschuld,  reden
alibido – onlust
aliënabel - vervreemdbaar
aliënatie   afstand, verpanding, vervreemding
alignement - rooilijn, kreukel
aliëneren - vervreemden
alikruik   kreukel, krukel
alimentaire intoxicatie   voedselvergiftiging
alimentatie – betaling, levensonderhoud, toelage, verzorging, voeding
alimenteren - onderhouden
alimeter   hoogtemeter
alismatacee - elisma, pijlkruid, waterweegbree
alinea - al
alizariën   kraprood, meekrap
alizariën in alcohol   alizarol
alk – duiker, zwemvogel
alkali   loogkruid, loogzout
alkaliciteit – basisiteit, caesium, kalium lithium natrium, rubidium
alcalisch – basisch
alcalisch bijtend stof – loog
alcaliseren - uitlogen
alkalivergiftiging   alkalos(e)(is)
alkalimetaal - caesium, kalium, lithium, natrium, rubidium
alkaloïde – scopolamine, kinine, strijchnine
alkaloïde in theeblaadjes - theïne
alkaloïde uit de braaknoot – brucine
alkaloïde van de moederkoorn – ergotine
alkenen - olefinen
alkoof – bedstee, tussenkamertje, (slaap)vertrek
al kort geleden   alreeds
alla – allons, hup, komaan, vooruit
allaniet   orthiet
allanietvariëteit – cerien
allantois - dooierzak
allebei   alle beiden, twee, samen, tezamen
allebet   almaar, telkens
alle bewoordingen - tekst
alle dieren – fauna
alle dieren die zwemmen – nekton
alle dingen - alles
alle documenten samen - dossier
alle eilanden in de Grote Oceaan - Oceanië
alle kosten inbegrepen – forfait
alle machthebbend – almachtig
alle mensen – iedereen,mensdom, mensheid, wereldbevolking
alle ministers – ministerraad
alle partijen van een componist - partituur
alle twee – allebei, beide(n)
alle plantengroei - flora
alle weggebruikers samen – verkeer
alle zwemmende dieren – nekton
allebot – alsmaar, telkens
alledaags    algemeen,  afgezaagd, banaal, dagelijks, gangbaar, gemeen(zaam), gewoon(tjes), laag, normaal, onbeduidend, ordinair, plat, saai, triviaal, vulgair
alledaags gezegde   banaliteit, cliché, gemeenplaats
alledaagse gang - sleur
alledag - dagelijks
allee – avenue, dreef, komaan, laan, vooruit, wandelweg
alleen – afgescheiden, afgezonderd, afzonderlijk, apart, eenzaam, enig, enkel, louter, maar, mono, slechts, solitair, solo, verlaten, uitsluitend, zuiver
alleen bestaand – enig, solist, uniek
alleen bezit - pancratesie
alleen chocolade – puur
alleen dans - solo
alleen gelaten - verlaten
alleen God de eer - sdg
alleenhandel   monopolie
alleenhandel van de staat   regie
alleenheerschappij   absolutisme, autocratie, cesarisme, dictatuur, dispotisme, imperialisme, monarchie, monocratie, pantocratie, soevereiniteit, tiranie, totalitarisme, unitarisme
alleenheerser   autocraat, despoot, dictator, dwingeland, keizer, monarch, monocraat, soeverein, tiran
alleen in zijn soort – enig, uitzonderlijk, uniek
alleen maar   slechts
alleenheid   eenzaamheid
alleen in zijn soort   enig, uniek
alleen optreden - dolo
alleenrecht – monopolie, patent
alleenrecht voor publicatie   copyright, kopierecht
alleens - eveneens, idem
alleen slechts - eniglijk
alleenspel   mono, solo, soli
alleenspraak   monoloog
alleen staande klokkentoren   campanile
alleenverkoop   agentschap, monopolie, octrooi
alleenzang   solo
alleen zijn   eenzaamheid staand – enkel, ongetrouwd
allebei   beiden, samen
allegaar   allemaal
allegaartje   kliek, mengelmoes,  mengeling, mengsel, olla,  podrida, potpourri, ratatouille, ratjetoe, rommelzooi, van alles, varia
allegaat   aanhalig
allegatie – levendigvlug, vrolijk
allegorie   leenspreuk, zinspreuk
allegorisch   zinnebeeldig
allegretto (muz)   levendig, licht, opgeruimd, vlug
allegro (muz)   levendig, snel
allelomorf   alleel
allemaal – allegaar, alleman, alle(n), alles, elkeen, ieder (een), tezamen
allemachtig – akelig, bar, bliksems, buitenmatig, donders, drommels, duivel, enorm, erg, geweldig, intens, mirekels, ontiegelijk, sterk, uiterst, verrekt, vreselijk, waanzinnig, zeer
alleman   elk, ieder(een)
alle mensen op de wereld - mensdom
allen   allemaal, altegaar, altegader, altezamen, elk(een), ieder(een)
allen aanwezig – voltallig
allen tegelijk - tutti
allen van dat slag - tg
allengs   gaandeweg, geleidelijk, gestaag, langzaam aan, langzamerhand, lieverlede, mettertijd, stilaan, temee, temet
allengs langzamer wordend   rit, ritardando
allengs naar zich toe halen – inpalmen
allengskens – langzaamaan, langzamerhand, zachtjesaan, van lieverlede
allengs ophouden - aflaten
allenthalve - geheel
allen van dat slag   t.q.
allentwegen – allentweg, overal
alleraangenaamst – genotrijk, genotvol, heerlijk, lekker, zalig
alleraardigst – allerliefst, beeldig, enig, overaardig, schattig, snoezig 
allerarmste bevolkingsgroepen - lompenprolentariaat
allerbest – excellent, fraai, goed, mooi, opperbest, patent, puik, superbest
allerbeste vriend – boezemvriend
alles droevigst – hartverscheurend, navrant, pijnlijk, schrijnend
allereerst – vooraan, vooraf
allereerst beginsel – embryo, kiem, rudiment, wordingskiem
allergie   atopie
allergische ziekte   hooikoorts
allerhande   allerlei, bont, van alles, varia, verschillende
allerhande soort - allerlei
allerijl, in   haastig, snel, vlug
allerlei   allerhande, bont, diverse, gemengd, mengelmoes, mixtum, van alles, varia
allerlei dor elkaar - gemengd   
allerlei dwaasheden doen - kolieren
allerlei kleuren - bont
allerlei prullen - prullaria
allerlei voorwerpen van papier – papeterie
allerlei wildgebraad - venizoen
allerliefst – aangenaam, aanminnig, aardig, aimabel, beeldig,  beminnelijk, enig, honneponnig,  leuk, schattig , snoezig, verrukkelijk
allerliefst en fraai -mooi
allerminst – geenszins, niets
allerreinste Moeder - Maria
aller stamvader - Adam
allerwegen   alom, overal
alles   al, algemeen, allemaal, altegader, altemal, altezamen, geheel, som(s), totaal, totaliteit, volkomen
allesbehalve – allerminst, geenszins
alles behalve rooskleurig - belabberd
alles bijeen – al, geheel, samenstel, totaal
alles bij elkaar – algeheel, algemeen, complex, ensemble, totaal, al, geheel, samenstel
alles door elkaar   allegaartje, mengsel,raapsel,  rommel, samen(raapsel), troep
alles etende dieren - omnivoren
alleseter – omnivoor, veelvraat
alles geleerd hebbende - volleerd
alles inbegrepen – ai, inclusief
alles moeilijk inziend - zwaartillend
allesomvattend – alin, geheel, universeel, volledig
alles omvattende kennis – alwetendheid
alles overhoop halen - heisteren
alles overziende blik - arendsblik
alles ter meerdere ere van God   O.A.M.D.G.
alles tezamen – allemaal, altegader, geheel
alles tot een zaak behorende - dossier
alles verbruiken – opmaken
alles verkopen - uitverkoop
alles verloren – blut, rut
alles wat men drinkt – drank
alleseter – beer, ever, hond, omnivoorvarken, zwijn
allesomvattend geheel – albegrip
allewijl - tegenwoordig
alleszins   absoluut, geheel, helemaal, volkomen
allezeilen bijzetten - volharden
alliage   alligatie, allooi, amalgaan, brons, legering, mengsel, monel
alliage van lood - letterspijs
alliantie   band, federatie, bondgenootschap, bond, liga, unie, verbond
allicht – begrijpelijkerwijs, (ge)makkelijk, natuurlijk, uiteraard
Allien, hoofdstad van het dep.   Moulins
alliëren – legeren, samensmelten, verbinden, vermengen
alligatie   legering, vermenging
alligator   kaaiman, krokodil
alliteratie   beginrijm, stafrijn
allo - aansporing
allocatie   toewijzing
allocutie   toespraak
allodium   erfgoed, zonneleen
allochtoon - medelander
allogeen – vreemd
alloiabel - geldig
aloëbitter   aloïne
alom   overal
alomtegenwoordigheid   omnipresentie
allonge – blad, vel, verlengstuk (van een wissel)
allons    komaan, toemaar, vooruit
allooi   alliage, alligatie, gehalte, genre, kaliber, legering, niceau, slag, soort, waarde
allooi van munten   gehalte, lega
allotria – bijzaken, dwaasheid, guitigheden
allotriofagie – pica
alloueren - inwilligen
all round   compleet, geheel, handig, kundig, totaal, ervaren, vakbekwaam, veelzijdig
alterrainbike – fiets, rijwiel
alluderen - spotten
allure   gang, houding, manieren, stijl
allusie   toespeling, zinspeling
alluviaal – aangeslibd
alluviale vorming –  kwelder, schor
allylalcohol   propanol
alm – alp,  alpenweide, bergweide
almaar – aldoor, altijd, constant, gedurig, immer, onophoudelijk, permanent, staag, stadig, steeds, telkens, uitentreuren, voortdurend
almacht   alvermogen, competentie, omnipotentie
almachtig – almacht, almogend, alvermogend, omnipotent
almagregiet   zinkosiet
almanak   annuarium, dagwijzer, jaarboek, kalender
almandien - edelgesteente
alme(d)e   eveneens, evenzeer, idem, insgelijks, ook, tevens
almeteen   direct, opeens
almicantara almucantarat – hoogte cirkel
almogend – almachtig, allemachtig, geweldig
almogendheid - oppermacht
aloëbitter - aloïne 
aloë – sierplant
aloëbitter – aloïne
aloëhout – paradijshout
aloen aloen (Ind.) - marktplein
aloësoort - agave
aloïne   aloëbitter
alom   allerwegen, altijd, overal
alom bekend - algemeen, beroemd, berucht, notoir, publiek
alom geroemd – algemeen, publiek
alom heersende mening   volkswil, wereldopinie
alomtegenwoordig   omnipresent
alomtegenwoordigheid   omnipresentie, ubiquiteit
alopecie   haaruitval
alp   berg
alpaca – bergschaap, kunstwol, sergen
alpenbeklimmer – alpinist
alpenbes – kraaiheide, krenteboompje, ribes
alpenbewoner   Oostenrijker, Zwitser
alpenbloem – alpenklokje, alpenorchidee, alpenroos, bergroos, cyclamen, edelweis(s), gentiaan, rhodondendron 
alpenherdershut -sennhut
alpen, deel der   Allgäu
Alpendier  
4     gems
6     marmot
8     steenbok
9     alpenbeer, alpenkauw, muurloper, muurvogel, sneeuwuil,
10   alpenkraai, lammergier, sneeuwhaas, sneeuwhoen,                          sneeuwmuis
11   gletsjervlo
12   alpenhagedis, vuurvogeltje 
13   alpenheggemus, apollovlinder 
14   alpenspitsmuis
15   alpengierzwaluw, alpensalamander
  gletsjervlinder, hooggebergtemijt
alpen, een der   Bernins, Jungfrau, Matterhorn, Mercantour, Ortier, Pelioux, Rheinwaldhorn, Tödi
alpenherders – sennen
alpenherdersfluit – alpenhoorn
alpenherdershut - sennhut
alpenhuis   chalet, sennhut
alpenhut - chalet
alpenkraai   steenraaf
alpenmeer –
8   Comomeer, Idromeer, Iseomeer, Maanmeer,         Ortameer,
9    Ammermeer, Attermeer, Bielermeer,Bodenmeer,                            Chiemmeer, Gardameer, Traunmeer, Walenmeer,
10   Bielermeer  
11   Walchenmeer, Wörthermeer 
alpenmuts   alpino(pet)
alpenpas   
5     Balme, Furka, Loibi, Phyra 
6     Albula, Berner, Flüela, Jaufen, Julier, Predil, Susten,                     Tauern,
7     Arlberg, Bernina, Brenner, Fernpas, Grimsel,
   Oberalp, Ofenpas, Plöcken, Simplon, Splügen,
8     Gerlo pas, Präbickl
9     Lukmanier, Semmering 
10    Karawanken, Katschberg, Umbrailpas
12    Rottenmanner, Seefelderpas,
13    Grossglockner
alpenrivier   Po, Rhône, Rijn
alpenroos - steenroos
alpenstok - bergstok
alpentop   
3     Dom
4     Tödi 
5     Adula, Eiger, Mönch
6     Ortles, Titlis
7     Ankogel, Berninz, Lyskamm, Pelioux, 
8     Adamello, Alphübel, Balmhorn, Jungfrau, Wildhorn
9     Argentera, Breithorn, Hausstock, Marmolada, Weisshorn
10   Blümlisalp, Dammastock, Diablerets, Düssistock, 
       Fluchshorn, Matterhorn, Mercantour, Presanella,
       Sustenhorn, Wetterhorn, Wildspitze
11   Bietschhorn, Rosengarten, Schreckhorn,  Wildstrubel
alpentunnel  
5     Pyhon, Tenda
6     Albula, Frejus, Githard, Ricken, Tauern
7     Arlberg, Simplon
8     Gotthard, Lötschen
10   Karawanken
alpenuitrustingsstuk   bergschoen, houweel, ijshaak, ijshouweel, karabijhaak, klimspoor, muurhaak
\alpenviooltje – cyclaam, cyclame
alpenweide   alm
alpenzang   jodelen
alpes de Haut Provence, hoofdstad van het dep.   Digne
Alpes Maritimes, hoofdstad van het dep.   Nice
alpha   aanvang, begin
alphabet   a.b.c.
alphabetisch register   klapper
alphinisme   bergsport
alpino – baret, mutsje
alras – aanstonds, aldra, binnenkort, dra, gauw, ras, snel, spoedig, temet, vlug, weldra
alrede – al, bereids, reeds
alreeds   al, bereids, reeds, toen
alruin   mandragora(wortel), wichelares
als – bovendien, daarbij, gelijk, (Eng) if,  indien, ingeval, mits, ook, qua, samen, tegelijk, wanneer, zo, zoals, zowel
als boven   a.b.
als aan ommezijde - ur
als aantekening - pn
als altijd – us
als bemiddelaar optreden – intercederen, interveniëren
als bij toverslag – ineens, onverwachts, opeens, plots
als bijzaak - terloops
als borg geven - belenen
als boven - ab
als brandstof verbruiken   verstoken
als daar zijn - adz
als dan – daarna, nog, toen
als deel toestaan – toebedelen
als door de bliksem getroffen – sprakelooos, verpletterd, verstomd
als echt erkennen –  agnoscerewn, echten, legaliseren, legitimeren
als een dictator   dictatoriaal
als een dwaas – dwaselijk
als een dwingeland heersen – tiraniseren
als een geest rond waren – spoken
als een groot onheil - catastrofaal
als een harp   (h)arpeggio
als een ketter tekeer gaan – ketteren
als een kleed omgeven - omkleden
als een kwal – kwallig
als een marmot slapen – vast
als een moeder – liefdevol, moederlijk
als een opschepper – poenig
als een persoon voorstellen – personifiëren
als een pijl voort bewegen – flitsen
als een springveer werken - veren
als een standbeeld   statuesk
als een sul – sullig
als een tiran handelende – tiranniek
als een tol draaiende – roterend, tollen
als een vader - vaderlijk
als een veer werken - veren
als een vriend - amicaal
alsem   absint, alst, bitter(kruid), koortskruid
alsemdruppel – hartzeer
alsemwijn - vermouth
als ereblijk - hc
als gast bijwonen   hospiteren
als gast verblijven – logeren
als gelijken beschouiwen – identificeren
als gewijd prijzen - zegenen
als God het wil   Deo Volente (D.V.)
als goddelijk wezen vereren – aanbidden
als halfvrije leven – horig
als heilig beschouwd overblijfsel – reliek, relekwie
als helper toevoegen – adjungeren
als het goede met het kwade vergolden wordt - ondank
als het moet - desnoods
als het overige gelijk is - cp
als het ware   ahw, quasi, kwasi, vrijwel
als het zeer doet – pijnlijk
als iemand die durft – pasmantig
als iets onaangenaams staat te gebeuren - dreigend
als ik me niet vergis – nf
als in de winter – winters
als in de zomer – zomers
als in een grote stad – grootsteeds
als in een legende - legendarisch
als in een roman – romanesk
als in maart – maarts
als insect uit de pop kruipt – ontpoppen
als kind aannemen – adopteren, echten
als laatste – tenslotte
als landloper zwerven – vagebond
als leen geven – belenen
als lekkernij verorberen  - snoepen
als lid opveven – aanmelden
als lid schrappen – royeren
als loon verwerven - verdienen
als maar – aldoor, altijd, constant, permanent, steeds, voortdurend
alsmede – alsook, benevens, daarenboven, evenals, eveneens, insgelijks, ook, tevens
als men er verder niet meer op in gaat – enfin
als men zich ergens bij neer legt – anfin
als nieuwigheid invoeren - innoveren
als nog   nog, erbij
alsof   kwasi, quasi, schijnbaar
alsof men niets ziet - oogluikend
als onbelangrijk voorstellen - bagatelliseren
als onder   a.o.
als onderpand nemen - belenen 
als op de keerzijde – u.r.
als ook – alsmede, benevens, evenals, eveneens, tevens
als op ommezijde – ur
als op een troon zitten – tronen
als op het land – landelijk
als pand geven – verpanden
als persoon voorstellen – personifiëren, verpersoonlijken
als pik – pikachtig
als prijs aangeboden palmtak – erepalm
als prooi zoeken – azen
als regen neervallen - regenen
als schapenvoeder gekweekt kruid – pimpernel
als scheidsrechter optredenn – arbitreren
als schuld boeken - crediteren
als spook rondwaren - spoken
als steeds - us
als straf verliezen – verbeuren
als uitgangspunt stellen of kiezen – vooropstellen
als uitroep - rap
aluminium - all
alst -alsem
alstoniet   bromliet
alstroemeria   Incalelie
alstublieft   a.u.b., gaarne, s.v.p.
als van ivoor - elpen
als van eenalleenheerser – tiraniek
als van een totok – totoks
als van ivoor – elpen, ivoren
als vertrouwensman – fiduciair
als voorspelling ten beste geven – augureren
als voorwaarde stellen - bedingen
als voren   a.v., dito, hetzelfde, u.a.
als vorm voorstelbaar – conkreet, konkreet
als vrouw geklede man – travestiet
als vrouw nemen – echten, huwen, trouwen
als vuur lichtend – vurig
als waar aannemen - vooropstellen
als waar erkennen – toegeven
als waarschuwing – maar
als werkelijk aangenomen – erkend
als zinnebeeldig kenteken dienend - atributief
als zodanig   qua talis
alt   altviool, zangstem, zangeres
altaar   offerplaats, offertafel, outer
altaarbediening - priesterambt
altaarblad   retabel
altaarboek   missaal
altaarbrood, gewijd   antidoron, corporaal
altaardienaar   akoliet, diaken
altaardienst – mis, offerande
altaardoek   antependium, dwaal, corporaal
altaarhemel   baldakijn
altaar hof – koor
altaar in Bretagne - dolmen
altaarkast   tabernakel
altaarkelk   ciborie, ciborium
altaarkleed – parament, parement
altaarlessenaar   ambo
altaarnis   absis, koornis
altaarschilderij   retabel
altaarstuk – retabel
altaarvoetstuk - predella
al te ambitieus mens - streber
altegaarder   allen, alles, gezamenlijk, samen, tezamen
altemaal - iedereen
altemet   misschien, mogelijk, ook, soms
alterabel – mutabel, onbestendigvariabel, veranderlijk, wisselend, 
alteratie   ontsteltenis, ontroering
alrecatie – twist, woordenwisseling, wrijving
altereren – ontstellen, verergeren, verschrikken
alternatie   afwisseling, ruiling, wisseling
alternatief – afwisselend, keus, keuze, voorrecht
alternator - wisselstroommachine
altesamen   allen, alles altegaar, gezamenlijk, samen
alteveren – variatie, varieren, veranderen
althans – altijd, altoos, immers, namelijk,  tenminste, toch, welteverstaan
althea – heemst, zeezwaluw
altijd – aanhoudend, aldoor, almaar, althans, altoos, constant, 
eeuwig, gedurig, geregeld, immer, permanent, semper, steeds, steevast, voorgoed, voortdurend
altijd bezige vrouw - balie
altijd door   aanhoudend, alaan, almaar, alsmaar, permanent, staag, steeds, voortdurend
altijddurend   aanhoudend, bestendig, blijvend, eeuwig, eeuwigdurend, eindeloos, oneindig, immer, onafgebroken, oneindig, onophoudelijk, perpetueel, voortdurend
altijd groene boom   alkanna, ceder, den, eucalyptus, hulst, laurier, naaldboom, spas
altijd groene eik - steeneik
altijd groene heester – Al(kianna), buks hulst, klimop,  laurier(kers), ligustermaretak, mirt(e), oleander, rosmarijn, rozemarijn, taxus, yf, 
altijd groene plant   hulst, laurier, oleander, rosmarijn, rozemarijn
altijd groene struik – maretak
altijd groene tak – maretak
altijd helpend geneesmiddel - panacee
altijd maar door - alaan, staag
altijd op eigen voordeel bedacht – baatzuchtig, egoïstisch, uitgerekend
altijd thuis zitten – hokken
altimeter – hoogtemeter
altist – altzangeres, violist
altoos – aanhoudend, aldoor, altijd, bestendig, constant, eeuwig, gestaag, gestadig, immer,  konstant, onophoudelijk, permanent, perpetueel, staag, steeds, telkens, voortdurend
altoos durend   eeuwig, oneindig, permanent
altruïsme   naastenliefde, onbaatzuchtigheid, onzelfzuchtig
aluin   dubbelzout, scheersteen
aluinaarde - alumine
aluinsteen   aluniet
aluminium   al, legering, metaal
aluminiumdruk   algrafie
aluminiumerts   bauxiet
aluminiumlegering   aldal, alpax, aludur, alumag, aluman, alusil, ardal, magnalium
aluminiumoxyde – aluin, aluminumaarde, korund
alumnaat   kostschool
alumnus   kwekeling, leerling, student
aluniet   aluinsteen
Alvader   Odin, Opperwezen, Wodan
alvast   al, reeds, voorlopig, voorshands
alvanaar – alver
alveolaar - blaasvormig
alvast   voorlopig, voorshands
alveolaar   blaasvormig
alver   karper, moertje, nesteling, panharing, roofkarper
alvermogen   almacht, omnipotentie
alvermogend – oppermachtig
alvernieler – dood
alverzoener - Christus
alvleesklier   pancreas
alvleesklier ontsteking   pancreatitis
alvorens   aleer, eer(dat), voor(dat), voorlopig, vroeger
alweder   alweer, andermaals, nogmaals, opnieuw, overnieuw, telkens, weer, wederom
alwetend - machtig
alweter - waanwijze
alweterig   pedant
alwijs – volmaakt, wijs
alwijsheid – pansofie
alzijdig – allround, universeel
alzijdigheid - universaliteit
alziend oog – God, alzijdig,  allround, universeel
alzo   aldus, daar, dus, evenzo, mitsdien, omdat, toen, zoals, zodanig, zodoende, zozeer 
amaas – alastrim, kafferpokken
am(me)   min, zoogmoeder
amabile (muz)   lieflijk, teder, teer, zoet
amadis – ridder, vroom
amalgaam   legering, mengsel, versmelting
amalgamering – amalgaan, amalgame
amalgeren   legeren, samensmelten
amandelachtige plant –  abrikoos, amandel, kers, kriek, perzik, pruim, vogelkers
amandelboom - sierheester
amandel in de keelholte   tonsil(la)
amandelbrood – marsepein
amandelen en rozijnen – studentehaver
amandelen in de zijwanden vande keelholte – tonsil
amandelgebak – banketletter, boterletter, paleisbanket
amandelkoekje – makron, makaron
amandelmelk – orgeade
amandelontsteking - angina
amandelpers - orgeade, spijs
amandelsteen – amygdaloïde
amandelvulsel – amandelpas, amandelpers, spijs
amandelzuur – blauwzuur
amaniet - paddestoel
amant - geliefde, liefhebber, minnaar, vrijer
amanuensis – assistent, helper
amarant – donkerrood, kattestaart, purperkleur
amarantsteen – tricolor
amarel – bitterkruid, gentiaan, kers, morel
amaril - polijststeen, slijppoeder, schuurpoeder, smergel
amarilhout – polijststeen, smergel 
amarilkatoen - schuurlinnen
amateur - dillettant, leek, hobbyist, liefhebber
amateurfoto – kiekje
amaturisme - dilettantisme
amateuristisch - onervaren
amazone - kunstrijdster, paardrijdster, ruiter
ambacht – ambacht, ambt, baan, bedrijf,  beroep, handwerk, métier, stiel, vak, werk
ambachtelijk – deskundig, kundig, vakkundig
ambachtsgezel – knecht
ambtshalve – eo, ep, ro
ambachtsheerlijkheid – baronie
ambachtshuis - gildehuis
ambachtsman – aanbouwer, bouwvakker, glasblazer, goud-zilversmid, handwerksman, meubelmaker, monteur, werkman 
ambachtsvolk - handwerklieden
ambassade - gezantschap
ambassadeur – afgezant, gezant
amber – barnsteen, traan
amberappel - pomander
ambiance – omgeving
ambigu - dubbelzinnig
ambiëren - streven
ambitie – animo, aspiratie, eerzucht, elan, lust, toewijding, ijver, werk(lust) 
ambivalent - dubbelwaardig
ambitieus – eerzuchtig, ijverig
ambo – (kerk)podium
Ambonees – zuidmolukker
ambraine – ambervet
ambrosia – ambrozijn, godenspijs, nectar
ambrozijn - godenspijs
ambt - ambacht, baan, bediening, beroep, betrekking, dienst, emplooi, functie, job, officie, plaats, positie, post, professie, stiel, vak, werkkring
ambt en waardigheid van oudste – senioraat
ambt in de Romeinse tijd – censor, consul, lector, praetor,  pretor,  volkstribuun, tribuun
ambt in Rome - consulaat
ambt van apostel – apostolaat
ambt van een satyraap – satrapie
ambteloze – arbeidsreserve
ambtelijk –  ambtshalve, bureaucratisch, officieel
ambtelijk behandelen – besogneren
ambtelijk schrijven – dienstbrief
ambtelijk waarmerk – ijk
ambtelijke aantekening - libelle
ambtelijke goedkeuring - ratificatie
ambtelijke inschrijving - regidtratie
ambtelijke loopbaan - carrière
ambtelijke mededeling – bericht, brievenmail
ambtelijke onderzoek – inspectie
ambtelijke opdrachten of verzoeken – letteren
ambtelijke rangorde - hiërarchie
ambtelijke verslag - protocol
ambtelijke waarnemer - ijker
ambtenaar - administrateur, commies, controleur, deurwaarder, functionaris, gouverneur, inspecteur, klerk, kommies,  notaris, ontvanger, palatijn, peiler, rechter, referendaris, resident, ijker
ambtenaar aan een gezandschap - attaché, consul
ambtenaar aan een loket - loketbeambte
ambtenaar aan het kadaster – landmeter 
ambtenaar der belastingen in het oude Rome – tribuun
ambtenaar die belast is bij het rijk – betaalmeester
ambtenaar in Indonesië – mantrie
ambtenaar in het buitenland – konsul
ambtenaar in het oude China – mandarijn
ambtenaar over aangespoelde goederen – strandvonder
ambtenaar van het kadaster - landmeter
ambtgenoot – ambts(broeder), collega, confrater, medebroeder, stoelbroeder
ambtman – baljuw, drost
ambt of baan - functie
ambtsaanvaarding – indiensttreding, inhuldiging, installatie, intree, intrede
ambtsbericht - dépêche
ambtsbroeder - collega, confrater
ambtsgebied – dekenaat, departement, district, inspectoraat, kanton, perfectuur, prioraat, rayon, ressort, satrapie
ambtsgewaad – bef, ornaat, robe, stola, tabbaard, tabberd,  toga, toog
ambtsgebied van een meier - meierij
ambtshalve -  e.o., e.p., r.o., officieel
ambtskleed – toga
ambtsmisdaad – forfaiture, knoeierij, malversatie
ambtsnaam – functie, titel
ambtsperiode van 7 jaar - septenaat
ambtsrust - emeritaat, pensioen
ambtsstaf - roede
ambtsteken – insigne, keten, medaille
ambtstitel op Java - adipati
ambtstooi – ornaat, toga
ambtsuitoefening – gestie
ambtsvertrek – kabinet
ambtsvervulling – dienstdoening, functie, uitoefening, pontificalia
ambtswoning - dienstwoning
ambtswoning van de Amerikaanse president - Witte huis
ambtswoning van conciërge - conciërgerie
ambtswoning van de Franse president – Elysée
ambtswoning van de Nederlandse minister-president – Catshuis 
ambtswoning van de paus - Vaticaan
ambtswoning van geestelijke - pastorie
ambtswoning van Italiaanse president - Quirinaal
ambtswoning van koning - paleis
ambtswoning van de paus – Vaticaan
ambtsijver – ambitie, aspiratie, eerzucht, 
ambten en beroepen, mannelijk - 
3    abt, kok, nar
4    arts, beul, bode, boer, chef, gids, ober, paus, smid, tolk,           ijker
5   agent, asman, baron, cadet, clown, drost, deken, etser, graaf     heier, imker, jager, kaker, kaper, klerk, lader, lakei, loods,            loper, maler, meier, pater, pedel, prins, prior, rabbi, reder,           spion,  teIer, tsaar, vorst, waard, waker,  wever, kruier,                   krijger, Kuiper, kweker, lapper, lasser, lector, leeman, leraar, 
looier, losser, majoor, melker, melter, menner, metser, monnik, pakker, perser, picolo, pikeur, piloot, ponser,  porder, preses, purser, rabbijn, rector, regent, schout, seiner, slager, sloper, slijper, slijter, snijder, stoker, stuwer, tagrijn, temmer, 
typist, venter, vilder, visser, voeger, weiman, zaaier, zanger, 
zeeman, zetter
7    analis,t anatoom, arbiter, artiest, attaché, bankier, barbier,
bassist, beambte, bewaker, bioloog, broeder, brouwer, cellist,       chefkok,  chirurg, cineast, coupeur, coureur, curator, danseur, 
dentist, dichter, dienaar, diender, diëtist, dominee, draaier,
drogist, drukker, drummer, ebenist, econoom, etaleur, firmant, 
fourier, fraiser, friseur, fysicus, graveur, grimeur, grutter, 
harpist, heibaas, hoboïst, hoekman, inkope,r kassier, kellner, koerier, kolonel, kommies, koopman, lampist, lansier, leurder, lijfarts, manager, markies, masseur, matroos, medicus, meester, monarch, monteur, musicus, notaris, nuntius, oculis, olieman, oogarts, oorarts, opkoper, opmaker, overman, overste, pachter, pastoor, patroon, pianist, piccolo, planter, plotter, pompier, portier, pouller, prefect, prelaat, premier, rechter, recruut, ruwaard, schepen, scheper, senator, sjouwer, soldaat, spinner, spoeler, spuiter, stemmer, steward  storter  stroper  strijker  student  tamboer  tolbaas  trainer,  trimmer, tsarina, tuinder, tuinier, tuinman twijnder, uroloog, veearts, veeboer, veerman, vennoot, vicaris, violist, voerman, voorman, wachter, walbaas, werkman, witkiel, wijsgeer, ijscoman, zetbaas, zetboer, zoöloog
8   aannemer, acrobaat, actuaris, admiraal, adviseur, advocaat, afslager, agrariër, agronoom, akkerman, arbeider, bediende, behanger, bezorger, bisschop, bloemist, bootsman, botanist, breeuwer, burelist, chasseur, chemicus, corveeër, crasseur, criticus, croupier, dagloner, dirigent, dompteur, douanier, edelsmid, elerboer, embaleur, essayist, etnoloog, figurant, filmster, filoloog, filosoof, fluitist, grafboer, gendarme, generaa,l geograaf, gitarist, goudsmid, graficus, griffier, grossier, hoefsmid, hofmeier, hoornist, horloger, hotelier, hovenier, huidarts, huisarts, huisbaas, humorist, imitator, inpakker, jongleur juwelier, kaasboer, kamerlid, kanunnik, kapelaan, kapitein, kleiboer, koetsier, koksmaat, kolenman, kynoloog, laborant, légumier, Iinguist, lijfwacht, makelaar, marinier, melkboer, militair, minister, molenaar, muzikant, officier, omroeper, opleider, oppasser, opperman, opticien, opvoeder,  opziener, organist, orgelman, pedagoog, pedoloog, perschef, postbode, pompgast, priester, promotor, prozaïst, puinbaas, quaestor, raadslid, raadsman, reiziger, repelaar, reporter, resident, rijknecht, schilder, schipper, schrijver, scribent, sergeant, siersmid, slachter, soigneur, speurder, stuurman, suppoost, taanbaas, tailleur, tandarts, taxateur, tekenaar, theoloog, tonelist, toreador,  uitgever, vedelaar  veekoper, veembaas, veenbaas, veenboer, verkoper, vertaler, viskoper, vocalist, wijnkopor, zakenman,  zeerover
9   adelborst, alchimist, ambtenaar, antiquair, apotheker, architect, astroloog, astronoom, baanveger, baggelaar, baggeraar, baggerman, bankloper, barkeeper, beheerder, besteller, blokmaker, bookmaker, botanicus, bottelier, brigadier, cameraman, camioneur, cargadoor, catecheet, chauffeur, chirurgijn, componist, concierge, confiseur, conrector, corrector, costumier, couturier, dakdekker, detective, diplomaat, directeur, dokwerker, donkeyman, dramaturg, dijkwerker, etnograaf, executeur, exporteur, fabrikant, facturist, farmaceut, financier, fotograaf, fysioloog, gasfitter, genealoog, germanist, glazenier, grafoloog, handelaar, importeur, ingenieur, internist,kaaskoper, kaasmaker, kamerheer, kanonnier, kardinaal, kastelein, kerkvoogd, kolenboer, komediant, koppelaar, korporaal, kroegbaas, kwekeling, landdrost, landmeter, leidekker, literator, luitenant, lijkdrager, lijnslager, machinist, marconist, metselaar, minstreel, mosselman, mijnwerker, mytholoog, navigator, neuroloog, ombudsman, ontvanger, ontwerper, operateur, opzichter, ouderling, pakknecht, patholoog, patissier, paukenist, pelsjager, ploegbaas, politicus, preceptor, predikant, preekheer, president, procureur, professor, publiclst, puddelaar, pijpfitter, raadsheer, radioloog, rayonchef, recensent, redakteur,, regisseur, rentenier, skileraar, slotvoogd, socioloog, souffleur, speculant, spuitgast, stadvoogd, stoofsmid, stukadoor, stuwadoor, technicus, therapeut, timmerman, tollenaar, topograaf, trancheur, treinchef, t.v.-monteur, typograaf, uitdeuker, uitdrager, uitvinder, vakleraar, valkenier, veedrijver, veefokker, veehoeder, veehouder, verhuizer, verpleger, verzinker, voddenman, waarnemer, wachtsman, wegwerker, wethouder, winkelier, wolverver, zeilmaker, zendeling, zenuwarts
10  aanspreker, aardwerker, academicus, accountant, archivaris, assuradeur, badmeester, bandleider, bankwerker, beenhouwer, 
beiaardier, bestuurder, beugvisser, beursagent, bevrachter, biersteker, biertapper, blikslager, boekbinder, boekhouder, bollandist, bontwerker, boomkweker, bootwerker, boswachter, brandwacht, buffetchef, caféhouder, cabaretier, calculator, calligraaf, cardioloog, cartograaf, cavalerist, chemigraaf, collecteur, colporteur, commandant, commandeur, conducteur, controleur, courantier, dansleraar, declamator, decorateur, detaillist, diamantair, dierenarts, discjockey, doodbidder, doodgraver, entomoloog, evangelist, examinator, expediteur, ezeldrijver, filatelist, filmacteur, filmspeler, gaardenier,  geestelijke, geneesheer, glasblazer, goochelaar, goudzoeker,
gouverneur, graveerder, handelsman, handwerker, handzetter, harpoenier, harpspeler, herbergier, historicus, hofmeester hoofdagent hoogleraar, houthakker, houtvester, huisdokter, huisknecht, inspecteur, journalist, kachelsmid, karabinier, kerkleraar, kermisgast, keuterboer, kinderarts, kippenboer, kleerkoper, kleermaker, klepperman, klokkenist, klokluider, kluizenaar, koddebeier, koorzanger, kostwinner, kruidenier,
kuilvisser, kwakzalver, lakenkoper, lakenwever, landbouwer, lansknecht, leerlooier, leertouwer, Iibrettist, liftjongen, logopedist,
loodgieter, loopjongen, lorrenboer, maarschalk, magistraat, magnetiseur, marskramer, mecanicien, medewerker, melkslijter, modelmaker, nachtwaker, oberkelner, observator, obstetrist, ondernemer, onderwijzer, ovenbouwer, paleograaf, palfrenier, papyroloog, ponstypist, psychiater, psycholoog, pijpenmaker, quizmaster, rangeerder, reisleider, reparateur, rietdekker, ritmeester, robbejager, roerganger, scheepskok, schoolarts, secretaris, sjouwerman, slagwerker, smokkelaar, sorteerder, specialist, spekslager, speleoloog, stalhouder, staljongen, stalknecht, stenograaf, strowerker, stukwerker, tabaksboer, technoloog, telefonist, thaumaturg, thesaurier, tok houder tolgaarder, toonzetter, touwslager, trompetter, troubadour, tuinjongen, turfsteker, tijdopnemer, uitvoerder, varensgast, veengraver, verdediger, verhuurder, veterinair, vetsmelter, vice-consul, vliegenier, vlootvoogd, voetballer, voorganger, voorzanger, voorzitter, vuilsnisman, waarzegger, wafelbakker, wagenmaker, waterklerk, wegenwacht, wielrenner, winkelchef, ijzergieter, zielzorger, zilversmid, zoutzieder, zeepzieder, zwingelaar.
11 aardkundige, aartsdiaken, aartshertog, acquisiteur, ambassadeur, auctionaris, autobewaker, automonteur, autospuiter, baakmeester, baanwachter, bankbeambte, beeldhouwer, betonwerker, beulsknecht, bevelhebber, bezembinder, bierbrouwer, biochemicus, bloemkweker, blokwachter, boekdrukker, bomenrooier, bouwkundige, brancardier, broodbakker, broodventer, brugwachter, buikspreker, burgervader, chiropodist, clichémaker, commentato,r commissaris, confiturier, conservator, dameskapper, dansmeester, dekofficier, depothouder, dermatoloog, deurwaarder, eekschiller, ekwilibrist, electricien, fruitkweker, gareelmaker, garderobier, geweermaker, gezaghebber, godgeleerde, groenteboer, grondwerker, gynaecoloog, haarsnijder, haringkaker, heelkundige, heelmeester, heilgymnast, herenkapper, hofprediker, hotelhouder, hotelkruier, huidenkoper, huismeester, hutbediende, hypnotiseur, illustrator, impressario, industrieel, informateur, instructeur, kaapvaarder, kamprechter, kastenmaker, kerkdienaar, kermisklant, ketelbikker, ketelboeter, ketellapper, keurmeester, keursoldaat, kistenmaker, kolendrager, kolonisator, koorddanser, koperslager, leermeester, lexicograaf, lijstenmaker, magazijnchef, magnetiseur, mandenmaker, mattenmaker, metereoloog, meubelmaker, missionaris, modelbouwer, motordrijver, motorrenner, nageljongen, onderwijzer, operazanger, orgelbouwer , ornothiloog, orthodepist, paardenkoper, parelduiker, parelvisser, parlevinker, persattaché, pianoleraar, plaatsnijder, plaatwerker, postmeester, preparateur, propagandist, programmeur, pijpenlooier, raffinadeur, rechercheur, rentmeester, rozenkweker,
satijnwerker, scheepsarts, schildwacht, schoenmaker, schoolhoofd, schoonmaker seinwachter slotenmaker snelschrijver stalmeester standbouwer standwerker steenbakker steenhouwer stoffeerder straatmaker, straatveger, taalkundige, tafelwerker, tapijtwever, tegelbakker, tegelzetter, telegrafist, theeplanter, touwslager, translateur, turftrapper, valsemunter, varensgezel, vatenwasser, veldwachter, vellenkoper, venduhouder, vervrachter, verzekeraar, vioolbouwer, vioolspeler, vlasspinner, vleeshouwer, vrachtrijder, vrouwenarts, waagmeester, wafelbakker, waterschout, watervitter, weerkundige, wegenbouwer, werkmeester, wildstroper, zaalwachter, zeekapitein
12 aalmoezenier, accordeonist, armverzorger,  bacterioloog,
bakkersgezel, balletdanser, bankbediende, banketbakker, beachermheer, boekverkoper, boerenknecht, boetprediker, bollenkweker, bordenwasser, borstelmaker, bovenmeester, , brandweerman, brillenmaker, burgemeester, caricaturist, conférencier, constructeur, dactylograaf, degenslikker, dierentemmer, distillateur, duivenmelker, fietsenmaker, flessenmaker, floormanager, functionaris, garagehouder, gedeputeerde, geldschieter, gemeentebode, gerechtsbode, gezagvoerder, gildemeester, gildepatroon, glazenwasser, grenswachter, handarbeider, handelsagent, handwerksman, haringpakker, havenmeester, helderziende, horlogemaker, hotelportier, huisbediende, huiseigenaar, huisschilder, incasseerder, installateur, jagermeester, kamerdienaar, kantoorklerk, kapelmeester, kapittelheer, kareelbakker, karikaturist, karrevoerder, kassenbouwer, kippenfokker, klarinettist, , koudslachter, kraandrijver, kunstschilder, landarbeider, letterzetter, lichtmatroos, likeurstoker, livreiknecht, lijkschouwer, messenslijper, metaalgieter, meteropnemer, muziekleraar, mijningenieur, nachtportier, neurochirurg, notarisklerk, orgeldraaier, orkestleider, paleontoloog, parkeerwacht, pasteibakker, pensionhouder, pianostemmer, polderjongen, politieagent,  pompbediende, poolreizeger, pottenbakker, propagandist ,pruikenmaker, raadadviseur, radiomonteur, klokkenmaker, klompenmaker, koraalvisser, kornetblazer referendaris, restaurateur, theumatoloog, röntgenoloog, rubbertapper, rijksadvocaat, schaapherder, schade-expert, scharensliep, scheepsagent, scheepsklerk, scheikundige, schillenboer, schoenlapper, schrijnwerker, sigarenmaker, sluiswachter, snelschrijver, sneltekenaar, spuitmeester, stadhuisbode, stafofficier, steendrukker, stempelmaker, straatventer, straatzanger, strandjutter, strandvonder, stratenmaker, stuntvlieger, taalgeleerde, tabakskerver, torpedomaker, touroperator, tulpenkweker, turfschipper, uurwerkmaker, veehandelaar, veenarbeider, veerschipper, veldprediker, vendumeester, verificateur, verlofhouder, verslaggever, vice-admiraal, vishandelaar, vlagofficier, vrederachter, vrachtrijder, wagenmeester, wijnhandelaar
13 aan~eelhouder aardappelboer aartsbisschop autohandelaar 
bakkersknecht, balletmeester, bankdirekteur, bedrijfsleider, betaalmeester, beursbediende, beurtschipper, boedelmeester, boekhandelaar, bonthandelaar, brillendokter, brillenslijper, broodbezorger, cabaretzanger, cinematograaf, commissionair, concertzanger, confectionair, correspondent, diamantslijper, diamantwerker, diamantzetter, douanebeambte, filiaalhouder, filmoperateur, filmproducent, flessenblazer, fotohandelaar, 
garde-officier, geneeskundige, groentekweker, havenarbeider, hellebaardier, historiograaf, hoofdarbeider, hoofdofficier, huisbewaarder, huisjesmelker, hulpbesteller, jachtopziener, jeneverstoker, kaashandelaar, kabinetwerker, kantinehouder, kantonrechter, kaperkapitein, keldermeester, kinderrechter, koffieplanter, krantenjongen, krullenjongen, kunstschilder, ladingmeester, leeuwentemmer, letterkundige, liedjeszanger, lommerdhouder, lompengaarder, lompenkoopman, machinezetter, magazijnknecht, manufacturier, meesterknecht, mededirecteur, mederedacteur, melkhandelaar, metaaldraaier, middenstander, modeontwerper, muziekmeester, oliehandelaar, onderofficier, opvoedkundige, orkestmeester, paardenslager, pakhuisknecht,
pensionhouder, persfotograaf, pillendraaier, postbestelIer, postdirekteur, psychometrist, pijpenopsteker, radio-omroeper, ruimtevaarder, rijksambtenaar, salonbediende, schapenfokker,
schapenhouder, scharenslijper scheepsbouwer, scheepsexpert, scherprechter, schoenpoetser, schoolmeester, schout-bij-nacht, schriftkenner, slagersjongen, sponsenduiker, sponsenvisser,
stadsadvocaat, stoelenmatter, straatkoopman, tabaksplanter, tamboer-majoor, tandtechniker, taxichauffeur, tekstschrijver, tuinarchitect, turfschipper, vaartschipper, varkensfokker, verkeersagent, verloskundige, vice-president, voddenkoopman,
vuurwerkmaker, wederverkoper, zaakwaarnemer
14 aapjeskoetsier, adjunct-commies, administrateur, armenverzorger, autoverhuurder, beursspeculant, bibliothecaris, binnenschipper, bioscoophouder, boerenarbeider, boodschaploper, boterhandelaar, buffetbediende, concertmeester, consul-generaal, diamantslijper, electromonteur, filmverhuurder, frescoschilder,
fruithandelaar, fysiotherapeut, garnalenvisser, geconmitteerde, generaal-majoor, graanhandelaar, grondspeculant, groothandelaar, handelsattaché, hoofdambtenaar, hoofdredacteur, huisonderwijzer, hypotheekgever, hypotheeknemer, kleinhandelaar, kolenhandelaar, kunsthandelaar, legerpredikant, legioensoldaat, linnenjuffrouw, logementhouder, magazijnmeester, melkcontroleur, metaalbewerker, onderdirecteur, onderluitenant, oudheidkundige, paardenkoopman, pakhuismeester, parlementarier, pluimveehouder, postcommandant, putjesschepper, rodlohandelaar, rodiotechnicus, rechtsgeleerde, rijksaccountant, rijksarchivaris, rijschoolhouder, scheidsrechter, schriftkundige, schoolopziener, sergeant-majoor, sierkunstenaar, sluikhandelaar, soldaat-kommies, sportredacteur, straatmuzikant, tabaksmakelaar, terrazzowerker, toonkunstenaar, trambestuurder, tramconducteur, veilingmeester,
15 aardrijkskundige, advocaat-fiscaal, bouwvakarbeider, concessiehouder, detailhandelaar, diamantbewerker,
dierenhandelaar, effectenmakelaar, equipagemeester, gerechtsdienaar, geschiedkundige, geslachtkundige ,handelsbediende, handelsreiziger, harmonicaspeler, hoofdconducteur, hoofdinspecteur, hoofdonderwijzer, hypotheekhouder, instrumentalist, instrumentmaker, kamerverhuurder, kantoorbediende, kapitein-ter-zee,
kleinkunstenaar, kloosterbroeder, korpscommandant, kroniekschrijver, kunsthistoricus, landbouwkundige,
legercommandant logementhouder luitenant -ter-zee magazijnbediende, neurasthenicus, obligatiehouder, portretschilder, produktieleider, raadpensionaris, reclameschilder, reclametekenaar, rijwielhandelaar, scheepskapitein, spoorwegbeambte, straathandelaar, tabakshandelaar, tabaksimporteur, tandheelkundige, textielarbeider, treinconducteur, tuinbouwkundige,  tussenhandelaar, varkensslachter, vicaris-generaal, woninginrichter, ziekenverpleger, zuivelconsulent
16 adjunct-directeur, admiraal-generaal, advocaat-generaal, auditeur-militair, brievenbesteller, ceremoniemeester, fietsenbewaarder, electrotechnicus, evangeliedienaar, fabrieksarbeider, geluidstechnicus, geschiedschrijver, grootindustriee,l horoscooptrekker, huwelijksmakelaar, kapitein-adjudant, kapitein-generaal, kostschoolhouder, lantaarnopsteker, lantarenopsteker, loco-burgemeester, logementhouder, luitenant-kolonel, ondercommissaris, opperbevelhebber, oppergezaghebber,
plaatscommandant, procuratiehouder, rijwielhersteller, scenarioschrijver, scheepstimmerman, schoolinspecteur, schoorsteenveger, sectie-commandant, sigarenfabrikant, staatssecretaris, theaterldirecteur ,victualie-meester, vuurtorenwachter
17 assistent-resident, bestuursambtenaar, bestuursassistent,
bloembollenkweker, brigadecommandant, cavalerie-officier, çlirecteur-generaal, divisiecommandant, gemeenteambtenaar, gemeenteontvanger, gevangenbewaarder, kapitein-ingenieur, kapitein-luitenant, lanbouwingenieur, lanbouwconsulent,
landschapschilder, luitenant-adjudant, luitenant-admiraal, luitenant-generaal, noordpoolreiziger, opperwachtmeester, ordonnansofficier, politie-inspecteur, procureur-generaal, scheepsbevrachter, tuinbouwconsulent, veeteeltconsulent, vertegenwoordiger, verzekeringsagent
18 adjunct-commissaris, artillerieofficier, aspirant-controleur, assistent-apotheker, belastingconsulent, boodschappenjongen, catechiseermeester, evangelieprediker, gemeentearchivaris,
gemeentesecretaris, gouverneur-generaal, hypotheekbewaarder, inspecteur-generaal, karikatuurtekenaar, luitenant-ingenieur, politiecommissaris, rechter-commissaris, scheepsbouwkundige, secretaris-generaal, substituut-griffier, substituut-officier
19 apothekersassistent, bataljonscommandant, binnenhuisarchitect, commies-verificateur, commissaris-generaal, compagniecommandant, districtscommandant, gezantschapsattaché, ontdekkingsreiziger, regimentscommandant, substituut-procureur
20 begrafenisondernemer, boordwerktuigkundige, districtscommissaris, garnizoenscommandant, handelscorrespondent, oorlogscorrespondent, voordrachtkunstenaar, waterstaatsingenieur
21 adjudant-onderofficie, adjunct-administrateur
22 gezantschapssecretaris, gouvernementsambtenaar, scheepswerktuigkundige, volksvertegenwoordiger
23 kapitein-kwartiermeester
24 luitenant-kwartiermeester
26 arrondissements-commissaris
29 arrondissements-schoolopziener
ambten en beroepen, Vrl
3    non, min
4    hoer, meid
5    baker, minne
6    agente, boerin, kokkin, pilote, zuster
7    actrice, artiste, barones, cheffin, docente, hofdam, hospita,            juriste, kapster, lerares, modiste, pakster, porster, prinses,              priores, typiste, waardin
8    acrobate, advocate, analiste, breister, cassière, celliste, coupeuse, danseres, danseuse, dentiste, dienares, dietiste, dokteres,  drogiste, elnologe, filmster, firmante, geograve,  harpiste, herderin, juffrouw,
kamenier, kelnerin, koningin, kookster, kopiiste, manicure, naaister, ouvreuse, pedagoge, pedicure, pianiste, ponseuse, serveuse, spinster, studente, theologe, violiste, voedster, wasvrouw, werkster, zangeres
9    adviseuse, astrologe, astronome, ballerina, bureliste, caissière, 
coiffeuse, dichteres, dirigente, fluitiste, fotografe, gitariste, grafologe, huisvrouw, kookvrouw, koopvrouw, kostvrouw, laborante, mannequin, markiezin, molenarin, mosselwijf, neurologe, organiste, radiologe, sociologo, soubrette
spoelster, stripster, strijkster, tailleuse, tekenares, vocaliste, wijkzuster
10   ambtenares, arbeidster, architecte, bewaakster, calligrafe, cardiologe, chauffeuse, componiste, costumiière, dienstbode, directrice, dramaturge, fabrikante, facturiste, inkoopster, interniste, keu kenmeid, komediante, koorzuster, kwekelinge, lokettiste, melkrneisje, omroepster, predikante, psychologe, publiciste, raadsvrouw, regisseuse, schilderes, schrijfster, scriptgirl, souffleuse, stenografe, stewardess, strijkvrouw, vroedvrouw, zendelinge
11   colportrice, conductrice, controleuse, danslerares, decoratrice,
detailliste, filmactrice, gouvernante, inspectrice, journaliste, kamermeisje, kasteleinse, logopediste, metereologe, ontwerpster, pianolerares, ponstypiste, redactrice, serveerster, telefoniste, uitgeefster, verkoopster, vertaalster, waarzegster
12   ambassadrice, archivaresse, bacteriologe, bellenmeisje,
boekhoudster, bontwerkster, caféhoudster, chansonniere, chiropodiste, dameskapster, declamatrice, dienstmeisje, ekwilibriste, examinatrice, groentevrouw, handwerkster, heilgymnaste, huishoudster, huisnaaister, informatrice,
instructrice, juwelierster, kaartlegster, kamenierster, kantwerkster, keukenmeisje, kindermeisje, linnenmeisje, onderwijzeres, orhopediste, pompnaaister, rheumatologe, scheldsvrouw,
secretaresse, steno-typiste, verdedigster, verpleegster, vlasspinster
13   ateliermeisje, beeldhouwster, bloemenmeisje, hotelhoudster, illustratrice, keukenprinses, koorddanseres, koppelaarster, marketenster, operazangeres, persfotografe, pottenbakster, propagandiste, taillewerkster, verloskundige
14  balletdanseres, beschermvrouwe buffetjuffrouw, correspondente, fabrieksmeisje, herbergierster, hoedenmaakster, huisbewaarster, kinderjuffrouw, kleuterleidster, kloosterzuster, koffiejuffrouw, linnenjuffrouw, marktkoopvrouw, nettenboetster, pensionhoudster, schoonmaakster, toiletjuffrouw, verkeersagente, winkeljuffrouw
15  administratrice, concertzangeres, costuumnaaister, filiaalhoudster, kleuterleidster, pensionhoudster, speldenwerkster, verslaggeefster, wijkverpleegster
16  blbllotheoaresse, instrumentaliste, kamerverhuurster
17  garderobejuffrouw
18  fabrieksarbeidster
19  belastingconsulente.vertegenwoordigster
20  apothekersassistente binnenhuisarchitecte
21  voordrachtkunstenares
22  schoonheidsspecialiste
24  bewaarschoolonderwijzeres
ambulance – ziekenauto
ambulancier - ziekendrager
ambulant - lpoend
amechtig – aamborstig, hijgend, kortademig
amelanchiër – bergmispel
ameldonk – stijfsel
amelkoren - spelt
amen - slotwoord
amendement – motie, voorstel, wijzigingsvoorstel
amenderen - veranderen, verbeteren, corrigeren, wijzigen
amer – houtskool
americium - am
Amerika - U.S.A.
Amerikaan – Yankee
Amerika aan de Amerikanen – Monroeleer
Amerikaans automerk – Buick, Cadillac, Chevrolet, Crysler, Dodge, Ford, Lincoln, Mercury, Oldsmobile, Plymouth, Pontiac, Rambles, Studebaker, Willys
Amerikaans bureau voor de ruimtevaart – N.A.S.A.
Amerikaans café – saloon
Amerikaans choreograaf - Harkarvy
Amerikaans dier   bizon, coyotte, jaguar, kariboe, los, opossum, poema, pronghorn, sjerk, skunk, stinkdier, wasbeer, wasdier, wyandotte,  zakmuis,(rat),
Amerikaans echtscheidingsplaats   Reno 
Amerikaans gebergte - Andes
Amerikaans gerecht   hamburger
Amerikaans gebouw   wolkenkrabber
Amerikaans gewicht   cental
Amerikaans hazardspel – bingo
Amerikaans hert – wapitihert
Amerikaans houtsoort – oregon
Amerikaans jazzmusicus – Armstrong, Basie, Brubeck, Ellington, Goodman
Amerikaans knaagdier   zakmuis
Amerikaans land   zie: land in Amerika
Amerikaans landgoed   ranch(o)
Amerikaans meer   Athabaska, Bovenmeer, Eriemeer, Michiganmeer, Winnipegmeer
Amerikaans natuurkundige – Edison
Amerikaans persbureau – U.P.
Amerikaans politiehoofd – sheriff
Amerikaans rendier   Kariboe
Amerikaans reuzengebouw - wolkenkrabber
Amerikaans roofdier – los, ocelot
Amerikaans ruimtevaartuig – Apollo, Gemini
Amerikaans staatsman –  Eisenhouwer, Kennedy, Lincoln, Nixon, Rooseveld
Amerikaans stinkdier - skunk
Amerikaans ultra rechts genootschap   K.K.K.
Amerikaans voetbal   soccor
Amerikaans volkslied   Yankee doodle
Amerikaans worden   veramerikaniseren
Amerikaanse badplaats   Miami
Amerikaanse boer   farmer, racher
Amerikaanse boom – sassafras, saquojaboon
Amerikaanse boswachter   forester, ranger
Amerikaanse braakwortel - ipecacuanha
Amerikaanse buffel – bizon
Amerikaanse buffeljager – boekanier
Amerikaanse buidelrat - opossum
Amerikaanse burgeroorlog   secessieoorlog
Amerikaanse cactus – fakkeldistel, nopal
Amerikaanse cederboom   sequoia
Amerikaanse componist   Barber, Berlin, Bernstein, Cadman, Cage, Carpentier, Copland, Corvell, Diamond, Gershwin, Goldmark, Ives, Janssen, Kern, Menotti, Yyes
Amerikaanse dans   cakewalk, charleston, foxtrot, madison, rag, rock, shimmy, twist
Amerikaanse echtscheidingsplaats – Reno
Amerikaanse fakkeldistel - nopal
Amerikaanse filmmaatschappij   M.G.M.
Amerikaanse filmprijs   Oscar
Amerikaanse Föhnwind   chinook
Amerikaanse geheime dienst   CIA
Amerikaanse goudmunt - eagle
Amerikaanse grasvlakte – llano,  pampa, prairie
Amerikaanse havenstad   Boston, Houston, Newhaven, New Orleans, Norfolk, Oakland, Seattle, Washington
Amerikaanse heester - wasboom
Amerikaanse hoeve - rancho
Amerikaanse houtsnip   tjerk, tureluur
Amerikaanse inboorling   Eskimo, Indiaan
Amerikaanse inlichtingendienst   C.I.A., F.B.I.
Amerikaanse kip – wuandotte
Amerikaanse koekoek - ani
Amerikaanse klarinettist – Goodman
Amerikaanse  laurierboom - sassafras
Amerikaanse leeuw   Poema
Amerikaanse literator   
3    Poe
4    Agee, Buck, Otis, Shaw, West, Wouk
5    Cablemanegehouder, marechaussee marktkoopman, Corso, 
      Crane, Frost, Harte, James, Jones, Lewis, Morre, Paine, 
      Pound, Riley, Twain
6    Barlow, Cabell, Capote, Cookes, Cooper, Harris,
       Irving, Lanier, Mailer, Miller, Norris, Wilder
7     Aldrick, Baldwin, Dreiser, Emerson, Wallace, 
       Whitman
8     Faulkner, Melville, Mitchell, Sinclair, Turnbull 
9     Hemingway, Steinbeck
Amerikaanse loofboom – plataan
Amerikaanse luchtbasis op Groenland - Thule
Amerikaanse luchtvaartmaatschappij   EAL, P.A.A., P.A.N.A.M., WAL
Amerikaanse ministerie van defensie   Pentagon
Amerikaanse munt   eagle, dime, dollar, quarter
Amerikaanse natuurkundige   Bell, Edison
Amerikaanse negerdans - cakewalk
Amerikaanse oude cultuur   Inkas, Mayas, Pueblos, Quichuas, Tolteken
Amerikaanse paardenfokker – ranchero 
Amerikaanse pelsjager - trapper
Amerikaanse politieke partij – democraten, republikeinen
Amerikaanse prairiewolf   coyote
Amerikaanse president – 
4    Adam, Ford, Polk, Taft
5    Adams, Grant,  Hayes, Nixon, Tyler
6    Carter, Hoover, Kinley, Monroe, Pierce, Tayler,
       Truman, Wilson
7    Harding, Jackson, Johnson, Kennedy, Lincoln,
      Madison
8    Buchanan, Coolidge, Fillmore, Garfield, Harrison
9    Cleveland, Jefferson,, Rooseveld, 
10  Eisenhouwer, Washington,
Amerikaanse reuzenboom – mammoetboom 
Amerikaanse rivier   Alabama, Arkansas, Brazos, Colorado, Columbia, Gila, Hudson, Humboldt, Mississippi, Missouri, Ohio, Pecos, Sabine, Sacramento, Saskatchewan,Savannah, Susquehanna, Tennesse, Yellowstone,Yukon
Amerikaanse satelliet – Telstar
Amerikaanse schilder   Chase, Ernst, Fuller, Hickos, Homer, 
Hunt, Innes, Melchers, Morau, Morse, Mosler, Mount, Robinson, Sargent, Wood
Amerikaanse schildluis - cochenille
Amerikaanse schrijver   Albee, Capote, Erskine Faulkner, Hemingway, Keller, Miller, O`Neill, Poe, Sinclair, Steinbeck, Thunder, Twan, Williams
Amerikaanse sekte   quakers, Mormonen
Amerikaanse sierboom – acacia
Amerikaanse sierheester – ribes
Amerikaanse siewrplant - yucca
Amerikaanse staat – Alabama, Alaska, Arizona, Arkansas, 
Californië, Colorado, Connecticut, Delaware, Florida, Georgia, Hawaii, Idaho, Illenois, Indiana, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Maryland, Massachusetts, Michigan, Minnesota, Missesippi, Missouri,  Montana, Nebraska, Nevada, New York, NewHampshire, North Dakota, Noth Carolina, Ohio,Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South Dakota, Tennessee, Texas, Utah,Vermont, Virginia, Washington, West Virginia, Wisconsin,  Wyoming
Amerikaanse staatsman   Eisenhower (Ike), Franklin, Johnson, Kennedy, Lincoln, Roosevelt, Truman, Washington, Wilson
Amerikaanse stad - zie stad in Amerika
Amerikaanse stank - vato
Amerikaanse statisticus   Gallup
Amerikaanse stapdans – foxtrot
Amerikaanse struik (slingerplant) – boommoorder
Amerikaanse struisvogel – nandoe (drietenig)
Amerikaanse theesoort - mate
Amerikaanse tijger   jaguar
Amerikaanse uitvinder  Edison, Lewis, Morse
Amerikaanse universiteit   Berkeleij, Columbia, Cornell, Harvard, Princetown, Stanford, Wisconsin, Yale
Amerikaanse vallenzetter - trapper
Amerikaanse veeboer   Blandero, farmer, rancher
Amerikaanse veefokkerij - ranch
Amerikaanse veeknecht   cowboy
Amerikaanse vis   amia, lepodorteus
Amerikaanse vleermuis - vampier
Amerikaanse vogel   kalkoen, kolibrie
Amerikaanse voorstander van integratie - King, Meredith
Amerikaanse waterval - Niagara
Amerikaanse wolf - coyote
Amerikaanse zender   N.B.C.
Amerikaanse zwarte beer - baribal
amerij - ogenblik
amethist, groene   chrisopaan, praseoliet, prasinide
ametrie – wanverhouding
ametropie – bijziendheid, verziendheid
ameubelement - meubilair
amfibie   (boom)   (buidel) kikker, kikvors, olm, pad, pipa, salamander, vroedmeesterpad, watersalamander
amfibolie - dubbelzinnigheid
amfigeen   tweeslachtig
amfie   dubbel, rond, rondom
amfioen – opium
amfion – toonkunstenaar
amfitheator - schouwburg
amfoor – bak, kan, kruik, vat
amfora - kan
ami - vriend 
amiant   asbest, steenvlees
amicaal – bevriend, eigen, hartelijk, vriendschappelijk
amicaliteit - vriendschappelijkheid
amica manu (op een adres ) - am
amice – gabber, gezel, kameraad, kornuit, maat, makker, vriend
amict   humoraal
amidozwavelzuur   sulfamidezuur
aminobenzeen – aniline
aminozuur – lysine
amiraal - slagputs
amminecomplex – amoniakaat
amité – vriendschap
amitose – kerndeling
ammelaken - tafellaken
ammonia   vliegop
ammoniak   vlugzout
ammoniakverbinding – amine, amonia
ammoniakzout   salmiak
ammonium - chloor
ammoniumcarbonaat   vlugzout
ammoniumchloride – salmiak, salmoniak
ammoniumnitraat - an
ammoniumsulfaat – sulfa
ammunitie – krijgsbehoefte, munitie, schietvoorraad
amnesie   geheugenverlies
amnestie   kwijtschelding
amnion   lamsvlees, vruchtvlees
amoebe   slijmdiertje
amoebesoort   dubia, proteus
amok   nijd, opschudding, razernij, woede 
amoniazijnzuur   glycine
Amor   Cupido, Eros
amorce - klappertje
amoreel   immoreel, slecht, verdorven, zedeloos
amorf   log, vormloos
Amoristische godheid   Dagan, Dagon
amoroso (muz.) – innig, teder, vleiend
amortisatie - delging
amortiseren – delgen
amortiseur - schokbreker
amotie   afbraak, ontslag, sloop
amorveren   ontvreemden, ontzetten, slopen
amourette   liefdesavontuur, minnarij
amoreus - verliefd
amoveren – ontzetten, slopen, verwijderen
ampel   breed(voerig), omstandig,overvloedig,  uitgebreid, wijd(lopig)
amper – bijna, eventjes, krap, moeilijk, nauwelijks, node,  pas schraag, ternauwernood, zuur
ampère   amp.
Ampère (scheik.) - argon
ampèreseconde   coulomb
ampère-uur - ah
ampex – band
amplicatie – aanvulling, uitbreiding
amplificatie – overdrijving, vergroting
amplitude - slingerwijdte
amplitude modulatie - am
ampul   buisje, flesje, flacon, kruik(je), schenkkan(netje)
amputatie – afzetting van lichaamsdeel
amputatie van een arm   brachiotomie
amputeren   afzetten, couperen
Amrum, badplaats op   Nabel, Norddorf, Wittdün
Amsterdam - mokum
Amsterdam, gebouw in   RAI
Amsterdam, plein in   Dam
Amsterdam-Rotterdam Bank - amro
Amsterdam, straat in   Amstel, Singel, Spui, 
Amsterdam, wijk in   Dapperbuurt, Jordaan, Kattenburg, Pijp, Wittenburg
Amsterdams peil   A.P.
Amsterdams tentonstellingsgebouw – R.A.I.
Amsterdamse humor - gein
Amsterdamse school, schilder behorende tot de   Alebé, Breitner, Israëls, Karsten, Witsen
amulet   afweermiddel, fetisj, mascotte, talisman, totem
amusant   geestig, geinig, genoeglijk, grappig, lollig, onderhoudend, plezierig, vermakelijk
amusant kort verhaal - anekdote
amusement   afleiding, lol, ontspanning, pret, recreatie, tijdverdrijf, vermaak, vertier, verstrooiing, vertier, verzet
amusementsbedrijf – showbusiness
amuseren   vermaken
amyl   zetmeel
amylaicohol   pentanol
anabaptist   wederdoper
anacardiacee   azijnboom, cotinus, rhus, sumac
anachoreet   asceet, heremiet, kluizenaar
anacrotie   hefpols
anaemie   bloedarmoede
anaesthesie   gevoelloosheid
anafrodisie   frigiditeit
anagallis   guichelheil
anagram   letterkeer, wisselwoord, woordwisseling
analecta - bloemlezinf
analist(e)   laborant(e), onderzoeker, scheikundige
analogie   overeenkomst, overeenstemming
analoog – overeenstemmend, soortgelijk
analyse – onderzoek, ontleding
analyse van een element - elementairanalyse
ananasbes   duindoorn, kattedoorn
ananasvezels, weefsel van   pinas
anapest   versvoet
anarchie   chaos, jamboel, regeringloosheid, rotzooi, wanorde
anasarka – huidasterzucht
anathematiseren - vervloeken
Anatolië, stad in   Adama
anatomie   ontleedkunde
anatto – orleaan
ancestraal - voorvaderlijk
Andalusië, oude naam van   Baetica
Andalusië, provincie in   Almeria, Cadex, Cordoba, Granada, Huelva, Jaen, Malaga, Sevilla
andalusiet   macle
Andalusische muziek, vorm van   carceleras, copla, martinete, polo, saetas, seguiriya, solea
Andalusische zigeunerdans   flamenco
andante (muz)   langzaam, rustig
ander – nieuw, vers
anderwerf – andermaal
anderzweer - kozijn
andere naam – alias, pseudoniem, schuilnaam
andere naam voor Adrianopel  Ipsala
andere naam voor Amsterdam – Mokum
andere naam voor een Amsterdammer – koeketer, Mokummer
andere naam voor Antwerpen – Anvers, Sinjorenstad
andere naam voor Aphradite - Venus
andere naam voor Apollo   Delius, Phoebus
andere naam voor Artemis   Diana
andere naam voor Aurora   Eos
andere naam voor Beieren – Bavaria
andere naam voor Belgisch Congo - Zaire
andere naam voor Bretagne – Armorica
andere naam voor Carthaags – Punisch
andere naam voor Ceres - Demeter
andere naam voor Constantinopel   Istanboel
andere naam voor Cupido   Amor, Eros
andere naam voor Danzig   Gdansk
andere naam voor Demeter – Ceres
andere naam voor Diana - Artemis
andere naam voor Edom – Ezau
andere naam voor Egypte – Rahab (bijb.)
andere naam voor Eindhoven   Lichtstad
andere naam voor Engeland   Albion, Brittannia
andere naam voor Eos - Aurora
andere naam voor Ethiopië   Abessinië
andere naam voor Ezau – Edom
andere naam voor Finland - Suomi
andere naam voor Frankrijk   Gallië
andere naam voor Göteborg – Gothenburg
andere naam voor Griekenland   Hellas
andere naam voor Hellespont   Bosporus, Dardanellen
andere naam voor Heracles – Hercules
andere naam voor Hercules – Alcides, Heracles
andere naam voor Hermes – Mercurius
andere naam voor s’Hertogenbosch - Oeteldonk
andere naam voor Hongaar – Magyaar
andere naam voor Ier - Paddy
andere naam voor Ierland   Eire, Erin
andere naam voor India   Hindoestan
andere naam voor Israël   Palestina
andere naam voor Istanboel   Byzantium, Constantinopel
andere naam voor Japan – Nippon
andere naam voor Jeruzalem – Sion
andere naam voor Jupiter – donar, donderaar, dondergod, thor
andere naam voor Klein-Azië- Anatolië
andere naam voor leeuw – koning, leo, nobel
andere naam voor Leeuwarden – Ljouwert
andere naam voor Luik - Liège
andere naam voor Malta – Milette
andere naam voor Mercurius - Hermes
andere naam voor Nieuw Guinea   Irian
andere naam voor Noach   Noë
andere naam voor Odin   Wodan, Alvader
andere naam voor Oosten - levant
andere naam voor papegaai - lorre
andere naam voor Parijs   lichtstad
andere naam voor Perzië  Iran 
andere naam voor Rhodesië - Zimbabwe
andere naam voor Siam – Thailand
andere naam voor Sneek - Snits
andere naam voor Spanje en Portugal – Iberië
andere naam voor Sparta - Laconie
andere naam voor Sneek – Snits 
andere naam voor Sri lanka - Ceylon
andere naam voor Texel   Tessel
andere naam voor Thailand   Siam
andere naam voor Turken   Osmanen, Ottomanen
andere naam voor Twente – Tubantia
andere naam voor Zeus - Jupiter
andere naam voor Zwitserland   Helvetië
anderen overtreffen - uitmunten
andere vorm   mutatie, variant
andere zijde – keerzijde, overkant, overzijde
anderhalve gulden - daalder
andermaal – anderwerf, bis, herhaaldelijk, nog, nogeens, nogmaals, opnieuw, wederom, weerom, weer
andermaal) – herhaaldelijk, telkens
anders – alias, aliter anderszins, apart, bijzonder, different, gewoonlijk, origineel, verschillend, veranderd, verscheiden
andersdenkende   dissident
anders genaamd – alias 
anders gevoeligheid - allergie
anders gezegd   alias, m.a.w., oftewel
anders inrichten - reorganiseren
anders kleden – omkleden, verkleden
anders leggen - verleggen
anders maken - veranderen
andersom – daarentegen, omgekeerd, (in)tegendeel, tegen (over), tegenovergesteld
anders snijden – versnijden
anders spannen - verspannen
Andes, Indianen wonend in de   Andinen
Andes, top in de    Aconcagua, Antisana, Cayambe, Chimborazo, Choco, Colon, Cotopaxi, Cristobal, Huascaran, Huila, Illampu, Ilimani, Sajama, Sangay
Andes, vulkaan in de    Antisana
andoorn   stachys
Andorra, hoogwaardigheidsbekleder in   enrahonador, syndicus, viguler
Andreaskruis   sautoir
androfilie – mannenliefde
androgyn - hermafrodiet
androgynie   tweeslachtigheid
androïde – ledepop, robot
Andromieden   Biediden
andijvie, wilde – askruid
aneasthesie - gevoelloosheid
anekdote – mop, grap
anekdote met een moraal - apoloog
anekdotes - abrupta
anekdotisch verhaal met zedenleer   apoloog
anemie – bloedarmoede
anemisch – bleekzuchtig
anemoon - windbloem
anemoscoop   windvaan
anerosie – frigiditeit
anesthesiologie - narcoseleer
aneta   persbureau
aneurine – thiamine
aneurysma – adergezwel
angarde - hengel
angel   haak, kafnaald, slangentong, steekorgaan, stekel, weerhaak, vishaak, 
angelica – engelenstem, engelwortel
angelroede – hengel
angelus – bedeklokje, gebed
angelustorentje – juffertje
angina   benauwdheid, keelontsteking, keelziekte
angina pectoris – hartbeklemming
angioom - vaatgezwel
angiopasmus   vaatkramp
angiospermen   bedektzadigen
angitis   vasculitis
Anglesey, hoofdstad van   Llangefni
Angola, bevolkingsgroep in   Bakongo, Mboendoe
Angolees district   Bié
Angolese enclave   Cabinda
Angolese haven   Luanda
Angolese hoofdstad   Luanda
Angolese hoogvlakte   planalto
Angolese munt   angolaz
Angolese stad   Benguela
Angora   Ankara
angorageit   Mohairgeit
angoraweefsel – mohair
angostura - elixer
angst   bangheid, benauwdheid, , bibberatie, fobie, kommer, ongerust, onrust, ontsteltenis, peine,penarie,  rats, schrik, schroom, vrees, zorg
angst, jonge of lichte - angostura
angst aanjagen - beangstigen
angstaanjagend – angstwekkend, eng, griezelig
angstaanjagend geluid   gebrul, gehuil
angstdroom - nachtmerrie
angstgevend – benauwend, bevreesd, ongerust
angstig – angstvallig, bang, beangst, bedeesd, beducht, benauwd, benauwend, beschroomd, bevreesd, bezorgd, bleu, blo (de), huiverig, kel, kil, kleinhartig, ongerust, onrustig, paniekerig, panisch, schichtig, schroomhartig, schuchter, schuw, schril, scrupuleus, verlegen, verschrikt, vervaard, vervaarlijk, zenuachtig
angstkreet – gil, noodkreet
angstvallig – beangst, behoedzaam, bedeesd, nauwgezet, precies, pietluttig, schroom, scrupuleus, stipt, voorzichtig, zorgvuldig
angstverwekkend droombeeld – fantoom, nachtmerrie
angst voelen - vrezen
angst voor afgesloten ruimten   claustrofobie
angst voor dieren   zoöfobie
angst voor eenzaamheid   monofobie
angst voor grote hoogte   acrofobie
angst voor menigte   ochlofobie
angst voor onweer   astrofobie
angst voor open ruimte   agorafobie, pleinvrees
angst voor vreemden – scenofobie, xenofobie
angst voor vrees - vreze
angst voor vuur   pyrofobie
angst voor water   hydrofobie, watervrees
angstwekkend   griezelig, gruwelijk, luguber, schromelijk, ijzig, zorgelijk
angstwekkend droombeeld   fantoom, nachtmerrie
angstwekkend voor ziekte - nosofobie
anguantibo   beermaki
angulair – hoekig
Angus, hoofdstad van – Forfar
anhydriet - karsteniet
ani ani   rijstmesje 
anijsmelk -  melkdrank
anima – levensgeest, ziel 
animaal   dierlijk 
animeren   aanmoedigen, aansporen, opwekken, verlevendigen, stuwen
animato   (muz.) levendig, opgewekt, vrolijk
animator   aanmoediger, doorzetter, gangmaker, stuwer
animo   bezieling, elan, fut, geest (drift), lust, trek, ijver, zin, lust 
animeermeisje - barmeisje
animeren – aanmoedigen, opwekken, prikkelen, stimuleren, stuwen, verlevendigen
animo – ambitie, bezieldheid, bezieling, drift, elan, enthousiasme, fut, geest(drift), interesse, kooplust, levendigheid, liefhebberij, lust, opgewektheid, puf, trek, vraag, ijver, zin
animo om te kopen – kooplust
animos – (muz.)bezield, levendig
animositeit – afgunst, naijver, vijandigheid, wedijver
animos (muz.)   bezield, levendig
animus   bezieling, geest, wilsstreven
anjelier   angier, anjer, giroffelhagelboom
anjelierachtige plant   anjelier, duizendschoon, silene
anjer   filet
anjerachtige sierplant - prikneus
Anjou, hoofdstad van   Angers
ank – kolk, hank, plas
Ankara   Angora
anker – dreg, haak, katanker, weerhaak, werpanker
ankerage – ankeren, havengeld, meren
ankerdeel   
2    as,
3    arm, kom, 
4    blad, hals, hand, harp, neut, ring, stok,
5    borst, druif, kruis, lepel, vloei
7    roering, schacht, 
8    schouder,
ankeren - meren
ankergat   kluisgat
ankergerei   grondtakel
ankerhand   ankerblad, vloei, wem
ankerkabel   tros
anker met ankersleutel   schootanker
ankeriet - bruinspaat
ankerkabel - tros 
ankerkettinggat – kluisgat
ankerkruis - diamant
ankerplaats – baai, kust, rede, ree
ankerpunt   wem 
ankersleutel – schotel
ankersoort – balanker, dreg, muuranker, schootanker
ankersteek – klens
ankertand – ankerhand, wem
ankertouw   greling, kabel, kabelaring, kabelaring, kabellarga, tros, tui
anker van een magneet - armatuur
anker van een motor – rotor
anker verbonden met een zwaar anker - katanker
ankervoering   billboard
anklet   kous, sok
ankylose - gewrichtsstijfheid
ankylostomiasis   mijnwormziekte
annabergriet   nikkelbloem
annalen   jaarboek (en), kroniek 
annalist    geschiedschrijver, jaarboekschrijver
annex   aangrenzend, belendend, bijhorend, naast
annexatie   aanhechting, inlijving, grenscorrectie
annexe – bijgebouw
anexeren – eigenen, inlijven, naasten
anni currentis - ac
annihilatie   vernietiging, nietigverklaring
annihilator – brandblusapparaat
annihileren – vernietigen
anniversarium - jaarfeest
anno - ao
anno ante Christi - ac
anno domini - ad
anno futuro - af
anno mundi - am
annonacea   annona, cananga, monodora, xylopia
annonce   aanbieding, aankondiging, advertentie, bekendmaking, bericht, bod, mededeling 
annonceren – aanbieden, aandienen, aankondigen, adverteren
anno passato - ap
anno sancto -as 
annotatie   aantekening, noot 
annoteren – noteren, optekenen
annotto – boterkleurstof, orleaan
annuarium - jaarboek
annueel   jaarlijks
annuleren – afbestellen, afzeggen, intrekken, herroepen, vernietigen
anodiseren   eloxeren
anomatie   abnormaliteit, afwijking
anoniem   naamloos, onbekend, ongetekend, n.n.
anonymus   N.N. (Nomen Nescio)
anode – electrode, pluspool
anofeles - malariamuskiet
anomalie   afwijking, onregelmatigheid
aniniem – naamloos, onbekend, ongetekend
anonieme telefonist – hijger
anonimiteit – naamloosheid 
anopheles - malariamug
anorak - parka
ansicht   prentbriefkaart
ansjovis achtige vis   arenvis, melet
antagonisme   tegenstreving, tegenwerking
antagonist – tegenstander, tegenwerker
Antarctica - Zuidpool
antarctis   zuidpoolgebied, antarctica
Antarctica, deel van   Grahamsland, Victorialand
Antarctica, dier levend in   bultrug, krabeter, pinguïn, potvis, stormvogel, vinvis, weddel zeehond, zeeluipaard, zeeolifant, zuidpoolkip
Antarctica, plant groeiend in   azorella, empetrum, lichanen, mossen, nothofagus
ante – kolom, pilaar, hoekpijler, voor, wandpilaster, zuil
antecederen - voorafgaan
ante meridien - am
antenne – ontvangdraad, radiomast, spriet, tastspriet, tentakel, voelhoorn, voelspriet
antenne, deel van   dipool, director
antennevoedingslijn   feeder
anterieur   ouder, voorafgaand
anthologie   bloemlezing
anthrax   miltvuur, negenoog
anthurium - flamingoplant
anti   anti revolutionair, contra, (er)tegen(over), versus
antibioticum   actidion, bacitracine, circuline, kanamycine, mystatine, peniciline, perimycine, pyromycine, streptomycine, tetracycline
anticeptisch geneesmiddel - dermatol
antichambre   voorvertrek, wachtkamer
antichrese – leencontract, pandgenot
anticiperen   vooruitlopen
anticycloon   maximum
anticlimax - domper
anticonceptiemiddel – condoom, pil, spiraal
anticorrosief - roestwerend
antidepressivum   iproniazide, imipramine
antidiabeticum   insuline
antidotum – tegengif
anti katholiek - antipaaps
antiek – achter, klassiek, oud, ouderwets
antiek zeilschip – kog
antieke kast - bahut
antieke monsterlijke wezens   harpijen
antieken   Klassieken, Grieken, Romeinen
antiekzaak - antiekwinkel
antifebrine – aceetanilide
antifoon - beurtzang
Antilibanon, top in de   Hermon
Antillen een der   
3    Cat,
4    Cuba, Saba, 
5    Aruba, Haïti, Nevis, Pinos, 
6    Caicos, Tobago, Tortua, 
7    Anegada, Antiqua, Bahama´s, Barmuda, Bonaire,                           Curaçao, Grenada, Jamaica, Watling
8    Anguilla, Barbados, Dominica, Sombrero, Trinidad, 
9    Mariguana
10  Blanguilla, Guadeloupe, Hispanolia, Martinique
Antilliaans snaarinstrument   benta
Antilliaanse mengtaal   Papiamento
Antilliaanse woning   carbet 
antilogie - tegenstrijdendheid
antilope soort   
4     gems, gnoe, kama, oryx, pala, tora
5     addex, beisa, bongo, konri, leche, nyala, oribi, saiga, sasin
6     bosbok, chiroe, dikdik, duiker, impala, koedoe,  leluch,                  nylgau, orongo, 
7     algazel, blesbok, gazelle, gemsbok, kongoni, rietbok, 
8     blauwbok, bontebok, spiesbok, springbok, waterbok, 
9     bosduiker, duikerbok, pronghorn, vierhoorn,
10   hartebeest, sitatoenga,  
11   bergrietbok, waterkoedoe
12   bastergembok, docasgazelle, klipspringer,                                       reuzenduiker, roanantilope, 
13   geelrugduiker, paardantilope,
14   gaffelantilope, izabelantilope, moerasantilope, 
antilope – gazelle, koedoe
antilope in Afrika   koedoe
antimoniet   spiesglans, stibniet
antimonium – sb, stibium
antimoon   sb, stibium 
antimoonglans    antimoniet
antimoonoker   servantiet
antipathie – afgrijzen, afkeer, afschuw, aversie, hekel
antipode   tegenvoeter
Antipoden   eilanden, ontdekker van de   Waterhouse
anti revolutionair   a.r.
anti revolutionair politicus   Colijn, Kuyper
anti roestmiddel - tectyl
antisepticum   boorwater, jodium, jodoform
antiseptisch   bederf werend
antiseptische stof   fenol, formol, jodium, jodo form (ine), sublimaat
antislingervin – stabilisator
antistrofe - tegenzang
antitankwapen – bazooka, raket
antithese   tegenstelling
antithetisch – tegenstellend
antitoxine – tegengif
antivriesmiddel voor auto’s – glysol
antoniusbrood – aalmoes
anhoniouskruid – scrophularia, waterspeenkruid
Antoniuskruis   Taukruis
Antoniusvuur – antrax, belroos, ergotine, (gordel)roos, karbonkel, lupus, miltvuur, rodeloop, roos, varkensziekte, vlektyfus
antonomasia - naamsverwisseling
antraciet   vlamkool
antraconiet   stinksteen
antrax   miltvuur, negenoog
antrofaag   kannibaal, menseneter
antrofobie – mensenschuwheid
antropiden - mensachtigen
antropofagie – kanibalisme
antropoïd - mensapen
antropologie - menskunde
antropomorf   mensvormig
Antwerpen   Anvers, Sinjorenstad 
Antwerpen , randgemeente van   Berchem, Borcherhout, Brasschaat, Burcht, Deurne, Edegem, Ekeren, Hoboken, Mersem, Mortsel, Schoten, Wilrijk 
Antwerpse school, schilder behorende tot de   Aertsen, Brouwer, Bruegel, Feit, Gassel, Floris, Jordaens, Key, Matsys, Massijs, Patinier, Rombouts, Rubens, Seghers, Teniers, Verhaecht
Antwerpen, straat in   Akerrui, Hopland, Laar, Meir, Osylei, Rosier 
Antwerpen, wijk in   Kiel, Luchtbal
Antwerpenaar – Sinjoor
Antwerps bier - seef
antwoord   bescheid, commentaar, ja, nee, oplossing, reactie, repliek, respons, sjoechem,  uitsluitsel, wederwoord, weerklank,
antwoord betaald   R.P.
antwoord op dupliek - tripliek
antwoord op repliek   dupliek
antwoord snedig   repartie
antwoordspel - quis
antwoorden   reageren, repliceren, responderen, terugzeggen
antwoorden op   reciproceren
anura   kikvors, pad
anus – aars
anijsappel - venkelappel
anijsbeschuitbol   bestel 
anijsdrank – pilo, slemp
anijskleurig – anisette
anijskorrels - muisjes
aorta   bloedvat, slagader
apache   Indiaan, straatrover
Apachenleider – Geronimo
apaiseren – kalmeren, sussen
apart – abnormaal, afgescheiden, afgezonderd, anders, afzonderlijk, alleen, bijzonder, curieus, exclusief, geïsoleerd, gesepareerd, los, raar, separaat, speciaal, terzijde, typisch, uitzonderlijk, uniek, verfijnd, wonderlijk, zeldzaam
aparte brief - expresse
apartheid – afzondering, isolatie, rariteit
aparthogeen – onschadelijk
apartje   extraatje, onderhoud, voordeeltje
apathisch   indolent, loom, lusteloos, onverschillig
apatiet   kalksoort, mineraal
apatride   D.P. stateloze, vluchteling
apebroodboom – baobab
apehaar – larix, lork, shag
apekool – beuzelpraat, flauwekul, klets, larie(koek), nonsens,  onzin, kolder, nonsens
Apeldoorn, gebouw in   Loo
apen   zie rubriek
apenbroodboom   baobab
apenkop – belhamel, bengel, doerak, kwajongen, ondeugd, rakker, rekel, schavuit, vlegel, vlerk 
apemelk - jenevergrog
apenootje   aardnoot, grondnoot, katjang, olienootje, pinda
apensoort –
2  ai, ay
3  lar, sim
4  ai-ai, apin, ay ay, doek, dril, lori, maki, mona, moor, oewa, titi,    vari, yeti, zati
5  diana, dongo, imbau, kakau, katta, koata, kuxio, lemur, loeri, 
    lorie, magot, majas, makak, mongo, oenka, orang, patas, pongo, 
    sfinx, simia, singe, udumu
6  anubis,  beroek, bonobo, bosaap, caraya, choras, coaita, galago, 
   gelada, gibbon, hamman, kwatta, lemuur, macaco, makaak,           makako, miriki, monjet, monkey, mormon, nissas, oekari,              ooraap, pinché, rhesus, rolaap, simpai, tjigah, tsakma, uilaap,
   vosaap, wauwau, witkop, witoor, wolaap, wouwou, wulock
7  aloeatta, baboeïn, baboeïn, babouin, babuino, bangoer,
    baviaan, bergaap, boedeng, boomaap, brulaap, capparo, 
    faunaap, gorilla, guereza, halfaap, heiblok, hoedaap, hoelman, 
   hoeloek, hondaap, huisaap, kalawat, klauwaap, koekang, 
   kooiaap, kuifaap, kustaap, lampong, langarm, langoer, loetong, 
   kacaque, leeuwaap, mandril, mangabe, meerkat, mensaap, 
   moedjit, mooraap, mutsaap, neusaap, oeistiti, oormaki, oostaap,    quereza, roodoor, saimiri, sapajoe, sagoeïn, siamang, soerili,         spinaap, tamarin, tarsier, tarsius, tuinaap, vooraap, wanakel,         westaap, witkeel, witkuif, zijdeaap,
8  artisaap, baardaap, baardsim, bantagan, bastaard, congo-aap, 
   dwergaap, geelpoot, grondaap, hanamaan, hondsaap, hondskop, 
   kesikesi,klauwaap, kroonaap, langneus, laponder, mangebei,
   mangabey, mangakey, marmoset,  marimona,  nachtaap, 
   nibander, oeistiti, planetus, roodhand, slankaap, smalneus,
   snuitaap, stankaap, stompaap, tatalus, tekenaar, wanderoe, 
   zwartoor
9  baardsaki, bobbejaan,  bosduivel, breedneus, capucijner, 
   chimpansé, circusaap, dschëlade, franjeaap, hamadryas, 
   javaanaap, kapucijner, kermisaap, klederaap, knaagmaki, 
   knevelaap, mantelaap, maskeraap, prachtaap, rhesusaap,
   rolstaart, ruikaapje, satansaap, sneeuwman, spookdier, 
   wittemaap, witkopaap, zwarthemd, zijdeaapje
10 beermakaak, breedbaard, callitrice, capucijneraap, catarrhini,      celebesaap, himpansee, diana-aapje, duivelsaap, dwergaapje,
   grijpstaart, guineseaap, huzarenaap, kapucijnerraap, klapperaap, 
   klauwaapje, kuifmakaak, lampongaap, langarmaap, leeuwaapje, 
  monkimonki,  moormakaak, nachtaapje, oerwoudaap, 
   pantograaf, penseelaap, quadrimaan, resusaapje, sagoeïntje, 
   slapstaart, slingeraap, spookaapje, springmaki,  stijfstaart,             strepenlori, vingerdier, witkopsaki,
11 bastaardaap, berggorilla, doeroecoeli, doodskopaap, 
   eekhoornaap, geelpootaap, halsbandaap, hondskopaap, 
   kermisaapje, kluifbaviaan, kluifmangabe, kustgorilla, 
   langneusaap, laponderaap, moortamarin,  orangoetan, 
   patasmakako, platneusaap, smalneusaap, slapstaart, snortamarin, 
   springaapje,  squirrelaap, witneussaki, witschouder
12 anthropoiden, breedneusaap, capucijneraap, dwergsiamang,  
    kapucijneraap, knevelmakako, penseelaapje, prachtmakaak, 
    zijdeaap,  rolstaartaap, stompneusaap, zilvergibbon,  
13 mantelbaviaan, 
14 ringstaartmaki,
Apennijnen, deel van de   Amiate
Apennijnen, pas in de   Abetone, Corno, Giogo, Muraglione, Poretta, Rionero, Scalone, Scheggia
Apennijnen, top van de   Alburno, Amaro, Cervati, Cinone, Miletto, Montalto, Pollino, Sirino
apentuin – dierentuin
aperçu - schets
aperig   begerig, belast, gretig
aperij   gekheid, klucht, larie, mallepraat, navolging mallepraat, onzin, zotheid
aperitief – bittertje, sherry, madeira,  middagborrel, port, vermouth
apert   beslist, duidelijk, evident, helder, kennelijk, klaar, notoir,  onmisbaar, onmiskenbaar
apetaaltje - koeterwaals
apex   top
apezat - stomdronken
apicultuur – bijenteelt
apiol – peterseliekamfer
apitoxine - bijegif
apk-keuring - autotest
aplomb   beslistheid, klem, nadruk, zekerheid, zelfvertrouwen
apnoë - ademstilstand
apocrief   onaannemelijk, ongeloofwaardig
apocrief geschrift – Baruch, Henoch, Judith, Makkabeeën, Tobia(s)
apocynacea   maagdenpalm, nerium, oleander, vinca
apodictisch   onomstotelijk, onweerlegbaar, vast
apodictisch verkondigen - orakelen
apo enzym – feron
apoftegma – zedespreuk
apogeum - toppunt
apograaf   kopie
apokalyps – openbaring
Apollo – zonnegod
apollegeet - geloofsverdediger
apologeet, christelijk   Arestides, Aristion, Origines
apologie   verdediging, verweer(schrift)
apomorfine - braakmiddel
apoplexie   beroerte, toeval
aporie – besluiteloosheid,  radeloosheid
aporrhegma – ptomaïne
aposiopesis - verzwijging
apostaat   afvallige, geloofsverzaker, ketter, renegaat, schismaticus
apostasie – afval, geloofsverzaking
apostel – aanhanger, acoliet, afgezant, discipel, geloofsbode, Godsgezant, jongere, leerling, volgeling
apostel een der twaalf apostelen   Andreas, Bartholomeus, Jacobus, Johannes, Judas, Lebbeus, Matheus, Nathaniël, Petrus, Philippus, Simon, Thomas
apostolaat   apostelschap, missie, zending
apostrof   afkappingsteken, weglatingsteken
apotheek – farmacie, officina
apotheek, symbool van een   gaper
apotheker   drogist, farmaceut, pillendraaier
apothekersboek – dispensatorium, farmacopee, receptenboek
apothekerswaren – artsenij, crème, officinalia, pil, poeder, smeersel, tablet, wonderolie, zalf 
apothkerswaarnemer – provisor
apothekerswaren – artsenijen, officinalia
apotheose   slottoneel, vergoddelijkking, verheerlijking, vergoding
apotheoseren – vergoden
apotropaeisch - afwenden, bezwerend 
apparaat – accu, afwasmachine, automaat, boiler, brandblusser, computer, diepvriezer, fax, geiser, generator, hulpmiddel, hijstoestel, instrument, koelkast, kooktoestel, luidspreker, machine, microfoon, middel, mixer, nietmachine, opener, printer, projector, recorder, rekenmachine, semafoon, stofzuiger, telefoon, telegraaf, televisie, telex, toerenteller, toestel, tuner, ijskast, vaatwasser, versterker, wasmachine, werktuig 
apparaat met beeldscherm – computer
apparaat om duikboten te vernietigen - paravane
apparaat om haar te drogen   Föhn
apparaat om notenbalken te trekken – radiaal
apparaat om te filmen – camera, kamera
apparaat voor het opsporen van onderwaterdoelen   asdic, sonar
apparaat voor het vermenigvuldigen van schrift   hectograaf
apparaat voor pasteuriseren en steriliseren   sterilisatietoestel
apparaten – apparatuur
apparentie - waarschijnlijkheid
appartement – etagewoning, flat, (huur)kamer, vertrek, woning
apassionato  (muz.) - hartstochtelijk
appel   aagt, oogbol, pupil, renet, vrucht
appèl   beroep, verzamelsein
appelbes   aronia
appel achtige plant   kwee, lijsterbes, meidoorn, haagdoorn, mispel, peer
appelbloesemkever - snuitkevertje
appelbol - appelgebak
appelboom – appelaar
appelbrandewijn - calvados
appeldrank – appelwijn, cider, most
appeleren - aanspreken
appelgebak   appelflap, beignet, appelbol, 
appellant – app
appellijster - mispellijster
appelsoort – aagt,  bellefleur, calville, citroenappel, coks, goud(reinet), granny, jonathan, kalvijn, kersappel, laxton, lombart, morgendrift, noblesse, notarisappel, pippeling, reinet, renet, seedling, sterappel, wasappel, winston, yellow
appelvink - dikbek
appelwijn   cider, most
appendicitus – blindedarmontsteking 
appendix   aanhangsel, toevoegsel, vulslurf
apennis   pancarta
appetijt   eetlust, honger, trek
appetijtelijk – aangenaam, bekoorlijk, fijn, heerlijk, lekker, smakelijk
applaudisseren - klappen
applaus   bijval, geklap, ovatie, toejuiching
applicatie   toepassing, toewijding, ijver
applicatiewerk – appliqué
applicatuur – vingerzetting
appliceren – toedienen, toepassen
appoggiatura (muz.) – voorslag
appoint - pasmunt
apporteren   aanbrengen, halen
appositie   aanhechten, bijstellen, opleggen, plaatsing, toevoegen
appreciatie   instemming, schatting, voorkeur, waardering
appreciëren   beoordelen, instemmen, schatten, waarderen
approbatie – goedkeuring
approches – loopgraven, raderingswerken
appropriatie – toekenning, toeschrijving
approuveren – goedkeuren
approximatie - benadering
april   grasmaand 
aprilbloempje – primula, sleutelbloem
aprilgebruik – foppen
a priorie – vooraf, vooruit
apsis – abside, uitbouw, uiteinde, welving
Apulië, provincie in   Bari, Brindisi, Foggia, Lecce, Tarento
apriori   a.p.
aqua – water
aquafoon - lekzoeker 
aqua  vitae    brandewijn, levenswater
aquamarijn   zeegroen
aquarel – waterverfschilderij
aquarist - aquariumhouder
aquarium   vissenbak
aquariumvis   Badis, Barbus Botia, Cobitis, Copeina, Danio, Fundulus, Gambusia, Goudvis, Guppy, Hemiodus, Heros, Kempvis, Loricaria, Maanvis, Maculata, Oryzias, Poecillia, Rasbora, Rivilus, Zeepaardje, zwaarddrager
Aquarius   Waterman
aquifoliacee   hulst, ilex
ar   arre, arrenslee, slee, slede, ijsstoel
ar   gram, toornig
ara   papegaai
arabesk   bloemmotief, kronkeling, slingering, versieringsmotief
Arabier   Bedoeïen, Jemeniet, Moriaan, Moslim, Moslem, Saraceen
Arabier in Spanje   Saraceen
Arabisch bevelhebber – emir, emier
Arabisch erekleed – chila
Arabisch gebergte - Sinai
Arabisch gedicht – kasida 
Arabisch geleerde - oelama
Arabisch gerecht – misfoef
Arabisch gewicht – dirham, nevat, kella, noman, oekia, ratel, roti
Arabisch hoofd – emier, emir, ras
Arabisch hoofd van een stam   sheik, sjeik
Arabisch infanteriesoldaat – asker
Arabisch kledingstuk – boernoes
Arabisch kleed – haik
Arabisch muziekinstrument – naj
Arabisch ongelovige – kafir
Arabisch opperhoofd – emier, emir, sheik
Arabisch paard – anezek, kadichi, palomino
Arabisch rechtsgeleerde – kadi
Arabisch ruiter - spahi
Arabisch ruiterfeest – fantasia, spiegelgevecht
Arabisch ruitersoldaat   spahi
Arabisch schiereiland – Sinaï
Arabisch schriftgeleerde – molla, oelema, ulema
Arabisch snaarinstrument   mandoline, tambur
Arabisch stamhoofd   sjeik
Arabisch tentendorp   douar, doear
Arabisch versterkt kamp – Zariba
Arabisch voetganger – imam
Arabisch vorst – emier, emir
Arabische bedelmonnik – fakir, fakier
Arabische bedevaartplaats – Medina, Mekka
Arabische bevelhebber   emir, emier
Arabische boer   fella(h)
Arabische bron   ain
Arabische dichter   Asja, sja´ir
Arabische dienaar – abd
Arabische fabeldichter - rok
Arabische gedichtenverzameling   mo´allakat
Arabische goden – Djinn, Mandi
Arabische gom - gummi
Arabische gomhars   wierook
Arabische gom, hoofdbestanddeel in   arabine
Arabische groet   salaam, salam, selam
Arabische hars((van balsemen) – katreen
Arabische havenplaats – Aden
Arabische heerser – kalief, sultan
Arabische herdershond – sloegi
Arabische hoofdman – emier, sheik, skeik
Arabische infanteiesoldaat – asker
Arabische jongensnaam - Ali
Arabische koffie - mokka, saki
Arabische landbouwer – fellah
Arabische leider - caid
Arabische liga, lidstaat van de   Algerije, Egypte, Irak, Jemen, Jordanië, Koeweit, Libië, Marokko, Saoedi Arabië, Soedan, Syrië, Tunesië, VAR
Arabische likeur   araq
Arabische mantel   abaja, boernoes, kurnoe
Arabische (over)mantel – boernoes
Arabische minister – (groot)vizier
Arabische muzelman – saraceen
Arabische nauwe straat – soek, souk
Arabische nimf   houri, hoeri
Arabische plaats   zie: plaats in Arabië
Arabische plant (geneeskr.) - galgant
Arabische priestertitel   aboena
Arabische profeet - Mohammed
Arabische stam   Asir, Irad
Arabische rechter – kadi, kadimkaid
Arabische ruiter   spahi
Arabische schriftgeleerde   oelama
Arabische sluier   haik
Arabische staat   Arabië, Bahrein, Jemen, Katar, Koeweit, Muskat, Oman, Saoedi Arabië
Arabische staatsraad – (groot)vizier
Arabische stad   Aden, Medina, Mekka, zie ook: stad in Saoedi Arabië
Arabische titel   bei, emir, emier, imam, kalief, kadi, sultan, ras
Arabische tolk - dragoman
Arabische vlag – alam
Arabische volksstam – Bedoeïenen, Berbers, Mohabieten
Arabische vorst   emir, emier
Arabische wereld ten westen van Egypte   Maghteb
Arabische windhond   hoegi
Arabische wijk in Tunis   Medina
Arabische woestijn   Dahna
Arabische woestijnrivier – Wadi
Arabische wijk in Yunis – Medina
Arabische wijsgeer - Averroest
aracee    acorus, aronskelk, arum, callus, kalmoes
arachide olie - aardnotenolie
Aragon, hoofdstad van   Zaragoza
Aragon, provincie in   Huesca, Teruel, Zaragoza
Arak – palmwijn, rijstdrank, rijstbrandewijn
Aramees - Chaldeeuws
Aramese stormgod   Hadad
Araneilanden, een der   Arammore, Inisheer, Inishmaan, Inishmore
arbeid   bezigheid, energie, inspanning, karwei, moeite, taak, trafiek, werk(zaamheid)
arbeid na bepaalde tijd   overwerk
arbeidend   bezig, bezet,  inspannend, inspanning, moeite, onledig, taak onledig, werkend, werkzaamheid
arbeider – arbeidsman, daggelder, dagloner, koelie, loonslaaf, medewerker, proletariër, werker, werkkracht, werkman, werknemer
arbeider die koperen kabels met rubber bekleedt - tuderman
arbeider, geschoolde   stielman
arbeider in brouwerij   borrelaar, bottelaar, brouwer
arbeider in een glasblazerij – pleger
arbeider in een leerlooierij – vellenploter
arbeider in melksuikerfabriek - weikoker
arbeider in metaalfabriek   draaier, frezer, pletter
arbeider in mijn   kompel
arbeider in papierfabriek – af(legger), koetsier, schepper, papierpakker
arbeider in steenfabriek   tichelaar
arbeider in textielfabriek – egel, kaarder, wever
arbeidersklasse – arbeidersstand
arbeidersopstand te Parijs in 1877 - commune
arbeiderspartij   C.P.N., P v d A., S.D.A.P.
arbeiderspartij in Engeland - Labour
arbeidsbemiddelaar   placeur
arbeidsbureau   arbeidsbeurs
arbeidsconflict - staking
arbeidsduur – werktijd
arbeidsintensief – bewerkelijk, inspannend, moeizaam
arbeidsleer - ergonomie
arbeidsloon - werkloon
arbeidslust   energie
arbeidsman - arbeider
arbeidsmethode   werkwijze
arbeidsongeschikt   invalide
arbeidsongeschiktheid   invaliditeit
arbeidsruimte   atelier, fabriek, kantoor, werkplaats
arbeidsovereenkomst   arbeidscontract
arbeidsreserve   werkeloosheid
arbeidsruimte voor TV - studio
arbeidsschuw – lui, werkschuw
arbeidsstelsel - productieproces
arbeidster   werkbij, werkmier, werkster, werkvrouw
arbeidsterrein –arbeidsveld
arbeidstoezicht - arbeidsinspectie
arbeidstijd   werkdag
arbeidsvermogen   energie, p.k.
arbeid verrichten - werken
arbeidsverzuim - verlet
arbeidzaam   actief, bedrijvig, bezig, doende, ijverig, labarieus,  naarstig, nijver(ig), noest, onledig, vlijtig, werklustig, werkzaam
arbeidzaamheid – nijverheid, vlijt, ijver
arbiter   bemiddelaar, goeman, kamprechter,  referee, scheidsman, scheidsrechter, umpire, waardeerder, wedstrijdleider
arbitrair   eigenmachtig, scheidsrechterlijk, willekeurig
arbitrium – mening
arboretum - bonentuin
arc   boog
arcade – bogengang, boog, gewelf, galerij, gaanderij
arcadia - herdersroman
arcadisch   naïef, herderlijk, idyllisch, landelijk
arcadische godheid – Faun, Pan
arcanum   geheim, pillen, poeiers, smeersels, verborgenheid
arceren – schaduwens, chrafferen
archaïsch – verouderd
archeologie – oudheidkunde
archetype - oerbeeld
archi episcopus - ae
archief   dossierprotocol
archiefstukken   record
archief van films – cinematheek
archief van een notaris - protocol
archief van grammofoonplaten   discotheek
archiefambtenaar - archivaris, archivist
archiefstukken   archivalia
archiefwetenschap – archivistiek
archiepiscopus - aartsbisschop
archipel   eilandengroep, eilandenrijk, eilandenzee
architect   bouwer, bouwheer, bouwkundige, bouwmeester, ontwerper
Architecten - 
2    Ry
3    Gau, Key, May, Osy, Oud, Vau,
4    Abbé, Abel, Bähr, Holl, Kent, Korb  Lora, Nash,  Novi,                Nüll,  Paul,  Post, Rohe, Sens,  Wren
5    Abadi, Abely,  Allom  Barry  Bazel  Bruyn  Busch 
      Buzzi, Clark, Cotte, Crike, Dance, Dudok, Eigil, 
      Elmes, Gandy, Gibbs, Gilly, Horta, Husly, Inani,
       Jones, Karmi, Kreis, Lebas, Locci, Louis,  March,                          Marot, l'Orme, Porta, Seitz, Selva, Serre, Sinan,
Soane, Staal, Stern, Steu,r Sturm, Turah, Vinci, Vlugt, Werft, Witte, Wolft, Wyatt, Zwart
6    Alessi, Baybar, Beauce, Bérain, Balat, Bonatz, Campen, Costas, Oebret, Oonoso, Oughet, Eftner, Endell Eseler Floris, Frizzi, Giotto, Hansen, Hesius, Husayn, Inwood, Jardin, Juvara, Keyzer, Klenze, Kosaka, Lassus, Lemuet, Lescot, Lisböa, Lurago,
Majano, Morris, Neutra, Pankok, Pigage, Pisano, Rivius, Romano, Semper, Serlio, Sironi, Smirke, Solari, Spazzo, Starov, Tessin, Thorpe, Thynne, Vallée, Vasari, Vignon, Wagner, Welsch, Wright
7    Alberti, Aigardi, Babiska, Bahrens, Berlage, Bemini, Bullant, Cagnola, Candela, Carlone, Coducci, Cortona, Cronaca, Cuypers, Davioud, Effmann, Eigtved, Ferstel, Filari,t Fischer, Frison,i Gabriel, Galile,i Garnier, Gemard, Giorgio, Gontard, Gropius,       Guarine, Guimard, Herrera, Hittorf, Iktinos, Imhotep, Kasakov, KIengei, Knöffel, Laurana, Leblond, Lenötre, Maderna, Mansar,t O'Gorman, Olbrich, Omodeo,  Orcagna, Pannin,i Percier, Peruzzi, Poelzig, Pollack, Raimond, Rinaldi, Schlaun, Schmidt, Steindl,
Tibaldi, Vignola, Vriendt, Walpole, Yoshida,
8    Ammanati, Antelam,i Blondeel, Boffrand, Campbell, Canonica, Chalgrin, Chambers, Chiaveri, Claudius, Daedalus, Dollmann, Dubroecq, Duintjer, Eesteren, Ensinger, Eosander, Fernkorn, Fontaine, Giocondo, Guépière, Halsbach, Hamilton, Hauberat, Hoffmann, Kromhou,t Langhaus, Lepautre, Lombardi, Longhena, Mayekawa, Niemeyer, Obbergen, Perrault, Piranesi, Playfair, Rainaldi, Ricchini, Rietveld, Roelandt, Saarinen, Sakakura, Sandvall, Sangallo, Scamozz,i Schinkel, Schlüter, Sebenico, Soufflot, Stubbins, Sullevan, Tessenow, Thornton, Trezzini, Vanbrugh, Viscardi, Zuccalli
9    Abu Muslim, Altdorfer, Borromin,i Brunsberg, Camporese, Cockerell, Corbusie,r Cuvilliés, Ducerceau, Fayd'herbe, Franquart, Friedhoff, Harsdorff, Lemercie,r Lissitzky, Noremberg,
Oppenordt, Outshoorn, Pictorius, Poelaerts,  Quarenghi, Rastrelli, Riedinger, Rodriquez,  Sansovino, Simonetti, Steinbach, Vernukken, Vitruvius, Wyatville, Yoshizaka
10   Abd el Malik, Adelcrantz, Bindesböll, Bonsignore,       Fioravanti, Fiorentino, Herrnogenes, Keldermans, Kropholler, Krubsacius, Marchionni, Mertinelli, Meissonier, Mendelsohn, Michelozzo, Munggenast, Piermarin,i Pöppelmann, Prandtauer, Rossellino, Sanmichel,i Stethaimer, Vanvitelli, Villanueva,
Zimmermann
11   Hildebrandt, Holzmeister, Jensen, Klint, Kornhäusels,  
Waghemakere, Weinbrenner, Brunellesch,i Churriguerra, Demontferand,  Gobbertingen, Knobelsdortf, Steenwinckel, 
Viollet Ie Duc
13  Amenophis Hapu,, Bayesit Dsjami, Dientzenhofer,                   Erdmannsdortf, Riemerschmidt
architect onder de knaagdieren   bever
architect van paleis van Versailles   Mansart
architectonisch   bouwkundig
architectonisch siermotief   liseen
architectuur   bouwkunde, bouwstijl
architraaf   bindbalk, dekbalk, entablement, epistylus, fries, kroonlijstbalk
architraaf op zuilen (in de oude basilieken) – pergola
archivaria - archiefstukken
archivaris - beheerder
archont in Athene   Draco
arctische vogel   alk, eidereend, meeuw, ijseend, giervalk, pinguin, sneeuwhoen, sneeuwuil
arctica – noordpoolgebied
arctische cirkel - noordpoolcirkel
arctisch zoogdier   Alaskabeer, beer, butskop, klapmuts, lemming, muskusos,  narwal, poolhaas, poolvos, rendier, stinkrob, veelvraat, walrus, walvis, wolf, zadelrob
arctische zwemvogel – alk, pinguin
ardade - booggewelf
ardante (muz.)   vurig
arduin – hardsteen
arduinzager – talmer, teut
are – bunder, vlaktemaat
areaal   gebied, oppervlakte
areka   pinang, betelpalm
aren - suikerpalm
arena   kampplaats, sportterein, stadion, strijdperk, worstelperk
arend   adelaar, aar, aquila, bateleur, harpij
arendsveren - adelaarsveren
arenduil – oehoe, ooruil
aren lezen   pungelen, schrobben, zanten
arenmengproduct – sago
aren van korrels ontdoen – dorsen
areng (Ind.) - houtskool
arenlezer – zanter
arenmergproduct - sago
arenvis – meet, melet
areola – hof, kring, plekje
areometer - vochtmeter
Ares   Mars
arg   achterbaks, boos, doortrapt, kwaad, listig, slecht, slim, sluw, verbolgen
argas   teek
argeloos – ingeneu,  innocent, kinderlijk, naïef, onbedorven, onnozel, onschadelijk,  onschuldig, simpel 
argeloosheid – eenvoud, innocentia, naïviteit, onschuld
argeloos meisje – ingénu, ingenue
argentaan – nikkelkoper, witkoper
argentiet   zilverglans
Argentijns auteur   Alberdi, Funes, Galvez, Gandara, Guiraldes, Larreta, Lopez, Marmol, Ocantos
Argentijns eiland   Vuurland
Argentijns kaartspel – canasta
Argentijns theekopje - bombija
Argentijnse bevolkingsgroep   Gallegos, Gaucos, Gringos, Ona, Yaghan
Argentijnse componist   Castro, Gilardi, Paz
Argentijnse dans - tango
Argentijnse dichter   Andrade, Balarce, Godoy, Ledesma, Lugones, Marechel, Molini
Argentijnse kleurling – gaucho
Argentijnse koeherder - rancho
Argentijnse maat   durra, malacta
Argentijnse munt   centavo, peso
Argentijnse provincie   Chaco, Chubut, Formosa, Mendoza
Argentijnse rivier   Chica, Chubut, Deseado, Panama, Parana, Salado, Teuco
Argentijnse stad   Cordoba, Mendoza, Miramar, Rosario, Santiago, Tucumon
Argentijnse stuwdam   Chocon
Argentijnse vlakte   Monte, pampa
Argentijnse zuidwestenwind   pampero
argentobismutiet   matildiet
argentum - ag
argilliet   kleilei
arglist   bedrog, list
arglistig – achterbaks, bedrieglijk, boosaardig, doortrapt, duivels, gemeen, intrigant, laag, listig, min, opzettelijk, slinks, sluik, sluw, stiekem, snode, snood, stiekem, vals, venijnig
arglistig bedreigen – belagen, snood
arglistig bedreiger – belager
arglistige kuiper - intrigant
arglistigheid   malice
argon – ar, edelgas
Argonautenleider   Jason
Argos, eerste koning van   Inachus
argot   bargoens, dieventaal, slang
argument   betoog, bewijs, dooddoener, grond, motief, overweging, reden
argumentatie - bewijsvoering 
argumenteren – betogen, redetwisten
argument van weinig waarde – dooddoener
argument zonder weaarde – dooddoener, machtspreuk
argusworm - veeloog
arg vrij   onschuldig
argwaan   achterdocht, inbeelding, suspicie, verdenking, vermoeden, wantrouwen
argwanen - vermoeden
argwanend – achterdochtig, wantrouwend, wantrouwig, 
aria – gezang, lied, solozang, zangstuk
aria, kleine   arietta
Ariaans ketter – Aetios
Ariaanse bisschop der Goten - Ulfila
aria uit een opera – cavatine
aride – dor, droog
ariditeit – dorheid, droogte
Ariège, hoofdstad van   Foix
Ariėl - ardgeest
Aries – ram
Arisch - Indogermaans
Arische taal   Germaans, Grieks, Keltisch, Latijn, Perzisch, Sanskriet, Slavisch, Zend
Arista vrata – volee
Aristarch – criticus, kritikus
aristie - heldenkamp
aristocraat   edelman
aristolochiacee   Asurum, mansoor, pijpbloem, pijpenkop
aritmetica - rekenkunde
arimetisch – rekenkundig
aritmogrief - getallenraadsel
ark – praalboog, schuit, woonboot, woonschip, woonschuit
arkbouwer   Noach, Noë
ark des verbonds – bondsark, bondskist
arkel – erker, uitbouw
arkeneel - zolderkamer
arm – armoedig, behoeftig, beklagenswaardig, berooid, bezitloos, blut, brodeloos, ellendig, haveloos, karig, misdeeld, nooddruftig, noodlijdend, onbemiddeld, ongegoed, onopgesmukt, onvermogend, platzak, pover, schamel, schunnig, sjofel, sober
arm aan sappen – droog
armada - oorlogsvloot
armadil   gordeldier
armageddon – reuzenstrijd
armamentarium – wapenkamer
armatuur van een lamp - lampedrager
armband -bracelet
armbestuur van een kerkgenootschap   diaconie
armblaker   girandola
armborst   kruisboog
armdoek – brassard, mitella
arm, deel van de   ellepijp, handwortel, middenhand, opperarmbeen, schouderblad, sleutelbeen, spaakbeen, vingerkootjes
armdraagband - mitella
arme – bedeelde, behoeftige, bezitloze                                
arme drommel – bedelaar, kalis, schlemiel, schooier, stakker(d), sukkelsul, vagebond, zielepoot
armee – heer, leger, krijgsmacht, strijdmacht, weermacht
Armeense stadhouder   marzban
Armenië, bergtop in   Aragats, Ararat
Armenië, bewoners van   Koerden
Armenië, hoofdstad van   Jerevan
Armenië, laagvlakte in   Arasdal
Armenië, meer in   Sevanmeer
Armenië, stad in   Erevan, Erzurum, Kars
arme kerel – bedelaar, kalis,  sloeber, stakker, stumper, 
armelijk – behoeftig, bekrompen, kaal, kommervolschamel, sjofel
armelijk en kaal - sjofel
armelijke woonruimte – hut, kot, krot, stulp
armelui – misdeelde, pauper, sjofelaar
armenbus – schamelblok
armenbuurt – achterbuurt, slop, steeg
armen en benen - ledematen
armen helpen – bedélen
Armenische priester - moellah
armenschool – diaconie
armenvader - diaken
armenverzorger - diaken
armenwijk – achterbuurt, sloppenijk, slum
armenzakje – klingelbuidel, klingelbuil
armenzorg – bedeling, diaconie, provisorie, steun
armer worden - verarmen
arme sloeber - stakker
arme sukkel – stakker, stumper
armetierig – armzalig, kaal, kwijnnd, luizig, miezerig, pover, sjofel
arme ziel – stakker, sukkel, totelaar
arm geworden - verarmd
armhartig   kleinmoedig, bekrompen
armholte – oksel
armhuis – hospitaal, weeshuis
armidatuin - tovertuin
arm in arm - gearmd
arminiaan   remonstrant
armkandelar – kandelaber
armkandelaar – armluchter, kandelaar, kandelabre, kroonkandelaar,  kroonluchter, lichtkroon
arm korf – hengselmandje, kabas
armlastig – behoeftig, bezitloos, noodlijdend
armlastigheid   behoeftigheid, mendiciteit
armluchter – kandelaar, kandelaber
arm mens - arme
arm tooisel - armilla
arm van een lamoen   Haam, traam
arm van een pomp - zwengel
arm van geest - simpel
arm worden - verarmen, interen, verpauperen
armoe   arm, armoede, behoefte, dalles, ellende, gebrek, kommer, krimp, merode, nood, noodruft, onvermogen, schamelheid, tekort
armoede - behoefte, dalles, ellende, gebrek, gemis, kommer, krimp, merode, nood, 
armoedig   arm, armelijk, armetierig, armzalig, behoeftig, berooid, doodarm, ellendig, eenvoudig, gebrekkig, haveloos, kaal, karig, kommerlijk, kommervol, luizig, misdeeld, nooddruftig, noodlijdend, onopgesmukt, pover, schabberig, schamel, schavottig, schraal, schrabberig, schunnig, sjofel, shabby, slordig, somber, todderig, versleten, vervallen, zorgelijk
armoedig huisje   hut, krot, stulp
armoedige buurt – achterbuurt, gribus, slop
armoedige hut - cabane, krot, stulp
armoedige steeg   gribus, slop
armoedige straat   steeg, slop
armoedige woning   hut, krot, stulp
armoedzaaier - neet
armoriaal – wapenboek
armpoliep - zoetwaterpoliep
armpotigen   branchiopoda
armslag – bewegingsvrijheid, ruimte
armspier – biceps
armtelegraaf - semafoor
armsteun - leuning
armstoel   fauteuil, leunstoel
armuur - wapenrusting
armzalig – armelijk, armetierig, armoedig, bedroefd, behoeftig, behulpelijk, berooid, ellendig, erbarmelijk,  futiel, gering, haveloos, kommervol, kwijnend, lamlendig, luizig, machteloos, mager, miserabel, nietig, onbeduidend, ongelukkig, pover, schamel, schraal, schunnig, zwak
armzaligheid - futtiliteit
armzalig mens – jakhals
armzalig verblijf – hut
armzalig woonoord – achterbuurt, gat, gribus, negorij, nest, uithoek
armzalige steeg - slop
armzalige woning – hut, kot, krot
aroma – essence, geur, reuk, seef, seve, smaak
aroma van wijn   boeket, bouquet
aromaten - specerijen
aromatisch aftreksel   essence
aromatisch middel   kaneel, maggi, saffraan,  soja, vanille
aromatisch product –  bitter, elixer, soja
aromatisch zeeppreparaat   opodeldoc
aromatische koolwaterstof   areen
aromatische plant – anijs, munt
aromatische saus   soja
aromatische stof – amber, essence, kaneel, specerij, saffraan, vanille
aromatische verbinding   aromaat
aronskelk   arum
aronskelk achtige waterplant   kalmoes
arotum   stikstof
arrangement   bewerking, muziekzetting, regeling, schikking, vergelijk, zetting
arrangeren – inrichten, ordenen, regelen, schikken
arren – sleden, sleetjerijden
arrenslee – ar, tikker
arres (Barg.) – angst
arreslede – narreslede
arreslee - arretikker
arrest   arr., aanhouding, arrestatie, beslag(legging), bewaarstelling, gevangenzetting, gijzeling, in(hechtenis)neming, opsluiting, uitspraak, vonnis
arrest op goederen - beslag
arrestant – gevangene, verdachte
arrestatie   aanhouding, gevangenneming
arresteren – aanhouden, gevangennemen, inrekenen
arrêt – tegenaanval
arrêtteren – tegenhouden
arretikker – arreslee
arretuig – bel(len)tuig
arrig   guur, ruw
arrivė - aangekomene
arriveren – aan(komen), aankomst, bereiken
arrogant   aanmatigend, hautain, hooghartig, hoogmoedig, ingebeeld, laatdunkend, pretentieus, ressort,  trots, verwaand, vrijmoediglijk, vrijpostig, waanwijs
arrogantie – aanmatiging, air, laatdunkendheid, verwaandheid
arrondissement   arr., district, kreits, rechtsgebiedressort, resort
arrondissementbank - arb
arroseren - besproeien
arrosie – aanvreting, drukatrofie
ars – kunst
ars amandi - lioefdeskunst
arseenijzer   lollingiet
arceen, arcenicum - ad
arseenkies   mispickel
arseentrioxide   arsenik, gifmeel, rattenkruid
arseentrisulfide   auripigment
arsenaal – collectie, depot, magazijn, tuighuis, verzameling, wapenopslag
arsenicum   as, arseen, rattengif
arsenomelaan   sartoniet
arsenopyriet – mispickel
arsis – heffing, opslag
artemisia   alsem
Artemis – Cynthia, Diana, Phoebe
arterie   slagader, aorta
arterieel - slagaderlijk
arteriosclerose   aderverkalking
Artes Liberalis   aritmetica, astronomie, artimetica, dialect, dialectiek, (logica), grammatica, geometrie (meetkunde), musica (muziek), retoriek (rhetorica)
Artetische put – welput, waterput
arthritis urica   jicht
articulaat   holpijp, lidrus, paardenstaart, schaafstro
articulatie   uitspraak
artiest – acrobaat, acteur, auteur, beeldhouwer, clown, danser, dichter, etser, jongleur, kunstenaar, muzikant, poëet, schilder, schrijver, toneelspeler
artieste - kenstenares
artiestenclub   bent
artificieel   kunstig, kunstmatig
artikel – afbeelding, art, ding, essay, goed, (koop)waar, lidwoord, punt, onderdeel, opstel, stuk, teken, voorwerp, zaak
artikelen – goederen, waar
artikel gebruikt bij kaasbereiding - leb
artikel van de wet - term
artillerie   geschut
artillerie afd. – batterij
artillerievuur - kanonvuur
artilleriewerktuig   ballista, bazooka, blijde, bombarde, evenhoog, geschut, houwitser, kanon, kartouw, katapult, kruisreket, lepelblijde, mortier, oestel, petarde, raket, ribaudeken, slang, slingerblijde, springaal, stormram, vuurmond, vuurstuk
artillerist   kanonnier
Artis   dierentuin, zoo
artisjokachtig distelgewas - kardoen
artisticiteit   kunstvaardigheid
artistiek – fraai, aardig, kunstvkunstzinnig, smaakvol, stijlvol–
artistiek  cafė chantant – cabaret
artistiek  vermaak – cabaret, film, muziek, opera, operette, toneel
artistieke poen   snob
artritis   gewrichtsontsteking
artium magister - am
arts   chirurg, dokter, esculaap, geneesheer, heelkundige, huisarts, internist, medicus
arts die operatie’s verricht - chirurg
arts voor inwendige ziekten – internist
arts voor nierziekten – uroloog
arts voor psichisch gestoorde kinderen – pedoloog
arts voor vrouwenziekte – gyneacoloog
arts voor zenuwziekten – neuroloog
arts voor zielziekten - psychiator
artsenij   obat (Ind)
artsenijballetje – bolus, pil, slikbrok, strooppil
artsenijbereider   apotheker, farmaceut
artsenijbereidkunde – farmacie
artsenijboek – farmacoper
artsenijen – officinalia
artsenijkruid - orego
artsenijwinkel   apotheek, drogist, drogisterij
Aruba, hoofdstad van   Oranjestad
Aruba, streek op   Ajo
Aru eilanden, hoofdplaats van de   Dobo
as   axis, middellijn, naaf, noot, overblijfsel, spil
as   verbrandingsproduct
as, van een kaapstander - spilkoning
as van kribben   raai
as van verbrand wier   kelp, aszout
as voor aandrijving - aandrijfas
asa foedita – duivelsdrek
asam - tamarinde
asbelt   ashoop, vaalt, vuilnishoop
asbest   amiant, steenvlas
asbest, bruine   amosiet
asbest cementlei – eboniet, eterniet, martiniet
asbestproduct   derniet
asbestziekte   asbestose
afblok   lager
asblond   lichtblond
asbus   lijkurn, urn
ascariden – aarswormen, endeldarmwormen, spoelwormen
asceet   boeteling, kluizenaar, (geheel)onthouder
asceet op een pilaar – pilaarheilige, Simon
asceluchtet op een pilaar   pilaarheilige, Simon
ascement   eterniet
Ascension, hoofdstad van   Georgetown
ascese   oefening, onthouding
ascilinder   axon
ascites   buikwaterzucht
Asdag   Aswoensdag
asdic – sonar
aseksueel - geslachtsloos
asemmer   huisvuilemmer, vuilnisbak, vuilnisemmer
asem – levenslucht, 
Asem   adem
Asen   Balder, Donar, Loki, Odin, Thor
asemen - ademhalen 
Asen, vrouwelijke   Asinnen
Asen, woonplaats der – Asgard
Asen – Balder, Donar, loki, Odin, Thor
asepsis – ontsmetting
aseptisch – ontsmet, steriel
asfalt – aardhars, aardpek, bitumen, jodenlijm, pek, steenpek, teer, wegdek
asfaltbloempje - straatmeid
asfalt (gezuiverd vloeibaar) – goudron
asfalteren – bestraten, plaveien
asfyxiatie – verstikkingsdood
asfyxie - schijndood
asgericht – axiaal
asgrauw - asvaal
ashoop   belt, vaalt
asiel   dierenpension, onderdak, toevluchtsoord, vrijplaats
asjeweine gaan – doodgaan, weggaan
askaks – kwansuis, vuilniswagen
askar - rammelkar
askeet (Ind.)   jogi, yogi
askese (Ind.)   joga, yoga
askleur - grauw
askruik – lijkbus, urne, urn
aslager - asstoel
aslijn - trace
asman – vuilnisman
asmodee – duivel, rekel
Asmogendheid   Duitsland, Italië
a snaar op een viool - kwart
as of stang - spil
asociaal   onaangepast, sauvage
aspect   aanblik, aanzicht, aanzien, facet, gezicht(punt), kant, voorkomen, zicht
aspect van een probleem - facet, kant
asperge   sperge, sperzie
asperge die geheel wordt opgediend - sleeasperge
asperifoliën   boraginaceeën
asphalt   bitumen, steenpek, asfalt
aspic – visgelei, vleesgelei
aspirant   aanstaand, aanzoeker, beginneling, leerling, toekomstig
aspirant lid – naviet
aspirant lid vaneen studentencorps – groene, groentje
aspirantofficier   cadet
aspirantofficier bij bereden wapens   kornet
aspirant reserve officier – vaandrig
aspirant zee officier - adelborst
aspiratie – ambitie, eerzucht, inademing, streving, verlangen
aspirator   luchtzuiger, zuigmachine
aspireren – aanblazen, dingen, opzuigen
aspirine   geneesmiddel
aspotje - urn
aspul - urn
aspunt   naaf, pool
assai (muz.) - veel, zeer
assegaai   harpoen, lans, sagaai, speer, spies
Assam, hoofdstad van – Shilong
Assant – schermwedstrijd 
asseptich   bederfwerend, klemvrij, ontsmet, steriel
assem   tamarinde
assamblee – V.N, volkenbond
assambleren - samenvoegen
assepoester   cinderella, verschoppelingetje
assertie   bevestiging, bewering, verzekering
assertoir - bevestigend
assessor – bijzitter
assisdiïteit – volharding
assignatie – aanwijzing, dagvaarding
assigneren – aanwijzen, toewijzen
assimilatie – aanpassing, gelijkmaking
assimileren   aanpassen, gelijkmaken, gelijkstellen, opslorpen
assistent   helper, hulp, medewerker
assistent op een laboratorium – amanuensis
assistent van een hoogleraar (duits) - famulus
assistente - helpster
assistentie   bijstand, hulp, medewerking, steun
assisteren   bijstaan, helpen, meewerken, ondersteunen, terzijdestaan
associatie   aaneensluiting, verbinding, vereniging
associé   compagnon, vennoot
associëeren – aaneensluiten, samenvoegen, verbinden, verenigen
assonant   klinker, vocaal 
assonantie   klinkerrijm, halfrijm
assonerend   klinkend
assorteren - bijeenzoeken
assortiment   keuze, soort(elijk), sortering, sortiment,voorraad
asspons – hoornkiezelspons
asstoel – aslager
assumeren – toevoegen
assum(p)tie – aanname, onderstelling
assuradeur - verzekeraar
assurantie   verzekering
assurantiefirma   verzekeringsmaatschappij
assurantieovereenkomst –verzekeringscontract
assurantie premie - verzekeringspremie
Assyrië, hoofdstad van – Ninevé
Assyrische God – adad, baal, el, ira, nebo, nergal, sin, zu
Assyrische Goden   Assur, Mardoch, Merodach, Mylitta
Assyrische vorst(in)   Adadnarari, Asarhaddon, Assurbanipal,  Hammoerapi, Hoesoema, Irissoen, Salmanasser, Samistroded, Samisiadad, Sanherib, Sargon, Semiramis, Tiglatpileser
ast – droogoven - droogstof, droogvloer, eest
astatisch   onbestendig, onstandvastig, onverstandig, onzeker, wankelbaar
astatium   At
aster – sterrenbloem, wilgaster, zulte
asteria - opaal
asterisk   sterretje, verwijzingsteken
asteroïde – planeetje
asthenie – krachteloosheid
asthesie – krachteloosheid, zwakte
astin – aslood, bismut, spiegeltin
astma – aamborstigheid
astmalijder - astmaticus
astmatisch   aamborstig, kortademig
astraal – hemels
astraal instrument – sterrekijker, telescoop
astraal lichaam – metaorganisme
astragaal - sprongbeen
astrakan   bont
astrant   brutaal, driest, onbeschroomd,  vrijpostig
astringent – wrang, zuur
astrografie – sterrenbeschrijving
astroïde - sterkromme
astrolabium - hoekmeter
astrologie   sterrenwichelarij
astronautiek - ruimtevaart
astronomie   sterrenkunde, mensa
astronomisch – enorm, groot, sterrenkundig
astronomisch apparaat – equatoriaalkijker, kijker, octant, radioscoop sextant, sterrekijker, telescoop, verrekijker
astronomisch instrument   astrolabium
astronomisch verschijnsel   corona, halo
astronomisch werktuig - octant
astronomische eenheid   lichtjaar
astronomische eenheid van lengte   A E
astronomische plaatsbepaling – sterbestek
astronomische wijzer – gnomon
astronoom - sterrekundige
Asturië, hoofdstad van   Oviedo
Asurn - canope
asvaalt – asbelt, belt, vuilnishoop
asvaas   urn
as van een fiets - naaf
as van kribben - raai
as van zeewier   kelp
aswenteling   draaiing, rotatie
aswippen   tremmen
Aswoensdag   kruisjesdag
asyl   toevluchtsoord, vrijplaats, wijkplaats
asymmetriefout   coma
asymmetrisch – onevenredig
aszout – kelp(soda), wiersoda
atactisch – onbeheerst, onregelmatig
atalanta – admiraakvlinder, nummervlinder
atalaxie - onbewogenheid
ataman   hetman
atap (Ind.)   dakbedekking
atappalm – nopa
atavisme - erfelijkheidsleer
ataxie   onzekerheid, wanorde
atelier   studio, werkkamer, werkplaats, werkvertrek
ateliermeisje – modinette, naaistertje
aterling   deugniet, onmens, naarling, onverlaat, snoodaard
Atheens burger – Timon
Atheens redenaar – Demosthenes, Isocrates, Pericles
Atheens staatsman   Alcibiades, Cimon, Pericles, Themistokles 
Atheens tiran – Hippias
Atheens treurspeldichter – Aeschylus, Euripides, Sophocles
Atheens veldheer – Alcibiades, Miltiades, themistocles
Atheens wetgever   Draco, Salon
Atheens wijsgeer   Epicurus, Plato, Draco, Socrates, Solon
Atheense archonten – Draca, Solon, Themistocles
Atheense belastingontvanger   apodect
Atheense gerechtsplaats   areopagus 
Atheense geschiedschrijver - Xenophon
Atheense haven   Piraeus
Atheense held   Theseus
Atheense koning – Aegeus
Atheense tiran – Hippias
Atheense zuilengang - stoa
atheïsme   godloochening, ongeloof
atheïst   goddeloze, Godloochenaar, goddeloze,  vrijdenker, humanist
Athene   Alea
Athene (godin)   Minerva, Pallas
atheroma – vaatcyste
athymie – bewusteloosheid, geesteszwakte
atimie - eerloosheid
Atjeh, bevolkingsgroep in   Alassers
Atjeh, deel van   Alaslanden, Gajolanden, Takengeun
Atjeh, eiland bij   Breueh, Nasi, Simeulue, Weh
Atjeh, haven in   Langsa, Sigle
Atjeh, wapen in   klewang
atjuus   adee, gegroet
atlant   pilaar, steunpilaar, telamoon
Atlantische Oceaan, eiland in de   Annobow, Antillen, Ascension, Azoren, Bahama`s, Bermuda, Bouvet, Bouvetoya, Gough, Hebrieden, IJsland, Madeira, Principe, Shetlands
atlas   gebergte, halswervel, kaartenboek, verzamelboek
atleet – atletiekbeoefenaar, sportman
atleet in de oudheid   beroepsworstelaar, vuistvechter
atletiek – worstelkunst
atletiek nummer – discuswerpen, hardlopen, hoogspringen, hordelopen, kogelstoten, speerwerpen, verspringen
atletiekschoen   spike
atletiekwedstrijd – discuswerpen, hardlopen, hoogspringen, hordelopen, kogelstoten, tienkamp, verspringen, vijfkamp, 
atletisch   gespierd
atmosfeer   atm., dampkring, lucht, sfeer
atmosfeer absoluut - ata
atmosfeer overdruk - ato
atmosferisch verschijnsel   hagel, mist, noorderlicht, onweer, regen, regenboog, sneeuw, storm, wind
atmosferische neerslag   hagel, regen, sneeuw, ijzel
atmosferische overdruk - ato
atmosferische storing – bliksem, onweer, regen
atmosferische verschijnselen – hagel, mist, noorderlicht, onweer, regenboog,  sneeuw, storm, wind
atnometer - verdampingsmeter
atol   koraaleiland
atonie   lichaamszwakte, weefselverslapping
atoom   ion, molecule, zonnestofje
atoombom – abom, kernbom, kernwapen
atoomdeeltje   elektron,  kern, neutron, proton
atoomduikboot - Nautilus
atoomenergie - kernenergie
atoomgeleerde – kernfysicus, Fermi, Oppenheimer
atoomgroep   ion, molecule
atoomkern – neutron, nucleon, nucleus, nuclide, proton, 
atoomkerndeeltje – neutron, nucleon
atoomkracht - kernenergie
atoom, positief geladen   anode
atoom, negatief geladen   katode
atoomsplijter   kosmotron
atoomsplitsing   kerndeling, kernsplitsing
atopiet – romeiët
atout – troef
atrabiliteit – zwartgalligheid
atramentsteen - inktsteen
atrium   hartboezem, voorhof, voorzaal
atrociteit – gruwel, wreedheid
atrofie – uittering, wegkwijning
atrsfiëring – wegkwijnen
atrofisch - verschrompelen
atropine   verdovingsmiddel
attaché – gezant
attachement – gehechtheid, genegenheid
attacheren – hechtentoevoegen, verbinden
attaque   aanval, apoplexie, beroerte
attaqueren – aanklampen, aanspreken, aanvallen
attent – aandachtig, alert, behulpzaam, galant, hoffelijk, oplettend, opmerkzaam, voorkomend, vriendelijk, waakzaam, wakker, kien, zorgvuldig
attentie   aandacht, aardigheidje, acht, presentje, zorg
attentiesein – bekken, bel, gong, signaal, slag
attentaat – moord(aanslag)
attent maken op - attenderen
attent zijn - opletten
attest   getuigenis, getuigschrift, testimonium, uitspraak, verklaring
attest bij coupons(geeninkomstenbelasting) - affidavit
attestatie   getuigschrift
attestatie de morte   overlijdensakte
attestatie de vita   levensbewijsschrift
attilla   huzarenbuis
attisch   fijn, geestrijk, geestig, vernuftig, zinrijk
attisch redenaar – Hyperides
attitude - danshouding
attractie   aantrekkelijkheid, aantrekkingskracht, charmant, charme, vermaak
attractief – aangenaam, aanlokkelijk, aantrekkelijk, begeerlijk, boeiend, charmant
attraperen – betrappen
attribueren – toekennen, toeschrijven
attributie – toedeling, toekenning
attributief – toedelend, toekennend
attribuut   bepaling, eigenschap, gereedschap, kenmerk, kenteken, zinnebeeld
attribuut van Amor   boog, pijl
attribuut van Apollo – citer
attribuut van Athene – aegis, uil
attribuut van Bacchus - klimop
attribuut van cupido   boog, pijl, toorts
attribuut van David – harp
attribuut van Erato – lier
attribuut van Fortuna - rad
attribuut van een Nar - marot, (zots)kap
attribuut van Neptunus   drietand
attribuut van Prikkebeen – vangnetje
attribuut van Themis – blinddoek, weegschaal, zwaard
attribuut van een heilige   adelaar, anker, appel, banier, beker, bijenkorf, bijl, bisschopsstaf, boek, boog, buidel, demon, dolk, doodshoofd, duif, engel, fakkel, glas, goudsmidhamer, haan, hamer, hellebaard, helleveeg, hert, hoefijzer, kaars, krans, kroon, kruik, lam, lamp, lelie, mes, orgel, paard, palm, pestbuil, scepter, schelp, schil, schip, schoenen, speer, spijker, staf, ster, tas, vlam, zalfpot, zandloper, zwaard
attribuut voor gymoefeniongen –brug, paard, rekstok, wandek
atypisch - onregelmatig
aubade   hulde, morgenzang, muziekhulde, ochtendhulde 
aubergine   eierplant, terong
auctie   veiling
aucuba – sierstuk
audiofoon - gehoorapparaat
audio frequent - af
audion   diode
audiëntie   gehoorverlening, rechtszitting
auditeren - toebehoren
auditie   proefvoordracht, rechtsgebied
auditeren   toehoren 
auditorium   aula, gehoorzaal, publiek
auerhaan – boshoen
aueros – oeros
augiet – colofoniumsteen
augment – toevoegsel
augmentatie – vergroting, vermeerdering
augur   vogelwichelaar, waarzegger
augureren - voorspellen
augustus   oogstmaand
augustijn   aug., cic.,cicero twaalfpuntsletter
augustijn (geestelijke)   O.E.S.A.
aula   gehoorzaal
aureool   lichtkrans, nimbus, stralenkrans, stralenkroon
aurikel – sleutelbloem
auriculaire biecht - oorbiecht
auripigment   operment
Aurora   Eos, morgenrood
auspiciën   bescherming,  leiding, toezicht
ausputzer – verdediger
austeriteit - strengheid
austraal   zuidelijk
Australië   Zuidland
Australië, hoofdstad van   Canberra
Australië, ontdekker van   Cook, Jansz(oon), Tasman
Australië, oorspronkelijke bewoner van   aborigine
Australisch dier   buidelrat, buidelwolf, dingo, emoe, kangoeroe, koala, merinoschaap, mierenegel opossum, springhaas,  vogelbekdier, wombat
Australisch eiland   Bathurst, Tagoela, Tasmanië
Australisch meer – Eyremeer
Australisch paard – brumbee, yarraman
Australisch werphout – boemerang
Australische bedwelmende drank   kara
Australische grassoort   piripiri
Australische hond   dingo
Australische literator   Bedford, Brennan, Collins, Dennis, Field, Gordon, Harpur, Stephens, Stone
Australische mijl   naut
Australische munt   penny,  pond, pound, shilling
Australische neger – negrito
Australische papegaai - lori
Australische peper   kava, kawa
Australische plaats   zie: plaats in Australië
Australische plant – eucalyptus, kawa, peperstruik
Australische prachtvink - amadine
Australische rat – hapolotis
Australische reuzentarwe - guldenwater
Australische rivier   Hawkesburry, Hunter, Murray
Australische staat   Queensland, Tasmanië, Victoria
Australische stad   Adelaide, Auckland, Augusta, Brisbane, Canberra, Cooktown, Darwin, Derby, Hobart, Melbourne, Newcastle, Perth, Sydney
Australische struik   borgalow, mallee
Australische struisvogel – emoe, emu
Australische vogel   arara, cookaburra, crake, emoe, kasuaris, lori, paradijsvogel, prieelvogel
Australische wildernis   scrub
Australische woestijn   Gobi
Austro-Aziatische taal - Annam, Cham, Khmer, Mon,  Munda, Muong, Sèmang, Sakai
autaar – altaar, alter, outer
autarchie   zelfregering
autarkie   zelfgenoegzaamheid
auteur – literator, maker, romancier, schrijver
auteur  
2    As (N),
3    Ade (A), Arp (O), Bay (B), Bom (B), Fry (E), Lee (A), Lee (E), May (D), Mok (N), Nin (A), Poo (A), Roy (F), Top (B), Vos (N,) Wit (N),
4    Aaes (B), Adam (B), Aead (E), Aenn (0), Aeve (N), Aften (N), Agee (A,) Aice (A), Aixt (N), Aken (B), Albe (B), Amyot (F) Amis(E,) Anet (F), Aoth (0), Aoy (F), Ayck (B), Bage (E), Bahr (0),Baie (F B), Baif (F), Bayo (S), Beek (F), Benn (0) Blei (0), Bles (N), Bijns (N),  Blok (A), Bock (B), Boer (N), Böll (D), Bonn (N), Boon (B), Bost (F), Brom (N), Buck (A), Cain (A), Cats (N), Char (F), Chot (B), Dahl (E), Dene (B), Doft (B),  Eges (N), Eich (0), Endt (N), Fast (A), Feen (N), Flex (D), Ford (E), Fort (F), Gaine (E), Gala (S), Gans (N), Gary (F), Geel (N), Gide (F), Goes (0), Gogh (N), Guth (F), Haan (N), Habe (0), Hall (A), Hart (A), Heine (0), Heym (0), Huch (0), Hugo (F), Ikor (F), Inga (A), Jacob (F), Jahn (0), Jans (B), Jens (0), Jong (N), Keet (N), Kelk(N), Kemp (N), Kool (N), Laet (B,) Lamb (E), Last (N), Leek (N) Leip (0), Lenz (0), Löns (0), Loos (A), Marx (0), Mill (E), Mont (B), Mooy (N), Moro (N), Muis (N), Nash (A), Paap (N), Paul (A), Perk (N ), Sachs (0), Saki (E), Sand (F), Shaw (A), Shaw (E), Sina (N), Sion (B), Smit (N), Snow (E) Spire (F), Stijl (N), Tate (A), Uris (A), Veen (N), Vian (F), Vuyk (N), Wain(A), Webb (E),West (E,) Wolf (D), Wouk (A), Zech (0), Zoet (N), Zola (F),
5    Aamon (B), Adams (A), Adine (B), Aerts (B), Aevis (N), Ailke (D), Aiken (A), Albee (A), Alain (F), Allen (A), Anema (N), Anski (A), Alsop (A), Amiel(F), André (B) ,Ansel (B), Arber (E), Auden (E), Balde (0), Barr (A), Barth (0), Barry (A), Baum (0), Bloch (F), Bloem (N ), Boeye (B,) Bóhme (0), Balen (N), Bates (E), Bazin (F), Beach (A), Beers (N),  Beets (N), Bedel.(F), Benda (F), Benet (A), Berge (N), Bergh (N), Billy (F), Borel (N), Bosch (B), Bosco (F), Bowen (E), Braak (N), Braun (B), Breen (N), Brero, Brink (N), Bruin (N), Busch (0), Butor (F), Buyle (B,) Byron (E), Calet (F), Camus (F), Canna (N), Carco (F), Claes (B), Claus (C),Cohen (N), Coole (B), Corso (A), Costa (N), Crane (A), Daems (B), Dabit (F), David (B), Defoe (E), Deken (N), Diest (N), Donne (E), Doorn (N), Doren (A), Doyle (E), Drost (N), Dumas (F), Druon (F,) Duyse (B), Duras (F), Eliot (E), Erens (N), Ernst (0), Esser (N), Feber (N), Feith (N), Linze (B), Flake (0), Flers (F), Fran k , (N), Frank (0), Frost (A) , Geest (N), Geuns (N), Ghéon (F), Gibbs (E), Gijsen (B,) Gijsen (N,) Giono (F), Gogol   (A), Goris (B), Gorki (A), Graaf (N), Gracq (F), Graft (N), Grass (0),Green (E), Green (F), Grey (A), Grimm (0), Groot (N), Gulik(N), Halbe (0), Hardy (B), Hauft (0), Hayes (A), Hecht (A), Hecke (B),Heelu (N), Hémon (F,) Hesse (0),Hooft (N), Hurst (A), Jahnn (0), Jarry (F), Joyce (E,) Jones (A), Jouve (F), Kalma (N), Keats (E), Kenis (B), Keuls (N), Kirst (0), Kloos (, N), Kuyle (N), Laey (B), Lampo (B), Laudy (N), Leeuw (N), Lenau (0), Lewis (E), Linde (N), Logue (E), Looy (N), Louys (F), Lowry (E), Melis (B), Mens (N), Milne (E), Minne (B), Moens (B), Moore (A), Morus (E), Nahon (B), Neaft (N), Neill(E), Nizan (F), Noyes (E), Nuver (N), O'Hara (A), Orczy (E), Péguy (F), Pepys (E), Péret (F), Polet (N), Ponge (F), Pound (A), Powys (E), Prins (N), Puget (F), Queen (A), Raabe (D), Ramon (B), Revis (N), Rike (D), Sabbe (B), Sachs (D), Sachs (F), Sagan (F), Scott (E), Serge (0), Sharp (E), Shute (E), Simon (F), Smith (A), Smits (B), Snick (B), Sorge (D), Aafjes (N), Spire (F), Spark (E), Steen (E), Steen (N), Stehr (0), Stein (A), Stijns (B), Stone (A), Stoke (N), Stone (A), Storm (0), Stort (N), Stoke (N), Stout (A),Swift (E), Thans (B), Thiry (B), Thoma (0), Tügel (0), Twain (A,) Ubink (N), Unruh (0), Vaats (E), Velde (B), Viola (N), Vidal (A), Voght (B), Vondel (N), Vooys (N), Waals (N), Walch (N), Waugh (E), Weiss (0), Wells (E), Wilde (B), Wilde (E), Wilma (N), Wolfe (A), Wolft (N), Woolt (E) Woude (N), Young (E), Zweig (0),
6    Aafjes (N), Achard (F), Adamov (F), Algren (A), Allcot (A), Alphen (N), Ameide (N), Andres (N), Antink (N), Aragon (F), Arland (F), Arnaud (F), Artaud (F), Asimov (A), Austen (E), Austin (A), Azorin (S), Backer (B), Baerle (N), Bailly (B), Bakker (N), Balzac (F), Barker (E), Barrie (E), Blaman (N ), Bomans (N), Barham (N), Barker (E), Barnes (A), Becher(D), Bedier (F), Begeer (N), Beider (B), Bekker (N), Belloc (E), Bellow (A), Benoït (F), Becher(D), Berson (B), Bertin (B), Blaman (N) ,Blunck (0), Bodart (B), Bodman (0), Bodson (B,) Boeken  (N), Bolsée (B), Bomans (N), Booven (N), Boumal (B), Brandt (N), Brecht (0), Brontë (E), Brulez (B), Brusse (N),Bunyan (E), Buysse (B), Breton (F),  Bröger (0), Bronne (B), Brontë (E), Capote (A), Carême (B), Cather (A), Cayrol (F), Céline (F), Chenoy (B), Clercq (B,) Cneudt (B), Coenen (N), Collem (N), Cooper (A), Coster (B), Coster (N), Coward (E), Cowley (A), Cremer (N), Cronin (E), Daisne (B),  Daudet (F), Debrot (N), Decker (N),  Dekker (N), Demers (B), Desnos (F), Deubel (F), Döblin (0), Donker (N), Drouet (F) ,Dubois (N), Eberle (0), Eewijk (N), Eggink (N), Ehrler (0) ,Eluard (F), Emants (N), Espina (S), Estang (F), Everts (N), Fargue  (F), Ferder (A), Fonson (B), Forbes (A), Fouqué (0),France (F), Fuller (E), Gaiser (0), Gascar (F), Gavere (B), George (0), Gevers (B), Geyter (B), Godden (E), Goethe (0), Goffin (B), Gogolj (R), Gooien (N), Gorter (N), Goudge (E), Gravel (F), Grauls (B), Graves (E), Goethe (0), Goffin (B), Gogolj (R), Goudge (E), Gooien (N), Grauls (B), Gravel (F), Greene (E), Griese (0), Guitry (F), Haasse (N), Hallen (B), Harris (E), Hattum (N),  Haulot (B), Havank (N), Haulot (B), Havank (N), Hebbel (0), Helman (N), Herder (0), Helman (N), Hensen (B), Herder (0) ,Hersey (A), Hertog (N), Hilton (E), Hoddis (0), Hofdijk (N),  Hopman (N), Houtte (N), Huchel (0), Hughes (A),  Hughes (E), Hulzen (N), Hussem (N), Huxley (E) ,Ibanez (S), Irving (E), Kaiser (0), Kasack (0), Kempis (N), Kinker (N), Kleist (0), Koenen (N), Koning (N), Koster (N), Kramer (N), Lannoy (N), Le Fort (0), Leroux (F), Leiris (F), Leroux (N), Leroux (B), Lersch (0), London (A), Loerke (0), Lowell (A), Ludwig (0), Luiken (N), Luther (0), Mailer (A), Mander (N), Mandes (N), Marest (B), Meijere (B),Meyere (N),  Merill (A), Merken (N), Meyere (N),   Miegel (0), Miller(A), Milosz (F),  Milton (E), Millay(A), Mockei (B), Morand (F), Morgan (E), Mörike (0), Morris (A), Mulder (N), Musset (F), Nescio (N, )Neveux (F), Nimier (F), Nijhoft (N), O 'Neill (A), Ossian (E), Oudaen (N) ,Pacine (F), Pagnol (F), Pascal (F), Périer (B), Perret (F), Persyn (B), Ponten (0), Porter (A), Postma (N), Poulet (B), Powell (E), Proost (N), Proust (F), Putman (B), Ransom (A), Raynal (F), Reboux (F), Renard (F), Reuter (0), Revius (N), Ridder (B), Ridwit (B), Rinser (0), Ritter (N), Roblès (B), Rogghé (B), Rooses (B), Runyon (A), Ruskin (E), Rutten (N), Rutten (B),,  Salmon (F), Samsam (E), Sartre (F),  Sauwen (B), Sayers (E), Schaaf (N), Scholz (0), Schoup (B), Seidel (0), Simons (B),Simons (N), Smeken (N), Spark (E), Spring (E), Squire (E), Sterne (E), Storm (0), Stort (N), Stramm (0), Styron (A), Swarth (N), Swerts (B),  Stijns (B), Swerts (B), Symons (E), Thelen (0), Thiess (0), Thillo(B,) Thiry (B), Thomas  (E) ,Toller (0), Toulet (F), Trakl (0), Troost (N), Troyat (F), Twain (A), Tzara (F), Ulfers (N), Updike (A), Vaats (E), Valéry (F), Vedrès (F), Verwey (N), Vialar (F), Villon (F), Virrès (B), Viruly (N), Visser (N), Vitrac (F), Vivier (B), Vloten (N), Voeten (N), Vondel (N), Voorde (B), Vorden (N), Vroman (N), Wadman (N), Walden (B), Walser (0) ,Warden (B), Warner (E), Warren (A), Wartel (0), Wessem (N), Wielen (N), Wilbur (A), Wilder (A), Wilson (A), Wilson (E), Winsor (A), Wright (A),Wumkes (N), Woolt (E), Young (E), Zweig (0),
7     Abellio (F), Alberti (S), Andreus (N), Angenot (B), Anouilh (F), Arrabal (S), Asselijn (N), Baillon (B), Balchin (E), Baldwin (A), Barlach (D), Beckett (E), Bellamy (N), Bemanos (F), Bennett (E), Berghen (B), Bernard (F), Bernier (B),  Bernlef (N), Bertram (D), Besnard (N), Bibesco (F), Binding (D), Blondin (F), Blunden (E), Blijstra (N), Boileau (F),  Bosboom (N), Bourbon (N), Bourdet (F), Boutens (N), Bredero (N), Brolsma (N), Brouwer (N), Bruggen (N), Brugman (N), Bruning (N), Buckinx (B), ampert (N), Carlyle (E), Carossa (D), Ces bron (F), Chamson (F), Chauser (E), Cheyney (E), Claudel (N), Closson (B), Cocteau (F), Colette (F), Cordier (B), Corsari (N), Cozzens (A), Cremers (N), Datheen (N), Decorte (B), Delbeke (B), Demedts (B), Dèr Mouw (N), Deyssel (N), Dickens (E), Diderot (F), Dijkstra (N), Domisse (N), Doncker (B), D'Orbaix (B), Douglas (A), Douglas (E), Dreiser (A), Duhamel (F), Durrell (E), Durtain (F), Duykers (B), Eckeren (N), Eeckels (B), Eekhout(N), Eerbeek (N), Egidius (N), Elskamp (B), Engelke (D), Erasmus (N), Erskine (A), Fallada (D), Farrell (A), Farrère (F,) Firbank (E), Flecker (E), Fleming (E), Follain (F), Forster (E), Fouchet (F), Frenaud (F), Gadenne (F), Gallico (A), Garnett (E), GaskeIl (E), Gauchez (B), Gautier (F), Gazelle (B),Gehalte (N), Gellert (D), Géraldy (F), Gezelle (B), Golding (E), Grönloh (N), Guiette (B), Guillén (S), Günther (D), Gutkind (D), Gijselen (B), Hammond (E), Haspels (N), Heeroma (N), Hellens (B), Hermans (N), Hesseis (N), Hofstra (N), Hoornik (N), Housman (E), Houwink (N), Huygens (N), Jaarsma (N), Jacobse (N), Janssen (N), Jarrell (A), Jeffers (A), Jiménez (S), Johnson (D), Jonkman (N), Kästner (D), Kerouac (A), Kipling (E), Koopman (N), Lardner (A), Laurent (F), Leblanc (F), Leeuwen (N), Lehmann (E), Lehmann (N), Lehmann (D), Lemmers (B), Lennart (N), Leopold (N), Lessing (D),Lessing (E), Loosjes (N), Lubeley (N), Malraux (F), Marsman (N), Matthijs (B), Maugham (E), Mauriac (F), Meester (N), Mendels (N), Michaux (F),  Mitford (E), Molière (F), Mombert (D), Moortel (B), Morriën (N), Mussche (N), Mijnssen (N), Nichols (E),, Noordzij (N), Nossack (D), Novalis (D), Oltmans (N), Orléans (F), Patchen (A), Paulhan (F), Pauwels (B), Pauwels (N), Peisson (F), Peleman (B), Penninc  (B), Penning (N), Philips (N), Pierson (N), Pourrat (F), Prévert (F), Prévost (F), Proumen (B), Queneau (F), Querido (N), Radecki (D), Regnier (F), Reninca (B), Reuling (B), Reverdy (F), Rexroth (A), Richter (D), Rivière (F), Robaski (N), Robbers (N), Roberts (A), Rodenko (N), Rolland (F), Romains (F), Rombach (D), Rostand (F), Roussel (F), Roussin (F), Salomon (D), Saroyan (A), Sassoon (E), Schagen (N), Schaper(D), Schmidt (B), Schmidt (D), Schmitz (N), Schurer (N), Ségalen (F), Seghers (B), Seghers (D), Seghers (F), Serrure (N), Séverin (B), Shapiro (A), Shelley (E) , Simenon (B), Sitwell (E), Sleeckx (B), Sluiter (N), Smeding (N), Spender (E), Spinoza (N), Stadier (D), Stevens (A), Strauss (D), Stroman (N), Stucken (D), Sybesma (N), Tardieu (F), Tharaud (F), Thomson (N), Thoreau (A), Thurber (A), Thijssen (N), Tolkien (E), Tollens (N), Toistoi (R), Triolet (F), Vansina (B), Vanzype (B), Vasalis (N), Veltheim (N), Vercors (F), Verhees (B), Verhoog (N), Vermaat (N), Vestdijk (N), Vildrac (F), Vosmaer (N),  Wagener (N), Wallace (A), Walpole (E), Whitman (E), Willems (B), Wolkers (N), Wybenga (N), Zielens (B), 
8    Aletrino (N), Andersch (D), Anderson (A), Barbusse (F), Bataille (F), Beauvoir (F), Beerboom (E), Belcampo (N), Belpaire (N), Benjamin (D), Bergmann (N), Bergmans (B), Bernagie (N), Betjeman (E), Bernanos (F), Bierbaum (D), Blackmur (A), Blanchot (F), Boendale (E), Bogaerts (B), Bonnefoy (F), Bontekoe (N),Borchert (D), Bordeaux (F), Bordewijk (N), Bousquet (F), Britting (D), Brittain (E), Browning (E),Bruneiair (B), Buddingh (N), Burniaux (B), Burssens (B), CaidweIl (A), Capadose (N), Cendrars (F), Chandler (A), Christie (E), Connelly (A),  Connolly (B), Conrardy (B), Cornette (B), Couperus (N), Croisset (F), Cummings (A), Deschner (D), Dorgelès (F), Dullaert (N), Edschmid (D), Eeckhout (N), Eemlandt (N), Elsschot (B), Emmanuel (F), Engelman (N), Etiemble (F), Everaert (B, Faulkner (A), Fielding (E, Flaubert (F), Flouquet (B), Fombeure (F), Fontaine (F), Fonteyne (B), Forester (E), Francken (B), Genevoix (F), Ghistele (8), Gilliams (B), Ginsberg (A), Glesener (8,) Gomperts (N), Goncourt (F), Goossens (8), Gossaert (N,) Goudsmit (N), Greshoff (N), Guéhenno (F), Guilloux (F), Haantjes (N), Hadewych (N), Havelaar (N), Herreman (B), Herzberg (N,) Hochhuth (D,) Hoekstra (N), Horemans (B), Houghton (E), Houwaert (B,) Huizinga (N), Hulleman (N), Jonathan (N), Kamphuis (N), Larguier (F), Lartéguy (F,) Laurents (A), Lawrence (E), Léautaud (F), Leopoldt (N), Lodeizen (N), Lokhorst (N), Loveling (N), Lucebert (N), Macauley (E), Macleish (A), MacNeice (E), Mac, Orlan (F), Maerlant (N), MeMlie (A), Michener (A), Michiels (B), Mitchell (A), Montagne (B), Monteyne (B), Netscher (N), Nouvalis (D), Perrault (F), Plievier (D), Plisnier (B), Poesjkin (R), Prokosch (A), Rabelais (F), Radiguet (F), Rathenau (D), Rattigan (E), Remarque (D), Riemsdijk (N), Robinson (A), Roelants (B), Roelvink (N), Rousseau (F), Rukeyser (A), Ruysbeek (8), Rijnsdorp (N), Sabatini (E), Salacrou (F), Salinger (A), Salomons (N), Sandburg (A), Sandberg (N), Sarraute (F), Scharten (N), Schetter (N), Schendel (N), Schepens (B), Schepers (N), Schiller (D), Schimmel (N), Schlegel (N), Schnurre (D), Schotman (N), Schreurs (N), Schröder (D), Schrijver (N), Schwartz (A), Sedgwick (A), Sherriff (E), Sherwood (A), Sierksma (N), Sillitoe (E), Sinclair (A), Snieders (B), Soupault (F), Spieghel (N), Spingern (A), Stendhal (F), Straeten (B), Swinbum (E), Tamminga (N), Tazelaar (N), Tennyson (E), Tersteeg (N), Theunisz (N), Tousseul (B), Tsjechov (R), Tuinstra (N), Vailland (F), Vanhaute (B), Veldheer (N), Verbeeck (B), Verhuist (B), Verlaine (F,) Verriest (B), Vilmorin (F) ,Violette (B), Visscher (Roemer) (N), Vlemminx (N,) Vostaert (B), Vriamont (B), Walgrave (B), Walschap (B), Wedekind (D), Wiechert (D), Williams (A), Woestijne (B) ,Woolcott (A), Wijdeveld (N), Wijngaert (B), Zangwill (E),
9    Aldington (E), Allingham (E), Audiberti (F), Avermaete (B), Beerblock (B), Benavente (S), Bilderdijk (N), Binnendijk (N), Borchardt (D), Bosschère (B), Bourgeois (B), Brabander (N), Breevoort (N), Bromfield (A), Bruneiair (B), Burroughs(A), Cervantes (S), Champagne (B), Charteris (E), Coleridge (E), Coornhert (N), Corneille (F), Courtmans (B), Ehrenburg (R), Eigenhuis (N), Engelberg (B), Fabricius (N), Fontainas (B), Fraigneau (F), Gerritson (N), Giraudoux (F), Gironella (S), Goldsmith (E), Goytisolo (B), Guillevic (F), Gutteling (N), Haersolte (N), Hasebroek (N), Hauptmann (0), Haushofer (0), Hawthorne (E), Heemskerk (N), Hemingway (A), Hernandez (S), Heijermans (N), Holthusen (0), Iependaal (N), Ietswaart (N), Indestege (B,) Indesteye (B), Isherwood (A), Jeurissen (B), Klikspaan (N), Klopstock (0), Knuvelder (N), Koetsveld (N), Kollontaj (R), Labberton (N), Langendijk (N), Ledeganek (B), Llewellyn (E), Macdonald (E) ,Mackenzie (E), Mansfield (E), Masefield (E), Mennekens (B), Monsarrat (E), Montaigne (F), Multatuli (N), Nietzsche (0), Noordstar (N), Nooteboom (N), Paaltjens (N), Panhuysen (N), Pasternak (R), Poortinga (N), Potgieter (N), Priestley (E), Pritchett (E), Rochefort (F), Rodenbach (B), Rodenburg (N), Roothaert (N), Ruusbroec (B),
Santayana (S), Schaeffer (0), Schickele (0), Schneider (0), Schürmann (0), Snellaert (B), Speenhoff (N), Steinbeck (A), 
Sternheim (0), Streuvels (B), Teirlinck (B), Thackeray (E), Troelstra (N), Tucholsky (0), Tumerelle (B), Vanhoutte (B), Vercammen (B), Verhaeren (B), Verhoeven (N), Verknocke (B), Vermeylen (B), Vertommen (B), Vinkenoog (N), Vuylsteke (B), Walravens (B), Wilderode (B), Wodehouse (E), Wolfskehl (0), Zetterman (B), Zuckmayer (0),
10   Achterberg (N) Asselbergs (N) Baekelmans (B) Bastiaanse (F) Baudelaire (F) Beversluis (N) Billetdoux (F) Camphuysen (N), Carmiggelt (N), Cauwelaert (B), Chesterton (E), Chevalier (F), Coenraadts (N), Conscience (B), Drinkwater (E), Dupierreux (B), Eschenbach (0), Fitzgerald (A), Fokkertsma (N), Franquinet (N), Galsworthy (E), Ghelderode (B), Groeningen (N), Groenevelt (N), Hemeldonek (B), Hildebrand (N), Holsbergen (N), Hoogenbemt (B), Jonckheere (B), Leendertsz (N), Lodensteyn (N), Longfellow (E), Molkenboer (N), Neufvilles (F), Peyrefitte (F), Reddingius (N), Richardson (E), Rietbergen (N), Ringelnatz (0), Roosbroeck (B), Schelt jens (N), Schierbeek (N), Schnitzler (0), Schouteden (B), Schwitters (N), Slauerhoff (N), Stuiveling (N), Swinnerton (E), Tarkington (A), Timmermans (B), Toergenjev (R,) Vandeputte (B), Verbruggen (B), Vermandere (B),Vermeersch (B), Verschaeve (B), Verschoren (B), Wassermaan (0), Weisenborn (0), Wordsworth (E), Zoetrnulder (N)
11   Abercrombie (E), Apollinaire (F), Basschaerde (N), Beaudelaire (F), Bergengruen (0), Crommelynck (B), Oautzenberg (B), Donkersloot (N), Eichendorff (0), Eysselstein (N),. Hagelstange (0), Hammenecker (B), Hasenclever (0), Hauleville (B), Herckenrath (B), Herreweghen (B), Huelsenbeck (0), Klinkenberg (N), Kneppelhout (N), Langendonck(N) ,Longerskaey (B), Maeterlinck (B), Montesquieu (F), Montherlant (F), Morgenstern (0), Münchhausen (0), Scheepmaker (N),
Schuitmaker (N), Shakespeare (E), Spierenburg (N), Stavenhagen (0), Supervielle (F), Wagenvoorde (N), Westerlinck (B), Wolfenstein (0), Zeldenthuis (N)
12   Enzensberger (0), Ferlinghetti (A), Feuchtwangler (0),
Haverschmidt (N), Hegenscheidt (B), Helderenberg (B), Hergesheimer (A), Kalderkerken (B), Schevichaven (N), Schlumberger (F), Vandercammen (B)
13  Chateaubriand (F), Droogenbroeck (B), Feuchtwangler (0), Heissenbüttel (0), Kuitenbrouwer (N),
14   Grimmelshausen (0), Hildegaarsberg (N),
auteursbaten   royalty
auteursrecht   copyright, kopijrecht
auteursrechtsbelangen - autbel 
auteur van Faust   Goethe, Marlowe
auteur van Hamlet   Shakespeare
auteur van Hooglied   Salomo
auteur van imitatio christi   van Kempen, â Kempis
authenticiteit - echtheid
authentiek – autochtoon, betrouwbaar, echt, geloofwaardig, inheems, origineel
authochtoon    inheems, oorspronkelijk, origineel
autisme - narcisme
auto – automobiel, limousine, wagen
autoantenne -  spriet
autobaan – rijksweg, snelweg
autobesturen – chaufferen, rijden
autobestuurder   chauffeur
autobewaker - parkeerwacht
autobiografie - memoires
autobox – autostalling, garage
autobus - autocar, reiswagen
autocefaal - zelfstandig
autoclaxon – hoorn, toeter
autocraat   alleenheerser, despoot, dictator, tsaar
autocratie   alleenheerschappij
autocratisch   eigenmachtig
autodeur – portier
auto door raketten aangedreven – raketauto
autogaam – zelfbestuivend, zelfbevruchtend
autogamie – zelfbestuiving
autogiro - molenwiekvliegtuig
autogordel – draagband
autograaf - kopieermachine
autogram   handtekening, signatuur
autohandelaar van vast merk - dealer
autoherstelplaats – garage, pit
autohoorn - claxon
autohotel   motel
autohulp – wegenwacht
autoinfectie - zelfbesmetting
autoinspectie – revisie
autointoxicatie - zelfvergiftiging
autokenteken - 
Afghanistan: AFG, Albanië: AL, Alderney: GBA, Algerije: DZ, 
Amerika, Verenigde Staten van  : USA , Andorra: AND, Argentinië: RA, Australië: AUS, Bahama eilanden: BS, Bahrein: BRN, Barbados: BDS, Birma: BUR, Boeroendi: RU, Botswana: RB, Brazilië: BR, Brits Honduras: BH, Brunei: BRU, Bulgarije: BG, Canada: CON, Centraal Afrikaanse Republiek: RCA,  Chili: RCH, China: RC, Colombia: CO, Costa Rica: CR, Cyprus: CY, Dahomey: DY, Denemarken: OK, Dominica: WO, Dominicaanse Republiek: DOM , Ecuador: EC, Egypte: ET, Ethiopië: ETH, Fiji: FJI, Filippijnen: PI, Finland: SF, Gambia: WAG, Ghana: GH, Gibraltar: GBZ, Grenada: WG, Griekenland: GR, Groot Brittanië en Noord Ierland: GB, Guatemala: GCA, Guernsey: GBG, Guyana: BRG, Hongkong: HK, Ierland: IRL, India: INO, Irak: IRQ, Iran: IR, Isle of Man: GBM, Israël: IL, Ivoorkust: Cl, Jamaica: JA, Jersey: GBJ, Joegoslavië: YU, Jordanië: HKJ, Kenia: EAK, Koeweit: KWT, Korea: ROK, Laos: LAO, Lesotho: LS, Libanon: RL, Liberia: LB, Libië: LT, Liechtenstein: FL, Madagascar: RM., Malawi: MW, Mali: RMM, Marokko: MA, Mauretanië: RIM, Mauritius: MS, Mexico: MEX, Monaco: MC, Nederland: NL, Nederlandse Antillen: NA , Nicaragua: NIC, Nieuw Zeeland: NZ, Niger: NlG, Nigeria: WAN, Oeganda: EAU, PAK Panama: PA , Paraguay: PY, Peru: PE, Polen: PL, Rhodesië: RSR , Rwanda: RWA, Sabah en Labuan: CNB,  San Marino: RSM , Saoedi Arabië: AS, Sarawak: SK, Senegal: SN,  Seychellen: SY, Sierra Leone: WAL,  Singapore: SGP, Sint Lucia: WL, Sint Vincent: WV , Soedan: SUO,  Somalia: SP,  Sowjet Unie: SU, Sri Lanka: CL,  Suriname: SME,  Swaziland: SO, Syrië: SYR, Tanzania: EAT, Togo: TG, Trinidad en Tobago: TT T, Sjechoslovakije: CS,  Tunesië: TN, Turkije: TR, Venezuela: YV,  Vietnam: VN, West Samoa: WS,  IJsland: IS, Zaïre: ZR, Zanzibar: EAZ , Zuid Afrika: ZA , Zuid Jemen: AON,  Zwitserland, CH
Autolamp – achterlicht, bermlicht, koplamp, mistlamp, stoplicht
autolift -  hefbrug
autolyse – zelfontleding
automatie - zelfwerkzaamheid
automatiek – eethuis
automatisch – werktuiglijk, onwillekeurig
automatisch mens   robot 
automatisch pistool – colt, parabellum
automatisch wapen – bren, sten, stengun
automatische grammofoon   jukebox
automatische grondstamper   kikker
automatische halve overwegbomen – ahob
automatische handeling - reflex
automatische piano   pianola, pianofoon
automerken – 
Abarth, Alfa Romeo, Austin, Autobianchi, Auto Union, Bently, B.M.W., Cadilac, Buick, Chevrolet, Chrysler, Citroën, Daf, Daffodil, Daimler, DKW, Dodge, Ferrari, Fiat, Ford, Ghia, Glas, Goggomobil, Hillman, Humber, Innocenti, Isar, Iso, Rivolta, Isuzu, Jaquar, Lancia, Lotus, Matra, Bonnet, Mazda, Mercedes, Mercury, M.G., Morgen, NSU, Oldsmobile, Opel, Panhard, Peugeot, Plymouth, Pontiac, Porche, Rambler, Renault, Rolls Royce, Rily, Rover, Saab, Scaldia, Simca, Singer, Skoda, Studebaker, Sumbeam, Toyota, Trabant, Triumph, v.d.Plas, Vauxhall, Volga, Volkswagen, Volvo, V.W., Wartburg, Wolseley
Auto met aanhangwagen - renardtrtein
auto met 2 deuren aan beide zijden – sedan
auto met geluidsinstallatie – geluidswagen
auto met kraan – takelwagen
auto met versterker - geluidswagen
automobilist – bestuurder, weggebruiker, wegpiraat
autonomie – zelfbestuur
autonoom – onafhankelijk, zelfstandig
autonoom deel van de staat   gemeente, provincie
autonummer - kenteken
auto-onderdelen - 
3    rem
4    accu, band, klep, lamp, tank,
5    lager, motor, motor, rotor, stuur
6    bobine, bougie, carter, doseur, drijfas, dynamo, krukas,                  vering, vooras, zuiger
7    chassis, gasklep, handrem, knalpot, koplamp, starter,                      vlotter,
8    achteras, bermlamp ,bladveer, cardanas, cilinder, dimlicht,            fuseepen, klepveer, nokkenas, oliepomp, radiator, schijfrem,         sproeier, venturie, zuigbuis
9    aanzuiger, chokeklep, debrayage, defroster,                                    drijfstang, koppeling, kroonwiel, overdrive, pompkamer,               remschoen, satelliet, schakelas, stoplich,t veerstrop,                      vliegwiel, waterpomp, zuigerpen
10  achterbrug, achterwie,l carburator, gangwissel,                               inlaatklep, klepstoter, koppakking, pignonwiel,                              remleiding, remtrommel, spoorstang, startmotor,                            trommelrem, ventilator, verdeelkap, verstuiver,                             zuigerveer
11 benzinepomp, benzinetank, cilinderkop, condesator,                       contactpunt, onderbreker, ondercarte,r remcilinder,                        schakelvork, schokbreker, stoterstang, synchromess,
      uitlaatklep
12 achterashuis, cilinderblok, geluiddemper, starterkrans,                    torsievering, vlotterkamer, vlotternaald,
13 differentieel, kleppendeksel, kleptuimelaar, oliedrukmeter, 
     onderbrekeras, satelietenas, waterpomphuis       
14 compressieveer, kruiskoppeling, krukastandwiel,
     ventilatorriem
15 acceleratiepomp, cardankoppeling, distributiekast,
     kleptuimelaars, koppelingsplaat, oliedrukventiel,
     onderbrekershuis, onderbrekerpunt, schakeltandwiel,
     versnellingsbak
16   compressieruimte, inlaatspruitstuk, klepstoterdeksel, 
       nokkenastandwiel
17   differentieelhuis, uitlaatspruitstuk, veiligheidsgordel,
18   blokkeerinrichting
autopark - wagenpark
autopaspoort   carnet
autopech   panne
autoped   step
autopetten – steppen
autopsie – lijkschouwing
autop(y)jama - autohoes
autorenner   coureur
autoreparateur - monteur
autorijder – chauffeur
autorijden - chaufferen
autorisatie   machtiging, volmachtiging
autorit – relly, tocht
autoritair – eigenmachtig, gezaghebbend
autoriteit   achting, gezag, deskundige, macht
autoscherm - spoiler
autosuggestie   zelfsuggestie
autostalling - box, carport, garage
autostrada – autobaan
autosugestie - zelfsuggestie
autotoeter   claxon
autotomie - zelfverminking
autotrekken – slepen
autoverkoper – dealer
autovoorasscharnier - fusee
autovijzel   cric, krik
autoweg – snelweg
autowerkplaats - garage
autowrakvernietiger – shredder
auxiliair eskader – hulpvloot
auxiliaire boeken – bijjboeken
auxiliaire troepen - hulptroepen
aval   wisselborgtocht
avantage – voordeel, voorrecht
avance – contact, koersstijging, toenadering, vordering
avant garde   voorhoede
avé   groet, heil
aveelzaad   (winter)raapzaad
avencement – beoordeling, vordering
avegaar   boor, egger, effer, houtboor, krukboor
avenue   (zuidned.) lei, laan, allee, toegangsweg
avenue te Antwerpen - lei
aver – afstammeling, kind, nazaat, nakomeling, nakroost, nazaat, oir, telg
averano, bruine - hamerling
averechts   fout, omgekeerd, onjuist, verkeerd
averij – beschadiging, pech, schade, zeeschade
averijregeling - dispache
Averijron, hoofdstad van - Rodez
avers – afkerig,  keerzijde
aversie   afkeer, afschuw, hekel, tegenzin
aviateur   piloot, vlieger, vliegenier
aviatiek   luchtvaart, vliegwezen
averuit – averoon, citroenkruid
averijberekenaar – dispacheur
aviarium – vogelhuis
aviateur – piloot, vlieger, vliegenier
avicultura – vogelteelt
aviditeit – gretigheid
avifauna – vogelwereld
avis – bericht, mening, opini, raad
aviso (Sp.)   jacht, jachtkruiser
avitaminose – scheurbuik, vitaminengebrek
avitaminose aandoening - Pellegra, scheurbuik
avond   hesperus
avondappel - taptoe
avondblad – krant
avondeten – avondmaal, maaltijd, souper
avondgebed   vesper
avondjapon - baojurk
avondkleding   gala, rok, smoking
avondklok   angelusklokje, curfew
Avondland – Eesten, Europa, Hesperia, Occident, Westen
Avondland bij de Romeinen - Spanje
avondmaal   diner, souper
avondmaalsbrood   hostie
avondmantel – sortie
avondmis - vesper
avondmuziek   serenade
avondpartij   raout, soiree
avondparty aan het hof – raout
avondrood - olifantsvlinder
avondsignaal   taptoe
avondster   Venus
avondstond   avonduur
avondvlinder   sfinx
avondzang   serenade
avonturen – riskeren, wagen
avontuur – belevenis, ervaring, factum, gebeurtenis, lotgeval, ondervinding, ontmoeting, perikel, romance, wedervaren
avontuurlijk - gewaagd, ondernemend, romanesk
avontuurlijk mens - avonturier
avontuurlijke student   vagant
avonturier – gelukzoeker
avoueren – bekennen, erkennen, toegeven
awal - welnu
awierig - levendig, vlug
axenie – onherbergzaamheid
axiologie - waardeleer
axioma   postulaat – stelling
axiometer - roerverklikker
axminster   tapijt
azen   loeren, streven, uitkijken, zoeken
azen op – spinzen, willen
Azerbeidsjan, hoofdstad van - Bakoe
Aziaat   Arabier, Aramees, Armeniër, Birmaan, Birmees, Chinees, Hindoe, Indiër, Irakees, Javaan, Japanner, Jordaniër, Koreaan, Libanees, Maleier, Mongool, Oosterling, Pers, Siamees, Syriër, Tartaar, Tibetaan, Turk, Vietnamees
Aziatisch bosgebied - taiga
Aziatisch dier - angorageit, antilope, argalischaap, Jakhals, kameel, leeuw, lemming, poolhas, poolvos, rendier, tapir, ijsbeer
Aziatisch gebergte   Alai, Altai, Altainnoeroe, Ararat,   Demawend, Elbroer, Hermon, Himalaya, Karakoroem, Kaukasus, Kazbek, Koengoer, Libanon, Makaloe, Pamir, Sehend, Semeroe, Tarbagatai, Taurus, Tien-Sjau, Zagros 
Aziatisch herdersvolk   Koerden
Aziatisch Hoogland - Dekan
Aziatisch (e) eiland(en)groep - Andamanen, Ceylon, Djawa, Filippijnen, Formosa, Hainan, Honsjoe, Kalimantan, Koerillen, Luzon, Nikobaren, Palawan, Sulawesi, Sumatera 
Aziatisch eiland – Ceylon, Formosa
Aziatisch eilandenrijk – Japan
Aziatisch gebergte - Himalaya
Aziatisch gewicht - tael 
Aziatisch herdersvolk – Koerden
Aziatisch hoogland – Dekan
Aziatisch land   Afghanistan, Arabië, Birma, Bhutan, Cambodja, Ceylon, China, Filippijnen, Hongkong, India, Indonesië,  Irak, Iran, Israël, Japan, Jemen, Jordanië,  Katar, Koeweit, Korea, Laos, Libanon, Macau, Maladieven, Malakka, Maleisië, Maskat, Mongolië, Nepal, Oman, Pakistan, Perzië, Saoedi-Arabië, Siberië, Sikkim, Sinai, Singapore, Syrië, Thailand, Tibet, Turkije, Vietnam,  zie: land in Azië 
Aziatisch schiereiland   Arabië, Korea, Liaotoeng, Malakka, Maleisië, Sinaï
Aziatisch volkstype - Aino, Arabier, Chinees, Brahmaan, Javaan, Jood, Papoea, Pers, Tartaar, Turk, Mongool, Madoerees, 
Aziatische antilope - chiroe
Aziatische draagstoel   palankijn 
Aziatische godsdienst - Boeddhisme, Brahmanisme, Confucianisme, Hindoeïsme, Islam, Shintoïsme, Taoïsme 
Aziatische havenstad   Abadan, Bangkok, Bombay, Calcutta, Hongkong, Haifong, Harphong, Karachi, Macao, Madras, Poesan, Rangoon, Singapore, Sjanghai, Wladiwostok
Aziatische herdersvolk - Koerden
Aziatische hoofdstad   Ankara, Jakarta, Hanoi, Manilla, Peking, Saigon, Singapore, Teheran, Tokio, zie: Hoofdstad van Aziatisch:
Aziatische hoogvlakte – toeran, Iran, Tibet
Aziatische lynx – caracal
Aziatische slingerplant - betel
Aziatische steppenlynx   caracal
Aziatische rivier   Amoedarjan, Amoer, Araks, Ares, Atrek, Emba, Eufraat, Ganges, Hwang-ho, Indus, Jana, Jangtsekiang, Jenissei, Kolyma, Lena, Mekong, Me-nam, Narbada, Ob, Oeral, Salween, Tarim, Tas, Tigris, Tsjoe, : zie: rivier in Azië
Aziatisch(e ) volks (groep) -
2    Ho,
3    Lao, Moi, Mon, Yao
4    Aëta, Ahom, Aino, Gond, Lolo, Miao, Moso, Shan,  Sikh,             Thai,  oda
5    Dajak, Khmer, Lasen, Luren, Munda, Muong, Oloot,  Sakai, 
      Senoi, Sindh, Sofan, Toula ,Tsjam, Wedda,                   
6    Araren, Bataks, Bihars, Koehoe, Mingat, Persen,  Russen,
      Sarten, Semang, Talisj, Tamils, Tdjong
7    Droezen, Gilenen, Heroseh, Indiden, Kasjmeri,                               Koerden, Osmanen, Osseten, Punjabi, Toradja 
8    Boerjaten, Chinezen, Giljaten, Jakoeten, Kaschgai,                         Koreanen, Mongolen, Oezbeken, Ostjaken, Torgoten
9    Armeniërs, Japanners, Mantsjoes, Samojeden, Siberiden, 
      Tadzjiken, Tibetanen
10  Bachtiaren, Maronieten, Singalezen, Toerkmenen 
Aziatische waterlelie   lotus
Aziatische woestijn   Gobi 
Aziatische zee - Beringzee
Aziatische ziekte   cholera, lepra, malaria, pest
Aziekte – cholera, pest, vlektyfus
azig – asega, asige, azing, volksrechter
azijn   acetum, edik, eek
azijnaaltje - stijfselaaltje
azijnachtig - zerp
azijnboom   fluweelboom
azijngeest   aceton
azijnmeter   acetonmeter
azijnsaus   marinade
azijnzuurmeter   acetonmeter
azijnzuurzout – acetaat
azineblauw – teerkleurstof
azinegroen - teerkleurstof
azimut   toppunt, shock
Azoïcum - Archeïcum
azolla   waterkroos
Azoren, een der - Corvo, Fayal, Flores, Pico, Terceira
Azoren, hoofdstad der - Angra
Azoren, ontdekker van de – Cabral
azotisch – stikstofhoudend
azotometer - stikstofmeter
azotum   stikgas, stikstof
Aztekenleider - Ltzoatl, Montecuzoma, Tizoc, Tlacae
Aztekenschool - Calmecac, 
Aztekentaal - Nahuatl
Aztekenwoning - calpolli
azuur   hemelsblauw, hemelsgewelf,  lazuur
azijn – edik, eek
azijnaaltje – alg
azijnaether – aceton, azijngeest, sprit
azijnboom – flueelboom
azijngeest – aceton
azijnmeter – acetonmeter
azijnzuur – ijsazijn(gekrist.)
azijnzuurzouten – acetaten