m 1 revision imported
m Text replacement - "Category:P" to ""
Line 3,812: Line 3,812:
  ezelvereerders - asinaril
  ezelvereerders - asinaril
    
    
[[Category:P]]
 
[[Category:Puzzelwoordenboek]]  
[[Category:Puzzelwoordenboek]]  
{{Back to the top}}
{{Back to the top}}

Revision as of 21:35, 29 October 2023

Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
Archived on Termhotel.com at: https://termhotel.com/archives/Puzzelwoordenboek/

Puzzelwoordenboek: APuzzelwoordenboek: BPuzzelwoordenboek: CPuzzelwoordenboek: D
Puzzelwoordenboek: EPuzzelwoordenboek: FPuzzelwoordenboek: GPuzzelwoordenboek: H
Puzzelwoordenboek: IPuzzelwoordenboek: JPuzzelwoordenboek: KPuzzelwoordenboek: L 
Puzzelwoordenboek: MPuzzelwoordenboek: NPuzzelwoordenboek: OPuzzelwoordenboek: P
Puzzelwoordenboek: QPuzzelwoordenboek: RPuzzelwoordenboek: SPuzzelwoordenboek: T 
Puzzelwoordenboek: UPuzzelwoordenboek: VPuzzelwoordenboek: WPuzzelwoordenboek: X
Puzzelwoordenboek: YPuzzelwoordenboek: Z
Eagle (Eng.) -  adelaar, goudmunt 
earl (Eng.)   graaf 
eau de cologne - odeur, reukwater
eb   laagwater, l.w., ebbe, getij, tij 
ebaucheren - aanleggen, schetsen
ebbe - getijde
ebbehout van Ceylon - coromandel
ebbehout (Ind.)- agrihout
ebben   achteruitgaan, aflopen, afnemen, teruglopen, terugvloeien, wegvloeien
ebdeur - sluisdeur
eb en vloed   tij, getijde, getij 
eboniet   caoutchouc 
ecarté   kaartspel 
ecarteren   vermijden, verwijderen
ecce (Lat.)   zie 
ecclesia mater - moederkerk
ecclesiastes   prediker (het bijbel boek)
ecclesiastisch - kerkelijk
echec - fiasco, flop, mislukking, nederlaag, schaak, tegenslag
echel - bloedzuiger
echinieten - koeteieren, zeeappels,  zeeegels, zeeklitten
echinococcus - blaasworm
echo   galm, nagalm, naklank, reflectie, resonance, resonatie, tegengalm, weergalm, weerkaatsing, weerklank
echoapparaat - asdic, sonar
echokelder   galmkelder 
echolokalisatie - sonar
echolood - dieplood, peillood
echt   authentiek, beproefd, bestaand, diep, diepst, eerlijk, erkend, fijn, formeel, gedegen, geheid, genuien, heerlijk, heus, huwelijk, inderdaad, innerlijk, innig, intiem, legitiem, leuk, louter, matrimonium, officieel, onvervalst, oprecht, origineel, prettig, probaat, raszuiver, realistisch, reëel, rein, specifiek, trouwpartij, vast, verbintenis, veritabel, verus, waarachtig, waar(lijk), warm, werkelijk, wettelijk, wettig, wezemlijk, zeker,  zuiver 
echte kies - molare
echte zanger   fitis, kardinaal, karekiet, kneu, kwikstaart, liervogel spotvogel, tapuit, tjiftjaf
echtbreker - overspelige
echtbreuk   ontrouw, overspel, slippertje
echtelijk   conjugaal, huiselijk, huwelijks 
echteloos - ongehuwd, vrijgezel
achteloos leven - celibaat
echten - trouwen, wettigen
echter   al, alevel, algelijk (Z.N.), alhoewel, dan, des(al)niettemin, desondanks, doch, edoch, evenwel, hoewel, intussen, maar, niettemin, nochtans, ofschoon, ondertussen, tenminste, toch
echte Fries - stamfries
echtgareel - huwelijksband
echtgebeurd – historisch, waar
echtgenoot – bruidegom, e(e)ga, ga(de), gemaal, getrouwde, levensgezel, man, partner, wederhelft
echtgenote   eega, ga, gade, gemalin, getrouwde, vrouw, wederhelft, wijf
echtgenote van   zie: vrouw van ...
echtheid   authenticiteit, genuïteit, juistheid, onvervalstheid, o, prechtheid, ongeveinsdheid, waarheid, zuiverheid
echtheid betreffende de geboorte - legitimiteit
echtheidsonderzoek     verificatie, controle
echtheidsonderzoeker - controleur, verificateur
echtheidsstaving - vidimatie
echtheidsverklaring - legitimatie
echtkoets   bruidsbed,  huwelijksbed
echt Nederlands beroep - matroos
echtscheiden - divorceren
echtscheiding - ontrouw, overspel, separatie
echtscheidingplaats in VS.   Reno
echtscheidingsverklaring - legitimatie
echtschender - echtbreker, overspelige
echtverbintenis   echt, huwelijk
echtvereniging   agnitie, bruiloft, huwelijk
echtverklaring   agnitie, erkenning, legalisatie, legitimatie  
eclampsie - (kinder)stuipen
éclat   opzien, glans, luister, schittering  
eclatant   daverend, glanzend, inslaand, klinkend, luisterrijk, opzienbarend, schitterend
eclips   ondergang, verduistering, verdwijning, zonsverduistering
eclipseren   verdonkeren, verduisteren, verdwijnen
ecliptica - aardbaan, zonnebaan, zonneweg
ecloge - herdersdicht
ecoloog - milieudeskundige
economie   bezuiniging, staathuishoudkunde, zuinigheid
economie van een volk - volkshuishouden
economisch   besparend, kostenbesparend, spaarzaam, staathuishoudkundig, zuinig 
economisch instituut voor midden en kleinbedrijf - E.I.M.
economisch verbond - E.E.G.
economische commissie der V.N. - ECA, ECAF, ECE, ECLA
Economische commissie voor Afrika - ESA
Economische commissie voor Europa - ECE
Economische commissie voor Latijns Amerika - ECLA
Economische commissie der VN - ECA, ECAF, ECE, ECLA
Economische en Sociale raad der VN - Ecosoc
economische depressie - malaise, slapte
economische handeling - voorraadvorming
economische onafhankelijkheid   autarkie
economisch driespan - benelux
economiser - voorverwarmer
economiteit - doelmatigheid
econoom - economist, staathuishoudkundige
ecrin   juwelenkistje
ecru   crèmekleurig, ongebleekt, roomgeel, ruw, touwkleurig
Ecuador deel van - Costa, Oriënte, Sierra
Ecuador, provincie van - 
 4  Loja, Napo
 5  Canar 
 6  Azuaya, Carchie, Guayas, Manabi
 7  Bolivar, Pastaza
 8  Cotapaxi, Inbabura
 9  Pichincha
10 Chimborazo, Esmaraldas, Tungarahua
Ecuador, provinciehoofdstad in - 
 4  Loja Puyo, Tena
 5  Macas, Quito
 6  Ambato, Cuenza, Ibarra, Tulcan, Zamora
 7  Azoguez, Machale
 8  Babohoyo, Guaranda, Riobamba
 9  Guayaquil, Latacunga
10 Esmeraldas, Portoviejo
Ecuadoriaanse munt   centavo, sucre
eczeem - (huid)uitslag 
eczeem bij paarden - mok, rasp
Edda, onderdeel van de - Grottasongr, Havamal, Hyndlujod, Rigsthula, Voluspa
edder - elder, uier
edel - aanzienlijk, adelijk, doorluchtig, eel, edelmoedig, edelwaardig, fier, goed, grootmoedig, groots, hoogstaand, kostbaar, nobel, ridderlijk, statig, waardig, verheven, voornaam
edelaardig - edelmoedig, grootmoedignobel
edelachtbare - e.a.
edeldame - douairière
edel dier - eland, hert, paard, ros
edelaardig   grootmoedig, nobel 
edele - aanzienlijke, adelijke, edelman, ridder, 
edele aard - adel
edelen - aanzienlijken, adelijken, adelstand
edele stenen - gesteente
edele vogel - adelaar, arend, valk
edelgas   argon, helium, krypton, neon, radon, xenon
edelgesteente - ametist, diamant, esrnerald, esmeraud, karbonkel smaragd
edelgesteente in een vingerring - bag 
edelgranaat - almandien
edelgraniet - almandin
edelheid - adel, nobiliteit, uitmuntendheid, voortreffelijkheid
edeling   edele
edelknaap - hofjonker, page
edellieden - adelstand
edelman   aristocraat, baron, bruggraaf, edele, edeling, graaf, hertog, hildalgo (Sp.), jonkheer, markies, pair, prins, ridder, vicomte
edelman in Japan - Daimio
edelman op Java - Adipati, Raden
edelman uit Frankrijk -  pair
edelman (Sp.) - hidalgo
edelman te paard - ridder
edelmarter   boommarter
edelmetaal   goud, platina, zilver
edelmetaal (Fr)   or
edelmoedig   edel, edelaardig, genadig, genereus, goedertieren, groothartig, grootmoedig, gul, lankmoedig, magnaniem, menslievend, mild, nobel, onbekrompen, ridderlijk, vrijgevig, vrijmoedig 
edelmoedigheid   adel, generositeit, goedertierenheid, mildheid, noblesse 
edelsmid - zilver-, goudsmid
edelsmid, beroemde - begeer, Bulle, Celini, Faberge, Lalique, Lebrun, Lutma, Mores, Vianen
edelsmid uit renaissance - Cellini
edelsmidwerktuig - bouwel, burijn, steke
edelste - keest
edelstenen  
 3  git
 4  brik, daai, erts, jade, kies, onyx, zand
 5  agaat, amber, bagge, beril, beril, camee, gemma, gneis, grind, 
     grint, magma, opaal, parel, pumex, robijn, rubis,  silex
 6  adamas, akmiet, albast, amaril, arduin, asbest, aug iet,
     bariet, basalt, bazalt, bismut, carbon, eoliet, gagaat,
     gravel, jaspis, juweel, kareel, katoog ,koraal, kwarts,  marmer, 
     orion, plasma, prasem, pyriet, sardis, spinal, topaas, ulviet,
     zarbat
 7  adamant, adulaar, almagra, aluniet, ametist, amirant,
     aniniet, apatiet, asteria, bauxiet, camaieu, carneol,
     carrara, citrien, diabaas, diamant, dioriet, girasol,
     glimmer, grafiet, granaat ,graniet, granito, grauwak,
     graveel, greskei ,hyacint, hyaliet, jadeïet, kalktuf,
     koralijn, kristal, krijttuf, leuciet, mangaan, nefriet,
     neoliet, oxaliet, perelle, peridot, pikriet, porfier,
     pycniet, saffier, sinopel, smaragd, uroliet, wolfram, 
     ijssteen,  zeoliet, zirkoon
 8  aeroliet, alboliet, alfenide, allagiet, almandin, amethist,
     baccarat, basaniet, bdellium, beresiet, boraciet,
     braggiet, briljant, brillant, cabochon, carneool, 
     ceratiet, chamotte, chloriet, cornalijn, corneool, 
     datoliet, dendriet, diopsiet, dioptaas, doleriet,
     dolomiet, electron ,esmeraud, essoniet, eterniet, 
     euforiet, gadsteel, galsteen, graniver, haarkies,
     hamatiet, isjoliet, karneool, kornelijn, lateriet,
     lavaglas, lazuriet, leisteen, leksteen, majolica,
     megaliet, melaniet, nomoliet, pagodiet, peperine, 
     rijnsteen, sanidien, saponiet, sardonix, seleniet, 
     sideriet, silicium, spongiet, steatiet, trachiet, tufsteen,
     turkoois, zeeagaat, zeeberil
 9  amazoniet, antraciet, aquamarijn, aromaliet, baikeliet,
     barnsteen, belemniet, bengaliet, cacheloog, calcidoon,
     carbonium, chalcedon, dinasteen, dragoniet, drakoniet,
     edelopaal, flintglas, galactiet, gangsteen, garneriet, 
     glassteen, goudsteen, granuliet, hardsteen, hessoniet,
     inktsteen, kalksteen, karbonkel, kattegoud, kuitsteen,
     kwartsiet, maansteen, malachiet,  melksteen, meteoriet,
     naltroilet niersteen,  paapsteen, psaroliet, puimsteen,
     rhodoniet, roodsteen, speksteen, steenvlas, steenzout,
     stersteen, tandsteen, theraliet, toermalijn, tungsteen,
     vuursteen, waalsteen, wratsteen, ijselsteen, ijzersteen,
     zandsteen, zeepsteen, zeilsteen
10 aluinsteen, anthraciet, antimonium, asicteriet,
     automaliet, azuursteen, band jaspis, basaltglas,
     beeldsteen, blaassteen, blauwsteen, bloedsteen, 
     bronsinter, bruinspaat, bruinsteen, chrisoliet, 
     chrisoliet, dianasteen, druipsteen, gadoliniet, 
     heliotroop, helsesteen, hoornsteen, karsteniet, 
     klinksteen, luchtsteen, marcassiet, nevelsteen, 
     nikkelkies, paarlopaal palagonlet, paragoniet,
     pepersteen, rooskwarts, smaragdiet, spiesglans, 
     stalactiet, stalagmiet, stangsteen, topasoliet, 
     sponssteen, waterspaat, zonnesteen
11 bergkristal, bloedkoraal, chrysoberyl chrysopraas
edelsteen in reliëf - camee, gemma
edelsteen in ring   bag, bagge 
edelsteenkunde   gemmologie
edelsteen met ingesneden figuur - gemma, intaglio
edelvalk - jachtvalk, vogel
edelvrouw   barones, dona, douarière, freule, gravin, groothertogin, hertogin, jonkvrouw, markiezin, prinses
edelzout - kalizout
eden - eldorado, lusthof, lustoord, paradijs
Ederna - Adrianopel
edict   besluit; bevelschrift, kennisgeving, landsverordening plakkaat, verdrag, verordening
edictaal - indaging
edidit - ed.
edik   azijn, eek
editeren   publiceren, uitgeven
editie   druk, oplaag, oplage, uitgave,
edoch - doch, echter, evenwel, maar
Edom   Ezau
educatie - opvoeding, scholing 
educatief   opvoedend 
eed - belofte, bezwering, gelofte, verklaring
eedbreuk - meineed
eedgenoot   bondgenoot, comploteur, liquist, samenzweerder 
eedgenootschap  - bondgenootschap, eedverbond, enomotie, lique, samenzwering
eedverbond   compromis, eedgenootschap
eega   echtgenote, echtgenoot, ga, gade, gemaal, gemalin, getrouwde, levensgezel, man, vrouw , wederhelft
eek   azijn, edik, eik, eikenschors, looistof, run
eekhoorn - eekkatte, eker, pluimstaart, sciuris, spookdiertje
eekhoornachtig dier - ziesel
eekhoornbont - vair
eekhoornmarmot   tamias
eekhoornsoort - alpenmarmot, klapperrat, soeslik, ziesel
eel   ale, bier edel  
eelt   callas, huidverharding, porose, weer, zwil
eeltachtige uitwas   likdoorn, wrat
eenakter - toneelspel 
eeltachtige verharding - likdoorn, wrat 
eeltachtigheid - callositeit
eeltig - calleus
eeltpotige - alpaca, dromedaris, guanaco, kameel, lama, vicugna
eeltuitwas aan paardepoten - zwilwrat
een - mono
een (Eng.) - one
een aantal - menigeen
een aantrekkelijk schouwspel opleverend - spectaculair
een aanvang nemen - aangaan
een aanwijzing voor betaling geven - assigneren
een afkeer hebbende - afkerig
een afspraak maken - overeenkomst
een akte - uiterst
een ambt bekleden - aanblijven, dienen
een andere handeling verrichten - overgaan
een andere mening - oneens
een andere stand innemen - overgaan
een andere vorm geven    deformeren omvormen, reformeren, vervormen
een aperte leugen - apert
een appel en een ei - weinig
een april - gekkendag
een baard hebbend - baardig
een bad nemen - baden
een bedenking opperen - aanmerken
een bedevaart doen – dienen
een beeld - amplificatie
een beeld vervaardigen uit kneedbare stof - boetseren
een beetje - deels, enigermate, enigszins, iet, iets, ietwat, luttel, pietsje, wat, weinig
een beetje dronken - aangeschoten, tipsy
een beetje scheel   loens 
een begin met boren maken - aanboren
een behoorlijke vorm geven - fatsoeneren
een beleefdheidsbetuiging geven - groeten
een beleg slaan - belegeren
een bepaalde richting uit - achteruit, linksaf, rechtdoor, rechtsaf
een berg in Griekenland - Heiicon, Zangberg
een berisping geven - toedienen
eenbes - dolwortel, panskruid, wolfsbes
een besluit nemen - beslissen
een bestelling bezorgen - afloeveren
een blaasbalg - balg
een boek openen - opslaan
een boel - veel
een bod doen - bieden, tawarren
een bom duiten - kliek
een bos - bundel
een bultige kameel - dromedaris
een bundel - bos, dot, knot, ris, streng
 een bundeltje - dot
eencellige - radiolarie, schaaldier(tje)
eencelligen - 
 5   algae, algen
 6   wieren
 7   ciliate
 8   protozoa, sporozoa
 9   bacteriën, protisten , rhizopoda, sardonica
10  flagellata, schizophyta, slijmzwammen
12  mastigophoia
13  sporendiertjes, wortelpotigen, zweepdiertjes
17 afgietseldiertjes
eencellig diertje - amoebe, zeevonk
eencellig organisme - bacil, bacterie
eend - bergeend, brilduiker, domoor, goele, klappereend, krakeend, krust, oeverzegge, roepertje, roodkop, stommeling, taling, woerd
eend, kleine - taling
eendachtig - dom
eendachtige vogel - eend, gans, meerkoet, zwaan
één dag durend   efemeer 
eendagsvlieg - efemeried, haft, oeveraas 
een dag voor heden - gisteren
eendekker - monoplaan 
eendekroos - eendemoes, lemma, puirek
eendekroos achtigen - lemnaceeëen 
eendelig werkpak - overall
eendendoder - visarend
eendengeluid – kwaken, snateren
eendenkooihouder - kooiker
eendensoort - 
 6   smient, taling ijseend
 7   casarca, nijlgans, zaagbek, zee-eend
 8   Balieend, bergeend, booteend, duikeend, huiseend,
      kromeend, kuifeend, nonnetje, slobeend
 9   Andesgans, dwerggans, eidereend, krooneend,
      kwakertje, pronkeend, pijlstaart, tafeleend
10  brilduiker, Pekingeend, Rouaaneend, toppereend,   
      witoogeend
11  hoendergans, Orinocogans
12  wintertaling
16  stekelstaarteend
eender   dito, egaal evenzo, gelijk, hetzelfde, idem, ongeweizigd, onveranderd
een der Antillen   Aruba, Bonaire, Cuba, Curaçao,  Jamaica, Saba
een der Apostelen   Andreas, Filippus, Jacobus,  Johannes, Judas, Nathanaël, Petrus, Simon, Thomas
een der asen - widar
een der Azoren   Tayal 
een der Bahama’s   Acklin, Cat, Watling
een der Balearen   Ibiza, Mallorca, Minorca
een der Banda eilanden   Al 
een der Canarische eilanden   Palma, Hierro
een der Cycladen   Delos, Milos, Naxos, Paros, Thira 
een der Deense eilanden   Bornholm, Funen, Mön, Samsö, Lolland, Paros, Thira
een der Dioscuren - Pollux
een der Dravidische talen - Tamil
een der drie Furiën - Megera
een der drie Gorgonen - Medusa
een der drie Gratiën - Aglaja
een der eilanden van de Dodekanesos   Leros, Jaros
een der Fidzji eilanden   Ngau 
een der Filippijnen   Luzon, Mindoro, Mindanao
een der Furiën   Megara 
een der Gorgonen   Euryale, Madusa, Stheno
een der grote Antillen   Cuba, Jamaica
een der grote Soenda eilanden - Sumatra
een der Hebriden   Barra, Lewis, Ulst
een der Ionische eilanden - Ithaca, Ithaka, Ithaki, Korfu, Zante
een der kaliefen - imam
een der Karel romans - Roelandslied
een der kegelsneden - ellips, parabool 
een der lonische eilanden   Korfoe, Zante
een der Japanse eilanden   Hokkaido, Hondo, Kioesjoe, Sjikokoe
een der kleine Antillen   Aruba, Bonaire, Curaçao
een der kleine proleten - Jona
een der kleine Soenda eilanden - Bali,Timor
een der kleinste lettersoorten - parel
een der Koerillen   ltoeroen, Oeroep
een der Lakkadiven   Amini, Kalpeni
een der leiders van het verbond der edelen - Brederode
een der Liparische eilanden   Alicudi, Salina, Stromboli
een der Lofoten   Andöy, Langö
een der Molukken   Ambon, Buru, Ceram, Halmahera
een der  muzen  Calliope Clio, Erato, Euterpe, Melpomene, 
Polyhymnia, Terpsichore, Thalia, Urania
een der Ned. Antillen - Bonaire, Saba
een der nieuwe Hebriden   Epi, Tana
een der Nornen   Oerd, Skoeld, Verandi
een der Oostzee eilanden    Bornholm, Gotland, Öland, Sarema
een der Orkaden   Hoy, Sanday 
een der Parcen    Atropos, Clotho, Lachesis
een der Pityusen   Formentera, Ibiza
een der Rioekioe eilanden   Okinawa
een der Salomon eilanden   Boeka, Malaita
een der samenstellende factoren van iets - element
een der schikgodinnen - Altropos, Clotho, Lachesis
een der Shetlandeilanden   Foula, Unst, Yell
een der Sporaden   Chios, Delos, Kos, Samos
een der stichters van Rome   Remus, Romulus
een der stoffen waaruit de aardkorst bestaat - steen
een der Tanimbareilanden   Larat 
een der Titanen - Atlas
een der touwen waarmee men de ra's omhaalt - bras
een der twaalf kleine profeten    Amos, Hosea, Jona, Micha, Nahum, Obadja
een der twee gelijken delen - helft
een der Veda's - Atharva, Rig, Sama, Yajur
een der Verenigde Staten  - Alaska,Arkansas, Idaho,lowa, Maine, Nevada, Oregon, Utah
een der vier figuren van een speelkaart - ruiten
een der voetwortelbeentjes - hielbeen
een der Waddeneilanden   Ameland, Rottum, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland
een der Walkyren   Brunhilde 
een der wetboeken   B.W., W.v.S.
een der wraakgodinnen - Megera
een der zeven heuvelen van Rome -  Palatinus
een der zinnen   gehoor, gevoel, gezicht, reuk, smaak, tast
een der zintuigen - smaak
een deuk krijgen - deuken
een deur - paneel
een deurschel doen overgaan - aanbellen
een deurvlak - paneel
een dienstbare - gedienstig
een diepe afkeer voelen - walgen
een dier van melk ontlasten - melken
een diploma toekennen - diplomeren
een dis aanbrengen - dekken
een doel bereiken - nastreven, navolgen
een dogma van het boeddhisme - karma
een dol leven - razen
een doodshoofdvlinder - sfinx
een door grenzen bepaalde plaats    ruimte
een door hoge bergen ingesloten dal   dal, ketel
een door land omsloten water   meer, plas, poel, ven
een door Maas en Waal omsloten gebied - Bommelerwaard
een door toverspreuken uit eem verwekte mens - Golem (joods)
een dosis bepalen - doseren
een dringende mensenmenigte - gedrang
een druk schetterend geluid maken - kwetteren
een duik nemen - duiken
een duistere zaak - raadsel
een duizendste millimeter - micron
een dutje doen - dutten
een dijk toewijzen voor onderhoud - aanbestoelen
een eed afleggen - zweren
een eed zweren - opsteken
een eigen kenmerk dragend - autentiek, authentiek
een einde maken aan - uitmaken
een eindeloos slot - her
een einde nemen - ophouden, stoppen
een en ander   enig, e.e.a. 
een elk   ieder(een)
een enkele - eentje 
een enkele keer   eens, eenmaal
een enkele maal   eens, soms, weleens
een enkele rand op de kap van rijtuigen - imperiaal
een fase hebbend - eenfasig
een ferme indruk makend - kranig, stoer
een flinke man   kerel, vent 
een gasvormig koolwaterstof - ethaan
een gat maken  boren, graven
een gave opdragen - otteren
een geborene - unigenitus
een gedaante geven   formeren, vormen
een gedeelte afscheiden - breken
een geheel uitmakend - annex, club, complex, groep, massa, samenstel, vlucht (vogels)
een geheel van los samengevoegde zaken - agglomeraat
een geheel volk betreffend - nationaal
een geheel vormend   aaneen, samen
een geheel zijnde - integraal
een geloofsbelijdenis aanhangend    belijdend, confessioneel, kerkelijk
een geluid geven - klateren
een gemeenschappelijk middelpunt hebbend - concentrisch
een genie - fenomeen
een gesprek aanknopen   aanpappen
een gesprek voeren - converseren
een geur waarnemen - ruiken
een geweldige jager   Nimrod 
een gezwollen uier krijgen  even voor het kalven - neuren
een gladde golfbeweging maken - deinen
een goede prestatie - record, rekord
een grote kever - looier
een grote kop - balie
een grote som geld moeten betalen - aderlating
een half oudhollands ons - engels
een halm - lintgras
een halve ha - dagmaat, dammaat, deimt
een halve robber bij bridge - manche
een handvol - pugillus
een hark - klaas
een harnas aan doen - harnassen
een hecht geheel   eenheid 
een heel volk treffend   nationaal 
eenheid - gelijkheid, harmonie, unie, uniformiteit unit, vereniging
een heildronk uitbrengen - toosten
een hekel hebben aan - haten 
een hel klinkend geluid  maken - rinkelen
een helder geluid voortmaken - klinken
een helder zich snel herhalend geluid - rinkelen
een heleboel   massa 
een hele Piet   held, kei
een herdenkingsfeest vieren - jubileren
een herhaald helder geluid geven - klateren
een hevige afkeer hebben van - haten
een hikkend geluid maken - hikken
een hoedanigheid in hoge graad bezittend - intens
een hoeveelheid bepalen - doseren
een hoeveelheid die ontbreekt - tekort
een hoeveelheid werk   taak 
een hoge positie innemend - hooggeplaatst
een hol - gat
een honderdste - procent
een honderdste dinar - para
een huis zetten - bouwen
een ieder   elk, elkeen, ieder, iedereen 
een in de Atlantische Oceaan verzwolgen eiland - Atlantis
een in het kaartspel   aas   
een inwerkende kracht verplaatsen - wijken
een inzinking hebben - instorten
een jaar ouder - jarig
een juiste tijd kiezen voor - timen
een kaartspel spelen - pandoeren
een kamp betrekken - kamperen
een kamp betrekken - kamperen
een karikatuur maken van - karikaturiseren
een kastijding geven - toedienen
een kater hebbende - katterig
één keer - eenmaal, eens, ereis, weleens
een keer dat men aait - aaien
een keer krabben - gekrab
een kerkelijk goed in een  wereldlijk goed laten - seculariseren
een keur geven op maten en gewichten - ijken
een keus maken - (uit)kiezen
een keuze doen - opteren
een klap geven - slaan
een klappende klank geven -  klakken
een klein aantal - enig
een klein bedrag -  prikje, snars
een klein beetje   flinter, iet, iets,  pietsie, snufje, vleugje
een klein dictee - dicteetje
een klein gedicht   distichon,  limmerik, rijmpje, versje
een klin gedichtje - rijmpje, versje
een klein getal - enig
een kleine hecht - hechtje
een kleine hoeveelheid - iets
een kleine streng - strengetje
een kleinigheid - akkevietje, bagatel, habbekrats, krats, schijntje, snars
een kleppend geluid doen horen - klapperen
een knal geven - knallen
een knoop leggen - knopen
een komplot maken - samenspannen
een koning van Israël   David, Salomon, Saul
een koolwaterstofverbinding - ozokeriet
een korst vormen - korsten
een kort knappend geluid geven - knallen
een korte zijdelingse blik op iemand werpen - lonken
een krakend geluid maken - krakerig
een krassend scherp geluid laten horen - knarsen
een kristal   monokristal 
een kruisbloemige plant - hederik, herik 
een kuur doen - kuren
een kwaadspreker zijn - gagel
een lagere toon aanslaan - inbinden
een lange reeks - litanie
een langzame golfbeweging maken - deinen
een Latijnse vorm geven aan - latiniseren
een leegstaand huis bezetten - kraken
een leerrede houden - preken, prediken
een leerstof bestuderen - doornemen
een leiboom - spalier
een licht knetterend geluid maken - knisteren
een lichte sprong maken - wippen
een liederlijk leven leiden - pierewaaien
een ligplaats verschaffen - legeren
een loodoxyde - glit
een loopje doen - strekken
een loopje nemen - misleiden
een loos of verzonnen bericht - canard
een loot aanbrengen op een andere boom - enten
een lopend watertje - wetering
een lyrische dichtsoort   elegie, ode
een  maal aanrichten - dekken
een maaltijd gebruiken - lunchen
een maan met de hemellichamen er om heen - zonnestelsel
een massa - veel
een meevaller hebben - boffen
een menigte schadelijke diertjes - gebroed
een mes aanzetten - scherpen, slijpen
een met achttien nullen   triljoen
een met negen nullen   biljoen 
èèn  met twaalf nullen   biljoen 
èèn met zes nullen   miljoen
een miljoen dyne - megadyne
een miljoen ohm - megohm
een miljoen ton - megaton
een misdrijf goed maken - boeten
een misslag begaan - struikelen
een moeilijk werk - torn
een moeilijke ademhaling hebbende - aamborstig
een moment   even, ogenblik, tel
een mooi model geven - vormen
een mooi praatje   smoes, uitvlucht, verzinsel
een muurvlak met een dunne laag mortel bestrijken - aanbranden
een naad losmaken - tornen
een mooie jongen   Adonis
een naam geven -  benoemen, betitelen, dopen, noemen, qualificeren
een naam hebben - heten
een niet giftige slang - boa
een nieuwe vorm geven - redigeren
een norm gevend - normatief
een norm voorschrijvend - normatief
een nors man   Nabal, nurks
een nummer trekken   loten 
een of ander   iemand 
een of andere lastige zaak - perkara
een of meer noten na een triller als versiering - naslag
een ogenblik   even, eventjes, minuut, moment, tel, wijl, 
een omweg maken - omlopen
een onbeklemtoonde klank uit een woord weg laten - elideren
een onvolkomenheid vergoeden - boeten
een oog betreffende   monoculair 
een oordeel vellen - (be)oordelen
een op formaat gevouwen bedrukt vel - katern
een opdracht herroepen   algelasten, intrekken
een oplossing ziende - flair
een ouder iemand - memel
een ovatie geven - klappen
een paard uit de gang tot stilstaand brengen - pareren
een pari aangaan - wedden
een pakkerd geven - kussen
een pasgeboren kind verzorgen - bakeren
een patent verlenen - patenteren
een persoon van betekenis - iemand
een persoonlijkheid - iemand
een plaats bereiken - komen
een plaats innemen - treden
een plaats of streek - oord
een planeet - Mercurius
een plantenleven leiden - vegeteren
een pleidooi houden - pleiten
een pleziertochtje maken - toeren
een poos - dewijl, kortelings, omdat, poos, redegevend somtijds, terwijl, wijl, wijle  
een poosje - amerij, even
een praam opzetten - brillen
een proces hebben - liggen
een proces voeren - procederen
een prooi zoeken - azen
een prijs opbrengen - gelden
een pijl voortbewegen - flits
een raak schot - treffer
een rappelbrief toezenden - rappeleren
een rechtsgeding voeren - plaideren
een rede houden - spreken
een redevoering houden - oreren
een reeks scherpe geluiden voortbrengen - knetteren
een regel woorden - zin
een reis ondernemen - reizen
een rieten zitting maken - matten
een rij op hun kant gemetselde stenen - rollaag
een rit maken - toeren
een ritje maken - toeren
een riviervis - negenoog
een rok dragen - gerokt
een rol uitbeelden - acteren, creëren
een rol vervullen - ageren, optreden, strijden, werken
een samengebonden aantal bedrukte bladen - boek
een schel geluid maken - rinkelen
een scherp geluid voortbrengen - sissen
een scherpe smaak veroorzakend - bitter
een schielijke beweging - floep
een schip aanhaken - enteren
een schip aanklampen - aanhaken, enteren
een schip aftuigen - onttakelen
een schip besturen - navigeren
een schip doen overhellen op een zijde -  krengen
een schip vastleggen - meren
een schuine richting hebben - geren
een schuld dekken - gat
een sein geven met de hand - wenken
een sissend geluid maken - sissen
een slag afweren - pareren
een slag om de arm houden - voorzichtig
een slag slaan - gissen, reden
een slap karakter hebbend - slappeling
een slimmerd - plat
een sloot volstorten - dempen
een slot aan iets maken - besluiten
een snufje - snuifje
een snijdende pijn veroorzaken - snerpen
een soort biljartspel - trok
een soort kaartspel - geerten
een soort van mijt - teek
een speen vormen - spenen
een stad insluiten - belegeren
een stel kleren   kostuum, pak
een stempel op iets drukken - bestempelen
een step dansen - steppen
een sterke uitdrukking hebbend - expressief
een stevig glas drinken - hijsen, peren, pimpelen, zuipen
een stoot geven - porren
een stortbad nemen (Ind.) - mandiën 
een straat maken - bestraten
een straatje om - ommetje
een streek betreffend - regionaal
een streep over de rug - aalstreep
een stuk gereedschap - alaam
een stuk of wat   paar 
een stijf mens - klaas
een tamme loot aanbrengen - enten
een tarief vaststellen van - tariferen
een tegenbevel - afgelasten
een tegenhandeling verrichten - reageren
een tegenstoot toebrengen - riposteren
een teken geven - merken, wenken
een tekening vluchtig schetsen - ebaucheren
een teugje drinken - nippen
een tochtje maken   toeren
een toon van spreken - ruzietoon
een troep ossen - ossendrift
een tweegevecht voeren - duelleren
een twijfel uitdrukken - maar
een tijd in zorgen doorbrengen - tobben
een uit zelfstandige onderdelen samengesteld geheel - 
aggregaat
een uitgebreide kennis bezittend - erudiet
een van de grote Soenda-Eilanden - Java
een van de veda's   Atharva, Rig, Sama, Yajur
een van zin   amico, eenparig, uno
een vent van niets – flut
een verbinding vormen met - adderen
een vereiste - nodig
een vergelijk ondergaan - monsteren
een verhoorschrift opmaken - protocolleren
een verordening vaststellen voor - reglementeren
een versierend karakter dragend - ornamenteel
een verzoek betreffend - rogatoir
een verzoekschrift indienen - rekestreren, rekwestreren
een veter strikken - knopen
een vierkante decameter -  are
een volgende - ander
een voordracht volgen - aandacht
een voorstel - amplificatie
een vorm geven - fatsoeneren, maken, samenstellen, uitmaken,
vormen
een vreemde kwant - mos
een waan hebben - wanen
een warme maaltijd gebruiken - dineren
een weerloze lobber -  sul, zebedeus
een weg banen - doordringen
een weging op een waag - wik
een weinig - beetje, enigermate, enigzins, even, iet, iets, ietwat, lichtelijk, snars, zier 
een weinig loom - lomig
een weinig (muz.) - un poco
een weinig nat   vochtig 
een weinig scheel   loens
een weinig traag - laks, lauw, lomig, slof
een weinig tijd   even, moment, tel
een weinig voos - voosachtig 
een weinig warm   lauw 
een weinigje - zier
een wenk geven - wenken
een werkwoord vormen of schikken -  vervoegen
een wichelares - alruin
een wissel afgeven - trasseren
een worden - integreren, verenigen
een worm   emelt
een wrok koesteren - haten, wrokken
een zaadlobbige plant - lelie
een zaak opgeleverd - maken
een zaak van gewicht - onderneming
een zacht knetterend geluid laten horen - knisteren
een zacht ritselend geluid voortbrengen - knisteren
een zedelijk slechte hoedanigheid - ondeugd
een zeker persoon - iemand
een zekere - ene, iemand, quidam  
een zekere tijd van waterverzameling - spaarbekken
een zelfstandig deel van een verhaal - episode
een zet geven - duwen
een ziekte overbrengen op - besmetten
een zin - woord
een zinnebeeld bevattende - zinnebeeldig
een zondig leven leiden - dienen
een zwaaiende beweging maken - slingeren
een zwaar karwei - hijs
een zijde - paneel
eenarmige - machot(e)
eenbaar - eenlopend, eenzaam
eenbes - dolwortel,  paris, pariskruid, wolfsbes
eenbultige kameel - dromedaris
eencellig dier   foraminifeer, infusiediertje, oerdier, pantoffeldiertje,  radiolarie, trypanosoom, zeevonk
eencellig organisme   amoebe, bacil, bacterie, euglena, oerdier, protozo, zeevonk, zweepdiertje
eencellig vormloos diertje -  amoebe
eencellige alge (geel of bruin) - diatomeen
eencellige planten - protofyten
eencellige wieren - euglenophyta
eencelligen - amoebe, afgietseldiertjes, foraminiferen, infusiediertje, infusoria, klokdiertje, kogeldiertje, malariadiertje, mosseldiertje, oogdiertje, pantoffeldiertje, raderdiertje, radiolariën, rhizopoda, slijmdiertje, straaldiertje, trilhaardiertje, trompetdiertje, trypanosomen, zeevonk, zweepdiertje 
eend   alk, belder, bergeend, brilduiker, brileend, fluiteend, goeie, goele, goeleken, kamduiker, klappereend, krak, kreest, krust, lom, nonnetje, piel, roodkop, slobbe, smeent, smient, taling, waard, weeuwtje, witkop, woerd, woord, 
eend (Z.N.) - goeleken
eendaags - efemeer
eendachtig - dom, onnozel
eendachtige vogel - griet, grutto, houtsnip, kieviet, meerkoet, moerasvogel, nonnetje, oeverloper, poelsnip, ral, scholekster, snep, snip, waterhoen, waterral, watersnip, wulp
eendagsvlieg - oeveraas   
eendagsvliegen   efemeriden 
eendegeluid - kwaken, snateren
eendegroen - kroos
eendekker   monoplane 
eendekroos - eendemoes, eendegroen, goor, kroos, lemna
eendendoder - visarend
eendenkooihouder - kooiker
eendensoort - bergeend, brilduiker, duikeend, eidereend, kuifeend, kwakertje, pekingeend, pronkeend, pijlstaart, rouaaneend, slobeend, smient, tafeleend, ijseend, wintertaling, witoogeend, zomertaling, zwemeend
eender - egaal, evenzo, gelijk, hetzelfde, id., idem, identiek, it,
veeleer  
eendere levensgang - sleur
eendracht   concordia, eensgezindheid, eenheid, harmonie, samenleving, samenwerking, solidariteit, unitas, unie  
eendrachtig    eenparig, eensgezind, harmonieus, unaniem
eenduizendste - micron, mikron, millimeter
eendvogel - krak(eend), stommeling, uniteit
eeneiig - monozygoot
eenendertig oktober - hervormingsdag
eenhalm - lintgras, rietgras
een enkele keer - eenmaal, eens
eenheden - monaden
eenhedenstelsel -  s.i. (système internationale)
eenheid   annex, eendracht, element, entiteit, geheel, gelijkheid, grootte, harmonie, hoeveelheid, monade, unie, unit, unitas, uniteit
eenheid van absolute druk - ata
eenheid van afstand in de sterrenkunde - lichtjaar, parsec
eenheid van arbeid   erg, energie, kgm., joule
eenheid van arbeidsvermogen - h.p., p.k., paardekracht
eenheid van arbeidsvermogen (Eng.) - hp,horse power 
eenheid van atoomstraling - r.e.m.
eenheid van belichtingssterkte - lux
eenheid van capaciteit   Farad
eenheid van diamantgewicht - karaat, krt
eenheid van dopoolmoment - debye
eenheid van dosis ioniserende stralen - r.e.m.
eenheid van druk   atm(osfeer), bar, dyne, pascal, piëeze, torr
eenheid van elektrisch potentieel - volt
eenheid van 1/1000 farad - nf.
eenheid van elektrische arbeid   joule, kWh., kilowattuur
eenheid van elektrische capaciteit - farad
eenheid van elektrische energie -  K.W.
eenheid van elektrische frequentie - hertz
eenheid van elektrische inductantie - abhenry, henry
eenheid van elektrische lading - coulomb
eenheid van elektrisch magnetisme - eme, m.a.
eenheid van elektrische motorische kracht - volt
eenheid van elektrisch potentieel - volt
eenheid van elektrische stroomsterkte - amp., ampère
eenheid van elektrische spanning   volt
eenheid van elektrische stroomsterkte   ampère, amp., bit
eenheid van elektrisch vermogen  Watt
eenheid van elektrische veldmeter - voltmeter
eenheid van elektrische weerstand   ohm
eenheid van elektrische zelfinductie - henry
eenheid van elektrostatisme -  ese
eenheid van energie   Btu, cal(orie), erg,, h.p, p.k., (Eng)
eenheid van filmgevoeligheid - Asa, Din, kilocycle
eenheid van frequentie   Hz., Hertz 
eenheid van gas spanning   atm., atmosfeer
eenheid van gebiedsindeling - ring
eenheid van geluid   decibel, db., foon
eenheid van geluidsintensiteit - db. (decibel), bel
eenheid van geluidssterkte - db., bel, decibel, foon
eenheid van gewicht   gram, kilo, ons, pond, ton
eenheid van gewicht van edelstenen - karaat
eenheid van gewicht van nylon en zijde - dernier
eenheid van goudgehalte   karaat
eenheid van helderheid van lichtbron   stilb
eenheid van het brekend vermogen van lenzen - dioptrie
eenheid van inductieflux - weber
eenheid van kerkelijke indeling - classis
eenheid van kracht   dune, dn., Kgf, Newton, pdl, poundal
eenheid van kracht van geschut - meterton
eenheid van lengte   angstrom, ft, inch, lichtjaar, meter, mile, mijl, yard
eenheid van lengte (metriek) - more
eenheid van lenssterkte - dioptrie
eenheid van lichtgevoeligheid - ASA, BS, DIN
eenheid van lichtsterkte    candela, hefnerkaars, kaars, lumen, lux, violle, 
eenheid van lichtstroom   lumen
eenheid van luchtdruk   atm, atmosfeer, milibaar
eenheid van luidheid - foon
eenheid van luminatie - blondel
eenheid van maat   cm,  el, elle, km, meter, mm
eenheid van magnetische flux - voltsec.
eenheid van magnetische veldsterkte   gauss
eenheid van meten van lichtsterkte   kaars, candela
eenheid van massa - gamma, karaat, kilogram, kilogrammassa, kg, lb, sh.t.n., ton
eenheid van meten van lichtsterkte - candela, kaars
eenheid van oppervlakte - acre, are
eenheid van oppervlakte in de atoomfysica - barn
eenheid van overerving - gen
eenheid van radioactiviteitssterkte - curie
eenheid van ruwheidshoogte - ru
eenheid van snelheid - kmh, knoop, log, minuut, seconde, uur, 
eenheid van spanning of druk   atmosfeer, atm. bar, volt
eenheid van straling - röntgen
eenheid van stroomsterkte - ampère
eenheid van temperatuur   graad 
eenheid van transmissiesnelheid  - baud, bit
eenheid van trilling - herts
eenheid van tijd  - sec
eenheid van tijdsduur (metriek) - more
eenheid van ultrakorte golven - angström
eenheid van verlichtingssterkte   blondel, candela, hefnerkaars, lux 
eenheid van vermogen   hp, p.k., watt
eenheid van voeding - calorie
eenheid van volle geluidssterkte - foon
eenheid van volume  - barrel, gallon, liter, stère, UKgal, USgal, wisse
eenheid van warmte   calorie, gramcalorie 
eenheid van weerstand  Ohm,  megohm
eenheid van wezen   identiteit
eenheid van zelfinductie   henry 
eenheid voor het meten van lichtsterkte - kaars
eenheid waarin de snelheid van een schip wordt uitgedrukt –
knoop, zeemijl
eenheidsbelijder - unitariër
eenheidsleer - monisme
eenheidstaal   A.B.N., Esperanto, Ido, koinè 
eenheidstaal in Afrika   Haussa, Suohili, Swahili
eenheidstaal in de Middeleeuwen    Latijn
eenheidstaal in India   Engels, Hindi
eenheidstaal in Indonesië   Bahasa, Maleis
eenheidstaal in West-lndië - Papiamento
eenheidstaal in Z. Amerika   Spaans
eenhoevig zoogdier   ezel, okapi, paard, rendier, ros, steenezel, zebra
eenhoofdig   monarchaal 
eenhoorn   narwal, neushoorn, rinoceros, unicum  
eenhoornvis   narwal 
eenhuizigheid - monoecie
eenjarig - annaal
eenjarig dier - enter, eenwinter, hokkeling, pink, pinkstier, vaars, veulen
eenjarig gewas - boekweit, della, serra
eenjarig groenvoeder gewas - serradella
eenjarig (huis)dier   enter 
eenjarig kalf   hokkeling, pink 
eenjarig kruid - O.l.kers,  ogentroost, veronica
eenjarig onkruid - herik
eenjarig plantje   erica, hennep, kroos, veronica
eenjarig rund - hokkeling, pink
eenjarig schaap - hokkeling
eenjarig veulen - enter
eenjarige kalebasachtige vrucht - komkommer
eenjarig vrouwelijk rund - hokkeling
eenjarige planten - annuellen
eenjarige plantjes aan oppervlakte van het water - kroos, eendekroos
eenjarige schermbloemige plant - dille
eenjarige stier - pinkstier
eenjarigheid - annaliteit
eenkennig - bleu, blo, schuw, timide, verlegen
eenklank - monuftong, unisono
eenkleurig   effen, egaal, monochroom, uni
eenknoop - pijpestrootjes
éénkristal - monokristal
eenlettergrepig woord   monosyllabe
eenling   alleenstaande, eenzaat, enkeling, individu, mens, persoon
eenlobbig - eenzaadlobbig, monocotyl
eenlopig - ongehuwd, vrijgezel
eenmaal   eens, ereis, ooit, toen, vroeger
eenmaal bloeiend - monocarpisch
eenmaal daags, op recepten - s.d.d.
eenmaal de baan voor een racer  ronde
eenmaal gebruikt woord - hapax
eenmaking - unificatie
eenmaster   botter 
éénmetalig muntstelsel - monometallisme
eenmiddelpuntig   concentrisch 
eenogige reus - Arges, Polyfemus
eenogige reuzen uit de mythologie - cyclopen
eenoog   borene, cycloop
eenoogkreeft - cyslops
eenoor   sul
eenparig   algemeen, eendrachtig, eensgezind, eenstemmig, gelijk gelijkmatig, gestadig, matig, unaniem
eenpersoonsroeiboot   sculler, skif(f) 
eenpersoons vaartuig - oemiak
eenpolige magneet - monopool
eenrailsspoorweg - monorail
eens   akkoord, eendrachtig, eenmaal, ereis, eris, indertijd, ooit, toen, vroeger, weleens
eens zo veel   dubbel, dubbelop
eenschalig - univalve
eensgezind   eendrachtig, eenparig, eenstemmig, harmonisch, saamhorig, solidair, unaniem, unitas, uniteit
eensgezind zijn - samengaan
eensgezindheid   concordia, eendracht, eenheid, harmonie, unanimiteit, unaniem, uniteit
eensklaps - abrupt, acuut, bruusk, dadelijk, halsoverkop, ineens, klakkelings, opeens, onverhoeds, onverwachts, onverwijld, pardoes, plots, plotsklaps, plotseling, subiet, zomaar
eenslachtig - diklien
eensluidend   gelijkluidend 
eensnarig muziekinstrument   monochord(ium)
eenspan - lamoen, lemoen
eenspan open wagentje - andong, bendy, cabriolet, deleman, gig, kosong
eenspannig wagentje   cabriole, gig
eens te meer - andermaal, alweer, nogmaals, opnieuw, wederom
eenstemmig   consonant, eendrachtig, eenparig, eensgezind, monotoon, unaniem, unisono
eenstemmig   (muz) unisona 
eenstemmig gezang   monodie 
eenstemmig muziekstuk - aria, solo
eenstemmige kerkgezangen   gregoriaans
eenstemmigheid - eenparigheid, gelijkheid, overeenstemming, unanimiteit
eenstralige beenvis - karpel(Z.N.), karper
eenthematisch - monothematisch
eentonig   eenzelvig, monotoon, prozaïsch, saai, taai, vaal
eentonig geluid voortbrengen - neuriën
eentonig opdreunen -  psalmodiëren
eentonig vers - monometer
eentonige aanroeping van heiligen - litanie
eentonige manier van opzeggen - dreunen
eentonige melodie - dreun
eentonige opsomming   litanie 
eentonige manier van opzeggen   dreunen
eentonige melodie - dreun
eentonige versmaat   dreun
eentonigheid - monotonie, prozatsme
eentonigheid van het gewone - proza
 eenverdiepingswoning - flat
eenvoetig vers   monometer 
eenvormig   gelijkvormig, uniform
eenvormig maken - normaliseren, uniformeren 
eenvormigheid - monotonie
eenvoud   argeloosheid, bescheidenheid, burgerlijk, enkelvoud, naïefheid, naïviteit, natuurlijk, natuurlijkheid, ongekunsteldheid, simpelheid, simpliciteit, soberheid, onnozelheid, oprechtheid 
eenvoudig - afkerig, alledaags, armoedig, bescheiden, dof, elementair, enkel, geesteloos, gemoedelijk, gering, gewoon, gewoonweg, huiselijk, karig, kinderlijk, kortweg, landelijk, makkelijk, matig, minzaam, naïef, natuurlijk, onbeduidend, ongekunsteld, onnozel, onopgesmukt, oprecht, plat, primitief, simpel, simplex, simpliciter, singulair, sober, stemmig 
eenvoudig (nuz)   rustic(and)o 
eenvoudig bouwsel - barak, keet, loods
eenvoudig gebouw   barak 
eenvoudig gedicht   rijm 
eenvoudig hoekmeetinstrument - equerre
eenvoudig hotel   herberg, logement, motel
eenvoudig huisje   hut, krot, optrekje, stulp, tuinhuisje, woninkje
eenvoudig hulpmiddeltje   ezelsbrug (getje)
eenvoudig instrument om de hoogte der zon te meten - zering
eenvoudig kind - natuurkind
eenvoudig logies - herberg, logement, nachtverblijf, pension eenvoudig mens - natuurmen
eenvoudige bruiloft - menistenbruiloft
eenvoudige hanglamp - pendel
eenvoudige herberg   estaminet 
eenvoudige koraalzang - Gregoriaans, plainchant
eenvoudige tijdmeter   zonnewijzer 
eenvoudige zangwijze - deun
eenvoudiger maken - vereenvoudigen
eenvoudigheid - simpliciteit
eenvoudigste element   waterstof 
eenvoudigste koolwaterstof   methaan
eenvoudigste oxide   water 
eenwaardig - monovalent, uniform 
eenwerf - eenmaal, eens
eenwinter - enter
eenworden - integreren
eenwording - integratie, fusie, samensmelting 
eenworm - emelt
eenzaadlobbig   lelie, monocotyl,  monocotyledoon
eenzaadlobbige plant   abaca, agave ajuin, aloë, ananas,  aronskelk, asperge, bamboe, banaan, bies, bios, canna, clivia, crocus, dravik, ezelskop, gember, gerst, gladiool, haver,  kroos, lelie, lis, look, maïs, narcis,  palm, pandaan, prei, prol, pijlkruid, riet, rogge, rus, rust, rijst, saffraan, suikerriet, tarwe, weegbree, zeegras, zegge
eenzaam   afgelegen, afgezonderd, alleen, doods, eenbaar, eenlopend, enkel, geïsoleerd, isolaat, monas, onbewoond, onbezocht, ongehuwd, solitair, vergelegen, verlaten, verwijderd 
eenzaam gelegen   afgelegen, geïsoleerd
eenzaamheid   afzondering, afgelegenheid, isolement, solitude, verlatenheid
eenzame plek - retiro
eenzelfde   dergelijk 
eenzelvig   afgezonderd, bekrompen, bivalva, gelijk, gesloten, ingekeerd,  insociabel, introvert, partijdig, solitair, stil, stug, unilateraal, 
eenzelvig mens - eenling
eenzinnigheid - univociteit
eenzijdig - bekrompen, beperkt, lopsided, monolateraal, partijdig, simplistisch, unilateraal, vooringenomen  
eenzijdig bedrukt papier   piano 
eenzijdig gestempelde munt - bracteaat
eenzijdige belofte - pollicitatie
eenzijdige verlamming - hemiplegie, monoplegie
eer   aanzien, achting, aleer, alvorens, burgerlijk, eerbewijs, eerder, eerzaam, egards, ere, faam, glorie, honor, hulde, kuisheid, lof, naam, onderscheiding, onschuld, ponteneur, praal, prestige, prijs, regard, reputatie, roem, tel, voor, voordat, vroeger, waardig, zedelijk
eer aandoen - eren
eerbaar - achtenswaardig, bescheiden, best, beter, braaf, decent, eerbiedwaardig, eervol, eerzaam, fatsoenlijk, goed, honorabel, kies, kuis, modest, net, preuts, pudiek, rein, solide, welvoeglljk, zedelijk, zedig
eerbaarheid   fatsoen, kuisheid, zedigheid
eerbetoon   aanbidding, aubade, defilé, eer, eerbewijs, egards, groet, handkus, hormat, hulde, huldiging, kniebuiging, knieval, oorkonde, reverence, serenade, verering, voetval,  
eerbetoon volgens de adat - hormat
eerbewijs - aubade, defilé, eerbetoon, egard, groet,  hulde, knieval, respect, serenade, verering, waardering
eer bewijzen - eren, prijzen, venereren
eerbied   achting, bewondering, deferentie, devotie, eerbetoon, eerbetuiging, eerbiediging egard, hoogachting,  ontzag, opzicht, piëteit, respect, reverentie, verering, vrees, waardering,
eerbied (Arab.) - hormat
eerbied afdwingend   eerbiedwaardig
eerbied jegens overledenen   piëteit
eerbied koesterend - eerbiedig
eerbied tonend - eerbiedig
eerbied verdienende - eerbiedwaardig
eerbied voor zichzelf   zelfrespect 
eerbied vragend - waardig
 eerbied wekken - waardig
 eerbied wekkend - respectabel
eerbiedig - respectvol, respectueus, waardig 
eerbiedig ontzag - reverentie
eerbiedigen   ontzien, respecteren , sparen
eerbiedige nagedachtenis - piëteit
eerbiediging - consolamentum, groet, knieval, ontzag, respect, eerbiedsbetuiging, egard 
eerbiedwaardig oud man (Mal.) - kejai
eerbiedwaardige ouderling (Mal.) - kejai
eerbiedwaardigheid - respectabiliteit
eerbiedwekkend - achtbaar, bewonderenswaardig, waardig 
eerbiedwaardig   achtbaar, eerwaardig, respectabel, venerabel
eerdaags   dra, eerlang, binnenkort, spoedig, weldra
eerdat - alvorens, voordat
eerder   liever, eer, eerst, eertijds, liever, meer, supra, tevoren,  veeleer, voorheen, vroeger, vroegtijdig
eerdergenoemd - bovenstaand, hierboven, hiervoren, voornoemd, vorenstaand
eerder in de tijd - verleden, voorheer, vroeger
eerdief - eerrover, lasteraar 
eergevoel   eerbesef, point d'honneur, ponteneur, trots, zelfrespect 
eergierig - ambitieus, eerzuchtig, streberisch
eergierigheid   ambitie,  eerzuchtig 
eergister - bijwoord
eerherstel   rehabilitatie 
eer ik het vergeet - apropos
eerkrenking   belediging, injurie, kwetsing, laster, smaad, 
eerlang - aanstonds, binnenkort, dra, eerdaags, ras, spoedig, weldra, welhaast  
eerloos   gemeen, gewetenloos, ignobel, infaam, karakterloos, laag, laaghartig, 1eervergeten, onedel, oneerlijk, oneervol, perfide, schandelijk, snood, veil
eerloosheid    gemeenheid, gewetenloosheid, infamie, laagheid, schaamteloosheid, schanddaad, schande
eerlijk   argeloos, behoorlijk, betrouwbaar, billijk, echt, eervol, eerzaam, fair, fatsoenlijk,  fideel, geloofwaardig, gemeend, gepast, getrouw, goed, honorabel, integer, kinderlijk, loyaal, netjes, ongeveinsd, onkreukbaar, onomkoopbaar, onschuldig, onverbloemd, onverholen, open, openhartig, oprecht, rechtschapen, rechtvaardig, rechtzinnig, ridderlijk, rond, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, safe, saturnisch, solide, sportief, trouw, trouwhartig, verknocht, vertrouwbaar, volmondig, waar(achtig), waarheidslievend, welgemeend, zuiver
eerlijk openhartig - fair
eerlijk spel - fair
eerlijkheid - behoorlijkheid, betrouwbaarheid, deugd, fatsoen, oprechtheid, probiteit, rechtschapenheid, trouw, waarheid
eermetaal   medaille, onderscheiding, penning, ridderorde
eer of achting - aanzien
eer of lof - glorie
eerroof - aanranding, achtyerklap, diffamatie, smaad, laster, lastering 
eerroven - belasteren
eerrovend - infaam, infamant, lasterlijk, onterend, schandelijk
eerrover - aanrander, diffamator,  lasteraar
eershalve   h.c. (honoris causa), honorair 
eerst   aanvankelijk, eerder, oorspronkelijk, pas, premier, primair, primo, rangtelwoord, tevoren, vooraan, vooraf, vooralsnog, voordat, vooreerst, voorlopig, voorshands, vroeger  
eerst gemeld - eerstgenoemd
eerst ontstaan - primair
eerst (het) - primordiaal
eerstaangewezene - primus
eerstdaags - binnenkort
eerste - aarts, alfa, beste, fijnste, imam, opperste, prefiguratie, prima, primair, primus, princeps, prior, prototype, vooraf, voornaamste, voorste
eerste aanzet - opmaat
eerstdaags   binnenkort, ras, weldra
eerste aardperiode van het secundaire tijdperk - tiras 
eerste afdeling van de koeiemaag - pens
eerste afdruk   druk, drukproef, proef, proefdruk
eerste afdruk of vorm van iets - prototype, voorafbeelding
eerste afschrift   grosse 
eerste afschrift van een vonnis - grosse
eerste baardharen - vlasharen
eerste begin - advent, cel, embryo, inzet, kiem, opmaat, spore,
eerste beginselen - elementen, initia, rudiment
eerste beginselen betreffende   elementair
eerste bericht   primeur 
eerste bewoner der Filippijnen   Negrito
eerste bewoner van Amerika   Indiaan
eerste bidstond   prime 
eerste blad (pi.) - kiemblad
eerste bod op een veiling - inzet
eerste boek van Mozes - Gen(esis)
eerste bijbelboek   Gen(esis) 
eerste dag van de maand   (Lat) calendae
eerste deel - aanvang, begin
eerste deel van breviergebed - metten
eerste deel van een mis - prefatie
eerste deel van een rivier - bovenloop
eerste der bisschoppen   Paus 
eerste distillatieproduct - voorloop
eerste door kernenergie voortbewogen schip - Nautilus
eerste exemplaar - unicaat
eerste exemplaar ven een wissel - prima
eerste gebruik - primeur
eerste geschrift - protografie
eerste gewei van een hert - spies
eerste gras - meigras 
eerste grasboter - schaapjesboter
eerste grondslag - kiem
eerste grondwet   magna charta 
eerste haar van jonge dieren   nesthaar
eerste halswervel - atlas
eerste huisbediende - spen
eerste hogepriester   Aäron
eerste hulp bij ongelukken - ehbo
eerste Indiëvaarder     Houtman,  Linschoten
eerste industriestad in Japan   Osaka
eerste in rang op school - primus
eerste interval - prime 
eerste jaargetijde - lente
eerste jaars -  groen, noviet
Eerste Kamer   Senaat 
Eerste Kamer, Deense   Landsting
Eerste Kamerlid   senator 
eerste keer - p.v.
eerste keer in de muziek - pv (prima volta)
eerste kelner - ober
eerste keus - optie
eerste koemelk na kalven   biest 
eerste koning der joden   Saul 
eerste koning van Nederland   Willem
eerste koning van Rome - Remus, Romulus
eerste korte etappe - proloog
eerste letter Griekse alfabet   alfa, alpha
eerste letter Hebreeuwse alfabet   aleph, alef
eerste letter van iemands verschillende namen   initiaal
eerste lettergreep van een volgende bladzijde   custode, custos
eerste levensjaar - morgen
eersteling - primeur
eerste maand van het moslemse jaar - moeharram
eerste maandag na Driekoningen   koppermaandag
eerste melk  na het kalven - biest, colostrum
eerste mens - Adam, primaat  
eerste mens, oude-Noorse - Ask
eerste mensen - protoplasten
eerste minister   kanselier, premier
eerste minister van sultan - vizier
eerste minister van de vorsten - kanselier
eerste model - prototype
eerste naamval   noemer, nominatief, nominativus
eerste Nederlandse natuurmonument - Naardermeer
eerste noot van da toonladder   C, do, ut, 
eerste onderricht - rudimen, elementair
eerste onderwerp - apropos
eerste ontstaan - primair
eerste openbaarmaking van nieuws   primeur 
eerste optreden - debuut
eerste ontwerp - klad, protografie, schets
eerste ontwerp bij een verdrag - punctatie
eerste oogst van bij een kweker gekocht zaaigoed - enter
eerste openbaarmaking van nieuws - primeur
eerste optreden - debuut
eerste opvoering   première 
eerste opzet van een wet - ontwerp
eerste paard - echiffas, tarpan
eerste periode van het secundaire tijdperk - trias
eerste plaats innemend - primair
eerste poolschip - Fram
eerste post op de rekening van een advocaat - retenue
eerste predikatie   entreerede 
eerste president van Duitsland - Ebert
eerste prijs - goud
eerste prijs-behaler op school - primeren, primus
eersterangs - beste, exelent
eerste rede in bijvoorbeeld de Tweede Kamer - maidenspeech
eerste redevoering    maidenspeech 
eerste reis van schip   maidentrip 
eerste ruimtevaarder   Gagarin 
eerste Russische ruimtevaarder - Gagarin
eerste slag bij dorsers - voorslag
eerste slag bij tennis - serve, service
eerste slachtoffer van een broedermoord   Abel 
eerste staatsdienaar - minister,  kanselier, premier
eerste staatsmacht na de bevrijding   m.g.(militair gezag)
eerste stadium van groei in een eicel - blastula
eerste stap - initiatief
eerste stem - prime
eerste stoker - olieman
eerste stoot - aanzet 
eerste stoot die een beweging meedeelt - begin, impuls, initiatief
eerste storting bij de koop - aanbetaling
eerste teken - voorbode,voorteken
eerste teken van dierenriem   Ram 
eerste tekening - ontwerp, protografie, schets
eerste thema van fuga   dux 
eerste toon - C, do, ut
eerste toon van de natuurlijke toonschaal - ut
eerste toneelspeelster - primadonna
eerste trap - aftrap
eerste type - prototype
eerste uitvoerig spelboekje - abecedarium
eerste vaart - proefvaart
eerste verdieping - belètage
eerste vertolking van een rol - creatie
eerste verweerschrift   repliek 
eerste vijf bijbelboeken   Pentateuch
eerste vlieger   Icarus 
eerste voorbeeld - prototype
eerste voorstelling   première 
eerste vorm van de larve der schaaldieren - nauplius
eerste vrouw - Eva, Pandora
eerste vrouwelijke apotheker in Nederland - Charlotte Jacobs
eerste vrucht - eersteling
eerste vuuraanval - kruitdoop, vuurdoop
eerste vijf bijbelboeken - Pentateuch
eerste werk van schrijver   debuut 
eerste wisselhouder - remittent
eerste woord van de apostolische geloofsbelijdenis - credo
eerste zangstem - sopraan (vrouwen), tenor(mannen)
eerste zangeres aan een opera   primadonna
eerste zondag na Pasen   quasimodo
eerste zondag van de vasten – fakkelzondag
eerstejaars   groen, noviet 
eersteling - aardappel, eerstgeborene, primeur
eerstgeboorterecht   primogenituur
eerstgeborene - eersteling, Kaïn, oudste, primogenitus 
eerstgeborene (Hebr.) - bechour
eerstgeboren zoon van Jakob    Edom, Ezau, Jacob
eerstgenoemde   e.g. 
eerstgevormde mensen - protoplasten
eerstkomende - aanstaand, a.s., e.k. 
eerstlevend - protozoön
eerstvolgende   a.s., e.k., e.v. 
eerstvolgende nieuwe regel - alinea
eertijds - aleer, destijds, eerder, geleden, her, indertijd, olim, onlangs, oudtijds, verleden, voorheen, voorleden, voormaals vroeger, weleer
eertijds bekend schaker - Aljechim, Capablanca, Euwe, Morpgy, Olland, Reti
eertijds justitieambtenaar - baljuw
eertijds Oosterse vorst - Mogol
eertijds vrije boer in Engeland - kearl
eervergeten - eerloos, gewetenloos, ignobel, onbeschaamd, roemloos, schaamteloos, trouweloos, vals, verdorven, verraderlijk
eervergetenheid - eerloosheid, gewetenloosheid, laagheid, schaamteloosheid
eervol - eerbaar, eerlijk, hoffelijk, honorabel, loffelijk, lofwaardig,  respectabel, roemvol, vererend, 
eervol ontslag uit militaire dienst - gepasporteerd
eervolle nagedachtenis - piëteit
eervolle onderscheiding - eermetaal
eervolle rust - otium
eervolle vermelding - accessit
eerwaarde   r.d., r.p. aloud
eerwaarde grijsaard   aartsvader, nestor 
Eerwaarde Heer - E.V., R.D. , R.V.
Eerwaarde Vader   R.P (reverendus pater). 
eerwaardig - achtbaar,  eerbiedwaardig 
eerwaardig ambt   R. M. 
eerzaam - achtbaar, achtenswaardig, braaf, deugdzaam, duf, eerbaar,  fatsoenlijk, goed, honorabel, lust, netjes, verlangen, ijver
eerzucht   ambitie, aspiratie, eergierigheid, verlangen, ijver 
eerzuchtig   ambitieus, eergierig, streberisch  
eerzuchtig mens  - intrigant, streber, strever
eerzuchtig streven - aspiratie
eerzuil - erezuil, gedenkzuil
eest   ast, droogoven, oven
eesten - drogen
eet - trek, honger
eetbaar - gaar, rijp
eetbaar binnenste - pit
eetbaar deel van een perzik - vlees
eetbaar distelgewas - kardoen
eetbaar knolletje - radijs
eetbaar soort zaad van bepaalde pijnbomen - pingel
eetbaar vogelnest - salangen, salangaan
eetbare distelachtige plant - artisjok,  cardon, kardoen
eetbare distelsoort - kardoen
eetbare hagedis - iguana
eetbare hartschelp - kokhaan, kokkei
eetbare heestervruchten - kornoelje
eetbare knol   aardappel, bataten (tropen), biet, koolraap, kroot, pieper, raap, radijs, rammenas
eetbare hartschelp - kokhaan, kokkel
eetbare kweekplant - asperge
eetbare paddestoel   aardbuil, berkenboleet, boleet, brons champignon, cantharel, distelpleutotus, dooierzwam, eekhoorntjesbrood, gele ridderzwam, gele stekelzwam, gepeperde 
grote paarse ridderzwam, geschubde inktzwam, goudgele kantarel, hanakam, honingzwam, hoorn van overvloed, inktzwam, keizerszwam, koraalzwam, koraalzwam, melkzwam, morielje, morille, nevelzwam, paarlamaniet, parasolzam, ridderzwam, ruwe groene Russula, truffel, weide-champignon, weidekringzwam 
eetbare plant - venkel
eetbare schijnvrucht - aardbei, kwee 
eetbare slak   alikruik, caracole, karakol, wijngaardslak 
eetbare steel van sommige planten - kaarde, rib
eetbare steelzwam - eikhaas
eetbare stengel   asperge, kaarde 
eetbare wortel    aardaker, aardwortrel, biet, gember, pee, peen, schorsoneer
eetbare wijngaardslak - caracole, karakol
eetbare zeeslak   alikruik 
eetbare zwam   cantharel, champignon, eekhoorntjesbrood, eikhaas, hanekam, morille
eetbord - teiloor, teljoor
eetgelegenheid - bar, bistro, braderij (Belg.),brasserie, cafetaria, eethuis, gaarkeuken, kantine,  mensa, mess, restaurant, restauratie, snackbar, eetkamer, taria, tearoom
eetgelegenheid voor militairen   mess
eetgelegenheid voor studenten   mensa
eetgerei   bestek, bord, couvert, fruitmesje, kom, kop, lepel, mes, pan, schaal, servet, servies(goed), soeplepel, vork
eetgerei veer militairen - messtin, mesting 
eethuis   automatiek, bistro, cafetaria, eetgelegenheid, ordinairs, restaurant, spijshuis 
eethuisje - bakhuisje, gaarkeuken
eetkamer - automatiek, cafetaria, gaarkeuken, lunchroom, ordinaris, restaurant, rotisserie, schafthuis, spijshuis
eetketeltje   gamel 
eetklaar maken – bakken, koken
eetklaar maken met stoom - stomen
eetklaar maken op een grill  - grillen
eetkraam   warong
eetlust   aperitief, appetijt, eet, graagheidhonger, honger, lust, orexie, pseudorexie, puf, trek, zin
eetlustgebrek   anorexie 
eetlust, onverzadigbare - acorie
eetlust opwekkend middel - amara, aperitief, bitter, gentiaan, kalmoes, specerij, tonicum 
eetpartij - eterij
eetpauze - schaft(tijd)
eetregel - dieet, regime 
eetrijp laten worden - narijpen
eetschema   dieet, regiem, regime  
eettafel – dis
eetvertrek – eetzaal
eetvoorschrift - dieet
eetwaar   eten,  kost, voeding, voedsel
eetwolf - gulzigaard, slokop, veelvraat
eetzaal   cenakel, cenaculum, grillroom, lunchroom, mess, refectorium, refter, restauratie, restaurant 
eetzaal in klooster - refectorium, refter 
eetzaal op een schip   messroom 
eetzak - broodzak, knapzak
eeuw   aeon, era, periode, seculum, tijdperk 
eeuwfeest   centenarium 
eeuwgetijde - eeuwfeest
eeuwig – aanhoudend, altijd(durend), altoos, eindeloos, immer, levenslang, oneindig, onsterfelijk, steeds, tijdloos, voorgoed
eeuwig blijvend - onvergankelijk
eeuwig jong blijvende maagd (koran) - hoeri
eeuwigdurend - altijddurend, perpetueel
eeuwigdurende marteling - ixion
eeuwige stad   Rome 
eeuwige verdoemenis - perditie
eeuwige zaligheid - zielerust
eeuwigheid   aeternitas, aeon, continu, eindeloosheid, eon, efemeer, eterniteit, hiernamaals, sempiterniteit,  
efemeris - dagboek, journaal
efendi - eretitel
etfaceren - uitwissen, verwissen
effect - aandeel(bewijs), actie, afwijking, coupon, fonds, gevolg, indruk, invloed, nut, obligatie, pandbrief, portie, resultaat, share, uitwerking, uitwerksel, waardepapier 
effectenmarkt - fondsenmarkt
effectief - doelmatig, doeltreffend, raak, werkelijk, wezenlijk 
effectief vermogen - rendement
effectueren - verrichten,verwezenlijken
effen - applaneren, blak, effenen, egaal, enerlei, eventjes, gelijk(matig), glad, koel, net, onbewogen, ongerimpeld, plat, plooiloos, quitte, strak, uitgestreken, vereffend, vlak
effen oosterse zijden stof - levantine
effenen - aplaneren, banen, egaliseren, evenen, gelijkmaken, gladmaken, nivelleren, schaven, slechten, vlakken
effenheid - gladheid, vlakheid, vlakte
effening - egalisatie, gelijkmaking
effen streek land - vlakte
effentjes - eventjes
effer - avegaar, egger 
efficiënt - doelmatig, doeltreffend
afficiteit - doelmatig, doeltreffend
effigie - beeltenis
etfleureren - beroeren
efflorescentie - bloei, bloeitijd, huiduitslag, verwering
effusie - uitstroming
egaal - eender, effen, enerlei, gelijk, gelijkmatig, glad, plat, plooiloos, vaal, vlak 
egalisatie - gelijkmaking, vereffening
egalisator - gelijkmaker
egaliseren - (ver)effenen, gelijkmaken, vlakmaken
egaliteit - gelijkheid
egard - achting, beleefdheid, eerbied, ontzag, respect, voorkomendheid
Egeïsche Zee, eilandengroep in de - Cycladen, Sporaden
egel - arbeidsrol, kaardrol, stekelvarken 
egel, soort - spitsrat
egelantier - bottelroos, rozelaar
egelantierappel - rozespons
egelboterbloem - affodil(le), beenbreuk, beengras, bitterbloem, edelgras, galle, siepelgras 
egelgras - beenbreek, egelboterbloem 
egelskop - duiker, sparganium
egelskopachtigen - sparganiaceeën
egelkruid - penningkruid
egelvarken - stekelvarken
egelvis  koglvis, zeeduif 
egelvoet - mokpoot
egelworm - leverbot
egelwormziekte - distomatose
egge - eg
egge met mesvormige tanden - mesegge
egger - landbewerker
eggerig - bot, stroef, wrang, zuur
eggig (bot van tanden) - sleeuw
eglantier - bottelroos, egelantier, rozelaar
ego - ik
egoïsme - baatzucht, eigenbelang, ikzucht, zelfzucht
egoïït - zelfzuchtige
egoïstisch - zelfzuchtig
egotisme - zelfvergoding
egotripper - egoist
egreneren - ontkorrelen
egretreiger - garzetta
Egypte, oude naam voor - Kemat, Kemi
Egypte, oude Arabische naam voor - Misr
Egypte, oude Hebreeuwse naam voor - Masor, Mitsraim
Egypte, oude oud Perzische naam voor -Moedraja
Egyptisch beeld in leeuwegedaante met mensenhoofd - sfinx
Egyptisch beeldschrift - hiëroglief, hiëroglyfe 
Egyptisch bevelhebber - sirdar
Egyptisch bloempje - foulah
Egyptisch bouwwerk - piramide, pyramide, sfinx
Egyptisch dictator - Sadat,Nasser
Egyptisch dier - ibis, nijlpaard
Egyptisch dodenland - amentat
Egyptisch dodenverblijf - amente, amenti 
Egyptisch grafmonument - mastaba, mastebe, pyramide, piramide
Egyptisch heerser - farao
Egyptisch instrument - takuni
Egyptisch katoen - maco, macco, makko
Egyptisch kruis - hengselkruis
Egyptisch lijnwaad - byssus
Egyptisch myth. Figuur - Aton
Egyptisch onderkoning - K(h)edive
Egyptisch parlement - Barlaman
Egyptisch rietgras - papyrus
Egyptisch schiereiland - Sinaï
Egyptisch soldaat van de ruitermilitie - mammeluk
Egyptisch staatsman - Naguib, Nasser, sadat
Egyptisch steensoort - basaniet (zwart)
Egyptisch struikgewas - abelmos
Egyptisch zeilvaartuig - faloek
Egyptische Bedoeïnenstam - Ababda, Bisjarin
Egyptische berg - Galala, Sinai
Egyptische boer - fellah
Egyptische brilslang - aspis, spuwslang
Egyptische christenen - Kopten
Egyptische dodengod - Anubis, Osiris, Scrapis, Serapis
Egyptische farao -
 3  Aha, Eje
 4  Pepi, Teti
 5  Antef, Horus, Menes, Necho, Wadji, Oenas
 6  Amasis, Amosis, Apriës, Cheops, Djoser, Narmer, Ramses,   
     Sethos
 7  Chefren, Merenré, Sahoeré, Sanacht, Sjabaka, Sjesonk, 
     Snofroe 
 8   Achnaton, Haremheb, Oeserkaf, Setnekat
 9   Amenemhet, Amenhotep, Merenptah, Montemhet,
      Mycerinus, Sesostris 
10  Thoetmoses, Thoetmosis
11  Mentoehotep, Toet ank Amon
12  Psammetichus
Egyptische fez - tarboes
Egyptische godheid - 
 2  Ra, Re
 3  Bes, Geb, Hor 
 4  Amon, Apep; Apis, Apof, Aton, Hapi, Isis, Nioe, Noet, Ptah, 
     Seth, Thot
 5  Ammon, Apisn, Atoem, Chons, Horus, Mendis, Nioet 
 6  Anubis, Hathor, Neftys, Osiris, Typhon
7 Chonosoe, Serapis
11Harpocrates
Egyptische god der afgestorvenen – Rerapis
Egyptische god der natuurkrachten - Isis
Egyptische god met hondekop - Anubis
Egyptische godheid met jakhalskop - Anubis
Egyptische god met valkenkop - Horus
Egyptische god van het dodenrijk - Serapis
Egyptische godin -  Bast(et), Isis, Sachmet, Sechmet
Egyptische grafheuvel - pyramide
Egyptische grafkelder - mastaba
Egyptische graftempel - serdab
Egyptische havenstad - Alexandrië, Port Said, Suez
Egyptische heerser - Farao
Egyptische heilige - menas
Egyptische  heiligenplant -  lotus
Egyptische hoofdstad - Caïro, Kairo
Egyptische kever - scarabee, scarabeus
Egyptische koning - Achnaton, Amasis, Amenemhet, Amenhotep, Antef, Apriës, Chefren, Cheops, Farao, Foroek, Horemheb, Horus, Mentuhotep, Mycerinus, Necho, Pepi, Pharao, Ramses, Sethos, Setnekat, Sjabaka, Teti, Tutanchamon
Egyptische koningin - Isis, Cleopatra, Maat, Moet, Nefertlte Neith,Neptys, Selkis, Serket
Egyptische koningsstad - Memphis
Egyptische landbouwer -   fellah
Egyptische legeraanvoerder -  Sirdar 
Egyptische maangod -  Chons
Egyptische munt -  girsch, piaster, pond
Egyptische mythische slang -  Apep, Apofis 
Egyptische oase -  Baharijeh, Siwa 
Egyptische onderkoning -  Jozef, khedive 
Egyptische oogziekte -  trachoom 
Egyptische politicus - Naguib, Nasser, Sadat
Egyptische priester - Manetho
Egyptische ratel (hoepel) met ringetjes bij oude eredienst - sister, sistrum
Egyptische reigergod -  Bennoe
Egyptische rivier -  Nijl 
Egyptische ruitersoldaat -  mamm(m)eluk 
Egyptische rijksgod -  Horus, Re
Egyptische slager - belloh
Egyptische soldaat van de ruitermilitie - mammaluk
Egyptische staatsman - Naguib, Nasser, Sadat
Egyptische stad - Alexandrië, Aswan, Edfoe, Esneh, Idfoe, Isna, Kairo, Mansoera, Port Said, Suez, Tanta
Egyptische stier - apis
Egyptische stuwdam - Assoeandam
Egyptische taal - Arabisch, Koptisch
Egyptische urn - canope
Egyptische vogel - flamingo, ibis, maraboe, nijlgans
Egyptische volkszanger -  antari
Egyptische vijgeboom - sycomoor
Egyptische waterlelie -  lotus
Egyptische wind - khamsin
Egyptische zonnegod - Ammon, Aton, Atum, Chepre, Harmachis, Khefdre, Osiris, Ra, Re
Egyptische zonnestad -  Heliopolis, ioenoe, On 
Egyptische zuidenwind -  chamsin
ei -  kern, kiem, oorsprong, ovum
ei, deel van een     dooier, dop, (ei)wit, kiemschijf, schaal, vlies
ei zonder schaal - windei
eiafscheiding - ovulatie
eiber -  lepelaar, ooievaar, uiver
eiberbek -  moeraslis, naaldekerver
eicel - ovum, spoor
eicelvormig - oögenese 
eidebaar -  eiber, ooievaar, uiver
eidetiek - aanschouwingsleer
eierbloem - kievitsbloem
eierboompje -  sneeuwbes
eierdief - bunzing
eieren koken zonder schaal - pocheren
eidooier - eigeel
eierdop - dop, schaal
eierengerecht - omelet, roerei, spiegelei
eierkoek - eiergebak
eierkolen - briketten
eierkruid - sleutelbloem
eierkunde -  oölogie
eierkundige -  oöloog
eierleggend -  ovipaar
eierleggend dier - eend, gans, kip, struisvogel, vis, vogel
eierleggend zoogdier - vogelbekdier
eierleider - eileider, tuba
eierlevendbarend - ovovivipaar 
eierlijst - echinus, eierbeuling
eiermaat - snees (20), schok (20 of 60), tal (104)
eiermengsel - struif
eiermijn - eierveiling
eierpannenkoek - eierstruif, omelet
eierplant -  aubergine, eiervrucht, terong(blanda)
eierschaal - dop
eiersteen -  kuitsteen, oöliet
eierstok -  ovarium, vruchtbeginsel 
eierstruif - omelet
eierveiling - eiermijn
eiervreter -  keeltandslang
eig - eigenlijk
eigeel - dooier
eigen - aangeboren, aanverwant, allodiaal, amikaal,  (bloed)verwant, bijzonder, gemeenzaam, gewend, idio(s)(Gr.), intiem, kenmerkend, lijfelijk, particulier, persoonlijk, privaat, privé, vertrouw(d)elijk, verwant,
eigen aan - karakteristiek, typisch
eigen aan de Moren - Moors
eigen baas - vrij, zelfstandige
eigen bezit (middeleeuwen) - allodium
eigen erfgoed - allodium
eigen familie - bloedverwanten
eigen haard - penaten (fig.)
eigen levensbeschrijving - autobiografie 
eigen risico - franchisme
eigen rijtuig - equipage, gerij
eigen voordeel - egoïsme, eigenbaat, eigenbelang, interesse
eigen vrij erfgoed - allodium
eigen woning - thuis
eigenaar - aandeelhouder, baas, bezitter, gelande, heer, houder, ingeland, meester, possessor, proprietair 
eigenaar van aandelen - aandeelhouder
eigenaar van een fabriek - fabrikant
eigenaar van een molen - molenaar
eigenaar van een perceel - huisbaas, huisheer
eigenaar van een plantage - planter
eigenaar van een polderland - ingeland
eigenaar van een specerijentuin - perkanier
eigenaar van een stuk land -  (aan)gelande, grondbezitter, landeigenaar
eigenaar van onroerend goed - geërfde 
eigenaar van onroerend goed in polder of waterschap -  ingeland
eigenaar worden - erver, koper
eigenaardig -  bijzonder, curieus, gek, karakteristiek, kenmerkend, merkwaardig, ongewoon, opmerkelijk, opvallend, opzienbarend, origineel, particulier, raar, singulier, specifiek, typisch, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, zonderling, zonderling
eigenaardig geluid - hik
eigenaardig kenmerk - cachet
eigenaardig persoon - type
eigenaardigheid - particulariteit, singulariteit
eigenares - bezitster
eigenares van een molen - molenaarster, molenaarsvrouw
eigenbaat -  egoïsme, eigenbelang, zelfzucht
eigenbelang - baatzucht, baatzuchtigheid, egoïstme, eigenbaat 
eigenbelang zoeker - egoïst
eigenbezit - eigendom, goed
eigendom - allodium, bezit, bezitting, domein, dominium, fortuin, goed, goederen, have, middelen, octrooi, possessie, propriëteit vermogen 
eigendomsbewijs - koopakte, propriëteel
eigendomsbewijs van auto - kentekenbewijs
eigendomsdelict -  diefstal, ontvreemding, verduistering
eigendomsrecht - petitoir,propriëteit
eigendomstitel - merknaam
eigendom zijn - toebehoren
eigendunk - arrogantie, eigengereid, eigenwaan, eigenwaarde, hoogmoed, trots, verwaandheid 
eigendunkelijk - arbitrair, autocratisch, burocratisch, dwars, 
eigengereid, eigenmachtig, willekeurig
eigenen - toeeigenen
eigengeërfde - allodiaal
eigengerechtig - eigenmachtig
eigengereid - eigendunkelijk
eigengevormd - autodidact, selfmade
eigenhandig - M.M.P.
eigenhandig geschreven - autentiek, autografisch, handtekening, holografisch, naamtekening, olografisch, paraaf, parafering, signatuur 
eigenhandig geschreven stuk - autografie, holografie
eigenhandig geschreven testament - holografisch testament
eigenhandig schrift - autogram
eigenhandige ondertekening - handtekening, naamtekening, paraaf, parafering, signatuur
eigenheid - eigenaardigheid, individualiteit
eigenlands - nationaal
eigenliefde - egoïsme, narcisme,  zelfingenomenheid
eigenlof - autoritair, egotisme, grootspraak
eigenlijk - daadwerkelijk, echt, eig, feitelijk, inderdaad, letterlijk, reëel, überhaupt,  waar(lijk), welbeschouwd, werkelijk, wezenlijk
eigenlijke betekenis - etymon
eigenlijke waarde - merite
eigenmachtig - aanmatigend, arbitrair, autocratisch, autoritair, dictetoriaal, eigendunk, eigendunkelijk, eigenwijs, willekeurig
eigenmachtig optredend persoon - autocraat
eigenmachtig persoon - autocraat
eigenmachtige daad - eigengerechtigheid
eigenschap - aard, attribuut, eigenaardigheid, eigenwaardigheid, gave, gesteldheid, hoedanigheid, karakter, karakteristiek, karaktertrek, kenmerk, kenteken, kwaliteit, onderscheidingsteken personaliteit, predicament, propriëteit, talent, trek
eigenschap bij geboorte meegekregen - gave, talent
eigenschap bij roken - inhaleren, trekken
eigenschap van aandoenlijk te zijn - aandoenlijkheid
eigenschap van de individuen van een ras - raskenmerk
eigenschap van een berustend mens - gelatenheid 
eigenschap van iemands karakter - karaktereigenschap
eigenschap van kippen - leg
eigenschap van laks - loomheid
eigenschap van rubber - rek 
eigenschap van sommige elementen - radioactief
eigenschap van voedsel - voedzaam
eigenschappen ten gunste - voordelen
eigenschappen toekennnen - kwalificeren
eigenste -  dezelfde
eigentijds - contemporain, modern
eigenvolkskarakter - nationaliteit
eigenwaan - aanmatiging, arrogantie, egotisme, eigendunk, hoogmoed, inbeelding, laatdunkendheid, pedanterie, trots, verbeelding, verwaandheid
eigenwaarde - egotisme, zelfrespect
eigenwerker - middenstander, zelfstandige
eigenwettelijkheid - autonomie
eigenwillig - eigenzinnig
eigenwijs - balsturig, betweter, betweterig, curieus, eigenaardig, eigenmachtig, eigenwillig, eigenzinnig, halsstarrig, hardleers, koppig, neuswijs, ongehoorzaam, ongezeglijk,ontoegeeflijk, onhandelbaar, pedant, verwaand, verwaandheid, waanwijs, wijsneuzig, zelfgenoegzaam
eigenwijsheid - koppigheid
eigenwijs iemand - betweter
eigenwijs lastig meisje - nest,wicht
eigenwijs mens - betweter
eigenwijs persoon - betweter
eigenwijze - betweter
eigenzinnig – balsturig, bederven, billijk, dwars, dwarskoppig, eigengereid, eigenwijs, grillig, halsstarrig, handelbaar, hardnekkig, koppig, lunatiek, mak, nukkig, obstinaat, ongezeglijk, onhandelbaar, onplooibaar, onzeglijk, ruw, ruwweer, (stijf)hoofdig, stijfkoppig, weerspannig, wild
eigenzinnig en koppig - onhandelbaar, onwillig
eigenzinnigheid - gril, koppigheid, luim
eigenzinnig mens -  stuijfkop
eigenzinnig zijn - volgen
eigenzucht - egoisme
eigjeshout - bitterzoet
eik - akerboom, eek
eikeappel - galappel
eikel - aker
eikelmast - eikeloogst, eikelzaadjaar
eikelontsteking - balanitis
eikelvormig doosje - aker (versiering)
eikenbast - eek, eikeschors, rinde, run 
eikenhakhout     akkermaalshout, kreupelhout
eikehoutschiller - eker
eikenhout van schors ontdoen   eken
eikenmolen - runmolen
eiken paal   perkoen
eiken schiller   eker
eiken schillen   eken
eiken stamstuk - perkoen
eikenschors   bark, eek, rinde, run
eikenvaren - boomvaren, engelzoet
eiker - eikel
eiketak - talhout (geschild)
eikhaas - steelzwam
eikloof - klimop
eilaas   ach, eilaci, helaas 
eiland - eil, ile, insula, isola, lago, oog
 eiland (Chin.) - dao, tao
 eiland (Duits) - insel
 eiland (Eng.) - isle
 eiland (Fr.) - He, isle
 eiland (Hal.) - isola
 eiland (Jap.) - do
 eiland (Lat.) - insula
 eiland (Mal.) - poeloe
eiland (oud. Frans) - islu
eiland (Skand.) - holm
eiland der doden (oud) - Erin
eiland in de Nijl - asash, awad, biga,philae, saluja, schel
eilandbewoner in Indonesië - Balinees, Javaan
eilandenleer - nesologie
eilandenrijk - Archipel, Insulinde, Japan
eiland, in samenstellingen - oog
eilandje (drijvend) - krag, kragge, ladde, rietzode
eilandje (koraal) - atol
eilandje bij Kampen - Ramspol
eilandje voor de Franse kust - Re
eiland bekend door zijn aardappelen - Malta
eiland bekend uit de geschiedenis   Elba, Corsica, St. Helena, Nova Zembla
eiland bekend uit de geschiedenis van Napoleon - Corsica, Elba
eiland bij Afrika   Ascension, Azoren, Bourbon, Brava, Comoros, Dezerte, Djerba,  Fogo, Fuertaventura, Gomara, Grande, Hierro, Lanzarote, Madagas©kar, Madeira, Maio, Malagasië., Mauritius, Palms, Pemba, Reünion,  Sal, Seychelles, St. Helena, Socotra, Tenerife, Zanzibar
eiland bij Alaska   Adak, Afognak Amchitka, Atka, Attu, Kiska, Kodiak, Nunivak, Pribilov, Riska, Tanaka, Unimak 
eiland bij Alexandrië   Pharus
eiland bij China   Hainan, Formosa 
eiland bij Boedapest - Csepel
eiland bij Denemarken   Aerö, Alsen, Amager, Bornholm, Falster, Funen,  Lolland, Mön, Samsö, Seeland
eiland bij Duitsland   Borkum, Helgoland, Norderney, Rugen
eiland bij Engeland   Alderney, Anglasey, Coli, Eddystone, Eigg, Farne, Guernsey, Ierland, Jersey,  Lundy, Man,  Rhum,  Sark, Scilly,  Shetland, Tiree, Walny, Wight
eiland bij Estland   Oesel, Sarema 
eiland bij Finland   Aaland
eiland bij Frankrijk   Glénans Groix, Guernsey Jersey, Noirmoutier, Oléron, Ré Yeu,
eiland bij Friesland   Ameland, Griend, Schiermonnikoog Terschelling, Vlieland 
eiland bij Groningen   Borkum, Rottum, Rottumeroog, Rottumerplaat
eiland bij Halmahera   Kajoa, Ternate
eiland bij Italië   Corsica, Elba, Malta
eiland bij Japan   Decima 
eiland bij Kreta   Gaudos
eiland bij Malta   Cozumel Gozo,
eiland bij Nieuw Guinea   Aru, Ega, Aeli, Japen
eiland bij Noord Holland   Texel, Tessel
eiland bij Schotland   Arran, Barra, Burray, Bute, Canna, Coll, Colonsay Eday, Eigg, Hoy, Islay, Jura, Lewis,  Muck, Mull, Rhum, Rousay, Sanday, Shapinsay, Staffa, Stronsay, Tiree, Westray
eiland bij Sicilië   Alicudi, Egadi, Filicudi, Levanzo, Lipari, Marettimo, Panarea, Salina, Stromboli, Ustica, Vulcano
eiland bij Sumatra   Nias
eiland bij Timor   Alor, Roti, Wetar 
eiland bij Venetië   Lido
eiland bij Zweden   Öland, Gotland 
eiland der Azoren   Fayal
eiland der Bahama 's   Acklin, Cat, Watling
eiland der Balearen   Cabrera, Conejera, Dragonera  Formentera, Ibiza, Mallorca, Menorca
eiland der Cycladen   Antiparos, Delos, Folegandros, Herakleia, Karos, Kimolos, Los, Milos, Naxos, Paros, Rineia, Thira
eiland der Filippijnen   Catanduanes,  Cebu, Luzon, Leyte, Mindoro,  Mindanao,  Negros, Panay, Samar
eiland der Grote Antillen   Cuba, Hispaniola Jamaica,
eiland der Hebriden   Barra, Lewis, Ulst
eiland der Koerillen   ltoeroep, Oeroep
eiland der Lakkadiven   Amini, Kalpeni
eiland der Lofoten   Andö, Langö
eiland der Molukken   Ambon, Batjan, Buru, Ceram, Halmahera, Obi, Morotai
eiland der Nieuwe Hebriden   Epi, Tana
eiland der Orkaden   Burray, Hoy, Sanday, Stronsay
eiland der Pityusen   Formentera, Ibiza
eiland der Sporaden   Chios, Kos, Samos
eiland in de Adriatische Zee    Bratsj Hwar, Bua, Eso, Lagosta, Lastrovo, Mijet, Wis,
eiland in de Aegeïschezee - Amorgos, Cycladen, Dodecanese, Mutilene, Nicaria, Rhodos, Santorin, Sporaden
eiland in de Atlantische Oceaan    Ascension, Fuertaventura, Gomera, Hierro, Lanzarote, Madeira, Palma, Tenerife ,IJsland
eiland in de Barentszee   Kolgoejef, Nova Zembla
eiland in de Caribische Zee   Aruba, Blanquilla, Bonaire, Cuba, Curaçao, Hispaniola, Jamaica, Margarita, Mona, Saba, Saona, 
eiland in de Charente   Réi
eiland in de Chinese Zee   Formosa, Liehtao, Penghoe
eiland in de golf van Venetië    Lido
eiland in de Egeïsche zee - Chios, Delos, Lemnos, Lesbos 
eiland in de Griekse Archipel   Antikythira, Dia, Elafonisos Kreta, Kythira, Parapola
eiland in de Ierse Zee   Man, Lambay
eiland in de Indische Oceaan   Ceylon,  Kokoseiland Madagaskar, Pemba, Sokotra, Zanzibar
eiland in de lonische Zee   Kefallinia, Korfu, Levkas, Paxos, Strotades, Zante, Zakynthos
eiland in de Middellandse Zee   Capri, Corsica, Cyprus, Elba, Kandia, Lipari, Kreta, Malta, Mallorca, Sardinië, Sicilië 
eiland in de Nijl   Bije, Philae
eiland in de Oostzee   Bornholm, Chioema, Gotland, Oland, Önd, Osel, Rügen, Sarema, Scheer
eiland in de Rode Zee   Kamaran, Perim
eiland in de Stille Oceaan   Bikini, Eniwatok, Guam, Hawai,  Kauai, Kusaie, Lanai, Majuro, Majura, Marakei, Maui Mangareva, Mani, Molokai, Mili, Nauru, Oahu, Paaseiland, Palmyra,  Pinaki, Rimatara, Tahiti, Tarawa, Wake
eiland in de straat Bab el Mandeb   Perim
eiland in de straat van Korea   Quolpart
eiland in de straat van Makassar  Tarakan
eiland in de Waddenzee   Griend (zie ook één der Waddeneilanden
eiland in de zee van Ochotsk   Sachalin
eiland in het hoge noorden   IJsland 
eiland in het Kattegat   Anholt, Laesö
eiland in Europa   Eire, Erin, Ierland
eiland in Indonesië   Ai, Ambon, Babar, Bali, Banka, Batjan, Batoe, Billiton, Borneo, Buru, Celebes, Ceram, Flores, Halmahera, Irian, Java, Lombok, Madura,  Ngawi, Nias, Obi, Onrust, Roti, Seram, Sewu,, Sula, Sumba, Sumatra, Sumbawa, Tidore, Timor 
Eiland in Insulinde - Ambon, Bali, Banka, Borneo, Celebes, Java, Lombok, Madoera, Roti, Sumatra, 
Ternata, Timor
eiland in Japan   Decima, Hondo Hokkaido, Kioesjoe, Kosilma  Okoesjiri, Osjima, Sjikokoe, Sado,
eiland in West Indië   Aruba, Bonaire, Curaçao Saba
eiland in Zuid Holland   Tiengemeten
eiland ten oosten van de Molukken    Goeam
eiland van de Dodekanesos   Leros
eiland van de Filippijnen   Bohol, Burias, Catanduanes, Cebu, Dinagat, Leyte, Luzon, Masbate, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar, Tablas
eiland van de grote Antillen   Cuba, Haïti, Jamaica, Portorico
eiland voor de Engelse kust   Man, Lundy, Tresco, Wight
eiland voor New-York - Ellis eiland
eilandengroep - Archipel
eilandengroep   Antillen, Azoren, Balearen, Bermuden Cycladen, Dodekanesos, Faer Oer, Far Or, Filippijnen, Gezelschapseilanden, Hawaï, Hebriden, Japan, Molukken, Orkaden, Sporaden
Eilandengroep aan de westkust van Borneo - Karimata
eilandengroep bij Borneo   Karimata
eilandengroep bij Indonesië   Aroe 
Eilandengroep bij Iran - Aroe, Ega
eilandengroep bij Nieuw Guinea   Aroe, Aru, Ega, Kai, Mapia
eilandengroep bij de Noorse kust   Lofoten
eilandengroep bij Japan   Koerilen
eilandengroep bij Schotland   Hebriden, Orkaden, Shetland
eilandengroep in de Aegeïsche Zee   Cycladen, Sporaden
eilandengroep in de Atlantische Oceaan    Azoren, Bahama, Bermuda, Faeröer, 
eilandengroep in de Grote Oceaan   Galapagos, Hawai, Hawaii, Micronesië, Molanesie, Polynesië
eilandengroep in de Indische Oceaan    Amiranten, Andamanen, Comoren, Indonesië, Lakkadiven, Malediven, Nicobaren, Seychellen
eilandengroep in de Middellandse Zee   Balearen, Cycladen, Pityusen, Sporaden
eilandengroep in de Noordelijke ijszee   Spitsbergen
eilandengroep in de Stille Oceaan   zie Grote Oceaan 
eilandengroep ten oosten van Borneo   Sula
eilanden, eender grootste
 4  Cuba, Java
 5  Honda, Lusan
 6  Borneo
 7  Celebes, Sumatra
 8  Sulawesi
10 Baffinland, Kalimantan, Madagaskar
11 Nieuw-Guinea
12 New-Foundland, Nieuw-Zeeland
13 Ellesmereland
15 Groot-Brittannië
eilandenrijk   Archipel, Insulinde, Japan
eileider -oviduct, salpinx, tuba
eileiderontsteking - salpingitis
eiloof   iefte, ifte, klimop, klijf, veil
eiloofbloem - coronaria, koekoeksbloem
eind   afloop, besluit, doel, oogmerk, slot, staart
eind der draden van een weefsel - dreul, drom
eind dik touw waarmee men iemand afstraft   laars
eind hout   lat, stok 
eind katoen   lont 
eind touw   bot, dreumel, gei, koord, reep, reier, alie, tamp, tui
eindbescheid - premptie
eindbestemming   doel 
eindcontrole - supervisie
einddoel - bestemming
einde   afloop, besluit, doel, end(e), eindpaal, eindpunt, exitus, fin, finale, finish, omega, ontslag, oogmerk, slot, staart, uiterste, uitkomst, uitslag, uitgang, voleinding
einde (het) - omega
einde aan iets maken - besluiten
einde kroont het werk - f.c.o. (finis coronat opus)
einde van de affaire - afloop
einde van de dag - avond, schemering
einde van de nacht   ochtend, ochtendstond
einde van de oorlog   vrede, wapenstilstand
einde van de vorst - dooi
einde van een gebed   amen 
einde van een opsomming (afk.) -  enz, etc
einde van een rede - slotwoord
einde van een reeks wedergeboorten - Nirvana, Nirwana
einde van een reis   aankomst, bestemming 
einde van een spannend verhaal - climax, ontknoping
einde van een spier - pees
einde van een spoorweg - terminus
eind van een touw - tamp
einde van een triller - climax
einde van een tros of van een touw van het staande want   bot, tamp
einde van een vliegtocht   landing
einde van een vriendschap - breuk, brouille, verkoeling
einde van gebed - amen
einde van het leven - dood
einde van het spijsverteringskanaal - aars, endeldarm
einde van het voorjaar - nalente
eindelings hout - kopshout
eindelijk   enfin, tenslotte 
eindelings hout   kopshout 
eindeloos   distelsoort, eeuwig, heerlijk, mateloos, oeverloos, onafzienbaar, onbegrensd, onmeetbaar, oneindig 
eindeloos groot - grenzeloos
eindeloosheid - infiniteit, oneindigheid
eindeloze dorre vlakte    poesta, steppe, toendra
eindeloze redevoering   filibuster 
eindeloze ruimte - heelal, hemel, kosmos, uitspansel, zwerk
eindelijk - enfin, postremo, tenslotte
eindelijk (Lat.) - tandem
einden - aflopen, besluiten
einder   horizon, kim
eindhersenen - telencephalon
eind hout - lat, stok
eindig - begrensd, beperkt, vergankelijk 
eindigen   einden, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, uitscheiden, voltooien
eindigheid   finaliteit, vergankelijkheid
eindje - brood, end, fallus, overschot, peukje, restant, rest(je), stompje, stuk(je), tamp, tip
eindje lijn met een kous erin   reier 
eindje sigaret - peuk
eindje touw   dreumel 
eind katoen - lont
eindletter   slotletter
eindoordeel - beslissing
eindpaal - doel, finish
eindpaal van een renbaan - honk
eindpunt - afslag (vissers, golfspeler), doel, eindstreep, extremiteit, finish, limiet, rostrum, streep, ziel 
eindresultaat - uitkomst
eindsnede van het brood - kapje, spits, tip,timp
eindstadium   telofase 
eindstation - terminus
eindstreep - finish
eindstrijd - inale, slotwedstrijd
eind touw - dreumel, gei, koord, reep, tamp, tui 
eind touw als strafwerktuig - dag
einduitkomst - eindresultaat, einduitslag, resultaat, som, slotsom
eindverlenging - paragoge
 eindvonnis - eindoordeel
eindwedstrijd - finale
eindweegs - ver
eins - hengsel
einsteinium - Es
einze - hengsel 
eiprofiel - ovaal
Eire   Erin, Ierland 
eirond - eivormig, ellips, ovaal
eirond cirkelvormig gat voorde roerschaalt - hennegat
eis - aanspraak, claim, conditie, petitoire, postulaat, pretentie, requisitoir, verlangen, vordering, voorwaarde, vraag, wens
eis gesteld tegen een andere eis - tegeneis
eis van het openbaar ministerie - requisitoir, rekwisitoor
eisen - bedingen, behoeven, bestellen, bevelen, claimen, dwingen, exigeren, kosten, opeisen, requireren, sommeren, vergen, verlangen, verstaan, vorderen, vragen,wensen, willen
eiser - dager, impretrant, klager, maner, pretendent, reclamant, rekwitant, requirant, requestrant, vorderaar
eiser in een burgerlijk geding - actor
eitje   neet 
eitje van een luis - neet
eitjes van kikkers - dril, rit
eivol   bomvol, boordevol, propvol, smoorvol, stikvol, tjokvol
eivormig   eirond,  ellips, ovaal
eivormige gele vrucht - citroen
eivormige kromme   ellips 
eiwit   albumine, albuminoide, aleuron (uit plantenzaden), amyf(um), DNA, globuline, legumine(planten), prolamine,  proteïne, RNA 
eiwit uit plantezaad - aleuron
eiwit achtige stof   aleuron (uit zaden), pepton (uit eiwitten of vlees), protoplasma(uit dierlijke of plantaardige stoffen) 
eiwitachtige stof die als ferment optreedt - enzym
eiwit achtige stof in het bloed - globine
eiwit in spierweefsel - actine
eiwit in urine - albuminurie
eiwitpreparaat   gelatine 
eiwitsplitsend enzym - erepsine
eiwitstof   albumine, legumine, proteine 
eiwitstof in melk - casëine
eiwitstof in peulvruchten   aleuron,  legumine 
eiwit verbindingen - albuminaten
ejaculatie - zaadlozing
eken - ontschorsen
ekster - aakster, babbelkous, klapekster, tuinekster 
eksteroog   clavus, likdoorn
ekwilibrist - equilibrist, jongleur, koorddanser
elaboraat - werkstuk
elaeagnacee - duindoorn, olijfwilg, zilverwilg
elan - aandrift, aanloop, animo, bezieldheid, bezieling, energie, enthousiasme, geestdrift, geestkracht, gloed, ijver, opwelling,  stuwkracht, verve, vuur 
eland - moose, rendier
eland soort - moose
elasticiteit   rek, rekbaarheid, rekband, spankracht, veerkracht, veerkrachtigheid
elasticiteitsmeter - elaterometer
elastiek   caoutchouc, gummi, rekband, rek, rekker, rubber, rubberbandje
elastiek (Ind.) - karet
elastiek (Z.N.) - rekker
elastieken buikband - gaine
elastisch - rekbaar, veerkrachtig, verend 
elastisch broekje - stepin
elastisch zijn - veren
elastische stof - lustre
elateriet   aardpek, asfalt
elaterometer   elasticiteitsmeter
elatie - elan, enthousiasme, geestdrift, opgetogenheid, vervoering
elatineachtige - elatinaceeen
elder - melkklier, uier
elder van een geit of schaap - uier
elders - absent, afwezigweg
elders aanwezig zijn geweest   alibi
elders poten - verpoten
eldorado   dorado, eden, paradijs 
electie   keus, keuze, keur, verkiezing
elector   keurvorst, kiezer 
electoraal - keurvorstelijk
electoraat - keurvorstendom, kiezers(volk) 
elefantiasis - filariasis, knobbelmelaatsheid, olifantsziekte
élégance - gratie
elegant   aanvallig, bevallig, chic, gracieus, levendig, mondain, sierlijk, slank, smaakvol, zwierig
elegantie   bevalligheid, chic, elegance, gratie, mondaniteit, netheid, sierlijkheid, zwier 
elegie   klaaglied, klaaglijk, klaagzang, treurdicht, treurzang
elegisch   klagend, klagelijk, weemoedig
electra - stroom
elektie - electie, keur, keus, verkiezing
elektriciteit - barnsteenkracht, electra, stroom 
elektriciteit producerend apparaat - dynamo, generator
elektriciteitsdraad   snoer 
elektrisch afzonderingsgerei - isolator
elektrisch bedrijf - centrale
electrisch betalen - chippen
elektrisch geladen deeltje - anion, ion
elektrisch geladen donkere wolk - onweerswolk
elektrisch licht in kwikdamp - kwikzilverlicht
electrisch mengtoestel - mixer
elektrisch muziekinstrument - trautonium 
elektrisch negatief geladen deeltje - anion
elektrisch orgaan bevattend dier   sidderaal
elektrisch seintoestel   telegraaf 
electrisch steekcontact - stekker
elektrisch ter dood brengen - elektrocuteren
elektrisch toestel om haar te drogen - föhn
elektrisch verschijnsel - elmsvuur, elmusvuur
elektrisch verschijnsel   elmsvuur, elmusvuur
elektrische cel   accu
elektrische centrale   dynamo, generator, krachtstation 
elektrische contactstop - stekker
elektrische eenheid   ampère, coulomb, joule, KW, ohm, volt, watt 
elektrische geleiding   kabel, snoer 
elektrische haardroger   föhn 
elektrische katrol langs zoldering - loopkat
elektrische keten  - shunt 
elektrische kontaktstop - stek(k)er
elektrische lamp in keuken boven het fornuis - pottekijker
elektrische lading van een atoombom - kernlading
elektrische leiding van de verlichting - lichtleidlng
elektrische luidspreker - aërofoon
elektrische magnetische eenheid - eme
elektrische motorische kracht - emk
elektrische piano - mignon
elektrische radio/piano - staccatone
elektrische rekenmachine - computer
elektrische schakelinrichting - relais
elektrische spanning - volt, voltage 
elektrische spanning dragend -  geladen
elektrische spanningsbron - batterij
elektrische spanningsmeter - electrometer
elektrische statische eenheid - ese
elektrische stoel   electrocutor 
elektrische stroommeter - reometer
elektrocardiogram - ECG
elektrochemische methode van onderzoek - polarografie
elektrocutie
elektrocutie   terdoodbrenging
elektrode   anode, diade, kathode, lasmetaal
elektrode in een ruimte - katode, kathode
elektrodynamische kracht - Lorentzkracht
elektroëncefalogram - EEG
elektromagnetische eenheid - e.m.e.
elektromagnetische golf - marconigolf, radiogolf
elektromagnetische triller   zoemer 
elektrometeoren - elmusvuur, poollicht,  weerlicht
electromonteur - electricien
elektromotorische kracht   E. M. K.
elektron - barnsteen 
elektronenbuis - binode, diode, magnetron, radiolamp, stroom, tetrode, triode 
elektronenbuis met 3 elektrodes - triode
elektronenstraalindicator - afstemoog, radioöog
elektronen techniek - elektronica
elektronisch brein   computer
electronisch tekenapparaat - plotter
elektronisch orgel - hammond
electronische portemonnee - chipknip
elektronische term - shunt
elektrotechnisch ingenieur   e.i.
elektuarium - likkepot
element   antimoon (eb),  atoom, bestanddeel, ingrediënt
element (scheik.)   arseen (as), arsenicum, bestanddeel, boor, calcium (Ca), cobat (Co), chloor (Cl), chroom (Cr), fluor, fosfor, goud (au), helium (he), ingrediënt, jodium, kalium, koolstof, koper (Cu), kwik (hg), kwikzilver (hg), lood (pb), mangaan (ma), magnesium (m), neon (ne),nikkel (ni), platina (pt), plutonium seleen (se), stikstof, strontium (ar), tin (sn),uraan, uranium, waterstof, ijzer (fe), zilver (ag), zink (Zn), zwavel
element (natuurt jlo) - aarde, ether, lucht, vuur, water
element der dampkringslucht - argon
element met de zelfde scheikundige eigenschappen - Isotoop
element met radioactieve eigenschappen   radium, uraan,  uranium 
elementair bestanddeel van organisme   cel, vezel
elementair deeltje   baryon, elektron, foton, lepton, meson, negaton, neutron, nucleus, proton
elementair deeltje met twee neutronen   bineutron 
elementair leerboek - abecedarium
elementair materiedeeltje - meson
elementair stofdeeltje   atoom, proton
elementaire geesten - gnomen (aarde), salamanders (vuur), sylfen (lucht),undinen (water)
elementaire meetkunde - vormleer
elementen die bij verbinding met metalen zouten vormen - halogenen
elevatie   hoogte, opheffing, verheffing
elevator - elevatorium, graansilo (Amer.), graanzuiger, heffer, zandzuiger, zuigtoestel 
élève   leerling, pupil, scholier
eleveren   opheffen, ophogen ,verheffen 
elfde trap van de diatonische  toonladder – undecima
elfenkoning   Oberon 
elfenkoningin   Titania
elf - alf, fee, natuurgeest 
elfenbankje - zwam
elfrank - bitterzoet, slingerplant
elfsteden, een der Friese - Bolsward, Dokkum, Franeker, Harlingen, Hindelopen,Leeuwarden, Sneek, Sloten, Stavoren, Workum, Ijlst
elft   engerling, fint, kwatworm, meivis
elftal – ploeg, team
elftenkoning (Deens) - ellerkong
elfurenbloem   vogelmelk
elger   aalgeer, aalijzer, aalschaar, aalsteker, aalvork
Elger in Gelderland - aalstekel
elgjeshout - bitterzoet
elideren   uitlaten, uitstoten
eliminatie   afstoting, verwijdering, wegwerking
elimineren   doden, uitschakelen, verwijderen, wegwerken
elis - deel van Peloponnesus
elite - beste, bloem, garde, kader, kern, keur, keurbende, keurgroep, keurkorps, kern, puik, selectie
elite Japanse geheime politie - Kempei
elitegroep   keurbende, keurkorps 
elixer - aftreksel, angostura, bitter, extract, quintessence
elk   eenieder, elkeen, ieder, iedereen, iegelijk
elk ander land dan het vaderland - buitenland
elk deel van een boekwerk   tom, tomus
elk der getallen van een reeks behoren   term
elk der hogere tonen die met de grondtoon mee klinkt - neventoon
elk der maten van een vers - versmaat
elk der tien districten van het Duitse rijk onder Maximiliaan de Eerste - Kreits
elk der vier boeken van het Nieuwe Testament - Evangelie
elk ding op zichzelf - uniteit
elk gebonden voor het geheel - solidair
elk jaar   annueel, jaarlijks
elk mens - allen, ieder(een), elkeen
elk voor zich - apart, afzonderlijk, respectievelijk
elk uur een lepel   o.h.c.
elk wat wils   quodlibet
elk zijn aandeel geven - partageren
elkaar   elkander, malkander, mekaar, mekander, onderling, wederkerig
elkaar afwisselend - alternatief
elkaar beschermen - dekken
elkaar het hof maken - flirten
elkaar naderend - convergent, tegemoetkomend 
elkaar trouw blijvend - solidair
elkander   elkaar, mekaar 
elkander uitsluitend - disjunctief
elkeen - ieder, iedereen
elke dag   dagelijks
elke dag dat een schip in de haven ligt - ligdag
elke doortocht belettend   ondoordringbaar
elke keer - telkens
elke maand   maandelijks, mensueel 
elke omgang afbreken - verstoten
elke week   wekelijks
elkeen   allen allemaal, ieder, iedereen, elk,
elleboog - cubitus
elleboogsbeen - ellepijp
ellekoek - Deventerkoek
ellemaat - ellestok
ellende - armoede, bedroefdheid, behoefte, beroerdigheid calamiteit, cataclysme, deernis, gebrek, getob, gevaar, jammer, kommer, merode, misère, narigheid, neer, nood, nooddruft,  ongeluk, onheil, ontbering, penarie, plaag, puree, ramp, rampspoed, tegenspoed, tegenstroom, wanhoop, wee 
ellendeling   aterling, bandiet, bedrieger, beroerling, boef, ellendige, fielt, galgenaas, galgebrok, gauwdief, gladakker, hondsvot, judas, lammeling, loebas, loeder, naarling, onmens, onverlaat, ploert, rabaut, rover, schavuit, schelm, schurk, secreet, snoodaard 
ellendig    akelig, (arm)etierig, armoedig, armzalig, bar, bedroevend, beroerd, calamiteus, deerlijk, droevig, eng, erbarmelijk, hartbrekend, hartroerend, hartverscheurend, jammerlijk, lamentabel, lam(lendig), luizig, miserabel, misselijk, naar, noodlottig, onaangenaam, onaanzienlijk, ongelukkig, onguur, ontdaan, onzalig, rampspoedig, rampzalig, slecht, treurig, verachtelijk, verwenst
ellendig bestaan - hondeleven
ellendig mens - être, naarling
ellendig misselijk mens - creatuur
ellendig omkomen - creperen, kreperen
ellendig verblijf   bajes, cel, hok, hut, kerker, kot, krot, nor, strohut, stulp
ellendig vertrek - kot
ellendige eendagsvlieg - oeveraas
ellendige woning   keet, kot, krot 
ellenstok - maatstok, meetlat
ellepijp - tuba, ulna 
ellerling - elrits
ellewaar - manufacturen
ellips - eirond, eivorm, kegelsnede, ovaal 
elliptisch   eirond, eivormig, ovaal
elocutie   spreektrant, uitspraak, welbespraaktheid
eloge   lofrede, lofschrift, lof(spraak)
eloquent - welbespraakt, welsprekend
eloquentie - welsprekendheid
elp   elpenbeen, ivoor, tandbeen 
elpen - ivoren
elpenbeen   elp, ivoor, olifantstand
elridder - kleermaker
els   bos, elzenstruik, priem 
eIs om gaten in het leer te maken - gaatels
El Salvadoriaanse munt   centavo, Colón
El Salvador, rivier in - Rio Lempa
El Salvador, vulkaan in - Izalco
elsbessenboom   haagappelboom 
elst - priem
elucidatie - opheldering, toelichting
eluderen - ontwijken
elusief - ontwijkend
elvenschot - ischias, jicht
elver   glasaaltje 
elycium   hemel, paradijs 
elysium der helden - Walhalla
Elzasser wijn - Muscat, Riesling, Silvaner
elzenbus - havik
emaceratie - vermagering
email   brandverf, glazuur, smalt, smeltglas, tandglazuur, tinglazuur, verglaassel
emailfotografie - fotokeramiek  
emaillak - enamel
emailleeroven - moffeloven
emailleerprocédé - champlevé, cloisonné
emailleren - glazuren
emancipatie - ontheffing, vrijmaking, vrijstelling
emanciperen   ontheffen, vrijmaken, vrijstellen
emaneren - uitgaan, uitvloeien
emballage   blik, doos, kanaster, knaster, kist, krat, mand, vat, verpakking
emballeren – inpakken, verpakken
embargo   beslag
embarkeren - inschepen
embarras - hindernis, verlegenheid
embarrasseren - belemmeren, hinderen, verwarren
embleem   insigne, logo, onderscheidingsteken, speldje, symbool, vignet, zinnebeeld
embleem op dokters auto - esculaap
emblema   blazoen, devies, kenspreuk,  leuze, motto
embouchure - aanmonding
embrasure   bres, muuropening, schietgat
embryo - ei, golem (Hebr.), kiem, wordingskiem
emelt - hamel, larve, made, muggenlarve
emendatie - verbetering
emerald   smaragd 
emeritaat   ambtsrust 
emeritus   em, emer. ,gepensioneerd, rustend 
emerkoren - gortrijst, tweekoren
emersie   uittreding 
emetica - braakmiddelen
emfatisch - nadrukkelijk
emigrant - landverhuizer,  uitgewekene
emigratie - landverhuizing, uitwijking
emigreren - uitwijken
eminent - best, buitengewoon, byzonder, edel, excellent, illuster, uitmuntend,  uitnemend, uitstekend, voortreffelijk
eminentie   em.
emissario - bode, verspieder
emissie   straling, uitgave, uitgifte, uitstorting, uitzending 
emitteren - uitgeven, uitstralen
Emmausganger - kleopas
emmer   aker, amiraal, kit, puts
emmer voor vuilnis - vuilemmer
emmeren   zaniken, zeuren
emmerladder - jacobsladder
emmermolen - baggermolen
emmertje - aker, kit
emmer van zeildoek - amiraal 
emmerzeil - latijnzeil, loggerzeil
emmes - best, echt, fijn, immes, leuk, lekker, prettig
emoe   casuaris, kasuaris, kraanvogel (Austr.), loopvogel, struisvogel 
E mol   es
emolumenten - bijverdiensten, verval
emotie    aandoening, belevenis, beroering, bewogenheid, geestvervoering, gevoel, ontroering
emotieloos - hard, koud, ongevoelig
emotionaliteit - aandoenlijkheid, geroerdheid, ontroering
emotivol - fel, hevig, vurig
emotioneel   aandoenlijk, bewogen, ontroerend
emotioneel raken - beroeren, ontroeren
emotioneel treffen - beroeren, ontroeren
emotionele meebeleving - resonantie
emotionele schok - trauma
empaleren - spietsen
empire - keizerrijk
empirie   empirisme, ervaring, ervaring(sleer), ondervinding 
empirisch - proefondervindelijk
emplooi   ambt, baan, betrekking, bezigheid, dienst,  job, occupatie, officie, vak, werk
employé   arbeider, beambte, bediende, betrekking, dienaar, klerk, werknemer
employé van een radiostation   omroeper
exploreren   aanwenden, gebruiken
empt - mier
empyreum - hemel
emulatie   naijver, wedijver
emulsie - colloïde
emulsie van traan en water - dégras
en - benevens, bovendien, ook, plus, tevens, verder, vervolgens  
en   (Eng.) and, (Fr.) et 
en allen samen - e.t.q. (e tutti quanti), flinkheid, geestkracht, wilskracht
en andere   e.a., meer 
en avant   voorwaarts 
en corps - gezamenlijk
en de rest - enz., etc.
en dergelijke   e.d., soortgelijke 
en enige andere   e.e.a. 
en meer andere   e.m.a. 
en meer van die soort   e.d. 
en niet - noch
en of - ongetwijfeld, stellig
en omgeving - eo
en omstreken   e.o.
en ook - alsmede, tevens
en soortgelijke   e.d. 
en vele andere - e.v.a.
en verder - ev
en ville - ev
en wel   e.w.
en zo voort - etcetera
enakskind   kolos, reus, titan 
encadreren   inlijsten, omlijsten, omsluiten
encadreur - lijstenmaker
encaustiek - wasschilderkunst
encefalitis - hersenvliesontsteking
enclave - tussengebied
enclitisch voor der   er 
enclitisch voor hij   ie
encourageren - aanmoedigen, opwekken
encyclopedie - naslagwerk
encyclopedie van de oudjoodse wetenschap - talmoed, talmud
Encyclopedist - Buffon, Diderot, Rousseau, Turgot, Voltaire 
eind   afloop, besluit, eind, slot
end - afloop, besluit, eind, slot
endeldarm - rectum
endeldarminspuiting - lavement
endeldarmspiegel - rectoscoop
endeldarmspoeling - klisma, klysma, lavement
endeling - nazwerm
endemie - inhumie - volksziekte
endemisch - inheems
endemische ziekte onder dieren - enzoötie
enden - eindigen
en de rest - (fr,etc.
en dergelijke - e.d.
endocrinologie - hormonenleer
endogamie   inteelt 
ene   iemand, zekere
energie - aandrift, arbeid, arbeidsvermogen, daadkracht, drijfkracht, fut, geestdrift, geest(kracht), inspanning, klem, kit, levenslust, lust, macht, nadruk, pit, vermogen, veerkracht, vuur, werkkracht, werklust, wil
energiebron   (aard)gas, atoom, benzine, elektriciteit, kolen, olie, stoom, stroom, waterkracht
energiebron der toekomst   atoom(kern)
energiek   aantrekkelijk, aardig, daadkrachtig, doortastend, fel, ferm, flink, geestig, 13geestkrachtig, kernachtig, kittig, kloek, kordaat, krachtig, kras, kwiek, levendig, levenslustig, lief, ondernemend, pittig, rap, snedig, sterk, stevig, straf, vinnig, vitaal, vittig, volhardend, vurig, wilskrachtig 
energieloos - mat, moe, moede
energumeen - bezetene, woes
enfant cherie - lieveling
enfant terrible - flapuit
enerhande - dezelfde, hetzelfde, gelijksoortig
enerlei   effen, gelijk, glad, identiek,  soortgelijk,
enerveren   afmatten, ontzenuwen
enerverend – afmattend, opwindend, sensationeel, spannend, vermoeiend
enfant cheri(e) - lieveling
enfant terrible - flapuit
enfin   eindelijk, kortom, welnu
eng    akelig, affreus, astmatisch, bar, bekrompen, belabberd, benard, benauwd, benepen, benard, benauwd, beperkt, engborstig, enk, griezelig, krap, lam, naar, nauw(sluitend), onguur, smal, walgelijk,
engagement   verbintenis, verloving
engel   angelos, angelus, bode, cherub, geest, gezant, godsgezant, hartendief, hemelbode, hemelgeest, lieveling, seraf, serafijn 
engel   Angelus, Ariël, Cherubijn, Gabriël, Michaël, Rafaël, Seraf, Serafijn, Uriël, Vriel  
engel der duisternis - duivel
engel van de eerste rang - seraf
engelachtig   angeliek
Engeland   Albion, Brittannië, UK
engelbewaarder - beschermengel, bewaarengel, schutsengel, schutspatroon
engelenbak - schellinkje
engelenleer - angelologie
engelenstem (muz.) - angelica
engelgras - beenbreuk, hanepoot
Engels   Brits
Engels aardewerk - Wedgwood
Engels admiraal uit de 17e eeuw   Drake, Blake, Monk, Nelson 
Engels automerk   A.C., Aston Martin, Bentley, Bristol, Daimler, Hill man, Humber, Jaguar, BMC, MG, Morgan, Morris, Riley, Rolls Royce, Rover, Singer, Triumph, Wolseley
Engels bier   ale, eel, gingereel, stout
Engels café   pub
Engels chauvinist - jingo
Engels dialect - Anglisch
Engels dominion   Canada
Engels drinklied - glee
Engels Egyptische opperbevelhebber - sirdar
Engels eiland   Anglesey, Guernsey, Hebriden, Jersey, Lewis, Man, Mull, Orkaden, Scilly, Shetlands, Skeye, Wight
Engels gewicht - dram, grain, ounce, pound, scrupel, stone
Engelsgezind - anglofiel
Engels graafschap - Cornwall, Devon, Essex, Kent, Lancashire, Shire, Suffolk, Surrey, Sussex, Yorkshire
Engels grafmonument - dolmen
Engels gras - armeria, strandkruid 
Engels handelsgewicht - cwt, stone
Engels heldendicht - Beowulf
Engels huurrijtuig - cab
Engels Indische matroos   laskaar 
Engels kamgaren - moreen
Engels komponist   Clarke, Elgar, Britten, Ireland, Purcell 
Engels koningshuis    Lancaster, Plantagenet, Stuart, Tudor, Hannover, Windsor
Engels koninklijk verblijf   Windsor
Engels kroos - kerspruim
Engels landhuisje   cottage
Engels landgoed - estate, manor
Engels leger des heils - SA
Engelsman - brit, Ier, roodnek, Schot, Welshman
Engels muntstuk - nobel, shilling
Engels orkestleider   Silvester
Engels parlement - Lagerhuis
Engels raaigras - lolium
Engels rood - colcotar, oxiderood
Engels rijknechtje   groom
Engels rijtuig   cab, hansom, tilbury  
Engels schrijver - Byron, Dickens, Eyre, Joyce, Keats, Lawrence, Shakespeare, Shaw, Shelley, Wilde, Woolf
Engels soldaat - roodnek, roodrok
Engelssprekend -Angelsaksisch
Engels staatsman   Attlee, Baldwin, Bevin, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Eden, Gladstone, Grey, Heath, Home, Kitchener , Peel, Pitt, Wilson
Engels stadje   Eton, Oxford
Engels telwoord - eleven, one, seventeen, two 
Engels toetsinstrument - virbunaal
Engels toneeldichter - Shakespeare
Engels toneelschrijver - Eliot, Jonson, Marlowe, Pinter, Shakespeare, Shaw
Engels tweewielig rijtuigje - gig
Engels veenlandschap - fen, moor
Engels veldheer     Kitchener, Montgomery, Marlborough, Wellington, 
Engels voegwoord   and, if,  or,
Engels voertuig - car
Engels volksliedje - carol
Engels vorstengeslacht in de 18e eeuw   Tudor 
Engels wetsontwerp - bill
Engels zilver   pleet
Engelse aanspreektitel - milord, mister
Engelse academische titel   D.C.L., D.P.H., B.A., B.D., D.D., M.A., M.B., LI.D., Ph.D.
Engelse adellijke titel   baronet, Dame ,duke, earl, lord, milord, pair, prince, sir
Engelse admiraal   Blake, Drake, Monk, Nelson
Engelse advocaat - barrister, solicitor
Engelse Afrikareiziger - Stanley
Engelse appel   aagt
Engelse architect - 
3 Fry
4 Adam, Kent, Wren
5 Barry, Dance, Gibbs,
6 Coates, Gibbes, Gibbet, Morris, Nash, Paxton, Tecton, 
7 Matthew
8 Campbell, Crabtree, Williams
Engelse auteur - 
3   Fry, Gay 
4   More, Pope, Shaw, Snow
5   Auden, Barns, Blake, Byron, Defoe, Eliot, Keats, Lewis,
     Morre, Scott, Swift, Wells, Wilde, Woolf, Yeats
6   Austen, Brontë, Conrad, Dryden, Kelly, Milton, Morris,
     Pinter, Thomas
7   Beckett, Dickens, Murdoch, Osborne, Shelley
8   Browning, Tennyson
9   Priestley Thackeray
10 Galsworthy
11 Shakespear
Engelse autobus - trolly
Engelse avonturier - Oates(1680)
Engelse baai - firth
Engelse bacterioloog - Flemming
Engelse badplaats   Margate, Brighton, Bournemouth, Eastbourne
Engelse beeldhouwer   Bird, Flaxman, Moore
Engelse biersoort - ale, stout 
Engelse bouwstijl - Tudor
Engelse bulldog - mastief
Engelse burggraaf -  viscount
Engelse chauvinist - jingo
Engelse componist - 
3 Bax
4 Arne, Bate, Blow, Bull, Byrd
5 Boyce, Elgar, Holst
6 Clarke, Delius, Handel, Morley, Walton
7 Britten, Dowland, Ireland, Purcell
8 Sullivan
9 Dunstable
Engelse conservatief   Tory 
Engelse county - 
 4   Kent
 5   Devon, Essex
 6   Dorset, Durham, London, Surrey, Sussex
 7   Norfolk, Rutland, Suffolk
 8   Cheshire, Cornwall, Somerset
 9   Gerkshire, Hampshire, Wiltshire, Yorkshire
10  Cumberland, Derbyshire, Huntingdon, Lancashire,
      Shropshire
11  Oxfordshire
12   Bedfordshire, Lincolnshire, Warwickshire,                                    Westmoreland
13   Herefordshire, Hertfordshire, Sfaffordshire
14   Cambridgeshire, Leicestershire, Nordhumberland,
       Worcestershire
15   Buckinghamshire, Gloucestershir, Nottinghamshire
16   Northamptonshire
Engelse dame - lady
Engelse dans - anglaise, jig, reel
Engelse deurwaarder - bailiff
Engelse dialect - Anglisch
Engelse dichter   Barret, Browning, Byron, Donne, Elliot, Keats, Moore, Pope, Scott, Shakespeare, Shelley, Spencer, Tennyson,Wilde
Engelse dieptemaat   fathom 
Engelse dog (gele) - bullebijter
Engelse drank - ale, gin, gingerale, negus, negustoddy (grog), tea, tonic, whip, whisky
Engelse duim   inch
Engelse dynastie - Tudor
Engelse econoom   Law, Locke, Malthus, Mill, Ricardo, Smith, Steuart, Webb
Engelse edelman   baronet, peer, pair
Engelse eilanden - Man,Wight
Engelse fabrieksstad   Leeds, Liverpool, Manchester, Sheffield
Engelse geestelijke   dean, father, reverend
Engelse geschiedkundige   Toynbee 
Engelse geschiedschrijver - Macauly
Engelse gewichtsmaat   lb., oz., dram, ounce, pound, quarter, stone
Engelse gotiek - Tudor
Engelse gouden munt - angel
Engelse graad - B.A., B.S., M.A., M.S. 
Engelse graaf   earl 
Engelse graafschap - country, zie verder Engelse Country
Engelse handelsmaat - cran
Engelse handelsterm   limited, ltd
Engelse haven  
 3  Ayr, Rye
 4  Hull
 5  Dover 
 6  London
 7  Bristol, Cardiff, Harwich, Margate
 8  Kingston, Plymouth, Southend, Weymouth
 9  Fishguard, Liverpool, Tynemouth
10 Folkestone, Portsmouth
11 Southampton
Engelse heer - gentleman
Engelse herberg -  inn
Engelse herdershond - bobtail
Engelse herenboer   yeoman
Engelse hofridder - pair, peer
Engelse hofschilder - Dobson
Engelse hoofdstad - Londen, London
Engelse hoorn   althobo, brigel, bugel
Engelse industristad - Leeds, Liverpool, Manchester, Oldham, Sheffield
Engelse inhoudsmaat    barrel, bushel, gallon
Engelse jenever   gin
Engelse kanselier uit de 16e eeuw -More,Morus
Engelse kinderjuffrouw - nurse
Engelse kleine Antillen   Nevis 
Engelse knaap - boyEngelse Kolonie - Gibraltar, Hongkong
Engelse kolonie - Gibraltar, Hongkong
Engelse kostschool   boardingschool, Eton, internaat, Oxford 
Engelse kroeg - pub
Engelse kroonappel   aagt
Engelse kubieke voet - cuft
Engelse lengtemaat - chain, fathom, foot, furlonginch, inch, line, mile, pole, yard
Engelse liberaal   Whig
Engelse literatuur, kenner van de - anglist
Engelse luchtmacht   R.A.F.
Engelse lijkschouwer - coroner
Engelse maat   aume, bushel, duim, foot, gallon, inch, mile, ounce, pinte, pole, pound, stone, yard
Engelse mevrouw - lady
Engelse middagdrank - tea
Engelse  munt     crown,  florin, fourpensce, guinea, guinje, halfcrown, pence,   penny, pond (pound),  Sh. (shilling) sixpence, sovereign, threepence, twopence
Engelse munteenheid - pst (Pond/Sterling)
Engelse natuurkundige - Dalton
Engelse N.V.   Ltd.
Engelse omroeporganisatie (afk.)   B.B.C. (British Broadcasting  Corporation)
Engelse ontdekkingsreiziger   Cook, Drake, Hudson, Raleigh, Ross 
Engelse oppervlaktemaat   acre, hide
Engelse paardensportplaats - Ascot, Epson, Ipswich
Engelse politieagent   bobby, copper
Engelse premier    Attlee, Chamberlain, Churchill, 
Douglas Home, Eden, Heath, Macmillan, Wilson 
Engelse publieke school - Eton, Rugby, Harrow, Sandhurst
Engelse raaigras - lolium
Engelse regering   Downingstreet, Whitehall
Engelse renbaan   Ascot, lpswich, Epsom
Engelse ridderorde   kousenband, KG
Engelse rijknecht   groom
Engelse rivier  
1    Ain, Cam, Dee, Esk, Exe, Nen, Taf, Taw, Ure, Usk,  Wye,
      Yeo
4    Arun, Avon, Buse, Dane, Dart, Dove, Dyfi, Eden, Glen, Hull, 
      Idle, Lark, Nene, Nidd, Ouse, Tees, Tern, Test,  Tone, Towy, 
      Tyne, Wear, Yare 
5    Beult, Clwyd, Colne, Cothi, Fowey, Neath, Stour, Taifi,
      Tamar, Trent 
6   Calder, Coquet, Riggle, Rother, Thames, Wharfe,  Witham
7    Derwent, Irthing, Waveney, Welland
Engelse schilder   
1   Cox, 
2   Bird, Nash
5   Acher, Bacon, Blake, Brown, Jones, Kitai, Lewis
6   Girtin, Turner
7   HGentryogarth, Philips
8   Hilliard, Reynolds
9   Constable, Nicholson
10 Sutherland
11 Gainsborough
Engelse socialistische partij   Labour
Engelse soldaten   tommies, (tommy) 
Engelse soldaat in de boerenoorlog  - rooinek
Engelse staatsman   Balfour,  Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Gladstone, Wilson
Engelse staatsobligaties   consols
Engelse stad - 
 3  Ely, Rye
 4  Eton, Hull, York
 5  Corby, Derby, Dover, Epson, Leeds, Lewes, Truro
 6  Boston, Dundee, Durham, Exeter, Kendal, London,
     Oakham, Oxford
 7  Bedford, Bristol, Cardiff, Chester, Glasgow, Grimsby,
     Ipswich, Norwich, Preston, Reading, Taunton, Warwick,
     Windsor 
 8   Aberdeen, Beverley, Brighton, Carlisle, Coventry,
     Falmouth, Hereford, Hertford, Plymouth, Sleaford,
     Stafford
 9  Aylesbury, Blackpool, Cambridge, Guildford, Inverness,
     Leicester, Liverpool, Maidstone, Newcastle, Sheffield,
     Wakefield, Worcester
10 Birmingham, Chelmsford, Chichester, Dorchester,
     Edinburgh, Gloucester, Huntingdon, Manchester,
     Nottingham, Portsmouth, Shrewbury, Southampton,
     Trowbridge
11 Northampton
13 Northallerton 
Engelse stadsbestuurder - alderman
Engelse stalknecht - groom
Engelse sterke drank   gin
Engelse stof - tweed
Engelse stof (luchtig, zijdeachtig voor detropen) - shantung
Engelse stuiver   penny
Engelse taxi   cab
Engelse titel   baron, baronet, duchess, duke, earl, esquire,  king, knight, lady, lord, marquis, mylord, noble, pair, peer, queen, sir, sire, viscount
Engelse toneelschrijver - Fry
Engelse universiteitsstad   Cambridge, Oxford, 
Nottingham, Eton 
Engelse veenlandschap - fen, moor
Engelse vissersplaats - Hull, Lowestoft
Engelse vlaktemaat - acre
Engelse vlootvoogd - Nelson
Engelse voet - ft
Engelse voorname stand   gentry 
Engelse warme drank - punch, whip
Engelse wethouder - alderman
Engelse wedstrijd - derby, match
Engelse wedstrijd met een prijs - sweepstake
Engelse wiskundige - Boole, Cayley, Clifford, Newton, Whitehead
Engelse wijsgeer   Hobbes, Locke, Russell, Spencer, Whitehead, 
Engelse zakenafkorting - Ltd.
Engelse zanger - crooner
Engelse zangeres  - lady-crooner
Engelse zeerover - Drake, morgan 
Engelse ziekte   rachitis 
Engelse zwaardlelie   erezwaard, gladiolus
engelwortel - angelica
engeltje   cherub, cherubijn 
engeltjesmaakster -aborteuse
engelzoet - eikvaren
engen - vernauwen
eng en klein -  smal
engerd - draak, griezel, mispunt, naarling, spook
engerling   elft, emelt, kwatworm, larve, made 
enggeestig - bekrompen, benepen, enghartig, kleingeestig, kortzichtig
enghartig   bekrompen, benepen, enggeestig, illiberaal, laf
eng netjes - perfect, precies
en-groshandel - grossierderij, grossiersbedrijf 
engte – bekrompenheid, bergpascol, col, doorgang, krapte, nauwte, pas, smalte, versmalling, zeestraat
enharmonische toon - cis, des
enig   aardig, alleen, allerliefst, beangstigend (Z.N.), doddig, enkel, ettelijke, grappig,   heerlijk, isthmus, knus, kostelijk, leuk,  lief, lollig, merkwaardig, ongeevenaard, onvergelijkbaar, onvergelijkelijk, onvergetelijk, prachtig, uniek, uitzonderlijk, vernauwing, weergaloos, 
enig ding - iets
enig in zijn soort   unicum 
enig onheil overkomen - treffen
enig persoon - iemand, uniek
enig tijdsverloop - dewijl, kortelings, omdat, onlangs, poos, redengevend, somtijds, terwijl, wijl, wijle
enig tijdverschil - wijl
eniglijk - alleen, slechts, uitsluitend
enige   enkele, ettelijke, mono, ongeëvenaard, paar, sommige,  unieke,  
enige bijelkaar gelegen eilanden - eilandengroep
enige (de) - eenling, enkeling, individu
enige Nederlandse paus - Adriaan, Hadrianus
enige stukken geschut   batterij 
enige tijd   poos
enigerlei - enigerhande (soort)
enigermate   enigszins, iets, ietwat,  wat,
enigma   mysterie, puzzel, raadsel
enigmatisch - mysterieus, raadselachtig
enigszins - enigermate, iets, ietwat, licht, lichtelijk, tamelijk, wat
enigzins bedorven – muf, onfris
enigszins breed   larghetto, largetto 
enigzins dof - mattig
enigszins koud   koel 
enigzins mat - lomig
enigszins scheel   loens 
enigszins snel   allegretto 
enigszins statig   (muz) largetto 
enigzins verkleind - beperkt
enigszins vochtig en koud - klam, klef, kleffig, lijmerig, plakkerig, tets, week, zweterig
enigszins warm   lauw 
enigszins zuurachtig   rans, rins, rijns  
enk - akker(grond), bouwland, es, eng, 
enkel   alleen, eenvoudig, eenzaam, louter, maar, mono, slechts, solitair, solo, voetgewricht zuiver
enkel en alleen - exclusief, uitsluitend
enkele   alleen(lijk), allenig, eenvoudig, enige, ettelijk(e), klinkklaar, louter, maar, mono (Gr), paar, rein, slechts, sommige, weinige, zelden
enkel gebruik -  sec
enkel kruit - loos
enkele bijeen behorende voorwerpen   set, stel
enkele hoofdstukken   capita (selecta)
enkele klinker   monoftong 
enkele maal - soms
enkele stukken geschut   batterij 
enkele wissel   sola 
enkele zwanen bij elkaar   zwanendrift
enkelen   enigen, sommigen, weinigen 
enkeling   eenling, eenzaam, individu, sujet  
enkelknollen - malleolus
enkelspel - alleenstaand, eenling, eenzaat, individu, singel, solitair, solo 
enkelvoud   simplex, sing., singularis 
enkelvoudig katoen -  tule
enkelvoudig woord   simplicia
enkelvoudige echt - monogamie
enkelvoudige klank   toon
enkelvoudigheid van kleur - monochromasie
enkelvoudige stof   element 
enkelvoudige suiker - monosacharide
en niet - noch
en of - stellig, ongetwijfeld, zeker
en omstreken - e. o.
en ook - alsmede, tevens
enorm   bovenmatig, fantastischgeweldig, geweldig, grandioos, groot, groots, immens, kolossaal, massaal, ongekend, ontzaglijk, prachtig, reusachtig, uitzinnig, vervaarlijk
enorm goed - super
enormiteit   bêtise, blunder, domheid, flater, stommiteit
enorm van afmeting - groots
enorm van omvang - groot
enquête    getuigenverhoor, onderzoek, steekproef
enquêtebureau   Nipo 
enquêtes houden - enquêteren, onderzoeken
enroleren   aanwerven 
ensemble   gezelschap, groep, koor, muziekstuk, samenspel
ensemble (muz.) - geheel, orkest, 
ensemble van acht personen   octet
ensemble van drie personen   trio 
ensemble van twee personen   duo
ensemble van vier personen   kwartet
ensemble van vijf personen   kwintet, quintet
ensemble van zes personen   sextet 
ensemble van zeven personen – septet
ent – boomscheut, entloot, loot, lot, rijs, spruit, stek, tak, takje, teen, twijg, uitloper 
entameren   aanbreken, aansnijden
enten   copuleren, griffelen, kroonenten, oculeren, spleetenten, stekken, veredelen
enten in de bast - oculeren
entente   akkoord, bestand, eensgezindheid, overeenkomst, schikking, verbond, verdrag, vergelijk 
enter   kalf, veulen
enteren   aanhaken, aanhouden, aanklampen, aborderen
entergerei   enterbijl, enterdreg,enterhaak
entering   abordage 
enterzaad - revelaar
ebtertainer - artiest 
enthousiasme   animo, bezieldheid, bezieling, elan, geestdrift, geestverrukking, geestvervoering, ideaal, overgave, ijver, vervoering, vuur
enthousiast - bezield, geestdriftig, hartstochtelijk, opgetogen, vurig
enthousiast bewonderaar   fan 
enthousiast voorstander - ijveraar
enthousiasteling - fan
enting   oculatie 
ent of loot - scheut
entmethode - Copuleren, driehoeksenten, kroonenten, 
oculeren, zoogenten
entomoliet - versteend insekt
entomologie - insectenkunde
entomoloog - insektenkenner
entourage   omgeving 
entraineren - meeslepen
entreacte - pauze, sigaartje
entredeux - middelstuk, tussenwand
entree - binnenkomst, deur, ingang, intrede, intree, introductie, toegang, toegangsbiljet, toegangskaart, toegangsprijs, toegangsrecht, voorgerecht, voorspel, voorspijs, zijingang,
entreebiljet – kaart, toegangsbewijs, veem,
entreegelden   reces, recette 
entreekaart - ticket
entrepot   entr., opslagplaats, pakhuis, stapelplaats
entrepot van handelsprodukten - stapelplaats
entresol - insteek, insteekkamer, tussenverdieping
entrijs - entloot, griffel   
entspleet - entingswonde
entstof - sera, serum, vaccin 
entstof tegen pokken - koepokstof
entstof tegen tetanus - tetanusserum
entstof tegen tuberculose - BCG
enumeratie - opsomming
enuresis - bedwateren
enveloppe - brief, briefomslag, couvert, omhulsel, omslag
envers - keerzijde
en volgende - e. v.
en wel - namelijk
enzovoort - enz., etcetera 
enzym - ferment, giststof, leb, stof
enzym uit de maag, gebruikt bij het kaasbereiden - leb, pepsine
eodem - aldaar
eolusharp - windharp
eon - azoïcum, eozoïcum, phanerozoïcum
Eos - Aurora,  dageraad
epatant - verbluffend
epateren - overbluffen, overdonderen
epaulement - schouderweer
epaulet   nestel, schouderbelegsel, tres
epicurisch - genotzuchtig, weelderig, wellustig
epicurist   gastronoom, gourmand, lekkerbek
epidemie - plaag, volksziekte
epidemie bij dieren - epizootie
epidemische ziekte - cholera, griep, pest
epiderm   opperhuid 
epiek - ballade, fabel, heldendicht, idylle, legende, mythe, novelle, parabel, roman, romance, sage, schets, sprookje, vertelling,
Epifanie   Driekoningen, Dertienavond
epifiet - gastplant, paratich, woekerplant
epifyse - pijnappelklier
epiglottis - strotklepje
epigoon   navolger 
epigram   opschrift, puntdicht
epigramdichter - Huygens
epigrammatisch gedicht - priamel
epilatie - ontharing
epilepsie, soort - petit-mal
epilepticus - toevallijder
epileren - ontharen
epiloog   narede, naspel, slotrede, slotwoord, sluitrede  
epineus   lastig, netelig 
episch - verhalend
episch dichtstuk   ballade, epos, romance
episch dramatische compositie - oratorium, passion
episch gedicht - rapsodie
episch lyrisch strofisch gedicht - ballade
episch lyrische compositie   oratorium
episch lyrische gedicht - ballade, epos, heldendicht, romance
episch meesterwerk - beowulf, edda, ilias, odyssee, ramajana
episcopaat - bisdom, bisschoppelijk 
episcopus   bisschop
episch-dramatische compositie - oratorium, passion
episode - periode, tijdperk
episode in het studentenleven   groentijd
episode in opera - recitatief
epistel   (zend)brief 
epistemologie - kennisleer, kennistheorie
epitaaf - grafschrift,  grafsteen, tombe
epithalamium - bruiloftsdicht
epitheellichaampje - bijschildklier 
epizoën - luizen, mijten
epode - slotstrofe, slotvers 
epopee - epos, heldendicht
epos   aeneis, Epopee, gedicht, heldendicht, illias, liliade, Odyssee
eppe   juffrouwmerk, peterselie, selderij, selderie
Equador, hoofdstad van - Quito
equatie   gelijkmaking, vereffening, verevening, vergelijking
equator   evenaar, evennachtslijn, linie 
equatorpool - hemelpool
equilibrist - jongleur, koorddanser
equipage   (eigen) rijtuig, uitrusting,  materiaal, (oorlogs)uitrusting,  reistoerusting, toerusting
equipe   groep, ploeg, team
equiperen - bemannen, toerusten
equisetacee - heermoes, holpijp, lidrus, paardenstaart, schaafstro
equivalent - gelijkwaardig
equivociteit - meerzinnigheid, veelzinnigheid
er   daar
er aan verwant zijn - lieren
er goed uitzien   ogen 
er in laten lopen - benadelen, duperen, teleurstellen
er is   eens, een keer, ooit 
er vandoor gaan   drossen 
er voor boeten - vergelden
era   eeuw, periode, tijdperk, tijdvak 
eraan geven – opgeven
eraan voegen – aanhangen
eraf - losgeraakt
erbarmelijk   armzalig, minderwaardig, jammerlijk, droevig, ellendig, gebrekkig, genadig, hinderlijk, jammerlijk, lamentabel, mededogend, meelijwekkend, min, minderwaardig, miserabel, ongelukkig, pitieus, pitoyable, rampzalig, treurig,  zielig 
erbarmen   compassie, deernis, erbarming, genade, gene, mededogen, medelijden, ontferming, piëta, slecht, vergeving, vergiffenis, zeer,
erbarming - gena, genade, medelijden, piëta
erbij - aanwezig, alsnog, gesnapt
erbij behorend - adh(a)erent, samenhangend
erbium   Er.
er boverop - genezen, hersteld
erdoor jagen - verbrassen
ere   eer, lof, prijs, roem 
ere insigne - erepost, ereteken, 
ereambt - digniteit, waardigheid, sinecure,
erebaantje - ereambt
ereboog   arc, erepoort, praalboog, triomfboog
erectie - oprichting
eredegen - erewapen, sierwapen 
eredienst - cultus, kerkdienst, mis, religie
ere gedenkpenning   medaille 
ere gedenkteken   standbeeld 
eredicht - lofdicht, ode
eregewaad - rokelijn (hoge geestelijken) 
ereis   eenmaal, eens, eris 
ereketen - ereketting
erekroon - gloriekroon
erekruis - erelid, grootkruis, honorair,
erelint - sjerp
erelintje - baton
ereloon - honorarium
eremedaille - eremetaal
eremetaal - brons, medaille, onderscheiding, ridderkruis, ridderorde, Willemsorde
eremiet - heremiet, kluizenaar
eremitage - kluizenaarswoning
eremuziek in de avond -serenade
eren   achten, eerbewijzen, honoreren, hoogachten, hoogschatten, kronen, loven, prijzen, respecteren, roemen
erenaam van personen - eretitel, titel 
erenaam voor de eerste stamvader - aartsvader
erenaam voor Frederik Hendrik - stedendwinger
erenaam voor stamvader   aartsvader
erenaam voor universiteit   alma mater
erepalm - laurier, lauwer, palmtak
eren en loven - prijzen
erepalm - palmtak, zegeteken
erepenning - gedenkpenning, medaille, ridderorde
ereplaats - erezetel, hogereind(e), hogerhand
erepoort - are, boog, ereboog 
ereprijs - bird, veronica
erereden - fatsoensbegrip
eresabel - eredegen
ereschot - salvo, saluut
ereschuld - speelschuld
ereteken   decoratie, erepalm, eredegen, eresabel, insigne, krans, legpenning, lint, lintje, (lauwer)krans, lauwertak,medaille, orde, onderscheiding, onderscheidingsteken, ordeteken, ridderkruis, rozet, speld, speld(je), trofee, zegeteken
ereteken (schouderkruis) van aartsbisschop, patriarch en paus -  pallium
eretempel -  pantheon
eretitel - don, erenaam, markgravin, predikaat
eretitel in Spanje en Italië   don 
eretitel van een staatsdienaar en een aanzienlijk persoon in Turkije - efendi, effendi 
eretitel van sommige kerken - basiliek
eretitel voor vorstelijke Javanen - pangeran
erewacht - garde
erewapen - eredegen
erewoord - belofte, eed, parool
erewijn - dronk, feestdronk
erezaak beslissen - duelleren
erezetel -  eregestoelte, ereplaats, eretribune, gestoelte, katheder, troon
erezuil - grafzuil, monument, obelisk, pronknaald
erf   boerenerf, domein, dries, erve, gebied, grond, heem, heim, hof, huis, murik, muur, streek, terrein, territorium, tuin, vogelkruid, werf, zone
erfdeel   herediteit, legaat, patrimonium, versterf, versterving 
erfdienstbaarheid   servituut 
erfelijk - aangeboren, hereditair, vererfbaar
erfelijke aanleg - genotype
erfelijke bloedziekte - hemofilie
erfelijke factor   gen 
erfelijke terugslag - atavisme
erfelijkheid - herediteit, opvolging, vererving,  
erfelijkheidsbeeld - genotype
erfelijkheidsdrager   dna, gen, chromosoom  
erfelijkheidsleer   genetica , genetiek, nativisme
erfenis   boedel, erflating, hereditair, legaat, nalatenschap
vererving
erfenis, door een  - krijgen - beërven, erven
erfenis geven - legateren, nalaten 
erfenis krijgen   erven 
erfenis schenken - legateren
erfgenaam - erve, legataris, legator, oir, successor  
erfgenamen in de zijlinie - lateraal
erfgift - legaat
erfgoed - allodium, familiebezit 
erfheer   erfman,  leenman, vazal
erflaatster - testatrice
erflater   legator, testateur 
erflating - erfenis
erfleenman - vazal
erfmaking   legaat
erf met bloemen - tuin
erfoom - suikeroom
erfopvolging - successie
erfopvolging - majoraat (recht oudste zoon), minoraat (rechtjongeren), successie
erfopvolgingsrecht der jongeren - minoraat
erfpachtsrecht - beklemming
erfpachtsom - canon
erfprins - kroonprins
erfrecht - majoraat
erfscheider - reetrekker, rooimeester
erfstelling - legaat
erfstuk - familiebezit, familiestuk, poesaka (Indon.), souvenir
erftante - suikertante
erfvolk - Israël, joden
erfvijand - dood(s)vijand
erfzonde - erfsmet
erg - afschuwelijk, arbeidseenheid, arg, argeloos, bar, bedenkelijk, bedroevend, beduidend, beroerd, betreurenswaardig, boos, bijster, bijzonder, cru, danig, deerlijk, drommels, duchtig, ellendig, enorm, erbarmelijk, ernstig, even, exorbitant, extreem, fel, flink, geducht, geweldig, gloeiend, grenzeloos, gruwelijk, heel, hels, hevig, honds, hopeloos, intens, jammerlijk, krankzinnig, kras, kwaad, liederlijk, nameloos, ongenadig, onfatsoenlijk, onnoemelijk, overstelpend, schandalig, schandelijk, schrikbarend, schromelijk, schuw, slecht, slim, sterk, stierlijk, stompzinnig, straaldronken, straf, tel, terdege, verbazend, verhipt, verregaand, verwoed, vinnig, vreselijk, vurig, zeer
erg (Ind.) - berat
erg bekrompen - steil
erg beperken - beknotten
erg bont - kakelbont
erg boor - hels
erg boos - hels, spinnijdig
erg denkend - kwaaddenkend, soupconneus
erg dom - ezelachtig, indom, oerdom, oliedom, stom 
erg dom mens - stommeling, stommerd, sufferd
erg druk met mensen   eivol 
erg dun - flinterig
erg dun middel   wespentaille
erg duur -  kostbaar
erg en danig - zeer
ergeren - ontstemmen, prikkelen
erg fit - kiplekker
erg gauw - snel, spoedig
erg gek - krankjorum, stapel(gek)
erg gemeen - ingemeen
erg gesteld   gebrand 
erg gevoelig - kwets, kwetsbaar, lichtgeraakt, pijnlijk, teergevoelig
erg gierig - vrekkig
erg goed - prima, puik, uitnemend
erg goede - beste
erg groot - enorm, geweldig, kolossaal, maximaal, reusachtig
erg groot beeld - reuzenbeeld
erg hard - steenhard, ijzerhard
erg hard werken -  zwoegen
erg hebben in -  bemerken 
erg hevig - fel 
erg jong - piepjong
erg klein - dwergachtig, minimaal, minuscuul, nietig, petieterig,
erg knap   geleerd, geniaal, keiig, kranig, pienter
erg kwaad - duvels, duivels, hels, laaiend, nijdig, razend, woedend, woest 
erg laag - gemeen, min, onedel
erg lekker - heerlijk, hemels, smakelijk, zalig, 
erg lelijk - foeilelijk
erg los - rul 
erg mager - benig, broodmager, veloverbeen
erg mager persoon - scharminkel
erg mooi   beeldig, prachtig, schitterend
erg netjes - nauwkeurig
erg ondeugend - baldadig, brooddronken, uitgelaten, wild
erg onwetend   oerdom, oerstom, oliedom, stom
erg oud - oeroud, stokoud
erg ruw - ongegeneerd
erg slank - mager, panlat 
erg slecht - bedenkelijk, doortrapt, eervergeten, gevaarlijk, hachelijk, kritiek, netelig, pervers, precair, verdorven, zorgelijk
erg slordig   onachtzaam, ontoonbaar, wanordelijk
erg tevreden - weltevreden
erg veel - legio
erg verlangen - reikhalzen
erg vervelend - stomvervelend
erg verwonderd - verbaasd
erg vies - smerig
erg vlug - oersnel, watervlug
erg vol - eivol
erg vroom - devoot, fijn, godszuchtig, kerks
erg warm - gloeiend, heet, smoorheet, snikheet, stikkend,
erg zindelijk - kreen
erg zwaar - corpulent, loodzwaar
erge belediging - hoon, kaakslag
erge tegenvaller   klap, slag, sof, strop  
ergens - levers (Z.N.)
ergens aangaan - aanlanden, belanden
ergens aankomen voor te vertoeven  - aanbelanden
ergens anders   elders 
ergens brengen - heenleiden
ergens doen komen door slimheid - lokken
ergens genoeg van hebben - brui
ergens mee eens zijn    voorstemmen
ergens onbekend zijn - steg
ergens over inzitten - tobber
ergens plaatsen - deponaren, neerleggen
ergens tegen gekant - afkerig
ergens tegen leunen
ergens terechtkomen   (aan)belanden
ergens toe brengen - permoveren
ergens voor zorgen - oeroesen
erger worden - progedient, progressief
ergeren – grieven, hinderen, irriteren, kwetsen, ontstemmen, ontstichten, prikkelen, stoten 
ergerlijk   aanstotelijk, bedroevend, choquant, deftig, facheus, genant, hemeltergend, hinderlijk, irriterend, odieus, onbetamelijk, onstichtelijk, revoltant, scandaleus, schandalig, schandelijk, stotend, stuitend 
ergerlijke rente - nanatocisme, woeker
ergernis   aanstoot, irritatie, ontstemming, prikkeling,  schandaal, spijt 
ergernis geven - schandaliseren
ergernis gevend - aanstotelijk, irritant
ergernis verwekken - shockeren
ergernis wekkend - irritant, stuitend
ergo - aldus, alzo, bijgevolg, derhalve, des, dies, dus,  welnu 
er goed uitzien - ogen, welgedaan
ergonomie - arbeidsleer
ergoteren - haarkloven
ergotisme - kriebelziekte
ergste - uiterste
erica   boomheide, dopheide, struikheide 
ericaceae - abortus, azalea, bosbes, calluna, dopheide, erica, rododendron, vaccinium, veenbes, vossenbes
er iemand in laten lopen - bedotten, neppen
erigeron - fijnstraal
Erin   Eire, Ierland
er in begrepen - impliciet
erinyen   furiën
erinyen een der - Alecto, Megaera, Tisiphone, waakgodinnen
erisappel - twistappel
eristiek - redeneerkunst
erkend – aanvaard, bevoegd, gediplomeerd, gewaardeerd, officieel, onbetwist, probaat, wettig, 
erkennen - accepteren, avoueren, bekennen, betamen, dankbaarheid, discerneren, huldigen, inzien, passen, recognosceren, toegeven, toestemmen, voegen,  
erkenning   aanneming, agnitie, bekentenis, belijdenis, bevestiging, inzicht, recognitie, toegeving, verificatie, waardering
erkenning van een gepleegde handeling   bekentenis
erkenning van een wissel - agnitie
erkenning van ongelijk - amende (honorable)
erkentelijk   dankbaar, verplicht
erkentelijkheid    dank, dankbaarheid, erkentenis
erkentenis   besef, confessie, dank, dankbaarheid 
erker  aanbouw, arkel, dakkapel, hoekbalkon, uitbouw
er komen - treden
erlangen - obtineren, verkrijgen
ermee zittend - opgescheept
ermitage - kluizenaarswoning
erna - achter, nadien
ernaast - mis, nevens
ernaast schieten - afzwaaier, mis
er niet aankomen - afblijven
er niet voor - na, tegen
ernst - belang, bezinning, bezonnenheid, gemeendheid, gewicht, inkeer, menens, oprechtheid, werkelijkheid, zwaarte
ernstig   aandachtig, bar, belangrijk, bezonnen, danig, degelijk, doodernstig, doodserieus, erg, gemeend, gevaarlijk, godsdienstig hachelijk, hevig, innig, largo, lelijk, nadrukkelijk, ongewoon, oprecht, overvloedig, peinzen, pruims, rijpelijk, satunisch, serieus, stemmig, streng, waardig, zeer, zorgvuldig, zwaar
ernstig en langzaam - grave, largo (muz.)
ernstig misdrijf - halsmisdaad
ernstig (muz.)   grave, serioso 
ernstig nadenken - peinzen
ernstig nadenkend - peinzend
ernstig overdenken - overpeinzen
ernstig vergrijp    halsmisdaad, misdaad,  moord
ernstig verzoek   gebed      
ernstig waarschuwen - vermanen
ernstig wijden aan   verdiepen 
ernstig ziek - doodziek
ernstige conflictsituatie - escalatie
ernstige ingewandsstoornis   darmbreuk
ernstige situatie - crisis
ernstige stoornis in zaken - clan  
ernstige toestand van geestelijke zwakte - idiotisme
ernstige vorm van zwakzinnigheid - idioterie
ernstige zaken belachelijk voorstellen - ridiculiseren
ernstige ziekte   kanker, lepra
ernstige zonde - doodzonde
eroderen - afslijpen, afslijten, wegbijten, wegknagen
er omheen - rondom
er omheen draaien - aarzelen, twijfelen
er onderdoorgaan - bezwijken
er opaankomen - spannen
erop aansluitend - daarna
erop staan - aandringen
erop toezien - behoeden, waken
Eros   Amor, Cupido 
eroscentrum - bordeel, sexclub
erosie - afknaging, afschuring, afslijting, uitholling, verwering 
erosiedal   canon, canyon kloof
erosief agens   ijs, water
eroten - amoretten, liefdegodjes, minnegodjes
eroticus - minnedichter
erotiek - seksualiteit, sex 
erotisch gedicht - minnedicht
erotisch geschrift - eroticum
erotische drift - libido, wellust
erpel   woerd 
erraticum   zwerfsteen
erratum   abuis, drukfout, feil, fout, vergissing
erreur   dwaling, vergissing 
error - dwaling
errore excepto - e.e.
ersatz   surrogaat 
ersatz voor koffie - chichorei
ertegen - anti, gekant
ertegen grenzend   aangelegen, belendend
ertoedoen - uitmaken
erts - delfstof, mineraal 
erts - aluminium, goud, lood, nikkel, uraan, ijzer, zilver, zink
ertsafval - slak
ertsenkennis - metallurgie
ertsenwassing - flotatie, lotie 
ertsgang   ader 
ertsgeaver - mineur
ertshoudend - mineraal
ertskenner - mineraloog
ertslaag   ader 
ertsonderzoek   docimasie
ertsvorming - inetallisatie
ertszuivering - lotie 
eruditie - geleerdheid, kunde
eruit zetten - verdrijven, verwijderen
eruptie   uitbarsting 
eruptiegesteente   as, lava, tufsteen 
eruptieprodukt - lahar, lava
eruptieverschijnsel - asregen
ervandoor - heen, weg, zoek
ervandoor gaan - drossen, pleite, vluchten, weggaan, weglopen
ervan uitgaan - geloven, stellen, vertrouwen
ervaren   abel, bedreven, bekwaam, beleven, bevinden, capabel, deskundig, doorkneed, gehard, geoefend, geroutineerd, geverseerd, horen, knap, kundig, levenswijs, meemaken, ondervinden, proeven, vernemen, vroet, wijs
ervarenheid - kennis, kundigheid, routine
ervaren leidsman   mentor 
ervaren persoon   expert, rot, vakman
ervaren raadgever - nestor 
ervaren zeeman   zeebonk, zeerob, zeerot
ervarenheid - bedrevenheid ,bekwaamheid, kennis, routine, 
ervaring - avontuur, bedrevenheid, belevenis, beleving, empirie, experiëntie, gebeurtenis, lotgeval, ondervinding, routine, vaardigheid
ervaring als bron van kennis - empirie
ervaring die men op doet - levenservaring
ervaringsman - empiricus
ervaringsfeit - bevinding
ervaringsleer   empirisme, empirie
erve - erfgenaam, heem 
erven - succederen
ervoor houden - aannemen, menen, veronderstellen
er weven - zijn
erwt   boon,  capucijner, kapucijner, keker, koker, raasdonder, schokker, sisser
erwteboon - boonerwt, spikkelboon
erwtengalmug - knopmade
erwtenkrabbetje - mosselteek
erwtenparasiet - erwtebladluis, erwtegalmug
erwtenpeul - sluim
erwtepikkertje - grasmus
erwtensoep   snert
erwtensoort - arvense, doperwt, dopper, gierigaard, kapucijner, krentekakker, 
peul, sativum, schokker, spliterwt
erwtenteller - schraper, vrek, zeur
erwtpikkertje - grasmus
erwtvormig - pisiform
erysipelas - belroos, wondroos
es   akker, bouwland, eng, enk, veld 
escamoteur - zakkenroller
escapade   slippertje, uitstapje
escorte   begeleiding, cemen, geleide
escorteren   begeleiden 
escosijnse steen   arduin, hardsteen
esdoorn   aak, acer, ahorn, luiteboom 
esdoornmachtigen - aceraceeën
eskader - smaldeel, vlooteenheid 
Eskimo - Groenlander, Inoek, Kalalek
eskimoboot   kajak, oemiak, umiak, umjak,
eskimohond   husky
eskimohut   iglo
eskimoland   Groenland 
Eskimopriester, Sjamanitische - angekok
eskimovaartuig   kajak
Eskimo´s godin der - Sedwo
Eskimo´s jachtbuit der - Kariboe, Walrus, walvis, ijsbeer, zeerob
Eskimo´s magische kracht bij de - sila
Eskimo´s medicijnman der - Angakok
eslook - sjalot
esmerald - esmeraud, smaragd 
esp - klaterabeel, peppel, populier, ratelaar
espalier - latwerk, leiboom, staketsel
esparcette - hanekam
espenboom - ratelaar
Esperanto - kunsttaal
Esperanto, samensteller van het - Zamenof
esplanade   exercitieplein, plein, voorplein, vlakte, wandelplein 
espressobar - koffiebar
esprit   geest, genie, pit, vernuft  
esquire   esq. 
essaai - karaat, onderzoek, toets
essaai gewicht   karaat
ersaaieerkunst - docimasie
essai - keur, munten, onderzoek, waarde
essay   artikel, opstel, proeve, stuk, verhandeling
essayeerkunst - docimasie, docimastiek
essayeur   keurmeester, toetser
essayist - Bacon, Montaigne
esseling - alvenaar, alver(tje), moertje, nesteling, panharing
essence   aftreksel, aroma
essence uit iriswortel   iron 
essentie   hoofdzaak, kern ,wezen 
essentieel   elementair, wezenlijk, zakelijk
estafette   ijlbode, koerier, renbode, wedloop, wisselloop
estate   landgoed, state
esthetica - schoonheidsleer
esthetisch - kunstzinnig, smaakvol
Estisch epos - Kalevipoëg
Estische auteur - Gailit, Kotta, Mälk, Raud, Rummo, Semper, Suits
Estische dichteres - Koidula, Under 
Estische hoofdstad - Tallinn
Estische rivier - Ema, Narva, Parnu, Pjarnoe
Estische stad - Dorpat, Narva, Tallinn, Tartoe
Estische universiteitsstad   Dorpat
Estland, eiland behorende bij - Dago, Hiiumaa, Moon, Muhumaa, Osel, Saaremaa, Vormsi 
estrade – houtgraniet, optred, uitstek
estrade in synagoge - alomemor, biona
estrapade - slippertje
estrik   plavuis, tegel, vloertegel 
etablissement   café, herberg, hotel, nederzetting, stichting, vestiging 
etage   flat,verdieping, woonlaag
etagegang - galerij
etagère   pronkkastje 
etagewoning - appartement, flat, maisonnette
etalage   pronkkast, toonkast, toonraam, uitstalkast, uitstalling, vitrine
etalagepop - mannequin
etaleren   uitstallen
etalage-inrichter - etaleur
etalageverzorger - etaleur
etaleren - uitstallen
etalon - proefgewicht
etang   hof, lagune, strandmeer, zoutmeer
etappe   dagafstand, dagmars, dagreis, mars, rit, traject
etappeplaats - pleisterplaats
et cetera   etc., enzovoort, enz.
eten   bikken, bikkesement, dineren, eetwaar, gebruiken, groente, hap, happen, kliek, kluiven, knauwen, kost, maal, maaltijd, nuttigen, oppeuzelen, schaften, smikkelen, spijs, spijzen, verorberen, voeder, voeding, voedsel, voer
eten (barg.) - achelen, pooien
eten (overvloedig, gretig) - buffelen, schransen
etenbereider   kok 
etenbereidster   keukenprinses, kokkin
eten geven - voeren
eten met een lepel - lepelen
eten van paddestoelen   mycofagie 
eten van rauw vlees   omofagie
eten zonder te kauwen - schrokken
etensbak - krib
etensbak voor dieren - krib, trog, voerbak, voederbak
etensbakje - gamel
etensblad - dienblad
etensblik - gamel, gamelle, menageketel
etensbord - teljoor,tafelbord, teiloor  
etensbus - gamel
etenskast - provisiekast, schapraai, spinde
etensketel   gamel
etenskunst - gastronomie 
etenslust - trek
etensrest   kliek, kliekje, prak 
etensresten - tafelafval
etenstrek - eetlust
etenswaar in peulen - erwten
etenswaar van meel - brood
etentje - maal
eter   gast, logé, tafelgast 
eter van aarde - geofaag
eter van lekkernijen - snoeper
eter van rauw vlees - omofaag
eterij - maaltijd, spijs
eters - bezoek, bezoekers
eter van lekkernijen   snoeper 
eterniet   asbestcementlei 
etgaarde - etgroen, nagras
etgras   etgroen, etgroede, nagras
etgroen - etgras, herfstgewas, nagewas, nagras, nasnede 
ethaandiol - etheenglycol, glycol
ethanol - ethylalcohol, spiritus
ether - dampkring, hemel(ruim), lucht, luchtruim, radiogolf 
ethergroep - methoxygroep
etherisch - hemels
etherische olie   amandelolie, anijsolie, balsamica, bergamotolie, cederhoutolie, citroenolie, citronellaolie, dennenaaldenolie, eucalyptusolie, kajapoetolie, kaneelolie, kruidnagelolie, lavendelolie, lemongrasolie, neroliolie, pommeransolie, rozenolie, sandelhoutolie, sassefrasolie, sereh, thijmolie, valeriaan, wintergroenolie, ylang-ylang-olie 
etherpiraat - zendpiraat
ethica   zedenleer
ethiek - zedenleer
Ethiopië - Abessinië, Eritrea, Mauretanië, Morenland
Ethiopiër   Agau, Amhar, Galla, Sjankala, Sjono, Somali, Tigré
Ethiopisch kerkelijk leider - aboena
Ethiopisch meer - Abaimeer, Stefaniemeer, Tanameer, Zwaimeer
Ethiopisch negervolk - Sjankalla
Ethiopisch nomadenvolk - Somali
Ethiopische bevolkingsgroep - Afar, Amhara, Danakli, Falasja, Galla, Oromo, Sjankalla, Somali
Ethiopische bisschop   aboena
Ethiopische keizer -Haile Selassie, Memnon, Negus
Ethiopische kerktaal - Ge'ez
Ethiopische luchtvaartmaatschappij - EA
Ethiopische munt   besa, cent, dollar 
Ethiopische oude taal - Ge´ez
Ethiopische prinses - Aida
Ethiopische provincie - Agadin, Eritrea, Harar, Kaffa, Ogadin, Sjoa,Tigre, Wollega, Wollo
Ethiopische rivier - Abai, Atbara, Awasj, Baro
Ethiopische roversvolk - Afar, Danakil
Ethiopische stad - Adwa, Asmara, Dessye, Diredawa, Gondar, Harar
ethisch   moreel, zedelijk, zedenkundig 
ethisch waardesysteem - ethos
ethoxy-ethaan - diethylether, ether
ethylalcohol - ethanol, spiritus 
ethylchloride - chloorethaan
ethyleen - etheen
ethyleenimime - aziridine
ethyn - acetyleen
etiket - adreskaart, briefje, label, opschrift, plakker
etiket (om hals van een medicijnfles) - befje
etmaal   dag 
etnologie   volkenkunde 
ètre - etter, kreng, sar, schepsel, wezen
Etrusken, god(in) der - Fufluns, Menria, Sethlanes, Turms, Uni
Etrusken, hoofdgod der - Tinia
Etrusken, kolonie der - Bologna, Milaan
Etrusken, stad der - Caere, Populonia, Tarquinia, Vetulonia, Vulci
Etruskische priester-koning - lucimoon
ets - afdruk, aquatint, gravure, prent, wandversiering 
etsdruk - envelage
etsen   graveren, griffen 
etser - artiest, graveerder, graveur, griffen  
etsnaald - burijn, etsijzer
etswater - salpeterzuur, zwavelzuur
ettelijke   enige, enkele, meerdere, menige, vele, verscheidene, verschillende 
etter - mispunt, naarling, pus, wondvocht 
etter makende zalf - balsemkruid
etterachtig - pyïde
etterbuil - abces, gezwel, steenpuist
etteren - ulcereren, zaniken, zweren
etterend - etterig, purulent, ulcereus 
etterende wond - zweer
ettergezwel - abces, etterzak, steenpuist, verzwering, puist, zweer 
etterende ontsteking aan de vingers - fijt
ettering - exulceratie, purulentie, suppuratie
ettering verwekkend - pyogeen
etterling - naarling
etterpuist - pok
ettervergiftiging - pyaemie
ettervormend - pyogeen
ettervorming - impetigo
etude - oefening, oefenstuk
etui   foedraal, hoes, huis, hulsel, koker, map, omhulsel, omslag, schede, tas, zakdoosje
etui voor naaigerei - menagère
etweibloem - biggekruid
etymologie - woordafleidkunde
etymologisch woordenboek - etymologicon
etymon - stamwoord
Etzel - Attila
eubiotiek - levenskunst
eucalyptol - cineool
eucalyptus - koortsboom
Eudisten, stichter van de congregatie der - Eudes
eufemistisch    verbloemend, verschonend, verzachtend
eufonie - welluidendheid
Eufraat - Firat, Frat
Eufraat, varende schepen op de - kelleks
eumeniden - Alecto, Megaera, Tisifone, wraakgodinnen
euneuch - haremoppasser
eunjer   geest, heks, magiër, spook, tovenaar, unjer
eunjerei - duivelsei
Eurazische taal - Ainoes, Giljaaks, Japans, Koreaans
euritmie - bewegingskunst
Eurodaalder - ecu
Euromarkt - EVA
Europa - avondland,  Eur
Europa en Azië - Eurazië
Europaan  
 1   Est, Fin, Ier, Lap, Let, Rus
 4   Balt, Bask, Belg, Brit, Deen, Kelt, Noor, Pool, Serf,  Waal
 5   Fries, Griek, Polak, Schot, Zweed
 6   Kroaat, Tsjech
 7   Bulgaar, Duitser, Hongaar, Roemeen, Servier, Slowaak,
      Vlaming,, Zwitser
 8   Albanees, Fransman, IJslander, Italiaan, Litouwer, Monagask,
 9   Andorrees, Cretenzer, Engelsman, Hollander, Portugees,               Roemenir, Spanjaard
10  Macedoniër, Joegoslaaf,
11  Nederlander, Oostenrijker, Luxenburger
12  Scandinaviër
15  Liechtensteiner
Europeaan, oude - Galliër,Kelt, Romein, Viking 
Europees automerk   Audi, B.M.W., Citroën, Daf, Fiat, Lancia,  Mercedes,  M.G., Morris,  Opel, Peugeot, Renault,  Saab, Simca, Skoda, Volvo, Trabant, Triumf, V.W.
Europees beroepssoldaat in het voormalig Indisch leger - koloniaal
Europees conferentieoord - Genève, Stresa
Europees gebergte - 
 4   Harz, Jura
 5   Alpen, Eifel, Oeral, Tatra 
 6  Taunus
 7   Sierra, Vogezen 
 8   Ardennen, Karpaten, Kaukasus
 9   Apennijnen , Pyreneeën
10   Dolomieten 
14   Pindus gebergte 
19  Cantabrisch gebergte  
Europees Groothertogdom - Luxenburg
Europees koninkrijk  
 6   België, Zweden
 7   Holland,
 8   Engeland
 9   Nederland
10  Denemarken, Noorwegen 
Europees land  
 4   Eire, Erin
 5   Polen, Wales
 6   België, Italië, Monaco, Spanje, Zweden
 7   Albanië, Andorra, Estland, Finland ,Ierland, Letland, 
      Rusland
 8   Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Litouwen, Portugal, 
      Roemenië
 9   Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, 
      Schotland
10  Brittannië, Denemarken
11  Griekenland, Joegoslavië
13  Liechtenstein 
15  Tsjecho-Slowakije
Europees landje - Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino
Europees Meer, grootste - Ladogameer
Europees orgaan   EEG, Euratom, EKSG, WEU
Europees prinsdom   Liechtenstein, Monaco
Europees schiereiland    Calabrië, Iberië, Istrië, Italië, Jutland, Kassandra, Kola, Krim, Normandië, Peloponnesus, Scandinavië, Sithonia
Europees verbond - EEG
Europese berg - Elbroes, Jamantau, Maladetta, Mt.Blanc, Olympus
Europese betalingsunie - EBU
Europese bizon   oeros, wisent
Europese Defensie gemeenschap - EDG
Europese dwergstaat - Andorra
Europese  Economische  Gemeenschap   EEG, Euromarkt
Europese  Economische Samenwerking, - Organisatie voor - OEES 
Europese eiland(en)groep - Balearen, Corsica, Engeland, Euröer,Gotland, Ierland, Lofoten, Malta, Oland, Sardinië, Sicilië
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie - Euratom
Europese Gemeenschap voor kolen en staal - EGKS
Europese handelsorganisatie - E.E.G., Euromarkt
Europese havenstad   Alicante, Amsterdam, Antwerpen, Archangelsk, Bergen, Bilbao, Bordeaux, Bremen, Brest, Gdansk, Genua, Gotenburg, Hamburg, Hammerfest, Helsinki, Kiel, Kopenhagen, Londen, Lűbeck, Malaga, Malmö, Marseille, Nantes, Odessa, Oslo, Reval, Rotterdam, Saloniki, Triest, Tromsö, Vlissingen
Europese hoofdstad  
 4   Bern, Bonn, Oslo, Rome
 5   Parijs, Praag, Sofia, Vaduz, Wenen
 6   Athene, Berlijn, Dublin, Londen, Madrid, Monaco, Moskou, 
      Tirana
 7   Andorra, Brussel, Valetta
 8   Belgrado, Helsinki, Lissabon, Warschau
 9   Amsterdam, Boedapest, Boekarest, Luxemburg, Reijkjavik,
      San Marino,  Stockholm
10  Kopenhagen
Europese Kaap - Noordkaap
Europese markt - E.E.G.
Europese Monetaire overeenkomst - EMO
Europese organisatie   EEG, EVA, EGKS, Euratom,
Euromarkt
Europese organisatie voor ruimtevaart - ELDO, ESRO
Europese raket organisatie - Estec
Europese republiek – 
5 Polen
6 Italië
7 Finland, Ierland
8 Frankrijk, Hongarije
9 Oostenrijk
       11   Joegoslavië 
Europese rivier   
2   Po
3   Don, Oka, Rijn 
4   Arno, Duro, Ebro, Elbe, Kama, Maas, Saar, Taag
5   Desna, Dnepr, Donau, Dvina, Loire, Memel, Oeral,
     Rohne, Seine, Wolga
6   Dnestr, Donets, Glommen, Theems, Theiss
7   Garohne, Schelde 
8   Petsjora, Weichsel
Europese staat - 
 4   U.S.S.R.
 5   Malta, Polen
 6   België, Italië, Monaco, Turkije, IJsland, Zweden
 7   Albanië, Andorra, Estland, Finland, Ierland, Letland,
      Litouwen, Rusland
 8   Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Portugal,
      Roemenië
 9   Duitsland, Gibraltar, Luxemburg, Noorwegen, 
      Oostenrijk, San Marino, Schotland
10  Denemarken
11  Griekenland, Joegoslavië, Zwitserland
12  Vaticaanstad
13  Liechtenstein
15  Tsjecho-Slowakije
Europese taal   
 4   Iers, Laps, Fins, Mari
 5   Deens, Duits, Frans, Fries, Noors, Pools, Turks, Waals, Welsh
 6   Abchaz, Engels, Grieks, Spaans, Zweeds
 7   Armeens, Bretons, Estisch, Kalmijks, Kirgies,
      Litouws, Vlaams, Wogoels, IJslands
 8   Albanees, Altaisch, Baskisch, Bulgaars, Gaelisch, 
      Hongaars, Lettisch, Roemeens, Russisch, Servisch,
      Sloveens, Wotjaaks
 9   Georgisch, Italiaans, Karelisch, Kroatisch, Oostjaaks,
      Portugees, Samojeeds
10 Nederlands, Tsjechisch
11 Mordwinisch
Europese uil - oehoe
Europese Vrijhandelsassociatie    EVA, EFTA
Europese vulkaan   Etna, Stromboli, Vesuvius
Europese wijk van Istanboel   Pera 
Europese zeestraat - Bosporus, Kanaal, Sont
Europide ras - blank, ras
Europium - aardmetaal, Eu
eutrofie - voedselrijkdom
euvel   fout, gebrek, kwaad, kwaal, mankement, misstand, ondeugd, snood, ziekte
euveldaad - misdaad, wandaad
eva   boezelaar, schort
evacuatie - ontruiming
evacueren - ontruimen
evaluatie   koersberekening
evalueren - schatten, taxeren
evangelie   Mattheus, Markus, Johannes, Lukas
evangeliedienaar   dominee, missionaris, predikant
evangelieprediker     apostel, missionaris, zendeling
evangelieprediker   Bonifatius, Ludger, Servatius, Willebrord
evangelisatiegebouw - Pniël
evangelieverkondiger   zendeling
evangelisatie   bekering (tot het evangelie)
evangeliesator – dominee, missionaris, prediker, zendeling
evangelische raden   armoede, gehoorzaamheid, (discipline) zuiverheid, (celibaat)
evangelist – prediker, voorganger
evangelisten   Johannes, Lukas, (Lucas), Marcus (Markus), Mattheüs, Thomas
evaporatie   uitwaseming, verdamping
evaporeren - uitdampen, uitwasemen, vervliegen
evasie    ontsnapping, ontwijking, uitvlucht, voorwendsel
evasief - ontwijkend
even   deelbaar, eventjes, gelijk, ginds, hetzelfde, juist, kiet, kort(stondig), krek, moment(je), nauw(elljks), net, ogenblik (kelijk), pair, poosje, quitte, tel, zo
even (roulette)   pair
even aanlopen - aanwippen
even aantal   paar
even lang durend   isochroon 
evenaar   balans, equator, evennachtslijn, linie 
evenals - alsmede, alsook, benevens, eveneens, evenzo, gelijk, ook, quasi, tevens, zoals, zomede
evenaren - egaleren, egaliseren, gelijken, opwegen
even binnenwippen - aangaan, bezoeken
eveneens   almede, almee, alsmede, desgelijks, evenals, evengoed,  evenzeer, gelijk, idem, item, insgelijk, ook, tevens, zowel
evenement   feit, gebeurtenis, gusar, onheil, voorval
evengoed - evenzeer, evenzo
evenhoevigen - Pecora 
evenhoevig zoogdier - alpaca, antiloop, bok, buffel, dromedaris, gazelle, geit, gems, giraf, giraffe, gnoe, hert, kameel, lama, nijlpaard, okapi, os, rendier, rund, schaap, steenbok, varken
evening-dress - avondtoilet, gala, rok
even in getal - paar
evenknie - gelijke, partuur, wedergade 
evenlang durend - tautochroon
evenmaat - harmonie, symmetrie, evenredigheid
evenmatig   evenredig, gelijk, gelijkmatig, harmonisch, proportioneel
evenmatig deel van schaalverdeling   graad, minuut 
evenmens   almede, medemens, medebroer, medezuster, naaste
evenmin - zomin
evennaaste   naaste, medemens 
evennachtslijn   evenaar, equator, linie
evenen - vlakmaken
evenredig   aequaal, evenmachtig, evenmatig, harmonisch, navenant, overeenstemmend, proportioneel 
evenredig aandeel - evenmaat, rata, rato, quota, quote, quotum
evenredig deel als cijns - tiend
evenredig maken - proportioneren
evenredig winstaandeel - dividend
evenredige vertegenwoordiging    E.V.
evenredigheid - advenant, avenant, gelang, gelijkheid, proportie, proportionaliteit, prorato, rate, rato 
eventjes - amper, effentjes, kort, ogenblikje, ternauwernood
eventualiteit   gebeurlijkheid, kans, mogelijkheid
eventualiter - mogelijkerwijze
eventueel - allengs, desnoods, ev., gebeurlijk, mogelijk, mogelijkerwijs, potentieel, soms, temee, temet, voorkomend,  
evenveel   gelijk
evenwel   al, alevel, aleven, desondanks, doch, echter, euvel, evel, maar, niettemin, nochtans, toch, 
evenwicht   balans, equiliber, equilibrium, stabiliteit, schaal, trim, wip 
evenwicht betreffend - statisch
evenwicht uitdrukkend - statisch
evenwichtig - gelijkmatig, harmonieus, normaal, rustig, stabiel 
evenwichtigheid - stabiliteit
evenwichtskunstenaar - equilibrist, jongleerder, jongleur, koorddanser, voltigeur
evenwichtskunsten doen - jongleren
evenwichtsleer - stabilometrie, statica, statiek
evenwichtsstaartvlak - (luchtv.) aileron
evenwijdig - gelijklopend, overeenkomende, parallel, snood, vergelijkbaar
evenwijdig vak - parallel
evenwijdige loopgraaf - parallel
evenwijdigheid - parallellie, parallellisme
evenzeer   aldus, alsmee, alzo, eveneens, evengoed, ook, tevens, zowel
evenzeer niet - evenmin
evenzo - alzo, eender, desgelijks, dito, evenals, eveneens,  evengoed, evenwel, evenzeer, gelijk, hetzelfde, id., idem, insgelijks, item, it., netzo, ook, weten
ever   varken, zwijn 
evergreen - wintergroen (heideplant)
everwortel - aardvederdistel ,  driedistel
evident   apert, duidelijk, helder, klaar, klaarblijkelijk, logisch, merkelijk, zonneklaar
evidentie - duidelijkheid, klaarblijkelijkheid, onomstotelijk 
evocatie   oproeping 
evocatief - beeldend, plastisch, suggestief
evoceren   oproepen 
evolueren - zwenken
evolutie   darwinisme, groei, ontwikkeling, wending, wording, zwenking
evolutieleer - afstammingsleer
evolutietheoreticus - Darwin
ex - gewezen, uit, voorbij, voormalig 
ex aequo   gelijkelijk 
ex eiland - Marken, Schokland, Urk, Wieringen
ex keizerin   Soraya
ex koning   Boris, Faroek, Michael, Peter, Umberto
ex koningin van Spanje   Ena 
ex tempore - onvoorbereid
exact - correct, juist, nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt
exaltatie   geestvervoering, opgewondenheid, overspanning
exalteren - verrukken
examen   ondervraging, onderzoek, proef, test 
examen afnemen - examineren
examencommissie - jury
examen missen   afgaan, bakken, stralen, zakken
examenondervraging - onderzoek
examinandus   kandidaat 
examinator - ondervrager
exarch - metropoliet
executeren   uitvoeren 
executie - voltrekking, uitvoering
executiemiddel - galg, guillotine, vuurpeloton
exegese - Bijbelverklaring, uitlegkunde
exegetisch   uitlegkundig, uitleggend
excavateur - grondgraafmachine
excellent   eminent, patent, prima, uitnemend, uitmuntend, voortreffelijk, uitstekend, voortreffelijk 
excellentie   Exc., Minister
exelleren - schitteren, uitblinken, uitmunten 
exemplaar   druk, ex., stuk
exemplaren   ex. 
excentriek – buitenissig, grillig, ongewoon, raar, vreemd, zonderling
exceptie   uitzondering 
excerpt   uittreksel 
exces   buitensporigheid, uitspatting
excessief - overmatig
exchange   wissel, handelsbeurs
excisie - uitsnijding
excitatie - aansporing, opwekking, opwinding, prikkeling 
exclamatie - schreeuw, uitroep 
exclusie   chic, excl., uitsluiting, wering
exclusief   afgesloten, apart, bijzonder, bizonder, chic, elitair, kliekgeest, ongemeen, uitsluitend
excommunicatie   ban 
excrement - faecaliën, ontlasting, plezierreis, uitwerpsel
excretie   afscheiding, uitscheiding, uitweiding 
excursie - reis, uitstapje
excuseer me - pardon
excuseren - verontschuldigen
excuus - smoes, uitvlucht, verontschuldiging, verweer, voorwendsel
ex-divident - xd
executabel - uitvoerbaar, vervolgbaar
executeren - uitvoeren, voltrekken
executie - uitvoering, voltrekking
executiemiddel - galg, guillotine,  vuurpeloton
executiewerktuig - galg, guillotine, zwaard
exegeet - bijbelverklaarder, uitlegger
exegese - bijbelverklaring, uitleg, uitlegkunde,verklaring
exegetisch - uitleggend, uitlegkundig, verklarend
ex-eiland - Marken, Schokland, Urk, Walcheren, Wieringen
exemplaar - afdruk, afschrift,  ex., stuk
exemplair - voorbeeldig
exemplaren - exx.
exempli causa - ec
exempli gratia - eg
exerceren   oefenen 
exercitie   oefening 
exercitieplein   esplanade
exercitieterm   halt, mars, rechtsomkeert
exercitieplein - esplanade
exhalatie - uitwaseming
ex-heerser - tsaar
ex-heerser in Venetië- doge
ex-heerser over Ethiopië - negus
ex-heerser van Egypte - Nasser
ex-heerser van Rusland - tsaar
exhiberen - overleggen, uitstallen, vertonen
exhibitie - tentoonstelling, vertoning
exil   verbanning 
exileren - overslaan, weglaten
existentialist - Sartre
existentie - bestaan, leven
existentiefilosolie - existentialisme
existeren   bestaan ,(er)zijn 
exit - uitgang, uitweg 
exhortatie - aanmaning, opwekking
ex-keizer van Abessinië - negus
ex-keizer van Ethiopië - negus
ex-keizerin - Soraya, tsarina
ex-keizerin van Rusland - tsarina
ex-koning - Boris, Faroek, Michaël, Peter, Umberto
ex-koningin regentes - Emma
ex-koningin van Nederland - Juliana, Wilhelmina
ex-koningin van Spanje - Ena
exodus   uitgang, uittocht 
exoneratie - ontlasting, vrijwaring
exorbitant - buitensporig, overdreven  
exorcisme - duivelbanning
exorcist - duivelbezweerder
exostosis - osteoma
exotisch - buitenlands, uitheems, uitlandig,  vreemd
exotische danseres - Bajadère
expander - trekveer
expansie - uitzetting
expediëren - uitsturen, verzenden, wegsturen
expediteur - vervoerder, verzender
expeditie - krijgstocht, verzending 
expeditiekantoor - messagerie, office
expeditie van de Oost-Indische Compagnie - hongitocht
experiëntie - ervaring, ondervinding
experiment - probeersel, proef, proefneming 
experimenteel - proefondervindelijk
ex-persbureau - Aneta
expert   deskundige, ingewijde, kenner, specialist, zaakkundige 
expiratie   uitademing 
expireren   sterven, uitademen, vervallen  
explicatie   uitleg, uitlegging, verklaring 
expliceren - uiteenzetten, uitleggen
exploderen   detoneren, klappen, knallen, ontploffen, ploffen, uitbarsten, uiteenspringen  
exploitatie - ontginning, uitbarsting
exploratie - indagatie, onderzoek
exploreerder van de Himalaya - Sven Hedin
explosie   dreun, klap, knal, ontploffing, uitbarsting
explosief - occlusief, ontplofbaar, tnt, uitbarstend
explosieve stof - zie springstof
explosieve verbranding - deflagratie
exponent - vertegenwoordiger
exponeren - blootleggen, blootstellen, uiteenzetten
export   uitvoer 
exportatie - uitzetting
exporteren   uitvoeren
exposé - openlegging, overzicht, uiteenzetting
exposeren   showen, tentoonstellen
expositie   exhibitie, show, ontvouwing, tentoonstelling 
expositiegebouw - jaarbeurs, R.A.I., tentoonstellingsgebouw
expositieruimte - stand
expres   moedwillig, opzettelijk, sneltrein 
ex-president van Amerika - Adams, Arthur, Buchanan, Buren van, Cleveland, Coolidge, Eisenhower, Fillmone, Garfield, Grant, Harding, Harrison, Hayes, Hoover, Jackson, Jefferson, Johnson, Kennedy, Lincoln, Madison, McKinley, Nixon, Pierce, Raylor, Rooseveld, Taft, Truman, Washington, Wilson
expresse - ijlbode, boodschapper, spoedbestelling 
expresse betaald (telegr.) - xp (expres paye)
expresse trein   T.E.E. 
expressie - uitdrukking, uiting  
expressief   (muz.) espressivo 
expressionistische schilder   Cézanne, Gauguin, Klee, Kandinsky, Kokoschka , Marc, Munch
expulsie - uitdrijving, uitzetting, verjaging
exquis - uitgelezen, voortreffelijk
ex-radio omroep in Indonesië - Niron
ex-Russische keizerin - tsarina
ex-Russische volksvertegenwoordiging - doema
ex-Spaanse koningin - Ena
extase   opgetogenheid, verrukking, vervoering, vreugde, zinsverrukking, zinsvervoering
extatische feestelijkheid - bacchanaal
extensie - omvang, uitbreiding, uitgestrektheid
exterieur   buitenkant, uiterlijk, uitwendig
extern - uitwendig, uitwonend, buitenwonend
extinctie - doving, uitblussing
extra - additief, bijkomend, bijzonder, buitengewoon, gift, ongemeen, onthaal, onverwacht, plus, supra,  toe, uitermate
extra aandelen - bonus/aandelen
extra arbeid   overuren, overwerk 
extra dik - dubbeldik
extra dividend   bonus 
extra heet   gloeiend 
extra heet gemaakte vlam   steekvlam
extra heffing   bijslag, toeslag 
extra inkomsten - bijverdiensten
extra inspanning bij wedren - spurt
extra les - bijles
extra loon   bonus, gratificatie, premie, toelage
extra nummer   additie, supplement, toegift
extra partij   barrage 
extra postzegel voor een treinbrief - treinzegel
extra prijs - premie,  toeslag
extra speelkaart - joker
extra toelage - gratificatie
extra trein - voortrein
extra uitkering   bonus, gratificatie, meevaller, provisie, tantième, toegift, toelage, toeslag, winstaandeel 
extra voorraad - reserve
extra voorraad kasgeld - kasreserve
extra werk - overwerk
extra woning - buitenhuis, vakantiehuis
extraatje   bonus, douceur, fooi, meevaller
extraatje in geld - douceur
extract    afkooksel, aftreksel, eli, xer extr., excerpt, uittreksel
extract met ether en spiritus - valeriaan
extract van de lebmaag van kalveren -  stremsel
extract van mout - wort
extract van pepermuntolie   menthol
extract van vingerhoedskruid - digitaline
extraheren - trekken, uittrekken
extrakt - aftreksel
extraordinair - buitengemeen, buitengewoon
extravagant - buitensporig
extreem - bovenmatig, mateloos, uiterst 
extremist - doordrijver, heethoofd, radicaal, ultra
extremiteit   ledemaat, uiteinde, uiterste 
extrusie - uitdrijving, uitpersing
exuberant - overstelpend, overvloedig
Ezau   Edom 
ezel – cretin (fig.), domkop, domoor, foulard, grauw, grauwtje, langoor, lomperd, muildier, onager, schildersstandaard, schraag, sufferd, sukkel, uilskuiken
ezelachtig - debiel, dom, onnozel, stom, stompzinnig
ezelachtig dier   muilezel, onager, zebra 
ezelachtigheid - domheid, stomheid, stupiditeit
ezeldrijver - hoeder
ezeldrijver in Spanje - arriero
ezelgiraffe   okapi 
ezelsbrug - hulpmiddel
ezelsgeluid - balken
ezelskop - domkop
ezelskopachtigen - sparganiaceeën
ezelskruid - kattendoorn
ezelsmelk - engbloem
ezelsoor - kreuk, vouw, smeerwortel
ezelsoren - midasoren
ezelsvel   perkament , trommelvel
ezelsveulen   domoor, stommeling
ezelvereerders - asinaril