Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
Archived on Termhotel.com at: https://termhotel.com/archives/Puzzelwoordenboek/

Puzzelwoordenboek: APuzzelwoordenboek: BPuzzelwoordenboek: CPuzzelwoordenboek: D
Puzzelwoordenboek: EPuzzelwoordenboek: FPuzzelwoordenboek: GPuzzelwoordenboek: H
Puzzelwoordenboek: IPuzzelwoordenboek: JPuzzelwoordenboek: KPuzzelwoordenboek: L 
Puzzelwoordenboek: MPuzzelwoordenboek: NPuzzelwoordenboek: OPuzzelwoordenboek: P
Puzzelwoordenboek: QPuzzelwoordenboek: RPuzzelwoordenboek: SPuzzelwoordenboek: T 
Puzzelwoordenboek: UPuzzelwoordenboek: VPuzzelwoordenboek: WPuzzelwoordenboek: X
Puzzelwoordenboek: YPuzzelwoordenboek: Z
iaën - balken
iamatologie - acognosie, geneesmiddelkunde
iatrice - iatrie, geneeskunde, geneeskunst
iatrie - iatrice, geneeskunde, geneeskunst
ibbel - kregel, misselijk, naar
Iberië   Georgië, Spanje
Iberiër - Spanjaard, Spanjool
Iberis - scheefbloem
Iberisch - Spaans
Iberisch gebergte   Pyreneeën
Iberisch Kaukasische taal - Abchaz, Georgisch
Iberisch randgebergte, top in het - Moncayo
Iberisch schiereiland   Spanje, Portugal
Ibidem   aldaar, ib, ibid
ibis   Nijlreiger
ibisachtigen - steltlopers
Ibiza, berg op - Atalayassa
Ibiza, eilandje behorende bij - Conejera, Tagomayo
Icel - Mersina
ichnogram - voetafdruk
ichthyisme - visvergiftiging
ichtyofaag - viseter
ichneumon - faraorat, spoorrat, spoorwezel
ichthyocol - vislijm
ichtyologie   viskunde, vissenkunde
ichtyosaurus   vishagedis
ichtyosis - visschubbenziekte
icon - afbeelding, heiligenbeeld, icoon, ikoon
iconoclasme - beeldenbrekerij
iconoclast   beeldenstormer
Iconoclasten, tegenstanders van de - Iconodulen
iconodulen - beeldenvereerders
iconografie   beeldbeschrijving
iconologie   beeldenleer
iconoscoop - opneembuis
iconostase - beeldengalerij, beeldenwand
icoon   afbeelding, beeld, heiligenbeeld, iko(o)n
icosaëder - twintigvlak
icterisch - geelzucht
icterus - geelzucht, geling 
ictus   stoot
Idaho, hoofdstad van - Boise
ideaal   denkbeeldig, doel, droom, droombeeld, fantastisch, foutloos, gaaf, gedachtenvoorstelling, goddelijk, hartewens, heerlijk, ideëel, idool, illusie, modelbeeld, overheerlijk, perfect, plan, puntgaaf, utopie, verheven, verrukkelijk, volmaakt, voorstelling, wensbeeld, wensdroom
ideaal land - eldorado, Utopia 
ideale levensbeschouwing - idealisme
ideale mens - Übermensch
ideale toestand - vrede
ideale wereld - paradijs
idealen   ambities, doeleinden, verlangens
idee - bedenksel, begrip, benul, besef, concept, denkbeeld, dunk, gedachte, ingeving, inval, inzicht, mening, notie, ontwerp, plan, suggestie, vermoeden, verstand, waan, zienswijze
ideëel   denkbeeldig 
ideeënleer - ideologie
idee fixe - dwaalbegrip, dwangvoorstelling, monomanie 
idem - almee, Id. dezelfde, dito, eender, eveneens, evenveel, evenzo, gelijk, hetzelfde, insgelijks, netzo  
Idenburgrivier - Taritatu
identiek - dezelfde, eender, gelijk(waardig), hetzelfde
identificatie   vereenzelving, vereenzelviging
identificeren - achten, beseffen, blijken, houden, kennen, mededelen, rekenen, vereenzelven, vereenzelvigen, verstaan, waarnemen, weten, zien
identiteit - eenheid, eigenheid, gelijkheid,  persoonsbeschrijving
identiteitsbewijs   identiteitskaart, legitimatiebewijs, pas, paspoort,  persoonsbewijs, toeristenkaart
ideografie - beeldschrift
ideografisch schrift - beeldschrift
ideogram - begripteken,  pictograaf
ideologie - denksysteem, filosofie, ideeënleer, leer, visie
ideologie v.d. Ind. staat - pantjasila
idiologische strijd - controverse,  pennestrijd
ideomorf - automorf
idioom   dialect, taaleigen, tongval
idioot   absurd, achterlijk, bespottelijk, bezeten, bezopen, cretin (fig.), debiel, dol, dwaas, gek, getikt, grappig, imbeciel, knots, krankzinnig, kropmens, lazarus, maf, mal, malloot, mallotig, mofel, onnozel, onnozele (fig.), onzinnig, stapelgek, stom, stomkop (fig.), stompzinnig, stupide, waanzinnig, zot, zwakzinnig
idioot (Z.N.) - onnozelaar
idiootje   mongooltje 
idioplasma - erfstof, kiemplasma
idiopsyche - zelfbewustzijn
idioterie   dwaasheid, malligheid, nonsens, onzinnigheld, stompzinnigheid
idioticon - dialectwoordenboek, idioomwoordenboek
idiotie   achterlijkheid, dwaasheid, malligheid, mongolisme, onzinnigheid, stompzinnigheid
idiotig - mallotig
Ido   wereldtaal 
idolaat   afgodisch, verliefd, verzot, weg
idolatrie   aanbidding, afgodendienst, afgoderij, beeldendienst, eerbetoon, verering 
idolisme - fetisjisme, partialisme, symbolisme
idool - aasngebedene, afgod, afgodsbeeld, favoriet 
Idumea - Edom
idylle   pastorale, sprookje
idyllisch    bekoorlijk, herderlijk, lieflijk, vreedzaam
iebeboom - taxis
ieder   allemaal, alleman, allen, elk, elkeen, iedereen, iegelijk, samen, tegelijk, tevens
ieder betreffend - algemeen
ieder de helft - delen, fiftyfifty
ieder ogenblik - haverklap
ieder voor zich - respectief, respectievelijk
ieder zijn deel geven - delen, partageren, verdelen
iedere - elke
iedere dag - daags
iedere dag dienstdoend - daags
iedere dag terugkerend - alledaags, daags, telkens
iedere dag voorkomend - dagelijks 
iedereen   allehens, allen, allemaal, alleman, elk(een), ieder,  iegelijk
iedereen bekend   openbaar, publiek, publiek geheim
iedere keer - aanhoudend, herhaaldelijk, telkens
iegelijk   ieder, elk
iedere keer weer - aldoor, steeds
iedere week - wekelijks
iegelijk - elk, ieder
iel  bleek, broos, dun, doorschijnend, frêle, gering, ijl, klein, luchtig, luttel, mager, min, nietig, schriel, teer, tenger
iel en nauw - smal
iemand   individu, mens, persoon
iemand begrijpen -aanvoelen
iemand besmetten - aansteken
iemand de les lezen   berispen, kapittelen, vermanen,
iemand die aan alcohol is verslaafd    alcoholicus, alcoholist
iemand die aan morfine is verslaafd   morfinist
iemand die aan opium is verslaafd   opiumschuiver
iemand die aandelen plaatst voor nieuwe N.V.   promotor
iemand die aanspraak maakt - pretendent
iemand die afgestudeerd is   alum  nus
iemand die afkerig is van werk   leegloper, luiaard, luilak, luiwammes, nietsnut
iemand die alleen op instrumenten vliegt   blindvliegen
iemand die alleen plantaardig voedsel eet – vegetariër
iemand die alleen speelt – solist(e)
iemand die alleen waarde hecht aan het geestelijke - idealist
iemand die alleen waarde hecht aan het stoffelijke   materialist
iemand die alles van de beste zijde beziet   optimist
iemand die alles verdraagt - hals, stumper, sul
iemand die alles vergeet - vergeetal
iemand die alles  weet - betweter, weetal
iemand die als liefhebberij  een sport beoefent - amateur
iemand die als maar praat   filibuster 
iemand die als twee druppels water op een ander lijkt   dubbelganger
iemand die altijd ja knikt - jabroer, knikker
iemand die altijd klaagt - querulant
iemand die altijd klaar staat voor anderen - altruïst
iemand die altijd op het land heeft gewoond - landrot
iemand die altijd tegenspreekt - betweter, tegenspeker
iemand die anderen leert - leermeester, leeraar. onderwijzer
iemand die anderen onder hypnose brengt - hypnotiseur
iemand die artikelen of boeken schrijft - auteur
iemand die auto's repareert - mecanicien, monteur
iemand die bedelt - bedelaar
iemand die bedrieglijk te werk gaat    bedrieger, falsaris, fraudeur, knoeier, zwendelaar
iemand die beide handen kan gebruiken - ambidexter
iemand die bemiddelt bij het kopen van een huis - makelaar
iemand die bevoegd is om als plaatsvervanger op te treden -  gevolmachtigde
iemand die bewust langzaam werkt - remmer
iemand die bij de overheid  werkt - ambtenaar
iemand die blij de radio hoort   omroeper
iemand die bij een kerk hoort - gelovige, koster
iemand die bij een lening uit  is op een uitgeloofde premie - premiejager
iemand die bij herhaling misdrijven pleegt - recidivist
iemand die bijdraagt - contribuant, donateur
iemand die bijen houdt - imker
iemand die bij stakingen post - poster
iemand die bij transacties  alleen zijn naam leent – stroman
iemand die bij zijn leven al zijn bezittingen aan een klooster schenkt   donaat
iemand die blauw bloed heeft - edele, edelman
iemand die bloed afstaat - donor
iemand die bloed spuwt - bloedspuwer
iemand die boemelt - boemelaar
iemand die de colleges aan een universiteit volgt - student
iemand die dieren opzet - preparateur, taxidermist
iemand die doof is - dove
iemand die door eigenstudie is gevormd - autodidact
iemand die door moed uitblinkt   held
iemand die door streling geneest - magnetiseur
iemand die dubbel gehuwd is - bigamist
iemand die een ambt bekleed - ambtenaar
iemand die een ander afperst   chanteur
iemand die een ander arglistig bedreigt   belager
iemand die een ambt of post bekleedt - ambtenaar, functionaris
iemand die een ander helpt - mededader, medeplichtige, handlanger 
iemand die een bepaalde vrucht zoekt - bramenzoeker
iemand die een bepaald gedicht maakt - gelegenheidsdichter
iemand die een bepaald spel speelt   speler, schaker, kegelaar
iemand die een beweging volgt uit opportunisme - meeloper
iemand die een boot voortbeweegt   roeier, peddelaar, kanovaarder
iemand die een cursus volgt - cursist
iemand die een debat voert   debater
iemand die een doodvonnis voltrekt - beul
iemand die een eigen bedrijf heeft - ondernemer, zelfstandige
iemand die een examen aflegt   examinandus
iemand die een examen afneemt - examinator
iemand die een functie bekleedt   functionaris
iemand die een functie bekleedt in een vakbond - bons
iemand die een gebeurtenis heeft zien plaatsvinden - ooggetuige 
iemand die een gebeurtenis van commentaar voorziet - 
commentator, journalist, verslaggever
iemand die een gebod overtreedt   zondaar
iemand die een geldelijke verplichting heeft aangegaan - avalist
iemand die een geschil graag toespitst   scherpslijper
iemand die een girorekening heeft   girant
iemand die een herberg bezoekt - gast
iemand die een houten blaasinstrument bespeelt - houtblazer
iemand die een jubileum viert - jubilaris
iemand die een koperinstrument bespeelt - koperblazer
iemand die één kort been heeft - manke
iiemand die een ledemaat mist - eenarm
iemand die een last draagt - drager
iemand die een loket bedient   loketbeambte, lokettist(e)
iemand die een onaangename behandeling moet ondergaan - patiënt
iemand die een overdreven  voorliefde voor iets heeft - maniak
iemand die een overtreding begaat - zondaar
iemand die een pennestrijd voert - polemicus
iemand die een optie heeft   optant 
iemand die een studiebeurs heeft   bursaal
iemand die een verzoekschrift indient   suppliant
iemand die een ziekte voorwendt   simulant
iemand die eindexamen heeft gedaan – abituriënt
iemand die eist - eiser
iemand die erg hard is – spartaan
iemand die ergens van af weet - adept
iemand die ergens zeer in bedreven is - virtuoos
iemand die er is - arrivé
iemand die er zwart uitzet   roetmop, smeerpoets
iemand die examenstof repeteert   repetitor
iemand die femelt - femel
iemand die foto's maakt - fotograaf
iemand die gaat promoveren   promovendus
iemand die gecastreerd is - castraat
iemand die geld overmaakt - remittent
iemand die geld schuldig is - debiter, schuldenaar
iemand die geld tegoed heeft - crediteur, schuldeiser
iemand die gelooft aan contact met geesten   paragnost, spiritist
iemand die geniet - genieter
iemand die gesprekken afluistert - luistervink
iemand die gewoon is sterke drank te drinken  - borrelaar
iemand die goed kan rekenen - rekenmeester
iemand die graaft - graver
iemand die graag een pennestrijd voert - polemicus
iemand die graag grappen vertelt - moppentapper
iemand die graag plaagt - plaaggeest
iemand die graag snoept - snoeper
iemand die graag wedt - gokker
iemand die grappige dingen zegt - droogkomiek
iemand die grondwerk voor verschansingen verricht   schanswerker
iemand die grote macht heeft - mogol
iemand die handel drijft - handelaar
iemand die hard werkt   pezer, ploeteraar, slover
iemand die heldendaden verricht in een zeeoorlog   zeeheld
iemand die hersenschimmen najaagt - utopist
iemand die het gezichtsvermogen mist - blinde
iemand die het gunstig inziet   optimist
iemand die het somber inziet   pessimist
iemand die het stelen niet laten kan - kleptomaan
iemand die het vee laat grazen - weider
iemand die het volle vertrouwen geniet - vertrouwensman
iemand die het werk doet van een staker - onderkruiper
iemand die het werk uit protest neerlegt - staker
iemand die hinkt - jacobsganger, kreupele
iemand die huis aan huis zijn waren slijt - colporteur
iemand die huizen afbreekt   sloper
iemand die idealen na streeft - idealist
iemand die iets aanbied - presentator
iemand die iets  kent - kenner
iemand die in Indonesië rijk is geworden - nabob
iemand die in leen geeft - lener
iemand die in loondienst is - werknemer
iemand die je helpt - assistent, hulp(je)
iemand die kegelt - kegelaar
iemand die klanten verwerft - acquisiteur
iemand die kleding draagt van het andere geslacht   transvestiet
iemand die land huurt   pachter 
iemand die lastert   roddelaar 
iemand die leeft van aalmoezen   bedelaar
iemand die leeft van weldadigheid   arme, bedelaar
iemand die leent - lener
iemand die leest - lezer
iemand die lelijk is - lelijkerd
iemand die les geeft - docent, instrukteur, leraar, onderwijzer
iemand die let op de kleinigheden - pedant
iemand die letters vervaardigt - lettergieter
iemand die leuk is - grappenmaker, leukerd
iemand die licht struikelt - struikelaar
iemand die liefdadigheid verricht - filantroop
iemand die luistert - toehoorder
iemand die lijdt aan vallende ziekte   epilepticus
iemand die machines in elkaar zet - monteur
iemand die mank is - kreupele, manke
iemand die masseert - masseur
iemand die mee eet - meeëter
iemand die mensen besteelt - zakkenroller
iemand die mensen wekt - porder, wacht 
iemand die met de vijand samen werkt - collaborateur
iemand die met een ander iets beleeft - deelgenoot
iemand die met een beurs studeert - beursstudent, stipendiast
iemand die met een bootje langs schepen vent - parlevinker
iemand die met geld geld heeft verdiend   bankier, woekeraar
iemand die met geld tot hard werken wordt aangespoord - loonslaaf
 iemand die met geweld ontneemt - rover
 iemand die met goede bollen naar de stek bolt - bolder
 iemand die met lange tanden eet - kieskouw
 iemand die met valken jaagt - valkenier
 iemand die met zichzelf ingenomen is - ijdeltuit
 iemand die modecreaties maakt - ontwerper
 iemand die moderne talen bestudeert - neofiloloog
 iemand die moeilijk te doorgronden is - sfinx
iemand die mogelijke kopers naar binnen lokt - stoepier, stoepière
iemand die monteert - monteur
iemand die mooi gekleed is -  poen
iemand die morst - morser
iemand die muziek schrijft - componist
iemand die naar herzieningen streeft   revisionist
iemand die naast ons woont -  buur
iemand die nergens voor deugt - luiaard, nietsnut, niksnut
iemand die net zo heet   naamgenoot
iemand die niet pienter is    domoor, ezel, sufferd
iemand die niets uitvoert   nietsnut, luiaard, luierik, luiwammes, rentenier
iemand die onderwijs geeft   docent, leraar, meester, onderwijzer 
iemand die onrust brengt   onruststoker
iemand die op jacht gaat   jager 
iemand die opkoopt - handelaar, opkoper
iemand die pelt - peller
iemand die peutert - peuteraar
iemand die piano’s op toon brengt   stemmer
iemand die plaagt - drein
iemand die plannen maakt   plannenmaker
iemand die polemieken schrijft   polemicus
iemand die poseert - poseur
iemand die postzegels verzamelt - filatelist
iemand die raast of tiert - bulderaar, bulderbast
iemand die recensies schrijft - criticus, recensist
iemand die revelt - revelaar
iemand die rode letters aanbrengt in codex   rubricator
iemand die sabotage pleegt - saboteur
iemand die samenwerkt mat de vijand   collaborant, collaborateur, verrader
iemand die schepen uitrust - reder 
iemand die slecht behandeld  wordt - uitbijter
iemand die slecht spreekt   stamelaar, stotteraar
iemand die slechte zaken doet - krotter
iemand die snoept - snoeper
iemand die speelt   speler 
iemand die sport uit liefhebberij beoefent - amateur
iemand die spot - spotter
iemand die sprekend op een ander lijkt -  dubbel, dubbelganger,
 evenbeeld, spiegelbeeld,tweelingbroer
iemand die stamelt - stamelaar
iemand die steeds brand sticht - pyromaan
iemand die steeds giechelt / grinnikt - ginnegapper,  lachebek
 iemand die steeds in verzet is - dwarskop
iemand die steeds praat - filibuster
iemand die steeds van alles leent - leentjebuur
iemand die steelt   dief, kleptomaan, rover
iemand die stemt - stemmer
iemand die sterker is dan dat hij er uit ziet - binnenvetter
iemand die stoffen scheikundig onderzoekt - chemicus, laborant
iemand die stottert - stamelaar
iemand die streeft naar een  republiek - republikein
iemand die strooit - strooier
iemand die te voet op weg is - voetganger
iemand die tekeningen maakt - tekenaar 
iemand die tanks schoonmaakt  classificeerder
iemand die tijdelijk ergens verblijf houdt   gast, logé
iemand die tijdens de operatie voor de verdoving zorgt   anesthesist, narcotiseur
iemand die tot bisschop is gekozen en nog niet is gewijd   elect
iemand die traag van begrip is   domme, domoor, ezel, sufferd
iemand die uitersten najaagt - extremist
iemand die vaak leent, zonder ooit terug te geven - bietser, klaploper
iemand die van de stun moet leven - steuntrekker
iemand die van de weldadigheid moet leven - clochard, bedelaar
iemand die van een oud pak een nieuw maakt   keerder
iemand die van vrouwelijke sekse is   dame, deern, meisje, vrouw
iemand die van weldadigheid leeft   bedelaar
iemand die van zijn geld leeft   rentenier
iemand die van zijn hart geen moordkuil maakt   flapuit
iemand die van zoetigheid houdt   snoeper
iemand die veel in cafés vertoeft   habitué, kelner,  kroegloper, ober, stamgast,
iemand die veel talen spreekt   polyglot
iemand die veel met geld omgaat   kassier
iemand die veel ophef van alles maakt - druktemaker
iemand die veel opmerkingen maakt - bedilal
iemand die veel rookt - kettingroker
iemand die veel talen spreekt - polyglot
iemand die veel te hoge rente  eist - woekeraar
iemand die veel te kort komt   arme, stakker, behoeftige
iemand die vele malen miljonair is - multimiljonair
iemand die verdeeldheid of splitsing verwekt - scheurmaker
iemand die verdeeldheid eweeg brengt - onruststoker
iemand die vermeerdert - vermeerderaar
iemand die verslaafd is - addict, junkie
iemand die verslaafd is aan alcohol - alcoholist, dronkaard
iemand die verstand van iets heeft    deskundige, expert, kenner, specialist
iemand die verzot is op  muziek - melomaan
iemand die vies is - smeerpijp, vuilak
iemand die visnetten maakt   nettenboeter
iemand die vlas hekelt   repelaar
iemand die vlug van verstand is - knapperd
iemand die voor alle diensten wordt gebruikt - duvelstoejager
iemand die voor een ander een zaak beheert - zetbaas
iemand die voor gentleman wil doorgaan   snob
iemand die voor een notaris verschijnt om een akte te doen opmaken - comparant
iemand die voor gentleman wil doorgaan - snob
iemand die voor iets ijvert - propagandist
iemand die voor kunstzinnig en beschaafd wil doorgaan - snob
iemand die voor niets deugt - luiaard, luierik, luiwammes, nietsnut, niksnut, rentenier
iemand die voor tijdverdrijf allerlei dingen maakt - knutselaar
iemand die voorschriften te letterlijk opvolgt - letterknecht
iemand die vragen stelt in het parlement   interpellant
iemand die vreselijk veel drinkt - alcoholist
iemand die vrome levenswandel houdt   asceet
iemand die weddenschappen afsluit - bookmaker
iemand die zeden bekritiseert   zedenmeester
iemand die zich in de onthouding oefent   asceet
iemand die zich richt op de werkelijkheid   realist
iemand die zich verbeeldt veel te weten   wijsneus
iemand die ziekte voorwendt - simulant
iemand die zonder werk zit - werkeloze
iemand die zorgt voor aangespoelde goederen   strandvonder, strandvoogd
iemand die zorgt voor dagelijks voedsel - broodbakker
iemand die zotteklap uitslaat - revelaar
iemand die zo zich geabonneerd heeft - abonnee
iemand die zo zich inbeeldt veel te weten - wijsneus
iemand die zo ziek is - lijder
iemand die zo zielloos en willoos doet wat een ander wil - 
iemand die zwaar zwoegt - werkbeest, werkezel, werkpaard, zwoeger
iemand die zwerft   dolaard, landloper, nomade, zigeuner, zwerver
iemand die zijn werk uit protest neerlegt   staker
iemand die zijn zonden opbiecht   biechteling, boeteling,
iemand die zijn beloften niet nakomt   woordbreker
iemand die zijn doctoraal examen heeft gedaan   drs., doctorandus
iemand die zijn doel heeft bereikt   arrivé
iemand die zijn geloof verloochent  renegaat
iemand die zijn kennis alleen aan de ervaring ontleent   empirist, empiricus
iemand doen watertanden - tergen
iemand duchtig afrossen - (op zijn) tabberd (geven)
iemand er toe brengen iets te verklappen - ontlokken
iemand een tik geven - aantikken
iemand eren - huldigen
iemand met blauwbloed - edele
iemand met bochel   bultenaar 
iemand met dezelfde naam   genan, naamgenoot
iemand met een zeer harde stem - stentor
iemand met fijne smaak - epicurist
iemand met gekruld haar - kroeskop, krukkekop
iemand met gemengd bloed   creool, halfbloed, kleurling, mulat
iemand met verstand - kenner
iemand met werkelijkheidszin - realist
iemand iets kwalijk nemen - euvel, evenwel, gebrek, ziekte
iemand iets misgunnen - benijden
iemand iets wijs maken - opsteken
iemand in een deken opwerpen en opvangen - sollen
iemand in vertrouwen mededelen - toevertrouwen
iemand in zijn werk belemmeren - tegenwerken
iemand koud maken - doden
iemand kwetsen in zijn eer - beledigen
iemand leren kennen - groentijd, introductie, kennismaken, kennismaking
iemand met begaafdheid - fenomeen
iemand met bekrompen opvattingen - burger, filister
iemand met bepaalde gevoelens beantwoorden - bejegenen
iemand met blauw bloed - edele
iemand met bochel - bultenaar
iemand met dezelfde naam - genan, naamgenoot
iemand met dezelfde - medestander, overtuiging
iemand met een arm - eenarm
iemand met een bepaalde uiting beantwoorden - bejegenen
iemand met een fijne smaak - epicurist
iemand met een grote neus - Cyrano, Pinokkio
iemand met een kaal hoofd - kale
iemand met een liefhebberij - amateur
iemand om wie men lacht   risée
iemand op een hoge uitkijkpost - torenwachter
iemand onder invloed - dronkaard, zuiplap
iemand oneer aandoen   blameren
iemand toezeggen - opsteken
iemand tussen kind en volwassen - puber
iemand uit Beieren - Beier
iemand uit de Indische Archipel   Alfoer, Ambonees, Ajjeher,  Balinees, Batakker, Boeginees, Maleier, Niasser, Soendanees, Toradja
iemand uit de Kempen - Kempenaar
iemand uit een onbeschaafd milieu - palurk, proleet
iemand uit Libanon - Libanees
iemand uit Wales - Davy, Taffy
iemand uitsluiten van een  erfenis - onterven
iemand van adel   baron, barones, edel(e)man, edeling, freule, graaf, gravin, hertog, jonker, jonkheer, markies, prins, ridder, vorst
iemand van betekenis - eerst
iemand van de eerste kamer van het Engelse parlement - Hogerhuislid
iemand van de tweede kamer van het Engelse parlement - Lagerhuislid
iemand van de vrouwelijke sekse    dame, deern, doom,  juf, juffrouw, meid, meisje,  mokkel, vrouw
iemand van een idealistische evensopvatting - idealist
iemand van gelijke rang - pair
iemand van geringe afkomst die rijk is geworden - parvenu
iemand van grote levensopvatting - proleet
iemand van grote macht   mogol 
iemand van hetzelfde geslacht - seksgenoot
iemand van hetzelfde ras - rasgenoot
iemand van het gezantschap - attaché
iemand van hoge geboorte   edele, edeling, edelman
iemand van hoog aanzien - magnaat, matador
iemand van invloed - magistraat
iemand van terroriseren verdenken - terrorist
iemand van vijftien tot achttien jaar - puber
iemand van weinig kracht of talent - mug
iemand van zeer vrome en strenge levenswandel - asceet
iemand volgen - volgen
iemand voor het lapje houden - railleren
iemand voor toneeldecoraties - toneelmeester
iemand wiens liefde men heeft gewonnen - verovering
iemand zijn ongelijk doen inzien - overtuigen
iemand zijn werk afkammen - kleineren
iemand zoals men zelden aantreft - zonderling
iemand zonder beschaving - boer, lomperd, oermens, parvenu, proleet
iemand zonder eigen wil - meeloper
iemand zonder energie - jansalie, slappeling
iemand zonder enige degelijkheid - niemendal
iemand zonder enige zelfstandigheid - niemendal
iemand zonder fatsoen - plebejer
iemand zonder fut - slappeling
iemand zonder ondervinding - melkbaard
iemand zonder pigment   albino 
iemand zonder pit - verwijfde, wekeling
iemand zonder veerkracht - slappeling
iemand zonder werkelijkheidszin - dromer, fantast, idealist, irealist
iemands aandacht richten - aantonen
iemands afstammelingen in rechte lijn - oir
iemands doen en laten - gedrag, gedraging, handelwijze, lijn, manier
iemands eer en goede naam aantastend - lasterachtig
iemands eer of goede naam schenden - lasteren
iemands eigendom worden door erfenis - aanbesterven
iemands eigendom zijn - aanbehoren
iemands goede naam aanranden - beledigen
iemands leven bedreigen - belagen
iemands lieveling - oogappel, ogelijn, schat
iemands lot - karma
iemands mening aan de weet komen - peilen
iemands partij kiezen - bevatten, bijvallen, steunen
iemands vrijheid bedreigen - belagen
iemands wijze van schrijven - handschrift
ieme   bij, honingbij, imme
iemker   bijenboer, bijenhouder, imker
iep - kurkiep, olm, ulmus
iepachtigen - ulmaceeën
iepeboom - ypelaar
Ier   aal, aalt, gier, mestvocht, Paddy
Ierland   Eire, Erin, Hibernia
Ierland, berg in - Connemara, Errigal, Nephin
Ierland, deel van - Ulster
Iers alfabet - ogam
Iers-Amerikaanse terreurbeweging - Fenians
Iers dichter-geleerde - fili
Iers eiland - Achill, Clark, Clear, Mullet
Iers geheim genootschap - Feneans
Iers graafschap - zie Ierse provincie
Iers geschrift - Leinster
iers meer - Conn
Iers moeras - bog
Iers mos - leverkruid, parelmos
Iers ondergronds leger - IRA
Iers parlement   Dail
Iers republikeins leger - I.R.A., provisionals
Iers schrijver - Lefaine
Iers staatshoofd - Valera, Whilelaw
Ierse dans - reel
Ierse harp - clarsach
Ierse havenstad - Cobh
Ierse held - Conn
Ierse huurkoetsier - jarvey
Ierse hoofdstad - Dublin
Ierse koetsier van een karretje met twee banken   jarvey
Ierse munt   pond
Ierse nationale beweging - Sinn-Fein
Ierse provincie - 
4   Cork, Mayo
5   Cavan, Clare, Kerry, Louyh, Meith, Sigo
6   Carlow, Dublin, Galway, Offaly, Ulster
7   Donegal, Kildare, Munster, Wexford, Wicklow
8   Connacht, Kilkenny, Laoighis, Leinster, Limerick,
     Longford, Monaghan
9   Roscommon, Tipperary, Waterfood, Westmeath
Ierse rivier - Bann, Bayne, Barrow, Blackwater, Boyne, Corrib, Erne, Foyle, Lee, Moy, Shannon, Ree, Slanay
Ierse sport - hurling
Ierse stad   Antrim, Athy, Belfast, Cobh, Cork, Dublin, Galway, Limerick, Ulster
Ierse vrijheidsbeweging - ira
Ierse wal   bullfinch 
iet - beetje, kleinigheid, lichtelijk, wat
iets - beetje, enigszins, iet, ietwat, snufje, wat, weinig
iets aanpraten – aansmeren 
iets aanschaffen - aankoop
iets aantrekken - aandoen
iets dat afgeleid is - derivaat
iets afslaan - afwijzen, weigeren
iets dat groot is - kanjer, kolos, kokkerd
iets dat groot voordeel oplevert - goudmijn(tje)
iets dat heel weinig te betekenen heeft - niets
iets dat iemand raakt   belang 
iets dat iemand steeds weer trekt - trekpleister
iets dat in de weg staat - belemmering, obstakel
iets dat lang en dun is   sliert, staak, talhout
iets dat men tijdelijk gebruiken mag - leen
iets dat niet in de tijd past - wereldvreemd
iets dat niet in orde is - mankement
iets dat onaangenaam aan doet - onlust
iets dat onbetamelijk is   onbehoorlijk, ongepast, onoorbaar, onfatsoenlijk, ontoelaatbaar
iets dat rekken kan - rekbaar, rekker
iets dat rond is    bal, bol, kogel, wiel
iets dat smart veroorzaakt en niet is te ontdoen - Nessuskleed
iets dat toebereid is - preparaat
iets dat veerkrachtig is geworden - rekbaar
iets dat waar is - waarheid
iets dat werkelijk bestaat - entiteit
iets dat wezenlijk is - entiteit
iets dat zeer mooi is - beeld
iets doorgronden - kennen
iets door het lot laten beslissen   loten
iets drievoudigs   trilogie, trio, trits 
iets enigs in zijn soort - knoest, reus, unicum
iets ergens in doen - insteken
iets ergens plaatsen - neerzetten
iets ervaren - ondervinden, weten
iets extra's - toegift
iets fantastisch moois - droom
iets fijns - pik
iets geheel nieuws - novum
iets geleerd - kennen
iets getroosten - goed
iets geven aan vertrekkende - medegeven
iets geven tot vergelding - belonen
iets goed maken - boeten
iets goeds - deugd
iets groots - bommerd, kanjer, kokkerd, kolos, reus
iets groots in zijn soort - baas, kanjer, knoert, knoest, reus
iets gunstiger voorstellen - aandikken, flatteren
iets heel dwaas - idioterig
iets heel slechts - snert
iets herstellen - restaureren
iets in de plaats brengen van - inboeten
ietsje - beetje, tikkeltje
iets met woorden verdedigen - bepleiten
iets mollen - breken, slopen 
iets ondervinden   beleven, ervaren, meemaken
iets openmaken - aanbreken
iets ouds repareren - oplappen
iets pakken - grijpen
iets plaatsen - zetten
iets prettigs   weldaad, genoegen 
iets scheel - loens
iets slordig afmaken - knoeien
iets bter hand stellen - aanbieden, geven, presenteren
iets te warm voor de tijd van het jaar   broeierig, zoel, zwoel
iets tijdelijk afstaan   (uit)lenen
iets vangen - grijpen
iets van de koopsom laten  vallen - aflaten
iets van geen belang - niemendal
iets van geen waarde - lor, niemendal, onding, prul, vod
iets van korte duur - eendagsvlieg, efemeer, efemerisch, kortstondig
iets van plan zijn - menen
iets van zeer grote afmetingen   kanjer, kolos, reus
iets verbergen - dekken
iets verbinden - overeenkomst
iets vergroot voorstellen - opblazen, overdrijven
iets verhevens voorstellen in de kunst - idealiseren
iets verkeerds doen - euvel
iets verkrijgen - koop
iets verlaten - begeven, ontsnappen, ontwijken
iets vernemen - luisteren
iets vernieuwen - moderniseren
iets verrichten - doen, plegen, stichten, uiten, volvoeren
iets versmallen - versnijden
iets verzoeken - noden,  vragen
iets vettigs uitstrijken op - smeren
iets vinden - tellen
iets volkomen nieuws - novum
iets voornemen - voornemen, voorneming
iets voor de schijn - vernisje
iets waaraan alles ten offer moet worden gebracht - moloch
iets waar mee men klopt - klopper
iets waar veel werk aan is - sessie
iets wagen - aandurven, gokken
iets wat de veiligheid bedreigt   gevaar, onraad
iets wat niet baat - luizenzalf
iets wat op en neer gaat - wip
iets wat pas staat - vers
iets wat zeer mooi is   beeld, beeldig 
curiosum
iets weigeren - afwijzen
iets wonderbaarlijks - mirakel
iets zeer aangenaams - weldaad
iets zeer groots - enormiteit
iets zeer kleins - luis
iets zeggen - spreken
iets zeggend laten opschrijven - dictee, diktee
iets zoetelijks - miers
iets zonder belang - bagatel,  irrelevant
iets zonder waarde    kitsch, lor, onding, prul, vod
ietwat - beetje, enigermate, enigszins, iets, lichtelijk, wat, weinig 
ietwat baldadige jongeman - nozem
ievallig - guur, kil, onaangenaam, ongenoeglijk
iezegrim   brompot, knorrepot, nurks, wolf
iezegrimmig - narrig
ifte - klimop
iglo - eskimohut, ijshut, sneeuwhut
ignobel   gemeen, laag, laaghartig, onedel, onwaardig, vals
ignorant   dom, ignorantie, onkunde, onkundig, onwetend,  onwetendheid
ignoreren   ontkennen 
i grec - ypsilo
ik (Duits) -  ich
ik (Engels) -  I
ik (Frans) - je
ik  (Lat.)   ego
ik ben er klaar mee - alree
ik ben gekomen   veni
ik doe wat je vraagt - alree
ik geloof   credo
ik groet je - adieu, hadie
ik gevoelig - egocentrisch
ik heb de tijd - verletten
ik heb gevonden   eureka
ik heb gezien   vidi
ik heb gezegd   disci
ik heb gezien - vidi
ik heb gezondigd - peccavi, schuldbekentenis
ik heb ontvangen   accept
ik heb overwonnen   vici
ik kwam - veni
ik ontken - nego
ik overwon - vici
ik stem toe - akkoord, fiat, goed, top
ik verbied   veto
ik weet de naam niet - NN
ik weet het niet - nescio
Ikaria, berg op - Melissa
Ikat - handweefwerk (Indon.)
ik-en-jij steek - negsteek, tafellakensteek
ik-gevoelig - egocentrisch
ikheid - individualiteit
ikker    demon, droes, duivel, nekker, nikker, satan, zwarte
ikoon - heiligenbeeld
ikzucht   egoïsme, zelfzucht 
illade   epopee, epos, heldendicht
Ilium   Troje
ill - dril
illegaal - clandestien, heimelijk, ondergronds, onrechtmatig, onwettelijk, onwettig, verboden
illegale bewoner - kraker
illegale taxi - snorder
illegale vruchtafdrijving - criminalis
illegalen - verzetsstrijders
illegaliteit   ondergrondse, onrechtmatigheid, onwettelijkheid, verzet
ilegitiem   onecht, ongerecht onwettig,
illiberaal - bekrompen
illiciet   ongeoorloofd, verboden
illinois, hoofdstad van - Springfield
illinium   il., florentium, promethium
illiquide - onvereffend, onverrekenbaar, onzuiver
illuminatie   feestverlichting, lampion, verlichting 
illuminatiemiddel   lamp, kaars, teerton
illuminator - handschriftverluchter, verlichter
illumineerglas   vetpotje 
illusie   begoocheling, droom, droombeeld, geloof, hersenschim, pareidolie, schijnbeeld, utopie, waan(beeld), waan
illusies, zonder - ontgoocheld
illusionist   goochelaar 
illusoir   denkbeeldig 
illuster   beroemd, briljant, doorluchtig, edel, eminent,  heerlijk, prachtig, schitterend, voortreffelijk, uitstekend, voortreffelijk
illustratie   afbeelding, figuur, kenschetsing, plaat, prent, tekening, toelichting, verlichting, verluchting verduidelijking, vernering, voorbeeld
illustrator -  tekenaar
illustreren   aantonen, kenschetsen, tekenen, toelichten, tonen, verluchten
illericum, deel van - Dacië, Dalmatië, Macedonië, Noricum, Pannonië, Thracië 
illyrië, deel van - Albanië, Bosnië, Dalmatië, Herzegowina, Montenegro
ilmeniet - titaanijzer(erts)
iloaïet - lievriet
imaginair   denkbeeldig,  hersenschimmig, ingebeeld, vermeend
imaginaire winst - boekwinst
imaginatie   verbeelding,  verbeeldingskracht
imago - beeld, insect, status
imam - kalief, moskeehoofd
imam, eerste discipel van - bab
imam, twaalfde - Mahdi
imbeciel   dom, idioot, oerdom, oliedom, onnozel, stom, stommeling, stompzinnig, wezenloos, zwakzinnig(e)
imbiberen - intrekken, inzuigen
imidazool - glyoxaline
imipramine - tofranil
imitatie   antiek, na aperij, nabootsing, namaak(sel), navolging, novantiek 
imitatie astrakan - krimmer
imitatie astrakanbont - persiaan
imitatie edelsteen   doublet, stras 
imitatiegoud - doublé, similor
imitatiehoorn - galaliet
imitatie van Venetiaans kant - richelieu
imitator   na-aper, nabootser 
imiteren   na apen, nabootsen, nadoen, namaken, navolgen 
imker - bijenboer, bijenhouder, bijker, iemker, ymker 
imkerskap - keuvel
immanent   aanklevend, innerlijk, inwonend, verbonden, verknocht 
Immanuel - Emanuel
immaterieel   geestelijk, onstoffelijk
immaturiteit   onrijpheid 
immatuur - onrijp, ontijdig
imme - bij, honingbij, ieme,
immeditaat   onmiddellijk, rechtstreeks
immenkorf   bijenkorf
immens - enorm, geweldig, groots, oneindig, onmeetbaar, onmetelijk, ontzaglijk, reusachtig,
immensiteit - oneindigheid, onmetelijkheid
inmensurabel   onmeetbaar 
immer   aanhoudend, almaar, altijd, altoos, blijvend, eeuwig, ooit, semper, steeds, voortdurend, voorgoed
immer (Lat.) - semper
immermeer - ooit
immers   althans, namelijk, stellig, toch,  tenminste, trouwens, voorzeker, want, zeker
immersie   indompeling, onderdompeling
immigrant   inkomeling, landverhuizer, tramp 
immigreren - intrekken
imminent   dreigend, naderend, nakend
immobiel - onbeweeglijk, star
immobilisme - onbeweeglijkheid, onwrikbaarheid
immoderaat -buitensporig, excessief, onmatig, overdreven
immodest - lomp, onbescheiden, onwelvoeglijk
immolatie - opoffering, slachting
immoleren - opofferen
immoraliteit - onzedelijkheid, zedeloosheid
immoreel - ondeugdzaam,  onzedelijk, slecht,  verdorven
immortaliteit - onsterfelijkheid
immortellen - droogbloemen
immuniteit   onvatbaarheid
immuniteitsleer - immunologie
immuun   onschendbaar, ontheven, onvatbaar
impair   oneven 
impala - rooibok
impartiaal - onpartijdig
impasse - moeilijkheid, slop
impedantie - (stroom)weerstand
impediëren - belemmeren, verhinderen, verwarren
impediment - beletsel, hinderpaal
impenetrabel - ondoordringbaar, waterdicht
impensen   onkosten 
imperatief   bevelend, ga, gebiedend, gelastend, halt, loop, stop
imp -  ga, halt, loop, sta, stop
imperator   gebieder, heerser,  i, imp. keizer
imperceptibel - onmerkbaar, verborgen
imperfect   gebrekkig, onvolmaakt 
imperfectie   onvolkomenheid, gebrek
imperiaal - bagagerek
imperialisme - expansiedrift
imperium   keizerrijk, oppermacht, wereldrijk 
impermeabel   ondoordringbaar, ondoorlaatbaar, waterdicht
impertinent   brutaal, onbehoorlijk, onbeschaamd,
imperturbabel - onverstoorbaar
impetrant - eiser, verzoeker
impetueus - luidruchtig, onstuimig
impiëteit - goddeloosheid, snoodheid
impitoyabel - onmeedogend
implacabel - onverzoenlijk
implantatie - inplanting
implicatie - verwikkeling, verwarring
impliceren   bevatten, inhouden, meebrengen, omsluiten, vervatten
impliciet   inbegrepen, middellijk 
implorant - klager
imploreren - afsmeken, verzoeken
imponderabel - onweegbaar
impopulair - onbemind
import - invoer
important - belangrijk, gewichtig
importeren - invoeren
importeur - invoerder
importuniteit - overlast
importuun - lastig
imposant   indrukwekkend, groot, machtig, ontzagwekkend  
impotentie - onbekwaamheid, onmacht
impracticabel - ondoenlijk, onuitvoerbaar
imprecatie - bezwering, verwensing, vloek
imprescriptibel - onverjaarbaar
impregnatie - bevruchting, doordrenking
impressario - manager, ondernemer
impressie   indruk, schets 
impressief - krachtig
impressionabel - ontvankelijk
impressum - colofon
improbabel - onwaarschijnlijk
improbatie - afkeuring
imprimatur   impr.
improbiteit - goddeloosheid, oneerlijkheid, slechtheid 
improductief - onvruchtbaar, schraal 
improfitabel - onvoordelig
improvisatie   cadans, extempore, fantasie, rede, redevoering, toespraak, voordracht
improviserend (muz.) - et (et tempore)
imprudent - onvoorzichtig
impudentie - onbeschaamdheid
impugnatie - aantasting, aanvechting, bestrijding, weerstreving
impuls   aandrift, aansporing, bezieling, beweeggrond, drang, gril, instinct, neiging, opwekking, opwelling, prikkel, stoot, stroomstoot, vlaag
impulsief - aandrijvend, opwekkend, prikkelend
imputatie - aantijging, beschuldiging, toerekening
impuur   onrein, onzuiver, troebel
in   alree, binnen, gedurende, intra, oraal
in aanbidding verzinken - aanbidding
in aanleg aanwezig - potentieel
in aanmerking komende - relevant
in aanmerking nemen - meetellen, regarderen
in aanraking komen met - coudoyeren
in aantal - kwantitatief, numeriek
in aantal doen toenemen - vermenigvuldigen
in aantocht - onderweg
in aantocht zijn   naderen, onderweg
in aanzien - aangezien, tel, getapt, gezien
in achtingzijn – meetellen
in acht nemen - betrachten, nakomen, naleven,  observeren
opvolgen
in actie komen - handelen, reageren
in adelstand verheven - adelen
in Afrika levende zwarte raaf - aasraaf
in alle opzichten - alleszins
in alle opzichten betrouwbaar - patent
in alle richtingen - kriskras, schots en scheef, wirwar
in alle richtingen dezelfde eigenschappen hebben - isotoop, isotroop
in alle talen ervaren - omniglot
in allen dele geheel en al - gans(e)lijk
in allerlei kleuren - bontgekleurd
in alles de leiding willen hebben - bazig
in alles toegeven - verwennen
in allerijl - holderdebolder, inderhaast, spoorslags, ijlings
in andere richting - andersom
in angst verkeren - gat
in armoede vervallen - verpauperen
in arren moede - euvel, evel, gebrek, kwaal, ziekte
in ar rijden - arren
in azijn en kruiden inmaken - marineren
in azijn met kruiden en uien gelegd - gemarineerd
in ballingschap leven - exileren, exuleren
in ballingschap zenden - verbannen
in bed vertoeven - liggen, rusten,  slapen
in bedwang houden - bedwingen, beheersen, coërcitie, ringeloren
in beeldspraak - fig(uurlijk), metaforisch, overdrachtelijk
in beeltenis - in etfigie
in beginsel - principieel
in beginsel aanwezig   rudimentair
in behandeling   aanhangig
in behoorlijke staat - wel
in beoefening brengen - professeren
in bepaalde stemming verkeren - geluimd
in bepaalde volgorde - achterelkaar, alfabetisch, beurtelings, opeenvolgend
in bepaalde verhouding - afnemend, degressief
in beroering brengen - storen, verwarren
in bescherming nemen - patrocinatie, patrocineren
in beslag houden - loslaten
in beslag nemen - confisqueren, eigenen, enteren, naasten,
saississeren
in betekenis tegengesteld - antoniem
in beterschap toenemen - aanbeteren
in betrekking tot de tijd - eerst
in bewaring - endepot
in bewaring gegeven geld - disposito
in bewaring geven   consignatie, consigneren, deponeren, opbergen
in bewaring stellen - sequestreren
in beweging - gaande
in beweging brengen - moveren
in beweging komen - lopen, loskomen
in beweging zetten - moveren
in bezit krijgen - verkrijgen
in bezit nemen -bezetten, naasten, occupatie, occuperen, toeëigenen, verovering
in bijzonderheden - gedetailleerd
in bochten wringen - kronkelen
in boeien slaan - knevelen, paternoster
in bonis - gegoed
in bordpapier binden - kartonneren
in bruikleen afstaan - lenen
in bruikleen ontvangen goed - leen
in buitengewone dienst - b.d., i.b.d.
in bijzonderheden - gedetailleerd, speciatim
in casu   als, indien, ingeval, i.c.
in cellen verdeeld - cellulair
in circulatie brengen - introduceren
in citeren   aanvuren, aanzetten, opruien, prikkelen
in conditie
in dat - daar, in
in dat geval - alsdan, dan, i.c,
in de adelstand verheffen - adelen
in de armen sluiten - omarmen
in de arm nemen - inhaken
in de auto een signaal geven - toeteren
in de benauwdheid - transes
in de benedenste lagen - onderin
in de beste kleren - paasbest
in de bloedvaten - intravasculair, intraveneus
in de bodem - basaal
in de breedte - overdwars
in de bres springen voor - porteren
in de buurt   naastgelegennabijgelegen, omtrent, ongeveer, omstreeks, rond, nabij, vlakbij  
in de contramine - tegendraads
in de echt geboren - legitiem
in de derde plaats komend   tertiar
in de eerste plaats - allereerst, bovenaan, bovenal, eerst, oorspronkelijk, primair, vooraan, vooral, voorop
in de eerste rij - vooraan, voorin
in de eerste tijd - vooreerst
in de eerstvolgende maand - proximo
in de endeldarm - rectaal
in de gauwigheid - inderhaast, terloops, vluchtig
in de gedachte - geestelijk, ideëel, in de geest, mentaal
in de geest   mentaal
in de geest levende voorstelling   idee
in de geest voorstellen - begrijpen
in de gespreksvorm inkleden - dialogiseren
in de gevangenis doen - opsluiten
in de gevangenis gooien - kerkeren, opsluiten
in de grond bedorven - pervers, tegennatuurlijk
in de grond boren - afmaken, torpederen
in de grond brengen - indoen
in de grond gegraven gang met borstwering   loopgraaf
in de grond levend zoogdier - mol
in de grond zetten - planten, poten
in de handel - commercieel
in de hersenen achtergebleven indrukken - engram
in de hoedanigheid van - q.q. (qualitate qua)
in de hoogste graad - uiterst
in de hoogste mate   extreem, meest, uiterst,
in de hoogste mate goed - allerbest
in de hoogte brengen - grootbrengen, meevoeren, opbrengen, opleveren, opmalen, voortbrengen
in de hoogte geven - opgeven
in de hoogte halen - hijsen
in de hoogte steken - ophemelen, roemen
in de huid - intracutaan,  intradermaal
in de juiste mate - afgepast
in de juiste stand brengen - bijstellen
in de kerkelijke ban doen - anatematiseren
in de kiem aanwezig - embryonaal
in de knoei -  klem, wanhopig
in de leeftijd van (op portretten) - aet
in de lengte - horizontaal, longitudinaal, lijnvormig, overlangs 
in de loop van de tijd   mettertijd
in de lopende maand   c.m. (currente mense)
in de mond   oraal
in de naam van God   l.N.D. (In nomine Dei)
in de naam van Jezus   I.N.I. (In nomine Jesu)
in de nabije toekomt   binnenkort, eerlang, straks
in de nabijheid - dichtbij
in de narigheid zijn - lijden
in de olie - dronken, teut, zat
in de open lucht   buiten 
in de plaats stellen   substitueren, vervangen
in de plaats van   in loco 
in de puntjes - keurig, perfect, volmaakt 
in de put - verdrietig
in de rats zitten – knijpen
in de rechte tijdmaat - a tempo
in de regel   dikwijls, doorgaans, gewoonlijk, meest, meestal, normaal, vaak, veelal 
in de rimboe - achteraf, afgelegen, ver
in de rondte gaan - rondgaan
in de stad   e.v. alhier
in de strijd omkomen - sneuvelen
in de toekomst - dan, eens, later, ooit, straks, voortaan
in de tuin werken - tuinen, tuinieren
in de volle lengte   languit
in de war - confuus, geschokt, overstuur
in de war raken - ontstellen, verwarren
in de war maken   ontstellen, verwarren
in de weer zijn - vlijtig
in de weg staan - hinderen, obstrueren
in de wolken - opgetogen
in de wolken zijn - vrolijk
in de zin van   a la, sensu
in de zon gedroogde repen vlees - biltong
in de zijlinie - lateraal
in delen doen - indelen, ontleden
in delen scheiden - indelen, verdelen
in der haast gereed gemaakt   impromptu
in dezelfde mate - evenzeer, gelijkmatig, ook
in dezelfde plaats   alhier 
in dezelfde toestand blijven - constant, stabiel, stationair
in dezelfde tijd   simultaan, tegelijk
in deze tijd - als, huidig,  nu, ook, tegenwoordig, samen, simultaan, tegelijk, thans
in deze tijd geldend   vigerend 
in deze zin   h.s.
in dichtmaat berijmen - versificeren
in die mate   dermate, derwijze, indertijd, onderwijl, terwijl, toentertijd, toenmaals, zodanig,  zozeer
in die tijd - destijds, toen
in die zin - eosenu (Lat.), zo, zodanig
in dienst - actief
in dienst nemen - aanwerven
in diepe slaap leggen   ronken 
in dier voege   dermate, derwijze, weshalve,  zodanig, zodat, zozeer
in dit geval   in casu l.c.
in dit jaar   h.a. (hoc anno)
in dit teken   i.h.s.
in doodstrijd zijn - agoniseren
in drie soorten   drieërhande, drieërlei
in drievoud - triplo
in dubio zijn - weifelen
in een ader geschiedend   intraveneus
in een ar rijden   arren
in een bepaalde stemming verkerend - geluimd
in een bespottelijk daglicht stellen - karikaluriseren
in een blijde stemming - vrolijk
in een boek opzoeken - naslaan
in een code brengen - coderen, koderen
in een dagboek schrijven - journaliseren
in een dos steken - dossen
in een eest drogen - eesten
in een gelid scharen - rijen
in een gestalte belichaamd - personificatie
in een groot aantal - legio
in een groter geheel opnemen - inlijven
in een kale stemming - gerust
in een kamp onderbrengen - legeren
in een hoekje - stilletjes
in een klap - alles, ineens, tegelijk
in een kolonie onderbrengen - koloniseren
in een koopmansboek bijschrijven - aanboeken
in een kwaad humeur zijnde - slechtgehumeurd
in een lichte slaap vallen - insluimeren
in een lijst zetten - intabuleren, inlijsten, omranden
in een molen fijn malen - malen
in een moutoven drogen - eesten
in een munt geslagen merk - klop
in een muur gerammelde opening - bres
in een of ander standaardwerk opzoeken - naslaan
in een ogenblik - mum, tel, wip
in een opwelling   impulsief
in één opzicht - enerzijde
in een oven drogen - eesten
in een park opstellen - parkeren
in een passende verhouding - evenredig
in een rechtsgeding gewikkeld zijn - procederen
in een register opgetekend - aangetekend
in een richting doen gaan - leiden
in een slede rijden - arren
in een soort vocht dopen - insoppen
in een sop dopen - insoppen
in een stok verborgen wapen   steekdegen, stekade
in een strijd zegevieren - winnen
in een strik vangen - strikken
in een strop vangen - strikken, stroppen
in een tent verblijven - kamperen
in een toestand komen - geraken
in een vereniging aaneensluiten - aggregeren
in een vloeistof opgaan - oplossen
in een voertuig laden - inladen
in een vorm gieten - mouleren
in een vroegere tijd - tevoren
in een wieg schommelen - wiegen
in een wip   even, meteen, zo
in één woord - enfin
in een zaak betrekken - verwikkelen
in een zekere toestand zijn - liggen
in eer herstellen - rehabiliteren
in eerste aanleg - primordiaal
in eigen handen - a. m. p., zelf
in eigen land - binnenlands-
in eigen persoon    ep (en personne), persoonlijk, zelf
in eigendom hebben - possederen
in elkaar - compact,  ineen
in elkaar gevouwen vellen - katern
in elkaar gewonden touw - dral
in elkaar gezet - hecht
in elkaar slaan - aftuigen
in elkaar vallen - instorten, invallen, neerstorten, neervallen
in elkaar zetten - ensceneren, monteren, redigeren
in eikaars gezelschap - samengaan
in elk geval - absoluut, althans, altijd, beslist, ingetwijfeld, pertinent, sowieso, stellig, tenminste
in elk opzicht - alleszins, gans,volkomen
iin ellende verkeren - lijden
in ellendige omstandigheid  verkeren – beroerd
in Engeland iemand die op kamers woont   lodger
in ere houden - gedenken
in erge mate   aarts, bijzonder, danig, deerlijk, fel, geweldig, grotelijks, hevig, ruimschoots, sterk, stierlijk, ultra, verdraaid, verreweg, zeer, zo
in ergere zin - s.st., eigenlijk
in ernst - serieus
in ernst bedoeld - menens, serieus
in ernst bedoelen - menen
in even sterke mate - evenzeer
in evenwicht - evenwichtig, stabiel
in evenwicht houden - balanceren
in feite - eigenlijk
in flessen over tappen - bottelen
in functie - actief
in functie zijnde - F.G., tegenwoordig
in galop rijden - rekken
in gebreke   nalatig, schuldig
in gebreke (Lat.) - im (in mora)
in gebreken blijven - falen
in gebruik   bezet, gangbaar, gebruikelijk, gevraagd, gewild, in usu, omloop, usueel
in gebruik afstaan - lenen, uitlenen
in gebruik brengen - toepassen
in gebruik gegeven goed - leen
in gebruik geven - lenen, uitlenen
in gebruik nemen - openen
in gebruik van   in usu
in gedachte afzonderen - abstraheren
in gedachten houden - aandenken
in gedachten houden van iets - aandenken
in gedachten verdiept - afgetrokken, verstrooid
in gedachten verzonken zijn - mijmeren, soezen, suffen
in geding brengen - moveren
in geen geval - niet, nimmer, nooit, stellig
in geen plaats - nergens
in geestdrift - lorum
in geestdrift brengen - aansteken, enthousiasmeren, inspireren
in geheim - stiekem
in geheim beraden - broeden, peinzen, uitdenken
in geheime zitting   i. g. z.
in geheimschrift overzetten - coderen, koderen
in geld omzetbaar - negotiabel, verhandelbaar
in geldelijk opzicht bestaan - leven
in gelijke delen - partim
in gelijke mate - even, evenredig, evenveel, evenzeer
in gelijkmatige verhouding - evenredig
in genen dele - geenszins
in gereed geld - cash, contant
in gereedheid - klaar
in gereedheid brengen - inrichten, klaarmaken
in geringe mate - beetje, iets, klein, luttel, weinig 
in gespannen aandacht - ademloos
in gesprek - bezet
in gestrekte galop rijden - rekken
in getallen uitgedrukt   numeriek
in getallen uitgedrukte gegevens - statistiek
in gevaar zijn - pericliteren
in geval - als, indien
in geval van - c. q.
in gevecht   slaags
in gewoon schrift overbrengen - decoderen
in gezelschap - samen
in gezelschap ontmoeten - coudoyeren
in gezelschap van - met
in goede conditie   fit
in goede doen   in bonis, rijk
in goede staat - deugdelijk, prima, puik
in goede stijl opzetten - stileren
in graden afgedeelde boog van een meetinstrument - limbus
in groepen afdelen - groeperen
in grondverf zetten   menieën
in grote angst - transes
in grote blijdschap - bekoord, geëxalteerd, opgetogen, opgewonden, verrukt
in grote haast - ijlings
in grote hoeveelheid - legio, massaal, meer
in grote massa neervallen - regenen
in grote mate - ernstig, overvloedig, overvoerd, volop
in grote ongelegenheid - branding, impasse, moeilijkheid
in grote pracht - luxueus, opulent, weelderig
in grote verlegenheid - labberente 
in grote verwondering brengen - verbazen
in groten getale - massaal, menigte
in grotere hoeveelheid   meer
in grove trekken - grofweg, lompweg, ruw, ruwweg
in haast opgeworpen verschansing   barricade, rideau
in het afgelopen jaar   a.p.
in het aangehaalde werk   op. cit., o.c.
in het algemeen   i.h.a., doorgaans, meestal
in het begin - aanvankelijk, eerst 
in het bijzonder   inzonderheid, vooral
in het buitenland   buitenslands 
in het gebied der ongelovige - i.p.i.
in gebreke -  nalatig
in gebreke(Lat.) - i.m.
in gebruik - bezet
in gebruik afstaan - lenen, uitlenen
in het geding - processueel
in het geding brengen - moveren
in het gegeven geval   c.q. (casu quo)
in het geheel - a.s., (ad summam), helemaal, totaal
in het geheel geen beweging maken - bewegingloos, geen vin verroeren, immobiel, roerloos
in het geheel niets   generlei, niemendal, niks, nihil, snars,
in het geheim   clandestien, crypto, heimelijk, latent, ondershands, privatim, rosa, steels, stiekem, sub, tersluiks, verborgen, tersluiks, verholen, verstolen
in het gelid stellen - aantreden
in het gemoed treffen - ontroeren
in het geniep - stiekem
in het genoemde jaar   d. a.
in het gras weiden - grazen
in het geval dat   c.q., casu quo
in het heilige jaar - a.s.
in het hoogste gedeelte - bovenin
in het jaar   anno, a. o.
in het jaar des Heren   Anno Domini, a.d.
in het jaar der wereld   anno mundi, a.m.
in het jaar voor Christus geboorte   a. a. C.
in het klein - miniatuur
in het komende jaar   a.f. (anno futuro
in het kort - summier
in het lopende jaar   a.c. (anno currente)
in het middelpunt   centraal 
in het midden   centraal, halverwege, medio, misogaam
in het midden brengen - opperen
in het midden gelegen – centraal
in het nauw - klem
in het nauw gebracht   benard 
in het onderhavige geval   c.q. (casu quo)
in het ongerede   onklaar
in het oog lopend   duidelijk, evident, opvallend
in het oog vallend   frappant, markant, opvallend, treffend
in het openbaar - openlijk, publiek
in het slop - wanhopig
in het vaderland (Lat.) - i.p.
in het verleden   eertijds, vroeger, weleer
in het verleden noch in de toekomst    nimmer, nooit
in het vervolg   later, naderhand, voortaan
in het volgende jaar   a.f. (anno futuro)
in het vuur verguld zilver - vermeil
in het water levende dieren - hydrozoa
in het water levend knaagdier - bever
in het water levend zoogdier - narwal
in het water plonzen - duiken
in het water uitstekende grond - landtong
in het water vooruitspringend hoektand - horn
in het water zwevende micro-organismen - plankton
in het wild groeiende plant - weegbree
in het wilde - lukraak
in het wilde weg   los(weg), lukraak, onvoorbedacht, pardoes, plompverloren, plotseling, roes, voetstoots, zomaar
in het wilde weg verspreiden - verstrooien
in hevigheid afnemen   luwen
in hinderlaag - onzichtbaar, verdekt
in hoge mate   danig, erg, hevig, hooglijk, zeer
in hoge mate gelukkig - zalig
in hoge mate stevig - sterk
in hogere mate - meer, sterk
in hoedanigheid van   qua
in hope - in spe 
in hoedanigheid van - qua
in hoekige vorm buigen - knikken
in hoeveelheid toenemen - meerderen
in hoge mate - aanzienlijk, brandend, bijzonder, danig, deerlijk, dermate, dubbel(sterk),  erg, gruwzaam, hevig, hooglijk, innig, meest, nijpend, schandelijk, schromelijk, supra, stierlijk,ultra, verreweg, zeer
in hoge mate boeien - betoveren
in hoge mate boeiend - betoveren
in hoge mate ergerlijk - schandalig, schandelijk
in hoge mate geboeid - betoverd,verrukt
in hoge mate onbezonnen - driest, roekeloos
in hoge mate stout - vermetel
in hoger beroep gaan - appelleren
in hoger sferen - opgetogen, verrukt
in hogere mate - meer, veeleer 
in huis   binnen(shuis), thuis 
in huis gebleven - thuis
in huis rondbeuzelen - kissebissen
in ieder geval - altijd, beslist, licht, per see, stellig,  zeker 
in ieder opzicht - alleszins, gans, volkomen,
in iemands afwezigheid - achterbaks, stiekem, verborgen,
in iemands handen stellen - leveren
in iets rondgrijpen - graaien
in Indië geboren Chinees van zekere stand - Bata
in Indonesië geboren Chinees - baba
in Indonesië groeiende boom - teak
in ionen splitsen - ioniseren
in Israël geboren jood - sabra
in je eentje - uppie
in je woning - thuis
in kaart brengen - cateren, mapperen
in kampen onderbrengen - legeren
in kartels aftekenen - kartelen
in kavels verdelen - verkavelen
in kegelvorm geperste klomp - brood
in kleine stukjes snijden - kerven
in kleine stukjes - kruimelig, uiteenvallend
in kleine stukken verdelen   verhakken, versnipperen, versplinteren
in kleur afstekend - stip
in klinker gelijk zijn - assoneren
in koffie gedoopt suikerklontje - canard
in kokend vet gebakken spijs - frituur
in koor dansen   reien 
in koortstoestand praten - ijlen
in koor zingen - reien
in korrelvorm - korrelvormig
in korte tijd - aldra, dra, gauw, spoedig, vlug, weldra
in kracht afnemend   (muz.) decrescendo, deer.
in kracht toenemen - opsteken, wakkeren
in kracht toenemend   (muz.) crescendo, cresc.
in kristal bevroren waterdamp - sneeuw
in kwade luim - balorig, gemelijk, kregelig, neetorig, onwillig
in laatste instantie - uiteindelijk
in leden verdeeld - geleed
in leeftijd gevorderden   ouderen 
in leen gegeven - lenen
in leen gegeven geldsom - lening
in leen geven - belenen
in lengterichting - longitudinaal, strekkend
in letters of cijfers uitgedrukte waarde   formule
in leven zijnde - levend
in lichte graad ziek - ongesteld
in liggende positie - gelegen, horizontaal
in loco - il
in lood zetten   loden
in lijnen uitbeelden   tekenen
in maatverzen - metrisch
in margine   i.m., marginaal
in massa - massaal
in memoriam - im
in menigte voorkomen - pulluleren
in metaal geëtste voorstelling om te drukken - cliché
in metaal graveren met niëllo - niëlleren, zwartsel vullen
in mindering - aftrek
in naam van - namens
in nauwe betrekking tot de hemellichamen staand - astraal
in noodzakelijkheid brengen - necessiteren
in of met ijs afkoelen - frapperen
in- of toevoegen - aanbrengen, maken, plaatsen
in ogenschouw nemen - monsteren
in omgekeerde richting   achterstevoren, averechts, tegen
in omgekeerde volgorde - andersom, retro
in omloop - courant, gangbaar
in omloop of gangbaar zijn - omlopen, rouleren
in omloop zijn - circuleren, rouleren
in omloop zijnd geld - numerair
in omtrek - perimetrisch
in omvang afnemen - slinken, vermageren
in omvang toenemen - opzwellen, groeien
in onbruik geraakt - antiek, obsoleet, vergeten, verouderd, versleten
in onderhavig geval   l.c.
in ondertrouw gaan   aantekenen
in ontredderde toestand   desolaat
in ontvangst nemen   incasseren,  innen, ontvangen
in ontwikkeling   embryonaal, evoluerend
in ontwikkeling achtergebleven – rudimentair
in onze dagen – heden, nuthans 
in opdracht van   namens 
in opgesloten - inpliciet
in opspraak brengen - compromitteren
in optima forma   volkomen 
in orde – af, afgesproken, fiat, gereed, gewettigd, goed, i.o., juist, kits, klaar, legitiem, oké, o.k., okido, terecht, toegestaan 
in orde brengen   beredderen, gereedmaken, klaarmaken, regelen
in overvloed – genoeg, zat
in parenthesi   terloops 
in persoon   e.p., en personne 
in plaats van   namens, vanwege, wegens, i.p.v.
in plaats van het zegel – l.s.
in plooien schikken - draperen
in poedervorm   melig, pulverachtig 
in puin slaan - afbreken
in rang verhoogd   bevorderd,gepromoveerd
in rang verlaagd – gedegradeerd
in rang verlagen – degraderen
in reepjes snijden – kerven
in rijen feestelijk dansen - hossen
in rubrieken splitsen – specialiseren
in ruil voor - tegen
in ruime mate    overvloedig
in samenwerking – gezamenlijk
in scène zetten - ensceneren
in schijn - pseudo
in sieraden gebruikt mineraal – maansteen
in snippers snijden - snipperen
in spe.   toekomstig
in staat   bekwaam, geschikt, goed
in staat te betalen   solvent
in staat tot   capabel, kunnende
in staat tot betalen - solvabel
in staat van wording   l.s.n.
in staat zijn - kunnen
in stand houden   behouden, conserverenhandhaven
in stand houder - steunpilaar, stut
in sterke afnemend   (muz.) diluendo, diminuendo
in stijlvorm brengen - stileren
in stilte - geheim, ongemerkt
in strijd met   anti, contra, strijdigtegen
in strijd met de rede – irrationeel
in stukken – kapot
in stukken delen - scheuren
in suspenso   hangende
in teerlingvorm   kubus
in tegengestelde richting - andersomtegenin
in tegengestelde stand – omgekeerd
in tegenspraak - strijdig
in het geheim – steels
in te grote mate - overtollig
in tijdnood verkerend   gehaast, haastig
in toom houden – beheersen, beteugelen
in toorn ontstoken – toornig
in touw - bezig
in trek – begeerd, getapt, gewild, gezien, gezocht, veelgevraagd
in trek zijn – getapt, gewild, gezien
in tweeën   doormidden, gehalveerd, middendoor
in tweeën gevouwen vel papier   folio
in twee gelijke stukken verdelen   halveren
in twee vormen voorkomend – dimorf
in tweevoud - duplo
in verband met   i.v.m.
in verhouding   evenredig
in 1296 vermoorde graaf – Floris
in vaten doen – fusten, tonnen
in veiligheid - gered
in vertrouwen   sub rosa
in verval - decadent
in verwachting – pregnant, zwanger
in verzet komen - opsteken
in vieren gedeeld (herald.)   ecarelé
in voice - i.v.
in volgorde   resp. (respectievelijk)
in volkomen gezondheid - blakend
in volle vergadering - in pleno
in volle zee   buitengaat
in voorkomend geval   eventueel, evt., gebeurlijk
in voorraad – reserve, voorhanden, voorradig
in vorm gegoten metaal - afgietsel
in vrede   i.p. (in pace)
in vrijheid stellen - loslaten
in vroeger tijden   eertijds olim, ooit, weleer, voorheen
in vuur en vlam staan - branden
in vuur verguld zilver – vermeil
in waarde gelijk zijn - opwegen
in water dompelen   dopen 
in water zwevende organisme   nekton, plankton
in weerwil van – (des)ondanks
in welk geval   c.q. (casu quo)
in wezen samenvallend – identiek
in wezen zijn - bestaan
in wijde plooien schikken – draperen
in wilde vaart naderen – aanstormen
in woede geraken – opsteken
in woede razen - tieren
in zee liggende ondiepte   plaat,  strandwal, zandbank
in zee uitstekend gebergte   kaap 
in zee uitstekende dam   pier, wandelhoofd
in zee uitstekende landpunt   landtong, tong
in zee uitstekende landpunt tussen twee riviermonden – plei
in (zeer) hoge mate - dermate, dodeljjk, nameloos
in zekere mate – nogal
in zekere toestand komen - geraken
in zich opnemen   inademen, inhaleren
in zichzelf gekeerd - eenzelvig
in zijn geheel   en bloc, integraal
in zijn huis - thuis
in zijn sas - tevreden
in zijn sas zijn - vrolijk
in zijn schik - ingenomen
in zijn uppie - afgezonderd, alleen, eenzaam
in zijn vaart belemmeren - remmen, stuiten, vertragen
in zijn vuistje lachen - gnuiven, gniffelen, ginnegappen
in zo hoge graad - dermate
in Zuid Amerika voorkomende vogel   agami. kolibrie 
in zwang - levend
inactief – schizoï
d, werkloos
inachtneming   betrachting, nakoming, observantie, opvolging, waarneming 
inadembaar - respirabel
inademen - inhaleren,  
inademing   aspiratie, inhalatie 
inaliënabel - onvervreemdbaar
inalterabel - onbederflijk, onveranderlijk, stabiel 
inamovibiliteit - onafzetbaarheid
inaniteit - nietigheid
inanitie - afmatting, hongering, ondervoeding, ontbering, uitputting
Inanna - Esjtar, Isjtar
inattentie - achteloosheid, onachtzaamheid, onoplettendheid
inauguratie   intrede, intreerede, inwijding
inauguratierede   oratie 
inaugurele rede - oratie
inbaar - invorderbaar
inbakken - inkrimpen, slinken
inbannen - introeven, troeven
inbeelding   hersenschim, imaginatie, imagineren, presumptie, trots, trotsheid,  verbeelding, verwaandheid, visioen, waan
inbegrepen   impliciet, inclusief, incluis, incl., meegerekend, inbegrijpen - subsumeren meegeteld, met
inbeslagneming   beslaglegging, confiscatie, saisie
inbeuren - intillen, ontvangen 
inbewaringstelling - detentie, hechtenis
inbezitneming   occupatie 
inbezitneming (wederrecht.) - diefstal, embargo, occupatie, toeëigening, verovering, usurpatie
inbezitstelling - immissie
inbinden - bedwingen, innemen, matigen, ophalen
inblazen - souffleren
inblazing - inspiratie, insuffatie
inblikken - conserveren
inboedel - ameublement, boedel, boel, huisgoed, huisraad, inventaris, meubelement, meubels, meubilair
inboegen - instevenen, invaren
inboeken - registreren
inboeten - verliezen, verspelen
inboezemen - ingeven, inspireren
inboorling   inheemse, inlander,  inwoner, kreool,  landzaat, native, naturel
inboorlingen - natives
inboorlingendorp - kraal, nederzetting
inboorling van Afrika   Bantoe, Bosjesman, Hottentot, Kaffer, neger, pygmee, Zoeloe
inboorling van Arabië   Arabier
inboorling van Groenland   Eskimo
inboorling van Madagascar - hova
inboorling van de Filippijnen - Negrito
inboorling van Nieuw Zeeland   Maori
inboorling van Sandwicheilanden - kanaka
inboorling van Savooie - Savooiaard
inboorling van Sumatra - Batak
inboorling van Suriname - Marron
inboorling van West Irian   Papoea
inboorling van Zuid Afrika   Hottentot, Naturel
inborst   aard, geaardheid, gemoed, gemoedsaard, gestel, innerlijk, karakter, natuur, tuk
inbouwen - omringen
inbraak - diefstal, inbreking, kraak
inbraakvrije kast - brandkast
inbraakvrije ruimte - kluis
inbraak doen - inbreken
inbreken - kraken, sabberen (barg.)
inbreker   dief, geveltoerist, indringer, insluiper, kraker, rover
inbreker (Fr.) - cambrioleur
inbrekerswerktuig met haken - krombek
inbreng - inleg, bijdrage
inbrenging   aandeel, immissie
inbreuk - aanranding, aantasting, derogatie, infractie, krenking, ontheiliging, overtreding, schending, schennis, verkrachting, violatie
inbreuk op rechten van een verkoper - retract
in bruikleen afstaan - lenen
inbijting -  maceratie
incantatie - betovering, toverspreuk, toverij
incapabel   onbekwaam, ongeschikt 
incapaciteit - onbekwaamheid, ongeschiktheid
incarceratie - kerkering, opsluiting
incarnatie   menswording, vleeswording 
incarnatie van Vishnoe   Rama 
incarneren - belichamen, verpersoonlijken
incasseerder - inner, kassier
incasseren - innen, ontvangen 
incasso   kassiersloon 
incest - bloedschande
incident   gebeurtenis, geschil, geval, hindernis, rel, stoornis, voorval 
incidenteel   bijkomstig, casueel, occasioneel, terloops, toevallig
incideren - insnijden
incipiëren - aanvangen, beginnen
incisie   insnijding, snede 
incisief - bijtend, scherp, snijdend
incitabiliteit - prikkelbaarheid
incitatie - aansporing, aanvuren, aaanzetten, aanzetting, ophitsing, opruiing, prikkeling, vermaning
inciteren - opruien, prikkelen
inclinatie   genegenheid, geneigdheid, helling, neiging, verbuiging
includeren   insluiten, bevatten 
incluis - hinderen, inclusief, inbegrepen
inclusief   inbegrepen, incluis, incl., medegerekend, meegerekend 
incompatibel -  incompetent, onbekwaam, onbevoegd, onverenigbaar
incompetent   onbekwaam, onbevoegd
incompleet   onaf, onvolledig, onvoltallig
inconciliabel - onverenigbaar, onverzoenbaar
inconsequent - onlogisch
inconsequentie in de versbouw - nakoloet
inconsistentie - onbestendigheid, onvastheid
inconstitutioneel - ongrondwettig
incontestabel - onbetwistbaar, onwedersprekelijk
incontinentie - bedwateren
inconveniënt - bezwaar, ongemak, ongerief
incorporatie - inlijving, menswording
incorrect - gebrekkig, onbehoorlijk, onjuist, onnauwkeurig
incourant - onverkoopbaar
increduliteit - ongelovigheid, twijfelzucht
increment - aangroeiing, toeneming
incriminatie - beschuldiging
incrustatie - invatting, omkorsting, verharding, verkalking
incubatie - broeiing
incubator - broedmachine, broedstoof
inculpatie - aanklacht
inculperen - aantijgen, beschuldigen
incunabel   wiegendruk
incurabel   ongeneeslijk, onheelbaar
indachtigmaking - herinnering
indagen - dagvaarden
indaging - bevelschrift, dagvaarding
indammen - bedijken
indecent   aanstotelijk, onbetamelijk, onzedelijk onwelvoeglijk
indecisie - besluiteloosheid, onbeslistheid
indeclinabel - onverbuigbaar
indelen - classificeren, klasseren, rangschikken, rubriceren,
indelen in versvoeten - scanderen
indeling   classificatie, divisie, plaatsing, rooster, splitsing, verdeling, partitie
indeling bij teamsport - opstelling
indeling van de bevolking in lagen - stratificatie
indeling van de lessen   rooster
indeling van de yoga - bhakjyoga, gnanayoga, hathayoga, radjayoga
indeling van het plantenrijk - sporeplanten, zaadplanten
indeling van loofplanten - korstmossen, wieren, zwammen
indeling van sporeplanten - loofplanten, varens
indeling van zwammen - hifomyceten, schizomyceten
indelingsraad - keuringsraad
indemnisatie - vergoeding
indemniseren - vrijwaren
indemniteit - schadevergoeding
indenken - begrijpen, voorstellen
independent - onafhankelijk, zelfstandig
indeponeren - indoen
inderdaad    (Ind.) betoel, daadwerkelijk, desondanks, echt, effectief, eigenlijk, feitelijk, fijn, immers, juist, leuk, maar, metterdaad, nauwlettend, ongetwijfeld, prettig, realiter, stellig, toch, waarachtig, waarlijk, warempel, wel, welbeschouwd welles, werkelijk, wezenlijk, zeker, zowaar
inderhaast   haastig, raptim, terloops, tussendoor, vluchtig, ijlings,
indeterminabel - onbepaalbaar, onmeetbaar
indertijd - destijds, eens, eertijds, toen, toenmaals, voormalig, voorheen, vroeger, weleer
indeuken - blutsen
indeuking   bluts, deuk, holligheid, put
index   aanwijzer, afbeelding, bladwijzer, boekenlijst, inhoudsopgave, klapper, lijst, naamlijst, register, wijsvinger
India   Bharat
India, berg in - Abu
India, deelstaat in - Assam, Bihar,Gujarat,Haryana,
Jammoe, Kasjmir, Kerala, Madras, Maharasjtra, Mysore, Nagaland, Orissa, Punjab, Rajasthan
India, epos van - Mahabharata
India, eretitel in - begam, begum
India, gebergteketen in - Ghats
India, gebied in - Doab
India, hoofdstad van - Delhi
India, munt in - Paisa, rupee
India, officiële schrift van - danagari
India, officiële taal van - Hindi
India, parlement van - Lok, Sabha
India, politicus in - Gandhi, Nehroe, Sjastri
India, protectoraat van - Sikkim
India, provincie van - 
 5   Assam, Bihar, Delhi
 6   Kerala, Mysore, Orissa, Punjab
 7   Gujarat, Haryana, Manipur, Tripura, Mizoram
 8   Nagaland
 9   Meghalaya, Rajasthan
10  Chandigarh
11  Maharashtra, Pondicherry
India, provinciehoofdstad in - 
 4   Aijal, Ziro
 5   Patna, Simba
 6   Bhopal, Bombay, Inphal, Jaipur, Kohima, Madras,
      Panjim
 7   Lucknow
 8   Agartala, Calcutta, Shilong, Silvasa, Srinagar
 9   Ahnadabat, Bangalore, Hyderabad, Kavaratti
10   Chandigarh, Trivandrum
11   Bhubaneswar, Pondicherry
India, rivier in - Beas, Bhima, Bias, Brahmapoetra,
Domadar, Ganges, Godavari, Gogra, Jumma, Histwa,
Mahanaci, Narbada, Yamuna
India, staat in Noord - Bihar
India, stad in - Bharata, Bhils, Nagas
India, stand in - brahmanen, ksatriyas, parias, sjudras, vaisyas
India, taal, gesproken in - Asamees, Bengali, Gujarati, Hindi, Kannada, Kasjmiri, Malayalam, Marathi, Oerdoe, Oriya, Punjabi, Rajasthai, Tamil, Telegu
India, weefsel uit - adatis
Indiaan - apache, Chirihoea, choctau, chunco, comanche, creek, Inca, mohikaan, Roodhuid, Sioux, Yoema, zwartvoet
Indiaan in Argentinië - Luie
Indiaan uit Bolivia - Arawak, Charca, Chica, Chriguano, Iten, Moxo, Sirione, acana, Uro
Indiaan uit Brazilië - Acroa, Amiranha, Anta, Arana, Arara, Arawak, Caraja, Birana, Bravo, Guana, Hauri, tariana
Indiaan uit Equador - Canelo, Cara, Jivaro, Palta
Indiaans dorp   pueblo
Indiaans hoofdman uit Mexico   Kazike
Indiaans opperhoofd   cacique, chief, sachem
Indiaans scheepje - navette, tonie
Indiaans schoeisel - mocassin (riemschoen)
Indiaans symbool   totem
Indiaans voedingsmiddel - pemmikan
Indiaans voedsel - pemmikan, Yuca
Indiaans volk - mixteken
Indiaans wapen - boetoe, bola, tomahawk
Indiaans werptouw   bola
Indiaanse - squaw
Indiaanse beschermgeest - totem
Indiaanse bijl   tomahawk
Indiaanse boer - peon
Indiaanse dame van hogere rang - begum
Indiaanse godheid - Manitou
Indiaanse hoofdman uit Mexico - kazike
indiaanse hut - tent, wigwam
Indiaanse knots - boetoe
Indiaanse kreet   ugh
Indiaanse lasso - bola
Indiaanse nederzetting   pueblo
Indiaanse schoen - mocassin
Indiaanse schuit - tonie
Indiaanse slang - naga, naja
Indiaanse slee   tobogan
Indiaanse stamhoofd - sachem
Indiaanse strijdbijl   tomahawk
Indiaanse taal - Algonkin, Athabaskisch, Caddo, Chinook, Hokan-Sioux, Irokees, Keres, mixteeks, Muskogee, Pemutisah, Salish, Shoshome, Tanoa
Indiaanse tent   tipi, wigwam
Indiaanse vredespijp - calumet, kalumet
Indiaanse vrouw   squaw
Indiaas   zie: Indisch
Indiaas persbureau - PTI
Indiana, hoofdstad van - Indianapolis
Indianen hut - wigwam
Indianenschoen - mocassin
Indianenstam - 
 3   Ona, Oto, Uru, Ute, Yuk
 4   Chol, Cora, Cree, Creek, Crow, Cuna, Hare, Hopi, Inca, Kato, Kusc, 
      Maya, Mono, Pima, Pomo, Tupi, Yuma, Utah, Zumi
 5   Alsea, Campa, Chono, Creek, Haïida, Inca's, Nahua, Kiowa,
      Maidu, Modoc, Otomi, Pipil, Sioux, Suka's, Supai, Turok,
      Wappo, Wiyot, Xingu, Yaqui
 6   Ahtena, Atsina, Aymara, Beaver, Bororo, Caraja, Cayuse,
      Dakota, Dog rib, Eskimo, Jivaro, Lengwa, Micmac,
      Nahane, Navajo, Nayaho, Nootka, Ojibwa, Osagen,
      Papago, Pawnee, Pueblo, Slavey, Tucano, Tungas, Queché,
      Warran, Wintum, Yakima
 7   Apachen, Azteken, Bakairi, Beothuk, Chibcha,
      Chinook, Choctaw, Guarani, Huichhol, Huronen,
      Khotana, Kutehin, Naskapi, Natehez, Navahos,
      Ojibwam, Potomac, Puelehe, Shawnee, Tahltan, Takelma,
      Tlingit, Walapai
 8   Abiponen, Aigonkin, Alaealaf, Algonkin, Arowaken,                     Botocudo, Caraïben, Caquetio, Carriers, Cherokee,                        Cheyenne, Chuckchi, Comanche, Delaware, Irokezen, 
       Kwakiutl, Louehoux, Malecite, Mixteken, Misquito,                      Muskogee,  Sekanais, Seminole, Shoshone, Shoshwap,                  Tarasken,  Tolteken, Tsimhian
 9   Araueanen, Ashluslay, Bfackfoot, Chickasaw,
      Chimakuan, Chipewyan, Comanchen, Kalapooia,
      Mesealèro, Mohikanen, mundurucu, Saulteaux, Seminolen,
      Tehuelche, Tonowaken, Tupinambe, Zapoteken
10  Bella bella, Chimmesayan, Chiriguano, Montaignes,
      Moskekowug, Plains eree, Swampy cree, Tarahumara
11  Patagoniërs, Zwartvoeten
12  Patagoniërs, Plains ojibwa, Yellow knives
13  Carlbou eaters
Indianenstamhoofd in Amerika - cacique
Indianentrompet - kerrena
Indianenvoedsel - pemmikaan
Indiase tempel - yali
Indiase titel voor een vorstin - begum
Indiase tokkelluit - sitar
Indiase vorstin - rani
indicator   aanwijzer
indiceren - aanduiden, aanwijzen
indicie - aanwijzing, kenteken
Indië   Indonesië, Insulinde
Indiër - Indonesiër
indien   als,(Eng.) If, bijgeval, ingeval, mits, tenzij, wanneer, zo
indien nodig te vervangen door  subs(idair)
indienen - aanbieden, inleveren, inzenden, presenteren, voorleggen
indiener - presentant
indiener van een adres - adressant
indiener van een request   adressant
indiener van een verzoek schrift   adressant, suppliant 
indiening   inlevering, offerte, presentatie, voorlegging 
indiening van bezwaren - reclamatie
indienne   sits
indien nodig te vervangen door -  subsidiair
indienstneming - lichting
indifferent   lauw, ongevoelig, onverschillig,
indigent   arm, behoeftig, nooddruftig
indigestie - spijsverteringsstoornis
indignatie    misnoegen, verontwaardiging
indigo - blauw, donkerblauw
indigobloem - amorpha, indigotine 
indigoplant   anyl
indikken - condenseren
indiquiteil - onwaardigheid
indirect   getrapt, middellijk, zijdelings 
indirect verzekerde - meeverzekerde
indirecte belastingen - accijns,  BTW, invoerrechten, omzetbelasting
indirecte celdeling - mitose
indirecte kerndeling - mitose
Indisch - Indiaas, Indonesisch
Indisch arbeider   koelie 
Indisch asceet - yogi
Indisch bedehuisje - langgar
Indisch bestuursambtenaar   resident
Indisch bloempje   melati 
Indisch boek van de liefde - kamasutra
Indisch dichter - Bhartrhari, Bhatti, Dandin 
Indisch bouwwerk   boroboedoer, radode, stoepa 
Indisch districthoofd - resident, wedana,  wedano
Indisch dorp - desa, kampong
Indisch dorpshoofd - loerah, petinggi
Indisch draaikanon - lilla
Indisch een en al - atman 
indisch edelman   raden 
Indisch eiland   Amboina, Bali, Banka, Billiton, Boeroe Borneo, Celebos Ceram, Flores, Java, Lombok, Madoera Nias, Soemba, Soembawa, Sumatra, Ternate, Timor
Indisch geel - pioeri 
Indisch gerecht   ba(h)mi, ketoepat, lontong, nas(s)i(gorang), nasirames, roedjak 
Indisch gewicht   almene, candy, gantang, kati, kendi, likal, pikol 
Indisch graangewas   mais, rijst 
Indisch grootvorst   maharadja
Indisch handelsgewicht - pikol
Indisch heilig graf - kramat
Indisch hoofddeksel - hoofddoek, koepia , sarongkapalla
Indisch hert - muntjak
Indisch huurrijtuig - sado
Indisch inlands soldaat - sipoy
Indisch kapmes - golok
Indisch kledingstuk - badjoe, kabaja, sari, sarong 
Indisch koninkrijk - Andhra 
Indisch koord - tali
Indisch krijgsoverste - panglima  
Indisch kwartje - stalie
Indisch landbouwer - tani 
Indisch lang baadje - kabaai, kabaja 
Indisch leger - K.N.I.L., N.T.L.,
Indisch levenselixer - amrita 
Indisch magisch offer - pribihan 
Indisch masseren - pidjitten
Indisch matje - tikar
Indisch matroos - laskaar, laskur 
Indisch meisje - nonna
Indisch muiter - brandal
Indisch muziekinstrument   ankloeng, anklong, bonang, demoeng, gambang, gender, ketoek, gong, kempoel, kendang, rebab, saron, soeling, tjalempoeng
Indisch mythologisch wezen - Garuda
Indisch nachtlampje - pelita
Indisch officier van justitie - djaksa
Indisch opzichter   mandoer 
Indisch orkest   gamelan 
Indisch paleis   kraton 
Indisch protectoraat - Sikkim
Indisch riet - glaga(h) 
Indisch raadslid - edeleer
Indisch rolgordijn - kree
Indisch (of Perz.) rood - almagra
Indisch rijstveld - ladang, sawah, sawa 
Indisch rijtuig - deleman, sado 
Indisch rood - almagra 
Indisch rund   anoa, banteng, buffel, karbouw , lemboe, sapi
Indisch sabel - klewang
Indisch saffraan - geelwortel, koenir, koenjit, kurkuma
Indisch schaker   tan 
Indisch schepenemmertje - gajoeng
Indisch schiereiland - Malakka
Indisch schoonheidsmiddel - bedak
Indisch schrijver - Bana 
Indisch slaginstrument   kendang 
Indisch smeersel - boreh
Indisch snaarinstrument   dilruba, esraj, krontjong, sarangi, sarod, sitar, tamburi, vms, vina
Indisch toneel - stamboel,  wajanggoleh, wajangwong
Indisch touw   sero, tali
Indisch tovermiddel - Goenagoena      
Indisch vaartuig - korakora, palma
Indisch visnet - sero
Indisch vlas   jute 
Indisch voedsel - maniok, nasi, rijst, sago
Indisch voertuig   korakora, ossekar, sado, tani, toekang
Indisch vorst   mogol mochol, nizam, radja 
Indisch vorstenverblijf - puri
Indisch vrouwenkleed - sari
Indisch wapen   klewang, kris 
Indisch wijsgerig dichter - Tagaze
Indische aanplant - kebon
Indische adellijke dame - raden, radenajoe, radenadjen, sri
indische antilope - sasin
Indische arbeider - koelie
Indische archipel, behoort tot de - Filippijnen, Indonesië, Nieuw Zeeland, Irian
Indische asceet   yogi 
Indische ascetische mystiek - yoga
Indische bard - alvar
Indische been- en lendebekleding - kain
Indische bergketen - barisan, boekit, kendang
Indische boom   alkanna, arenpalm, broodboom, castrorolieboom, djamboe, djati, doekoe, kemiri, kenari, klapper, koningspalm, lontar, mangistan, meelboom, nangkaboom,  nipapalm, papajaboom, pisangboom, rasamala, sagopalm, sawoeboom,  tamarinde, waringin, wonderolieboom, zuurzakboom
Indische boomsoort   djati, doerian, sapan, waringin
Indische dadel   tamarinde 
Indische dakbedekking - atap
Indische dans - nrtya
Indische danseres   bajadère 
Indische demon - Bhoeta
Indische dodengod - Jama
Indische doodsgod - jama, yama
Indische draagdoek - slendang
Indische draaglast   pikol 
Indische draagstoel  tandoe
Indische edelman - raden
Indische eenheidsstaat   Hindi 
Indische eretitel   mahatma 
Indische gedroogde stukjes vlees - dending
Indische geleerdentitel   sjastri, pandit
Indische geluksgodin - Lakshmi, Shri
Indische geneeskundige - doekoen
Indische gitaar   krontjong 
Indische godheid   Ardjoena, Boeddha Deva, Devi, Ganapati, Ganesja, Indra, Nandi, Vishnoe 
Indische godin - Aditi, Hira, Laksmi, Lola, Sri
Indische god van de dood - Jama
Indische god van de liefde - Kama
Indische grensstaat - Assam, Maghalaya, Nagaland, Tripoera, West-Bengalen
Indische groet - slamat
Indische haardracht - kondée
Indische hanenklopbaan - wantilan
Indische heer - toean
Indische hennep - gonje,  hasj(isj), jute 
Indische houtskool - baseng
Indische huismeid - baboe
Indische instrumentale muziek - vadya
Indische kaste van sprookjesvertellers - bhat
Indische keizer - akbar
Indische kindermeid   baboe 
Indische klipzwaluw - salangaan
Indische koe   sapi 
Indische koning   Asoka 
Indische krokodil   gaviaal 
Indische lagere ambtenaar - mantri(e)
Indische lagere godheid - Gandharva
Indische landbouwer - tani
Indische leer - bhakti
Indische lengtemaat   cubit 
Indische ligmat   tikar 
Indische maat   paal 
Indische mand - krandjang
Indische markt   passar 
Indische matrozen   laskaren 
Indische munt  paisa,  roepia, rupee, sen 
Indische muziek - gita, sangita, vadya
Indische mystiek - yoga
Indische mythologie - Ragveda
Indische Oceaan, eiland in de - Ambre, Anjouan, Madagascar
Indische palmsoort   lontar 
Indische plant   rotan, rottan 
Indische ploegbaas - mandoer
Indische prinses   rani 
Indische rivier   kali 
Indische rijksdaalder - ringgit
Indische schouderdoek   slendang 
Indische sierplant   aloë 
Indische soldaat   g(h)urka 
Indische spook - preta
Indische staat   Assam, Bihar, Dardistani, Goedzjaraat, Harasjitra, Kerala, Madras, Maisoer, Orissa, Pendsjaab,  Radsjastan
Indische taal   Assami, Bengali, Gujaratti, Hindi, Kacchi, Kashmiri, Marathi, Nepali, Oriya, Pali, Pashtu, Punjabi, Sindhi, Tamil, Urdu, Vedi
Indische tempel   pura, vali 
Indische tempeltrom - padmasana
Indische titel   Adipati, belhar,  Mahatma, Pandit, r.m. 
Indische toneelvorm - bhana
Indische trommel - tabla
Indische universele liefde - ahimsa
Indische vastendag - hartal
Indische vorst - cid, maharadja, mogol, nizam, radja, soesoehoenan, sultan
Indische vijgenboom   waringin 
Indische visfuik   sero 
Indische vismeelkoek - kroepoek
Indische vocale muziek - gita
Indische vogel   beo 
Indische volksleider - Gandhi
Indische vorst - maharadja, mogol, radja
Indische vrucht   doekoe, doerian, manga, mango,  nangka, papaja, zuurzak, doerian, zuurzak 
Indische weduwe   sutti 
Indische wijn   tari 
Indische wijnsteen - cachou
Indische winkel   toko, warong
Indiscreet - loslippig, onbescheiden, onkies
indispensabel   loslippig, noodzakelijk, onmisbaar 
indisponeren   vertoornen 
indisponibel   onbeschikbaar
indium   in.
individu   eenling, enkeling, figuur, iemand, kerel, man, mens, persoon, solitair, sujet, vent
individualiseren - afzonderen
individualist - solitair
individualiteit - afzondering, ik, ikheid, persoonlijkheid
individuatie   verbijzondering 
individueel   afzonderlijk, eigenaardig, op zichzelf, persoonlijk 
indo   creool, halfbloed, kleuring, mesties, mulat
Indo-China, deel van - Cambodja, Laos, Vietnam
Indo-Chinese taal - Birmees, Burmaans, Chinees, Dioi, Karen, Khamti, Lao, Li, Shan, Siamees, Thai, Tibetaans
Indoen - inslaan
indociel   lastig, onhandelbaar
Indo-Europeaan - Ariër
Indo-Europeaan - Indogermaan
Indo-europese taal -
 4   Iers, Lets, Pali, Saka
 5   Brits, Deens, Duits, Frans, Fries, Hindi, Noors, Pools
 6   Engels, Grieks, Iraans, Spaans, Zweeds
 7   Albaans, Armeens, Bengali, Bretons, Faeroes,
      Gotisch, Indisch, LitouwsLydisch, Lykisch, Pahlavi,
      IJslands
 8   Afghaans, Bulgaars, Gaelisch, Gallisch, Germaans,
      Italisch, Keltisch, Kornisch, Perzisch, Prakrits,
      Roemeens, Saksisch, Sanskriet, Slavisch, Slowaaks,
      Sloweens, Sogdisch, Toehaars, Wallisch
 9   Avestisch, Catalaans, Frankisch, Italiaans, Koerdisch,
      Oekraïens, Portugees, Singalees
10  Anatolisch, Hettitisch, Nederlands, Sardinisch,
      Tsjechisch
11  Dalmatiaans, Reto-romaans, Wit-Russisch
12  Servo-Kroaaks
Indo-europese volkeren groep - Germanen
Indo Germaan   Ariër, Kelt
Indo Germaanse stam   Kelten
Indo-Germaanse nomadenstam - Alanen
Indo-germaanse taal - Albanees, Armeens, Germaans, Grieks,
Italiaans, Keltisch, Latijn, Perzisch, Romaans, Slavisch
Indo-Iraanse taal - Afghaans, Hindoestani, Indisch, Iraans, Pali, Penjabi, Prakrits, Sanskriet 
indolent   apathisch, inert, laks, loom, lui, lusteloos, onverschillig, passief, sloom, traag, vadsig
indolentie - apathie, inertie, laksheid, loomheid, luiheid, passiviteit, sloomheid, traagheid, vadsigheid
Indolylazijnzuur - heteroauxine
indommelen   insluimeren, plongeren, slapen, wegzakken 
indompeling   bad, diepgang, doop, immersie
Indonesië   Indië, Insulinde 
Indonesië bevolkingsgroep in   Ambonezen, Atjeeërs, Bajao, Balinezen, Batak(ker)s, Buginezen, Dajahs, Dajaks, Javanen, Madurezen, Makasaren, Maleiers, Menadonezen, Minangkabauers, Papoea´s, Sundanezen, Toradja´s 
Indonesië/ in...geboren Chinees   baba
Indonesisch   zie ook bij: Indisch 
Indonesisch bergland - goenoeng
Indonesisch bloempje   melati 
Indonesisch bouland - ladang, tegal
Indonesië , deel van   
 3   Adi, Moa, Obi
 4   Alos, Bali, Buru, Java, Muna, Nias, Sawu, Siau
 5   Ambon, Buton, Damar, Djawa, Irian, Manuk, Rotti,
      Seram, Sumba, Timur, Wetar
6    Banggi, Banka, Bawean, Borneo, Butang, Flores,
      Gorong, Lombok, Madura, Maluku, Misool, Rakata,
      Sipora, Tidore, Waigeo
 7   Celebes, Enggano, Morotai, Salajar, Serasam, Siberut,
      Singkep, Sumatra, Sumbawa, Tambora, Termate
 8   Beliting, Billiton, Djailolo, Molukken, Saumlaki,
      Sulawesi, Sumatera
 9   Halmahera
10  Kalimantan
Indonesië, hoofdstad van - Jakarta
Indonesiër - Balinees
Indonesiër in Japan - Helho
Indonesisch bouwwerk - stoepa
Indonesisch dorp   des(s)a, kampong
Indonesisch dorpshoofd - Loerah, Petinggi 
Indonesisch eethuisje - warong
Indonesisch eiland   zie eiland in Indonesië
Indonesisch feest - lebaran
Indonesisch fluitje - soeling
Indonesisch geestelijk leraar   goeroe
Indonesisch geneesmiddel - obat
Indonesisch gerecht - bami, nasi
Indonesisch gewoonterecht - adat
indonesisch gewicht - amat, kati, pikol
Indonesisch hakmes - golok
Indonesisch handwerk   batik, ikat
Indonesisch hert   muntjak 
Indonesisch hoofd   panglima 
Indonesisch huisjakje - kabaai
Indonesisch inheems landbouwer - tani
Indonesisch in olie knappend gebakken koekje - kroepoek
Indonesisch instrument   ankloeng, gender, rebab soeling
Indonesisch jakje - baadje
Indonesisch-Japanse militie - heihoo
Indonesisch jute - goeni
Indonesisch kapmes - golok
Indonesisch katoenweefsel - Basta
Indonesisch kind - enak
Indonesisch kindermeisje   baboe
Indonesisch kledingstuk - sarong,  slendang
Indonesisch kustvaartuig - sampan
Indonesisch kwartje - stalie
Indonesisch leger - TNI
Indonesisch  ligmatje - tikar
Indonesisch luit - gambus
Indonesisch meisje - nonnie 
Indonesisch mens - orang
gong
Indonesisch mineraalwater - ajer, blanda
Indonesisch muskietennet - klamboe
Indonesisch muziekinstrument   
 4   gong, toda
 5   kledi, lamba, mbeka, rebab
 6   bangsi, gambus, gender, kasapi, merwas, rabana, robeka
 7   ankledi, djungga, foi-mere, kendang, serunai, sinrili, soeling
 8   ankloeng, genggong, késo-késo 
12  gesong-kesong
Indonesisch nachtlampje - pelita
Indonesisch natuurreservaat - Baloeran, Oedjoengkoelon
Indonesisch niet bevloeid bouwland - ladang, liman
Indonesisch onbevloeid akkerland - tegal
Indonesisch onbevloeid bouwland - tegal
Indonesisch oprolbaar zonnescherm - kree
Indonesisch open huis - balé 
Indonesisch orkest - gamelan
Indonesisch pakhuis - goedang
Indonesisch palmriet - rotan
Indonesisch persbureau - Antara
Indonesisch regentschap - Blitar, Bogor
Indonesisch rijstmesje - aniani
Indonesisch rijstveld   sawah sawa
Indonesisch rijtuigje - deleman, sado
Indonesisch rund - buffel, karbouw, sapi
Indonesisch scheepje - caracor
ndonesisch schepemmertje - gajoeng
Indonesisch schouderverband - pikol
Indonesisch slaapmatje - tikar
Indonesisch soldaat in dienst van de Japanners tijdens de bezetting   heibo
Indonesisch staatsman   Hatta, Sjahrir, Soeharto, Soekarno 
Indonesisch strijkinstrument - sarangi
Indonesisch taxi-fiets - betjah
Indonesisch touw   tali 
Indonesisch vaartuig - prauw
Indonesisch vleesgerecht - saté
Indonesisch voertuig   sado 
Indonesisch vogeltje - glatik
indonesisch volkslied - Indonesia raja
Indonesisch volksvoedsel - rijst
Indonesisch voorplein - aloenaloen
Indonesisch vorstenverblijf - kratoe, kraton
Indonesisch wachthuis   gardoe 
Indonesisch wagentje - bendie
Indonesisch wapen   kris 
Indonesisch weefsel - ikat
Indonesisch werptuig - bola
Indonesisch zonnescherm - kree
Indonesische  adellijke titel   Adipati 
Indonesische akker   ladong
Indonesische ambtenaar - pati
Indonesische arbeider - koelie
Indonesische badkamer   mandiekamer
Indonesische bazaar - toko
Indonesische bergland   goenoeng 
Indonesische bloem - gambir, katjapiring, kemoening, kembangsepatoe, melatie, patjar, tembelehajam, tjinak,
Indonesische boer - tani
Indonesische boomsoort   djati doerian, sapan, waringin
Indonesische buffel - karbouw
Indonesische Chinees - Kee
Indonesische dagloner - koelie
Indonesische dakbedekking - atap
Indonesische dichter - Anwar 
Indonesische deelstaat - Negara
Indonesische dorpsbuurt - kampong
Indonesische draaglast   pikol 
Indonesische draaglast - pikol
Indonesische drank - arak, brem              
Indonesische drukte - soesa
Indonesische edelman   raden 
Indonesische eetkraam - warong
Indonesische eilandengroep - Aroe, Batu, Roti, Saba
Indonesische feestmaaltijd   slametan
Indonesische. fuik - ink, sero
Indonesische gedroogd met kruiden toebereid gesneden vlees - dendeng
Indonesische gevleugelde witte mier - larong
Indonesische godheid - Sri
Indonesische groet - heil, slamat, welvaren
Indonesische heer   toe(w)an
Indonesische heester - gambir
Indonesische heiligdom - poeri
Indonesische hennep - jute
Indonesische hobo - serunai
Indonesische houten dakpan - sirap
Indonesische houtskool - areng
Indonesische inlandse boer - tani
Indonesische inlandse - laskaar, matroos
Indonesische jenever - pait
Indonesische jongeling - pemoeda
Indonesische jongere broer of zuster - ade(e)
Indonesische juffrouw - nonna
Indonesische kamponghond - gladakker
Indonesische kast - lemari
Indonesische kinderjuffrouw - baboe
Indonesische koe - sapi
Indonesische landbouwer - tani
Indonesische landmaat - bouw, patok
Indonesische leermeester - goeroe
Indonesische lengtemaat - paal
Indonesische ligmat - tikar
Indonesische maat   bahoe, paal
Indonesische markt   passar, pasar
Indonesische methode om weefsels fraai te kleuren - batikken
Indonesische moskee - mesigit
Indonesische munt - gobang, roepia(h)
Indonesische moskee - mesigit
Indonesische munt - gobang, ringgit, roepia(h), sen
Indonesische naam voor jenever - pait,split
Indonesische nachthagedis - gekko
Indonesische nachtlampje   pelita
Indonesische nederzetting in N. Amerika - pueblo
Indonesische neushoorn - badak
Indonesische omslagdoek - sarong
Indonesische open winkel   warong
Indonesische oppervlakte maat - bahu, bouw
Indonesische opzichter - mandoer, mantrie
Indonesische palm - aren, lontar
Indonesische palmwijn   toeak
Indonesische peulvrucht - katjang
Indonesische plant - amoom, bamboe, betel, sirih
Indonesische ploegbaas - mandoer
Indonesische politiedienaar - geelbies, geelvink
Indonesische razernij - amok
Indonesische rieten mand voor verpakking - knaster
Indonesische rivier - kali
Indonesische rijksgrote   panglima
Indonesische rijst   nasi
Indonesische rivier   air, ajer, Brantas, kali, Solo
Indonesische sierplant - aloë
Indonesische stad - 
4 Palu
 5   Ambon, Medan
 6   Djambi, Malang, Manado, Padang
 7   Bandung, Kendari, Kuppong, Makasar, Mataran
 8   Bengkulu, Denpasar, Djakarta, Semarang, Surabaja
 9   Pakanbaru, Palembang, Pontianak, Samarinda,
      Surakarta
10  Balikpapan
11  Djokjakarta
12  Bandjermasin
Indonesische tafelbediende - spen
Indonesische talen   Atjehs, Balisch,  Bataks, Javaans, Madurees, Maleis, soundaas
Indonesische tempelplaatsen - Adsjanta, Euora
Indonesische titel voor vrouwelijke vorstelijke personen op Java en Madoera   ratoe
Indonesische vesting - benteng
Indonesische volbloed - totok, Hollander
Indonesische vorst - ratoe
Indonesische vulkaan - Batur, Gede(h)
Indonesische winkel   toko
Indonesische zalf – boreh
indoorsport - zaalsport
indopen – dippen, instippen, scheppen, soppen
indoping   bad, dompeling, immersie
indriachtige - avahi, babakoto, sifaka, wolmaki
in drievoud - triplo
indrift - landweg, toepad
indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen
indrillen - instampen
indringen - binnendringen, doordringen, indrijven, infiltreren, penetreren
indringend   afdoend, diep(gaand), grondig, indringerig,  nadrukkelijk, penetrant
indringer - inbreker, infiltrant, insluiper, intrigant, kraker, kuiper, panthe, sluiper, spion
indringerig turen - loeren
indringing - penetratie
indroging  - vochtafgifte, vochtverlies
indroog - gortdroog, kurkdroog
indruisen - botsen, disharmoniëren
indruk   gevolg, idee, impressie, invloed, merk, moet, neep, prent. schets, sensatie, striem, spoor, uitwerking, teken, voetstap,
indruk in gewichten - merk
indrukking - deuk, impressie
indruk maken   imponeren
indruk makend   eerwaardig, pakkend, waardig
indruksel - deuk, moet, spoor
indruk, onder – bekommerd
indruk van een wiel - spoor
indrukwekkend   aandoenlijk, aangrijpend, eerwaardig, grotesk, groots, hartroerend, imponerend, imposant, impressief, machtig, majestueus, monumentaal, ontzaglijk, roerend, sensationeel, statig, treffend
indrukwekkend met woorden - tirade
indruppeling - infiltratie, instillatie
indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen
indubitabel - ontwijfelbaar
induceren - afleiden, besluiten, overreden
inductie - beïnvloeding,  gevolgtrekking, influentie, overreding, suggestie
inductieklos - bobine
induffelen - inbakeren, inpakken
indulgent - toegevend
indulgentie - aflaat, toegevendheid, tolerantie, verschoning
indulgestie   aflaat, toegevendheid, verschoning
indult - dispensatie, respijt, uitstel
industrie   fabriek,  fabriekswezen, nijverheid
industrieel   fabrikant
industrieus - vernuftig, vindingrijk
industriegebied   Bot-Lekgebied , Mijnstreek, Roergebied, Zaanstreek
industrieel grootbedrijf - fabriek
industrieschool   technicum
industriestad - fabrieksstad
Industriestad in Engeland   Leeds,  Liverpool Manchester, Oldham, Sheffield
industriestad in Nederland   Amsterdam, Eindhoven, Enschede, Hengelo, Krommenie, Rotterdam, Tilburg, Zaandam
indutten   inslapen, soezen 
indijken - droogmaken, inpolderen
ineen   compres, dichter, in elkaar, samen,  tezamen, vereend, vast,
ineendraaiing - torsie
ineendrukken - verfrommelen
ineengedraaid - dral(touw)
ineengedraaide halmen om bossen te binden - strowis
ineengedraaide hennep - lording
ineengedraaide punt van een touw - slurp
ineengedraaide vlecht - tis
ineengedrongen   beknopt, compensieus, corpulent, gezet, klein, kort 
ineengedrongen pluim - spies
ineengedrukte, geperste massa - klamp, klont
ineengestampte aarde - pise
ineengevlochten aanvangsletters - monogram
in een klap - ineens 
ineenlopende kamers   suite
ineens   abrupt, eensklaps, eensslags, onverwachts, opeens, pardoes, plots(eling), plotsklaps, subiet, terstond, 
ineenschuiven (als bij een verrekijker) - telescoperen
ineenschuiving - invaginatie
ineensluiten - passen
ineensmelten - amalgameren
ineen smelting   eenmaking, fusie, samensmelting, unificatie
ineenstorten - neervallen
ineenstorting   afbrokkeling, bezwijking, collaps, debacle, inzakking, krach,  mislukking, ondergang, prostatie
ineenstorting van koersen   krach, slump
ineenvloeien - conflueren, samenstromen
ineen voeging   inlas
ineenzakken - bezwijmen, flauwvallen, instorten
ineenzetten - construeren, samenstellen
ineen zetting   montage
inefficiënt - ondoelmatig, onhandig
inegaal   oneffen, ongelijk, veranderlijk
inenten    inoculeren, vaccineren 
inenting   inoculatie, spuit, vaccinatie
inentingsbriefje - pokkenbriefje, vaccinbewijs
inentstof - koepokstof, serum, vaccin
inept    absurd, dwaas, ongerept, ongerijmd, zot
ineptie - zotheid
inert   apathisch, futloos, indolent, laks, langzaam, loom, lui, sloom, traag, willoos
inertie - apathie, bezittend, indolentie, inert, inexorabel, laksheid,  loomheid, luiheid, sloomheid, traagheid, onverbiddelijk
inetsen  - graveren
inexperiëntie - onhandigheid, onervarenheid
inexplicabel - onoplosbaar, onverklaarbaar
inexpressibel - onuitsprekelijk
infaam   aanstotelijk, abject, eerloos, ergerlijk, gemeen, laag, laaghartig, laf, schandalig, schandelijk, snood, vuil
infamant - onterend
infamie   eerloosheid 
infanterie    inf. ,voetvolk
infanterist   peon, piolu, riot, soldaat, voetknecht, zandhaas 
infanterist uit het oude Griekse leger - peltast
infantiel    flauw, kinderachtig, kinderlijk
infantilisme - onvolwassenheid
infarct - hartaanval, (vaat)verstopping
infatigabel - onvermoeibaar
infatuatie - inbeelding, verwaandheid
infavorabel - ongenegen, ongunstig, onvoordelig
infect - aangestoken, afschuwelijk, besmet
infecteren - besmetten
infectie   aansteking, besmetting, ontsteking, sepsis
infectieziekte  
 3   bof, tbc
 4   pest
 5   droes, griep, lepra, tyfus
 6   angina, pokken
 7   cholera, druiper, malaria, mazelen, sifilis, sjanker, tetanus,
 8   difterie, Kala-azar, miltvuur, nekkramp, roodvonk,
       trachoom
 9   influenza, kinkhoest, paratyfus, vlektyfus
10 dysenterie, erysipelas, trichinose, 
11 malta-koorts, slaapziekte, tuberculose, waterpokken
12 hondsdolheid,
15 pappatacikoorts,
16 kinderverlamming, papegaaienziekte
17 amoebedysenterie
infectieziekte bij het vee - miltvuur
infereren - afleiden, besluiten
inferieur   minderwaardig, ondergeschikt, slecht
inferieure - mindere
inferioriteitscomplex - minderwaardigheids, complex
infernaal   boosaardig, duivels, hels 
inferno - hel
infertiliteit - steriliteit
infesteren -invallen, plagen, verontrusten, verpesten
infideel - ontrouw, trouweloos
infideles - heidenen, ongelovigen
infideliteit -  ontrouw, trouweloosheid
infiltrant - binnendringer, indringer, doorzijging
infiltratie - doorsiepeling, indringing
infiniteit - eindeloosheid, oneindigheid
infinitesimaalrekening - differentiaalrekening, integraalrekening
infirmarius - kloosterarts, ziekenvader
infirmerie - hospitaal, ziekenboeg, ziekenhuis
inflammatie - brand, ontsteking
inflammeren - ontbranden, ontsteken
inflatie - devaluatie, geldontwaarding, waardevermindering
inflecteren - (ver)buigen
inflexie - afwijking, buiging
inflexibel - hardnekkig, onbuigzaam
inflictie - strafoplegging, vonnis
influenceren - beïnvloeden
influentie - invloed, inwerking
influenza   griep 
influenzalijder - grieppatiënt
influisteren   inblazen, souffleren, voorzeggen
influistering - inblazing
informaliteit - ambtsvergrijp, onvormelijkheid
informant - zegsman
informatie   bericht, boodschap, gegeven, inlichting, mededeling, melding, nasporing, navraag, nieuws, onderricht, onderzoek, tip, voorlichting
informatiebureau   V.V.V., A.N.V.V., A.N.W.B., K.N.A.C.
informatiecentrum - documentatiedienst
informatiedienst inzake lectuur   l.D.l.L, prisma
informatie-eenheid in computer - bit
informeel - officieus, onvormelijk, voorlopig, vrijblijvend
informeren   onderrichten,  navragen, inlichten, vernemen, vragen 
infra - beneden
infraktie - afwijking, schending
infraroodstraling - warmtestraling
infructueus - nutteloos, vruchteloos
infunctietreding - ambtsaanvaarding 
infusie - aftreksel, infuus
infusiediertje - afgietseldiertje, monade
infusoriën - afgietseldiertjes
infusoriënaarde - kiezelgoer, kiezelgur
ingaan   aanvangen, beginnen, betreden, binnengaan, inlopen, intreden, inwilligen
ingaan op een bod - reflecteren
ingaan op iets - reageren
ingaderen - innen
ingang   aanvang, aditus, begin, deur, entree, kek, intrede, intree, introduktie, introïtus, monding, opening, poort, toegang, voorspel
ingang der onderwereld - Acheron
ingang doen vinden onder de mensen - populariseren
ingang tot een lichaamsholte - introïtus
ingang trachten te doen vinden - propa(gand)eren,  propageren
ingang van een groot gebouw - propylaeon
ingang voor voertuigen - inrit
ingebeeld - arrogant, denkbeeldig, genoegzaam, gewaand, hersenschimmig, illusior, imaginair, kwasterig, laatdunkend, minachtend, nuffig, onwezenlijk, pedant, putatief, suffisant, verwaand
ingebeelde kwaal hebbend - hiep, hypochondrisch
ingebeeld meisje - nuf,  trut
ingebeeld wicht - nuf
ingeblikt vlees - cornedbeef
ingeboren   aangeboren, ingeschapen, inheems, natuurlijk 
ingeboren aandrift - instinct
ingeboen aard - naturel, natuur
ingebouwde deurtoegang - portiek
ingebouwde pilaar - pilaster
ingebracht huwelijksgoed van de vrouw - bruidsschat, illaten
ingebruiknemen   openen 
ingebruikneming - aanvaarding, betrekken, bezetting
ingeburgerd - aanvaard
ingedampt - gecondenseerd
ingedampt aftreksel van zoethout - drop
ingedeelde afstand   etappe 
ingedikt   gecondenseerd 
ingedikt vleesnat - gelei
ingedikt vruchtensap - gelei, jam, siroop 
ingedroogd sap als looistof   kino 
ingedijkt land   kaag,kage, koog, polder 
ingedijkte kwelder   zeepolder
ingegeven gedachte - idee, plan, suggestie
ingegroefde lijn in papier - rillijn
ingehouden   beheerst, verbeten
ingehouden (muz.)   retenuto 
ingehouden winst   reserve 
ingekankerd    hecht, ingeworteld, onuitroeibaar
ingekeept - gekarteld
ingekeept hout - kerfstok,  lurf
ingekeerd - aandachtig, devoot, indachtig, introvert, vroom
ingekwartierd soldaat   garnisair 
ingelast - episodisch, ingevoegd
ingelegd - geconserveerd, gekonfijt, ingemaakt
ingelegd in azijn en kruiden - gemarineerd
ingelegd geld - inlaag, inleg, inzet, pot, bank 
ingelegd werk - gemarineerd 
ingelegd parelsnoer   intaglio
ingelegd zuur, Maleis - atjar
ingelegde dijk - inlaag
ingelegde geldsom - inlaag
ingeleverd stuk - memoriaal
ingemaakt - geconserveerd, gemarineerd, ingelegd, ingezouten  
ingemaakte vruchten   confituren 
ingemeen - laag, min, miniem
ingenaaid   ing., gebrocheerd, gekartonneerd
ingenieur - ing., ir., technicus, technoloog
ingenieursopleidingsinstituut - T.H.
ingenieus - scherpzinnig, vernuftig, vindingrijk
ingenium - aanleg, talent
ingenomen   bekoord, bezet, blij, gesteld, tevreden, verwaand
ingenomenheid - instemming, sympathie
ingenomenheid met zichzelf   eigenliefde
ingenomen met - blij, tevreden, ongekunsteld
ingenomen plaats - positie
ingénu   argeloos, naïef, ongekunsteld
ingepekelde kabeljauw - moluwe
ingeroest   ingeworteld, muurvast, vonuitroeibaar, astzettend 
ingeschapen   aangeboren, infuus, natuurlijk
ingeschapen aandrift   instinct 
ingeschapen neiging - bezieling, drang, impuls
ingescheurde huid langs de nagel - nijnagel
ingeschoven krantenbericht   entrefilet
ingeslagen gedeelte   inslag 
ingesleten gewoonte - sleur
ingesloten - afgesloten, bijgaand, bijgevoegd, incl., incluis, ingebouwd, inclusief, latent, omringd, omsingeld, p.c.
ingesloten afzijdig verdedigbare stelling - egelstelling
ingesloten land - delta 
ingesloten landstreek - waard
ingesloten ruimte van een Romeinse woning   atrium
ingesloten stuk land   enclave 
ingesloten vlakte - rondeel
ingeslotene - incluse, recluse
ingespannen aandacht   ademloos
ingespannen denken   hoofdbrekens, piekeren
ingespannenheid   moeite 
ingetogen - abstinent, ascetisch, bedaard, bescheiden, bezadigd, eerbaar, gaaf, heus, kalm, kies, koel, kuis, maagdelijk, matig, modest,  nederig, onbesmet, onbevlekt, preuts, pudiek, rein, sober, stemmig, vroom, zedig
ingetogen levenswijze - ascese
ingetogenheid   bescheidenheid, gevoeligheid, keurigheid, kiesheid, modestie, reservatie,
ingeval   als, gesteld, ig, indien, mits, wanneer
ingeven   inblazen, inspireren, suggereren, toedienen
ingeving - aanblazing, bezieling, geest, idee, inblazing, influistering, inspiratie, inspraak, intuïtie, inval, opgeven, suggestie, vonk, voorgevoel
ingevlochten - episodisch
ingevoegd - ingelast
ingevoerd - geimporteerd
ingevolge   door, mits, n.a.v., overeenkomstig, tengevolge, volgens, wegens
ingevolge ener gelofte gestichte kerk   votiefkerk
ingevouwen strook - inslag
ingevroren product - diepvries
ingewand   aarsdarm, cel, darm, endeldarm, gal, galblaas, kronkeldarm, lever, long, luchtpijp, maag, milt, nier, pens, slokdarm, strottenhoofd
ingewanden - darmen, entera, intenstine, viscera
ingewand van een big, varken - kurre (gewest)
ingewand van een dier - beuling, gewei(de), ingeweide
ingewand van een haring - gel, grom
ingewand van een slachtdier - trijp (gewest)
ingewand van een vis   beuling, grom 
ingewandsbreuk - hernia
ingewandskramp   koliek 
ingewandswormen   draadworm, entozoa, helminthen, lintworm,  spoelworm
ingeweven plooien - plisse
ingewijde   adept, expert, insider, orgiast 
ingewikkeld   benard, benauwd, bewerkelijk, bezwarend, complex, delicaat, drukkend, duister, epineus, gecompliceerd, geleerd, hachelijk, humeurig, intricaat, lastig, lichtgeraakt, moeilijk, netelig, onbegrijpelijk, onereus, ongemakkelijk, pijnlijk, penibel, precair, samengesteld, tortueus (fig.), veeg, verward
ingewikkeld maken - compliceren
ingewikkelde samenhang - verband
ingewikkeldheid - complexiteit
ingeworteld - diepliggend, ingeroest, onuitroeibaar, radicaal
ingewijde - adept, deskundige, expert, insider, kenner,  orgiast
ingewijde in geheime kunsten - alruin
ingezameld geld   collecte 
ingezetene   bewoner, burger, inwoner, poorter
ingezet stuk - inlas, las 
ingezonden mededeling - advertentie, im, reclame
ingezonken - depressief, diepliggend, hol, moedeloos
ingezouten   ingemaakt
ingezouten kool   zuurkool
ingezouten voedsel - inmaak
ingieten (geneesk.) - infuseren
inglippen - binnengaan, binnensluipen, infiltreren 
ingluren - inkijken, loeren, voyeren
ingooi - inworp
ingot - baar
ingraven - begraven
ingraveren - ingroeven
ingrediënt   bestanddeel, deel, element
ingrediënt der rijsttafel   kroepoek, lombok, sambal, saté, trasi
ingreep - inbreuk
ingriffen - graveren
ingrijpen - optreden
ingrijpend   doordringend, drastisch
ingroeien - inwortelen
ingroen - zenegroen
ingroeven   ingraveren 
inhaaltalie   achtertalie
inhaalwedstrijd - poursuite 
inhabiliteit - onbekwaamheid, onbevoegdheid
inhaerent - aanklevend, samengaand 
inhalatie - inademing,  respiratie
inhalen   achterhalen, begroeten, bergen, binnenleiden, binnenhalen, inademen, innen, inpalmen, intrekken, introduceren, ontvangen, oplopen, passeren, verminderen, vernauwen, verwelkomen, winnen, zwichten
inhalen van het anker - hieuwen
inhaleren   inademen 
inhalig - begerig, deun, gierig, grijperig, gulzig, hebberig, hebzuchtig, hongerig, schraapzuchtig, schraperig, schrokkerig, schrokkig, vasthoudend, vrekkig
inhalige - vrek
inhalige schoonvader van Jacob - Laban
inhalige vent - gierigaard, haai, hapshaar, schraper, vrek
ijhaligheid - begerigheid, gierigheid, hebzucht, schraapzucht
inhaling - fiscaal, fiskaal
inham   baai, bocht, boezem, buiging, cala, estuarium, etang,  fjord, haf, holligheid, holte, hop, indeuk, kreek, lagune, nis, sinus, zeearm, zeeboezem
inham aan de kust   hop 
inham achter landtong - haf
inham der Noordzee - Lauwerszee
inham in een muur - nis
inham in de Oostzeekust - foerde, fö(h)rde
inham van de zee gescheiden door een schoorwal - lagune
inham in een rotsachtige kust   fjord 
inham met getijdenwerking – estuarium
inham op Texel - slufter
inhamvan een zee - baai
inham van de zee gescheiden door een schoorwal   lagune
inhechten - hechten, vastmaken
inhechtenisneming   arrestatie, gevangenneming
inheemsen - inboorlingen
inheems   aborigineel, autochtoon, endemisch, indigeen, inlands , natief
inheems bestuursambtenaar - wedana
inheems districthoofd - demang
inheems dokter   djawa 
inheems gebruik - adat, zede
inheems gebruik in Indonesië - adat
inheems geneeskundige - doekoen, medicijnman
inheems hoofddeksel - fez, kepala, kopiak, sarong, songkok, toppie
inheems maken van planten en dieren - acclimatiseren
inheems opzichter - mandoer, mantri 
inheems plantengeslacht - nardus
inheems vaartuig - prahu, prauw
inheems volksleger   T.R.l. 
inheems zoogdier - dingo
inheems zoogdier in Australië - dingo
inheemse bewoner van Nieuw-Zeeland - Maori
inheemse dagloner   koelie 
inheemse dokter - djawa
inheemse eend - taling
inheemse gebruiken - adat
inheemse opzichter - mandoer
inheemse plant - nardus
inheemse roofdier - edelmarter
inheemse streekvolksziekte - endemie
inheemse vogel - maraboe
inheemse zangvogel - paap
inheemse zeden - adat
inheemse ziekte   endemie 
inheemse zwemvogel - gans
inheemsen - inboorlingen
inheien - indrillen, inprenten, instampen
inheiïng der palen - palificatie
inherent - aanklevend, eigen, samengaand, verbonden
inhereren - aankleven
inhiberen   stuiten, verbieden, verhinderen
inhoud   allooi, begrip, betekenis, bevatting, boring, capaciteit, formaat, gehalte, grootte, index, luid, maat, overzicht, register, ruimte, samenvatting, substantie, tekst, teneur, volume 
inhoud van een bijenkorf   raten 
inhoud van een ei - struif
inhoud van een geschrift - teneur
inhoud van een gezwel   etter, pus 
inhoud van een lichaam   vol., volume
inhoud van een thermometer   kwik 
inhoud van een vlak berekenen - kwadreren
inhoud van het ruim van een schip - bulk
inhoud uitdrukkend   kubiek 
inhouden - afremmen, bedwingen, begrijpen, behelzen, besluiten, beteugelen, betomen, bevatten, impliceren, intomen, korten, luiden, omsluiten, omvatten, onderdrukken, ophouden, reserveren, tegenhouden, vervatten
inhoudend   retenuto, ritardando 
inhoudsloosheid - leegte
inhoudsmaat   aam, achtel, anker, cc, cl, centiliter, dl., decaliter, dekaliter, deciliter, dozijn, emmer, gallon, hl., kan, kl, kop, last, legger, liter,  l., lorrie, maatje, mingel, ml, milliliter, mud, okshoofd, pint, registerton,  schepel, snees,  snel (1/2 pint), spint, stêre stoop, toelast, ton, vat, viertel, vim, wisse,
inhoudsmaat bij schepen - registerton
inhoudsmaat van balken - tuit
inhoudsmaat (Indisch)   gantang, kati, kojan, pikol
inhoudsmaat voor droge waren - mud, spint
inhoudsmaat voor wijn   anker, legger
inhoudsopgave - afbeelding, bladwijzer, index, overzicht, register
inhoud van spuitbussen - aerosol
inhoudsvermogen   capaciteit 
inhouwen - inhakken
inhuldigen - inaugureren, inwijden
inhuldiging   inauguratie, initiatie, installatie, intronisatie,  inwijding
inhumaan   gevoelloos, onmenslievend, onwelwillend, wreed
inhumatie   begrafenis, teraardebestelling
inimitabel   onnavolgbaar
iniquiteit - onbillijkheid, ongerechtigheid
initiaal – beginletter, (voor)letter, kapitaal
initialen van een internationale organisatie   V.N., O.A.E., OAS., U.N.O., N.A.T.O., N.A.V.O., S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O.
initialen van een omroep   K.R.O., V.P.R.O., A.V.R.O., V.A.R.A., l.K.O.N., I.K.O.R., N.C.R.V., T.R.O.S., E.O.
initialen van een politieke partij   B.P., A.R.P., C.H.U., C.P.N., G.P.V., K.V.P., P.S.P., S.G.P., V.V.D., P.v.d.A.
Initialen van een scheepvaartmaatschappij   H.A.L, K.P.M., S.M.N., K.N.S.M.
initialen van een sportvereniging  
K.N.V.B., K.N.A.U., K.N.A.C., A.N.W.B., K.N.S.B.
initialen van een vervoersmaatschappij   N.S., K.LM., A.T.O., N.B.M., N.Z.H.T.M., V.A.D.
initiatie   inwijding 
initatief - aanpak, aanstichting, toedoen, voorgang, voorstel
initiëren   iinaugureren, nleiden, invoeren, inwijden 
injecteren - inenten, inspuiten, prikken, vaccineren
injectie   inspuiting, prik, shot, spuitje, vaccinatie
injectienaald - canule (hol)
injectiestof   sera, serum, koepok, vaccin 
injector - inspuitpistool,  inspuittoestel
injunctie - inscherping, voorschrift
injurie   belediging, hoon, mishandeling, schade
ink   inkol (soort net)
inkaartbrenging - cartografie
Inkacultuur - Chavin, Chimu, Mochica, Tiahuanaco
Inkagod - Inti 
Inkaheerser - Atahulpa, Capaq, Huascar, Huyana, Pachacuti, Yupangui
Inkaheiligdom - huaca
inkappen van bomen - toppen
inkapselen - inhullen, insluiten
inkarnaat   morgenrood, vleeskleur
Ink’s, drinkbeker van de - kero
Inka’s, gouverneur der - tucricuc
Inka’s, maangodin van de - Mamaquila
Inka’s , taal der - Quechua
inkavolen - inkalven, inkepen
inkeep - inkerving 
inkeer   bekering, berouw, bezinning, inversie, spijt
inkepen - groeven, insnijden, kartelen, kerven
inkeping   bluts, cannelure, doorsnede, gergel, groef, hakkel, inkeep, inkerven, inkerving, inlating, kartel, karteling, keep, kerf, knip, kras, kroos, kruissnede, nert, schrap, snede, snee, uitholling
inkeping in een ton - gergel, kroos
inkerkering   opsluiting 
inkerven - insnijden, kartelen, insnijden, ritsen
inkerving - groef, kartel, snee
inkleding - bewoording
inklemming (med.) - incarceratio
inklinken   indragen, inkrimpen, inzakken, krimpen,  slinken,
inklinkende grondsoort   veen
inkoken - indampen, verkoken
inkoling - carbonificatie 
inkomen   bezoldiging, binnenkomengage, gage, gewin, honorarium, loon, revenuen, salaris, verdienste, wedde
inkomend - binnenkomend, ingaand
inkomende landverhuizing - immigratie
inkomst - binnenkomst, entree, inhaal, intocht, intrede, intree, tree,
inkomsten - revenu
inkomsten aan entreegelden - recette
inkomsten van geestelijke - prebende
inkopen - aanschaffen, indoen, inslaan
inkorten - bekorten, couperen, inkrimpen, nnemen, snoeien,
inkorten van bloemen – snoeien
inkorten van een staart - couperen
inkorting - verkorting
inkrassen - graveren, griffe(le)n, raderen, ritsen
inkrassing - keep, kerf, ril, rits
inkrimpen - afnemen, bekorten, beperken, geerten, minderen, samentrekken, slinken, verkorten, verminderen,
inkrimping - beperking, restrictie, restriktie
inkrozing - gergel, kroos
inktappel   galnoot 
inktgrondstof   gal(noot), ijzerhout
inktkussentje - tampon
inktkussentje om een drukvorm van inkt te voorzien   tampon
inktmop   klad, vlek 
inktopdruk - stempel
inktsoort - bister
inktsteen   atramentsteen 
inktvis   achtarm, argonauta, decapoda, kalmar, koppotige, kraak, lamprei, lolige, nautilus, neteldier, octopoda, octopus, poliep, sepia, sepiola, spirula, straaldier, tienarm, toverlamp, veelarm, zeekat
inktvlek - klad, mop,  spat, spet, vlek
inktzwarte mist - smog 
inkuilen - conserveren, ensileren, putten
inkuiling van veevoeder   ensilage 
inkwartieren   biljeteren, huisvesten, legeren
inkwartiering - huisvesting, legering
inlaagdijk - inlaag, slaper, waardijk, zorgdijk
inlaat - opening, ventiel
inlaatrol - afvoerrol 
inladen - embarkeren, laden, inschepen
inlage - inbreng, inleg, inslag, inzet, mise, storting
inlander    autochtoon, inboorling, ingeborene, inheemse, landsman, landzaat, native, naturel
inlands   inheems
inlands bestuursambtenaar - wedono
inlands dagloner - koeli, tani
inlands dansmeisje   ronggeng
inlands dorp   dessa, kampong, kraal, negerij, negorij
inlands gebruik - adat, zede
inlands godsdienstonderwijzer - goeroe
inlands medicijn - obat
inlands winkeltje   warong, toko, waroeng
inlands zangvogeltje - boompieper
inlandse artsenij   obat 
inlandse bestuursambtenaar - wedono
inlandse dakbedekking – atap
inlandse gemeente - desa
inlandse grassen en granen - goudgerst, haver, helm, kamgras, kropaar, kweek, reukgras, rogge, struisgras, timothee, trilgras,
vossestaart, wilhelminagras, witbol
inlandse hotelbediende - djongos
inlandse huisbediende   boy
inlandse hulptroepen   barisan
inlandse infanterist in het Franse leger in Noord Afrika   turco
inlandse klerk, schrijver - djoeroetoelis, magang
inlandse landbouwer   tani
inlandse legerkorpsen - barisan
inlandse markt - pasar, passar
inlandse matroos - laskaar
inlandse medicijn   obat
inlandse oorlogsvloot - hongi
inlandse open winkel - waroeng, warong
inlandse opzichter - mandoer
inlandse ploegbaas - mandoer
inlandse prins - pangeran(g)
inlandse rustbank - bale-bale
inlandse soldaat - turco (Fr. leger in Afrika)
inlandse soldaat in Oost-Afrika - askaro
inlandse tuinjongen - kebon
inlandse vesting (ind.)   benteng
inlandse volksvoedsel - rijst
inlandse vorst - radja, soesoehoenan
inlandse woningen   kampong
inlassen - inschuiven, insereren, intercaleren, interpoleren, invatten, invlechten, invoegen, inzetten, tussenplaatsen, tussenvoegen, tussenzetten
inlassing - epentese, epenthesis, inseraat, insertie, interpolatie, invoeging, parenthese, tussenlassing, tussenvoeging
inlassing van een klank in een woord - thesis
inlassing van een letter - epenthesis, inlasting, parenthese
inlaten - binnenlaten, opendoen
inlating - bemoeiing, deposito, inbreng, inlage, inleg, inmaak, inslag, mise, pot
inleg   deposito, inbreng, inlage, inleg, inslag, inzet, pot, plooi, speelgeld, vulsel, zoom
inleg bij het spel - mise
inleg in een kledingstuk - inslag
inleg in een zeil - reef
inleg tegelwerk - mozaïek
inlegblad van tafel   allonge
inlegeren - inkwartieren
inleggeld   bank, inzet, mise, pot
inleggen - conserveren, inmaken, konfijten, parketteren, pekelen, zulten
inleggen in azijn - marineren
inlegger - spaarder
inlegkunst in hout - intarsia
inlegsel   inseraat, insertie
inlegstof - azijn
inleg van geld - inzet, pot
inleg van kleding - zoom
inlegvel - bijblad, inlage
inlegwerk   intarsia,marketterie, mozaïek
inlegzool - steunzool
inleiden - aandienen, initiëren, inleiden, introduceren, inwijden, preluderen, presenteren, voorstellen
inleidend - preliminair, voorafgaand
inleidend onderwijs   propedeuse
inleidende brief - inleidingsbrief
inleidend werk   stage
inleidende opmerkingen - prolegomena
inleidende rede - inleiding, preambul, voorrede
inleidende wetenschap - isagogiek
inleidend onderwijs - propedeuse
inleidend universitair onderwijs - propjes
inleidend werk - stage
inleider - aankondiger, conferencier, introduceren, introducteur, referent
inleider van een onderwerp - referent
inleiding   aanhef, aanloop, aanvang, begin, entrada, exordium, intro(ductie), introïtus, opening, ouverture, preambule, prefatie, prelude, praeludium, prolegomena, prologos, proloog, protase, referaat, voorbereiding, voorbericht, voordracht, voorrede, voorspel, voorwoord
inleidingsbrief - geloofsbrief
inleidingshandelingen - preliminairen
inleidingskunst - isagogiek
inleiding der mis - introïtus (psalmvers)
inleiding in de wetenschap   isagoge, logica, propedeuse
inleiding tot een muziekstuk   ouverture, prelude, preludium, voorspel
inleven (weer) in de maatschappij - reclasseren
inleveren   indienen 
inlevering - indiening
inlichting - bericht, informatie, mededeling, opheldering, tip, verklaring
inlichting van een ingeweide   hint, seintje, tip
inlichtingendienst   B.V.D., C.I.A., F.B.I.
inlichting van een ingewijde - tip
inlopen - binnenvloeien, krimpen
inlossen - vrijkopen
inlijsten   encadreren, omkaderen, zetten 
inlijsting - kader, montuur
inlijven   annexeren, bezetten, incorporeren, usurperen
inlijving - bezetting, incorporatie, usurpatie
inluiden - aankondigen
inmaak   weck
inmaaksel - confituren
inmaakvrucht   augurk
inmaken - conserveren, inleggen, konfijten, pekelen, steriliseren, zulten
inmaken in azijn en kruiden - marineren
inmaken van groente - wecken
inmenging   bemoeiing, ingreep, interferentie, tussenkomst
inmiddels - alreeds, intussen, middelerwijl, ondertussen, onderwijl
innaaien - brocheren
innagelen - vastspijkeren
inname   verovering 
innemen - bekleden, bemachtigen, bezetten, doorslikken, drinken, gebruiken, inbinden, inpalmen, laden, opdrinken, ophalen, verkorten, veroveren
innemend   aanminnig, aantrekkelijk, bekoorlijk, bevallig, charmant, gracieus, gunstig, hups, lief, lief(e)lijk, lieftallig, vriendelijk
innemendheid - charme, lieftallighid, vriendelijkheid
innemer - veroveraar
inneming   inname, verovering 
beuren,  incasseren, opstrijken
innen - beuren, incaseren, invorderen, ontvangen, opstrijken
innen van een vordering - disponeren
inner - incasseerder
innerlijk   aard, binnenste, gemoed, immanent, inborst, interieur, intrinsiek, inwendig,  intern, karakter, kern, natuur,  psyche, wezen
innerlijk aanwezig maar nu niet werkzaam - virtueel
innerlijk besef van goed en kwaad   geweten
innerlijk oordeel   geweten, smaak 
innerlijk zelfvertrouwen   moreel 
innerlijke aandrift   drang, impuls, roeping
innerlijke aansporing - aandrang
innerlijke drang – drift
innerlijke geaardheid – inborst, karakter
innerlijke gesteldheid - gemoed
innerlijke kracht   intensiteit
innerlijke strijd   tweestrijd
innerlijke waarde - gehalte
innerlijke zelfwaarneming -  introspectie
innesteling - nidatie
innig   amoroso, devoot, diep, dierbaar, gevoelig, hartelijk, intiem, intens, liefdevol, teder, teer, vurig, warm, zacht
innig berouw   contritie, wroeging
innig en sterk - intens
innig gemeend - devoot, hartelijk, menens, ongeveinsd, oprecht, toegenegen
innigheid - hartelijkheid,  intimiteit
innig medelijden - deernis, erbarmen, mededogen
innig samengaand - inh(a)erent, solitair, verbonden
innig verbonden - aaneengesmeed, onlosmakelijk, onscheidbaar
innig verenigen - verbinden
innig vertrouwen - geloof
innig verzoek - bede, bee, gebed, smeekbede
innig zijn   innigheid
innige aansluiting van een woord aan het voorgaande - enclise, enclisis
innige droefheid - harteleed, (innig) verdriet
innige overtuiging - credo
innige verbondenheid - inh(a)erentie (van nature), solidariteit
innige verering   devotie
innige vermenging van fijne vloeistofdeeltjes   emulsie
innigheid - intimiteit
innobel - laaghartig
inning   collectie, heffing, incassering, incasso, invordering, inzameling, ontvangst, perceptie, slagbeurt
inning van gelden - insasso
innocent   argeloos, naïef, onnozel, onschadelijk, onschuldig
innocentie - eenvoud, onschuld
innovatie   nieuwigheid
Ino - Leukothea
inobligaat - onverplicht
inobservatie - onachtzaamheid, slordigheid
inoculatie - immunisatie, inenting
inoculeren   griffelen, inenten, vaccineren
inoffensief - onschadelijk
inontvangstneming - acceptatie
inopportuun   ongelegen
inpakken - annexeren, bergen, bezetten, emballeren, inlijven, inwikkelen, ophoepelen, weggaan 
inpalmen   binnenhalen, inhalen, innemen, inpikken, paaien, veroveren
inpartibus infidelium - ipi
inpassen - invoegen
inpekelen   inzouten, inmaken, zouten
inperken - bakenen, beknotten, bekorten, beperken
inperkingen   bakenen
inpersen – impregneren, stouwen
inpikken – naasten, nemen, pakken, stelen, 
inplanten   inpoten
inplanting - implantatie
inploeging - sponning
inplooien van de zeilen   reven
inpoeieren   bepoederen, inpeperen, inwrijven
inpolderen   bedijken
inpoldering - landwinning
inpompen - inheien, instampen
inpoten   inplanten
inprangen   inpersen, inklemmen, inwringen
inprenten   aanpraten, benadrukken, verzekeren, wijsmaken
inprenting - inculcatie
inprikken van figuren op de huid - tatoeëren
inproppen - induwen
inquisiteur   geloofsrechter, kettermeester
inquisitie   geloofsgericht, kettergericht, ketterjacht, onderzoek
inquisitoor - ondervragend, onderzoekend
inrakelen - inharken
inrekenen - arresteren
inreven   inhalen, reven
inri - kruistitel
inrichten - arrangeen, bestraffen, bijbrengen, installeren, kennis, oprichten, ordenen, organiseren, predisponeren, regelen, samenstellen, schikken, stichten,
inrichter - installateur, stoffeerder
inrichter van woning   stoffeerder
inrichting   apparaat, arrangement, constructie, etablissement, gebouw, genootschap, gesticht, indeling, instelling, instituut, interieur, kostschool, maaksel, mechanisatie, meubilering, ordening, organisatie, regeling, samenstel(ling), schikking, stichting, stoffering, tehuis, toerusting, toestel, vestiging
inrichting als herstellingsoord   sanatorium
inrichting in onderzeeërs omschepen te ontdekken - asdic
inrichting om graan te malen   maalderij, molen
inrichting om motor op gang te brengen - starter
inrichting om recht te doen - rechtbank
inrichting om stoffen te drogen   ast, centrifuge, eest, droogstof, exsiccator
inrichting om stoffen te vernietigen    destructor
inrichting om te drogen - eest
inrichting om te eten - eethuis, mensa, restaurant
inrichting om vee te slachten   abattoir
inrichting tegen het rollen vaneen schip - stabilisator
inrichting tot belening - lommerd
inrichting tot bevestiging voor de bajonet - haft 
inrichting tot fijnmalen van graan - molen
inrichting tot geneeskundigehulp - hospitaal, kliniek, polikliniek, sanatorium, ziekenhuis,
inrichting tot lijkverbranding - crematorium
inrichting voor besmettelijke ziekten   quarantaine
inrichting voor communicatie - telefoon
inrichting voor daklozen - asiel, heilleger
inrichting voor dieren - asiel
inrichting voor geesteszieken - gesticht, stichting
inrichting voor het lanceren van torpedo's - hekbuis
inrichting voor isolatie - gevangenis
inrichting voor lopende patiënten  -  polikliniek
inrichting voor melaatsen - leprozerie
inrichting voor middelbaar onderwijs   Gymnasium, H.B.S., Lyceum, H.A.V.O., MAVO,
inrichting voor opname van films en foto's - atelier, studio
inrichting voor opslag van goederen   dépôt
inrichting tot het nemen van wisselbaden - sauna
inrichting voor het ontvangen van elektromagneet - antenne
inrichting voor het overladen van kolen uit spoorwagens in schepen - tip (Eng.)
inrichting voor het rechthouden van een auto in bochten - stabilisator
inrichting voor het slachten van vee - abattoir
inrichting voor het zichtbaarmaken van elektromagnetische golven - oscilliscoop
inrichting voor vis te roken - rokerij
inrichting voor zieken - hospitaal, sanatorium, ziekenhuis
inrichting voor zonnebaden - solarium
inrichting waar goederen  gestoomd worden - stomerij
inrichting waar soldaten worden aangeworven - werfdepot
inrichting waar vaste delfstoffen gedolven worden - mijn
inrichting waar vis wordt gerookt - rokerij
inrichting (aan de boeg) om kabels van zeemijnen door te snijden - otter, paravaan
inrij - hek, inrit, oprijlaan, oprit, poort
inrijgen   insnoeren
inrit   inrij, oprijlaan, oprit, toegang
inroepen   verzoeken, vindiceren, vragen
inroesten - ingroeien, vastgroeien
inrollen - inwinden, wikkelen
inrollen van bladeren - hyponastie
inruil - (ex)change
inruilauto - occasion
inruilen - inwisselen, uitwisselen
inruimen - inwilligen, ontruimen, toestaan, vrijmaken
inrukken - afmascheren, vertrekken, weggaan
ins - ens, hengsel
inschakelen   aanzetten, inroepen, inzetten, tussenvoegen
inscharen - innen, verdienen, verkrijgen
inschenken   geven, ingieten,  tappen
inschepen   embarkeren 
inscherping - inculcatie, inprenting 
in schijn - pseudo
inschikkelijk   accommodabel, buigzaam, convenient, coulant, duldbaar, faciel, gehoorzaam, gepast, gevoegzaam, gewillig, goedig, goedmoedig, handelbaar, handzaam, kneedbaar, mak, meegaand, passend, plooibaar, soepel, toegeeflijk, toegevend, tolerant, verdraagzaam, vlot, volgzaam, welwillend, zacht
iinschikkelijker - milder
inschikkelijkheid - aanpassing, accommodatie, consideratie
coulance, meegaand
inschikkelijk zijn - couleren
inschikken - indelen, inschuiven, toegeven
inscriberen - aantekenen, boeken, inschrijven, intekenen, opdragen, optekenen, toewijden
inschrift   inscriptie 
inschrift op schilderijen of prenten - legende
inschrijden   binnentreden 
inschrijfboek - klapper, register
inschrijven   aantekenen, boeken, inscriberen, intabuleren, noteren, optekenen, registreren
inschrijver   abonnee 
inschrijven als student - immatriculeren
inschrijven in hypothekenboek - ingrosseren
inschrijven van oorkonde of  akte in een wettelijk register - registratie, registreren
inschrijver voor een lening - submittent
inschrijver op een periodiek   abonnee
inschrijving - aanbesteding, boeking, immatriculatie, intabulatie, notering, registratie
inschrijvingsboek   klapper, register 
inschrijving ten hypotheekkantore - ingrossatie
inschrokken - verorberen
inschuifbare wand - vouwwand
inschuilen - syncretisme
inschuiven - inlassen, interculeren, interpoleren, invlechten, invoegen, inzetten, tussenvoegen
inscriberen - aantekenen, boeken, inscriptie,  inschrift, inschrijven, intekenen, opdragen, opschrift, optekenen, toewijden
inscriptie - inschrift, opschrift 
insecten  
 2   bij
 3   dar, mot, mug, mijt, non, rijp, tor, uil, vlo
 4   apis, daas, haft, hara, hork, ieme, imme, luis, maai, made,              mier, neet, page, rups, spin, teek, wesp
 5   aphis, brams, emelt, hamel, kapel, kaper, kever, kobbe, kriek,        laron, libel, lipas, negra, osmia, oelat, pepel, rajap,
      salda, sirex, espa, vlieg, wants, witje, wolbij
 6   aardbij, aardmijt, aastor, adalia, agonum, ani-ani, apollo,               urora, belyta, bembex, boktor, boleti, bombyx,   cicade,                 chique, cicade, galmug, hommel, horzel, houtbij, kernes,               krekel, larong, lasius, mulder, muurbij, neefje, psocus, ptinia,       ridder, semele, sphinx, thyssa, thrips, trekbij, wasmot,                    werkbij, zandbij, zeemot
 7   aardbok, aardmijt, aardtor, aardvlo, acilius, agrotis, aurelia,           bidster, bladvlo, bosmier, boswesp, botluis, brommer,                   dansmug, dazerik, formica, galwesp, grasuil, haarmug,                  heimpje, honingbij, kaasmijt, kloptor, kniptor, locusta,                  meelmot, meeltor, mesttor, muskiet, oorworm, paardje,                pardoen, pelesit, pestvlo, plakker, punaise, rauwmug, rietuil,         rombout, rouwmug, rupsmot, schirus, spektor, spinner,                 stamuil, stijfkop, tangbok, termiet, veenmol, vlinder 
      wegmier,wegwesp, wolluis, zakspin,  zandvlo, zeespin,                 zingmug, zwerfbij
 8   aardluis, aaskever, aardmier, aardspin, aaskever, aasvlieg,             achilles, admiraal, akkeruil, akridium, aphidius, aphodius, 
      bedwants, belelang, bladluis, bladvloo, blauwtje, blindkop,            boekluis, boommier, boekworm, boorwesp, boorwesp,                  brakwesp, bijeneter, bijenluis, bijenwolf, bijtvlieg, chenille,            dagkapel, dagvlieg, dolkwesp, doornrug, galvlieg, glimworm,       goudhaan, goudwesp, granilla, hardworm, hommelbij,                   hoornaar, horentje, houtluis, houtmier, houtwesp, huisspin,
      jaspeade, kalander, kleermot, koevlieg, koningin, krengtor,           langbeen, langpoot, leemwesp, lelietor, loopspin, limtworm,
      meikever, metselbij, moerwesp, molenaar, mortelbij, oeveraas,       palpares, panvogel, pissebed, platbuik, platluis, rattevlo,                reduvine, ritnaald, roofmier, scarabee, smalbuik, snuittor,
      spanrups,  steekmug, stekworm, stofluis, symphyla, symphyta,       tapijtmot, timmerbij, trekmier, tuinmier, vetkever, vlugpoot,
      wandluis, watermijt, watertor, watervlo, weegluis, werkmier,        werkwesp, weverbok, zaagwesp, zakkever, zandmier,                   zandwesp, zeefwesp
 9   akkerwesp, baankever, baarsluis, bastkever, biervlieg,                   bloedluis, bloemwesp, boomwants, boorkever, bremvlieg,             bromkever, bromvlieg, bronswesp,  daasvlieg, doornrups,             drekvlieg, duinkever, engerling, fritvlieg, fijnspriet, gaasvlieg,        galinsekt, gastkever, glimkever, goudvlieg, graafwesp,  
      halmvlieg, heikrekel, hoofdluis, hooiwagen, houtkever,                 huisvlieg, juffertje, julikever. junikever, kaasvlieg, kakkerlak,        kapoentje, klopkever, knoopmier, knoopwesp, knotsmier,             korenbolt, kroonwesp, kruisspin, loopkever, mensenvlo,
      oliekever, papaverbij, plantluis, polyergus, pruimenmot, 
      pijlstaart, regendaas, renegrita,roofvlieg, roofwants,                      rozekever, schietmot, schildvlo, schooraas, schubmier,                  sluipwesp, slijkvlieg, spekkever, spinnekop, spinvlieg,                   springtor, stalvlieg, stegomyia, suikermot, tarantala,vachtluis,       valkkever, vogelspin, vuurvlieg, wachtluis, waternimf,                   waterspin, weidemier, zaagkever, zandkever, zeilvlieg,                  zwamkever
10  aardboktor, aardhommel, aardkrekel, atlaskever, bakkerstor,
      bladroller, bladsnijder, blindwants, bloemkever, boekenluis,            bonenkever, chrysalide, cochenille, donderbolt, doodgraver,
      draaikever, duivenluis, erwtekever, fruitenier, grashupper,              groenvlieg, huiskrekel, kamervlieg, kelderspin, knaagkever,
      koekoeksbij, kwastkever, landjuffer, lichtkever, malariamug,
      metselwesp, nachtwitje, papierwesp, parelvlieg, pruimepage,
      regenbrems, regenvlieg, reuzenmier, runderdaas, salemprang,         saoebamier, schapeluis, schildluis, schorpioen, schrijverke,             schurftmijt, sluipvlieg, snuitkever, snuitvlieg, spinselmot,                springspin, sprinkhaan, staafwants, steekvlieg, steenloper,              stippelmot, stofluisje, suikergast, tetsevlieg, veldkrekel,                  visitemier, vleesvlieg, waterloper, waterwants, zonnekever,            zweetvlieg
11  amazonemier, behangersbij, darrenbroed, denneboktor,                  duikerwants, duizendpoot, eikegalwesp, elzehaantje,                     galnotewesp,   glazenmaker, hessenvlieg, hoornstaart,                     knobbelmier,  kokerjuffer, langpootmug, maskervlieg,                   mierenleeuw, miljoenpoot, paardendaas, paardenwesp,
      palmbladvlo, parasolmier, pareljuffer, poppenrover,                       prestwichia,  schorskever, slankjuffer, springkever,
      steenhommel, strontvlieg, tsetsevlieg, wilgeboktor,                        zadeldrager, zilvervisje, waterjuffer
12  appelbladvlo, bakkersbeest, berkensteker, beukengalmug,              bleinenbijter, cylinderhaak, doornvlinder, eendagsvlieg,
      franjestaart, gletschervlo, goliathkever, goudoogbrems,                 haarboskever, hessischemug, koekoekswesp, muskusboktor,           nachtvlinder, paardehorzel, paardenvlieg, puistenbijter,                   rozebladluis,  runderhorzel, rupsendoder, schallebijter,                    schapehorzel, scharrebijter, springstaart, vliegendoder,                   walang-sangit, wilgehaantje, wrattenbijter, wijngaardluis,                zandveelpoot
13   aalbessenwesp, appelbladluis, bidsprinkhaan, bladrandkever,          bootsmannetje, bossprinkhaan, coloradokever,                               dennebladwesp, donderbeestje, druivensteker, frambozewants,       haarwortelmijt, herculeskever, koolzaadmugje, krieuwelmugje,       lakschildluis, lelietorretje,  pillendraaier, pruimevlinder,                  roggekevertje, rozenbladluis, schuimbeestje, slakkenvreter
14  aardappelkever, dennescheerder, doodgraverstor,                           kelderpissebed, lantarendrager, malariamuskiet,                              neushoornkever, parasiethommel, roofsprinkhaan,                          schaatsenrijder, sparrebladluis, treksprinkhaan,                              veldschorpioen, veldsprinkhaan, waterroofkever
15  admiraalvlinder, appelbladroller, doodskloppertje,                           hermelijnvlinder, iepenspintkever, koolwortelvlieg,                          kortschildkever, paardeluisvlieg, sabelsprinkhaan,                          schapeluisvlieg, schorpioenvlieg, spadesprinkhaan,                         spooksprinkhaan, stinksprinkhaan, waterschorpioen
16  boekenschorpioen, johanneskevertje, nijperduizendpoot,                 olifantstorretje, populierensteker, wilgenroosgalmug
17  aalbessenbladwesp, klappersprinkhaan,
     lieveheersbeestje, reuzenscolapander, waterspringstaart
18 koolzaadsnuitkever, lievevrouwebeestje, wolfsmelkpijlstaart
19 doodshoofdpijlstaart
20 processierupsvlinder
insect dat met ander in grote menigte samenleeft   bij, dar, mier
insektegedaante - cocon, emelt, larve, made, pop
insect met schilderachtige vleugels   kever, tor
lnsektenbeschrijver   entomograaf 
insektenbeschrijving   entomografie
insektenbloem - vliegenorchis
lnsektenbouwwerk   raat, mierenhoop
insectendeel - abdomen, dekschild, elythra, farynx, segment, thorax, trachee
insektendodend middel - lindaan
insektendodende stof   insecticide; flit, D.D.T.
insecten ei   neet 
insektenetend - insektivoor
insectenetend zoogdiertje   egel, mol
insectenetend vogeltje - draaihals
insektenetende dieren - insektivora, insektivoren
insectenetende plant   aldrovanda, bekerplant, darlingtonia, dionaea, drosera, drosophyllum, nepent(hes), pinguicula, sarracenia, utricularia, zonnedauw
insecteneter   
 3   mol
 4   egel, lori 
 6   agouta, tenrek
 7   almiqui, bosmuis, desmans, goudmol, stermol, veenmol
 8   bergmuis, kameleon
 9   dwergmuis, schubdier, solenodon, spitsmuis, vleermuis,                  watermuis
10  gordeldier, houthakker, miereneter 
11  borstelegel, insektivoor, slurfhondje, sterneusmol, 
12  bosspitsmuis
13  veldspitsmuis
14  dwergspitsmuis, otterspitsmuis, waterspitsmuis
15  springspitsmuis
insecteneters - insectivora
insectenfase   cocon,  larve, made
insectengedaante   cocon, emelt, engerling, larve, made, nimf, pop
insectenhuisje - insectarium
insektenkenner - entomograaf, entomoloog
insectenkunde   entomologie 
insectenkundige   entomoloog 
insectenlarve   cocon, emelt, engerling, made, nimf, pop, rups,
insektenorgaan - legboor
insectenpoeder   D.D.T.,  derrispoeder
insectenproduct   was 
insektenverterende plant - zonnedauw
insectenvorm   cocon, larve, made 
insectenwapen   angel 
insektenwerende plant - nepent(hes)
insektenwerende stof - D.D.T., flit, kamfer
insectenetende plant   nepent 
insecticide - bhc, bidrein, carbaryl, ddt, ddvp, derrispoeder, dieldrin, dnoc, endrin, fosdrin, lindaan, loodarsenaat, malathion, parathion, vapona, verdelgingsmiddel
insectie - insnijding
insectivoor   insecteneter 
insectologie - entomologie
insectoloog   insectenkenner 
insect op het hoofd - hoofdluis
insecuriteit - onveiligheid, onzekerheid
inseminatie   bevruchting 
inseparabel   onafscheidelijk 
inseraat   bijlage, naschrift 
insereren - inlassen, tussenvoegen
insertie - inlassing, invoeging, tussenvoeging
insgelijks - almee, desgelijks, dito, eveneens, evenzo, hetzelfde idem, id., item, it, mede, mee, ook
insider   ingewijde 
insidieus   arglistig, geniepig, verraderlijk
insigne - ambtsteken, badge, draagspeld, embleem, erekruis, erelint, ereteken, kenteken, naamspeldje, onderscheidingsteken, rangteken, teken, toesoeling, verdachtmaking
insigne der middeleeuwse bouwmeesters - pentagram
insillatie - indruppeling
insinuatie   aantijging, suggestie, toespeling, verdachtmaking
insinueren   suggereren 
insipide   flauw, geesteloos
inslaan - hamsteren, indoen, inkopen, kopen, opsluiten, treffen
inslaan bij tennis   serveren 
inslag - inweefsel, karaktertrek, zoom
inslager   bladslager 
inslaggaren - werpdraad, werpgaren
inslagspoel   weversschietspoel 
inslag in een kledingstuk -  inleg
inslapen   indutten, insluimeren, overlijden, sterven
inslikken - verzwijgen
inslecht - pervers
inslechtheid - perversiteit
inslokken - verslinden, verzwelgen
inslorpen - absorberen, inslurpen
insluimeren - wegdutten
insluiping - abdis, deuk, holligheid, inbraak, moet, nis
insluipsel(taal)   barbarisme 
insluithaard   beleg 
insluiten - afsluiten, belegeren, cerneren, encadreren, enclaveren, includeren, ingrijpen, impliceren, omgeven, omringen, omsingelen, omvatten, opsluiten, recluderen, vatten
insluithaard - beleg
insluiting   beleg, belegering, blokkade, encadrement, inclusie, omsingeling
insluitingsteken in een geschrift - haakje, parenthese
insluiting van een haven - blokkering
insluiting van een vesting - beleg
inslurpen - absorberen, inslorpen
insmakken - ingooien, insmijten
insmeren - invetten
insmeren met olie – olien
insmeren met vet - graisseren
insmeren met was - cirage
insmeren met zalf - zalf
insnede   caesuur, cesuur, gleuf, insnijding, kerf, snee
insnoeren - inrijgen, rijgen
insnijden - besnoeien, graveren, inkorten, kepen, kerven, scarificeren
insnijdend - incisief
insnijding   aansnee, discussie, gleuf, glip, groef, hoek, inkeep, inham, incisie, kartel, keep, kerf, krap, kras, operatie, punt, radkrans, ril, rits, sectie, slip, snede, snee, spilt, spits, spleet, snede, tip, voor
insnijding door een rivier   erosie, kloof (vorming)
insnijding in de kust   fjord 
insnijdingen maken - kartelen, kenen, kepen, kerven
insnijding door een rivier - erosie, kloof(vorming)
insnijding in de kust - fjord
insnijding in een grammofoonplaat - groef
insnijding met de zaag - aansnede, aansnee
insnijmes voor operatie - bistouri
insociabel - ongezellig, onverdraagzaam
insolent   brutaal, cru, grof, lomp, onbeschaamd, onbeschoft
insociabel - ongezellig, onverdraagzaam ,onverenigbaar
insolentie - brutaalheid, lompheid, onbeschaamdheid
insolvabel - insolvent
insolvent - onvermogend
insomnie - slapeloosheid
inspan   disselboom, disselraam, lamoen,  lemoen,
inspannen - streven, toerusten, tuigen 
inspannend - ledebrekend
inspannend denken - hersenarbeid
inspannend pogen - streven
inspanning   aanspannen, arbeid, contentie, energie, exertie, geroer, instellen, moeite, streven, studie, voorspannen, ijver
inspanning van het denkvermogen - hersenarbeid
inspanning vergend - pit
inspecteren   bezichtigen, bezien, controleren, keuren, langsschrijden, monsteren, nagaan, nakijken, schouwen, toezien
inspecteur   bewaker, controleur, hofmeester, intendant, keurmeester, koster, mandoer, meier, opzichter, opziener, rentmeester, surveillant
inspecteursambt - inspectoraat
inspectie   ambtsgebied, controle,  inogenschouwneming, keuring,  monstering,  naschouw, onderzoek, parade, schouw, toezicht, visitatie, wapenschouw
inspinnen - verpoppen
inspiratie – aanblazing, bezieling, inademing, inblazing, inboezeming, ingeving, inspraak, inval, prikkel 
inspireren - aanblazen, aanzetten, bezielen, enthousiasmeren, inblazen, inboezemen, ingeven, prikkelen
inspirerend - fier
inspit   roerpen, helmstok 
inspraak   drang, ingeving, inspiratie, inval, medezeggenschap, prikkel
insponding - inkeping
inspraak - drang, ingeving, inspiratie, inval, prikkel,
inspreken - inboezemen
inspringen - helpen, vervangen 
inspringend gedeelte   inham
inspringer - volt(e)
inspuiten - injecteren, injiciëren
inspuiting – injectie, prik, spuitje
inspuittoestel - injector
instaan - garanderen, responderen, waarborgen
instabiel   grillig, labiel, onbestendig, onevenwichtig, onvast, variabel, wankel
installateur - monteur
installatie   benoeming, bevestiging, opneming, uitrusting
installatie in onderzeeërs voor plaatsbepaling - asdic
installatie voor het melken - melkmachine
installeren - aanbrengen, bevestigen, huisvesten, inaugureren, inrichten, inwijden, opnemen
instampen - inprenten, inproppen
instamper van examenstof - repetitor
in standhouder   conservatief, conservator, pilaar, ruggegraat, steun, steunpilaar, stut, zuil
instandhouding - handhaving
instantané - momentopname
instantelijk   direct, dringend, nadrukkelijk, onverwijld, terstond, urgent,
instantie    aandrang, aanleg, afdeling, bureau, college, orgaan, verzoek
instantie, in eerste - aanvankelijk, oorspronkelijk
instantie, in laatste - tenslotte, uiteindelijk
instappen - binnenstappen, instijgen
instapschoen   flat, loafer 
instauratie   hernieuwing, herstelling ,wederoprichting
insteek - kielspit
insteekblad   inlegblad, inschuifblad
insteekhout - spie, spleet, splits
insteekkamer   entresol, hangkamer 
insteektafel - inschuiftafel
insteekijzer - koevoet, reevoet
instellen   beginnen, bepalen, inspannen, institueren, invoeren, inzetten, oprichten, ordineren, stichten, vaststellen, verordineren
insteller - oprichter
instelling   gesticht, inrichting, instantie, instituut, lichaam, opstelling, organisatie, regeling, stichting, tehuis, verordening
instelling in de oorlog   gaarkeuken 
instelling van de A.N.W.B.   wegenwacht
instelling voor opinieonderzoek   NIPO
instemmen - adhereren, beamen, bijvallen, goedkeuren, medegaan, toestemmen
instemmend - willig
instemmen met - beamen
instemmen met een plan - medegaan
instemming   adhesie, applaus, beaming, bijval, consensus, goedkeuring ingenomenheid, ja, opgang, resonantie, tevredenheid, toejuiching, toestemming, waardering, weerklank
instendiglijk - instantelijk, nadrukkelijk
instigatie   aandrijving, aansporing, prikkel, ophitsing
instijgen   instappen 
instillatie   indruppeling 
instinct   aandrift, bezieling, impuls, intuïtie, (natuur) drift
instinctmatig - instinctief, onbewust
instinctief   aangeboren, instinctmatig, onberedeneerd, onbewust, onwillekeurig, vanzelf
instippen   indopen 
institueren   instellen, oprichten, stichten
instituteur   kostschoolhouder 
instituut   genootschap, gesticht, inrichting, instelling, kostschool stichting
instituut voor algemene ontwikkeling - volksuniversiteit
instorten - neervallen
instorting - collaps,  recrudescentie
instortingskrater   caldeira 
instortingstrechter in kalkgesteente   doline
instroomopening - ostium
instructeur   drilmeester, exercitiemeester, leermeester, leraar oefenmeester,  opleider,
instructie   aanwijzing, consigne, dienstorder, gedragslijn, les, onderrichting, onderwijs, order, regel, reglement, richtsnoer, verordening, vooronderzoek, voorschrift 
instructie van strafzaken - vooronderzoek
instructief - leerrijk, leerzaam 
instructie voertuig - lesauto
instrueren - doceren, leren, oefenen, onderrichten, onderwijzen, verordenen, voorschrijven
instrument   apparaat, bas, gereedschap, orgaan, teorbe, speeltuig, toestel, triangel, werktuig
instrument dat de luchtdruk aanwijst - barometer
instrument dat de temperatuur aanwijst - thermometer
instrument dat het tempemtuurverloop toont   thermograaf 
instrument in duikboot - periskoop
instrument in een vliegtuig - statoscoop
instrument om aardbevingen te registreren   seismograaf 
instrument om bordpapier te snijden   kartonschaar 
instrument om de afstand te bepalen (op de kaart) - curvimeter
instrument om de belichtingstijd vast te stellen   actinofotometer, belichtingsmeter
instrument om de diepte te meten   bathometer
instrument om de dikte te meten - krompasser
instrument om de elektrische spanning te meten - voltmeter
instrument om de gewichtsvermindering bij drogen te bepalen    xerometer
instrument om de helling van aardlagen te meten   clinometer
instrument om de koersrichting te bepalen - kompas
instrument om de lengte van een willekeurige lijn te meten   curvimeter
instrument om de schedelafmeting te bepalen - cefalometer
instrument om de schoorsteen schoon te maken - ramoneur
instrument om de spanning van gassen te meten - manometer
instrument om de sterkte van de reukzin te meten   olfactometer
instrument om de windsnelheid te meten   anemometer
instrument om dunne laagjes te snijden   microtoom
instrument om elektrische signalen zichtbaar te maken - recorder
instrument om een richting in het terrein te bepalen   kompas
instrument om gas- en vloeistofdrukken te meten - manometer
instrument om grootte van de elektrische stroom te meten - ampèremeter, galvanometer
instrument om hoeken te meten   boussole, clinometer, equerre, gradenboog, sextant, theodoliet
instrument om in de maag te kijken   gastroscoop
instrument om kleine voorwerpen te bekijken - loep, loupe, microscoop
instrument om luchtdruk te meten - barometer
instrument om luchtfoto's te bekijken   stereoscoop
instrument om op zee de hoogte van de zon te meten   sextant, zeering
instrument om radioactieve straling te meten - geigerteller
instrument om radiogolven op te vangen - antenne
instrument om snelheid van een schip te meten   log 
instrument om snelheid van vloeistoffen en gassen te meten - rotameter
instrument om soortelijk gewicht te meten - densimeter
instrument om stofdeeltjes uit een gas te verwijderen - cycloon
instrument om tijdsverschillen te meten - chronometer, stopwatch
instrument om vetgehalte van melk te meten - laktometer
instrument om viscositeit van vloeistoffen te meten - viscosimeter
instrument om vlakke beelden als beelden met reliëf te zien - stereoscoop
instrument om vloeistof af te meten - buret
instrument om wisselspanning om te zetten in gelijkspanning - gelijkrichter
instrument om woordblinde kinderen beter te leren lezen   tachistoscoop
instrument om zeer geringe temperatuurverschillen te meten - bolometer
instrument om zwarting van een foto te meten - densitometer
instrument tot het meten van hoeken - hoekmeetinstrument
instrument tot het opnemen van geluiden - fonoskoop
instrument van het
instrument van het gamelanorkest   ankloeng, bonang, kendang rebab, soeling(an)
instrument voor het aangeven van de temperatuur - thermometer
instrument voor het aangeven van het weer - barometer 
instrument voor het afmeten van vloeistoffen   buret
instrument voor blaasonderzoek - cystoscoop
instrument voor het bepalen van de schedelafmeting   cefalometer
instrument voor het bepalen van de zwaartekracht - gravimeter
instrument voor het bepalen van stralingsenergie - bolometer
instrument voor het kleiner maken van gasdrukken - reduceerventiel
instrument voor bet meten van de spanning van gassen   manometer
instrument voor het opsporen van landmijnen - mijndetector
instrument voor het waarnemen van geluiden - fonoscoop
instrument voor hoekmeting - sextant
instrument voor medisch onderzoek - stethoscoop
instrument voor punctie   stilet 
instrument voor violist   strijkstok 
instrumentaal - capricclo, muziekstuk
instrumentaal muziekstuk   concert, sonate, symfonie
instrumentaal slot - naspel, postludium
instrumentaire getuigen - vormgetuigen
instrumentale partij   obligaat 
instrumentarium   apparatuur, gereedschap(skist)
instrumenten - instrumentarium
instrumentenbord   dashboard
instrumentenleer - organologie
instrumentist   muziekspeler, muzikant
instrumentvliegen - blindvliegen
instuderen - leren, repeteren
instuif   fuif, ontvangst, party, receptie 
instuiven   binnenstormen
instulping   deuk, moet
insturen - inzenden
instijgen - instappen
insubordinatie   muiterij, ongehoorzaamheid, sabotage, verzet, weerspannigheid
insuffisant   onvoldoende
insuikeren   konfijten
insulair rijk - eilandenrijk
insulinde - Oost-Indië, Indonesië
insuline afscheidend orgaan - alvleesklier
insult - belediging, hoon, smaad
insultatie   belediging, hoon
insult, apoplectisch - beroerte
insurgent   oproerling, opstandeling
insurrectie   oproer, opstand
intabuleren   omranden
intact   gaaf, heel, onaangeroerd, onbeschadigd, ongeeerd ongerept, ongeschonden, onverkort, onverlet
intaglio - gemme
intappen - inschenken, vullen
inteelt - endogamie
integendeel - daarentegen
integer   braaf, hoogstaand, onkreukbaar, onomkoopbaar,  onschendbaar, rechtschapen
integraal   geheel, helemaal, volledig, voltallig 
integriteit   ongeschondenheid, onkreukbaarheid, onomkoopbaarheid, rechtschapenheid 
integument   bekleedsel, foedraal, omhulsel
intekenaar - abonnee, ondertekenaar, subscribent
intekenen - abonneren, inschrijven, subscriberen
intekening - subscriptie
intekening op een reeks - abonnement
intekening voor iets - abonnement
intellect   logos, rede, vernuft, verstand
intellect - rede, logos, vernuft, verstand
intellectualiter - verstandelijkerwijs
intellectueel   denker 
intellectuelen   intelligentsia 
intelligent   kien, knap, gevat, pienter, scherpzinnig, schrander , slim, snedig,  spits, spitsvondig, verstandig
intelligentie    denkvermogen, geest, schranderheid, slimheid, vernuft,  verstand
intelligentieproef   denksport, hersengymnastiek, kwis, onderzoek, quiz, test, 
intelligentiequotiënt   I.Q. 
Intelligibel - begrijpelijk, klaar, verstaanbaar
Intendant - hofmeester
intenderen   bedoelen, beogen
intens   erg, diep, fel, heftig, hevig, innig, krachtig, levendig, sterk, terdege, vurig
intens gemeen - doortrapt
intens genoegen   genot 
intensheid - intensiteit
intensief   diep, krachtig, vol
intensiteit - intensie 
intens lief - aanbiddelijk
intens maken - intensifiëren
intens smerig - goor
intensheid - intensiteit
intensief - diep, krachtig, vol
intensiever maken - intensifiëren
intensifiëren - bekrachtigen, verhevigen, versterken
intensiteit - hevigheid, sterkte
intentie   bedoeling, oogmerk, opzet, plan, voornemen
inter   gedurende, onder, terwijl, tussen 
intercalatie - inlassing, tussenvoeging
intercepteren - onderscheppen, opvangen
intercessie - bemiddeling, tussenkomst, voorspraak
intercity - sneltrein
interdictie - curatele, verbod
interdict   ban, schorsing, verbod
interessant   belanghebbende, belangstellende, belangwekkend, boeiend, gegadigde 
interesse - aandacht, animo, belang(stelling)
interessent - belangstellende, gegadigde
interest - herinteresten, intrest, opbrengst, rente
interest opbrengend - rentegevend
interest op wissels   supporto
interestbewijs   coupon 
interfase - ruststadium
interferentie - inmenging, tussenkomst
interferentieverschijnsel van licht - buiging
interieur   binnenhuis, binnenste, innerlijk,  inrichting, inwendige, meubilering
interieurkunst - binnenhuiskunst
interrieurverzorgster - huishoudster, werkster
interim   tussentijd, voorlopig, waarnemend 
interimair - tijdelijk, waarnemend
interjectie   tussenwerpsel 
interkerkelijk overleg in radio aangelegenheden - IKOR
interlinie - reglet, ruimte (tussen 2 regels)
interlock   camisole, hemd, ondergoed 
interlocutoir - interlocutie, tussenvonnis
interludium - intermezzo, tussenspel
intermediair - bemiddeling, tussenkomst, tussenliggend
intermediëren   bemiddelen 
intermezzo   incident, interludium, tussenbedrijf, tussenspel 
intermissie - nalaten, tussentijd, uitblijven
intermittentie - onderbreking, pauze
intern - binnen, innerlijk, inwendig, inwonend 
intern pestief - ongelegen, ongepast, ontijdig
internaat   kostschool 
internationaal   grenzeloos, int., mondiaal,  supranationaal
internationaal gezagsorgaan -  U.N.O., V.N.
internationaal nationaal handelsverdrag   E.E.G., E.V.A., E.F.T.A., G.A.T.T. 
internationaal orgaan   F.A.O., Unesco, Unicef
internationaal padvinderskamp   jamboree
internationaal telegraaf alfabet - morsecode
internationaal verdedigingspact   N.A.T.O., NA.V.O. S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O., Warschau pact
internationale bank voor herstel en ontwikkeling - Wereldbank
internationale criminele politie - Interpol
internationale handelsovereenkomst   l.T.O.
Internationale meteorologische organisatie   l.M.O.
internationale organisatie   V.N., U.N.O., Unesco
internationale overeenkomst - uitleveringstraktaat
internationale politie - interpol
internationale taal   Ido, Esperanto 
internationale trein   T.E.E. 
internationale vergadering - assemblee
internationale wedstrijd - olympiade
interne - kostleerling
interne organisatie   infrastructuur 
internist - arts
internodium - stengellid
interpoleren - inlassen, tussenvoegen
interponeren - tussenplaatsen
interpositie - bemiddeling, tussenkomst
interpretatie   exegese, explicatie, opvatting, uitlegging, verklaring
interpreteren   opvatten, uitleggen verklaren, vertolken
interpunctieteken   puntkomma, punt, komma, leesteken, aanhalingsteken
interregnum - tussenregering
interrogatie - ondervraging
interrogatief - vragenderwijs
interrogeren - afvragen, ondervragen, uitvragen
interrumperen   onderbreken
interruptie   onderbreking, stoornis, storing
intersectie   doorsnee, doorsnijding, kruising, snij(dings)punt 
interstitie - tussenpoos, tussenruimte
interval   afstand, deciem, decime, gaping, klanktrap, kwart, kwint, muz., none, octaaf, ongewenst, opening, prime, seconde, secunde, septime, sext, sprong, storend, terts, tussenpoos, tussenruimte, tussenvoorval, voorval
interval van een halve toon   chroma
interval van 9 tonen   none
interval van vier trappen - kwartsprong
interveniëren   bemiddelen
interventie - inmenging, tussenkomst
interversie - omkering
interview   septiem, vraaggesprek
interviewer   reporter, verslaggever
in ‘t geheim - steels
intiem   bestaand, devoot, dicht, diepst, dierbaar, eigen, gemoedelijk, gezellig, huiselijk, innig, knus, nauw, teder, vertrouwd, vertrouwelijk, werkend
intijds   tijdig, bijtijds, vroeg
intimatie - aanzegging
intimidatie - ontmoediging, vreesaanjaging
intimiteit - familiariteit, huiselijkheid, innigheid, vertrouwelijkheid
intitulatie - betiteling
intolerabel - onuitstaanbaar, onverdraaglijk
intolerant   hard, onverdraagzaam
intomen - afhouden,  bedwingen, behelzen, beteugelen, breidelen, inteugelen, matigen, ophouden,
intonatie   stembuiging
intoneren - stemmen
intoxicatie - bedwelming, vergiftiging, zinsbetovering
int. padvinderskamp - jamboree
int. televisie organisatie - eurovisie
intra   binnen, onder, tussen
intraden - staatsinkomsten
intransigent   onverzoenlijk
intransitief   intr.,  onovergankelijk
intrede – aanvang, binnenkomst, debuut, entree, initiatie, inkomst, intocht, introductie,  introïtus, komst,  toegang, voorspel
intreden   betreden, binnengaan, ingaan
intree   binnenkomst, entree, ingang,  inkomst, intrede
intreezang   introïde, introïtus 
intrek   verblijf 
intrekbare nagel - klauw
intrekken   binnengaan, cancelen, herroepen, imbiberen, revoceren, royeren, terugnemen
intrekking - abrogatie, canceling,
intrekking van bevel - abrogatie, afschaffing, canceling, herroeping, infiltratie,  revocatie
intrek nemen -  logeren
intrepiditeit - onversaagdheid, onverschrokkenheid
intrest   intr., interest, rente
intricaat   ingewikkeld, moeilijk, netelig, verward
intrigant - arglistig, coknoeier, knoeier, konkelaar, konkelend,  kuipend, kuiper, opstoker, slinks, stoker, streber
intrige   complot, gekonkel, geknoei, gekuip, kabaal, konkelarij,  kuiperij, kunstgreep, machinatie, plot, prikkeling (van de nieuwsgierigheid), slinksheid, verwikkeling
intrige van film   plot 
intrigeren   complotteren, konkelen, kuipen, samenzweren
intrinsiek   immanent, innerlijk, wezenlijk
intrinsieke waarde hebbend - reëel
intro - inleiding
introduceren   binnenleiden, inleiden, inleiding, invoeren, uitnodigen, voorstellen
introductie   aanbeveling, entree, ingang, inleiding, intrede, kruiwagen, optrede, ouverture, toegang, voorafspraak, voorspel
introductief - inleidend
introversie - geslotenheid
introïtus - intreezang
intrusie - indringing, inpersing
intrusief gesteente   batholiet, dyke, gang,  laccoliet, sill
intubatie - tubage
intuïtie - feeling, gevoel, ingeving, instinkt, inzicht
intuïtief begrijpen - aanvoelen
intumescentie - opzwelling, zwelling
intussen   alvast, echter, inmiddels, middelerwijl, niettemin, nochtans, onderdies, onderhand, ondertussen, ondanks, onderwijl, terwijl, tussentijds, zolang
intussen reeds - alvast
intussusceptie - doordringing
intijds - bijtijds, tijdig, vroeg
in tweeën - doormidden, middendoor
inula - donkerkruid, ulant
inundatie   overstroming, verdrinking
inunderen - overstromen
invaart   ingang, monding
invaginatie - ineenschuiving, instulping
inval   denkbeeld, gedachte, gril, idee, ingeving, inspiratie, inspraak, intuïtie, invasie, inventie, nuk, ontwerp, opwelling, overval, saillie trouvaille, vondst
inval van militairen - raid
invalide - blind, doof, fancy, gebrekkig, gehandicapte, kreupel, mank, ongeldig, raid, verminkt
invallen - neerstorten
invaller - plaatsvervanger
invallero - opstapper(bemanningslid), plaatsvervanger, remplacant, reserve, vervanger
invaren - binnenvaren
invariabel - bestendig, constant, onveranderlijk
invasie - inval, raid, strooptocht
invasievogel - barmsijs, kruisbek, notenkraker, pestvogel, sneeuwuil, steppehoen
invatten - omlijsten
invatting van edelstenen - montuur
invectief - scheldwoord, schimpwoord, smaadwoord
invemen - aanrijgen
invenit - inv
inventaris - boedel(beschrijving), boedellijst, inboedel, boel
inventarisatie - boedelbeschrijving
inventie - uitvinding, verdichting, verdichtsel, vinding
inversie - omdraaiing, omkering 
invers - omgekeerd, tegengesteld  
invert - omgekeerd
inverzekeringstelling - arrestatie
investigatie - nasporing, navorsing, onderzoek
invetsel - consistentvet
invetten - insmeren, oliën, smeren 
invisibel   onzichtbaar 
invitatie   uitnodiging 
invité   gast, genodigde 
inviteren   noden, nodigen, uitnodigen, verzoeken
invlieger - testpiloot
invloed - betekenis, bovenhand, effect, gelding, gewicht, gezag, greep, indruk, influentie, impressie, (in)werking, kracht, macht, nut, overwicht, prestige, stimulans, uitwerking, vat, vermogen, waarde, zin, zijn,
invloed hebben - influeren
invloed van iets ondergaan - luisteren
invloedrijk - machtig, veelvermogend
invloedrijk persoon   bisschop, bons, bonze, kardinaal, magnaat, minister, partijleider, paus, pineut, rijksgrote
invloedrijke kennis - connectie, kennis, konnektie, verbinding
invocatie   aanroeping, afsmeking, inroeping, insereren,  lassen
invoegen - inlassen, inpassen, lassen, 
invoegen van tweedelig ritme in een driedelig maat - hemiola, hemiool
invoeging   inlassing, inseraat, insertie, interpolatie, invoegsel
invoeging van een letter(greep) - epenthesis
invoer - import, importabel, invoerbaar
invoerder van buitenlandse goederen - importeur
invoerder van nieuwigheden - neoloog, novateur, ontdekker, vinder
invoer van koopwaren   import
invoeren   importeren, initiëren, instellen, introduceren, lanceren
invoerhandelaar - importeur
invoering - immissie
invoering van nieuwigheden - neologie
invoer van gegevens - input
involveren - insluiten, meebrengen
invorderaar - crediteur, eiser
invorderbaar   executoir, inbaar
invorderen - innen
invorderen van gelden - innen
invordering - inning
invreten - aantasten, corroderen, inbijten, uitbijten, wegbijten
invretend - bijtend, corrosief, wegvretend
invriezen - bevriezen, diepvriezen, vastvriezen
invulbiljet   formulier
invullingsstaat   tabel
inwaarts   binnenwaarts
inwaarts gekeerd - binnenwaarts,  introvert
inwalsen - comprimeren
inweefsel - invoegsel, tussenslag
inwellen - inzakken
inwenden - aanleggen, sturen
inwendig - binnenlands, immanent, innerlijk, inspraak, intern,  intrinsiek
inwendige - binnenste, essentie, hart, interieur, kern, merg, merk, pit
inwendig leeg   hol 
inwendig lichaamsdeel   darm, galblaas, gal, hart, long, lever, maag, milt,  nier, orgaan
inwendig onderzoek - introspectie
inwendig orgaan - blaas, hart, hersenen, klier, long, lever, lever, maag, milt, nier, waterblaas
inwendige   binnenste,  hart, interieur, kern, merg
inwendige bouw - structuur
inwendige mens versterken   eten. voeden
inwendige ruimte - binnenruimte
inwendige verdeeldheid - strijd, tweespalt
inwendige vergroeiing - atresie
inwendige werking - drift
inwendige zending - evangelisatie
inwerking - influentie, invloed, nut 
inwikkelen - inpakken, inrollen, inwinden, inwoelen
inwilligen - accederen, accorderen, betamen, consenteren, goedkeuren, ingaan, toegeven, toelaten, toestaan, toestemmen, verschaffen, voegen
inwilligend - concessief
inwilliging - fiat, goedvinding, licentie, toegeven, toestemming
inwinden - inrollen, inwikkelen, inwoelen
inwinnen - inhalen, innemen, verwennen
inwisselbaar   converteerbaar, convertibel
inwisselen - inruilen, omruilen, omwisselen, ruilen, verruilen, verwisselen, verzilveren
inwisseling   ruil
inwisseling van een lening - converteren, verwisselen
inwonen - bewonen, inhabiteren
inwonen (het) - immanentie
inwonend - immanent, intern, verblijfhoudend
inwonend leerling - intern             
inwonende   commensaal, interne, kamerbewoner
inwonende knecht op boerderij - boerenknecht
inwonende persoon - commensaal, kamerbewoner, pensiongast
inwoner   burger, dorpeling, inboorling, ingezetene, landsman, landszaat, naturel, staatsburger, stedeling, ziel
inwoner des lands - burger 
inwoner van.....   zie ook: bewoner van
inwoner van Alaska - Aleut, Eskimo, Tingit
inwoner van Algerijë – Algerijn, Arabier, Berber
inwoner van Amsterdam   Mokumer
inwoner van Andorra - Andoraan
inwoner van Beieren   Beier
inwoner van België   Vlaming,Waal
inwoner van Bengalen   Bengalees
inwoner van Birma   Birmaan
inwoner van Bologna   Bolognezer
inwoner van Bretagne   Breton
inwoner van Brussel   Brusselaar
inwoner van Bulgarije   Bulgaar, Tataar, Slaaf
inwoner van Ceylon   Ceylonees, Singalees, Toda, Vedda
inwoner van Cyprus   Cyprioot 
inwoner van Damascus   Damascener
inwoner van Edam   Edammer 
inwoner van Friesland - fries
inwoner van Genua   Genuees 
inwoner van Gouda - Gouwenaar
inwoner van 's Gravenhage   Hagenaar, Hagenees
inwoner van Groenland   Eskimo 
inwoner van Guatemala   Guatemalaan
inwoner van 's Hertogenbosch   Bossenaar
inwoner van Joegoslavië   Serf, Kroaat, Sloveen, Macedoniër
inwoner van Kreta   Kretenzer
inwoner van Lombok   Bodha, Sasak 
inwoner van Madrid   Madrileen 
inwoner van Majorca   Majorcaan 
inwoner van Mexico   Mexicaan 
inwoner van Milaan   Milanees 
inwoner van Monaco   Monegask 
inwoner van Moskou   Moskoviet 
inwoner van Noordpoolland - Eskimo
inwoner van Oost Polynesië   Maori 
inwoner van Portugal   Portugees 
inwoner van Rome   Romein 
inwoner van Spanje   Bask, Catalaan, Spanjaard, Andalusiër
inwoner van Tirol   Tiroler 
inwoner van Venezuela   Venezolaan
inwoner van een der Baltische Staten   Balt, Est, Let, Litouwer
inwoner van het oude Amerika   indiaan
inwoner van het oude Griekenland   Helleen
inwoner van het oude Rome   Romein
inwoner van het westelijk deel der Pyreneeën   Bask
inwoning - intrek
inwoonster des lands - burgeres 
inwoonster van Parijs   Parisienne 
inworp - ingooi
inwrijven - inpoeieren, insmeren
inwrijven met houtskoolpoeder om  tekeningen door te drukken - sponsen
inwrijving - inunctie
inwijden   inaugureren, inhuldigen, initiëren, inleiden, installeren, inzegenen, ontgroenen 
inwijding - benedictie, inauguratie, ingebruikneming, initiatie, inzegening
inwijding bij volwassenen   initiatie 
inwijdingsfeest der Joden - Chanoeka
inwijkeling - immigrant
inzage - kennisgeving, kennisneming, visie, zicht
inzake   aangaande, betreffende, i.z., nopens, omtrent, wegens
inzakken - verzakken
inzakking van gesteente - mare
inzalving - inunctie
inzamelaar - collectant,  kollektant
inzamelen   collecteren, oogsten, ophalen, sparen, vergaren
inzameling   collecte, garing, inning, kollekte, oogst, perceptie, pluk
inzameling van gelden   collecte 
inzameling van vruchten - oogst, pluk
inzegenen - celebreren, consacreren, consecreren, heiligen, inwijden, wijden
inzenden - inleveren, opsturen
inzender tentoonstelling - exposant
inzeper - barbiersknecht
inzet - aanhef, aftrap, begin, bod, eersteling, gok, ijver, inlage, inleg, inleggeld, inplaatsing, invoeging, inzate, inzetsel, las, mise, openingsbod, pot, poule, remise, speelgeld, toewijding 
inzet bij spel - mise,  poule
inzet van geld - inleg
inzetraam - hor
inzetten - indoen, instellen
inzetten van edelstenen - kassen
inzetijzer - zethamer
inzicht   bedoeling, begrip, benul, beschouwing, besef, bevatting, bewustzijn, blik, doorzicht, erkenning, erkentenis, gevoelen, gezindheid, gnatis (Gr.), gnosis, idee, kennis, kijk, licht, mening, notie, omvatting, oogmerk, oordeel, opvatting, opzet (Z.N.), perspicaciteit, prudentie, verstand, visie, zienswijze,
inzicht in het karakter van mensen - mensenkennis
inzien   begrijpen, beseffen, doorgaan, doorzien, erkennen, mening, nazien, opvatting, prudentie, snappen, vatten, verstaan,  weten, zienswijze
inzinking    achteruitgang, baisse, collaps, dal, depressie, dijkval, flauwte, laagte, malaise, recessie, slenk, instorting, invalling, inzakking, machteloosheid, sneeuwstorting, vermindering, verslapping, verzakking, verzwakking
inzinking tussen hoogvlakten   canon, canyon, dal, ravijn
inzinking van de bodem   bekken, depressie, kom, slenk
inzinking van de bodem in kalksteengebied   polje, uvala, doline
inzinking van een bodem - delling
inzonderheid   bijzonder, inz, vnl, vooral,  voornamelijk
inzouten - pekelen
inzuigen - absorberen, absorptie, imbiberen, infiltratie, opslorping, opslurpen,  verzwelgen
inzuiging - absorptie, inhalatie, resorptie,
ionium   io.
ionidium - hybanthus
Ionië, heiligdom in - Panioniom
Ionië, stad in - Coazomenae, Colophon, Efeze, Milete, Phocaea, Priene, Smyrna
Ionische eilanden, een der - Antipaxos, Cefalona, Cephalonia, Corfu, Ithaca, Ithyaki, Kefallinia, Korfoe, Kerkyra, Levkas, Poxas, Zakynthos, Zante
Ionosfeer, laag in de - F-laag
Iowa, hoofdstad van - Des Moines
ipecaeuanhawortel - braakwortel
ipheion - brodiaea, triteleia
ipse fecit - if
ipso facto - feitelijk
ipso jure - vanzelf
Iraakse gouverneur - moetasariff
Iraakse havenstad   Basra 
Iraakse hoofdstad   Bagdad 
Iraakse luchthaven   Bagdad, Basra, Kirkoek, Mosoel
Iraakse luchtvaartmaatschappij   I.A. 
Iraakse munt   dinar, dirhem, dollar, piaster 
Iraakse provincie  
 4   Liwa 
 5   Anbar, Babil, Basra, Erbil, Wasit
 6   Bagdad, Dhigar, Diyala, Naynawa
 7   Kerbela, Kiskoek, Naynawa
 9   Oadisiyah
12  Soelaimaniya  
Iraakse provinciehoofdstad   
 4   Koet
 5   Amara, Basra, Erbil
 6   Bagdad, Diyala, Mosoel, Ramadi
 7   Kerbela, Kirkoek
 8   Diwaniya, Nasiriya
12  Soelaimaniya 
Irak - Mesopotamië
Irak, bevolkingsgroep in - Arabieren, Koerden
Irak, hoofdstad van - Bagdad
Irak, rivier in - Eufraat, Tigris
Iraanse hoofdstad   Teheran 
Iraanse keizer   shah, sjah 
Iraanse keizerin - Farah,  Soraya
Iraanse munt   dinar, rial
Iraanse prinsentitel - misra
Iraanse produkten - katoen, kobalt, mangaan, rijst, saffraan, tapijten
Iraanse roesdrank - haoma, hauma
Iraanse staatshoofd - sjah
Iraanse staatsman - Mossadeg
Iraanse volksvertegenwoordiging - majdlis
Iran - Perzië
Iranees - Pers
ireëel - denkbeeldig
Irian - Guinea
Irian Barat, eiland bij - Biak, Japen
Irian Barat, plaats op - Fak-Fak
iridaceae - acidanthera, crocosmia, crocos, fresia, gladiolus, iris, ixia, lis, monbretia, moraea, tijgerbloem
iridium   lis. Ir, iris, lis(bloem), regenboog(vlies) 
iris - bergkristal, lisbloem, regenboog(vlies)
irisachtige bloem   lis, krokus 
irisachtige lentebloem - krokus
irisachtige plant - lis
Irokezen, opperhoofd der - Haiawatha
Irokezen, stam der - Cayuga, Mohawk, Oneinda, Onondaga, Seneca
Irokezen, taal der - Cherokee, Erie, Huron
ironie   spot 
ironische glimlach - grameel (Z.N.)
irradiatie - bestraling
irreëel   onwerkelijk, onwezenlijk 
iridium - ir.
irrigatie   bevloeiing 
irrigeren – bevloeien, bewateren
irritant   ergerlijk, hinderlijk, lastig, prikkelend, tergend, vervelend, 
irritatie   ergernis, ontstemming, prikkeling
irriteren   ergeren, hinderen, prikkelen
irriterend   ergerlijk, hinderlijk, lastig,  tergend
irriterend voor de zintuigen   schel, scherp 
irvingiaceae - desbordesia, irvingia, klainedoxa
is aangebroken - aanbreken
is aangetogen - aantijgen
is onregelmatig gegoten - defect
is op de kermis te zien - rarekiek
is vertegenwoordigd - nieuw
Isaïas - Jesaja
Isboseth - Isjbaäl
ischias - heupjicht,  sciatica
Isjtar - Inanna
Iskenderoen - Alexandrette
Islam - Mohammedanisme
Islam, niet-gelovige in de - kafir
islamiet   mohammedaan, moslem, moslim, muzelman
Islamitisch - zie ook Mohammedaans 
Islamitisch feest - Haddj, Ledal Adha, Led al Maulid, Lai Lat Al Miraadj, Muharram, Ramadhaan
islamitisch feest na de vasten   Beiram
Islamitisch gebed - salat
islamitisch gebedshuis - moskee
islamitisch rechtsgeleerde - moefti
Islamitisch plichtgebed - salab
Islamitische armenzorg - sakat
Islamitische bedevaart - hadj
Islamitische bedevaartganger - hadji
Islamitische broederschap - tarika
islamitische gebeden - salawath
Islamitische gebedsdienst - chatma
Islamitische gebedsnis - mihrab
Islamitische gebedsoproep - azan
Islamitische gebedsrichting - gibla, kibla
Islamitische geloofsbelijdenis - sjahada
islamitische gelovige - moslim, muzelman
Islamitische gewoonte - soenna
Islamitische godsdienstoefening - salat
Islamitische groet - sala(a)m, salem
Islamitische heilige oorlog - djihad
Islamitische heilige schrift - koran
Islamitische heilige wet - sjaria
islamitische leefregels - soenna
islamitische monnik   derwisj
Islamitische moskee - masdjid
islamitische mystieke derwish orde - naksjabanijja
Islamitische mystieken - soefi’s
Islamitische mystieke orde - tarika
islamitische ongelovige - kafir
Islamitische plichtenleer - fikh
Islamitische schriftgeleerde - moealla, oelema
Islamitische profeet   Mohammed
Islamitische tekstuitleg - kiyas
Islamitische titel - bab
Islamitische traditie - hadith
Islamitische vasten - sawm
islamitische wetsgeleerden - hanafiten, hanbaliten, malikiten, sjafiiten
Islamitische wetskennis - fakih
Ismaëliet - Arabier
Ismaliten, sekte behorende tot de - Assassijnen, Hodsjas, Karmaten
Ismene - Hymenocallis
Isnardiz - Ludwigia
isoëtacae - biesvaren, isoëtes, stulites
isolatie   afsluiting, afzondering, quarantaine 
isolatiemateriaal   ameniet (radio-onderdelen), asbest, bengoliet,  celotex, eboniet, glaswol, micaniet (mica en schellak)
isolatiemateriaal uit mica en schellak   micaniet
isolatiemateriaal voor radio onderdelen   ameniet
isolement   afzondering 
isoleren - afzonderen
isolerend bouwmateriaal - celotex (van suikerbietsap)
isolerend materiaal - eboniet
isolerende kartonachtige stof - celotex
isomeer van glucose - galactose
isomeer van wijnsteenzuur - druivenzuur
isonitrosoverbinding - oxine
is op de kermis te zien   rarekiek 
isoropylbenzeen - cumeen
isotherm harden - bainitreren
Israël   Jakob, Palestina 
Israël, deel van - Galilea, Negev
Israël, hoofdstad van - Jeruzalem
Israël, koning van - 
3   Ela
4   Basa, Jehu, Joas, Omri, Saul
5   Achab, David, Hosea, Joram, Nadab, Zimri
6   Pekach, Sallum, Salomo
7   Achazja, Joachaz, Zekarja
8   Jerobeem, Menachem, Pekachja, Zacharia
Israël, landbouwnederzetting in - kibboets
Israël, rivier in - Jordaan, Kis(j)on
Israël, stad in - Eilat, Haifa, Jaffa, Jeruzalem, Lod, Lydda
Israël, stam in - Aser, Benjamin, Dan, Gad, Issaschar, Jozef, Juda, Levi, Naftali, Ruben
Israël, volksvertegenwoordiging van - knesset
Israëliet   Arabier, jood 
Israëlisch collectief dorp - kibboets
Israëlisch componist - Gilboa, Partosch, Seter, al,
Israëlisch dialect - Ivriet
Israëlisch feest - (C)Hanuka
Israëlisch heilig boek - kitab
Israëlisch kerkmeester - parnas
Israëlisch ondergronds leger - Hagana
Israëlisch parlement   knesset, knesseth
Israëlisch schilder - Agam, Bergner, Bezem 
Israëisch schrijver - Agnon, Amichai, Berkowitz
Israëlisch vliegveld - Lod, Lydda
Israëlische feestdag - inwijdingsfeest, loofhuttenfeest, nieuwjaar, onafhankelijkheidsdag, pesach, paasfeest, Poeriem, slotfeest, verzoendag
Israëlische generaal   Dayan, Herzog, Rabin
Israëlische godsdienstleraar - rebbe
Israëlische haven - Eilat, Haifa, Jaffa
Israëlische inhoudsmaat - efa
Israëlische kerk   synagoge
Israëlische kerkvoogd - parnas
Israëlische luchthaven   Lydda (Lod)
Israëlische luchtvaartmaatschappij   Elal
Israëlische maat   dunam 
Israëlische militaire rang - Aloef, Samal, Seren, Toeraj
Israëlische munt   agorot, groesj, lira, piaster,  pond, prutah 
Israëlische naam   Abraham Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben, Sam, Samuel
Israëlische parlement - knesset, knesseth
Israëlische politieke beweging - Zionisme
Israëlische president - Goerion, Meir
Israëlische rustdag - sabbat
Israëlische schilders   Ardon Guttman, Janco,  Mokady, Rubin, Zaritski,
Israëlische schrijvers    Gilbao, Guri,  Meged, Shamir, Yishar
Israëlische sinaasappel - jaffa
Israëlische strijdmacht - tsahal
Israëlische taal   Hebreeuws, Ivriet, Iwrieth Jiddisch, Ladino,  Moghrabi  
Israëlitisch - Isr
Israëlitisch aardewerk - majolica
Israëitische hoofdman - Richter
Israëlitische hoofdstad - Samaria
Israëlitische huiselijke ceremoniën op eerste  twee paasavonden -  seider
Israëlitische kalendermaand - yar
Israëlitische kerkmeester - parnassijn
Israëli(ti)sche kerkvoogd   parnas
Israëlitische naam - Abraham, Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben,
Sam, Samuel
Israëlitische profeet - Jeremia
Israëlitische tempeldienaar - leviet
Istanboel - Byzantium, Konstantinopel
Istanboel voorstad van - Galata, Skoetari, Usküdar
Istanboel wijk der Europeanen in - Pera
Isthmus - landengte
Italiaan   Napolitaan, Romein, sard
Italiaans aardewerk uit de 15e eeuw   majolica
Italiaans adellijk geslacht   Medici, Orsini
Italiaans automerk    Ferrar,i Fiat, Lancia
Italiaans baksel - pizza
Italiaans beeldhouwer - 
 5   Manzu, Rosso
 6   Canova, Marini, Pisano, Rocchi
 7   Bernini, Bugatti,Cellini, Martini, Messina, Quercia,
      Raffael, Ruggeri
 8   Boulogne, Bramante, Calandra, Ghiberti, Pericolo
 9   Donatello, Romanelli, Sansovino
10  Bandinelli, Buonarotti, Marochetti
12  Brunelleschi, Michelangelo
Italiaans bergland - Apennijnen,  Dolomieten
Italiaans componist - 
 4   Nono
 5   Asola, Berio, Verdi
 6   Artusi, Borghi
 7   Bellini, Bernadi, Corelli, Landini, Puccini, Rossini,
      Tartini, Vivaldi
 8   Mascagni, Paganini, Petrassi, Pizzetti
 9   Carissimi, Donizetti, Malipiero, Paesiello, Pergolesi, Scarlatti
10  Bocherini, Monteverdi, Palestrina, Sammartini
11  Frescobaldi
12  Dallapiccola 
Italiaans danslied   villanella 
Italiaans dichter - Ariosto, Dante, Petrarca Tasco
Italiaans eiland in de Middellandse Zee   Capri, Caprera, Elba, Lido, Sardinië, Sicilië 
Italiaans geheim genootschap - carbonari
Italiaans gerecht   macaroni, pizza, polenta, ravioli, risotto,  spaghetti
Italiaans geslacht  , Borgia, Este
Italiaans heerser   doge 
Italiaans kaartspel - bod(spel)
Italiaans landschap - Abruzzi, Basilicate, Calabria, Campania, Lazio, Liguria, Lombardia, Marche, Molise, Piemonte, Puglia, Sardegna, Sicilia, Toscane, Umbria, Veneto
Italiaans letterkundige - 
 4   Arzo, Caro, Levi, Vico
 5   Belli, Bembo, Berni, Berto, Betti, Casti, Dante, Gozzi,
      Monti, Negri, Prati, Pulci, Tasso, Verga
 6   Alvaro, Bracco, Fabbri, Gianni, Marino,Parini, Vasari
 7   Alberti, Allegri, Arentino, Ariosto, Bernari, Boiardo,
      Cellini, Collona, Fiscolo, Goldoni, Guarini, Lentini,
      Manzoni, Moravia, Moretti, Pascoli, Pellico, Pistolia
 8   Bandello, Carducci, Compagni, Petrarca, Pugliese,
      Sordello, Trissino
 9   Boccaccio, Fogazzaro, Poliziano, Sacchetti,
      Sannazaro
10  Angiolieri, Buonarotti, Cavalcanti, Guinizelli,
      Pirandello
12  Castiglione, Machiavelli
italiaans meelproduct - spaghetti
Italiaans meer   Como, Garda, Lago, Lugano, Maggiore 
Italiaans meerstemmig lied - frottola
Italiaans musicus - Leoncavallo, Perosi, Pespichi, Puccini, Rossini, Scarlatti, Spontini, Verdi
Italiaans natuurkundige - Marconi, Volta
Italiaans restaurant - pizzeria trattoria
Italiaans vioolbouwer - Amati, Stradivarius
Italiaans volk   Etrusken
Italiaans volkslied - ritornel, tarantella
Italiaans vorstengeslacht   Este
Italiaans wijndistrict - Apulië, Barletta, Campania, Emilia, Falerno, Lambrusco, Moscato, Piemonte, Sicilië
Italiaanse Alpen - Dolemieten
Italiaanse antropoloog - Mantegazza
Italiaanse architect - 
 3   Gio
 4   Fuga, Rava, Zevi
 5   Larco, Nervi, Ponti
 6   Fifini, Frette, Trucco
 7   Alberti, Barozzi, Bernini, Cronaca, Galilei, Guarino,
      Juvarra, Pollini, Rafael, Valdier
 8   Bramante, Montuori, Palladio, Perruzzi, Terragni
 9   Borromini, Catalogni, Sansovino
10  Michelozzo, Rossellino
12  Brunelleschi, Michelangelo
Italiaanse badplaats   Alassio, Chiaveri, Como, Imperia, Lido, Merano, Rapallo, Rimini, San Remo, Savona, Sestri
Italiaanse barbier - figaro
Italiaanse beeldhouwer   Canova, Donatello, Ghiberti, Giacometti, Marinie, Michelangelo, Pisano, Porta, Robbia, Vinci,
Italiaanse biefstuk - bistecca
Italiaanse bioloog - Redi, Spallanzani
Italiaanse blijspeldichter - Gol
taliaanse boot - gondel
Italiaanse bouwkundige - Pericoli
Italiaanse bouwmeester - Maderna, Palladio, Vinci
Italiaanse burgemeester   podesta 
Italiaanse componist uit de Baroktijd   Albinoni, Manfredini, Marcello, Scarlatti, Torelli, Veracini, Vinci Vivaldi, 
Italiaanse componist uit de moderne tijd   Dallapiccola, Nono, 
Italiaanse componist uit de renaissance   Cavalli, Frescobaldi, Monteverdi, podesta
Italiaanse componist uit de romantiek   Bellini, Boito, Donizetti, Mascagni, Puccini, Verdi
Italiaanse dame - signora
Italiaanse dans   pavane, forlano, furiana, gagliarda, padovana, saltarello, tarantella
Italiaanse oude dans - calata
Italiaanse dichter   Ariosto, Dante, Groce,  Leopardi, Parini, Pascoli, Pellico, Petrarca, Prati, Pulci, Rosa, Sannazaro, Tasso, Tassoni
Italiaanse dirigent - Toscanini
Italiaanse cervelaatworst - salami
Italiaanse componist - Albinoni, Bellini, Boito, Cavallo, Dellapicollo, Donizetti, Frescobaldi, Manfredini, Marcello, Mascagni, Nono, Puccini, Scarlatti, Torelli, Veracini, Verdi, Vinci, Vivaldi,
Italiaanse dans - forlano, pavane, saltarello, sarabande, tarantella
Italiaanse ezelworst - salami
Italiaanse filmster - Lollobrigida, Loren
Italiaanse filosoof - Acri
Italiaanse fluittheoreticus   Gariboldi
Italiaanse geheime staatspolitie   ovra
Italiaanse gendarme   carabinieri
Italiaanse gids - cicerone
Italiaanse glaswerk - Florence, Venetiaans
Italiaanse godgeleerde - Patrizi, Perrone
Italiaanse groet - ciao
Italiaanse harlekijn - arlecchino, pantalone
Italiaanse havenstad - Brindisi,  Genua, Messina, Napels, Palermo, Venetië
Italiaanse heer   signore 
Italiaanse herberg   osteria 
Italiaanse hertog   doge
Italiaanse hoofdstad - Roma, Roma
Italiaanse jongeheer - signorino
Italiaanse juffrouw   signorina 
Italiaanse kaassoort - gorgonzola, parmezaner
Italiaanse klokkentoren - campanile
Italiaanse koffie - cappucino, espresso
Italiaanse landstreek   Apulië, Calabrië, Campania, Catania, Cremona,  Emilia, Ferrara, Liguria, Lombardije, Lucca, Mantua,  Parma, Perugia, Siena, Toscane, Trente, Umbria
Italiaanse munt   centesimo, lire 
Italiaanse natuurkundige   Galilei, Galvani, Marconi, Torricelli, Vinci Volta
Italiaanse ontdekkingsreiziger - Vespucci
Italiaanse opvoedkundige   Montessori
Italiaanse pap   polenta 
Italiaanse partijleider   Nenni
Italiaanse provincie   Benevento, Catania, Cremona, Enna, Ferrara, Lucca, Mantua, Parma, Perugia, Regusa, Siena, Verona
Italiaanse provincie hoofdstad  
4    Asti, Bari, Como, Enna, Pisa, Roma, Rome
5    Aosta, Cuneo, Forli, Genua, Lecce, Lucca, Massa,
      Nuoro, Padua, Parma, Pavia, Rieti, Siena, Terni,
      Turijn, Udine
6    Ancona, Arezzo, Chieti, Foggia, Genova, Latina,
      Matera, Mantua, Milaan, Milano, Modena, Napels,
      Napoli, Novara, Padovo, Pesaro, Ragusa, Reggjo,
      Rovigo, Savona, Terano, Trente, Trento, Torino,
      Triest, Varese, Verona
7    Belluno, Bergamo, Bologna, Bolzano, Brescia,
      Caserta, Catania, Cosenra, Cremona, Ferrara, Firenze,
      Gorizia, Imperia, lsernia, l'Aguila, Livorno, Mantova,
      Messina, Palermo, Perugia, Pescara, Pistoia, Potenra,
      Ravenna, ,Salerno, Sassari, Sondrio, Tarente, Tarento,
      Trapani, Treviso, Trieste, Venetië, Venezia, Vicenza,
      Viterbo
8    Avellino, Brindisi, Cagliari, Florence, Grosseto,
      Macerata, Piscenza, Siracusa
9    Agrigento, Benevento, Catanzaro, Frosinose,
      Pordenone
10  Campobasso
11  Alessandria
13  Caltanisetta
Italiaanse rivier - 
2    Po
3    Aso, Era, Lao
4    Adda, Agno, Agri, Alli, Arno, Asso, Ceno, Dora, Eisa,
      Enza, Fino, Nera, Noce, Nure, Orba, Orco, Orte, Reno,
      Sele, Taro, Tavo, Toce
5    Adige, Belbo, Bruna, Corno, Esaro, Esino, Farfa,
      Ferro, Fioio, Fiora, Idice, Lorda, Maira, Marta, Melfa,
      Mella, Merse, Oglio, OIona, Orciz, Parma,Piave, Plave ,
      Ronco, Sacco, Sarca, Sauro, Savio, Seria, Sesia, Siere,
      Sinni, Sisto, Tenna, Tiber, Torres, Ufita
6    Agogna, Alento, Allaro, Amatto, Aniene, Arrone, Astion, 
      Atella, Aterno,  Avisio, Brembo, Brenta, Calore, Cavone, 
      Cecina, Cesano, Chiani, Chiese, Cornia, Foglia, Isonzo, 
      Lamone, Locone, Maduna, Melito, Mincio, Mucone, Musone, 
      Ofanto, Olpeta, Panaro, Pecora, Rapido, Sangro, Tacina, 
      Tanaro, Tesino, Tevere, Ticino, Tronto, Turano, Velino, 
      Venosa, Vomano
 7   Albegne, Amaseno, Biferno, Bormida, Bradano,
      Busento, Cellina, Cervaro, Chienti, Chisone, Dragone,
      Etevivo, Follone., Fortore, Gravina, Livenza, Metauro,
      Mignoni, Montone, Nestore, Ombrone, Pellice, 
      Pescara, Platano, Potenza, Secchia, Serchio,
      Tammaro, Titerno, Torbido, Tordino, Trebbia, 
      Trionto, Varaita, Vitravo, Vulgano
 8   Ancinale, Calaggio, Mingardo, Sarmento, Signello,
      Staffora, Teverone, Tusciano, Volturno .
 9   Amendolea, Argentino, Candelaro, Fiumenica,
      Marecchia, Raganello, Selinello, Trasubbie
10  Abatemarco, Basentello, Garigliano, Laurenzana
11  Tagliamento
Italiaanse rovers - briganti
Italiaanse schalmei - calandrone
Italiaanse schilder - 
 4   Afro, Feti, Reni, Rosa, Tura
 5   Aglio, Burri, Carra, Dolci, Penni, Sarto, Tozzi
 6   Allori, Cigoli, Giotto, Guardi, Piombo, Rafael, Vasari
 7   Barocci, Bellini, Cimabuc, Da Vinci, Gozzoli, Morandi,
      Raffael, Saltian, Tiepolo, Titiaan, Uccello
 8   Anastano, Angelico, Campigli, Magnelli, Mantegna,
      Masaccio, Severini, Veronese
 9   Cavallini, Correggio, Donatello, Pordenone, Segantinl,
10  Botticelli, Caravaggio, Cerrachini, Signorelli, Tintoretto 
11  Ghirlandaio 
12  Michelangelo, Parmigianino, Sassoferrato
Italiaanse schilder/dichter - Rosa
Italiaanse schrijver - Annunzio Boccaccio, Caspeno Croce, Dante, Lampedusa, Malaparte, Moravio, Petrarca, Pirandello
italiaanse soep - minestra, minestrone
Italiaanse stad -
3    Bra
4    Atri, Como, Este, Fano, Gela, Pola, Rome
5    Adria, Anzio, Cantu, Capua, Combo, Fondi, Genua,  Prato
6    Anagni, Andria, Milaan, Rimini, Salerno, Spezia, Urbio
7    Cassino
8    Camerino, Florence
Italiaanse stad aan de Adriatische Zee - Ancona, Brindisi, Rimini, Venetië
Italiaanse stad aan een gelijknamig meer - Como
Italiaanse stad met oudste  plantentuin van Europa - Padua
Italiaanse sterrenkundige - Galilei, Schiaparelli
Italiaanse tenorzanger - Benjamino, Caruso, Gigli
Italiaanse tiran - Borgia
Italiaanse vlootvoogd - Persano
Italiaanse volksdans geheten naar de stad Tarente -  tarantella
Italiaanse vorstenhuis (oud) - Este
Italiaanse vrijheidsheld - Garibaldi 
Italiaanse vrijstaande klokkentoren - campanile
Italiaanse wijn    Aleatico,  Bardolino, Barola, Campari Chianti, Martini, Gragnano, Lambrusco, Moscato, Moscatello, Valpolicella,  Zibiblo
Italiaanse vrouw – donna, signora 
Italiaanse witte wijn - Caluso, Falerner
Italiaanse wijn - Este, Chianti, Barolo, Martini, 
Italiaanse worst -  salami
Italiaanse zilversmid - Cellini
Italië, schiereiland van -  Calabrië, Otranio, Latijn, Marrucijns, Oskisch, Paelignisch, Sabellisch, Umbrisch, Vestljns, Volkisch
Italische talen, een der - Faliskisch
Italmenen - Kambsjadalen
7   Capraji, Gorgone, Pianose, Sicilië, Vulcano
 8   Sardinië
 9   Stromboli
Italië, gebergte in   Apennijnen
Italië, eiland behorende bij - 
 4   Elba
 5   Capri
 6   Giflio, Ischia, Lipari, Ustica
item   desgelijks, dezelfde, evenzo, insgelijks,  it, post
iteratie - herhaling
Ithome - Vurkano
ivoor   elp, elpenbeen, lavoor
Ivoorkust, bevolkingsgroep in - Kroe, Senoefoe
Ivoorkust, hoofdstad van - Abidjan
Ivoorkust, rivier in - Bandama, Cavally, Comoë, Sassandra
Ivoorkust, stad in - Bauake, Daloa, Dalva 
ivoornoot - phytelephas 
ivoorpalm - tagua
ivoorsurrogaat - eburine
ivoren - elpen
Iwriet   Hebreeuws
ixodas - teek
Izabel(le)   geelbruin
izegrim   brombeer, brompot, knorrepot, nurks, wolf