Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm Archived on Termhotel.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/ Puzzelwoordenboek: A • Puzzelwoordenboek: B • Puzzelwoordenboek: C • Puzzelwoordenboek: D Puzzelwoordenboek: E • Puzzelwoordenboek: F • Puzzelwoordenboek: G • Puzzelwoordenboek: H Puzzelwoordenboek: I • Puzzelwoordenboek: J • Puzzelwoordenboek: K • Puzzelwoordenboek: L Puzzelwoordenboek: M • Puzzelwoordenboek: N • Puzzelwoordenboek: O • Puzzelwoordenboek: P Puzzelwoordenboek: Q • Puzzelwoordenboek: R • Puzzelwoordenboek: S • Puzzelwoordenboek: T Puzzelwoordenboek: U • Puzzelwoordenboek: V • Puzzelwoordenboek: W • Puzzelwoordenboek: X Puzzelwoordenboek: Y • Puzzelwoordenboek: Z
pa - papa, va, vader pa - (Engels) dad, daddy pa of ma - ouder paadje - weggetje paaien - harpuizen, inpalmen, overhalen, paren, schieten, tevredenstellen, vieren, zoethouden paairijp - geslachtsrijp paaitijd - paartijd paal - balk, bint, boom(stam), broodje, grens, grenspaal, heipaal, keper, kolder, kolter, ovenpaal, perkoen, ket, sliet, spant, staak, stelt, totem paal aan het einde van een renbaan - honk paal in de stal hangende tussen twee paarden - lantierboom, latierboom paal met voettreden - stelt paal ter bescherming van dijkhellingen - perkoen paal tussen twee paarden - latierboom paal van een heistelling - leiboom paal voor het vastleggen van schepen - aanlegpaal, meerpaal paal voor stamsymbool - totempaal paal waaraan het vee graast - tuier paalheining - palissade, staketsel paalhoofd - golfbreker paalschans - palissaden, verschnsing paaltje - piket paalvast - standvastig, zeker paalwerk - espalier, estacade, hek, hekwerk, omheining, palissade, pilotage, spalier, staket(sel), steiger paalwerk om schepen aan te meren - ducdalf paalworm - scheepsworm, teredo paalzaad - fluweel, kweekgras, mosselzaad paan - fluweel, kweekgras, schaamrok paander broodkorf, korf, kraamgeschenk, mand paanderpontboog - tudorboog paap - spekdam paapje - barmsijsje, bremraap paaps – roomsgezind paar duo, dyas, enige, enkele, gespan, koppel, span, set, stel(letje), twee(tal), tweetal, twin, weinige paard - appelschimmel, arabier, bink, bit, bles, brandvos, draver, equus, genet, goudvos, hakkenei, hengst, hit, izabel, kavalje, ked, ket, kid, klepper, knol, merrie, moor, mustang, pegasus, pony, rossinant, roodvos, ros, rossinant, ruin, schimmel, telganger, veulen, vos paard (gew.) - peerd paardachtigen - equidae paardachtig zoogdier - asinus, (berg)zebra, dolichohippus, equus, ezel, heions, hippotigris, koelan, onager, paardezel, quagga, tarpan, zebra paardantilope - blauwbok paardantilopen - hippotraginae paard dat de telgang gaat - telganger paard dat een trekschuit trekt - ketser paard dat goed blijft staan - staander paard dat hard draaft - draver paard dat in een molen loopt - molenpaard paard dat te veel gras eet - grasbuik paard (oud) dat voor alles gebruikt wordt - duivelstoejager, knol, opstoter paard dat zich op stal verveelt - wever paard de riem aandoen - halsteren paard en rijtuig - equipage, gerij paard en wagen - equipage, gerij paard en wagen besturen - mennen paard in Amerika - mustang paard klein - neg, ponny paard met doorgezakte voeten - biervoeter paard met kol witte voeten en witte neus - sneb(be) paard met kortgeknipte oren en staart - mots paard met rijtuig - equipage, gerij, gespan paard met slurf - tapir paard of hond met afgesneden staart of oren - mots paard uit de Germaanse mythen - Sleipnir paard van Achilles Xanthus paard van Alexander de Grote - bucaphaal, bucefalas, Bucefalus paard van Castor en Pollux - cyllaros paard van de Heemskinderen - Beiaart paard van de Muzen - Pegasus paard van Don Quichot Rossinant paard van Neptunus - walrus, zeepaardje paard van Odin Sleipnir paard van Perseus Pegasus paard van Wodan (Odin) Sleipnir paard van zuiver ras - raspaard paardachtig dier - quagga paardachtig zoogdier - zebra paardachtige ezel - ezel, halfezel, paard, zebra paardachtigen - bergzebra, chapmanzebra, equidae, kiang, onager, przewalskipaard, tarpan paardantilope - hippotragus paardbalk - zoldering paardebalsem - watermunt paardebeenhouwer - modelslager paardebijters - anisoptera paardebit trens paardebit zonder stang - trens paardebloem - kettingbloem, molsla, molsalade, papenbloem, plimbol paardeboleet - paddestoel paardeboom - latierboom paardeboon - paardevijg, peulvrucht, tuinboon paardebron - hengstebron, hippocreen, wed paardebrood - roggebrood paardedekkleed - sjabrak paardedrek - mest paardedrinkplaats - wed paardegast - paardeknecht paardegebit - mondijzer paardegeluid - hinniken paardenafrichter - pikeur paardenbeenhouwer - paardenslager paardenbloem - taraxacum paardenbox - stal paardenbron (myth.) - hipposcrene paardendeken - sjabrak, schabrak paardendokter - dierenarts, paardenmeester, veearts paardendrinkplaats wed paarden en koeien - vee paardenfeest - paarden markt aardenfokker - rancher, ranchero paardenfokkerij renstal, stoeterij paarden geluid - briesen paardengordel - buikriem, singel paardengras - witbol paardenhaar - manen (Belgisch), roshaar, vulsel, vulstof paardenhaar als vulsel - crim paardehiel - bikkeltje, hielbeen, koot paardenhorzel - hoornaar, wesp paardehouweel - schoffelmachine paardejongen - staljongen paardekam - roskam paardenkastanje - aesculus paardenknecht – charton, groom, rijknecht paardenkenner - hippoloog paardenkennis - hippiatrie paardekol - paardeklinker paardenkoopman - maarschalk, paardengast (zn), stalknecht paardenkoopman - paardentuiser (gewestelijk) paardenkoper - maquinon paardenkracht p. k. paardekracht (Eng.) - hp paardekracht van een indicateur, vermogen - ipk paardekrachtuur - pkh paardenkundig - hippologisch paardenkutser - paardenkoper paardenleer - hippologie paardenlijn - teugel paardenmeester - paardendokter, veearts paardemolen - mallemolen paardenoot - okkernoot paarden en koeien - vee paardenommegang - ruiterprocessie paarden op, betrekking hebbend - hoppisch paardenplaats - paddock paardenplei - watermunt paardenploter - paardenkoper, paardenslachter paardenprosser - paardenbeul, paardenviller paardenracebaan in Engeland - Ascot, Epsom paardenras - Amerikaans, Frans, Fries, Hackney, Oldenburgs, Orlov, Shetander, Shire, paarderassen - Arabier, Ardenner, Boulognees, Breton, Clydesdaler, fjordenpaard, Hackney, Hanoveraan, Holsteiner, Jutlander, Oberlander, Oldenburger, Oostfries, Oostpruis, Percheron, Pinzgauer, Shire, Sleeswijker, Yorkshire, paardenrenbaan - hippodroom paardenrennen - harddraverij paardenriem - teugel paardenslee - ar paardensmid - hoefsmid paardensoldaat - huzaar paardenspel circus, hippodroom paardenspoor - hoefslag paardensport drafsport, draverij, polo, rensport, ruitersport paardenstaart - haardracht, hermoes, robol paardenstaartachtigen - esquisetales, esquisetineeën paardenstal - box paardenstoeterij - haras paardenstok - zweep paardentemmer - hippiarch paardentoom - leidsel, teugel paardentuig - arretikker, bellentuig, bit, halster, kopstuk, leidsel, teugel paardentuiser - paardenhandelaar paardenverblijf - box, stal paarden verwisselplaats relais paardenvlees - hortsik paardenvlieg - blindaas, brems, bremze, daas, horzel, paardemug, spinvlieg, steekvlieg, tabanus paardenvoer - brokken, gras, haver, hooi, knolraap, mais, paardenboon, peen, toerage, paardenvolk - cavalerie, ruiterij paardenwedren - harddraverij, omnium, paardenrace paardenwedren zonder berijders - corsa, corso paardenziekte balgziekte, beenspat, beenuitwas, bloedspat, bolspat, bos, cornage, droes, egelsvoet, halfbevangenheid, hazehak, hazenspat, herteziekte, hoefkanker, hooiziekte, horrelvoet, influenza, kankerpoot, keeldroes, kolder, maandagziekte, nagana, mok, mondklem, rattestaart, rechtstijvigheid, rotstraal, snot, spat, straalzweer, worg, wormziekte, zwilwrat paardenziekte in Afrika - nagawa paarderig - tochtig paarderoos - pioen paardesla - paardebloem paardeslee - ar paardesport - drafsport, polo paardesprong - croupade paardestaart - haardracht, hermoes, robot paardestalling (voor één paard) - box paardetoom - leidsel, teugel paardetuig - haam, halster, harnachement, teugel paardetuig (gewestelijk) - zeel paardevenkel - watervenkel paardevlees - hortsik paardevoer - foerage, gras, haver,hooi, maï s, paardeboon, peen paardevoet - boze, duivel, horrelvoet, satan paardewik - paardeboon paardezel - onager paardeziekte - hanetred, kol, lichtblindheid, mondklem, paardeziekte in de tropen - dourine, nagawa paardezoen - oorveeg paardhert - sambar paardkastanje - aesculus paardje - genet, hit, kedde, ket, pony, paardmens - centaur, centaurus, hippantroop, kentaur, monster, paardrift bronst paardrijder ruiter paardrijdster amazone paardsbloemen - zwartkoren paardtandmais - tend paarlemoer - nacre paarlemoer, heldergekleurd - paelboot paarlemoerkleurig nacaraat paarlemoermossel - meerslak paarlustig - hengstig, hitsig, krols, loops, wulps paars lila, pensée, purper, violet paarsachtig blauw pensée, kobalt paarsachtige kleur lila, mauve, violet paars bloeiende schorreplant lamsoor paarsgewijze binair, dubbel paarse verf - aniline paarse verfstof - dodekop paarsgewijze - binair, dubbel paarsige stol - lakmoes paarsige verfstof lakmoes paarskleurig - violet paarsrode verfstof purper paarsrood - lila, mauve, purper, violet paartijd - balts, bronsttijd paartje - stelletje paasbloem - madeliefje, sleutelbloem, (trompet)narcis paasbrood - matse paaseiland - Henua, Teapi, Waihoe paasfiguur - ei, haas, kip paaslelie - trompetnarcis paaslofzang - exsultet paassymbool ei, paashaas pace (sport) - gang, snelheid, vaart pacen (sport) gangmaken pacemaker - gangmaker, stimulator pacen - gangmaken, stimuleren pacer - telganger pachometer diktemeter pacht - huur, overeenkomst pacht in natura - tiend pachtboer - pachter pachtboerderij - bruikweer pachten - aalsteek, arenderen, huren pachter - bouwman, conductor, hoevenaar, farmer, huurder, locotaire, meier, pachtboer, zetboer pachterij - boerenbedrijf, pachthoeve pachthoeve neerhof pachyderm dikhuidige, lomp, ongevoelig pacificeren vredestichten pacifist Russell paco - lama pact accoord, afspraak, entente, handvest, overeenkomst, pakt, tractaat, traktaat, verbintenis, verbond, verdrag pad - baan, steeg, steg, straat, tra, weg pad voor wild wissel paddel peddel, riem, roeispaan, pagaai, parrei, padden - bufonidae paddenbrood - padde(n)stoel paddenhaai - zeeëngel paddenkruid - maanvaren paddensoort - bufo paddesteker - paddevilder, stekelbaars paddestoel - aardappelboleet, aardappelbovist, aardbuil, aardster, aardtong, aardzwam, agaricus, amaniet, amanita, amarillaria, amethystzwam, anijszwam, ascomyceet, berkenboleet, berkenzwam, beschampipnon, beukwortelzwam, biefstukzwam, bloemkoolzwam, boleet, boletus, botercollybia, bovist, broodjeszwam, buisjeszwam, bundelzwam, cantarel, champignon, collybia, coprinus, denappelboleet, dennenmoorder, dooierzwam, eekhoorntjesbrood, eettruffel, eikenkorstzwam, eikhaas, elfenbank, elfenschermpje, fluweelboleet, fluweelpootje, fomes, fopzwam, gaatjeszwam, geaster, geastrum, geweizwam, gistzwam, graanroest, granaatzwam, grasvezelkop, hanekam, harszwam, heimzwammetie, heksenboleet, helmzwam, hertetruffel, hertenzwam, honingzwam, huiszwam, hydnum, hypholoma, indigoboleet, inktzwam, judasoor, kastanjeboleet, kegelmorielje, keizerszwam, kingzwam, kluifjeszwam, knolamaniet, knoopzwam, knotszwam, koeienboleet, kopergroenzwam, koraalzwam, krulzoom, knolzwam, laccaria, lactarius, lepelzwam, lepotes, lycoperdon, meelkop, melkboleet, melkzwam, mellea, molenaar, morieltje, morille, nevelzwam, oesterzwam, oorlepelzwam, otidea, paddebrood, papegaaizwam, parasolzwam, parelamaniet, parelstuitzwam, pelota, peperbus, pepermelkzwam, pholiota, polyporus, populierenzwam, porcleinzwan, pythium, radijszwam, regenboogzwam, reuzenbovist, rhizina, ridderzwam, ringboleet, ringsteel, rodekoolzwam, roethoedje, rupsendoder, russula, satansboleet, satijnzwam, sneeuwzwam, spechtinktzwam, spoelvoet, spijkerzwam, stekelzwam, steltrilzwam, stereum, stermelkzwam, stinkzwam, stuifzwam, tolzwam, trechterzwam, truffel, varkensoortje, vingerhoedje, vliegenzwam, vuurzwam, waaiertje, weidekringzwam, winterhoutzwam, zadelzwam, zakjeszwam, zwavelkop, zwavelkopje, zwavelzwam, zwam, zijdevolvaria, paddestoelengift muscarine paddestoelen leer mycologie paddestoelenplek heksenkring paddy - Ier padjakker - deugniet, field, rekel pad langs het water - jaagpad, trekpad padoek - corail Padus - Po padvinder (boy)scout, kabouter, pionier, spoorzoeker, tweepoot, verkenner, voortrekker, waterpadvinder, welp, zeeverkenner, padvinderij - scouting padvindersbijeenkomst jamboree, koempoelan padvinderskamp - jamboree padvindersleider - hopman padvinders leidster akela padvindertje - welp padvindster - akela pad waaropmen rijdt - rijbaan paedagogie - opvoedkunde paedagoog - docent, leraar, onderwijzer, opvoedkundige paf - apatisch, bedremmeld, beduusd, benauwd, dik, klap, loom, lusteloos, onthutst, opgeblazen, opgezet, perplex, pof, slag, sprakeloos, verbaasd, verbijsterd, verbluft, versteld, zwaar, paffen - knallen, poefen, roken, schieten paffer - kestingroker, roker, schutter, sigaret, vingerhoedskruid pafferig - blasé, bol, dik, lusteloos, loom, opgeblazen, opgezet pafferik - revolver, vuurwapen paffig - opgeblazen pafzak dikkerd pagaai paddel, parrel, peddel, roeispaan, riem, schepriem, schoep, pagadder - guit, kwajongen, rekel, snaak pagadet - sierduif paganisme heidendom paganist - heiden paganistisch heidens, onchristelijk page - bruidsjonker, dagvlinder, dienaar, edelknaap, hofjonker, schildknaap, wapenknecht pagehaar - kalot pageintje - aardigheid, grapje pages - angstig, bang paggelen - knoeien, prutsen pagger - heg, heining, schutting pagina blad, bladzij (de), pag. pagineren - nummeren pagne - champagne pagode - afgodsbeeld, goudmunt, heiligdom, rekenmunt, stupa, tempel pagoscoop - gygrometer pagus - gouw paille - strogeel pajoeng, knop van een - pentol pajoeng, stok van een - garan paillegeel strogeel paillette lovertje, strootje pair - edelman pairschap - peerage pais vrede, vree pait - bitter, jenever pak bos, bundel, dracht, gespuis, greep, kostuum, laag, laagvracht, last, pakket, ris, rits, vracht, tros, vat, pak kostuum, dracht pak- of bindloon - emballage pak- of omslagpapier - kardoes pak ransel - priegel pak ransel slaan - beurs pak slaag - afdekking, aframmeling, afrossing, kotering, priegel, rammeling, ransel, ranseling pak slaag (Z.N.) - smering pakaan - greep, handvat, hengsel, leuning pakbaar - strafbaar pakdarm - endeldarm pakean - kostuum pakdier - ezel, paard pakdoek - luier pakezel lastdier pakhaai - zeeëngel pakharden - inzetten pakhuis barak, bergplaats, bewaarplaats, depot, entrepot, loods, magazijn, onderstuk, opslagplaats, pakzolder, silo, spijker, stapelplaats, veem pakhuis (Ind.) - goedang pakhuis (It.) - fondaco pakhuis van de zoutpakhuismeester - gabel pakhuis voor graan - silo Pakistaanse hasj - paak Pakistaanse munt - pais(a), rupee Pakistan, deel van - Pundjap Pakistan, hoofdstad van - Rawalpindi Pakistan, officiële taal in - Bengali, Urdu Pakistan, rivier in - Jhelum Pakistan, vlieghavn in - Karachi Pakistaner - Pakistani pakje - pakket pakje kleren bundel, bunsel pakjesdrager koelie, kruier, sjouwerman, witkiel pakkage - bagage, goed, reisgoed pakkeman - boeman, gendarme, veldwachter pakken – begrijpen, betrappen, boeien, bijeenvoegen, gevangennemen, grijpen, grissen, inpikken, knuffelen, nemen, omarmen, pikken, reiken, stelen, toeeigenen, vangen, vastgrijpen, vatten, wegnemen pakkend - treffend pakkendrager - sjouwerman, zakkendrager pakker - embaleur, sluitprop, stouwer, stuwadoor, stuwer pakkerd - knuffel, kus, omarming, omhelzing, zoen pakket - bundel, krat, pak pakketje - bundeltje pakkingsstof - lording pakkingstof - asbest, hennep, lathilith, leer, metalline, rubber, touwpluis, werk pakkist - krat pakknecht - emballeur pakkoopman - marskramer paklinnen pakdoek pakloper - pakkoopman pakmateriaal - kist, krat, vat, verpakking, zak pakruimte in schip ruim pak ransel - afranseling, afstraffing, priegel, rammel, slaag pak slaag - aframmeling, bastonnade, billekoek, borsteling, priegel, ransel pakspeld - bakerspeld pakt - traktaat paktouw - bindtouw pal - bestendig, hecht, juist, klamp, onbeweeglijk, onmiddellijk, onwrikbaar, pen, precies, stift,schrap, stevig, standvastig, star, stift, strak, stram, stijf, vast, vlak, vlakbij, volkomen pal pen, stift pal voor een schaafbeitel - peg paladium (scheik.) - pd paladijn beschermer, hofedelman, krijgsoverste, paleisheer, veldheer, voorstander, voorvechter paladijn van Karel de Grote - anceus, ingeller, Ogier, Olivier, Roeland paladijn van koning Arthur - Lancelot Palaeogeen - Nummuliticum Palaeogeen, deel van het - Eoceen, Oligoceen Palaeotypen - incunabelen, wiegedrukken Palaeozoïcum, deel van het - Cambrium, Carboon, Devoon, Ordovicium, Perm, Siluur Palaeozoïcum, diersort uit het - graftoliet, trilobiet palagoniet - basaltglas palank - palissade, schanspaal palankijn draagstoel palatalen - medeklinkers palatie (Zuidnederland) - paleersel, tooisel palatinaat - paltsgraafschap palatine - pels Palau-eilanden, een der - Angaur, Babelthuap palaver - bespreking, onderhandeling paleerder - versierder paleerpriem - haarnaald paleersel - tooi, versiering palei katrol, foltertuig paleis - bisschopswoning, gerechtsgebouw, koningshuis, palace, vorstenverblijf paleis (Ind.) - poeri paleis der Moorse koningen in Spanje - Alcazar, Alhambra paleis der Moorse koningen te Granada - Alhambra paleis en tuinen te Parijs - Tuilerien paleis in Apeldoorn Loo paleis in Den Haag - Noordeinde paleis in Florence Medici, Pandolfini, Pitti, Rucellai, Strozzi, Uffizi, Vecchio paleis in Frankrijk Elysée, Louvre, Luxembourg, Tuilerieën paleis in Indonesië - (ommuurd) kraton paleis in Italië Pitti, Quirinaal, Uffizi, paleis in Londen - Buckingham paleis in Madrid Escorial paleis in Moorse stijl - alcazar paleis in Moskou konak, Kremlin paleis in Parijs Louvre, Elysée paleis in Rome Lateraan, Quirinaal, Vatikaan paleis in Spanje Alcazar, Alhambra, Escorial , paleis in Venetië Dogenpaleis, Vendramin paleis in voormalig Oost-lndië - keraton, kraton paleis op Bali - Poeri paleis op de Balkan - Konak paleis te Moskou - Kremlin paleis van Bey van Tunis - Bardo paleis van de Franse president - Elysée paleis van de Paus Vaticaan paleis van de pauselijke nuntius - nuntiatuur paleis van een sultan - serail paleis van sultan of vorst in Indië - keraton, kraton paleis van Thor - Trudheim paleis van een Turkse vorst (sultan) serail paleisbanket amandelgebak paleisbediende - lakei paleistok - paleibalk paleis(je) bij Parijs - Trianon
palen - belenden, grenzen palen in de grond slaan heien palen van grenzen (voor akkers) - reinen palensleep - mallejan paleo arctisch gebied Europa, Eurazië, Noord Afrika paleo-Aziatisch volk - Gilyaten paleo doxie oud gelovigheid paleogene periode (geologie) Eoceen, Oligoceen, Paleoceen paleograaf Mabillon, Traube paleografie oud schriftkunde paleologie oudheidkunde paleontologische term (gids)fossiel paleontologische wetenschap paleobotanie, paleozoölogie paleotypen incunabelen, wiegendrukken paleologische periode (geologie) - Devoon, Siluur, Carboon, Cambrium, Ordovicium, Perm palering - tooi, versiering Palestina Israël, Kanaän Palestijnse kunststad - Dor palet – kaatsplankje, verfbord paletmes - tempermes paletot damesmantel palfrenier rijknecht, bij koetsier, koetsbediende palier - bordes palindroom - Anna, dood, lepel, maar (raam), maan (naam), neger (regen), naad (Daan), Otto, staan (naast), palimpsest - perkamentrol paling - (leb)aal, nebbeling paling met zwarte rug en witte buik - schieraal palingachtigen - aal, kongeraal, moeraal, slangaal, wormpaling, zeepaling paling van 1 kilo lebaal palingenese wedergeboorte palingfuik van wilgetenen - welie palingijzer aalschaar palingkorf - aalvuik palingnet - aalfuik palingpen speet palingplank - damplank palingschaar - aalgeer, aalspeet, aalvork, elger palingsteker - aalgeer palingtrek - descente, montée palingventer - aalboer palingvis - aal, anguilla, conger, kongeraal, moeraal, muraena palingvissen - apodes palingvormige zeevis - geep palingzeilen - elgeren palissade - estacade, omheining, palank palissaderen afsluiten, omheinen, versterken paljas bultzak, clown, dwaas, grapjas, grappenmaker, hansworst, harlekijn, joker, malloot, nar, pias, pierrot, potsenmaker, stro, strobed, strozak palladium pd Pallas - Minarva pallas - ruitersabel pallet - laadbord palliëren - bemantelen, vergoelijken, verzachten palm - areka, aren, nipa, scheelea palmbladeren - atap palm als teken van de overwinning - zegepalm palm der tropische gewesten - aren palmachristi - ricinus, wonderboom, wortelknol palmbladnerf - lidi palmblaren als dakbedekking - atap (Indonesisch) palmboom aren, areka, betel, buks, buksboom, buscus, dadelboom, gebang, klapper, klapperboom, kokospalm, koningspalm, lontar, lontarpalm, nipa, pinang, sagopalm palmboompje - buksboom palmengeslacht rotan palmenhuis - palmarium palmine kokosvet, plantenboter palmitine - glycerolester palmkool - palmiet palmmeel sago Palmpaas Palmzondag palmriet - bamboe, palmkool, rotan, waterplant palmrolmarter - paradoxurinae palmsap - toddy palmsoort - areka, aren(palm), dadelpalm, kokospalm, lontar, nipa, oliepalm, rotan, sabal, sagopalm, scheelea palmtak - erepalm, overwinningsteken palmvezel - bassine, palmhennep palmvezelstof - agel palmwijn - arak, aren, kwak, saguweer, toddy, toeak, toewak Palmyra - lontarpalm, Tadmor, vezelstof palmzaad - ivoriet pal of stram - star palpabel - tastbaar, voelbaar, zonneklaar palperen - bekloppen palpipatie aderslag, hartklopping, polsslag palster - pelgrimsstaf palt - stuk paltrok - houtzaagmolen, onderkruier paltsgraafschap - palatinaat palurk - proleet, prolurk palynologie - stuifmeelanalyse pamali - taboe pamflet blauwboekje, brochure, folder, hekelschrift, klaagschrift, laster (zn), libel, paskwil, schótschrift, smaadschrift, strooibiljet, vlugschrift pamfletschrijver - libellist, pamflettist pamflettist pamfletschrijver, libellist pamir, rivier in - Pandsj pampahaas mara pampagras cortaderia pampahaas - mara pampastruis - nandoe pampaswind - pampero pampus - kieljacht pan aker, bende, bosgod, chaos, duinvallei, herrie, keet, kookgerei, paniek, rommel, troep, warboel panacee - wondermiddel panache helmbos, pluimbos, vederbos Panama, provincie van - Chiriqui, Coclé, Colon, Darien, Herrera, Panama, Veraquas Panama, provinciale hoofdstad in - Chitré, Colon, David, Penonome, Santiago panamabast - houtzeep Panamese munt balboa Panappel - braadappel panaritium - fijt panas - pandjeshuis panatella - importsigaar panboor - trepaneerboor panboring - schedelboring pancarte - plakkaat, plakschrift pancratium - vuistkamp, worstelkamp pancreas alvleesklier, buikspeekselklier pand borg, galerij, huis, jachtnet, leen, onderpand, perceel waarborg, woning, zekerheid panda - bamboebeer, katbeer pandbeslag panding Pandàva - Arjuna, Bhima, Nakula, Sahadeva, Yudhisthira pandbeslag - panding pandbezitter - hypotheekhouder pandbloem - ganzebloem pandbrief - obligatie pandecten - verzameling pandeling schuldslaaf pandemie - volksziekte (algemeen) pandemonium - duivelenverblijf, lawaai, verwarring panden - belenen, verdelen pandgenot - antichresis pandhouder - pandbezitter, pander, pandnemer pandhuis - lombard, lomberd, lommerd pandhuishouder - lombaard, lombard panding - pandbeslag pandjeshuis bank van lening, lombard, lommerd, omejan, pandhuis, panas pandjesjas - billentikker, jacquet, slipjas, zwaluwstaart pandoer - gendarme, grensbewaker, kaartspel, politieman, wildebras, winstspel pandoerkaart - troefkaart pandtuin - pandhof paneel - beschot, deurvlak, luik, schakelbord, schot paneel voor luidspreker - klankbord paneelwerk - lambrizering paneelzager - dief, inbreker panegyriek - feestrede, lofdicht, lofrede panegyrist - lofredenaar panel - forum panen - kweek paneren - gratineren panfluit - syrinx panglima - aanvoerder, hoofd panharing - alvenaar, alvertje, moertje, nesteling paniek - angst, krach, ontsteltenis, radeloosheid, run, schrik, warboel paniekachtige bestorming - run, stormaanval, stormloop paniekerige rel - amok paniektoestand - chaos panier - hoepelrok, rijtuigje panikgras - vingergras panikkoren - hanepoot panisch - angstig panische schrik - paniek panharing - alvertje panicum - guineagras, pluim(gierst) panikgras - gierst, vingergras panikkoorn - hanepoot panlikker - klaploper, tafelschuimer panlijster - spreeuw panne - autopech, bandenpech, motorstoring, ongeval, oponthoud, pech, schade, storing, tegenslag pannekoek - appelpannekoek, bordje, flensje, hoed, koemest, meelkoek, pet (rond), sleutelbloem, spekpannekoek pannekoekje flensje pannekoekje (Russ.) - blini pannelap - smots pannelikker klaploper, tafelschuimer, vleier pannen, schalen enzovoort (als één geheel) - nest pannenbezetter - pannenstrijker pannenstrijker - beunhaas pannetje - borrel, vrijkaartje panoester - oesterbrood panopticum - wassenbeeldenspel panorama bellevue, uitzicht, vergezicht panorama van een plaats - toporama padschop - bats pansfluit syrinx, rietfluit, herdersfluit pansofie - alwijsheid pantalon broek pantalone - komediefiguur pantatypie - zinkografie panter - jaguar, luipaard panterachtig dier luipaard, pardel panterslang - python pantheon - eretempel pantje - lendendoekje pantocratie - alleenheerschappij pantoen (Maleis) - dichtvorm pantoffel - huisschoen, mocassin, muil, slipper, slof pantoffel van gekleurd leer - mocassin pantoffelbloem - calceolaria pantotfeldiertje - slipper pantoffeldiertjes - infusoriën pantoffelheld bangerd, lafaard pantoffelhout - krispel, kurk pantoffelhoutboom - kurkeik pantoffelparade - lounge pantoffelslak - slipper pantograaf tekenaap pantometer - hoekmeter pantomime gebarenspel pantomimefiguur - ukkel pantomimist - gebarenspeler pantry (Engels) - provisiekamer pantser borstharnas, borstkuras, harnas, kuras, maliënkolder pantserafweergeschut PAG. pantserbekleding harnas pantserdier - gordeldier pantseren - blinderen, versterken pantserhagedis - krokodil, zonosaura pantserhandschoen - handschoenverband pantserhart - pericarditis pantserhemd maliënkolder pantsering van een oorlogsschip – barbette pantserschip - dreadnought, monitor (kustverdediging) pantserstof - schildstof pantservoertuig - tank pantserwagen - tank panty - stepin panurgisch doortrapt, schelms pap - appelpap, bouillon, brij, griesmeelpap, meelkost, pudding, prut, pulp, puree, rijstebrij, rijstepap, vla, voedsel pap (Ind.) - boeboer pap van aardappelmeel - sterksel papa heit, pa, va, vader, pappie papaal - pauselijk papachtige massa - pulp papaïne - melksap papaja - meloenboom papaver -gouwe, heul, heulbol, kankerbloem, klaproos, kollebloem, koorn, koornheul, korenbloem, maankop, slaapbol papaverachtige plant - gouwe, heul, klaproos, maankop, laapbol papaveracee - corydalis, duivekervel, fumaria, glaucium, helmbloem, heulbol, holwortel, klaproos, maankop, ogenklaar, papaver, slaapbol papaverachtige bloem - gouwe apaverachtige plant heul, gouwe, klaproos, slaapbol, maankop papaverachtigen - papaveraceeën papaverfamilie - papaveraceae papaverine - alkaloïde papaverolie - maanolie papaverprodukt - heroïne papaverrood - ponceau papaverzuur - morfine papegaai – amazone, ara, arakonga, arare, beo, borstelpapegaai, bètè t,coco, jaka, kaka, kakepo, kaketoe, karakiri, kea, lori, lorre, nestorpapegaai, parkiet, parrel, roodneklori, kakatoe, rosé kaketoe, rosella, schubbenlori, spechtpapegaai, uilpapegaai papegaai gesnap - psittacisme papegaai in Afrika - jako papegaai in Nieuw Zeeland kea papegaaiduiker - zwemvogel papegaaien - napraten, psitaci papegaaienkruid - amarant papegaaiennaam lorre papegaaienziekte - ornithose, psittacosis papegaaischieten - vogelschieten papegaaisoort - kaketoe, lori papegaaitulp - parkiettulp papegaaivissen - lipvissen, scaridae papenbloem - paardebloem, papenkruld, papendom - geestelijkheid papenhoed - kardinaalsmuts, priesterhoed papenkwaad - veenwortel papenmuts - kardinaaismuts, papenkap, priestermuts, zwaluwstaart papenschoen - venusschoen paperassen - papieren paperclip papierklemmetje paperij - klerikalisme, papendom papeter - bangerd, lafaard papeterie - papierhandel papier - boek, charta, confetti papier bereid uit de papyrusplant - papyrus papier dat goed bewáard moet worden polis papier dat op damast gelijkt - damastpapier papier met waterlijntjes - vergé papier om doorslagen te maken - doorslagpapier, carbon papier van de belastingdienst - belastingbiljet papier van het grootste formaat - imperiaal papier van waarde akte, bankbiljet, bon, cheque, coupon, effect, polis, reçu, wissel papier voor aantekeningen klad papier, zeer dun - pelure papierbak - prullenbal papierbederver - knoeier papierbloem - strobloem, xeranthemum papierboom - papyrus papieren - paperassen, bescheiden, brieven, stukken papieren aan een snoer rijgen - liasseren papieren omslag - kaft papieren band - banderol, wikkel papieren belastingbandje banderol papieren geld - biljet papieren geld tijdens de Franse revolutie - assignaat papieren gietvorm - flan papieren huls met buskruit - kardoes papieren lantaarn - lampion papieren omslag van een gebonden boek - jacket papieren slaghoedje - amorce papieren telegraaflint - tape papierformaat adelaar, atlas, baal, carrế, bijkorf, colombia, colombier, duodecimo, folio, imperiaal, kroon, kwarto, mediaan, oblong, octaaf, octavo, oct, olifants, post, riem, royaal, schrijf papierformaat in België atlas, cavalier, Colombo, Jezus, propatria, raisin papiergeld - assignaat, bankbiljet, tientje papierhandel - papeterie papierklem - paperclip papierknijper - clip, gem, paperclip papiermaat baal, folio, riem papiermakerswerktuig - feriet papiermand - prullenbak, snippermand papiermes - briefopener, papiersnijder, plioir, vouwbeen papierplant – papyrus papier van waarde - cheque, coupon, effect, wissel papierriet - papyrus papiersnijder snijbeen, vouwbeen, vouwmes papiersnippers confetti papiersoort - albastpapier, asfaltpapier, bordpapier, briefpapier, bristolkarton, broompapier, doorslagpapier, drukpapier, fluweelpapier, glacépapier, glans, gompapier, goudronpapier, goudpapier, granietpapier, grondpapier, handpapier, irispapier, ivoorpapier, kaart, kardoespapier, kartonpapier, kastpapier, kladpapier, krantenpapier, oliepapier, perkament, royaal, rijstpapier, schrijfpapier, tekenpapier, typepapier, velijn papier voor versiering - crepe papierwaren papetrie, papeterie, paperassen papierwinkel papeterie papilachtig - papillair papildragend - papilleus papillionacee - aardakker, aardnoot, bezemkruid, boon, capucijner, christusdoorn, cicer, cytisus, erwt, galaga, genista, geweiboom, glycine, goudenregen, hazepootje, heggewikke, hokjespeul, honingklaver, hopklaver, indigobloem, judasboom, kattendoorn, keker, klacer, kroonkruid, laburnum, lathyrustuinboon, lens, linze, lotus, lupine, luzerne, malboon, ononis, pisum vicia, pronkboon, pronker, rolklaver, rubinia, sarradelle, sophora, trifolium, ulex rem, vogelwikke, wikke, zoethout papillair gezwel - papilloma papiniaanse pot - autoklaaf papisme pausdom, pausgezindheid papkerel zwakkeling Papoea-eilanden, een der - Missoöl, Salawati, Waigeo papomslag - catapiasma pappa - vader Pappataci-koorts - sandfly-fever pappeblaren - kaasjeskruid pappel - heemst, kaasjeskruid, peppel, populier pappel, witte - heemst papperig - brijachtig, pappig, week, zwak pappert - zuiplap pappig - penterig papyrusrol - opistograph paps - vader papsel - stijfsel papyrus - papierplant, papierriet papzak - dikkerd para bij, gedurende, langs, naast, parachutist, tegenover, voorbij para aminosalicylzuur PAS , paraaf handtekening , krul, pennentrek paraaf voor gezien - visum paraat bereid, dadelijk, gereed, klaar, ree, strijdvaardig vaardig, vlug, waakzaam parabel fabel, gelijkenis, leugen, vergelijking parabolische kegel - parabool paraboloïde, elliptische - helmvlak paraboloïde hyperbolische - zadelvlak parabool - kogelbaan parachute - valscherm parachuteren - droppen parachutespringer - para(chutist), valschermjager paracyaan - CN parade - defile, pronk, praal, schouw, troepenschouw, vertoon wapenschouw paradebed praalbed paradekleed staatsiekleed parademaker geurmaker, opschepper, praalhans, pronker paradepaard - glansnummer, pronkstuk paraderen opscheppen, pralen, pronken paradigma modelwoord, voorbeeld paradigmatisch voorbeeldig paradox wonderspreuk paradoxaal - gezocht, vreemd, wonderspreukig paradijs - Aaloe, dorado, Eden, eldorado, engelenbak, hemel, lusthof, lustoord, lustwarande, nirwana, oase, Utopia, walhalla, paradijsappel - ethrog, kolokwint, tomaat paradijsdeur lijkportaal paradijsfiguur Adam, Eva paradijshout aloë paradijskoren - grein paradijskorrels - kardamon paradijskostuum - bloot, naakt paradijsnimf - houri paradijsnoot - sapucaja paradijsraaf - katoendief, paradijsrivier Pison, Gihon, Tigris, Eufraat paradijsvogel- wimpeldrager paradijsvogels - paadiseidae paraferen - ondertekenen, waarmerken paraffine (natuurlijke) - bergtalk, vetaarde parafinnen - alkanen parafonie - bijtoon paragnose helderziendheid, gedachten lezen paragnost - helderziende paragnostisch verschijnsl - gedachtenlezen, helderziendheid paragraaf hoofdstuk, onderdeel, par. paragrafie - schrijfstoornis paragram - verandering, vervalsing Paraguay, departement in - Acuncion, Anambay, Boqueron, Caaguazu, Caazapa, Central, Concepcion, Guaira, Itapua, Misiones, Neembuco, Olimpo, Paraguari Paraguay, departementale hoofdstad van – Asuncion, Caacupé, Concepcion, Encarnacion, Gaazapa Hernandariu, Ipacarai, Olimpo, Paraguari, Pilar, Villarrica Paraguay, munt in - Guaranti Parahelium - asterium paraisseren - verschijnen paralalie - spraakstoornis parallax verschilzicht parallel evenwijdig, evenzijdig, gelijk, gelijklopend overeenkomende, overeenkomstig, vergelijkbaar parallellepipedum blok parallelogram, rechthoukig - rechthoek paralysie - beroerte, verlamming paralyseren ontzenuwen, verlammen paramedisch beroep - diëtist, logopedist, masseur, pedicure, tandarts parament - albe, amiet, corporale, kazuifel, palla Parana, hoofdstad van - Curitiba paranimf bruidsjonker parapet borstwering paraplu akkerwinde, bernagie, koepeldak, lenteklokje, plu, regenscherm, spuit paraplu, ouderwetse - besteedster parapsychologie - helderziendheid parasiet - aaltje, bloedzuiger, horzel, klaploper, luis, mijt, neet, profiteur, symbiost, tafelschuimer, teek, teke, uitvreter, vlo, woekerplant, worm, zwam parasiet, drager van een - gastheer, waardplant parasitaire kleine draadworm - bietenaaltje parasietplant - woekerplant parasietvlieg - tachininae parasietvogel - schreeuwvogel parasitaire kleine draadworm - bietenaaltje parasiteren - klaplopen, woekeren parasitisme - klaploperij parasitisme van vliegenlarven - myiases parasol - ombrelle, zonnescherm parasolmier - visitemier parasolzwam - lepiota parastaten - zijkolommen, zijpilaren paratroepen - parachutetroepen, parachutisten paravaan - otter paravent tochtscherm, kamerschut, windschut Parcen, een der (schikgodinnen) - Atropos, Clotho, Lachesis, Schikgodinnen parcimonie - gierigheid, karigheid, zuinigheid parcimonieus - gierig, vrekkig parcours circuit, piste, ronde, traject, wedstrijdbaan pardel - luipaard pardelkat - ocelot pardessus - overjas pardoes - halsoverkop, ineens, onverwachts, onvoorziens, opeens, plots, plotseling, zomaar pardon gena, genade, kwalijk, kwijtschelding, sorry, vergeving, vergiffenis pardonabel vergeeflijk, verschoonbaar parel bijou, dauwdruppel, glinsterend, juweel, kleinood, petillant, sieraad, tintelend, zweetdruppel parel als meisjesnaam - Margie parelend avo, bijenkorf, carré, folio, fonkelend, glinsterend, kroon, kwarto, oblong, petillant, post, tintelend parelmoer achtig nacré, nacriet parelduikster - ama parelend - fonkelend, glinsterend, petillant, tintelend parelglimmer - margariet, pyrosmalith parelgort - parelgerst parelgras - dronkgras, malica parelgruis - parelzaad parelhoen - pintade, poelepetaat, poule parelhoenders - numidae pareljuffer - perla parelkruid - parelzaad parelmoerachtig - nacré, nacriet parelmoermossel - meerslak parelspaat - ankerriet parelthee - joosjesthee parelvlieg - perlidae parelvormige blaasjes - parelen parelzaad - lithospernum, parelgruis, paren - bijeenvoegen, copuleren, huwen, koppelen, verenigen parenchym - grondweefsel parentage - familie, verwantschap parenthese - tussenzin pareren - afhouden, afschermen, afwenden, afweren, keren, opsmukken, schitteren, sieren, terugkaatsen, tooien parese - spierverlamming paresseuse - damesmutsje, kussen paret - gril, kuur, ongeval, pralerij, snoeverij paret(te)maker - druktemaker parfors - volstrekt parfum geur, odeur, reuk, reukstof parfummengsel (Arabisch) - Nedde par hasard toevallig parhelium - bijzon pari - gelijk, gok, pariteit, weddenschap paria - desperado, onaanraakbare, onreine, outcast, uitgestotene, verworpeling, verstoteling paria's (Japan) - eta pariëren - verwedden, wedden parighoevigen - artiodactyla paring - copulatie, koppeling paringsdaad - copulatie paringsdrift - bronst parisappel - twistappel pariskruid - eenbes paristisch insekt - luis pariteit gelijkheid, gelijkgerechtigheid, pari park - lustbos, plantage, plantsoen, siertuin, tuin, wandelplaats, warande parka - windjak park bij Scheveningen - Westbroekpark park in Afrika Krugerpark park in Amsterdam vondelpark, Oosterpark, park in Den Haag Zuiderpark park in Madrid Prado park in Parijs Tuilerieën park in Wenen - prater park in U.S.A. - Yellowstone parkachtige streek - waranda parkeergarage - parking, stalling parkeerhoes - autopyjama parkeerplaats P., parkeerhaven parkeertegel - fietsblok parkeerwacht - autobewaker parkeren - stallen, opstellen Parket - O.M., vloerbedekking parketlegger - parketteur parkhuisje paviljoen parkiet - palaeornis parkiettulp - papegaaitulp parlement S.G., kamer, rijksdag, volksvertegenwoordiging parlement van Bulgarije Sobranje parlement van Denemarken Folketing, Folkething parlement van Duitsland - Bundestag parlement van Finland Eduskunta, Rijksdag parlement van Ierland Dail parlement van Israël - Knesset, Knesseth parlement van Japan - Diet parlement van Liechtenstein - Landdag parlement van Man - Tynwald parlement van Nederland Staten Generaal parlement van Noord-lerland - Stormont parlement van Noorwegen Storting, Storthing parlement van Oost Duitsland - Volkskammer parlement van Oostenrijk - Herrenhaus parlement van Polen - Zejm parlement van Spanje Cortes parlement van de Verenigde Staten Congres parlement van West-Duitsland - Bundestag parlement van Zwitserland Bundesversammlung parlementair - beleefd, omzichtig parlementaire term - m.v.a. (memorie van antwoord) parlementen - babbelen, praten, snappen parlementeren - onderhandelen, redekavelen parlementsgebouw in Brussel Walstraat parlementsgebouw in Den Haag - Binnenhof parlementsgebouw in Washington - Capitool parlementsvacantie - reces parlesanten - raren, vloeken parlevinken - kadraaien, koeteren, praten, rederen parlevinker - kadraai, scharrelaar, scheepszoetelaar parloir - spreekkamer parmant - deftig, statig, trots parmantelijk - duidelijk,parmantig, stellig, zeker parmantig - adret, branie, deftig, fier, moedig, parmantelijk, prat, statig, trots, zelfbewust, zelfverzekerd, zeker parmantigheid fierheid, statigheid parnasbloem - dichtwer, vers parnaskruid - parnassia parnassijn (Israëlisch) - kerkmeester, kerkvoogd parochie kerkgemeente, gemeente, kerkdorp, karspel, kerspel, statie parochiehuis - gemeentehuis parodie - bespotting, nabootsing, omwerking, paskwil paroditische opera - buffa par(o)emiologie - spreekwoordenleer parologie - dwaling paroniem - stamverwant paroniemen - stamverwant parool - belofte, devies, erewoord, herkenningswoord, leus, leuze, lijfspreuk, motto, signaal, wachtwoord Paros, stad op - Nausa, Parikia parousie - komst, verschijning paroutis - bof parrel - paddel, pagaai schepriem Parry-eilanden, een der - Bathurst, Borden, Cornwallis, Melville Parsi’s, taal der - Gujatari part aandeel, brok, deel, derde, fragment, gedeelte, helft, kwantum, moot, partij, portie, quantum, segment, stuk, vierde (enz.) part bedrog, gril, list, poets, streek partageren - verdelen parten - (ver)delen parterre beneden, benedenverdieping, gelijkvloers, onder, schouwburgrang partiaal - partijdig pasticipatie - belang, deelneming participant - aandeelhouder, deelgenoot, deelhebber participatiestelsel winstdeling participium - deelwoord particulariseren - uiteenzetten, vertellen particulier - afzonderlijk, familiair, intiem, privé, privaat particuliere onderwijzer(es) - Gouvernant(e) particuliere vlootbezitter Onassis partieel - gedeeltelijk partikel bijwoord, deeltje, rededeel, voegwoord, voorzetsel partime - deeltijd partitie - indeling, partituur, verdeling partizaan - guerrillastrijder, helleveeg partizanenstrijd guerrilla, verzet partje - stukje partner dansgenoot, deelgenoot, genoot, maat, man, mededanser, vrouw, wederhelft medespeler partner van Ot Sien partner van Pim Mien partner van Snip Snap partus - baring, bevalling - partijdigheid, tweedracht, verdeeldheid part of moot – schijf part vis - moot party - instuif, ontvangst partij - aan(deel), gedeelte, feest, fractie, fuif, game, groep, hoeveelheid, instuif, kaveling, lading, massa, ontvangst, portie, verenigig, vracht partij in een rechtsgeding - dager, eiser, eiseres, gedaagde partij van verzet - oppositie partijblok in vertegenwoordiging - fractie partijdig - afhankelijk, eenzijdig, partiaal, vooringenomen partijdigheid - eenzijdigheid, partialiteit, vooringenomenheid partijen die oorlog voeren - belligerenten partijganger - partizaan partijke - kattestaart, lythrum partijkrant - orgaan partijleider - bons, bonze partij in een rechtsgeding - beklaagde, eiser, eiseres, gedaagde partijschap parure - opschik, tooi Parvati - Durga, Kali parvenu - opkomeling, oweeër, prol, snob Parijs modehuis Dior, Balmain, Patou Parijs museum in - Louvre Parijs rood ijzermenie Parijse straatrover - apache Parijse universiteit Sorbonne Parijse voorstad - Antony, Argenteuil, Asnières, Aubervilliers, Aul-sous-Bois, Bagneux, Bagnolet, Clicy, Créteil, Bondy, Colombes, Courbevoie, Drancy, Ivry, Meudon, Montrouge, Nanterre, Pantin, Puteaux, Sartrouville, Saint-Denis, Sarcelles, Sèvres, Suresnes, Versailles, Villejuif, Viscennes Parijse wijk – Bourse, Elysee, Gobelins, Louvre, Luxenbourg, Menilmontant, Montmartre, Opéra, Observatoire, Panthéon, Popincour,Reuily, Temple, pas - afpassen, bergengte, bergpad, doorgang, doortocht, engte, juist, kortgeleden, laatst(leden), nauwelijks, net, onlangs, paspoort, passage, recent, reisdocument, reispas, schrede, stap, tred (e), tree, voetstap, vrijbrief, vrijgeleide, waterpas, zojuist, zoëven, zojuist, zonet pas gebeurd – even, net, onlangs, recent, zoëven, zojuist pas geleden kortelings, onlangs, recent pas gemaakt nieuw pas gewijde neofiet, nieuwbekeerde pas gewijde priester neomist pas ontdtaan - nieuw pas soldaat recruut, rekruut, big pas student - feut pas voor mensen zonder nationaliteit - nansenpas Pasen - Pascha, Pesaah pasar (Ind.) markt, marktplaats pasbedacht - nieuw pasganger - hakkenei, telganger pasgang van een paard tel(gang) pasgebakken - vers pasgebeurd - daareven, kersvers, kortelings, kortgeleden, nauwelijks pasgeborene - baby, boorling, boreling, zuigeling pasgebrand - brandvers pasgehuwde - nupturiënt(e) pas gekocht - nieuw pasgetrouwde vrouw - bruid pas gewijd priester neomist pas, hooggelegen berg - col pashokje - paskamer pasigrafie - tekenschrift Pasja, gebied van een - pasjalik pasje - stapje paskwil grap, pamflet, parodie, pasquinade schotschrift, smaadschrift, spotternij, vlugschrift paskwillig - belachelijk, gek, mal, vreemd paslood - schietlood pasmunt – appoint, kleingeld, obolus, obool (Grieks), specie, wisselgeld paspoort - doorlaatbewijs, geleidebrief, identiteitsbewijs, ontslagbrief, pas, reisdocument, reispas, vrijgeleide paspoort van een schip zee pas paspop - mannequin pasquinade libel, paskwil, schotschrift, smaadschrift passaat - valwind passabel - draaglijk passacaglia - muziekstuk passage aanwijzing, doorgang, doortocht, doorvaart, overtocht, overvaart, pas, poort, teken, tunnel, weg, winkelgalerij passage in een toneelstuk - claus passagebureau - reisbureau passagegeld - vervoerloon, vracht passage in een toneelstuk - claus(e) passagier - forens, reiziger, slechtvalk passagier die niet betaalt lifter, verstekeling passagierder - zwierbol passagieren - uitgaan passagiersvalk - pelgrim passagiersverblijf - cabine, hut passagiersvliegtuig - liner, stratocruiser passament - garnering, passabel passant reiziger, terloops, voorbijganger passant (en) terloops passantenhuis - baaierd passato (Italiaans) - verleden passe - uitval passe poil - bies, boordsel passedroit - verongelijking passeerbaar - gepasseerd, passabel, redelijk, tamelijk passeerplaatje - centrumpunt passelijk redelijk, tamelijk passement - agrement, belegsel, boordsel, galon, tres passement van goud- of zilverdraad - bisette passement van wol - galon passementerie - boordsel, passement passementwever - boordselwever passen - (aan)meten, behoren, betamen, convenieren, horen, letten, lijken, meten, naaien, neggen, overeenstemmen, plaatsen, quadreren, schenken, schikken, voegen passen bij harmoniëren, overeenstemmen passen op bewaken passend aangegoten, adequaat, applicabel, behoorlijk, convenabel, behoorlijk, betamelijk, doelmatig, fair, gegoten, gelegen, genoegzaam, gepast, geschikt, juist, keurig, net, , sortabel, treffend passend bij de omstandigheden - toepasselijk passende makker - portuur passenteller - hodometer, pedometer, podometer, wegmeter, passe-partout - loper, lijst, perskaart, sleutel passer - circinus passer om cirkels te trekken - trekpasser passer om lijnen te trekken - trekpen passer voor kleine cirkels - oreillonpassertje passeren - afwijzen, doorgeven, doortrekken, gebeuren, geschieden, inhalen, overgaan, overslaan, overtrekken, transet, voorbijgaan, voorvallen passerplaatje - centrumpunt passe-temps - tijdverdrijf passie drift, hartstocht, lijden, verliefdheid passiebloem - passiflora passieboek - passionarium passief - berustend, decadent, gelaten, inactief, lijdelijk, lijdzaam, inactief, lijdend, lijdens, tekort passieve natuurbeginsel (Chinees) - yin passieweek - lijdensweek passiewerktuig - doornenkroon, gesel, hamer, ladder, lans, nijptang, speer passifloracee - passiebloem passionato (muziek) - hartstochtelijk passiva - lasten, schulden passieve natuurbeginsel (Chinees) - yin passiviteit - lijdelijkheid passiewerktuig - doornenkroon, gesel, hamer, ladder, lans, nijptang, speer Passionisten-congregatie - C.P. passus - schrede, zinsnede pasta - balsem, creme, deeg, smeersel, zalf pastei - paté pastei (Eng.) - pie pasteibakker - patissier pasteigebak - patisserie pasteitje - kroket, paté, sat- pastel - kleurkrijt, kleurstift, tekenstift, weda pastelinkt - waterinkt pastelkuip - wedekuip pastella - podometer pastelschilder - pastellist pasteltint - geel pasten - afgietsels pasteus - deegachtig, vettig, week pasticheren - nabootsen, volgen pastille - tablet pastinaak - pinksternakel pastoor - biechtvader, cure, herder, priester, zeemeeuw, zielenherder pastoor van een kathedraal plebaan pastoor der parochie - heeroom pastoorschap - pastoraat pastoorshemd - melkvel pastor - herder, hoeder, predikant pastoraal - herderlijk, landelijk, zielverzorgend pastoraat - pastoorschap, domineeschap, predikantschap pastorale Granida (Hooft), Leeuwendalers (Vondel), gedicht, herdersspel, herderslied pastoralia pastoriegoederen, pastoorszaken, predikantszaken pastorie - weem, weme pastoriegoederen - pastoralia pastij - paté pas voorgevallen - recent pasvorm - coupe, model, snede, snit pasvormwerker - bankwerker pas(te) - stade pat schaakterm, schouderstuk, remise pataat - wortelknol Patagoniërs - Chuelche, Tehuelche, Thoneca Patagonische eilanden, een der - Chatham, Navarino, Staten-eiland, Vuurland patakon - scheefbloem patat - aardappel, frites, patatgroeze - aardappelloof patattebloem - aardappelmeel paté - pastei, verflaag (schilderij) patee - leverpastei, wildpastei pateeke - gebakje pateel - hostieschotel patella - knieschijf, offerschotel patena - ouwelschotel patent akte, eminent, evident, excellent, gezond, klaar, licensie, licentie, machtig, octrooi, opperbest, prima, probaat, puik, uitmuntend, uitstekend, vergunning, voortreffelijk patent geven - patenteren patent uitreiken of verlenen - patenteren patenthout – houtdeeg, houtsurrogaat pater geestelijke, kloosterling, ordegeestelijke, padre, priester, vader pater familias huisvader paternalisme bevoogding paterniteit - vaderschap paternoster handboeien, rozenkrans, paternosterboom - zedrak paterskap - monnikskap pathetisch - patetico pathologie ziektekunde, ziektenleer pathologisch - ziekelijk pathologische gespletenheid - schizofrenie pathos bezieling, (gemoeds )aandoening, gezwollenheid, hartstocht, hartstochtelijkheid, hoogdravendheid, stemming, vuur patiënt - kranke, lijder, zieke patiëntie geduld patig - ridderzuring patina - schotel patineerder - meubelspuiter patio binnenplaats, binnenhof patissier - banketbakker patjakker - deugniet, fielt, ploert, schurk, schelm, smeerlap patjol - hak patois - dialect, volkstaal patos - gezwollenheid, hartstochtelijkheid, stemming patres, ad-gaan - overlijden patria vaderland patriarch aartsvader, stamvader patriarch van een Koptische kerk - Aboena patrijs - stempel, veldhoen patrijshond pointer, setter patrijspoort - kajuitsraampje, scheepsraam patrijsvalk - havik patriot vaderlander patriottisch vaderlands patristiek - wijsbegeerte patrocinatie - bescherming, verdediging patronaat - bescherming patroneren - begunstigen, behoeden, beschermen patrones Anna, beschermvrouwe, vrouw patrones van de gehuwde vrouw - Anna patrones van de kerkmuziek - Cecilia patrones van Parijs - Genoveva patronymicum - persoonsnaam patroon - baas, beschermer, beschermheer, beschermheilige, bevorderaar, chef, dessin, granaat, kogel, koker, mal, meester, model, ondernemer, ontwerp, projectiel, schema, staal, stramien, tekening, voorbeeld, verdediger, vorm, schutsheilige, werkgever patroon in stof - dessin patroon van het bisdom Haarlem - Bavo patroonschap - patronaat patroontas - giberne patrouille verkenning, wachtronde patrouIlletocht ronde patrijs - stempel (voor een matrijs), veldhoen patrijs, soort - frankolijn, roelroel patrijshond - jachthond, pointer, setter, spaniel, spiljoen, spion patrijskruid - teunisbloem patrijzennet - tirag patrjspoort - spion patrijsvalk - havik pats bons, dreun, klap, kletslel, mep, pets, slag, tik patsen - gooien, smijten patser - dikdoener, doordraaier, druktemaker, losbol, opschepper, ploert, poen, prol, pooier, smeerlap, schoft, schurk, souteneur, smeerlap patijnen - patineren pats op het oor - oorveeg pauk - keteltrom, (ruit)trom, trommel, pauken - keteltrommen, timpani paukslager - paukenist, pauker paumele - scharnier pauper arme, behoeftige, bezitloze, sloeber, zwerver pauper worden - pauperiseren pauropoda - weinigpotigen paus P., kerkvader, kerkvoogd, kerkvorst, papa, pontifex pausa - rustteken pausaanbidding - papolatrie pausdom papisme pauselijk - papaal, pontificaal pauselijk besluit - interdict, interdictie pauselijk college - vicariaat pauselijk gezant ablegaat, legaat, (inter)nuntius pauselijk gezinde - ultramontaan pauselijk hof curie pauselijk kardinaalkamerheer - camerlengo pauselijk leerstuk encycliek pauselijk paleis Lateraan, Vaticaan pauselijk schrijven - breve, encycliek, motu, proprio pauselijk soldaat - zouaaf pauselijk verblijf Vaticaan pauselijk verbod interdict, interdictie pauselijk vrijwilliger zouaaf, zoeaaf pauselijke afgezant - oblegaat pauselijke ambassadeur - nuntius pauselijke ambtenaar die beneficiën verleent - datarie pauselijke brief bul pauselijke driekroon tiaar, tiara pauselijke gevolmachtigde - legaat pauselijke gezant Nuntius, Internuntius pauselijke hofgeestelijke - prelaat pauselijke inkomsten - annaten pauselijke kleur - geel, wit pauselijke kroon - tiara pauselijke kruisstaf - ferula pauselijke onderscheiding - Christusorde, Gregoriusorde, Piusorde, Silvesterorde pauselijke rechtbank - rota pauselijke regering - apostolaat, curie pauselijke schatmeester camerlengo pauselijke soldaat - zouaaf pauselijke staat Vaticaan pauselijke staf ferula pauselijke stoel cathedra pauselijke vertegenwoordiger - internuntius pauselijke waardigheid pontificaat, opperpriesterschap pauselijke zendbrief - encycliek pausennaam - Adeodaus, Adrianus, Agatho, Agapitus, Albertus, Alexander, Anastasius, Anavletus, Anicetus, Anterus, Benedictus, Bonifatius, Cajus, Callistus, Celestinus, Clemens, Conon, Coeletinus, Constantius, Cornelius, Christiphorus, Damasus, Deusdedit, Dianysius, Dioscorus, Donus, Eleutherius, Eugenius, Eulalius, Eusebius, Eutychianus, Evaristus, Fabianus, Felix, Formosus, Gelasius, Gregorius, Hadrianus, Hilarius, Hippolytus, Hormisdas, Honorius, Hyginus, Innocentius, Julius, Johannes, lando, Laurentius, Leo, Libarius, Linus, Luius, Marcellinus, Marcellus, Marcus, Martinus, Melchiades, Nicolaus, Novatianus, Paschalis, Paulus, Pelagius, Petrus, Philippus, Pius, Plus, Pontianus, Romanus, Sabinianus, Sergius, Severinus, Silverius, Silvester, Simplicius, Siricius, Sisinnius, Sixtus, Soter, Stephanus, Symmachus, Telesphorus, Theodorik, Theodorus, Urbanus, Ursinus, Valentinus, Victor, Vigilius, Vitalianus, Zacharius, Zephyrinus, Zosimus pausgezinde papist pausgezindheid - papisme paustitel - primaat paus zijn - pontificaat pauw - horzel, siervogel pauwebord - waaierbord pauweweefsel - pauwoog pauwgans - rotgans pauze entracte, intermezzo, onderbreking, rust, rustpoos, rusttijd, rustuur, schoft, stilstand, tacet (muz.), verpozing pauze tussen twee bedrijven - entracte pauzeren - onderbreken, pozen, rusten pauzeren om te eten - schaften pauzeteken sela(h) pavane dans paviljoen bijgebouw, buitencafe, kiosk, lusthuis, parkhuisje pax vrede peccabel - zondig pech panne, storing, mankement, oponthoud, storing, strop, tegenslag, tegenspoed, tegenvaller pech aan schepen - averij pech met een auto - panne pechvogel ongeluksvogel, schlemiel pecunia - geld, vermogen pecuniair financieel, geldelijk ped step pedaal hefboom, trapper, voetklavier pedaal van een orgel - voetbas pedagogie - opvoedkunde pedagogisch - opvoedkndig pedagogisch vormen opleiden pedagoog docent, leraar, onderwijzer, opvoeder, opvoedkundige, Comenius, Decroly, Fr�bel, Ligthart, Montessori, Pestalozzi, Rousseau, pedagogie opvoedkunde, opvoedingskunst pedagogisch opvoedkundig pedagoog opvoedkundige, opvoeder pedagoog Pestalozzi, Montessorie, Fröbel, Rousseau, Ligthart, Comenius, Decroly pedant arrogant, frikkig, ingebeeld, kwasterig, laatdunkend, minachtend, onderwijzer, opgeblazen, schoolmeesterig, schoolvos, verwaand, waanwijs, waanwijze, wijsneus, wijsneuzig pedanterie verwaandheid, waanwijsheid, schoolvosserij peddel riem, roeispaan, pagaai, paddel peddelaar fietser, roeier, wielrijder peddelen - fietsen peddelen in een vaartuig kanoën pedel bediende, bode, stafdrager pediater kinderarts pedicure voetverzorger, voetverzorging pedigree - stamboom pedologie bodemkunde pedometer - hodometer, schredenteller pee biet, wortel peen biet, kroot, wortel peenloof - wortelgroen peer - fruit, hoofd, vader peervormig - piriform pees - gierigaard, koord, ligament, peem, snaar, snoer, spier, spiereinde, vrek, zeen, zenuw peesdoorsnijding - tenotomie peesknoop ganglion peesontsteking - tendinitis peesvormig ijzer in een klok - klepel peet - doopgetuige, peter, meter, peetoom, peetvader, tante, peetmoei - commère peetoom peet, peter peetoom (Spaans) - padrino peettante meter peetvader - peet, peter peeuwen - klagen, zeuren peezuigen - klaplopen, profiteren peg keg, pen, pin, spie, wig pegel gulden, hoogtemerk, ijskegel pegelaar - gierihaard, vrek pegelen - merken, ijken pegelstok - peilstok, ijkstok pegulanten - duiten peiger - kapot peigeren - doodgaan, overlijden, sterven peignoir chamberloek, duster, gewaad, huis, huisgewaad, kamerjas, kimono, negligé, ochtend japon, merkstreep, ochtendjas, sjamberloek peil - gehalte, graad, hoogte(merk), hoogtepunt, maatstaf, merk, niveau, pin, po, waterspiegel, waterstand, zeespiegel peil van kennis - niveau peilballon - sondeerballon peilen – afdiepen, doorgronden, loden, meten naspeuren, onderzoeken, raaien, sonderen peilen op de rivier raaien peiling - loding peilinstallatie - radar peilinstrument - radar, sonar peillat - peilstok peillood dieplood, dieptemeter, handlood, lat(h)ometer, meetlood, schietlood, sonde, zeemeter, zinklood peilmerk in maatkan pegel peilnaald - specillum peilstift sonde peilstok meetstok, peillat, polsstok, roeistok peil van positie - graad peil van water - hoogte peinzen - broeden, denken, dromen, mediteren, mijmeren, nadenken, overdenken, piekeren, prakkiseren, suffen, zinnen peinzend mijmerend, nadenkend, pensief peinzer - denker, filosoof, mijmeraar peisteven - voederen, weiden peizen - denken, piekeren pek - asfalt, pik, teer pekblende - uraniet pekel brem, brijn, zeewater, zoutwater pekelachtig - zilt, zoutachtig pekelbron - zoutbron pekelen inzouten, inmaken, inleggen, zouten pekelwater - brijn peken - pimpelen, zuipen pekkool - gagaat pekpleister - dropax pekvat - teerton pel bast, bolster, dop, huid, schaal, schil(fer), spat, vlak, vlies pelagische fauna - diepzeedieren pelargonium - geranium pelder baarkleed, lijkkleed, lijkwaad, wade pêle mêle - dooreen, fotoraam, mengelmoes, overhoop, wanorde, warboel pelen - epileren, ontharen, pellen pelerine - kraagmantel, pelgrimskleed, schoudermanteltje pelgrim bedevaartganger, passagiersvalk pelgrim die naar Mekka is geweest - Hadji, Hadzji pelgrimage bedevaart pelgrimsgewaad paltrok pelgrimsheilige - Franciscus pelgrimskleed - paltrok, pelerine, pelgrimsgewaad, pelgrimsmantel, pelgrimsrok pelgrimsoord bedevaartsoord; zie aldaar pelgrimsoord van hindoes - Gangadvara, Hardwar pelgrimsrok paltrok pelgrimsstaf bourdon, palster pelgrimstocht bedevaart, pelgrimage, Hadj pelikaan - kropgans, tandartstang pelikaanachtige vogel aalscholver, schollevaar pelikaanachtigen - peticanidae pelita - nachtlampje pellen - afbikken, doppen, schillen peller - pelmolenaar pelmolenaar - gorter, grutter, peller pelleterie bontwerk, bontwinkel, pelswerk pelleterie peluw bolster, kussen Peloponnesus - Morea peloton - troep pels bontjas, dierenhuid, vacht pels van de moerasbever - nutria pels van de stinkmarter - nerts pels van visotter - nerts pelsbij - metselbij pelsdier - bever, bisam(rat), karakoel, konijn, mink, nerts, otter, zilvervos pelser - sardien pelsjager - trapper, wildstroper pelsjas bontjas pelskraag - rataline pelsrob - zeebeer pelssoort - astrakan, hermelijn, iltis, konijn, loutre, mink, nerts, ocelot, persianer, petitgris, sabel, seal, sealskin, sabelbont, veulen, wasbeerbont, yemen, zeebeer pelsvreters - mallophaga pelswerk bont pelswerker - bontwerker pelterij bontwerk, pelleterie peluw - bolster, bulster, kussen, hoofdkussen, hoofdmatras, onderkussen pelvimeter - bekkenpasse pelvis - bekken pen balpen, bout, breinaald, ganzenpen, knijper, nagel, pin, pal, schacht, slagveer, spie speet, staaf, stift, veder, vederschacht, veder, vederschacht, veer, vulpen pen in palingrokerij - speet pen met palingen speet pen om spil vast te zetten pal pen tegen wagen rad lens, luns pen voor het spannen der snaren - keil, keiltje, wartel pen voor tekenen van notenbalken - rastraal penale wetten - strafwetten penaliteit - straf (bepaling), strafbaarheid, strafwetgeving penalty strafschop penaltygebied - strafschopgebied penant - muurdam, muurvak, muurvlakte, steunpilaar, trumeau penantspiegel - trumeau penanttafeltje console penarie angst, behoefte, benauwd, benauwdheid, ellende, gebrek, geldnood, geldverlegenheid, nood, perikel, rats, trammelant, verlegenheid Penaten huisgoden pendag - wachtdag (ziekengeld) pendam - schutdam pendant - oorhanger, tegenhanger, tegenstuk pendel - hanglamp, slinger pendelen - forenzen pendule pronkklok, slingerklok, slingeruurwerk pene boete, straf Penelope's gemaal Odysseus penen - wortelen, wortels penetrabiliteit - poreusheid penetrant doordringend, indringend, scherp penetreren - doordringen, doorgronden, doortrekken, drenken, uitvorsen penhoren - torenslak penibel hachelijk, lastig, moeilijk, netelig, precair, pijnlijk, smartelijk penicilline - antibiotica peninsula - schiereiland penis - fallus, roede penitent boeteling, biechteling penitentie boete, boetedoening, straf, bezoeking pennen - inrijgen, persen, ringen, schrijven pennenaam - pseudoniem, schuilnaam pennenkunst kalligrafie, schoonschrijfkunst pennenlikker - klerk pennemes - knipmes pennennaam - pseudoniem pennenstreek haal, lus pennestreek achter een handtekening - paraaf pennenstrijd - controverse, polemiek, twistgeschrijf pennestrijd voeren - polemiseren pennestrijdvoerder - polemist pennentrek krul, paraaf pennenvrucht boek, geschrift, opstel, roman pennenwisser - inktlap penner - schrijver pennetje stift pennetje in een tol - taats pennetje in houten nagel - deutel pennetje met kop - punaise, speld pennetrek - haal, krul, paraaf pennevoerder - secretaris pennevrucht - boek, gedichtenbundel, geschrift, opstel, roman, verhaal pennewisser - inktlap penniform - vedervormig penning - besant, bras, gedenkpenning, geldstuk, legpenning, medaille, munt, muntstuk, negotie, spaarpenning, penning met twee koppen of busten - bajoire penningkenner - numismaticus penningkruid - judaskruid penningkunde numismatiek penningkundige - numismaticus penningmeester afschuimer, fiscus, geldbeheerder, kwestor, questor, thesaurier, trezorier pennist - schrijver pen om een spil vast te zetten - pal penningplaat plak, plaket pens - koeienmaag pensee - paars, viooltje penseel - kwast, penicillum penseelaapjes - oeistiti penseelschrijver letterschilder penseelstreek - touche, toets penselen - schilderen Pennsylvanië, gebergte in - Alleghanies Pennsylvanië, hoofdstad van - Harrisburg penny d., pence' pennyweight - d.w.t. penopening - glip penose onderwereld pens - buik, koeienmaag, lichaam, rumen penseel - kwast penseelaapjes - oeistitie penselen - schilderen pensief mijmerend, nadenkend, peinzend pensioen - ambtsrust, jaargeld, uitkering, wedde pensioen geven - pensionneren pensioen uitkering A.O.W. pension - kostgeld, kostuis, logement pensionaat - gevangenis, kostschool pensiongeld - kostgld pensjager stroper pensum strafwerk, taak penszak dikbuik, vreetzak penta - vijf pentaëder vijfvlak (regelmatig) pentagonaal vijfhoekig pentagoon vijfhoek pentagram - stervijfhoek pentastoma tongvorm, linguatita Pentateuch Exodus, Numeri, Genesis, Leviticus, Deuteronomium pentatlon - vijfkamp penter - talie penterig - pappig penterschouw - polster pentosaan - mannen, xylan pentose ribose, xylose penvoerder - secreataris penwortel - bout, hartwortel, naald, pin, spie pep - branie, lef, pit, vuur pepel - vlinder peper - pimento peper, bestanddeel van - chavicine, piperi(di)ne peperachtige slingerplant - betel peperboom - garoeboon peperboompje- daphne peperhuisje - puntzak pepermunt menthol peperen - kruiden pepereter - toekan peperig - duur, prijzig peper in azijn ingemaakt - peperoni Peperkust - iberia pepermuntlikeur - menthe Pepermuntolie - menthol pepernoot - kruidnoot peperplant - betel pepersoort piment, pimento peperstruik - kava, kawa pepervogel - toekan pepervreter - kirima, toekan, toko pepervuur - springvuur peperwortel lepelblad, mieriks(wortel) pepite goudklomp peplis - waterpostelein pepmiddelen amfetamine, cocaïne, dexedrine, heroïne, pervitine peppel - abeel, esp, populier, ratelaar peppil - preludine pepsine maagferment per bij door, in, met, middels, via per abuis abusievelijk per accident toevallig per acquit betaald, voldaan per adres p.a. per cassa contant per dag daags, dagelijks per duizend promille per duizendste uitgedrukt gedeelte - promillage per expresse spoed, p.e. per giro betalen gireren, storten per honderd percent, procent per honderdste uitgedrukt gedeelte - percentage per jaar annuel, jaarlijks per maand maandelijks, mensueel per omgaande p.o. per persoon p.p. per schip reizen - varen per se beslist, stellig, noodzakelijk per spoor reizen - sporen per stuk ad., p. st., à per telefoon spreken telefoneren per telegraaf berichten seinen, telegraferen per toeval accidenteel, toevallig per tren reizen - sporen per verzoekschrift - requestreren per week wekelijks perceel - belending, deel, kavel, kaveling, pand, stuk percent pct., procent percentage edele metalen in alliages - allooi percentage van de rente rentevoet, rentestandaard percentsgewijs percentage van de sterfgevallen - letaliteit, mortaliteit, sterftecijfer honorarium royalty perceptie inning, ontvangst percipiëren - vatten percoleren - filteren percussie slag, stoot, botsing percussiedopje slaghoedje perditie - verdoemenis pereboom - pirus perelaar - perenboom peremptoir afdoend, beslissend, vernietigend perenboom - parelaar perenras - Bergamot, Beurré, Catillac, Charneux, Conference, Durondeau, Hardy, Legipont, Lucas, Wijnpeer perfect - af, al, corrsct, foutloos, gaaf, geheel, keurig, ongeschondnl volkomen, volmaakt, uitmuntend, uitnemend, uitstekend perfectum perf. perfektie volmaaktheid, voortreffelijkheid perfide trouweloos, vals, verraderlijk perfide Albion Engeland perforatie doorboring, gaatje (s) perforatielijn - rillijn perforeren doorboren pergola architraaf (op zuilen), booggang, draaghemel, prieel peribool - omhaal pericardium - hartzakje periculeus gevaarlijk, hachelijk periculum - gevaar periculum in mora p.i.m. periderm kurkweefsel peridot - chrysoliet, olivijn periferie buitenkant, cirkelomtrek, omgeving perforeren - doorboren periglaciaal bodemverschijnsel solifluctie perigoon bloemdek perikel - avontuur, gevaar, moeilijkheid, nood, penarie, probleem, risico, risiko, wederwaardigheid periklaas - MgO perikoop - deel perineum - bilnaad periode - cijfergroep, cyclus, duur, eeuw, era, fase, kringloop, passage, stadium, termijn, tijd, tijdkring, tijdperk, tijdruimte, tijdvak periode periode (geologisch) kwartair, mesozoïcum, paleozoïcum, tertiair periode (historisch) bronstijd, bronstijdperk, m.e., middeleeuwen, oudheid, renaissance, steenperiode, steentijd, steentijdperk, verlichting, ijzerperiode, ijzertijd, ijzertijdperk, periode ter bepaling van Pasen - epacta periode tussen Archaeicum en Cambrium - Algonkium, Eozoïcum periode van drie maanden kwartaal,trimester periode van duizend jaar millennium, chiliade periode van honderd jaar - centenarium, eeuw, era, seculum periode van ontwikkeling - stadium periode van overgang bij de vrouw - menopauze periode van tien dagen decade periode van tien jaar decennium periode van twee dagen aan het eind van de week - weekend periode van twee jaar - biennium periode van tijd - chiliade, dag, decade, eeuw, era, etmaal, kwartaal, kwartier, lustrum, maand, millennium, minuut, seconde, semester, trimester, uur, week periode van vier en twintig uur - etmaal periode van vier jaar Olympiade periode van vier maanden - tertiaal, trimester periode van vijf jaar - lustrum, quinquennium periode van vijftig jaar - quinquagenarium periode van zes maanden halfjaar, semester periode van zeven dagen - week periode waarin men onderweg is - rijtijd periodiek blad, dagblad, krant, maandblad, magazijn, magazine, regelmatig, tijdschrift, weekblad periodiek feest - diesviering, eeuwfeest, lustrumfeest periodiek terugkerend - cyclisch periodieke hete springbron - geiser periodieke maanstanden - e.k., fasen, l.k., n.m., v.m. periodieke niveauveranderingen van het zeewater - getijden, seiches periodieke onthouding p.o. periodieke regentijd moesson periodieke terugkeer - periodiciteit periodieke uitkering - dagloon, dividend, jaarsalaris, maandloon, pensioen, rente, tantième, weekloon periodieke vaste bijdrage - contributie periodieke zwenking van de aarde - mutatie perioeci omwoners periost beenvlies perpetie verandering, omkeer periscoop - verrekijker (voor onderzeeërs) periscopisch holbol periskoopvis - anablebs peristaltisch wormvormig peristyle - zuilengang, zuilenhof peritoneum buikvlies peritonitis - buikvliesontsteking perjurieus - meinedig perk bed, begrenzing, bloembed, bloemvak, border, gazon, grasveld, rabat, tuinvak, perk met bloemen - bloembed perkament – dierenhuid perkament (fijn) - velijn perkamentrol die weer leesbaar is gemaakt - palimpsest perkamentshuid - xeroderma perkamentshuidziekte - xeroderma perkamentsoort - francijn, velijn, perkenier - muskaatnootplanter perkloos - onbegrensd perkoen - dennenpaal permanent - aanhoudend, almaar, blijvend, duurzaam, immer, onafgebroken, steeds, vaststaand, voortdurend permanent bevroren grond permafrost permanent geel - bariumchromaat permanente commissie p.c. permanente sterkte - fort permanntgeel - bariumchromaat permanentgroen - chroomgroen permanentwave aanbrengen - permanenten permeabel doordringbaar, doorlatend permetatie - familie, relatie permis - vergunning, verlof Permische periode - Dyas Perm permissie - toelating, toestemming, vergunning, verlening, verlof permit geleidebiljet, toegangsbewijs, verlofbiljet permitatie - familie, relatie, vergunning permitteren - lijden, toestaan, vergunnen, veroorloven permutatie verandering, verplaatsing, verwisseling Pernambuco, haven van - Tamandare Pernambuco, hoofdstad van - Recife pernicieus nadelig, schadelijk, verderfelijk pernod - berger pernoze - arbeid, werk peroratie slotrede, slotwoord perpendiculair - loodrecht, rechtstandig perpetreren - bedrijven, begaan, volvoeren perpetueel aanhoudend, altijddurend, bestendig, onafgebroken, onophoudelijk perpetueren - aanhouden, bestendigen, duren, eterniseren, vereeuwigen, vervolgen, voortzetten perplex onthutst, onthutsing, onthutstheid, ontsteld, paf, verbaasd, verbluft, verbijsterd, versteld, verlegen, verwardheid, verward perplexiteit - bedrempeldheid, ontsteltenis, onzekerheid, verbijstering, verlegenheid perquireren - onderzoeken, uitvorsen perron - plankier, platvorm, stationstoep perron ingesloten door sporen - eilandperron pers - drukmachine, drukpers, journalisten, mangel, media, medium, perzik, stok, roede, sapmachine, schrijvers, staak, stang pers om produkten te binden - balenpers persagentschap - afp persbreidel - censuur persbureau - ADN, AFP, Aneta, antara,A.N.P.,ANS(A), AP(A), ATS-SDA, Belga, CNA, CP, DPA, EPE, EXTEL, DYODO, MTI, NCNA, nieuwsagentschap, NTB, Reuter, TANJUG, TASS, UP(I), U.P.I. perse - absoluut, stellig, zeker persecuteren - vervolgen persen - dringen, drukken, duwen, mangelen, nopen, platslaan, prangen, pijnen, samendrukken persende mengen - kneden perser - steenvormer persevereren volharden, volhouden persgesprek interview persiaan - krimmer persianer astrakan persiflage - bespotting, karikatuur persing - tenesmos persing in blaas of darm - tenesmus perskaart passepartout, verslaggeverskaart perskuip - cuvé perskuip (Fr.) - cuvee persloop - dysenterie persman journalist, persmuskiet,redacteur, verslaggever persmuskiet - dagbladschrijver, journalist, reporter personage persoon, figuur personeel - werknemers personeel aantrekken - werven personeelsblad - orgaan personen - lui, lieden, mensen personen die een krant leiden - redactie personen van adel edelen personenlijst - cedel, ceel personenrecht - naam personificatie persoonsverbeelding personificatie van de dood - Hein personificatie van de gevaren van het verkeer - verkeersmoloch personificatie van de Griekse gerechtigheid - Dike (godin) personificatie van de huwelijkstrouw - Penelope personificatie van de nijd - Invidia personificatie van de onschuld - maagd personificatie van de regenboog - Iris personificatie van de vrede - Irene personificatie van de vrijheid - Libertas personificatie van de wederliefde - Anteros personificatie van de Zuidenwind - Aeolus, Eolus personificatie van een toorn - Ira, Nemesis personificatie van het gemis - Pothos personificatie van het succes - Felicitas personificatie van het verlangen - himeros, Mimnermus personificatie van Engeland - Bull personificatie van Frankrijk - Marianne personificatie van land of stad - maagd personificatie van reinheid - Maria personificatie van Rusland - Iwan personificatie van Zwitserland Helvetia persoon eenzaat, enkeling, figuur, heer, iemand, individu, kerel, man, mens, personage, speler, spreker, subject, sujet, vrouw persoon aan wiens order een wissel gesteld is nemer persoon, als, voorstellen - personifiëren persoon die deel uitmaakt van een vereniging lid persoon die een gedachtewisseling voert debater persoon die nergens voor deugt - nietsnut, niksnut persoon die schiet - schutter persoon die verzorgd schrijft stilist persoon die voor het eerst optreedt debutant persoon om wie men lacht risee persoon tot wie een aanbod is gericht oblaat persoon uit de adelstand aristocraat, aristocrate, baron, barones, freule graaf, gravin, hertog, hertogin, jonkheer, jonker, jonkvrouwe, markies, markiezin, prins, prinses, ridder, vicomte persoon van geringe afkomst proleet, nobody persoon zonder pigmentkleur albino persoonlijk - eigen, individualiteit, individueel, particulier, privé, subjectief, zelf persoonlijk overwicht - autoriteit persoonlijk voornaamwoord - ego, ge, gij, haar, hem, hen, het, hun, hij, ik, je, jou, jullie, jij, me, mij, ons, we, wij, ze, zij, persoonlijk voornaamwoord (Duits)- dich, dir, du, er, euch, ich, ihm, Ihn, ihnen, jhr, mich, mir, sie, uns, wir persoonlijk voornaamwoord (Engels) he, her, him, me, she, them, they, us, we, you persoonlijk voornaamwoord (Frans) elle, elles, il, ils, je, la, le, leur, me, mol, nous, te, toi, toi, tu, vous persoonlijke bijzonderheden personalia persoonlijke opvatting - subjectivisme persoonlijke overgevoeligheid - idiosyncrasie persoonlijke waarneming - autopsi persoonlijkheid - ego, identiteit, individualiteit, karakter, personaliteit, subjectiviteit persoon of schepsel - mens persoonsaanduiding - naam persoonssbeschrijving signalement persoonsbewijs identiteitsbewijs, legitimatie, pas persoonsgelijkheid eenzelvigheid, identiteit persoonsnaam afgeleid naar de naam van de moeder - matronymicum persoonsnaam afgeleid naar de naam van de vader - patronymicum persoonsnaamkunde - antroponymie persoonsregister - naamlijst persoonsverbeelding - personificatie, prosopopeia persorgaan dagblad, krant, maandblad, magazine, tijdschrift, weekblad persorganen - media perspectief diepte, doorzicht, toekomst, toekomstmogelijkheid, uitzicht, vergezicht, verschiet perspomp - compressor persuaderen overhalen, overreden, overtuigen pert gril, kuur perte pert, (prijs)verlies pertig - nukkig, vlug pertinent - afdoend, afdoende, apart, beslist, echt, nadrukkelijk, nauwkeurig, onmisbaar, stellig, stipt, zeker, Peru, bergtop in - Huascaran Peru, departement van – 3 Ica 4 Lima, Puno 5 Cuzco, Jumin, Pasco, Piura, Tacna 6 Ancash, Callao, Loreto, Tumbes 7 Huanuco 8 Amazonas, Apurimac, Arequipa, Ayacucho, Moquegua 9 Cajamarc 10 Lambayeque 12 Huancavelica Peru, departementale hoofdstad in - 3 Ica 4 Lima, Puno 5 Cozco, Piura, Tacna 6 Callao, Huaraz, Tumbes 7 Abancay, Huanuco, Iquitos 8 Arequipa, Ayacucho, Chiclayo, Huancayo, Moquegua, Trujillo 9 Cajamarca, Moyobamba 11 Chachapoyas 12 Huancavelica Peru, munt in - sol Peru, rivier in - Maranor, Santa, Ucayali perunage - peruun Peruviaans schaap - paco Peruviaans stinkdier - zorrillo Peruviaans vogelprodukt - guano Peruaanse haven - Ancon Peruviaanse munteenheid - sol Peruviaanse plaats - Areguipa, Callao, Lima Peruviaanse vorst - inca, inka pervers - onnatuurlijk, rot, slecht, tegennatuurlijk, verdorven perverse geslachtslust - masochisme, sadisme perversiteit - verdorvenheid Perzië - Iran perzik - merkaton perzik, niet veredelde - purk perzikkruid - duizendschoon perziksoort - pavie Perzisch bevelhebber - sirdar Perzisch boek - bukifur Perzisch bouwmeester - Farhad Perzisch drama - taziye Perzisch epos - Chamsa, Sjahname Perzisch filosoof - Zarathustra Perzisch gebergte - Elbroes, Kohroedgebergte Perzisch handgeknoopt tapijt - senné, senneh Perzisch hoofddeksel - pachlevi, tulband Perzisch Indisch dichter - Faizi Perzisch koningsgeslacht - Sussaniden Perzisch lam - astrakan, persianer Perzisch landvoogd - satraap Perzisch leraar - mani Perzisch opperhoofd - sirdar Perzisch parlement - majdlis Perzisch rood - almagra Perzisch schrijver - Hedayet Perzisch staatshoofd - sjah Perzisch tapijt - kirman, pers Perzisch veldheer - mardonios Perzisch weefsel - kelim Perzische berg - Elbroes, Zagros Perzische beschermgeest of fee - Peri Perzische bevelhebber - sirdar Perzische bewaker van waarheid en trouw - Mithra, Mitra Perzische bouwmeester - Fahrad Perzische derwish - bedelaar, bedelmonnik, fakir Perzische dichter - Ansari, Anvari, Attam Perzische dichtvorm - ghasel(e), rubai Perzische fee - peri Perzische gedichtenverzameling - Chamsa Perzische geheime politie - savak Perzische god - Amsjaspands, A(h)riman, daiva, Darvandis, Dive, Honover, Ized, Mithra, Ormuzd, Peri, Zervane Perzische godin van de liefde - Ana(h)ita, Anaïtis Perzische godsdienst - Amsjaspands, Zoroastrisme Perzische godsdienstleraar - Zoroaster Perzische gouden munt - toman Perzische groene amandel - pimpernoot, pistache Perzische haven - Abadan Perzische heerser - 4 Omar, Sefi, Sjah 5 Abake, Abbas, Ahmad, al-Tai, Arses,Baydu, Cyrus, Jazed, Kobad, Peroz, Roech 6 al-Amin, al-Hadi, al-Kaim, al-Radi, Asjraf, Bahram, Balasj, Darius, Firoez, Ghazam, Haroen, Hisjam, Ismail, Jamsap, Marwan, Narsch, Orodes, Osroës, Xerxes 7 al-Kair, al-Kahir, al-Moeti, al-Nasir, al-Walid, al-Zahir, Arghoen, Hoesein, Ibrahim, Mahmoed, Pacous, Tahmasp, Vonones 8 al-Mamoen, al-Rasjid, al-Wakhik, Ardasjir, Cambyses, Chosroës, Cinnamus, Gaykhatu, Gotarzes, Hoelagoe, Phraates, Seleucus, Vardanes 9 Alexander, al-Mansoer, al-Moetazz, Antiochus, Artabanus, Demetrius, Hormisdas, Jezdegerd, Moesawijah, Oldjaitoe, Soelaiman, Vologases 10 Al-Moehtadi, al-Moektadi, al-Moektafi, al-Moestadi, al- Moestain, al-Moestadid, al-Moestasim, al-Moettaki, Artaxerxes, Phraataces, Sinatruces 11 Al-Moektadir, al-Moentasir, al-Moestakfi, al-Moestasim, Mithradatis 12 Adnoer-Narseh, al- Moestansir, al-Moestazhir, 13 Al-Moestarsjid 14 Al-Moestandjid, al-Moettawakkil, Parthamaspates Perzische herberg voor karavanen - khan Perzische herendienst - angarie Perzische hoofdstad - Teheran Perzische inhoudsmaat - artaba Perzische keizer - Ardasjiz, Artaxerxes, Caspyor Cyrus, Cambyses, Darius, Kobad, Chrosroës, Hormoesd, Jezdegerd, Jesgederd,Narses, Sapor, Sjah, Varanes, Xeres Perzische keizerin - Farah, Soraya Perzische koning - Darius, Xerxes Perzische landvoogd - satraap Perzische lichtgod - Mthra(s), Mitra Perzische literatuurtaal - pahlavi, pehlevi Perzische lijfwacht - trawant Perzische marktplaats - bazar Perzische munt - abas, dareik, rial, toman Perzische onderkoning - khedive Perzische oude lengtemaat - parasang Perzische oude taal - Pehlevi Perzische paliszaal - iwan Perzische prins - Mirza, mizza Perzische provinciale gouverneur - satraap Perzische provincie - Fars, Isfahan, Khoezistan, Khorassan, Kirmansjahan, Koerdistan, Mazandaran Perzische schriftvariant - talik Perzische stad - Choi Perzische stadhouder - satraap, Tissaphernes Perzische student - softa (rechten, theologie) Perzische taal - Pahlewi Perzische tabakspijp - nargileh Perzische tulp - mithra Perzische tweede kamer - marjelis Perzische vorst - sjah Perzische vorst (oud) - Darius, Xerxes Perzische vorstentitel - sjah Perzische vorstenzetel - pauwentroon Perzische vuuraanbidder - Pars Perzische zijde - ablaue, ardassine Perzische zonnegod - Mitras, Mithras Perzische zuilengang - apadana perzuur - overzuur Pesach - Pasen pesante (muz.) - slepend, zwaarwichtig Pescadores, een der - Peng-hoe pessem - kweek pessimist - donkerkijker, kniesoor, zwartkijker pessimistisch - donkerziend, zwaarhoofdlg, zwaartillend, zwartgallig pest - epidemie, pestilentie pest, door gezwollen lymfeklier - buboon pestaardig - pestachtig, pestilent, pestilentieel pestel - molenroede, stamper pesten - jennen, judassen, klieren, kwellen, narren, negeren, plagen, sarren, tarten, tergen, treiteren pesterij - gesar, getreiter pesthuis - lazaret pestig - besmettelijk pestkool - anthrax pestkop - judas, kweller, plaaggeest, sar, treiter(aar) pestman - gierigaard, lijkendrager pestvogel - be(e)mer, bombycillidae, gors, sneeuwvogel, wintervogel, wijnstaart, zwartmantel, zijdestaart pestziekte - epidemie, pestilentie pet - begrip, hoofddeksel, inzicht, knudde, nietswaardig, paat verstand pet met stijve klep - klak peter - doopvader, peetoom peterselie - eppe pethidine - dolantine petieterig - klein, pietluttig petileren - blinken, fonkelen, paarlen, parelen, schitteren petit maftre - pronker, saletjonker petitie - adres, rekwest, request, smeekbede, smeekschrift, verzoek, verzoekschrift petitoir - eigendomsrecht petitum - conclusie petoet - bajes, bak, cachot, cel, gevang (enis), lik, nor petrefact - verstening petroleum - aardolie, gasoline, kerosine, nafta, olie, peterolie, petroleum (pop.), petrolie, peut, petroleumaandelen - olies petroleumauto - tankwagen petroleumbrander - primus petroleumether - ether, nafta, petroleumschip - tanker petroleumvergasser - primus pets - klap, Iel, mep, pats, slag, tik petsen - klappen, slaan petticoat - onderrok petto (In) - bewaren, tegoed pet zonder klep - pots petulant - bruisend, onstuimig, wild peukel - baardje, bobbel, puistje peukje - eindje, stompje peul - schil peulerwt - keker peuleschil - kleinigheid peulvrucht - boon, capucijner, dopboon, (dop)erwt, dopper, flageolet, grauwerwt, hauw, huls, kapucijner, keker, klimerwt, kookerwt, krombek, kroonerwt, kruipelerwt, legumineusen, linze, lupine, molleboon, paardeboon, peul, prinsesseboon, pronkboon, pronkerwt, raasdonder, slaboon, snijboon, spekboon, sperzieboon, stamboon, tuinboon, veldpeul, wikke peulvrucht (Ind.) - katjang peun - klap, mep, stoot peur - poer, wormentros peuren - peuteren, roeren, wroeten peurkwast - lamprei, prik peurtje - eindje, stompje peut - dreun, klap, opdoffer, opstopper, slag, stomp, stoot, watjekou peut - benzine, petroleum, terpentine peuter - baby, dreumes, kind, kleuter, uk(kepuk) peuteraar - muggenzifter peuterbewaarplaats - crèche peuteren - afbreken, beuzelen, friemelen, frunniken, futselen, haspelen, knoeien, knorren, knutselen, lostrekken, mieren, mopperen, morrelen, mullen, oogsten, peuren, pluizen, poken, prutsen, pulken, punniken, razen, talmen, toeteren, trekken, uittrekken, uitvaren, urmen, vloeken, wroeten, wurmen, peuterend verzorgen - likken peuterig - beuzelachtig, kriebelig, klein, popperig, prutserig, teuterig peuterig en stijf - stram peuterwerk - neuzelwerk peuzel - treuzelaar peuzelen - eten, happen, knabbelen, meuzelen, muizen, smikkelen, snaaien pezel - graanzolder pezen - hardrijden, zwoegen pezerik - bullenpees pezeweven - dralen, talmen pezig - taai, tendineus, vezelig p.f. - m.g. phantasie - verbeelding phenol - cabolzuur Philippijnen, een der - Mindanoa Phlippijnse inwoner - Filippino Philippijnse munt - peso Phoenicische zonnegod - Bel Phoenix-eilandn, een der - Canton, Enderbury phosphorus - p., fosfor Phrygische godin - Cybele Phytolaccacee - karmozijnbes piama - nachtkleding, pyama piamento - ootmoedig, vroom piangevole - droevig, wenend pianino - kamerklavier pianist - musicus, muzikant, pianospeler pianist die alleen onder zijn voornaam optreedt - Solomon piano, soort - clavecimbel, clavichord, concertvleugel, hakkebord, klavier, pianola, salonvleugel, spinet, vleugel pianocompositie - sonate, toccata pianofoon - vestzakpiano pianoforte - hard, sterk pianohamertje - tangent pianokrukje - taboeret pianola - fonola piano-oefening - etude, studie piano pianissimo - ppp pianospelen (slecht) - tingelen pianospeler - pianist pianostemmer - accordeur pianostuk met orkestbegeleiding - pianoconcert plinostuk voor vier handen - quatremains pianowerk - sonate, sonatine, toccata Piaristen - S.P. pias - clown, dwaas, grapjas, grappenmaker, grullenmaker, guit, hansworst, harlekijn, klown, kwant, kwibus, malloot, nar, olijkerd, paljas, pierrot, potsenmaker, rare, snaak, zot piassava - palmyra piassig - gek, kluchtig piazza (It.) - plein, marktplein, straat Picardië, stad in - Abbeville, Aniens Picareske roman - schelmenroman piccolo - fluit, liftjongen pick-up - grammofoon, pathefoon, platenspeler, vrachtauto, picobello - uitstekend picrinezuur - ontploffingsstof pictografie - beeldenschrift picturaal - schilderachtig piedestal - voetstuk, pedestal pief - kerel, man piek - bergpunt, bergspits, bergtop, gulden, lans, prik, punt, speer, spies, spits, steek, top, uitschieter piek met dwarsbijl - hellebaard pieken - prikken, steken piekenier - spiesdragen piekenval - dirk, gaffeltoptouw, nokkeval piekeraar - stakker, tobber piekeren - denken, dubben, kniezen, mijmeren, nadenken, peinzen, prakkeseren, puzzelen, suffen, tobben piekgras - liesgras piekuur - spits piekijzer - geus, gieteling pielepoot - ooievaar pienter - alert, bijdehand, gevat, gewiekst, gis, glad, goochem, handig, helder, intelligent, kien, link, mans, scherpzinnig, schrander, slim, sluw, snugger, spits, uitgerekend, uitgeslapen, vernuftig, verstandig, wakker piepend geluid - gepiep pieper - aardappel, anthus, lokfluitje, muis, patroon, verklikker verrader pier - (aard)worm, dun, havendam, haast, havenhoofd, licht, los, losplaats, moelje, strekdam, wandelhoofd, regen(worm), spoed, wurm, ijl piere - kot, val, huis; vogelknip pierement - draaiorgel, straatorgel pierenbakje - patroontas pierenverschrikkertje - borreltje pierewaaien - bambocheen, boemelen, flierefluiten, rinkelrooien, stappen pierewaaier - boemelaar, doordraaier, fuifnummer, losbol, zwierbol pierewiet - grappenmaker pierhaak - bootshaak piëriden - muzen pierig - aangetast, wormstekig pioerrot - clown, hansworst, nar, pias piet - kanarievogel pieterig - klein, min, peuterig, tenger piëteit - verering, vroomheid pieterig - klein, min, tenger pieterman - gulden pietervissen - trachinidae piëtisterij - femelarij pietlut - krent, krentenweger pietluttig - kleingeestig, kleinzielig, krenterig pietluttigheid - angstvalligheid, kleingeestigheid, kleinzieligheid, krenterigheid, scrupulositeit pietsie - iets, priegeltje, snufje pietsje – beetje, kleinigheid pieus - godvruchtig, vroom piezel - beetje piëzometer - drukkingsmeter pigment - kleurstof pigmentgezwel - melanoma, melanoom pigmentloze - albino, witteling pigskin - varkensleer pik - deukje, droefheid, haat, pek, (pik)houweel, steek, verdriet, wonde, wrok, pikant - bits, gekruid, gepeperd, gewaagd, hartig, jaloers, prikkelend, scherp, schuin, vinnig pikante dans - striptease pikante saus - ketchup, Worcester pikante saus bij nasi - soja pikbroek - matroos, zeeman pikdonker - aardedonker, stikdonker pikeren - boeien, doornaaien, krenken, prikkelen, steken, stikken piket - brandwacht, paaltje pikeur - paardenafrichter, rijmeester, Jockey, vrouwenjager pikhaak - hechthaak, schippershaak pikhouweel - bikkel, hak, pik pikkel - been, stip(pel) pikkelen - hinken pikken - afjatten, gappen, kapen, ontvreemdenpakken, roven, stelen, toeeigenen, wegkapen, wegnemen, wegpakken pikker - rover, steler, zakkenroller pikketanisje - afzakkertje pikrinezuur, zout van - pikraat pikzwart - gitzwart pikzwart mineraal - git, steenkool, uraniet pil - dragee pilaar - ante, atlant, kolom, naald, paal, penant, pijler, pilaster, standaard, steunzuil, stijl, stut, zuil pilaar als vrouw - kariatide pilaar in de gedaante van een man - atlant pilaar in de vorm van een vrouw - kariatide pilaarbijter - schijnheilige pilaarheilige - styliet pilaarhoofd - kapiteel pilaartafeltje - console pilaster - ante, kolom, pilaar, zuil pilatusvisje - pitvis pileermachine - wrijfwals pillendraaier - apotheker. scarabaeus pillenzaad, tot- bewerken - pilleren piloot - aviateur, luchtvaarder, stuurman, vliegenier, vlieger pilvarenachtigen - marsileaceën piment - jamaicapeper pimpelaar - drinker, drinkebroer, zuiplap pimpelmees - blauwmees pimpernel - bevernel, guichelheil pimpernelroos - duinroos pimpernoot - pistache pimpernootachtigen - stapgyleaceeën pin - bout, deutel, deuvik, drevel, keg, klamp, nagel, pen, plug, prang, punt, spie, spijker, staaf, stift, pinacee - 3 pijn 4 arve, lork, mast, spar 5 abies, ceder, larix, picea, pins, tsuga, 6 cedrus 7 bergpijn, douglas 8 kamerden 9 zilverden pinakel - fiaal, siertorentje pinang - areka(palm), betel pince-nez - knijpbril, lorgnet pincet - tangetje pinda - aardnoot, apenoot(je). olienoot(je) pinegel - stekelvarken pingel - strafschop pingelaar - beknibbelaar, dribbelaar pingelen - afdingen, dribbelen, marchanderen, pingelen, sjacheren, tawarren pingping - duiten, geld pingpong - tafeltennis pinguins - spfenisci pink - bokje, oogwenk pinkelen - flonkeren, tintelen, turen, schitteren, twinkelen pinken - flikkeren, knipperen pinkers - oogharen, wimpers pinkops - katoenafval, poetskatoen Pinksteren - sinxen pinksteranjelier - grasanjer pinksterbloem - haanderik, kievitsbloem, koekoeksbloem, kraaiebloem, pinksterbruid, veldkers pinkstergebruik - kallenmooi pinksterlummel - luilak pinksternakel - pastinaak pinksterroos - pioen, pioenroos, pionierroos pinnetje - staafje pinnig - bazig, fel, haaiig, schriel, zuinig pinnig of stekelig - venijnig pinot - wijnstok pint - beker, bierglas, glas, kan, kelk, kom, kroes, maat, nap, pul pinten - drinken pinter - drinker pioen - pinksterroos, stinkbloem pioenroos - boerenroos, paeonia, pinksterroos, pioen pion - schaakstuk pionier - baanbreker, geniesoldaat, genist, padvinder, sappeur, schansgraver, spoorzoeker, voortrekker pionier van het blindenonderwijs - Braille pionierroos - pioen pip - betrokken, bleek, lusteloos, mat, pips, ziekelijk, zwak pios – pikhouweel piot - hoofdluis pippeling – goudappel pipet - zuigbuisje pips - betrokken, bleek, bleu, flets, lusteloos, mat, onwel, pip, wit(jes), ziekelijk, zwak piqué - diamant (lichtelijk onzuiver, kopstoot (biljart) piraat - bandiet, boekanier, kaper, misdadiger, zee(rover), zeeschuimer piraat aan de wal - wegpiraat piraatje - sigaret piraidale spits van een pinakel - kapel piramide - grafmonument, naald piramide, kleine - piramidion piramidetempel uit het Inkarijk - teotihuacan piramidevormig - obelisk piraterij piranha - serrasalmo piratenzender - etherpiraat piraterij - zeeroverij pisafdrijvend - diuretisch pisang - bacove, banaan pisangteelt - bacovencoltuur pisangvezels - abaca pisbuis - urethra pisbak - urinoir pisces - vissen pissebed - isopodum, keldermot, roesje, zeug pissen - urineren, wateren pissoir - urinoir pissteen - uroliet pistache - amandel, pimpernoot, knalbonbon piste - arena, baan, circuit, hippodroom, menage, parcours, racebaan, renbaan, skibaan, wielerbaan pistole - gevangenisvertrek pistolet - broodje, tekenmal, pistooltje piston - knalpatroon, slaghoedje, ventiel, zuiger pistonblazer - pistonist pistool - Browning, Luger. F.N. pistool - blaffer, browning, handvuurwapen, munt (gouden), revolver pistool van Volta - knalgaspistool pistoolfoedraal - holster pistoolhouder - holster pit - binnenste, brander, draad, energie energiek, esprit, fut, gasbrander, geest, geestig, geestkracht, humor, katoen, kern, kernachtig, kiem, korrel, kous (lamp), kracht, krachtig, kuiltje, merg, merghebbend, pittig, scheut, snedig, spirit, steenpit, vlammetje, werkkracht, zaadkorreltje pit van appelen en steenvruchten - keest pit van grotere vruchten steen pit van lamp kous pitoor roerdomp, wouwaapje pitriet - rotanstengel pits nijp, kneep pitsen – prikken pitstang - nijptang pitte - agave, aloë, pita pitten dutten, inkuilen, maften, meuren, putten, slapen pittig - aantrekkelijk, aardig, bondig, energiek, geestig, fel, flink, hartig, kernachtig, kittig, kort, krachtig, kras, kregel, laconiek, levendig, lief, pikant, pit, rap, sententieus, snedig, straf, vinnig, vurig, zakelijk pittig en geurig - kruidig pittig gezegde - aforisme pittoresk schilderachtig pit van een lamp - kous, wiek pitvis - pilatusvisje, postillon, schelvisduivel piu allegro - sneller piu forte - krachtiger, sterker piu mosso - opgewekter, vlugger piu stretto - haastiger, korter, sneller plaag beproeving, bezoeking, ètre, gesel, hinder, kastijding, kwelling, last, marteling, onaangenaamheid, onheil, obsessie, overlast, pest(kop), plaaggeest, porment, ramp, sar, straf, terg, torment, tourment, verdriet, ziekte plaag der mensheid oorlog, ziekte plaaggeest - demon, duivel, jenner, judas, kwelgeest, kwelduivel pestkop, plager, sar, terg, treiter(aar) plaaggeesten, de 3 furiën - Eumeniden plaagziek - kwelziek, ontdeugend, plagerig, sarrig plaagzieke vrouw - helleveeg, huiskruis, huisplaag, Xantippe plaan - strijkbout plaat blad, ets, gravure, illustratie, kopie, ondiepte, plank, plaque, prent, tekening, zandbank, zee, zeebank plaat die in een elektroliet gezet is - elektrode plaat gemaakt van vezelstof - hardboard plaat in een boek of tijdschrift illustratie plaat in steendruk litho, steengravure plaat of prentvertoning - tint plaat tussen een zuil - impost plaat van een handpers degel plaat van vezelstof hardboard plaatdrukkersgereedschap - robber plaatje van hout of metaal - lamel, lamelle, lamette plaatje - afdruk, dia, foto, prentje plaatje aan een tamboerijn - rinkel plaatje aan vissenhuid schub plaatje metaal lamel (le) plaatje schieten fotograferen, kieken plaatje voor het bespelen van snaarinstrumenten - plectrum plaatjesverhaal beeldroman, strip plaatjeszwam amaniet plaaikieuwig weekdier - eendemossel, mossel, oester, parelmossel plaatkieuwigen - schelpdieren plaatletterdruk stereotypie plaats ambt, betrekking, boerderij, boerenplaats, buurtschap, dorp, gebied, gehucht, gemeente, hofstede, kaap, locus, negorij, oord, passage, placer, plein, plek, positie, rang, ruimte, stad, stand, status, ste(d)e, streek, terrein, vlak, vlek, werkkring, plaats aan de Aa (N. Br.) Berlicum Dinther, Donk, Erp, Heeswijk, Someren, Veghel plaats aan de Adriatische Zee Ancona, Bari, Brindisi, Dubrovnik, Durrès.Toronto, Rimini, Split, Triest, Venetië plaats aan de afgedamde Maas - Aalburg, Andel, Speijk, Veen plaats aan de Amazone Manaus, Marajo Obidos, Tabatinga plaats aan de Amer Geertruidenberg, Raamsdonkveer plaats aan de Amoer Aigoen, Bikin, Chabarowsk, Nachoda plaats aan de Arabische Zee Alappi Bombay, Calicut, Karachi, Mangaluru, Murbal, Surat plaats aan de Arno Florence, Pisa plaats aan de Brahmaputra Dacca, Sadiyna plaats aan de Cumberland Nashville plaats aan de Dedemsvaart Ane, Balkbrug, Dedemsvaart, .Den Hulst, Hasselt plaats aan de Dnjepr - Chersen, Dnjepropetrowsk, Kiev, Krementsjoeg plaats aan de Dnjestr - Mogilef, Odessa plaats aan de Don Rostow plaats aan de Donau - Bazias, Belgrado, Boedapest, Braila, Bratislawa, Calafat, Cernavado, Corabia, Esztergom, Galatsi, Giargla, Ismall, Gioergioe, Krems, Linz, Lom, Negotin, Orsjova, Passau, Prachowo, Regensburg, Roesse, Silistra, Tjerdavoda, Ulm, Wenen, Widin plaats aan de Donetz Bjelgorod, Charkof, Kramatorsk, Loegansk plaats aan de Douro - Aranda, Lamego, Porto, Sera, Zamore plaats aan de Dwina - Archangelsk, Kotlas plaats aan de Ebro - Caspe, Logrono, Tortosa, Tudea, Zaragoza plaats aan de Elbe Decin, Dresden, Hamburg, Lodemenca, Magdeburg, Praag, Wittenberge, Wittenberg plaats aan de Eufraat - Hille, Hit, Nasiria plaats aan de Ganges - Benares, Kanpur plaats aan de Garonne Agen, Bordeaux, Marmande, Toulouse plaats aan de Giuba Chisimajo plaats aan de Guandalquivir Cordoba, La Palma, Montoro, Palos, Sevilla plaats aan de Hoang ho Paotou, Tsinam plaats aan de Hoogeveensevaart - Hoogeveen, Meppel, Nieuweroord, Zwinderen plaats aan de Hollandse IJssel - Capelle, Gouda, Gouderak, Haastrecht, Hekendorp, Krimpen, Montfoort, Nieuwerkerk, Ouderkerk, Oudewater, Snelrewaard, IJsselstein, Willeskop plaats aan de Hogeveensevaart - Hoogeveen, Meppel, Nieuweroord, Zwinderen plaats aan de Hudson Albany plaats aan de IJssel Brummen, Deventer, Dieren, Doesburg, Giesbeek, Kampen, Olst, Spoolde, Voorst, Wijhe, Windeshelm, IJsselmuiden, Wijhe, Zutphen plaats aan de Indus - Karachi, Sukkur plaats aan de Inn - Innsbruck, Kufstein, Landeck plaats aan de Jangtsekiang - Nanking, Sjasi, Wan, Woehan plaats aan de Jenissel - Doedinka, Krasnojarsk plaats aan de Kaspische Zee Bakoe plaats aan de Kromme Rijn - Bunnik, Keten plaats aan de Lek - Ameide, Ammerstol, Krimpen, Lekkerkerk, Vianen, Vreeswijk plaats aan de Lena Sangar, Jakoetsk plaats aan de Limpopo Guija plaats aan de Loire - Angers, Blois, Nantes, Orlèans, Tours, plaats aan de Maas Eisden, Grave, Luik, Maasbracht, Maastricht, Mook, Ravenstein, Roermond, Sedan, Stevensweert, Tegelen, Venlo, Verdun plaats aan de Mackenzie Wrigley plaats aan de Magdalena - Barranquilla, Neiva plaats aan de Main - Frankfort, Würtzburg plaats aan de Marne Nesle plaats aan de Middellandse Zee - Alexandrië, Algiers, Alicante, Almeria, Ancona, Antibes, Barcelona, Beiroet, Benghazi, Bizerte, Bone Brindisi, Cannes, Cartagena, Catania, Ceuta Dubrovnik, Durrès, Genua, Gaeta, Haïfa, Livorno, Malaga, Marseille, Messina, Monaco, Napels, Nice, Oran, Orbetello, Ostila, Palermo, Port Saïd, Savona, Salerno, Siracusa, Split, Rimini, Tobroek, Toronto, Toulon, Trapani, Triest, Tripoli, Tripoli (Af.), Tunis, Valencia, Venetië plaats aan de Missouri Omaha plaats aan de Moezel Metz, Thionville, Trier plaats aan de Moldau Praag. plaats aan de Murray Bourke, Darling, Wentworth plaats aan de Nederrijn - Arnhem, Beusichem, Culemborg, Heelsum, Heteren, Maurik, Rhenen, Waal, Wageningen plaats aan de Niers Goch plaats aan de Niger Bamako, Niamey, Tombouctou plaats aan de Nijl Assoean, Berber, Kairo, Khartoem Kodok plaats aan de NJemen Kaunas, Sowjetsk plaats aan de Noordzee Aberdeen, Bergen Berwick, Cuxhaven, Dover, Bremerhaven, Duinkerken, Dundee, Emden, Esbjerg, Folkestone, Grimsby, Harwich, Huil, Katwijk, Lowestoft, Margate, Noordwijk, Ostende, Ramsgate, Scarborough, Scheveningen, Stavanger, Sunderland, Wilhelmshafen, IJmuiden, Zandvoort plaats aan de Ob Barnaul, Narym, Nowosibirsk plaats aan de Oder - Frankfurt, Stettin, Wroclaw plaats aan de Oeral - Goerjew, Oeralsk plaats aan de Ohio - Pittsburgh plaats aan de Oostzee Gävle, Gdansk, Gdynia, Haparanda, Härnösand, Helsinki, Kalingrad, Karlskrona, Kiel, Leningrad, Lulea, Malmö, Memel, Riga, Stockholm, Sundsvall, Talin, Turku, Umea, Vaasa, Wiborg plaats aan de Oranjerivier Hopetown, Upingtown plaats aan de Orinoco Tucupita plaats aan de Paraguay Asuncion plaats aan de Parana Posadas plaats aan de Po Cremona, Piacenza, Turijn plaats aan de Rhône Arles, Avignon, Genève, Lausanne, Lyon, Martigny, Orange, Valence, Vienne plaats aan de Rijn - Arnhem, Bazel, Bingen, Bonn, Bregenz, Chur, Duisburg, Dusseldorf, Emmerik, Keulen, Koblenz, Lobith, Ludwigshaven, Mainz, Mannheim, Martigny, Oosterbeek, Rhenen, Schaffhausen, Straatsburg, Wageningen plaats aan de Rode Zee Aden, Djeddah, Suez plaats aan de Rovuma - Mtwara plaats aan de Seine - Corbeil, Melun, Parijs, Rouen plaats aan de Senegal Bakel, Kaédi, Kayes plaats aan de Stille Oceaan - Seattle plaats aan de Syr Darja - Nowokazalinsk, Tasjkent plaats aan de Taag - Abrantes, Toledo plaats aan de Theems Eton, Londen, Oxford, Reading plaats aan de Theiss Szeged, Szolnok, Tokaj plaats aan de Tigris Amara, Bagdad, Mosoel plaats aan de Uruguay - Concordia, Salto plaats aan de Vecht Ane, Breukelen, Dalfsen, Gramsbergen, Hardenberg, Loenen, Maarsen, Muiden, Nigtevecht, Ommen, Utrecht, Weesp plaats aan de Waal -Brakel, Dreumel, Druten, Gameren, Gorinchem, Nijmegen, Oosterhout, Rossum, Varik, Vuren, Zaltbommel plaats aan de Weichsel Krakow, Tezew, Torun, Warschau plaats aan de Wezer Bremen, Minden, Nienburg, Verden plaats aan de Wolga Astrakan, Engels, Gorki, Kazan, Koejbisjew, Saratow, Wolgograd plaats aan de Zambezi Sena, Tete, Zumbo plaats aan de Zwarte Zee Batoemi, Odessa, Poti, Sebastopol plaats aanduiden - posteren plaats aan het Amsterdam Rijnkanaal Amsterdam, Maarsen, Tiel, Utrecht plaats aan het Apeldoorn Dierenskanaal Apeldoorn, Dieren, Eerbeek, Soeren plaats aan het Gardameer Riva plaats aan het IJsselmeer Andijk, Den Oever, Elburg, Enkhuizen, Harderwijk, Harlingen, Hindelopen, Hoorn, Huizen, Lelystad, Lemmer, Makkum, Marken, Medemblik, Monnikendam, Muiden, Muiderberg, Spakenburg, Stavoren, Urk, Volendam, Warder plaats aan het Julianakanaal - Bunde, Elsloo, Maasbracht, Maastricht, Stein, Wessem plaats aan het Markermeer - LelystadMarken, Volendam, Warder plaats aan het Twentekanaal Almelo, Ampsen, Enschede, Hengelo, Lochem, Weldam, Zutphen plaats aan het Wilhelminakanaal - Dongen, Breugel, Lieshout, Oirschot, Oosterhout, Son, Tilburg plaats aan het IJsselmeer - Andijk, Elburg, Enkhuizen, Harderwijk, Harlingen, Hindeloopen, Hoorn, Huizen, Lelystad, Lemmer, Marken, Medemblik, Monnikendam, Muiden, Muiderberg, Spakenburg, Stavoren, Urk, Volendam, Warder plaats bekend door glasblazerijen - Leerdam plaats bekend door plassen - De Kaag, Loosdrecht, Reeuwijk, Sneek, Vinkeveen plaats bekend door slag van Napoleon Arcole, Asperen, Austerlitz, Jena, Ulm, Wagram, Waterloo plaats bekend om zijn paardenrennen in Engeland - Ascot, Derby, Epsom plaats bepalen – lokaliseren, oriënteren plaats bepaling - locatie plaatsbewijs - kaartje plaats beroemd om zeeslag in de Middenlandse zee Lepanto plaatsbeschrijving - topografie plaats bespreken - reserveren plaats boven handgewricht - pols plaats bij Alkmaar Heiloo, Oudorp plaats bij Amsterdam Amstelveen, Diemen plaats bij Arnhem Elten plaats bij Bomberg - Surat plaats bij Borculo - Neede plaats bij Breda Chaam, Etten, Leur plaats bij Brussel - Evere plaats bij Bussum Naarden plaats bij Coevorden - Dalen plaats bij de Nederlands/Duitse grens - Aalten, Bellingwolde, Denekamp, Elten, Groesbeek, Vaals, Vlodrop plaats bij Delft Delfgaauw plaats bij Den Haag Loosduinen, Rijswijk, Voorburg plaats bij Eindhoven - Asten plaats bij Gorkum Arkel plaats bij Gramsbergen Ane plaats bij Haarlem Heemstede, Aerdenhout, Bloemendaal, Overveen, Spaarndam plaats bij Hilversum 's Graveland, Laren plaats bij Horst America plaats bij Jeruzalem Bethlehem plaats bij Lausanne Ouchy plaats bij Leeuwarden - Warga plaats bij Leiden Leiderdorp, Oegstgeest, Rijnsburg plaats bij Lissabon - Estoril, Quintas plaats bij Lissat - Estoril plaats bij Los Angeles Pasadena plaats bij Maastricht - Eysden plaats bij Marum - Nuis plaats bij monding van de Rhône - Arles plaats bij Naarden - Bussum plaats bij Nijmegen Beek, Groesbeek, Lent plaats bij Parijs Sevres, St. Germain, St. Denis, Versailles, plaats bij Rome Ostia plaats bij Rotterdam - Barendrecht, Capelle, Hoogvliet, Kethel, Pernis, Rhoon, Schiedam plaats bij Soestdijk Baarn plaats bij Triëst Udine plaats bij Utrecht Bilthoven, Bunnik, Jutphaas, Vechten, Vleuten, Zeist, Zuylen, plaats bij Venlo Tegelen plaats bij Wageningen - Ede plaats bij Zwolle Hattem, Ittersum, Ottersum, Westenholte plaats boven handgewricht pols plaats bij de monding van de Rhône Arles plaats bij de Ned. Duitse grens - Aalten, Bellingwolde, Denekamp, Elten, Groesbeek, Vaals, Vlodrop plaats der afgescheidenheid - gehenna, hel plaats der overledenen - mortuarium plaatselijk - lokaal plaatselijk heersende ziekte – endemie plaatselijke taal – dialect plaatselijke wedstrijd – derby plaatselijke zwelling – bobbel, buil, bult, gezwel, puist, kukkel, zweer plaats en regentschap op Java - Tegal plaats hebben - gebeuren plaats in Achterhoek - Aalten, Baak, Didam, Doesburg, Doetinchem, Elten, Winterswijk, Zeddam plaats in Achter-lndië - Bangkok plaats in Afghanistan Herat, Kaboel, Kabul, Kandahar plaats in Afrika Algiers, Caïro, Dakar, Durban, Fes, Kaapstad, Lagos, Oran, Pretoria, Tanger plaats in Alaska Anchorage, Circle, College, Cordova, Douglas, Fairbanks, Juneau, Nome, Seward, Tanana, Teller, Valdez plaats in Albanië – 3 Lin 4 Fier, Klos, Lesh 5 Berat, Dukat, Fier, Klos, Korce, Krajë, Kruje, Kukes, Vlonë, Vorre 6 Burrel, Dukat, Durrës, Kavaje, Korcë, Permet, Tirana 7 Elbasan, Shkoder, Sarande 8 Konispol, Tepelene, 11 Gjinokaster, plaats in Algerije Adrar, Algiers, Annaba, Béchar, Bidon, Bone, Constantine, Djanet, Djelfa, Konstantina, Oran, Reggane, Timimoun, Tindouf plaats in Anatolië Adana plaats in Andalusië - Algeciras, Almeria, Granada, Jerez, Malaga,Sevilla plaats in Angola Dondo, Lobito, Luanda plaats in Antwerpen - Ekeren plaats in Arabië Aden, Ar Riaad, Medina, Mekka plaats in Argentinië Azaul, Azul, Catamarca, Cordoba, Corrientes, Deseado, Jujuy, Mendoza, Olavarria, Parana, Rawson, Resistencia, Rosario, Salta, Tandil, Viedma plaats in Atjeh - Kotaradja plaats in Attica - Eleusis plaats in Australië Adelaide, Brisbane, Canberra, Darwin, Melbourne, Perth, Sale, Sidney plaats in Beieren Augsburg, Bamberg, Coburg, Forchheim, Frickenhausen, Karlstadt, Kelheim, München, Neurenberg, Nürnberg, Regensburg, Rothenburg, Steingaden, plaats in België – 2 As, 3 Ans, Ath, Han, Mol, Spa 4 Asse, Baal, Boom, Bree, Doel, Donk, Geel, Genk, Gent, Hoei, Lier, Lint, Luik, Meer, Mons, Niel, Olen, Paal, Perk, Reet, Vise, Zele 5 Aalst, Athus, Balen, Bevel, Ciney, Damme, Diest, Dison, Eeklo, Essen, Eupen, Gilly, Halen, Halle, Hamme, Heist, Ieper, Jumet, Kallo, Lauwe, Lillo, Menen, Namen, Olmen, Ronse, Temse, Tielt, Ukkel, Wavre 6 Aarlen, Beerse, Bergen, Bilzen, Binche, Boekel, Brecht, Brugge, Brussel, Chenee, Chimay, Deinze, Deurne, Dinant, Duffel, Durbuy, Eisden, Ekeren, Elsene, Hamont, Izegem, Knokke, Leuven, Lommel, Marche, Ninove, Ougree, Poppel, Staden, Tienen, Veurne, Virton, Wasmes, Wervik, Wortel, Zolder 7 Andenne, Ardooie, Berlaar, Berchem, Beveren, Bocholt, Brussel, Comines, DePanne, Doornik, Edingen, Evergem, Gedinne, Hasselt, Herstal, Hoboken, Jemeppe, Kinrooi, Kortrijk, Lanaken, Laroche, Lebbeke, Lokeren, Maaseik, Malmedy, Meeuwen, Merksem, Mortsel, Oedelem, Quenast, Seraing, Torhout, Tremelo, Waregem, Waterlo, Zelzate 8 Aarschot, Arendonk, Auvelais, Bastogne, Beaumont, Borgworm, Bouillon, Bressoux, Bembloux, Kapelle, Kessel-Lo, Ledeberg, Lessines, Loenhout, Maldegem, Mechelen, Moresnet, Neerpelt, Nivelles, Oostende, Antwerpen, Charleroi, Essimay, Karlstadt, Turnhout, Zeebrugge 9 Antwerpen, Charleroi, Zeebrugge plaats in België aan de Maas - Ardenne, Dinant, Herstal, Jambes, Lanaken, Maaseik, Namen, Seraing, Yvoir plaats in België aan de Schelde - Antoing, Antwerpen, Dendermonde, Doornik, Gent, Oudenaarde, Rupelmonde, Temse, Wetteren plaats in Belgisch Brabant - Aarschot, Asse, Brussel, Diest, Edingen, Halle, Leuven, Ninove, Nivelles, Overijse, Tervuren, Tienen, Tubize, Vilvoorde, Waveren plaats in Belgisch Limburg - Beringen, Beverlo, Genk, Hasselt, Maaseik, Neerpelt, Overpelt, Tongeren plaats in Bengalen Barisal, Calcutta, Dacca, Madras, Rangoon plaats in Bhutan Punakha plaats in Binnen Mongolië - Aigoen, Argoen, Hantsjoeli, Hoeheot, Toioen plaats in Birma - Mandalay, Rangoon plaats in Boeotië Thebe plaats in Bohemen - Pilsen, Plzen plaats in Bolivia - Cochabamba, La Paz, Oruro plaats in Botswana Mafeking, Molepolole plaats in Bourgogne - Autun, Beaune, Chalon, Dole, Dyon, Macon plaats in Brabantse Peel - Best, Eindhoven, Geldrop, Heeze, Leende, Nuenen, Oirschot, Son, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre plaats in Brazilië Bahiea, Branganza, Brasilia, Campinas, Campos, Caravelas, Ceara, Forteleza, Natel, Para, Pernambuco, Recife, Salvador, Santos, Vitoria plaats in Bretagne - Brest, Dinant, Dinard, Lorient, Morlais, Nantes plaats in Bulgarije - Asenowgrad, Boergas, Jambol, Krdzjali, Lovetsj, Pernik, Pleven, Plovdiv, Sofia, Varna, Vratsa plaats in Burundi Uujumbura plaats in Californië - Aracaju, Berkeley, Glenn, Kings, Nevada, Salvador, Sierra, Solano plaats in Cambodja Kampot, Phnom Penh plaats in Canada Calgary, Hamilton, Montreal, Ottawa, Quebec, Toronto, Vancouver, Windsor, Winnipeg plaats in Chili Antofagasta Concepcion, Santiago, Valparaiso plaats in China Canton, Nanking, Peking, Tientsin, Sjanghai, Tsjingtao, Woehan plaats in Colombia Barranquilla Bogota, Cali, Cartagena, Medelin, Neiva, Pasta plaats in Denemarken - Aarhus, Alborg, Esbjerg, Helsingör, Kopenhagen, Korsör, Lemvig, Nyborg, 0dense, Skive plaats in Drente – 3 Ane, Een, Ees, Elp, Erm, Yde, 4 Anlo, Eext, Elim, Gees, Lhee, Loon, Norg 5 Anloo, Annen, Ansen, Assen, Bunne, Dalen, Eelde, Emmen, Erica, Exloo, Peelo, Peize, Pesse, Roden, Rolde, Sleen, Spier, Vries, Wapse 6 Aalden, Balloo, Beilen, Buinen, Borger, Diever, Echten, Gieten, Grollo, Meppel, Nietap, Odoorn, Oranje, Ruinen, Smilde, Taarlo, Velthe, Wijster, Zeegse 7 Anderen, Drouwen, Ekehaar, Grollo, Havelte, Langelo, Nijeveen, Orvelte, Uffelte,Vledder, Wachtum, Zweeloo 8 Alteveer, Donderen, Eursinge, Gasselte, Gasteren, Koekange, Leggelo, Mantinge, Midlaren, Tinaarlo, Westdorp, Wittelte 9 Bronneger, Bruntinge, Coevorden, Hoogersmilde, Hoogeveen, Hooghalen, Klazinaveen, Koekanje, Paterswolde, 10 Schoonoord, Veenhuizen, Westerbork, Zuidlaren, Zuidwolde 11 Klazinaveen, Paterswolde 12 Hoogersmilde plaats in Duitsland - Aken, Bocholt, Bochum, Bremen, Bonn, Dresden, Duisburg, Dusseldorf, Emden, Ems, Erfurt, Essen, Frankfort, Halle, Hamburg, Hamburg, Jena, Karlsruhe, Keulen, Kiel, Koblenz, Leipzig, Maagdenburg, Mainz, München, Neurenberg, Pankow, Potsdam, Regensburg, Rostok, Solingen, Stuttgart, Trier plaats in Duitsland aan de Donau - Ulm plaats in Duitsland aan de Elbe - Dresden, Hamburg, Kuxhaven, Maagdenburg plaats in Duitsland aan de Rijn - Bacharach, Bingen, Bonn, Duisburb, Düsseldorfmmerik, Keulen, Konlenz, Mainz, Mannheim, Wezel, Worms, plaats in Ecuador Ambato, Arnbato, Cuenca, Esmeraldes, Loja, Portoviejo, Quito, Riobamba plaats in een rij - nummer, numero plaats in Egypte Alexandrië, Assoean, Belbes, Belkas, Benha, Caïro, Charga, Dachla, Damiette, Desoeg, Farafra, Gizeh Idfina, 1smailia, Luksor, Mansoera, Sjwa, Suez, Tanta, Zifta plaats in Engeland - Cambridge, Chattam, Belfast, Birmingham, Brighton, Bristol, Cardiff, Chester, Coventry, Derby, Dover, Eton, Greenwich, Harwich, Hastings, Hull, Ipswich, Leeds, Liverpool, Londen, Manchester, Margate, Newcastle, Oxford, Plymouth, Reading, Sheffield, Vork, Southampton, Stratford, Windsor, Woceester plaats in Epirus - Dodona plaats in Engeland, bekend door paardenrennen Ascot, Derby, Epsom. plaats in Ethiopië Asmara, Assab, Gambela, Giniz, Gore, Harar, Jimma, Kassala, Keren, Massoea plaats in Finland - Helsinki, Kemi, Pori, Porvoo, Turku plaats in Frankrijk - Agde, Agen, Amiens, Angers, Arles, Auxerre, Biarritz, Blois, Bordeaux, Bourges, Brest, Cannes, Chalon, Châlons, Fontainebleau, Gap, Lille, Grenoble, Lourdes, Lyon, Macon, Marseille, Melun, Menton, Nancy, Nantes, Nice, Nevers, Orléans, Parijs, Pau, Perpignan, Poitiers, Reims, Rochefort, Rijssel, Sedan, Sète, Toulon, Toulouse, Tours, Troyes, Tulle, Roanne, Limoges, Valence, Verdun, Versailles Buren, plaats in Friesland Akkrum, Arum, Balk, Bergum, Buitenpost, Deinum, Dokkum, Drachten, Dronpijp, Eernewoude, Franeker, Gorredijk, Grouw, Harlingen, Heerenveen, Irnsum, Hindelopen, Joure, Kollum, Leeuwarden, Lemmer, Makkum, Menaldum, Nes, Oldeboorn, Plaam, Rauwerd, Sloten Sneek, Stavoren, Tacozijl, Ureterp, Warga, Wolvega, Zürich, plaats in Friesland (op Ameland) - Ballum, Hollum plaats in Friesland (op Schiermonnikoog) - Oosterburen plaats in Friesland (op Terschelling) - Hoorn, Midsland plaats in Friesland aan de meren - Grouw, Oudega, Terhorne plaats in Gabon Lambarene, Libreville plaats in Galilea, waar water in wijn werd veranderd - Kana(an) plaats in Gambia Bathurst plaats in Gelderland Aalten, Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Borculo, Brummen, Didam, Dieren, Doesburg, Doetinchem, Ede, Eefde, Elburg, Elspeet, Elst Epe, Ermelo, Groenlo, Groesbeek, Harderwijk, Heerde, Hengelo, Lent, Lochem, Lunteren, Neede, Nijkerk, Nijmegen, Oene, Oosterbeek, Putten, Ressen, Ruurlo, Teuge, Tiel, Vaassen, Velp, Voorst, Wageningen, Wijchen, Winterswijk, Zutphen plaats in Gelderland en Noord Brabant Aalst plaats in Gelderland, Noord Holland en Noord Brabant Laren plaats in Georgia - Albany, Atlanta, Augusta, Columbus, Macon, Rome, Savannah plaats in Georgië - Tiflis plaats in Ghana Accra, Kumasi, Sekondi, Tamale plaats in Griekenland Arta, Athene, Kavalla, Korinthe, Patras, Piraeus, Tanagra, Thebe, Thessaloniki plaats in Groenland - Godthab, Ivigtut plaats in Groningen Adorp, Aduard, Appelscha, Appingedam, Baflo, Bedum, Beerta, Boertange, Delfzijl, Eenrum, Finsterwolde, Groningen, Haren, Heiligerlee, Hoogezand, Leek, Leens, Loppersum, Marum, Nieuwolda, Noordbroek, Nuin, Onderdendam, Sappemeer, Sauwerd, Scheemda, Slochteren, Stedum, Termuntenzijl, Uithuizen, Ulrum, Veendam, Visvliet, Wildervank, Winschoten, Winsem, Zoutkamp, Zuidbroek, Zuidwolde plaats in Groot Brittannië zie plaats in Engeland / Schotland / Wales plaats in Guatemala Caban, Flores plaats in Guinee - Conakry, Kankan, Mamou plaats in Hawaii - Honolulu plaats in Haïti - Conaires, Jacmel plaats in Henegouwen - Macon, Seneffe plaats in Honduras - Tegucipalqa, Trujillo plaats in Hongarije - Baja, Boedapest, Debrecen, Eger, Gyor, Kaposvar, Komlo, Maco, Pécs, Sopron, Szeged, Tokaj, Vac plaats in Ierland Athlone, Birr, Cobh, Cork, Dublin, Limerick, Shannon, Sligo plaats in India Benares, Bengaluru, Bhavnagar, Bhopal, Bombay, Calcutta, Delhi, Gaya, Haiderabad, Jaipur, Kahima, Kanpur, Kolar, Laknau, Madras Negapatam, Patna, Puna, Suret plaats in Indonesië Bandoeng, Bogor, Djakarta, Makasar, Medan, Padang, Palembang Raba, Semarang plaats in Indonesië op Java - Bandjar, Bekasi, Blora, Bogor, Depok, Djakarta, Jogja, Klaten, Kroja, Leles, Malanga, Maling, Merak, Pekalongan, Ping, Rembang, Semarang, Sindangbarang, Subang, Sukabumi, Sukanagara, Surabaja,Taju, Tangerang, Tegal, Tjamara, Tomo, Wates, Weleri plaats in Insulinde - Bandjermasin plaats in Irak Amara, Basra, Bagdad, Mosoel plaats in Iran Abadan, Jezd, Koem, Teheran plaats in Israël Ai, Ajalon, Akko, Beersjewa, Berseba, Bethlehem, Caecarea, Dothan, Endor, Geba, Gibeon, Gomorra, Haifa, Horma, Jaffa, Jafo, Jeruzalem, Karmel, Kapernaum, Magdala, Maon, Nain, Nazareth, Jaffa, Jericho, Jeruzalem, Ofra, Salem, Samaria, Sichem, Sodorm, Tiberias plaats in Italië Alassio, Ancona, Assisi, Bari, Bergamo, Bolzano, Brescia, Brindisi, Coma, Firenzo, Florence, Genua, Imperia, Livorno, Milaan, Modena, Napels, Ostia, Pisa, Padua, Parma, Pavia, Perugia, Piacenza, Portofina, Ravenna, Reggio, Rimini, Rome, Savona, Spezia, Syracuse, Tarente, Trento, Triëst, Turijn, Venetië, Verona, Viareggio plaats in Italië aan de Arno - Florence, Pisa plaats in Italië aan de Middellandse Zee - Alassio, Genua, Livorno, Napels, Ostia, Reggio, Viareggio plaats in Italië aan de Tiber - Ostia, Rome plaats in Ivoorkust - Abidjan, Bouaké plaats in Japan - Hirosjima, Kobe, Kyoto, Nagasaki, Osaka, Tokio plaats in Jemen - Mokka, Sana, Taiz plaats in Joegoslavië Bied, Brod, Dubrovnik, Knin, Ljubljana, Nisj, Sarajevo, Sisak, Siumo, Skopje, Split, Titograd, Zadar, Zagreb plaats in Jordanië Amman, Jeruzalem plaats in Judea - Asdod, Gat, Gaza, Jericho, Jeruzalem, Zit plaats in Kameroen - Douala, Kribi, Yaounde plaats in Karinthië - Klagenfurt, Villach plaats in Kashmir - Srinagar plaats in Katar Doha plaats in Kenia - Mombassa, Nairobi plaats in Kongo (voormalig Belgisch) Kamina, Kindu, Kinsjasa, Stanleystad plaats in Kongo (voormalig Frans) - Brazzaville plaats in Korea zie: plaats in Noord/Zuid Korea plaats in Kameroen Douala, Kribi, Yaounde plaats in Kashmir Srinagar plaats in Kroatië Sisak, Split, Zadar, Zagreb plaats in land van Maas en Waal - Ewijk plaats in Laos Vientiane plaats in Letland Riga plaats in Libanon - Beiroet plaats in Liberia Buchanan, Monrovia plaats in Libië Sokna, Tobroek, Tripoli plaats in Liechtenstein - Balzers, Steg, Triesenberg plaats in Limburg America, Arcen, Baarlo, Beek, Belfeld, Berg, Bergen, Brunssum, Bunde, Echt, Epen, Eijsden, Geleen, Gennep, Gulpen, Heerlen, Haelen, Kerkrade, Koningsbos, Limbricht, Linne, Lutterade, Maasbracht, Maastricht, Margraten, Meersen, Mook, Reuver, Roermond, Rolduc, Roosteren, Sevenum, Sittard, Stein, Tegelen, Vaals, Valkenburg, Venlo, Venray, Vlodorp, Weert, Wijk plaats in Limburg aan de Maas - Berg, Buchten, Elsloo, Geulle, Maasbracht, Meerssen, Mook, Obbicht, Stein, Stevensweert, Urmond, Wessem plaats in Litauen - Memel, Wilna plaats in Lombardije Lodi plaats in Luxemburg - Esch, Ettelbrück, Luxemburg, Vianden plaats in Macedonië Debar, Scalpje, Skopje Stip, Veles plaats in Madagascar - Antsirabe, Majunga, Morondava, Tamatave, Tananarive, Tulear plaats in Malagasië Tamatave, Tananarive, Tulear plaats in Malakka - Georgetown, Ipoh, Kualalumpur, Pekan plaats in Malawi Zomba plaats in Maleisië Ipoh, Kuala Lumpur, Penang, plaats in Mali - Goa, Segu, Sihasso plaats in Manilla - Aparri, Lingayen plaats in Marokko - Casablanca, Fes, Rabat, Tetouan, plaats in Mauretanië Atar, Kaedi, Nouakchott plaats in Ned. Limburg - Epen, Ittervoort plaats in Nepal Batgoon, Katmandu, Palan plaats in Nevada Reno plaats in Nicaragua – Bluefields, Granada, Managua plaats in Nieuw Zeeland Auckland, Christchurch, Wellington plaats in Niger - Agades, Bilma, Niamey plaats in Nigeria - Forcados, Ibadan, Jos, Kano, Lagos plaats in Noord Afrika Derna, Stax plaats in Noord Brabant Aalst, Alem, Asten, Beers, Best, Breda, Budel, Deurne, Dongen, Dorst, Eerde, Eindhoven, Erp, Etten,Geertruidenberg, Goirle, Grave, Helmond, 's Hertogenbosch, Kaatsheuvel, Leende, Moerdijk, Nabbengat, Neerbeek, Oosterhout, Oisterwijk, Oss, Overloon, Raamsdonk, Ravenstein, Roosendaal, Schijndel, Son, Stratum, Tilburg, Uden, Ulvenhout, Valkenswaard, Vught, Waalwijk, Steenbergen, Zevenbergen, Willemstad plaats in Noord Holland Aalsmeer, Aardenhout, Abbenes, Akersloot, Alkmaar, Amstelveen, Amsterdam, Bakkum, Beets, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Blokker, Bussum, Castricum, Diemen, Edam, Egmond, Enkhuizen, Etten, Haarlem, Halfweg, Heemskerk, Heemstede, Heiloo, Hilversum, Hem, Hoorn, Iip, Jisp, Koegras, Koog, Landsmeer, Laren, Limmen, Medemblik, Muiden, Naarden, Obdam, Overveen, Petten, Purmerend, Santpoort, Schagen, Schoorl Spaarndam Uitgeèst, Uithoorn, Ursem, Velsen, Volendam, Warmenhuizen, Weesp, Wieringen, Winkel, Wormerveer, IJmuiden, Zaandam, Zaandijk, Zandvoort, Zwaag plaats in Noordoost polder Creil, Ens, Espel, Kraggenburg, Luttelgeest, Marknesse, Nagele, Rutten, Tollebeek, Urk plaats in Noord Ierland - Belfast, Larne, Newry plaats in Noord Korea Najin, Pyongyang, Wonsen plaats in Noord Vietnam - Haiphong, Hanoi plaats in Noorwegen - Bergen, Grong, Hammerfest, Mo, Molde, Narvik, Odda, Oslo, Stavanger, Trondheim, Voss plaats in Normandië - Caen, Cherbourg, Dauville, Rouaan, Rouen plaats in Oost Nederland Ommen, Ruurlo plaats in Oost Vlaanderen Melle plaats in Oostenlijk-Flevoland - Dronten, Lelystad plaats in Oostenrijk Bregenz, Graz, Gstaad, Innsbruck, Klagenfurt, Krems, Kufstein, Landeck, Lienz, Linz, Wenen, Zeel plaats in Overijssel Almelo, Ane, Avereest, Baarle, Blokzijl Boekelo, Borne, Dalfsen, Dedemsvaart, Delden, Deventer, Enschede, Giethoorn, Goor, Gramsbergen, Hardenberg, Hasselt, Heino, Hengelo, Kampen, Losser, Markelo, Nijverdal, Oldenzaal, Olst, Ommen, Raalte, Rossum, Rijssen, Schalkhaar, Spoolde, Staphorst, Steenwijk, Vollenhove, Vriezenveen, Vroomshoop, Wijhe, Zwartsluis, Zwolle plaats in Pakistan Bela, Dacca, Lahore, Karachi, Rawalpindi plaats in Palestina zie: plaats in Israël plaats in Paraguay Asuncion, Concepcion plaats in Peru - Arequipa, Callao, Lima plaats in Perzië Abadan, Jezd, Koem, Teheran plaats in Phocis - Delpgi, Elatea plaats in Polen Gdansk, Krakow, Poznan, Warschau, Wilna, Wroclaw plaats in Portugal Abrantes, Beja, Faro, Lissabon, 0porto plaats in Portugees Guinee Bissao, Bolama plaats in Portugees Timor Dilly plaats in Po vlakte Reggio plaats in Pyreneeën Luz plaats in Rijnland Bonn, Dahlem, Godesberg, Mainz, Rees, Remagen, Spiers plaats in Rhodesië Bulawayo, Que Que, Salisbury plaats in Roemenië Arad, Cluj, Boekarest Braila, Brasov, Galati plaats in Rusland Archangel, Astrakan, Charkow, Gomel, Gorki, Jalta, Kiev, Kirow, Leningrad, Minsk, Moermansk, Moskou, Odessa, Podolsk, Rostew, Samara, Saratov, Waronesj Plaats in Saoedi Arabië Ar Riaadh, Medina, Mekka plaats in Schotland Aberdeen, Dundee, Edinburgh, Elgin, Glasgow, Inverness, Leith, Tain, Wick, plaats in Senegal Dakar, Kaolack, Thies plaats in Siberië Jakoetsk, Nowosibirsk Omsk, Tomsk, plaats in Sierra Leone Freetown plaats in Sikkim Gangtok plaats in Somalië Dante, Mogadiscio, Obbia plaats in Spanje Barcelona, Bilbao, Cadiz, Cartagena, Cordoba, Granada, Jerez, Madrid, Malaga, Mora, Murcia, Oviedo, Pamplona, Sevilla, Toledo, Valencia, Valladolid, Vigo plaats in Suriname Brokopondo, Groningen, Moengo, Paramaribo, Tamarin, Wageningen plaats in Syrië - Damascus, Hama, Homs, Latakia plaats in Tanganyika - Arusha, Dodoma, Karema, Kigoma, Kilwa, Lind, Mikindani, Pangen, Tabora, Tanga plaats in Tanzania Dar es Salaam, Kilwa, Lamu, Lindi, Zanzibar plaats in Thailand - Bangkok, Korat, Oebon plaats in theater engelenbak, loge, parterre, stalles plaats in Thessalië - Larissa plaats in Tibet Lhasa plaats in Tirol - Landeck, Steinach, Zeil plaats in Togo Lome plaats in Tsjecho-Slowakije Beroun, Bratislawa, Brno, Gheb, Gottwaldow, Jablonec, Kladno, Libereo, Melnik, Pilzen, Pisek, Pizen, Praag, Tabor, Zatec plaats in Tunesië Bizerte, Djezba, Kairouan, Soussa, Tunis plaats in Turkije Ankara, Erzurum, Istanbul, Izmir, plaats in Ubangi Shari Bangui, Barban, Ouadda plaats in Uganda Entebbe, Gulu, Jinja, Kampala plaats in Ulster - zie: plaats in Noord Ierland plaats in Uruguay Colonla, Montevideo, Salto plaats in U.S.A. - Albany, Atlanta, Baltimore, Birmingham, Boston, Buffalo, Charleston, Cheyenne, Chicago, Cincinnatti, Cleveland, Dallas, Denver, Detroit, Dulluth, Houston, Indianapolis, Jacksonville, Kansas, Miami, Milwaukee, Minneapolis, Mobile, Montgomery, Nashville, Norfolk, Oakland, Omaha, Philadelphia, Pittsburg, Portland, Providence, Richmond, Rochester, Savannah, Seattle, Spokane, Tacoma, Toledo, Tompa, Tulsa, Washington, Wichita plaats in Utrecht Abcoude, Amerongen, Amersfoort, Baarn, Doorn, Eemnes, Harmelen, Houten, Jaarsveld, Jutphaas, Loenen, Lopik, Loosdrecht, Maarn, Maarssen, Montfoort, Mijdrecht, Odijk, Polsbroek, Renswoude, Soest, Soestdijk, Tienhoven, Uithoorn, Utrecht, Vinkeveen, Vleuten, Vreeland, Wilnis, Zegveld, Zeist plaats in Venezuela - Barquisimeto, Caracas, Maracaibo plaats in Vietnam Hanoi, Saigon plaats in Vlaanderen Brugge, Gent, Heist, Ieperen, Izegem, Knokke, Leper, Nieuwpoort, Oostende, Tielt, Zeebrugge plaats in Wales Aberfan, Aberystwyth, Cardiff, Holthead, Llanelly, Milford, Newport plaats in Washington - Bellingham, Olympia, Richland, Seattle, Spokane, Tacoma plaats in West Duitsland Bonn, Bremen, Dortmund, Duisburg, Düsseldorf, Emden, Ems, Essen, Frankfort, Freiburg, Hamburg, Hannover, Kassel, Keulen, Kiel, Koblenz, Krefeld, Mains, Mannheim, München, Münster, Neurenberg, Solingen, Ulm Warms plaats in West-Vlaanderen - leper plaats in Württemberg Aaien plaats in Yorkshire Leeds plaats in Zaanstreek - Krommenie, Wormerveer, Zaandam, Zaandijk plaats in Zambia Lusaka plaats in Zeeland Arnemuiden, Bath, Biervliet, Breskens, Brouwershaven, Bruinisse, Colijnsplaat, Domburg, Eede, Goes, Groede, Haamstede, lerseke, Kats, Klinge, Kloetinge, Kruiningen, Middelburg, Nisse, Renesse, Rilland, Sluis, Tholen, Veere, Vlake, Vlissingen, Westkapelle, IJzendijke, Zaamslag, Zierikzee plaats in Zeeuws Vlaanderen Aardenburg, Axel, Biervliet, Breskens, Eede, Hulst, Oostburg, Terneuzen, IJzendijke plaats in Zuid-Afrika - Bloemfontein, Durban, Grootfontein, Johannesburg, Kaapstad, Keetmanshoop, Lüderitz, Pieterburg Pietermaritzburg, Pretoria, Tsumeb, Vrijburg, Walvisbaai, Welkom plaats in Zuid Amerika zie: ook bij de afzonderlijke staten) Caracas, Concepcion, Bogota, Brasilia, Lima, Quito, Rio, Rosario, Santiago, Valparaiso plaats in Zuid-Australië - Adelaïde, Kingston, Oodnadatta, Petersborough,Tarcoola, Wallaroo, Woomera plaats in Zuid Holland Alblasserdam Alphen, Ameide, Arkel, Asperen, Bodegraven, Bolnes, Boskoop, Brielle, Delft, Dirksland, Dordrecht, Gorkum, Gouda, Haastrecht, Hillegom, Kaag, Katwijk, Leerdam, Leiden, Leimuiden, Lisse, Maassluis, Naaldwijk, Oegstgeest, Oostvoorne, Pernis, Puttershoek, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Scheveningen, Schiedam, Sliedrecht, Strijen Vlaardingen, Vianen, Vlist, Voorburg, Wassenaar, Woerden, Zwammerdam, Zoetermeer, Zwijndrecht plaats in Zuid-Jemen - Aden plaats in Zuid Korea Mokpo, Poesan, Seoel, Taegoe plaats in Zuid Vietnam Dalat, Danang, Hue, Saigon plaats in Zweden Djursholm, Ebeky, Falun, Gävle, Göteborg, Haverdal, Huddinge, Laholm, Lund, Malmö, Näsbypark, Norrköping, Ornsköldsvik, Stockholm, Strömma, Unnaryd, Uppsala, Växjö, Ystad plaats in Zwitserland Airoio, Alststatten, Basel, Bern, Brig, Chur, Davos, Elm, Freiburg, Genève, Interlaken, Kublis, Lausanne, Locarno, Lugano, Luzern, Montreux, Neuchâtel, Schaffhausen, Sargans, Spiez, Thun, Vevey, Zermatt, Zug, Zürich plaats in de Achterhoek - Aalten, Borculo, Doetinchem, Eibergen, Groenlo, Lichtenvoorde, Ruurlo, Vorden, Winterswijk, Zelhem plaats in de Betuwe – Beesd, Culemborg, Driel, Elst, Geldermalsen, Kesteren, Lent, Lienden, Ochten, Opheusden, Tiel plaats in de bijbel Babel, Bethanië, Bethel, Bethlehem, Berseba, Emmaus, Hebron, Jericho, Jeruzalem, Mamré, Nazareth, Samaria, Silo, Tirza, Ur plaats in de Insulinde - Bandjermasin plaats in de Langstraat Capelle, Raamsdonk(sveer), Spreng, Waalwijk, Waspik plaats in de Lijmers Angerlo, Didam, Duiven, Wehl Zevenaar Plaats in de Noordoostpolder - Emmeloord, Ens, Urk, Vollenhove plaats in de Peel Griendtsveen, Helenaveen, Neerkant, Odiliapeel plaats in de Sovjet Astrakan, Bakoe, Charkow, Gomel, Gorki, Jalta, Kazan, Kiew, Kirow, Leningrad, Minsk, Moskou, Odessa, Omsk, Riga, Rostow, Samara, Tbilisi, Unie, Wolgograd plaats in de Streek Blokker, Grootebroek, Westwoud plaats in de Verenigde Staten Albany, Atlanta, Austin, Baltimore, Berkeley, Boston, Buffalo, Chicago, Cincinnati, Cleveland, Denver, Detroit, Houston, Madison, Miami, Milwaukee, Nashville, New Orleans, New York, Philadelphia Pittsburgh, Reno, Richmond, Tulsa, Washington plaats in de Zaanstreek Koog, Krommenie, Westzaan, Wormerveer, Zaandam, Zaandijk plaats in een rij nummer plaats in een schouwburg - baignoire, balkon, engelenbak, galerij, loge, parket, parterre, schellinkje, stalles, zaal plaats in het Gooi Blaricum, Bussum, 's Graveland, Hilversum, Huizen, Laren, Naarden plaats in het Moezelgebied - Metz plaats in het oude Egypte - Memphis plaats in het periodieke systeem - atoomnummer plaats in het Roergebied - Dortmund, Duisburg, Düsseldorf, Essen, Oberhausen plaats innemen - beslaan plaats innemen van een ander invallen plaats maken - treden plaats maken voor - inruimen plaats met beschouwingen - tekst plaats met geneeskundige baden - Ems plaats met veel kwekerijen - Aalsmeer, Boskoop plaatsnaam - toponiem plaats of ambt van een hoogleraar - preekstoel plaats om schaats te rijden - ijsbaan plaats om te rusten bed, divan, stal plaats om te slapen - bed, divan, slaapbank plaats om vlas te roten - root plaats om vlees te roken - wieme plaats om zich te verbergen - schuilplaats plaats op aarde boven het hypocentrum - epicentrum plaats op Ameland Ballum, Buren, Hollum, Nes plaats op Aruba - Balashi, Bushiribana, Druif, Noord, Oranjestad, Savaneta plaats op Bahama eilanden - Nassau plaats op Bahrein eilanden - Manama plaats op Balearen - Arta, Ibiza, Inca, Makou, Manacor Palma plaats op Barbados Bridgetown plaats op Bermuda eilanden - Hamilton plaats op Boeroe - Leksoela, Namlea plaats op Bonaire - Antriol, Kralendijk, Montagne, Rincon, Wanapa plaats op Borneo Bandjermasin, Brunei, Ketapang, Pontianak, Samarinda, Sampit plaats op Caledonië - Noumea plaats op Celebes - Bitung, Donggala, Gorontalo, Poso, Makasar, Manado, Mekassar, Menado, Palopo, Parepare, Poso, Tondano plaats op Ceylon - Colombo, Kandy plaats op Corsica Ajaccio, Bastia, Bonifacio, Calvi, Corte, lle, Rosse plaats op Cuba - Cienfuego, Guatanamo, Havanna, Holguin, Palmira, Santiago, Trinidad plaats op Cyprus Famagusta , Limasol, Nicosia, Nicosia plaats op Elba Rio plaats op Formosa - Kiloeng, Tainan, Taipeh plaats op Goeree en Overflakkee - Achthuizen, Dirksland, Goedereede, Herkingen, Melissant, Middelharnis, Ooltgensplaat, Oud dorp, Sommelsdijk, Stellendam, plaats op Groenland - Angmagssalik, Etah, Godthab, Ivigtut, Jakobshavn, Sondre, Strömford, Thule plaats op Haïti Barahona, Gonaives, Jacmel, Port au Prince, Santiago plaats op Jamaica Kingston plaats op Java Ambawara, Bandjar, Bandoeng, Blitar, Bogor, Djakarta, Garoet, Jogja, Kediri, Kertosono, Madiun, laats op Kreta Candia, Chania, Kanea, Rethimnon, Sfakia, Sitia, Timbakion plaats op Lombok Mataram plaats op Madagaskar zie: plaats in Malagasië plaats op Malta Valletta plaats op Noord Beveland Colijnsplaat, Kortgene, Kats, Kamperland, Wissenkerke plaats op Rozenburg Rozenburg, Blankenburg plaats op Sardinië - Alghero, Cagliari, Iglesias, Nuoro, Oristano, Sassari, Terranova, Tortali plaats op Schiermonnikoog Oosterburen laats op Schokland Ens plaats op Schouwen en Duiveland - Brouwershaven, Bruinisse, Burgh, Dreischor, Elkerzee, Haamstede, Kerkwerve, Nieuwerkerk, Noordgouwe, Noordwelle, Oosterland, Ouwerkerk, Renesse, Serooskerke, Zierikzee, Zonnemaire plaats op Sicilië Agrigento, Alia, Messina, Palermo, Syracuse, Ucata plaats op Sumatra Belawan, Djambi, Kotaradja, Medan, Padang, Palembang, Siantar, Sibolgo, Telukbetung plaats op Terschelling - Hoorn, Midsland, Oosterend, W. Terschelling plaats op Texel Den Burg, Den Hoorn, De Cocksdorp, De Koog, Het Horntje, Oosterend, Oudeschild plaats op Tholen Maartensdijk, Poortvliet, Scherpenisse, Stavenisse, Tholen plaats op Voorne en Putten Abbekerk, Brielle, Geervliet, Hekelingen, Hellevoetsluis, Kruiningergors, Oostvoorne Oudenhoven, Rockanje, Spijkenisse, Zuidland, Zwartewaal plaats op Walcheren Aagtekerke, Arnemuiden Biggekerke, Domburg, Grijpskerke, Koudekerke, Meliskerke, Middelburg, Nieuwland, Oostkapelle, Ritthen, Serooskerke, Veere, Vlissingen, Vrouwenpolder, Westkapelle, Zoutelande plaats op Wight Cowes, Ventnor plaats op IJsselmonde Barendrecht, Heenvliedt, Heerjansdam, Hoogvliet, Pernis, Poortugaal, Rhoon, Ridderkerk, Slikkerveer, Rijsoord Zwijndrecht plaats op Zuid Beveland Baarland, Bath, Biezelinge, Borsele, Driewegen, Ellewoutsdijk, Goes, 's Gravenpolder, Hansweert, Heinkenszand, Hoedekenskerke, lerseke, Kapelle, Kattendijke, Kloetinge, Krabbendijke, Kruiningen, Nieuwdorp, Nisse, Overzande, Oudelande, Rilland, Wemeldinge, Wilhelminadorp, Wolphaartsdijk plaats op de Bahama eilanden - Nassau plaats op de Bahreineilanden - Manama, Magelang, Pasuruan, Pekalongan, Porwokerto, Purkakarta, Rembang, Semarang, Situbondo, Soerabaja, Solo, Tegal, Tjilatjap, Tjirebon plaats op de Balearen Arta, Ibiza, Inca, Makou, Manacor, Palma plaats op de Bermuda eilanden - Hamilton plaats op de Falkland eilanden - Stanley plaats op. de Filippijnen Batanga Laoag, Manilla, plaats op de Hawaï eilanden Honolulu plaats op de Kaapverdische eilanden Praia plaats op de Key eilanden Elat plaats op de Nederlandse Antillen - Kralendijk, Oranjestad, Willemstad plaats op de Seychellen Victoria plaats op de Shetland eilanden - Unst plaats op de Veluwe Ede, Elspeet, Emst, Epe, Ermelo, Garderen, Harskamp, Hoenderloo, Kootwijk, Lunteren, Otterlo, Putten, Soeren, Speulde, Staverden, Stroe, Vaassen, Wekerom, Wezep plaats tussen Gouda en Utrecht - Woerden plaats tussen Moskou en Kiev - Orjol plaats van afslag in golfspel tee plaats van bestemming - destinatie, reisdoel plaats van bezwering Endor plaats van herkomst bron plaats van het laatste avondmaal - caenacilium, caenaculum plaats van in en verkoop markt, mijn, veiling plaats van lijkverbranding - crematorium plaats van oorsprong bakermat plaats van verering - moskee plaats van verschrikking - erebus, hades, hel plaats van vertrek - meet, startplaats, uitgangspunt plaats van vestiging domicilie, residentie, woonplaats, zetel plaats van wedrennen renbaan plaats van de passiespelen - Tegelen plaats van het zegel - l.s. plaats voor bouwwerk - emplacement plaats voor cafe - terraseemarkt plaats voor de makelaars op de beurs - parket plaats voor dierenhandel - veemarkt plaats voor eeuwige straf hel plaats voor hazen - leger plaats voor het hoofdaltaar - bema plaats voor het storten van steenpuin - steenstort plaats voor houtbewerking houtzagerij, meubelmakerij, timmermanswerkplaats, zagerij plaats voor korte rust - pleisterplaats plaats voor rust bed, brits, divan, elim, ledikant, ottomane, rustbank, rustoord plaats voor skispringen - skischans, springschans plaats voor toehoorders - tribune plaats voor vis te roken - rokerij plaats voor vlasbewerking root plaats voor wielrijden fietspad, rijwielpad, stadion, velodroom, wielerbaan plaats voor wielrijders fietspad, rijwielpad plaats voor wintersport - ijsbaan plaats waar aardgas gevonden wordt Slochteren plaats waar Aaron begraven is - Hor plaats waar anderen van afstammen - moederplaats plaats waar auto's staan - garage, parkeerplaats, showroom plaats waar bekend zout vandaan komt Boekelo, Ems plaats waar betaald wordt - kassa plaats waar broekspijpen samenkomen - kruis waar de bal valt kaats plaats waar de films gedraaid worden - cabine plaats waar de grutter zijn bedrijf doet - grutterij plaats waar de hogeschool gevestigd is - academiestad plaats waar de musici zitten orkest, orkestbak, podium plaats waar de privaten zijn - koer plaats waar de toestand onrustig en verward is - heksenketel, hel, inferno plaats waar de zee bij ruw weer stil is slaak plaats waar een wacht is uitgezet - post, wachtpost plaats waar energie wordt opgekweekt - centrale, elektriciteitscentrale, kernreactor, reactor, stuwdam, waterkrachtcentrale plaats waar energie wordt voortgebracht - ketelhuis, kernreactor plaats waar films gedraaid worden - cabine plaats waar geen licht doordringt - duisternis, schaduw plaats waar gegeten wordt - cafetaria, mensa, refter, restaurant plaats waar gekookt wordt keuken plaats waar geslacht wordt abattoir plaats waar geslapen wordt slaapkamer plaats waar gestookt wordt gashaard, haard, kachel, kolenhaard, oliehaard, oliekachel, oven, plaats waar gewerkt wordt door een kunstenaar atelier plaats waar Haarlemse klokken naar genoemd zijn - Damiate plaats waar Havelaar zijn ontslag aanbood - Lebak plaats waar haring gerookt wordt - hang plaats waar het eitje aan de naadhuid is bevestigd - navel plaats waar het licht onderschept is - schaduw plaats waar het vuil in een schip samenloopt - durk, hoosgat plaats waar iets ophoudt einde, eind, ende, finish, slot plaats waar iets voorvalt - toneel plaats waar in Jeruzalem een bruiloft gevierd werd - Kana plaats waar Jacob met de engel heeft geworsteld - Pniel plaats waar kardinalen bijeenkomen voor benoeming - conclaaf, conclave plaats waar kleinkunst wordt getoond - cabaret plaats waar men aal mag steken - aalsteek plaats waar men binnenloopt - haven, inloop, instuif, ontschepingshaven, rede, ree plaats waar men binnenrijdt - inrit, inrij plaats waar men een gebouw verlaat - uitgang plaats waar men even vertoeft - pleisterplaats plaats waar men geboren is - geboorteplaats plaats waar men grond haalt - steengroef, steengroeve plaats waar men jenever stookt - distilleerderij, stokerij plaats waar men kan ankeren - ankerplaats plaats waar men kan parkeren - parkeerhaven plaats waar men kan tanken - tankinstallatie, tankstation plaats waar men lijsten verkoopt - lijstenwinkel plaats waar men natuursteen haalt - steengroef plaats waar men paarden en rijtuigen stalt - stalhouderij plaats waar men paarden stalt - stalhouderij plaats waar men schaatst ijsbaan plaats waar men seinen geeft - seinpost plaats waar men thuis is - tehuis plaats waar men verse paarden krijgt - relais plaats waar men vlas bewerkt - root plaats waar men zich thuis voelt - element plaats waar natuursteen gedolven wordt - steengroeve plaats waar passiespelen worden gehouden - Oberammergau, Tegelen plaats waar peper wordt verbouwd - pepertuin plaats waar rookspek hangt - wieme plaats waar scheepsvuil samenloopt - durk plaats waar schepen gebouwd worden - helling plaats waar schepen gelost worden - loskade, loswal plaats waar schepen gerepareerd worden - dok, helling plaats waar schepen uitgerust worden - rederij plaats waar slag is geleverd Arnhem, Austerlitz, Bastogne (Bastenaken), Brest, Heiligerlee, Leipzig, Marne, Mook, Soissons, Waterloo plaats waar soda wordt gemaakt - sodafabriek plaats waar stenen te drogen worden gezet - tasveld plaats waar stenen worden gemaakt - steenfabriek plaats waar sterren een groep vormen sterrenbeeld plaats waar sterren het dichtst bij elkaar komen - periastron plaats waar sterren het verst van elkaar verwijderd zijn - apastron plaats waar vee wordt verhandeld - koeienmarkt, paardenmarkt, veemarkt plaats waar veel meel wordt gefabriceerd - meelfabriek plaats waar veel vis zit - inleg, leg, stekkie, toom plaats waar vis gerookt wordt - hang plaats waar vis paait - paaigebied plaats waar vlas geroot wordt - reute, root plaats waar water uittreedt bron plaats waar water verdwijnt grot, hol, ponor plaats waar zwakke kinderen heen gaan kolonie plaats waar vlas wordt bewerkt - reute, root, roterij plaats waarin zich lichamen bevinden ruimte plaats waarnaar Haarlemse klokken genoemd zijn Damiate plaats zonder water - droogte, woestijn plaatsaanduidend woord - daar, elders, er, ergens, eronder, erop, ginder, ginds, hier, overal, verderop plaatsaanduiding allerwegen, daar, elders, er, ergens, ginder, ginds, hier, nergens, overal plaatsaanwijzing - topiek plaatsbekleder - substituut plaatsbepalend - locatief plaatsbepaling - locatie, nergens, oriëntatie plaatsbepaling op zee - bestek plaatsbeschrijvende aardrijkskunde - topografie plaatsbeschrijver - topograaf plaatselijk - circumscript, lokaal, topisch plaatselijk heersende ziekte endemie plaatselijk verharde huid eelt plaatselijke ontsteking - abces plaatselijke spreekwijze accent, dialect, tongval plaatselijke verdoving - analgesie plaatselijke ziekte - endemie plaatsen - aanbrengen, aanstellen, beleggen, deponeren, installeren, legeren, leggen, logeren, naaien, neerleggen, neerzetten, neggen, onderbrengen, passen, placeren, posteren, situeren, sluiten, stellen, toevoegen, verkopen, zetten plaatsgebrek - ruimtegebrek plaatsgrijpen - gebeuren plaatsing - aanstelling, opname, positie plaatsing der leestekens - interpunctie plaatsing van zin- of scheitekens - punctuatie plaats in schouwburg - engelenbak, gaanderij, loge, stalles, zaal plaats in theater - loge plaatskaart - entreebewijs, ticket, toegangsbewijs plaatsmaken - ruimen plaats met veel inwoners - stad plaatsnaam - toponiem, toponym plaatsnaamkunde toponymie plaatsnijden - graveren plaatsnijder - graveur, prentsnijder plaatsnijkunst - graveerkunst, etskunst plaats of regio - oord plaats om vlees te roken - wieme plaats van lijkverbranding - crematorium plaats van uitstroming - kraan, sluis, tap, uitlaat plaats van verering - kerk, moskee, tempel plaats van vertrek - meet, startlijn, startpunt plaats van wedrennen - renbaan plaatsverandering - dislocatie, locomotie, lokomotie, translocatie, translokatie plaats vervangen - remplaceren, waarnemen plaatsvervangend - geaggregeerd, substituut, loco, vice, waarnemend plaatsvervangend burgemeester - loco burgemeester, L.B. plaatsvervangend landvoogd gouverneur, ruwaard, stadhouder plaatsvervangend predikant - vicar, vicaris plaatsvervangend president LP. plaatsvervangend secretaris L.S. plaatsvervangend toneelspeler doublure plaatsvervanger opvolger, remplacant, remplaçant, regent, stadhouder, vicaris, waarnemer plaatsvervanger van Mohammed - Kalief' plaatsvervanger van staatshoofd - gouverneur, regent, stadhouder plaats waar Aäron begraven is - Hor plaats waar de zee bij onrustig weer kalm is - slaak plaats waar energie wordt opgewekt - centrale, electriciteitscentrale, kernreactor, ketelhuis plaats waar gestookt wordt - haard plaats waar stroment water van een hoogte valt - waterval plaats waar vuil van een schip samenloopt - durk plaats zonder water woestijn, droogte plaatsaanduiding daar, elders, er, ergens, allerwegen, hier, ginder, ginds, overal plaatsbepaling oriëntatie; in, te, op plaatselijk lokaal plaatselijk heersende ziekte endemie plaatselijk verharde huid eelt plaatselijke spreekwijze accent, dialect, tongval plaatsen beleggen, verkopen, neerleggen, onderbrengen plaatsgrijpen gebeuren plaatskaart toegangsbewijs, entreebewijs plaatsnaamkunde toponymie plaats vervangen waarnemen, remplaceren plaatsvervangend vice, loco, waarnemend , plaatsvervangend burgemeester - loco burgemeester, l.b. plaatsvervangend landvoogd gouverneur, stadhouder plaatsvervangend president L.P. plaatsvervangend secretaris L.S. plaatsvervangend toneelspeler doublure plaatsvervanger assessor, coadjutor, conrector, invaller, luitenant, opvolger, patih, provisor, regent, remplaçant, reserve, ruwaard, stadhouder, suppleant, substituent, substituut, vicaris, waarnemer, zaakwaarnemer plaatsvervanger van een bisschop - coadjutor, vicaris plaatsvervanger van Mohammed - Kalief' plaatsvervanger van staatshoofd - gouverneur, regent, stadhouder plaatsvervanging - remplacement, substitutie plaatsvervuller - substituant, substituent plaatsverwisselen - changeren, switchen plaatsverwisseling - mutatie plaatijzer - stort plaatzwam - agaricaceae placenta - moederkoek, nageboorte, zaadkoek placet - rolbriefje placide kalm, rustig pladijs - schol plafond hoogtegrens (vliegtuig), maximum (lonen en tarieven), zoldering plafondmaker - stukadoor plafonnière - lamphouder, lampvoet, plafondlamp plag - aardkluit, doek, lap, lomp, pol, schadde (veen), tors, zode plagarius letterdief plagen - dreinen, dwarszitten, folteren, harceleren, hinderen, huilen, jennen, judassen, krenken, kwellen, kwetsen, molesteren, narren, negeren, nijdassen, pesten, prikkelen, ringeloren, sarren, sollen, taquineren, tarten, tempteren, tergen, tinsen, tormenteren, tourmenteren, tracasseren, treiteren, turken, vervolgen, verwonden, vexeren plagend - jennend, jennig, pestend, sarrend, tergend, treiterend, vexatoir plager - chicaneus, sar, treiter(aar) plagerig - kwelziek, plaagachtig, plaaglustig, plaagziek, plaagzuchtig, schalks, spotziek, vexatoir, vitterig, plagerij - chicane, geplaag, gesar, geterg, getreiter, kwelling, pesterij, plaagzuchtig, treitering, vexatie, vitterij plagiaat - letterdieverij, letterroof plagiaat plegen - plagiëren plagiaatpleger - plagiaris plagiaris - letterdief, plagiator plagiator - letterdief plagioklaas - kalknatronveldspaat plaid dek, kleed, reisdeken, sprei, tartan plak - fineerblad, klap, liniaal, medaille, moot, munt, pastille, reep, schijf, snede, snee, stok, strafwerktuig, stuk, tablet, tandaanslag plakadres - etiket plakband - (cello)tape plakboek - album plakborstel - slijfselkwast plakbrief - affiche, bekendmaking, pancarte, plakkaat plakbriefje - etiket, label, tectuur plak chocolade - reep, tablet plak vis - moot plak vis zonder graat - filet plaket penning, plak plakhout fineer, opleghout plakkaat aanplakbiljet, affiche, bekendmaking, bevelschrift, edict, klad, klodder, kennisgeving plakkaatverf - gouacheverf plakkage - fineer plakken - bevestigen, fineren, hechten, kitten, kleven, klitten, lijmen, kitten, vasthechten, vastmaken plakken brood maken - snijden plakker - koolmees, plafonneerder, stukadoor plakkerig - kleverig, pikkerig plakkertje - etiket plakles - slöjd plakletter - reliëfletter plakmiddel bisonkit, cetabever, collall, gluton, gom, kit, kleefstof, lijm, plaksel, solutie, stijfsel, syndeticon, tijgerlijm, velpon plakplaatje - sticker plakpleister hechtpleister, plakker plaksel gluton, gom, kit, lijm, plak, solutie, velpon plaksel voor banden - solutie plakspecht - boomklever plaksteen - bekledingssteen plammoten - bevlekken, bezoedelen plamodder - modder, slijk, wijf plamuur - specie plan aanleg, aanslag, bedoeling, beraming, beschrijving, delineatie, bestek, concept, denkbeeld, doel, doelstelling, hoogte, idee, intentie, intrige, niveau, onderneming, ontwerp, opstelling, opzet, ordening, plattegrond, plot, project, projectie, samenzwering, schema, schets, strategie, toeleg, tracé, vernemen, voornemen, voorstel, ijver, plan de campagne veldtochtsplan plan maken - ontwerpen plan van zetwerk lay out planariën - trilwormen, tubellaria planchet borstplankje, meettafeltje planconcaaf - plathol planconvex - platbol planeerhamer - piethamer planeet aarde, dwaalster, Ceres, hemellichaam, Hermes, Jupiter, Maan, Mars, Mercurius, Neptunus, Pluto, Saturnus, ster,Uranus, Venus, zon, planeet buiten de loopkring der aarde - buitenplaneet planeet met roodachtig licht - Mars planeet met 4 manen (ontdekt in 1781) - Uranus planeet ontdekt in 1930 - Pluto planeet tussen Mars en Jupiter - Pallas planeet Venus in de tijd, dat ze voor de zon opkomt - morgenster planeetkijker telescoop planeetlezer astroloog, astrologe, waarzegger, waarzegster planeetmeter - planetolabium planeetwachter - maan planetoïde - asteroïde planeren - gladmaken, zwerven, zweven planetenlijst - planetarium planetoïde, derde - Jupiter planetolabium - planeetmeter, planetarium planimeter - vlaktemeter planimetrie meetkunde plank lat, deel plank (zuidnederlands) - voetzool plank aan een molenwiek - windbord plank boven de keldertrap - bordes plank in een boerenwagen - berd, bred plank onder langs wand - plint plank op zolder - zolderplank plank over sloot - omtree plank van een kast - schab, schap plank van een ton - duig plank voor de bedstee - sponde plank voor een karrebaan - kruideel plank voor het uitstallen - bordes plankbrug - vlonder planken - toneel planken bekleding - plankier planken brug tot overloop (scheepsterm) - laning planken rustbank - brits planken schot om lading in een scheepsruim te stuwen - géveling planken vloerbeschot - buikdenning, plancher, planket plankenbeschot - lambrizering, planket(sel) plankenhuis doodskist plankenkoorts - lampenkoorts plankenloods houtloods, plankenvloer, plankenbeschot plankenvloer - planket, plankier plankenvloer als overloop bij schepen - laning plankenvloer op palen boven water - plankijs plankenvloer van steigers - plankier plankenvloer waarop het geschut staat - batterijvloer, bedding plankenvrees - plankenkoorts plankenwand - schot, schutting plankerig - houterig, plat, stijf planket - plankenbeschot, plankenvloer, veldtafeltje plankier - plankenvloer, trottoir plankier bij halte - perron plank in de kast - schap plankje - sport, trede plankje dat twee stijlen verbindt - sport plankje der turftrappers - trip plankje in een zonneblind, deur of luxaflex - schoep plankje om iets bijeen te houden - spalk plankje om iets recht te houden - spalk plankje onder het been van een heistelling - sof plankje van een vat - duig plankje voor breuken - spalk planknet - bordnet plankton (zoetwater) - limnoplankton plankvormige slee - bob(slee) plankzeilen - windsurfen plankzeiler - surfer plannen - beramen, concipiëren, ontwerpen, projecteren plannen maken - plannen, projecteren plannenmaker - utopist planologie - ruimteplanning, stedebouw plant - 3 hei, hop, lis, 4 aloë, bies, brem, eppe, erwt, flox, gras, kina, look, maïs, munt, palm, raap, roos, soma, thijm, tulp, vlas 5 agave, alant, alsem, aster, canna, dodde, dolik, erica, gagel, genst, gewas, heide, herik, hulst, komijn, lelie, lotus, malve, melde, murik, netel, orego, ribes, salie, sedum, tabak, varen, viool, wikke, winde 6 akelei, azalea, clivia, dahlia, distel, dodder, dotter, foksia, hennep, kaarde, kervel, klaver, klimop, lupine, narcis, reseda, salvia, spirea, struik, tijloos, venkel, zinnia, zuring 7 abelmos, akoniet, amarant, anemoon, begonia, camelia, cyclame, fuchsia, henekam, kalmoes, lijnzaad, lobelia, maankop, petunia, violier, vuurpijl, walstro, wederik, zeegras 8 anjelier, artisjok, bolderik, bromelia, bromelia, ezelsoor, ganzerik, gentiaan, geranium, gladiool, lathyrus, liguster, orchidee, ossetong, pijlkruid, ranonkel, ratelaar, scabiosa, siererwt, spinazie, stokroos, veronica, vetkruid, weegbree 9 aardappel, amaryllos, aronskelk, bereklauw, haagdoorn, hondsdraf, muurbloem, muurpeper, nieskruid, pioenroos, sleedoorn, waterkers, zenegroen 10 goudsbloem, reigersbek, steenbreek, suikerbiet, vogelwikke, waterlelie, winterkers, zonnebloem 11 nachtschade, paardebloem, smeerwortel 12 sleutelbloem, 13 pinksterbloem plant gewas, struik plant aan de waterkant lis, rus, smeerwortel plant als sieraad sierplant plant die aan de waterkant groeit - lis, rus, smeerwirtel plant die de bruidskrans levert - mirte plant die gastheer is voor parasieten - waardplant plant die haar voedsel uit organisch afval put - paddestoel, schimmel plant die in een rotsspleet groeit - chasmofyt plant die op mesthopen groeit - mestplant plant die van dier en plantenresten leeft - saprofiet plant die verbouwd wordt om de in de wortel bevattende kleurstof - mee(krap) plant met aarde pol plant met bittere blaren alsem plant met bittere wortel alant plant voor kleurstol - mee, meekrab plant met roodachtig blad mansoor plant met stekels roos, doorn, distel plant met sterk smakende zaden - anijs, komijn plant met weerstand tegen droogte xerofyt plant uit Afrika aloë plant voor bruidskrans mirte plant voor groenbemesting lupine plant voor ,kleurstof mee, meekrap plantaanachtige - plantaanceeën plantaardappel - planter, pootaardappel, poter plantaarde - humus, potaarde, teelaarde, tuinaarde plantaardig - vegetarisch plantaardig leder - veritex plantaardig toevoegsel voor bier - gruit plantaardig vergif - nicotine plantaardig voedsel groente, fruit, brood, aardappel plantaardige eiwitten - glutelinen plantaardige geelrode verfstof - orleaan plantaardige kleurstof - anatto, fibrine plantaardige olie - kamfer, sesamolie plantaardige verfstof - meekrab, orleaan plantaardige vezel - katoen, linnen, stengelvezel plantafdruk in steen - biblioliet plantage - aanplanting, aanplantpark, culture, kweekplaats, plantsoen plantagenet, lid van ht huis - 3 Jan 4 Anne, Joan, John 5 Adele, Edward, Fulco, Henry, Roger 6 Arthur, Edmund, Eduard, George, Lionel, Robert, Thomas, Willem 7 Blanche,Filippa, Hendrik, Richard, 8 Eleonora, Geoffry, Godfried, Humphry, Mathilde, Philippa, Stefanus 10 Margarethap plantaginacee - littorella, plantao, weegbree plantdier - hydropoliet, kwal, zoöfiet planteermachine - stelmachine plantein - weegbree planteëiwit in tarwe - aleuron planteboter - palmine plantein - weegbree plante-ivoor - tagua plantekaasstof - legumine plantekening - protografie planteleurstoffen gele - flavonen plantelijm - glutine planteluis - phytophtiras plantendeel blaar, blad, bloem, doorn, kelk, kroon, meeldraad, stamper, steel, stempel, vezel, vruchtbeginsel, wortel planten – borduren, gewas, gooien, groen, hekelen, inpoten, poten, prikken, steken, stekken, stikken, telen, werpen, planten, geografisch begrip - bitoop, monotoop, polytoop planten geslacht der veelknopigen - duizendknoop plantenaardrijkskunde fytogeografie plantenalbum herbarium planten anatomie - fytotomie plantenbeschrijving - fytografie plantenboter palmine plantenbus - boraniseertrommel plantencelwandttof - cellulose plantendeel - blad, bloem, doorn, kelk, kroon, meeldraad, stamper, steel, stengel, vezel, wortel plantenetend dier - fructivoor, herbivoor planteneiwit in tarwe - aleuronaat planten en bloemen - flora plantenetend dier fructivoor, herbivoor plantenetend zeedier - doejoeng, lamentijn, zeekoe planteneter fytofaag, herbivoor, vegetariër plantenfamilie - mimosa plantenfamilie der wieren - algen plantengeslacht - arabis, bernage, bernagie, borage, eucalyptus, euonymus, eupatorium, euphorbia, gagel, gentiaan, klaverzuring, klis, klit, lis, look, maluwe, melde, mimosa, nieskruid, nigille, orego, reigersbek, ribes, ruit, saxifraga, silene, tabak, tijm, zuring plantengeografie - geobotanie plantengeografisch begrip - bitoop, monotoop, polytoop plantengeografisch gebied - Antarctis, Australis, Capensis, Holarctis, Neotropis, Palaeotropis plantengroei plantenleven, vegetatie, woekering plantenhuis (broei)bak, kas, oranjerie, serre plantenkasstof - legumine plantenkast - schap plantenkenner - botanicus, botanist, plantkundige plantenkunde - botanie, fytologie plantenleven - flora, plantengroei, vegetatie, woekering plantenloogzout - potas plantenmeel - cassave plantenontleedkunde - fytotomie plantenreservestof - hemicellulose plantenresten - humus plantenrijk -flora plantenrijk, hoofdgroep uit het algen, cormophyta, spermatophyta, tallophyta, wieren plantenslaap - nyctinasie plantensoc iologie - vegetatiekunde plantensoort der palmen sabal plantensproeier - gieter plantenstekel doorn, doren plantentuin hortus plantentuin te Buitenzorg (Ind.) kebon plantenverfstof - fibrine plantenverzamelaar - herborist plantenverzamelen - botaniseren, herboriseren plantenverzameling - herbarium, hortus plantenverzorger - gardenier, hovenier, tuinier, tuinman plantenvezel - jute, katoen, sisal plantenvezelstof - fibrine plantenvlo - collembola plantenvocht - sap plantenvoedsel compost, humus, kunstmest, mest, pokon plantenwereld flora plantenziekte aal (ziekte), aardappelziekte, bladziekte, bleekziekte, dauw, gal(appel ziekte), gomziekte, hartrat, hondsrozenspons, iepziekte, koprot, krinkel, kroesziekte, krul, molenaarsziekte, noot, reup, roest, roet, rood, smeul, spint, steelrot, steelziekte, wormziekte, plntenziekte door schimmels veroorzaakt - aardappelziekte, brandzwam, brandzwammen, honingzwam, iepenziekte, meeldauw, roestzwam, roestzwammen, zwam, zwammen plantenziekteleer fytopathologie planter kweker, poter, teler, verbouwer planter van suikerriet - rietplanter planteresten - humus planteslinger als versiering - arabesk plantgewassen - vegetabiliën planthof - planterij plantje ereprijs, kroos, mos, ogentroost, reigersbek, stek plantkunde botanie, botanica, fytologie plantkundige - botanicus, botanist plantkundige term - endogeen, exogeen plant met aarde - pol plant met bittere blaren - alsem plant met stekels - cactus plant uit Zuid-Amerika - aardappel, tabak, tomaat planton wachtpost plantontleding fytoanatomie planlontleedkunde - fytotomie plantraap - koolraap plantsoen aanleg, gazon, park, pinctum (van pijnbomen), perk, plantage, wandelpark plantsoen in de vorm van een ster - sterrebos plantsoen van pijnbomen - pinetum plantureus - weelderig plan voor weg - trace plapperen - babbelen, bazelen, klapperen, ploeteren, slobberen plas ank, elft (jonge), fint, haf, hank, kolk, krentenbroodje, lagune, meertje, meer, poel, slenk, ven, vochthoeveelheid, vijver, waterkuil, zee plas op de hei - slat, ven plasma - bloedbestanddeel, bloedwei plasmodium - malariaparasiet, sporozoa, syncytium plasregen plensbui, slagregen, stortbui plassen - ploeteren, spatten, urineren, waden, wateren plassen in water - lobberen plastics isomeren plasticiteit aanschouwelijkheid, kneedbaarheid, smijdigheid plastics - isomeren, kunststoffen plastiek - boetseer, beeldwerk, modelleer, snijkunst, uithouw plastieke stof - bakeliet plastisch - beeldend, aanschouwelijkheid plastron - buikschild, borstlap plat - afgezaagd, alledaags, banaal, burlesk, dialect, dun, eenvoudig, effen, egaal, flauw, gelijk, geslepen, gewoon, glad, horizontaal, ondiep, ordinair, plet, prozaïsch, triviaal, vlak, vuil, vulgair, week plat aandrukken - pletten plat afhangend - sluik plat beschuitje - rotje plat burgerlijk persoon - filister plat dak - terras plat drukken - vermorzelen plat Duits - Nederduits plat en egaal - vlak plat Engels - cockney, pidgin plat gehamerd - beslagen plat gesuikerd preparaat - pastille plat grendeltje - klem, knip, praam plat hoofddeksel pet plat hout plank, lat plat huisdak - platform plat laagje - film, fineerlaag plat maken - platten, pletten plat open zeilbootje - lark plat ovaal vat - aad plat persen - pletten plat rond gebak - bolus plat rond hoedje - matelot plat rond voorwerp - schijf plat schip - kaan plat slaan - drukken, persen, vergruizen plat stuk - schijf plat stuk drijfijs - ijsschots plat stuk hout - plank plat vaartuig - kaag, pont, praam plat vlechtwerk hor plat ijzer om te lichten - penter platzaad - perzikkruid plataanachtigen - platanaleeën plataf ronduit, vlakaf, kortweg platbol platconvex platboomd vaartuig aak, bokschip, bom(schuit), bijlander, blazer, bok, bons, botter, bijlander, hengst, kaag, klinkaard, pleit, praam, punter, samoreus, schietschouw, schouw, smak, somp, tjotter, tromp, vlet, vlot, Westlander, zolderschuit platboomde boerenschuit - plat platboomde schuit - praam, schietschouw platboomde vissersschuit - bons, knots, pluit(er), pluut, smak platburgerlijke personen - filibusters plateau bedienblad, dienblad, hoogvlakte, mesa, (presenteer)blad, tafelberg, tafelland, schenkblad, theeblad plateau (Noors) - fjeld plateau in Irak - Djazira plateel aardewerk, faience, majolica, pul, schaal, schotel, vaas plateelbakkerij - keramiek plateelgoed aardewerk platenaars - meekrap platenatlas album platenboek - album platendraaier - grammofoon, pickup, platenspeler platengek - discofiel platenspeler - draaitafel, grammofoon, pathefoon, pick up, wisselaar platenverzamelaar discofiel platenverzameling album, atlas, discotheek, verzameling platerescostyl - platereske platform balkon, booreiland, bordes, perron, terras, plateau, platje, trambalkon, verhoging platform in een synagoge - bema platform in gebouw podium platform in schouwburg toneel platform in tram balkon platvorm, verhoogd - in een synagoge - almemmor, bima platform voor gebouw bordes platheid banaliteit, boersheid, grofheid, platitude, proza, trivialiteit, vulgariteit, plathol - planconcaaf platina Pt., witgoud platinadruk - platinotypie platinametalen - iridium, osmium, palladium, platina, rhodium, ruthenium platinasulfide - coöperiet plating - walbeschoeing platitude - platheid platje - guit, kwantje, platluis, schelm platkop - platyrrhina platluis - schaamluis, weegluis platmaken - omkopen, pletten platneus - guit, platje, slimmerd Plato's fantastisch eilandenrijk - Atlantis platschelp - tellina platslaan - pletten, vergruizen platsnavel - todie platstaart - Platurus, zeeslang platster - archaster, zeester platteerwerk - pleet platte balein - planchet platte biezen mand - kalebas platte broeikas - éénruiter platte buidel - tas platte dameshoed - matelot platte flacon voor sterke drank - peter platte handkoffer - attachecase platte heuvel, door het ijs gevormd drumlin platte houten lepel spaan platte kandelaar - blaker platte koek - flap, wafel platte koker voor mes - schede platte lat - richel, tengel platte muts - baret platte op latjes geplakte vlieger - kolder platte ovale steenvrucht - amandel plate schop - bats, schoef platte schotel - plateel platte schuit - praam, westlander platte schuit voor schipbruggen - ponton platte sleutel - yalesleutel platte steen - estrik, scheersteen, tegel platte streng - platting platte taal Bargoens, boers, dieventaal, patois, slang, straattaal platte taal van het land boers, patois platte turf baggelaar platte vlieger - kolder platte vrouw - lat, strijkplank platte zak tas platteband - bandlijst platteerwerk - pleet plattegrond grondtekening, grondvlaktekening, (land)kaart, map, plan, situatieplan, tekening, plattegrondbepaling ichnografie plattekaas - rongel platteland - campagne plattelander - boer, boertje, buitenmens, dorpeling plattelands - agrarisch, dorps, landelijk, provinciaal, ruraal plattelandsdokter - chirurgijn (oud) plattelandsgemeente dorp platuit - ronduit, rondweg platvink portemonnee, portefeuille platvis - (aal)bot, griet, heilbot, raapbot, rog, schar, schol, tarbot, tong platvissen - herosomata platvloers - banaal, grof, ordinair, plat, triviaal, vulgair platvloersheid - vulgariteit platvoet - plancius platvoeten maaivoeten, strijkijzers platwalsen - pletten platweg - platuit, ronduit, rondweg platwormen - plathelminthes platzak - arm, berooid, blut, rut platzand - perzikkruid plausibel - aannemelijk, aanvaardbaar, acceptabel, geloofwaardig, waarschijnlijk plausibiliteit aannemelijkheid, waarschijnlijkheid plavei - straatsteen, vloersteen, vloertegel plaveien bestraten, betegelen, bevloeren plaveier - straatmaker plaveisel bestrating, betondek, bevloering, estrade, straatdek, straatstenen, wegdek plaveisteen straatsteen plavuis - estrik, vloersteen, vloertegel playbacken - mimen, naapen playboy - fuifnummer, nietsnut, versierder plebejer onbeschaafde, onadellijke plebejisch onbeschaafd, plat, vulgair plebisciet volksstemming, referendum plebs falderappes, gepeupel, grauw, janhagel, massa, rapalje, schorremorrie, schuim, soepie plecht - scheepsdek, voorsteven plechtanker - noodanker, redmiddel (laatste) plechtgewaad - ornaat, statiekleed, toga plechtig ceremonieel, deftig, eerwaardig, ernstig, formeel, gewijd, grave (muziek), maestoso, officieel, solemneel, statig, verheven, vormelijk, waardig plechtig bevestigen - inaugureren, inhuldigen, inwijden plechtig gewaad - gala, ornaat, toga, smoking plechtig gezang - koraal plechtig godsdienstig gewaad - pontificaal plechtig herdenken - solemniseren plechtig langzaam - statig plechtig lied - koraal plechtig openen inwijden plechtigheid begankenis, begrafenis, belijdenis, ceremonie, doop, opening, solemniteit, statigheid, troonrede, wijding plechtigheid in parlement troonrede plechtigheid na een uitvaartmis - absoute plechtige bedegang – processie plechtige belofte eed, gelofte plechtige dracht gala, ornaat plechtige ingebruikneming inwijding plechtige inkomst intree, intrede, entree plechtige kleding - gala, ornaat, rok, smoking, toga plechtige lofzang - hymne plechtige optocht - processie plechtige toezegging eed, gelofte plechtige verklaring eed, gelofte plechtigheid - ceremonie, doop, solemniteit, staatsie, statie, wijding plechtstatigheid - graviteit, deftigheid plee bestekamer, doos, gemak, latrine, retirade, toilet, watercloset, w.c. pleegkind - pupil pleegzuster - nurse pleeruimer - beersteker pleet - double plegen - bedrijven, begaan, doen, gewoon (zijn), uiten, uitwerken, verrichten plegen van overspel - echtbreuk pleger bedrijver, dader, delinquent Pleiaden, een der - Pleione pleidooi - betoog, pleit(rede) plein agora, brink, bijeenkomst, dries, forum (Latijn), markt, marktplein, plaats, piazza, plaza plein in Alkmaar Kaasmarkt plein in Amsterdam Dam, Frederiksplein, Mercatorplein, Munt, Rembrandtsplein, Surinameplein plein in Den Haag Binnenhof, Buitenhof, Toernooiveld plein in dorp brink, laar plein in Maastricht Vrijthof plein in Utrecht Neude, Vreeburg plein in vele plaatsen Stationsplein plein met kramen - markt plein-pouvoir - volmacht pleinschaal - kompas pleinvrees - agorafobie, ruimtevrees pleinzaad - dennezaad pleister - emplastrum, gips, gipsmeel, hechtpleister, kalkmengsel, muurkalk, specie, stuc, verzachting, vergoeding pleisteraar stukadoor pleisteren aanleggen, bestrijken, ophouden (zich), rapen, rusten, stukadoren pleisterkalk - gaas, gips, mortel, stuc, stuk, pleisterplaats - halte, kalkmergel, motel, pleisterspecie, relais, standplaats, station pleisterplaats (Duitsland) Rasthof pleisterplaats in woestijn oase pleisterspecie - stuc pleisterwerker - stucadoor pleistoceen diluvium, Kaenozoïcum, plistoceen pleistocene ijstijd Günz, Mindel, Riss, Würm, Saaie, Weichsel pleit apologie, defensie, geding, geschil, pleidooi, proces, rechtsgeding, rechtsstrijd pleitbezorger advocaat, advokaat, procureur, raadsman, verdediger pleite - bankroet, foetsie, gegaan, kwijt, platzak, vertrokken, vlucht, weg pleite gaan - vluchten pleiten - bepleiten, eisen, plaideren, procederen, verdedigen pleiter - advocaat, verdediger pleitgeding - geschil, pleidooi, rechtszaak pleitrede dingtaal, pleidooi pleitzak dossier pleitzaal - rechtzaal pleitziek - betwistbaar, litigieus plek - area, gehucht, kaap, klad, oord, plaats, punt, stede, stee, vlak, vlek plek aan appel - stee, valstee plek in weefsel - glee plek op dierenvoorhoofd - kol plek waar dieren gevoederd worden - voederplaats plek waar gewisseld wordt - wisselplaats plek waar vis zit - leg plekje - hoek plekker - plafondmaker, stukadoor, witter plekkig - vlekkig plek of regio - oord plek of striem - moet plemp - vissersboot plempen aanvullen, dempen, plenzen, plonzen, storten plenair volledig, voltallig plengen - storten, uitgieten, vergieten, verzachten plenging - offerande plengoffer - bloedoffer, drankoffer, libatie, offerande plenipotentiaris - gevolmachtigde pleno-in - plenair plens golf, guts, scheut plensbui - gietbui, plasregen, slagregen, stortbui, stortregen wolkbreuk, plensen - gieten, gutden, stromen plensregen - wolkbreuk plenty - genoeg, overvloed, overvloedig, veel, volop plenzen - gieten, gutsen, plempen, regenen, slagregenen, uitstorten plenzende hoeveelheid - plens plet - pletterij pletbaar - malleus, smeedbaar piethamer - slechthamer pletora - volbloedigheid pletrol - wel, wals pletsen - uitgieten pletten - lamineren, platmaken, platslaan, platten, slaan, uitpersen, uitslaan, uitpersen, uitsmeden, vergruizen, verbrijzelen, walsen pletter - wals pletteren - neersmijten pletwerktuig - mangel, pletmolen, pletrol, stoomwals, wals, pleura - borstvlies pleuren - leggen, plaatsen, smijten pleureuse - lamfer, rouwband pleuritis borstvliesontsteking pleviervogel - goudsnip, griet, grutto, houtsnip, kemphaan, kievit, kluut, snip, scholekster, strandloper, tureluur, watersnip, wulp plezant - aangenaam, jofel plezier - aardigheid, alert, amusement, behagen, divertissement, gein, genoegen, genot, jolijt, jool, leut, liefhebberij, lol, lust, oele, plezier, pret, schik, vermaak, verzet(je), vreugd(e), vrolijkheid, welbehagen, welgevallen, ijspret plezier achteraf - napret plezieren - verblijden plezier hebben in - lusten plezier in het leven - levensvreugd, levensvreugde plezier in het op jacht gaan - jachtgenoegen, jachtgenot, jachtvermaak plezier om het verdriet van een ander - leedvermaak plezier vooraf voorpret plezierig - aangenaam, aardig, amusant, fleurig, fijn, geestig, genoeglijk, genotvol, gezellig, heerlijk, jofel, jolig, keurig, kostelijk, leutig, lollig, mooi, opgewekt, plezant, prettig, vergenoegd, vermakelijk plezierig uitgaan - trip, tripje plezierige roes - euforie plezierjacht - boeier, jacht, motorkruiser, pleziervaartuig, zeejacht pleziermaker cabaretier, clown, geinmaker, grapjas, grappenmaker, lolbroek, pretmaker, komiek plezier of lol - vermaak plezier of pret - vreugde plezierpapier accommodatiewissel plezierreisje cruise, excursie, plezierbootvaart, rondvaart, Rijnreisje, spelevaart, trip, uitstapje, vakantiereis, vliegreis, plezierreiziger - toerist plezierrijtuig - brik, janplezier, tentwagen plezierrit - corso, dagtocht, excursie, rondrit, rijtoer plezierterrein - lunapark, lusthof, pretpark pleziertje - lolletje, pretje pleziertocht - rondvaart pleziertocht in een boot - spelevaart pleziervaart spelevaart pleziervaartuig - boeier, jacht, zeilboot pleziervoertuig janplezier plezierwerk - hobby plezometer - drukkingsmeter plicht incumbentie, officium, opdracht, taak, verplichting plichtenleer - deontologie, ethiek plichtsbetrachting - ernst plichtschending - prevaricatie plichtsvervulling - plichtsbetrachting, prestatie plichtbeweging - compliment plichtenleer - ethiek plichtenleer (Islamitisch) - Fikh plichtig - schuldig, verschuldigd plichtpleging - beleefdheidsbetuiging, ceremonie, compliment, egard, hoffelijkheid plimsolimerk - laadstreep, uitwateringsmerk plint - muurlijst, richel, vloerlijstvoetlijst pliotron - triode plissé geplooid, plooisel plisseren - plooien plissoir - nagelborstel plod - dronkaard, luiaard, slet, vod plodde - dronkaard, luiaard, slet ploeg - afdeling, eg(ge), elftal, ensemble, equipe, groep, koppel, landbouwwerktuig, messing, ploegschaaf, team, troupe, voetbalteam, werkploeg ploeg met een dubbel rister - aanaardploeg ploegbaas - kras, mandoer, onderbaas, opzichter, voorman, werkmeester ploeg, deel van een - rister ploeg spelers - team ploeg van ministers - kabinet, ministerie ploeg van voetballers - elftal, team ploeg voor de stoppels - stoppelploeg ploeg zonder schaar - egeleg, egelegge, haakploeg ploegbaas - kras, mandoer, onderbaas, opzichter, voorman, werkmeester loegbaas (Ind.) - tandol ploegbalk - ploegboom ploegbeen - aangezichtsbeen ploegblad - schaar ploegdeel - rister, stortbord, strijkbord ploegen akkeren, bevaren, doorklieven, groeven, moren, omwerken, omwoelen, zwoegen ploeger - landman ploeggenoot - maat ploegleider - voorman ploegmes - kouter, riester ploeg rister - strijkbord ploegschaar - scharre ploegschaarnavel - schaarbek ploegsnee voor, vore ploeg spelers - team ploegstaart stuurstang ploegstoker - ploeghak ploegijzer - kouter, ploegschaar, riste- ploert - barrel, dikdoener, doordraaier, fielt, filister, hufter, huisbaas, losbol, misbaksel, onverlaat, patser, plug, poen, pooier, prol, proleet, schavuit, schoft, schurk, schelm, smeerlap, sujet ploertachtig alledaags, bekrompen, gemeen, kleinburgerlijk, laag, liederlijk, ruw, verlopen ploertendoder - cassé, tete ploerterij - lichtmisserij ploertig bot, gemeen, grof, laag, liederig, lomp, onbeschaamd, ongemanierd, poenig, ruw, schofterig ploertigheid - onbeschoftheid, ruwheid ploertin - hospita ploeteraar - werkezel, zwoeger ploeteren - baggeren, modderen, moren, otteren, plassen, plons, pof, sloven, tobben, wroeten, wurmen, zwoegen plof bons, dreun, explosie, klap, knal, smak, stoot, val. plofboot - motorboot ploffen - exploderen, knallen, kwakken, vallen ploffer explosief, klapper, schietwapen, ontploffingsgeluid plofkland - explosie, occlusief plok - bosje, handvol, plukje, ruit, toef plokgeld - strijkgeld plombe - loodje, loodzegel, tandvulling, zegellood plomberen - loden, verzegelen, vullen plomp - bot(weg), dik, dotterbloem, grof, log, lomp, lummelachtig, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, ongelikt, onhebbelijk, ongemanierd, ontsierlijk, plat, plons, ruw, vormloos, waterboterbloem, zwaar plompaard - lomperd plomp dier - neushoorn, nijlpaard, olifant plompheid - grofheid, logheid plompe meid - trien lompen – springen plomp gebouwd rund - buffel plompheid - grofheid, logheid plomp persoon - bobberd plompverloren - abrupt, botweg, pardoes, onverhoeds, onverwachts, opeens, plotseling plonsstok - kloet, pols plonzen - plempen,n, spattespetteren plooi - antiform, frommel, frons, golving, groef, inleg, kneep, kreuk, kreukel, lies, link, model, neep, plica, plooisel, pof, pijpplooi, reef, ribbel, rimpel, rugae, vorm, vouw, zeet plooi van zeil - reef, rif plooi in het strottenhoofd - stemband plooibaar buigbaar, buigzaam, flexibel, gewillig, inschikkelijk, kneedbaar, lenig, meegaande, opvouwbaar, soepel, willig plooibaarheid - souplesse plooibare verbinding tussen delen van een portefeuille slak plooidal aardplooi, trog, synclinale, terreinplooi plooien - buigen, golven, kreuken, pliseren, regelen, rimpelen, schikken, schipperen, vouwen plooier - schipperaar plooiing - anticlinaal, anticlinale, antiform plooi in de huid - rimpel plooi in het gezicht - frons plooiing in gesteente - flexuur plooiingtectogeen - orogeen plooiloos - effen, egaal, glad plooi of neep - kneep plooi of vouw - ribel plooisel lob, lub, plissage, plissé, ruche plooisel van een kraag lob, lub plooisel van maag - spasme plooivleugeligen - vespidae plooiijzer - fristeertang plot - knoop, plan plots - abrupt, accuut, eensklaps,halsoverkop, inens, onverhoeds, onverwachts, onvoorzien, opeens, pardoes, plotseling plotseling abrupt, acuut, eensklaps, hals over kop, ineens, klakkeloos, nauwelijks, onvoorbereid, opeens, onverdacht, onverhoeds, onverwacht, onverwijld, pardoes, plompverloren, plots, plotsklaps, schielijk, snel, subiet, subito plotseling (muz.) subito plotseling beginnend - acuut plotseling binnenkomen inval plotseling idee - inval plotseling lachen - proesten plotseling omkeren - omslaan plotseling ophouden - afnokken, stoppen plotseling opkomend acuut plotseling opkomende gedachte - inval plotseling sterk geluld gil, kreet, schreeuw plotseling verlangen opwelling, drift plotseling verschijnende ster nova plotselinge aandoening aanval, attaque (attak) plotselinge algemene schrik ontsteltenis paniek, shock, verwarring plotselinge angst – paniek, schrik plotselinge bevlieging - rage plotselinge beweging ruk, schok, stoot plotselinge koersdaling slump plotselinge ommekeer - ontknoping, peripetie, wending, plotselinge overval - inval, raid, razzia plotselinge radeloze angst - paniek plotselinge schrik - ontsteltenis, paniek, shock, verwarring plotselinge trek ruk . plotselinge verheffing van de wind - zeng plotselinge vrees - schrik plotselinge ziekteaandoening aanval, attaque, beroerte plotsklaps - eensklaps, ineens, onverwachts, opeens, plotseling plotter - tekenmachine plot van een verhaal - intrige pluche - fluweel, katoen, pluis, veloers, wol, pluche beer - pandabeer pluche, namaak - pluchette plug bout, deutel, keg, mond, mondstuk, pin, schroefbout, stekker, stop, stuk, wig plugijzer - deutelijzer pluim aigrette, bloeiwijze, compliment, dons, kwast, kwastje, panache, plumeaustaart, toef, veer, veder, vederbos, pluim van de haver (met korrels) - teil pluimage gevederte, veren, vogelpluim pluimbal vederbal, volant pluimbalspel - badminton, raketspel pluimbol - paardebloem pluimborstel - helmbos, panache, pluimbos, plumeau, vederbos pluimen - plukken pluimenbed - verenbed pluimenbos - helmbos, panache pluimgierst - millet pluimgras - halm, helm pluimig - donzig pluimpjesbal badminton, shuttle pluimpje compliment, loftuiting, plumula pluimpje aan de staart - kwispel pluimpjesbal - badminton, shuttle pluimriet - struisriet pluimstaart - eekhoorn, eker pluimstaartaap - saki pluimstrijken - aaien, flemen, flikflooien, slijmen, strooplikken, vleien pluimstrijkende ambtenaar - sycofant, verklikker pluimstrijker - flemer, flikklooier, kruiper, slijmjurk, vleier pluimstrijkerij - kruiperij, liefdoenerij, vleierij pluimvaren - koningsvaren pluimvee eend, gevogelte, haan, hen, hoen, hoender, kloek, kalkoen, kippen pluimveeprodukt ei pluimveeziekte - cocsidiosa, legnood, pseudo-vogelpest, pip, pluimwit - talkpoeder, pullorum, snot pluis - fatsoenlijk, gemakkelijk, glad, haartje, nop, onbedorven, opplant, pluche, rafel, rein, veilig, vers, vezel(tje), vlok, vlokje, zedig pluis fluweel - felp, fulp pluisje - draad, nop, vlokje pluisjuweel - paan, pluche, trijp pluiskruid - kruiskruid pluismachine - effilocheur pluis op wollen stof nop pluister - pluis, vezel, vlok pluit - roeischuit, zeilboot pluiter - roeischuit, zeiljacht pluizen navorsen, peuteren, uitrafelen pluizig - oneffen, ruw pluizig haar - dons pluk - beetje, boeket, bos(je), dot, handvol, kuif, lok, oogst, plok, plukje,toef, tuiltje, vlok, pluk tabak boven de pijp - pruik pluk de dag - carpe diem plukharen - bakkelien, kibbelen, ravotten, stoeien, twisten, vechten plukje - bos, dot plukje haar lok plukken - afscheuren, beroven, bestelen, oogsten, pluizen, pulken, roppen, trekken plukker - oogster pluksel - charpie, linament, pluk, rafeling, verbandmiddel pluksla - dunsel, molsla plukvet - darmvet plumaketel - akeleiruit plumbaginacee - armeria, lamsoor, limoenkruid, limonium, schapenoor plumbago - loodkruid plumbum pb., lood plumeau - vederborstel plunderaar - dief, marodeur, rover, steler plunderaarstroepen - haidoeken, heidukken plunderen beroven, depouilleren, devaliseren, gappen, maroderen, paraderen, rampokken, ravageren, roven, ruiken, ruiten, saccageren, spolieren, stelen, strooptocht, stropen, uitkleden plunderen en roven - rampokken plundering - beroving, diefstal, furie, marode, raid, rampokpartij, roof, soliatie, spoliatie plundering door soldaten furie, marode, stroperij plundertocht – raid, marode, rampok, rooftocht plunderziek – roofzuchtig plunje - garderobe, kleding, kloffie plunjer - zuiger pluralis meervoud, pl. pluralis majestatis majesteitsmeervoud pluraliteit meervoudigheid pluriform veelvormig pluriformiteit veelvormigheid plus daarbij, en, meer, optelteken, positief, (wisk.) vermeerderd met plus de buurt er omheen e.o plusfour - pofbroek, kniepantalon plusminus circa, ca., omstreeks, omtrent, ongeveer, p.m. plusminus 145 l - aam pluspool anode plutocraat - geldaristocraat, kapitalist, nabob, rijkaard plutocratie - geldheerschappij plutonisch gesteente sill, laccoliet plutonium Pu pluviale koorkap pluvier - goudkievit, goudpluvier, regenvogel, wilster, zilverpluvier pluvierachtige vogel griel, kemphaan, kievit, kluut, renvogel, scholekster, scholekster, strandruiter, zeekieft (gewestelijk), pluviersoort - renvogel, steenloper pluviervogel - kluut pluviometer regenmeter pluviose - regenmaand pneu - luchtband pneuma adem, geest, lucht pneumatiek - aeromechanica pneumatisch muziekinstrument - fonola pneumatofoor - ademwortel pneumonie - longontsteking po - nachtspiegel, ondersteek, pispot pochel - lichaam, rug pochen bluffen, bogen, bracheren, grootspreken, opscheppen, opsnijden, pralen, pronken, roemen, snoeven, steunen, vanteren pocher - blaaskaak, blageur, bluffer, branie, dikdoener, doordraaier, fanfaron, fraseur, geurmaker, grootspreker, kwast, opschepper, opsnijder, parademaker, patser, pedant, pochhans, poehamaker, poen, poseur, praalhans, praatjesmaker, praler, proneur, pronker, snoever, spekschieter, stoffer, trotsaard, windbreker, windbuil, ijdeltuit, zwetser pocheren - koken pocherij bluf, blufferij, fanfaronnade, gesnoef, grootspraak, opschepperij, opsnijderij, pedanterie, praal, 7pralerij, rodomontade, snoeverij pochet lefdoekje, zakdoekje pochhans - branie, fanfaron, grootspreker, pocher, poen, praler, , scheeuwer, snoever, zwetser pochpotje - pochspelletje pocketboek paperback, zakuitgave poco p., iets, wat, poco à poco - allengskens, langzamerhand poculeren - drinken, zuipen podagra pootje, voeteuvel, voetjicht poddel - hoer, lichtekooi podesta ban, landvoogd, machthebber, satraap, stadhouder, stadsbestuurder podium - almemmor, ambo, boa, bima, buhne, estrade, optrede,platvorm, olankier, plankier, platvorm, toneel podogra - jicht podometer - afstandmeter, schredenteller podsol - schierzand podsolhorizont - koffielaag, loodzand, oerbank, schierzand poedel – blunder, bok, does, doeshond, misgooi, misschot, misstoot, misworp, poedelhond, wentelaar poedelen baden, blunderen, krulhond, missen, wassen poedelhond does, poedel poedelnaakt moedernaakt, ontkleed, spiernaakt poeder bedak, blanketsel, gruis, medicament, meel, poeier, pulver, rouge, schoonheidsmiddel, toiletartikel poeder bereid uit zeewier - alginaat poeder of kleursel voor het gezicht - blanketsel poeder van de meekrapplant - krap poeder voor vla - custard poederachtig - mul, rul poederchocolade - cacao poederen - blanketteren, fijnwrijven poederig - mul, rul poederjas - kapmantel poederkoffie - oploskoffie poederkwastje - donsje poedermantel - peignoir poeders met stroop - bolus poedersuiker - basterd, farinesuiker, melis, strooisuiker poeder van puin - gruis poedervormig metaal thorium poedervormig slijpmiddel - amarilpoeder poeiem - gedicht, vers poëet bard, dichter, kunstenaar, rijmer, verzenmaker, zanger poef - zitkussen poefen - paffen, schieten poeha - bombarie, drukte, grootspraak, leven, omhaal, omslag, ophef, rumoer, spats, vertoon poehaan - kraan, voorman poehamaker - bluffer, ranie, drukteschopper, opschepper poeier - afstraffingdreun, dreun, opdoffer, oplawaai, pulver, stomp poeieren - fijn, wrijven poel afgrond, draskolk, kolk, laak, meer(tje), moeras, plas, somp, ven, vijver, waterplas, wetering poelen - baden, zwemmen poelepetaat - parelhoen poelet - soepvlees poelgras - rietgras poelie - pully, riemschijf, snaarschijf Poloe Pinang, stad op - Georgetown, Penang Poeloe Weh, stad op - Sabang poelslak - limnaea poelsnip - capella, watersnip poelvis - smeerling poema - zilvermeeuw poen bluffer, branie, dikdoener, duiten, geld, geurmaker, moos, opschepper, opsnijder, patser, ploert, pocher, praler, proleet, snoever, snob, snot poen geld, moos poene boete, straf poenen - slaan poenerig - patserig poenig - fatserig, poenerig, praalziek poenig mispunt - kwal poenka - fan, waaier poepuil - steenuil poer hors, morsbanker, peur, vistuig, wormentros poerga - boeran poerlood - peur poes - kat(er), dakhaas poesje - pouse-café poes met papieren - raskat poesjenel - hansworst, marionet poeslief - aanhalerig, fluweelachtig, stroperig, suikerzoet, vlijerig poespas drukte, knoeitaal, mengelmoes, onzin, potpourri, rommel, rompslomp, salmagundi, soesa, poesta - steppe, grassteppe poestig - opvliegend poet buit, geld, hoop, massa poëtisch dichterlijk poëtische naam voor Ierland Eire, Erin poets bak, frotteren, grap, grol, joke, klucht, list, mop, parten, pots, streek, truc poetsen - boenen, decrotteren, reinigen, schoonmaken, wrijven poetser - schoonmaker poetsgoed - appretuur poetskatoen dot, pinkops poetslap dot poetsmiddel - cleaner, glans, koperpoets, poetspommade, politoer, schuurpoeder, was, zilverpoets poetsmiddel voor aanrecht staalfix poetsmiddel voor hout teakolie poetsmiddel voor kachels kachelglans poetsmiddel voor tanden tandpasta poets of streek - list, loer poettie - puttee, beenwindsel poetsproduct - smeer poezelig - mollig, poezel poezelige vrouw - mokkel poezengeluid - spinnen poëzie dichtkunst, gedichten, verzen poezig - lief(tallig), zacht pof bol, gezwollen, klap, knal, krediet, opgezet, windstoot pofadder - cobra pofbroek - plusfour poffen- borgen, duwen, kloppen poffer - voetzoeker, zakpistool poffertje bollebuisje, brodertje, poffertjeskraam - bakkeet pofmais - popcorn pofspel - trictrac pogen beproeven, conatus, proberen, streven, trachten pogen te bereiken haken, rekken streven poging experiment, moeite, proef, probeersel, streven poging tot dichten gerijmel, rijmelarij poging tot koop bod poging tot moord aanslag pogrom jodenvervolging, verwoesting poids gewicht, overwicht poileren - afzetten, ombiezen point punt point d'orgue orgelpunt pointe clou, gedachte, geestigheid, moraal, strekking, tendens, woordspeling pointer - patrijshond pointeren aanstippen, aantekenen, richten, verifiëren, wagen, zetten pointlacé - borduursel pok blaar, bult, puist, pukkel, puistje, zweer(tje) pokdalig mottig poken aanzetten, duwen, kloppen, moeren, oprakelen, porren, rakelen, stoken, wekken poker - dobbelspel, kansspel pokeren - dobbelen, gokken pokerterm bluf, carré, pair, poker pokkel – bult, lichaam, rug pokken - variola pokkenbriefje vaccinatiebewijs pol - aardkluit, heuveltop, hoogte, koekje, plag, vrouwenjager, zode polaire hoedanigheid - polariteit polder - droogmakerij, koog, mee, waterschap poldergast - grondwerker polder in IJsselmeer Flevoland, Markerwaard, Noordoostpolder, Wieringermeerpolder polder in Noord Holland Beemster, Purmer, Schermer, IJpolder, Wormer polder in Zuid Holland Alexander, Babbers, Delfland polder ontstaan door kwelders - zeepolder polderbelasting - polderlasten polderbestuur - heemraad, polderstoel, waterschap polderboer - ingeland poldergast - dijkwerker, grondwerker, polderwerker polderinspectie schouw polderjongen - dijkwerker, schuier polderkoorts - malaria, moeraskoorts polderlasten polderbelasting poldermolen - gemaal polei - katrol polemiek - pennestrijd polemisch - strijdend, twistend polemologie - irenologie polemoniacee - cobaea, collomea, gilia, phlox, polemonium, vlambloem poleren - polieren, polijsten policinel - hansworst poliep - abces, actinia, blaaspoliep, gezwel, hydra, inktvis, neteldier, octopus, sepia, straaldier, tumor, vleesboom, veelvoet, vleesuitwas, zwelling poliepen - hydroidea poliepslak - nautilus poliet - beschaafd polikliniek - dispensarium polijstbare gipssoort - albast polijstaarde tripel polijstbare gipssoort albast polijsten beschaven, bruineren, gladmaken, politoeren, schuren, slijpen, veredelen, verfijnen, zoeten polijststeen amaril polio kinderverlamming, poliomyelitis polis - akte polisseur - polijster polissoir - nagelborstel politesse - hoffelijkheid, welgemanierdheid politica - staatsvrouw politicus - handige, listigaard, onbetrouwbare, slimmerik, staatkundige, staatsman politie - controledienst, hermandad, marechaussee, ordedienst, prinsenmarij, veiligheidsdienst politie (barg.) - adje politie te water rivierpolitie politie van de tsaar - Ochrana politie van het leger M. P. politieafdeling - brigade politieagent alguazil, bink, Bobby, champêtre, detective, diender, gendarme, grandige, juut, kip, klabak, lamp (bargoens), luis (Leiden), mouchard, ordebewaarder, pandoer (Zuldnederlands), piottenpakker, politiedienaar, rakker, rechercheur, rijksveldwachter, schabeletter (Zuidnederlands), trapschaar, trapscheer, rus, smeris, spoon, stille, trapschaar, trapscheer, tuut, veldwachter, verkeersagent, wauw (bargoens), wees (bargoens), wijkagent politieagent (barg.) - bout politieagent (Indonesisch) - kanarie politiebeambte - agent, diender, politieagent, rechercheur politiedienst - recherche politiehond - speurhond politiehoofd - brigadier, commissaris, inspecteur politiehoofd in Amerika sheriff politiek staatkunde, staatkundig politiek die alleen rekening houdt met de omstandigheden - opportunisme politiek die een front, tegen een staat tracht te vormen, door de buren te verenigen - omsingelingspolitiek politiek, kennis van de - politologie politiek onbetrouwbaar - inciviek politiek sluw - macchiavellistisch politiek strijder - plopper politiek systeem - actualisme politiek van staatkundige en economische expansie imperialisme politieke actie - campagne politieke afspraak - koehandel politieke afzijdigheid - isolationisme politieke belangengemeenschap - entente politieke daad, bepaalde - verkiezingsmanoevre politieke delinquent - inciviek politieke groepering partij politieke groep in de tweede kamer - fractie politieke groepering - partij politieke kleur - tint politieke kleur, van bepaalde - communistisch, laberaal, sociaaldemocratisch, socialistisch politieke onbetrouwbaarheid - incivisme politieke opdracht - mandaat politieke partij - aanhang, fractie politieke partij in Duitsland C.D.U., F.D.P., S.P.D. politieke partij in Engeland Conservatieve, Labour, Liberalen politieke partij in India - Congrespartij politieke partij in Indonesië - Masjoemi, P.K.I., P.N.I., politieke partij in Nederland A.R.P, C.D.A., C.P.N., C.H.U., G.P.V., K.V.P., P.v.d A, P.S.P., S.G.P., V.V.D., D '66, D. S. '70, Boerenpartij, P.P.R. politieke rechercheafdeling P.R.A. politieke richting - liberaal, links, rechts politieke tegenstander - frondeur politieke weerhaan - kameleon politieman - agent politiepost - gendarmerie politierechter in Spanje - corregidor politiesoldaat - gendarme, marechaussee, M.P. politiespion mouchard, verklikker politievoertuig overvalwagen, patrouillewagen politiewapen (Ind.) - lathi politionele drijfjacht razzia politoer - beschaafdheid, fijnheid, gladheid, glans politoeren opknappen, oppoetsen, polijsten polk - hol, kuil, nest polka dans polkabrok - ulevel polkadans - Rheinlander polkadansen - polkeren pollen stuifmeel pollenanalyse palynologie pollenklompje - pollinium pollepel - sleef, slieg, roerspaan pollevie - schoenhak polmast - kluitden polohemd - shirt, sporthemd polonaise - feestdans polonium po. Radium-F pols - klopping, polsus, springstok polsboord - manchet polsen - benaderen, onderzoeken, peilen, sonderen, toetsen, uithoren, vragen polsmeter - hemetachometer, sfygmometer polsmouwtje van Walcherse boerin - labadist polsslag - palpitatie, pulsatie, pulsus polsslag meter - pulsimeter polsstok - kloet, springstok polster - penterschouw, schouw polszak - puls poly - veel polyamide - nyon polychroom - bont, kleurrijk, veelkleurig polyeder veelvlak polyfagie vraatziekte polyfoon - meerstemmig, veelstemmig, veelvormig polygalacee - vleugeltjesbloem polygamie veelwijverij polyglottisch - veeltalig polygonaal polygoon, veelhoekig polygonacee - adderwortel, boekweit, bruidsluier, duizendknoop, fagopyrum, jezusgras, krodde, perzikkruid, polygonum, rabarber, rheum, roodbeen, rumex, varkensgras, veenwortel, waterpeper, zuring, zwaluwtong polygoon - veelhoekig polygraaf - veelschrijver polygrafie - veelschrijverij Polynesië, bewoners van - Kanaken Polynesië, eiland behorend tot - Alofi, Christmas, Fanning, Fotuna, Manahiki, Marquesas, Niuafu, Niue, Palmya, Phoenix, Rapa, Tahiti, Tokelau, Uea Polypodiacee - adelaarsvaren, eikvaren polyptiek veelluik polytechnische school - polytechnicum polytheïsme afgoderij, heidendom, veelgoderij, veelgodendom polijstaarde - amaril, dodekop, tripel polijstbaar gipssoort - albast polijsten - beschaven, bruineren, gladden, likken, poleren, politoeren, poppen, schuren, veredelen, verfijnen polijsthout van horlogemakers - painhout polijstmiddel - polijstlak, polijstpapler, sepia polijstpoeder - amarilpoeder, tripel polijstrood - dodekop polijststeen - amaril polijststof - amaril, aluminiumoxyde, polijststeen, smergel polytechnische school - polytechnicum polytheïsme - afgoderij, heidendom, veelgodendom, veelgoderij pomander - amberappel pomerans - keupunt, oranjeappel pommade - haarzalf, lippenzalf, poetsmiddel pommerroos - jambosa pommes frites - patat pomologie - ooftkunde pomp - aanjager, cilinder, pompoen, spanjolet, stomp, stoot, verstelwerk, zuiger pomp van een brandspuit - aanjager pompaf - bekaf, doodmoe pomparm - zwengel pompboor - schulper pompbuis - daal, pompcilinder pompel - kolk pompelmoes grapefruit pompen - ploeteren, stompen, zwoegen pompen van het hart systole pompeus deftig, dikdoenerig, hoogdravend, luisterrijk, prachtig, zwierig pompgat - lochgat, spuigat pompier - brandweerman, spuitgast pompinstallatie - gemaal, nortonpomp, welpomp pompoen - kalebas, pronkappel pompon - bolkwast pomposo (muz.) - deftig, statig pompput - jaknikker pomppijp - lul pompstation - gemaal, tankstation pompzuiger - piston pon - nachtgewaad, nachthemd, nachtjapon, nachtkleed ponceau - klaprozerood poncho - manteldoek pond Ib., libra, pd. pond sterling - livre pondegoed - afval, rommel, vodde ponder - mandje, unster, weesboom ponderen - wegen pondgaarder - korenmakelaar pondok - vakantieoptrekje (in de bergen) pond sterling L., P. St. ponem - facie, gezicht, porem, snoet, tronie poneren - onderstellen, stellen, voordragen ponjaard - dag(ge), dolk, moordpriem, pook, stekade ponk - spaarpot pons - drevel ponsen doorslaan, drevelen, stansen, stanzen, uitslaan ponsoen - graveernaald, keurstempel, patrijs ponstypist - ponser ponstypiste - pondeuse ponswerk stamswerk pont - ferry, overzet, overzetboot, ponton, veer, veerboot, vlet, vlotschuit pontbrug - pontklep ponteneur eer, eergevoel pontifex P., opperpriester pontificaal bisschoppelijk, opperpriesterlijk, pauselijk, plechtgewaad, pronkgewaad, staatsiegewaad pontiflex, maximus - paus pontje - ferryboat, gierponton, overzetboot, schouw, trekpont, veerboot ponton - brugdrager, brugschuit, drijver, schipbrug pontveer - overhaal, veerboot pontwachter - veerman, veerschipper pont - hit, ket pooien - drinken, zuipen, zwelgen pooier patser, ploert, souteneur, uitsmijter pook - buik, deugniet, doek, dolk, haardijzer, koterijzer, loet, lijf, pookijzer, porijzer, rakel, snaak, vuurijzer, zak pooklijn - schrobnetlijn pookijzer rakel Pool - aspunt, electrode, kathode (negatief), magneeteinde, naaf, noordpool, Polak, potspel, poule, raketspel, streek, vleug, zuidpool poolbeer - ijsbeer pool, de betreffende - polair pool waar bij elektrolyse de stroom intreedt - anode poolgebied Antarctis, Antarctica, Arctis poolhond - husky, sledehond poolkap - ijskap poolklem - accuklem poolkring poolcirkel poollichaampje - centrosoom, polocyt poollicht - noorderlicht, zuiderlicht poolmeter kwadrant poolreiziger Amundsen, Bellingshausen,Bering, Byrd, Davis, Hansen, Hudson, Nobile, Peary, Ross, Scott, Shackleton, Wilkins Pools componist Paderewski Pools dorpshoofd starost Poolse berg - Tatry Poolse bok - doedelzak Poolse dans - krakiowak, mazurka, polonaise Poolse dichter - Lec Poolse havenstad Dazig, Elblag, Gdansk, Gdynia, Kolobrzeg, Szcessin Poolse hoofdstad - Warszawa Poolse jongensnaam Stanislov Poolse Jood - Pol(a)k Poolse koning - 3 Jan 6 Istvan 7 Hendrik, Jadwiga, Lodewijk, Michael, Meeszko 8 Augustus, Boleslaw 9 Alexander, Kazimierz, Sigismund, Stanislaw, Wladyslaw Poolse Kozakkenhoofdman hetman Poolse munt - groszy, zloty Poolse parlement Zejm Poolse pianist Askenase, Paderewski, Rubinstein Poolse plaats - Bialystok, Gdansk, Gdynia, Katavice, Krakau, Krakow, Lotz, Lublin, Ostraa, Poznan, Wroclaw, Warschau Poolse president - 5 Ochab 6 Bierut 8 Moscicki, Zawadski 9 Jablonski, Pisuldskiwi 10 Narutowicz, Paderewski, Spychalski 11 Raczkiewicz 12 Cyrankiewicz 13 Wojciechowski Poolse rivier - Biala, Bobr, Bug, Notac, Odra, San, Warta, Wisla poolshoogte nemen onderzoeken poolshoogtemeter astrolabium poolster gids, noordstèr, polaris, toeverlaat, tramontane poolstreekbewoner Alaskiër, Aleut, Eskimo, Groenlander, Lap, Laplander, Ijslander pooltje - dwergkonijn poolvos - ijsvos poolwachter - sterrenbeeld Poolzee IJszee poon - knorhaan, roodbaard, roset, trigla poor - prei poort (Arab.) bab, boog, deur, doorgang, geschutspoort, hilus, ingang, passage, patrijspoort, porta, toegang, tuinpoort, tunnel, uitgang poortdeurtje - klinket poorter burger, dorpeling, ingezetene, stedeling poortjesvolk - armelui poortwachter conciërge, portier poos duur, even, interval, ogenblik, pauze (Zuidnederlands), periode, tijd(je), werktijd, wijl poosje - amerij(tje), even, ogenblik, tijdje, poot ent, loot, spruit, stek poot hoef, klauw poot van een roofdier - klauw pootaardappel - kriel, legger, planter, poteling, poter, veenpoter pootgoed pootvis, pootaardappelen, pootoesters pootje podagra, voetjicht pootogigen - schildkreeften pootplantje - bibet pootvis - aas, gruw, visbroedsel pop - baby, cocon, dot, emelt, gulden, kindje, kluwen, larve, lijs, marionet, prop, speelgoed, tonnetje, trekpop, wijfjesvogel pop met beweegbare leden - ledenpop popcorn - pofmais pop uit poppenspel - marionet popel - populier popelen - beven, bewegen, ritselen, ruisen, springen popfeest - popfestival popmuziekstijl - funk, punk poppel - atelaar poppenkast - poesjenellen, ronzebons poppenkastfiguur - Jan Klaassen, Katrijn, Pierlala poppenkastspeler in Nederland - Baardmans, Bosrna, Bulthuis, Kooman poppenspel - marionettentheater, wajang poppentheater in Antwerpen Poesjenellenkelder popperig klein, nietig, petieterig, peuterig poppig - klein, nietig pop uit poppenspel - marionet populair begrepen, bekend, bemind, geliefd, getapt, gevierd, gewild, verstaanbaar (voor 't volk) populair lied - hit, tophit populair tijdschrift magazine populair vervoermiddel fiets populair wijsje schlager, tophit populaire artieste - vedette populaire benaming voor geld - daalder, duppie, geeltje, joetje, knaak, meier, pop, riks, spie populaire benaming voor gezicht - facie, smoel, snoet, snuit, toet, tronie populaire drank - bier, cola, jenever, koffie, limonade, thee populaire muziek - pop populatie bevolking populier abeel, asp, beefesp, belboom, esp, peppel, popel, ratel, ratelaar, ratelabeel, ratelpopulier, trilpopulier populierhaantje - bladkever populier, witte - abeel populus - volk pop van een vlinder - larve por duw, gons, knoest, kracht, mep, moed, puist, ribbestoot, steek, stoot, wormbult, wrat, zet porder - klopper, pook, rakel, wekker porem - aan(gezicht), ponem, tronie poren - peuren poreus - doordringbaar, doorlaatbaar, lek, permeabel, sponsachtig poreusheid - porositeit, spongiositeit poreus vulkanisch gesteente - lava, puinsteen, tuf poreus weefsel kurk poreuze aarden kruik - alcarraza poreuze lava - scroria poreuze vulkanische steen - puimsteen poreuze zandsteen - molasse porfier graniet, ponsen, purpersteen porie gaatje, huidopening, opening, spleet porieverstopping - stenose porijzer - pook, ratel pork - hummel, kleuter, uk porken - peuteren, possen pornocratie - hoerenheerschappij pornografie - prikkelliteratuur, schund, vuilschrijverij pornografische lektuur - schund porren - aansporen, duwen, poken, rakelen, steken, stompen, stoten, wekken porositeit poreusheid pors - gagel porselein - postelein, Sèvres porseleinaarde - aluminiumsilicaat, kaolien, kaoliniet, kaoline. porseleinbloempje - menistenzusje(s), portulaca, schildersverdriet, speculatie, steenbreek porseleinen - gladmaken porselein, grondstof voor - cornishtone, kaolien, kwarts, pigmentiet, veldspaat porseleinhoen moerasral porseleinhorenslak - cypraea porseleinslak katje porseleinstad - Limoges, Meissen, Sèvres porseleintjes menistenzusjes port bestelbon, briefkosten, porto, portwijn, strafport, vrachtgeld portaal - bordes, deurnis, hal, hoofdingang, nis, overloop, portiek, vestibule portaalgraf - hunebed portaal voor buitendeur - portiek portable - schrijfmachine portatief draagbaar portebrisée - schuifdeur porte-crayon - tekenpen portee belang, belangrijkheid, betekenis, draagwijdte, omvang, schotwijdte, strekking portefeuille beurs, bezit, brieventas, etui, koker, lees, map, ministersambt, omzet, tas, voorraad, zakportefeuille portelbezie - bosbes portelen - borrelen, bruisen, koken, pruttelen, schuimen portemanteau - kapstok portemonnee beurs, geldbuidel, geld beurs, geldtas, platvink (bargoens) porticus zuilengang, bovengang portie aandeel, actie, deel, dosis, draagwijdte, effect, gedeelte, hoeveelheid, kavel, kwantum, part, partij, rantsoenstuk, (Eng.)share, stuk portie jenever - oorlam, portie werk te doen - kavel portiek hal, voorhal, voorportaal, zuilengang portier autodeur, claviger, conciërge, deurwachter, koets, oppasser, poortwachter, pylorus, sleuteldrager, wachter, wagondeur portier (Russisch) - dvornik, dwornik portière deurvoorhang, gordijn portiershokje - loge portlandcement en kiezel dooreengemalen - sillicocement porto - bestelbon, briefkosten, briefvracht, port, vrachtgoed, zegelkosten portobetaalmiddel - antwoordcoupon portofoon - mobilofoon, walkietalkie porto franco - vrijhaven portret afbeelding, beeld, beeltenis, beschrijving, foto, konterfeitsel, schets, uitbeelding portret in het klein - miniatuur portret van een man - mansbeeld portretschilder - portrettist portretteren beschrijven, uitbeelden portvrij - franco Portugal - Lusitania, Lusitanië Portugees danslied fado Portugees district - 4 Beja, Faro 5 Braga, Evora, Porto, Viseu, Horta 6 Aveiro, Guarda, Leiria, Lisboa 7 Coimbra, Funchal, Setubal 8 Braganca, Santarem 10 Portalegra Portugees eiland - Madeira Portugees Joodse synagoge - Esnoga Portugees klaaglied - fado Portugees koningshuis - Braganca Portugees lied - fado Portugees oorlogsschip - karaak Portugees vissersvaartuig - Calao Portugees zeevaarder - Magelhaens Portugees zeilschip - caravela Portugese bergtop - Malhao Portugese bezitting in Afrika - Angola, Mozambique Portugese bezitting in Azië Timor Portugese brllslang - cobra Portugese componist - Arroyo Portugese dichter - Oliveira Portugese dichteres - Alorna Portugese edelman hidalgo Portugese eilanden Azoren Portugese en Spaanse Joden sefardim Portugese eretitel - don Portugese havenstad Lissabon, Oporto, Porto, Setubal Portugese havenstad in Afrika Baire Portugese hoofdstad - Lisboa, Lissabon Portugese inhoudsmaat - almude, alqueira Portugese kolonie - Angola, Mozambique Portugese kolonie in China - Macao Portugese koning(in) - 5 Johan, Jozef, Karel, Maria 6 Eduard, Miguel, Sancho 7 Emanuel, Hendrik, Lodewijk 8 Alfonsus 9 Dionisius, Ferdinant 10 Sebastiaan Portugese kroniekschrijver - Lopes Portugese landstreek - Algarve, Beira, Minho Portugese munt crusaat, crusado, escudo, fanga, milreis, moio, reaal (oud), reis, rs Portugese president - Braga, Gomes Portugese rekenmunt milreis Portugese rivier - Douro, Ebro, Guadiana, Lima, Mandego, Minho, Mira, Sado, Taag, Tamega, Tejo, Tua, Vouga Portugese ruitersabel - sarras Portugese stad - Almada, Braga, Coimbra, Elvas, Evora, Faro, Lagos, Lisboa, Lissabo, Oporto, Setubal Portugese synagoge esnoga Portugese titel - senhor Portugese titel voor adellijke dame - donna Portugese voormalige kolonie - Angola, Mozambique Portugese wijnsoort - aquilar, made(i)ra, port Portulacee - claitonia, montia, postlein portulak - postelein portuur tegenpartij portvrij - franco, ongefrankeerd portwijn - douro, madouro, port porijzer - pook pos - baarsvisje, zeedonderpad pose - aanstellerij, air, houding, stand Poseidon Neptunus poseren - modelstaan poseur aansteller positie – aanzien, betrekking, houding, ambt, baan, hoedanigheid, hoeveelheid, houding, ligging, opstelling, plaats, post, rang, situatie, staat, status, stand(ing), stelling, toestand, zwangerschap positiebejag - arrivisme, carriëremaking, streberij positief - bepaald, gunstig, overtuigd, stellig, uitgesproken, vast, werkelijk, wezenlijk, zeker positief beeld op onderlaag dia positief elektrisch atoom - anode, elektrode positief electron van de atoomkern - positron positief geladen atoom anion positief geladen ion - kation positief geladen waterstofatoom – proton positief idee - ideaal positieoorlog stellingoorlog positieve elektrode anode positieve ideeën ideaal positieve kans fortuin, geluk, mazzel positieve niveauverandering transgressie, zeespiegelrijzing positieve pool anode positieve relatie - resonantie positieve uitkomst - resultaat positieve verandering - appreciatie positieven bewustzijn posse gagel, post, pos, possem possederen bezitten possem gagel, Myrica, pors possessie bezit, bezitting, have, piëdestal sokkel, voetstuk possessief - bezittelijk posibiliteit - mogelijkheid post ambt, baan, betrekking, brieven, functie, gagel, mail, officie, paal, positie, postbestelling, postiljon, postrijder, raamstijl, schildwacht, standplaats, taak, wachter, werkkring post op de begroting - item post van advocatenrekening - retenue Post, de - betreffende - postaal postament pedestal, piëdestal, sokkel, voetstuk postbode besteller, koerier, postiljon, postbezorger postbus - box, brievenbus postduivenhouder (amateur) - duivenmelker poste restante p.r. postelein protulak postelein achtigen - postulacaceeën posten - wachthouden poster - affiche posteren - aanstellen posterieur later, volgend posteriteit nakomelingschap postglossator - commentator posthorenslak - planorbis posthuis - wachthuisje postiche - nagemaakt, vals posticheur haarwerker postiljon koerier, postknecht, postrijder postille predikboek postkoets - diligence, mailcoach postludium naspel postmandaat - wissel postmerk - stempel post of baan - betrekking postpakje - pakket postrijder postbodepostiljon postscriptum naschrift, ps., nabericht poststukken - mail postulaat axioma, stelling, proeftijd postulant kandidaat, nieuweling postuleren vooropstellen postuur bouw, figuur, gedaante, gestalte, houding, lichaamsbouw, lichaamsvorm, stand postvaartuig - mailboot postwagen diligence, mailcoach, postrijtuig postzak brievenbaal postzegel frankeerzegel postzegelkennis - beminnen postzegelkunde - filatelie postzegelkundige filatelist postzegeltang pincet postzegelterm eerstedagenvelop, postfris, tanding postzegelverzamelaar filatelist postzegelverzamelwoede - filatelie postzegel voor goed doel - kinderzegel, weldadigheidszegel pot bloempot, glas, inleg(geld), inzet, koffiepot, kroes, marihuana, mise, nachtspiegel, pint, spaarpot, speelgeld, stuff, vaas potaarde - potgrond potage - vleessoep potas - alkali, kaliumcarbonaat, loogzout, parelas, weedas (van wede gemaakt) potasmetaal - kalium, potassium potassium - kalium potator - drinkebroer, drinker, dronkaard potbloem - anjelier pot de chambre - po potdicht - gesloten, impenetrabel, lekvrij potdoof - stokdoof poten planten, inpoten, stekken, verpoten, zwemmen potent - mannelijk potentaat (alleen)heerser, dictator, gezaghebber, machthebber, mamamouchi, tiran, vorst potentie kracht, macht, machtsexponent, vermogen poter - aardappel potgieter - koperslager potgrond potaarde pothaak - hengsel, heugel pothoed - bolhoed potig - fiks, flink, gespierd, krachtig, moedig, sterk, stevig, stoer, struis, potig wijf - Brunhilde, Kenau potje - spel(letje), partij potje in een stoof test, vuurtest potloden - zwartmaken potlammetje leblam potlood - grafiet, zwartsel, kachelglans potloodhout - cederhout potloodpunt - stift potpourri - allegaartje, medley, mengelmoes, muziekstuk, potroos - pioenroos pots grap, joke, klucht, poets, streek potsachtig - aardig, grappig potsenmaker cadee, clown, grapjas, grappenmaker, hansworst, harlekijn, joker, klown, komiek, kurenmaker, nar, paljas, pias, polichinel, sater, snaak, tuimelaar potsenmakerij - hansworsterij potshoofd - kikvorslarve potsierlijk aardig, boertig, burlesk, dwaas, gek, grappig, grotesk, kluchtig, koddig, komiek, lachwekkend, raar, snaaks potsig - grappig potten - sparen pottenkijker - keukenpiet, snuffelaarspion pottenbakkersaarde - gleis, klei pottenbakkersklei - gleiergoed, gleis, terracotta pottenbakkerskunst ceramiek, keramiek potter - gierigaard, schraper potvis - cachelot, tandwalvis poularde - hoen poule - inzet poulet kip, kuiken, soepvlees pover - arm, armetierig, armoedig, armzalig, berooid, dun, dunnetjes, gering, iel, karig, magertjes, noodruftig, onbeduidend, schamel, schraal, schriel, sober, mager povertjes - armoedig, karig, mager, schraal pozen blijven, ophouden, pauzeren, rusten, verwijlen potsachtig - aardig, grappig potsenmaker - clown, grappenmaker, hansworst, pias potsierlijk - grotesk, scurriel pottenbakkersaarde - gleis pottenbakkerskunst - keramiek potvis - cachelot por acquit - voldaan pousse-café - poesje pover - arm(zalig), berooid, schamel, schraal Praag - Praha praaien - aanklampen praal daad, bluf, eer, glans, gloor, glorie, luister, opschik, opsmuk, pocherij, poeha, pompa, pracht, pronk(zucht), roem, schittering, sier, somptuositeit, staatsie, statie, vertoon, weelde, ijdeltuiterij, zege, zwier praalbed - pronkbed, katafalk, paradebed, staatsiebed praalboog - arke, ereboog, erepoort praal en eer - roem praal en glorie - luister praalgewaad - pronkgewaad, statiekleed praalgraf cenotaaf, mausoleum, tombe praalgraf (leeg) - cenotaaf, mausoleum praalhans - branie, opsnijder, opschepper, parvenu, pocher, pochhans, poen, pronker, snoever, ijdeltuit praalhanzerij - grootsprekerij praalkoets - galawagen, triomfwagen praaltros - guirlande praalvertoon - parade, sumptuositeit praalwagen - pronkwagen praalziek - behaagziek, frivool, mondain, nuffig, opschepperig, ostentatief, poenig, praallievend, praalzuchtig, prachtlievend, pronkerig, pronkzuchtig, ijdel, praalziek kind - ijdeltuit praalziek mens - ijdertuit praalzucht - bluf, hoovaardij, ostentatie, pralerij, pronkzucht, vertoon, vertoonmaking, ijdelheid praalzuchtig ostentatief, prachtlievend praam - bol, gabaar, gabare, klem, knevel, neusklem, neusknijper, pranger, prangijzer, schouw, zolderschuit praam met een vast dek - zolderschuit praamschuit - praam praat - gebabbel, kul praatachtig - babbelziek praatal babbelaar(ster), kletskous praatgenootschap - dispuut praatgraag - praatlustig praatje - causerie, geroddel, gerucht, gesprek, klets, laster, leugen, mare, prevelement, smoes, verzinsel praatjes achterklap, gebaar, gerucht, grimas, kletskoek, koddig, kunst, kuur, laster, palaver, praats, prevelement, roddel, verzinsel praatjesmaakster - kal, kalebas praatjes maken - bluffen, opscheppen, raisonneren, snoeven praatjesmaker bluffer, branie, druktemaker, kakelaar, kletskous, opschepper, pochhans, snoever praatlustig - praatgraag, pratatief, spraakzaam, praatmoer - babbelaarster praats aanmatiging, babbel(tjes), drukte, kapsones, lef, ophef, pretentie, spats praattafel - bittertafel praatvaar - babbelaar praatvogel ara, beo, lorre, papegaai, parkiet praatziek - babbelachtig, breedsprakig, loslippig, loquax praatziek mens - kletskous praatzieke vrouw - gons, klets, labbei, labbekak, snapster praatziekte - logomanie, polyfrasie, loquaciteit, praatzucht praatzuchtig - kletserig prachen - bluffen, pochen pracht - glamour, glans, glorie, heerlijkheid, luister, magnificentie, opschik, opsmuk, pompa, praal, pronk, schittering, schoonheid, sier, somptuositeit, staatsie, statie, sumptuositeit, tooi, vertoon, weelde, weelderigheid pracht en praal – statie, vertoon prachter - luster prachtig – beeldig, briljànt, daverend, denderend, enig, enorm, florisant, fraai, glansrijk, glorieus, grandioos, groots, heerlijk, hemels, kostbaar, kostelijk, luisterrijk, luxueus, magnifiek, majestueus, mooi, moorddadig, pompeus, schitterend, schoon, splendide, stralend, sumptueus, superbe, uitmuntend, voortreffelijk, vorstelijk, weelderig, weids prachtig feestmaal - banket prachtig feestmaal banket prachtig werk - prestatie prachtige auto - slee prachtige blauwe steen - azuur, lazuur prachtige of plechtige stoet - staatsie prachtkaars - teunisbloem prachtkever - buprestida, ossendoder prachtlelie - glorioso prachtlievend magnifiek, praalziek, ijdel prachtlobelia - sierheester prachtrank - bignoniacee prachtspreeuw - purperspreeuw prachtwolfsmelk - kerstster practicabel - doenlijk, mogelijk, uitvoerbaar practicant - assistent practicum - stage practies slottafreel - apoteose practisch - efficiënt, feitelijk praecedent - pr., praec., voorgaande
praefectus praef, prefect, stadhouder Praemonstratenser - Norbertijn praesens - o.t.t. praeses - president, voorzitter preteritum o.v.t., imperfectum, praet prahoe (Ind.) prauw prairie - pampa prairiepaard mustang prairiewolf coyote prak - etensrest, kliekje, kliek prakje - kliekje prakken - fijnmaken prakkeseren - nadenken, overwegen, peinzen, piekeren, prakkizeren, uitdenken, vigileren praktikant - stagiaire praktisch bruikbaar, bijna, doelmatig, efficiënt, makkelijk, nagenoeg, nuttig, zakelijk praktisch mens - utilist praktisch onbestaanbaar - platonisch praktische aanwijzing - raad, tip, wenk praktische kennis - bekwaamheid, ervaring, ondervinding, praktijk praktische krijgskunde - taktiek praktische politiek - opportunisme praktische wenk - aanwijzing, hint, wenk praktische wijsbegeerte - etiek, ethica, ethiek praktiseren - oefenen praktizijn - zaakwaarnemer praktijk - daad, gebruik, gewoonte, kliëntele, praxis praktijk uitoefenen - praktiseren praktijkjaar - stage praktijkperiode - stage praktijk uitoefenen - praktiseren pral - pocher, snoever, opsnijder, opschepper pralen bluffen, bogen, geuren, gloreren, opscheppen, opsnijden, paraderen, pochen, prijken, pronken, schitteren, snoeven, stralen pralen met ijdele opschik - pronken pralend - fastueus, opgeschikt, ostensief, pronkerig, sierlijk, statieus, ijdel praler bluffer, branie, geurmaker, opschepper, opsnijder, pocher, poen, pronker, snoever pralerig - deftig, dikdoenerig, fastueus, hoogdravend, ostentatief, pompeus, pralend, pronkend, pronkerig, statueus, weelderig, wijds, zwierig pralerij - bluf, gepraal, gepronk, grootspraak, hoovaardij, ostentatie, praalzucht, snoeverij, vertoon praline - bonbon pram - vrouwenborst pramen - aandringen, aanzetten, drukken, knellen prang - band, boei, druk, drukking, halsijzer, klem, klemming, knel, knelling, knijper, kwelling, naald, neusklem, nood, penwortel, stukhout, stuthout prangen - dringen, drukken, klemmen, knellen, prijken pranger klemhaak, molenklem, molenpraam, neusknijper, praam, schandpaal prangijzer - praam praseodymium pr. prat bluffen, bogen, deftig, fier, geregeld, hoogmoedig, hovaardig, juist, lellen, nauwkeurig, parmantig, precies, roemen, steunen, trots, verwaand, ijdel prat gaan - bogen prat zijn op - bogen praten babbelen, bomen, converseren, kakelen, keuvelen, kletsen, kouten, kwetteren, lullen, parlesanten, parlevinken, parteren, prevelen, redeneren, snappen, snateren, spreken, talen, tateren, vertellen, zeggen pratend (muz.) parlando pratende vogel ara, beo, kraai, lorre, papegaai, parkiet prater babbelaar, flapuit, kletskous, redenaar, spreker, tater, wauwel praterij - geklets, gepraat praterig - spraakzaam prat gaan – bogen prauw - kano, korakora prauwel - oblie pre pro, voor, voorkeur pre existerend geesteswezen - reïncarnatie preambule inleiding, preludium prebende - beneficie, gunst precair bedenkelijk, hachelijk, netelig, onzeker, penibel, pijnlijk, twijfelachtig, veeg, zorgelijk precautie - voorzichtigheid, voorzorg precedent besluit, voorafgaande precendentie - voorrang precies accuraat, bepaald, even, exact, formeel, haarfijn, juist, justement, krek, letterlijk, nauw(gezet0, nauwkeurig, nauwlettend, net(jes), onverbloemd, onwrikbaar, pal, pietepeuterig, promp, puntelijk, punctueel, secuur, stipt, strikt, stijf, woordelijk, zorgvuldig preciesheid - accuratesse, acribie precies op tijd - klokslag precieus geaffecteerd, gekunsteld, kostbaar, preciosa kostbaarheden, juwelen precipitaat - bezinksel, neerslag, sediment precipitato (muziek) - overhaast, schielijk precipiteren - neerslaan, zakken preciseren omlijnen, verduidelijken, verhelderen precisie acribie, juistheid, nauwkeurigheid precisiemeter - acribometer, meetring precociteit - vroegrijpheid preconisatie aanprijzing predestinatie voorbeschikking predictie - voorspelling predikatie kanselrede, leerrede, preek, sermoen, zedenpreek predikaat (taalk. gezegde), eretitel predikant dominee, ds, herder, leraar, pastoor, v.d.m., voorganger, zielenherder predikante da., domina . predikantswoning - pastorie predikantszaken - pastoralia predikatie - kanselrede, leerrede, preek predikatie in kesttijd - adventspreek prediken - leren, preken, spreken, verkondigen prediker - dominee, Ecclesiastes, evangelist, pred., Salomo, verkondiger predikheer dominicaan, O.P. predikheren - dominicanen prediking - evangelisatie, homilie, missie, preek, verkondiging prediking en sacrament - genademiddel predikkunde homiletiek predikstoel - kansel, katheder predilectie vooringenomenheid, voorkeur predispositie - aanleg, voorbeschiktheid predominatie - overheersing pree - betaaldag, voorkeur preek - kanselrede, leerrede, predikatie, prediking, sermoen, toespraak, verkondiging, vermaning preekachtig - prekerig preekheer - meikever preekstoel - ambo, kansel, katheder, leerstoel prefatie voorbericht, voorrede preferabel verkieslijk preferent - bevoorrecht, gewichtig, kernachtig, overtuigend, pr(e)f., pregnant, verkieslijk preferentie - voorkeur, voorrang prefereren - verkiezen prefiguratie - eerste, prototype prefix voorvoegsel pregnant (geneesk.) beknopt, gewichtig, overtuigend, veelzeggend, zwanger prehistorie archeologie, voorgeschiedenis prehistorisch dier archeopterix, behemoth, brontosaurus, dinosaurus, dinotherium, diplodocus, diptera, mammoet, mastodont, minotaurus, mosasaurus, mylodon, ichthyosaurus, palaetherium, pleisiosaurus, plipithecus, stegodon, triceratops, zeuglodon prehistorisch gedenkteken - megaliet prehistorisch graf hunebed, koepelgraf prehistorisch mens - Neanderthalermens, oermens prehistorisch volk Indogermanen, Kelten prehistorische hagedis - plesiosaurus prehistorische periode - bronstijd, mesolithicum, neolithicum, paleolithicum, steentijd, ijzertijd prehistorisch reptiel - brontosaurus, ceteosaurus prehistorische periode - bronstijd, steentijd, ijzertijd, mesolithicum, neolithicum, paleolithicum prei - poor prei of ui - look prejudicie - afbreuk, nadeel, schade, vooroordeel preken - betogen, kletsen, verkondigen, vermanen, zedenmeesteren preker - redenaar prekerig - preekachtig prelaat (aarts)bisschop, ablegaat, abt, bisschop, collator, kardinaal, kerkheer, kerkvoogd, prior preliminair inleidend, voorafgaand prelude aanhef, aanvang, begin, inleiding, preambule, voorspel preludium aanhef, begin, voorspel prematuur ontijdig, overijld, voorbarig, voortijdig, vroegtijdig premie - bonus, beloning, geschenk, gratificatie, prijs, tantième, toelage, toeslag premie bij verkoping van huizen, schepen enzovoort - plokgeld, plokpenning, strijkgeld, trekgeld premie op de invoer van goederen - importpremie, invoerpremie premie op de uitvoer van goederen - exportpremie, uitvoerpremie premie voor het ziekenfonds - busgeld premieartikel - premium premiecoupon - interestbewijs premier - eerste minister, ministerpresident, president, staatsman premier van India - Gandhi, Nehroe premonstratenzen - norbertijnen prengel lomperd, vlegel prengelaar - gierigaard, pingelaar prent - afbeelding, afdruk, beeltenis, estampe, ets, foto, gravure, houterig, illustratie, indruksel (haas), linoleumsnede, litho, plaat, portret, print, spoor, stijf (meisje), tekening, voetspoor prent in steendruk - litho prent met anecdotische strekking - cartoon, karikatuur, spotprent prent met een zinnebeeldige voorstelling - emblema prentachtig - houterig, prenterig, stijf prentbriefkaart - ansicht, prentkaart prenten - persen prentenboek - fotoalbum, plaatjesboek prenterig - afgemeten, gemaakt, nuffig, preuts, stijf prentje - plaatje prentje van Roemer Visser zinnepop prentkaart - ansicht prentkunst etskunst, grafiek, graveerkunst prenttekening - aquatint prenumeratie - vooruitbetaling preparaat tot wering van de houtworm op schepen - harpuis preparateur - naturalist, opzetter, taxidermist preparatie - voorbereiding preparatieven - toebereidselen prepareren gereedmaken, klaarmaken, toebereiden, voorbereiden preponderant - dominant, overheersend, overwegend preponderantie - overwicht prepositie - vooropplaatsing, voorzetsel preprint - voordruk preraffaëlieten, een der - Hunt, Millais, Rosetti, Ruskin prerogatief - voorrecht presbyoop - verziend presbyter inAlenandrië - arius prescriptie - recept, verjaring, voorschrift preseance - optie, privilege, voorrang presenning - luikzeil, oliekleed present aanwezig, cadeau, gave, gift, geschenk, tegenwoordig, voorhanden presentabel - toonbaar presentatie - aanbieding, voorstelling presenteerblad schenkblad, dienblad presenteerdoosje - koektrommeltje presenteren aanbieden, (ver)tonen, schenken, voorstellen presentie - aanwezigheid, tegenwoordigheid presentje geschenk, cadeau preservatie - behoeding preservatief - condoom, voorbehoedend preserveren - behoeden, beveiligen preses - president, voorzitter president pr, praeses, preses, pres., staatshoofd, staatsman, vz., voorzitter, voorz. presidente - voorzitster president der Bataafse Republiek - pensionaris president van Chili Allende president van de Verenigde Staten - Adams, Buchanan, Buren, Carter, Cleveland, Coolidge, Eisenhower, Filmore, Ford, Grant, Harding, Harrison, Hayes, Hoover, Ike, Jackson, Jefferson, Johnson, Kennedy, Kinley, Lincoln, Madison, Monroe, Nixon, O Bahma, Pierce, Polk, Reagan, Roosevelt, Taft, Truman, Tayler, Tyler, Washington, Wilson president van Duitsland Heinemann president van Egypte Sadat president van Frankrijk Pompidou president van Indonesië Soeharto, Soekarno president van Tunesië. Bourguiba presidentiële woning in Parijs - Elysee presideren - voorzitten presidia vesting, garnizoen, strafkolonie presidio - deportatieoord, garnizoen, strafkolonie, vesting presidium - voorzitterschap preskop - hoofdkaas preskriptie - recept, verjaring, voorschrift pressant - dringend, spoedeisend, urgent pressen drukken, dwingen, noodzaken, nopen, presseren presseren - aandrijven pressie - (aan)drang, druk, drukking, dwang, juk pressostaat - drukregelaar, drukschakelaar prestant - orgelhoofdpijp, principaal prestatie daad, kunnen, noblesse, performance, verrichting, wapenfeit prestatielijst - rapport prestatiestimulans - dope presteren doen, verrichten, vervullen prestidigitateur - goochelaar prestige - aanzien, eer, effect, gelding, gezag, greep, invloed, inwerking, macht, overwicht, reputatie, uitwerking, vat, vermogen prestissimo - vlug presto - cito, gauw, gezwind, rap, ras, snel, vito presumeren vermoeden; veronderstellen presumtie - gissing, verdenking, vermoeden, veronderstelling pret - amusement, divertissement, gaudium, gein, genoegen, genot, jolijt, jool, leukheid, leut, lol, plezier, schik, vermaak, vertier, verzet(je), vreugd(e), vrolijkheid, ijspret pret maken - ketteren pretbederver - spelbreker pretendent - eiser, minnaar pretenderen beweren, eisen, voorgeven, voorwenden pretentie aanmatiging, aanspraak, eigenwaan, eis, recht, vordering, waan pretentie van alles te weten - alweterij pretentieloos - eenvoudig pretentieus aanmatigend, grillig, ingebeeld, luimig, nuffig, verwaand preteren - meegeven preteritum - imperfectum, o.v.t. pretext - voorwendsel pretje - aardigheidje pretmaker - fuifnummer, kwant, lolbroek, lolmaker, pleziermaker pret of plezier - vreugde pretor - landvoogd prettig aangenaam, aardig, behaaglijk, bekoorlijk, betrouwbaar, bevallig, degelijk, echt, emmes, fideel, fijn, gemakkelijk, genoeglijk, gezellig, goed, fijn, heerlijk, immes, inderdaad, jolig, kneuterig, knus, lekker, leuk, leutig, lief, lollig, lustig, plezierig, prettig, tof prettig en lief - knus prettig in de omgang - sociabel prettig onderling verkeer - gezelligheid prettig weer - zonnig prettige aandoening - geluk, lach prettigheid - gezelligheid preukelen - peuteren, porren preutelen - mompelen, mopperen, morren, prevelen, pruttelen preuts - eerbaar, fier, ingetogen, kies, kuis, overdreven, over(zedig), prude, schijnzedig, zuiver preuts koketteren - minauderen preuts meisje - nuf preuts persoon - prude, puritein preutsheid - kuisheid, pruderie preuve - bewijs, prove preuvelen - praten prevalent - overwegend prevaleren - gebruikmaken prevaricatie - ontrouw, plichtschending prevelement - gesprek, pleidooi, praatje, rede, redevoering prevelen - fluisteren, kletsen, mompelen, murmelen, praten prevenant - minzaam preveniëren - beletten, verwittigen, voorkomen, waarschuwen preventie - voorkoming, vooroordeel, voorzorg, waarschuwing prieel - berceau, gloriette, koepel, lommerhuisje, loofhut, pergola, theehuisje, theekoepel, tuinhuis(je), zomerhuisje prieel met gewelfd dak - tonneau prieelachtige gang - pergola prieelachtige wandelweg - pergola prieeltje - tuinhuisje, weesje priiëelvormige aanbouw - booggang, pergola priegel - afrossing (gewestelijk), klein, petieterig, peuterig, ransel, slaag, priegelen - peuteren priegeltje iets, pietsie priel - doorgang, (vaar)geul priem - aal, breinaald, breipen, bros, dolk, els, marlpen, pen, pik, stift priem van de leerwerker - bros priembalk - balanspriem priemel - kereltje, ventje priemen doorboren, doorsteken, prikken priemkruid - subularia, verfbrem priem of els - prikpen priem of naald - els priemstaart - aarsmade priemvormig - subulaat priemvormig orgaan - doorn, stekel priemvormig voorwerp - naald, speld pries - snuifje priester - biechtvader, bisschop, bonze, brahmaan, deken, druïde, Eli, goeroe, kapelaan, lazarist, leviet, magiër, officiaal, pastoor, pater, plebaan, pontifex, pope, prelaat, presbyter, sjinto priester belast met bewaking van de tempel Leviet priester der Griekse kerk pope priester der Kelten druïde priester die net gewijd is - neomist priester-arbeider abbé priesterband - stool priesteres van Demeter - Lambe priesteres van het orakel te Delphi - Pythia priestergewaad albe, habijt, parament, pij, soutane, talaar, toog priestergordel singel priesterheerschappij - hiërarchie, hiërocratie, theocratie priesterhelper - leviet priesterhuis - convict priesterkalot solidee priesterkleed - albe, amikt, habijt, humeraal, koorkap, pij, soutane, stool, talaar, toga, toog priesterkoor - presbyterium, sanctuarium priesterkruin tonsuur priesterlijk - hyëratisch, sacerdotaal priesterlijk opperkleed stola priesterlijk overkleed - dalmatiek priesterlijk parament stool priestermuts - bonnet, kalot, solidee priesterregering theocratie priesterschap - hyërarchie priesterschool - semenarie priesterstand clerus, geestelijkheid piester van de Griekse kerk in Rusland - pope priester van Silo - Eli prietpraat kletspraat prik - frisdrank, injectie, inspuiting, kik, lamprei, negenoog, pik, punctie, steek, windel prikje spotprijs prikkebeen spillebeen prikkel – aandrang, aandrift, aansporing, aantrekkingskracht, beroering, drijfveer, impuls, opwekking, prik, prikkeling, sensatie, stekel, stimulans, tinteling prikkel van koude tintel prikkelbaar chagrijnig, driftig, galachtig, geïrriteerd, gevoelig, gramstorig, humeurig, incitabel, irretabel, kittelorig, kniezerig, knorrig, korzelig, kregel, kregelig, kribbig, kriemelig, kriewelig, lastig, lichtgeraakt, lichtgevoelig, neetorig, netelig, oplopend, opvliegend, overgevoelig, sanguinisch, sensibel, susceptibel, wrevelig prikkelbaar, driftig mens - sanguinicus prikkelbaar mens chagrijn, driftkop, neetoor prikkelbaarheid incitabiliteit, irritabiliteit, kregeligheid, sensibiliteit prikkeldraad - pinnekensdraad, stekeldraad prikkelen - aansporen, aanwakkeren, aanzetten, agaceren, enerveren, ergeren, exciteren, inciteren, irriteren, kittelen, kriebelen, nopen, ontstemmen, ontzenuwen, opjagen, opwekken, pikeren, sarren, steken, stimuleren, tarten, tergen, tintelen, verhitten prikkelend - irritant, irritatief, irriterend, pikant, tintelend, verhittend prikkelend plagen - tarten prikkeling - aandrang, aandrift, aandrijving, aansporing, aanvuring, aanzetting, angel, doorn, doren, ergernis, impuls, incitatie, irritatie, instigatie, kriebel, ophitsing, opruiing, opwekking, reactie, sensatie, stekel, stimulans, stimulatie, stimulus, tintel(ing), ergernis, aanstoot prikkellectuur erotica, pornografie, schund prikkel van koude - tintel, tinteling prikken - aansporen, beledigen, netelen, nopen, opwekken, prikkelen, puncteren, steken, stekken, stoken, tintelen prikkend - stekend prikkendief - ooievaar prikketoot - prikkorf prikneusje - bernagie, bolderik prikpen - priem prikpen voor papier - liaspen prikplant - cactus prikslee - ijsslee priksleestok - polster prikvis - rondbek prikwater - spuitwater prikzucht - kentomanie pril - fris, groen, jeugdig, jong, nieuw, onrijp, vroeg pril en jong - jeugdig prim - leep, slim prima - akkoord, bekoorlijk, best, brillant, degelijk, eersteklas, eminent, excellent, heerlijk, lieflijk, opperbest, patent, prachtig, probaat, puik, schitterend, steengoed, tiptop, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, voorbeeldig, voortreffelijk primadonna vedette, ster prima en fijn - puik prima in orde - tiptop primair (aller)eerst, eerstens, voornaamste primaire kleur blauw, geel, rood prime - grondtoon primeren bekronen, overheersen, voorgaan primeur - eersteling, nieuwtje, scoop primitief - eenvoudig, gebrekkig, onbeholpen, oorspronkelijk, primair, simpel primitief vaartuig vlot primitief vuurwapen donderbus, snaphaan primitief wapen boog, bij, goedendag, knots, knuppel, lans, pijl, speer, spies primitieve boot - korjaal primitieve wereldbeschouwing - animatisme, animisme primitieven - natuurvolken primitieve woning - hut primo (aller)eerst, eerstens primogenituur eerstgeboorterecht primordiaal fundamenteel, grondig, oorspronkelijk primula sleutelbloem, zevenster primulacee - aurikel, beveroor, cyclamen, dwergbloem, guichelheil, hottania, melkkruid, penningkruid, sleutlbloem, waterpunge, wederik, zevenster primus - brander, eerste, kooktoestel Prince Edward Island, hoofdstad van - Charlottetown principaal - baas, chef, committent, lastgever, patroon, prestant, superieur, volmachtgever principe beginsel, grondbeginsel, grondoorzaak, grondregel, grondstelling, stelrgel, uitgangspunt principe van oorzakelijkheid - causaliteitsbeginsel principieel - beginselvast, essentieel, fundamenteel principiële kwestie - beginsel prins - koningszoon, vorst prins in Abessinië - ras prins in Spanje en Portugal - infant prinsdom - vorstendom prinsdom in Engolflnd - Wales prinsdom in Frankrijk - Orange prinselijk - groots, weelderig prinsemarij - justitie, politie prinsendopper - doperwt prinsenhof - residentie prinsenpaleis (Indonesisch) - astana prinsentitel in Peru - inka, mirza prinsentitel in Perzië mirza prinserij - justitie prinses Beatrix, Christina, edelvrouw, Irene, Margriet, Marijke prinses in Engeland - Anne prinses in Spanje en Portugal - infante prinses van België - Louisa, Ludovica, Paola prinses van Cyrene - Berenice prinses van Kolchis - Medea princss van Kreta - Ariadne prinsesseboon - slaboon, sperzieboon, suikerboon, prinsessenobel - appel prins gemaal Bernhard, Claus, consort prinsheerlijk - brutaalweg, vrijmoedig, print - afdruk, prent, uitdraai printen - uitdraaien print-out - uitdraai prior - abt, kloosteroverste, overste, prelaat priores - abdis prioriteit voorrang priorschap prioraat priorij - klooster prise snuifje prismabeeld - spectrum privaat - afzonderlijk, gemak, hof, kabinet, latrine, particulier, persoonlijk, privé, retirade, secreet, stilletje, toilet, vertrouwelijk, wc privaatcollege - privatissmium privaat in de openlucht - latrine, urinoir privaatles - priveles privaatput - beerput privatim - afzonderlijk privé - eigen, particulier, persoonlijk, privaat privé-les - privaatles privé-leven - privacy privilege - gunst, keus, optie, recht, voorkeur, voorrang, voorrecht privilegiëren - bevoorrechten prix - prijs, studietoelage pro voor probaat - afdoend, beproefd, deugdelijk, getest, opperbest, patent, prima, puik, uitstekend probabel - waarschijnlijk probabiliteit - waarschijnlijkheid probatie - proef probeersel - experiment, poging, proef probeersteen - toetssteen proberen aanzien, beproeven, bezien, onderzoeken, overwegen, pogen, proeve, proeven, testen, toetsen, trachten, wagen probiteit eerlijkheid, integriteit, rechtschapenheid probleem dilemma, geschil, kwestie, moeilijkheid, opgave, puzzel, raadsel, som, strijdvraag, vraagstuk, werkstuk probleem van het personeel - personeelsprobleem probleemstelling - problematiek problematisch betwistbaar, onopgelost, onzeker, produktiemethode, twijfelachtig procédé - behandeling, methode, werkwijze procederen - handelen procédé van lichtdrukgravure koperdiepdruk procederen - pleiten procedure geding, methode, procesrecht, proces(voering), werkwijze procent - percent, pet, pst percentsgewijze korting op wissels - disconto procentueel bedrag waarmee de hoofdsom ener belasting wordt vermeerderd - opcenten proces - geding, lis, pleidooi, pleit, procedure, rechtsgeding, rechtszaak, twistgeding, verloop, voortgang, zaak processtukken - dingtalen proces verbaal bon, bekeuring, rapport proces verbaal opmaken - bekeuren proces waarbij het geluid later op de filmstrook wordt aangebracht - nasynchronisatie proces waarbij ionen ontstaan - ionisatie procespartij eiser, eiseres, gedaagde processie - bedevaart, kerkvaart, omgang, optocht, rij, sleep, stoet processievaandel labarum processtukken - dossier procesverbaal - bekeuring, bon, rapport procesvoerder - litigant proclamatie - afkondiging, bekendmaking proclameren - afkondigen, bekentmaken proconsul - stadhouder procreatie - teling, voortplanting procreëren - telen procuratie - volmacht (schriftelijke) procureur proc., pleitbezorger, solicitor procureur-crimineel - generaal-auditor procureur generaal p.g. procureursspek - boterhamspek pro deo p.d., gratis, kosteloos prodigieut - bovenmatig, verwonderlijk pro memorie - pm producent fabrikant, leverancier, maker, ondernemer, vervaardiger, voortbrenger produceren - aanmaken, afleveren, fabriceren, leveren, opleveren, vervaardigen, voortbrengen product bedrag, gevolg, goed, maaksel, opbrengst, resultaat, uitkomst, uitslag, vermenigvuldigings uitkomst, voortbrengsel, vrucht, waar produkt aan de lopende band - serieprodukt produkt bereid uit hars - harskoek, harsspiritus, harszeep product bij alcoholfabricage foezel product bij suikerbereiding diksap produkt der bijnieren - adrenaline produkt der klieren - klieruitscheiding, speeksel, zweet produkt (merkwaardig) - vreemde produkt uit Aalsmeer - bloemen produkt uit Alkmaar en Edam - kaas produkt uit Banka - tin produkt uit bladvezels - sisal product uit Delft aardewerk, Delfts blauw, gist, porselein, slaolie produkt uit Deventer - gemberkoek, koek produkt uit Eindhoven - auto, gloeilamp, verlichtingsartikelen product uit Gouda kaarsen, kaas, stroopwafels product uit Leiden kaas, laken product uit ruwe petroleum en koolteer - nafta product van bladvezels sisal product van de bijnieren adrenaline product van de kip ei product van de lever gal product van de olifant - elpenbeen, ivoor produkt van een getal - veelvoud produkt van een palmboom - palmolie product van een potvis - amber produkt van een schelp - parel produkt van getallen - vermenigvuldiging produkt van hennepplant - hasj, marihuana, touw, vezel product van moeizame geestelijke arbeid elaboraat product van schildklier hormoon product van twee of meer factoren - macht produkt verkregen door distillatie uit ruwe petroleum - nafta productie aanmaak, fabricatie, levering, output, voortbrenging productief - voordelig, voortbrengend, vruchtbaar , winstgevend produktief maken - ontginnen productiemethode - procede produktiefmaking ontginning productiviteit - leg, winstgevendheid product van appels - appelmoes proef - bewijs, blijk, essaai, examen, experiment, monster, onderzoek, poging, probatie, probeersel, proefneming, smaak, specimen, staal, tentamen, test, toets(ing) proefexamen - tentamen proefexemplaar van boek dummy proefgewicht etalon proefhoudend degelijk, deugdelijk proeflapje - staal proeflokaal - tapperij proefmonster - staal proefneming essaai, experiment, probatie, test proefondervindelijk - exact, experimenteel proefpreek van theologisch student - propositie proefproces - proefgeding proefschrift dissertatie, these proefstation - laboratorium proefstuk - monster, staal proeftijd - novice, noviciaat, oefentijd, postulaat, proefperiode, stage, stagiaat proeftijd voor studie - stage proefvlieger - testpiloot proefwerk repetitie proesten - lachen, niezen, snuiven proeve - specimen proeven - degusteren, doorzien, ervaren, goûteren, inzien, kennen, keuren, onderzoeken, proberen, smaken, toetsen proever - lekkerbek prof professor, hoogleraar, beroepsspeler profaan - goddeloos, mondain, ongewijd, onheilig, oningewijd, onkerkelijk, vulgair, werelds, wereldlijk profanatie - heiligschennis, ontheiliging, schennis profaneren - ontheiligen, ontwijden profeet Godsgezant, voorspeller, voorzegger, waarzegger, ziener profeet (bijbel) Amos, Daniël, Elia, Eliza, Ezechiël, Habakuk, Habbai, Hosea, Jeremia, Jesaja, Joël, Jona, Jonas, Micha, Nahum, Obadja, Samuel, Zacharia, Zefanja professie ambt, baan, beroep, betrekking, vak professor - geleerde, hoogleraar, prof professoraal - geleerd professoraat hoogleraarsambt profeteren - aankondigen, orakelen, verkondigen, voorspellen profetes Anna, Debora, Hulda, Mirjam, Sibille, zieneres profetie - orakel, voorspelling, voorzegging, waarzegging profetisch voorzeggend proficiat geluk(gewenst), mazzel, p.f. profiel doorsnede, silhouet, zijaanzicht profiel (in de bouwkunde) - beuling, rondstaaf, wrong profiel(tekening) - silhouet profiel van de grond bodem profieltekening - silhouet profitabel - voordelig profiteren - gebruiken, nuttigen profiteur - klaploper, uitbuiter profijt baat, belang, gewin, kostelijk, nut, opbrengst, parmantig, voordeel, weloverwogen, winst profijtelijk - geldig, rustig, voordelig, winstgevend, zuinig profijtig - zuinig profijt opleveren - renten profijt trekken - benutten profitabel - voordelig, winstgevend profiteren - uitbuiten, voordeel hebben profiteur uitbuiter, klaploper, zakkenvuller profusie overdaad, overvloed, verkwisting profylactisch voorbehoedend progenituur - nakomelingschap prognosticum voorspelling, voorteken program - overzicht, verklaring. programma - ontwerp, opsomming, overzicht, repertoir, uitzending, verklaring programmablad van een omroepvereniging - omroepgids, radiobode programmatuur - software progressie vooruitgang progressief modern, vooruitschrijdend, vooruitstrevend voortschrijdend prohibitie - verbod projekt - ontwerp, plan, schets, voornemen, voorstel projecteren - afbeelden, ontwerpen, overbrengen projectieapparaat toverlantaarn projectiel atoombom, bom, bommijn, brandbom, dumdumkogel, gasbom, granaat, handgranaat, kartets, kogel, obus, petard, patroon, pijl, raket, rolbom, torpedo, vuurpijl, zeemijn projektielantaarn epidiascoop, sciopticon, toverkijker projektiel bewegingsleer ballistiek projektieplaatje dia(positief) projectiescherm - filmdoek projectietoestel - episkoop projectietoestel voor projectie van ondoorzichtige buizen - epidiascoop projector - filmtoestel projector voor het zonnestelsel - planetarium prol - brij prolaps - uitzakking proleet - bluffer, filister, p(a)lurk, filister, knor, plebejer, prol proliferatie (geneesk.) - voortplanting, woekering prolifiek - vruchtbaar prolix - breedsprakig, wijdlopig prolixiteit - omslachtigheid, wijdlopigheid prollig - dik, gestremd, knorrig, proletig prolongabel - verlengbaar prolongatie - verlenging prolongatiepremie - report prolongeren verlengen proloog inleiding, inleidingsrede, voorafspraak, voorrede, voorwoord prolurk proleet promenade allee, boulevard, dreef, promenadedek, wandeldek (op schepen), wandellaan, wandeling, wandelweg promenadedek - wandeldek promenade langs de zee boulevard promeneren - wandelen prominent - uitblinkend, uitstekend, vooraanstaand prominenten - notabelen, primaten (oude Rome), voornaamsten promissie - belofte, toezegging p romissoir - eed promoten - pushen, stimuleren promotie bevordering, opklimming promotielijst - bevorderingslijst promotor - bestuurder, bevorderaar, drijver, gangmaker, hoofdaanlegger, oprichter, organisator, propagandist, ijveraar promoveren - bevorderen, doctoreren promoveren tot doctor - doctoreren prompt daarop, dadelijk, direkt, gritweg, juist, meteen, nauwkeurig, onmiddellijk, precies, snel, stipt, vlot, vlug, vaardig promulgatie afkondiging, uitvaardiging promulgeren - afkondigen, bekrachtigen prondel - prullen, vodden prondelmarkt - voddenmarkt pronk bluf, daad, gratie, luister, opschik, parade, praal, pracht, schitering, sier, sieraad, siersel, staatsie, statie, tooi, vertoon, ijdeltuiterij, zwier pronkappel - kalebas, pompoen pronkbed - paradebed, praalbed pronkbeker - nautilusbeker pronkbok - springbok pronkboon - lathyrus pronken - blameren, bluffen, bogen, floreren, geuren, paraderen, pralen, pochen, pralen, pralend, prijken, schitteren, snoeven, snoevend, snorkerig, statieus, stralen, uittartend, ijdeltuiterig pronkend - bluffend, fastueus, pochend, pompeus, pronkend vertoon van dapperheid - bravade, bravoure pronkepink - praalhans, pronker pronker adonis, banierheerdamoiseau, dandy, modegek, parademaker, praler, damoiseau, pronkerig ijdel, pralend, opgeschikt pronkerige vrouw - pronkster pronkerij - gepraal, sieraad, tooisel pronkerwt - lathyrus, siererwt pronkgewaad - parure, statiekleed pronkje - beeldje, potje, vaasje pronkkamer - salet, salon pronkkastje etagère, etalage, uitstalkast pronkklok - pendule pronkklokje - klok, pendule, slingeruurwerk pronknaald obelisk pronkpeer - pronkappel pronksterretje - kwikje pronkstuk - paradepaardje pronktafeltje - abacus, etagère pronkvogel - fuut pronkwagen - praalwagen pronkwijf - blauwkous, savante pronkziek - koket, praalziek, pronkzuchtig, ijdel pronkzieke vrouw - coquette, kokette, pagadet,ijdeltuit pronkzucht - ijdelheid, praal pronkzuchtige - ijdele pronomen voornaamwoord pronominaal - voornaamwoordelijk pronselaar - knoeier, prutser pronselen broddelen, knoeien, kwanselen, prutsen, ruilen pront - correct, dot, geredelijk, goedgekleed, knap, monter, mooi, naukeurig, netjes, parmantig, precies, rap, ree, snel, stipt, trots, vlot, vlug, wakker prontamente - levendig, nauwkeurig pronuntiatie - uitspraak pronunziare - zingen prooi aas, buit, dupe, roof, roofgoed, slachtoffer prooi zoeken azen, jagen prooizoeker jager proost cheers, gezondheid, prosit, prut, santé, santjes, skol, wel, proosten - toasten prop - bal, dot, frommel, papierbal, plug, spon, stop prop (med.) - embolus prop onder schoenen - nop prop van een vat - bom, bommel, spon, stop, stopsel, tap prop van pluksel - tampon prop verband - tampon prop watten - tampon propaan - koolwaterstof propaancarbonzuur - boterzuur propaantriol - glycerol prop watten tampon propaedeutisch examen - propjes propaganda aanprijzing, betoging, demonstratie, manifestatie, optocht, reclame, winactie propaganda blaadje - affiche, folder propaganda maken - propageren propaganda maken voor - propaganderen propaganda middel spandoek propaganda optocht - betoging propagandist gangmaker, reclamemaker, ijveraar, zeloteur propagandist voor het koningschap in Frankrijk kamelot propageren verspreiden propanon - aceton propedeutisch (examen) prop, propjes propeller - luchtschroef proper - helder, keurig, kuis, net(jes), rein, schoon, zindelijk, zindelijk, zuiver properheid - helderheid prophylactisch - preventief prop onder schoenen - nop propje - dot propionzuur - ethaancarbonzuur propoost - gespreksonderwerp, redenering proportie afmeting, evenredigheid, verhouding proportioneel - evenredig, navenant propos a - terzake propositie - aanbod, hoofdstelling, proefpreek, voorslag, voorstel proppenschieter - drinkebroer, geweer, klapbus proprio motu - vrijwillig propvol bomvol, eivol, stampvol prop watten - tampon prorogeren - verdagen proscenium - voortoneel proseliet bekeerling, (nieuw)bekeerde, renegaat prosit - gezondheid, proost prosodie - metriek prospect - verschiet, uitzicht prospectus - prijscourant prossen - keuvelen, knoeien, morsen, villen prosser - knoeier prostituée - hoer, lichtekooi, slet prostitutie - hoererij, ontucht, veilheid, vuilheid protactinium pao proteacee - zilverboom protectie bescherming, hoede, steun voorspraak protector - beschermer protectoraat op Borneo - Brunei protégé begunstigde, beschermeling, gunsteling proteïne eiwitstof protese - kunstgebit protest bezwaar, bezwaar(schrlft), opstand, remonstrantie, tegenbetoog, tegenspraak, tegenstand, verzet, verweer, voorbehoud, weerstand protest op wissels - P protestactie - protestbeweging protestants hervormde, hugenoot, pr., prot., protesteerder protestants bestuurscollege van een classis moderamen protestants feestdag - Advent, Dankdag, Hemelvaartsdag, Kerstmis, Kerstfeest, Palmzondag, Pasen, Pinksteren protestants geestelijke - dominee, predikant protestants lied - gezang, psalm protestantse hervormer Calvijn, Luther, Zwingli protestantse organisatie eenheid - classis protestantse politieke partij AR.(P.), C.H.U., S.G.P. CDA protest op wissels p. protesteren tegenspartelen, tegenstribbelen, verzetten prothese - kunstarm, kunstbeen, kunstgebit proton atoomkern protozoaire ziekte - hepatica, surra, texaskoorts protozoën - oerdieren protser - dikdoener, opschepper protserig blufferig, dikdoenerig, opschepperij protsig - opschepperig prouveren bewijzen prove - liefdegave provenu - voordeel, winst Provençaalse dans waarbij een keten gevormd wordt farandole Provençaalse taal - Pimousin provenu - bedrag, opbrengst proverbiaal - spreekwoordelijk proviand - eetwaar, eten, leeftocht, mondvoorraad, voedsel, voorraad provianderen - ravitaileren proviandering ravitaillering proviandmeester - bottelier providentie - voorzienigheid provinciale hoofdplaats Arnhem, Assen, Groningen, Haarlem, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, 's Gravenhage, ´ s- Hertogenbosch, Utrecht, Zwolle provinciaal bekrompen, burgerlijk, doods, duf, gewestelijk, plattelands saai provincie - gewest, gouw, kanton provincie in België Antwerpen, Brabant, Henegouwen, Limburg, Luik, Luxemburg, Namen, Vlaanderen provincie in Brazilië Bahia provincie in Canada Alberta provincie in Ecuador Oro provincie in Nederland Drente, Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland, Zuid Holland provincie in Zuid Afrika Natal provincie in Zuid Slavië Bosnië, Kroatië, Slovenië provincie in Zweden Lan provincieplaats - dorp, stad provisie - commissie, courtage, voorraad provisie van een makelaar - courtage, makelloon provisiekamer op een schip pantry provisiekamer (Ind.) - spen(kast) provisiekast - broodkast, etenskast, spinde, schapraai provisioneel - voorlopig provisorisch - voorlopig provo - aanstichter, betoger provoceren uitdagen, uitlokken, uittarten provocerend - povocant provoost - opziener (in strafinrichting), straf, straflokaal proza - romanstijl prozaïsch - alledaags, nuchter prozaïsch mens - nuchterling prozaverhaal novelle, roman prude - preuts pudentie - beleid, inzicht, oordeel pruderie - preutsheid pruik - haardos, kalot, kunsthaar, naturel, postiche, toupet pruikenmaker - haarwerker pruikenstijl - rococostijl pruikerig - bekrompen, duf, ouderwets pruik met lange krullen allongepruik pruikje toupet pruilen - bouderen, drenzen, grienen, huilen, moeten, mokken, mopperen, morren, schreien, zeuren prullen mokken, bouderen, monken pruim kees, kroosje, kwets, mirabel, plum, prunus pruimensoort - czar, kwets, mirabel, pruimedant, tonneboer pruimenziekte - loodglans, moniliarot pruimkleurig - prune, roodpaars pruimtabak kees, pruimpje pruis - landloper Pruisen Borussia Pruisisch zuur blauwzuur Pruisen, koning van - 4 Otto 5 Johan 6 George, Wenzel 7 Hendrik, Joachim, Lodewijk, Wilhelm 8 Albrecht, Frederik, Koenraad, Waldemar 9 Sigismund prul - beuzeling, kleinigheid, lap, lapje, lor, nietsnut, onding, snuisterij, tierelantijn, tod, tondel, tonder, vod pruldichter - poetaster, rijmelaar prulgoed - voddengoed prullen - kletsen, talmen prullenbak - afvalbak, papierbak, papiermand, snippermand prullenboel - rommel prullenmand - snipperbak prullerig - ondegelijk, smakeloos prullerij - rommel, rotzooi prulletje - lapje, snuisterij prullig - nietig, voddig, waardeloos prulschilder kladder, kladschilder prulwerk - knoeiwerk prut - bagger, blubber, brij, drab, drek, koffiedik, modder, rommel, slijk, slik, vuil prutselen - knutselen prutsen - aanmodderen, dokteren, klungelen, knoeien, mieren, morsen, talmen, teuten, zeuren prutser bedrieger, beunhaas, broddelaar, knoeier, knutselaar, zwendelaar prutserig - knoeierig, ondegelijk, peuterig, teuterig prutswerk - knudde, lapwerk pruttelaar - grien, grijn, knorrepot, mopperaar pruttelen - brommen, grommen, knorren, koken, mompelen, mopperen, morren, murmureren, sudderen, treiteren pruttelend - gekreukt, gemelijk, verdrietig pruttelend spatten - sputteren pruttelgeld - preutelgeld, zakgeld pruttelig - brommerig, knorrig prutter - baggerman, melkslijter, spreeuw prij - aas, feeks, furie, harpij, heks, kol, kreng, lichaam, serpent, tang prijkel - perikel prijken - paraderen, pralen, pronken, vertonen prijs - bedrag, bekroning, beloning, buit, eer(bewijs), ere, inkoopsprijs, kosten, lof, premie, prix, somma, tarief, verkoopsprijs waarde prijsbepaler - taxateur prijsbepaling - tarief prijscourant - prospectus prijscyndicaat - kartel prijs met inbegrip van verzekeringskosten - cif prijs stellen op - liefhebben prijs van het leer - ledermarkt, leermarkt prijs van zeker produkt - kaasprijs prijs voor acteurs en filmsterren - Edison prijs voor beste film - oscar prijs voor bruikleen - huur prijsaanbieding - offerte prijsbepaling - notering prijscourant - koerslijst, notering, prospectus, prijsbepaling, tarief prijsdaling - baisse, prijsvermindering prijsdaling van geld - devaluatie prijselijk - loffelijk prijsfluctuatie - prijsschommeling prijsgeven - afstaan, opgeven, (op)offeren prijsgeving - abandonnement, afstand, verlating prijsgeving van zijn eigendom - derelictie prijskaartje - bonnetje prijskamp - concours, strijd, wedstrijd prijskans - gok, lot prijslijk - loffelijk, lofwaardig prijslijst - prijscourant, tarief, lijst prijsopgave - offerte prijsopgave van een bouwwerk - aanbesteding prijspeil - prijsniveau prijsstijging - hausse, opslag prijsverhoging - opslag, toeslag prijsverhoging van een valuta - revaluatie prijsverhoging van geld - revaluatie prijsverlies - pert, perte prijsvermindering - korting, rabaissement prijsverschil - (consumentproducent) marge prijzen - achten, benedijen, eren, excitatie, keuren, kronen, lauweren, loven, ophemelen, proneren, roemen, schatten, taxeren, verheerlijken, waarderen prijzend - lovend, waarderend prijzenslag - prijzenoorlog (kort, hevig) prijzenswaard - laudabel, loffelijk prijzenswaardig - lofbaar, loffelijk, respectabel, verdienstelijk prijzer - roemer, schatter prijzig - duur, peperig psalm - kerklied, loflied, ps. psalm die in de namiddag gezongen wordt - vesperpsalm psalm 50 - boetpsalm, meserere psalmboek - psalter, psalterion, psalterium psalmdichter Asaf, psalmist psalmen, boek der - psalter(ion), psalterium psalmgezang - brevier, psalmodie psalmlied op moderne wijs - souter psalmvers als inleiding tot de mis - introitus psalmzingen - psalmodieëren psalter - liedboek, psalmboek psalterium van Maria - rozenkrans pseudo - bedrieglijk, gewaand, misleidend, nagemaakt, onecht, vals pseudo antiek novantiek pseudoniem name, pen, pennennaam, pseud, schuilnaam pseudoniem van Beets Hildebrand pseudoniem van Douwes Dekker - Multatuli pseudoniem van H. Schönfeld Wichers Belcampo pseudoniem van H. v. d. Kallen – Havank pseudoniem van J. H. F. Gronloh - Nescio pseudoniem van W. Oeljanov Lenin psittacosis - pappagaaienziekte psyche - ziel psychiater zenuwarts psychisch - geestelijk, mentaal psychische gesteldheid - zenuwgestel psycho-analyse, vader van de - Freud psychoanalytisch begrip - narcisme psychologie - zielkunde, zieleleer psychologie van het lichamelijk gedrag - behaviourisme psychologie van het onderbewustzijn - dieptepsychologie psychose - zielsziekte pub - cafe, drankhuis, dranklokaal, herberg puber - halfwas, jongeling, jongeman, melkmuil puberteitsjaren - jongensjaren, vlegeljaren publicatie - aankondiging, bekendmaking, kennisgeving publiceren - afkondigen, bekendmaken, openbaarmaken, uitgeven publicatietoestemming evulgetur publiciteit bekendheid, naam, openbaarheid, openbaarmaking, propaganda, reclame publiek auditorium, aanwezigen, bekend, bezoekers, gehoor, gehoorzaal, kijkers, men, menigte, omstanders, openbaar, openlijk, toegankelijk,toeschouwers, volk publiek gebouw - bibliotheek, casino, kerk, museum, station, tempel publieke aanprijzing - reclame publieke bedrijfsorganisatie - pbo publieke bekendmaking, annonce publieke betoging - demonstratie, manifestatie publieke gebeurtenid - evenement publieke lokaliteit - cafe publieke mening - concensus publieke veiligheidsdienst - politie publieke vermakelijkheid - bioscoop, circus, dancing, disco, feest, sport publieke vrouw - hoer, meretrix, prostituee publieke wandelplaats - park, plantsoen publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie P.B.O. pudding - custard, toetje, vla puddingsteen - conglomeraat pudiek - eerbaar, kuis, schaamachtig pueblo - gemeente, plaats pueriel kinderachtig, kinderlijk Puerto Rico, hoofdstad van - San Juan puf - animo, fut, lust, moed, trek puffen - blazen, roken pufferig - benauwd pugilist bokser, vuistvechter pui bordes, buitenmuur, gevel, ondergevel, stoep, voorgevel, voormuur puibil - kikkerbil puik - best, bloem, elite, fijn, goed, heerlijk, keur, opperbest, parel, patent, prima, probaat, voortreffelijk, uitgelezen, uitmuntend, uitnemend, uitstekend puikop kikkervisje, dikkop puilen - bollen, uitsteken, zwellen puim - klap, opstopper, slag puin afbraak, afval, bik, bouwval, rommel, ruïne, steenafval, steenslag puinen - zuiveren puinbed - onderlaag (van een wegdek) puinhoop - bende, bouwval, chaos, karbonkel, ravage, rommel, rotzooi, ruïne, steenberg, troep puimsteenaarde - tras puinsteengruis - bims pui of muur - wand puirek - eendekroos puist - blaar, bobbel, bult, etterzweer, fistel, gezwel, karbonkel, negenoog, pok, pukkel, pustula, zweer, zwelling puisteen - gevelsteen puistekop - ellendeling puisten op de huid - acne, uitslag puisterig - puistig, pustuleus puistje - exantheem, pok, pukkel, zweertje puistjes - uitslag puit - geldbeurs, kikker, kikvors, klamp, puut, trommel, visnet, zakje puitaal - aalgeerkwab, aalkwebbe, aalpuit, kwab, kwabbe, kwebaal, lomp, magaal, meun, moeraal puk - dreumus, kleuter pukkel - bobbel, pok, puist, ransel, rugzak, soldatentas, zweer pul - bier(kan), kruik, kuiken, nap, pint, tul, urn, vaas, vaaskuiken pul bier - pint pulken peuteren, plukken, punniken, trekken pulley - poelie pulover - puli, trui pul of pot - vaas pulp - houtpap, melasse, veevoer pulp van suikerriet – ampas puls - polszak pulsatie - plosslag pulsen - kloppen, slaan pulseren klappen, kloppen, slaan pulsimeter - polsmeter pulver - buskruit, poeder, poeier, stof pulverig mul, rul pummel - heikneuter, hufter, kinkel, knuppel, lomperd, lummel, onfatsoen, pummel, rekel, vlegel punch - pit punctie - prik punctie van het trommelvlies - paracentese punctualiteit - stiptheid punctueel nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt punctuur prik, punctie pungel – bundel, zak pungelaar – smokkelaar punniken – handwerken, peuteren, pulken Punisch Carthaags Punjab, hoofdstad van - Chandigarth punt feit, hoogtepunt, nip, stip, piek, plek, plaats, punctum, nijpunt, sluitteken, spits, timp, tip, tittel, top, zaak punt aan uitspansel nadir, zenith punt in cricketspel run punt in zonnestelsel nadir, zenith punt op snavel van jonge vogel - eitand punt van behandeling kwestie object, onderwerp, thema, zaak punt van de maanbaan het dichtst bij de aarde - périgeum punt van een beitel of pijl - aar punt van een rekening post punt van verschil - controverse, finish, geschrijf, gesprek, verschilpunt punt van waar men uitgaat begin, uitgangspunt, beginpunt puntbaardje - Napoleon, sik puntbrood timp puntdicht - epigram, hekeldicht, limerick, satire, sneldicht, xenie puntdichtschrijver - epigrammist puntdiertje - nomade puntdraad - pinnekensdraad, prikkeldraad, rasterdraad punteloos - morné, stomp puntelijk - accuraat, keurig, netjes, precies, stipt punten - scherpen puntenaantal - score puntenlijst - cijferlijst, rapport puntenopeenvolging - lijn punter - bark, grundel punterdorp - Giethoorn punteren - stippelen, varen punthameren - bosseren, boucharderen punthoed - mijter, steek puntig - aardig, beknopt, bondig, geestig, gepunt, hekelend, kattig, kittig, net, netjes, pikant, pittig, prikkelig, proper, scherp(zinnig), snedig, spits, stekelig puntig afsnijden - geren puntig baardje napoleon puntig (Fr) - aigu puntig broodje - kadet puntig deel - slip, split, stip puntigheid - beknoptheid, raakheid, scherpte puntig houten paaltje piket puntig ijzer - drevel puntig instrument – priem puntig krentenbroodje - amanda puntig omgebogen ijzer pook puntig plantendeel doorn, doren, stekel puntig scherp voorwerp - naald puntig toelopende strook grond - sniep puntig uiteinde spits puntig uitsteeksel - angel, arend, doorn, doren, piek, staart, stekel, tand, weerhaak puntig voorwerp - els, lans, naald, nagel, pen, piek, pin, priem, punaise, pijl, speer, speld, spies, spijker, stift puntige degen - rapier puntige haak - kram puntige (ram)voorsteven van een schip (Romeins) - sneb puntige spits spon puntige staaf – spit pintige top - spits puntige uitwas – distel, doorn, spriet, stekel puntje - stip, tip punt op de i zetten - betittelen puntkoralen - milleporen puntoog - ocel puntje op snavel eitand punt van behandeling - item, kwestie, object, onderwerp, thema, zaak punt vanwaar men uitgaat - begin, beginpunt, meet uitgangspunt puntzak peperhuisje pupil élève, favoriet, kwekeling, leerling, lieveling, oogappel, pleegkind, voedsterling pupilverwijdend - mydriatisch puppy - hondenjong punt van behandeling - kwestie, object, thema, zaak oogappel, pleegkind puree - brij, narigheid, stamppot puree van vruchten - moes puren - louteren, putten,schoonmaken, zuigen, zuiveren purgatorium vagevuur purgeermiddel aloe(pil), bitteraarde, boksdoorn, cascara, castorolie, clisteer, cremotart, dragant, drastica, jalap(pe), kastorolie, lactobiel, laxans, laxatief, laxeermiddel, magnesia, purgans, purgatie, purgarief, purge, ricineolie, ricinusolie, seneblad, wonderolie, zetpil purgeren laxeren purgerend - (buik)zuiverend, laxatief purificatie reiniging, zuivering purimfeest Hamansfeest purist taalzuiveraar purper - donkerrood, karmozijn, paars, paarsrood purperhart - paardenvleesbout purperhout - amarant(hout) purperhoutboom - palissander(hout) purperkleur - amarant, lila purperkleurig gesteente - porfier purperkorrels - kermes purperminde - ipomoea purperrode verfstof - liguline, orseille purperrood - amarant, donkerrood, karmozijn, ponceaurood purperslak - murex, purpura purpersteen - porfier, porfiet purperverf - karmozijn purperverkoopster - Lydia purperzuur - murexide pur sang - raspaard, volbloed pus etter, wondvocht pussen - etteren pustel - puist put afgrond, bron, diepte, dieptepunt, ganzebordfiguur, gat, kolk, kuil, schacht, uitholling, waterdiepte, wel put zonder bodem zinkput putemmer - aker, ameraal, emmer, kruik, puls, puts, putse, schepemmer putje - kuiltje, uitholling putoor - roerdomp putplant - freatofyt puts - aker, ameraal, kruik, melkemmer, putemmer, putse, schepemmer, scheepsemmer putsch coup, staatsgreep putse - emmer, kruik, puts puttee - beenwindsel putten - begraven, inkuilen, scheppen putten uit - ontlenen puttenzuiger - rioolwagen, kolkenzuiger putter - distelvink, drinkebroer, golfstok, putbaas, tukker, zuiper putterdistel - vederdistel puur bloot, enkel, (klink)klaar, louter, maagdelijk, naturel, onbevlekt, ongerept, onverdund, onvermengd, onvervalst, onvoorwaardelijk, rein, zuiver puzzel - achthoek, contactraadsel, cryptogram, cijferpuzzel, denkertje, diagonaalraadsel, doorloper, enigma, hersenbreker, karbonkel, koppelraadsel, kruiswoord, kruiswoordraadsel, kruiswoordvariatie, kryptogram, lettergreepraadsel, probleem, raadsel, raadselvergelijking, rebus, sudoku, traliewerk, verschuifraadsel, vlechtwerk, vraagstuk, woordrangschikking, woordverandering, woordzoeker puzzelen - piekeren pij - habijt, monnikskleed, opperkleed, overkleed pijjekker - jekker, wambuis, zeemansjas pijk - schoppen pijl - fleche, flits, schicht, straal, wegwijzer pijlbundeldrager - lictor pijldraak - draakvis pijler -bogendrager, drager, gewelvendrager, kolom, mijngang, schoorzuil, (steun)pilaar, steunzuil, stut, zuil pijlgif - antiarine, curare (Zuidamerikaans) pijlgif der indianen - urari pijlkruid - adderkruid, adelaarsvaren, sagittaria, serpenttong, snoekenblad, zwanebloem pijlschans - flêche pijlsnel - vliegensvlug pijlstaartvlinder - sfinx pijlsteen - belemniet, donderbeitel, lynxsteen pijlvergif der Indianen - curare pijlvormig - sagittaal pijlwichelarij - belomantie pijlwortel - arrownoot pijn - dolor, droefheid, leed(wezen), lijden, meralgie, penitentie, pijnboom, smart, verdriet, wee, zeer, zielensmart pijn aandoen - pijnigen pijn achteraf - napijn, nawee pijn doen - bezeren, snerpen, striemen pijn doende - pijnlijk pijn hebben - lijden pijn in de beenderen - astealgie pijn in de gewrichten - jicht, omalgie, reumatiek pijn in de hartstreek - angina pectoris, hartbeklemming, stenocardie pijn in de heup - heupjicht, ischialgie, ischias pijn in de lendenspieren - spit pijn in de lever - hepatalgie, hepatitis pijn in de milt - splenalgie pijn in de nierstreek - nierkramp, stenofrie pijn in de ruggegraat - rhachialgie pijn in de schouderstreek - omalgie pijn in de spieren - kramp pijn in de tanden - tandpijn pijn in een gewricht - jicht, myalgie, onalgie, podagra, reumatiek pijn in het heupgewricht - coxalgie, coxodyni pijn lijden - kwellen pijn ondervinden - lijden pijn veroorzakend - smartelijk pijnappel - denappel pijnappelklier - epifise, epifyse, hypofyse pijnbank - folterbank, torture, tortuur pijnbankje - fattul pijnboom - ceder, cipres, den, lariks, lork, mast, spar pijnbos - dennebos pijne - last, moeite, smart pijnen - drukken, kwellen, persen pijnen (zich) - beijveren, inspannen pijngevoeligheid - algesie pijnhars - pek, pik pijnigen - folteren, grieven, kastijden, krenken, kwellen, kwetsen, martelen, mishandelen, plagen, pijnen, steken, teisteren, tergen, tormenteren, verwonden pijniger - folteraar, kweller pijniging - foltering, kwelling, marteling, pijn, torment, tormenteren, tortureren, tortuur pijnloos - onopvallend, zacht pijnloosheid - anodyne, sedatief pijnlijk - genant, gevoelig, hachelijk, lastig, moeilijk, navrant, netelig, nijpend, onaangenaam, penibel, precair, schrijnend, smartelijk, spit, pijnlijk aangedaan - gegriefd, gekwetst pijnlijk drukken - knellen pijnlijk en scherp - stekend pijnlijk gevolg - nawee pijnlijk ongemak - hoofdpijn, kiespijn, spit pijnlijk voorval - scène pijnlijke gewaarwording - scheut pijnlijke opzwelling - ontsteking pijn of kommer - leed pijn ondervinden - lijden pijnlijke samentrekking - darmkramp, koliek, kramp, nekkramp, spasme, stuip pijnlijke zwelling - blaar, bof, buil, bult pijnstillend - kalmerend, pijnbedarend, pijnverzachtend, sedatief pijnstillend middel - analgeticum, anodyne, aspirine, calmans, fenacetine, morfine, opiaat, opium, palliatief, saridon, sedatief pijnstillende olie - kajapoetolie pijn, verdwenen - analgesie pijp - ader, blaaspijp, buis, cilinder, fluit, ingang, kachelpijp, koker, leiding, orgelpijp, pijplak, riool, roer, schacht, staaf, stang, tabakspijp, tuit pijp met tongwerk - labiaal pijp om vuur aan te blazen - balg, blaas pijp uit Zuid-Holland - gouwenaar pijp van een ketel - tuit pijpbloem - aristolochea, clematis, saraceenskruid pijpdoorsteker - baleintje, kloker, peuter, pijpekoter, pijpenwroeter, smeel(tje) pijpen - fluiten pijpengaal - kruiwagen pijpenkruid - macaronikruid pijpenla - slurf pijpenwroeter - kloker, pijpuithaler pijper - fluitspeler pijpestrootje - bentgras, boendergras, kwajongen, molinia pijphout - bruyère, perehout, vaathout pijpje - buisje pijpje kinabast - snitsel pijpkan - nun pijp om vuur aan te blazen - blaasbalg pijpsoort - doorroker, bruyère, gouwenaar pijptabak - mixture pijpuithaler - pijpenpeuter pijpverbinding - koppel, mof, nippel pijpvis - fluitbekvis pijpwortelmeel - araroet, arrowroot pijpzak - doedelzak pijpzwart - roet pijpzweer - fistel, syrinx pijzel - graanzolder pyama - nachtgewaad, negrito pygmee - Akka, Bamboeti, dwerg pygmee buiten Afrika - negrito pygmoïde negers - negrillen pyloon - boortoren pylorus - maaguitgang Pyreneën, rivier (ontsprongen) in de - 3 Têt 4 Agly, Aspe, Aude, Nive, Tech 5 Adour, Neste, Segre 6 Aragon, Ariège 7 Gallego, Gaonne, Noguera 8 Bidassoa Pyreneën, top in de - Aneto, Anie, Bilaitous, Vignemale pyriet zwavelkies pyrolacee - montropa, pyrola, stofzand, wintergroen, zonderblad pyromaan brandstichter pyrometer vuurmeter pyrotechnicus vuurwerkmaker pyroxeen - aumiet, euliet, fassaiet, jadeïet, kunziet, trifaan