Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
Archived on Termhotel.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/
Puzzelwoordenboek: A • Puzzelwoordenboek: B • Puzzelwoordenboek: C • Puzzelwoordenboek: D
Puzzelwoordenboek: E • Puzzelwoordenboek: F • Puzzelwoordenboek: G • Puzzelwoordenboek: H
Puzzelwoordenboek: I • Puzzelwoordenboek: J • Puzzelwoordenboek: K • Puzzelwoordenboek: L
Puzzelwoordenboek: M • Puzzelwoordenboek: N • Puzzelwoordenboek: O • Puzzelwoordenboek: P
Puzzelwoordenboek: Q • Puzzelwoordenboek: R • Puzzelwoordenboek: S • Puzzelwoordenboek: T
Puzzelwoordenboek: U • Puzzelwoordenboek: V • Puzzelwoordenboek: W • Puzzelwoordenboek: X
Puzzelwoordenboek: Y • Puzzelwoordenboek: Z
iaën - balken
iamatologie - acognosie, geneesmiddelkunde
iatrice - iatrie, geneeskunde, geneeskunst
iatrie - iatrice, geneeskunde, geneeskunst
ibbel - kregel, misselijk, naar
Iberië Georgië, Spanje
Iberiër - Spanjaard, Spanjool
Iberis - scheefbloem
Iberisch - Spaans
Iberisch gebergte Pyreneeën
Iberisch Kaukasische taal - Abchaz, Georgisch
Iberisch randgebergte, top in het - Moncayo
Iberisch schiereiland Spanje, Portugal
Ibidem aldaar, ib, ibid
ibis Nijlreiger
ibisachtigen - steltlopers
Ibiza, berg op - Atalayassa
Ibiza, eilandje behorende bij - Conejera, Tagomayo
Icel - Mersina
ichnogram - voetafdruk
ichthyisme - visvergiftiging
ichtyofaag - viseter
ichneumon - faraorat, spoorrat, spoorwezel
ichthyocol - vislijm
ichtyologie viskunde, vissenkunde
ichtyosaurus vishagedis
ichtyosis - visschubbenziekte
icon - afbeelding, heiligenbeeld, icoon, ikoon
iconoclasme - beeldenbrekerij
iconoclast beeldenstormer
Iconoclasten, tegenstanders van de - Iconodulen
iconodulen - beeldenvereerders
iconografie beeldbeschrijving
iconologie beeldenleer
iconoscoop - opneembuis
iconostase - beeldengalerij, beeldenwand
icoon afbeelding, beeld, heiligenbeeld, iko(o)n
icosaëder - twintigvlak
icterisch - geelzucht
icterus - geelzucht, geling
ictus stoot
Idaho, hoofdstad van - Boise
ideaal denkbeeldig, doel, droom, droombeeld, fantastisch, foutloos, gaaf, gedachtenvoorstelling, goddelijk, hartewens, heerlijk, ideëel, idool, illusie, modelbeeld, overheerlijk, perfect, plan, puntgaaf, utopie, verheven, verrukkelijk, volmaakt, voorstelling, wensbeeld, wensdroom
ideaal land - eldorado, Utopia
ideale levensbeschouwing - idealisme
ideale mens - Übermensch
ideale toestand - vrede
ideale wereld - paradijs
idealen ambities, doeleinden, verlangens
idee - bedenksel, begrip, benul, besef, concept, denkbeeld, dunk, gedachte, ingeving, inval, inzicht, mening, notie, ontwerp, plan, suggestie, vermoeden, verstand, waan, zienswijze
ideëel denkbeeldig
ideeënleer - ideologie
idee fixe - dwaalbegrip, dwangvoorstelling, monomanie
idem - almee, Id. dezelfde, dito, eender, eveneens, evenveel, evenzo, gelijk, hetzelfde, insgelijks, netzo
Idenburgrivier - Taritatu
identiek - dezelfde, eender, gelijk(waardig), hetzelfde
identificatie vereenzelving, vereenzelviging
identificeren - achten, beseffen, blijken, houden, kennen, mededelen, rekenen, vereenzelven, vereenzelvigen, verstaan, waarnemen, weten, zien
identiteit - eenheid, eigenheid, gelijkheid, persoonsbeschrijving
identiteitsbewijs identiteitskaart, legitimatiebewijs, pas, paspoort, persoonsbewijs, toeristenkaart
ideografie - beeldschrift
ideografisch schrift - beeldschrift
ideogram - begripteken, pictograaf
ideologie - denksysteem, filosofie, ideeënleer, leer, visie
ideologie v.d. Ind. staat - pantjasila
idiologische strijd - controverse, pennestrijd
ideomorf - automorf
idioom dialect, taaleigen, tongval
idioot absurd, achterlijk, bespottelijk, bezeten, bezopen, cretin (fig.), debiel, dol, dwaas, gek, getikt, grappig, imbeciel, knots, krankzinnig, kropmens, lazarus, maf, mal, malloot, mallotig, mofel, onnozel, onnozele (fig.), onzinnig, stapelgek, stom, stomkop (fig.), stompzinnig, stupide, waanzinnig, zot, zwakzinnig
idioot (Z.N.) - onnozelaar
idiootje mongooltje
idioplasma - erfstof, kiemplasma
idiopsyche - zelfbewustzijn
idioterie dwaasheid, malligheid, nonsens, onzinnigheld, stompzinnigheid
idioticon - dialectwoordenboek, idioomwoordenboek
idiotie achterlijkheid, dwaasheid, malligheid, mongolisme, onzinnigheid, stompzinnigheid
idiotig - mallotig
Ido wereldtaal
idolaat afgodisch, verliefd, verzot, weg
idolatrie aanbidding, afgodendienst, afgoderij, beeldendienst, eerbetoon, verering
idolisme - fetisjisme, partialisme, symbolisme
idool - aasngebedene, afgod, afgodsbeeld, favoriet
Idumea - Edom
idylle pastorale, sprookje
idyllisch bekoorlijk, herderlijk, lieflijk, vreedzaam
iebeboom - taxis
ieder allemaal, alleman, allen, elk, elkeen, iedereen, iegelijk, samen, tegelijk, tevens
ieder betreffend - algemeen
ieder de helft - delen, fiftyfifty
ieder ogenblik - haverklap
ieder voor zich - respectief, respectievelijk
ieder zijn deel geven - delen, partageren, verdelen
iedere - elke
iedere dag - daags
iedere dag dienstdoend - daags
iedere dag terugkerend - alledaags, daags, telkens
iedere dag voorkomend - dagelijks
iedereen allehens, allen, allemaal, alleman, elk(een), ieder, iegelijk
iedereen bekend openbaar, publiek, publiek geheim
iedere keer - aanhoudend, herhaaldelijk, telkens
iegelijk ieder, elk
iedere keer weer - aldoor, steeds
iedere week - wekelijks
iegelijk - elk, ieder
iel bleek, broos, dun, doorschijnend, frêle, gering, ijl, klein, luchtig, luttel, mager, min, nietig, schriel, teer, tenger
iel en nauw - smal
iemand individu, mens, persoon
iemand begrijpen -aanvoelen
iemand besmetten - aansteken
iemand de les lezen berispen, kapittelen, vermanen,
iemand die aan alcohol is verslaafd alcoholicus, alcoholist
iemand die aan morfine is verslaafd morfinist
iemand die aan opium is verslaafd opiumschuiver
iemand die aandelen plaatst voor nieuwe N.V. promotor
iemand die aanspraak maakt - pretendent
iemand die afgestudeerd is alum nus
iemand die afkerig is van werk leegloper, luiaard, luilak, luiwammes, nietsnut
iemand die alleen op instrumenten vliegt blindvliegen
iemand die alleen plantaardig voedsel eet – vegetariër
iemand die alleen speelt – solist(e)
iemand die alleen waarde hecht aan het geestelijke - idealist
iemand die alleen waarde hecht aan het stoffelijke materialist
iemand die alles van de beste zijde beziet optimist
iemand die alles verdraagt - hals, stumper, sul
iemand die alles vergeet - vergeetal
iemand die alles weet - betweter, weetal
iemand die als liefhebberij een sport beoefent - amateur
iemand die als maar praat filibuster
iemand die als twee druppels water op een ander lijkt dubbelganger
iemand die altijd ja knikt - jabroer, knikker
iemand die altijd klaagt - querulant
iemand die altijd klaar staat voor anderen - altruïst
iemand die altijd op het land heeft gewoond - landrot
iemand die altijd tegenspreekt - betweter, tegenspeker
iemand die anderen leert - leermeester, leeraar. onderwijzer
iemand die anderen onder hypnose brengt - hypnotiseur
iemand die artikelen of boeken schrijft - auteur
iemand die auto's repareert - mecanicien, monteur
iemand die bedelt - bedelaar
iemand die bedrieglijk te werk gaat bedrieger, falsaris, fraudeur, knoeier, zwendelaar
iemand die beide handen kan gebruiken - ambidexter
iemand die bemiddelt bij het kopen van een huis - makelaar
iemand die bevoegd is om als plaatsvervanger op te treden - gevolmachtigde
iemand die bewust langzaam werkt - remmer
iemand die bij de overheid werkt - ambtenaar
iemand die blij de radio hoort omroeper
iemand die bij een kerk hoort - gelovige, koster
iemand die bij een lening uit is op een uitgeloofde premie - premiejager
iemand die bij herhaling misdrijven pleegt - recidivist
iemand die bijdraagt - contribuant, donateur
iemand die bijen houdt - imker
iemand die bij stakingen post - poster
iemand die bij transacties alleen zijn naam leent – stroman
iemand die bij zijn leven al zijn bezittingen aan een klooster schenkt donaat
iemand die blauw bloed heeft - edele, edelman
iemand die bloed afstaat - donor
iemand die bloed spuwt - bloedspuwer
iemand die boemelt - boemelaar
iemand die de colleges aan een universiteit volgt - student
iemand die dieren opzet - preparateur, taxidermist
iemand die doof is - dove
iemand die door eigenstudie is gevormd - autodidact
iemand die door moed uitblinkt held
iemand die door streling geneest - magnetiseur
iemand die dubbel gehuwd is - bigamist
iemand die een ambt bekleed - ambtenaar
iemand die een ander afperst chanteur
iemand die een ander arglistig bedreigt belager
iemand die een ambt of post bekleedt - ambtenaar, functionaris
iemand die een ander helpt - mededader, medeplichtige, handlanger
iemand die een bepaalde vrucht zoekt - bramenzoeker
iemand die een bepaald gedicht maakt - gelegenheidsdichter
iemand die een bepaald spel speelt speler, schaker, kegelaar
iemand die een beweging volgt uit opportunisme - meeloper
iemand die een boot voortbeweegt roeier, peddelaar, kanovaarder
iemand die een cursus volgt - cursist
iemand die een debat voert debater
iemand die een doodvonnis voltrekt - beul
iemand die een eigen bedrijf heeft - ondernemer, zelfstandige
iemand die een examen aflegt examinandus
iemand die een examen afneemt - examinator
iemand die een functie bekleedt functionaris
iemand die een functie bekleedt in een vakbond - bons
iemand die een gebeurtenis heeft zien plaatsvinden - ooggetuige
iemand die een gebeurtenis van commentaar voorziet -
commentator, journalist, verslaggever
iemand die een gebod overtreedt zondaar
iemand die een geldelijke verplichting heeft aangegaan - avalist
iemand die een geschil graag toespitst scherpslijper
iemand die een girorekening heeft girant
iemand die een herberg bezoekt - gast
iemand die een houten blaasinstrument bespeelt - houtblazer
iemand die een jubileum viert - jubilaris
iemand die een koperinstrument bespeelt - koperblazer
iemand die één kort been heeft - manke
iiemand die een ledemaat mist - eenarm
iemand die een last draagt - drager
iemand die een loket bedient loketbeambte, lokettist(e)
iemand die een onaangename behandeling moet ondergaan - patiënt
iemand die een overdreven voorliefde voor iets heeft - maniak
iemand die een overtreding begaat - zondaar
iemand die een pennestrijd voert - polemicus
iemand die een optie heeft optant
iemand die een studiebeurs heeft bursaal
iemand die een verzoekschrift indient suppliant
iemand die een ziekte voorwendt simulant
iemand die eindexamen heeft gedaan – abituriënt
iemand die eist - eiser
iemand die erg hard is – spartaan
iemand die ergens van af weet - adept
iemand die ergens zeer in bedreven is - virtuoos
iemand die er is - arrivé
iemand die er zwart uitzet roetmop, smeerpoets
iemand die examenstof repeteert repetitor
iemand die femelt - femel
iemand die foto's maakt - fotograaf
iemand die gaat promoveren promovendus
iemand die gecastreerd is - castraat
iemand die geld overmaakt - remittent
iemand die geld schuldig is - debiter, schuldenaar
iemand die geld tegoed heeft - crediteur, schuldeiser
iemand die gelooft aan contact met geesten paragnost, spiritist
iemand die geniet - genieter
iemand die gesprekken afluistert - luistervink
iemand die gewoon is sterke drank te drinken - borrelaar
iemand die goed kan rekenen - rekenmeester
iemand die graaft - graver
iemand die graag een pennestrijd voert - polemicus
iemand die graag grappen vertelt - moppentapper
iemand die graag plaagt - plaaggeest
iemand die graag snoept - snoeper
iemand die graag wedt - gokker
iemand die grappige dingen zegt - droogkomiek
iemand die grondwerk voor verschansingen verricht schanswerker
iemand die grote macht heeft - mogol
iemand die handel drijft - handelaar
iemand die hard werkt pezer, ploeteraar, slover
iemand die heldendaden verricht in een zeeoorlog zeeheld
iemand die hersenschimmen najaagt - utopist
iemand die het gezichtsvermogen mist - blinde
iemand die het gunstig inziet optimist
iemand die het somber inziet pessimist
iemand die het stelen niet laten kan - kleptomaan
iemand die het vee laat grazen - weider
iemand die het volle vertrouwen geniet - vertrouwensman
iemand die het werk doet van een staker - onderkruiper
iemand die het werk uit protest neerlegt - staker
iemand die hinkt - jacobsganger, kreupele
iemand die huis aan huis zijn waren slijt - colporteur
iemand die huizen afbreekt sloper
iemand die idealen na streeft - idealist
iemand die iets aanbied - presentator
iemand die iets kent - kenner
iemand die in Indonesië rijk is geworden - nabob
iemand die in leen geeft - lener
iemand die in loondienst is - werknemer
iemand die je helpt - assistent, hulp(je)
iemand die kegelt - kegelaar
iemand die klanten verwerft - acquisiteur
iemand die kleding draagt van het andere geslacht transvestiet
iemand die land huurt pachter
iemand die lastert roddelaar
iemand die leeft van aalmoezen bedelaar
iemand die leeft van weldadigheid arme, bedelaar
iemand die leent - lener
iemand die leest - lezer
iemand die lelijk is - lelijkerd
iemand die les geeft - docent, instrukteur, leraar, onderwijzer
iemand die let op de kleinigheden - pedant
iemand die letters vervaardigt - lettergieter
iemand die leuk is - grappenmaker, leukerd
iemand die licht struikelt - struikelaar
iemand die liefdadigheid verricht - filantroop
iemand die luistert - toehoorder
iemand die lijdt aan vallende ziekte epilepticus
iemand die machines in elkaar zet - monteur
iemand die mank is - kreupele, manke
iemand die masseert - masseur
iemand die mee eet - meeëter
iemand die mensen besteelt - zakkenroller
iemand die mensen wekt - porder, wacht
iemand die met de vijand samen werkt - collaborateur
iemand die met een ander iets beleeft - deelgenoot
iemand die met een beurs studeert - beursstudent, stipendiast
iemand die met een bootje langs schepen vent - parlevinker
iemand die met geld geld heeft verdiend bankier, woekeraar
iemand die met geld tot hard werken wordt aangespoord - loonslaaf
iemand die met geweld ontneemt - rover
iemand die met goede bollen naar de stek bolt - bolder
iemand die met lange tanden eet - kieskouw
iemand die met valken jaagt - valkenier
iemand die met zichzelf ingenomen is - ijdeltuit
iemand die modecreaties maakt - ontwerper
iemand die moderne talen bestudeert - neofiloloog
iemand die moeilijk te doorgronden is - sfinx
iemand die mogelijke kopers naar binnen lokt - stoepier, stoepière
iemand die monteert - monteur
iemand die mooi gekleed is - poen
iemand die morst - morser
iemand die muziek schrijft - componist
iemand die naar herzieningen streeft revisionist
iemand die naast ons woont - buur
iemand die nergens voor deugt - luiaard, nietsnut, niksnut
iemand die net zo heet naamgenoot
iemand die niet pienter is domoor, ezel, sufferd
iemand die niets uitvoert nietsnut, luiaard, luierik, luiwammes, rentenier
iemand die onderwijs geeft docent, leraar, meester, onderwijzer
iemand die onrust brengt onruststoker
iemand die op jacht gaat jager
iemand die opkoopt - handelaar, opkoper
iemand die pelt - peller
iemand die peutert - peuteraar
iemand die piano’s op toon brengt stemmer
iemand die plaagt - drein
iemand die plannen maakt plannenmaker
iemand die polemieken schrijft polemicus
iemand die poseert - poseur
iemand die postzegels verzamelt - filatelist
iemand die raast of tiert - bulderaar, bulderbast
iemand die recensies schrijft - criticus, recensist
iemand die revelt - revelaar
iemand die rode letters aanbrengt in codex rubricator
iemand die sabotage pleegt - saboteur
iemand die samenwerkt mat de vijand collaborant, collaborateur, verrader
iemand die schepen uitrust - reder
iemand die slecht behandeld wordt - uitbijter
iemand die slecht spreekt stamelaar, stotteraar
iemand die slechte zaken doet - krotter
iemand die snoept - snoeper
iemand die speelt speler
iemand die sport uit liefhebberij beoefent - amateur
iemand die spot - spotter
iemand die sprekend op een ander lijkt - dubbel, dubbelganger,
evenbeeld, spiegelbeeld,tweelingbroer
iemand die stamelt - stamelaar
iemand die steeds brand sticht - pyromaan
iemand die steeds giechelt / grinnikt - ginnegapper, lachebek
iemand die steeds in verzet is - dwarskop
iemand die steeds praat - filibuster
iemand die steeds van alles leent - leentjebuur
iemand die steelt dief, kleptomaan, rover
iemand die stemt - stemmer
iemand die sterker is dan dat hij er uit ziet - binnenvetter
iemand die stoffen scheikundig onderzoekt - chemicus, laborant
iemand die stottert - stamelaar
iemand die streeft naar een republiek - republikein
iemand die strooit - strooier
iemand die te voet op weg is - voetganger
iemand die tekeningen maakt - tekenaar
iemand die tanks schoonmaakt classificeerder
iemand die tijdelijk ergens verblijf houdt gast, logé
iemand die tijdens de operatie voor de verdoving zorgt anesthesist, narcotiseur
iemand die tot bisschop is gekozen en nog niet is gewijd elect
iemand die traag van begrip is domme, domoor, ezel, sufferd
iemand die uitersten najaagt - extremist
iemand die vaak leent, zonder ooit terug te geven - bietser, klaploper
iemand die van de stun moet leven - steuntrekker
iemand die van de weldadigheid moet leven - clochard, bedelaar
iemand die van een oud pak een nieuw maakt keerder
iemand die van vrouwelijke sekse is dame, deern, meisje, vrouw
iemand die van weldadigheid leeft bedelaar
iemand die van zijn geld leeft rentenier
iemand die van zijn hart geen moordkuil maakt flapuit
iemand die van zoetigheid houdt snoeper
iemand die veel in cafés vertoeft habitué, kelner, kroegloper, ober, stamgast,
iemand die veel talen spreekt polyglot
iemand die veel met geld omgaat kassier
iemand die veel ophef van alles maakt - druktemaker
iemand die veel opmerkingen maakt - bedilal
iemand die veel rookt - kettingroker
iemand die veel talen spreekt - polyglot
iemand die veel te hoge rente eist - woekeraar
iemand die veel te kort komt arme, stakker, behoeftige
iemand die vele malen miljonair is - multimiljonair
iemand die verdeeldheid of splitsing verwekt - scheurmaker
iemand die verdeeldheid eweeg brengt - onruststoker
iemand die vermeerdert - vermeerderaar
iemand die verslaafd is - addict, junkie
iemand die verslaafd is aan alcohol - alcoholist, dronkaard
iemand die verstand van iets heeft deskundige, expert, kenner, specialist
iemand die verzot is op muziek - melomaan
iemand die vies is - smeerpijp, vuilak
iemand die visnetten maakt nettenboeter
iemand die vlas hekelt repelaar
iemand die vlug van verstand is - knapperd
iemand die voor alle diensten wordt gebruikt - duvelstoejager
iemand die voor een ander een zaak beheert - zetbaas
iemand die voor gentleman wil doorgaan snob
iemand die voor een notaris verschijnt om een akte te doen opmaken - comparant
iemand die voor gentleman wil doorgaan - snob
iemand die voor iets ijvert - propagandist
iemand die voor kunstzinnig en beschaafd wil doorgaan - snob
iemand die voor niets deugt - luiaard, luierik, luiwammes, nietsnut, niksnut, rentenier
iemand die voor tijdverdrijf allerlei dingen maakt - knutselaar
iemand die voorschriften te letterlijk opvolgt - letterknecht
iemand die vragen stelt in het parlement interpellant
iemand die vreselijk veel drinkt - alcoholist
iemand die vrome levenswandel houdt asceet
iemand die weddenschappen afsluit - bookmaker
iemand die zeden bekritiseert zedenmeester
iemand die zich in de onthouding oefent asceet
iemand die zich richt op de werkelijkheid realist
iemand die zich verbeeldt veel te weten wijsneus
iemand die ziekte voorwendt - simulant
iemand die zonder werk zit - werkeloze
iemand die zorgt voor aangespoelde goederen strandvonder, strandvoogd
iemand die zorgt voor dagelijks voedsel - broodbakker
iemand die zotteklap uitslaat - revelaar
iemand die zo zich geabonneerd heeft - abonnee
iemand die zo zich inbeeldt veel te weten - wijsneus
iemand die zo ziek is - lijder
iemand die zo zielloos en willoos doet wat een ander wil -
iemand die zwaar zwoegt - werkbeest, werkezel, werkpaard, zwoeger
iemand die zwerft dolaard, landloper, nomade, zigeuner, zwerver
iemand die zijn werk uit protest neerlegt staker
iemand die zijn zonden opbiecht biechteling, boeteling,
iemand die zijn beloften niet nakomt woordbreker
iemand die zijn doctoraal examen heeft gedaan drs., doctorandus
iemand die zijn doel heeft bereikt arrivé
iemand die zijn geloof verloochent renegaat
iemand die zijn kennis alleen aan de ervaring ontleent empirist, empiricus
iemand doen watertanden - tergen
iemand duchtig afrossen - (op zijn) tabberd (geven)
iemand er toe brengen iets te verklappen - ontlokken
iemand een tik geven - aantikken
iemand eren - huldigen
iemand met blauwbloed - edele
iemand met bochel bultenaar
iemand met dezelfde naam genan, naamgenoot
iemand met een zeer harde stem - stentor
iemand met fijne smaak - epicurist
iemand met gekruld haar - kroeskop, krukkekop
iemand met gemengd bloed creool, halfbloed, kleurling, mulat
iemand met verstand - kenner
iemand met werkelijkheidszin - realist
iemand iets kwalijk nemen - euvel, evenwel, gebrek, ziekte
iemand iets misgunnen - benijden
iemand iets wijs maken - opsteken
iemand in een deken opwerpen en opvangen - sollen
iemand in vertrouwen mededelen - toevertrouwen
iemand in zijn werk belemmeren - tegenwerken
iemand koud maken - doden
iemand kwetsen in zijn eer - beledigen
iemand leren kennen - groentijd, introductie, kennismaken, kennismaking
iemand met begaafdheid - fenomeen
iemand met bekrompen opvattingen - burger, filister
iemand met bepaalde gevoelens beantwoorden - bejegenen
iemand met blauw bloed - edele
iemand met bochel - bultenaar
iemand met dezelfde naam - genan, naamgenoot
iemand met dezelfde - medestander, overtuiging
iemand met een arm - eenarm
iemand met een bepaalde uiting beantwoorden - bejegenen
iemand met een fijne smaak - epicurist
iemand met een grote neus - Cyrano, Pinokkio
iemand met een kaal hoofd - kale
iemand met een liefhebberij - amateur
iemand om wie men lacht risée
iemand op een hoge uitkijkpost - torenwachter
iemand onder invloed - dronkaard, zuiplap
iemand oneer aandoen blameren
iemand toezeggen - opsteken
iemand tussen kind en volwassen - puber
iemand uit Beieren - Beier
iemand uit de Indische Archipel Alfoer, Ambonees, Ajjeher, Balinees, Batakker, Boeginees, Maleier, Niasser, Soendanees, Toradja
iemand uit de Kempen - Kempenaar
iemand uit een onbeschaafd milieu - palurk, proleet
iemand uit Libanon - Libanees
iemand uit Wales - Davy, Taffy
iemand uitsluiten van een erfenis - onterven
iemand van adel baron, barones, edel(e)man, edeling, freule, graaf, gravin, hertog, jonker, jonkheer, markies, prins, ridder, vorst
iemand van betekenis - eerst
iemand van de eerste kamer van het Engelse parlement - Hogerhuislid
iemand van de tweede kamer van het Engelse parlement - Lagerhuislid
iemand van de vrouwelijke sekse dame, deern, doom, juf, juffrouw, meid, meisje, mokkel, vrouw
iemand van een idealistische evensopvatting - idealist
iemand van gelijke rang - pair
iemand van geringe afkomst die rijk is geworden - parvenu
iemand van grote levensopvatting - proleet
iemand van grote macht mogol
iemand van hetzelfde geslacht - seksgenoot
iemand van hetzelfde ras - rasgenoot
iemand van het gezantschap - attaché
iemand van hoge geboorte edele, edeling, edelman
iemand van hoog aanzien - magnaat, matador
iemand van invloed - magistraat
iemand van terroriseren verdenken - terrorist
iemand van vijftien tot achttien jaar - puber
iemand van weinig kracht of talent - mug
iemand van zeer vrome en strenge levenswandel - asceet
iemand volgen - volgen
iemand voor het lapje houden - railleren
iemand voor toneeldecoraties - toneelmeester
iemand wiens liefde men heeft gewonnen - verovering
iemand zijn ongelijk doen inzien - overtuigen
iemand zijn werk afkammen - kleineren
iemand zoals men zelden aantreft - zonderling
iemand zonder beschaving - boer, lomperd, oermens, parvenu, proleet
iemand zonder eigen wil - meeloper
iemand zonder energie - jansalie, slappeling
iemand zonder enige degelijkheid - niemendal
iemand zonder enige zelfstandigheid - niemendal
iemand zonder fatsoen - plebejer
iemand zonder fut - slappeling
iemand zonder ondervinding - melkbaard
iemand zonder pigment albino
iemand zonder pit - verwijfde, wekeling
iemand zonder veerkracht - slappeling
iemand zonder werkelijkheidszin - dromer, fantast, idealist, irealist
iemands aandacht richten - aantonen
iemands afstammelingen in rechte lijn - oir
iemands doen en laten - gedrag, gedraging, handelwijze, lijn, manier
iemands eer en goede naam aantastend - lasterachtig
iemands eer of goede naam schenden - lasteren
iemands eigendom worden door erfenis - aanbesterven
iemands eigendom zijn - aanbehoren
iemands goede naam aanranden - beledigen
iemands leven bedreigen - belagen
iemands lieveling - oogappel, ogelijn, schat
iemands lot - karma
iemands mening aan de weet komen - peilen
iemands partij kiezen - bevatten, bijvallen, steunen
iemands vrijheid bedreigen - belagen
iemands wijze van schrijven - handschrift
ieme bij, honingbij, imme
iemker bijenboer, bijenhouder, imker
iep - kurkiep, olm, ulmus
iepachtigen - ulmaceeën
iepeboom - ypelaar
Ier aal, aalt, gier, mestvocht, Paddy
Ierland Eire, Erin, Hibernia
Ierland, berg in - Connemara, Errigal, Nephin
Ierland, deel van - Ulster
Iers alfabet - ogam
Iers-Amerikaanse terreurbeweging - Fenians
Iers dichter-geleerde - fili
Iers eiland - Achill, Clark, Clear, Mullet
Iers geheim genootschap - Feneans
Iers graafschap - zie Ierse provincie
Iers geschrift - Leinster
iers meer - Conn
Iers moeras - bog
Iers mos - leverkruid, parelmos
Iers ondergronds leger - IRA
Iers parlement Dail
Iers republikeins leger - I.R.A., provisionals
Iers schrijver - Lefaine
Iers staatshoofd - Valera, Whilelaw
Ierse dans - reel
Ierse harp - clarsach
Ierse havenstad - Cobh
Ierse held - Conn
Ierse huurkoetsier - jarvey
Ierse hoofdstad - Dublin
Ierse koetsier van een karretje met twee banken jarvey
Ierse munt pond
Ierse nationale beweging - Sinn-Fein
Ierse provincie -
4 Cork, Mayo
5 Cavan, Clare, Kerry, Louyh, Meith, Sigo
6 Carlow, Dublin, Galway, Offaly, Ulster
7 Donegal, Kildare, Munster, Wexford, Wicklow
8 Connacht, Kilkenny, Laoighis, Leinster, Limerick,
Longford, Monaghan
9 Roscommon, Tipperary, Waterfood, Westmeath
Ierse rivier - Bann, Bayne, Barrow, Blackwater, Boyne, Corrib, Erne, Foyle, Lee, Moy, Shannon, Ree, Slanay
Ierse sport - hurling
Ierse stad Antrim, Athy, Belfast, Cobh, Cork, Dublin, Galway, Limerick, Ulster
Ierse vrijheidsbeweging - ira
Ierse wal bullfinch
iet - beetje, kleinigheid, lichtelijk, wat
iets - beetje, enigszins, iet, ietwat, snufje, wat, weinig
iets aanpraten – aansmeren
iets aanschaffen - aankoop
iets aantrekken - aandoen
iets dat afgeleid is - derivaat
iets afslaan - afwijzen, weigeren
iets dat groot is - kanjer, kolos, kokkerd
iets dat groot voordeel oplevert - goudmijn(tje)
iets dat heel weinig te betekenen heeft - niets
iets dat iemand raakt belang
iets dat iemand steeds weer trekt - trekpleister
iets dat in de weg staat - belemmering, obstakel
iets dat lang en dun is sliert, staak, talhout
iets dat men tijdelijk gebruiken mag - leen
iets dat niet in de tijd past - wereldvreemd
iets dat niet in orde is - mankement
iets dat onaangenaam aan doet - onlust
iets dat onbetamelijk is onbehoorlijk, ongepast, onoorbaar, onfatsoenlijk, ontoelaatbaar
iets dat rekken kan - rekbaar, rekker
iets dat rond is bal, bol, kogel, wiel
iets dat smart veroorzaakt en niet is te ontdoen - Nessuskleed
iets dat toebereid is - preparaat
iets dat veerkrachtig is geworden - rekbaar
iets dat waar is - waarheid
iets dat werkelijk bestaat - entiteit
iets dat wezenlijk is - entiteit
iets dat zeer mooi is - beeld
iets doorgronden - kennen
iets door het lot laten beslissen loten
iets drievoudigs trilogie, trio, trits
iets enigs in zijn soort - knoest, reus, unicum
iets ergens in doen - insteken
iets ergens plaatsen - neerzetten
iets ervaren - ondervinden, weten
iets extra's - toegift
iets fantastisch moois - droom
iets fijns - pik
iets geheel nieuws - novum
iets geleerd - kennen
iets getroosten - goed
iets geven aan vertrekkende - medegeven
iets geven tot vergelding - belonen
iets goed maken - boeten
iets goeds - deugd
iets groots - bommerd, kanjer, kokkerd, kolos, reus
iets groots in zijn soort - baas, kanjer, knoert, knoest, reus
iets gunstiger voorstellen - aandikken, flatteren
iets heel dwaas - idioterig
iets heel slechts - snert
iets herstellen - restaureren
iets in de plaats brengen van - inboeten
ietsje - beetje, tikkeltje
iets met woorden verdedigen - bepleiten
iets mollen - breken, slopen
iets ondervinden beleven, ervaren, meemaken
iets openmaken - aanbreken
iets ouds repareren - oplappen
iets pakken - grijpen
iets plaatsen - zetten
iets prettigs weldaad, genoegen
iets scheel - loens
iets slordig afmaken - knoeien
iets bter hand stellen - aanbieden, geven, presenteren
iets te warm voor de tijd van het jaar broeierig, zoel, zwoel
iets tijdelijk afstaan (uit)lenen
iets vangen - grijpen
iets van de koopsom laten vallen - aflaten
iets van geen belang - niemendal
iets van geen waarde - lor, niemendal, onding, prul, vod
iets van korte duur - eendagsvlieg, efemeer, efemerisch, kortstondig
iets van plan zijn - menen
iets van zeer grote afmetingen kanjer, kolos, reus
iets verbergen - dekken
iets verbinden - overeenkomst
iets vergroot voorstellen - opblazen, overdrijven
iets verhevens voorstellen in de kunst - idealiseren
iets verkeerds doen - euvel
iets verkrijgen - koop
iets verlaten - begeven, ontsnappen, ontwijken
iets vernemen - luisteren
iets vernieuwen - moderniseren
iets verrichten - doen, plegen, stichten, uiten, volvoeren
iets versmallen - versnijden
iets verzoeken - noden, vragen
iets vettigs uitstrijken op - smeren
iets vinden - tellen
iets volkomen nieuws - novum
iets voornemen - voornemen, voorneming
iets voor de schijn - vernisje
iets waaraan alles ten offer moet worden gebracht - moloch
iets waar mee men klopt - klopper
iets waar veel werk aan is - sessie
iets wagen - aandurven, gokken
iets wat de veiligheid bedreigt gevaar, onraad
iets wat niet baat - luizenzalf
iets wat op en neer gaat - wip
iets wat pas staat - vers
iets wat zeer mooi is beeld, beeldig
curiosum
iets weigeren - afwijzen
iets wonderbaarlijks - mirakel
iets zeer aangenaams - weldaad
iets zeer groots - enormiteit
iets zeer kleins - luis
iets zeggen - spreken
iets zeggend laten opschrijven - dictee, diktee
iets zoetelijks - miers
iets zonder belang - bagatel, irrelevant
iets zonder waarde kitsch, lor, onding, prul, vod
ietwat - beetje, enigermate, enigszins, iets, lichtelijk, wat, weinig
ietwat baldadige jongeman - nozem
ievallig - guur, kil, onaangenaam, ongenoeglijk
iezegrim brompot, knorrepot, nurks, wolf
iezegrimmig - narrig
ifte - klimop
iglo - eskimohut, ijshut, sneeuwhut
ignobel gemeen, laag, laaghartig, onedel, onwaardig, vals
ignorant dom, ignorantie, onkunde, onkundig, onwetend, onwetendheid
ignoreren ontkennen
i grec - ypsilo
ik (Duits) - ich
ik (Engels) - I
ik (Frans) - je
ik (Lat.) ego
ik ben er klaar mee - alree
ik ben gekomen veni
ik doe wat je vraagt - alree
ik geloof credo
ik groet je - adieu, hadie
ik gevoelig - egocentrisch
ik heb de tijd - verletten
ik heb gevonden eureka
ik heb gezien vidi
ik heb gezegd disci
ik heb gezien - vidi
ik heb gezondigd - peccavi, schuldbekentenis
ik heb ontvangen accept
ik heb overwonnen vici
ik kwam - veni
ik ontken - nego
ik overwon - vici
ik stem toe - akkoord, fiat, goed, top
ik verbied veto
ik weet de naam niet - NN
ik weet het niet - nescio
Ikaria, berg op - Melissa
Ikat - handweefwerk (Indon.)
ik-en-jij steek - negsteek, tafellakensteek
ik-gevoelig - egocentrisch
ikheid - individualiteit
ikker demon, droes, duivel, nekker, nikker, satan, zwarte
ikoon - heiligenbeeld
ikzucht egoïsme, zelfzucht
illade epopee, epos, heldendicht
Ilium Troje
ill - dril
illegaal - clandestien, heimelijk, ondergronds, onrechtmatig, onwettelijk, onwettig, verboden
illegale bewoner - kraker
illegale taxi - snorder
illegale vruchtafdrijving - criminalis
illegalen - verzetsstrijders
illegaliteit ondergrondse, onrechtmatigheid, onwettelijkheid, verzet
ilegitiem onecht, ongerecht onwettig,
illiberaal - bekrompen
illiciet ongeoorloofd, verboden
illinois, hoofdstad van - Springfield
illinium il., florentium, promethium
illiquide - onvereffend, onverrekenbaar, onzuiver
illuminatie feestverlichting, lampion, verlichting
illuminatiemiddel lamp, kaars, teerton
illuminator - handschriftverluchter, verlichter
illumineerglas vetpotje
illusie begoocheling, droom, droombeeld, geloof, hersenschim, pareidolie, schijnbeeld, utopie, waan(beeld), waan
illusies, zonder - ontgoocheld
illusionist goochelaar
illusoir denkbeeldig
illuster beroemd, briljant, doorluchtig, edel, eminent, heerlijk, prachtig, schitterend, voortreffelijk, uitstekend, voortreffelijk
illustratie afbeelding, figuur, kenschetsing, plaat, prent, tekening, toelichting, verlichting, verluchting verduidelijking, vernering, voorbeeld
illustrator - tekenaar
illustreren aantonen, kenschetsen, tekenen, toelichten, tonen, verluchten
illericum, deel van - Dacië, Dalmatië, Macedonië, Noricum, Pannonië, Thracië
illyrië, deel van - Albanië, Bosnië, Dalmatië, Herzegowina, Montenegro
ilmeniet - titaanijzer(erts)
iloaïet - lievriet
imaginair denkbeeldig, hersenschimmig, ingebeeld, vermeend
imaginaire winst - boekwinst
imaginatie verbeelding, verbeeldingskracht
imago - beeld, insect, status
imam - kalief, moskeehoofd
imam, eerste discipel van - bab
imam, twaalfde - Mahdi
imbeciel dom, idioot, oerdom, oliedom, onnozel, stom, stommeling, stompzinnig, wezenloos, zwakzinnig(e)
imbiberen - intrekken, inzuigen
imidazool - glyoxaline
imipramine - tofranil
imitatie antiek, na aperij, nabootsing, namaak(sel), navolging, novantiek
imitatie astrakan - krimmer
imitatie astrakanbont - persiaan
imitatie edelsteen doublet, stras
imitatiegoud - doublé, similor
imitatiehoorn - galaliet
imitatie van Venetiaans kant - richelieu
imitator na-aper, nabootser
imiteren na apen, nabootsen, nadoen, namaken, navolgen
imker - bijenboer, bijenhouder, bijker, iemker, ymker
imkerskap - keuvel
immanent aanklevend, innerlijk, inwonend, verbonden, verknocht
Immanuel - Emanuel
immaterieel geestelijk, onstoffelijk
immaturiteit onrijpheid
immatuur - onrijp, ontijdig
imme - bij, honingbij, ieme,
immeditaat onmiddellijk, rechtstreeks
immenkorf bijenkorf
immens - enorm, geweldig, groots, oneindig, onmeetbaar, onmetelijk, ontzaglijk, reusachtig,
immensiteit - oneindigheid, onmetelijkheid
inmensurabel onmeetbaar
immer aanhoudend, almaar, altijd, altoos, blijvend, eeuwig, ooit, semper, steeds, voortdurend, voorgoed
immer (Lat.) - semper
immermeer - ooit
immers althans, namelijk, stellig, toch, tenminste, trouwens, voorzeker, want, zeker
immersie indompeling, onderdompeling
immigrant inkomeling, landverhuizer, tramp
immigreren - intrekken
imminent dreigend, naderend, nakend
immobiel - onbeweeglijk, star
immobilisme - onbeweeglijkheid, onwrikbaarheid
immoderaat -buitensporig, excessief, onmatig, overdreven
immodest - lomp, onbescheiden, onwelvoeglijk
immolatie - opoffering, slachting
immoleren - opofferen
immoraliteit - onzedelijkheid, zedeloosheid
immoreel - ondeugdzaam, onzedelijk, slecht, verdorven
immortaliteit - onsterfelijkheid
immortellen - droogbloemen
immuniteit onvatbaarheid
immuniteitsleer - immunologie
immuun onschendbaar, ontheven, onvatbaar
impair oneven
impala - rooibok
impartiaal - onpartijdig
impasse - moeilijkheid, slop
impedantie - (stroom)weerstand
impediëren - belemmeren, verhinderen, verwarren
impediment - beletsel, hinderpaal
impenetrabel - ondoordringbaar, waterdicht
impensen onkosten
imperatief bevelend, ga, gebiedend, gelastend, halt, loop, stop
imp - ga, halt, loop, sta, stop
imperator gebieder, heerser, i, imp. keizer
imperceptibel - onmerkbaar, verborgen
imperfect gebrekkig, onvolmaakt
imperfectie onvolkomenheid, gebrek
imperiaal - bagagerek
imperialisme - expansiedrift
imperium keizerrijk, oppermacht, wereldrijk
impermeabel ondoordringbaar, ondoorlaatbaar, waterdicht
impertinent brutaal, onbehoorlijk, onbeschaamd,
imperturbabel - onverstoorbaar
impetrant - eiser, verzoeker
impetueus - luidruchtig, onstuimig
impiëteit - goddeloosheid, snoodheid
impitoyabel - onmeedogend
implacabel - onverzoenlijk
implantatie - inplanting
implicatie - verwikkeling, verwarring
impliceren bevatten, inhouden, meebrengen, omsluiten, vervatten
impliciet inbegrepen, middellijk
implorant - klager
imploreren - afsmeken, verzoeken
imponderabel - onweegbaar
impopulair - onbemind
import - invoer
important - belangrijk, gewichtig
importeren - invoeren
importeur - invoerder
importuniteit - overlast
importuun - lastig
imposant indrukwekkend, groot, machtig, ontzagwekkend
impotentie - onbekwaamheid, onmacht
impracticabel - ondoenlijk, onuitvoerbaar
imprecatie - bezwering, verwensing, vloek
imprescriptibel - onverjaarbaar
impregnatie - bevruchting, doordrenking
impressario - manager, ondernemer
impressie indruk, schets
impressief - krachtig
impressionabel - ontvankelijk
impressum - colofon
improbabel - onwaarschijnlijk
improbatie - afkeuring
imprimatur impr.
improbiteit - goddeloosheid, oneerlijkheid, slechtheid
improductief - onvruchtbaar, schraal
improfitabel - onvoordelig
improvisatie cadans, extempore, fantasie, rede, redevoering, toespraak, voordracht
improviserend (muz.) - et (et tempore)
imprudent - onvoorzichtig
impudentie - onbeschaamdheid
impugnatie - aantasting, aanvechting, bestrijding, weerstreving
impuls aandrift, aansporing, bezieling, beweeggrond, drang, gril, instinct, neiging, opwekking, opwelling, prikkel, stoot, stroomstoot, vlaag
impulsief - aandrijvend, opwekkend, prikkelend
imputatie - aantijging, beschuldiging, toerekening
impuur onrein, onzuiver, troebel
in alree, binnen, gedurende, intra, oraal
in aanbidding verzinken - aanbidding
in aanleg aanwezig - potentieel
in aanmerking komende - relevant
in aanmerking nemen - meetellen, regarderen
in aanraking komen met - coudoyeren
in aantal - kwantitatief, numeriek
in aantal doen toenemen - vermenigvuldigen
in aantocht - onderweg
in aantocht zijn naderen, onderweg
in aanzien - aangezien, tel, getapt, gezien
in achtingzijn – meetellen
in acht nemen - betrachten, nakomen, naleven, observeren
opvolgen
in actie komen - handelen, reageren
in adelstand verheven - adelen
in Afrika levende zwarte raaf - aasraaf
in alle opzichten - alleszins
in alle opzichten betrouwbaar - patent
in alle richtingen - kriskras, schots en scheef, wirwar
in alle richtingen dezelfde eigenschappen hebben - isotoop, isotroop
in alle talen ervaren - omniglot
in allen dele geheel en al - gans(e)lijk
in allerlei kleuren - bontgekleurd
in alles de leiding willen hebben - bazig
in alles toegeven - verwennen
in allerijl - holderdebolder, inderhaast, spoorslags, ijlings
in andere richting - andersom
in angst verkeren - gat
in armoede vervallen - verpauperen
in arren moede - euvel, evel, gebrek, kwaal, ziekte
in ar rijden - arren
in azijn en kruiden inmaken - marineren
in azijn met kruiden en uien gelegd - gemarineerd
in ballingschap leven - exileren, exuleren
in ballingschap zenden - verbannen
in bed vertoeven - liggen, rusten, slapen
in bedwang houden - bedwingen, beheersen, coërcitie, ringeloren
in beeldspraak - fig(uurlijk), metaforisch, overdrachtelijk
in beeltenis - in etfigie
in beginsel - principieel
in beginsel aanwezig rudimentair
in behandeling aanhangig
in behoorlijke staat - wel
in beoefening brengen - professeren
in bepaalde stemming verkeren - geluimd
in bepaalde volgorde - achterelkaar, alfabetisch, beurtelings, opeenvolgend
in bepaalde verhouding - afnemend, degressief
in beroering brengen - storen, verwarren
in bescherming nemen - patrocinatie, patrocineren
in beslag houden - loslaten
in beslag nemen - confisqueren, eigenen, enteren, naasten,
saississeren
in betekenis tegengesteld - antoniem
in beterschap toenemen - aanbeteren
in betrekking tot de tijd - eerst
in bewaring - endepot
in bewaring gegeven geld - disposito
in bewaring geven consignatie, consigneren, deponeren, opbergen
in bewaring stellen - sequestreren
in beweging - gaande
in beweging brengen - moveren
in beweging komen - lopen, loskomen
in beweging zetten - moveren
in bezit krijgen - verkrijgen
in bezit nemen -bezetten, naasten, occupatie, occuperen, toeëigenen, verovering
in bijzonderheden - gedetailleerd
in bochten wringen - kronkelen
in boeien slaan - knevelen, paternoster
in bonis - gegoed
in bordpapier binden - kartonneren
in bruikleen afstaan - lenen
in bruikleen ontvangen goed - leen
in buitengewone dienst - b.d., i.b.d.
in bijzonderheden - gedetailleerd, speciatim
in casu als, indien, ingeval, i.c.
in cellen verdeeld - cellulair
in circulatie brengen - introduceren
in citeren aanvuren, aanzetten, opruien, prikkelen
in conditie
in dat - daar, in
in dat geval - alsdan, dan, i.c,
in de adelstand verheffen - adelen
in de armen sluiten - omarmen
in de arm nemen - inhaken
in de auto een signaal geven - toeteren
in de benauwdheid - transes
in de benedenste lagen - onderin
in de beste kleren - paasbest
in de bloedvaten - intravasculair, intraveneus
in de bodem - basaal
in de breedte - overdwars
in de bres springen voor - porteren
in de buurt naastgelegennabijgelegen, omtrent, ongeveer, omstreeks, rond, nabij, vlakbij
in de contramine - tegendraads
in de echt geboren - legitiem
in de derde plaats komend tertiar
in de eerste plaats - allereerst, bovenaan, bovenal, eerst, oorspronkelijk, primair, vooraan, vooral, voorop
in de eerste rij - vooraan, voorin
in de eerste tijd - vooreerst
in de eerstvolgende maand - proximo
in de endeldarm - rectaal
in de gauwigheid - inderhaast, terloops, vluchtig
in de gedachte - geestelijk, ideëel, in de geest, mentaal
in de geest mentaal
in de geest levende voorstelling idee
in de geest voorstellen - begrijpen
in de gespreksvorm inkleden - dialogiseren
in de gevangenis doen - opsluiten
in de gevangenis gooien - kerkeren, opsluiten
in de grond bedorven - pervers, tegennatuurlijk
in de grond boren - afmaken, torpederen
in de grond brengen - indoen
in de grond gegraven gang met borstwering loopgraaf
in de grond levend zoogdier - mol
in de grond zetten - planten, poten
in de handel - commercieel
in de hersenen achtergebleven indrukken - engram
in de hoedanigheid van - q.q. (qualitate qua)
in de hoogste graad - uiterst
in de hoogste mate extreem, meest, uiterst,
in de hoogste mate goed - allerbest
in de hoogte brengen - grootbrengen, meevoeren, opbrengen, opleveren, opmalen, voortbrengen
in de hoogte geven - opgeven
in de hoogte halen - hijsen
in de hoogte steken - ophemelen, roemen
in de huid - intracutaan, intradermaal
in de juiste mate - afgepast
in de juiste stand brengen - bijstellen
in de kerkelijke ban doen - anatematiseren
in de kiem aanwezig - embryonaal
in de knoei - klem, wanhopig
in de leeftijd van (op portretten) - aet
in de lengte - horizontaal, longitudinaal, lijnvormig, overlangs
in de loop van de tijd mettertijd
in de lopende maand c.m. (currente mense)
in de mond oraal
in de naam van God l.N.D. (In nomine Dei)
in de naam van Jezus I.N.I. (In nomine Jesu)
in de nabije toekomt binnenkort, eerlang, straks
in de nabijheid - dichtbij
in de narigheid zijn - lijden
in de olie - dronken, teut, zat
in de open lucht buiten
in de plaats stellen substitueren, vervangen
in de plaats van in loco
in de puntjes - keurig, perfect, volmaakt
in de put - verdrietig
in de rats zitten – knijpen
in de rechte tijdmaat - a tempo
in de regel dikwijls, doorgaans, gewoonlijk, meest, meestal, normaal, vaak, veelal
in de rimboe - achteraf, afgelegen, ver
in de rondte gaan - rondgaan
in de stad e.v. alhier
in de strijd omkomen - sneuvelen
in de toekomst - dan, eens, later, ooit, straks, voortaan
in de tuin werken - tuinen, tuinieren
in de volle lengte languit
in de war - confuus, geschokt, overstuur
in de war raken - ontstellen, verwarren
in de war maken ontstellen, verwarren
in de weer zijn - vlijtig
in de weg staan - hinderen, obstrueren
in de wolken - opgetogen
in de wolken zijn - vrolijk
in de zin van a la, sensu
in de zon gedroogde repen vlees - biltong
in de zijlinie - lateraal
in delen doen - indelen, ontleden
in delen scheiden - indelen, verdelen
in der haast gereed gemaakt impromptu
in dezelfde mate - evenzeer, gelijkmatig, ook
in dezelfde plaats alhier
in dezelfde toestand blijven - constant, stabiel, stationair
in dezelfde tijd simultaan, tegelijk
in deze tijd - als, huidig, nu, ook, tegenwoordig, samen, simultaan, tegelijk, thans
in deze tijd geldend vigerend
in deze zin h.s.
in dichtmaat berijmen - versificeren
in die mate dermate, derwijze, indertijd, onderwijl, terwijl, toentertijd, toenmaals, zodanig, zozeer
in die tijd - destijds, toen
in die zin - eosenu (Lat.), zo, zodanig
in dienst - actief
in dienst nemen - aanwerven
in diepe slaap leggen ronken
in dier voege dermate, derwijze, weshalve, zodanig, zodat, zozeer
in dit geval in casu l.c.
in dit jaar h.a. (hoc anno)
in dit teken i.h.s.
in doodstrijd zijn - agoniseren
in drie soorten drieërhande, drieërlei
in drievoud - triplo
in dubio zijn - weifelen
in een ader geschiedend intraveneus
in een ar rijden arren
in een bepaalde stemming verkerend - geluimd
in een bespottelijk daglicht stellen - karikaluriseren
in een blijde stemming - vrolijk
in een boek opzoeken - naslaan
in een code brengen - coderen, koderen
in een dagboek schrijven - journaliseren
in een dos steken - dossen
in een eest drogen - eesten
in een gelid scharen - rijen
in een gestalte belichaamd - personificatie
in een groot aantal - legio
in een groter geheel opnemen - inlijven
in een kale stemming - gerust
in een kamp onderbrengen - legeren
in een hoekje - stilletjes
in een klap - alles, ineens, tegelijk
in een kolonie onderbrengen - koloniseren
in een koopmansboek bijschrijven - aanboeken
in een kwaad humeur zijnde - slechtgehumeurd
in een lichte slaap vallen - insluimeren
in een lijst zetten - intabuleren, inlijsten, omranden
in een molen fijn malen - malen
in een moutoven drogen - eesten
in een munt geslagen merk - klop
in een muur gerammelde opening - bres
in een of ander standaardwerk opzoeken - naslaan
in een ogenblik - mum, tel, wip
in een opwelling impulsief
in één opzicht - enerzijde
in een oven drogen - eesten
in een park opstellen - parkeren
in een passende verhouding - evenredig
in een rechtsgeding gewikkeld zijn - procederen
in een register opgetekend - aangetekend
in een richting doen gaan - leiden
in een slede rijden - arren
in een soort vocht dopen - insoppen
in een sop dopen - insoppen
in een stok verborgen wapen steekdegen, stekade
in een strijd zegevieren - winnen
in een strik vangen - strikken
in een strop vangen - strikken, stroppen
in een tent verblijven - kamperen
in een toestand komen - geraken
in een vereniging aaneensluiten - aggregeren
in een vloeistof opgaan - oplossen
in een voertuig laden - inladen
in een vorm gieten - mouleren
in een vroegere tijd - tevoren
in een wieg schommelen - wiegen
in een wip even, meteen, zo
in één woord - enfin
in een zaak betrekken - verwikkelen
in een zekere toestand zijn - liggen
in eer herstellen - rehabiliteren
in eerste aanleg - primordiaal
in eigen handen - a. m. p., zelf
in eigen land - binnenlands-
in eigen persoon ep (en personne), persoonlijk, zelf
in eigendom hebben - possederen
in elkaar - compact, ineen
in elkaar gevouwen vellen - katern
in elkaar gewonden touw - dral
in elkaar gezet - hecht
in elkaar slaan - aftuigen
in elkaar vallen - instorten, invallen, neerstorten, neervallen
in elkaar zetten - ensceneren, monteren, redigeren
in eikaars gezelschap - samengaan
in elk geval - absoluut, althans, altijd, beslist, ingetwijfeld, pertinent, sowieso, stellig, tenminste
in elk opzicht - alleszins, gans,volkomen
iin ellende verkeren - lijden
in ellendige omstandigheid verkeren – beroerd
in Engeland iemand die op kamers woont lodger
in ere houden - gedenken
in erge mate aarts, bijzonder, danig, deerlijk, fel, geweldig, grotelijks, hevig, ruimschoots, sterk, stierlijk, ultra, verdraaid, verreweg, zeer, zo
in ergere zin - s.st., eigenlijk
in ernst - serieus
in ernst bedoeld - menens, serieus
in ernst bedoelen - menen
in even sterke mate - evenzeer
in evenwicht - evenwichtig, stabiel
in evenwicht houden - balanceren
in feite - eigenlijk
in flessen over tappen - bottelen
in functie - actief
in functie zijnde - F.G., tegenwoordig
in galop rijden - rekken
in gebreke nalatig, schuldig
in gebreke (Lat.) - im (in mora)
in gebreken blijven - falen
in gebruik bezet, gangbaar, gebruikelijk, gevraagd, gewild, in usu, omloop, usueel
in gebruik afstaan - lenen, uitlenen
in gebruik brengen - toepassen
in gebruik gegeven goed - leen
in gebruik geven - lenen, uitlenen
in gebruik nemen - openen
in gebruik van in usu
in gedachte afzonderen - abstraheren
in gedachten houden - aandenken
in gedachten houden van iets - aandenken
in gedachten verdiept - afgetrokken, verstrooid
in gedachten verzonken zijn - mijmeren, soezen, suffen
in geding brengen - moveren
in geen geval - niet, nimmer, nooit, stellig
in geen plaats - nergens
in geestdrift - lorum
in geestdrift brengen - aansteken, enthousiasmeren, inspireren
in geheim - stiekem
in geheim beraden - broeden, peinzen, uitdenken
in geheime zitting i. g. z.
in geheimschrift overzetten - coderen, koderen
in geld omzetbaar - negotiabel, verhandelbaar
in geldelijk opzicht bestaan - leven
in gelijke delen - partim
in gelijke mate - even, evenredig, evenveel, evenzeer
in gelijkmatige verhouding - evenredig
in genen dele - geenszins
in gereed geld - cash, contant
in gereedheid - klaar
in gereedheid brengen - inrichten, klaarmaken
in geringe mate - beetje, iets, klein, luttel, weinig
in gespannen aandacht - ademloos
in gesprek - bezet
in gestrekte galop rijden - rekken
in getallen uitgedrukt numeriek
in getallen uitgedrukte gegevens - statistiek
in gevaar zijn - pericliteren
in geval - als, indien
in geval van - c. q.
in gevecht slaags
in gewoon schrift overbrengen - decoderen
in gezelschap - samen
in gezelschap ontmoeten - coudoyeren
in gezelschap van - met
in goede conditie fit
in goede doen in bonis, rijk
in goede staat - deugdelijk, prima, puik
in goede stijl opzetten - stileren
in graden afgedeelde boog van een meetinstrument - limbus
in groepen afdelen - groeperen
in grondverf zetten menieën
in grote angst - transes
in grote blijdschap - bekoord, geëxalteerd, opgetogen, opgewonden, verrukt
in grote haast - ijlings
in grote hoeveelheid - legio, massaal, meer
in grote massa neervallen - regenen
in grote mate - ernstig, overvloedig, overvoerd, volop
in grote ongelegenheid - branding, impasse, moeilijkheid
in grote pracht - luxueus, opulent, weelderig
in grote verlegenheid - labberente
in grote verwondering brengen - verbazen
in groten getale - massaal, menigte
in grotere hoeveelheid meer
in grove trekken - grofweg, lompweg, ruw, ruwweg
in haast opgeworpen verschansing barricade, rideau
in het afgelopen jaar a.p.
in het aangehaalde werk op. cit., o.c.
in het algemeen i.h.a., doorgaans, meestal
in het begin - aanvankelijk, eerst
in het bijzonder inzonderheid, vooral
in het buitenland buitenslands
in het gebied der ongelovige - i.p.i.
in gebreke - nalatig
in gebreke(Lat.) - i.m.
in gebruik - bezet
in gebruik afstaan - lenen, uitlenen
in het geding - processueel
in het geding brengen - moveren
in het gegeven geval c.q. (casu quo)
in het geheel - a.s., (ad summam), helemaal, totaal
in het geheel geen beweging maken - bewegingloos, geen vin verroeren, immobiel, roerloos
in het geheel niets generlei, niemendal, niks, nihil, snars,
in het geheim clandestien, crypto, heimelijk, latent, ondershands, privatim, rosa, steels, stiekem, sub, tersluiks, verborgen, tersluiks, verholen, verstolen
in het gelid stellen - aantreden
in het gemoed treffen - ontroeren
in het geniep - stiekem
in het genoemde jaar d. a.
in het gras weiden - grazen
in het geval dat c.q., casu quo
in het heilige jaar - a.s.
in het hoogste gedeelte - bovenin
in het jaar anno, a. o.
in het jaar des Heren Anno Domini, a.d.
in het jaar der wereld anno mundi, a.m.
in het jaar voor Christus geboorte a. a. C.
in het klein - miniatuur
in het komende jaar a.f. (anno futuro
in het kort - summier
in het lopende jaar a.c. (anno currente)
in het middelpunt centraal
in het midden centraal, halverwege, medio, misogaam
in het midden brengen - opperen
in het midden gelegen – centraal
in het nauw - klem
in het nauw gebracht benard
in het onderhavige geval c.q. (casu quo)
in het ongerede onklaar
in het oog lopend duidelijk, evident, opvallend
in het oog vallend frappant, markant, opvallend, treffend
in het openbaar - openlijk, publiek
in het slop - wanhopig
in het vaderland (Lat.) - i.p.
in het verleden eertijds, vroeger, weleer
in het verleden noch in de toekomst nimmer, nooit
in het vervolg later, naderhand, voortaan
in het volgende jaar a.f. (anno futuro)
in het vuur verguld zilver - vermeil
in het water levende dieren - hydrozoa
in het water levend knaagdier - bever
in het water levend zoogdier - narwal
in het water plonzen - duiken
in het water uitstekende grond - landtong
in het water vooruitspringend hoektand - horn
in het water zwevende micro-organismen - plankton
in het wild groeiende plant - weegbree
in het wilde - lukraak
in het wilde weg los(weg), lukraak, onvoorbedacht, pardoes, plompverloren, plotseling, roes, voetstoots, zomaar
in het wilde weg verspreiden - verstrooien
in hevigheid afnemen luwen
in hinderlaag - onzichtbaar, verdekt
in hoge mate danig, erg, hevig, hooglijk, zeer
in hoge mate gelukkig - zalig
in hoge mate stevig - sterk
in hogere mate - meer, sterk
in hoedanigheid van qua
in hope - in spe
in hoedanigheid van - qua
in hoekige vorm buigen - knikken
in hoeveelheid toenemen - meerderen
in hoge mate - aanzienlijk, brandend, bijzonder, danig, deerlijk, dermate, dubbel(sterk), erg, gruwzaam, hevig, hooglijk, innig, meest, nijpend, schandelijk, schromelijk, supra, stierlijk,ultra, verreweg, zeer
in hoge mate boeien - betoveren
in hoge mate boeiend - betoveren
in hoge mate ergerlijk - schandalig, schandelijk
in hoge mate geboeid - betoverd,verrukt
in hoge mate onbezonnen - driest, roekeloos
in hoge mate stout - vermetel
in hoger beroep gaan - appelleren
in hoger sferen - opgetogen, verrukt
in hogere mate - meer, veeleer
in huis binnen(shuis), thuis
in huis gebleven - thuis
in huis rondbeuzelen - kissebissen
in ieder geval - altijd, beslist, licht, per see, stellig, zeker
in ieder opzicht - alleszins, gans, volkomen,
in iemands afwezigheid - achterbaks, stiekem, verborgen,
in iemands handen stellen - leveren
in iets rondgrijpen - graaien
in Indië geboren Chinees van zekere stand - Bata
in Indonesië geboren Chinees - baba
in Indonesië groeiende boom - teak
in ionen splitsen - ioniseren
in Israël geboren jood - sabra
in je eentje - uppie
in je woning - thuis
in kaart brengen - cateren, mapperen
in kampen onderbrengen - legeren
in kartels aftekenen - kartelen
in kavels verdelen - verkavelen
in kegelvorm geperste klomp - brood
in kleine stukjes snijden - kerven
in kleine stukjes - kruimelig, uiteenvallend
in kleine stukken verdelen verhakken, versnipperen, versplinteren
in kleur afstekend - stip
in klinker gelijk zijn - assoneren
in koffie gedoopt suikerklontje - canard
in kokend vet gebakken spijs - frituur
in koor dansen reien
in koortstoestand praten - ijlen
in koor zingen - reien
in korrelvorm - korrelvormig
in korte tijd - aldra, dra, gauw, spoedig, vlug, weldra
in kracht afnemend (muz.) decrescendo, deer.
in kracht toenemen - opsteken, wakkeren
in kracht toenemend (muz.) crescendo, cresc.
in kristal bevroren waterdamp - sneeuw
in kwade luim - balorig, gemelijk, kregelig, neetorig, onwillig
in laatste instantie - uiteindelijk
in leden verdeeld - geleed
in leeftijd gevorderden ouderen
in leen gegeven - lenen
in leen gegeven geldsom - lening
in leen geven - belenen
in lengterichting - longitudinaal, strekkend
in letters of cijfers uitgedrukte waarde formule
in leven zijnde - levend
in lichte graad ziek - ongesteld
in liggende positie - gelegen, horizontaal
in loco - il
in lood zetten loden
in lijnen uitbeelden tekenen
in maatverzen - metrisch
in margine i.m., marginaal
in massa - massaal
in memoriam - im
in menigte voorkomen - pulluleren
in metaal geëtste voorstelling om te drukken - cliché
in metaal graveren met niëllo - niëlleren, zwartsel vullen
in mindering - aftrek
in naam van - namens
in nauwe betrekking tot de hemellichamen staand - astraal
in noodzakelijkheid brengen - necessiteren
in of met ijs afkoelen - frapperen
in- of toevoegen - aanbrengen, maken, plaatsen
in ogenschouw nemen - monsteren
in omgekeerde richting achterstevoren, averechts, tegen
in omgekeerde volgorde - andersom, retro
in omloop - courant, gangbaar
in omloop of gangbaar zijn - omlopen, rouleren
in omloop zijn - circuleren, rouleren
in omloop zijnd geld - numerair
in omtrek - perimetrisch
in omvang afnemen - slinken, vermageren
in omvang toenemen - opzwellen, groeien
in onbruik geraakt - antiek, obsoleet, vergeten, verouderd, versleten
in onderhavig geval l.c.
in ondertrouw gaan aantekenen
in ontredderde toestand desolaat
in ontvangst nemen incasseren, innen, ontvangen
in ontwikkeling embryonaal, evoluerend
in ontwikkeling achtergebleven – rudimentair
in onze dagen – heden, nuthans
in opdracht van namens
in opgesloten - inpliciet
in opspraak brengen - compromitteren
in optima forma volkomen
in orde – af, afgesproken, fiat, gereed, gewettigd, goed, i.o., juist, kits, klaar, legitiem, oké, o.k., okido, terecht, toegestaan
in orde brengen beredderen, gereedmaken, klaarmaken, regelen
in overvloed – genoeg, zat
in parenthesi terloops
in persoon e.p., en personne
in plaats van namens, vanwege, wegens, i.p.v.
in plaats van het zegel – l.s.
in plooien schikken - draperen
in poedervorm melig, pulverachtig
in puin slaan - afbreken
in rang verhoogd bevorderd,gepromoveerd
in rang verlaagd – gedegradeerd
in rang verlagen – degraderen
in reepjes snijden – kerven
in rijen feestelijk dansen - hossen
in rubrieken splitsen – specialiseren
in ruil voor - tegen
in ruime mate overvloedig
in samenwerking – gezamenlijk
in scène zetten - ensceneren
in schijn - pseudo
in sieraden gebruikt mineraal – maansteen
in snippers snijden - snipperen
in spe. toekomstig
in staat bekwaam, geschikt, goed
in staat te betalen solvent
in staat tot capabel, kunnende
in staat tot betalen - solvabel
in staat van wording l.s.n.
in staat zijn - kunnen
in stand houden behouden, conserverenhandhaven
in stand houder - steunpilaar, stut
in sterke afnemend (muz.) diluendo, diminuendo
in stijlvorm brengen - stileren
in stilte - geheim, ongemerkt
in strijd met anti, contra, strijdigtegen
in strijd met de rede – irrationeel
in stukken – kapot
in stukken delen - scheuren
in suspenso hangende
in teerlingvorm kubus
in tegengestelde richting - andersomtegenin
in tegengestelde stand – omgekeerd
in tegenspraak - strijdig
in het geheim – steels
in te grote mate - overtollig
in tijdnood verkerend gehaast, haastig
in toom houden – beheersen, beteugelen
in toorn ontstoken – toornig
in touw - bezig
in trek – begeerd, getapt, gewild, gezien, gezocht, veelgevraagd
in trek zijn – getapt, gewild, gezien
in tweeën doormidden, gehalveerd, middendoor
in tweeën gevouwen vel papier folio
in twee gelijke stukken verdelen halveren
in twee vormen voorkomend – dimorf
in tweevoud - duplo
in verband met i.v.m.
in verhouding evenredig
in 1296 vermoorde graaf – Floris
in vaten doen – fusten, tonnen
in veiligheid - gered
in vertrouwen sub rosa
in verval - decadent
in verwachting – pregnant, zwanger
in verzet komen - opsteken
in vieren gedeeld (herald.) ecarelé
in voice - i.v.
in volgorde resp. (respectievelijk)
in volkomen gezondheid - blakend
in volle vergadering - in pleno
in volle zee buitengaat
in voorkomend geval eventueel, evt., gebeurlijk
in voorraad – reserve, voorhanden, voorradig
in vorm gegoten metaal - afgietsel
in vrede i.p. (in pace)
in vrijheid stellen - loslaten
in vroeger tijden eertijds olim, ooit, weleer, voorheen
in vuur en vlam staan - branden
in vuur verguld zilver – vermeil
in waarde gelijk zijn - opwegen
in water dompelen dopen
in water zwevende organisme nekton, plankton
in weerwil van – (des)ondanks
in welk geval c.q. (casu quo)
in wezen samenvallend – identiek
in wezen zijn - bestaan
in wijde plooien schikken – draperen
in wilde vaart naderen – aanstormen
in woede geraken – opsteken
in woede razen - tieren
in zee liggende ondiepte plaat, strandwal, zandbank
in zee uitstekend gebergte kaap
in zee uitstekende dam pier, wandelhoofd
in zee uitstekende landpunt landtong, tong
in zee uitstekende landpunt tussen twee riviermonden – plei
in (zeer) hoge mate - dermate, dodeljjk, nameloos
in zekere mate – nogal
in zekere toestand komen - geraken
in zich opnemen inademen, inhaleren
in zichzelf gekeerd - eenzelvig
in zijn geheel en bloc, integraal
in zijn huis - thuis
in zijn sas - tevreden
in zijn sas zijn - vrolijk
in zijn schik - ingenomen
in zijn uppie - afgezonderd, alleen, eenzaam
in zijn vaart belemmeren - remmen, stuiten, vertragen
in zijn vuistje lachen - gnuiven, gniffelen, ginnegappen
in zo hoge graad - dermate
in Zuid Amerika voorkomende vogel agami. kolibrie
in zwang - levend
inactief – schizoï
d, werkloos
inachtneming betrachting, nakoming, observantie, opvolging, waarneming
inadembaar - respirabel
inademen - inhaleren,
inademing aspiratie, inhalatie
inaliënabel - onvervreemdbaar
inalterabel - onbederflijk, onveranderlijk, stabiel
inamovibiliteit - onafzetbaarheid
inaniteit - nietigheid
inanitie - afmatting, hongering, ondervoeding, ontbering, uitputting
Inanna - Esjtar, Isjtar
inattentie - achteloosheid, onachtzaamheid, onoplettendheid
inauguratie intrede, intreerede, inwijding
inauguratierede oratie
inaugurele rede - oratie
inbaar - invorderbaar
inbakken - inkrimpen, slinken
inbannen - introeven, troeven
inbeelding hersenschim, imaginatie, imagineren, presumptie, trots, trotsheid, verbeelding, verwaandheid, visioen, waan
inbegrepen impliciet, inclusief, incluis, incl., meegerekend, inbegrijpen - subsumeren meegeteld, met
inbeslagneming beslaglegging, confiscatie, saisie
inbeuren - intillen, ontvangen
inbewaringstelling - detentie, hechtenis
inbezitneming occupatie
inbezitneming (wederrecht.) - diefstal, embargo, occupatie, toeëigening, verovering, usurpatie
inbezitstelling - immissie
inbinden - bedwingen, innemen, matigen, ophalen
inblazen - souffleren
inblazing - inspiratie, insuffatie
inblikken - conserveren
inboedel - ameublement, boedel, boel, huisgoed, huisraad, inventaris, meubelement, meubels, meubilair
inboegen - instevenen, invaren
inboeken - registreren
inboeten - verliezen, verspelen
inboezemen - ingeven, inspireren
inboorling inheemse, inlander, inwoner, kreool, landzaat, native, naturel
inboorlingen - natives
inboorlingendorp - kraal, nederzetting
inboorling van Afrika Bantoe, Bosjesman, Hottentot, Kaffer, neger, pygmee, Zoeloe
inboorling van Arabië Arabier
inboorling van Groenland Eskimo
inboorling van Madagascar - hova
inboorling van de Filippijnen - Negrito
inboorling van Nieuw Zeeland Maori
inboorling van Sandwicheilanden - kanaka
inboorling van Savooie - Savooiaard
inboorling van Sumatra - Batak
inboorling van Suriname - Marron
inboorling van West Irian Papoea
inboorling van Zuid Afrika Hottentot, Naturel
inborst aard, geaardheid, gemoed, gemoedsaard, gestel, innerlijk, karakter, natuur, tuk
inbouwen - omringen
inbraak - diefstal, inbreking, kraak
inbraakvrije kast - brandkast
inbraakvrije ruimte - kluis
inbraak doen - inbreken
inbreken - kraken, sabberen (barg.)
inbreker dief, geveltoerist, indringer, insluiper, kraker, rover
inbreker (Fr.) - cambrioleur
inbrekerswerktuig met haken - krombek
inbreng - inleg, bijdrage
inbrenging aandeel, immissie
inbreuk - aanranding, aantasting, derogatie, infractie, krenking, ontheiliging, overtreding, schending, schennis, verkrachting, violatie
inbreuk op rechten van een verkoper - retract
in bruikleen afstaan - lenen
inbijting - maceratie
incantatie - betovering, toverspreuk, toverij
incapabel onbekwaam, ongeschikt
incapaciteit - onbekwaamheid, ongeschiktheid
incarceratie - kerkering, opsluiting
incarnatie menswording, vleeswording
incarnatie van Vishnoe Rama
incarneren - belichamen, verpersoonlijken
incasseerder - inner, kassier
incasseren - innen, ontvangen
incasso kassiersloon
incest - bloedschande
incident gebeurtenis, geschil, geval, hindernis, rel, stoornis, voorval
incidenteel bijkomstig, casueel, occasioneel, terloops, toevallig
incideren - insnijden
incipiëren - aanvangen, beginnen
incisie insnijding, snede
incisief - bijtend, scherp, snijdend
incitabiliteit - prikkelbaarheid
incitatie - aansporing, aanvuren, aaanzetten, aanzetting, ophitsing, opruiing, prikkeling, vermaning
inciteren - opruien, prikkelen
inclinatie genegenheid, geneigdheid, helling, neiging, verbuiging
includeren insluiten, bevatten
incluis - hinderen, inclusief, inbegrepen
inclusief inbegrepen, incluis, incl., medegerekend, meegerekend
incompatibel - incompetent, onbekwaam, onbevoegd, onverenigbaar
incompetent onbekwaam, onbevoegd
incompleet onaf, onvolledig, onvoltallig
inconciliabel - onverenigbaar, onverzoenbaar
inconsequent - onlogisch
inconsequentie in de versbouw - nakoloet
inconsistentie - onbestendigheid, onvastheid
inconstitutioneel - ongrondwettig
incontestabel - onbetwistbaar, onwedersprekelijk
incontinentie - bedwateren
inconveniënt - bezwaar, ongemak, ongerief
incorporatie - inlijving, menswording
incorrect - gebrekkig, onbehoorlijk, onjuist, onnauwkeurig
incourant - onverkoopbaar
increduliteit - ongelovigheid, twijfelzucht
increment - aangroeiing, toeneming
incriminatie - beschuldiging
incrustatie - invatting, omkorsting, verharding, verkalking
incubatie - broeiing
incubator - broedmachine, broedstoof
inculpatie - aanklacht
inculperen - aantijgen, beschuldigen
incunabel wiegendruk
incurabel ongeneeslijk, onheelbaar
indachtigmaking - herinnering
indagen - dagvaarden
indaging - bevelschrift, dagvaarding
indammen - bedijken
indecent aanstotelijk, onbetamelijk, onzedelijk onwelvoeglijk
indecisie - besluiteloosheid, onbeslistheid
indeclinabel - onverbuigbaar
indelen - classificeren, klasseren, rangschikken, rubriceren,
indelen in versvoeten - scanderen
indeling classificatie, divisie, plaatsing, rooster, splitsing, verdeling, partitie
indeling bij teamsport - opstelling
indeling van de bevolking in lagen - stratificatie
indeling van de lessen rooster
indeling van de yoga - bhakjyoga, gnanayoga, hathayoga, radjayoga
indeling van het plantenrijk - sporeplanten, zaadplanten
indeling van loofplanten - korstmossen, wieren, zwammen
indeling van sporeplanten - loofplanten, varens
indeling van zwammen - hifomyceten, schizomyceten
indelingsraad - keuringsraad
indemnisatie - vergoeding
indemniseren - vrijwaren
indemniteit - schadevergoeding
indenken - begrijpen, voorstellen
independent - onafhankelijk, zelfstandig
indeponeren - indoen
inderdaad (Ind.) betoel, daadwerkelijk, desondanks, echt, effectief, eigenlijk, feitelijk, fijn, immers, juist, leuk, maar, metterdaad, nauwlettend, ongetwijfeld, prettig, realiter, stellig, toch, waarachtig, waarlijk, warempel, wel, welbeschouwd welles, werkelijk, wezenlijk, zeker, zowaar
inderhaast haastig, raptim, terloops, tussendoor, vluchtig, ijlings,
indeterminabel - onbepaalbaar, onmeetbaar
indertijd - destijds, eens, eertijds, toen, toenmaals, voormalig, voorheen, vroeger, weleer
indeuken - blutsen
indeuking bluts, deuk, holligheid, put
index aanwijzer, afbeelding, bladwijzer, boekenlijst, inhoudsopgave, klapper, lijst, naamlijst, register, wijsvinger
India Bharat
India, berg in - Abu
India, deelstaat in - Assam, Bihar,Gujarat,Haryana,
Jammoe, Kasjmir, Kerala, Madras, Maharasjtra, Mysore, Nagaland, Orissa, Punjab, Rajasthan
India, epos van - Mahabharata
India, eretitel in - begam, begum
India, gebergteketen in - Ghats
India, gebied in - Doab
India, hoofdstad van - Delhi
India, munt in - Paisa, rupee
India, officiële schrift van - danagari
India, officiële taal van - Hindi
India, parlement van - Lok, Sabha
India, politicus in - Gandhi, Nehroe, Sjastri
India, protectoraat van - Sikkim
India, provincie van -
5 Assam, Bihar, Delhi
6 Kerala, Mysore, Orissa, Punjab
7 Gujarat, Haryana, Manipur, Tripura, Mizoram
8 Nagaland
9 Meghalaya, Rajasthan
10 Chandigarh
11 Maharashtra, Pondicherry
India, provinciehoofdstad in -
4 Aijal, Ziro
5 Patna, Simba
6 Bhopal, Bombay, Inphal, Jaipur, Kohima, Madras,
Panjim
7 Lucknow
8 Agartala, Calcutta, Shilong, Silvasa, Srinagar
9 Ahnadabat, Bangalore, Hyderabad, Kavaratti
10 Chandigarh, Trivandrum
11 Bhubaneswar, Pondicherry
India, rivier in - Beas, Bhima, Bias, Brahmapoetra,
Domadar, Ganges, Godavari, Gogra, Jumma, Histwa,
Mahanaci, Narbada, Yamuna
India, staat in Noord - Bihar
India, stad in - Bharata, Bhils, Nagas
India, stand in - brahmanen, ksatriyas, parias, sjudras, vaisyas
India, taal, gesproken in - Asamees, Bengali, Gujarati, Hindi, Kannada, Kasjmiri, Malayalam, Marathi, Oerdoe, Oriya, Punjabi, Rajasthai, Tamil, Telegu
India, weefsel uit - adatis
Indiaan - apache, Chirihoea, choctau, chunco, comanche, creek, Inca, mohikaan, Roodhuid, Sioux, Yoema, zwartvoet
Indiaan in Argentinië - Luie
Indiaan uit Bolivia - Arawak, Charca, Chica, Chriguano, Iten, Moxo, Sirione, acana, Uro
Indiaan uit Brazilië - Acroa, Amiranha, Anta, Arana, Arara, Arawak, Caraja, Birana, Bravo, Guana, Hauri, tariana
Indiaan uit Equador - Canelo, Cara, Jivaro, Palta
Indiaans dorp pueblo
Indiaans hoofdman uit Mexico Kazike
Indiaans opperhoofd cacique, chief, sachem
Indiaans scheepje - navette, tonie
Indiaans schoeisel - mocassin (riemschoen)
Indiaans symbool totem
Indiaans voedingsmiddel - pemmikan
Indiaans voedsel - pemmikan, Yuca
Indiaans volk - mixteken
Indiaans wapen - boetoe, bola, tomahawk
Indiaans werptouw bola
Indiaanse - squaw
Indiaanse beschermgeest - totem
Indiaanse bijl tomahawk
Indiaanse boer - peon
Indiaanse dame van hogere rang - begum
Indiaanse godheid - Manitou
Indiaanse hoofdman uit Mexico - kazike
indiaanse hut - tent, wigwam
Indiaanse knots - boetoe
Indiaanse kreet ugh
Indiaanse lasso - bola
Indiaanse nederzetting pueblo
Indiaanse schoen - mocassin
Indiaanse schuit - tonie
Indiaanse slang - naga, naja
Indiaanse slee tobogan
Indiaanse stamhoofd - sachem
Indiaanse strijdbijl tomahawk
Indiaanse taal - Algonkin, Athabaskisch, Caddo, Chinook, Hokan-Sioux, Irokees, Keres, mixteeks, Muskogee, Pemutisah, Salish, Shoshome, Tanoa
Indiaanse tent tipi, wigwam
Indiaanse vredespijp - calumet, kalumet
Indiaanse vrouw squaw
Indiaas zie: Indisch
Indiaas persbureau - PTI
Indiana, hoofdstad van - Indianapolis
Indianen hut - wigwam
Indianenschoen - mocassin
Indianenstam -
3 Ona, Oto, Uru, Ute, Yuk
4 Chol, Cora, Cree, Creek, Crow, Cuna, Hare, Hopi, Inca, Kato, Kusc,
Maya, Mono, Pima, Pomo, Tupi, Yuma, Utah, Zumi
5 Alsea, Campa, Chono, Creek, Haïida, Inca's, Nahua, Kiowa,
Maidu, Modoc, Otomi, Pipil, Sioux, Suka's, Supai, Turok,
Wappo, Wiyot, Xingu, Yaqui
6 Ahtena, Atsina, Aymara, Beaver, Bororo, Caraja, Cayuse,
Dakota, Dog rib, Eskimo, Jivaro, Lengwa, Micmac,
Nahane, Navajo, Nayaho, Nootka, Ojibwa, Osagen,
Papago, Pawnee, Pueblo, Slavey, Tucano, Tungas, Queché,
Warran, Wintum, Yakima
7 Apachen, Azteken, Bakairi, Beothuk, Chibcha,
Chinook, Choctaw, Guarani, Huichhol, Huronen,
Khotana, Kutehin, Naskapi, Natehez, Navahos,
Ojibwam, Potomac, Puelehe, Shawnee, Tahltan, Takelma,
Tlingit, Walapai
8 Abiponen, Aigonkin, Alaealaf, Algonkin, Arowaken, Botocudo, Caraïben, Caquetio, Carriers, Cherokee, Cheyenne, Chuckchi, Comanche, Delaware, Irokezen,
Kwakiutl, Louehoux, Malecite, Mixteken, Misquito, Muskogee, Sekanais, Seminole, Shoshone, Shoshwap, Tarasken, Tolteken, Tsimhian
9 Araueanen, Ashluslay, Bfackfoot, Chickasaw,
Chimakuan, Chipewyan, Comanchen, Kalapooia,
Mesealèro, Mohikanen, mundurucu, Saulteaux, Seminolen,
Tehuelche, Tonowaken, Tupinambe, Zapoteken
10 Bella bella, Chimmesayan, Chiriguano, Montaignes,
Moskekowug, Plains eree, Swampy cree, Tarahumara
11 Patagoniërs, Zwartvoeten
12 Patagoniërs, Plains ojibwa, Yellow knives
13 Carlbou eaters
Indianenstamhoofd in Amerika - cacique
Indianentrompet - kerrena
Indianenvoedsel - pemmikaan
Indiase tempel - yali
Indiase titel voor een vorstin - begum
Indiase tokkelluit - sitar
Indiase vorstin - rani
indicator aanwijzer
indiceren - aanduiden, aanwijzen
indicie - aanwijzing, kenteken
Indië Indonesië, Insulinde
Indiër - Indonesiër
indien als,(Eng.) If, bijgeval, ingeval, mits, tenzij, wanneer, zo
indien nodig te vervangen door subs(idair)
indienen - aanbieden, inleveren, inzenden, presenteren, voorleggen
indiener - presentant
indiener van een adres - adressant
indiener van een request adressant
indiener van een verzoek schrift adressant, suppliant
indiening inlevering, offerte, presentatie, voorlegging
indiening van bezwaren - reclamatie
indienne sits
indien nodig te vervangen door - subsidiair
indienstneming - lichting
indifferent lauw, ongevoelig, onverschillig,
indigent arm, behoeftig, nooddruftig
indigestie - spijsverteringsstoornis
indignatie misnoegen, verontwaardiging
indigo - blauw, donkerblauw
indigobloem - amorpha, indigotine
indigoplant anyl
indikken - condenseren
indiquiteil - onwaardigheid
indirect getrapt, middellijk, zijdelings
indirect verzekerde - meeverzekerde
indirecte belastingen - accijns, BTW, invoerrechten, omzetbelasting
indirecte celdeling - mitose
indirecte kerndeling - mitose
Indisch - Indiaas, Indonesisch
Indisch arbeider koelie
Indisch asceet - yogi
Indisch bedehuisje - langgar
Indisch bestuursambtenaar resident
Indisch bloempje melati
Indisch boek van de liefde - kamasutra
Indisch dichter - Bhartrhari, Bhatti, Dandin
Indisch bouwwerk boroboedoer, radode, stoepa
Indisch districthoofd - resident, wedana, wedano
Indisch dorp - desa, kampong
Indisch dorpshoofd - loerah, petinggi
Indisch draaikanon - lilla
Indisch een en al - atman
indisch edelman raden
Indisch eiland Amboina, Bali, Banka, Billiton, Boeroe Borneo, Celebos Ceram, Flores, Java, Lombok, Madoera Nias, Soemba, Soembawa, Sumatra, Ternate, Timor
Indisch geel - pioeri
Indisch gerecht ba(h)mi, ketoepat, lontong, nas(s)i(gorang), nasirames, roedjak
Indisch gewicht almene, candy, gantang, kati, kendi, likal, pikol
Indisch graangewas mais, rijst
Indisch grootvorst maharadja
Indisch handelsgewicht - pikol
Indisch heilig graf - kramat
Indisch hoofddeksel - hoofddoek, koepia , sarongkapalla
Indisch hert - muntjak
Indisch huurrijtuig - sado
Indisch inlands soldaat - sipoy
Indisch kapmes - golok
Indisch kledingstuk - badjoe, kabaja, sari, sarong
Indisch koninkrijk - Andhra
Indisch koord - tali
Indisch krijgsoverste - panglima
Indisch kwartje - stalie
Indisch landbouwer - tani
Indisch lang baadje - kabaai, kabaja
Indisch leger - K.N.I.L., N.T.L.,
Indisch levenselixer - amrita
Indisch magisch offer - pribihan
Indisch masseren - pidjitten
Indisch matje - tikar
Indisch matroos - laskaar, laskur
Indisch meisje - nonna
Indisch muiter - brandal
Indisch muziekinstrument ankloeng, anklong, bonang, demoeng, gambang, gender, ketoek, gong, kempoel, kendang, rebab, saron, soeling, tjalempoeng
Indisch mythologisch wezen - Garuda
Indisch nachtlampje - pelita
Indisch officier van justitie - djaksa
Indisch opzichter mandoer
Indisch orkest gamelan
Indisch paleis kraton
Indisch protectoraat - Sikkim
Indisch riet - glaga(h)
Indisch raadslid - edeleer
Indisch rolgordijn - kree
Indisch (of Perz.) rood - almagra
Indisch rijstveld - ladang, sawah, sawa
Indisch rijtuig - deleman, sado
Indisch rood - almagra
Indisch rund anoa, banteng, buffel, karbouw , lemboe, sapi
Indisch sabel - klewang
Indisch saffraan - geelwortel, koenir, koenjit, kurkuma
Indisch schaker tan
Indisch schepenemmertje - gajoeng
Indisch schiereiland - Malakka
Indisch schoonheidsmiddel - bedak
Indisch schrijver - Bana
Indisch slaginstrument kendang
Indisch smeersel - boreh
Indisch snaarinstrument dilruba, esraj, krontjong, sarangi, sarod, sitar, tamburi, vms, vina
Indisch toneel - stamboel, wajanggoleh, wajangwong
Indisch touw sero, tali
Indisch tovermiddel - Goenagoena
Indisch vaartuig - korakora, palma
Indisch visnet - sero
Indisch vlas jute
Indisch voedsel - maniok, nasi, rijst, sago
Indisch voertuig korakora, ossekar, sado, tani, toekang
Indisch vorst mogol mochol, nizam, radja
Indisch vorstenverblijf - puri
Indisch vrouwenkleed - sari
Indisch wapen klewang, kris
Indisch wijsgerig dichter - Tagaze
Indische aanplant - kebon
Indische adellijke dame - raden, radenajoe, radenadjen, sri
indische antilope - sasin
Indische arbeider - koelie
Indische archipel, behoort tot de - Filippijnen, Indonesië, Nieuw Zeeland, Irian
Indische asceet yogi
Indische ascetische mystiek - yoga
Indische bard - alvar
Indische been- en lendebekleding - kain
Indische bergketen - barisan, boekit, kendang
Indische boom alkanna, arenpalm, broodboom, castrorolieboom, djamboe, djati, doekoe, kemiri, kenari, klapper, koningspalm, lontar, mangistan, meelboom, nangkaboom, nipapalm, papajaboom, pisangboom, rasamala, sagopalm, sawoeboom, tamarinde, waringin, wonderolieboom, zuurzakboom
Indische boomsoort djati, doerian, sapan, waringin
Indische dadel tamarinde
Indische dakbedekking - atap
Indische dans - nrtya
Indische danseres bajadère
Indische demon - Bhoeta
Indische dodengod - Jama
Indische doodsgod - jama, yama
Indische draagdoek - slendang
Indische draaglast pikol
Indische draagstoel tandoe
Indische edelman - raden
Indische eenheidsstaat Hindi
Indische eretitel mahatma
Indische gedroogde stukjes vlees - dending
Indische geleerdentitel sjastri, pandit
Indische geluksgodin - Lakshmi, Shri
Indische geneeskundige - doekoen
Indische gitaar krontjong
Indische godheid Ardjoena, Boeddha Deva, Devi, Ganapati, Ganesja, Indra, Nandi, Vishnoe
Indische godin - Aditi, Hira, Laksmi, Lola, Sri
Indische god van de dood - Jama
Indische god van de liefde - Kama
Indische grensstaat - Assam, Maghalaya, Nagaland, Tripoera, West-Bengalen
Indische groet - slamat
Indische haardracht - kondée
Indische hanenklopbaan - wantilan
Indische heer - toean
Indische hennep - gonje, hasj(isj), jute
Indische houtskool - baseng
Indische huismeid - baboe
Indische instrumentale muziek - vadya
Indische kaste van sprookjesvertellers - bhat
Indische keizer - akbar
Indische kindermeid baboe
Indische klipzwaluw - salangaan
Indische koe sapi
Indische koning Asoka
Indische krokodil gaviaal
Indische lagere ambtenaar - mantri(e)
Indische lagere godheid - Gandharva
Indische landbouwer - tani
Indische leer - bhakti
Indische lengtemaat cubit
Indische ligmat tikar
Indische maat paal
Indische mand - krandjang
Indische markt passar
Indische matrozen laskaren
Indische munt paisa, roepia, rupee, sen
Indische muziek - gita, sangita, vadya
Indische mystiek - yoga
Indische mythologie - Ragveda
Indische Oceaan, eiland in de - Ambre, Anjouan, Madagascar
Indische palmsoort lontar
Indische plant rotan, rottan
Indische ploegbaas - mandoer
Indische prinses rani
Indische rivier kali
Indische rijksdaalder - ringgit
Indische schouderdoek slendang
Indische sierplant aloë
Indische soldaat g(h)urka
Indische spook - preta
Indische staat Assam, Bihar, Dardistani, Goedzjaraat, Harasjitra, Kerala, Madras, Maisoer, Orissa, Pendsjaab, Radsjastan
Indische taal Assami, Bengali, Gujaratti, Hindi, Kacchi, Kashmiri, Marathi, Nepali, Oriya, Pali, Pashtu, Punjabi, Sindhi, Tamil, Urdu, Vedi
Indische tempel pura, vali
Indische tempeltrom - padmasana
Indische titel Adipati, belhar, Mahatma, Pandit, r.m.
Indische toneelvorm - bhana
Indische trommel - tabla
Indische universele liefde - ahimsa
Indische vastendag - hartal
Indische vorst - cid, maharadja, mogol, nizam, radja, soesoehoenan, sultan
Indische vijgenboom waringin
Indische visfuik sero
Indische vismeelkoek - kroepoek
Indische vocale muziek - gita
Indische vogel beo
Indische volksleider - Gandhi
Indische vorst - maharadja, mogol, radja
Indische vrucht doekoe, doerian, manga, mango, nangka, papaja, zuurzak, doerian, zuurzak
Indische weduwe sutti
Indische wijn tari
Indische wijnsteen - cachou
Indische winkel toko, warong
Indiscreet - loslippig, onbescheiden, onkies
indispensabel loslippig, noodzakelijk, onmisbaar
indisponeren vertoornen
indisponibel onbeschikbaar
indium in.
individu eenling, enkeling, figuur, iemand, kerel, man, mens, persoon, solitair, sujet, vent
individualiseren - afzonderen
individualist - solitair
individualiteit - afzondering, ik, ikheid, persoonlijkheid
individuatie verbijzondering
individueel afzonderlijk, eigenaardig, op zichzelf, persoonlijk
indo creool, halfbloed, kleuring, mesties, mulat
Indo-China, deel van - Cambodja, Laos, Vietnam
Indo-Chinese taal - Birmees, Burmaans, Chinees, Dioi, Karen, Khamti, Lao, Li, Shan, Siamees, Thai, Tibetaans
Indoen - inslaan
indociel lastig, onhandelbaar
Indo-Europeaan - Ariër
Indo-Europeaan - Indogermaan
Indo-europese taal -
4 Iers, Lets, Pali, Saka
5 Brits, Deens, Duits, Frans, Fries, Hindi, Noors, Pools
6 Engels, Grieks, Iraans, Spaans, Zweeds
7 Albaans, Armeens, Bengali, Bretons, Faeroes,
Gotisch, Indisch, LitouwsLydisch, Lykisch, Pahlavi,
IJslands
8 Afghaans, Bulgaars, Gaelisch, Gallisch, Germaans,
Italisch, Keltisch, Kornisch, Perzisch, Prakrits,
Roemeens, Saksisch, Sanskriet, Slavisch, Slowaaks,
Sloweens, Sogdisch, Toehaars, Wallisch
9 Avestisch, Catalaans, Frankisch, Italiaans, Koerdisch,
Oekraïens, Portugees, Singalees
10 Anatolisch, Hettitisch, Nederlands, Sardinisch,
Tsjechisch
11 Dalmatiaans, Reto-romaans, Wit-Russisch
12 Servo-Kroaaks
Indo-europese volkeren groep - Germanen
Indo Germaan Ariër, Kelt
Indo Germaanse stam Kelten
Indo-Germaanse nomadenstam - Alanen
Indo-germaanse taal - Albanees, Armeens, Germaans, Grieks,
Italiaans, Keltisch, Latijn, Perzisch, Romaans, Slavisch
Indo-Iraanse taal - Afghaans, Hindoestani, Indisch, Iraans, Pali, Penjabi, Prakrits, Sanskriet
indolent apathisch, inert, laks, loom, lui, lusteloos, onverschillig, passief, sloom, traag, vadsig
indolentie - apathie, inertie, laksheid, loomheid, luiheid, passiviteit, sloomheid, traagheid, vadsigheid
Indolylazijnzuur - heteroauxine
indommelen insluimeren, plongeren, slapen, wegzakken
indompeling bad, diepgang, doop, immersie
Indonesië Indië, Insulinde
Indonesië bevolkingsgroep in Ambonezen, Atjeeërs, Bajao, Balinezen, Batak(ker)s, Buginezen, Dajahs, Dajaks, Javanen, Madurezen, Makasaren, Maleiers, Menadonezen, Minangkabauers, Papoea´s, Sundanezen, Toradja´s
Indonesië/ in...geboren Chinees baba
Indonesisch zie ook bij: Indisch
Indonesisch bergland - goenoeng
Indonesisch bloempje melati
Indonesisch bouland - ladang, tegal
Indonesië , deel van
3 Adi, Moa, Obi
4 Alos, Bali, Buru, Java, Muna, Nias, Sawu, Siau
5 Ambon, Buton, Damar, Djawa, Irian, Manuk, Rotti,
Seram, Sumba, Timur, Wetar
6 Banggi, Banka, Bawean, Borneo, Butang, Flores,
Gorong, Lombok, Madura, Maluku, Misool, Rakata,
Sipora, Tidore, Waigeo
7 Celebes, Enggano, Morotai, Salajar, Serasam, Siberut,
Singkep, Sumatra, Sumbawa, Tambora, Termate
8 Beliting, Billiton, Djailolo, Molukken, Saumlaki,
Sulawesi, Sumatera
9 Halmahera
10 Kalimantan
Indonesië, hoofdstad van - Jakarta
Indonesiër - Balinees
Indonesiër in Japan - Helho
Indonesisch bouwwerk - stoepa
Indonesisch dorp des(s)a, kampong
Indonesisch dorpshoofd - Loerah, Petinggi
Indonesisch eethuisje - warong
Indonesisch eiland zie eiland in Indonesië
Indonesisch feest - lebaran
Indonesisch fluitje - soeling
Indonesisch geestelijk leraar goeroe
Indonesisch geneesmiddel - obat
Indonesisch gerecht - bami, nasi
Indonesisch gewoonterecht - adat
indonesisch gewicht - amat, kati, pikol
Indonesisch hakmes - golok
Indonesisch handwerk batik, ikat
Indonesisch hert muntjak
Indonesisch hoofd panglima
Indonesisch huisjakje - kabaai
Indonesisch inheems landbouwer - tani
Indonesisch in olie knappend gebakken koekje - kroepoek
Indonesisch instrument ankloeng, gender, rebab soeling
Indonesisch jakje - baadje
Indonesisch-Japanse militie - heihoo
Indonesisch jute - goeni
Indonesisch kapmes - golok
Indonesisch katoenweefsel - Basta
Indonesisch kind - enak
Indonesisch kindermeisje baboe
Indonesisch kledingstuk - sarong, slendang
Indonesisch kustvaartuig - sampan
Indonesisch kwartje - stalie
Indonesisch leger - TNI
Indonesisch ligmatje - tikar
Indonesisch luit - gambus
Indonesisch meisje - nonnie
Indonesisch mens - orang
gong
Indonesisch mineraalwater - ajer, blanda
Indonesisch muskietennet - klamboe
Indonesisch muziekinstrument
4 gong, toda
5 kledi, lamba, mbeka, rebab
6 bangsi, gambus, gender, kasapi, merwas, rabana, robeka
7 ankledi, djungga, foi-mere, kendang, serunai, sinrili, soeling
8 ankloeng, genggong, késo-késo
12 gesong-kesong
Indonesisch nachtlampje - pelita
Indonesisch natuurreservaat - Baloeran, Oedjoengkoelon
Indonesisch niet bevloeid bouwland - ladang, liman
Indonesisch onbevloeid akkerland - tegal
Indonesisch onbevloeid bouwland - tegal
Indonesisch oprolbaar zonnescherm - kree
Indonesisch open huis - balé
Indonesisch orkest - gamelan
Indonesisch pakhuis - goedang
Indonesisch palmriet - rotan
Indonesisch persbureau - Antara
Indonesisch regentschap - Blitar, Bogor
Indonesisch rijstmesje - aniani
Indonesisch rijstveld sawah sawa
Indonesisch rijtuigje - deleman, sado
Indonesisch rund - buffel, karbouw, sapi
Indonesisch scheepje - caracor
ndonesisch schepemmertje - gajoeng
Indonesisch schouderverband - pikol
Indonesisch slaapmatje - tikar
Indonesisch soldaat in dienst van de Japanners tijdens de bezetting heibo
Indonesisch staatsman Hatta, Sjahrir, Soeharto, Soekarno
Indonesisch strijkinstrument - sarangi
Indonesisch taxi-fiets - betjah
Indonesisch touw tali
Indonesisch vaartuig - prauw
Indonesisch vleesgerecht - saté
Indonesisch voertuig sado
Indonesisch vogeltje - glatik
indonesisch volkslied - Indonesia raja
Indonesisch volksvoedsel - rijst
Indonesisch voorplein - aloenaloen
Indonesisch vorstenverblijf - kratoe, kraton
Indonesisch wachthuis gardoe
Indonesisch wagentje - bendie
Indonesisch wapen kris
Indonesisch weefsel - ikat
Indonesisch werptuig - bola
Indonesisch zonnescherm - kree
Indonesische adellijke titel Adipati
Indonesische akker ladong
Indonesische ambtenaar - pati
Indonesische arbeider - koelie
Indonesische badkamer mandiekamer
Indonesische bazaar - toko
Indonesische bergland goenoeng
Indonesische bloem - gambir, katjapiring, kemoening, kembangsepatoe, melatie, patjar, tembelehajam, tjinak,
Indonesische boer - tani
Indonesische boomsoort djati doerian, sapan, waringin
Indonesische buffel - karbouw
Indonesische Chinees - Kee
Indonesische dagloner - koelie
Indonesische dakbedekking - atap
Indonesische dichter - Anwar
Indonesische deelstaat - Negara
Indonesische dorpsbuurt - kampong
Indonesische draaglast pikol
Indonesische draaglast - pikol
Indonesische drank - arak, brem
Indonesische drukte - soesa
Indonesische edelman raden
Indonesische eetkraam - warong
Indonesische eilandengroep - Aroe, Batu, Roti, Saba
Indonesische feestmaaltijd slametan
Indonesische. fuik - ink, sero
Indonesische gedroogd met kruiden toebereid gesneden vlees - dendeng
Indonesische gevleugelde witte mier - larong
Indonesische godheid - Sri
Indonesische groet - heil, slamat, welvaren
Indonesische heer toe(w)an
Indonesische heester - gambir
Indonesische heiligdom - poeri
Indonesische hennep - jute
Indonesische hobo - serunai
Indonesische houten dakpan - sirap
Indonesische houtskool - areng
Indonesische inlandse boer - tani
Indonesische inlandse - laskaar, matroos
Indonesische jenever - pait
Indonesische jongeling - pemoeda
Indonesische jongere broer of zuster - ade(e)
Indonesische juffrouw - nonna
Indonesische kamponghond - gladakker
Indonesische kast - lemari
Indonesische kinderjuffrouw - baboe
Indonesische koe - sapi
Indonesische landbouwer - tani
Indonesische landmaat - bouw, patok
Indonesische leermeester - goeroe
Indonesische lengtemaat - paal
Indonesische ligmat - tikar
Indonesische maat bahoe, paal
Indonesische markt passar, pasar
Indonesische methode om weefsels fraai te kleuren - batikken
Indonesische moskee - mesigit
Indonesische munt - gobang, roepia(h)
Indonesische moskee - mesigit
Indonesische munt - gobang, ringgit, roepia(h), sen
Indonesische naam voor jenever - pait,split
Indonesische nachthagedis - gekko
Indonesische nachtlampje pelita
Indonesische nederzetting in N. Amerika - pueblo
Indonesische neushoorn - badak
Indonesische omslagdoek - sarong
Indonesische open winkel warong
Indonesische oppervlakte maat - bahu, bouw
Indonesische opzichter - mandoer, mantrie
Indonesische palm - aren, lontar
Indonesische palmwijn toeak
Indonesische peulvrucht - katjang
Indonesische plant - amoom, bamboe, betel, sirih
Indonesische ploegbaas - mandoer
Indonesische politiedienaar - geelbies, geelvink
Indonesische razernij - amok
Indonesische rieten mand voor verpakking - knaster
Indonesische rivier - kali
Indonesische rijksgrote panglima
Indonesische rijst nasi
Indonesische rivier air, ajer, Brantas, kali, Solo
Indonesische sierplant - aloë
Indonesische stad -
4 Palu
5 Ambon, Medan
6 Djambi, Malang, Manado, Padang
7 Bandung, Kendari, Kuppong, Makasar, Mataran
8 Bengkulu, Denpasar, Djakarta, Semarang, Surabaja
9 Pakanbaru, Palembang, Pontianak, Samarinda,
Surakarta
10 Balikpapan
11 Djokjakarta
12 Bandjermasin
Indonesische tafelbediende - spen
Indonesische talen Atjehs, Balisch, Bataks, Javaans, Madurees, Maleis, soundaas
Indonesische tempelplaatsen - Adsjanta, Euora
Indonesische titel voor vrouwelijke vorstelijke personen op Java en Madoera ratoe
Indonesische vesting - benteng
Indonesische volbloed - totok, Hollander
Indonesische vorst - ratoe
Indonesische vulkaan - Batur, Gede(h)
Indonesische winkel toko
Indonesische zalf – boreh
indoorsport - zaalsport
indopen – dippen, instippen, scheppen, soppen
indoping bad, dompeling, immersie
indriachtige - avahi, babakoto, sifaka, wolmaki
in drievoud - triplo
indrift - landweg, toepad
indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen
indrillen - instampen
indringen - binnendringen, doordringen, indrijven, infiltreren, penetreren
indringend afdoend, diep(gaand), grondig, indringerig, nadrukkelijk, penetrant
indringer - inbreker, infiltrant, insluiper, intrigant, kraker, kuiper, panthe, sluiper, spion
indringerig turen - loeren
indringing - penetratie
indroging - vochtafgifte, vochtverlies
indroog - gortdroog, kurkdroog
indruisen - botsen, disharmoniëren
indruk gevolg, idee, impressie, invloed, merk, moet, neep, prent. schets, sensatie, striem, spoor, uitwerking, teken, voetstap,
indruk in gewichten - merk
indrukking - deuk, impressie
indruk maken imponeren
indruk makend eerwaardig, pakkend, waardig
indruksel - deuk, moet, spoor
indruk, onder – bekommerd
indruk van een wiel - spoor
indrukwekkend aandoenlijk, aangrijpend, eerwaardig, grotesk, groots, hartroerend, imponerend, imposant, impressief, machtig, majestueus, monumentaal, ontzaglijk, roerend, sensationeel, statig, treffend
indrukwekkend met woorden - tirade
indruppeling - infiltratie, instillatie
indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen
indubitabel - ontwijfelbaar
induceren - afleiden, besluiten, overreden
inductie - beïnvloeding, gevolgtrekking, influentie, overreding, suggestie
inductieklos - bobine
induffelen - inbakeren, inpakken
indulgent - toegevend
indulgentie - aflaat, toegevendheid, tolerantie, verschoning
indulgestie aflaat, toegevendheid, verschoning
indult - dispensatie, respijt, uitstel
industrie fabriek, fabriekswezen, nijverheid
industrieel fabrikant
industrieus - vernuftig, vindingrijk
industriegebied Bot-Lekgebied , Mijnstreek, Roergebied, Zaanstreek
industrieel grootbedrijf - fabriek
industrieschool technicum
industriestad - fabrieksstad
Industriestad in Engeland Leeds, Liverpool Manchester, Oldham, Sheffield
industriestad in Nederland Amsterdam, Eindhoven, Enschede, Hengelo, Krommenie, Rotterdam, Tilburg, Zaandam
indutten inslapen, soezen
indijken - droogmaken, inpolderen
ineen compres, dichter, in elkaar, samen, tezamen, vereend, vast,
ineendraaiing - torsie
ineendrukken - verfrommelen
ineengedraaid - dral(touw)
ineengedraaide halmen om bossen te binden - strowis
ineengedraaide hennep - lording
ineengedraaide punt van een touw - slurp
ineengedraaide vlecht - tis
ineengedrongen beknopt, compensieus, corpulent, gezet, klein, kort
ineengedrongen pluim - spies
ineengedrukte, geperste massa - klamp, klont
ineengestampte aarde - pise
ineengevlochten aanvangsletters - monogram
in een klap - ineens
ineenlopende kamers suite
ineens abrupt, eensklaps, eensslags, onverwachts, opeens, pardoes, plots(eling), plotsklaps, subiet, terstond,
ineenschuiven (als bij een verrekijker) - telescoperen
ineenschuiving - invaginatie
ineensluiten - passen
ineensmelten - amalgameren
ineen smelting eenmaking, fusie, samensmelting, unificatie
ineenstorten - neervallen
ineenstorting afbrokkeling, bezwijking, collaps, debacle, inzakking, krach, mislukking, ondergang, prostatie
ineenstorting van koersen krach, slump
ineenvloeien - conflueren, samenstromen
ineen voeging inlas
ineenzakken - bezwijmen, flauwvallen, instorten
ineenzetten - construeren, samenstellen
ineen zetting montage
inefficiënt - ondoelmatig, onhandig
inegaal oneffen, ongelijk, veranderlijk
inenten inoculeren, vaccineren
inenting inoculatie, spuit, vaccinatie
inentingsbriefje - pokkenbriefje, vaccinbewijs
inentstof - koepokstof, serum, vaccin
inept absurd, dwaas, ongerept, ongerijmd, zot
ineptie - zotheid
inert apathisch, futloos, indolent, laks, langzaam, loom, lui, sloom, traag, willoos
inertie - apathie, bezittend, indolentie, inert, inexorabel, laksheid, loomheid, luiheid, sloomheid, traagheid, onverbiddelijk
inetsen - graveren
inexperiëntie - onhandigheid, onervarenheid
inexplicabel - onoplosbaar, onverklaarbaar
inexpressibel - onuitsprekelijk
infaam aanstotelijk, abject, eerloos, ergerlijk, gemeen, laag, laaghartig, laf, schandalig, schandelijk, snood, vuil
infamant - onterend
infamie eerloosheid
infanterie inf. ,voetvolk
infanterist peon, piolu, riot, soldaat, voetknecht, zandhaas
infanterist uit het oude Griekse leger - peltast
infantiel flauw, kinderachtig, kinderlijk
infantilisme - onvolwassenheid
infarct - hartaanval, (vaat)verstopping
infatigabel - onvermoeibaar
infatuatie - inbeelding, verwaandheid
infavorabel - ongenegen, ongunstig, onvoordelig
infect - aangestoken, afschuwelijk, besmet
infecteren - besmetten
infectie aansteking, besmetting, ontsteking, sepsis
infectieziekte
3 bof, tbc
4 pest
5 droes, griep, lepra, tyfus
6 angina, pokken
7 cholera, druiper, malaria, mazelen, sifilis, sjanker, tetanus,
8 difterie, Kala-azar, miltvuur, nekkramp, roodvonk,
trachoom
9 influenza, kinkhoest, paratyfus, vlektyfus
10 dysenterie, erysipelas, trichinose,
11 malta-koorts, slaapziekte, tuberculose, waterpokken
12 hondsdolheid,
15 pappatacikoorts,
16 kinderverlamming, papegaaienziekte
17 amoebedysenterie
infectieziekte bij het vee - miltvuur
infereren - afleiden, besluiten
inferieur minderwaardig, ondergeschikt, slecht
inferieure - mindere
inferioriteitscomplex - minderwaardigheids, complex
infernaal boosaardig, duivels, hels
inferno - hel
infertiliteit - steriliteit
infesteren -invallen, plagen, verontrusten, verpesten
infideel - ontrouw, trouweloos
infideles - heidenen, ongelovigen
infideliteit - ontrouw, trouweloosheid
infiltrant - binnendringer, indringer, doorzijging
infiltratie - doorsiepeling, indringing
infiniteit - eindeloosheid, oneindigheid
infinitesimaalrekening - differentiaalrekening, integraalrekening
infirmarius - kloosterarts, ziekenvader
infirmerie - hospitaal, ziekenboeg, ziekenhuis
inflammatie - brand, ontsteking
inflammeren - ontbranden, ontsteken
inflatie - devaluatie, geldontwaarding, waardevermindering
inflecteren - (ver)buigen
inflexie - afwijking, buiging
inflexibel - hardnekkig, onbuigzaam
inflictie - strafoplegging, vonnis
influenceren - beïnvloeden
influentie - invloed, inwerking
influenza griep
influenzalijder - grieppatiënt
influisteren inblazen, souffleren, voorzeggen
influistering - inblazing
informaliteit - ambtsvergrijp, onvormelijkheid
informant - zegsman
informatie bericht, boodschap, gegeven, inlichting, mededeling, melding, nasporing, navraag, nieuws, onderricht, onderzoek, tip, voorlichting
informatiebureau V.V.V., A.N.V.V., A.N.W.B., K.N.A.C.
informatiecentrum - documentatiedienst
informatiedienst inzake lectuur l.D.l.L, prisma
informatie-eenheid in computer - bit
informeel - officieus, onvormelijk, voorlopig, vrijblijvend
informeren onderrichten, navragen, inlichten, vernemen, vragen
infra - beneden
infraktie - afwijking, schending
infraroodstraling - warmtestraling
infructueus - nutteloos, vruchteloos
infunctietreding - ambtsaanvaarding
infusie - aftreksel, infuus
infusiediertje - afgietseldiertje, monade
infusoriën - afgietseldiertjes
infusoriënaarde - kiezelgoer, kiezelgur
ingaan aanvangen, beginnen, betreden, binnengaan, inlopen, intreden, inwilligen
ingaan op een bod - reflecteren
ingaan op iets - reageren
ingaderen - innen
ingang aanvang, aditus, begin, deur, entree, kek, intrede, intree, introduktie, introïtus, monding, opening, poort, toegang, voorspel
ingang der onderwereld - Acheron
ingang doen vinden onder de mensen - populariseren
ingang tot een lichaamsholte - introïtus
ingang trachten te doen vinden - propa(gand)eren, propageren
ingang van een groot gebouw - propylaeon
ingang voor voertuigen - inrit
ingebeeld - arrogant, denkbeeldig, genoegzaam, gewaand, hersenschimmig, illusior, imaginair, kwasterig, laatdunkend, minachtend, nuffig, onwezenlijk, pedant, putatief, suffisant, verwaand
ingebeelde kwaal hebbend - hiep, hypochondrisch
ingebeeld meisje - nuf, trut
ingebeeld wicht - nuf
ingeblikt vlees - cornedbeef
ingeboren aangeboren, ingeschapen, inheems, natuurlijk
ingeboren aandrift - instinct
ingeboen aard - naturel, natuur
ingebouwde deurtoegang - portiek
ingebouwde pilaar - pilaster
ingebracht huwelijksgoed van de vrouw - bruidsschat, illaten
ingebruiknemen openen
ingebruikneming - aanvaarding, betrekken, bezetting
ingeburgerd - aanvaard
ingedampt - gecondenseerd
ingedampt aftreksel van zoethout - drop
ingedeelde afstand etappe
ingedikt gecondenseerd
ingedikt vleesnat - gelei
ingedikt vruchtensap - gelei, jam, siroop
ingedroogd sap als looistof kino
ingedijkt land kaag,kage, koog, polder
ingedijkte kwelder zeepolder
ingegeven gedachte - idee, plan, suggestie
ingegroefde lijn in papier - rillijn
ingehouden beheerst, verbeten
ingehouden (muz.) retenuto
ingehouden winst reserve
ingekankerd hecht, ingeworteld, onuitroeibaar
ingekeept - gekarteld
ingekeept hout - kerfstok, lurf
ingekeerd - aandachtig, devoot, indachtig, introvert, vroom
ingekwartierd soldaat garnisair
ingelast - episodisch, ingevoegd
ingelegd - geconserveerd, gekonfijt, ingemaakt
ingelegd in azijn en kruiden - gemarineerd
ingelegd geld - inlaag, inleg, inzet, pot, bank
ingelegd werk - gemarineerd
ingelegd parelsnoer intaglio
ingelegd zuur, Maleis - atjar
ingelegde dijk - inlaag
ingelegde geldsom - inlaag
ingeleverd stuk - memoriaal
ingemaakt - geconserveerd, gemarineerd, ingelegd, ingezouten
ingemaakte vruchten confituren
ingemeen - laag, min, miniem
ingenaaid ing., gebrocheerd, gekartonneerd
ingenieur - ing., ir., technicus, technoloog
ingenieursopleidingsinstituut - T.H.
ingenieus - scherpzinnig, vernuftig, vindingrijk
ingenium - aanleg, talent
ingenomen bekoord, bezet, blij, gesteld, tevreden, verwaand
ingenomenheid - instemming, sympathie
ingenomenheid met zichzelf eigenliefde
ingenomen met - blij, tevreden, ongekunsteld
ingenomen plaats - positie
ingénu argeloos, naïef, ongekunsteld
ingepekelde kabeljauw - moluwe
ingeroest ingeworteld, muurvast, vonuitroeibaar, astzettend
ingeschapen aangeboren, infuus, natuurlijk
ingeschapen aandrift instinct
ingeschapen neiging - bezieling, drang, impuls
ingescheurde huid langs de nagel - nijnagel
ingeschoven krantenbericht entrefilet
ingeslagen gedeelte inslag
ingesleten gewoonte - sleur
ingesloten - afgesloten, bijgaand, bijgevoegd, incl., incluis, ingebouwd, inclusief, latent, omringd, omsingeld, p.c.
ingesloten afzijdig verdedigbare stelling - egelstelling
ingesloten land - delta
ingesloten landstreek - waard
ingesloten ruimte van een Romeinse woning atrium
ingesloten stuk land enclave
ingesloten vlakte - rondeel
ingeslotene - incluse, recluse
ingespannen aandacht ademloos
ingespannen denken hoofdbrekens, piekeren
ingespannenheid moeite
ingetogen - abstinent, ascetisch, bedaard, bescheiden, bezadigd, eerbaar, gaaf, heus, kalm, kies, koel, kuis, maagdelijk, matig, modest, nederig, onbesmet, onbevlekt, preuts, pudiek, rein, sober, stemmig, vroom, zedig
ingetogen levenswijze - ascese
ingetogenheid bescheidenheid, gevoeligheid, keurigheid, kiesheid, modestie, reservatie,
ingeval als, gesteld, ig, indien, mits, wanneer
ingeven inblazen, inspireren, suggereren, toedienen
ingeving - aanblazing, bezieling, geest, idee, inblazing, influistering, inspiratie, inspraak, intuïtie, inval, opgeven, suggestie, vonk, voorgevoel
ingevlochten - episodisch
ingevoegd - ingelast
ingevoerd - geimporteerd
ingevolge door, mits, n.a.v., overeenkomstig, tengevolge, volgens, wegens
ingevolge ener gelofte gestichte kerk votiefkerk
ingevouwen strook - inslag
ingevroren product - diepvries
ingewand aarsdarm, cel, darm, endeldarm, gal, galblaas, kronkeldarm, lever, long, luchtpijp, maag, milt, nier, pens, slokdarm, strottenhoofd
ingewanden - darmen, entera, intenstine, viscera
ingewand van een big, varken - kurre (gewest)
ingewand van een dier - beuling, gewei(de), ingeweide
ingewand van een haring - gel, grom
ingewand van een slachtdier - trijp (gewest)
ingewand van een vis beuling, grom
ingewandsbreuk - hernia
ingewandskramp koliek
ingewandswormen draadworm, entozoa, helminthen, lintworm, spoelworm
ingeweven plooien - plisse
ingewijde adept, expert, insider, orgiast
ingewikkeld benard, benauwd, bewerkelijk, bezwarend, complex, delicaat, drukkend, duister, epineus, gecompliceerd, geleerd, hachelijk, humeurig, intricaat, lastig, lichtgeraakt, moeilijk, netelig, onbegrijpelijk, onereus, ongemakkelijk, pijnlijk, penibel, precair, samengesteld, tortueus (fig.), veeg, verward
ingewikkeld maken - compliceren
ingewikkelde samenhang - verband
ingewikkeldheid - complexiteit
ingeworteld - diepliggend, ingeroest, onuitroeibaar, radicaal
ingewijde - adept, deskundige, expert, insider, kenner, orgiast
ingewijde in geheime kunsten - alruin
ingezameld geld collecte
ingezetene bewoner, burger, inwoner, poorter
ingezet stuk - inlas, las
ingezonden mededeling - advertentie, im, reclame
ingezonken - depressief, diepliggend, hol, moedeloos
ingezouten ingemaakt
ingezouten kool zuurkool
ingezouten voedsel - inmaak
ingieten (geneesk.) - infuseren
inglippen - binnengaan, binnensluipen, infiltreren
ingluren - inkijken, loeren, voyeren
ingooi - inworp
ingot - baar
ingraven - begraven
ingraveren - ingroeven
ingrediënt bestanddeel, deel, element
ingrediënt der rijsttafel kroepoek, lombok, sambal, saté, trasi
ingreep - inbreuk
ingriffen - graveren
ingrijpen - optreden
ingrijpend doordringend, drastisch
ingroeien - inwortelen
ingroen - zenegroen
ingroeven ingraveren
inhaaltalie achtertalie
inhaalwedstrijd - poursuite
inhabiliteit - onbekwaamheid, onbevoegdheid
inhaerent - aanklevend, samengaand
inhalatie - inademing, respiratie
inhalen achterhalen, begroeten, bergen, binnenleiden, binnenhalen, inademen, innen, inpalmen, intrekken, introduceren, ontvangen, oplopen, passeren, verminderen, vernauwen, verwelkomen, winnen, zwichten
inhalen van het anker - hieuwen
inhaleren inademen
inhalig - begerig, deun, gierig, grijperig, gulzig, hebberig, hebzuchtig, hongerig, schraapzuchtig, schraperig, schrokkerig, schrokkig, vasthoudend, vrekkig
inhalige - vrek
inhalige schoonvader van Jacob - Laban
inhalige vent - gierigaard, haai, hapshaar, schraper, vrek
ijhaligheid - begerigheid, gierigheid, hebzucht, schraapzucht
inhaling - fiscaal, fiskaal
inham baai, bocht, boezem, buiging, cala, estuarium, etang, fjord, haf, holligheid, holte, hop, indeuk, kreek, lagune, nis, sinus, zeearm, zeeboezem
inham aan de kust hop
inham achter landtong - haf
inham der Noordzee - Lauwerszee
inham in een muur - nis
inham in de Oostzeekust - foerde, fö(h)rde
inham van de zee gescheiden door een schoorwal - lagune
inham in een rotsachtige kust fjord
inham met getijdenwerking – estuarium
inham op Texel - slufter
inhamvan een zee - baai
inham van de zee gescheiden door een schoorwal lagune
inhechten - hechten, vastmaken
inhechtenisneming arrestatie, gevangenneming
inheemsen - inboorlingen
inheems aborigineel, autochtoon, endemisch, indigeen, inlands , natief
inheems bestuursambtenaar - wedana
inheems districthoofd - demang
inheems dokter djawa
inheems gebruik - adat, zede
inheems gebruik in Indonesië - adat
inheems geneeskundige - doekoen, medicijnman
inheems hoofddeksel - fez, kepala, kopiak, sarong, songkok, toppie
inheems maken van planten en dieren - acclimatiseren
inheems opzichter - mandoer, mantri
inheems plantengeslacht - nardus
inheems vaartuig - prahu, prauw
inheems volksleger T.R.l.
inheems zoogdier - dingo
inheems zoogdier in Australië - dingo
inheemse bewoner van Nieuw-Zeeland - Maori
inheemse dagloner koelie
inheemse dokter - djawa
inheemse eend - taling
inheemse gebruiken - adat
inheemse opzichter - mandoer
inheemse plant - nardus
inheemse roofdier - edelmarter
inheemse streekvolksziekte - endemie
inheemse vogel - maraboe
inheemse zangvogel - paap
inheemse zeden - adat
inheemse ziekte endemie
inheemse zwemvogel - gans
inheemsen - inboorlingen
inheien - indrillen, inprenten, instampen
inheiïng der palen - palificatie
inherent - aanklevend, eigen, samengaand, verbonden
inhereren - aankleven
inhiberen stuiten, verbieden, verhinderen
inhoud allooi, begrip, betekenis, bevatting, boring, capaciteit, formaat, gehalte, grootte, index, luid, maat, overzicht, register, ruimte, samenvatting, substantie, tekst, teneur, volume
inhoud van een bijenkorf raten
inhoud van een ei - struif
inhoud van een geschrift - teneur
inhoud van een gezwel etter, pus
inhoud van een lichaam vol., volume
inhoud van een thermometer kwik
inhoud van een vlak berekenen - kwadreren
inhoud van het ruim van een schip - bulk
inhoud uitdrukkend kubiek
inhouden - afremmen, bedwingen, begrijpen, behelzen, besluiten, beteugelen, betomen, bevatten, impliceren, intomen, korten, luiden, omsluiten, omvatten, onderdrukken, ophouden, reserveren, tegenhouden, vervatten
inhoudend retenuto, ritardando
inhoudsloosheid - leegte
inhoudsmaat aam, achtel, anker, cc, cl, centiliter, dl., decaliter, dekaliter, deciliter, dozijn, emmer, gallon, hl., kan, kl, kop, last, legger, liter, l., lorrie, maatje, mingel, ml, milliliter, mud, okshoofd, pint, registerton, schepel, snees, snel (1/2 pint), spint, stêre stoop, toelast, ton, vat, viertel, vim, wisse,
inhoudsmaat bij schepen - registerton
inhoudsmaat van balken - tuit
inhoudsmaat (Indisch) gantang, kati, kojan, pikol
inhoudsmaat voor droge waren - mud, spint
inhoudsmaat voor wijn anker, legger
inhoudsopgave - afbeelding, bladwijzer, index, overzicht, register
inhoud van spuitbussen - aerosol
inhoudsvermogen capaciteit
inhouwen - inhakken
inhuldigen - inaugureren, inwijden
inhuldiging inauguratie, initiatie, installatie, intronisatie, inwijding
inhumaan gevoelloos, onmenslievend, onwelwillend, wreed
inhumatie begrafenis, teraardebestelling
inimitabel onnavolgbaar
iniquiteit - onbillijkheid, ongerechtigheid
initiaal – beginletter, (voor)letter, kapitaal
initialen van een internationale organisatie V.N., O.A.E., OAS., U.N.O., N.A.T.O., N.A.V.O., S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O.
initialen van een omroep K.R.O., V.P.R.O., A.V.R.O., V.A.R.A., l.K.O.N., I.K.O.R., N.C.R.V., T.R.O.S., E.O.
initialen van een politieke partij B.P., A.R.P., C.H.U., C.P.N., G.P.V., K.V.P., P.S.P., S.G.P., V.V.D., P.v.d.A.
Initialen van een scheepvaartmaatschappij H.A.L, K.P.M., S.M.N., K.N.S.M.
initialen van een sportvereniging
K.N.V.B., K.N.A.U., K.N.A.C., A.N.W.B., K.N.S.B.
initialen van een vervoersmaatschappij N.S., K.LM., A.T.O., N.B.M., N.Z.H.T.M., V.A.D.
initiatie inwijding
initatief - aanpak, aanstichting, toedoen, voorgang, voorstel
initiëren iinaugureren, nleiden, invoeren, inwijden
injecteren - inenten, inspuiten, prikken, vaccineren
injectie inspuiting, prik, shot, spuitje, vaccinatie
injectienaald - canule (hol)
injectiestof sera, serum, koepok, vaccin
injector - inspuitpistool, inspuittoestel
injunctie - inscherping, voorschrift
injurie belediging, hoon, mishandeling, schade
ink inkol (soort net)
inkaartbrenging - cartografie
Inkacultuur - Chavin, Chimu, Mochica, Tiahuanaco
Inkagod - Inti
Inkaheerser - Atahulpa, Capaq, Huascar, Huyana, Pachacuti, Yupangui
Inkaheiligdom - huaca
inkappen van bomen - toppen
inkapselen - inhullen, insluiten
inkarnaat morgenrood, vleeskleur
Ink’s, drinkbeker van de - kero
Inka’s, gouverneur der - tucricuc
Inka’s, maangodin van de - Mamaquila
Inka’s , taal der - Quechua
inkavolen - inkalven, inkepen
inkeep - inkerving
inkeer bekering, berouw, bezinning, inversie, spijt
inkepen - groeven, insnijden, kartelen, kerven
inkeping bluts, cannelure, doorsnede, gergel, groef, hakkel, inkeep, inkerven, inkerving, inlating, kartel, karteling, keep, kerf, knip, kras, kroos, kruissnede, nert, schrap, snede, snee, uitholling
inkeping in een ton - gergel, kroos
inkerkering opsluiting
inkerven - insnijden, kartelen, insnijden, ritsen
inkerving - groef, kartel, snee
inkleding - bewoording
inklemming (med.) - incarceratio
inklinken indragen, inkrimpen, inzakken, krimpen, slinken,
inklinkende grondsoort veen
inkoken - indampen, verkoken
inkoling - carbonificatie
inkomen bezoldiging, binnenkomengage, gage, gewin, honorarium, loon, revenuen, salaris, verdienste, wedde
inkomend - binnenkomend, ingaand
inkomende landverhuizing - immigratie
inkomst - binnenkomst, entree, inhaal, intocht, intrede, intree, tree,
inkomsten - revenu
inkomsten aan entreegelden - recette
inkomsten van geestelijke - prebende
inkopen - aanschaffen, indoen, inslaan
inkorten - bekorten, couperen, inkrimpen, nnemen, snoeien,
inkorten van bloemen – snoeien
inkorten van een staart - couperen
inkorting - verkorting
inkrassen - graveren, griffe(le)n, raderen, ritsen
inkrassing - keep, kerf, ril, rits
inkrimpen - afnemen, bekorten, beperken, geerten, minderen, samentrekken, slinken, verkorten, verminderen,
inkrimping - beperking, restrictie, restriktie
inkrozing - gergel, kroos
inktappel galnoot
inktgrondstof gal(noot), ijzerhout
inktkussentje - tampon
inktkussentje om een drukvorm van inkt te voorzien tampon
inktmop klad, vlek
inktopdruk - stempel
inktsoort - bister
inktsteen atramentsteen
inktvis achtarm, argonauta, decapoda, kalmar, koppotige, kraak, lamprei, lolige, nautilus, neteldier, octopoda, octopus, poliep, sepia, sepiola, spirula, straaldier, tienarm, toverlamp, veelarm, zeekat
inktvlek - klad, mop, spat, spet, vlek
inktzwarte mist - smog
inkuilen - conserveren, ensileren, putten
inkuiling van veevoeder ensilage
inkwartieren biljeteren, huisvesten, legeren
inkwartiering - huisvesting, legering
inlaagdijk - inlaag, slaper, waardijk, zorgdijk
inlaat - opening, ventiel
inlaatrol - afvoerrol
inladen - embarkeren, laden, inschepen
inlage - inbreng, inleg, inslag, inzet, mise, storting
inlander autochtoon, inboorling, ingeborene, inheemse, landsman, landzaat, native, naturel
inlands inheems
inlands bestuursambtenaar - wedono
inlands dagloner - koeli, tani
inlands dansmeisje ronggeng
inlands dorp dessa, kampong, kraal, negerij, negorij
inlands gebruik - adat, zede
inlands godsdienstonderwijzer - goeroe
inlands medicijn - obat
inlands winkeltje warong, toko, waroeng
inlands zangvogeltje - boompieper
inlandse artsenij obat
inlandse bestuursambtenaar - wedono
inlandse dakbedekking – atap
inlandse gemeente - desa
inlandse grassen en granen - goudgerst, haver, helm, kamgras, kropaar, kweek, reukgras, rogge, struisgras, timothee, trilgras,
vossestaart, wilhelminagras, witbol
inlandse hotelbediende - djongos
inlandse huisbediende boy
inlandse hulptroepen barisan
inlandse infanterist in het Franse leger in Noord Afrika turco
inlandse klerk, schrijver - djoeroetoelis, magang
inlandse landbouwer tani
inlandse legerkorpsen - barisan
inlandse markt - pasar, passar
inlandse matroos - laskaar
inlandse medicijn obat
inlandse oorlogsvloot - hongi
inlandse open winkel - waroeng, warong
inlandse opzichter - mandoer
inlandse ploegbaas - mandoer
inlandse prins - pangeran(g)
inlandse rustbank - bale-bale
inlandse soldaat - turco (Fr. leger in Afrika)
inlandse soldaat in Oost-Afrika - askaro
inlandse tuinjongen - kebon
inlandse vesting (ind.) benteng
inlandse volksvoedsel - rijst
inlandse vorst - radja, soesoehoenan
inlandse woningen kampong
inlassen - inschuiven, insereren, intercaleren, interpoleren, invatten, invlechten, invoegen, inzetten, tussenplaatsen, tussenvoegen, tussenzetten
inlassing - epentese, epenthesis, inseraat, insertie, interpolatie, invoeging, parenthese, tussenlassing, tussenvoeging
inlassing van een klank in een woord - thesis
inlassing van een letter - epenthesis, inlasting, parenthese
inlaten - binnenlaten, opendoen
inlating - bemoeiing, deposito, inbreng, inlage, inleg, inmaak, inslag, mise, pot
inleg deposito, inbreng, inlage, inleg, inslag, inzet, pot, plooi, speelgeld, vulsel, zoom
inleg bij het spel - mise
inleg in een kledingstuk - inslag
inleg in een zeil - reef
inleg tegelwerk - mozaïek
inlegblad van tafel allonge
inlegeren - inkwartieren
inleggeld bank, inzet, mise, pot
inleggen - conserveren, inmaken, konfijten, parketteren, pekelen, zulten
inleggen in azijn - marineren
inlegger - spaarder
inlegkunst in hout - intarsia
inlegsel inseraat, insertie
inlegstof - azijn
inleg van geld - inzet, pot
inleg van kleding - zoom
inlegvel - bijblad, inlage
inlegwerk intarsia,marketterie, mozaïek
inlegzool - steunzool
inleiden - aandienen, initiëren, inleiden, introduceren, inwijden, preluderen, presenteren, voorstellen
inleidend - preliminair, voorafgaand
inleidend onderwijs propedeuse
inleidende brief - inleidingsbrief
inleidend werk stage
inleidende opmerkingen - prolegomena
inleidende rede - inleiding, preambul, voorrede
inleidende wetenschap - isagogiek
inleidend onderwijs - propedeuse
inleidend universitair onderwijs - propjes
inleidend werk - stage
inleider - aankondiger, conferencier, introduceren, introducteur, referent
inleider van een onderwerp - referent
inleiding aanhef, aanloop, aanvang, begin, entrada, exordium, intro(ductie), introïtus, opening, ouverture, preambule, prefatie, prelude, praeludium, prolegomena, prologos, proloog, protase, referaat, voorbereiding, voorbericht, voordracht, voorrede, voorspel, voorwoord
inleidingsbrief - geloofsbrief
inleidingshandelingen - preliminairen
inleidingskunst - isagogiek
inleiding der mis - introïtus (psalmvers)
inleiding in de wetenschap isagoge, logica, propedeuse
inleiding tot een muziekstuk ouverture, prelude, preludium, voorspel
inleven (weer) in de maatschappij - reclasseren
inleveren indienen
inlevering - indiening
inlichting - bericht, informatie, mededeling, opheldering, tip, verklaring
inlichting van een ingeweide hint, seintje, tip
inlichtingendienst B.V.D., C.I.A., F.B.I.
inlichting van een ingewijde - tip
inlopen - binnenvloeien, krimpen
inlossen - vrijkopen
inlijsten encadreren, omkaderen, zetten
inlijsting - kader, montuur
inlijven annexeren, bezetten, incorporeren, usurperen
inlijving - bezetting, incorporatie, usurpatie
inluiden - aankondigen
inmaak weck
inmaaksel - confituren
inmaakvrucht augurk
inmaken - conserveren, inleggen, konfijten, pekelen, steriliseren, zulten
inmaken in azijn en kruiden - marineren
inmaken van groente - wecken
inmenging bemoeiing, ingreep, interferentie, tussenkomst
inmiddels - alreeds, intussen, middelerwijl, ondertussen, onderwijl
innaaien - brocheren
innagelen - vastspijkeren
inname verovering
innemen - bekleden, bemachtigen, bezetten, doorslikken, drinken, gebruiken, inbinden, inpalmen, laden, opdrinken, ophalen, verkorten, veroveren
innemend aanminnig, aantrekkelijk, bekoorlijk, bevallig, charmant, gracieus, gunstig, hups, lief, lief(e)lijk, lieftallig, vriendelijk
innemendheid - charme, lieftallighid, vriendelijkheid
innemer - veroveraar
inneming inname, verovering
beuren, incasseren, opstrijken
innen - beuren, incaseren, invorderen, ontvangen, opstrijken
innen van een vordering - disponeren
inner - incasseerder
innerlijk aard, binnenste, gemoed, immanent, inborst, interieur, intrinsiek, inwendig, intern, karakter, kern, natuur, psyche, wezen
innerlijk aanwezig maar nu niet werkzaam - virtueel
innerlijk besef van goed en kwaad geweten
innerlijk oordeel geweten, smaak
innerlijk zelfvertrouwen moreel
innerlijke aandrift drang, impuls, roeping
innerlijke aansporing - aandrang
innerlijke drang – drift
innerlijke geaardheid – inborst, karakter
innerlijke gesteldheid - gemoed
innerlijke kracht intensiteit
innerlijke strijd tweestrijd
innerlijke waarde - gehalte
innerlijke zelfwaarneming - introspectie
innesteling - nidatie
innig amoroso, devoot, diep, dierbaar, gevoelig, hartelijk, intiem, intens, liefdevol, teder, teer, vurig, warm, zacht
innig berouw contritie, wroeging
innig en sterk - intens
innig gemeend - devoot, hartelijk, menens, ongeveinsd, oprecht, toegenegen
innigheid - hartelijkheid, intimiteit
innig medelijden - deernis, erbarmen, mededogen
innig samengaand - inh(a)erent, solitair, verbonden
innig verbonden - aaneengesmeed, onlosmakelijk, onscheidbaar
innig verenigen - verbinden
innig vertrouwen - geloof
innig verzoek - bede, bee, gebed, smeekbede
innig zijn innigheid
innige aansluiting van een woord aan het voorgaande - enclise, enclisis
innige droefheid - harteleed, (innig) verdriet
innige overtuiging - credo
innige verbondenheid - inh(a)erentie (van nature), solidariteit
innige verering devotie
innige vermenging van fijne vloeistofdeeltjes emulsie
innigheid - intimiteit
innobel - laaghartig
inning collectie, heffing, incassering, incasso, invordering, inzameling, ontvangst, perceptie, slagbeurt
inning van gelden - insasso
innocent argeloos, naïef, onnozel, onschadelijk, onschuldig
innocentie - eenvoud, onschuld
innovatie nieuwigheid
Ino - Leukothea
inobligaat - onverplicht
inobservatie - onachtzaamheid, slordigheid
inoculatie - immunisatie, inenting
inoculeren griffelen, inenten, vaccineren
inoffensief - onschadelijk
inontvangstneming - acceptatie
inopportuun ongelegen
inpakken - annexeren, bergen, bezetten, emballeren, inlijven, inwikkelen, ophoepelen, weggaan
inpalmen binnenhalen, inhalen, innemen, inpikken, paaien, veroveren
inpartibus infidelium - ipi
inpassen - invoegen
inpekelen inzouten, inmaken, zouten
inperken - bakenen, beknotten, bekorten, beperken
inperkingen bakenen
inpersen – impregneren, stouwen
inpikken – naasten, nemen, pakken, stelen,
inplanten inpoten
inplanting - implantatie
inploeging - sponning
inplooien van de zeilen reven
inpoeieren bepoederen, inpeperen, inwrijven
inpolderen bedijken
inpoldering - landwinning
inpompen - inheien, instampen
inpoten inplanten
inprangen inpersen, inklemmen, inwringen
inprenten aanpraten, benadrukken, verzekeren, wijsmaken
inprenting - inculcatie
inprikken van figuren op de huid - tatoeëren
inproppen - induwen
inquisiteur geloofsrechter, kettermeester
inquisitie geloofsgericht, kettergericht, ketterjacht, onderzoek
inquisitoor - ondervragend, onderzoekend
inrakelen - inharken
inrekenen - arresteren
inreven inhalen, reven
inri - kruistitel
inrichten - arrangeen, bestraffen, bijbrengen, installeren, kennis, oprichten, ordenen, organiseren, predisponeren, regelen, samenstellen, schikken, stichten,
inrichter - installateur, stoffeerder
inrichter van woning stoffeerder
inrichting apparaat, arrangement, constructie, etablissement, gebouw, genootschap, gesticht, indeling, instelling, instituut, interieur, kostschool, maaksel, mechanisatie, meubilering, ordening, organisatie, regeling, samenstel(ling), schikking, stichting, stoffering, tehuis, toerusting, toestel, vestiging
inrichting als herstellingsoord sanatorium
inrichting in onderzeeërs omschepen te ontdekken - asdic
inrichting om graan te malen maalderij, molen
inrichting om motor op gang te brengen - starter
inrichting om recht te doen - rechtbank
inrichting om stoffen te drogen ast, centrifuge, eest, droogstof, exsiccator
inrichting om stoffen te vernietigen destructor
inrichting om te drogen - eest
inrichting om te eten - eethuis, mensa, restaurant
inrichting om vee te slachten abattoir
inrichting tegen het rollen vaneen schip - stabilisator
inrichting tot belening - lommerd
inrichting tot bevestiging voor de bajonet - haft
inrichting tot fijnmalen van graan - molen
inrichting tot geneeskundigehulp - hospitaal, kliniek, polikliniek, sanatorium, ziekenhuis,
inrichting tot lijkverbranding - crematorium
inrichting voor besmettelijke ziekten quarantaine
inrichting voor communicatie - telefoon
inrichting voor daklozen - asiel, heilleger
inrichting voor dieren - asiel
inrichting voor geesteszieken - gesticht, stichting
inrichting voor het lanceren van torpedo's - hekbuis
inrichting voor isolatie - gevangenis
inrichting voor lopende patiënten - polikliniek
inrichting voor melaatsen - leprozerie
inrichting voor middelbaar onderwijs Gymnasium, H.B.S., Lyceum, H.A.V.O., MAVO,
inrichting voor opname van films en foto's - atelier, studio
inrichting voor opslag van goederen dépôt
inrichting tot het nemen van wisselbaden - sauna
inrichting voor het ontvangen van elektromagneet - antenne
inrichting voor het overladen van kolen uit spoorwagens in schepen - tip (Eng.)
inrichting voor het rechthouden van een auto in bochten - stabilisator
inrichting voor het slachten van vee - abattoir
inrichting voor het zichtbaarmaken van elektromagnetische golven - oscilliscoop
inrichting voor vis te roken - rokerij
inrichting voor zieken - hospitaal, sanatorium, ziekenhuis
inrichting voor zonnebaden - solarium
inrichting waar goederen gestoomd worden - stomerij
inrichting waar soldaten worden aangeworven - werfdepot
inrichting waar vaste delfstoffen gedolven worden - mijn
inrichting waar vis wordt gerookt - rokerij
inrichting (aan de boeg) om kabels van zeemijnen door te snijden - otter, paravaan
inrij - hek, inrit, oprijlaan, oprit, poort
inrijgen insnoeren
inrit inrij, oprijlaan, oprit, toegang
inroepen verzoeken, vindiceren, vragen
inroesten - ingroeien, vastgroeien
inrollen - inwinden, wikkelen
inrollen van bladeren - hyponastie
inruil - (ex)change
inruilauto - occasion
inruilen - inwisselen, uitwisselen
inruimen - inwilligen, ontruimen, toestaan, vrijmaken
inrukken - afmascheren, vertrekken, weggaan
ins - ens, hengsel
inschakelen aanzetten, inroepen, inzetten, tussenvoegen
inscharen - innen, verdienen, verkrijgen
inschenken geven, ingieten, tappen
inschepen embarkeren
inscherping - inculcatie, inprenting
in schijn - pseudo
inschikkelijk accommodabel, buigzaam, convenient, coulant, duldbaar, faciel, gehoorzaam, gepast, gevoegzaam, gewillig, goedig, goedmoedig, handelbaar, handzaam, kneedbaar, mak, meegaand, passend, plooibaar, soepel, toegeeflijk, toegevend, tolerant, verdraagzaam, vlot, volgzaam, welwillend, zacht
iinschikkelijker - milder
inschikkelijkheid - aanpassing, accommodatie, consideratie
coulance, meegaand
inschikkelijk zijn - couleren
inschikken - indelen, inschuiven, toegeven
inscriberen - aantekenen, boeken, inschrijven, intekenen, opdragen, optekenen, toewijden
inschrift inscriptie
inschrift op schilderijen of prenten - legende
inschrijden binnentreden
inschrijfboek - klapper, register
inschrijven aantekenen, boeken, inscriberen, intabuleren, noteren, optekenen, registreren
inschrijver abonnee
inschrijven als student - immatriculeren
inschrijven in hypothekenboek - ingrosseren
inschrijven van oorkonde of akte in een wettelijk register - registratie, registreren
inschrijver voor een lening - submittent
inschrijver op een periodiek abonnee
inschrijving - aanbesteding, boeking, immatriculatie, intabulatie, notering, registratie
inschrijvingsboek klapper, register
inschrijving ten hypotheekkantore - ingrossatie
inschrokken - verorberen
inschuifbare wand - vouwwand
inschuilen - syncretisme
inschuiven - inlassen, interculeren, interpoleren, invlechten, invoegen, inzetten, tussenvoegen
inscriberen - aantekenen, boeken, inscriptie, inschrift, inschrijven, intekenen, opdragen, opschrift, optekenen, toewijden
inscriptie - inschrift, opschrift
insecten
2 bij
3 dar, mot, mug, mijt, non, rijp, tor, uil, vlo
4 apis, daas, haft, hara, hork, ieme, imme, luis, maai, made, mier, neet, page, rups, spin, teek, wesp
5 aphis, brams, emelt, hamel, kapel, kaper, kever, kobbe, kriek, laron, libel, lipas, negra, osmia, oelat, pepel, rajap,
salda, sirex, espa, vlieg, wants, witje, wolbij
6 aardbij, aardmijt, aastor, adalia, agonum, ani-ani, apollo, urora, belyta, bembex, boktor, boleti, bombyx, cicade, chique, cicade, galmug, hommel, horzel, houtbij, kernes, krekel, larong, lasius, mulder, muurbij, neefje, psocus, ptinia, ridder, semele, sphinx, thyssa, thrips, trekbij, wasmot, werkbij, zandbij, zeemot
7 aardbok, aardmijt, aardtor, aardvlo, acilius, agrotis, aurelia, bidster, bladvlo, bosmier, boswesp, botluis, brommer, dansmug, dazerik, formica, galwesp, grasuil, haarmug, heimpje, honingbij, kaasmijt, kloptor, kniptor, locusta, meelmot, meeltor, mesttor, muskiet, oorworm, paardje, pardoen, pelesit, pestvlo, plakker, punaise, rauwmug, rietuil, rombout, rouwmug, rupsmot, schirus, spektor, spinner, stamuil, stijfkop, tangbok, termiet, veenmol, vlinder
wegmier,wegwesp, wolluis, zakspin, zandvlo, zeespin, zingmug, zwerfbij
8 aardluis, aaskever, aardmier, aardspin, aaskever, aasvlieg, achilles, admiraal, akkeruil, akridium, aphidius, aphodius,
bedwants, belelang, bladluis, bladvloo, blauwtje, blindkop, boekluis, boommier, boekworm, boorwesp, boorwesp, brakwesp, bijeneter, bijenluis, bijenwolf, bijtvlieg, chenille, dagkapel, dagvlieg, dolkwesp, doornrug, galvlieg, glimworm, goudhaan, goudwesp, granilla, hardworm, hommelbij, hoornaar, horentje, houtluis, houtmier, houtwesp, huisspin,
jaspeade, kalander, kleermot, koevlieg, koningin, krengtor, langbeen, langpoot, leemwesp, lelietor, loopspin, limtworm,
meikever, metselbij, moerwesp, molenaar, mortelbij, oeveraas, palpares, panvogel, pissebed, platbuik, platluis, rattevlo, reduvine, ritnaald, roofmier, scarabee, smalbuik, snuittor,
spanrups, steekmug, stekworm, stofluis, symphyla, symphyta, tapijtmot, timmerbij, trekmier, tuinmier, vetkever, vlugpoot,
wandluis, watermijt, watertor, watervlo, weegluis, werkmier, werkwesp, weverbok, zaagwesp, zakkever, zandmier, zandwesp, zeefwesp
9 akkerwesp, baankever, baarsluis, bastkever, biervlieg, bloedluis, bloemwesp, boomwants, boorkever, bremvlieg, bromkever, bromvlieg, bronswesp, daasvlieg, doornrups, drekvlieg, duinkever, engerling, fritvlieg, fijnspriet, gaasvlieg, galinsekt, gastkever, glimkever, goudvlieg, graafwesp,
halmvlieg, heikrekel, hoofdluis, hooiwagen, houtkever, huisvlieg, juffertje, julikever. junikever, kaasvlieg, kakkerlak, kapoentje, klopkever, knoopmier, knoopwesp, knotsmier, korenbolt, kroonwesp, kruisspin, loopkever, mensenvlo,
oliekever, papaverbij, plantluis, polyergus, pruimenmot,
pijlstaart, regendaas, renegrita,roofvlieg, roofwants, rozekever, schietmot, schildvlo, schooraas, schubmier, sluipwesp, slijkvlieg, spekkever, spinnekop, spinvlieg, springtor, stalvlieg, stegomyia, suikermot, tarantala,vachtluis, valkkever, vogelspin, vuurvlieg, wachtluis, waternimf, waterspin, weidemier, zaagkever, zandkever, zeilvlieg, zwamkever
10 aardboktor, aardhommel, aardkrekel, atlaskever, bakkerstor,
bladroller, bladsnijder, blindwants, bloemkever, boekenluis, bonenkever, chrysalide, cochenille, donderbolt, doodgraver,
draaikever, duivenluis, erwtekever, fruitenier, grashupper, groenvlieg, huiskrekel, kamervlieg, kelderspin, knaagkever,
koekoeksbij, kwastkever, landjuffer, lichtkever, malariamug,
metselwesp, nachtwitje, papierwesp, parelvlieg, pruimepage,
regenbrems, regenvlieg, reuzenmier, runderdaas, salemprang, saoebamier, schapeluis, schildluis, schorpioen, schrijverke, schurftmijt, sluipvlieg, snuitkever, snuitvlieg, spinselmot, springspin, sprinkhaan, staafwants, steekvlieg, steenloper, stippelmot, stofluisje, suikergast, tetsevlieg, veldkrekel, visitemier, vleesvlieg, waterloper, waterwants, zonnekever, zweetvlieg
11 amazonemier, behangersbij, darrenbroed, denneboktor, duikerwants, duizendpoot, eikegalwesp, elzehaantje, galnotewesp, glazenmaker, hessenvlieg, hoornstaart, knobbelmier, kokerjuffer, langpootmug, maskervlieg, mierenleeuw, miljoenpoot, paardendaas, paardenwesp,
palmbladvlo, parasolmier, pareljuffer, poppenrover, prestwichia, schorskever, slankjuffer, springkever,
steenhommel, strontvlieg, tsetsevlieg, wilgeboktor, zadeldrager, zilvervisje, waterjuffer
12 appelbladvlo, bakkersbeest, berkensteker, beukengalmug, bleinenbijter, cylinderhaak, doornvlinder, eendagsvlieg,
franjestaart, gletschervlo, goliathkever, goudoogbrems, haarboskever, hessischemug, koekoekswesp, muskusboktor, nachtvlinder, paardehorzel, paardenvlieg, puistenbijter, rozebladluis, runderhorzel, rupsendoder, schallebijter, schapehorzel, scharrebijter, springstaart, vliegendoder, walang-sangit, wilgehaantje, wrattenbijter, wijngaardluis, zandveelpoot
13 aalbessenwesp, appelbladluis, bidsprinkhaan, bladrandkever, bootsmannetje, bossprinkhaan, coloradokever, dennebladwesp, donderbeestje, druivensteker, frambozewants, haarwortelmijt, herculeskever, koolzaadmugje, krieuwelmugje, lakschildluis, lelietorretje, pillendraaier, pruimevlinder, roggekevertje, rozenbladluis, schuimbeestje, slakkenvreter
14 aardappelkever, dennescheerder, doodgraverstor, kelderpissebed, lantarendrager, malariamuskiet, neushoornkever, parasiethommel, roofsprinkhaan, schaatsenrijder, sparrebladluis, treksprinkhaan, veldschorpioen, veldsprinkhaan, waterroofkever
15 admiraalvlinder, appelbladroller, doodskloppertje, hermelijnvlinder, iepenspintkever, koolwortelvlieg, kortschildkever, paardeluisvlieg, sabelsprinkhaan, schapeluisvlieg, schorpioenvlieg, spadesprinkhaan, spooksprinkhaan, stinksprinkhaan, waterschorpioen
16 boekenschorpioen, johanneskevertje, nijperduizendpoot, olifantstorretje, populierensteker, wilgenroosgalmug
17 aalbessenbladwesp, klappersprinkhaan,
lieveheersbeestje, reuzenscolapander, waterspringstaart
18 koolzaadsnuitkever, lievevrouwebeestje, wolfsmelkpijlstaart
19 doodshoofdpijlstaart
20 processierupsvlinder
insect dat met ander in grote menigte samenleeft bij, dar, mier
insektegedaante - cocon, emelt, larve, made, pop
insect met schilderachtige vleugels kever, tor
lnsektenbeschrijver entomograaf
insektenbeschrijving entomografie
insektenbloem - vliegenorchis
lnsektenbouwwerk raat, mierenhoop
insectendeel - abdomen, dekschild, elythra, farynx, segment, thorax, trachee
insektendodend middel - lindaan
insektendodende stof insecticide; flit, D.D.T.
insecten ei neet
insektenetend - insektivoor
insectenetend zoogdiertje egel, mol
insectenetend vogeltje - draaihals
insektenetende dieren - insektivora, insektivoren
insectenetende plant aldrovanda, bekerplant, darlingtonia, dionaea, drosera, drosophyllum, nepent(hes), pinguicula, sarracenia, utricularia, zonnedauw
insecteneter
3 mol
4 egel, lori
6 agouta, tenrek
7 almiqui, bosmuis, desmans, goudmol, stermol, veenmol
8 bergmuis, kameleon
9 dwergmuis, schubdier, solenodon, spitsmuis, vleermuis, watermuis
10 gordeldier, houthakker, miereneter
11 borstelegel, insektivoor, slurfhondje, sterneusmol,
12 bosspitsmuis
13 veldspitsmuis
14 dwergspitsmuis, otterspitsmuis, waterspitsmuis
15 springspitsmuis
insecteneters - insectivora
insectenfase cocon, larve, made
insectengedaante cocon, emelt, engerling, larve, made, nimf, pop
insectenhuisje - insectarium
insektenkenner - entomograaf, entomoloog
insectenkunde entomologie
insectenkundige entomoloog
insectenlarve cocon, emelt, engerling, made, nimf, pop, rups,
insektenorgaan - legboor
insectenpoeder D.D.T., derrispoeder
insectenproduct was
insektenverterende plant - zonnedauw
insectenvorm cocon, larve, made
insectenwapen angel
insektenwerende plant - nepent(hes)
insektenwerende stof - D.D.T., flit, kamfer
insectenetende plant nepent
insecticide - bhc, bidrein, carbaryl, ddt, ddvp, derrispoeder, dieldrin, dnoc, endrin, fosdrin, lindaan, loodarsenaat, malathion, parathion, vapona, verdelgingsmiddel
insectie - insnijding
insectivoor insecteneter
insectologie - entomologie
insectoloog insectenkenner
insect op het hoofd - hoofdluis
insecuriteit - onveiligheid, onzekerheid
inseminatie bevruchting
inseparabel onafscheidelijk
inseraat bijlage, naschrift
insereren - inlassen, tussenvoegen
insertie - inlassing, invoeging, tussenvoeging
insgelijks - almee, desgelijks, dito, eveneens, evenzo, hetzelfde idem, id., item, it, mede, mee, ook
insider ingewijde
insidieus arglistig, geniepig, verraderlijk
insigne - ambtsteken, badge, draagspeld, embleem, erekruis, erelint, ereteken, kenteken, naamspeldje, onderscheidingsteken, rangteken, teken, toesoeling, verdachtmaking
insigne der middeleeuwse bouwmeesters - pentagram
insillatie - indruppeling
insinuatie aantijging, suggestie, toespeling, verdachtmaking
insinueren suggereren
insipide flauw, geesteloos
inslaan - hamsteren, indoen, inkopen, kopen, opsluiten, treffen
inslaan bij tennis serveren
inslag - inweefsel, karaktertrek, zoom
inslager bladslager
inslaggaren - werpdraad, werpgaren
inslagspoel weversschietspoel
inslag in een kledingstuk - inleg
inslapen indutten, insluimeren, overlijden, sterven
inslikken - verzwijgen
inslecht - pervers
inslechtheid - perversiteit
inslokken - verslinden, verzwelgen
inslorpen - absorberen, inslurpen
insluimeren - wegdutten
insluiping - abdis, deuk, holligheid, inbraak, moet, nis
insluipsel(taal) barbarisme
insluithaard beleg
insluiten - afsluiten, belegeren, cerneren, encadreren, enclaveren, includeren, ingrijpen, impliceren, omgeven, omringen, omsingelen, omvatten, opsluiten, recluderen, vatten
insluithaard - beleg
insluiting beleg, belegering, blokkade, encadrement, inclusie, omsingeling
insluitingsteken in een geschrift - haakje, parenthese
insluiting van een haven - blokkering
insluiting van een vesting - beleg
inslurpen - absorberen, inslorpen
insmakken - ingooien, insmijten
insmeren - invetten
insmeren met olie – olien
insmeren met vet - graisseren
insmeren met was - cirage
insmeren met zalf - zalf
insnede caesuur, cesuur, gleuf, insnijding, kerf, snee
insnoeren - inrijgen, rijgen
insnijden - besnoeien, graveren, inkorten, kepen, kerven, scarificeren
insnijdend - incisief
insnijding aansnee, discussie, gleuf, glip, groef, hoek, inkeep, inham, incisie, kartel, keep, kerf, krap, kras, operatie, punt, radkrans, ril, rits, sectie, slip, snede, snee, spilt, spits, spleet, snede, tip, voor
insnijding door een rivier erosie, kloof (vorming)
insnijding in de kust fjord
insnijdingen maken - kartelen, kenen, kepen, kerven
insnijding door een rivier - erosie, kloof(vorming)
insnijding in de kust - fjord
insnijding in een grammofoonplaat - groef
insnijding met de zaag - aansnede, aansnee
insnijmes voor operatie - bistouri
insociabel - ongezellig, onverdraagzaam
insolent brutaal, cru, grof, lomp, onbeschaamd, onbeschoft
insociabel - ongezellig, onverdraagzaam ,onverenigbaar
insolentie - brutaalheid, lompheid, onbeschaamdheid
insolvabel - insolvent
insolvent - onvermogend
insomnie - slapeloosheid
inspan disselboom, disselraam, lamoen, lemoen,
inspannen - streven, toerusten, tuigen
inspannend - ledebrekend
inspannend denken - hersenarbeid
inspannend pogen - streven
inspanning aanspannen, arbeid, contentie, energie, exertie, geroer, instellen, moeite, streven, studie, voorspannen, ijver
inspanning van het denkvermogen - hersenarbeid
inspanning vergend - pit
inspecteren bezichtigen, bezien, controleren, keuren, langsschrijden, monsteren, nagaan, nakijken, schouwen, toezien
inspecteur bewaker, controleur, hofmeester, intendant, keurmeester, koster, mandoer, meier, opzichter, opziener, rentmeester, surveillant
inspecteursambt - inspectoraat
inspectie ambtsgebied, controle, inogenschouwneming, keuring, monstering, naschouw, onderzoek, parade, schouw, toezicht, visitatie, wapenschouw
inspinnen - verpoppen
inspiratie – aanblazing, bezieling, inademing, inblazing, inboezeming, ingeving, inspraak, inval, prikkel
inspireren - aanblazen, aanzetten, bezielen, enthousiasmeren, inblazen, inboezemen, ingeven, prikkelen
inspirerend - fier
inspit roerpen, helmstok
inspraak drang, ingeving, inspiratie, inval, medezeggenschap, prikkel
insponding - inkeping
inspraak - drang, ingeving, inspiratie, inval, prikkel,
inspreken - inboezemen
inspringen - helpen, vervangen
inspringend gedeelte inham
inspringer - volt(e)
inspuiten - injecteren, injiciëren
inspuiting – injectie, prik, spuitje
inspuittoestel - injector
instaan - garanderen, responderen, waarborgen
instabiel grillig, labiel, onbestendig, onevenwichtig, onvast, variabel, wankel
installateur - monteur
installatie benoeming, bevestiging, opneming, uitrusting
installatie in onderzeeërs voor plaatsbepaling - asdic
installatie voor het melken - melkmachine
installeren - aanbrengen, bevestigen, huisvesten, inaugureren, inrichten, inwijden, opnemen
instampen - inprenten, inproppen
instamper van examenstof - repetitor
in standhouder conservatief, conservator, pilaar, ruggegraat, steun, steunpilaar, stut, zuil
instandhouding - handhaving
instantané - momentopname
instantelijk direct, dringend, nadrukkelijk, onverwijld, terstond, urgent,
instantie aandrang, aanleg, afdeling, bureau, college, orgaan, verzoek
instantie, in eerste - aanvankelijk, oorspronkelijk
instantie, in laatste - tenslotte, uiteindelijk
instappen - binnenstappen, instijgen
instapschoen flat, loafer
instauratie hernieuwing, herstelling ,wederoprichting
insteek - kielspit
insteekblad inlegblad, inschuifblad
insteekhout - spie, spleet, splits
insteekkamer entresol, hangkamer
insteektafel - inschuiftafel
insteekijzer - koevoet, reevoet
instellen beginnen, bepalen, inspannen, institueren, invoeren, inzetten, oprichten, ordineren, stichten, vaststellen, verordineren
insteller - oprichter
instelling gesticht, inrichting, instantie, instituut, lichaam, opstelling, organisatie, regeling, stichting, tehuis, verordening
instelling in de oorlog gaarkeuken
instelling van de A.N.W.B. wegenwacht
instelling voor opinieonderzoek NIPO
instemmen - adhereren, beamen, bijvallen, goedkeuren, medegaan, toestemmen
instemmend - willig
instemmen met - beamen
instemmen met een plan - medegaan
instemming adhesie, applaus, beaming, bijval, consensus, goedkeuring ingenomenheid, ja, opgang, resonantie, tevredenheid, toejuiching, toestemming, waardering, weerklank
instendiglijk - instantelijk, nadrukkelijk
instigatie aandrijving, aansporing, prikkel, ophitsing
instijgen instappen
instillatie indruppeling
instinct aandrift, bezieling, impuls, intuïtie, (natuur) drift
instinctmatig - instinctief, onbewust
instinctief aangeboren, instinctmatig, onberedeneerd, onbewust, onwillekeurig, vanzelf
instippen indopen
institueren instellen, oprichten, stichten
instituteur kostschoolhouder
instituut genootschap, gesticht, inrichting, instelling, kostschool stichting
instituut voor algemene ontwikkeling - volksuniversiteit
instorten - neervallen
instorting - collaps, recrudescentie
instortingskrater caldeira
instortingstrechter in kalkgesteente doline
instroomopening - ostium
instructeur drilmeester, exercitiemeester, leermeester, leraar oefenmeester, opleider,
instructie aanwijzing, consigne, dienstorder, gedragslijn, les, onderrichting, onderwijs, order, regel, reglement, richtsnoer, verordening, vooronderzoek, voorschrift
instructie van strafzaken - vooronderzoek
instructief - leerrijk, leerzaam
instructie voertuig - lesauto
instrueren - doceren, leren, oefenen, onderrichten, onderwijzen, verordenen, voorschrijven
instrument apparaat, bas, gereedschap, orgaan, teorbe, speeltuig, toestel, triangel, werktuig
instrument dat de luchtdruk aanwijst - barometer
instrument dat de temperatuur aanwijst - thermometer
instrument dat het tempemtuurverloop toont thermograaf
instrument in duikboot - periskoop
instrument in een vliegtuig - statoscoop
instrument om aardbevingen te registreren seismograaf
instrument om bordpapier te snijden kartonschaar
instrument om de afstand te bepalen (op de kaart) - curvimeter
instrument om de belichtingstijd vast te stellen actinofotometer, belichtingsmeter
instrument om de diepte te meten bathometer
instrument om de dikte te meten - krompasser
instrument om de elektrische spanning te meten - voltmeter
instrument om de gewichtsvermindering bij drogen te bepalen xerometer
instrument om de helling van aardlagen te meten clinometer
instrument om de koersrichting te bepalen - kompas
instrument om de lengte van een willekeurige lijn te meten curvimeter
instrument om de schedelafmeting te bepalen - cefalometer
instrument om de schoorsteen schoon te maken - ramoneur
instrument om de spanning van gassen te meten - manometer
instrument om de sterkte van de reukzin te meten olfactometer
instrument om de windsnelheid te meten anemometer
instrument om dunne laagjes te snijden microtoom
instrument om elektrische signalen zichtbaar te maken - recorder
instrument om een richting in het terrein te bepalen kompas
instrument om gas- en vloeistofdrukken te meten - manometer
instrument om grootte van de elektrische stroom te meten - ampèremeter, galvanometer
instrument om hoeken te meten boussole, clinometer, equerre, gradenboog, sextant, theodoliet
instrument om in de maag te kijken gastroscoop
instrument om kleine voorwerpen te bekijken - loep, loupe, microscoop
instrument om luchtdruk te meten - barometer
instrument om luchtfoto's te bekijken stereoscoop
instrument om op zee de hoogte van de zon te meten sextant, zeering
instrument om radioactieve straling te meten - geigerteller
instrument om radiogolven op te vangen - antenne
instrument om snelheid van een schip te meten log
instrument om snelheid van vloeistoffen en gassen te meten - rotameter
instrument om soortelijk gewicht te meten - densimeter
instrument om stofdeeltjes uit een gas te verwijderen - cycloon
instrument om tijdsverschillen te meten - chronometer, stopwatch
instrument om vetgehalte van melk te meten - laktometer
instrument om viscositeit van vloeistoffen te meten - viscosimeter
instrument om vlakke beelden als beelden met reliëf te zien - stereoscoop
instrument om vloeistof af te meten - buret
instrument om wisselspanning om te zetten in gelijkspanning - gelijkrichter
instrument om woordblinde kinderen beter te leren lezen tachistoscoop
instrument om zeer geringe temperatuurverschillen te meten - bolometer
instrument om zwarting van een foto te meten - densitometer
instrument tot het meten van hoeken - hoekmeetinstrument
instrument tot het opnemen van geluiden - fonoskoop
instrument van het
instrument van het gamelanorkest ankloeng, bonang, kendang rebab, soeling(an)
instrument voor het aangeven van de temperatuur - thermometer
instrument voor het aangeven van het weer - barometer
instrument voor het afmeten van vloeistoffen buret
instrument voor blaasonderzoek - cystoscoop
instrument voor het bepalen van de schedelafmeting cefalometer
instrument voor het bepalen van de zwaartekracht - gravimeter
instrument voor het bepalen van stralingsenergie - bolometer
instrument voor het kleiner maken van gasdrukken - reduceerventiel
instrument voor bet meten van de spanning van gassen manometer
instrument voor het opsporen van landmijnen - mijndetector
instrument voor het waarnemen van geluiden - fonoscoop
instrument voor hoekmeting - sextant
instrument voor medisch onderzoek - stethoscoop
instrument voor punctie stilet
instrument voor violist strijkstok
instrumentaal - capricclo, muziekstuk
instrumentaal muziekstuk concert, sonate, symfonie
instrumentaal slot - naspel, postludium
instrumentaire getuigen - vormgetuigen
instrumentale partij obligaat
instrumentarium apparatuur, gereedschap(skist)
instrumenten - instrumentarium
instrumentenbord dashboard
instrumentenleer - organologie
instrumentist muziekspeler, muzikant
instrumentvliegen - blindvliegen
instuderen - leren, repeteren
instuif fuif, ontvangst, party, receptie
instuiven binnenstormen
instulping deuk, moet
insturen - inzenden
instijgen - instappen
insubordinatie muiterij, ongehoorzaamheid, sabotage, verzet, weerspannigheid
insuffisant onvoldoende
insuikeren konfijten
insulair rijk - eilandenrijk
insulinde - Oost-Indië, Indonesië
insuline afscheidend orgaan - alvleesklier
insult - belediging, hoon, smaad
insultatie belediging, hoon
insult, apoplectisch - beroerte
insurgent oproerling, opstandeling
insurrectie oproer, opstand
intabuleren omranden
intact gaaf, heel, onaangeroerd, onbeschadigd, ongeeerd ongerept, ongeschonden, onverkort, onverlet
intaglio - gemme
intappen - inschenken, vullen
inteelt - endogamie
integendeel - daarentegen
integer braaf, hoogstaand, onkreukbaar, onomkoopbaar, onschendbaar, rechtschapen
integraal geheel, helemaal, volledig, voltallig
integriteit ongeschondenheid, onkreukbaarheid, onomkoopbaarheid, rechtschapenheid
integument bekleedsel, foedraal, omhulsel
intekenaar - abonnee, ondertekenaar, subscribent
intekenen - abonneren, inschrijven, subscriberen
intekening - subscriptie
intekening op een reeks - abonnement
intekening voor iets - abonnement
intellect logos, rede, vernuft, verstand
intellect - rede, logos, vernuft, verstand
intellectualiter - verstandelijkerwijs
intellectueel denker
intellectuelen intelligentsia
intelligent kien, knap, gevat, pienter, scherpzinnig, schrander , slim, snedig, spits, spitsvondig, verstandig
intelligentie denkvermogen, geest, schranderheid, slimheid, vernuft, verstand
intelligentieproef denksport, hersengymnastiek, kwis, onderzoek, quiz, test,
intelligentiequotiënt I.Q.
Intelligibel - begrijpelijk, klaar, verstaanbaar
Intendant - hofmeester
intenderen bedoelen, beogen
intens erg, diep, fel, heftig, hevig, innig, krachtig, levendig, sterk, terdege, vurig
intens gemeen - doortrapt
intens genoegen genot
intensheid - intensiteit
intensief diep, krachtig, vol
intensiteit - intensie
intens lief - aanbiddelijk
intens maken - intensifiëren
intens smerig - goor
intensheid - intensiteit
intensief - diep, krachtig, vol
intensiever maken - intensifiëren
intensifiëren - bekrachtigen, verhevigen, versterken
intensiteit - hevigheid, sterkte
intentie bedoeling, oogmerk, opzet, plan, voornemen
inter gedurende, onder, terwijl, tussen
intercalatie - inlassing, tussenvoeging
intercepteren - onderscheppen, opvangen
intercessie - bemiddeling, tussenkomst, voorspraak
intercity - sneltrein
interdictie - curatele, verbod
interdict ban, schorsing, verbod
interessant belanghebbende, belangstellende, belangwekkend, boeiend, gegadigde
interesse - aandacht, animo, belang(stelling)
interessent - belangstellende, gegadigde
interest - herinteresten, intrest, opbrengst, rente
interest opbrengend - rentegevend
interest op wissels supporto
interestbewijs coupon
interfase - ruststadium
interferentie - inmenging, tussenkomst
interferentieverschijnsel van licht - buiging
interieur binnenhuis, binnenste, innerlijk, inrichting, inwendige, meubilering
interieurkunst - binnenhuiskunst
interrieurverzorgster - huishoudster, werkster
interim tussentijd, voorlopig, waarnemend
interimair - tijdelijk, waarnemend
interjectie tussenwerpsel
interkerkelijk overleg in radio aangelegenheden - IKOR
interlinie - reglet, ruimte (tussen 2 regels)
interlock camisole, hemd, ondergoed
interlocutoir - interlocutie, tussenvonnis
interludium - intermezzo, tussenspel
intermediair - bemiddeling, tussenkomst, tussenliggend
intermediëren bemiddelen
intermezzo incident, interludium, tussenbedrijf, tussenspel
intermissie - nalaten, tussentijd, uitblijven
intermittentie - onderbreking, pauze
intern - binnen, innerlijk, inwendig, inwonend
intern pestief - ongelegen, ongepast, ontijdig
internaat kostschool
internationaal grenzeloos, int., mondiaal, supranationaal
internationaal gezagsorgaan - U.N.O., V.N.
internationaal nationaal handelsverdrag E.E.G., E.V.A., E.F.T.A., G.A.T.T.
internationaal orgaan F.A.O., Unesco, Unicef
internationaal padvinderskamp jamboree
internationaal telegraaf alfabet - morsecode
internationaal verdedigingspact N.A.T.O., NA.V.O. S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O., Warschau pact
internationale bank voor herstel en ontwikkeling - Wereldbank
internationale criminele politie - Interpol
internationale handelsovereenkomst l.T.O.
Internationale meteorologische organisatie l.M.O.
internationale organisatie V.N., U.N.O., Unesco
internationale overeenkomst - uitleveringstraktaat
internationale politie - interpol
internationale taal Ido, Esperanto
internationale trein T.E.E.
internationale vergadering - assemblee
internationale wedstrijd - olympiade
interne - kostleerling
interne organisatie infrastructuur
internist - arts
internodium - stengellid
interpoleren - inlassen, tussenvoegen
interponeren - tussenplaatsen
interpositie - bemiddeling, tussenkomst
interpretatie exegese, explicatie, opvatting, uitlegging, verklaring
interpreteren opvatten, uitleggen verklaren, vertolken
interpunctieteken puntkomma, punt, komma, leesteken, aanhalingsteken
interregnum - tussenregering
interrogatie - ondervraging
interrogatief - vragenderwijs
interrogeren - afvragen, ondervragen, uitvragen
interrumperen onderbreken
interruptie onderbreking, stoornis, storing
intersectie doorsnee, doorsnijding, kruising, snij(dings)punt
interstitie - tussenpoos, tussenruimte
interval afstand, deciem, decime, gaping, klanktrap, kwart, kwint, muz., none, octaaf, ongewenst, opening, prime, seconde, secunde, septime, sext, sprong, storend, terts, tussenpoos, tussenruimte, tussenvoorval, voorval
interval van een halve toon chroma
interval van 9 tonen none
interval van vier trappen - kwartsprong
interveniëren bemiddelen
interventie - inmenging, tussenkomst
interversie - omkering
interview septiem, vraaggesprek
interviewer reporter, verslaggever
in ‘t geheim - steels
intiem bestaand, devoot, dicht, diepst, dierbaar, eigen, gemoedelijk, gezellig, huiselijk, innig, knus, nauw, teder, vertrouwd, vertrouwelijk, werkend
intijds tijdig, bijtijds, vroeg
intimatie - aanzegging
intimidatie - ontmoediging, vreesaanjaging
intimiteit - familiariteit, huiselijkheid, innigheid, vertrouwelijkheid
intitulatie - betiteling
intolerabel - onuitstaanbaar, onverdraaglijk
intolerant hard, onverdraagzaam
intomen - afhouden, bedwingen, behelzen, beteugelen, breidelen, inteugelen, matigen, ophouden,
intonatie stembuiging
intoneren - stemmen
intoxicatie - bedwelming, vergiftiging, zinsbetovering
int. padvinderskamp - jamboree
int. televisie organisatie - eurovisie
intra binnen, onder, tussen
intraden - staatsinkomsten
intransigent onverzoenlijk
intransitief intr., onovergankelijk
intrede – aanvang, binnenkomst, debuut, entree, initiatie, inkomst, intocht, introductie, introïtus, komst, toegang, voorspel
intreden betreden, binnengaan, ingaan
intree binnenkomst, entree, ingang, inkomst, intrede
intreezang introïde, introïtus
intrek verblijf
intrekbare nagel - klauw
intrekken binnengaan, cancelen, herroepen, imbiberen, revoceren, royeren, terugnemen
intrekking - abrogatie, canceling,
intrekking van bevel - abrogatie, afschaffing, canceling, herroeping, infiltratie, revocatie
intrek nemen - logeren
intrepiditeit - onversaagdheid, onverschrokkenheid
intrest intr., interest, rente
intricaat ingewikkeld, moeilijk, netelig, verward
intrigant - arglistig, coknoeier, knoeier, konkelaar, konkelend, kuipend, kuiper, opstoker, slinks, stoker, streber
intrige complot, gekonkel, geknoei, gekuip, kabaal, konkelarij, kuiperij, kunstgreep, machinatie, plot, prikkeling (van de nieuwsgierigheid), slinksheid, verwikkeling
intrige van film plot
intrigeren complotteren, konkelen, kuipen, samenzweren
intrinsiek immanent, innerlijk, wezenlijk
intrinsieke waarde hebbend - reëel
intro - inleiding
introduceren binnenleiden, inleiden, inleiding, invoeren, uitnodigen, voorstellen
introductie aanbeveling, entree, ingang, inleiding, intrede, kruiwagen, optrede, ouverture, toegang, voorafspraak, voorspel
introductief - inleidend
introversie - geslotenheid
introïtus - intreezang
intrusie - indringing, inpersing
intrusief gesteente batholiet, dyke, gang, laccoliet, sill
intubatie - tubage
intuïtie - feeling, gevoel, ingeving, instinkt, inzicht
intuïtief begrijpen - aanvoelen
intumescentie - opzwelling, zwelling
intussen alvast, echter, inmiddels, middelerwijl, niettemin, nochtans, onderdies, onderhand, ondertussen, ondanks, onderwijl, terwijl, tussentijds, zolang
intussen reeds - alvast
intussusceptie - doordringing
intijds - bijtijds, tijdig, vroeg
in tweeën - doormidden, middendoor
inula - donkerkruid, ulant
inundatie overstroming, verdrinking
inunderen - overstromen
invaart ingang, monding
invaginatie - ineenschuiving, instulping
inval denkbeeld, gedachte, gril, idee, ingeving, inspiratie, inspraak, intuïtie, invasie, inventie, nuk, ontwerp, opwelling, overval, saillie trouvaille, vondst
inval van militairen - raid
invalide - blind, doof, fancy, gebrekkig, gehandicapte, kreupel, mank, ongeldig, raid, verminkt
invallen - neerstorten
invaller - plaatsvervanger
invallero - opstapper(bemanningslid), plaatsvervanger, remplacant, reserve, vervanger
invaren - binnenvaren
invariabel - bestendig, constant, onveranderlijk
invasie - inval, raid, strooptocht
invasievogel - barmsijs, kruisbek, notenkraker, pestvogel, sneeuwuil, steppehoen
invatten - omlijsten
invatting van edelstenen - montuur
invectief - scheldwoord, schimpwoord, smaadwoord
invemen - aanrijgen
invenit - inv
inventaris - boedel(beschrijving), boedellijst, inboedel, boel
inventarisatie - boedelbeschrijving
inventie - uitvinding, verdichting, verdichtsel, vinding
inversie - omdraaiing, omkering
invers - omgekeerd, tegengesteld
invert - omgekeerd
inverzekeringstelling - arrestatie
investigatie - nasporing, navorsing, onderzoek
invetsel - consistentvet
invetten - insmeren, oliën, smeren
invisibel onzichtbaar
invitatie uitnodiging
invité gast, genodigde
inviteren noden, nodigen, uitnodigen, verzoeken
invlieger - testpiloot
invloed - betekenis, bovenhand, effect, gelding, gewicht, gezag, greep, indruk, influentie, impressie, (in)werking, kracht, macht, nut, overwicht, prestige, stimulans, uitwerking, vat, vermogen, waarde, zin, zijn,
invloed hebben - influeren
invloed van iets ondergaan - luisteren
invloedrijk - machtig, veelvermogend
invloedrijk persoon bisschop, bons, bonze, kardinaal, magnaat, minister, partijleider, paus, pineut, rijksgrote
invloedrijke kennis - connectie, kennis, konnektie, verbinding
invocatie aanroeping, afsmeking, inroeping, insereren, lassen
invoegen - inlassen, inpassen, lassen,
invoegen van tweedelig ritme in een driedelig maat - hemiola, hemiool
invoeging inlassing, inseraat, insertie, interpolatie, invoegsel
invoeging van een letter(greep) - epenthesis
invoer - import, importabel, invoerbaar
invoerder van buitenlandse goederen - importeur
invoerder van nieuwigheden - neoloog, novateur, ontdekker, vinder
invoer van koopwaren import
invoeren importeren, initiëren, instellen, introduceren, lanceren
invoerhandelaar - importeur
invoering - immissie
invoering van nieuwigheden - neologie
invoer van gegevens - input
involveren - insluiten, meebrengen
invorderaar - crediteur, eiser
invorderbaar executoir, inbaar
invorderen - innen
invorderen van gelden - innen
invordering - inning
invreten - aantasten, corroderen, inbijten, uitbijten, wegbijten
invretend - bijtend, corrosief, wegvretend
invriezen - bevriezen, diepvriezen, vastvriezen
invulbiljet formulier
invullingsstaat tabel
inwaarts binnenwaarts
inwaarts gekeerd - binnenwaarts, introvert
inwalsen - comprimeren
inweefsel - invoegsel, tussenslag
inwellen - inzakken
inwenden - aanleggen, sturen
inwendig - binnenlands, immanent, innerlijk, inspraak, intern, intrinsiek
inwendige - binnenste, essentie, hart, interieur, kern, merg, merk, pit
inwendig leeg hol
inwendig lichaamsdeel darm, galblaas, gal, hart, long, lever, maag, milt, nier, orgaan
inwendig onderzoek - introspectie
inwendig orgaan - blaas, hart, hersenen, klier, long, lever, lever, maag, milt, nier, waterblaas
inwendige binnenste, hart, interieur, kern, merg
inwendige bouw - structuur
inwendige mens versterken eten. voeden
inwendige ruimte - binnenruimte
inwendige verdeeldheid - strijd, tweespalt
inwendige vergroeiing - atresie
inwendige werking - drift
inwendige zending - evangelisatie
inwerking - influentie, invloed, nut
inwikkelen - inpakken, inrollen, inwinden, inwoelen
inwilligen - accederen, accorderen, betamen, consenteren, goedkeuren, ingaan, toegeven, toelaten, toestaan, toestemmen, verschaffen, voegen
inwilligend - concessief
inwilliging - fiat, goedvinding, licentie, toegeven, toestemming
inwinden - inrollen, inwikkelen, inwoelen
inwinnen - inhalen, innemen, verwennen
inwisselbaar converteerbaar, convertibel
inwisselen - inruilen, omruilen, omwisselen, ruilen, verruilen, verwisselen, verzilveren
inwisseling ruil
inwisseling van een lening - converteren, verwisselen
inwonen - bewonen, inhabiteren
inwonen (het) - immanentie
inwonend - immanent, intern, verblijfhoudend
inwonend leerling - intern
inwonende commensaal, interne, kamerbewoner
inwonende knecht op boerderij - boerenknecht
inwonende persoon - commensaal, kamerbewoner, pensiongast
inwoner burger, dorpeling, inboorling, ingezetene, landsman, landszaat, naturel, staatsburger, stedeling, ziel
inwoner des lands - burger
inwoner van..... zie ook: bewoner van
inwoner van Alaska - Aleut, Eskimo, Tingit
inwoner van Algerijë – Algerijn, Arabier, Berber
inwoner van Amsterdam Mokumer
inwoner van Andorra - Andoraan
inwoner van Beieren Beier
inwoner van België Vlaming,Waal
inwoner van Bengalen Bengalees
inwoner van Birma Birmaan
inwoner van Bologna Bolognezer
inwoner van Bretagne Breton
inwoner van Brussel Brusselaar
inwoner van Bulgarije Bulgaar, Tataar, Slaaf
inwoner van Ceylon Ceylonees, Singalees, Toda, Vedda
inwoner van Cyprus Cyprioot
inwoner van Damascus Damascener
inwoner van Edam Edammer
inwoner van Friesland - fries
inwoner van Genua Genuees
inwoner van Gouda - Gouwenaar
inwoner van 's Gravenhage Hagenaar, Hagenees
inwoner van Groenland Eskimo
inwoner van Guatemala Guatemalaan
inwoner van 's Hertogenbosch Bossenaar
inwoner van Joegoslavië Serf, Kroaat, Sloveen, Macedoniër
inwoner van Kreta Kretenzer
inwoner van Lombok Bodha, Sasak
inwoner van Madrid Madrileen
inwoner van Majorca Majorcaan
inwoner van Mexico Mexicaan
inwoner van Milaan Milanees
inwoner van Monaco Monegask
inwoner van Moskou Moskoviet
inwoner van Noordpoolland - Eskimo
inwoner van Oost Polynesië Maori
inwoner van Portugal Portugees
inwoner van Rome Romein
inwoner van Spanje Bask, Catalaan, Spanjaard, Andalusiër
inwoner van Tirol Tiroler
inwoner van Venezuela Venezolaan
inwoner van een der Baltische Staten Balt, Est, Let, Litouwer
inwoner van het oude Amerika indiaan
inwoner van het oude Griekenland Helleen
inwoner van het oude Rome Romein
inwoner van het westelijk deel der Pyreneeën Bask
inwoning - intrek
inwoonster des lands - burgeres
inwoonster van Parijs Parisienne
inworp - ingooi
inwrijven - inpoeieren, insmeren
inwrijven met houtskoolpoeder om tekeningen door te drukken - sponsen
inwrijving - inunctie
inwijden inaugureren, inhuldigen, initiëren, inleiden, installeren, inzegenen, ontgroenen
inwijding - benedictie, inauguratie, ingebruikneming, initiatie, inzegening
inwijding bij volwassenen initiatie
inwijdingsfeest der Joden - Chanoeka
inwijkeling - immigrant
inzage - kennisgeving, kennisneming, visie, zicht
inzake aangaande, betreffende, i.z., nopens, omtrent, wegens
inzakken - verzakken
inzakking van gesteente - mare
inzalving - inunctie
inzamelaar - collectant, kollektant
inzamelen collecteren, oogsten, ophalen, sparen, vergaren
inzameling collecte, garing, inning, kollekte, oogst, perceptie, pluk
inzameling van gelden collecte
inzameling van vruchten - oogst, pluk
inzegenen - celebreren, consacreren, consecreren, heiligen, inwijden, wijden
inzenden - inleveren, opsturen
inzender tentoonstelling - exposant
inzeper - barbiersknecht
inzet - aanhef, aftrap, begin, bod, eersteling, gok, ijver, inlage, inleg, inleggeld, inplaatsing, invoeging, inzate, inzetsel, las, mise, openingsbod, pot, poule, remise, speelgeld, toewijding
inzet bij spel - mise, poule
inzet van geld - inleg
inzetraam - hor
inzetten - indoen, instellen
inzetten van edelstenen - kassen
inzetijzer - zethamer
inzicht bedoeling, begrip, benul, beschouwing, besef, bevatting, bewustzijn, blik, doorzicht, erkenning, erkentenis, gevoelen, gezindheid, gnatis (Gr.), gnosis, idee, kennis, kijk, licht, mening, notie, omvatting, oogmerk, oordeel, opvatting, opzet (Z.N.), perspicaciteit, prudentie, verstand, visie, zienswijze,
inzicht in het karakter van mensen - mensenkennis
inzien begrijpen, beseffen, doorgaan, doorzien, erkennen, mening, nazien, opvatting, prudentie, snappen, vatten, verstaan, weten, zienswijze
inzinking achteruitgang, baisse, collaps, dal, depressie, dijkval, flauwte, laagte, malaise, recessie, slenk, instorting, invalling, inzakking, machteloosheid, sneeuwstorting, vermindering, verslapping, verzakking, verzwakking
inzinking tussen hoogvlakten canon, canyon, dal, ravijn
inzinking van de bodem bekken, depressie, kom, slenk
inzinking van de bodem in kalksteengebied polje, uvala, doline
inzinking van een bodem - delling
inzonderheid bijzonder, inz, vnl, vooral, voornamelijk
inzouten - pekelen
inzuigen - absorberen, absorptie, imbiberen, infiltratie, opslorping, opslurpen, verzwelgen
inzuiging - absorptie, inhalatie, resorptie,
ionium io.
ionidium - hybanthus
Ionië, heiligdom in - Panioniom
Ionië, stad in - Coazomenae, Colophon, Efeze, Milete, Phocaea, Priene, Smyrna
Ionische eilanden, een der - Antipaxos, Cefalona, Cephalonia, Corfu, Ithaca, Ithyaki, Kefallinia, Korfoe, Kerkyra, Levkas, Poxas, Zakynthos, Zante
Ionosfeer, laag in de - F-laag
Iowa, hoofdstad van - Des Moines
ipecaeuanhawortel - braakwortel
ipheion - brodiaea, triteleia
ipse fecit - if
ipso facto - feitelijk
ipso jure - vanzelf
Iraakse gouverneur - moetasariff
Iraakse havenstad Basra
Iraakse hoofdstad Bagdad
Iraakse luchthaven Bagdad, Basra, Kirkoek, Mosoel
Iraakse luchtvaartmaatschappij I.A.
Iraakse munt dinar, dirhem, dollar, piaster
Iraakse provincie
4 Liwa
5 Anbar, Babil, Basra, Erbil, Wasit
6 Bagdad, Dhigar, Diyala, Naynawa
7 Kerbela, Kiskoek, Naynawa
9 Oadisiyah
12 Soelaimaniya
Iraakse provinciehoofdstad
4 Koet
5 Amara, Basra, Erbil
6 Bagdad, Diyala, Mosoel, Ramadi
7 Kerbela, Kirkoek
8 Diwaniya, Nasiriya
12 Soelaimaniya
Irak - Mesopotamië
Irak, bevolkingsgroep in - Arabieren, Koerden
Irak, hoofdstad van - Bagdad
Irak, rivier in - Eufraat, Tigris
Iraanse hoofdstad Teheran
Iraanse keizer shah, sjah
Iraanse keizerin - Farah, Soraya
Iraanse munt dinar, rial
Iraanse prinsentitel - misra
Iraanse produkten - katoen, kobalt, mangaan, rijst, saffraan, tapijten
Iraanse roesdrank - haoma, hauma
Iraanse staatshoofd - sjah
Iraanse staatsman - Mossadeg
Iraanse volksvertegenwoordiging - majdlis
Iran - Perzië
Iranees - Pers
ireëel - denkbeeldig
Irian - Guinea
Irian Barat, eiland bij - Biak, Japen
Irian Barat, plaats op - Fak-Fak
iridaceae - acidanthera, crocosmia, crocos, fresia, gladiolus, iris, ixia, lis, monbretia, moraea, tijgerbloem
iridium lis. Ir, iris, lis(bloem), regenboog(vlies)
iris - bergkristal, lisbloem, regenboog(vlies)
irisachtige bloem lis, krokus
irisachtige lentebloem - krokus
irisachtige plant - lis
Irokezen, opperhoofd der - Haiawatha
Irokezen, stam der - Cayuga, Mohawk, Oneinda, Onondaga, Seneca
Irokezen, taal der - Cherokee, Erie, Huron
ironie spot
ironische glimlach - grameel (Z.N.)
irradiatie - bestraling
irreëel onwerkelijk, onwezenlijk
iridium - ir.
irrigatie bevloeiing
irrigeren – bevloeien, bewateren
irritant ergerlijk, hinderlijk, lastig, prikkelend, tergend, vervelend,
irritatie ergernis, ontstemming, prikkeling
irriteren ergeren, hinderen, prikkelen
irriterend ergerlijk, hinderlijk, lastig, tergend
irriterend voor de zintuigen schel, scherp
irvingiaceae - desbordesia, irvingia, klainedoxa
is aangebroken - aanbreken
is aangetogen - aantijgen
is onregelmatig gegoten - defect
is op de kermis te zien - rarekiek
is vertegenwoordigd - nieuw
Isaïas - Jesaja
Isboseth - Isjbaäl
ischias - heupjicht, sciatica
Isjtar - Inanna
Iskenderoen - Alexandrette
Islam - Mohammedanisme
Islam, niet-gelovige in de - kafir
islamiet mohammedaan, moslem, moslim, muzelman
Islamitisch - zie ook Mohammedaans
Islamitisch feest - Haddj, Ledal Adha, Led al Maulid, Lai Lat Al Miraadj, Muharram, Ramadhaan
islamitisch feest na de vasten Beiram
Islamitisch gebed - salat
islamitisch gebedshuis - moskee
islamitisch rechtsgeleerde - moefti
Islamitisch plichtgebed - salab
Islamitische armenzorg - sakat
Islamitische bedevaart - hadj
Islamitische bedevaartganger - hadji
Islamitische broederschap - tarika
islamitische gebeden - salawath
Islamitische gebedsdienst - chatma
Islamitische gebedsnis - mihrab
Islamitische gebedsoproep - azan
Islamitische gebedsrichting - gibla, kibla
Islamitische geloofsbelijdenis - sjahada
islamitische gelovige - moslim, muzelman
Islamitische gewoonte - soenna
Islamitische godsdienstoefening - salat
Islamitische groet - sala(a)m, salem
Islamitische heilige oorlog - djihad
Islamitische heilige schrift - koran
Islamitische heilige wet - sjaria
islamitische leefregels - soenna
islamitische monnik derwisj
Islamitische moskee - masdjid
islamitische mystieke derwish orde - naksjabanijja
Islamitische mystieken - soefi’s
Islamitische mystieke orde - tarika
islamitische ongelovige - kafir
Islamitische plichtenleer - fikh
Islamitische schriftgeleerde - moealla, oelema
Islamitische profeet Mohammed
Islamitische tekstuitleg - kiyas
Islamitische titel - bab
Islamitische traditie - hadith
Islamitische vasten - sawm
islamitische wetsgeleerden - hanafiten, hanbaliten, malikiten, sjafiiten
Islamitische wetskennis - fakih
Ismaëliet - Arabier
Ismaliten, sekte behorende tot de - Assassijnen, Hodsjas, Karmaten
Ismene - Hymenocallis
Isnardiz - Ludwigia
isoëtacae - biesvaren, isoëtes, stulites
isolatie afsluiting, afzondering, quarantaine
isolatiemateriaal ameniet (radio-onderdelen), asbest, bengoliet, celotex, eboniet, glaswol, micaniet (mica en schellak)
isolatiemateriaal uit mica en schellak micaniet
isolatiemateriaal voor radio onderdelen ameniet
isolement afzondering
isoleren - afzonderen
isolerend bouwmateriaal - celotex (van suikerbietsap)
isolerend materiaal - eboniet
isolerende kartonachtige stof - celotex
isomeer van glucose - galactose
isomeer van wijnsteenzuur - druivenzuur
isonitrosoverbinding - oxine
is op de kermis te zien rarekiek
isoropylbenzeen - cumeen
isotherm harden - bainitreren
Israël Jakob, Palestina
Israël, deel van - Galilea, Negev
Israël, hoofdstad van - Jeruzalem
Israël, koning van -
3 Ela
4 Basa, Jehu, Joas, Omri, Saul
5 Achab, David, Hosea, Joram, Nadab, Zimri
6 Pekach, Sallum, Salomo
7 Achazja, Joachaz, Zekarja
8 Jerobeem, Menachem, Pekachja, Zacharia
Israël, landbouwnederzetting in - kibboets
Israël, rivier in - Jordaan, Kis(j)on
Israël, stad in - Eilat, Haifa, Jaffa, Jeruzalem, Lod, Lydda
Israël, stam in - Aser, Benjamin, Dan, Gad, Issaschar, Jozef, Juda, Levi, Naftali, Ruben
Israël, volksvertegenwoordiging van - knesset
Israëliet Arabier, jood
Israëlisch collectief dorp - kibboets
Israëlisch componist - Gilboa, Partosch, Seter, al,
Israëlisch dialect - Ivriet
Israëlisch feest - (C)Hanuka
Israëlisch heilig boek - kitab
Israëlisch kerkmeester - parnas
Israëlisch ondergronds leger - Hagana
Israëlisch parlement knesset, knesseth
Israëlisch schilder - Agam, Bergner, Bezem
Israëisch schrijver - Agnon, Amichai, Berkowitz
Israëlisch vliegveld - Lod, Lydda
Israëlische feestdag - inwijdingsfeest, loofhuttenfeest, nieuwjaar, onafhankelijkheidsdag, pesach, paasfeest, Poeriem, slotfeest, verzoendag
Israëlische generaal Dayan, Herzog, Rabin
Israëlische godsdienstleraar - rebbe
Israëlische haven - Eilat, Haifa, Jaffa
Israëlische inhoudsmaat - efa
Israëlische kerk synagoge
Israëlische kerkvoogd - parnas
Israëlische luchthaven Lydda (Lod)
Israëlische luchtvaartmaatschappij Elal
Israëlische maat dunam
Israëlische militaire rang - Aloef, Samal, Seren, Toeraj
Israëlische munt agorot, groesj, lira, piaster, pond, prutah
Israëlische naam Abraham Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben, Sam, Samuel
Israëlische parlement - knesset, knesseth
Israëlische politieke beweging - Zionisme
Israëlische president - Goerion, Meir
Israëlische rustdag - sabbat
Israëlische schilders Ardon Guttman, Janco, Mokady, Rubin, Zaritski,
Israëlische schrijvers Gilbao, Guri, Meged, Shamir, Yishar
Israëlische sinaasappel - jaffa
Israëlische strijdmacht - tsahal
Israëlische taal Hebreeuws, Ivriet, Iwrieth Jiddisch, Ladino, Moghrabi
Israëlitisch - Isr
Israëlitisch aardewerk - majolica
Israëitische hoofdman - Richter
Israëlitische hoofdstad - Samaria
Israëlitische huiselijke ceremoniën op eerste twee paasavonden - seider
Israëlitische kalendermaand - yar
Israëlitische kerkmeester - parnassijn
Israëli(ti)sche kerkvoogd parnas
Israëlitische naam - Abraham, Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben,
Sam, Samuel
Israëlitische profeet - Jeremia
Israëlitische tempeldienaar - leviet
Istanboel - Byzantium, Konstantinopel
Istanboel voorstad van - Galata, Skoetari, Usküdar
Istanboel wijk der Europeanen in - Pera
Isthmus - landengte
Italiaan Napolitaan, Romein, sard
Italiaans aardewerk uit de 15e eeuw majolica
Italiaans adellijk geslacht Medici, Orsini
Italiaans automerk Ferrar,i Fiat, Lancia
Italiaans baksel - pizza
Italiaans beeldhouwer -
5 Manzu, Rosso
6 Canova, Marini, Pisano, Rocchi
7 Bernini, Bugatti,Cellini, Martini, Messina, Quercia,
Raffael, Ruggeri
8 Boulogne, Bramante, Calandra, Ghiberti, Pericolo
9 Donatello, Romanelli, Sansovino
10 Bandinelli, Buonarotti, Marochetti
12 Brunelleschi, Michelangelo
Italiaans bergland - Apennijnen, Dolomieten
Italiaans componist -
4 Nono
5 Asola, Berio, Verdi
6 Artusi, Borghi
7 Bellini, Bernadi, Corelli, Landini, Puccini, Rossini,
Tartini, Vivaldi
8 Mascagni, Paganini, Petrassi, Pizzetti
9 Carissimi, Donizetti, Malipiero, Paesiello, Pergolesi, Scarlatti
10 Bocherini, Monteverdi, Palestrina, Sammartini
11 Frescobaldi
12 Dallapiccola
Italiaans danslied villanella
Italiaans dichter - Ariosto, Dante, Petrarca Tasco
Italiaans eiland in de Middellandse Zee Capri, Caprera, Elba, Lido, Sardinië, Sicilië
Italiaans geheim genootschap - carbonari
Italiaans gerecht macaroni, pizza, polenta, ravioli, risotto, spaghetti
Italiaans geslacht , Borgia, Este
Italiaans heerser doge
Italiaans kaartspel - bod(spel)
Italiaans landschap - Abruzzi, Basilicate, Calabria, Campania, Lazio, Liguria, Lombardia, Marche, Molise, Piemonte, Puglia, Sardegna, Sicilia, Toscane, Umbria, Veneto
Italiaans letterkundige -
4 Arzo, Caro, Levi, Vico
5 Belli, Bembo, Berni, Berto, Betti, Casti, Dante, Gozzi,
Monti, Negri, Prati, Pulci, Tasso, Verga
6 Alvaro, Bracco, Fabbri, Gianni, Marino,Parini, Vasari
7 Alberti, Allegri, Arentino, Ariosto, Bernari, Boiardo,
Cellini, Collona, Fiscolo, Goldoni, Guarini, Lentini,
Manzoni, Moravia, Moretti, Pascoli, Pellico, Pistolia
8 Bandello, Carducci, Compagni, Petrarca, Pugliese,
Sordello, Trissino
9 Boccaccio, Fogazzaro, Poliziano, Sacchetti,
Sannazaro
10 Angiolieri, Buonarotti, Cavalcanti, Guinizelli,
Pirandello
12 Castiglione, Machiavelli
italiaans meelproduct - spaghetti
Italiaans meer Como, Garda, Lago, Lugano, Maggiore
Italiaans meerstemmig lied - frottola
Italiaans musicus - Leoncavallo, Perosi, Pespichi, Puccini, Rossini, Scarlatti, Spontini, Verdi
Italiaans natuurkundige - Marconi, Volta
Italiaans restaurant - pizzeria trattoria
Italiaans vioolbouwer - Amati, Stradivarius
Italiaans volk Etrusken
Italiaans volkslied - ritornel, tarantella
Italiaans vorstengeslacht Este
Italiaans wijndistrict - Apulië, Barletta, Campania, Emilia, Falerno, Lambrusco, Moscato, Piemonte, Sicilië
Italiaanse Alpen - Dolemieten
Italiaanse antropoloog - Mantegazza
Italiaanse architect -
3 Gio
4 Fuga, Rava, Zevi
5 Larco, Nervi, Ponti
6 Fifini, Frette, Trucco
7 Alberti, Barozzi, Bernini, Cronaca, Galilei, Guarino,
Juvarra, Pollini, Rafael, Valdier
8 Bramante, Montuori, Palladio, Perruzzi, Terragni
9 Borromini, Catalogni, Sansovino
10 Michelozzo, Rossellino
12 Brunelleschi, Michelangelo
Italiaanse badplaats Alassio, Chiaveri, Como, Imperia, Lido, Merano, Rapallo, Rimini, San Remo, Savona, Sestri
Italiaanse barbier - figaro
Italiaanse beeldhouwer Canova, Donatello, Ghiberti, Giacometti, Marinie, Michelangelo, Pisano, Porta, Robbia, Vinci,
Italiaanse biefstuk - bistecca
Italiaanse bioloog - Redi, Spallanzani
Italiaanse blijspeldichter - Gol
taliaanse boot - gondel
Italiaanse bouwkundige - Pericoli
Italiaanse bouwmeester - Maderna, Palladio, Vinci
Italiaanse burgemeester podesta
Italiaanse componist uit de Baroktijd Albinoni, Manfredini, Marcello, Scarlatti, Torelli, Veracini, Vinci Vivaldi,
Italiaanse componist uit de moderne tijd Dallapiccola, Nono,
Italiaanse componist uit de renaissance Cavalli, Frescobaldi, Monteverdi, podesta
Italiaanse componist uit de romantiek Bellini, Boito, Donizetti, Mascagni, Puccini, Verdi
Italiaanse dame - signora
Italiaanse dans pavane, forlano, furiana, gagliarda, padovana, saltarello, tarantella
Italiaanse oude dans - calata
Italiaanse dichter Ariosto, Dante, Groce, Leopardi, Parini, Pascoli, Pellico, Petrarca, Prati, Pulci, Rosa, Sannazaro, Tasso, Tassoni
Italiaanse dirigent - Toscanini
Italiaanse cervelaatworst - salami
Italiaanse componist - Albinoni, Bellini, Boito, Cavallo, Dellapicollo, Donizetti, Frescobaldi, Manfredini, Marcello, Mascagni, Nono, Puccini, Scarlatti, Torelli, Veracini, Verdi, Vinci, Vivaldi,
Italiaanse dans - forlano, pavane, saltarello, sarabande, tarantella
Italiaanse ezelworst - salami
Italiaanse filmster - Lollobrigida, Loren
Italiaanse filosoof - Acri
Italiaanse fluittheoreticus Gariboldi
Italiaanse geheime staatspolitie ovra
Italiaanse gendarme carabinieri
Italiaanse gids - cicerone
Italiaanse glaswerk - Florence, Venetiaans
Italiaanse godgeleerde - Patrizi, Perrone
Italiaanse groet - ciao
Italiaanse harlekijn - arlecchino, pantalone
Italiaanse havenstad - Brindisi, Genua, Messina, Napels, Palermo, Venetië
Italiaanse heer signore
Italiaanse herberg osteria
Italiaanse hertog doge
Italiaanse hoofdstad - Roma, Roma
Italiaanse jongeheer - signorino
Italiaanse juffrouw signorina
Italiaanse kaassoort - gorgonzola, parmezaner
Italiaanse klokkentoren - campanile
Italiaanse koffie - cappucino, espresso
Italiaanse landstreek Apulië, Calabrië, Campania, Catania, Cremona, Emilia, Ferrara, Liguria, Lombardije, Lucca, Mantua, Parma, Perugia, Siena, Toscane, Trente, Umbria
Italiaanse munt centesimo, lire
Italiaanse natuurkundige Galilei, Galvani, Marconi, Torricelli, Vinci Volta
Italiaanse ontdekkingsreiziger - Vespucci
Italiaanse opvoedkundige Montessori
Italiaanse pap polenta
Italiaanse partijleider Nenni
Italiaanse provincie Benevento, Catania, Cremona, Enna, Ferrara, Lucca, Mantua, Parma, Perugia, Regusa, Siena, Verona
Italiaanse provincie hoofdstad
4 Asti, Bari, Como, Enna, Pisa, Roma, Rome
5 Aosta, Cuneo, Forli, Genua, Lecce, Lucca, Massa,
Nuoro, Padua, Parma, Pavia, Rieti, Siena, Terni,
Turijn, Udine
6 Ancona, Arezzo, Chieti, Foggia, Genova, Latina,
Matera, Mantua, Milaan, Milano, Modena, Napels,
Napoli, Novara, Padovo, Pesaro, Ragusa, Reggjo,
Rovigo, Savona, Terano, Trente, Trento, Torino,
Triest, Varese, Verona
7 Belluno, Bergamo, Bologna, Bolzano, Brescia,
Caserta, Catania, Cosenra, Cremona, Ferrara, Firenze,
Gorizia, Imperia, lsernia, l'Aguila, Livorno, Mantova,
Messina, Palermo, Perugia, Pescara, Pistoia, Potenra,
Ravenna, ,Salerno, Sassari, Sondrio, Tarente, Tarento,
Trapani, Treviso, Trieste, Venetië, Venezia, Vicenza,
Viterbo
8 Avellino, Brindisi, Cagliari, Florence, Grosseto,
Macerata, Piscenza, Siracusa
9 Agrigento, Benevento, Catanzaro, Frosinose,
Pordenone
10 Campobasso
11 Alessandria
13 Caltanisetta
Italiaanse rivier -
2 Po
3 Aso, Era, Lao
4 Adda, Agno, Agri, Alli, Arno, Asso, Ceno, Dora, Eisa,
Enza, Fino, Nera, Noce, Nure, Orba, Orco, Orte, Reno,
Sele, Taro, Tavo, Toce
5 Adige, Belbo, Bruna, Corno, Esaro, Esino, Farfa,
Ferro, Fioio, Fiora, Idice, Lorda, Maira, Marta, Melfa,
Mella, Merse, Oglio, OIona, Orciz, Parma,Piave, Plave ,
Ronco, Sacco, Sarca, Sauro, Savio, Seria, Sesia, Siere,
Sinni, Sisto, Tenna, Tiber, Torres, Ufita
6 Agogna, Alento, Allaro, Amatto, Aniene, Arrone, Astion,
Atella, Aterno, Avisio, Brembo, Brenta, Calore, Cavone,
Cecina, Cesano, Chiani, Chiese, Cornia, Foglia, Isonzo,
Lamone, Locone, Maduna, Melito, Mincio, Mucone, Musone,
Ofanto, Olpeta, Panaro, Pecora, Rapido, Sangro, Tacina,
Tanaro, Tesino, Tevere, Ticino, Tronto, Turano, Velino,
Venosa, Vomano
7 Albegne, Amaseno, Biferno, Bormida, Bradano,
Busento, Cellina, Cervaro, Chienti, Chisone, Dragone,
Etevivo, Follone., Fortore, Gravina, Livenza, Metauro,
Mignoni, Montone, Nestore, Ombrone, Pellice,
Pescara, Platano, Potenza, Secchia, Serchio,
Tammaro, Titerno, Torbido, Tordino, Trebbia,
Trionto, Varaita, Vitravo, Vulgano
8 Ancinale, Calaggio, Mingardo, Sarmento, Signello,
Staffora, Teverone, Tusciano, Volturno .
9 Amendolea, Argentino, Candelaro, Fiumenica,
Marecchia, Raganello, Selinello, Trasubbie
10 Abatemarco, Basentello, Garigliano, Laurenzana
11 Tagliamento
Italiaanse rovers - briganti
Italiaanse schalmei - calandrone
Italiaanse schilder -
4 Afro, Feti, Reni, Rosa, Tura
5 Aglio, Burri, Carra, Dolci, Penni, Sarto, Tozzi
6 Allori, Cigoli, Giotto, Guardi, Piombo, Rafael, Vasari
7 Barocci, Bellini, Cimabuc, Da Vinci, Gozzoli, Morandi,
Raffael, Saltian, Tiepolo, Titiaan, Uccello
8 Anastano, Angelico, Campigli, Magnelli, Mantegna,
Masaccio, Severini, Veronese
9 Cavallini, Correggio, Donatello, Pordenone, Segantinl,
10 Botticelli, Caravaggio, Cerrachini, Signorelli, Tintoretto
11 Ghirlandaio
12 Michelangelo, Parmigianino, Sassoferrato
Italiaanse schilder/dichter - Rosa
Italiaanse schrijver - Annunzio Boccaccio, Caspeno Croce, Dante, Lampedusa, Malaparte, Moravio, Petrarca, Pirandello
italiaanse soep - minestra, minestrone
Italiaanse stad -
3 Bra
4 Atri, Como, Este, Fano, Gela, Pola, Rome
5 Adria, Anzio, Cantu, Capua, Combo, Fondi, Genua, Prato
6 Anagni, Andria, Milaan, Rimini, Salerno, Spezia, Urbio
7 Cassino
8 Camerino, Florence
Italiaanse stad aan de Adriatische Zee - Ancona, Brindisi, Rimini, Venetië
Italiaanse stad aan een gelijknamig meer - Como
Italiaanse stad met oudste plantentuin van Europa - Padua
Italiaanse sterrenkundige - Galilei, Schiaparelli
Italiaanse tenorzanger - Benjamino, Caruso, Gigli
Italiaanse tiran - Borgia
Italiaanse vlootvoogd - Persano
Italiaanse volksdans geheten naar de stad Tarente - tarantella
Italiaanse vorstenhuis (oud) - Este
Italiaanse vrijheidsheld - Garibaldi
Italiaanse vrijstaande klokkentoren - campanile
Italiaanse wijn Aleatico, Bardolino, Barola, Campari Chianti, Martini, Gragnano, Lambrusco, Moscato, Moscatello, Valpolicella, Zibiblo
Italiaanse vrouw – donna, signora
Italiaanse witte wijn - Caluso, Falerner
Italiaanse wijn - Este, Chianti, Barolo, Martini,
Italiaanse worst - salami
Italiaanse zilversmid - Cellini
Italië, schiereiland van - Calabrië, Otranio, Latijn, Marrucijns, Oskisch, Paelignisch, Sabellisch, Umbrisch, Vestljns, Volkisch
Italische talen, een der - Faliskisch
Italmenen - Kambsjadalen
7 Capraji, Gorgone, Pianose, Sicilië, Vulcano
8 Sardinië
9 Stromboli
Italië, gebergte in Apennijnen
Italië, eiland behorende bij -
4 Elba
5 Capri
6 Giflio, Ischia, Lipari, Ustica
item desgelijks, dezelfde, evenzo, insgelijks, it, post
iteratie - herhaling
Ithome - Vurkano
ivoor elp, elpenbeen, lavoor
Ivoorkust, bevolkingsgroep in - Kroe, Senoefoe
Ivoorkust, hoofdstad van - Abidjan
Ivoorkust, rivier in - Bandama, Cavally, Comoë, Sassandra
Ivoorkust, stad in - Bauake, Daloa, Dalva
ivoornoot - phytelephas
ivoorpalm - tagua
ivoorsurrogaat - eburine
ivoren - elpen
Iwriet Hebreeuws
ixodas - teek
Izabel(le) geelbruin
izegrim brombeer, brompot, knorrepot, nurks, wolf