Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm Archived on Termhotel.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/ Puzzelwoordenboek: A • Puzzelwoordenboek: B • Puzzelwoordenboek: C • Puzzelwoordenboek: D Puzzelwoordenboek: E • Puzzelwoordenboek: F • Puzzelwoordenboek: G • Puzzelwoordenboek: H Puzzelwoordenboek: I • Puzzelwoordenboek: J • Puzzelwoordenboek: K • Puzzelwoordenboek: L Puzzelwoordenboek: M • Puzzelwoordenboek: N • Puzzelwoordenboek: O • Puzzelwoordenboek: P Puzzelwoordenboek: Q • Puzzelwoordenboek: R • Puzzelwoordenboek: S • Puzzelwoordenboek: T Puzzelwoordenboek: U • Puzzelwoordenboek: V • Puzzelwoordenboek: W • Puzzelwoordenboek: X Puzzelwoordenboek: Y • Puzzelwoordenboek: Z
Eagle (Eng.) - adelaar, goudmunt earl (Eng.) graaf eau de cologne - odeur, reukwater eb laagwater, l.w., ebbe, getij, tij ebaucheren - aanleggen, schetsen ebbe - getijde ebbehout van Ceylon - coromandel ebbehout (Ind.)- agrihout ebben achteruitgaan, aflopen, afnemen, teruglopen, terugvloeien, wegvloeien ebdeur - sluisdeur eb en vloed tij, getijde, getij eboniet caoutchouc ecarté kaartspel ecarteren vermijden, verwijderen ecce (Lat.) zie ecclesia mater - moederkerk ecclesiastes prediker (het bijbel boek) ecclesiastisch - kerkelijk echec - fiasco, flop, mislukking, nederlaag, schaak, tegenslag echel - bloedzuiger echinieten - koeteieren, zeeappels, zeeegels, zeeklitten echinococcus - blaasworm echo galm, nagalm, naklank, reflectie, resonance, resonatie, tegengalm, weergalm, weerkaatsing, weerklank echoapparaat - asdic, sonar echokelder galmkelder echolokalisatie - sonar echolood - dieplood, peillood echt authentiek, beproefd, bestaand, diep, diepst, eerlijk, erkend, fijn, formeel, gedegen, geheid, genuien, heerlijk, heus, huwelijk, inderdaad, innerlijk, innig, intiem, legitiem, leuk, louter, matrimonium, officieel, onvervalst, oprecht, origineel, prettig, probaat, raszuiver, realistisch, reëel, rein, specifiek, trouwpartij, vast, verbintenis, veritabel, verus, waarachtig, waar(lijk), warm, werkelijk, wettelijk, wettig, wezemlijk, zeker, zuiver echte kies - molare echte zanger fitis, kardinaal, karekiet, kneu, kwikstaart, liervogel spotvogel, tapuit, tjiftjaf echtbreker - overspelige echtbreuk ontrouw, overspel, slippertje echtelijk conjugaal, huiselijk, huwelijks echteloos - ongehuwd, vrijgezel achteloos leven - celibaat echten - trouwen, wettigen echter al, alevel, algelijk (Z.N.), alhoewel, dan, des(al)niettemin, desondanks, doch, edoch, evenwel, hoewel, intussen, maar, niettemin, nochtans, ofschoon, ondertussen, tenminste, toch echte Fries - stamfries echtgareel - huwelijksband echtgebeurd – historisch, waar echtgenoot – bruidegom, e(e)ga, ga(de), gemaal, getrouwde, levensgezel, man, partner, wederhelft echtgenote eega, ga, gade, gemalin, getrouwde, vrouw, wederhelft, wijf echtgenote van zie: vrouw van ... echtheid authenticiteit, genuïteit, juistheid, onvervalstheid, o, prechtheid, ongeveinsdheid, waarheid, zuiverheid echtheid betreffende de geboorte - legitimiteit echtheidsonderzoek verificatie, controle echtheidsonderzoeker - controleur, verificateur echtheidsstaving - vidimatie echtheidsverklaring - legitimatie echtkoets bruidsbed, huwelijksbed echt Nederlands beroep - matroos echtscheiden - divorceren echtscheiding - ontrouw, overspel, separatie echtscheidingplaats in VS. Reno echtscheidingsverklaring - legitimatie echtschender - echtbreker, overspelige echtverbintenis echt, huwelijk echtvereniging agnitie, bruiloft, huwelijk echtverklaring agnitie, erkenning, legalisatie, legitimatie eclampsie - (kinder)stuipen éclat opzien, glans, luister, schittering eclatant daverend, glanzend, inslaand, klinkend, luisterrijk, opzienbarend, schitterend eclips ondergang, verduistering, verdwijning, zonsverduistering eclipseren verdonkeren, verduisteren, verdwijnen ecliptica - aardbaan, zonnebaan, zonneweg ecloge - herdersdicht ecoloog - milieudeskundige economie bezuiniging, staathuishoudkunde, zuinigheid economie van een volk - volkshuishouden economisch besparend, kostenbesparend, spaarzaam, staathuishoudkundig, zuinig economisch instituut voor midden en kleinbedrijf - E.I.M. economisch verbond - E.E.G. economische commissie der V.N. - ECA, ECAF, ECE, ECLA Economische commissie voor Afrika - ESA Economische commissie voor Europa - ECE Economische commissie voor Latijns Amerika - ECLA Economische commissie der VN - ECA, ECAF, ECE, ECLA Economische en Sociale raad der VN - Ecosoc economische depressie - malaise, slapte economische handeling - voorraadvorming economische onafhankelijkheid autarkie economisch driespan - benelux economiser - voorverwarmer economiteit - doelmatigheid econoom - economist, staathuishoudkundige ecrin juwelenkistje ecru crèmekleurig, ongebleekt, roomgeel, ruw, touwkleurig Ecuador deel van - Costa, Oriënte, Sierra Ecuador, provincie van - 4 Loja, Napo 5 Canar 6 Azuaya, Carchie, Guayas, Manabi 7 Bolivar, Pastaza 8 Cotapaxi, Inbabura 9 Pichincha 10 Chimborazo, Esmaraldas, Tungarahua Ecuador, provinciehoofdstad in - 4 Loja Puyo, Tena 5 Macas, Quito 6 Ambato, Cuenza, Ibarra, Tulcan, Zamora 7 Azoguez, Machale 8 Babohoyo, Guaranda, Riobamba 9 Guayaquil, Latacunga 10 Esmeraldas, Portoviejo Ecuadoriaanse munt centavo, sucre eczeem - (huid)uitslag eczeem bij paarden - mok, rasp Edda, onderdeel van de - Grottasongr, Havamal, Hyndlujod, Rigsthula, Voluspa edder - elder, uier edel - aanzienlijk, adelijk, doorluchtig, eel, edelmoedig, edelwaardig, fier, goed, grootmoedig, groots, hoogstaand, kostbaar, nobel, ridderlijk, statig, waardig, verheven, voornaam edelaardig - edelmoedig, grootmoedignobel edelachtbare - e.a. edeldame - douairière edel dier - eland, hert, paard, ros edelaardig grootmoedig, nobel edele - aanzienlijke, adelijke, edelman, ridder, edele aard - adel edelen - aanzienlijken, adelijken, adelstand edele stenen - gesteente edele vogel - adelaar, arend, valk edelgas argon, helium, krypton, neon, radon, xenon edelgesteente - ametist, diamant, esrnerald, esmeraud, karbonkel smaragd edelgesteente in een vingerring - bag edelgranaat - almandien edelgraniet - almandin edelheid - adel, nobiliteit, uitmuntendheid, voortreffelijkheid edeling edele edelknaap - hofjonker, page edellieden - adelstand edelman aristocraat, baron, bruggraaf, edele, edeling, graaf, hertog, hildalgo (Sp.), jonkheer, markies, pair, prins, ridder, vicomte edelman in Japan - Daimio edelman op Java - Adipati, Raden edelman uit Frankrijk - pair edelman (Sp.) - hidalgo edelman te paard - ridder edelmarter boommarter edelmetaal goud, platina, zilver edelmetaal (Fr) or edelmoedig edel, edelaardig, genadig, genereus, goedertieren, groothartig, grootmoedig, gul, lankmoedig, magnaniem, menslievend, mild, nobel, onbekrompen, ridderlijk, vrijgevig, vrijmoedig edelmoedigheid adel, generositeit, goedertierenheid, mildheid, noblesse edelsmid - zilver-, goudsmid edelsmid, beroemde - begeer, Bulle, Celini, Faberge, Lalique, Lebrun, Lutma, Mores, Vianen edelsmid uit renaissance - Cellini edelsmidwerktuig - bouwel, burijn, steke edelste - keest edelstenen 3 git 4 brik, daai, erts, jade, kies, onyx, zand 5 agaat, amber, bagge, beril, beril, camee, gemma, gneis, grind, grint, magma, opaal, parel, pumex, robijn, rubis, silex 6 adamas, akmiet, albast, amaril, arduin, asbest, aug iet, bariet, basalt, bazalt, bismut, carbon, eoliet, gagaat, gravel, jaspis, juweel, kareel, katoog ,koraal, kwarts, marmer, orion, plasma, prasem, pyriet, sardis, spinal, topaas, ulviet, zarbat 7 adamant, adulaar, almagra, aluniet, ametist, amirant, aniniet, apatiet, asteria, bauxiet, camaieu, carneol, carrara, citrien, diabaas, diamant, dioriet, girasol, glimmer, grafiet, granaat ,graniet, granito, grauwak, graveel, greskei ,hyacint, hyaliet, jadeïet, kalktuf, koralijn, kristal, krijttuf, leuciet, mangaan, nefriet, neoliet, oxaliet, perelle, peridot, pikriet, porfier, pycniet, saffier, sinopel, smaragd, uroliet, wolfram, ijssteen, zeoliet, zirkoon 8 aeroliet, alboliet, alfenide, allagiet, almandin, amethist, baccarat, basaniet, bdellium, beresiet, boraciet, braggiet, briljant, brillant, cabochon, carneool, ceratiet, chamotte, chloriet, cornalijn, corneool, datoliet, dendriet, diopsiet, dioptaas, doleriet, dolomiet, electron ,esmeraud, essoniet, eterniet, euforiet, gadsteel, galsteen, graniver, haarkies, hamatiet, isjoliet, karneool, kornelijn, lateriet, lavaglas, lazuriet, leisteen, leksteen, majolica, megaliet, melaniet, nomoliet, pagodiet, peperine, rijnsteen, sanidien, saponiet, sardonix, seleniet, sideriet, silicium, spongiet, steatiet, trachiet, tufsteen, turkoois, zeeagaat, zeeberil 9 amazoniet, antraciet, aquamarijn, aromaliet, baikeliet, barnsteen, belemniet, bengaliet, cacheloog, calcidoon, carbonium, chalcedon, dinasteen, dragoniet, drakoniet, edelopaal, flintglas, galactiet, gangsteen, garneriet, glassteen, goudsteen, granuliet, hardsteen, hessoniet, inktsteen, kalksteen, karbonkel, kattegoud, kuitsteen, kwartsiet, maansteen, malachiet, melksteen, meteoriet, naltroilet niersteen, paapsteen, psaroliet, puimsteen, rhodoniet, roodsteen, speksteen, steenvlas, steenzout, stersteen, tandsteen, theraliet, toermalijn, tungsteen, vuursteen, waalsteen, wratsteen, ijselsteen, ijzersteen, zandsteen, zeepsteen, zeilsteen 10 aluinsteen, anthraciet, antimonium, asicteriet, automaliet, azuursteen, band jaspis, basaltglas, beeldsteen, blaassteen, blauwsteen, bloedsteen, bronsinter, bruinspaat, bruinsteen, chrisoliet, chrisoliet, dianasteen, druipsteen, gadoliniet, heliotroop, helsesteen, hoornsteen, karsteniet, klinksteen, luchtsteen, marcassiet, nevelsteen, nikkelkies, paarlopaal palagonlet, paragoniet, pepersteen, rooskwarts, smaragdiet, spiesglans, stalactiet, stalagmiet, stangsteen, topasoliet, sponssteen, waterspaat, zonnesteen 11 bergkristal, bloedkoraal, chrysoberyl chrysopraas edelsteen in reliëf - camee, gemma edelsteen in ring bag, bagge edelsteenkunde gemmologie edelsteen met ingesneden figuur - gemma, intaglio edelvalk - jachtvalk, vogel edelvrouw barones, dona, douarière, freule, gravin, groothertogin, hertogin, jonkvrouw, markiezin, prinses edelzout - kalizout eden - eldorado, lusthof, lustoord, paradijs Ederna - Adrianopel edict besluit; bevelschrift, kennisgeving, landsverordening plakkaat, verdrag, verordening edictaal - indaging edidit - ed. edik azijn, eek editeren publiceren, uitgeven editie druk, oplaag, oplage, uitgave, edoch - doch, echter, evenwel, maar Edom Ezau educatie - opvoeding, scholing educatief opvoedend eed - belofte, bezwering, gelofte, verklaring eedbreuk - meineed eedgenoot bondgenoot, comploteur, liquist, samenzweerder eedgenootschap - bondgenootschap, eedverbond, enomotie, lique, samenzwering eedverbond compromis, eedgenootschap eega echtgenote, echtgenoot, ga, gade, gemaal, gemalin, getrouwde, levensgezel, man, vrouw , wederhelft eek azijn, edik, eik, eikenschors, looistof, run eekhoorn - eekkatte, eker, pluimstaart, sciuris, spookdiertje eekhoornachtig dier - ziesel eekhoornbont - vair eekhoornmarmot tamias eekhoornsoort - alpenmarmot, klapperrat, soeslik, ziesel eel ale, bier edel eelt callas, huidverharding, porose, weer, zwil eeltachtige uitwas likdoorn, wrat eenakter - toneelspel eeltachtige verharding - likdoorn, wrat eeltachtigheid - callositeit eeltig - calleus eeltpotige - alpaca, dromedaris, guanaco, kameel, lama, vicugna eeltuitwas aan paardepoten - zwilwrat een - mono een (Eng.) - one een aantal - menigeen een aantrekkelijk schouwspel opleverend - spectaculair een aanvang nemen - aangaan een aanwijzing voor betaling geven - assigneren een afkeer hebbende - afkerig een afspraak maken - overeenkomst een akte - uiterst een ambt bekleden - aanblijven, dienen een andere handeling verrichten - overgaan een andere mening - oneens een andere stand innemen - overgaan een andere vorm geven deformeren omvormen, reformeren, vervormen een aperte leugen - apert een appel en een ei - weinig een april - gekkendag een baard hebbend - baardig een bad nemen - baden een bedenking opperen - aanmerken een bedevaart doen – dienen een beeld - amplificatie een beeld vervaardigen uit kneedbare stof - boetseren een beetje - deels, enigermate, enigszins, iet, iets, ietwat, luttel, pietsje, wat, weinig een beetje dronken - aangeschoten, tipsy een beetje scheel loens een begin met boren maken - aanboren een behoorlijke vorm geven - fatsoeneren een beleefdheidsbetuiging geven - groeten een beleg slaan - belegeren een bepaalde richting uit - achteruit, linksaf, rechtdoor, rechtsaf een berg in Griekenland - Heiicon, Zangberg een berisping geven - toedienen eenbes - dolwortel, panskruid, wolfsbes een besluit nemen - beslissen een bestelling bezorgen - afloeveren een blaasbalg - balg een boek openen - opslaan een boel - veel een bod doen - bieden, tawarren een bom duiten - kliek een bos - bundel een bultige kameel - dromedaris een bundel - bos, dot, knot, ris, streng een bundeltje - dot eencellige - radiolarie, schaaldier(tje) eencelligen - 5 algae, algen 6 wieren 7 ciliate 8 protozoa, sporozoa 9 bacteriën, protisten , rhizopoda, sardonica 10 flagellata, schizophyta, slijmzwammen 12 mastigophoia 13 sporendiertjes, wortelpotigen, zweepdiertjes 17 afgietseldiertjes eencellig diertje - amoebe, zeevonk eencellig organisme - bacil, bacterie eend - bergeend, brilduiker, domoor, goele, klappereend, krakeend, krust, oeverzegge, roepertje, roodkop, stommeling, taling, woerd eend, kleine - taling eendachtig - dom eendachtige vogel - eend, gans, meerkoet, zwaan één dag durend efemeer eendagsvlieg - efemeried, haft, oeveraas een dag voor heden - gisteren eendekker - monoplaan eendekroos - eendemoes, lemma, puirek eendekroos achtigen - lemnaceeëen eendelig werkpak - overall eendendoder - visarend eendengeluid – kwaken, snateren eendenkooihouder - kooiker eendensoort - 6 smient, taling ijseend 7 casarca, nijlgans, zaagbek, zee-eend 8 Balieend, bergeend, booteend, duikeend, huiseend, kromeend, kuifeend, nonnetje, slobeend 9 Andesgans, dwerggans, eidereend, krooneend, kwakertje, pronkeend, pijlstaart, tafeleend 10 brilduiker, Pekingeend, Rouaaneend, toppereend, witoogeend 11 hoendergans, Orinocogans 12 wintertaling 16 stekelstaarteend eender dito, egaal evenzo, gelijk, hetzelfde, idem, ongeweizigd, onveranderd een der Antillen Aruba, Bonaire, Cuba, Curaçao, Jamaica, Saba een der Apostelen Andreas, Filippus, Jacobus, Johannes, Judas, Nathanaël, Petrus, Simon, Thomas een der asen - widar een der Azoren Tayal een der Bahama’s Acklin, Cat, Watling een der Balearen Ibiza, Mallorca, Minorca een der Banda eilanden Al een der Canarische eilanden Palma, Hierro een der Cycladen Delos, Milos, Naxos, Paros, Thira een der Deense eilanden Bornholm, Funen, Mön, Samsö, Lolland, Paros, Thira een der Dioscuren - Pollux een der Dravidische talen - Tamil een der drie Furiën - Megera een der drie Gorgonen - Medusa een der drie Gratiën - Aglaja een der eilanden van de Dodekanesos Leros, Jaros een der Fidzji eilanden Ngau een der Filippijnen Luzon, Mindoro, Mindanao een der Furiën Megara een der Gorgonen Euryale, Madusa, Stheno een der grote Antillen Cuba, Jamaica een der grote Soenda eilanden - Sumatra een der Hebriden Barra, Lewis, Ulst een der Ionische eilanden - Ithaca, Ithaka, Ithaki, Korfu, Zante een der kaliefen - imam een der Karel romans - Roelandslied een der kegelsneden - ellips, parabool een der lonische eilanden Korfoe, Zante een der Japanse eilanden Hokkaido, Hondo, Kioesjoe, Sjikokoe een der kleine Antillen Aruba, Bonaire, Curaçao een der kleine proleten - Jona een der kleine Soenda eilanden - Bali,Timor een der kleinste lettersoorten - parel een der Koerillen ltoeroen, Oeroep een der Lakkadiven Amini, Kalpeni een der leiders van het verbond der edelen - Brederode een der Liparische eilanden Alicudi, Salina, Stromboli een der Lofoten Andöy, Langö een der Molukken Ambon, Buru, Ceram, Halmahera een der muzen Calliope Clio, Erato, Euterpe, Melpomene, Polyhymnia, Terpsichore, Thalia, Urania een der Ned. Antillen - Bonaire, Saba een der nieuwe Hebriden Epi, Tana een der Nornen Oerd, Skoeld, Verandi een der Oostzee eilanden Bornholm, Gotland, Öland, Sarema een der Orkaden Hoy, Sanday een der Parcen Atropos, Clotho, Lachesis een der Pityusen Formentera, Ibiza een der Rioekioe eilanden Okinawa een der Salomon eilanden Boeka, Malaita een der samenstellende factoren van iets - element een der schikgodinnen - Altropos, Clotho, Lachesis een der Shetlandeilanden Foula, Unst, Yell een der Sporaden Chios, Delos, Kos, Samos een der stichters van Rome Remus, Romulus een der stoffen waaruit de aardkorst bestaat - steen een der Tanimbareilanden Larat een der Titanen - Atlas een der touwen waarmee men de ra's omhaalt - bras een der twaalf kleine profeten Amos, Hosea, Jona, Micha, Nahum, Obadja een der twee gelijken delen - helft een der Veda's - Atharva, Rig, Sama, Yajur een der Verenigde Staten - Alaska,Arkansas, Idaho,lowa, Maine, Nevada, Oregon, Utah een der vier figuren van een speelkaart - ruiten een der voetwortelbeentjes - hielbeen een der Waddeneilanden Ameland, Rottum, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland een der Walkyren Brunhilde een der wetboeken B.W., W.v.S. een der wraakgodinnen - Megera een der zeven heuvelen van Rome - Palatinus een der zinnen gehoor, gevoel, gezicht, reuk, smaak, tast een der zintuigen - smaak een deuk krijgen - deuken een deur - paneel een deurschel doen overgaan - aanbellen een deurvlak - paneel een dienstbare - gedienstig een diepe afkeer voelen - walgen een dier van melk ontlasten - melken een diploma toekennen - diplomeren een dis aanbrengen - dekken een doel bereiken - nastreven, navolgen een dogma van het boeddhisme - karma een dol leven - razen een doodshoofdvlinder - sfinx een door grenzen bepaalde plaats ruimte een door hoge bergen ingesloten dal dal, ketel een door land omsloten water meer, plas, poel, ven een door Maas en Waal omsloten gebied - Bommelerwaard een door toverspreuken uit eem verwekte mens - Golem (joods) een dosis bepalen - doseren een dringende mensenmenigte - gedrang een druk schetterend geluid maken - kwetteren een duik nemen - duiken een duistere zaak - raadsel een duizendste millimeter - micron een dutje doen - dutten een dijk toewijzen voor onderhoud - aanbestoelen een eed afleggen - zweren een eed zweren - opsteken een eigen kenmerk dragend - autentiek, authentiek een einde maken aan - uitmaken een eindeloos slot - her een einde nemen - ophouden, stoppen een en ander enig, e.e.a. een elk ieder(een) een enkele - eentje een enkele keer eens, eenmaal een enkele maal eens, soms, weleens een enkele rand op de kap van rijtuigen - imperiaal een fase hebbend - eenfasig een ferme indruk makend - kranig, stoer een flinke man kerel, vent een gasvormig koolwaterstof - ethaan een gat maken boren, graven een gave opdragen - otteren een geborene - unigenitus een gedaante geven formeren, vormen een gedeelte afscheiden - breken een geheel uitmakend - annex, club, complex, groep, massa, samenstel, vlucht (vogels) een geheel van los samengevoegde zaken - agglomeraat een geheel volk betreffend - nationaal een geheel vormend aaneen, samen een geheel zijnde - integraal een geloofsbelijdenis aanhangend belijdend, confessioneel, kerkelijk een geluid geven - klateren een gemeenschappelijk middelpunt hebbend - concentrisch een genie - fenomeen een gesprek aanknopen aanpappen een gesprek voeren - converseren een geur waarnemen - ruiken een geweldige jager Nimrod een gezwollen uier krijgen even voor het kalven - neuren een gladde golfbeweging maken - deinen een goede prestatie - record, rekord een grote kever - looier een grote kop - balie een grote som geld moeten betalen - aderlating een half oudhollands ons - engels een halm - lintgras een halve ha - dagmaat, dammaat, deimt een halve robber bij bridge - manche een handvol - pugillus een hark - klaas een harnas aan doen - harnassen een hecht geheel eenheid een heel volk treffend nationaal eenheid - gelijkheid, harmonie, unie, uniformiteit unit, vereniging een heildronk uitbrengen - toosten een hekel hebben aan - haten een hel klinkend geluid maken - rinkelen een helder geluid voortmaken - klinken een helder zich snel herhalend geluid - rinkelen een heleboel massa een hele Piet held, kei een herdenkingsfeest vieren - jubileren een herhaald helder geluid geven - klateren een hevige afkeer hebben van - haten een hikkend geluid maken - hikken een hoedanigheid in hoge graad bezittend - intens een hoeveelheid bepalen - doseren een hoeveelheid die ontbreekt - tekort een hoeveelheid werk taak een hoge positie innemend - hooggeplaatst een hol - gat een honderdste - procent een honderdste dinar - para een huis zetten - bouwen een ieder elk, elkeen, ieder, iedereen een in de Atlantische Oceaan verzwolgen eiland - Atlantis een in het kaartspel aas een inwerkende kracht verplaatsen - wijken een inzinking hebben - instorten een jaar ouder - jarig een juiste tijd kiezen voor - timen een kaartspel spelen - pandoeren een kamp betrekken - kamperen een kamp betrekken - kamperen een karikatuur maken van - karikaturiseren een kastijding geven - toedienen een kater hebbende - katterig één keer - eenmaal, eens, ereis, weleens een keer dat men aait - aaien een keer krabben - gekrab een kerkelijk goed in een wereldlijk goed laten - seculariseren een keur geven op maten en gewichten - ijken een keus maken - (uit)kiezen een keuze doen - opteren een klap geven - slaan een klappende klank geven - klakken een klein aantal - enig een klein bedrag - prikje, snars een klein beetje flinter, iet, iets, pietsie, snufje, vleugje een klein dictee - dicteetje een klein gedicht distichon, limmerik, rijmpje, versje een klin gedichtje - rijmpje, versje een klein getal - enig een kleine hecht - hechtje een kleine hoeveelheid - iets een kleine streng - strengetje een kleinigheid - akkevietje, bagatel, habbekrats, krats, schijntje, snars een kleppend geluid doen horen - klapperen een knal geven - knallen een knoop leggen - knopen een komplot maken - samenspannen een koning van Israël David, Salomon, Saul een koolwaterstofverbinding - ozokeriet een korst vormen - korsten een kort knappend geluid geven - knallen een korte zijdelingse blik op iemand werpen - lonken een krakend geluid maken - krakerig een krassend scherp geluid laten horen - knarsen een kristal monokristal een kruisbloemige plant - hederik, herik een kuur doen - kuren een kwaadspreker zijn - gagel een lagere toon aanslaan - inbinden een lange reeks - litanie een langzame golfbeweging maken - deinen een Latijnse vorm geven aan - latiniseren een leegstaand huis bezetten - kraken een leerrede houden - preken, prediken een leerstof bestuderen - doornemen een leiboom - spalier een licht knetterend geluid maken - knisteren een lichte sprong maken - wippen een liederlijk leven leiden - pierewaaien een ligplaats verschaffen - legeren een loodoxyde - glit een loopje doen - strekken een loopje nemen - misleiden een loos of verzonnen bericht - canard een loot aanbrengen op een andere boom - enten een lopend watertje - wetering een lyrische dichtsoort elegie, ode een maal aanrichten - dekken een maaltijd gebruiken - lunchen een maan met de hemellichamen er om heen - zonnestelsel een massa - veel een meevaller hebben - boffen een menigte schadelijke diertjes - gebroed een mes aanzetten - scherpen, slijpen een met achttien nullen triljoen een met negen nullen biljoen èèn met twaalf nullen biljoen èèn met zes nullen miljoen een miljoen dyne - megadyne een miljoen ohm - megohm een miljoen ton - megaton een misdrijf goed maken - boeten een misslag begaan - struikelen een moeilijk werk - torn een moeilijke ademhaling hebbende - aamborstig een moment even, ogenblik, tel een mooi model geven - vormen een mooi praatje smoes, uitvlucht, verzinsel een muurvlak met een dunne laag mortel bestrijken - aanbranden een naad losmaken - tornen een mooie jongen Adonis een naam geven - benoemen, betitelen, dopen, noemen, qualificeren een naam hebben - heten een niet giftige slang - boa een nieuwe vorm geven - redigeren een norm gevend - normatief een norm voorschrijvend - normatief een nors man Nabal, nurks een nummer trekken loten een of ander iemand een of andere lastige zaak - perkara een of meer noten na een triller als versiering - naslag een ogenblik even, eventjes, minuut, moment, tel, wijl, een omweg maken - omlopen een onbeklemtoonde klank uit een woord weg laten - elideren een onvolkomenheid vergoeden - boeten een oog betreffende monoculair een oordeel vellen - (be)oordelen een op formaat gevouwen bedrukt vel - katern een opdracht herroepen algelasten, intrekken een oplossing ziende - flair een ouder iemand - memel een ovatie geven - klappen een paard uit de gang tot stilstaand brengen - pareren een pari aangaan - wedden een pakkerd geven - kussen een pasgeboren kind verzorgen - bakeren een patent verlenen - patenteren een persoon van betekenis - iemand een persoonlijkheid - iemand een plaats bereiken - komen een plaats innemen - treden een plaats of streek - oord een planeet - Mercurius een plantenleven leiden - vegeteren een pleidooi houden - pleiten een pleziertochtje maken - toeren een poos - dewijl, kortelings, omdat, poos, redegevend somtijds, terwijl, wijl, wijle een poosje - amerij, even een praam opzetten - brillen een proces hebben - liggen een proces voeren - procederen een prooi zoeken - azen een prijs opbrengen - gelden een pijl voortbewegen - flits een raak schot - treffer een rappelbrief toezenden - rappeleren een rechtsgeding voeren - plaideren een rede houden - spreken een redevoering houden - oreren een reeks scherpe geluiden voortbrengen - knetteren een regel woorden - zin een reis ondernemen - reizen een rieten zitting maken - matten een rij op hun kant gemetselde stenen - rollaag een rit maken - toeren een ritje maken - toeren een riviervis - negenoog een rok dragen - gerokt een rol uitbeelden - acteren, creëren een rol vervullen - ageren, optreden, strijden, werken een samengebonden aantal bedrukte bladen - boek een schel geluid maken - rinkelen een scherp geluid voortbrengen - sissen een scherpe smaak veroorzakend - bitter een schielijke beweging - floep een schip aanhaken - enteren een schip aanklampen - aanhaken, enteren een schip aftuigen - onttakelen een schip besturen - navigeren een schip doen overhellen op een zijde - krengen een schip vastleggen - meren een schuine richting hebben - geren een schuld dekken - gat een sein geven met de hand - wenken een sissend geluid maken - sissen een slag afweren - pareren een slag om de arm houden - voorzichtig een slag slaan - gissen, reden een slap karakter hebbend - slappeling een slimmerd - plat een sloot volstorten - dempen een slot aan iets maken - besluiten een snufje - snuifje een snijdende pijn veroorzaken - snerpen een soort biljartspel - trok een soort kaartspel - geerten een soort van mijt - teek een speen vormen - spenen een stad insluiten - belegeren een stel kleren kostuum, pak een stempel op iets drukken - bestempelen een step dansen - steppen een sterke uitdrukking hebbend - expressief een stevig glas drinken - hijsen, peren, pimpelen, zuipen een stoot geven - porren een stortbad nemen (Ind.) - mandiën een straat maken - bestraten een straatje om - ommetje een streek betreffend - regionaal een streep over de rug - aalstreep een stuk gereedschap - alaam een stuk of wat paar een stijf mens - klaas een tamme loot aanbrengen - enten een tarief vaststellen van - tariferen een tegenbevel - afgelasten een tegenhandeling verrichten - reageren een tegenstoot toebrengen - riposteren een teken geven - merken, wenken een tekening vluchtig schetsen - ebaucheren een teugje drinken - nippen een tochtje maken toeren een toon van spreken - ruzietoon een troep ossen - ossendrift een tweegevecht voeren - duelleren een twijfel uitdrukken - maar een tijd in zorgen doorbrengen - tobben een uit zelfstandige onderdelen samengesteld geheel - aggregaat een uitgebreide kennis bezittend - erudiet een van de grote Soenda-Eilanden - Java een van de veda's Atharva, Rig, Sama, Yajur een van zin amico, eenparig, uno een vent van niets – flut een verbinding vormen met - adderen een vereiste - nodig een vergelijk ondergaan - monsteren een verhoorschrift opmaken - protocolleren een verordening vaststellen voor - reglementeren een versierend karakter dragend - ornamenteel een verzoek betreffend - rogatoir een verzoekschrift indienen - rekestreren, rekwestreren een veter strikken - knopen een vierkante decameter - are een volgende - ander een voordracht volgen - aandacht een voorstel - amplificatie een vorm geven - fatsoeneren, maken, samenstellen, uitmaken, vormen een vreemde kwant - mos een waan hebben - wanen een warme maaltijd gebruiken - dineren een weerloze lobber - sul, zebedeus een weg banen - doordringen een weging op een waag - wik een weinig - beetje, enigermate, enigzins, even, iet, iets, ietwat, lichtelijk, snars, zier een weinig loom - lomig een weinig (muz.) - un poco een weinig nat vochtig een weinig scheel loens een weinig traag - laks, lauw, lomig, slof een weinig tijd even, moment, tel een weinig voos - voosachtig een weinig warm lauw een weinigje - zier een wenk geven - wenken een werkwoord vormen of schikken - vervoegen een wichelares - alruin een wissel afgeven - trasseren een worden - integreren, verenigen een worm emelt een wrok koesteren - haten, wrokken een zaadlobbige plant - lelie een zaak opgeleverd - maken een zaak van gewicht - onderneming een zacht knetterend geluid laten horen - knisteren een zacht ritselend geluid voortbrengen - knisteren een zedelijk slechte hoedanigheid - ondeugd een zeker persoon - iemand een zekere - ene, iemand, quidam een zekere tijd van waterverzameling - spaarbekken een zelfstandig deel van een verhaal - episode een zet geven - duwen een ziekte overbrengen op - besmetten een zin - woord een zinnebeeld bevattende - zinnebeeldig een zondig leven leiden - dienen een zwaaiende beweging maken - slingeren een zwaar karwei - hijs een zijde - paneel eenarmige - machot(e) eenbaar - eenlopend, eenzaam eenbes - dolwortel, paris, pariskruid, wolfsbes eenbultige kameel - dromedaris eencellig dier foraminifeer, infusiediertje, oerdier, pantoffeldiertje, radiolarie, trypanosoom, zeevonk eencellig organisme amoebe, bacil, bacterie, euglena, oerdier, protozo, zeevonk, zweepdiertje eencellig vormloos diertje - amoebe eencellige alge (geel of bruin) - diatomeen eencellige planten - protofyten eencellige wieren - euglenophyta eencelligen - amoebe, afgietseldiertjes, foraminiferen, infusiediertje, infusoria, klokdiertje, kogeldiertje, malariadiertje, mosseldiertje, oogdiertje, pantoffeldiertje, raderdiertje, radiolariën, rhizopoda, slijmdiertje, straaldiertje, trilhaardiertje, trompetdiertje, trypanosomen, zeevonk, zweepdiertje eend alk, belder, bergeend, brilduiker, brileend, fluiteend, goeie, goele, goeleken, kamduiker, klappereend, krak, kreest, krust, lom, nonnetje, piel, roodkop, slobbe, smeent, smient, taling, waard, weeuwtje, witkop, woerd, woord, eend (Z.N.) - goeleken eendaags - efemeer eendachtig - dom, onnozel eendachtige vogel - griet, grutto, houtsnip, kieviet, meerkoet, moerasvogel, nonnetje, oeverloper, poelsnip, ral, scholekster, snep, snip, waterhoen, waterral, watersnip, wulp eendagsvlieg - oeveraas eendagsvliegen efemeriden eendegeluid - kwaken, snateren eendegroen - kroos eendekker monoplane eendekroos - eendemoes, eendegroen, goor, kroos, lemna eendendoder - visarend eendenkooihouder - kooiker eendensoort - bergeend, brilduiker, duikeend, eidereend, kuifeend, kwakertje, pekingeend, pronkeend, pijlstaart, rouaaneend, slobeend, smient, tafeleend, ijseend, wintertaling, witoogeend, zomertaling, zwemeend eender - egaal, evenzo, gelijk, hetzelfde, id., idem, identiek, it, veeleer eendere levensgang - sleur eendracht concordia, eensgezindheid, eenheid, harmonie, samenleving, samenwerking, solidariteit, unitas, unie eendrachtig eenparig, eensgezind, harmonieus, unaniem eenduizendste - micron, mikron, millimeter eendvogel - krak(eend), stommeling, uniteit eeneiig - monozygoot eenendertig oktober - hervormingsdag eenhalm - lintgras, rietgras een enkele keer - eenmaal, eens eenheden - monaden eenhedenstelsel - s.i. (système internationale) eenheid annex, eendracht, element, entiteit, geheel, gelijkheid, grootte, harmonie, hoeveelheid, monade, unie, unit, unitas, uniteit eenheid van absolute druk - ata eenheid van afstand in de sterrenkunde - lichtjaar, parsec eenheid van arbeid erg, energie, kgm., joule eenheid van arbeidsvermogen - h.p., p.k., paardekracht eenheid van arbeidsvermogen (Eng.) - hp,horse power eenheid van atoomstraling - r.e.m. eenheid van belichtingssterkte - lux eenheid van capaciteit Farad eenheid van diamantgewicht - karaat, krt eenheid van dopoolmoment - debye eenheid van dosis ioniserende stralen - r.e.m. eenheid van druk atm(osfeer), bar, dyne, pascal, piëeze, torr eenheid van elektrisch potentieel - volt eenheid van 1/1000 farad - nf. eenheid van elektrische arbeid joule, kWh., kilowattuur eenheid van elektrische capaciteit - farad eenheid van elektrische energie - K.W. eenheid van elektrische frequentie - hertz eenheid van elektrische inductantie - abhenry, henry eenheid van elektrische lading - coulomb eenheid van elektrisch magnetisme - eme, m.a. eenheid van elektrische motorische kracht - volt eenheid van elektrisch potentieel - volt eenheid van elektrische stroomsterkte - amp., ampère eenheid van elektrische spanning volt eenheid van elektrische stroomsterkte ampère, amp., bit eenheid van elektrisch vermogen Watt eenheid van elektrische veldmeter - voltmeter eenheid van elektrische weerstand ohm eenheid van elektrische zelfinductie - henry eenheid van elektrostatisme - ese eenheid van energie Btu, cal(orie), erg,, h.p, p.k., (Eng) eenheid van filmgevoeligheid - Asa, Din, kilocycle eenheid van frequentie Hz., Hertz eenheid van gas spanning atm., atmosfeer eenheid van gebiedsindeling - ring eenheid van geluid decibel, db., foon eenheid van geluidsintensiteit - db. (decibel), bel eenheid van geluidssterkte - db., bel, decibel, foon eenheid van gewicht gram, kilo, ons, pond, ton eenheid van gewicht van edelstenen - karaat eenheid van gewicht van nylon en zijde - dernier eenheid van goudgehalte karaat eenheid van helderheid van lichtbron stilb eenheid van het brekend vermogen van lenzen - dioptrie eenheid van inductieflux - weber eenheid van kerkelijke indeling - classis eenheid van kracht dune, dn., Kgf, Newton, pdl, poundal eenheid van kracht van geschut - meterton eenheid van lengte angstrom, ft, inch, lichtjaar, meter, mile, mijl, yard eenheid van lengte (metriek) - more eenheid van lenssterkte - dioptrie eenheid van lichtgevoeligheid - ASA, BS, DIN eenheid van lichtsterkte candela, hefnerkaars, kaars, lumen, lux, violle, eenheid van lichtstroom lumen eenheid van luchtdruk atm, atmosfeer, milibaar eenheid van luidheid - foon eenheid van luminatie - blondel eenheid van maat cm, el, elle, km, meter, mm eenheid van magnetische flux - voltsec. eenheid van magnetische veldsterkte gauss eenheid van meten van lichtsterkte kaars, candela eenheid van massa - gamma, karaat, kilogram, kilogrammassa, kg, lb, sh.t.n., ton eenheid van meten van lichtsterkte - candela, kaars eenheid van oppervlakte - acre, are eenheid van oppervlakte in de atoomfysica - barn eenheid van overerving - gen eenheid van radioactiviteitssterkte - curie eenheid van ruwheidshoogte - ru eenheid van snelheid - kmh, knoop, log, minuut, seconde, uur, eenheid van spanning of druk atmosfeer, atm. bar, volt eenheid van straling - röntgen eenheid van stroomsterkte - ampère eenheid van temperatuur graad eenheid van transmissiesnelheid - baud, bit eenheid van trilling - herts eenheid van tijd - sec eenheid van tijdsduur (metriek) - more eenheid van ultrakorte golven - angström eenheid van verlichtingssterkte blondel, candela, hefnerkaars, lux eenheid van vermogen hp, p.k., watt eenheid van voeding - calorie eenheid van volle geluidssterkte - foon eenheid van volume - barrel, gallon, liter, stère, UKgal, USgal, wisse eenheid van warmte calorie, gramcalorie eenheid van weerstand Ohm, megohm eenheid van wezen identiteit eenheid van zelfinductie henry eenheid voor het meten van lichtsterkte - kaars eenheid waarin de snelheid van een schip wordt uitgedrukt – knoop, zeemijl eenheidsbelijder - unitariër eenheidsleer - monisme eenheidstaal A.B.N., Esperanto, Ido, koinè eenheidstaal in Afrika Haussa, Suohili, Swahili eenheidstaal in de Middeleeuwen Latijn eenheidstaal in India Engels, Hindi eenheidstaal in Indonesië Bahasa, Maleis eenheidstaal in West-lndië - Papiamento eenheidstaal in Z. Amerika Spaans eenhoevig zoogdier ezel, okapi, paard, rendier, ros, steenezel, zebra eenhoofdig monarchaal eenhoorn narwal, neushoorn, rinoceros, unicum eenhoornvis narwal eenhuizigheid - monoecie eenjarig - annaal eenjarig dier - enter, eenwinter, hokkeling, pink, pinkstier, vaars, veulen eenjarig gewas - boekweit, della, serra eenjarig groenvoeder gewas - serradella eenjarig (huis)dier enter eenjarig kalf hokkeling, pink eenjarig kruid - O.l.kers, ogentroost, veronica eenjarig onkruid - herik eenjarig plantje erica, hennep, kroos, veronica eenjarig rund - hokkeling, pink eenjarig schaap - hokkeling eenjarig veulen - enter eenjarige kalebasachtige vrucht - komkommer eenjarig vrouwelijk rund - hokkeling eenjarige planten - annuellen eenjarige plantjes aan oppervlakte van het water - kroos, eendekroos eenjarige schermbloemige plant - dille eenjarige stier - pinkstier eenjarigheid - annaliteit eenkennig - bleu, blo, schuw, timide, verlegen eenklank - monuftong, unisono eenkleurig effen, egaal, monochroom, uni eenknoop - pijpestrootjes éénkristal - monokristal eenlettergrepig woord monosyllabe eenling alleenstaande, eenzaat, enkeling, individu, mens, persoon eenlobbig - eenzaadlobbig, monocotyl eenlopig - ongehuwd, vrijgezel eenmaal eens, ereis, ooit, toen, vroeger eenmaal bloeiend - monocarpisch eenmaal daags, op recepten - s.d.d. eenmaal de baan voor een racer ronde eenmaal gebruikt woord - hapax eenmaking - unificatie eenmaster botter éénmetalig muntstelsel - monometallisme eenmiddelpuntig concentrisch eenogige reus - Arges, Polyfemus eenogige reuzen uit de mythologie - cyclopen eenoog borene, cycloop eenoogkreeft - cyslops eenoor sul eenparig algemeen, eendrachtig, eensgezind, eenstemmig, gelijk gelijkmatig, gestadig, matig, unaniem eenpersoonsroeiboot sculler, skif(f) eenpersoons vaartuig - oemiak eenpolige magneet - monopool eenrailsspoorweg - monorail eens akkoord, eendrachtig, eenmaal, ereis, eris, indertijd, ooit, toen, vroeger, weleens eens zo veel dubbel, dubbelop eenschalig - univalve eensgezind eendrachtig, eenparig, eenstemmig, harmonisch, saamhorig, solidair, unaniem, unitas, uniteit eensgezind zijn - samengaan eensgezindheid concordia, eendracht, eenheid, harmonie, unanimiteit, unaniem, uniteit eensklaps - abrupt, acuut, bruusk, dadelijk, halsoverkop, ineens, klakkelings, opeens, onverhoeds, onverwachts, onverwijld, pardoes, plots, plotsklaps, plotseling, subiet, zomaar eenslachtig - diklien eensluidend gelijkluidend eensnarig muziekinstrument monochord(ium) eenspan - lamoen, lemoen eenspan open wagentje - andong, bendy, cabriolet, deleman, gig, kosong eenspannig wagentje cabriole, gig eens te meer - andermaal, alweer, nogmaals, opnieuw, wederom eenstemmig consonant, eendrachtig, eenparig, eensgezind, monotoon, unaniem, unisono eenstemmig (muz) unisona eenstemmig gezang monodie eenstemmig muziekstuk - aria, solo eenstemmige kerkgezangen gregoriaans eenstemmigheid - eenparigheid, gelijkheid, overeenstemming, unanimiteit eenstralige beenvis - karpel(Z.N.), karper eenthematisch - monothematisch eentonig eenzelvig, monotoon, prozaïsch, saai, taai, vaal eentonig geluid voortbrengen - neuriën eentonig opdreunen - psalmodiëren eentonig vers - monometer eentonige aanroeping van heiligen - litanie eentonige manier van opzeggen - dreunen eentonige melodie - dreun eentonige opsomming litanie eentonige manier van opzeggen dreunen eentonige melodie - dreun eentonige versmaat dreun eentonigheid - monotonie, prozatsme eentonigheid van het gewone - proza eenverdiepingswoning - flat eenvoetig vers monometer eenvormig gelijkvormig, uniform eenvormig maken - normaliseren, uniformeren eenvormigheid - monotonie eenvoud argeloosheid, bescheidenheid, burgerlijk, enkelvoud, naïefheid, naïviteit, natuurlijk, natuurlijkheid, ongekunsteldheid, simpelheid, simpliciteit, soberheid, onnozelheid, oprechtheid eenvoudig - afkerig, alledaags, armoedig, bescheiden, dof, elementair, enkel, geesteloos, gemoedelijk, gering, gewoon, gewoonweg, huiselijk, karig, kinderlijk, kortweg, landelijk, makkelijk, matig, minzaam, naïef, natuurlijk, onbeduidend, ongekunsteld, onnozel, onopgesmukt, oprecht, plat, primitief, simpel, simplex, simpliciter, singulair, sober, stemmig eenvoudig (nuz) rustic(and)o eenvoudig bouwsel - barak, keet, loods eenvoudig gebouw barak eenvoudig gedicht rijm eenvoudig hoekmeetinstrument - equerre eenvoudig hotel herberg, logement, motel eenvoudig huisje hut, krot, optrekje, stulp, tuinhuisje, woninkje eenvoudig hulpmiddeltje ezelsbrug (getje) eenvoudig instrument om de hoogte der zon te meten - zering eenvoudig kind - natuurkind eenvoudig logies - herberg, logement, nachtverblijf, pension eenvoudig mens - natuurmen eenvoudige bruiloft - menistenbruiloft eenvoudige hanglamp - pendel eenvoudige herberg estaminet eenvoudige koraalzang - Gregoriaans, plainchant eenvoudige tijdmeter zonnewijzer eenvoudige zangwijze - deun eenvoudiger maken - vereenvoudigen eenvoudigheid - simpliciteit eenvoudigste element waterstof eenvoudigste koolwaterstof methaan eenvoudigste oxide water eenwaardig - monovalent, uniform eenwerf - eenmaal, eens eenwinter - enter eenworden - integreren eenwording - integratie, fusie, samensmelting eenworm - emelt eenzaadlobbig lelie, monocotyl, monocotyledoon eenzaadlobbige plant abaca, agave ajuin, aloë, ananas, aronskelk, asperge, bamboe, banaan, bies, bios, canna, clivia, crocus, dravik, ezelskop, gember, gerst, gladiool, haver, kroos, lelie, lis, look, maïs, narcis, palm, pandaan, prei, prol, pijlkruid, riet, rogge, rus, rust, rijst, saffraan, suikerriet, tarwe, weegbree, zeegras, zegge eenzaam afgelegen, afgezonderd, alleen, doods, eenbaar, eenlopend, enkel, geïsoleerd, isolaat, monas, onbewoond, onbezocht, ongehuwd, solitair, vergelegen, verlaten, verwijderd eenzaam gelegen afgelegen, geïsoleerd eenzaamheid afzondering, afgelegenheid, isolement, solitude, verlatenheid eenzame plek - retiro eenzelfde dergelijk eenzelvig afgezonderd, bekrompen, bivalva, gelijk, gesloten, ingekeerd, insociabel, introvert, partijdig, solitair, stil, stug, unilateraal, eenzelvig mens - eenling eenzinnigheid - univociteit eenzijdig - bekrompen, beperkt, lopsided, monolateraal, partijdig, simplistisch, unilateraal, vooringenomen eenzijdig bedrukt papier piano eenzijdig gestempelde munt - bracteaat eenzijdige belofte - pollicitatie eenzijdige verlamming - hemiplegie, monoplegie eer aanzien, achting, aleer, alvorens, burgerlijk, eerbewijs, eerder, eerzaam, egards, ere, faam, glorie, honor, hulde, kuisheid, lof, naam, onderscheiding, onschuld, ponteneur, praal, prestige, prijs, regard, reputatie, roem, tel, voor, voordat, vroeger, waardig, zedelijk eer aandoen - eren eerbaar - achtenswaardig, bescheiden, best, beter, braaf, decent, eerbiedwaardig, eervol, eerzaam, fatsoenlijk, goed, honorabel, kies, kuis, modest, net, preuts, pudiek, rein, solide, welvoeglljk, zedelijk, zedig eerbaarheid fatsoen, kuisheid, zedigheid eerbetoon aanbidding, aubade, defilé, eer, eerbewijs, egards, groet, handkus, hormat, hulde, huldiging, kniebuiging, knieval, oorkonde, reverence, serenade, verering, voetval, eerbetoon volgens de adat - hormat eerbewijs - aubade, defilé, eerbetoon, egard, groet, hulde, knieval, respect, serenade, verering, waardering eer bewijzen - eren, prijzen, venereren eerbied achting, bewondering, deferentie, devotie, eerbetoon, eerbetuiging, eerbiediging egard, hoogachting, ontzag, opzicht, piëteit, respect, reverentie, verering, vrees, waardering, eerbied (Arab.) - hormat eerbied afdwingend eerbiedwaardig eerbied jegens overledenen piëteit eerbied koesterend - eerbiedig eerbied tonend - eerbiedig eerbied verdienende - eerbiedwaardig eerbied voor zichzelf zelfrespect eerbied vragend - waardig eerbied wekken - waardig eerbied wekkend - respectabel eerbiedig - respectvol, respectueus, waardig eerbiedig ontzag - reverentie eerbiedigen ontzien, respecteren , sparen eerbiedige nagedachtenis - piëteit eerbiediging - consolamentum, groet, knieval, ontzag, respect, eerbiedsbetuiging, egard eerbiedwaardig oud man (Mal.) - kejai eerbiedwaardige ouderling (Mal.) - kejai eerbiedwaardigheid - respectabiliteit eerbiedwekkend - achtbaar, bewonderenswaardig, waardig eerbiedwaardig achtbaar, eerwaardig, respectabel, venerabel eerdaags dra, eerlang, binnenkort, spoedig, weldra eerdat - alvorens, voordat eerder liever, eer, eerst, eertijds, liever, meer, supra, tevoren, veeleer, voorheen, vroeger, vroegtijdig eerdergenoemd - bovenstaand, hierboven, hiervoren, voornoemd, vorenstaand eerder in de tijd - verleden, voorheer, vroeger eerdief - eerrover, lasteraar eergevoel eerbesef, point d'honneur, ponteneur, trots, zelfrespect eergierig - ambitieus, eerzuchtig, streberisch eergierigheid ambitie, eerzuchtig eergister - bijwoord eerherstel rehabilitatie eer ik het vergeet - apropos eerkrenking belediging, injurie, kwetsing, laster, smaad, eerlang - aanstonds, binnenkort, dra, eerdaags, ras, spoedig, weldra, welhaast eerloos gemeen, gewetenloos, ignobel, infaam, karakterloos, laag, laaghartig, 1eervergeten, onedel, oneerlijk, oneervol, perfide, schandelijk, snood, veil eerloosheid gemeenheid, gewetenloosheid, infamie, laagheid, schaamteloosheid, schanddaad, schande eerlijk argeloos, behoorlijk, betrouwbaar, billijk, echt, eervol, eerzaam, fair, fatsoenlijk, fideel, geloofwaardig, gemeend, gepast, getrouw, goed, honorabel, integer, kinderlijk, loyaal, netjes, ongeveinsd, onkreukbaar, onomkoopbaar, onschuldig, onverbloemd, onverholen, open, openhartig, oprecht, rechtschapen, rechtvaardig, rechtzinnig, ridderlijk, rond, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, safe, saturnisch, solide, sportief, trouw, trouwhartig, verknocht, vertrouwbaar, volmondig, waar(achtig), waarheidslievend, welgemeend, zuiver eerlijk openhartig - fair eerlijk spel - fair eerlijkheid - behoorlijkheid, betrouwbaarheid, deugd, fatsoen, oprechtheid, probiteit, rechtschapenheid, trouw, waarheid eermetaal medaille, onderscheiding, penning, ridderorde eer of achting - aanzien eer of lof - glorie eerroof - aanranding, achtyerklap, diffamatie, smaad, laster, lastering eerroven - belasteren eerrovend - infaam, infamant, lasterlijk, onterend, schandelijk eerrover - aanrander, diffamator, lasteraar eershalve h.c. (honoris causa), honorair eerst aanvankelijk, eerder, oorspronkelijk, pas, premier, primair, primo, rangtelwoord, tevoren, vooraan, vooraf, vooralsnog, voordat, vooreerst, voorlopig, voorshands, vroeger eerst gemeld - eerstgenoemd eerst ontstaan - primair eerst (het) - primordiaal eerstaangewezene - primus eerstdaags - binnenkort eerste - aarts, alfa, beste, fijnste, imam, opperste, prefiguratie, prima, primair, primus, princeps, prior, prototype, vooraf, voornaamste, voorste eerste aanzet - opmaat eerstdaags binnenkort, ras, weldra eerste aardperiode van het secundaire tijdperk - tiras eerste afdeling van de koeiemaag - pens eerste afdruk druk, drukproef, proef, proefdruk eerste afdruk of vorm van iets - prototype, voorafbeelding eerste afschrift grosse eerste afschrift van een vonnis - grosse eerste baardharen - vlasharen eerste begin - advent, cel, embryo, inzet, kiem, opmaat, spore, eerste beginselen - elementen, initia, rudiment eerste beginselen betreffende elementair eerste bericht primeur eerste bewoner der Filippijnen Negrito eerste bewoner van Amerika Indiaan eerste bidstond prime eerste blad (pi.) - kiemblad eerste bod op een veiling - inzet eerste boek van Mozes - Gen(esis) eerste bijbelboek Gen(esis) eerste dag van de maand (Lat) calendae eerste deel - aanvang, begin eerste deel van breviergebed - metten eerste deel van een mis - prefatie eerste deel van een rivier - bovenloop eerste der bisschoppen Paus eerste distillatieproduct - voorloop eerste door kernenergie voortbewogen schip - Nautilus eerste exemplaar - unicaat eerste exemplaar ven een wissel - prima eerste gebruik - primeur eerste geschrift - protografie eerste gewei van een hert - spies eerste gras - meigras eerste grasboter - schaapjesboter eerste grondslag - kiem eerste grondwet magna charta eerste haar van jonge dieren nesthaar eerste halswervel - atlas eerste huisbediende - spen eerste hogepriester Aäron eerste hulp bij ongelukken - ehbo eerste Indiëvaarder Houtman, Linschoten eerste industriestad in Japan Osaka eerste in rang op school - primus eerste interval - prime eerste jaargetijde - lente eerste jaars - groen, noviet Eerste Kamer Senaat Eerste Kamer, Deense Landsting Eerste Kamerlid senator eerste keer - p.v. eerste keer in de muziek - pv (prima volta) eerste kelner - ober eerste keus - optie eerste koemelk na kalven biest eerste koning der joden Saul eerste koning van Nederland Willem eerste koning van Rome - Remus, Romulus eerste korte etappe - proloog eerste letter Griekse alfabet alfa, alpha eerste letter Hebreeuwse alfabet aleph, alef eerste letter van iemands verschillende namen initiaal eerste lettergreep van een volgende bladzijde custode, custos eerste levensjaar - morgen eersteling - primeur eerste maand van het moslemse jaar - moeharram eerste maandag na Driekoningen koppermaandag eerste melk na het kalven - biest, colostrum eerste mens - Adam, primaat eerste mens, oude-Noorse - Ask eerste mensen - protoplasten eerste minister kanselier, premier eerste minister van sultan - vizier eerste minister van de vorsten - kanselier eerste model - prototype eerste naamval noemer, nominatief, nominativus eerste Nederlandse natuurmonument - Naardermeer eerste noot van da toonladder C, do, ut, eerste onderricht - rudimen, elementair eerste onderwerp - apropos eerste ontstaan - primair eerste openbaarmaking van nieuws primeur eerste optreden - debuut eerste ontwerp - klad, protografie, schets eerste ontwerp bij een verdrag - punctatie eerste oogst van bij een kweker gekocht zaaigoed - enter eerste openbaarmaking van nieuws - primeur eerste optreden - debuut eerste opvoering première eerste opzet van een wet - ontwerp eerste paard - echiffas, tarpan eerste periode van het secundaire tijdperk - trias eerste plaats innemend - primair eerste poolschip - Fram eerste post op de rekening van een advocaat - retenue eerste predikatie entreerede eerste president van Duitsland - Ebert eerste prijs - goud eerste prijs-behaler op school - primeren, primus eersterangs - beste, exelent eerste rede in bijvoorbeeld de Tweede Kamer - maidenspeech eerste redevoering maidenspeech eerste reis van schip maidentrip eerste ruimtevaarder Gagarin eerste Russische ruimtevaarder - Gagarin eerste slag bij dorsers - voorslag eerste slag bij tennis - serve, service eerste slachtoffer van een broedermoord Abel eerste staatsdienaar - minister, kanselier, premier eerste staatsmacht na de bevrijding m.g.(militair gezag) eerste stadium van groei in een eicel - blastula eerste stap - initiatief eerste stem - prime eerste stoker - olieman eerste stoot - aanzet eerste stoot die een beweging meedeelt - begin, impuls, initiatief eerste storting bij de koop - aanbetaling eerste teken - voorbode,voorteken eerste teken van dierenriem Ram eerste tekening - ontwerp, protografie, schets eerste thema van fuga dux eerste toon - C, do, ut eerste toon van de natuurlijke toonschaal - ut eerste toneelspeelster - primadonna eerste trap - aftrap eerste type - prototype eerste uitvoerig spelboekje - abecedarium eerste vaart - proefvaart eerste verdieping - belètage eerste vertolking van een rol - creatie eerste verweerschrift repliek eerste vijf bijbelboeken Pentateuch eerste vlieger Icarus eerste voorbeeld - prototype eerste voorstelling première eerste vorm van de larve der schaaldieren - nauplius eerste vrouw - Eva, Pandora eerste vrouwelijke apotheker in Nederland - Charlotte Jacobs eerste vrucht - eersteling eerste vuuraanval - kruitdoop, vuurdoop eerste vijf bijbelboeken - Pentateuch eerste werk van schrijver debuut eerste wisselhouder - remittent eerste woord van de apostolische geloofsbelijdenis - credo eerste zangstem - sopraan (vrouwen), tenor(mannen) eerste zangeres aan een opera primadonna eerste zondag na Pasen quasimodo eerste zondag van de vasten – fakkelzondag eerstejaars groen, noviet eersteling - aardappel, eerstgeborene, primeur eerstgeboorterecht primogenituur eerstgeborene - eersteling, Kaïn, oudste, primogenitus eerstgeborene (Hebr.) - bechour eerstgeboren zoon van Jakob Edom, Ezau, Jacob eerstgenoemde e.g. eerstgevormde mensen - protoplasten eerstkomende - aanstaand, a.s., e.k. eerstlevend - protozoön eerstvolgende a.s., e.k., e.v. eerstvolgende nieuwe regel - alinea eertijds - aleer, destijds, eerder, geleden, her, indertijd, olim, onlangs, oudtijds, verleden, voorheen, voorleden, voormaals vroeger, weleer eertijds bekend schaker - Aljechim, Capablanca, Euwe, Morpgy, Olland, Reti eertijds justitieambtenaar - baljuw eertijds Oosterse vorst - Mogol eertijds vrije boer in Engeland - kearl eervergeten - eerloos, gewetenloos, ignobel, onbeschaamd, roemloos, schaamteloos, trouweloos, vals, verdorven, verraderlijk eervergetenheid - eerloosheid, gewetenloosheid, laagheid, schaamteloosheid eervol - eerbaar, eerlijk, hoffelijk, honorabel, loffelijk, lofwaardig, respectabel, roemvol, vererend, eervol ontslag uit militaire dienst - gepasporteerd eervolle nagedachtenis - piëteit eervolle onderscheiding - eermetaal eervolle rust - otium eervolle vermelding - accessit eerwaarde r.d., r.p. aloud eerwaarde grijsaard aartsvader, nestor Eerwaarde Heer - E.V., R.D. , R.V. Eerwaarde Vader R.P (reverendus pater). eerwaardig - achtbaar, eerbiedwaardig eerwaardig ambt R. M. eerzaam - achtbaar, achtenswaardig, braaf, deugdzaam, duf, eerbaar, fatsoenlijk, goed, honorabel, lust, netjes, verlangen, ijver eerzucht ambitie, aspiratie, eergierigheid, verlangen, ijver eerzuchtig ambitieus, eergierig, streberisch eerzuchtig mens - intrigant, streber, strever eerzuchtig streven - aspiratie eerzuil - erezuil, gedenkzuil eest ast, droogoven, oven eesten - drogen eet - trek, honger eetbaar - gaar, rijp eetbaar binnenste - pit eetbaar deel van een perzik - vlees eetbaar distelgewas - kardoen eetbaar knolletje - radijs eetbaar soort zaad van bepaalde pijnbomen - pingel eetbaar vogelnest - salangen, salangaan eetbare distelachtige plant - artisjok, cardon, kardoen eetbare distelsoort - kardoen eetbare hagedis - iguana eetbare hartschelp - kokhaan, kokkei eetbare heestervruchten - kornoelje eetbare knol aardappel, bataten (tropen), biet, koolraap, kroot, pieper, raap, radijs, rammenas eetbare hartschelp - kokhaan, kokkel eetbare kweekplant - asperge eetbare paddestoel aardbuil, berkenboleet, boleet, brons champignon, cantharel, distelpleutotus, dooierzwam, eekhoorntjesbrood, gele ridderzwam, gele stekelzwam, gepeperde grote paarse ridderzwam, geschubde inktzwam, goudgele kantarel, hanakam, honingzwam, hoorn van overvloed, inktzwam, keizerszwam, koraalzwam, koraalzwam, melkzwam, morielje, morille, nevelzwam, paarlamaniet, parasolzam, ridderzwam, ruwe groene Russula, truffel, weide-champignon, weidekringzwam eetbare plant - venkel eetbare schijnvrucht - aardbei, kwee eetbare slak alikruik, caracole, karakol, wijngaardslak eetbare steel van sommige planten - kaarde, rib eetbare steelzwam - eikhaas eetbare stengel asperge, kaarde eetbare wortel aardaker, aardwortrel, biet, gember, pee, peen, schorsoneer eetbare wijngaardslak - caracole, karakol eetbare zeeslak alikruik eetbare zwam cantharel, champignon, eekhoorntjesbrood, eikhaas, hanekam, morille eetbord - teiloor, teljoor eetgelegenheid - bar, bistro, braderij (Belg.),brasserie, cafetaria, eethuis, gaarkeuken, kantine, mensa, mess, restaurant, restauratie, snackbar, eetkamer, taria, tearoom eetgelegenheid voor militairen mess eetgelegenheid voor studenten mensa eetgerei bestek, bord, couvert, fruitmesje, kom, kop, lepel, mes, pan, schaal, servet, servies(goed), soeplepel, vork eetgerei veer militairen - messtin, mesting eethuis automatiek, bistro, cafetaria, eetgelegenheid, ordinairs, restaurant, spijshuis eethuisje - bakhuisje, gaarkeuken eetkamer - automatiek, cafetaria, gaarkeuken, lunchroom, ordinaris, restaurant, rotisserie, schafthuis, spijshuis eetketeltje gamel eetklaar maken – bakken, koken eetklaar maken met stoom - stomen eetklaar maken op een grill - grillen eetkraam warong eetlust aperitief, appetijt, eet, graagheidhonger, honger, lust, orexie, pseudorexie, puf, trek, zin eetlustgebrek anorexie eetlust, onverzadigbare - acorie eetlust opwekkend middel - amara, aperitief, bitter, gentiaan, kalmoes, specerij, tonicum eetpartij - eterij eetpauze - schaft(tijd) eetregel - dieet, regime eetrijp laten worden - narijpen eetschema dieet, regiem, regime eettafel – dis eetvertrek – eetzaal eetvoorschrift - dieet eetwaar eten, kost, voeding, voedsel eetwolf - gulzigaard, slokop, veelvraat eetzaal cenakel, cenaculum, grillroom, lunchroom, mess, refectorium, refter, restauratie, restaurant eetzaal in klooster - refectorium, refter eetzaal op een schip messroom eetzak - broodzak, knapzak eeuw aeon, era, periode, seculum, tijdperk eeuwfeest centenarium eeuwgetijde - eeuwfeest eeuwig – aanhoudend, altijd(durend), altoos, eindeloos, immer, levenslang, oneindig, onsterfelijk, steeds, tijdloos, voorgoed eeuwig blijvend - onvergankelijk eeuwig jong blijvende maagd (koran) - hoeri eeuwigdurend - altijddurend, perpetueel eeuwigdurende marteling - ixion eeuwige stad Rome eeuwige verdoemenis - perditie eeuwige zaligheid - zielerust eeuwigheid aeternitas, aeon, continu, eindeloosheid, eon, efemeer, eterniteit, hiernamaals, sempiterniteit, efemeris - dagboek, journaal efendi - eretitel etfaceren - uitwissen, verwissen effect - aandeel(bewijs), actie, afwijking, coupon, fonds, gevolg, indruk, invloed, nut, obligatie, pandbrief, portie, resultaat, share, uitwerking, uitwerksel, waardepapier effectenmarkt - fondsenmarkt effectief - doelmatig, doeltreffend, raak, werkelijk, wezenlijk effectief vermogen - rendement effectueren - verrichten,verwezenlijken effen - applaneren, blak, effenen, egaal, enerlei, eventjes, gelijk(matig), glad, koel, net, onbewogen, ongerimpeld, plat, plooiloos, quitte, strak, uitgestreken, vereffend, vlak effen oosterse zijden stof - levantine effenen - aplaneren, banen, egaliseren, evenen, gelijkmaken, gladmaken, nivelleren, schaven, slechten, vlakken effenheid - gladheid, vlakheid, vlakte effening - egalisatie, gelijkmaking effen streek land - vlakte effentjes - eventjes effer - avegaar, egger efficiënt - doelmatig, doeltreffend afficiteit - doelmatig, doeltreffend effigie - beeltenis etfleureren - beroeren efflorescentie - bloei, bloeitijd, huiduitslag, verwering effusie - uitstroming egaal - eender, effen, enerlei, gelijk, gelijkmatig, glad, plat, plooiloos, vaal, vlak egalisatie - gelijkmaking, vereffening egalisator - gelijkmaker egaliseren - (ver)effenen, gelijkmaken, vlakmaken egaliteit - gelijkheid egard - achting, beleefdheid, eerbied, ontzag, respect, voorkomendheid Egeïsche Zee, eilandengroep in de - Cycladen, Sporaden egel - arbeidsrol, kaardrol, stekelvarken egel, soort - spitsrat egelantier - bottelroos, rozelaar egelantierappel - rozespons egelboterbloem - affodil(le), beenbreuk, beengras, bitterbloem, edelgras, galle, siepelgras egelgras - beenbreek, egelboterbloem egelskop - duiker, sparganium egelskopachtigen - sparganiaceeën egelkruid - penningkruid egelvarken - stekelvarken egelvis koglvis, zeeduif egelvoet - mokpoot egelworm - leverbot egelwormziekte - distomatose egge - eg egge met mesvormige tanden - mesegge egger - landbewerker eggerig - bot, stroef, wrang, zuur eggig (bot van tanden) - sleeuw eglantier - bottelroos, egelantier, rozelaar ego - ik egoïsme - baatzucht, eigenbelang, ikzucht, zelfzucht egoïït - zelfzuchtige egoïstisch - zelfzuchtig egotisme - zelfvergoding egotripper - egoist egreneren - ontkorrelen egretreiger - garzetta Egypte, oude naam voor - Kemat, Kemi Egypte, oude Arabische naam voor - Misr Egypte, oude Hebreeuwse naam voor - Masor, Mitsraim Egypte, oude oud Perzische naam voor -Moedraja Egyptisch beeld in leeuwegedaante met mensenhoofd - sfinx Egyptisch beeldschrift - hiëroglief, hiëroglyfe Egyptisch bevelhebber - sirdar Egyptisch bloempje - foulah Egyptisch bouwwerk - piramide, pyramide, sfinx Egyptisch dictator - Sadat,Nasser Egyptisch dier - ibis, nijlpaard Egyptisch dodenland - amentat Egyptisch dodenverblijf - amente, amenti Egyptisch grafmonument - mastaba, mastebe, pyramide, piramide Egyptisch heerser - farao Egyptisch instrument - takuni Egyptisch katoen - maco, macco, makko Egyptisch kruis - hengselkruis Egyptisch lijnwaad - byssus Egyptisch myth. Figuur - Aton Egyptisch onderkoning - K(h)edive Egyptisch parlement - Barlaman Egyptisch rietgras - papyrus Egyptisch schiereiland - Sinaï Egyptisch soldaat van de ruitermilitie - mammeluk Egyptisch staatsman - Naguib, Nasser, sadat Egyptisch steensoort - basaniet (zwart) Egyptisch struikgewas - abelmos Egyptisch zeilvaartuig - faloek Egyptische Bedoeïnenstam - Ababda, Bisjarin Egyptische berg - Galala, Sinai Egyptische boer - fellah Egyptische brilslang - aspis, spuwslang Egyptische christenen - Kopten Egyptische dodengod - Anubis, Osiris, Scrapis, Serapis Egyptische farao - 3 Aha, Eje 4 Pepi, Teti 5 Antef, Horus, Menes, Necho, Wadji, Oenas 6 Amasis, Amosis, Apriës, Cheops, Djoser, Narmer, Ramses, Sethos 7 Chefren, Merenré, Sahoeré, Sanacht, Sjabaka, Sjesonk, Snofroe 8 Achnaton, Haremheb, Oeserkaf, Setnekat 9 Amenemhet, Amenhotep, Merenptah, Montemhet, Mycerinus, Sesostris 10 Thoetmoses, Thoetmosis 11 Mentoehotep, Toet ank Amon 12 Psammetichus Egyptische fez - tarboes Egyptische godheid - 2 Ra, Re 3 Bes, Geb, Hor 4 Amon, Apep; Apis, Apof, Aton, Hapi, Isis, Nioe, Noet, Ptah, Seth, Thot 5 Ammon, Apisn, Atoem, Chons, Horus, Mendis, Nioet 6 Anubis, Hathor, Neftys, Osiris, Typhon 7 Chonosoe, Serapis 11Harpocrates Egyptische god der afgestorvenen – Rerapis Egyptische god der natuurkrachten - Isis Egyptische god met hondekop - Anubis Egyptische godheid met jakhalskop - Anubis Egyptische god met valkenkop - Horus Egyptische god van het dodenrijk - Serapis Egyptische godin - Bast(et), Isis, Sachmet, Sechmet Egyptische grafheuvel - pyramide Egyptische grafkelder - mastaba Egyptische graftempel - serdab Egyptische havenstad - Alexandrië, Port Said, Suez Egyptische heerser - Farao Egyptische heilige - menas Egyptische heiligenplant - lotus Egyptische hoofdstad - Caïro, Kairo Egyptische kever - scarabee, scarabeus Egyptische koning - Achnaton, Amasis, Amenemhet, Amenhotep, Antef, Apriës, Chefren, Cheops, Farao, Foroek, Horemheb, Horus, Mentuhotep, Mycerinus, Necho, Pepi, Pharao, Ramses, Sethos, Setnekat, Sjabaka, Teti, Tutanchamon Egyptische koningin - Isis, Cleopatra, Maat, Moet, Nefertlte Neith,Neptys, Selkis, Serket Egyptische koningsstad - Memphis Egyptische landbouwer - fellah Egyptische legeraanvoerder - Sirdar Egyptische maangod - Chons Egyptische munt - girsch, piaster, pond Egyptische mythische slang - Apep, Apofis Egyptische oase - Baharijeh, Siwa Egyptische onderkoning - Jozef, khedive Egyptische oogziekte - trachoom Egyptische politicus - Naguib, Nasser, Sadat Egyptische priester - Manetho Egyptische ratel (hoepel) met ringetjes bij oude eredienst - sister, sistrum Egyptische reigergod - Bennoe Egyptische rivier - Nijl Egyptische ruitersoldaat - mamm(m)eluk Egyptische rijksgod - Horus, Re Egyptische slager - belloh Egyptische soldaat van de ruitermilitie - mammaluk Egyptische staatsman - Naguib, Nasser, Sadat Egyptische stad - Alexandrië, Aswan, Edfoe, Esneh, Idfoe, Isna, Kairo, Mansoera, Port Said, Suez, Tanta Egyptische stier - apis Egyptische stuwdam - Assoeandam Egyptische taal - Arabisch, Koptisch Egyptische urn - canope Egyptische vogel - flamingo, ibis, maraboe, nijlgans Egyptische volkszanger - antari Egyptische vijgeboom - sycomoor Egyptische waterlelie - lotus Egyptische wind - khamsin Egyptische zonnegod - Ammon, Aton, Atum, Chepre, Harmachis, Khefdre, Osiris, Ra, Re Egyptische zonnestad - Heliopolis, ioenoe, On Egyptische zuidenwind - chamsin ei - kern, kiem, oorsprong, ovum ei, deel van een dooier, dop, (ei)wit, kiemschijf, schaal, vlies ei zonder schaal - windei eiafscheiding - ovulatie eiber - lepelaar, ooievaar, uiver eiberbek - moeraslis, naaldekerver eicel - ovum, spoor eicelvormig - oögenese eidebaar - eiber, ooievaar, uiver eidetiek - aanschouwingsleer eierbloem - kievitsbloem eierboompje - sneeuwbes eierdief - bunzing eieren koken zonder schaal - pocheren eidooier - eigeel eierdop - dop, schaal eierengerecht - omelet, roerei, spiegelei eierkoek - eiergebak eierkolen - briketten eierkruid - sleutelbloem eierkunde - oölogie eierkundige - oöloog eierleggend - ovipaar eierleggend dier - eend, gans, kip, struisvogel, vis, vogel eierleggend zoogdier - vogelbekdier eierleider - eileider, tuba eierlevendbarend - ovovivipaar eierlijst - echinus, eierbeuling eiermaat - snees (20), schok (20 of 60), tal (104) eiermengsel - struif eiermijn - eierveiling eierpannenkoek - eierstruif, omelet eierplant - aubergine, eiervrucht, terong(blanda) eierschaal - dop eiersteen - kuitsteen, oöliet eierstok - ovarium, vruchtbeginsel eierstruif - omelet eierveiling - eiermijn eiervreter - keeltandslang eig - eigenlijk eigeel - dooier eigen - aangeboren, aanverwant, allodiaal, amikaal, (bloed)verwant, bijzonder, gemeenzaam, gewend, idio(s)(Gr.), intiem, kenmerkend, lijfelijk, particulier, persoonlijk, privaat, privé, vertrouw(d)elijk, verwant, eigen aan - karakteristiek, typisch eigen aan de Moren - Moors eigen baas - vrij, zelfstandige eigen bezit (middeleeuwen) - allodium eigen erfgoed - allodium eigen familie - bloedverwanten eigen haard - penaten (fig.) eigen levensbeschrijving - autobiografie eigen risico - franchisme eigen rijtuig - equipage, gerij eigen voordeel - egoïsme, eigenbaat, eigenbelang, interesse eigen vrij erfgoed - allodium eigen woning - thuis eigenaar - aandeelhouder, baas, bezitter, gelande, heer, houder, ingeland, meester, possessor, proprietair eigenaar van aandelen - aandeelhouder eigenaar van een fabriek - fabrikant eigenaar van een molen - molenaar eigenaar van een perceel - huisbaas, huisheer eigenaar van een plantage - planter eigenaar van een polderland - ingeland eigenaar van een specerijentuin - perkanier eigenaar van een stuk land - (aan)gelande, grondbezitter, landeigenaar eigenaar van onroerend goed - geërfde eigenaar van onroerend goed in polder of waterschap - ingeland eigenaar worden - erver, koper eigenaardig - bijzonder, curieus, gek, karakteristiek, kenmerkend, merkwaardig, ongewoon, opmerkelijk, opvallend, opzienbarend, origineel, particulier, raar, singulier, specifiek, typisch, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, zonderling, zonderling eigenaardig geluid - hik eigenaardig kenmerk - cachet eigenaardig persoon - type eigenaardigheid - particulariteit, singulariteit eigenares - bezitster eigenares van een molen - molenaarster, molenaarsvrouw eigenbaat - egoïsme, eigenbelang, zelfzucht eigenbelang - baatzucht, baatzuchtigheid, egoïstme, eigenbaat eigenbelang zoeker - egoïst eigenbezit - eigendom, goed eigendom - allodium, bezit, bezitting, domein, dominium, fortuin, goed, goederen, have, middelen, octrooi, possessie, propriëteit vermogen eigendomsbewijs - koopakte, propriëteel eigendomsbewijs van auto - kentekenbewijs eigendomsdelict - diefstal, ontvreemding, verduistering eigendomsrecht - petitoir,propriëteit eigendomstitel - merknaam eigendom zijn - toebehoren eigendunk - arrogantie, eigengereid, eigenwaan, eigenwaarde, hoogmoed, trots, verwaandheid eigendunkelijk - arbitrair, autocratisch, burocratisch, dwars, eigengereid, eigenmachtig, willekeurig eigenen - toeeigenen eigengeërfde - allodiaal eigengerechtig - eigenmachtig eigengereid - eigendunkelijk eigengevormd - autodidact, selfmade eigenhandig - M.M.P. eigenhandig geschreven - autentiek, autografisch, handtekening, holografisch, naamtekening, olografisch, paraaf, parafering, signatuur eigenhandig geschreven stuk - autografie, holografie eigenhandig geschreven testament - holografisch testament eigenhandig schrift - autogram eigenhandige ondertekening - handtekening, naamtekening, paraaf, parafering, signatuur eigenheid - eigenaardigheid, individualiteit eigenlands - nationaal eigenliefde - egoïsme, narcisme, zelfingenomenheid eigenlof - autoritair, egotisme, grootspraak eigenlijk - daadwerkelijk, echt, eig, feitelijk, inderdaad, letterlijk, reëel, überhaupt, waar(lijk), welbeschouwd, werkelijk, wezenlijk eigenlijke betekenis - etymon eigenlijke waarde - merite eigenmachtig - aanmatigend, arbitrair, autocratisch, autoritair, dictetoriaal, eigendunk, eigendunkelijk, eigenwijs, willekeurig eigenmachtig optredend persoon - autocraat eigenmachtig persoon - autocraat eigenmachtige daad - eigengerechtigheid eigenschap - aard, attribuut, eigenaardigheid, eigenwaardigheid, gave, gesteldheid, hoedanigheid, karakter, karakteristiek, karaktertrek, kenmerk, kenteken, kwaliteit, onderscheidingsteken personaliteit, predicament, propriëteit, talent, trek eigenschap bij geboorte meegekregen - gave, talent eigenschap bij roken - inhaleren, trekken eigenschap van aandoenlijk te zijn - aandoenlijkheid eigenschap van de individuen van een ras - raskenmerk eigenschap van een berustend mens - gelatenheid eigenschap van iemands karakter - karaktereigenschap eigenschap van kippen - leg eigenschap van laks - loomheid eigenschap van rubber - rek eigenschap van sommige elementen - radioactief eigenschap van voedsel - voedzaam eigenschappen ten gunste - voordelen eigenschappen toekennnen - kwalificeren eigenste - dezelfde eigentijds - contemporain, modern eigenvolkskarakter - nationaliteit eigenwaan - aanmatiging, arrogantie, egotisme, eigendunk, hoogmoed, inbeelding, laatdunkendheid, pedanterie, trots, verbeelding, verwaandheid eigenwaarde - egotisme, zelfrespect eigenwerker - middenstander, zelfstandige eigenwettelijkheid - autonomie eigenwillig - eigenzinnig eigenwijs - balsturig, betweter, betweterig, curieus, eigenaardig, eigenmachtig, eigenwillig, eigenzinnig, halsstarrig, hardleers, koppig, neuswijs, ongehoorzaam, ongezeglijk,ontoegeeflijk, onhandelbaar, pedant, verwaand, verwaandheid, waanwijs, wijsneuzig, zelfgenoegzaam eigenwijsheid - koppigheid eigenwijs iemand - betweter eigenwijs lastig meisje - nest,wicht eigenwijs mens - betweter eigenwijs persoon - betweter eigenwijze - betweter eigenzinnig – balsturig, bederven, billijk, dwars, dwarskoppig, eigengereid, eigenwijs, grillig, halsstarrig, handelbaar, hardnekkig, koppig, lunatiek, mak, nukkig, obstinaat, ongezeglijk, onhandelbaar, onplooibaar, onzeglijk, ruw, ruwweer, (stijf)hoofdig, stijfkoppig, weerspannig, wild eigenzinnig en koppig - onhandelbaar, onwillig eigenzinnigheid - gril, koppigheid, luim eigenzinnig mens - stuijfkop eigenzinnig zijn - volgen eigenzucht - egoisme eigjeshout - bitterzoet eik - akerboom, eek eikeappel - galappel eikel - aker eikelmast - eikeloogst, eikelzaadjaar eikelontsteking - balanitis eikelvormig doosje - aker (versiering) eikenbast - eek, eikeschors, rinde, run eikenhakhout akkermaalshout, kreupelhout eikehoutschiller - eker eikenhout van schors ontdoen eken eikenmolen - runmolen eiken paal perkoen eiken schiller eker eiken schillen eken eiken stamstuk - perkoen eikenschors bark, eek, rinde, run eikenvaren - boomvaren, engelzoet eiker - eikel eiketak - talhout (geschild) eikhaas - steelzwam eikloof - klimop eilaas ach, eilaci, helaas eiland - eil, ile, insula, isola, lago, oog eiland (Chin.) - dao, tao eiland (Duits) - insel eiland (Eng.) - isle eiland (Fr.) - He, isle eiland (Hal.) - isola eiland (Jap.) - do eiland (Lat.) - insula eiland (Mal.) - poeloe eiland (oud. Frans) - islu eiland (Skand.) - holm eiland der doden (oud) - Erin eiland in de Nijl - asash, awad, biga,philae, saluja, schel eilandbewoner in Indonesië - Balinees, Javaan eilandenleer - nesologie eilandenrijk - Archipel, Insulinde, Japan eiland, in samenstellingen - oog eilandje (drijvend) - krag, kragge, ladde, rietzode eilandje (koraal) - atol eilandje bij Kampen - Ramspol eilandje voor de Franse kust - Re eiland bekend door zijn aardappelen - Malta eiland bekend uit de geschiedenis Elba, Corsica, St. Helena, Nova Zembla eiland bekend uit de geschiedenis van Napoleon - Corsica, Elba eiland bij Afrika Ascension, Azoren, Bourbon, Brava, Comoros, Dezerte, Djerba, Fogo, Fuertaventura, Gomara, Grande, Hierro, Lanzarote, Madagas©kar, Madeira, Maio, Malagasië., Mauritius, Palms, Pemba, Reünion, Sal, Seychelles, St. Helena, Socotra, Tenerife, Zanzibar eiland bij Alaska Adak, Afognak Amchitka, Atka, Attu, Kiska, Kodiak, Nunivak, Pribilov, Riska, Tanaka, Unimak eiland bij Alexandrië Pharus eiland bij China Hainan, Formosa eiland bij Boedapest - Csepel eiland bij Denemarken Aerö, Alsen, Amager, Bornholm, Falster, Funen, Lolland, Mön, Samsö, Seeland eiland bij Duitsland Borkum, Helgoland, Norderney, Rugen eiland bij Engeland Alderney, Anglasey, Coli, Eddystone, Eigg, Farne, Guernsey, Ierland, Jersey, Lundy, Man, Rhum, Sark, Scilly, Shetland, Tiree, Walny, Wight eiland bij Estland Oesel, Sarema eiland bij Finland Aaland eiland bij Frankrijk Glénans Groix, Guernsey Jersey, Noirmoutier, Oléron, Ré Yeu, eiland bij Friesland Ameland, Griend, Schiermonnikoog Terschelling, Vlieland eiland bij Groningen Borkum, Rottum, Rottumeroog, Rottumerplaat eiland bij Halmahera Kajoa, Ternate eiland bij Italië Corsica, Elba, Malta eiland bij Japan Decima eiland bij Kreta Gaudos eiland bij Malta Cozumel Gozo, eiland bij Nieuw Guinea Aru, Ega, Aeli, Japen eiland bij Noord Holland Texel, Tessel eiland bij Schotland Arran, Barra, Burray, Bute, Canna, Coll, Colonsay Eday, Eigg, Hoy, Islay, Jura, Lewis, Muck, Mull, Rhum, Rousay, Sanday, Shapinsay, Staffa, Stronsay, Tiree, Westray eiland bij Sicilië Alicudi, Egadi, Filicudi, Levanzo, Lipari, Marettimo, Panarea, Salina, Stromboli, Ustica, Vulcano eiland bij Sumatra Nias eiland bij Timor Alor, Roti, Wetar eiland bij Venetië Lido eiland bij Zweden Öland, Gotland eiland der Azoren Fayal eiland der Bahama 's Acklin, Cat, Watling eiland der Balearen Cabrera, Conejera, Dragonera Formentera, Ibiza, Mallorca, Menorca eiland der Cycladen Antiparos, Delos, Folegandros, Herakleia, Karos, Kimolos, Los, Milos, Naxos, Paros, Rineia, Thira eiland der Filippijnen Catanduanes, Cebu, Luzon, Leyte, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar eiland der Grote Antillen Cuba, Hispaniola Jamaica, eiland der Hebriden Barra, Lewis, Ulst eiland der Koerillen ltoeroep, Oeroep eiland der Lakkadiven Amini, Kalpeni eiland der Lofoten Andö, Langö eiland der Molukken Ambon, Batjan, Buru, Ceram, Halmahera, Obi, Morotai eiland der Nieuwe Hebriden Epi, Tana eiland der Orkaden Burray, Hoy, Sanday, Stronsay eiland der Pityusen Formentera, Ibiza eiland der Sporaden Chios, Kos, Samos eiland in de Adriatische Zee Bratsj Hwar, Bua, Eso, Lagosta, Lastrovo, Mijet, Wis, eiland in de Aegeïschezee - Amorgos, Cycladen, Dodecanese, Mutilene, Nicaria, Rhodos, Santorin, Sporaden eiland in de Atlantische Oceaan Ascension, Fuertaventura, Gomera, Hierro, Lanzarote, Madeira, Palma, Tenerife ,IJsland eiland in de Barentszee Kolgoejef, Nova Zembla eiland in de Caribische Zee Aruba, Blanquilla, Bonaire, Cuba, Curaçao, Hispaniola, Jamaica, Margarita, Mona, Saba, Saona, eiland in de Charente Réi eiland in de Chinese Zee Formosa, Liehtao, Penghoe eiland in de golf van Venetië Lido eiland in de Egeïsche zee - Chios, Delos, Lemnos, Lesbos eiland in de Griekse Archipel Antikythira, Dia, Elafonisos Kreta, Kythira, Parapola eiland in de Ierse Zee Man, Lambay eiland in de Indische Oceaan Ceylon, Kokoseiland Madagaskar, Pemba, Sokotra, Zanzibar eiland in de lonische Zee Kefallinia, Korfu, Levkas, Paxos, Strotades, Zante, Zakynthos eiland in de Middellandse Zee Capri, Corsica, Cyprus, Elba, Kandia, Lipari, Kreta, Malta, Mallorca, Sardinië, Sicilië eiland in de Nijl Bije, Philae eiland in de Oostzee Bornholm, Chioema, Gotland, Oland, Önd, Osel, Rügen, Sarema, Scheer eiland in de Rode Zee Kamaran, Perim eiland in de Stille Oceaan Bikini, Eniwatok, Guam, Hawai, Kauai, Kusaie, Lanai, Majuro, Majura, Marakei, Maui Mangareva, Mani, Molokai, Mili, Nauru, Oahu, Paaseiland, Palmyra, Pinaki, Rimatara, Tahiti, Tarawa, Wake eiland in de straat Bab el Mandeb Perim eiland in de straat van Korea Quolpart eiland in de straat van Makassar Tarakan eiland in de Waddenzee Griend (zie ook één der Waddeneilanden eiland in de zee van Ochotsk Sachalin eiland in het hoge noorden IJsland eiland in het Kattegat Anholt, Laesö eiland in Europa Eire, Erin, Ierland eiland in Indonesië Ai, Ambon, Babar, Bali, Banka, Batjan, Batoe, Billiton, Borneo, Buru, Celebes, Ceram, Flores, Halmahera, Irian, Java, Lombok, Madura, Ngawi, Nias, Obi, Onrust, Roti, Seram, Sewu,, Sula, Sumba, Sumatra, Sumbawa, Tidore, Timor Eiland in Insulinde - Ambon, Bali, Banka, Borneo, Celebes, Java, Lombok, Madoera, Roti, Sumatra, Ternata, Timor eiland in Japan Decima, Hondo Hokkaido, Kioesjoe, Kosilma Okoesjiri, Osjima, Sjikokoe, Sado, eiland in West Indië Aruba, Bonaire, Curaçao Saba eiland in Zuid Holland Tiengemeten eiland ten oosten van de Molukken Goeam eiland van de Dodekanesos Leros eiland van de Filippijnen Bohol, Burias, Catanduanes, Cebu, Dinagat, Leyte, Luzon, Masbate, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar, Tablas eiland van de grote Antillen Cuba, Haïti, Jamaica, Portorico eiland voor de Engelse kust Man, Lundy, Tresco, Wight eiland voor New-York - Ellis eiland eilandengroep - Archipel eilandengroep Antillen, Azoren, Balearen, Bermuden Cycladen, Dodekanesos, Faer Oer, Far Or, Filippijnen, Gezelschapseilanden, Hawaï, Hebriden, Japan, Molukken, Orkaden, Sporaden Eilandengroep aan de westkust van Borneo - Karimata eilandengroep bij Borneo Karimata eilandengroep bij Indonesië Aroe Eilandengroep bij Iran - Aroe, Ega eilandengroep bij Nieuw Guinea Aroe, Aru, Ega, Kai, Mapia eilandengroep bij de Noorse kust Lofoten eilandengroep bij Japan Koerilen eilandengroep bij Schotland Hebriden, Orkaden, Shetland eilandengroep in de Aegeïsche Zee Cycladen, Sporaden eilandengroep in de Atlantische Oceaan Azoren, Bahama, Bermuda, Faeröer, eilandengroep in de Grote Oceaan Galapagos, Hawai, Hawaii, Micronesië, Molanesie, Polynesië eilandengroep in de Indische Oceaan Amiranten, Andamanen, Comoren, Indonesië, Lakkadiven, Malediven, Nicobaren, Seychellen eilandengroep in de Middellandse Zee Balearen, Cycladen, Pityusen, Sporaden eilandengroep in de Noordelijke ijszee Spitsbergen eilandengroep in de Stille Oceaan zie Grote Oceaan eilandengroep ten oosten van Borneo Sula eilanden, eender grootste 4 Cuba, Java 5 Honda, Lusan 6 Borneo 7 Celebes, Sumatra 8 Sulawesi 10 Baffinland, Kalimantan, Madagaskar 11 Nieuw-Guinea 12 New-Foundland, Nieuw-Zeeland 13 Ellesmereland 15 Groot-Brittannië eilandenrijk Archipel, Insulinde, Japan eileider -oviduct, salpinx, tuba eileiderontsteking - salpingitis eiloof iefte, ifte, klimop, klijf, veil eiloofbloem - coronaria, koekoeksbloem eind afloop, besluit, doel, oogmerk, slot, staart eind der draden van een weefsel - dreul, drom eind dik touw waarmee men iemand afstraft laars eind hout lat, stok eind katoen lont eind touw bot, dreumel, gei, koord, reep, reier, alie, tamp, tui eindbescheid - premptie eindbestemming doel eindcontrole - supervisie einddoel - bestemming einde afloop, besluit, doel, end(e), eindpaal, eindpunt, exitus, fin, finale, finish, omega, ontslag, oogmerk, slot, staart, uiterste, uitkomst, uitslag, uitgang, voleinding einde (het) - omega einde aan iets maken - besluiten einde kroont het werk - f.c.o. (finis coronat opus) einde van de affaire - afloop einde van de dag - avond, schemering einde van de nacht ochtend, ochtendstond einde van de oorlog vrede, wapenstilstand einde van de vorst - dooi einde van een gebed amen einde van een opsomming (afk.) - enz, etc einde van een rede - slotwoord einde van een reeks wedergeboorten - Nirvana, Nirwana einde van een reis aankomst, bestemming einde van een spannend verhaal - climax, ontknoping einde van een spier - pees einde van een spoorweg - terminus eind van een touw - tamp einde van een triller - climax einde van een tros of van een touw van het staande want bot, tamp einde van een vliegtocht landing einde van een vriendschap - breuk, brouille, verkoeling einde van gebed - amen einde van het leven - dood einde van het spijsverteringskanaal - aars, endeldarm einde van het voorjaar - nalente eindelings hout - kopshout eindelijk enfin, tenslotte eindelings hout kopshout eindeloos distelsoort, eeuwig, heerlijk, mateloos, oeverloos, onafzienbaar, onbegrensd, onmeetbaar, oneindig eindeloos groot - grenzeloos eindeloosheid - infiniteit, oneindigheid eindeloze dorre vlakte poesta, steppe, toendra eindeloze redevoering filibuster eindeloze ruimte - heelal, hemel, kosmos, uitspansel, zwerk eindelijk - enfin, postremo, tenslotte eindelijk (Lat.) - tandem einden - aflopen, besluiten einder horizon, kim eindhersenen - telencephalon eind hout - lat, stok eindig - begrensd, beperkt, vergankelijk eindigen einden, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, uitscheiden, voltooien eindigheid finaliteit, vergankelijkheid eindje - brood, end, fallus, overschot, peukje, restant, rest(je), stompje, stuk(je), tamp, tip eindje lijn met een kous erin reier eindje sigaret - peuk eindje touw dreumel eind katoen - lont eindletter slotletter eindoordeel - beslissing eindpaal - doel, finish eindpaal van een renbaan - honk eindpunt - afslag (vissers, golfspeler), doel, eindstreep, extremiteit, finish, limiet, rostrum, streep, ziel eindresultaat - uitkomst eindsnede van het brood - kapje, spits, tip,timp eindstadium telofase eindstation - terminus eindstreep - finish eindstrijd - inale, slotwedstrijd eind touw - dreumel, gei, koord, reep, tamp, tui eind touw als strafwerktuig - dag einduitkomst - eindresultaat, einduitslag, resultaat, som, slotsom eindverlenging - paragoge eindvonnis - eindoordeel eindwedstrijd - finale eindweegs - ver eins - hengsel einsteinium - Es einze - hengsel eiprofiel - ovaal Eire Erin, Ierland eirond - eivormig, ellips, ovaal eirond cirkelvormig gat voorde roerschaalt - hennegat eis - aanspraak, claim, conditie, petitoire, postulaat, pretentie, requisitoir, verlangen, vordering, voorwaarde, vraag, wens eis gesteld tegen een andere eis - tegeneis eis van het openbaar ministerie - requisitoir, rekwisitoor eisen - bedingen, behoeven, bestellen, bevelen, claimen, dwingen, exigeren, kosten, opeisen, requireren, sommeren, vergen, verlangen, verstaan, vorderen, vragen,wensen, willen eiser - dager, impretrant, klager, maner, pretendent, reclamant, rekwitant, requirant, requestrant, vorderaar eiser in een burgerlijk geding - actor eitje neet eitje van een luis - neet eitjes van kikkers - dril, rit eivol bomvol, boordevol, propvol, smoorvol, stikvol, tjokvol eivormig eirond, ellips, ovaal eivormige gele vrucht - citroen eivormige kromme ellips eiwit albumine, albuminoide, aleuron (uit plantenzaden), amyf(um), DNA, globuline, legumine(planten), prolamine, proteïne, RNA eiwit uit plantezaad - aleuron eiwit achtige stof aleuron (uit zaden), pepton (uit eiwitten of vlees), protoplasma(uit dierlijke of plantaardige stoffen) eiwitachtige stof die als ferment optreedt - enzym eiwit achtige stof in het bloed - globine eiwit in spierweefsel - actine eiwit in urine - albuminurie eiwitpreparaat gelatine eiwitsplitsend enzym - erepsine eiwitstof albumine, legumine, proteine eiwitstof in melk - casëine eiwitstof in peulvruchten aleuron, legumine eiwit verbindingen - albuminaten ejaculatie - zaadlozing eken - ontschorsen ekster - aakster, babbelkous, klapekster, tuinekster eksteroog clavus, likdoorn ekwilibrist - equilibrist, jongleur, koorddanser elaboraat - werkstuk elaeagnacee - duindoorn, olijfwilg, zilverwilg elan - aandrift, aanloop, animo, bezieldheid, bezieling, energie, enthousiasme, geestdrift, geestkracht, gloed, ijver, opwelling, stuwkracht, verve, vuur eland - moose, rendier eland soort - moose elasticiteit rek, rekbaarheid, rekband, spankracht, veerkracht, veerkrachtigheid elasticiteitsmeter - elaterometer elastiek caoutchouc, gummi, rekband, rek, rekker, rubber, rubberbandje elastiek (Ind.) - karet elastiek (Z.N.) - rekker elastieken buikband - gaine elastisch - rekbaar, veerkrachtig, verend elastisch broekje - stepin elastisch zijn - veren elastische stof - lustre elateriet aardpek, asfalt elaterometer elasticiteitsmeter elatie - elan, enthousiasme, geestdrift, opgetogenheid, vervoering elatineachtige - elatinaceeen elder - melkklier, uier elder van een geit of schaap - uier elders - absent, afwezigweg elders aanwezig zijn geweest alibi elders poten - verpoten eldorado dorado, eden, paradijs electie keus, keuze, keur, verkiezing elector keurvorst, kiezer electoraal - keurvorstelijk electoraat - keurvorstendom, kiezers(volk) elefantiasis - filariasis, knobbelmelaatsheid, olifantsziekte élégance - gratie elegant aanvallig, bevallig, chic, gracieus, levendig, mondain, sierlijk, slank, smaakvol, zwierig elegantie bevalligheid, chic, elegance, gratie, mondaniteit, netheid, sierlijkheid, zwier elegie klaaglied, klaaglijk, klaagzang, treurdicht, treurzang elegisch klagend, klagelijk, weemoedig electra - stroom elektie - electie, keur, keus, verkiezing elektriciteit - barnsteenkracht, electra, stroom elektriciteit producerend apparaat - dynamo, generator elektriciteitsdraad snoer elektrisch afzonderingsgerei - isolator elektrisch bedrijf - centrale electrisch betalen - chippen elektrisch geladen deeltje - anion, ion elektrisch geladen donkere wolk - onweerswolk elektrisch licht in kwikdamp - kwikzilverlicht electrisch mengtoestel - mixer elektrisch muziekinstrument - trautonium elektrisch negatief geladen deeltje - anion elektrisch orgaan bevattend dier sidderaal elektrisch seintoestel telegraaf electrisch steekcontact - stekker elektrisch ter dood brengen - elektrocuteren elektrisch toestel om haar te drogen - föhn elektrisch verschijnsel - elmsvuur, elmusvuur elektrisch verschijnsel elmsvuur, elmusvuur elektrische cel accu elektrische centrale dynamo, generator, krachtstation elektrische contactstop - stekker elektrische eenheid ampère, coulomb, joule, KW, ohm, volt, watt elektrische geleiding kabel, snoer elektrische haardroger föhn elektrische katrol langs zoldering - loopkat elektrische keten - shunt elektrische kontaktstop - stek(k)er elektrische lamp in keuken boven het fornuis - pottekijker elektrische lading van een atoombom - kernlading elektrische leiding van de verlichting - lichtleidlng elektrische luidspreker - aërofoon elektrische magnetische eenheid - eme elektrische motorische kracht - emk elektrische piano - mignon elektrische radio/piano - staccatone elektrische rekenmachine - computer elektrische schakelinrichting - relais elektrische spanning - volt, voltage elektrische spanning dragend - geladen elektrische spanningsbron - batterij elektrische spanningsmeter - electrometer elektrische statische eenheid - ese elektrische stoel electrocutor elektrische stroommeter - reometer elektrocardiogram - ECG elektrochemische methode van onderzoek - polarografie elektrocutie elektrocutie terdoodbrenging elektrode anode, diade, kathode, lasmetaal elektrode in een ruimte - katode, kathode elektrodynamische kracht - Lorentzkracht elektroëncefalogram - EEG elektromagnetische eenheid - e.m.e. elektromagnetische golf - marconigolf, radiogolf elektromagnetische triller zoemer elektrometeoren - elmusvuur, poollicht, weerlicht electromonteur - electricien elektromotorische kracht E. M. K. elektron - barnsteen elektronenbuis - binode, diode, magnetron, radiolamp, stroom, tetrode, triode elektronenbuis met 3 elektrodes - triode elektronenstraalindicator - afstemoog, radioöog elektronen techniek - elektronica elektronisch brein computer electronisch tekenapparaat - plotter elektronisch orgel - hammond electronische portemonnee - chipknip elektronische term - shunt elektrotechnisch ingenieur e.i. elektuarium - likkepot element antimoon (eb), atoom, bestanddeel, ingrediënt element (scheik.) arseen (as), arsenicum, bestanddeel, boor, calcium (Ca), cobat (Co), chloor (Cl), chroom (Cr), fluor, fosfor, goud (au), helium (he), ingrediënt, jodium, kalium, koolstof, koper (Cu), kwik (hg), kwikzilver (hg), lood (pb), mangaan (ma), magnesium (m), neon (ne),nikkel (ni), platina (pt), plutonium seleen (se), stikstof, strontium (ar), tin (sn),uraan, uranium, waterstof, ijzer (fe), zilver (ag), zink (Zn), zwavel element (natuurt jlo) - aarde, ether, lucht, vuur, water element der dampkringslucht - argon element met de zelfde scheikundige eigenschappen - Isotoop element met radioactieve eigenschappen radium, uraan, uranium elementair bestanddeel van organisme cel, vezel elementair deeltje baryon, elektron, foton, lepton, meson, negaton, neutron, nucleus, proton elementair deeltje met twee neutronen bineutron elementair leerboek - abecedarium elementair materiedeeltje - meson elementair stofdeeltje atoom, proton elementaire geesten - gnomen (aarde), salamanders (vuur), sylfen (lucht),undinen (water) elementaire meetkunde - vormleer elementen die bij verbinding met metalen zouten vormen - halogenen elevatie hoogte, opheffing, verheffing elevator - elevatorium, graansilo (Amer.), graanzuiger, heffer, zandzuiger, zuigtoestel élève leerling, pupil, scholier eleveren opheffen, ophogen ,verheffen elfde trap van de diatonische toonladder – undecima elfenkoning Oberon elfenkoningin Titania elf - alf, fee, natuurgeest elfenbankje - zwam elfrank - bitterzoet, slingerplant elfsteden, een der Friese - Bolsward, Dokkum, Franeker, Harlingen, Hindelopen,Leeuwarden, Sneek, Sloten, Stavoren, Workum, Ijlst elft engerling, fint, kwatworm, meivis elftal – ploeg, team elftenkoning (Deens) - ellerkong elfurenbloem vogelmelk elger aalgeer, aalijzer, aalschaar, aalsteker, aalvork Elger in Gelderland - aalstekel elgjeshout - bitterzoet elideren uitlaten, uitstoten eliminatie afstoting, verwijdering, wegwerking elimineren doden, uitschakelen, verwijderen, wegwerken elis - deel van Peloponnesus elite - beste, bloem, garde, kader, kern, keur, keurbende, keurgroep, keurkorps, kern, puik, selectie elite Japanse geheime politie - Kempei elitegroep keurbende, keurkorps elixer - aftreksel, angostura, bitter, extract, quintessence elk eenieder, elkeen, ieder, iedereen, iegelijk elk ander land dan het vaderland - buitenland elk deel van een boekwerk tom, tomus elk der getallen van een reeks behoren term elk der hogere tonen die met de grondtoon mee klinkt - neventoon elk der maten van een vers - versmaat elk der tien districten van het Duitse rijk onder Maximiliaan de Eerste - Kreits elk der vier boeken van het Nieuwe Testament - Evangelie elk ding op zichzelf - uniteit elk gebonden voor het geheel - solidair elk jaar annueel, jaarlijks elk mens - allen, ieder(een), elkeen elk voor zich - apart, afzonderlijk, respectievelijk elk uur een lepel o.h.c. elk wat wils quodlibet elk zijn aandeel geven - partageren elkaar elkander, malkander, mekaar, mekander, onderling, wederkerig elkaar afwisselend - alternatief elkaar beschermen - dekken elkaar het hof maken - flirten elkaar naderend - convergent, tegemoetkomend elkaar trouw blijvend - solidair elkander elkaar, mekaar elkander uitsluitend - disjunctief elkeen - ieder, iedereen elke dag dagelijks elke dag dat een schip in de haven ligt - ligdag elke doortocht belettend ondoordringbaar elke keer - telkens elke maand maandelijks, mensueel elke omgang afbreken - verstoten elke week wekelijks elkeen allen allemaal, ieder, iedereen, elk, elleboog - cubitus elleboogsbeen - ellepijp ellekoek - Deventerkoek ellemaat - ellestok ellende - armoede, bedroefdheid, behoefte, beroerdigheid calamiteit, cataclysme, deernis, gebrek, getob, gevaar, jammer, kommer, merode, misère, narigheid, neer, nood, nooddruft, ongeluk, onheil, ontbering, penarie, plaag, puree, ramp, rampspoed, tegenspoed, tegenstroom, wanhoop, wee ellendeling aterling, bandiet, bedrieger, beroerling, boef, ellendige, fielt, galgenaas, galgebrok, gauwdief, gladakker, hondsvot, judas, lammeling, loebas, loeder, naarling, onmens, onverlaat, ploert, rabaut, rover, schavuit, schelm, schurk, secreet, snoodaard ellendig akelig, (arm)etierig, armoedig, armzalig, bar, bedroevend, beroerd, calamiteus, deerlijk, droevig, eng, erbarmelijk, hartbrekend, hartroerend, hartverscheurend, jammerlijk, lamentabel, lam(lendig), luizig, miserabel, misselijk, naar, noodlottig, onaangenaam, onaanzienlijk, ongelukkig, onguur, ontdaan, onzalig, rampspoedig, rampzalig, slecht, treurig, verachtelijk, verwenst ellendig bestaan - hondeleven ellendig mens - être, naarling ellendig misselijk mens - creatuur ellendig omkomen - creperen, kreperen ellendig verblijf bajes, cel, hok, hut, kerker, kot, krot, nor, strohut, stulp ellendig vertrek - kot ellendige eendagsvlieg - oeveraas ellendige woning keet, kot, krot ellenstok - maatstok, meetlat ellepijp - tuba, ulna ellerling - elrits ellewaar - manufacturen ellips - eirond, eivorm, kegelsnede, ovaal elliptisch eirond, eivormig, ovaal elocutie spreektrant, uitspraak, welbespraaktheid eloge lofrede, lofschrift, lof(spraak) eloquent - welbespraakt, welsprekend eloquentie - welsprekendheid elp elpenbeen, ivoor, tandbeen elpen - ivoren elpenbeen elp, ivoor, olifantstand elridder - kleermaker els bos, elzenstruik, priem eIs om gaten in het leer te maken - gaatels El Salvadoriaanse munt centavo, Colón El Salvador, rivier in - Rio Lempa El Salvador, vulkaan in - Izalco elsbessenboom haagappelboom elst - priem elucidatie - opheldering, toelichting eluderen - ontwijken elusief - ontwijkend elvenschot - ischias, jicht elver glasaaltje elycium hemel, paradijs elysium der helden - Walhalla Elzasser wijn - Muscat, Riesling, Silvaner elzenbus - havik emaceratie - vermagering email brandverf, glazuur, smalt, smeltglas, tandglazuur, tinglazuur, verglaassel emailfotografie - fotokeramiek emaillak - enamel emailleeroven - moffeloven emailleerprocédé - champlevé, cloisonné emailleren - glazuren emancipatie - ontheffing, vrijmaking, vrijstelling emanciperen ontheffen, vrijmaken, vrijstellen emaneren - uitgaan, uitvloeien emballage blik, doos, kanaster, knaster, kist, krat, mand, vat, verpakking emballeren – inpakken, verpakken embargo beslag embarkeren - inschepen embarras - hindernis, verlegenheid embarrasseren - belemmeren, hinderen, verwarren embleem insigne, logo, onderscheidingsteken, speldje, symbool, vignet, zinnebeeld embleem op dokters auto - esculaap emblema blazoen, devies, kenspreuk, leuze, motto embouchure - aanmonding embrasure bres, muuropening, schietgat embryo - ei, golem (Hebr.), kiem, wordingskiem emelt - hamel, larve, made, muggenlarve emendatie - verbetering emerald smaragd emeritaat ambtsrust emeritus em, emer. ,gepensioneerd, rustend emerkoren - gortrijst, tweekoren emersie uittreding emetica - braakmiddelen emfatisch - nadrukkelijk emigrant - landverhuizer, uitgewekene emigratie - landverhuizing, uitwijking emigreren - uitwijken eminent - best, buitengewoon, byzonder, edel, excellent, illuster, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, voortreffelijk eminentie em. emissario - bode, verspieder emissie straling, uitgave, uitgifte, uitstorting, uitzending emitteren - uitgeven, uitstralen Emmausganger - kleopas emmer aker, amiraal, kit, puts emmer voor vuilnis - vuilemmer emmeren zaniken, zeuren emmerladder - jacobsladder emmermolen - baggermolen emmertje - aker, kit emmer van zeildoek - amiraal emmerzeil - latijnzeil, loggerzeil emmes - best, echt, fijn, immes, leuk, lekker, prettig emoe casuaris, kasuaris, kraanvogel (Austr.), loopvogel, struisvogel E mol es emolumenten - bijverdiensten, verval emotie aandoening, belevenis, beroering, bewogenheid, geestvervoering, gevoel, ontroering emotieloos - hard, koud, ongevoelig emotionaliteit - aandoenlijkheid, geroerdheid, ontroering emotivol - fel, hevig, vurig emotioneel aandoenlijk, bewogen, ontroerend emotioneel raken - beroeren, ontroeren emotioneel treffen - beroeren, ontroeren emotionele meebeleving - resonantie emotionele schok - trauma empaleren - spietsen empire - keizerrijk empirie empirisme, ervaring, ervaring(sleer), ondervinding empirisch - proefondervindelijk emplooi ambt, baan, betrekking, bezigheid, dienst, job, occupatie, officie, vak, werk employé arbeider, beambte, bediende, betrekking, dienaar, klerk, werknemer employé van een radiostation omroeper exploreren aanwenden, gebruiken empt - mier empyreum - hemel emulatie naijver, wedijver emulsie - colloïde emulsie van traan en water - dégras en - benevens, bovendien, ook, plus, tevens, verder, vervolgens en (Eng.) and, (Fr.) et en allen samen - e.t.q. (e tutti quanti), flinkheid, geestkracht, wilskracht en andere e.a., meer en avant voorwaarts en corps - gezamenlijk en de rest - enz., etc. en dergelijke e.d., soortgelijke en enige andere e.e.a. en meer andere e.m.a. en meer van die soort e.d. en niet - noch en of - ongetwijfeld, stellig en omgeving - eo en omstreken e.o. en ook - alsmede, tevens en soortgelijke e.d. en vele andere - e.v.a. en verder - ev en ville - ev en wel e.w. en zo voort - etcetera enakskind kolos, reus, titan encadreren inlijsten, omlijsten, omsluiten encadreur - lijstenmaker encaustiek - wasschilderkunst encefalitis - hersenvliesontsteking enclave - tussengebied enclitisch voor der er enclitisch voor hij ie encourageren - aanmoedigen, opwekken encyclopedie - naslagwerk encyclopedie van de oudjoodse wetenschap - talmoed, talmud Encyclopedist - Buffon, Diderot, Rousseau, Turgot, Voltaire eind afloop, besluit, eind, slot end - afloop, besluit, eind, slot endeldarm - rectum endeldarminspuiting - lavement endeldarmspiegel - rectoscoop endeldarmspoeling - klisma, klysma, lavement endeling - nazwerm endemie - inhumie - volksziekte endemisch - inheems endemische ziekte onder dieren - enzoötie enden - eindigen en de rest - (fr,etc. en dergelijke - e.d. endocrinologie - hormonenleer endogamie inteelt ene iemand, zekere energie - aandrift, arbeid, arbeidsvermogen, daadkracht, drijfkracht, fut, geestdrift, geest(kracht), inspanning, klem, kit, levenslust, lust, macht, nadruk, pit, vermogen, veerkracht, vuur, werkkracht, werklust, wil energiebron (aard)gas, atoom, benzine, elektriciteit, kolen, olie, stoom, stroom, waterkracht energiebron der toekomst atoom(kern) energiek aantrekkelijk, aardig, daadkrachtig, doortastend, fel, ferm, flink, geestig, 13geestkrachtig, kernachtig, kittig, kloek, kordaat, krachtig, kras, kwiek, levendig, levenslustig, lief, ondernemend, pittig, rap, snedig, sterk, stevig, straf, vinnig, vitaal, vittig, volhardend, vurig, wilskrachtig energieloos - mat, moe, moede energumeen - bezetene, woes enfant cherie - lieveling enfant terrible - flapuit enerhande - dezelfde, hetzelfde, gelijksoortig enerlei effen, gelijk, glad, identiek, soortgelijk, enerveren afmatten, ontzenuwen enerverend – afmattend, opwindend, sensationeel, spannend, vermoeiend enfant cheri(e) - lieveling enfant terrible - flapuit enfin eindelijk, kortom, welnu eng akelig, affreus, astmatisch, bar, bekrompen, belabberd, benard, benauwd, benepen, benard, benauwd, beperkt, engborstig, enk, griezelig, krap, lam, naar, nauw(sluitend), onguur, smal, walgelijk, engagement verbintenis, verloving engel angelos, angelus, bode, cherub, geest, gezant, godsgezant, hartendief, hemelbode, hemelgeest, lieveling, seraf, serafijn engel Angelus, Ariël, Cherubijn, Gabriël, Michaël, Rafaël, Seraf, Serafijn, Uriël, Vriel engel der duisternis - duivel engel van de eerste rang - seraf engelachtig angeliek Engeland Albion, Brittannië, UK engelbewaarder - beschermengel, bewaarengel, schutsengel, schutspatroon engelenbak - schellinkje engelenleer - angelologie engelenstem (muz.) - angelica engelgras - beenbreuk, hanepoot Engels Brits Engels aardewerk - Wedgwood Engels admiraal uit de 17e eeuw Drake, Blake, Monk, Nelson Engels automerk A.C., Aston Martin, Bentley, Bristol, Daimler, Hill man, Humber, Jaguar, BMC, MG, Morgan, Morris, Riley, Rolls Royce, Rover, Singer, Triumph, Wolseley Engels bier ale, eel, gingereel, stout Engels café pub Engels chauvinist - jingo Engels dialect - Anglisch Engels dominion Canada Engels drinklied - glee Engels Egyptische opperbevelhebber - sirdar Engels eiland Anglesey, Guernsey, Hebriden, Jersey, Lewis, Man, Mull, Orkaden, Scilly, Shetlands, Skeye, Wight Engels gewicht - dram, grain, ounce, pound, scrupel, stone Engelsgezind - anglofiel Engels graafschap - Cornwall, Devon, Essex, Kent, Lancashire, Shire, Suffolk, Surrey, Sussex, Yorkshire Engels grafmonument - dolmen Engels gras - armeria, strandkruid Engels handelsgewicht - cwt, stone Engels heldendicht - Beowulf Engels huurrijtuig - cab Engels Indische matroos laskaar Engels kamgaren - moreen Engels komponist Clarke, Elgar, Britten, Ireland, Purcell Engels koningshuis Lancaster, Plantagenet, Stuart, Tudor, Hannover, Windsor Engels koninklijk verblijf Windsor Engels kroos - kerspruim Engels landhuisje cottage Engels landgoed - estate, manor Engels leger des heils - SA Engelsman - brit, Ier, roodnek, Schot, Welshman Engels muntstuk - nobel, shilling Engels orkestleider Silvester Engels parlement - Lagerhuis Engels raaigras - lolium Engels rood - colcotar, oxiderood Engels rijknechtje groom Engels rijtuig cab, hansom, tilbury Engels schrijver - Byron, Dickens, Eyre, Joyce, Keats, Lawrence, Shakespeare, Shaw, Shelley, Wilde, Woolf Engels soldaat - roodnek, roodrok Engelssprekend -Angelsaksisch Engels staatsman Attlee, Baldwin, Bevin, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Eden, Gladstone, Grey, Heath, Home, Kitchener , Peel, Pitt, Wilson Engels stadje Eton, Oxford Engels telwoord - eleven, one, seventeen, two Engels toetsinstrument - virbunaal Engels toneeldichter - Shakespeare Engels toneelschrijver - Eliot, Jonson, Marlowe, Pinter, Shakespeare, Shaw Engels tweewielig rijtuigje - gig Engels veenlandschap - fen, moor Engels veldheer Kitchener, Montgomery, Marlborough, Wellington, Engels voegwoord and, if, or, Engels voertuig - car Engels volksliedje - carol Engels vorstengeslacht in de 18e eeuw Tudor Engels wetsontwerp - bill Engels zilver pleet Engelse aanspreektitel - milord, mister Engelse academische titel D.C.L., D.P.H., B.A., B.D., D.D., M.A., M.B., LI.D., Ph.D. Engelse adellijke titel baronet, Dame ,duke, earl, lord, milord, pair, prince, sir Engelse admiraal Blake, Drake, Monk, Nelson Engelse advocaat - barrister, solicitor Engelse Afrikareiziger - Stanley Engelse appel aagt Engelse architect - 3 Fry 4 Adam, Kent, Wren 5 Barry, Dance, Gibbs, 6 Coates, Gibbes, Gibbet, Morris, Nash, Paxton, Tecton, 7 Matthew 8 Campbell, Crabtree, Williams Engelse auteur - 3 Fry, Gay 4 More, Pope, Shaw, Snow 5 Auden, Barns, Blake, Byron, Defoe, Eliot, Keats, Lewis, Morre, Scott, Swift, Wells, Wilde, Woolf, Yeats 6 Austen, Brontë, Conrad, Dryden, Kelly, Milton, Morris, Pinter, Thomas 7 Beckett, Dickens, Murdoch, Osborne, Shelley 8 Browning, Tennyson 9 Priestley Thackeray 10 Galsworthy 11 Shakespear Engelse autobus - trolly Engelse avonturier - Oates(1680) Engelse baai - firth Engelse bacterioloog - Flemming Engelse badplaats Margate, Brighton, Bournemouth, Eastbourne Engelse beeldhouwer Bird, Flaxman, Moore Engelse biersoort - ale, stout Engelse bouwstijl - Tudor Engelse bulldog - mastief Engelse burggraaf - viscount Engelse chauvinist - jingo Engelse componist - 3 Bax 4 Arne, Bate, Blow, Bull, Byrd 5 Boyce, Elgar, Holst 6 Clarke, Delius, Handel, Morley, Walton 7 Britten, Dowland, Ireland, Purcell 8 Sullivan 9 Dunstable Engelse conservatief Tory Engelse county - 4 Kent 5 Devon, Essex 6 Dorset, Durham, London, Surrey, Sussex 7 Norfolk, Rutland, Suffolk 8 Cheshire, Cornwall, Somerset 9 Gerkshire, Hampshire, Wiltshire, Yorkshire 10 Cumberland, Derbyshire, Huntingdon, Lancashire, Shropshire 11 Oxfordshire 12 Bedfordshire, Lincolnshire, Warwickshire, Westmoreland 13 Herefordshire, Hertfordshire, Sfaffordshire 14 Cambridgeshire, Leicestershire, Nordhumberland, Worcestershire 15 Buckinghamshire, Gloucestershir, Nottinghamshire 16 Northamptonshire Engelse dame - lady Engelse dans - anglaise, jig, reel Engelse deurwaarder - bailiff Engelse dialect - Anglisch Engelse dichter Barret, Browning, Byron, Donne, Elliot, Keats, Moore, Pope, Scott, Shakespeare, Shelley, Spencer, Tennyson,Wilde Engelse dieptemaat fathom Engelse dog (gele) - bullebijter Engelse drank - ale, gin, gingerale, negus, negustoddy (grog), tea, tonic, whip, whisky Engelse duim inch Engelse dynastie - Tudor Engelse econoom Law, Locke, Malthus, Mill, Ricardo, Smith, Steuart, Webb Engelse edelman baronet, peer, pair Engelse eilanden - Man,Wight Engelse fabrieksstad Leeds, Liverpool, Manchester, Sheffield Engelse geestelijke dean, father, reverend Engelse geschiedkundige Toynbee Engelse geschiedschrijver - Macauly Engelse gewichtsmaat lb., oz., dram, ounce, pound, quarter, stone Engelse gotiek - Tudor Engelse gouden munt - angel Engelse graad - B.A., B.S., M.A., M.S. Engelse graaf earl Engelse graafschap - country, zie verder Engelse Country Engelse handelsmaat - cran Engelse handelsterm limited, ltd Engelse haven 3 Ayr, Rye 4 Hull 5 Dover 6 London 7 Bristol, Cardiff, Harwich, Margate 8 Kingston, Plymouth, Southend, Weymouth 9 Fishguard, Liverpool, Tynemouth 10 Folkestone, Portsmouth 11 Southampton Engelse heer - gentleman Engelse herberg - inn Engelse herdershond - bobtail Engelse herenboer yeoman Engelse hofridder - pair, peer Engelse hofschilder - Dobson Engelse hoofdstad - Londen, London Engelse hoorn althobo, brigel, bugel Engelse industristad - Leeds, Liverpool, Manchester, Oldham, Sheffield Engelse inhoudsmaat barrel, bushel, gallon Engelse jenever gin Engelse kanselier uit de 16e eeuw -More,Morus Engelse kinderjuffrouw - nurse Engelse kleine Antillen Nevis Engelse knaap - boyEngelse Kolonie - Gibraltar, Hongkong Engelse kolonie - Gibraltar, Hongkong Engelse kostschool boardingschool, Eton, internaat, Oxford Engelse kroeg - pub Engelse kroonappel aagt Engelse kubieke voet - cuft Engelse lengtemaat - chain, fathom, foot, furlonginch, inch, line, mile, pole, yard Engelse liberaal Whig Engelse literatuur, kenner van de - anglist Engelse luchtmacht R.A.F. Engelse lijkschouwer - coroner Engelse maat aume, bushel, duim, foot, gallon, inch, mile, ounce, pinte, pole, pound, stone, yard Engelse mevrouw - lady Engelse middagdrank - tea Engelse munt crown, florin, fourpensce, guinea, guinje, halfcrown, pence, penny, pond (pound), Sh. (shilling) sixpence, sovereign, threepence, twopence Engelse munteenheid - pst (Pond/Sterling) Engelse natuurkundige - Dalton Engelse N.V. Ltd. Engelse omroeporganisatie (afk.) B.B.C. (British Broadcasting Corporation) Engelse ontdekkingsreiziger Cook, Drake, Hudson, Raleigh, Ross Engelse oppervlaktemaat acre, hide Engelse paardensportplaats - Ascot, Epson, Ipswich Engelse politieagent bobby, copper Engelse premier Attlee, Chamberlain, Churchill, Douglas Home, Eden, Heath, Macmillan, Wilson Engelse publieke school - Eton, Rugby, Harrow, Sandhurst Engelse raaigras - lolium Engelse regering Downingstreet, Whitehall Engelse renbaan Ascot, lpswich, Epsom Engelse ridderorde kousenband, KG Engelse rijknecht groom Engelse rivier 1 Ain, Cam, Dee, Esk, Exe, Nen, Taf, Taw, Ure, Usk, Wye, Yeo 4 Arun, Avon, Buse, Dane, Dart, Dove, Dyfi, Eden, Glen, Hull, Idle, Lark, Nene, Nidd, Ouse, Tees, Tern, Test, Tone, Towy, Tyne, Wear, Yare 5 Beult, Clwyd, Colne, Cothi, Fowey, Neath, Stour, Taifi, Tamar, Trent 6 Calder, Coquet, Riggle, Rother, Thames, Wharfe, Witham 7 Derwent, Irthing, Waveney, Welland Engelse schilder 1 Cox, 2 Bird, Nash 5 Acher, Bacon, Blake, Brown, Jones, Kitai, Lewis 6 Girtin, Turner 7 HGentryogarth, Philips 8 Hilliard, Reynolds 9 Constable, Nicholson 10 Sutherland 11 Gainsborough Engelse socialistische partij Labour Engelse soldaten tommies, (tommy) Engelse soldaat in de boerenoorlog - rooinek Engelse staatsman Balfour, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Gladstone, Wilson Engelse staatsobligaties consols Engelse stad - 3 Ely, Rye 4 Eton, Hull, York 5 Corby, Derby, Dover, Epson, Leeds, Lewes, Truro 6 Boston, Dundee, Durham, Exeter, Kendal, London, Oakham, Oxford 7 Bedford, Bristol, Cardiff, Chester, Glasgow, Grimsby, Ipswich, Norwich, Preston, Reading, Taunton, Warwick, Windsor 8 Aberdeen, Beverley, Brighton, Carlisle, Coventry, Falmouth, Hereford, Hertford, Plymouth, Sleaford, Stafford 9 Aylesbury, Blackpool, Cambridge, Guildford, Inverness, Leicester, Liverpool, Maidstone, Newcastle, Sheffield, Wakefield, Worcester 10 Birmingham, Chelmsford, Chichester, Dorchester, Edinburgh, Gloucester, Huntingdon, Manchester, Nottingham, Portsmouth, Shrewbury, Southampton, Trowbridge 11 Northampton 13 Northallerton Engelse stadsbestuurder - alderman Engelse stalknecht - groom Engelse sterke drank gin Engelse stof - tweed Engelse stof (luchtig, zijdeachtig voor detropen) - shantung Engelse stuiver penny Engelse taxi cab Engelse titel baron, baronet, duchess, duke, earl, esquire, king, knight, lady, lord, marquis, mylord, noble, pair, peer, queen, sir, sire, viscount Engelse toneelschrijver - Fry Engelse universiteitsstad Cambridge, Oxford, Nottingham, Eton Engelse veenlandschap - fen, moor Engelse vissersplaats - Hull, Lowestoft Engelse vlaktemaat - acre Engelse vlootvoogd - Nelson Engelse voet - ft Engelse voorname stand gentry Engelse warme drank - punch, whip Engelse wethouder - alderman Engelse wedstrijd - derby, match Engelse wedstrijd met een prijs - sweepstake Engelse wiskundige - Boole, Cayley, Clifford, Newton, Whitehead Engelse wijsgeer Hobbes, Locke, Russell, Spencer, Whitehead, Engelse zakenafkorting - Ltd. Engelse zanger - crooner Engelse zangeres - lady-crooner Engelse zeerover - Drake, morgan Engelse ziekte rachitis Engelse zwaardlelie erezwaard, gladiolus engelwortel - angelica engeltje cherub, cherubijn engeltjesmaakster -aborteuse engelzoet - eikvaren engen - vernauwen eng en klein - smal engerd - draak, griezel, mispunt, naarling, spook engerling elft, emelt, kwatworm, larve, made enggeestig - bekrompen, benepen, enghartig, kleingeestig, kortzichtig enghartig bekrompen, benepen, enggeestig, illiberaal, laf eng netjes - perfect, precies en-groshandel - grossierderij, grossiersbedrijf engte – bekrompenheid, bergpascol, col, doorgang, krapte, nauwte, pas, smalte, versmalling, zeestraat enharmonische toon - cis, des enig aardig, alleen, allerliefst, beangstigend (Z.N.), doddig, enkel, ettelijke, grappig, heerlijk, isthmus, knus, kostelijk, leuk, lief, lollig, merkwaardig, ongeevenaard, onvergelijkbaar, onvergelijkelijk, onvergetelijk, prachtig, uniek, uitzonderlijk, vernauwing, weergaloos, enig ding - iets enig in zijn soort unicum enig onheil overkomen - treffen enig persoon - iemand, uniek enig tijdsverloop - dewijl, kortelings, omdat, onlangs, poos, redengevend, somtijds, terwijl, wijl, wijle enig tijdverschil - wijl eniglijk - alleen, slechts, uitsluitend enige enkele, ettelijke, mono, ongeëvenaard, paar, sommige, unieke, enige bijelkaar gelegen eilanden - eilandengroep enige (de) - eenling, enkeling, individu enige Nederlandse paus - Adriaan, Hadrianus enige stukken geschut batterij enige tijd poos enigerlei - enigerhande (soort) enigermate enigszins, iets, ietwat, wat, enigma mysterie, puzzel, raadsel enigmatisch - mysterieus, raadselachtig enigszins - enigermate, iets, ietwat, licht, lichtelijk, tamelijk, wat enigzins bedorven – muf, onfris enigszins breed larghetto, largetto enigzins dof - mattig enigszins koud koel enigzins mat - lomig enigszins scheel loens enigszins snel allegretto enigszins statig (muz) largetto enigzins verkleind - beperkt enigszins vochtig en koud - klam, klef, kleffig, lijmerig, plakkerig, tets, week, zweterig enigszins warm lauw enigszins zuurachtig rans, rins, rijns enk - akker(grond), bouwland, es, eng, enkel alleen, eenvoudig, eenzaam, louter, maar, mono, slechts, solitair, solo, voetgewricht zuiver enkel en alleen - exclusief, uitsluitend enkele alleen(lijk), allenig, eenvoudig, enige, ettelijk(e), klinkklaar, louter, maar, mono (Gr), paar, rein, slechts, sommige, weinige, zelden enkel gebruik - sec enkel kruit - loos enkele bijeen behorende voorwerpen set, stel enkele hoofdstukken capita (selecta) enkele klinker monoftong enkele maal - soms enkele stukken geschut batterij enkele wissel sola enkele zwanen bij elkaar zwanendrift enkelen enigen, sommigen, weinigen enkeling eenling, eenzaam, individu, sujet enkelknollen - malleolus enkelspel - alleenstaand, eenling, eenzaat, individu, singel, solitair, solo enkelvoud simplex, sing., singularis enkelvoudig katoen - tule enkelvoudig woord simplicia enkelvoudige echt - monogamie enkelvoudige klank toon enkelvoudigheid van kleur - monochromasie enkelvoudige stof element enkelvoudige suiker - monosacharide en niet - noch en of - stellig, ongetwijfeld, zeker en omstreken - e. o. en ook - alsmede, tevens enorm bovenmatig, fantastischgeweldig, geweldig, grandioos, groot, groots, immens, kolossaal, massaal, ongekend, ontzaglijk, prachtig, reusachtig, uitzinnig, vervaarlijk enorm goed - super enormiteit bêtise, blunder, domheid, flater, stommiteit enorm van afmeting - groots enorm van omvang - groot enquête getuigenverhoor, onderzoek, steekproef enquêtebureau Nipo enquêtes houden - enquêteren, onderzoeken enroleren aanwerven ensemble gezelschap, groep, koor, muziekstuk, samenspel ensemble (muz.) - geheel, orkest, ensemble van acht personen octet ensemble van drie personen trio ensemble van twee personen duo ensemble van vier personen kwartet ensemble van vijf personen kwintet, quintet ensemble van zes personen sextet ensemble van zeven personen – septet ent – boomscheut, entloot, loot, lot, rijs, spruit, stek, tak, takje, teen, twijg, uitloper entameren aanbreken, aansnijden enten copuleren, griffelen, kroonenten, oculeren, spleetenten, stekken, veredelen enten in de bast - oculeren entente akkoord, bestand, eensgezindheid, overeenkomst, schikking, verbond, verdrag, vergelijk enter kalf, veulen enteren aanhaken, aanhouden, aanklampen, aborderen entergerei enterbijl, enterdreg,enterhaak entering abordage enterzaad - revelaar ebtertainer - artiest enthousiasme animo, bezieldheid, bezieling, elan, geestdrift, geestverrukking, geestvervoering, ideaal, overgave, ijver, vervoering, vuur enthousiast - bezield, geestdriftig, hartstochtelijk, opgetogen, vurig enthousiast bewonderaar fan enthousiast voorstander - ijveraar enthousiasteling - fan enting oculatie ent of loot - scheut entmethode - Copuleren, driehoeksenten, kroonenten, oculeren, zoogenten entomoliet - versteend insekt entomologie - insectenkunde entomoloog - insektenkenner entourage omgeving entraineren - meeslepen entreacte - pauze, sigaartje entredeux - middelstuk, tussenwand entree - binnenkomst, deur, ingang, intrede, intree, introductie, toegang, toegangsbiljet, toegangskaart, toegangsprijs, toegangsrecht, voorgerecht, voorspel, voorspijs, zijingang, entreebiljet – kaart, toegangsbewijs, veem, entreegelden reces, recette entreekaart - ticket entrepot entr., opslagplaats, pakhuis, stapelplaats entrepot van handelsprodukten - stapelplaats entresol - insteek, insteekkamer, tussenverdieping entrijs - entloot, griffel entspleet - entingswonde entstof - sera, serum, vaccin entstof tegen pokken - koepokstof entstof tegen tetanus - tetanusserum entstof tegen tuberculose - BCG enumeratie - opsomming enuresis - bedwateren enveloppe - brief, briefomslag, couvert, omhulsel, omslag envers - keerzijde en volgende - e. v. en wel - namelijk enzovoort - enz., etcetera enzym - ferment, giststof, leb, stof enzym uit de maag, gebruikt bij het kaasbereiden - leb, pepsine eodem - aldaar eolusharp - windharp eon - azoïcum, eozoïcum, phanerozoïcum Eos - Aurora, dageraad epatant - verbluffend epateren - overbluffen, overdonderen epaulement - schouderweer epaulet nestel, schouderbelegsel, tres epicurisch - genotzuchtig, weelderig, wellustig epicurist gastronoom, gourmand, lekkerbek epidemie - plaag, volksziekte epidemie bij dieren - epizootie epidemische ziekte - cholera, griep, pest epiderm opperhuid epiek - ballade, fabel, heldendicht, idylle, legende, mythe, novelle, parabel, roman, romance, sage, schets, sprookje, vertelling, Epifanie Driekoningen, Dertienavond epifiet - gastplant, paratich, woekerplant epifyse - pijnappelklier epiglottis - strotklepje epigoon navolger epigram opschrift, puntdicht epigramdichter - Huygens epigrammatisch gedicht - priamel epilatie - ontharing epilepsie, soort - petit-mal epilepticus - toevallijder epileren - ontharen epiloog narede, naspel, slotrede, slotwoord, sluitrede epineus lastig, netelig episch - verhalend episch dichtstuk ballade, epos, romance episch dramatische compositie - oratorium, passion episch gedicht - rapsodie episch lyrisch strofisch gedicht - ballade episch lyrische compositie oratorium episch lyrische gedicht - ballade, epos, heldendicht, romance episch meesterwerk - beowulf, edda, ilias, odyssee, ramajana episcopaat - bisdom, bisschoppelijk episcopus bisschop episch-dramatische compositie - oratorium, passion episode - periode, tijdperk episode in het studentenleven groentijd episode in opera - recitatief epistel (zend)brief epistemologie - kennisleer, kennistheorie epitaaf - grafschrift, grafsteen, tombe epithalamium - bruiloftsdicht epitheellichaampje - bijschildklier epizoën - luizen, mijten epode - slotstrofe, slotvers epopee - epos, heldendicht epos aeneis, Epopee, gedicht, heldendicht, illias, liliade, Odyssee eppe juffrouwmerk, peterselie, selderij, selderie Equador, hoofdstad van - Quito equatie gelijkmaking, vereffening, verevening, vergelijking equator evenaar, evennachtslijn, linie equatorpool - hemelpool equilibrist - jongleur, koorddanser equipage (eigen) rijtuig, uitrusting, materiaal, (oorlogs)uitrusting, reistoerusting, toerusting equipe groep, ploeg, team equiperen - bemannen, toerusten equisetacee - heermoes, holpijp, lidrus, paardenstaart, schaafstro equivalent - gelijkwaardig equivociteit - meerzinnigheid, veelzinnigheid er daar er aan verwant zijn - lieren er goed uitzien ogen er in laten lopen - benadelen, duperen, teleurstellen er is eens, een keer, ooit er vandoor gaan drossen er voor boeten - vergelden era eeuw, periode, tijdperk, tijdvak eraan geven – opgeven eraan voegen – aanhangen eraf - losgeraakt erbarmelijk armzalig, minderwaardig, jammerlijk, droevig, ellendig, gebrekkig, genadig, hinderlijk, jammerlijk, lamentabel, mededogend, meelijwekkend, min, minderwaardig, miserabel, ongelukkig, pitieus, pitoyable, rampzalig, treurig, zielig erbarmen compassie, deernis, erbarming, genade, gene, mededogen, medelijden, ontferming, piëta, slecht, vergeving, vergiffenis, zeer, erbarming - gena, genade, medelijden, piëta erbij - aanwezig, alsnog, gesnapt erbij behorend - adh(a)erent, samenhangend erbium Er. er boverop - genezen, hersteld erdoor jagen - verbrassen ere eer, lof, prijs, roem ere insigne - erepost, ereteken, ereambt - digniteit, waardigheid, sinecure, erebaantje - ereambt ereboog arc, erepoort, praalboog, triomfboog erectie - oprichting eredegen - erewapen, sierwapen eredienst - cultus, kerkdienst, mis, religie ere gedenkpenning medaille ere gedenkteken standbeeld eredicht - lofdicht, ode eregewaad - rokelijn (hoge geestelijken) ereis eenmaal, eens, eris ereketen - ereketting erekroon - gloriekroon erekruis - erelid, grootkruis, honorair, erelint - sjerp erelintje - baton ereloon - honorarium eremedaille - eremetaal eremetaal - brons, medaille, onderscheiding, ridderkruis, ridderorde, Willemsorde eremiet - heremiet, kluizenaar eremitage - kluizenaarswoning eremuziek in de avond -serenade eren achten, eerbewijzen, honoreren, hoogachten, hoogschatten, kronen, loven, prijzen, respecteren, roemen erenaam van personen - eretitel, titel erenaam voor de eerste stamvader - aartsvader erenaam voor Frederik Hendrik - stedendwinger erenaam voor stamvader aartsvader erenaam voor universiteit alma mater erepalm - laurier, lauwer, palmtak eren en loven - prijzen erepalm - palmtak, zegeteken erepenning - gedenkpenning, medaille, ridderorde ereplaats - erezetel, hogereind(e), hogerhand erepoort - are, boog, ereboog ereprijs - bird, veronica erereden - fatsoensbegrip eresabel - eredegen ereschot - salvo, saluut ereschuld - speelschuld ereteken decoratie, erepalm, eredegen, eresabel, insigne, krans, legpenning, lint, lintje, (lauwer)krans, lauwertak,medaille, orde, onderscheiding, onderscheidingsteken, ordeteken, ridderkruis, rozet, speld, speld(je), trofee, zegeteken ereteken (schouderkruis) van aartsbisschop, patriarch en paus - pallium eretempel - pantheon eretitel - don, erenaam, markgravin, predikaat eretitel in Spanje en Italië don eretitel van een staatsdienaar en een aanzienlijk persoon in Turkije - efendi, effendi eretitel van sommige kerken - basiliek eretitel voor vorstelijke Javanen - pangeran erewacht - garde erewapen - eredegen erewoord - belofte, eed, parool erewijn - dronk, feestdronk erezaak beslissen - duelleren erezetel - eregestoelte, ereplaats, eretribune, gestoelte, katheder, troon erezuil - grafzuil, monument, obelisk, pronknaald erf boerenerf, domein, dries, erve, gebied, grond, heem, heim, hof, huis, murik, muur, streek, terrein, territorium, tuin, vogelkruid, werf, zone erfdeel herediteit, legaat, patrimonium, versterf, versterving erfdienstbaarheid servituut erfelijk - aangeboren, hereditair, vererfbaar erfelijke aanleg - genotype erfelijke bloedziekte - hemofilie erfelijke factor gen erfelijke terugslag - atavisme erfelijkheid - herediteit, opvolging, vererving, erfelijkheidsbeeld - genotype erfelijkheidsdrager dna, gen, chromosoom erfelijkheidsleer genetica , genetiek, nativisme erfenis boedel, erflating, hereditair, legaat, nalatenschap vererving erfenis, door een - krijgen - beërven, erven erfenis geven - legateren, nalaten erfenis krijgen erven erfenis schenken - legateren erfgenaam - erve, legataris, legator, oir, successor erfgenamen in de zijlinie - lateraal erfgift - legaat erfgoed - allodium, familiebezit erfheer erfman, leenman, vazal erflaatster - testatrice erflater legator, testateur erflating - erfenis erfleenman - vazal erfmaking legaat erf met bloemen - tuin erfoom - suikeroom erfopvolging - successie erfopvolging - majoraat (recht oudste zoon), minoraat (rechtjongeren), successie erfopvolgingsrecht der jongeren - minoraat erfpachtsrecht - beklemming erfpachtsom - canon erfprins - kroonprins erfrecht - majoraat erfscheider - reetrekker, rooimeester erfstelling - legaat erfstuk - familiebezit, familiestuk, poesaka (Indon.), souvenir erftante - suikertante erfvolk - Israël, joden erfvijand - dood(s)vijand erfzonde - erfsmet erg - afschuwelijk, arbeidseenheid, arg, argeloos, bar, bedenkelijk, bedroevend, beduidend, beroerd, betreurenswaardig, boos, bijster, bijzonder, cru, danig, deerlijk, drommels, duchtig, ellendig, enorm, erbarmelijk, ernstig, even, exorbitant, extreem, fel, flink, geducht, geweldig, gloeiend, grenzeloos, gruwelijk, heel, hels, hevig, honds, hopeloos, intens, jammerlijk, krankzinnig, kras, kwaad, liederlijk, nameloos, ongenadig, onfatsoenlijk, onnoemelijk, overstelpend, schandalig, schandelijk, schrikbarend, schromelijk, schuw, slecht, slim, sterk, stierlijk, stompzinnig, straaldronken, straf, tel, terdege, verbazend, verhipt, verregaand, verwoed, vinnig, vreselijk, vurig, zeer erg (Ind.) - berat erg bekrompen - steil erg beperken - beknotten erg bont - kakelbont erg boor - hels erg boos - hels, spinnijdig erg denkend - kwaaddenkend, soupconneus erg dom - ezelachtig, indom, oerdom, oliedom, stom erg dom mens - stommeling, stommerd, sufferd erg druk met mensen eivol erg dun - flinterig erg dun middel wespentaille erg duur - kostbaar erg en danig - zeer ergeren - ontstemmen, prikkelen erg fit - kiplekker erg gauw - snel, spoedig erg gek - krankjorum, stapel(gek) erg gemeen - ingemeen erg gesteld gebrand erg gevoelig - kwets, kwetsbaar, lichtgeraakt, pijnlijk, teergevoelig erg gierig - vrekkig erg goed - prima, puik, uitnemend erg goede - beste erg groot - enorm, geweldig, kolossaal, maximaal, reusachtig erg groot beeld - reuzenbeeld erg hard - steenhard, ijzerhard erg hard werken - zwoegen erg hebben in - bemerken erg hevig - fel erg jong - piepjong erg klein - dwergachtig, minimaal, minuscuul, nietig, petieterig, erg knap geleerd, geniaal, keiig, kranig, pienter erg kwaad - duvels, duivels, hels, laaiend, nijdig, razend, woedend, woest erg laag - gemeen, min, onedel erg lekker - heerlijk, hemels, smakelijk, zalig, erg lelijk - foeilelijk erg los - rul erg mager - benig, broodmager, veloverbeen erg mager persoon - scharminkel erg mooi beeldig, prachtig, schitterend erg netjes - nauwkeurig erg ondeugend - baldadig, brooddronken, uitgelaten, wild erg onwetend oerdom, oerstom, oliedom, stom erg oud - oeroud, stokoud erg ruw - ongegeneerd erg slank - mager, panlat erg slecht - bedenkelijk, doortrapt, eervergeten, gevaarlijk, hachelijk, kritiek, netelig, pervers, precair, verdorven, zorgelijk erg slordig onachtzaam, ontoonbaar, wanordelijk erg tevreden - weltevreden erg veel - legio erg verlangen - reikhalzen erg vervelend - stomvervelend erg verwonderd - verbaasd erg vies - smerig erg vlug - oersnel, watervlug erg vol - eivol erg vroom - devoot, fijn, godszuchtig, kerks erg warm - gloeiend, heet, smoorheet, snikheet, stikkend, erg zindelijk - kreen erg zwaar - corpulent, loodzwaar erge belediging - hoon, kaakslag erge tegenvaller klap, slag, sof, strop ergens - levers (Z.N.) ergens aangaan - aanlanden, belanden ergens aankomen voor te vertoeven - aanbelanden ergens anders elders ergens brengen - heenleiden ergens doen komen door slimheid - lokken ergens genoeg van hebben - brui ergens mee eens zijn voorstemmen ergens onbekend zijn - steg ergens over inzitten - tobber ergens plaatsen - deponaren, neerleggen ergens tegen gekant - afkerig ergens tegen leunen ergens terechtkomen (aan)belanden ergens toe brengen - permoveren ergens voor zorgen - oeroesen erger worden - progedient, progressief ergeren – grieven, hinderen, irriteren, kwetsen, ontstemmen, ontstichten, prikkelen, stoten ergerlijk aanstotelijk, bedroevend, choquant, deftig, facheus, genant, hemeltergend, hinderlijk, irriterend, odieus, onbetamelijk, onstichtelijk, revoltant, scandaleus, schandalig, schandelijk, stotend, stuitend ergerlijke rente - nanatocisme, woeker ergernis aanstoot, irritatie, ontstemming, prikkeling, schandaal, spijt ergernis geven - schandaliseren ergernis gevend - aanstotelijk, irritant ergernis verwekken - shockeren ergernis wekkend - irritant, stuitend ergo - aldus, alzo, bijgevolg, derhalve, des, dies, dus, welnu er goed uitzien - ogen, welgedaan ergonomie - arbeidsleer ergoteren - haarkloven ergotisme - kriebelziekte ergste - uiterste erica boomheide, dopheide, struikheide ericaceae - abortus, azalea, bosbes, calluna, dopheide, erica, rododendron, vaccinium, veenbes, vossenbes er iemand in laten lopen - bedotten, neppen erigeron - fijnstraal Erin Eire, Ierland er in begrepen - impliciet erinyen furiën erinyen een der - Alecto, Megaera, Tisiphone, waakgodinnen erisappel - twistappel eristiek - redeneerkunst erkend – aanvaard, bevoegd, gediplomeerd, gewaardeerd, officieel, onbetwist, probaat, wettig, erkennen - accepteren, avoueren, bekennen, betamen, dankbaarheid, discerneren, huldigen, inzien, passen, recognosceren, toegeven, toestemmen, voegen, erkenning aanneming, agnitie, bekentenis, belijdenis, bevestiging, inzicht, recognitie, toegeving, verificatie, waardering erkenning van een gepleegde handeling bekentenis erkenning van een wissel - agnitie erkenning van ongelijk - amende (honorable) erkentelijk dankbaar, verplicht erkentelijkheid dank, dankbaarheid, erkentenis erkentenis besef, confessie, dank, dankbaarheid erker aanbouw, arkel, dakkapel, hoekbalkon, uitbouw er komen - treden erlangen - obtineren, verkrijgen ermee zittend - opgescheept ermitage - kluizenaarswoning erna - achter, nadien ernaast - mis, nevens ernaast schieten - afzwaaier, mis er niet aankomen - afblijven er niet voor - na, tegen ernst - belang, bezinning, bezonnenheid, gemeendheid, gewicht, inkeer, menens, oprechtheid, werkelijkheid, zwaarte ernstig aandachtig, bar, belangrijk, bezonnen, danig, degelijk, doodernstig, doodserieus, erg, gemeend, gevaarlijk, godsdienstig hachelijk, hevig, innig, largo, lelijk, nadrukkelijk, ongewoon, oprecht, overvloedig, peinzen, pruims, rijpelijk, satunisch, serieus, stemmig, streng, waardig, zeer, zorgvuldig, zwaar ernstig en langzaam - grave, largo (muz.) ernstig misdrijf - halsmisdaad ernstig (muz.) grave, serioso ernstig nadenken - peinzen ernstig nadenkend - peinzend ernstig overdenken - overpeinzen ernstig vergrijp halsmisdaad, misdaad, moord ernstig verzoek gebed ernstig waarschuwen - vermanen ernstig wijden aan verdiepen ernstig ziek - doodziek ernstige conflictsituatie - escalatie ernstige ingewandsstoornis darmbreuk ernstige situatie - crisis ernstige stoornis in zaken - clan ernstige toestand van geestelijke zwakte - idiotisme ernstige vorm van zwakzinnigheid - idioterie ernstige zaken belachelijk voorstellen - ridiculiseren ernstige ziekte kanker, lepra ernstige zonde - doodzonde eroderen - afslijpen, afslijten, wegbijten, wegknagen er omheen - rondom er omheen draaien - aarzelen, twijfelen er onderdoorgaan - bezwijken er opaankomen - spannen erop aansluitend - daarna erop staan - aandringen erop toezien - behoeden, waken Eros Amor, Cupido eroscentrum - bordeel, sexclub erosie - afknaging, afschuring, afslijting, uitholling, verwering erosiedal canon, canyon kloof erosief agens ijs, water eroten - amoretten, liefdegodjes, minnegodjes eroticus - minnedichter erotiek - seksualiteit, sex erotisch gedicht - minnedicht erotisch geschrift - eroticum erotische drift - libido, wellust erpel woerd erraticum zwerfsteen erratum abuis, drukfout, feil, fout, vergissing erreur dwaling, vergissing error - dwaling errore excepto - e.e. ersatz surrogaat ersatz voor koffie - chichorei ertegen - anti, gekant ertegen grenzend aangelegen, belendend ertoedoen - uitmaken erts - delfstof, mineraal erts - aluminium, goud, lood, nikkel, uraan, ijzer, zilver, zink ertsafval - slak ertsenkennis - metallurgie ertsenwassing - flotatie, lotie ertsgang ader ertsgeaver - mineur ertshoudend - mineraal ertskenner - mineraloog ertslaag ader ertsonderzoek docimasie ertsvorming - inetallisatie ertszuivering - lotie eruditie - geleerdheid, kunde eruit zetten - verdrijven, verwijderen eruptie uitbarsting eruptiegesteente as, lava, tufsteen eruptieprodukt - lahar, lava eruptieverschijnsel - asregen ervandoor - heen, weg, zoek ervandoor gaan - drossen, pleite, vluchten, weggaan, weglopen ervan uitgaan - geloven, stellen, vertrouwen ervaren abel, bedreven, bekwaam, beleven, bevinden, capabel, deskundig, doorkneed, gehard, geoefend, geroutineerd, geverseerd, horen, knap, kundig, levenswijs, meemaken, ondervinden, proeven, vernemen, vroet, wijs ervarenheid - kennis, kundigheid, routine ervaren leidsman mentor ervaren persoon expert, rot, vakman ervaren raadgever - nestor ervaren zeeman zeebonk, zeerob, zeerot ervarenheid - bedrevenheid ,bekwaamheid, kennis, routine, ervaring - avontuur, bedrevenheid, belevenis, beleving, empirie, experiëntie, gebeurtenis, lotgeval, ondervinding, routine, vaardigheid ervaring als bron van kennis - empirie ervaring die men op doet - levenservaring ervaringsman - empiricus ervaringsfeit - bevinding ervaringsleer empirisme, empirie erve - erfgenaam, heem erven - succederen ervoor houden - aannemen, menen, veronderstellen er weven - zijn erwt boon, capucijner, kapucijner, keker, koker, raasdonder, schokker, sisser erwteboon - boonerwt, spikkelboon erwtengalmug - knopmade erwtenkrabbetje - mosselteek erwtenparasiet - erwtebladluis, erwtegalmug erwtenpeul - sluim erwtepikkertje - grasmus erwtensoep snert erwtensoort - arvense, doperwt, dopper, gierigaard, kapucijner, krentekakker, peul, sativum, schokker, spliterwt erwtenteller - schraper, vrek, zeur erwtpikkertje - grasmus erwtvormig - pisiform erysipelas - belroos, wondroos es akker, bouwland, eng, enk, veld escamoteur - zakkenroller escapade slippertje, uitstapje escorte begeleiding, cemen, geleide escorteren begeleiden escosijnse steen arduin, hardsteen esdoorn aak, acer, ahorn, luiteboom esdoornmachtigen - aceraceeën eskader - smaldeel, vlooteenheid Eskimo - Groenlander, Inoek, Kalalek eskimoboot kajak, oemiak, umiak, umjak, eskimohond husky eskimohut iglo eskimoland Groenland Eskimopriester, Sjamanitische - angekok eskimovaartuig kajak Eskimo´s godin der - Sedwo Eskimo´s jachtbuit der - Kariboe, Walrus, walvis, ijsbeer, zeerob Eskimo´s magische kracht bij de - sila Eskimo´s medicijnman der - Angakok eslook - sjalot esmerald - esmeraud, smaragd esp - klaterabeel, peppel, populier, ratelaar espalier - latwerk, leiboom, staketsel esparcette - hanekam espenboom - ratelaar Esperanto - kunsttaal Esperanto, samensteller van het - Zamenof esplanade exercitieplein, plein, voorplein, vlakte, wandelplein espressobar - koffiebar esprit geest, genie, pit, vernuft esquire esq. essaai - karaat, onderzoek, toets essaai gewicht karaat ersaaieerkunst - docimasie essai - keur, munten, onderzoek, waarde essay artikel, opstel, proeve, stuk, verhandeling essayeerkunst - docimasie, docimastiek essayeur keurmeester, toetser essayist - Bacon, Montaigne esseling - alvenaar, alver(tje), moertje, nesteling, panharing essence aftreksel, aroma essence uit iriswortel iron essentie hoofdzaak, kern ,wezen essentieel elementair, wezenlijk, zakelijk estafette ijlbode, koerier, renbode, wedloop, wisselloop estate landgoed, state esthetica - schoonheidsleer esthetisch - kunstzinnig, smaakvol Estisch epos - Kalevipoëg Estische auteur - Gailit, Kotta, Mälk, Raud, Rummo, Semper, Suits Estische dichteres - Koidula, Under Estische hoofdstad - Tallinn Estische rivier - Ema, Narva, Parnu, Pjarnoe Estische stad - Dorpat, Narva, Tallinn, Tartoe Estische universiteitsstad Dorpat Estland, eiland behorende bij - Dago, Hiiumaa, Moon, Muhumaa, Osel, Saaremaa, Vormsi estrade – houtgraniet, optred, uitstek estrade in synagoge - alomemor, biona estrapade - slippertje estrik plavuis, tegel, vloertegel etablissement café, herberg, hotel, nederzetting, stichting, vestiging etage flat,verdieping, woonlaag etagegang - galerij etagère pronkkastje etagewoning - appartement, flat, maisonnette etalage pronkkast, toonkast, toonraam, uitstalkast, uitstalling, vitrine etalagepop - mannequin etaleren uitstallen etalage-inrichter - etaleur etalageverzorger - etaleur etaleren - uitstallen etalon - proefgewicht etang hof, lagune, strandmeer, zoutmeer etappe dagafstand, dagmars, dagreis, mars, rit, traject etappeplaats - pleisterplaats et cetera etc., enzovoort, enz. eten bikken, bikkesement, dineren, eetwaar, gebruiken, groente, hap, happen, kliek, kluiven, knauwen, kost, maal, maaltijd, nuttigen, oppeuzelen, schaften, smikkelen, spijs, spijzen, verorberen, voeder, voeding, voedsel, voer eten (barg.) - achelen, pooien eten (overvloedig, gretig) - buffelen, schransen etenbereider kok etenbereidster keukenprinses, kokkin eten geven - voeren eten met een lepel - lepelen eten van paddestoelen mycofagie eten van rauw vlees omofagie eten zonder te kauwen - schrokken etensbak - krib etensbak voor dieren - krib, trog, voerbak, voederbak etensbakje - gamel etensblad - dienblad etensblik - gamel, gamelle, menageketel etensbord - teljoor,tafelbord, teiloor etensbus - gamel etenskast - provisiekast, schapraai, spinde etensketel gamel etenskunst - gastronomie etenslust - trek etensrest kliek, kliekje, prak etensresten - tafelafval etenstrek - eetlust etenswaar in peulen - erwten etenswaar van meel - brood etentje - maal eter gast, logé, tafelgast eter van aarde - geofaag eter van lekkernijen - snoeper eter van rauw vlees - omofaag eterij - maaltijd, spijs eters - bezoek, bezoekers eter van lekkernijen snoeper eterniet asbestcementlei etgaarde - etgroen, nagras etgras etgroen, etgroede, nagras etgroen - etgras, herfstgewas, nagewas, nagras, nasnede ethaandiol - etheenglycol, glycol ethanol - ethylalcohol, spiritus ether - dampkring, hemel(ruim), lucht, luchtruim, radiogolf ethergroep - methoxygroep etherisch - hemels etherische olie amandelolie, anijsolie, balsamica, bergamotolie, cederhoutolie, citroenolie, citronellaolie, dennenaaldenolie, eucalyptusolie, kajapoetolie, kaneelolie, kruidnagelolie, lavendelolie, lemongrasolie, neroliolie, pommeransolie, rozenolie, sandelhoutolie, sassefrasolie, sereh, thijmolie, valeriaan, wintergroenolie, ylang-ylang-olie etherpiraat - zendpiraat ethica zedenleer ethiek - zedenleer Ethiopië - Abessinië, Eritrea, Mauretanië, Morenland Ethiopiër Agau, Amhar, Galla, Sjankala, Sjono, Somali, Tigré Ethiopisch kerkelijk leider - aboena Ethiopisch meer - Abaimeer, Stefaniemeer, Tanameer, Zwaimeer Ethiopisch negervolk - Sjankalla Ethiopisch nomadenvolk - Somali Ethiopische bevolkingsgroep - Afar, Amhara, Danakli, Falasja, Galla, Oromo, Sjankalla, Somali Ethiopische bisschop aboena Ethiopische keizer -Haile Selassie, Memnon, Negus Ethiopische kerktaal - Ge'ez Ethiopische luchtvaartmaatschappij - EA Ethiopische munt besa, cent, dollar Ethiopische oude taal - Ge´ez Ethiopische prinses - Aida Ethiopische provincie - Agadin, Eritrea, Harar, Kaffa, Ogadin, Sjoa,Tigre, Wollega, Wollo Ethiopische rivier - Abai, Atbara, Awasj, Baro Ethiopische roversvolk - Afar, Danakil Ethiopische stad - Adwa, Asmara, Dessye, Diredawa, Gondar, Harar ethisch moreel, zedelijk, zedenkundig ethisch waardesysteem - ethos ethoxy-ethaan - diethylether, ether ethylalcohol - ethanol, spiritus ethylchloride - chloorethaan ethyleen - etheen ethyleenimime - aziridine ethyn - acetyleen etiket - adreskaart, briefje, label, opschrift, plakker etiket (om hals van een medicijnfles) - befje etmaal dag etnologie volkenkunde ètre - etter, kreng, sar, schepsel, wezen Etrusken, god(in) der - Fufluns, Menria, Sethlanes, Turms, Uni Etrusken, hoofdgod der - Tinia Etrusken, kolonie der - Bologna, Milaan Etrusken, stad der - Caere, Populonia, Tarquinia, Vetulonia, Vulci Etruskische priester-koning - lucimoon ets - afdruk, aquatint, gravure, prent, wandversiering etsdruk - envelage etsen graveren, griffen etser - artiest, graveerder, graveur, griffen etsnaald - burijn, etsijzer etswater - salpeterzuur, zwavelzuur ettelijke enige, enkele, meerdere, menige, vele, verscheidene, verschillende etter - mispunt, naarling, pus, wondvocht etter makende zalf - balsemkruid etterachtig - pyïde etterbuil - abces, gezwel, steenpuist etteren - ulcereren, zaniken, zweren etterend - etterig, purulent, ulcereus etterende wond - zweer ettergezwel - abces, etterzak, steenpuist, verzwering, puist, zweer etterende ontsteking aan de vingers - fijt ettering - exulceratie, purulentie, suppuratie ettering verwekkend - pyogeen etterling - naarling etterpuist - pok ettervergiftiging - pyaemie ettervormend - pyogeen ettervorming - impetigo etude - oefening, oefenstuk etui foedraal, hoes, huis, hulsel, koker, map, omhulsel, omslag, schede, tas, zakdoosje etui voor naaigerei - menagère etweibloem - biggekruid etymologie - woordafleidkunde etymologisch woordenboek - etymologicon etymon - stamwoord Etzel - Attila eubiotiek - levenskunst eucalyptol - cineool eucalyptus - koortsboom Eudisten, stichter van de congregatie der - Eudes eufemistisch verbloemend, verschonend, verzachtend eufonie - welluidendheid Eufraat - Firat, Frat Eufraat, varende schepen op de - kelleks eumeniden - Alecto, Megaera, Tisifone, wraakgodinnen euneuch - haremoppasser eunjer geest, heks, magiër, spook, tovenaar, unjer eunjerei - duivelsei Eurazische taal - Ainoes, Giljaaks, Japans, Koreaans euritmie - bewegingskunst Eurodaalder - ecu Euromarkt - EVA Europa - avondland, Eur Europa en Azië - Eurazië Europaan 1 Est, Fin, Ier, Lap, Let, Rus 4 Balt, Bask, Belg, Brit, Deen, Kelt, Noor, Pool, Serf, Waal 5 Fries, Griek, Polak, Schot, Zweed 6 Kroaat, Tsjech 7 Bulgaar, Duitser, Hongaar, Roemeen, Servier, Slowaak, Vlaming,, Zwitser 8 Albanees, Fransman, IJslander, Italiaan, Litouwer, Monagask, 9 Andorrees, Cretenzer, Engelsman, Hollander, Portugees, Roemenir, Spanjaard 10 Macedoniër, Joegoslaaf, 11 Nederlander, Oostenrijker, Luxenburger 12 Scandinaviër 15 Liechtensteiner Europeaan, oude - Galliër,Kelt, Romein, Viking Europees automerk Audi, B.M.W., Citroën, Daf, Fiat, Lancia, Mercedes, M.G., Morris, Opel, Peugeot, Renault, Saab, Simca, Skoda, Volvo, Trabant, Triumf, V.W. Europees beroepssoldaat in het voormalig Indisch leger - koloniaal Europees conferentieoord - Genève, Stresa Europees gebergte - 4 Harz, Jura 5 Alpen, Eifel, Oeral, Tatra 6 Taunus 7 Sierra, Vogezen 8 Ardennen, Karpaten, Kaukasus 9 Apennijnen , Pyreneeën 10 Dolomieten 14 Pindus gebergte 19 Cantabrisch gebergte Europees Groothertogdom - Luxenburg Europees koninkrijk 6 België, Zweden 7 Holland, 8 Engeland 9 Nederland 10 Denemarken, Noorwegen Europees land 4 Eire, Erin 5 Polen, Wales 6 België, Italië, Monaco, Spanje, Zweden 7 Albanië, Andorra, Estland, Finland ,Ierland, Letland, Rusland 8 Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Litouwen, Portugal, Roemenië 9 Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Schotland 10 Brittannië, Denemarken 11 Griekenland, Joegoslavië 13 Liechtenstein 15 Tsjecho-Slowakije Europees landje - Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino Europees Meer, grootste - Ladogameer Europees orgaan EEG, Euratom, EKSG, WEU Europees prinsdom Liechtenstein, Monaco Europees schiereiland Calabrië, Iberië, Istrië, Italië, Jutland, Kassandra, Kola, Krim, Normandië, Peloponnesus, Scandinavië, Sithonia Europees verbond - EEG Europese berg - Elbroes, Jamantau, Maladetta, Mt.Blanc, Olympus Europese betalingsunie - EBU Europese bizon oeros, wisent Europese Defensie gemeenschap - EDG Europese dwergstaat - Andorra Europese Economische Gemeenschap EEG, Euromarkt Europese Economische Samenwerking, - Organisatie voor - OEES Europese eiland(en)groep - Balearen, Corsica, Engeland, Euröer,Gotland, Ierland, Lofoten, Malta, Oland, Sardinië, Sicilië Europese Gemeenschap voor Atoomenergie - Euratom Europese Gemeenschap voor kolen en staal - EGKS Europese handelsorganisatie - E.E.G., Euromarkt Europese havenstad Alicante, Amsterdam, Antwerpen, Archangelsk, Bergen, Bilbao, Bordeaux, Bremen, Brest, Gdansk, Genua, Gotenburg, Hamburg, Hammerfest, Helsinki, Kiel, Kopenhagen, Londen, Lűbeck, Malaga, Malmö, Marseille, Nantes, Odessa, Oslo, Reval, Rotterdam, Saloniki, Triest, Tromsö, Vlissingen Europese hoofdstad 4 Bern, Bonn, Oslo, Rome 5 Parijs, Praag, Sofia, Vaduz, Wenen 6 Athene, Berlijn, Dublin, Londen, Madrid, Monaco, Moskou, Tirana 7 Andorra, Brussel, Valetta 8 Belgrado, Helsinki, Lissabon, Warschau 9 Amsterdam, Boedapest, Boekarest, Luxemburg, Reijkjavik, San Marino, Stockholm 10 Kopenhagen Europese Kaap - Noordkaap Europese markt - E.E.G. Europese Monetaire overeenkomst - EMO Europese organisatie EEG, EVA, EGKS, Euratom, Euromarkt Europese organisatie voor ruimtevaart - ELDO, ESRO Europese raket organisatie - Estec Europese republiek – 5 Polen 6 Italië 7 Finland, Ierland 8 Frankrijk, Hongarije 9 Oostenrijk 11 Joegoslavië Europese rivier 2 Po 3 Don, Oka, Rijn 4 Arno, Duro, Ebro, Elbe, Kama, Maas, Saar, Taag 5 Desna, Dnepr, Donau, Dvina, Loire, Memel, Oeral, Rohne, Seine, Wolga 6 Dnestr, Donets, Glommen, Theems, Theiss 7 Garohne, Schelde 8 Petsjora, Weichsel Europese staat - 4 U.S.S.R. 5 Malta, Polen 6 België, Italië, Monaco, Turkije, IJsland, Zweden 7 Albanië, Andorra, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Rusland 8 Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Portugal, Roemenië 9 Duitsland, Gibraltar, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, San Marino, Schotland 10 Denemarken 11 Griekenland, Joegoslavië, Zwitserland 12 Vaticaanstad 13 Liechtenstein 15 Tsjecho-Slowakije Europese taal 4 Iers, Laps, Fins, Mari 5 Deens, Duits, Frans, Fries, Noors, Pools, Turks, Waals, Welsh 6 Abchaz, Engels, Grieks, Spaans, Zweeds 7 Armeens, Bretons, Estisch, Kalmijks, Kirgies, Litouws, Vlaams, Wogoels, IJslands 8 Albanees, Altaisch, Baskisch, Bulgaars, Gaelisch, Hongaars, Lettisch, Roemeens, Russisch, Servisch, Sloveens, Wotjaaks 9 Georgisch, Italiaans, Karelisch, Kroatisch, Oostjaaks, Portugees, Samojeeds 10 Nederlands, Tsjechisch 11 Mordwinisch Europese uil - oehoe Europese Vrijhandelsassociatie EVA, EFTA Europese vulkaan Etna, Stromboli, Vesuvius Europese wijk van Istanboel Pera Europese zeestraat - Bosporus, Kanaal, Sont Europide ras - blank, ras Europium - aardmetaal, Eu eutrofie - voedselrijkdom euvel fout, gebrek, kwaad, kwaal, mankement, misstand, ondeugd, snood, ziekte euveldaad - misdaad, wandaad eva boezelaar, schort evacuatie - ontruiming evacueren - ontruimen evaluatie koersberekening evalueren - schatten, taxeren evangelie Mattheus, Markus, Johannes, Lukas evangeliedienaar dominee, missionaris, predikant evangelieprediker apostel, missionaris, zendeling evangelieprediker Bonifatius, Ludger, Servatius, Willebrord evangelisatiegebouw - Pniël evangelieverkondiger zendeling evangelisatie bekering (tot het evangelie) evangeliesator – dominee, missionaris, prediker, zendeling evangelische raden armoede, gehoorzaamheid, (discipline) zuiverheid, (celibaat) evangelist – prediker, voorganger evangelisten Johannes, Lukas, (Lucas), Marcus (Markus), Mattheüs, Thomas evaporatie uitwaseming, verdamping evaporeren - uitdampen, uitwasemen, vervliegen evasie ontsnapping, ontwijking, uitvlucht, voorwendsel evasief - ontwijkend even deelbaar, eventjes, gelijk, ginds, hetzelfde, juist, kiet, kort(stondig), krek, moment(je), nauw(elljks), net, ogenblik (kelijk), pair, poosje, quitte, tel, zo even (roulette) pair even aanlopen - aanwippen even aantal paar even lang durend isochroon evenaar balans, equator, evennachtslijn, linie evenals - alsmede, alsook, benevens, eveneens, evenzo, gelijk, ook, quasi, tevens, zoals, zomede evenaren - egaleren, egaliseren, gelijken, opwegen even binnenwippen - aangaan, bezoeken eveneens almede, almee, alsmede, desgelijks, evenals, evengoed, evenzeer, gelijk, idem, item, insgelijk, ook, tevens, zowel evenement feit, gebeurtenis, gusar, onheil, voorval evengoed - evenzeer, evenzo evenhoevigen - Pecora evenhoevig zoogdier - alpaca, antiloop, bok, buffel, dromedaris, gazelle, geit, gems, giraf, giraffe, gnoe, hert, kameel, lama, nijlpaard, okapi, os, rendier, rund, schaap, steenbok, varken evening-dress - avondtoilet, gala, rok even in getal - paar evenknie - gelijke, partuur, wedergade evenlang durend - tautochroon evenmaat - harmonie, symmetrie, evenredigheid evenmatig evenredig, gelijk, gelijkmatig, harmonisch, proportioneel evenmatig deel van schaalverdeling graad, minuut evenmens almede, medemens, medebroer, medezuster, naaste evenmin - zomin evennaaste naaste, medemens evennachtslijn evenaar, equator, linie evenen - vlakmaken evenredig aequaal, evenmachtig, evenmatig, harmonisch, navenant, overeenstemmend, proportioneel evenredig aandeel - evenmaat, rata, rato, quota, quote, quotum evenredig deel als cijns - tiend evenredig maken - proportioneren evenredig winstaandeel - dividend evenredige vertegenwoordiging E.V. evenredigheid - advenant, avenant, gelang, gelijkheid, proportie, proportionaliteit, prorato, rate, rato eventjes - amper, effentjes, kort, ogenblikje, ternauwernood eventualiteit gebeurlijkheid, kans, mogelijkheid eventualiter - mogelijkerwijze eventueel - allengs, desnoods, ev., gebeurlijk, mogelijk, mogelijkerwijs, potentieel, soms, temee, temet, voorkomend, evenveel gelijk evenwel al, alevel, aleven, desondanks, doch, echter, euvel, evel, maar, niettemin, nochtans, toch, evenwicht balans, equiliber, equilibrium, stabiliteit, schaal, trim, wip evenwicht betreffend - statisch evenwicht uitdrukkend - statisch evenwichtig - gelijkmatig, harmonieus, normaal, rustig, stabiel evenwichtigheid - stabiliteit evenwichtskunstenaar - equilibrist, jongleerder, jongleur, koorddanser, voltigeur evenwichtskunsten doen - jongleren evenwichtsleer - stabilometrie, statica, statiek evenwichtsstaartvlak - (luchtv.) aileron evenwijdig - gelijklopend, overeenkomende, parallel, snood, vergelijkbaar evenwijdig vak - parallel evenwijdige loopgraaf - parallel evenwijdigheid - parallellie, parallellisme evenzeer aldus, alsmee, alzo, eveneens, evengoed, ook, tevens, zowel evenzeer niet - evenmin evenzo - alzo, eender, desgelijks, dito, evenals, eveneens, evengoed, evenwel, evenzeer, gelijk, hetzelfde, id., idem, insgelijks, item, it., netzo, ook, weten ever varken, zwijn evergreen - wintergroen (heideplant) everwortel - aardvederdistel , driedistel evident apert, duidelijk, helder, klaar, klaarblijkelijk, logisch, merkelijk, zonneklaar evidentie - duidelijkheid, klaarblijkelijkheid, onomstotelijk evocatie oproeping evocatief - beeldend, plastisch, suggestief evoceren oproepen evolueren - zwenken evolutie darwinisme, groei, ontwikkeling, wending, wording, zwenking evolutieleer - afstammingsleer evolutietheoreticus - Darwin ex - gewezen, uit, voorbij, voormalig ex aequo gelijkelijk ex eiland - Marken, Schokland, Urk, Wieringen ex keizerin Soraya ex koning Boris, Faroek, Michael, Peter, Umberto ex koningin van Spanje Ena ex tempore - onvoorbereid exact - correct, juist, nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt exaltatie geestvervoering, opgewondenheid, overspanning exalteren - verrukken examen ondervraging, onderzoek, proef, test examen afnemen - examineren examencommissie - jury examen missen afgaan, bakken, stralen, zakken examenondervraging - onderzoek examinandus kandidaat examinator - ondervrager exarch - metropoliet executeren uitvoeren executie - voltrekking, uitvoering executiemiddel - galg, guillotine, vuurpeloton exegese - Bijbelverklaring, uitlegkunde exegetisch uitlegkundig, uitleggend excavateur - grondgraafmachine excellent eminent, patent, prima, uitnemend, uitmuntend, voortreffelijk, uitstekend, voortreffelijk excellentie Exc., Minister exelleren - schitteren, uitblinken, uitmunten exemplaar druk, ex., stuk exemplaren ex. excentriek – buitenissig, grillig, ongewoon, raar, vreemd, zonderling exceptie uitzondering excerpt uittreksel exces buitensporigheid, uitspatting excessief - overmatig exchange wissel, handelsbeurs excisie - uitsnijding excitatie - aansporing, opwekking, opwinding, prikkeling exclamatie - schreeuw, uitroep exclusie chic, excl., uitsluiting, wering exclusief afgesloten, apart, bijzonder, bizonder, chic, elitair, kliekgeest, ongemeen, uitsluitend excommunicatie ban excrement - faecaliën, ontlasting, plezierreis, uitwerpsel excretie afscheiding, uitscheiding, uitweiding excursie - reis, uitstapje excuseer me - pardon excuseren - verontschuldigen excuus - smoes, uitvlucht, verontschuldiging, verweer, voorwendsel ex-divident - xd executabel - uitvoerbaar, vervolgbaar executeren - uitvoeren, voltrekken executie - uitvoering, voltrekking executiemiddel - galg, guillotine, vuurpeloton executiewerktuig - galg, guillotine, zwaard exegeet - bijbelverklaarder, uitlegger exegese - bijbelverklaring, uitleg, uitlegkunde,verklaring exegetisch - uitleggend, uitlegkundig, verklarend ex-eiland - Marken, Schokland, Urk, Walcheren, Wieringen exemplaar - afdruk, afschrift, ex., stuk exemplair - voorbeeldig exemplaren - exx. exempli causa - ec exempli gratia - eg exerceren oefenen exercitie oefening exercitieplein esplanade exercitieterm halt, mars, rechtsomkeert exercitieplein - esplanade exhalatie - uitwaseming ex-heerser - tsaar ex-heerser in Venetië- doge ex-heerser over Ethiopië - negus ex-heerser van Egypte - Nasser ex-heerser van Rusland - tsaar exhiberen - overleggen, uitstallen, vertonen exhibitie - tentoonstelling, vertoning exil verbanning exileren - overslaan, weglaten existentialist - Sartre existentie - bestaan, leven existentiefilosolie - existentialisme existeren bestaan ,(er)zijn exit - uitgang, uitweg exhortatie - aanmaning, opwekking ex-keizer van Abessinië - negus ex-keizer van Ethiopië - negus ex-keizerin - Soraya, tsarina ex-keizerin van Rusland - tsarina ex-koning - Boris, Faroek, Michaël, Peter, Umberto ex-koningin regentes - Emma ex-koningin van Nederland - Juliana, Wilhelmina ex-koningin van Spanje - Ena exodus uitgang, uittocht exoneratie - ontlasting, vrijwaring exorbitant - buitensporig, overdreven exorcisme - duivelbanning exorcist - duivelbezweerder exostosis - osteoma exotisch - buitenlands, uitheems, uitlandig, vreemd exotische danseres - Bajadère expander - trekveer expansie - uitzetting expediëren - uitsturen, verzenden, wegsturen expediteur - vervoerder, verzender expeditie - krijgstocht, verzending expeditiekantoor - messagerie, office expeditie van de Oost-Indische Compagnie - hongitocht experiëntie - ervaring, ondervinding experiment - probeersel, proef, proefneming experimenteel - proefondervindelijk ex-persbureau - Aneta expert deskundige, ingewijde, kenner, specialist, zaakkundige expiratie uitademing expireren sterven, uitademen, vervallen explicatie uitleg, uitlegging, verklaring expliceren - uiteenzetten, uitleggen exploderen detoneren, klappen, knallen, ontploffen, ploffen, uitbarsten, uiteenspringen exploitatie - ontginning, uitbarsting exploratie - indagatie, onderzoek exploreerder van de Himalaya - Sven Hedin explosie dreun, klap, knal, ontploffing, uitbarsting explosief - occlusief, ontplofbaar, tnt, uitbarstend explosieve stof - zie springstof explosieve verbranding - deflagratie exponent - vertegenwoordiger exponeren - blootleggen, blootstellen, uiteenzetten export uitvoer exportatie - uitzetting exporteren uitvoeren exposé - openlegging, overzicht, uiteenzetting exposeren showen, tentoonstellen expositie exhibitie, show, ontvouwing, tentoonstelling expositiegebouw - jaarbeurs, R.A.I., tentoonstellingsgebouw expositieruimte - stand expres moedwillig, opzettelijk, sneltrein ex-president van Amerika - Adams, Arthur, Buchanan, Buren van, Cleveland, Coolidge, Eisenhower, Fillmone, Garfield, Grant, Harding, Harrison, Hayes, Hoover, Jackson, Jefferson, Johnson, Kennedy, Lincoln, Madison, McKinley, Nixon, Pierce, Raylor, Rooseveld, Taft, Truman, Washington, Wilson expresse - ijlbode, boodschapper, spoedbestelling expresse betaald (telegr.) - xp (expres paye) expresse trein T.E.E. expressie - uitdrukking, uiting expressief (muz.) espressivo expressionistische schilder Cézanne, Gauguin, Klee, Kandinsky, Kokoschka , Marc, Munch expulsie - uitdrijving, uitzetting, verjaging exquis - uitgelezen, voortreffelijk ex-radio omroep in Indonesië - Niron ex-Russische keizerin - tsarina ex-Russische volksvertegenwoordiging - doema ex-Spaanse koningin - Ena extase opgetogenheid, verrukking, vervoering, vreugde, zinsverrukking, zinsvervoering extatische feestelijkheid - bacchanaal extensie - omvang, uitbreiding, uitgestrektheid exterieur buitenkant, uiterlijk, uitwendig extern - uitwendig, uitwonend, buitenwonend extinctie - doving, uitblussing extra - additief, bijkomend, bijzonder, buitengewoon, gift, ongemeen, onthaal, onverwacht, plus, supra, toe, uitermate extra aandelen - bonus/aandelen extra arbeid overuren, overwerk extra dik - dubbeldik extra dividend bonus extra heet gloeiend extra heet gemaakte vlam steekvlam extra heffing bijslag, toeslag extra inkomsten - bijverdiensten extra inspanning bij wedren - spurt extra les - bijles extra loon bonus, gratificatie, premie, toelage extra nummer additie, supplement, toegift extra partij barrage extra postzegel voor een treinbrief - treinzegel extra prijs - premie, toeslag extra speelkaart - joker extra toelage - gratificatie extra trein - voortrein extra uitkering bonus, gratificatie, meevaller, provisie, tantième, toegift, toelage, toeslag, winstaandeel extra voorraad - reserve extra voorraad kasgeld - kasreserve extra werk - overwerk extra woning - buitenhuis, vakantiehuis extraatje bonus, douceur, fooi, meevaller extraatje in geld - douceur extract afkooksel, aftreksel, eli, xer extr., excerpt, uittreksel extract met ether en spiritus - valeriaan extract van de lebmaag van kalveren - stremsel extract van mout - wort extract van pepermuntolie menthol extract van vingerhoedskruid - digitaline extraheren - trekken, uittrekken extrakt - aftreksel extraordinair - buitengemeen, buitengewoon extravagant - buitensporig extreem - bovenmatig, mateloos, uiterst extremist - doordrijver, heethoofd, radicaal, ultra extremiteit ledemaat, uiteinde, uiterste extrusie - uitdrijving, uitpersing exuberant - overstelpend, overvloedig Ezau Edom ezel – cretin (fig.), domkop, domoor, foulard, grauw, grauwtje, langoor, lomperd, muildier, onager, schildersstandaard, schraag, sufferd, sukkel, uilskuiken ezelachtig - debiel, dom, onnozel, stom, stompzinnig ezelachtig dier muilezel, onager, zebra ezelachtigheid - domheid, stomheid, stupiditeit ezeldrijver - hoeder ezeldrijver in Spanje - arriero ezelgiraffe okapi ezelsbrug - hulpmiddel ezelsgeluid - balken ezelskop - domkop ezelskopachtigen - sparganiaceeën ezelskruid - kattendoorn ezelsmelk - engbloem ezelsoor - kreuk, vouw, smeerwortel ezelsoren - midasoren ezelsvel perkament , trommelvel ezelsveulen domoor, stommeling ezelvereerders - asinaril