Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
Archived on Termhotel.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/
Puzzelwoordenboek: A • Puzzelwoordenboek: B • Puzzelwoordenboek: C • Puzzelwoordenboek: D
Puzzelwoordenboek: E • Puzzelwoordenboek: F • Puzzelwoordenboek: G • Puzzelwoordenboek: H
Puzzelwoordenboek: I • Puzzelwoordenboek: J • Puzzelwoordenboek: K • Puzzelwoordenboek: L
Puzzelwoordenboek: M • Puzzelwoordenboek: N • Puzzelwoordenboek: O • Puzzelwoordenboek: P
Puzzelwoordenboek: Q • Puzzelwoordenboek: R • Puzzelwoordenboek: S • Puzzelwoordenboek: T
Puzzelwoordenboek: U • Puzzelwoordenboek: V • Puzzelwoordenboek: W • Puzzelwoordenboek: X
Puzzelwoordenboek: Y • Puzzelwoordenboek: Z
Eagle (Eng.) - adelaar, goudmunt
earl (Eng.) graaf
eau de cologne - odeur, reukwater
eb laagwater, l.w., ebbe, getij, tij
ebaucheren - aanleggen, schetsen
ebbe - getijde
ebbehout van Ceylon - coromandel
ebbehout (Ind.)- agrihout
ebben achteruitgaan, aflopen, afnemen, teruglopen, terugvloeien, wegvloeien
ebdeur - sluisdeur
eb en vloed tij, getijde, getij
eboniet caoutchouc
ecarté kaartspel
ecarteren vermijden, verwijderen
ecce (Lat.) zie
ecclesia mater - moederkerk
ecclesiastes prediker (het bijbel boek)
ecclesiastisch - kerkelijk
echec - fiasco, flop, mislukking, nederlaag, schaak, tegenslag
echel - bloedzuiger
echinieten - koeteieren, zeeappels, zeeegels, zeeklitten
echinococcus - blaasworm
echo galm, nagalm, naklank, reflectie, resonance, resonatie, tegengalm, weergalm, weerkaatsing, weerklank
echoapparaat - asdic, sonar
echokelder galmkelder
echolokalisatie - sonar
echolood - dieplood, peillood
echt authentiek, beproefd, bestaand, diep, diepst, eerlijk, erkend, fijn, formeel, gedegen, geheid, genuien, heerlijk, heus, huwelijk, inderdaad, innerlijk, innig, intiem, legitiem, leuk, louter, matrimonium, officieel, onvervalst, oprecht, origineel, prettig, probaat, raszuiver, realistisch, reëel, rein, specifiek, trouwpartij, vast, verbintenis, veritabel, verus, waarachtig, waar(lijk), warm, werkelijk, wettelijk, wettig, wezemlijk, zeker, zuiver
echte kies - molare
echte zanger fitis, kardinaal, karekiet, kneu, kwikstaart, liervogel spotvogel, tapuit, tjiftjaf
echtbreker - overspelige
echtbreuk ontrouw, overspel, slippertje
echtelijk conjugaal, huiselijk, huwelijks
echteloos - ongehuwd, vrijgezel
achteloos leven - celibaat
echten - trouwen, wettigen
echter al, alevel, algelijk (Z.N.), alhoewel, dan, des(al)niettemin, desondanks, doch, edoch, evenwel, hoewel, intussen, maar, niettemin, nochtans, ofschoon, ondertussen, tenminste, toch
echte Fries - stamfries
echtgareel - huwelijksband
echtgebeurd – historisch, waar
echtgenoot – bruidegom, e(e)ga, ga(de), gemaal, getrouwde, levensgezel, man, partner, wederhelft
echtgenote eega, ga, gade, gemalin, getrouwde, vrouw, wederhelft, wijf
echtgenote van zie: vrouw van ...
echtheid authenticiteit, genuïteit, juistheid, onvervalstheid, o, prechtheid, ongeveinsdheid, waarheid, zuiverheid
echtheid betreffende de geboorte - legitimiteit
echtheidsonderzoek verificatie, controle
echtheidsonderzoeker - controleur, verificateur
echtheidsstaving - vidimatie
echtheidsverklaring - legitimatie
echtkoets bruidsbed, huwelijksbed
echt Nederlands beroep - matroos
echtscheiden - divorceren
echtscheiding - ontrouw, overspel, separatie
echtscheidingplaats in VS. Reno
echtscheidingsverklaring - legitimatie
echtschender - echtbreker, overspelige
echtverbintenis echt, huwelijk
echtvereniging agnitie, bruiloft, huwelijk
echtverklaring agnitie, erkenning, legalisatie, legitimatie
eclampsie - (kinder)stuipen
éclat opzien, glans, luister, schittering
eclatant daverend, glanzend, inslaand, klinkend, luisterrijk, opzienbarend, schitterend
eclips ondergang, verduistering, verdwijning, zonsverduistering
eclipseren verdonkeren, verduisteren, verdwijnen
ecliptica - aardbaan, zonnebaan, zonneweg
ecloge - herdersdicht
ecoloog - milieudeskundige
economie bezuiniging, staathuishoudkunde, zuinigheid
economie van een volk - volkshuishouden
economisch besparend, kostenbesparend, spaarzaam, staathuishoudkundig, zuinig
economisch instituut voor midden en kleinbedrijf - E.I.M.
economisch verbond - E.E.G.
economische commissie der V.N. - ECA, ECAF, ECE, ECLA
Economische commissie voor Afrika - ESA
Economische commissie voor Europa - ECE
Economische commissie voor Latijns Amerika - ECLA
Economische commissie der VN - ECA, ECAF, ECE, ECLA
Economische en Sociale raad der VN - Ecosoc
economische depressie - malaise, slapte
economische handeling - voorraadvorming
economische onafhankelijkheid autarkie
economisch driespan - benelux
economiser - voorverwarmer
economiteit - doelmatigheid
econoom - economist, staathuishoudkundige
ecrin juwelenkistje
ecru crèmekleurig, ongebleekt, roomgeel, ruw, touwkleurig
Ecuador deel van - Costa, Oriënte, Sierra
Ecuador, provincie van -
4 Loja, Napo
5 Canar
6 Azuaya, Carchie, Guayas, Manabi
7 Bolivar, Pastaza
8 Cotapaxi, Inbabura
9 Pichincha
10 Chimborazo, Esmaraldas, Tungarahua
Ecuador, provinciehoofdstad in -
4 Loja Puyo, Tena
5 Macas, Quito
6 Ambato, Cuenza, Ibarra, Tulcan, Zamora
7 Azoguez, Machale
8 Babohoyo, Guaranda, Riobamba
9 Guayaquil, Latacunga
10 Esmeraldas, Portoviejo
Ecuadoriaanse munt centavo, sucre
eczeem - (huid)uitslag
eczeem bij paarden - mok, rasp
Edda, onderdeel van de - Grottasongr, Havamal, Hyndlujod, Rigsthula, Voluspa
edder - elder, uier
edel - aanzienlijk, adelijk, doorluchtig, eel, edelmoedig, edelwaardig, fier, goed, grootmoedig, groots, hoogstaand, kostbaar, nobel, ridderlijk, statig, waardig, verheven, voornaam
edelaardig - edelmoedig, grootmoedignobel
edelachtbare - e.a.
edeldame - douairière
edel dier - eland, hert, paard, ros
edelaardig grootmoedig, nobel
edele - aanzienlijke, adelijke, edelman, ridder,
edele aard - adel
edelen - aanzienlijken, adelijken, adelstand
edele stenen - gesteente
edele vogel - adelaar, arend, valk
edelgas argon, helium, krypton, neon, radon, xenon
edelgesteente - ametist, diamant, esrnerald, esmeraud, karbonkel smaragd
edelgesteente in een vingerring - bag
edelgranaat - almandien
edelgraniet - almandin
edelheid - adel, nobiliteit, uitmuntendheid, voortreffelijkheid
edeling edele
edelknaap - hofjonker, page
edellieden - adelstand
edelman aristocraat, baron, bruggraaf, edele, edeling, graaf, hertog, hildalgo (Sp.), jonkheer, markies, pair, prins, ridder, vicomte
edelman in Japan - Daimio
edelman op Java - Adipati, Raden
edelman uit Frankrijk - pair
edelman (Sp.) - hidalgo
edelman te paard - ridder
edelmarter boommarter
edelmetaal goud, platina, zilver
edelmetaal (Fr) or
edelmoedig edel, edelaardig, genadig, genereus, goedertieren, groothartig, grootmoedig, gul, lankmoedig, magnaniem, menslievend, mild, nobel, onbekrompen, ridderlijk, vrijgevig, vrijmoedig
edelmoedigheid adel, generositeit, goedertierenheid, mildheid, noblesse
edelsmid - zilver-, goudsmid
edelsmid, beroemde - begeer, Bulle, Celini, Faberge, Lalique, Lebrun, Lutma, Mores, Vianen
edelsmid uit renaissance - Cellini
edelsmidwerktuig - bouwel, burijn, steke
edelste - keest
edelstenen
3 git
4 brik, daai, erts, jade, kies, onyx, zand
5 agaat, amber, bagge, beril, beril, camee, gemma, gneis, grind,
grint, magma, opaal, parel, pumex, robijn, rubis, silex
6 adamas, akmiet, albast, amaril, arduin, asbest, aug iet,
bariet, basalt, bazalt, bismut, carbon, eoliet, gagaat,
gravel, jaspis, juweel, kareel, katoog ,koraal, kwarts, marmer,
orion, plasma, prasem, pyriet, sardis, spinal, topaas, ulviet,
zarbat
7 adamant, adulaar, almagra, aluniet, ametist, amirant,
aniniet, apatiet, asteria, bauxiet, camaieu, carneol,
carrara, citrien, diabaas, diamant, dioriet, girasol,
glimmer, grafiet, granaat ,graniet, granito, grauwak,
graveel, greskei ,hyacint, hyaliet, jadeïet, kalktuf,
koralijn, kristal, krijttuf, leuciet, mangaan, nefriet,
neoliet, oxaliet, perelle, peridot, pikriet, porfier,
pycniet, saffier, sinopel, smaragd, uroliet, wolfram,
ijssteen, zeoliet, zirkoon
8 aeroliet, alboliet, alfenide, allagiet, almandin, amethist,
baccarat, basaniet, bdellium, beresiet, boraciet,
braggiet, briljant, brillant, cabochon, carneool,
ceratiet, chamotte, chloriet, cornalijn, corneool,
datoliet, dendriet, diopsiet, dioptaas, doleriet,
dolomiet, electron ,esmeraud, essoniet, eterniet,
euforiet, gadsteel, galsteen, graniver, haarkies,
hamatiet, isjoliet, karneool, kornelijn, lateriet,
lavaglas, lazuriet, leisteen, leksteen, majolica,
megaliet, melaniet, nomoliet, pagodiet, peperine,
rijnsteen, sanidien, saponiet, sardonix, seleniet,
sideriet, silicium, spongiet, steatiet, trachiet, tufsteen,
turkoois, zeeagaat, zeeberil
9 amazoniet, antraciet, aquamarijn, aromaliet, baikeliet,
barnsteen, belemniet, bengaliet, cacheloog, calcidoon,
carbonium, chalcedon, dinasteen, dragoniet, drakoniet,
edelopaal, flintglas, galactiet, gangsteen, garneriet,
glassteen, goudsteen, granuliet, hardsteen, hessoniet,
inktsteen, kalksteen, karbonkel, kattegoud, kuitsteen,
kwartsiet, maansteen, malachiet, melksteen, meteoriet,
naltroilet niersteen, paapsteen, psaroliet, puimsteen,
rhodoniet, roodsteen, speksteen, steenvlas, steenzout,
stersteen, tandsteen, theraliet, toermalijn, tungsteen,
vuursteen, waalsteen, wratsteen, ijselsteen, ijzersteen,
zandsteen, zeepsteen, zeilsteen
10 aluinsteen, anthraciet, antimonium, asicteriet,
automaliet, azuursteen, band jaspis, basaltglas,
beeldsteen, blaassteen, blauwsteen, bloedsteen,
bronsinter, bruinspaat, bruinsteen, chrisoliet,
chrisoliet, dianasteen, druipsteen, gadoliniet,
heliotroop, helsesteen, hoornsteen, karsteniet,
klinksteen, luchtsteen, marcassiet, nevelsteen,
nikkelkies, paarlopaal palagonlet, paragoniet,
pepersteen, rooskwarts, smaragdiet, spiesglans,
stalactiet, stalagmiet, stangsteen, topasoliet,
sponssteen, waterspaat, zonnesteen
11 bergkristal, bloedkoraal, chrysoberyl chrysopraas
edelsteen in reliëf - camee, gemma
edelsteen in ring bag, bagge
edelsteenkunde gemmologie
edelsteen met ingesneden figuur - gemma, intaglio
edelvalk - jachtvalk, vogel
edelvrouw barones, dona, douarière, freule, gravin, groothertogin, hertogin, jonkvrouw, markiezin, prinses
edelzout - kalizout
eden - eldorado, lusthof, lustoord, paradijs
Ederna - Adrianopel
edict besluit; bevelschrift, kennisgeving, landsverordening plakkaat, verdrag, verordening
edictaal - indaging
edidit - ed.
edik azijn, eek
editeren publiceren, uitgeven
editie druk, oplaag, oplage, uitgave,
edoch - doch, echter, evenwel, maar
Edom Ezau
educatie - opvoeding, scholing
educatief opvoedend
eed - belofte, bezwering, gelofte, verklaring
eedbreuk - meineed
eedgenoot bondgenoot, comploteur, liquist, samenzweerder
eedgenootschap - bondgenootschap, eedverbond, enomotie, lique, samenzwering
eedverbond compromis, eedgenootschap
eega echtgenote, echtgenoot, ga, gade, gemaal, gemalin, getrouwde, levensgezel, man, vrouw , wederhelft
eek azijn, edik, eik, eikenschors, looistof, run
eekhoorn - eekkatte, eker, pluimstaart, sciuris, spookdiertje
eekhoornachtig dier - ziesel
eekhoornbont - vair
eekhoornmarmot tamias
eekhoornsoort - alpenmarmot, klapperrat, soeslik, ziesel
eel ale, bier edel
eelt callas, huidverharding, porose, weer, zwil
eeltachtige uitwas likdoorn, wrat
eenakter - toneelspel
eeltachtige verharding - likdoorn, wrat
eeltachtigheid - callositeit
eeltig - calleus
eeltpotige - alpaca, dromedaris, guanaco, kameel, lama, vicugna
eeltuitwas aan paardepoten - zwilwrat
een - mono
een (Eng.) - one
een aantal - menigeen
een aantrekkelijk schouwspel opleverend - spectaculair
een aanvang nemen - aangaan
een aanwijzing voor betaling geven - assigneren
een afkeer hebbende - afkerig
een afspraak maken - overeenkomst
een akte - uiterst
een ambt bekleden - aanblijven, dienen
een andere handeling verrichten - overgaan
een andere mening - oneens
een andere stand innemen - overgaan
een andere vorm geven deformeren omvormen, reformeren, vervormen
een aperte leugen - apert
een appel en een ei - weinig
een april - gekkendag
een baard hebbend - baardig
een bad nemen - baden
een bedenking opperen - aanmerken
een bedevaart doen – dienen
een beeld - amplificatie
een beeld vervaardigen uit kneedbare stof - boetseren
een beetje - deels, enigermate, enigszins, iet, iets, ietwat, luttel, pietsje, wat, weinig
een beetje dronken - aangeschoten, tipsy
een beetje scheel loens
een begin met boren maken - aanboren
een behoorlijke vorm geven - fatsoeneren
een beleefdheidsbetuiging geven - groeten
een beleg slaan - belegeren
een bepaalde richting uit - achteruit, linksaf, rechtdoor, rechtsaf
een berg in Griekenland - Heiicon, Zangberg
een berisping geven - toedienen
eenbes - dolwortel, panskruid, wolfsbes
een besluit nemen - beslissen
een bestelling bezorgen - afloeveren
een blaasbalg - balg
een boek openen - opslaan
een boel - veel
een bod doen - bieden, tawarren
een bom duiten - kliek
een bos - bundel
een bultige kameel - dromedaris
een bundel - bos, dot, knot, ris, streng
een bundeltje - dot
eencellige - radiolarie, schaaldier(tje)
eencelligen -
5 algae, algen
6 wieren
7 ciliate
8 protozoa, sporozoa
9 bacteriën, protisten , rhizopoda, sardonica
10 flagellata, schizophyta, slijmzwammen
12 mastigophoia
13 sporendiertjes, wortelpotigen, zweepdiertjes
17 afgietseldiertjes
eencellig diertje - amoebe, zeevonk
eencellig organisme - bacil, bacterie
eend - bergeend, brilduiker, domoor, goele, klappereend, krakeend, krust, oeverzegge, roepertje, roodkop, stommeling, taling, woerd
eend, kleine - taling
eendachtig - dom
eendachtige vogel - eend, gans, meerkoet, zwaan
één dag durend efemeer
eendagsvlieg - efemeried, haft, oeveraas
een dag voor heden - gisteren
eendekker - monoplaan
eendekroos - eendemoes, lemma, puirek
eendekroos achtigen - lemnaceeëen
eendelig werkpak - overall
eendendoder - visarend
eendengeluid – kwaken, snateren
eendenkooihouder - kooiker
eendensoort -
6 smient, taling ijseend
7 casarca, nijlgans, zaagbek, zee-eend
8 Balieend, bergeend, booteend, duikeend, huiseend,
kromeend, kuifeend, nonnetje, slobeend
9 Andesgans, dwerggans, eidereend, krooneend,
kwakertje, pronkeend, pijlstaart, tafeleend
10 brilduiker, Pekingeend, Rouaaneend, toppereend,
witoogeend
11 hoendergans, Orinocogans
12 wintertaling
16 stekelstaarteend
eender dito, egaal evenzo, gelijk, hetzelfde, idem, ongeweizigd, onveranderd
een der Antillen Aruba, Bonaire, Cuba, Curaçao, Jamaica, Saba
een der Apostelen Andreas, Filippus, Jacobus, Johannes, Judas, Nathanaël, Petrus, Simon, Thomas
een der asen - widar
een der Azoren Tayal
een der Bahama’s Acklin, Cat, Watling
een der Balearen Ibiza, Mallorca, Minorca
een der Banda eilanden Al
een der Canarische eilanden Palma, Hierro
een der Cycladen Delos, Milos, Naxos, Paros, Thira
een der Deense eilanden Bornholm, Funen, Mön, Samsö, Lolland, Paros, Thira
een der Dioscuren - Pollux
een der Dravidische talen - Tamil
een der drie Furiën - Megera
een der drie Gorgonen - Medusa
een der drie Gratiën - Aglaja
een der eilanden van de Dodekanesos Leros, Jaros
een der Fidzji eilanden Ngau
een der Filippijnen Luzon, Mindoro, Mindanao
een der Furiën Megara
een der Gorgonen Euryale, Madusa, Stheno
een der grote Antillen Cuba, Jamaica
een der grote Soenda eilanden - Sumatra
een der Hebriden Barra, Lewis, Ulst
een der Ionische eilanden - Ithaca, Ithaka, Ithaki, Korfu, Zante
een der kaliefen - imam
een der Karel romans - Roelandslied
een der kegelsneden - ellips, parabool
een der lonische eilanden Korfoe, Zante
een der Japanse eilanden Hokkaido, Hondo, Kioesjoe, Sjikokoe
een der kleine Antillen Aruba, Bonaire, Curaçao
een der kleine proleten - Jona
een der kleine Soenda eilanden - Bali,Timor
een der kleinste lettersoorten - parel
een der Koerillen ltoeroen, Oeroep
een der Lakkadiven Amini, Kalpeni
een der leiders van het verbond der edelen - Brederode
een der Liparische eilanden Alicudi, Salina, Stromboli
een der Lofoten Andöy, Langö
een der Molukken Ambon, Buru, Ceram, Halmahera
een der muzen Calliope Clio, Erato, Euterpe, Melpomene,
Polyhymnia, Terpsichore, Thalia, Urania
een der Ned. Antillen - Bonaire, Saba
een der nieuwe Hebriden Epi, Tana
een der Nornen Oerd, Skoeld, Verandi
een der Oostzee eilanden Bornholm, Gotland, Öland, Sarema
een der Orkaden Hoy, Sanday
een der Parcen Atropos, Clotho, Lachesis
een der Pityusen Formentera, Ibiza
een der Rioekioe eilanden Okinawa
een der Salomon eilanden Boeka, Malaita
een der samenstellende factoren van iets - element
een der schikgodinnen - Altropos, Clotho, Lachesis
een der Shetlandeilanden Foula, Unst, Yell
een der Sporaden Chios, Delos, Kos, Samos
een der stichters van Rome Remus, Romulus
een der stoffen waaruit de aardkorst bestaat - steen
een der Tanimbareilanden Larat
een der Titanen - Atlas
een der touwen waarmee men de ra's omhaalt - bras
een der twaalf kleine profeten Amos, Hosea, Jona, Micha, Nahum, Obadja
een der twee gelijken delen - helft
een der Veda's - Atharva, Rig, Sama, Yajur
een der Verenigde Staten - Alaska,Arkansas, Idaho,lowa, Maine, Nevada, Oregon, Utah
een der vier figuren van een speelkaart - ruiten
een der voetwortelbeentjes - hielbeen
een der Waddeneilanden Ameland, Rottum, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland
een der Walkyren Brunhilde
een der wetboeken B.W., W.v.S.
een der wraakgodinnen - Megera
een der zeven heuvelen van Rome - Palatinus
een der zinnen gehoor, gevoel, gezicht, reuk, smaak, tast
een der zintuigen - smaak
een deuk krijgen - deuken
een deur - paneel
een deurschel doen overgaan - aanbellen
een deurvlak - paneel
een dienstbare - gedienstig
een diepe afkeer voelen - walgen
een dier van melk ontlasten - melken
een diploma toekennen - diplomeren
een dis aanbrengen - dekken
een doel bereiken - nastreven, navolgen
een dogma van het boeddhisme - karma
een dol leven - razen
een doodshoofdvlinder - sfinx
een door grenzen bepaalde plaats ruimte
een door hoge bergen ingesloten dal dal, ketel
een door land omsloten water meer, plas, poel, ven
een door Maas en Waal omsloten gebied - Bommelerwaard
een door toverspreuken uit eem verwekte mens - Golem (joods)
een dosis bepalen - doseren
een dringende mensenmenigte - gedrang
een druk schetterend geluid maken - kwetteren
een duik nemen - duiken
een duistere zaak - raadsel
een duizendste millimeter - micron
een dutje doen - dutten
een dijk toewijzen voor onderhoud - aanbestoelen
een eed afleggen - zweren
een eed zweren - opsteken
een eigen kenmerk dragend - autentiek, authentiek
een einde maken aan - uitmaken
een eindeloos slot - her
een einde nemen - ophouden, stoppen
een en ander enig, e.e.a.
een elk ieder(een)
een enkele - eentje
een enkele keer eens, eenmaal
een enkele maal eens, soms, weleens
een enkele rand op de kap van rijtuigen - imperiaal
een fase hebbend - eenfasig
een ferme indruk makend - kranig, stoer
een flinke man kerel, vent
een gasvormig koolwaterstof - ethaan
een gat maken boren, graven
een gave opdragen - otteren
een geborene - unigenitus
een gedaante geven formeren, vormen
een gedeelte afscheiden - breken
een geheel uitmakend - annex, club, complex, groep, massa, samenstel, vlucht (vogels)
een geheel van los samengevoegde zaken - agglomeraat
een geheel volk betreffend - nationaal
een geheel vormend aaneen, samen
een geheel zijnde - integraal
een geloofsbelijdenis aanhangend belijdend, confessioneel, kerkelijk
een geluid geven - klateren
een gemeenschappelijk middelpunt hebbend - concentrisch
een genie - fenomeen
een gesprek aanknopen aanpappen
een gesprek voeren - converseren
een geur waarnemen - ruiken
een geweldige jager Nimrod
een gezwollen uier krijgen even voor het kalven - neuren
een gladde golfbeweging maken - deinen
een goede prestatie - record, rekord
een grote kever - looier
een grote kop - balie
een grote som geld moeten betalen - aderlating
een half oudhollands ons - engels
een halm - lintgras
een halve ha - dagmaat, dammaat, deimt
een halve robber bij bridge - manche
een handvol - pugillus
een hark - klaas
een harnas aan doen - harnassen
een hecht geheel eenheid
een heel volk treffend nationaal
eenheid - gelijkheid, harmonie, unie, uniformiteit unit, vereniging
een heildronk uitbrengen - toosten
een hekel hebben aan - haten
een hel klinkend geluid maken - rinkelen
een helder geluid voortmaken - klinken
een helder zich snel herhalend geluid - rinkelen
een heleboel massa
een hele Piet held, kei
een herdenkingsfeest vieren - jubileren
een herhaald helder geluid geven - klateren
een hevige afkeer hebben van - haten
een hikkend geluid maken - hikken
een hoedanigheid in hoge graad bezittend - intens
een hoeveelheid bepalen - doseren
een hoeveelheid die ontbreekt - tekort
een hoeveelheid werk taak
een hoge positie innemend - hooggeplaatst
een hol - gat
een honderdste - procent
een honderdste dinar - para
een huis zetten - bouwen
een ieder elk, elkeen, ieder, iedereen
een in de Atlantische Oceaan verzwolgen eiland - Atlantis
een in het kaartspel aas
een inwerkende kracht verplaatsen - wijken
een inzinking hebben - instorten
een jaar ouder - jarig
een juiste tijd kiezen voor - timen
een kaartspel spelen - pandoeren
een kamp betrekken - kamperen
een kamp betrekken - kamperen
een karikatuur maken van - karikaturiseren
een kastijding geven - toedienen
een kater hebbende - katterig
één keer - eenmaal, eens, ereis, weleens
een keer dat men aait - aaien
een keer krabben - gekrab
een kerkelijk goed in een wereldlijk goed laten - seculariseren
een keur geven op maten en gewichten - ijken
een keus maken - (uit)kiezen
een keuze doen - opteren
een klap geven - slaan
een klappende klank geven - klakken
een klein aantal - enig
een klein bedrag - prikje, snars
een klein beetje flinter, iet, iets, pietsie, snufje, vleugje
een klein dictee - dicteetje
een klein gedicht distichon, limmerik, rijmpje, versje
een klin gedichtje - rijmpje, versje
een klein getal - enig
een kleine hecht - hechtje
een kleine hoeveelheid - iets
een kleine streng - strengetje
een kleinigheid - akkevietje, bagatel, habbekrats, krats, schijntje, snars
een kleppend geluid doen horen - klapperen
een knal geven - knallen
een knoop leggen - knopen
een komplot maken - samenspannen
een koning van Israël David, Salomon, Saul
een koolwaterstofverbinding - ozokeriet
een korst vormen - korsten
een kort knappend geluid geven - knallen
een korte zijdelingse blik op iemand werpen - lonken
een krakend geluid maken - krakerig
een krassend scherp geluid laten horen - knarsen
een kristal monokristal
een kruisbloemige plant - hederik, herik
een kuur doen - kuren
een kwaadspreker zijn - gagel
een lagere toon aanslaan - inbinden
een lange reeks - litanie
een langzame golfbeweging maken - deinen
een Latijnse vorm geven aan - latiniseren
een leegstaand huis bezetten - kraken
een leerrede houden - preken, prediken
een leerstof bestuderen - doornemen
een leiboom - spalier
een licht knetterend geluid maken - knisteren
een lichte sprong maken - wippen
een liederlijk leven leiden - pierewaaien
een ligplaats verschaffen - legeren
een loodoxyde - glit
een loopje doen - strekken
een loopje nemen - misleiden
een loos of verzonnen bericht - canard
een loot aanbrengen op een andere boom - enten
een lopend watertje - wetering
een lyrische dichtsoort elegie, ode
een maal aanrichten - dekken
een maaltijd gebruiken - lunchen
een maan met de hemellichamen er om heen - zonnestelsel
een massa - veel
een meevaller hebben - boffen
een menigte schadelijke diertjes - gebroed
een mes aanzetten - scherpen, slijpen
een met achttien nullen triljoen
een met negen nullen biljoen
èèn met twaalf nullen biljoen
èèn met zes nullen miljoen
een miljoen dyne - megadyne
een miljoen ohm - megohm
een miljoen ton - megaton
een misdrijf goed maken - boeten
een misslag begaan - struikelen
een moeilijk werk - torn
een moeilijke ademhaling hebbende - aamborstig
een moment even, ogenblik, tel
een mooi model geven - vormen
een mooi praatje smoes, uitvlucht, verzinsel
een muurvlak met een dunne laag mortel bestrijken - aanbranden
een naad losmaken - tornen
een mooie jongen Adonis
een naam geven - benoemen, betitelen, dopen, noemen, qualificeren
een naam hebben - heten
een niet giftige slang - boa
een nieuwe vorm geven - redigeren
een norm gevend - normatief
een norm voorschrijvend - normatief
een nors man Nabal, nurks
een nummer trekken loten
een of ander iemand
een of andere lastige zaak - perkara
een of meer noten na een triller als versiering - naslag
een ogenblik even, eventjes, minuut, moment, tel, wijl,
een omweg maken - omlopen
een onbeklemtoonde klank uit een woord weg laten - elideren
een onvolkomenheid vergoeden - boeten
een oog betreffende monoculair
een oordeel vellen - (be)oordelen
een op formaat gevouwen bedrukt vel - katern
een opdracht herroepen algelasten, intrekken
een oplossing ziende - flair
een ouder iemand - memel
een ovatie geven - klappen
een paard uit de gang tot stilstaand brengen - pareren
een pari aangaan - wedden
een pakkerd geven - kussen
een pasgeboren kind verzorgen - bakeren
een patent verlenen - patenteren
een persoon van betekenis - iemand
een persoonlijkheid - iemand
een plaats bereiken - komen
een plaats innemen - treden
een plaats of streek - oord
een planeet - Mercurius
een plantenleven leiden - vegeteren
een pleidooi houden - pleiten
een pleziertochtje maken - toeren
een poos - dewijl, kortelings, omdat, poos, redegevend somtijds, terwijl, wijl, wijle
een poosje - amerij, even
een praam opzetten - brillen
een proces hebben - liggen
een proces voeren - procederen
een prooi zoeken - azen
een prijs opbrengen - gelden
een pijl voortbewegen - flits
een raak schot - treffer
een rappelbrief toezenden - rappeleren
een rechtsgeding voeren - plaideren
een rede houden - spreken
een redevoering houden - oreren
een reeks scherpe geluiden voortbrengen - knetteren
een regel woorden - zin
een reis ondernemen - reizen
een rieten zitting maken - matten
een rij op hun kant gemetselde stenen - rollaag
een rit maken - toeren
een ritje maken - toeren
een riviervis - negenoog
een rok dragen - gerokt
een rol uitbeelden - acteren, creëren
een rol vervullen - ageren, optreden, strijden, werken
een samengebonden aantal bedrukte bladen - boek
een schel geluid maken - rinkelen
een scherp geluid voortbrengen - sissen
een scherpe smaak veroorzakend - bitter
een schielijke beweging - floep
een schip aanhaken - enteren
een schip aanklampen - aanhaken, enteren
een schip aftuigen - onttakelen
een schip besturen - navigeren
een schip doen overhellen op een zijde - krengen
een schip vastleggen - meren
een schuine richting hebben - geren
een schuld dekken - gat
een sein geven met de hand - wenken
een sissend geluid maken - sissen
een slag afweren - pareren
een slag om de arm houden - voorzichtig
een slag slaan - gissen, reden
een slap karakter hebbend - slappeling
een slimmerd - plat
een sloot volstorten - dempen
een slot aan iets maken - besluiten
een snufje - snuifje
een snijdende pijn veroorzaken - snerpen
een soort biljartspel - trok
een soort kaartspel - geerten
een soort van mijt - teek
een speen vormen - spenen
een stad insluiten - belegeren
een stel kleren kostuum, pak
een stempel op iets drukken - bestempelen
een step dansen - steppen
een sterke uitdrukking hebbend - expressief
een stevig glas drinken - hijsen, peren, pimpelen, zuipen
een stoot geven - porren
een stortbad nemen (Ind.) - mandiën
een straat maken - bestraten
een straatje om - ommetje
een streek betreffend - regionaal
een streep over de rug - aalstreep
een stuk gereedschap - alaam
een stuk of wat paar
een stijf mens - klaas
een tamme loot aanbrengen - enten
een tarief vaststellen van - tariferen
een tegenbevel - afgelasten
een tegenhandeling verrichten - reageren
een tegenstoot toebrengen - riposteren
een teken geven - merken, wenken
een tekening vluchtig schetsen - ebaucheren
een teugje drinken - nippen
een tochtje maken toeren
een toon van spreken - ruzietoon
een troep ossen - ossendrift
een tweegevecht voeren - duelleren
een twijfel uitdrukken - maar
een tijd in zorgen doorbrengen - tobben
een uit zelfstandige onderdelen samengesteld geheel -
aggregaat
een uitgebreide kennis bezittend - erudiet
een van de grote Soenda-Eilanden - Java
een van de veda's Atharva, Rig, Sama, Yajur
een van zin amico, eenparig, uno
een vent van niets – flut
een verbinding vormen met - adderen
een vereiste - nodig
een vergelijk ondergaan - monsteren
een verhoorschrift opmaken - protocolleren
een verordening vaststellen voor - reglementeren
een versierend karakter dragend - ornamenteel
een verzoek betreffend - rogatoir
een verzoekschrift indienen - rekestreren, rekwestreren
een veter strikken - knopen
een vierkante decameter - are
een volgende - ander
een voordracht volgen - aandacht
een voorstel - amplificatie
een vorm geven - fatsoeneren, maken, samenstellen, uitmaken,
vormen
een vreemde kwant - mos
een waan hebben - wanen
een warme maaltijd gebruiken - dineren
een weerloze lobber - sul, zebedeus
een weg banen - doordringen
een weging op een waag - wik
een weinig - beetje, enigermate, enigzins, even, iet, iets, ietwat, lichtelijk, snars, zier
een weinig loom - lomig
een weinig (muz.) - un poco
een weinig nat vochtig
een weinig scheel loens
een weinig traag - laks, lauw, lomig, slof
een weinig tijd even, moment, tel
een weinig voos - voosachtig
een weinig warm lauw
een weinigje - zier
een wenk geven - wenken
een werkwoord vormen of schikken - vervoegen
een wichelares - alruin
een wissel afgeven - trasseren
een worden - integreren, verenigen
een worm emelt
een wrok koesteren - haten, wrokken
een zaadlobbige plant - lelie
een zaak opgeleverd - maken
een zaak van gewicht - onderneming
een zacht knetterend geluid laten horen - knisteren
een zacht ritselend geluid voortbrengen - knisteren
een zedelijk slechte hoedanigheid - ondeugd
een zeker persoon - iemand
een zekere - ene, iemand, quidam
een zekere tijd van waterverzameling - spaarbekken
een zelfstandig deel van een verhaal - episode
een zet geven - duwen
een ziekte overbrengen op - besmetten
een zin - woord
een zinnebeeld bevattende - zinnebeeldig
een zondig leven leiden - dienen
een zwaaiende beweging maken - slingeren
een zwaar karwei - hijs
een zijde - paneel
eenarmige - machot(e)
eenbaar - eenlopend, eenzaam
eenbes - dolwortel, paris, pariskruid, wolfsbes
eenbultige kameel - dromedaris
eencellig dier foraminifeer, infusiediertje, oerdier, pantoffeldiertje, radiolarie, trypanosoom, zeevonk
eencellig organisme amoebe, bacil, bacterie, euglena, oerdier, protozo, zeevonk, zweepdiertje
eencellig vormloos diertje - amoebe
eencellige alge (geel of bruin) - diatomeen
eencellige planten - protofyten
eencellige wieren - euglenophyta
eencelligen - amoebe, afgietseldiertjes, foraminiferen, infusiediertje, infusoria, klokdiertje, kogeldiertje, malariadiertje, mosseldiertje, oogdiertje, pantoffeldiertje, raderdiertje, radiolariën, rhizopoda, slijmdiertje, straaldiertje, trilhaardiertje, trompetdiertje, trypanosomen, zeevonk, zweepdiertje
eend alk, belder, bergeend, brilduiker, brileend, fluiteend, goeie, goele, goeleken, kamduiker, klappereend, krak, kreest, krust, lom, nonnetje, piel, roodkop, slobbe, smeent, smient, taling, waard, weeuwtje, witkop, woerd, woord,
eend (Z.N.) - goeleken
eendaags - efemeer
eendachtig - dom, onnozel
eendachtige vogel - griet, grutto, houtsnip, kieviet, meerkoet, moerasvogel, nonnetje, oeverloper, poelsnip, ral, scholekster, snep, snip, waterhoen, waterral, watersnip, wulp
eendagsvlieg - oeveraas
eendagsvliegen efemeriden
eendegeluid - kwaken, snateren
eendegroen - kroos
eendekker monoplane
eendekroos - eendemoes, eendegroen, goor, kroos, lemna
eendendoder - visarend
eendenkooihouder - kooiker
eendensoort - bergeend, brilduiker, duikeend, eidereend, kuifeend, kwakertje, pekingeend, pronkeend, pijlstaart, rouaaneend, slobeend, smient, tafeleend, ijseend, wintertaling, witoogeend, zomertaling, zwemeend
eender - egaal, evenzo, gelijk, hetzelfde, id., idem, identiek, it,
veeleer
eendere levensgang - sleur
eendracht concordia, eensgezindheid, eenheid, harmonie, samenleving, samenwerking, solidariteit, unitas, unie
eendrachtig eenparig, eensgezind, harmonieus, unaniem
eenduizendste - micron, mikron, millimeter
eendvogel - krak(eend), stommeling, uniteit
eeneiig - monozygoot
eenendertig oktober - hervormingsdag
eenhalm - lintgras, rietgras
een enkele keer - eenmaal, eens
eenheden - monaden
eenhedenstelsel - s.i. (système internationale)
eenheid annex, eendracht, element, entiteit, geheel, gelijkheid, grootte, harmonie, hoeveelheid, monade, unie, unit, unitas, uniteit
eenheid van absolute druk - ata
eenheid van afstand in de sterrenkunde - lichtjaar, parsec
eenheid van arbeid erg, energie, kgm., joule
eenheid van arbeidsvermogen - h.p., p.k., paardekracht
eenheid van arbeidsvermogen (Eng.) - hp,horse power
eenheid van atoomstraling - r.e.m.
eenheid van belichtingssterkte - lux
eenheid van capaciteit Farad
eenheid van diamantgewicht - karaat, krt
eenheid van dopoolmoment - debye
eenheid van dosis ioniserende stralen - r.e.m.
eenheid van druk atm(osfeer), bar, dyne, pascal, piëeze, torr
eenheid van elektrisch potentieel - volt
eenheid van 1/1000 farad - nf.
eenheid van elektrische arbeid joule, kWh., kilowattuur
eenheid van elektrische capaciteit - farad
eenheid van elektrische energie - K.W.
eenheid van elektrische frequentie - hertz
eenheid van elektrische inductantie - abhenry, henry
eenheid van elektrische lading - coulomb
eenheid van elektrisch magnetisme - eme, m.a.
eenheid van elektrische motorische kracht - volt
eenheid van elektrisch potentieel - volt
eenheid van elektrische stroomsterkte - amp., ampère
eenheid van elektrische spanning volt
eenheid van elektrische stroomsterkte ampère, amp., bit
eenheid van elektrisch vermogen Watt
eenheid van elektrische veldmeter - voltmeter
eenheid van elektrische weerstand ohm
eenheid van elektrische zelfinductie - henry
eenheid van elektrostatisme - ese
eenheid van energie Btu, cal(orie), erg,, h.p, p.k., (Eng)
eenheid van filmgevoeligheid - Asa, Din, kilocycle
eenheid van frequentie Hz., Hertz
eenheid van gas spanning atm., atmosfeer
eenheid van gebiedsindeling - ring
eenheid van geluid decibel, db., foon
eenheid van geluidsintensiteit - db. (decibel), bel
eenheid van geluidssterkte - db., bel, decibel, foon
eenheid van gewicht gram, kilo, ons, pond, ton
eenheid van gewicht van edelstenen - karaat
eenheid van gewicht van nylon en zijde - dernier
eenheid van goudgehalte karaat
eenheid van helderheid van lichtbron stilb
eenheid van het brekend vermogen van lenzen - dioptrie
eenheid van inductieflux - weber
eenheid van kerkelijke indeling - classis
eenheid van kracht dune, dn., Kgf, Newton, pdl, poundal
eenheid van kracht van geschut - meterton
eenheid van lengte angstrom, ft, inch, lichtjaar, meter, mile, mijl, yard
eenheid van lengte (metriek) - more
eenheid van lenssterkte - dioptrie
eenheid van lichtgevoeligheid - ASA, BS, DIN
eenheid van lichtsterkte candela, hefnerkaars, kaars, lumen, lux, violle,
eenheid van lichtstroom lumen
eenheid van luchtdruk atm, atmosfeer, milibaar
eenheid van luidheid - foon
eenheid van luminatie - blondel
eenheid van maat cm, el, elle, km, meter, mm
eenheid van magnetische flux - voltsec.
eenheid van magnetische veldsterkte gauss
eenheid van meten van lichtsterkte kaars, candela
eenheid van massa - gamma, karaat, kilogram, kilogrammassa, kg, lb, sh.t.n., ton
eenheid van meten van lichtsterkte - candela, kaars
eenheid van oppervlakte - acre, are
eenheid van oppervlakte in de atoomfysica - barn
eenheid van overerving - gen
eenheid van radioactiviteitssterkte - curie
eenheid van ruwheidshoogte - ru
eenheid van snelheid - kmh, knoop, log, minuut, seconde, uur,
eenheid van spanning of druk atmosfeer, atm. bar, volt
eenheid van straling - röntgen
eenheid van stroomsterkte - ampère
eenheid van temperatuur graad
eenheid van transmissiesnelheid - baud, bit
eenheid van trilling - herts
eenheid van tijd - sec
eenheid van tijdsduur (metriek) - more
eenheid van ultrakorte golven - angström
eenheid van verlichtingssterkte blondel, candela, hefnerkaars, lux
eenheid van vermogen hp, p.k., watt
eenheid van voeding - calorie
eenheid van volle geluidssterkte - foon
eenheid van volume - barrel, gallon, liter, stère, UKgal, USgal, wisse
eenheid van warmte calorie, gramcalorie
eenheid van weerstand Ohm, megohm
eenheid van wezen identiteit
eenheid van zelfinductie henry
eenheid voor het meten van lichtsterkte - kaars
eenheid waarin de snelheid van een schip wordt uitgedrukt –
knoop, zeemijl
eenheidsbelijder - unitariër
eenheidsleer - monisme
eenheidstaal A.B.N., Esperanto, Ido, koinè
eenheidstaal in Afrika Haussa, Suohili, Swahili
eenheidstaal in de Middeleeuwen Latijn
eenheidstaal in India Engels, Hindi
eenheidstaal in Indonesië Bahasa, Maleis
eenheidstaal in West-lndië - Papiamento
eenheidstaal in Z. Amerika Spaans
eenhoevig zoogdier ezel, okapi, paard, rendier, ros, steenezel, zebra
eenhoofdig monarchaal
eenhoorn narwal, neushoorn, rinoceros, unicum
eenhoornvis narwal
eenhuizigheid - monoecie
eenjarig - annaal
eenjarig dier - enter, eenwinter, hokkeling, pink, pinkstier, vaars, veulen
eenjarig gewas - boekweit, della, serra
eenjarig groenvoeder gewas - serradella
eenjarig (huis)dier enter
eenjarig kalf hokkeling, pink
eenjarig kruid - O.l.kers, ogentroost, veronica
eenjarig onkruid - herik
eenjarig plantje erica, hennep, kroos, veronica
eenjarig rund - hokkeling, pink
eenjarig schaap - hokkeling
eenjarig veulen - enter
eenjarige kalebasachtige vrucht - komkommer
eenjarig vrouwelijk rund - hokkeling
eenjarige planten - annuellen
eenjarige plantjes aan oppervlakte van het water - kroos, eendekroos
eenjarige schermbloemige plant - dille
eenjarige stier - pinkstier
eenjarigheid - annaliteit
eenkennig - bleu, blo, schuw, timide, verlegen
eenklank - monuftong, unisono
eenkleurig effen, egaal, monochroom, uni
eenknoop - pijpestrootjes
éénkristal - monokristal
eenlettergrepig woord monosyllabe
eenling alleenstaande, eenzaat, enkeling, individu, mens, persoon
eenlobbig - eenzaadlobbig, monocotyl
eenlopig - ongehuwd, vrijgezel
eenmaal eens, ereis, ooit, toen, vroeger
eenmaal bloeiend - monocarpisch
eenmaal daags, op recepten - s.d.d.
eenmaal de baan voor een racer ronde
eenmaal gebruikt woord - hapax
eenmaking - unificatie
eenmaster botter
éénmetalig muntstelsel - monometallisme
eenmiddelpuntig concentrisch
eenogige reus - Arges, Polyfemus
eenogige reuzen uit de mythologie - cyclopen
eenoog borene, cycloop
eenoogkreeft - cyslops
eenoor sul
eenparig algemeen, eendrachtig, eensgezind, eenstemmig, gelijk gelijkmatig, gestadig, matig, unaniem
eenpersoonsroeiboot sculler, skif(f)
eenpersoons vaartuig - oemiak
eenpolige magneet - monopool
eenrailsspoorweg - monorail
eens akkoord, eendrachtig, eenmaal, ereis, eris, indertijd, ooit, toen, vroeger, weleens
eens zo veel dubbel, dubbelop
eenschalig - univalve
eensgezind eendrachtig, eenparig, eenstemmig, harmonisch, saamhorig, solidair, unaniem, unitas, uniteit
eensgezind zijn - samengaan
eensgezindheid concordia, eendracht, eenheid, harmonie, unanimiteit, unaniem, uniteit
eensklaps - abrupt, acuut, bruusk, dadelijk, halsoverkop, ineens, klakkelings, opeens, onverhoeds, onverwachts, onverwijld, pardoes, plots, plotsklaps, plotseling, subiet, zomaar
eenslachtig - diklien
eensluidend gelijkluidend
eensnarig muziekinstrument monochord(ium)
eenspan - lamoen, lemoen
eenspan open wagentje - andong, bendy, cabriolet, deleman, gig, kosong
eenspannig wagentje cabriole, gig
eens te meer - andermaal, alweer, nogmaals, opnieuw, wederom
eenstemmig consonant, eendrachtig, eenparig, eensgezind, monotoon, unaniem, unisono
eenstemmig (muz) unisona
eenstemmig gezang monodie
eenstemmig muziekstuk - aria, solo
eenstemmige kerkgezangen gregoriaans
eenstemmigheid - eenparigheid, gelijkheid, overeenstemming, unanimiteit
eenstralige beenvis - karpel(Z.N.), karper
eenthematisch - monothematisch
eentonig eenzelvig, monotoon, prozaïsch, saai, taai, vaal
eentonig geluid voortbrengen - neuriën
eentonig opdreunen - psalmodiëren
eentonig vers - monometer
eentonige aanroeping van heiligen - litanie
eentonige manier van opzeggen - dreunen
eentonige melodie - dreun
eentonige opsomming litanie
eentonige manier van opzeggen dreunen
eentonige melodie - dreun
eentonige versmaat dreun
eentonigheid - monotonie, prozatsme
eentonigheid van het gewone - proza
eenverdiepingswoning - flat
eenvoetig vers monometer
eenvormig gelijkvormig, uniform
eenvormig maken - normaliseren, uniformeren
eenvormigheid - monotonie
eenvoud argeloosheid, bescheidenheid, burgerlijk, enkelvoud, naïefheid, naïviteit, natuurlijk, natuurlijkheid, ongekunsteldheid, simpelheid, simpliciteit, soberheid, onnozelheid, oprechtheid
eenvoudig - afkerig, alledaags, armoedig, bescheiden, dof, elementair, enkel, geesteloos, gemoedelijk, gering, gewoon, gewoonweg, huiselijk, karig, kinderlijk, kortweg, landelijk, makkelijk, matig, minzaam, naïef, natuurlijk, onbeduidend, ongekunsteld, onnozel, onopgesmukt, oprecht, plat, primitief, simpel, simplex, simpliciter, singulair, sober, stemmig
eenvoudig (nuz) rustic(and)o
eenvoudig bouwsel - barak, keet, loods
eenvoudig gebouw barak
eenvoudig gedicht rijm
eenvoudig hoekmeetinstrument - equerre
eenvoudig hotel herberg, logement, motel
eenvoudig huisje hut, krot, optrekje, stulp, tuinhuisje, woninkje
eenvoudig hulpmiddeltje ezelsbrug (getje)
eenvoudig instrument om de hoogte der zon te meten - zering
eenvoudig kind - natuurkind
eenvoudig logies - herberg, logement, nachtverblijf, pension eenvoudig mens - natuurmen
eenvoudige bruiloft - menistenbruiloft
eenvoudige hanglamp - pendel
eenvoudige herberg estaminet
eenvoudige koraalzang - Gregoriaans, plainchant
eenvoudige tijdmeter zonnewijzer
eenvoudige zangwijze - deun
eenvoudiger maken - vereenvoudigen
eenvoudigheid - simpliciteit
eenvoudigste element waterstof
eenvoudigste koolwaterstof methaan
eenvoudigste oxide water
eenwaardig - monovalent, uniform
eenwerf - eenmaal, eens
eenwinter - enter
eenworden - integreren
eenwording - integratie, fusie, samensmelting
eenworm - emelt
eenzaadlobbig lelie, monocotyl, monocotyledoon
eenzaadlobbige plant abaca, agave ajuin, aloë, ananas, aronskelk, asperge, bamboe, banaan, bies, bios, canna, clivia, crocus, dravik, ezelskop, gember, gerst, gladiool, haver, kroos, lelie, lis, look, maïs, narcis, palm, pandaan, prei, prol, pijlkruid, riet, rogge, rus, rust, rijst, saffraan, suikerriet, tarwe, weegbree, zeegras, zegge
eenzaam afgelegen, afgezonderd, alleen, doods, eenbaar, eenlopend, enkel, geïsoleerd, isolaat, monas, onbewoond, onbezocht, ongehuwd, solitair, vergelegen, verlaten, verwijderd
eenzaam gelegen afgelegen, geïsoleerd
eenzaamheid afzondering, afgelegenheid, isolement, solitude, verlatenheid
eenzame plek - retiro
eenzelfde dergelijk
eenzelvig afgezonderd, bekrompen, bivalva, gelijk, gesloten, ingekeerd, insociabel, introvert, partijdig, solitair, stil, stug, unilateraal,
eenzelvig mens - eenling
eenzinnigheid - univociteit
eenzijdig - bekrompen, beperkt, lopsided, monolateraal, partijdig, simplistisch, unilateraal, vooringenomen
eenzijdig bedrukt papier piano
eenzijdig gestempelde munt - bracteaat
eenzijdige belofte - pollicitatie
eenzijdige verlamming - hemiplegie, monoplegie
eer aanzien, achting, aleer, alvorens, burgerlijk, eerbewijs, eerder, eerzaam, egards, ere, faam, glorie, honor, hulde, kuisheid, lof, naam, onderscheiding, onschuld, ponteneur, praal, prestige, prijs, regard, reputatie, roem, tel, voor, voordat, vroeger, waardig, zedelijk
eer aandoen - eren
eerbaar - achtenswaardig, bescheiden, best, beter, braaf, decent, eerbiedwaardig, eervol, eerzaam, fatsoenlijk, goed, honorabel, kies, kuis, modest, net, preuts, pudiek, rein, solide, welvoeglljk, zedelijk, zedig
eerbaarheid fatsoen, kuisheid, zedigheid
eerbetoon aanbidding, aubade, defilé, eer, eerbewijs, egards, groet, handkus, hormat, hulde, huldiging, kniebuiging, knieval, oorkonde, reverence, serenade, verering, voetval,
eerbetoon volgens de adat - hormat
eerbewijs - aubade, defilé, eerbetoon, egard, groet, hulde, knieval, respect, serenade, verering, waardering
eer bewijzen - eren, prijzen, venereren
eerbied achting, bewondering, deferentie, devotie, eerbetoon, eerbetuiging, eerbiediging egard, hoogachting, ontzag, opzicht, piëteit, respect, reverentie, verering, vrees, waardering,
eerbied (Arab.) - hormat
eerbied afdwingend eerbiedwaardig
eerbied jegens overledenen piëteit
eerbied koesterend - eerbiedig
eerbied tonend - eerbiedig
eerbied verdienende - eerbiedwaardig
eerbied voor zichzelf zelfrespect
eerbied vragend - waardig
eerbied wekken - waardig
eerbied wekkend - respectabel
eerbiedig - respectvol, respectueus, waardig
eerbiedig ontzag - reverentie
eerbiedigen ontzien, respecteren , sparen
eerbiedige nagedachtenis - piëteit
eerbiediging - consolamentum, groet, knieval, ontzag, respect, eerbiedsbetuiging, egard
eerbiedwaardig oud man (Mal.) - kejai
eerbiedwaardige ouderling (Mal.) - kejai
eerbiedwaardigheid - respectabiliteit
eerbiedwekkend - achtbaar, bewonderenswaardig, waardig
eerbiedwaardig achtbaar, eerwaardig, respectabel, venerabel
eerdaags dra, eerlang, binnenkort, spoedig, weldra
eerdat - alvorens, voordat
eerder liever, eer, eerst, eertijds, liever, meer, supra, tevoren, veeleer, voorheen, vroeger, vroegtijdig
eerdergenoemd - bovenstaand, hierboven, hiervoren, voornoemd, vorenstaand
eerder in de tijd - verleden, voorheer, vroeger
eerdief - eerrover, lasteraar
eergevoel eerbesef, point d'honneur, ponteneur, trots, zelfrespect
eergierig - ambitieus, eerzuchtig, streberisch
eergierigheid ambitie, eerzuchtig
eergister - bijwoord
eerherstel rehabilitatie
eer ik het vergeet - apropos
eerkrenking belediging, injurie, kwetsing, laster, smaad,
eerlang - aanstonds, binnenkort, dra, eerdaags, ras, spoedig, weldra, welhaast
eerloos gemeen, gewetenloos, ignobel, infaam, karakterloos, laag, laaghartig, 1eervergeten, onedel, oneerlijk, oneervol, perfide, schandelijk, snood, veil
eerloosheid gemeenheid, gewetenloosheid, infamie, laagheid, schaamteloosheid, schanddaad, schande
eerlijk argeloos, behoorlijk, betrouwbaar, billijk, echt, eervol, eerzaam, fair, fatsoenlijk, fideel, geloofwaardig, gemeend, gepast, getrouw, goed, honorabel, integer, kinderlijk, loyaal, netjes, ongeveinsd, onkreukbaar, onomkoopbaar, onschuldig, onverbloemd, onverholen, open, openhartig, oprecht, rechtschapen, rechtvaardig, rechtzinnig, ridderlijk, rond, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, safe, saturnisch, solide, sportief, trouw, trouwhartig, verknocht, vertrouwbaar, volmondig, waar(achtig), waarheidslievend, welgemeend, zuiver
eerlijk openhartig - fair
eerlijk spel - fair
eerlijkheid - behoorlijkheid, betrouwbaarheid, deugd, fatsoen, oprechtheid, probiteit, rechtschapenheid, trouw, waarheid
eermetaal medaille, onderscheiding, penning, ridderorde
eer of achting - aanzien
eer of lof - glorie
eerroof - aanranding, achtyerklap, diffamatie, smaad, laster, lastering
eerroven - belasteren
eerrovend - infaam, infamant, lasterlijk, onterend, schandelijk
eerrover - aanrander, diffamator, lasteraar
eershalve h.c. (honoris causa), honorair
eerst aanvankelijk, eerder, oorspronkelijk, pas, premier, primair, primo, rangtelwoord, tevoren, vooraan, vooraf, vooralsnog, voordat, vooreerst, voorlopig, voorshands, vroeger
eerst gemeld - eerstgenoemd
eerst ontstaan - primair
eerst (het) - primordiaal
eerstaangewezene - primus
eerstdaags - binnenkort
eerste - aarts, alfa, beste, fijnste, imam, opperste, prefiguratie, prima, primair, primus, princeps, prior, prototype, vooraf, voornaamste, voorste
eerste aanzet - opmaat
eerstdaags binnenkort, ras, weldra
eerste aardperiode van het secundaire tijdperk - tiras
eerste afdeling van de koeiemaag - pens
eerste afdruk druk, drukproef, proef, proefdruk
eerste afdruk of vorm van iets - prototype, voorafbeelding
eerste afschrift grosse
eerste afschrift van een vonnis - grosse
eerste baardharen - vlasharen
eerste begin - advent, cel, embryo, inzet, kiem, opmaat, spore,
eerste beginselen - elementen, initia, rudiment
eerste beginselen betreffende elementair
eerste bericht primeur
eerste bewoner der Filippijnen Negrito
eerste bewoner van Amerika Indiaan
eerste bidstond prime
eerste blad (pi.) - kiemblad
eerste bod op een veiling - inzet
eerste boek van Mozes - Gen(esis)
eerste bijbelboek Gen(esis)
eerste dag van de maand (Lat) calendae
eerste deel - aanvang, begin
eerste deel van breviergebed - metten
eerste deel van een mis - prefatie
eerste deel van een rivier - bovenloop
eerste der bisschoppen Paus
eerste distillatieproduct - voorloop
eerste door kernenergie voortbewogen schip - Nautilus
eerste exemplaar - unicaat
eerste exemplaar ven een wissel - prima
eerste gebruik - primeur
eerste geschrift - protografie
eerste gewei van een hert - spies
eerste gras - meigras
eerste grasboter - schaapjesboter
eerste grondslag - kiem
eerste grondwet magna charta
eerste haar van jonge dieren nesthaar
eerste halswervel - atlas
eerste huisbediende - spen
eerste hogepriester Aäron
eerste hulp bij ongelukken - ehbo
eerste Indiëvaarder Houtman, Linschoten
eerste industriestad in Japan Osaka
eerste in rang op school - primus
eerste interval - prime
eerste jaargetijde - lente
eerste jaars - groen, noviet
Eerste Kamer Senaat
Eerste Kamer, Deense Landsting
Eerste Kamerlid senator
eerste keer - p.v.
eerste keer in de muziek - pv (prima volta)
eerste kelner - ober
eerste keus - optie
eerste koemelk na kalven biest
eerste koning der joden Saul
eerste koning van Nederland Willem
eerste koning van Rome - Remus, Romulus
eerste korte etappe - proloog
eerste letter Griekse alfabet alfa, alpha
eerste letter Hebreeuwse alfabet aleph, alef
eerste letter van iemands verschillende namen initiaal
eerste lettergreep van een volgende bladzijde custode, custos
eerste levensjaar - morgen
eersteling - primeur
eerste maand van het moslemse jaar - moeharram
eerste maandag na Driekoningen koppermaandag
eerste melk na het kalven - biest, colostrum
eerste mens - Adam, primaat
eerste mens, oude-Noorse - Ask
eerste mensen - protoplasten
eerste minister kanselier, premier
eerste minister van sultan - vizier
eerste minister van de vorsten - kanselier
eerste model - prototype
eerste naamval noemer, nominatief, nominativus
eerste Nederlandse natuurmonument - Naardermeer
eerste noot van da toonladder C, do, ut,
eerste onderricht - rudimen, elementair
eerste onderwerp - apropos
eerste ontstaan - primair
eerste openbaarmaking van nieuws primeur
eerste optreden - debuut
eerste ontwerp - klad, protografie, schets
eerste ontwerp bij een verdrag - punctatie
eerste oogst van bij een kweker gekocht zaaigoed - enter
eerste openbaarmaking van nieuws - primeur
eerste optreden - debuut
eerste opvoering première
eerste opzet van een wet - ontwerp
eerste paard - echiffas, tarpan
eerste periode van het secundaire tijdperk - trias
eerste plaats innemend - primair
eerste poolschip - Fram
eerste post op de rekening van een advocaat - retenue
eerste predikatie entreerede
eerste president van Duitsland - Ebert
eerste prijs - goud
eerste prijs-behaler op school - primeren, primus
eersterangs - beste, exelent
eerste rede in bijvoorbeeld de Tweede Kamer - maidenspeech
eerste redevoering maidenspeech
eerste reis van schip maidentrip
eerste ruimtevaarder Gagarin
eerste Russische ruimtevaarder - Gagarin
eerste slag bij dorsers - voorslag
eerste slag bij tennis - serve, service
eerste slachtoffer van een broedermoord Abel
eerste staatsdienaar - minister, kanselier, premier
eerste staatsmacht na de bevrijding m.g.(militair gezag)
eerste stadium van groei in een eicel - blastula
eerste stap - initiatief
eerste stem - prime
eerste stoker - olieman
eerste stoot - aanzet
eerste stoot die een beweging meedeelt - begin, impuls, initiatief
eerste storting bij de koop - aanbetaling
eerste teken - voorbode,voorteken
eerste teken van dierenriem Ram
eerste tekening - ontwerp, protografie, schets
eerste thema van fuga dux
eerste toon - C, do, ut
eerste toon van de natuurlijke toonschaal - ut
eerste toneelspeelster - primadonna
eerste trap - aftrap
eerste type - prototype
eerste uitvoerig spelboekje - abecedarium
eerste vaart - proefvaart
eerste verdieping - belètage
eerste vertolking van een rol - creatie
eerste verweerschrift repliek
eerste vijf bijbelboeken Pentateuch
eerste vlieger Icarus
eerste voorbeeld - prototype
eerste voorstelling première
eerste vorm van de larve der schaaldieren - nauplius
eerste vrouw - Eva, Pandora
eerste vrouwelijke apotheker in Nederland - Charlotte Jacobs
eerste vrucht - eersteling
eerste vuuraanval - kruitdoop, vuurdoop
eerste vijf bijbelboeken - Pentateuch
eerste werk van schrijver debuut
eerste wisselhouder - remittent
eerste woord van de apostolische geloofsbelijdenis - credo
eerste zangstem - sopraan (vrouwen), tenor(mannen)
eerste zangeres aan een opera primadonna
eerste zondag na Pasen quasimodo
eerste zondag van de vasten – fakkelzondag
eerstejaars groen, noviet
eersteling - aardappel, eerstgeborene, primeur
eerstgeboorterecht primogenituur
eerstgeborene - eersteling, Kaïn, oudste, primogenitus
eerstgeborene (Hebr.) - bechour
eerstgeboren zoon van Jakob Edom, Ezau, Jacob
eerstgenoemde e.g.
eerstgevormde mensen - protoplasten
eerstkomende - aanstaand, a.s., e.k.
eerstlevend - protozoön
eerstvolgende a.s., e.k., e.v.
eerstvolgende nieuwe regel - alinea
eertijds - aleer, destijds, eerder, geleden, her, indertijd, olim, onlangs, oudtijds, verleden, voorheen, voorleden, voormaals vroeger, weleer
eertijds bekend schaker - Aljechim, Capablanca, Euwe, Morpgy, Olland, Reti
eertijds justitieambtenaar - baljuw
eertijds Oosterse vorst - Mogol
eertijds vrije boer in Engeland - kearl
eervergeten - eerloos, gewetenloos, ignobel, onbeschaamd, roemloos, schaamteloos, trouweloos, vals, verdorven, verraderlijk
eervergetenheid - eerloosheid, gewetenloosheid, laagheid, schaamteloosheid
eervol - eerbaar, eerlijk, hoffelijk, honorabel, loffelijk, lofwaardig, respectabel, roemvol, vererend,
eervol ontslag uit militaire dienst - gepasporteerd
eervolle nagedachtenis - piëteit
eervolle onderscheiding - eermetaal
eervolle rust - otium
eervolle vermelding - accessit
eerwaarde r.d., r.p. aloud
eerwaarde grijsaard aartsvader, nestor
Eerwaarde Heer - E.V., R.D. , R.V.
Eerwaarde Vader R.P (reverendus pater).
eerwaardig - achtbaar, eerbiedwaardig
eerwaardig ambt R. M.
eerzaam - achtbaar, achtenswaardig, braaf, deugdzaam, duf, eerbaar, fatsoenlijk, goed, honorabel, lust, netjes, verlangen, ijver
eerzucht ambitie, aspiratie, eergierigheid, verlangen, ijver
eerzuchtig ambitieus, eergierig, streberisch
eerzuchtig mens - intrigant, streber, strever
eerzuchtig streven - aspiratie
eerzuil - erezuil, gedenkzuil
eest ast, droogoven, oven
eesten - drogen
eet - trek, honger
eetbaar - gaar, rijp
eetbaar binnenste - pit
eetbaar deel van een perzik - vlees
eetbaar distelgewas - kardoen
eetbaar knolletje - radijs
eetbaar soort zaad van bepaalde pijnbomen - pingel
eetbaar vogelnest - salangen, salangaan
eetbare distelachtige plant - artisjok, cardon, kardoen
eetbare distelsoort - kardoen
eetbare hagedis - iguana
eetbare hartschelp - kokhaan, kokkei
eetbare heestervruchten - kornoelje
eetbare knol aardappel, bataten (tropen), biet, koolraap, kroot, pieper, raap, radijs, rammenas
eetbare hartschelp - kokhaan, kokkel
eetbare kweekplant - asperge
eetbare paddestoel aardbuil, berkenboleet, boleet, brons champignon, cantharel, distelpleutotus, dooierzwam, eekhoorntjesbrood, gele ridderzwam, gele stekelzwam, gepeperde
grote paarse ridderzwam, geschubde inktzwam, goudgele kantarel, hanakam, honingzwam, hoorn van overvloed, inktzwam, keizerszwam, koraalzwam, koraalzwam, melkzwam, morielje, morille, nevelzwam, paarlamaniet, parasolzam, ridderzwam, ruwe groene Russula, truffel, weide-champignon, weidekringzwam
eetbare plant - venkel
eetbare schijnvrucht - aardbei, kwee
eetbare slak alikruik, caracole, karakol, wijngaardslak
eetbare steel van sommige planten - kaarde, rib
eetbare steelzwam - eikhaas
eetbare stengel asperge, kaarde
eetbare wortel aardaker, aardwortrel, biet, gember, pee, peen, schorsoneer
eetbare wijngaardslak - caracole, karakol
eetbare zeeslak alikruik
eetbare zwam cantharel, champignon, eekhoorntjesbrood, eikhaas, hanekam, morille
eetbord - teiloor, teljoor
eetgelegenheid - bar, bistro, braderij (Belg.),brasserie, cafetaria, eethuis, gaarkeuken, kantine, mensa, mess, restaurant, restauratie, snackbar, eetkamer, taria, tearoom
eetgelegenheid voor militairen mess
eetgelegenheid voor studenten mensa
eetgerei bestek, bord, couvert, fruitmesje, kom, kop, lepel, mes, pan, schaal, servet, servies(goed), soeplepel, vork
eetgerei veer militairen - messtin, mesting
eethuis automatiek, bistro, cafetaria, eetgelegenheid, ordinairs, restaurant, spijshuis
eethuisje - bakhuisje, gaarkeuken
eetkamer - automatiek, cafetaria, gaarkeuken, lunchroom, ordinaris, restaurant, rotisserie, schafthuis, spijshuis
eetketeltje gamel
eetklaar maken – bakken, koken
eetklaar maken met stoom - stomen
eetklaar maken op een grill - grillen
eetkraam warong
eetlust aperitief, appetijt, eet, graagheidhonger, honger, lust, orexie, pseudorexie, puf, trek, zin
eetlustgebrek anorexie
eetlust, onverzadigbare - acorie
eetlust opwekkend middel - amara, aperitief, bitter, gentiaan, kalmoes, specerij, tonicum
eetpartij - eterij
eetpauze - schaft(tijd)
eetregel - dieet, regime
eetrijp laten worden - narijpen
eetschema dieet, regiem, regime
eettafel – dis
eetvertrek – eetzaal
eetvoorschrift - dieet
eetwaar eten, kost, voeding, voedsel
eetwolf - gulzigaard, slokop, veelvraat
eetzaal cenakel, cenaculum, grillroom, lunchroom, mess, refectorium, refter, restauratie, restaurant
eetzaal in klooster - refectorium, refter
eetzaal op een schip messroom
eetzak - broodzak, knapzak
eeuw aeon, era, periode, seculum, tijdperk
eeuwfeest centenarium
eeuwgetijde - eeuwfeest
eeuwig – aanhoudend, altijd(durend), altoos, eindeloos, immer, levenslang, oneindig, onsterfelijk, steeds, tijdloos, voorgoed
eeuwig blijvend - onvergankelijk
eeuwig jong blijvende maagd (koran) - hoeri
eeuwigdurend - altijddurend, perpetueel
eeuwigdurende marteling - ixion
eeuwige stad Rome
eeuwige verdoemenis - perditie
eeuwige zaligheid - zielerust
eeuwigheid aeternitas, aeon, continu, eindeloosheid, eon, efemeer, eterniteit, hiernamaals, sempiterniteit,
efemeris - dagboek, journaal
efendi - eretitel
etfaceren - uitwissen, verwissen
effect - aandeel(bewijs), actie, afwijking, coupon, fonds, gevolg, indruk, invloed, nut, obligatie, pandbrief, portie, resultaat, share, uitwerking, uitwerksel, waardepapier
effectenmarkt - fondsenmarkt
effectief - doelmatig, doeltreffend, raak, werkelijk, wezenlijk
effectief vermogen - rendement
effectueren - verrichten,verwezenlijken
effen - applaneren, blak, effenen, egaal, enerlei, eventjes, gelijk(matig), glad, koel, net, onbewogen, ongerimpeld, plat, plooiloos, quitte, strak, uitgestreken, vereffend, vlak
effen oosterse zijden stof - levantine
effenen - aplaneren, banen, egaliseren, evenen, gelijkmaken, gladmaken, nivelleren, schaven, slechten, vlakken
effenheid - gladheid, vlakheid, vlakte
effening - egalisatie, gelijkmaking
effen streek land - vlakte
effentjes - eventjes
effer - avegaar, egger
efficiënt - doelmatig, doeltreffend
afficiteit - doelmatig, doeltreffend
effigie - beeltenis
etfleureren - beroeren
efflorescentie - bloei, bloeitijd, huiduitslag, verwering
effusie - uitstroming
egaal - eender, effen, enerlei, gelijk, gelijkmatig, glad, plat, plooiloos, vaal, vlak
egalisatie - gelijkmaking, vereffening
egalisator - gelijkmaker
egaliseren - (ver)effenen, gelijkmaken, vlakmaken
egaliteit - gelijkheid
egard - achting, beleefdheid, eerbied, ontzag, respect, voorkomendheid
Egeïsche Zee, eilandengroep in de - Cycladen, Sporaden
egel - arbeidsrol, kaardrol, stekelvarken
egel, soort - spitsrat
egelantier - bottelroos, rozelaar
egelantierappel - rozespons
egelboterbloem - affodil(le), beenbreuk, beengras, bitterbloem, edelgras, galle, siepelgras
egelgras - beenbreek, egelboterbloem
egelskop - duiker, sparganium
egelskopachtigen - sparganiaceeën
egelkruid - penningkruid
egelvarken - stekelvarken
egelvis koglvis, zeeduif
egelvoet - mokpoot
egelworm - leverbot
egelwormziekte - distomatose
egge - eg
egge met mesvormige tanden - mesegge
egger - landbewerker
eggerig - bot, stroef, wrang, zuur
eggig (bot van tanden) - sleeuw
eglantier - bottelroos, egelantier, rozelaar
ego - ik
egoïsme - baatzucht, eigenbelang, ikzucht, zelfzucht
egoïït - zelfzuchtige
egoïstisch - zelfzuchtig
egotisme - zelfvergoding
egotripper - egoist
egreneren - ontkorrelen
egretreiger - garzetta
Egypte, oude naam voor - Kemat, Kemi
Egypte, oude Arabische naam voor - Misr
Egypte, oude Hebreeuwse naam voor - Masor, Mitsraim
Egypte, oude oud Perzische naam voor -Moedraja
Egyptisch beeld in leeuwegedaante met mensenhoofd - sfinx
Egyptisch beeldschrift - hiëroglief, hiëroglyfe
Egyptisch bevelhebber - sirdar
Egyptisch bloempje - foulah
Egyptisch bouwwerk - piramide, pyramide, sfinx
Egyptisch dictator - Sadat,Nasser
Egyptisch dier - ibis, nijlpaard
Egyptisch dodenland - amentat
Egyptisch dodenverblijf - amente, amenti
Egyptisch grafmonument - mastaba, mastebe, pyramide, piramide
Egyptisch heerser - farao
Egyptisch instrument - takuni
Egyptisch katoen - maco, macco, makko
Egyptisch kruis - hengselkruis
Egyptisch lijnwaad - byssus
Egyptisch myth. Figuur - Aton
Egyptisch onderkoning - K(h)edive
Egyptisch parlement - Barlaman
Egyptisch rietgras - papyrus
Egyptisch schiereiland - Sinaï
Egyptisch soldaat van de ruitermilitie - mammeluk
Egyptisch staatsman - Naguib, Nasser, sadat
Egyptisch steensoort - basaniet (zwart)
Egyptisch struikgewas - abelmos
Egyptisch zeilvaartuig - faloek
Egyptische Bedoeïnenstam - Ababda, Bisjarin
Egyptische berg - Galala, Sinai
Egyptische boer - fellah
Egyptische brilslang - aspis, spuwslang
Egyptische christenen - Kopten
Egyptische dodengod - Anubis, Osiris, Scrapis, Serapis
Egyptische farao -
3 Aha, Eje
4 Pepi, Teti
5 Antef, Horus, Menes, Necho, Wadji, Oenas
6 Amasis, Amosis, Apriës, Cheops, Djoser, Narmer, Ramses,
Sethos
7 Chefren, Merenré, Sahoeré, Sanacht, Sjabaka, Sjesonk,
Snofroe
8 Achnaton, Haremheb, Oeserkaf, Setnekat
9 Amenemhet, Amenhotep, Merenptah, Montemhet,
Mycerinus, Sesostris
10 Thoetmoses, Thoetmosis
11 Mentoehotep, Toet ank Amon
12 Psammetichus
Egyptische fez - tarboes
Egyptische godheid -
2 Ra, Re
3 Bes, Geb, Hor
4 Amon, Apep; Apis, Apof, Aton, Hapi, Isis, Nioe, Noet, Ptah,
Seth, Thot
5 Ammon, Apisn, Atoem, Chons, Horus, Mendis, Nioet
6 Anubis, Hathor, Neftys, Osiris, Typhon
7 Chonosoe, Serapis
11Harpocrates
Egyptische god der afgestorvenen – Rerapis
Egyptische god der natuurkrachten - Isis
Egyptische god met hondekop - Anubis
Egyptische godheid met jakhalskop - Anubis
Egyptische god met valkenkop - Horus
Egyptische god van het dodenrijk - Serapis
Egyptische godin - Bast(et), Isis, Sachmet, Sechmet
Egyptische grafheuvel - pyramide
Egyptische grafkelder - mastaba
Egyptische graftempel - serdab
Egyptische havenstad - Alexandrië, Port Said, Suez
Egyptische heerser - Farao
Egyptische heilige - menas
Egyptische heiligenplant - lotus
Egyptische hoofdstad - Caïro, Kairo
Egyptische kever - scarabee, scarabeus
Egyptische koning - Achnaton, Amasis, Amenemhet, Amenhotep, Antef, Apriës, Chefren, Cheops, Farao, Foroek, Horemheb, Horus, Mentuhotep, Mycerinus, Necho, Pepi, Pharao, Ramses, Sethos, Setnekat, Sjabaka, Teti, Tutanchamon
Egyptische koningin - Isis, Cleopatra, Maat, Moet, Nefertlte Neith,Neptys, Selkis, Serket
Egyptische koningsstad - Memphis
Egyptische landbouwer - fellah
Egyptische legeraanvoerder - Sirdar
Egyptische maangod - Chons
Egyptische munt - girsch, piaster, pond
Egyptische mythische slang - Apep, Apofis
Egyptische oase - Baharijeh, Siwa
Egyptische onderkoning - Jozef, khedive
Egyptische oogziekte - trachoom
Egyptische politicus - Naguib, Nasser, Sadat
Egyptische priester - Manetho
Egyptische ratel (hoepel) met ringetjes bij oude eredienst - sister, sistrum
Egyptische reigergod - Bennoe
Egyptische rivier - Nijl
Egyptische ruitersoldaat - mamm(m)eluk
Egyptische rijksgod - Horus, Re
Egyptische slager - belloh
Egyptische soldaat van de ruitermilitie - mammaluk
Egyptische staatsman - Naguib, Nasser, Sadat
Egyptische stad - Alexandrië, Aswan, Edfoe, Esneh, Idfoe, Isna, Kairo, Mansoera, Port Said, Suez, Tanta
Egyptische stier - apis
Egyptische stuwdam - Assoeandam
Egyptische taal - Arabisch, Koptisch
Egyptische urn - canope
Egyptische vogel - flamingo, ibis, maraboe, nijlgans
Egyptische volkszanger - antari
Egyptische vijgeboom - sycomoor
Egyptische waterlelie - lotus
Egyptische wind - khamsin
Egyptische zonnegod - Ammon, Aton, Atum, Chepre, Harmachis, Khefdre, Osiris, Ra, Re
Egyptische zonnestad - Heliopolis, ioenoe, On
Egyptische zuidenwind - chamsin
ei - kern, kiem, oorsprong, ovum
ei, deel van een dooier, dop, (ei)wit, kiemschijf, schaal, vlies
ei zonder schaal - windei
eiafscheiding - ovulatie
eiber - lepelaar, ooievaar, uiver
eiberbek - moeraslis, naaldekerver
eicel - ovum, spoor
eicelvormig - oögenese
eidebaar - eiber, ooievaar, uiver
eidetiek - aanschouwingsleer
eierbloem - kievitsbloem
eierboompje - sneeuwbes
eierdief - bunzing
eieren koken zonder schaal - pocheren
eidooier - eigeel
eierdop - dop, schaal
eierengerecht - omelet, roerei, spiegelei
eierkoek - eiergebak
eierkolen - briketten
eierkruid - sleutelbloem
eierkunde - oölogie
eierkundige - oöloog
eierleggend - ovipaar
eierleggend dier - eend, gans, kip, struisvogel, vis, vogel
eierleggend zoogdier - vogelbekdier
eierleider - eileider, tuba
eierlevendbarend - ovovivipaar
eierlijst - echinus, eierbeuling
eiermaat - snees (20), schok (20 of 60), tal (104)
eiermengsel - struif
eiermijn - eierveiling
eierpannenkoek - eierstruif, omelet
eierplant - aubergine, eiervrucht, terong(blanda)
eierschaal - dop
eiersteen - kuitsteen, oöliet
eierstok - ovarium, vruchtbeginsel
eierstruif - omelet
eierveiling - eiermijn
eiervreter - keeltandslang
eig - eigenlijk
eigeel - dooier
eigen - aangeboren, aanverwant, allodiaal, amikaal, (bloed)verwant, bijzonder, gemeenzaam, gewend, idio(s)(Gr.), intiem, kenmerkend, lijfelijk, particulier, persoonlijk, privaat, privé, vertrouw(d)elijk, verwant,
eigen aan - karakteristiek, typisch
eigen aan de Moren - Moors
eigen baas - vrij, zelfstandige
eigen bezit (middeleeuwen) - allodium
eigen erfgoed - allodium
eigen familie - bloedverwanten
eigen haard - penaten (fig.)
eigen levensbeschrijving - autobiografie
eigen risico - franchisme
eigen rijtuig - equipage, gerij
eigen voordeel - egoïsme, eigenbaat, eigenbelang, interesse
eigen vrij erfgoed - allodium
eigen woning - thuis
eigenaar - aandeelhouder, baas, bezitter, gelande, heer, houder, ingeland, meester, possessor, proprietair
eigenaar van aandelen - aandeelhouder
eigenaar van een fabriek - fabrikant
eigenaar van een molen - molenaar
eigenaar van een perceel - huisbaas, huisheer
eigenaar van een plantage - planter
eigenaar van een polderland - ingeland
eigenaar van een specerijentuin - perkanier
eigenaar van een stuk land - (aan)gelande, grondbezitter, landeigenaar
eigenaar van onroerend goed - geërfde
eigenaar van onroerend goed in polder of waterschap - ingeland
eigenaar worden - erver, koper
eigenaardig - bijzonder, curieus, gek, karakteristiek, kenmerkend, merkwaardig, ongewoon, opmerkelijk, opvallend, opzienbarend, origineel, particulier, raar, singulier, specifiek, typisch, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, zonderling, zonderling
eigenaardig geluid - hik
eigenaardig kenmerk - cachet
eigenaardig persoon - type
eigenaardigheid - particulariteit, singulariteit
eigenares - bezitster
eigenares van een molen - molenaarster, molenaarsvrouw
eigenbaat - egoïsme, eigenbelang, zelfzucht
eigenbelang - baatzucht, baatzuchtigheid, egoïstme, eigenbaat
eigenbelang zoeker - egoïst
eigenbezit - eigendom, goed
eigendom - allodium, bezit, bezitting, domein, dominium, fortuin, goed, goederen, have, middelen, octrooi, possessie, propriëteit vermogen
eigendomsbewijs - koopakte, propriëteel
eigendomsbewijs van auto - kentekenbewijs
eigendomsdelict - diefstal, ontvreemding, verduistering
eigendomsrecht - petitoir,propriëteit
eigendomstitel - merknaam
eigendom zijn - toebehoren
eigendunk - arrogantie, eigengereid, eigenwaan, eigenwaarde, hoogmoed, trots, verwaandheid
eigendunkelijk - arbitrair, autocratisch, burocratisch, dwars,
eigengereid, eigenmachtig, willekeurig
eigenen - toeeigenen
eigengeërfde - allodiaal
eigengerechtig - eigenmachtig
eigengereid - eigendunkelijk
eigengevormd - autodidact, selfmade
eigenhandig - M.M.P.
eigenhandig geschreven - autentiek, autografisch, handtekening, holografisch, naamtekening, olografisch, paraaf, parafering, signatuur
eigenhandig geschreven stuk - autografie, holografie
eigenhandig geschreven testament - holografisch testament
eigenhandig schrift - autogram
eigenhandige ondertekening - handtekening, naamtekening, paraaf, parafering, signatuur
eigenheid - eigenaardigheid, individualiteit
eigenlands - nationaal
eigenliefde - egoïsme, narcisme, zelfingenomenheid
eigenlof - autoritair, egotisme, grootspraak
eigenlijk - daadwerkelijk, echt, eig, feitelijk, inderdaad, letterlijk, reëel, überhaupt, waar(lijk), welbeschouwd, werkelijk, wezenlijk
eigenlijke betekenis - etymon
eigenlijke waarde - merite
eigenmachtig - aanmatigend, arbitrair, autocratisch, autoritair, dictetoriaal, eigendunk, eigendunkelijk, eigenwijs, willekeurig
eigenmachtig optredend persoon - autocraat
eigenmachtig persoon - autocraat
eigenmachtige daad - eigengerechtigheid
eigenschap - aard, attribuut, eigenaardigheid, eigenwaardigheid, gave, gesteldheid, hoedanigheid, karakter, karakteristiek, karaktertrek, kenmerk, kenteken, kwaliteit, onderscheidingsteken personaliteit, predicament, propriëteit, talent, trek
eigenschap bij geboorte meegekregen - gave, talent
eigenschap bij roken - inhaleren, trekken
eigenschap van aandoenlijk te zijn - aandoenlijkheid
eigenschap van de individuen van een ras - raskenmerk
eigenschap van een berustend mens - gelatenheid
eigenschap van iemands karakter - karaktereigenschap
eigenschap van kippen - leg
eigenschap van laks - loomheid
eigenschap van rubber - rek
eigenschap van sommige elementen - radioactief
eigenschap van voedsel - voedzaam
eigenschappen ten gunste - voordelen
eigenschappen toekennnen - kwalificeren
eigenste - dezelfde
eigentijds - contemporain, modern
eigenvolkskarakter - nationaliteit
eigenwaan - aanmatiging, arrogantie, egotisme, eigendunk, hoogmoed, inbeelding, laatdunkendheid, pedanterie, trots, verbeelding, verwaandheid
eigenwaarde - egotisme, zelfrespect
eigenwerker - middenstander, zelfstandige
eigenwettelijkheid - autonomie
eigenwillig - eigenzinnig
eigenwijs - balsturig, betweter, betweterig, curieus, eigenaardig, eigenmachtig, eigenwillig, eigenzinnig, halsstarrig, hardleers, koppig, neuswijs, ongehoorzaam, ongezeglijk,ontoegeeflijk, onhandelbaar, pedant, verwaand, verwaandheid, waanwijs, wijsneuzig, zelfgenoegzaam
eigenwijsheid - koppigheid
eigenwijs iemand - betweter
eigenwijs lastig meisje - nest,wicht
eigenwijs mens - betweter
eigenwijs persoon - betweter
eigenwijze - betweter
eigenzinnig – balsturig, bederven, billijk, dwars, dwarskoppig, eigengereid, eigenwijs, grillig, halsstarrig, handelbaar, hardnekkig, koppig, lunatiek, mak, nukkig, obstinaat, ongezeglijk, onhandelbaar, onplooibaar, onzeglijk, ruw, ruwweer, (stijf)hoofdig, stijfkoppig, weerspannig, wild
eigenzinnig en koppig - onhandelbaar, onwillig
eigenzinnigheid - gril, koppigheid, luim
eigenzinnig mens - stuijfkop
eigenzinnig zijn - volgen
eigenzucht - egoisme
eigjeshout - bitterzoet
eik - akerboom, eek
eikeappel - galappel
eikel - aker
eikelmast - eikeloogst, eikelzaadjaar
eikelontsteking - balanitis
eikelvormig doosje - aker (versiering)
eikenbast - eek, eikeschors, rinde, run
eikenhakhout akkermaalshout, kreupelhout
eikehoutschiller - eker
eikenhout van schors ontdoen eken
eikenmolen - runmolen
eiken paal perkoen
eiken schiller eker
eiken schillen eken
eiken stamstuk - perkoen
eikenschors bark, eek, rinde, run
eikenvaren - boomvaren, engelzoet
eiker - eikel
eiketak - talhout (geschild)
eikhaas - steelzwam
eikloof - klimop
eilaas ach, eilaci, helaas
eiland - eil, ile, insula, isola, lago, oog
eiland (Chin.) - dao, tao
eiland (Duits) - insel
eiland (Eng.) - isle
eiland (Fr.) - He, isle
eiland (Hal.) - isola
eiland (Jap.) - do
eiland (Lat.) - insula
eiland (Mal.) - poeloe
eiland (oud. Frans) - islu
eiland (Skand.) - holm
eiland der doden (oud) - Erin
eiland in de Nijl - asash, awad, biga,philae, saluja, schel
eilandbewoner in Indonesië - Balinees, Javaan
eilandenleer - nesologie
eilandenrijk - Archipel, Insulinde, Japan
eiland, in samenstellingen - oog
eilandje (drijvend) - krag, kragge, ladde, rietzode
eilandje (koraal) - atol
eilandje bij Kampen - Ramspol
eilandje voor de Franse kust - Re
eiland bekend door zijn aardappelen - Malta
eiland bekend uit de geschiedenis Elba, Corsica, St. Helena, Nova Zembla
eiland bekend uit de geschiedenis van Napoleon - Corsica, Elba
eiland bij Afrika Ascension, Azoren, Bourbon, Brava, Comoros, Dezerte, Djerba, Fogo, Fuertaventura, Gomara, Grande, Hierro, Lanzarote, Madagas©kar, Madeira, Maio, Malagasië., Mauritius, Palms, Pemba, Reünion, Sal, Seychelles, St. Helena, Socotra, Tenerife, Zanzibar
eiland bij Alaska Adak, Afognak Amchitka, Atka, Attu, Kiska, Kodiak, Nunivak, Pribilov, Riska, Tanaka, Unimak
eiland bij Alexandrië Pharus
eiland bij China Hainan, Formosa
eiland bij Boedapest - Csepel
eiland bij Denemarken Aerö, Alsen, Amager, Bornholm, Falster, Funen, Lolland, Mön, Samsö, Seeland
eiland bij Duitsland Borkum, Helgoland, Norderney, Rugen
eiland bij Engeland Alderney, Anglasey, Coli, Eddystone, Eigg, Farne, Guernsey, Ierland, Jersey, Lundy, Man, Rhum, Sark, Scilly, Shetland, Tiree, Walny, Wight
eiland bij Estland Oesel, Sarema
eiland bij Finland Aaland
eiland bij Frankrijk Glénans Groix, Guernsey Jersey, Noirmoutier, Oléron, Ré Yeu,
eiland bij Friesland Ameland, Griend, Schiermonnikoog Terschelling, Vlieland
eiland bij Groningen Borkum, Rottum, Rottumeroog, Rottumerplaat
eiland bij Halmahera Kajoa, Ternate
eiland bij Italië Corsica, Elba, Malta
eiland bij Japan Decima
eiland bij Kreta Gaudos
eiland bij Malta Cozumel Gozo,
eiland bij Nieuw Guinea Aru, Ega, Aeli, Japen
eiland bij Noord Holland Texel, Tessel
eiland bij Schotland Arran, Barra, Burray, Bute, Canna, Coll, Colonsay Eday, Eigg, Hoy, Islay, Jura, Lewis, Muck, Mull, Rhum, Rousay, Sanday, Shapinsay, Staffa, Stronsay, Tiree, Westray
eiland bij Sicilië Alicudi, Egadi, Filicudi, Levanzo, Lipari, Marettimo, Panarea, Salina, Stromboli, Ustica, Vulcano
eiland bij Sumatra Nias
eiland bij Timor Alor, Roti, Wetar
eiland bij Venetië Lido
eiland bij Zweden Öland, Gotland
eiland der Azoren Fayal
eiland der Bahama 's Acklin, Cat, Watling
eiland der Balearen Cabrera, Conejera, Dragonera Formentera, Ibiza, Mallorca, Menorca
eiland der Cycladen Antiparos, Delos, Folegandros, Herakleia, Karos, Kimolos, Los, Milos, Naxos, Paros, Rineia, Thira
eiland der Filippijnen Catanduanes, Cebu, Luzon, Leyte, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar
eiland der Grote Antillen Cuba, Hispaniola Jamaica,
eiland der Hebriden Barra, Lewis, Ulst
eiland der Koerillen ltoeroep, Oeroep
eiland der Lakkadiven Amini, Kalpeni
eiland der Lofoten Andö, Langö
eiland der Molukken Ambon, Batjan, Buru, Ceram, Halmahera, Obi, Morotai
eiland der Nieuwe Hebriden Epi, Tana
eiland der Orkaden Burray, Hoy, Sanday, Stronsay
eiland der Pityusen Formentera, Ibiza
eiland der Sporaden Chios, Kos, Samos
eiland in de Adriatische Zee Bratsj Hwar, Bua, Eso, Lagosta, Lastrovo, Mijet, Wis,
eiland in de Aegeïschezee - Amorgos, Cycladen, Dodecanese, Mutilene, Nicaria, Rhodos, Santorin, Sporaden
eiland in de Atlantische Oceaan Ascension, Fuertaventura, Gomera, Hierro, Lanzarote, Madeira, Palma, Tenerife ,IJsland
eiland in de Barentszee Kolgoejef, Nova Zembla
eiland in de Caribische Zee Aruba, Blanquilla, Bonaire, Cuba, Curaçao, Hispaniola, Jamaica, Margarita, Mona, Saba, Saona,
eiland in de Charente Réi
eiland in de Chinese Zee Formosa, Liehtao, Penghoe
eiland in de golf van Venetië Lido
eiland in de Egeïsche zee - Chios, Delos, Lemnos, Lesbos
eiland in de Griekse Archipel Antikythira, Dia, Elafonisos Kreta, Kythira, Parapola
eiland in de Ierse Zee Man, Lambay
eiland in de Indische Oceaan Ceylon, Kokoseiland Madagaskar, Pemba, Sokotra, Zanzibar
eiland in de lonische Zee Kefallinia, Korfu, Levkas, Paxos, Strotades, Zante, Zakynthos
eiland in de Middellandse Zee Capri, Corsica, Cyprus, Elba, Kandia, Lipari, Kreta, Malta, Mallorca, Sardinië, Sicilië
eiland in de Nijl Bije, Philae
eiland in de Oostzee Bornholm, Chioema, Gotland, Oland, Önd, Osel, Rügen, Sarema, Scheer
eiland in de Rode Zee Kamaran, Perim
eiland in de Stille Oceaan Bikini, Eniwatok, Guam, Hawai, Kauai, Kusaie, Lanai, Majuro, Majura, Marakei, Maui Mangareva, Mani, Molokai, Mili, Nauru, Oahu, Paaseiland, Palmyra, Pinaki, Rimatara, Tahiti, Tarawa, Wake
eiland in de straat Bab el Mandeb Perim
eiland in de straat van Korea Quolpart
eiland in de straat van Makassar Tarakan
eiland in de Waddenzee Griend (zie ook één der Waddeneilanden
eiland in de zee van Ochotsk Sachalin
eiland in het hoge noorden IJsland
eiland in het Kattegat Anholt, Laesö
eiland in Europa Eire, Erin, Ierland
eiland in Indonesië Ai, Ambon, Babar, Bali, Banka, Batjan, Batoe, Billiton, Borneo, Buru, Celebes, Ceram, Flores, Halmahera, Irian, Java, Lombok, Madura, Ngawi, Nias, Obi, Onrust, Roti, Seram, Sewu,, Sula, Sumba, Sumatra, Sumbawa, Tidore, Timor
Eiland in Insulinde - Ambon, Bali, Banka, Borneo, Celebes, Java, Lombok, Madoera, Roti, Sumatra,
Ternata, Timor
eiland in Japan Decima, Hondo Hokkaido, Kioesjoe, Kosilma Okoesjiri, Osjima, Sjikokoe, Sado,
eiland in West Indië Aruba, Bonaire, Curaçao Saba
eiland in Zuid Holland Tiengemeten
eiland ten oosten van de Molukken Goeam
eiland van de Dodekanesos Leros
eiland van de Filippijnen Bohol, Burias, Catanduanes, Cebu, Dinagat, Leyte, Luzon, Masbate, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar, Tablas
eiland van de grote Antillen Cuba, Haïti, Jamaica, Portorico
eiland voor de Engelse kust Man, Lundy, Tresco, Wight
eiland voor New-York - Ellis eiland
eilandengroep - Archipel
eilandengroep Antillen, Azoren, Balearen, Bermuden Cycladen, Dodekanesos, Faer Oer, Far Or, Filippijnen, Gezelschapseilanden, Hawaï, Hebriden, Japan, Molukken, Orkaden, Sporaden
Eilandengroep aan de westkust van Borneo - Karimata
eilandengroep bij Borneo Karimata
eilandengroep bij Indonesië Aroe
Eilandengroep bij Iran - Aroe, Ega
eilandengroep bij Nieuw Guinea Aroe, Aru, Ega, Kai, Mapia
eilandengroep bij de Noorse kust Lofoten
eilandengroep bij Japan Koerilen
eilandengroep bij Schotland Hebriden, Orkaden, Shetland
eilandengroep in de Aegeïsche Zee Cycladen, Sporaden
eilandengroep in de Atlantische Oceaan Azoren, Bahama, Bermuda, Faeröer,
eilandengroep in de Grote Oceaan Galapagos, Hawai, Hawaii, Micronesië, Molanesie, Polynesië
eilandengroep in de Indische Oceaan Amiranten, Andamanen, Comoren, Indonesië, Lakkadiven, Malediven, Nicobaren, Seychellen
eilandengroep in de Middellandse Zee Balearen, Cycladen, Pityusen, Sporaden
eilandengroep in de Noordelijke ijszee Spitsbergen
eilandengroep in de Stille Oceaan zie Grote Oceaan
eilandengroep ten oosten van Borneo Sula
eilanden, eender grootste
4 Cuba, Java
5 Honda, Lusan
6 Borneo
7 Celebes, Sumatra
8 Sulawesi
10 Baffinland, Kalimantan, Madagaskar
11 Nieuw-Guinea
12 New-Foundland, Nieuw-Zeeland
13 Ellesmereland
15 Groot-Brittannië
eilandenrijk Archipel, Insulinde, Japan
eileider -oviduct, salpinx, tuba
eileiderontsteking - salpingitis
eiloof iefte, ifte, klimop, klijf, veil
eiloofbloem - coronaria, koekoeksbloem
eind afloop, besluit, doel, oogmerk, slot, staart
eind der draden van een weefsel - dreul, drom
eind dik touw waarmee men iemand afstraft laars
eind hout lat, stok
eind katoen lont
eind touw bot, dreumel, gei, koord, reep, reier, alie, tamp, tui
eindbescheid - premptie
eindbestemming doel
eindcontrole - supervisie
einddoel - bestemming
einde afloop, besluit, doel, end(e), eindpaal, eindpunt, exitus, fin, finale, finish, omega, ontslag, oogmerk, slot, staart, uiterste, uitkomst, uitslag, uitgang, voleinding
einde (het) - omega
einde aan iets maken - besluiten
einde kroont het werk - f.c.o. (finis coronat opus)
einde van de affaire - afloop
einde van de dag - avond, schemering
einde van de nacht ochtend, ochtendstond
einde van de oorlog vrede, wapenstilstand
einde van de vorst - dooi
einde van een gebed amen
einde van een opsomming (afk.) - enz, etc
einde van een rede - slotwoord
einde van een reeks wedergeboorten - Nirvana, Nirwana
einde van een reis aankomst, bestemming
einde van een spannend verhaal - climax, ontknoping
einde van een spier - pees
einde van een spoorweg - terminus
eind van een touw - tamp
einde van een triller - climax
einde van een tros of van een touw van het staande want bot, tamp
einde van een vliegtocht landing
einde van een vriendschap - breuk, brouille, verkoeling
einde van gebed - amen
einde van het leven - dood
einde van het spijsverteringskanaal - aars, endeldarm
einde van het voorjaar - nalente
eindelings hout - kopshout
eindelijk enfin, tenslotte
eindelings hout kopshout
eindeloos distelsoort, eeuwig, heerlijk, mateloos, oeverloos, onafzienbaar, onbegrensd, onmeetbaar, oneindig
eindeloos groot - grenzeloos
eindeloosheid - infiniteit, oneindigheid
eindeloze dorre vlakte poesta, steppe, toendra
eindeloze redevoering filibuster
eindeloze ruimte - heelal, hemel, kosmos, uitspansel, zwerk
eindelijk - enfin, postremo, tenslotte
eindelijk (Lat.) - tandem
einden - aflopen, besluiten
einder horizon, kim
eindhersenen - telencephalon
eind hout - lat, stok
eindig - begrensd, beperkt, vergankelijk
eindigen einden, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, uitscheiden, voltooien
eindigheid finaliteit, vergankelijkheid
eindje - brood, end, fallus, overschot, peukje, restant, rest(je), stompje, stuk(je), tamp, tip
eindje lijn met een kous erin reier
eindje sigaret - peuk
eindje touw dreumel
eind katoen - lont
eindletter slotletter
eindoordeel - beslissing
eindpaal - doel, finish
eindpaal van een renbaan - honk
eindpunt - afslag (vissers, golfspeler), doel, eindstreep, extremiteit, finish, limiet, rostrum, streep, ziel
eindresultaat - uitkomst
eindsnede van het brood - kapje, spits, tip,timp
eindstadium telofase
eindstation - terminus
eindstreep - finish
eindstrijd - inale, slotwedstrijd
eind touw - dreumel, gei, koord, reep, tamp, tui
eind touw als strafwerktuig - dag
einduitkomst - eindresultaat, einduitslag, resultaat, som, slotsom
eindverlenging - paragoge
eindvonnis - eindoordeel
eindwedstrijd - finale
eindweegs - ver
eins - hengsel
einsteinium - Es
einze - hengsel
eiprofiel - ovaal
Eire Erin, Ierland
eirond - eivormig, ellips, ovaal
eirond cirkelvormig gat voorde roerschaalt - hennegat
eis - aanspraak, claim, conditie, petitoire, postulaat, pretentie, requisitoir, verlangen, vordering, voorwaarde, vraag, wens
eis gesteld tegen een andere eis - tegeneis
eis van het openbaar ministerie - requisitoir, rekwisitoor
eisen - bedingen, behoeven, bestellen, bevelen, claimen, dwingen, exigeren, kosten, opeisen, requireren, sommeren, vergen, verlangen, verstaan, vorderen, vragen,wensen, willen
eiser - dager, impretrant, klager, maner, pretendent, reclamant, rekwitant, requirant, requestrant, vorderaar
eiser in een burgerlijk geding - actor
eitje neet
eitje van een luis - neet
eitjes van kikkers - dril, rit
eivol bomvol, boordevol, propvol, smoorvol, stikvol, tjokvol
eivormig eirond, ellips, ovaal
eivormige gele vrucht - citroen
eivormige kromme ellips
eiwit albumine, albuminoide, aleuron (uit plantenzaden), amyf(um), DNA, globuline, legumine(planten), prolamine, proteïne, RNA
eiwit uit plantezaad - aleuron
eiwit achtige stof aleuron (uit zaden), pepton (uit eiwitten of vlees), protoplasma(uit dierlijke of plantaardige stoffen)
eiwitachtige stof die als ferment optreedt - enzym
eiwit achtige stof in het bloed - globine
eiwit in spierweefsel - actine
eiwit in urine - albuminurie
eiwitpreparaat gelatine
eiwitsplitsend enzym - erepsine
eiwitstof albumine, legumine, proteine
eiwitstof in melk - casëine
eiwitstof in peulvruchten aleuron, legumine
eiwit verbindingen - albuminaten
ejaculatie - zaadlozing
eken - ontschorsen
ekster - aakster, babbelkous, klapekster, tuinekster
eksteroog clavus, likdoorn
ekwilibrist - equilibrist, jongleur, koorddanser
elaboraat - werkstuk
elaeagnacee - duindoorn, olijfwilg, zilverwilg
elan - aandrift, aanloop, animo, bezieldheid, bezieling, energie, enthousiasme, geestdrift, geestkracht, gloed, ijver, opwelling, stuwkracht, verve, vuur
eland - moose, rendier
eland soort - moose
elasticiteit rek, rekbaarheid, rekband, spankracht, veerkracht, veerkrachtigheid
elasticiteitsmeter - elaterometer
elastiek caoutchouc, gummi, rekband, rek, rekker, rubber, rubberbandje
elastiek (Ind.) - karet
elastiek (Z.N.) - rekker
elastieken buikband - gaine
elastisch - rekbaar, veerkrachtig, verend
elastisch broekje - stepin
elastisch zijn - veren
elastische stof - lustre
elateriet aardpek, asfalt
elaterometer elasticiteitsmeter
elatie - elan, enthousiasme, geestdrift, opgetogenheid, vervoering
elatineachtige - elatinaceeen
elder - melkklier, uier
elder van een geit of schaap - uier
elders - absent, afwezigweg
elders aanwezig zijn geweest alibi
elders poten - verpoten
eldorado dorado, eden, paradijs
electie keus, keuze, keur, verkiezing
elector keurvorst, kiezer
electoraal - keurvorstelijk
electoraat - keurvorstendom, kiezers(volk)
elefantiasis - filariasis, knobbelmelaatsheid, olifantsziekte
élégance - gratie
elegant aanvallig, bevallig, chic, gracieus, levendig, mondain, sierlijk, slank, smaakvol, zwierig
elegantie bevalligheid, chic, elegance, gratie, mondaniteit, netheid, sierlijkheid, zwier
elegie klaaglied, klaaglijk, klaagzang, treurdicht, treurzang
elegisch klagend, klagelijk, weemoedig
electra - stroom
elektie - electie, keur, keus, verkiezing
elektriciteit - barnsteenkracht, electra, stroom
elektriciteit producerend apparaat - dynamo, generator
elektriciteitsdraad snoer
elektrisch afzonderingsgerei - isolator
elektrisch bedrijf - centrale
electrisch betalen - chippen
elektrisch geladen deeltje - anion, ion
elektrisch geladen donkere wolk - onweerswolk
elektrisch licht in kwikdamp - kwikzilverlicht
electrisch mengtoestel - mixer
elektrisch muziekinstrument - trautonium
elektrisch negatief geladen deeltje - anion
elektrisch orgaan bevattend dier sidderaal
elektrisch seintoestel telegraaf
electrisch steekcontact - stekker
elektrisch ter dood brengen - elektrocuteren
elektrisch toestel om haar te drogen - föhn
elektrisch verschijnsel - elmsvuur, elmusvuur
elektrisch verschijnsel elmsvuur, elmusvuur
elektrische cel accu
elektrische centrale dynamo, generator, krachtstation
elektrische contactstop - stekker
elektrische eenheid ampère, coulomb, joule, KW, ohm, volt, watt
elektrische geleiding kabel, snoer
elektrische haardroger föhn
elektrische katrol langs zoldering - loopkat
elektrische keten - shunt
elektrische kontaktstop - stek(k)er
elektrische lamp in keuken boven het fornuis - pottekijker
elektrische lading van een atoombom - kernlading
elektrische leiding van de verlichting - lichtleidlng
elektrische luidspreker - aërofoon
elektrische magnetische eenheid - eme
elektrische motorische kracht - emk
elektrische piano - mignon
elektrische radio/piano - staccatone
elektrische rekenmachine - computer
elektrische schakelinrichting - relais
elektrische spanning - volt, voltage
elektrische spanning dragend - geladen
elektrische spanningsbron - batterij
elektrische spanningsmeter - electrometer
elektrische statische eenheid - ese
elektrische stoel electrocutor
elektrische stroommeter - reometer
elektrocardiogram - ECG
elektrochemische methode van onderzoek - polarografie
elektrocutie
elektrocutie terdoodbrenging
elektrode anode, diade, kathode, lasmetaal
elektrode in een ruimte - katode, kathode
elektrodynamische kracht - Lorentzkracht
elektroëncefalogram - EEG
elektromagnetische eenheid - e.m.e.
elektromagnetische golf - marconigolf, radiogolf
elektromagnetische triller zoemer
elektrometeoren - elmusvuur, poollicht, weerlicht
electromonteur - electricien
elektromotorische kracht E. M. K.
elektron - barnsteen
elektronenbuis - binode, diode, magnetron, radiolamp, stroom, tetrode, triode
elektronenbuis met 3 elektrodes - triode
elektronenstraalindicator - afstemoog, radioöog
elektronen techniek - elektronica
elektronisch brein computer
electronisch tekenapparaat - plotter
elektronisch orgel - hammond
electronische portemonnee - chipknip
elektronische term - shunt
elektrotechnisch ingenieur e.i.
elektuarium - likkepot
element antimoon (eb), atoom, bestanddeel, ingrediënt
element (scheik.) arseen (as), arsenicum, bestanddeel, boor, calcium (Ca), cobat (Co), chloor (Cl), chroom (Cr), fluor, fosfor, goud (au), helium (he), ingrediënt, jodium, kalium, koolstof, koper (Cu), kwik (hg), kwikzilver (hg), lood (pb), mangaan (ma), magnesium (m), neon (ne),nikkel (ni), platina (pt), plutonium seleen (se), stikstof, strontium (ar), tin (sn),uraan, uranium, waterstof, ijzer (fe), zilver (ag), zink (Zn), zwavel
element (natuurt jlo) - aarde, ether, lucht, vuur, water
element der dampkringslucht - argon
element met de zelfde scheikundige eigenschappen - Isotoop
element met radioactieve eigenschappen radium, uraan, uranium
elementair bestanddeel van organisme cel, vezel
elementair deeltje baryon, elektron, foton, lepton, meson, negaton, neutron, nucleus, proton
elementair deeltje met twee neutronen bineutron
elementair leerboek - abecedarium
elementair materiedeeltje - meson
elementair stofdeeltje atoom, proton
elementaire geesten - gnomen (aarde), salamanders (vuur), sylfen (lucht),undinen (water)
elementaire meetkunde - vormleer
elementen die bij verbinding met metalen zouten vormen - halogenen
elevatie hoogte, opheffing, verheffing
elevator - elevatorium, graansilo (Amer.), graanzuiger, heffer, zandzuiger, zuigtoestel
élève leerling, pupil, scholier
eleveren opheffen, ophogen ,verheffen
elfde trap van de diatonische toonladder – undecima
elfenkoning Oberon
elfenkoningin Titania
elf - alf, fee, natuurgeest
elfenbankje - zwam
elfrank - bitterzoet, slingerplant
elfsteden, een der Friese - Bolsward, Dokkum, Franeker, Harlingen, Hindelopen,Leeuwarden, Sneek, Sloten, Stavoren, Workum, Ijlst
elft engerling, fint, kwatworm, meivis
elftal – ploeg, team
elftenkoning (Deens) - ellerkong
elfurenbloem vogelmelk
elger aalgeer, aalijzer, aalschaar, aalsteker, aalvork
Elger in Gelderland - aalstekel
elgjeshout - bitterzoet
elideren uitlaten, uitstoten
eliminatie afstoting, verwijdering, wegwerking
elimineren doden, uitschakelen, verwijderen, wegwerken
elis - deel van Peloponnesus
elite - beste, bloem, garde, kader, kern, keur, keurbende, keurgroep, keurkorps, kern, puik, selectie
elite Japanse geheime politie - Kempei
elitegroep keurbende, keurkorps
elixer - aftreksel, angostura, bitter, extract, quintessence
elk eenieder, elkeen, ieder, iedereen, iegelijk
elk ander land dan het vaderland - buitenland
elk deel van een boekwerk tom, tomus
elk der getallen van een reeks behoren term
elk der hogere tonen die met de grondtoon mee klinkt - neventoon
elk der maten van een vers - versmaat
elk der tien districten van het Duitse rijk onder Maximiliaan de Eerste - Kreits
elk der vier boeken van het Nieuwe Testament - Evangelie
elk ding op zichzelf - uniteit
elk gebonden voor het geheel - solidair
elk jaar annueel, jaarlijks
elk mens - allen, ieder(een), elkeen
elk voor zich - apart, afzonderlijk, respectievelijk
elk uur een lepel o.h.c.
elk wat wils quodlibet
elk zijn aandeel geven - partageren
elkaar elkander, malkander, mekaar, mekander, onderling, wederkerig
elkaar afwisselend - alternatief
elkaar beschermen - dekken
elkaar het hof maken - flirten
elkaar naderend - convergent, tegemoetkomend
elkaar trouw blijvend - solidair
elkander elkaar, mekaar
elkander uitsluitend - disjunctief
elkeen - ieder, iedereen
elke dag dagelijks
elke dag dat een schip in de haven ligt - ligdag
elke doortocht belettend ondoordringbaar
elke keer - telkens
elke maand maandelijks, mensueel
elke omgang afbreken - verstoten
elke week wekelijks
elkeen allen allemaal, ieder, iedereen, elk,
elleboog - cubitus
elleboogsbeen - ellepijp
ellekoek - Deventerkoek
ellemaat - ellestok
ellende - armoede, bedroefdheid, behoefte, beroerdigheid calamiteit, cataclysme, deernis, gebrek, getob, gevaar, jammer, kommer, merode, misère, narigheid, neer, nood, nooddruft, ongeluk, onheil, ontbering, penarie, plaag, puree, ramp, rampspoed, tegenspoed, tegenstroom, wanhoop, wee
ellendeling aterling, bandiet, bedrieger, beroerling, boef, ellendige, fielt, galgenaas, galgebrok, gauwdief, gladakker, hondsvot, judas, lammeling, loebas, loeder, naarling, onmens, onverlaat, ploert, rabaut, rover, schavuit, schelm, schurk, secreet, snoodaard
ellendig akelig, (arm)etierig, armoedig, armzalig, bar, bedroevend, beroerd, calamiteus, deerlijk, droevig, eng, erbarmelijk, hartbrekend, hartroerend, hartverscheurend, jammerlijk, lamentabel, lam(lendig), luizig, miserabel, misselijk, naar, noodlottig, onaangenaam, onaanzienlijk, ongelukkig, onguur, ontdaan, onzalig, rampspoedig, rampzalig, slecht, treurig, verachtelijk, verwenst
ellendig bestaan - hondeleven
ellendig mens - être, naarling
ellendig misselijk mens - creatuur
ellendig omkomen - creperen, kreperen
ellendig verblijf bajes, cel, hok, hut, kerker, kot, krot, nor, strohut, stulp
ellendig vertrek - kot
ellendige eendagsvlieg - oeveraas
ellendige woning keet, kot, krot
ellenstok - maatstok, meetlat
ellepijp - tuba, ulna
ellerling - elrits
ellewaar - manufacturen
ellips - eirond, eivorm, kegelsnede, ovaal
elliptisch eirond, eivormig, ovaal
elocutie spreektrant, uitspraak, welbespraaktheid
eloge lofrede, lofschrift, lof(spraak)
eloquent - welbespraakt, welsprekend
eloquentie - welsprekendheid
elp elpenbeen, ivoor, tandbeen
elpen - ivoren
elpenbeen elp, ivoor, olifantstand
elridder - kleermaker
els bos, elzenstruik, priem
eIs om gaten in het leer te maken - gaatels
El Salvadoriaanse munt centavo, Colón
El Salvador, rivier in - Rio Lempa
El Salvador, vulkaan in - Izalco
elsbessenboom haagappelboom
elst - priem
elucidatie - opheldering, toelichting
eluderen - ontwijken
elusief - ontwijkend
elvenschot - ischias, jicht
elver glasaaltje
elycium hemel, paradijs
elysium der helden - Walhalla
Elzasser wijn - Muscat, Riesling, Silvaner
elzenbus - havik
emaceratie - vermagering
email brandverf, glazuur, smalt, smeltglas, tandglazuur, tinglazuur, verglaassel
emailfotografie - fotokeramiek
emaillak - enamel
emailleeroven - moffeloven
emailleerprocédé - champlevé, cloisonné
emailleren - glazuren
emancipatie - ontheffing, vrijmaking, vrijstelling
emanciperen ontheffen, vrijmaken, vrijstellen
emaneren - uitgaan, uitvloeien
emballage blik, doos, kanaster, knaster, kist, krat, mand, vat, verpakking
emballeren – inpakken, verpakken
embargo beslag
embarkeren - inschepen
embarras - hindernis, verlegenheid
embarrasseren - belemmeren, hinderen, verwarren
embleem insigne, logo, onderscheidingsteken, speldje, symbool, vignet, zinnebeeld
embleem op dokters auto - esculaap
emblema blazoen, devies, kenspreuk, leuze, motto
embouchure - aanmonding
embrasure bres, muuropening, schietgat
embryo - ei, golem (Hebr.), kiem, wordingskiem
emelt - hamel, larve, made, muggenlarve
emendatie - verbetering
emerald smaragd
emeritaat ambtsrust
emeritus em, emer. ,gepensioneerd, rustend
emerkoren - gortrijst, tweekoren
emersie uittreding
emetica - braakmiddelen
emfatisch - nadrukkelijk
emigrant - landverhuizer, uitgewekene
emigratie - landverhuizing, uitwijking
emigreren - uitwijken
eminent - best, buitengewoon, byzonder, edel, excellent, illuster, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, voortreffelijk
eminentie em.
emissario - bode, verspieder
emissie straling, uitgave, uitgifte, uitstorting, uitzending
emitteren - uitgeven, uitstralen
Emmausganger - kleopas
emmer aker, amiraal, kit, puts
emmer voor vuilnis - vuilemmer
emmeren zaniken, zeuren
emmerladder - jacobsladder
emmermolen - baggermolen
emmertje - aker, kit
emmer van zeildoek - amiraal
emmerzeil - latijnzeil, loggerzeil
emmes - best, echt, fijn, immes, leuk, lekker, prettig
emoe casuaris, kasuaris, kraanvogel (Austr.), loopvogel, struisvogel
E mol es
emolumenten - bijverdiensten, verval
emotie aandoening, belevenis, beroering, bewogenheid, geestvervoering, gevoel, ontroering
emotieloos - hard, koud, ongevoelig
emotionaliteit - aandoenlijkheid, geroerdheid, ontroering
emotivol - fel, hevig, vurig
emotioneel aandoenlijk, bewogen, ontroerend
emotioneel raken - beroeren, ontroeren
emotioneel treffen - beroeren, ontroeren
emotionele meebeleving - resonantie
emotionele schok - trauma
empaleren - spietsen
empire - keizerrijk
empirie empirisme, ervaring, ervaring(sleer), ondervinding
empirisch - proefondervindelijk
emplooi ambt, baan, betrekking, bezigheid, dienst, job, occupatie, officie, vak, werk
employé arbeider, beambte, bediende, betrekking, dienaar, klerk, werknemer
employé van een radiostation omroeper
exploreren aanwenden, gebruiken
empt - mier
empyreum - hemel
emulatie naijver, wedijver
emulsie - colloïde
emulsie van traan en water - dégras
en - benevens, bovendien, ook, plus, tevens, verder, vervolgens
en (Eng.) and, (Fr.) et
en allen samen - e.t.q. (e tutti quanti), flinkheid, geestkracht, wilskracht
en andere e.a., meer
en avant voorwaarts
en corps - gezamenlijk
en de rest - enz., etc.
en dergelijke e.d., soortgelijke
en enige andere e.e.a.
en meer andere e.m.a.
en meer van die soort e.d.
en niet - noch
en of - ongetwijfeld, stellig
en omgeving - eo
en omstreken e.o.
en ook - alsmede, tevens
en soortgelijke e.d.
en vele andere - e.v.a.
en verder - ev
en ville - ev
en wel e.w.
en zo voort - etcetera
enakskind kolos, reus, titan
encadreren inlijsten, omlijsten, omsluiten
encadreur - lijstenmaker
encaustiek - wasschilderkunst
encefalitis - hersenvliesontsteking
enclave - tussengebied
enclitisch voor der er
enclitisch voor hij ie
encourageren - aanmoedigen, opwekken
encyclopedie - naslagwerk
encyclopedie van de oudjoodse wetenschap - talmoed, talmud
Encyclopedist - Buffon, Diderot, Rousseau, Turgot, Voltaire
eind afloop, besluit, eind, slot
end - afloop, besluit, eind, slot
endeldarm - rectum
endeldarminspuiting - lavement
endeldarmspiegel - rectoscoop
endeldarmspoeling - klisma, klysma, lavement
endeling - nazwerm
endemie - inhumie - volksziekte
endemisch - inheems
endemische ziekte onder dieren - enzoötie
enden - eindigen
en de rest - (fr,etc.
en dergelijke - e.d.
endocrinologie - hormonenleer
endogamie inteelt
ene iemand, zekere
energie - aandrift, arbeid, arbeidsvermogen, daadkracht, drijfkracht, fut, geestdrift, geest(kracht), inspanning, klem, kit, levenslust, lust, macht, nadruk, pit, vermogen, veerkracht, vuur, werkkracht, werklust, wil
energiebron (aard)gas, atoom, benzine, elektriciteit, kolen, olie, stoom, stroom, waterkracht
energiebron der toekomst atoom(kern)
energiek aantrekkelijk, aardig, daadkrachtig, doortastend, fel, ferm, flink, geestig, 13geestkrachtig, kernachtig, kittig, kloek, kordaat, krachtig, kras, kwiek, levendig, levenslustig, lief, ondernemend, pittig, rap, snedig, sterk, stevig, straf, vinnig, vitaal, vittig, volhardend, vurig, wilskrachtig
energieloos - mat, moe, moede
energumeen - bezetene, woes
enfant cherie - lieveling
enfant terrible - flapuit
enerhande - dezelfde, hetzelfde, gelijksoortig
enerlei effen, gelijk, glad, identiek, soortgelijk,
enerveren afmatten, ontzenuwen
enerverend – afmattend, opwindend, sensationeel, spannend, vermoeiend
enfant cheri(e) - lieveling
enfant terrible - flapuit
enfin eindelijk, kortom, welnu
eng akelig, affreus, astmatisch, bar, bekrompen, belabberd, benard, benauwd, benepen, benard, benauwd, beperkt, engborstig, enk, griezelig, krap, lam, naar, nauw(sluitend), onguur, smal, walgelijk,
engagement verbintenis, verloving
engel angelos, angelus, bode, cherub, geest, gezant, godsgezant, hartendief, hemelbode, hemelgeest, lieveling, seraf, serafijn
engel Angelus, Ariël, Cherubijn, Gabriël, Michaël, Rafaël, Seraf, Serafijn, Uriël, Vriel
engel der duisternis - duivel
engel van de eerste rang - seraf
engelachtig angeliek
Engeland Albion, Brittannië, UK
engelbewaarder - beschermengel, bewaarengel, schutsengel, schutspatroon
engelenbak - schellinkje
engelenleer - angelologie
engelenstem (muz.) - angelica
engelgras - beenbreuk, hanepoot
Engels Brits
Engels aardewerk - Wedgwood
Engels admiraal uit de 17e eeuw Drake, Blake, Monk, Nelson
Engels automerk A.C., Aston Martin, Bentley, Bristol, Daimler, Hill man, Humber, Jaguar, BMC, MG, Morgan, Morris, Riley, Rolls Royce, Rover, Singer, Triumph, Wolseley
Engels bier ale, eel, gingereel, stout
Engels café pub
Engels chauvinist - jingo
Engels dialect - Anglisch
Engels dominion Canada
Engels drinklied - glee
Engels Egyptische opperbevelhebber - sirdar
Engels eiland Anglesey, Guernsey, Hebriden, Jersey, Lewis, Man, Mull, Orkaden, Scilly, Shetlands, Skeye, Wight
Engels gewicht - dram, grain, ounce, pound, scrupel, stone
Engelsgezind - anglofiel
Engels graafschap - Cornwall, Devon, Essex, Kent, Lancashire, Shire, Suffolk, Surrey, Sussex, Yorkshire
Engels grafmonument - dolmen
Engels gras - armeria, strandkruid
Engels handelsgewicht - cwt, stone
Engels heldendicht - Beowulf
Engels huurrijtuig - cab
Engels Indische matroos laskaar
Engels kamgaren - moreen
Engels komponist Clarke, Elgar, Britten, Ireland, Purcell
Engels koningshuis Lancaster, Plantagenet, Stuart, Tudor, Hannover, Windsor
Engels koninklijk verblijf Windsor
Engels kroos - kerspruim
Engels landhuisje cottage
Engels landgoed - estate, manor
Engels leger des heils - SA
Engelsman - brit, Ier, roodnek, Schot, Welshman
Engels muntstuk - nobel, shilling
Engels orkestleider Silvester
Engels parlement - Lagerhuis
Engels raaigras - lolium
Engels rood - colcotar, oxiderood
Engels rijknechtje groom
Engels rijtuig cab, hansom, tilbury
Engels schrijver - Byron, Dickens, Eyre, Joyce, Keats, Lawrence, Shakespeare, Shaw, Shelley, Wilde, Woolf
Engels soldaat - roodnek, roodrok
Engelssprekend -Angelsaksisch
Engels staatsman Attlee, Baldwin, Bevin, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Eden, Gladstone, Grey, Heath, Home, Kitchener , Peel, Pitt, Wilson
Engels stadje Eton, Oxford
Engels telwoord - eleven, one, seventeen, two
Engels toetsinstrument - virbunaal
Engels toneeldichter - Shakespeare
Engels toneelschrijver - Eliot, Jonson, Marlowe, Pinter, Shakespeare, Shaw
Engels tweewielig rijtuigje - gig
Engels veenlandschap - fen, moor
Engels veldheer Kitchener, Montgomery, Marlborough, Wellington,
Engels voegwoord and, if, or,
Engels voertuig - car
Engels volksliedje - carol
Engels vorstengeslacht in de 18e eeuw Tudor
Engels wetsontwerp - bill
Engels zilver pleet
Engelse aanspreektitel - milord, mister
Engelse academische titel D.C.L., D.P.H., B.A., B.D., D.D., M.A., M.B., LI.D., Ph.D.
Engelse adellijke titel baronet, Dame ,duke, earl, lord, milord, pair, prince, sir
Engelse admiraal Blake, Drake, Monk, Nelson
Engelse advocaat - barrister, solicitor
Engelse Afrikareiziger - Stanley
Engelse appel aagt
Engelse architect -
3 Fry
4 Adam, Kent, Wren
5 Barry, Dance, Gibbs,
6 Coates, Gibbes, Gibbet, Morris, Nash, Paxton, Tecton,
7 Matthew
8 Campbell, Crabtree, Williams
Engelse auteur -
3 Fry, Gay
4 More, Pope, Shaw, Snow
5 Auden, Barns, Blake, Byron, Defoe, Eliot, Keats, Lewis,
Morre, Scott, Swift, Wells, Wilde, Woolf, Yeats
6 Austen, Brontë, Conrad, Dryden, Kelly, Milton, Morris,
Pinter, Thomas
7 Beckett, Dickens, Murdoch, Osborne, Shelley
8 Browning, Tennyson
9 Priestley Thackeray
10 Galsworthy
11 Shakespear
Engelse autobus - trolly
Engelse avonturier - Oates(1680)
Engelse baai - firth
Engelse bacterioloog - Flemming
Engelse badplaats Margate, Brighton, Bournemouth, Eastbourne
Engelse beeldhouwer Bird, Flaxman, Moore
Engelse biersoort - ale, stout
Engelse bouwstijl - Tudor
Engelse bulldog - mastief
Engelse burggraaf - viscount
Engelse chauvinist - jingo
Engelse componist -
3 Bax
4 Arne, Bate, Blow, Bull, Byrd
5 Boyce, Elgar, Holst
6 Clarke, Delius, Handel, Morley, Walton
7 Britten, Dowland, Ireland, Purcell
8 Sullivan
9 Dunstable
Engelse conservatief Tory
Engelse county -
4 Kent
5 Devon, Essex
6 Dorset, Durham, London, Surrey, Sussex
7 Norfolk, Rutland, Suffolk
8 Cheshire, Cornwall, Somerset
9 Gerkshire, Hampshire, Wiltshire, Yorkshire
10 Cumberland, Derbyshire, Huntingdon, Lancashire,
Shropshire
11 Oxfordshire
12 Bedfordshire, Lincolnshire, Warwickshire, Westmoreland
13 Herefordshire, Hertfordshire, Sfaffordshire
14 Cambridgeshire, Leicestershire, Nordhumberland,
Worcestershire
15 Buckinghamshire, Gloucestershir, Nottinghamshire
16 Northamptonshire
Engelse dame - lady
Engelse dans - anglaise, jig, reel
Engelse deurwaarder - bailiff
Engelse dialect - Anglisch
Engelse dichter Barret, Browning, Byron, Donne, Elliot, Keats, Moore, Pope, Scott, Shakespeare, Shelley, Spencer, Tennyson,Wilde
Engelse dieptemaat fathom
Engelse dog (gele) - bullebijter
Engelse drank - ale, gin, gingerale, negus, negustoddy (grog), tea, tonic, whip, whisky
Engelse duim inch
Engelse dynastie - Tudor
Engelse econoom Law, Locke, Malthus, Mill, Ricardo, Smith, Steuart, Webb
Engelse edelman baronet, peer, pair
Engelse eilanden - Man,Wight
Engelse fabrieksstad Leeds, Liverpool, Manchester, Sheffield
Engelse geestelijke dean, father, reverend
Engelse geschiedkundige Toynbee
Engelse geschiedschrijver - Macauly
Engelse gewichtsmaat lb., oz., dram, ounce, pound, quarter, stone
Engelse gotiek - Tudor
Engelse gouden munt - angel
Engelse graad - B.A., B.S., M.A., M.S.
Engelse graaf earl
Engelse graafschap - country, zie verder Engelse Country
Engelse handelsmaat - cran
Engelse handelsterm limited, ltd
Engelse haven
3 Ayr, Rye
4 Hull
5 Dover
6 London
7 Bristol, Cardiff, Harwich, Margate
8 Kingston, Plymouth, Southend, Weymouth
9 Fishguard, Liverpool, Tynemouth
10 Folkestone, Portsmouth
11 Southampton
Engelse heer - gentleman
Engelse herberg - inn
Engelse herdershond - bobtail
Engelse herenboer yeoman
Engelse hofridder - pair, peer
Engelse hofschilder - Dobson
Engelse hoofdstad - Londen, London
Engelse hoorn althobo, brigel, bugel
Engelse industristad - Leeds, Liverpool, Manchester, Oldham, Sheffield
Engelse inhoudsmaat barrel, bushel, gallon
Engelse jenever gin
Engelse kanselier uit de 16e eeuw -More,Morus
Engelse kinderjuffrouw - nurse
Engelse kleine Antillen Nevis
Engelse knaap - boyEngelse Kolonie - Gibraltar, Hongkong
Engelse kolonie - Gibraltar, Hongkong
Engelse kostschool boardingschool, Eton, internaat, Oxford
Engelse kroeg - pub
Engelse kroonappel aagt
Engelse kubieke voet - cuft
Engelse lengtemaat - chain, fathom, foot, furlonginch, inch, line, mile, pole, yard
Engelse liberaal Whig
Engelse literatuur, kenner van de - anglist
Engelse luchtmacht R.A.F.
Engelse lijkschouwer - coroner
Engelse maat aume, bushel, duim, foot, gallon, inch, mile, ounce, pinte, pole, pound, stone, yard
Engelse mevrouw - lady
Engelse middagdrank - tea
Engelse munt crown, florin, fourpensce, guinea, guinje, halfcrown, pence, penny, pond (pound), Sh. (shilling) sixpence, sovereign, threepence, twopence
Engelse munteenheid - pst (Pond/Sterling)
Engelse natuurkundige - Dalton
Engelse N.V. Ltd.
Engelse omroeporganisatie (afk.) B.B.C. (British Broadcasting Corporation)
Engelse ontdekkingsreiziger Cook, Drake, Hudson, Raleigh, Ross
Engelse oppervlaktemaat acre, hide
Engelse paardensportplaats - Ascot, Epson, Ipswich
Engelse politieagent bobby, copper
Engelse premier Attlee, Chamberlain, Churchill,
Douglas Home, Eden, Heath, Macmillan, Wilson
Engelse publieke school - Eton, Rugby, Harrow, Sandhurst
Engelse raaigras - lolium
Engelse regering Downingstreet, Whitehall
Engelse renbaan Ascot, lpswich, Epsom
Engelse ridderorde kousenband, KG
Engelse rijknecht groom
Engelse rivier
1 Ain, Cam, Dee, Esk, Exe, Nen, Taf, Taw, Ure, Usk, Wye,
Yeo
4 Arun, Avon, Buse, Dane, Dart, Dove, Dyfi, Eden, Glen, Hull,
Idle, Lark, Nene, Nidd, Ouse, Tees, Tern, Test, Tone, Towy,
Tyne, Wear, Yare
5 Beult, Clwyd, Colne, Cothi, Fowey, Neath, Stour, Taifi,
Tamar, Trent
6 Calder, Coquet, Riggle, Rother, Thames, Wharfe, Witham
7 Derwent, Irthing, Waveney, Welland
Engelse schilder
1 Cox,
2 Bird, Nash
5 Acher, Bacon, Blake, Brown, Jones, Kitai, Lewis
6 Girtin, Turner
7 HGentryogarth, Philips
8 Hilliard, Reynolds
9 Constable, Nicholson
10 Sutherland
11 Gainsborough
Engelse socialistische partij Labour
Engelse soldaten tommies, (tommy)
Engelse soldaat in de boerenoorlog - rooinek
Engelse staatsman Balfour, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Gladstone, Wilson
Engelse staatsobligaties consols
Engelse stad -
3 Ely, Rye
4 Eton, Hull, York
5 Corby, Derby, Dover, Epson, Leeds, Lewes, Truro
6 Boston, Dundee, Durham, Exeter, Kendal, London,
Oakham, Oxford
7 Bedford, Bristol, Cardiff, Chester, Glasgow, Grimsby,
Ipswich, Norwich, Preston, Reading, Taunton, Warwick,
Windsor
8 Aberdeen, Beverley, Brighton, Carlisle, Coventry,
Falmouth, Hereford, Hertford, Plymouth, Sleaford,
Stafford
9 Aylesbury, Blackpool, Cambridge, Guildford, Inverness,
Leicester, Liverpool, Maidstone, Newcastle, Sheffield,
Wakefield, Worcester
10 Birmingham, Chelmsford, Chichester, Dorchester,
Edinburgh, Gloucester, Huntingdon, Manchester,
Nottingham, Portsmouth, Shrewbury, Southampton,
Trowbridge
11 Northampton
13 Northallerton
Engelse stadsbestuurder - alderman
Engelse stalknecht - groom
Engelse sterke drank gin
Engelse stof - tweed
Engelse stof (luchtig, zijdeachtig voor detropen) - shantung
Engelse stuiver penny
Engelse taxi cab
Engelse titel baron, baronet, duchess, duke, earl, esquire, king, knight, lady, lord, marquis, mylord, noble, pair, peer, queen, sir, sire, viscount
Engelse toneelschrijver - Fry
Engelse universiteitsstad Cambridge, Oxford,
Nottingham, Eton
Engelse veenlandschap - fen, moor
Engelse vissersplaats - Hull, Lowestoft
Engelse vlaktemaat - acre
Engelse vlootvoogd - Nelson
Engelse voet - ft
Engelse voorname stand gentry
Engelse warme drank - punch, whip
Engelse wethouder - alderman
Engelse wedstrijd - derby, match
Engelse wedstrijd met een prijs - sweepstake
Engelse wiskundige - Boole, Cayley, Clifford, Newton, Whitehead
Engelse wijsgeer Hobbes, Locke, Russell, Spencer, Whitehead,
Engelse zakenafkorting - Ltd.
Engelse zanger - crooner
Engelse zangeres - lady-crooner
Engelse zeerover - Drake, morgan
Engelse ziekte rachitis
Engelse zwaardlelie erezwaard, gladiolus
engelwortel - angelica
engeltje cherub, cherubijn
engeltjesmaakster -aborteuse
engelzoet - eikvaren
engen - vernauwen
eng en klein - smal
engerd - draak, griezel, mispunt, naarling, spook
engerling elft, emelt, kwatworm, larve, made
enggeestig - bekrompen, benepen, enghartig, kleingeestig, kortzichtig
enghartig bekrompen, benepen, enggeestig, illiberaal, laf
eng netjes - perfect, precies
en-groshandel - grossierderij, grossiersbedrijf
engte – bekrompenheid, bergpascol, col, doorgang, krapte, nauwte, pas, smalte, versmalling, zeestraat
enharmonische toon - cis, des
enig aardig, alleen, allerliefst, beangstigend (Z.N.), doddig, enkel, ettelijke, grappig, heerlijk, isthmus, knus, kostelijk, leuk, lief, lollig, merkwaardig, ongeevenaard, onvergelijkbaar, onvergelijkelijk, onvergetelijk, prachtig, uniek, uitzonderlijk, vernauwing, weergaloos,
enig ding - iets
enig in zijn soort unicum
enig onheil overkomen - treffen
enig persoon - iemand, uniek
enig tijdsverloop - dewijl, kortelings, omdat, onlangs, poos, redengevend, somtijds, terwijl, wijl, wijle
enig tijdverschil - wijl
eniglijk - alleen, slechts, uitsluitend
enige enkele, ettelijke, mono, ongeëvenaard, paar, sommige, unieke,
enige bijelkaar gelegen eilanden - eilandengroep
enige (de) - eenling, enkeling, individu
enige Nederlandse paus - Adriaan, Hadrianus
enige stukken geschut batterij
enige tijd poos
enigerlei - enigerhande (soort)
enigermate enigszins, iets, ietwat, wat,
enigma mysterie, puzzel, raadsel
enigmatisch - mysterieus, raadselachtig
enigszins - enigermate, iets, ietwat, licht, lichtelijk, tamelijk, wat
enigzins bedorven – muf, onfris
enigszins breed larghetto, largetto
enigzins dof - mattig
enigszins koud koel
enigzins mat - lomig
enigszins scheel loens
enigszins snel allegretto
enigszins statig (muz) largetto
enigzins verkleind - beperkt
enigszins vochtig en koud - klam, klef, kleffig, lijmerig, plakkerig, tets, week, zweterig
enigszins warm lauw
enigszins zuurachtig rans, rins, rijns
enk - akker(grond), bouwland, es, eng,
enkel alleen, eenvoudig, eenzaam, louter, maar, mono, slechts, solitair, solo, voetgewricht zuiver
enkel en alleen - exclusief, uitsluitend
enkele alleen(lijk), allenig, eenvoudig, enige, ettelijk(e), klinkklaar, louter, maar, mono (Gr), paar, rein, slechts, sommige, weinige, zelden
enkel gebruik - sec
enkel kruit - loos
enkele bijeen behorende voorwerpen set, stel
enkele hoofdstukken capita (selecta)
enkele klinker monoftong
enkele maal - soms
enkele stukken geschut batterij
enkele wissel sola
enkele zwanen bij elkaar zwanendrift
enkelen enigen, sommigen, weinigen
enkeling eenling, eenzaam, individu, sujet
enkelknollen - malleolus
enkelspel - alleenstaand, eenling, eenzaat, individu, singel, solitair, solo
enkelvoud simplex, sing., singularis
enkelvoudig katoen - tule
enkelvoudig woord simplicia
enkelvoudige echt - monogamie
enkelvoudige klank toon
enkelvoudigheid van kleur - monochromasie
enkelvoudige stof element
enkelvoudige suiker - monosacharide
en niet - noch
en of - stellig, ongetwijfeld, zeker
en omstreken - e. o.
en ook - alsmede, tevens
enorm bovenmatig, fantastischgeweldig, geweldig, grandioos, groot, groots, immens, kolossaal, massaal, ongekend, ontzaglijk, prachtig, reusachtig, uitzinnig, vervaarlijk
enorm goed - super
enormiteit bêtise, blunder, domheid, flater, stommiteit
enorm van afmeting - groots
enorm van omvang - groot
enquête getuigenverhoor, onderzoek, steekproef
enquêtebureau Nipo
enquêtes houden - enquêteren, onderzoeken
enroleren aanwerven
ensemble gezelschap, groep, koor, muziekstuk, samenspel
ensemble (muz.) - geheel, orkest,
ensemble van acht personen octet
ensemble van drie personen trio
ensemble van twee personen duo
ensemble van vier personen kwartet
ensemble van vijf personen kwintet, quintet
ensemble van zes personen sextet
ensemble van zeven personen – septet
ent – boomscheut, entloot, loot, lot, rijs, spruit, stek, tak, takje, teen, twijg, uitloper
entameren aanbreken, aansnijden
enten copuleren, griffelen, kroonenten, oculeren, spleetenten, stekken, veredelen
enten in de bast - oculeren
entente akkoord, bestand, eensgezindheid, overeenkomst, schikking, verbond, verdrag, vergelijk
enter kalf, veulen
enteren aanhaken, aanhouden, aanklampen, aborderen
entergerei enterbijl, enterdreg,enterhaak
entering abordage
enterzaad - revelaar
ebtertainer - artiest
enthousiasme animo, bezieldheid, bezieling, elan, geestdrift, geestverrukking, geestvervoering, ideaal, overgave, ijver, vervoering, vuur
enthousiast - bezield, geestdriftig, hartstochtelijk, opgetogen, vurig
enthousiast bewonderaar fan
enthousiast voorstander - ijveraar
enthousiasteling - fan
enting oculatie
ent of loot - scheut
entmethode - Copuleren, driehoeksenten, kroonenten,
oculeren, zoogenten
entomoliet - versteend insekt
entomologie - insectenkunde
entomoloog - insektenkenner
entourage omgeving
entraineren - meeslepen
entreacte - pauze, sigaartje
entredeux - middelstuk, tussenwand
entree - binnenkomst, deur, ingang, intrede, intree, introductie, toegang, toegangsbiljet, toegangskaart, toegangsprijs, toegangsrecht, voorgerecht, voorspel, voorspijs, zijingang,
entreebiljet – kaart, toegangsbewijs, veem,
entreegelden reces, recette
entreekaart - ticket
entrepot entr., opslagplaats, pakhuis, stapelplaats
entrepot van handelsprodukten - stapelplaats
entresol - insteek, insteekkamer, tussenverdieping
entrijs - entloot, griffel
entspleet - entingswonde
entstof - sera, serum, vaccin
entstof tegen pokken - koepokstof
entstof tegen tetanus - tetanusserum
entstof tegen tuberculose - BCG
enumeratie - opsomming
enuresis - bedwateren
enveloppe - brief, briefomslag, couvert, omhulsel, omslag
envers - keerzijde
en volgende - e. v.
en wel - namelijk
enzovoort - enz., etcetera
enzym - ferment, giststof, leb, stof
enzym uit de maag, gebruikt bij het kaasbereiden - leb, pepsine
eodem - aldaar
eolusharp - windharp
eon - azoïcum, eozoïcum, phanerozoïcum
Eos - Aurora, dageraad
epatant - verbluffend
epateren - overbluffen, overdonderen
epaulement - schouderweer
epaulet nestel, schouderbelegsel, tres
epicurisch - genotzuchtig, weelderig, wellustig
epicurist gastronoom, gourmand, lekkerbek
epidemie - plaag, volksziekte
epidemie bij dieren - epizootie
epidemische ziekte - cholera, griep, pest
epiderm opperhuid
epiek - ballade, fabel, heldendicht, idylle, legende, mythe, novelle, parabel, roman, romance, sage, schets, sprookje, vertelling,
Epifanie Driekoningen, Dertienavond
epifiet - gastplant, paratich, woekerplant
epifyse - pijnappelklier
epiglottis - strotklepje
epigoon navolger
epigram opschrift, puntdicht
epigramdichter - Huygens
epigrammatisch gedicht - priamel
epilatie - ontharing
epilepsie, soort - petit-mal
epilepticus - toevallijder
epileren - ontharen
epiloog narede, naspel, slotrede, slotwoord, sluitrede
epineus lastig, netelig
episch - verhalend
episch dichtstuk ballade, epos, romance
episch dramatische compositie - oratorium, passion
episch gedicht - rapsodie
episch lyrisch strofisch gedicht - ballade
episch lyrische compositie oratorium
episch lyrische gedicht - ballade, epos, heldendicht, romance
episch meesterwerk - beowulf, edda, ilias, odyssee, ramajana
episcopaat - bisdom, bisschoppelijk
episcopus bisschop
episch-dramatische compositie - oratorium, passion
episode - periode, tijdperk
episode in het studentenleven groentijd
episode in opera - recitatief
epistel (zend)brief
epistemologie - kennisleer, kennistheorie
epitaaf - grafschrift, grafsteen, tombe
epithalamium - bruiloftsdicht
epitheellichaampje - bijschildklier
epizoën - luizen, mijten
epode - slotstrofe, slotvers
epopee - epos, heldendicht
epos aeneis, Epopee, gedicht, heldendicht, illias, liliade, Odyssee
eppe juffrouwmerk, peterselie, selderij, selderie
Equador, hoofdstad van - Quito
equatie gelijkmaking, vereffening, verevening, vergelijking
equator evenaar, evennachtslijn, linie
equatorpool - hemelpool
equilibrist - jongleur, koorddanser
equipage (eigen) rijtuig, uitrusting, materiaal, (oorlogs)uitrusting, reistoerusting, toerusting
equipe groep, ploeg, team
equiperen - bemannen, toerusten
equisetacee - heermoes, holpijp, lidrus, paardenstaart, schaafstro
equivalent - gelijkwaardig
equivociteit - meerzinnigheid, veelzinnigheid
er daar
er aan verwant zijn - lieren
er goed uitzien ogen
er in laten lopen - benadelen, duperen, teleurstellen
er is eens, een keer, ooit
er vandoor gaan drossen
er voor boeten - vergelden
era eeuw, periode, tijdperk, tijdvak
eraan geven – opgeven
eraan voegen – aanhangen
eraf - losgeraakt
erbarmelijk armzalig, minderwaardig, jammerlijk, droevig, ellendig, gebrekkig, genadig, hinderlijk, jammerlijk, lamentabel, mededogend, meelijwekkend, min, minderwaardig, miserabel, ongelukkig, pitieus, pitoyable, rampzalig, treurig, zielig
erbarmen compassie, deernis, erbarming, genade, gene, mededogen, medelijden, ontferming, piëta, slecht, vergeving, vergiffenis, zeer,
erbarming - gena, genade, medelijden, piëta
erbij - aanwezig, alsnog, gesnapt
erbij behorend - adh(a)erent, samenhangend
erbium Er.
er boverop - genezen, hersteld
erdoor jagen - verbrassen
ere eer, lof, prijs, roem
ere insigne - erepost, ereteken,
ereambt - digniteit, waardigheid, sinecure,
erebaantje - ereambt
ereboog arc, erepoort, praalboog, triomfboog
erectie - oprichting
eredegen - erewapen, sierwapen
eredienst - cultus, kerkdienst, mis, religie
ere gedenkpenning medaille
ere gedenkteken standbeeld
eredicht - lofdicht, ode
eregewaad - rokelijn (hoge geestelijken)
ereis eenmaal, eens, eris
ereketen - ereketting
erekroon - gloriekroon
erekruis - erelid, grootkruis, honorair,
erelint - sjerp
erelintje - baton
ereloon - honorarium
eremedaille - eremetaal
eremetaal - brons, medaille, onderscheiding, ridderkruis, ridderorde, Willemsorde
eremiet - heremiet, kluizenaar
eremitage - kluizenaarswoning
eremuziek in de avond -serenade
eren achten, eerbewijzen, honoreren, hoogachten, hoogschatten, kronen, loven, prijzen, respecteren, roemen
erenaam van personen - eretitel, titel
erenaam voor de eerste stamvader - aartsvader
erenaam voor Frederik Hendrik - stedendwinger
erenaam voor stamvader aartsvader
erenaam voor universiteit alma mater
erepalm - laurier, lauwer, palmtak
eren en loven - prijzen
erepalm - palmtak, zegeteken
erepenning - gedenkpenning, medaille, ridderorde
ereplaats - erezetel, hogereind(e), hogerhand
erepoort - are, boog, ereboog
ereprijs - bird, veronica
erereden - fatsoensbegrip
eresabel - eredegen
ereschot - salvo, saluut
ereschuld - speelschuld
ereteken decoratie, erepalm, eredegen, eresabel, insigne, krans, legpenning, lint, lintje, (lauwer)krans, lauwertak,medaille, orde, onderscheiding, onderscheidingsteken, ordeteken, ridderkruis, rozet, speld, speld(je), trofee, zegeteken
ereteken (schouderkruis) van aartsbisschop, patriarch en paus - pallium
eretempel - pantheon
eretitel - don, erenaam, markgravin, predikaat
eretitel in Spanje en Italië don
eretitel van een staatsdienaar en een aanzienlijk persoon in Turkije - efendi, effendi
eretitel van sommige kerken - basiliek
eretitel voor vorstelijke Javanen - pangeran
erewacht - garde
erewapen - eredegen
erewoord - belofte, eed, parool
erewijn - dronk, feestdronk
erezaak beslissen - duelleren
erezetel - eregestoelte, ereplaats, eretribune, gestoelte, katheder, troon
erezuil - grafzuil, monument, obelisk, pronknaald
erf boerenerf, domein, dries, erve, gebied, grond, heem, heim, hof, huis, murik, muur, streek, terrein, territorium, tuin, vogelkruid, werf, zone
erfdeel herediteit, legaat, patrimonium, versterf, versterving
erfdienstbaarheid servituut
erfelijk - aangeboren, hereditair, vererfbaar
erfelijke aanleg - genotype
erfelijke bloedziekte - hemofilie
erfelijke factor gen
erfelijke terugslag - atavisme
erfelijkheid - herediteit, opvolging, vererving,
erfelijkheidsbeeld - genotype
erfelijkheidsdrager dna, gen, chromosoom
erfelijkheidsleer genetica , genetiek, nativisme
erfenis boedel, erflating, hereditair, legaat, nalatenschap
vererving
erfenis, door een - krijgen - beërven, erven
erfenis geven - legateren, nalaten
erfenis krijgen erven
erfenis schenken - legateren
erfgenaam - erve, legataris, legator, oir, successor
erfgenamen in de zijlinie - lateraal
erfgift - legaat
erfgoed - allodium, familiebezit
erfheer erfman, leenman, vazal
erflaatster - testatrice
erflater legator, testateur
erflating - erfenis
erfleenman - vazal
erfmaking legaat
erf met bloemen - tuin
erfoom - suikeroom
erfopvolging - successie
erfopvolging - majoraat (recht oudste zoon), minoraat (rechtjongeren), successie
erfopvolgingsrecht der jongeren - minoraat
erfpachtsrecht - beklemming
erfpachtsom - canon
erfprins - kroonprins
erfrecht - majoraat
erfscheider - reetrekker, rooimeester
erfstelling - legaat
erfstuk - familiebezit, familiestuk, poesaka (Indon.), souvenir
erftante - suikertante
erfvolk - Israël, joden
erfvijand - dood(s)vijand
erfzonde - erfsmet
erg - afschuwelijk, arbeidseenheid, arg, argeloos, bar, bedenkelijk, bedroevend, beduidend, beroerd, betreurenswaardig, boos, bijster, bijzonder, cru, danig, deerlijk, drommels, duchtig, ellendig, enorm, erbarmelijk, ernstig, even, exorbitant, extreem, fel, flink, geducht, geweldig, gloeiend, grenzeloos, gruwelijk, heel, hels, hevig, honds, hopeloos, intens, jammerlijk, krankzinnig, kras, kwaad, liederlijk, nameloos, ongenadig, onfatsoenlijk, onnoemelijk, overstelpend, schandalig, schandelijk, schrikbarend, schromelijk, schuw, slecht, slim, sterk, stierlijk, stompzinnig, straaldronken, straf, tel, terdege, verbazend, verhipt, verregaand, verwoed, vinnig, vreselijk, vurig, zeer
erg (Ind.) - berat
erg bekrompen - steil
erg beperken - beknotten
erg bont - kakelbont
erg boor - hels
erg boos - hels, spinnijdig
erg denkend - kwaaddenkend, soupconneus
erg dom - ezelachtig, indom, oerdom, oliedom, stom
erg dom mens - stommeling, stommerd, sufferd
erg druk met mensen eivol
erg dun - flinterig
erg dun middel wespentaille
erg duur - kostbaar
erg en danig - zeer
ergeren - ontstemmen, prikkelen
erg fit - kiplekker
erg gauw - snel, spoedig
erg gek - krankjorum, stapel(gek)
erg gemeen - ingemeen
erg gesteld gebrand
erg gevoelig - kwets, kwetsbaar, lichtgeraakt, pijnlijk, teergevoelig
erg gierig - vrekkig
erg goed - prima, puik, uitnemend
erg goede - beste
erg groot - enorm, geweldig, kolossaal, maximaal, reusachtig
erg groot beeld - reuzenbeeld
erg hard - steenhard, ijzerhard
erg hard werken - zwoegen
erg hebben in - bemerken
erg hevig - fel
erg jong - piepjong
erg klein - dwergachtig, minimaal, minuscuul, nietig, petieterig,
erg knap geleerd, geniaal, keiig, kranig, pienter
erg kwaad - duvels, duivels, hels, laaiend, nijdig, razend, woedend, woest
erg laag - gemeen, min, onedel
erg lekker - heerlijk, hemels, smakelijk, zalig,
erg lelijk - foeilelijk
erg los - rul
erg mager - benig, broodmager, veloverbeen
erg mager persoon - scharminkel
erg mooi beeldig, prachtig, schitterend
erg netjes - nauwkeurig
erg ondeugend - baldadig, brooddronken, uitgelaten, wild
erg onwetend oerdom, oerstom, oliedom, stom
erg oud - oeroud, stokoud
erg ruw - ongegeneerd
erg slank - mager, panlat
erg slecht - bedenkelijk, doortrapt, eervergeten, gevaarlijk, hachelijk, kritiek, netelig, pervers, precair, verdorven, zorgelijk
erg slordig onachtzaam, ontoonbaar, wanordelijk
erg tevreden - weltevreden
erg veel - legio
erg verlangen - reikhalzen
erg vervelend - stomvervelend
erg verwonderd - verbaasd
erg vies - smerig
erg vlug - oersnel, watervlug
erg vol - eivol
erg vroom - devoot, fijn, godszuchtig, kerks
erg warm - gloeiend, heet, smoorheet, snikheet, stikkend,
erg zindelijk - kreen
erg zwaar - corpulent, loodzwaar
erge belediging - hoon, kaakslag
erge tegenvaller klap, slag, sof, strop
ergens - levers (Z.N.)
ergens aangaan - aanlanden, belanden
ergens aankomen voor te vertoeven - aanbelanden
ergens anders elders
ergens brengen - heenleiden
ergens doen komen door slimheid - lokken
ergens genoeg van hebben - brui
ergens mee eens zijn voorstemmen
ergens onbekend zijn - steg
ergens over inzitten - tobber
ergens plaatsen - deponaren, neerleggen
ergens tegen gekant - afkerig
ergens tegen leunen
ergens terechtkomen (aan)belanden
ergens toe brengen - permoveren
ergens voor zorgen - oeroesen
erger worden - progedient, progressief
ergeren – grieven, hinderen, irriteren, kwetsen, ontstemmen, ontstichten, prikkelen, stoten
ergerlijk aanstotelijk, bedroevend, choquant, deftig, facheus, genant, hemeltergend, hinderlijk, irriterend, odieus, onbetamelijk, onstichtelijk, revoltant, scandaleus, schandalig, schandelijk, stotend, stuitend
ergerlijke rente - nanatocisme, woeker
ergernis aanstoot, irritatie, ontstemming, prikkeling, schandaal, spijt
ergernis geven - schandaliseren
ergernis gevend - aanstotelijk, irritant
ergernis verwekken - shockeren
ergernis wekkend - irritant, stuitend
ergo - aldus, alzo, bijgevolg, derhalve, des, dies, dus, welnu
er goed uitzien - ogen, welgedaan
ergonomie - arbeidsleer
ergoteren - haarkloven
ergotisme - kriebelziekte
ergste - uiterste
erica boomheide, dopheide, struikheide
ericaceae - abortus, azalea, bosbes, calluna, dopheide, erica, rododendron, vaccinium, veenbes, vossenbes
er iemand in laten lopen - bedotten, neppen
erigeron - fijnstraal
Erin Eire, Ierland
er in begrepen - impliciet
erinyen furiën
erinyen een der - Alecto, Megaera, Tisiphone, waakgodinnen
erisappel - twistappel
eristiek - redeneerkunst
erkend – aanvaard, bevoegd, gediplomeerd, gewaardeerd, officieel, onbetwist, probaat, wettig,
erkennen - accepteren, avoueren, bekennen, betamen, dankbaarheid, discerneren, huldigen, inzien, passen, recognosceren, toegeven, toestemmen, voegen,
erkenning aanneming, agnitie, bekentenis, belijdenis, bevestiging, inzicht, recognitie, toegeving, verificatie, waardering
erkenning van een gepleegde handeling bekentenis
erkenning van een wissel - agnitie
erkenning van ongelijk - amende (honorable)
erkentelijk dankbaar, verplicht
erkentelijkheid dank, dankbaarheid, erkentenis
erkentenis besef, confessie, dank, dankbaarheid
erker aanbouw, arkel, dakkapel, hoekbalkon, uitbouw
er komen - treden
erlangen - obtineren, verkrijgen
ermee zittend - opgescheept
ermitage - kluizenaarswoning
erna - achter, nadien
ernaast - mis, nevens
ernaast schieten - afzwaaier, mis
er niet aankomen - afblijven
er niet voor - na, tegen
ernst - belang, bezinning, bezonnenheid, gemeendheid, gewicht, inkeer, menens, oprechtheid, werkelijkheid, zwaarte
ernstig aandachtig, bar, belangrijk, bezonnen, danig, degelijk, doodernstig, doodserieus, erg, gemeend, gevaarlijk, godsdienstig hachelijk, hevig, innig, largo, lelijk, nadrukkelijk, ongewoon, oprecht, overvloedig, peinzen, pruims, rijpelijk, satunisch, serieus, stemmig, streng, waardig, zeer, zorgvuldig, zwaar
ernstig en langzaam - grave, largo (muz.)
ernstig misdrijf - halsmisdaad
ernstig (muz.) grave, serioso
ernstig nadenken - peinzen
ernstig nadenkend - peinzend
ernstig overdenken - overpeinzen
ernstig vergrijp halsmisdaad, misdaad, moord
ernstig verzoek gebed
ernstig waarschuwen - vermanen
ernstig wijden aan verdiepen
ernstig ziek - doodziek
ernstige conflictsituatie - escalatie
ernstige ingewandsstoornis darmbreuk
ernstige situatie - crisis
ernstige stoornis in zaken - clan
ernstige toestand van geestelijke zwakte - idiotisme
ernstige vorm van zwakzinnigheid - idioterie
ernstige zaken belachelijk voorstellen - ridiculiseren
ernstige ziekte kanker, lepra
ernstige zonde - doodzonde
eroderen - afslijpen, afslijten, wegbijten, wegknagen
er omheen - rondom
er omheen draaien - aarzelen, twijfelen
er onderdoorgaan - bezwijken
er opaankomen - spannen
erop aansluitend - daarna
erop staan - aandringen
erop toezien - behoeden, waken
Eros Amor, Cupido
eroscentrum - bordeel, sexclub
erosie - afknaging, afschuring, afslijting, uitholling, verwering
erosiedal canon, canyon kloof
erosief agens ijs, water
eroten - amoretten, liefdegodjes, minnegodjes
eroticus - minnedichter
erotiek - seksualiteit, sex
erotisch gedicht - minnedicht
erotisch geschrift - eroticum
erotische drift - libido, wellust
erpel woerd
erraticum zwerfsteen
erratum abuis, drukfout, feil, fout, vergissing
erreur dwaling, vergissing
error - dwaling
errore excepto - e.e.
ersatz surrogaat
ersatz voor koffie - chichorei
ertegen - anti, gekant
ertegen grenzend aangelegen, belendend
ertoedoen - uitmaken
erts - delfstof, mineraal
erts - aluminium, goud, lood, nikkel, uraan, ijzer, zilver, zink
ertsafval - slak
ertsenkennis - metallurgie
ertsenwassing - flotatie, lotie
ertsgang ader
ertsgeaver - mineur
ertshoudend - mineraal
ertskenner - mineraloog
ertslaag ader
ertsonderzoek docimasie
ertsvorming - inetallisatie
ertszuivering - lotie
eruditie - geleerdheid, kunde
eruit zetten - verdrijven, verwijderen
eruptie uitbarsting
eruptiegesteente as, lava, tufsteen
eruptieprodukt - lahar, lava
eruptieverschijnsel - asregen
ervandoor - heen, weg, zoek
ervandoor gaan - drossen, pleite, vluchten, weggaan, weglopen
ervan uitgaan - geloven, stellen, vertrouwen
ervaren abel, bedreven, bekwaam, beleven, bevinden, capabel, deskundig, doorkneed, gehard, geoefend, geroutineerd, geverseerd, horen, knap, kundig, levenswijs, meemaken, ondervinden, proeven, vernemen, vroet, wijs
ervarenheid - kennis, kundigheid, routine
ervaren leidsman mentor
ervaren persoon expert, rot, vakman
ervaren raadgever - nestor
ervaren zeeman zeebonk, zeerob, zeerot
ervarenheid - bedrevenheid ,bekwaamheid, kennis, routine,
ervaring - avontuur, bedrevenheid, belevenis, beleving, empirie, experiëntie, gebeurtenis, lotgeval, ondervinding, routine, vaardigheid
ervaring als bron van kennis - empirie
ervaring die men op doet - levenservaring
ervaringsman - empiricus
ervaringsfeit - bevinding
ervaringsleer empirisme, empirie
erve - erfgenaam, heem
erven - succederen
ervoor houden - aannemen, menen, veronderstellen
er weven - zijn
erwt boon, capucijner, kapucijner, keker, koker, raasdonder, schokker, sisser
erwteboon - boonerwt, spikkelboon
erwtengalmug - knopmade
erwtenkrabbetje - mosselteek
erwtenparasiet - erwtebladluis, erwtegalmug
erwtenpeul - sluim
erwtepikkertje - grasmus
erwtensoep snert
erwtensoort - arvense, doperwt, dopper, gierigaard, kapucijner, krentekakker,
peul, sativum, schokker, spliterwt
erwtenteller - schraper, vrek, zeur
erwtpikkertje - grasmus
erwtvormig - pisiform
erysipelas - belroos, wondroos
es akker, bouwland, eng, enk, veld
escamoteur - zakkenroller
escapade slippertje, uitstapje
escorte begeleiding, cemen, geleide
escorteren begeleiden
escosijnse steen arduin, hardsteen
esdoorn aak, acer, ahorn, luiteboom
esdoornmachtigen - aceraceeën
eskader - smaldeel, vlooteenheid
Eskimo - Groenlander, Inoek, Kalalek
eskimoboot kajak, oemiak, umiak, umjak,
eskimohond husky
eskimohut iglo
eskimoland Groenland
Eskimopriester, Sjamanitische - angekok
eskimovaartuig kajak
Eskimo´s godin der - Sedwo
Eskimo´s jachtbuit der - Kariboe, Walrus, walvis, ijsbeer, zeerob
Eskimo´s magische kracht bij de - sila
Eskimo´s medicijnman der - Angakok
eslook - sjalot
esmerald - esmeraud, smaragd
esp - klaterabeel, peppel, populier, ratelaar
espalier - latwerk, leiboom, staketsel
esparcette - hanekam
espenboom - ratelaar
Esperanto - kunsttaal
Esperanto, samensteller van het - Zamenof
esplanade exercitieplein, plein, voorplein, vlakte, wandelplein
espressobar - koffiebar
esprit geest, genie, pit, vernuft
esquire esq.
essaai - karaat, onderzoek, toets
essaai gewicht karaat
ersaaieerkunst - docimasie
essai - keur, munten, onderzoek, waarde
essay artikel, opstel, proeve, stuk, verhandeling
essayeerkunst - docimasie, docimastiek
essayeur keurmeester, toetser
essayist - Bacon, Montaigne
esseling - alvenaar, alver(tje), moertje, nesteling, panharing
essence aftreksel, aroma
essence uit iriswortel iron
essentie hoofdzaak, kern ,wezen
essentieel elementair, wezenlijk, zakelijk
estafette ijlbode, koerier, renbode, wedloop, wisselloop
estate landgoed, state
esthetica - schoonheidsleer
esthetisch - kunstzinnig, smaakvol
Estisch epos - Kalevipoëg
Estische auteur - Gailit, Kotta, Mälk, Raud, Rummo, Semper, Suits
Estische dichteres - Koidula, Under
Estische hoofdstad - Tallinn
Estische rivier - Ema, Narva, Parnu, Pjarnoe
Estische stad - Dorpat, Narva, Tallinn, Tartoe
Estische universiteitsstad Dorpat
Estland, eiland behorende bij - Dago, Hiiumaa, Moon, Muhumaa, Osel, Saaremaa, Vormsi
estrade – houtgraniet, optred, uitstek
estrade in synagoge - alomemor, biona
estrapade - slippertje
estrik plavuis, tegel, vloertegel
etablissement café, herberg, hotel, nederzetting, stichting, vestiging
etage flat,verdieping, woonlaag
etagegang - galerij
etagère pronkkastje
etagewoning - appartement, flat, maisonnette
etalage pronkkast, toonkast, toonraam, uitstalkast, uitstalling, vitrine
etalagepop - mannequin
etaleren uitstallen
etalage-inrichter - etaleur
etalageverzorger - etaleur
etaleren - uitstallen
etalon - proefgewicht
etang hof, lagune, strandmeer, zoutmeer
etappe dagafstand, dagmars, dagreis, mars, rit, traject
etappeplaats - pleisterplaats
et cetera etc., enzovoort, enz.
eten bikken, bikkesement, dineren, eetwaar, gebruiken, groente, hap, happen, kliek, kluiven, knauwen, kost, maal, maaltijd, nuttigen, oppeuzelen, schaften, smikkelen, spijs, spijzen, verorberen, voeder, voeding, voedsel, voer
eten (barg.) - achelen, pooien
eten (overvloedig, gretig) - buffelen, schransen
etenbereider kok
etenbereidster keukenprinses, kokkin
eten geven - voeren
eten met een lepel - lepelen
eten van paddestoelen mycofagie
eten van rauw vlees omofagie
eten zonder te kauwen - schrokken
etensbak - krib
etensbak voor dieren - krib, trog, voerbak, voederbak
etensbakje - gamel
etensblad - dienblad
etensblik - gamel, gamelle, menageketel
etensbord - teljoor,tafelbord, teiloor
etensbus - gamel
etenskast - provisiekast, schapraai, spinde
etensketel gamel
etenskunst - gastronomie
etenslust - trek
etensrest kliek, kliekje, prak
etensresten - tafelafval
etenstrek - eetlust
etenswaar in peulen - erwten
etenswaar van meel - brood
etentje - maal
eter gast, logé, tafelgast
eter van aarde - geofaag
eter van lekkernijen - snoeper
eter van rauw vlees - omofaag
eterij - maaltijd, spijs
eters - bezoek, bezoekers
eter van lekkernijen snoeper
eterniet asbestcementlei
etgaarde - etgroen, nagras
etgras etgroen, etgroede, nagras
etgroen - etgras, herfstgewas, nagewas, nagras, nasnede
ethaandiol - etheenglycol, glycol
ethanol - ethylalcohol, spiritus
ether - dampkring, hemel(ruim), lucht, luchtruim, radiogolf
ethergroep - methoxygroep
etherisch - hemels
etherische olie amandelolie, anijsolie, balsamica, bergamotolie, cederhoutolie, citroenolie, citronellaolie, dennenaaldenolie, eucalyptusolie, kajapoetolie, kaneelolie, kruidnagelolie, lavendelolie, lemongrasolie, neroliolie, pommeransolie, rozenolie, sandelhoutolie, sassefrasolie, sereh, thijmolie, valeriaan, wintergroenolie, ylang-ylang-olie
etherpiraat - zendpiraat
ethica zedenleer
ethiek - zedenleer
Ethiopië - Abessinië, Eritrea, Mauretanië, Morenland
Ethiopiër Agau, Amhar, Galla, Sjankala, Sjono, Somali, Tigré
Ethiopisch kerkelijk leider - aboena
Ethiopisch meer - Abaimeer, Stefaniemeer, Tanameer, Zwaimeer
Ethiopisch negervolk - Sjankalla
Ethiopisch nomadenvolk - Somali
Ethiopische bevolkingsgroep - Afar, Amhara, Danakli, Falasja, Galla, Oromo, Sjankalla, Somali
Ethiopische bisschop aboena
Ethiopische keizer -Haile Selassie, Memnon, Negus
Ethiopische kerktaal - Ge'ez
Ethiopische luchtvaartmaatschappij - EA
Ethiopische munt besa, cent, dollar
Ethiopische oude taal - Ge´ez
Ethiopische prinses - Aida
Ethiopische provincie - Agadin, Eritrea, Harar, Kaffa, Ogadin, Sjoa,Tigre, Wollega, Wollo
Ethiopische rivier - Abai, Atbara, Awasj, Baro
Ethiopische roversvolk - Afar, Danakil
Ethiopische stad - Adwa, Asmara, Dessye, Diredawa, Gondar, Harar
ethisch moreel, zedelijk, zedenkundig
ethisch waardesysteem - ethos
ethoxy-ethaan - diethylether, ether
ethylalcohol - ethanol, spiritus
ethylchloride - chloorethaan
ethyleen - etheen
ethyleenimime - aziridine
ethyn - acetyleen
etiket - adreskaart, briefje, label, opschrift, plakker
etiket (om hals van een medicijnfles) - befje
etmaal dag
etnologie volkenkunde
ètre - etter, kreng, sar, schepsel, wezen
Etrusken, god(in) der - Fufluns, Menria, Sethlanes, Turms, Uni
Etrusken, hoofdgod der - Tinia
Etrusken, kolonie der - Bologna, Milaan
Etrusken, stad der - Caere, Populonia, Tarquinia, Vetulonia, Vulci
Etruskische priester-koning - lucimoon
ets - afdruk, aquatint, gravure, prent, wandversiering
etsdruk - envelage
etsen graveren, griffen
etser - artiest, graveerder, graveur, griffen
etsnaald - burijn, etsijzer
etswater - salpeterzuur, zwavelzuur
ettelijke enige, enkele, meerdere, menige, vele, verscheidene, verschillende
etter - mispunt, naarling, pus, wondvocht
etter makende zalf - balsemkruid
etterachtig - pyïde
etterbuil - abces, gezwel, steenpuist
etteren - ulcereren, zaniken, zweren
etterend - etterig, purulent, ulcereus
etterende wond - zweer
ettergezwel - abces, etterzak, steenpuist, verzwering, puist, zweer
etterende ontsteking aan de vingers - fijt
ettering - exulceratie, purulentie, suppuratie
ettering verwekkend - pyogeen
etterling - naarling
etterpuist - pok
ettervergiftiging - pyaemie
ettervormend - pyogeen
ettervorming - impetigo
etude - oefening, oefenstuk
etui foedraal, hoes, huis, hulsel, koker, map, omhulsel, omslag, schede, tas, zakdoosje
etui voor naaigerei - menagère
etweibloem - biggekruid
etymologie - woordafleidkunde
etymologisch woordenboek - etymologicon
etymon - stamwoord
Etzel - Attila
eubiotiek - levenskunst
eucalyptol - cineool
eucalyptus - koortsboom
Eudisten, stichter van de congregatie der - Eudes
eufemistisch verbloemend, verschonend, verzachtend
eufonie - welluidendheid
Eufraat - Firat, Frat
Eufraat, varende schepen op de - kelleks
eumeniden - Alecto, Megaera, Tisifone, wraakgodinnen
euneuch - haremoppasser
eunjer geest, heks, magiër, spook, tovenaar, unjer
eunjerei - duivelsei
Eurazische taal - Ainoes, Giljaaks, Japans, Koreaans
euritmie - bewegingskunst
Eurodaalder - ecu
Euromarkt - EVA
Europa - avondland, Eur
Europa en Azië - Eurazië
Europaan
1 Est, Fin, Ier, Lap, Let, Rus
4 Balt, Bask, Belg, Brit, Deen, Kelt, Noor, Pool, Serf, Waal
5 Fries, Griek, Polak, Schot, Zweed
6 Kroaat, Tsjech
7 Bulgaar, Duitser, Hongaar, Roemeen, Servier, Slowaak,
Vlaming,, Zwitser
8 Albanees, Fransman, IJslander, Italiaan, Litouwer, Monagask,
9 Andorrees, Cretenzer, Engelsman, Hollander, Portugees, Roemenir, Spanjaard
10 Macedoniër, Joegoslaaf,
11 Nederlander, Oostenrijker, Luxenburger
12 Scandinaviër
15 Liechtensteiner
Europeaan, oude - Galliër,Kelt, Romein, Viking
Europees automerk Audi, B.M.W., Citroën, Daf, Fiat, Lancia, Mercedes, M.G., Morris, Opel, Peugeot, Renault, Saab, Simca, Skoda, Volvo, Trabant, Triumf, V.W.
Europees beroepssoldaat in het voormalig Indisch leger - koloniaal
Europees conferentieoord - Genève, Stresa
Europees gebergte -
4 Harz, Jura
5 Alpen, Eifel, Oeral, Tatra
6 Taunus
7 Sierra, Vogezen
8 Ardennen, Karpaten, Kaukasus
9 Apennijnen , Pyreneeën
10 Dolomieten
14 Pindus gebergte
19 Cantabrisch gebergte
Europees Groothertogdom - Luxenburg
Europees koninkrijk
6 België, Zweden
7 Holland,
8 Engeland
9 Nederland
10 Denemarken, Noorwegen
Europees land
4 Eire, Erin
5 Polen, Wales
6 België, Italië, Monaco, Spanje, Zweden
7 Albanië, Andorra, Estland, Finland ,Ierland, Letland,
Rusland
8 Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Litouwen, Portugal,
Roemenië
9 Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk,
Schotland
10 Brittannië, Denemarken
11 Griekenland, Joegoslavië
13 Liechtenstein
15 Tsjecho-Slowakije
Europees landje - Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino
Europees Meer, grootste - Ladogameer
Europees orgaan EEG, Euratom, EKSG, WEU
Europees prinsdom Liechtenstein, Monaco
Europees schiereiland Calabrië, Iberië, Istrië, Italië, Jutland, Kassandra, Kola, Krim, Normandië, Peloponnesus, Scandinavië, Sithonia
Europees verbond - EEG
Europese berg - Elbroes, Jamantau, Maladetta, Mt.Blanc, Olympus
Europese betalingsunie - EBU
Europese bizon oeros, wisent
Europese Defensie gemeenschap - EDG
Europese dwergstaat - Andorra
Europese Economische Gemeenschap EEG, Euromarkt
Europese Economische Samenwerking, - Organisatie voor - OEES
Europese eiland(en)groep - Balearen, Corsica, Engeland, Euröer,Gotland, Ierland, Lofoten, Malta, Oland, Sardinië, Sicilië
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie - Euratom
Europese Gemeenschap voor kolen en staal - EGKS
Europese handelsorganisatie - E.E.G., Euromarkt
Europese havenstad Alicante, Amsterdam, Antwerpen, Archangelsk, Bergen, Bilbao, Bordeaux, Bremen, Brest, Gdansk, Genua, Gotenburg, Hamburg, Hammerfest, Helsinki, Kiel, Kopenhagen, Londen, Lűbeck, Malaga, Malmö, Marseille, Nantes, Odessa, Oslo, Reval, Rotterdam, Saloniki, Triest, Tromsö, Vlissingen
Europese hoofdstad
4 Bern, Bonn, Oslo, Rome
5 Parijs, Praag, Sofia, Vaduz, Wenen
6 Athene, Berlijn, Dublin, Londen, Madrid, Monaco, Moskou,
Tirana
7 Andorra, Brussel, Valetta
8 Belgrado, Helsinki, Lissabon, Warschau
9 Amsterdam, Boedapest, Boekarest, Luxemburg, Reijkjavik,
San Marino, Stockholm
10 Kopenhagen
Europese Kaap - Noordkaap
Europese markt - E.E.G.
Europese Monetaire overeenkomst - EMO
Europese organisatie EEG, EVA, EGKS, Euratom,
Euromarkt
Europese organisatie voor ruimtevaart - ELDO, ESRO
Europese raket organisatie - Estec
Europese republiek –
5 Polen
6 Italië
7 Finland, Ierland
8 Frankrijk, Hongarije
9 Oostenrijk
11 Joegoslavië
Europese rivier
2 Po
3 Don, Oka, Rijn
4 Arno, Duro, Ebro, Elbe, Kama, Maas, Saar, Taag
5 Desna, Dnepr, Donau, Dvina, Loire, Memel, Oeral,
Rohne, Seine, Wolga
6 Dnestr, Donets, Glommen, Theems, Theiss
7 Garohne, Schelde
8 Petsjora, Weichsel
Europese staat -
4 U.S.S.R.
5 Malta, Polen
6 België, Italië, Monaco, Turkije, IJsland, Zweden
7 Albanië, Andorra, Estland, Finland, Ierland, Letland,
Litouwen, Rusland
8 Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Portugal,
Roemenië
9 Duitsland, Gibraltar, Luxemburg, Noorwegen,
Oostenrijk, San Marino, Schotland
10 Denemarken
11 Griekenland, Joegoslavië, Zwitserland
12 Vaticaanstad
13 Liechtenstein
15 Tsjecho-Slowakije
Europese taal
4 Iers, Laps, Fins, Mari
5 Deens, Duits, Frans, Fries, Noors, Pools, Turks, Waals, Welsh
6 Abchaz, Engels, Grieks, Spaans, Zweeds
7 Armeens, Bretons, Estisch, Kalmijks, Kirgies,
Litouws, Vlaams, Wogoels, IJslands
8 Albanees, Altaisch, Baskisch, Bulgaars, Gaelisch,
Hongaars, Lettisch, Roemeens, Russisch, Servisch,
Sloveens, Wotjaaks
9 Georgisch, Italiaans, Karelisch, Kroatisch, Oostjaaks,
Portugees, Samojeeds
10 Nederlands, Tsjechisch
11 Mordwinisch
Europese uil - oehoe
Europese Vrijhandelsassociatie EVA, EFTA
Europese vulkaan Etna, Stromboli, Vesuvius
Europese wijk van Istanboel Pera
Europese zeestraat - Bosporus, Kanaal, Sont
Europide ras - blank, ras
Europium - aardmetaal, Eu
eutrofie - voedselrijkdom
euvel fout, gebrek, kwaad, kwaal, mankement, misstand, ondeugd, snood, ziekte
euveldaad - misdaad, wandaad
eva boezelaar, schort
evacuatie - ontruiming
evacueren - ontruimen
evaluatie koersberekening
evalueren - schatten, taxeren
evangelie Mattheus, Markus, Johannes, Lukas
evangeliedienaar dominee, missionaris, predikant
evangelieprediker apostel, missionaris, zendeling
evangelieprediker Bonifatius, Ludger, Servatius, Willebrord
evangelisatiegebouw - Pniël
evangelieverkondiger zendeling
evangelisatie bekering (tot het evangelie)
evangeliesator – dominee, missionaris, prediker, zendeling
evangelische raden armoede, gehoorzaamheid, (discipline) zuiverheid, (celibaat)
evangelist – prediker, voorganger
evangelisten Johannes, Lukas, (Lucas), Marcus (Markus), Mattheüs, Thomas
evaporatie uitwaseming, verdamping
evaporeren - uitdampen, uitwasemen, vervliegen
evasie ontsnapping, ontwijking, uitvlucht, voorwendsel
evasief - ontwijkend
even deelbaar, eventjes, gelijk, ginds, hetzelfde, juist, kiet, kort(stondig), krek, moment(je), nauw(elljks), net, ogenblik (kelijk), pair, poosje, quitte, tel, zo
even (roulette) pair
even aanlopen - aanwippen
even aantal paar
even lang durend isochroon
evenaar balans, equator, evennachtslijn, linie
evenals - alsmede, alsook, benevens, eveneens, evenzo, gelijk, ook, quasi, tevens, zoals, zomede
evenaren - egaleren, egaliseren, gelijken, opwegen
even binnenwippen - aangaan, bezoeken
eveneens almede, almee, alsmede, desgelijks, evenals, evengoed, evenzeer, gelijk, idem, item, insgelijk, ook, tevens, zowel
evenement feit, gebeurtenis, gusar, onheil, voorval
evengoed - evenzeer, evenzo
evenhoevigen - Pecora
evenhoevig zoogdier - alpaca, antiloop, bok, buffel, dromedaris, gazelle, geit, gems, giraf, giraffe, gnoe, hert, kameel, lama, nijlpaard, okapi, os, rendier, rund, schaap, steenbok, varken
evening-dress - avondtoilet, gala, rok
even in getal - paar
evenknie - gelijke, partuur, wedergade
evenlang durend - tautochroon
evenmaat - harmonie, symmetrie, evenredigheid
evenmatig evenredig, gelijk, gelijkmatig, harmonisch, proportioneel
evenmatig deel van schaalverdeling graad, minuut
evenmens almede, medemens, medebroer, medezuster, naaste
evenmin - zomin
evennaaste naaste, medemens
evennachtslijn evenaar, equator, linie
evenen - vlakmaken
evenredig aequaal, evenmachtig, evenmatig, harmonisch, navenant, overeenstemmend, proportioneel
evenredig aandeel - evenmaat, rata, rato, quota, quote, quotum
evenredig deel als cijns - tiend
evenredig maken - proportioneren
evenredig winstaandeel - dividend
evenredige vertegenwoordiging E.V.
evenredigheid - advenant, avenant, gelang, gelijkheid, proportie, proportionaliteit, prorato, rate, rato
eventjes - amper, effentjes, kort, ogenblikje, ternauwernood
eventualiteit gebeurlijkheid, kans, mogelijkheid
eventualiter - mogelijkerwijze
eventueel - allengs, desnoods, ev., gebeurlijk, mogelijk, mogelijkerwijs, potentieel, soms, temee, temet, voorkomend,
evenveel gelijk
evenwel al, alevel, aleven, desondanks, doch, echter, euvel, evel, maar, niettemin, nochtans, toch,
evenwicht balans, equiliber, equilibrium, stabiliteit, schaal, trim, wip
evenwicht betreffend - statisch
evenwicht uitdrukkend - statisch
evenwichtig - gelijkmatig, harmonieus, normaal, rustig, stabiel
evenwichtigheid - stabiliteit
evenwichtskunstenaar - equilibrist, jongleerder, jongleur, koorddanser, voltigeur
evenwichtskunsten doen - jongleren
evenwichtsleer - stabilometrie, statica, statiek
evenwichtsstaartvlak - (luchtv.) aileron
evenwijdig - gelijklopend, overeenkomende, parallel, snood, vergelijkbaar
evenwijdig vak - parallel
evenwijdige loopgraaf - parallel
evenwijdigheid - parallellie, parallellisme
evenzeer aldus, alsmee, alzo, eveneens, evengoed, ook, tevens, zowel
evenzeer niet - evenmin
evenzo - alzo, eender, desgelijks, dito, evenals, eveneens, evengoed, evenwel, evenzeer, gelijk, hetzelfde, id., idem, insgelijks, item, it., netzo, ook, weten
ever varken, zwijn
evergreen - wintergroen (heideplant)
everwortel - aardvederdistel , driedistel
evident apert, duidelijk, helder, klaar, klaarblijkelijk, logisch, merkelijk, zonneklaar
evidentie - duidelijkheid, klaarblijkelijkheid, onomstotelijk
evocatie oproeping
evocatief - beeldend, plastisch, suggestief
evoceren oproepen
evolueren - zwenken
evolutie darwinisme, groei, ontwikkeling, wending, wording, zwenking
evolutieleer - afstammingsleer
evolutietheoreticus - Darwin
ex - gewezen, uit, voorbij, voormalig
ex aequo gelijkelijk
ex eiland - Marken, Schokland, Urk, Wieringen
ex keizerin Soraya
ex koning Boris, Faroek, Michael, Peter, Umberto
ex koningin van Spanje Ena
ex tempore - onvoorbereid
exact - correct, juist, nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt
exaltatie geestvervoering, opgewondenheid, overspanning
exalteren - verrukken
examen ondervraging, onderzoek, proef, test
examen afnemen - examineren
examencommissie - jury
examen missen afgaan, bakken, stralen, zakken
examenondervraging - onderzoek
examinandus kandidaat
examinator - ondervrager
exarch - metropoliet
executeren uitvoeren
executie - voltrekking, uitvoering
executiemiddel - galg, guillotine, vuurpeloton
exegese - Bijbelverklaring, uitlegkunde
exegetisch uitlegkundig, uitleggend
excavateur - grondgraafmachine
excellent eminent, patent, prima, uitnemend, uitmuntend, voortreffelijk, uitstekend, voortreffelijk
excellentie Exc., Minister
exelleren - schitteren, uitblinken, uitmunten
exemplaar druk, ex., stuk
exemplaren ex.
excentriek – buitenissig, grillig, ongewoon, raar, vreemd, zonderling
exceptie uitzondering
excerpt uittreksel
exces buitensporigheid, uitspatting
excessief - overmatig
exchange wissel, handelsbeurs
excisie - uitsnijding
excitatie - aansporing, opwekking, opwinding, prikkeling
exclamatie - schreeuw, uitroep
exclusie chic, excl., uitsluiting, wering
exclusief afgesloten, apart, bijzonder, bizonder, chic, elitair, kliekgeest, ongemeen, uitsluitend
excommunicatie ban
excrement - faecaliën, ontlasting, plezierreis, uitwerpsel
excretie afscheiding, uitscheiding, uitweiding
excursie - reis, uitstapje
excuseer me - pardon
excuseren - verontschuldigen
excuus - smoes, uitvlucht, verontschuldiging, verweer, voorwendsel
ex-divident - xd
executabel - uitvoerbaar, vervolgbaar
executeren - uitvoeren, voltrekken
executie - uitvoering, voltrekking
executiemiddel - galg, guillotine, vuurpeloton
executiewerktuig - galg, guillotine, zwaard
exegeet - bijbelverklaarder, uitlegger
exegese - bijbelverklaring, uitleg, uitlegkunde,verklaring
exegetisch - uitleggend, uitlegkundig, verklarend
ex-eiland - Marken, Schokland, Urk, Walcheren, Wieringen
exemplaar - afdruk, afschrift, ex., stuk
exemplair - voorbeeldig
exemplaren - exx.
exempli causa - ec
exempli gratia - eg
exerceren oefenen
exercitie oefening
exercitieplein esplanade
exercitieterm halt, mars, rechtsomkeert
exercitieplein - esplanade
exhalatie - uitwaseming
ex-heerser - tsaar
ex-heerser in Venetië- doge
ex-heerser over Ethiopië - negus
ex-heerser van Egypte - Nasser
ex-heerser van Rusland - tsaar
exhiberen - overleggen, uitstallen, vertonen
exhibitie - tentoonstelling, vertoning
exil verbanning
exileren - overslaan, weglaten
existentialist - Sartre
existentie - bestaan, leven
existentiefilosolie - existentialisme
existeren bestaan ,(er)zijn
exit - uitgang, uitweg
exhortatie - aanmaning, opwekking
ex-keizer van Abessinië - negus
ex-keizer van Ethiopië - negus
ex-keizerin - Soraya, tsarina
ex-keizerin van Rusland - tsarina
ex-koning - Boris, Faroek, Michaël, Peter, Umberto
ex-koningin regentes - Emma
ex-koningin van Nederland - Juliana, Wilhelmina
ex-koningin van Spanje - Ena
exodus uitgang, uittocht
exoneratie - ontlasting, vrijwaring
exorbitant - buitensporig, overdreven
exorcisme - duivelbanning
exorcist - duivelbezweerder
exostosis - osteoma
exotisch - buitenlands, uitheems, uitlandig, vreemd
exotische danseres - Bajadère
expander - trekveer
expansie - uitzetting
expediëren - uitsturen, verzenden, wegsturen
expediteur - vervoerder, verzender
expeditie - krijgstocht, verzending
expeditiekantoor - messagerie, office
expeditie van de Oost-Indische Compagnie - hongitocht
experiëntie - ervaring, ondervinding
experiment - probeersel, proef, proefneming
experimenteel - proefondervindelijk
ex-persbureau - Aneta
expert deskundige, ingewijde, kenner, specialist, zaakkundige
expiratie uitademing
expireren sterven, uitademen, vervallen
explicatie uitleg, uitlegging, verklaring
expliceren - uiteenzetten, uitleggen
exploderen detoneren, klappen, knallen, ontploffen, ploffen, uitbarsten, uiteenspringen
exploitatie - ontginning, uitbarsting
exploratie - indagatie, onderzoek
exploreerder van de Himalaya - Sven Hedin
explosie dreun, klap, knal, ontploffing, uitbarsting
explosief - occlusief, ontplofbaar, tnt, uitbarstend
explosieve stof - zie springstof
explosieve verbranding - deflagratie
exponent - vertegenwoordiger
exponeren - blootleggen, blootstellen, uiteenzetten
export uitvoer
exportatie - uitzetting
exporteren uitvoeren
exposé - openlegging, overzicht, uiteenzetting
exposeren showen, tentoonstellen
expositie exhibitie, show, ontvouwing, tentoonstelling
expositiegebouw - jaarbeurs, R.A.I., tentoonstellingsgebouw
expositieruimte - stand
expres moedwillig, opzettelijk, sneltrein
ex-president van Amerika - Adams, Arthur, Buchanan, Buren van, Cleveland, Coolidge, Eisenhower, Fillmone, Garfield, Grant, Harding, Harrison, Hayes, Hoover, Jackson, Jefferson, Johnson, Kennedy, Lincoln, Madison, McKinley, Nixon, Pierce, Raylor, Rooseveld, Taft, Truman, Washington, Wilson
expresse - ijlbode, boodschapper, spoedbestelling
expresse betaald (telegr.) - xp (expres paye)
expresse trein T.E.E.
expressie - uitdrukking, uiting
expressief (muz.) espressivo
expressionistische schilder Cézanne, Gauguin, Klee, Kandinsky, Kokoschka , Marc, Munch
expulsie - uitdrijving, uitzetting, verjaging
exquis - uitgelezen, voortreffelijk
ex-radio omroep in Indonesië - Niron
ex-Russische keizerin - tsarina
ex-Russische volksvertegenwoordiging - doema
ex-Spaanse koningin - Ena
extase opgetogenheid, verrukking, vervoering, vreugde, zinsverrukking, zinsvervoering
extatische feestelijkheid - bacchanaal
extensie - omvang, uitbreiding, uitgestrektheid
exterieur buitenkant, uiterlijk, uitwendig
extern - uitwendig, uitwonend, buitenwonend
extinctie - doving, uitblussing
extra - additief, bijkomend, bijzonder, buitengewoon, gift, ongemeen, onthaal, onverwacht, plus, supra, toe, uitermate
extra aandelen - bonus/aandelen
extra arbeid overuren, overwerk
extra dik - dubbeldik
extra dividend bonus
extra heet gloeiend
extra heet gemaakte vlam steekvlam
extra heffing bijslag, toeslag
extra inkomsten - bijverdiensten
extra inspanning bij wedren - spurt
extra les - bijles
extra loon bonus, gratificatie, premie, toelage
extra nummer additie, supplement, toegift
extra partij barrage
extra postzegel voor een treinbrief - treinzegel
extra prijs - premie, toeslag
extra speelkaart - joker
extra toelage - gratificatie
extra trein - voortrein
extra uitkering bonus, gratificatie, meevaller, provisie, tantième, toegift, toelage, toeslag, winstaandeel
extra voorraad - reserve
extra voorraad kasgeld - kasreserve
extra werk - overwerk
extra woning - buitenhuis, vakantiehuis
extraatje bonus, douceur, fooi, meevaller
extraatje in geld - douceur
extract afkooksel, aftreksel, eli, xer extr., excerpt, uittreksel
extract met ether en spiritus - valeriaan
extract van de lebmaag van kalveren - stremsel
extract van mout - wort
extract van pepermuntolie menthol
extract van vingerhoedskruid - digitaline
extraheren - trekken, uittrekken
extrakt - aftreksel
extraordinair - buitengemeen, buitengewoon
extravagant - buitensporig
extreem - bovenmatig, mateloos, uiterst
extremist - doordrijver, heethoofd, radicaal, ultra
extremiteit ledemaat, uiteinde, uiterste
extrusie - uitdrijving, uitpersing
exuberant - overstelpend, overvloedig
Ezau Edom
ezel – cretin (fig.), domkop, domoor, foulard, grauw, grauwtje, langoor, lomperd, muildier, onager, schildersstandaard, schraag, sufferd, sukkel, uilskuiken
ezelachtig - debiel, dom, onnozel, stom, stompzinnig
ezelachtig dier muilezel, onager, zebra
ezelachtigheid - domheid, stomheid, stupiditeit
ezeldrijver - hoeder
ezeldrijver in Spanje - arriero
ezelgiraffe okapi
ezelsbrug - hulpmiddel
ezelsgeluid - balken
ezelskop - domkop
ezelskopachtigen - sparganiaceeën
ezelskruid - kattendoorn
ezelsmelk - engbloem
ezelsoor - kreuk, vouw, smeerwortel
ezelsoren - midasoren
ezelsvel perkament , trommelvel
ezelsveulen domoor, stommeling
ezelvereerders - asinaril