m Text replacement - "https://beijerpedia.com/archive/" to "https://termhotel.com/archives/"
 
m Text replacement - "Termhotel.com" to "Beijerterm.com"
 
(3 intermediate revisions by the same user not shown)
Line 1: Line 1:
  '''Original source''' (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
  '''Original source''' (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
  '''Archived on Termhotel.com at''': https://termhotel.com/archives/Puzzelwoordenboek/
  '''Archived on Beijerterm.com at''': https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/
   
   
  [[Puzzelwoordenboek: A]] • [[Puzzelwoordenboek: B]] • [[Puzzelwoordenboek: C]] • [[Puzzelwoordenboek: D]]
  [[Puzzelwoordenboek: A]] • [[Puzzelwoordenboek: B]] • [[Puzzelwoordenboek: C]] • [[Puzzelwoordenboek: D]]
Line 6,003: Line 6,003:
  mythologische zanger - Orpheus
  mythologische zanger - Orpheus


[[Category:P]]
 
[[Category:Puzzelwoordenboek]]  
[[Category:Puzzelwoordenboek]]  
{{Back to the top}}
{{Back to the top}}

Latest revision as of 19:26, 30 October 2023

Original source (of this slightly mysterious document): http://www.stolk.nu/pa.htm
Archived on Beijerterm.com at: https://beijerterm.com/archives/Puzzelwoordenboek/

Puzzelwoordenboek: APuzzelwoordenboek: BPuzzelwoordenboek: CPuzzelwoordenboek: D
Puzzelwoordenboek: EPuzzelwoordenboek: FPuzzelwoordenboek: GPuzzelwoordenboek: H
Puzzelwoordenboek: IPuzzelwoordenboek: JPuzzelwoordenboek: KPuzzelwoordenboek: L 
Puzzelwoordenboek: MPuzzelwoordenboek: NPuzzelwoordenboek: OPuzzelwoordenboek: P
Puzzelwoordenboek: QPuzzelwoordenboek: RPuzzelwoordenboek: SPuzzelwoordenboek: T 
Puzzelwoordenboek: UPuzzelwoordenboek: VPuzzelwoordenboek: WPuzzelwoordenboek: X
Puzzelwoordenboek: YPuzzelwoordenboek: Z
ma   mamma, mem, moe, moer, moeder, moeke
maag - balg, bloedverwant, familie, familielid, pens, stomachus, vertriculus
maag betreffend - gastrisch, gastro
maag, deel van de - corpus, fundus
maag der herkauwende dieren   boekmaag, leb, pens 
maag van grote vissen   rob 
maag van een koe - bladmaag, boekmaag, boekpens, leb, lebmaag, muts, netmaag, pens
maag van grote vissen - rob
maagbacterie - sarcine 
maagaandoening   gastritis 
maagbeweging - peristaltiek
maagbitter   elixer
maagbrems - larve
maagbrij   chijl, chijmcardia, chymus
maagcatarre - gastritis
maagcatheter - maaghevel
maagd   dienstbode, jonkvrouw, meid, meisje, rucelle, virgo, vrouw
maagd, heilige - Maria
maagd uit Mohammedaans paradijs   hoeri
maagdelijk   blank, gaaf, intact, kuis, rein, puur, onbeschreven,  onbevlekt, ongebruikt, ongehuwd, ongerept, vers, virginaal, zuiver
maagdelijkheid   onbevlektheid, ongereptheid, reinheid, virginiteit,  zuiverheid
maagdenkruid - lis
maagdepalm - vinca
maagdenpalmachtigen - apocynaceeën
maagdenroos - sierstruik
maagdenvlies   hymen
maagdenwas - entwas, stopwas
maagdom - maagdenbloem, maagdenvlies, ongereptheid
maagelixer   maagbitter 
maagenzym - ferment, leb
maagferment   pepsine
maagfistel - gastronomie
maaghagedis - mosasaurus
maagingang - cardia
maagkuil - epigastrium
maagkijker   cystoscoop 
maagkramp - cardialgie, cardialyte, gastropasme
maagmiddelen - stomachica
maagmond - cardia, ingang
maagonderzoek - gastroscopie
maagontsteking   gastritis 
maagpap - chymus
maagpoort - portier
maagpijn   gastralgie, stomalgie
maagportier   pylorus
maagportier, kramp van de - pylorospasmus
maagreinigend zout - zuiveringszout
maagsap - pepsine, maagvocht
maagschap - (bloed)verwantschap, familie(betrekking)
maagslijmvliesontsteking - gastritis
maagstoornis - gastricisme, gastritis
maagspiegeling - gastroscopie
maagingang - portier
maagvergroting - gastromegatie
maagversterkend - stomachiek
maagversterkend middel - alsem
maagverwijding - gastrectasie
maagverzwakking - gastroptose
maagvocht -  maagsap
maagzakdieren - weekdieren
maagzuur - pyrosis
maagzuurgisting - pyrosis
maagzweer - ulcer, ulcus
maai - made, worm
maaidorsmachine - combine
maaien   afsnijden, neerhalen, oogsten, schermen, wegrukken
maaien van graan - oogsten 
maaier - oogster
maaiers gereedschap   combine, pik, sikkel, strekei, zeis
maaiersterm - mad, wad
maaigeld - maailoon
maaiig - wormstekig
maaimeers (Z.N.) - maailand
maaimes   sikkel, zeis
maaisteek (Z.N.) - wormsteek
maaistekig (Z.N.) - wormstekig
maaitijd - hooitijd
maaiveld   hooiveld, made, voorterrein
maaiwerktuig - grasmachine, sikkel, zeis
maak het nou - maken
maaksel   bouw, constructie, fabrikaat, fatsoen, gedaante, 
gewrocht, makelij, inrichting, opbouw, product, voortbrengsel, vorm 
maaksel dat niet gelukt is - misbaksel
maakwerk vervangend - confectie, fabrieksgoed
maal   avondmaal, brievenmaal,  brievenzak, diner, dis, ditmaal, eten, etmaal, feestmaal, grensteken, keer, knapzak (Z.N.), koffer, lunch, maaltijd, maal (versleer) metrum, middagmaal, moedermaal, moedervlek, noenmaal, ontbijt, reis, reiszak, souper, teken, tijd, valies, vlek, werf, ijzermaal, ijzervlek 
maalbak - hollander, roerbak
maalbak bij papierbereiding   hollander
maalderij   molen, mouterij
maalderijprodukt - hardgries
maalgeld   maal recht 
maaIinrichting   gemaal, molen, poldergemaal, poldermolen
maalman - markgenoot
maalpers - molen
maalpeil   M.P.
maalpink - pinkvaars
maalpost - brievenpost, postwagen
maalrecht   maalgeld
maalriet   suikerriet 
maalsamenstelling   menu 
maalschap - mark
maalslot (Z.N.) - hangslot
maalsteen   molensteen, wrijfsteen
maalster - gebit, kiezen, maaltanden
maalstroom - draaikolk, kolk, maling, neer, wieling
maalstroom der gedachten - maling
maaltand   kies, maalster, molaris, molenaar
maaltoestel - molen
maaltijd – acondeten, avondmaal, bruiloftsmaal, diner, eten, feestmal, kerstdiner, koffiedrinken, lunch, maal, middageten, middagmaal, noenmaal, ontbijt, souper, trouwdiner
maaltijd (Fr) - déjeuner, repas
maaltijd gebruiken   dineren, eten, koffiedrinken, lunchen, tafelen, ontbijten
maaltijd in de kerstnacht - reveillon
maaltijd na de jacht - jagersmaal
maaltijd op het paasfeest - paasmaal
maaltijd voor onderweg - lunchpakket
maaltijdbeschrijving - menu, menukaart
maaltijdsamenstelling   menu 
maalwerktuig   kogelmolen, molen, pennenmolen, poldergemaal, ringwalsmolen, schijvenmolen
maan   diana, luim, luna, satelliet
maan, (de) - Selene
maan betreffend - lunair, lunarisch
maan die niet te zien is   n.m. 
maan van Jupiter - Callistro, Europa, Ganymedes, Lo,
maanbeschrijver   selenograaf 
maanbeschrijving   selenografie
maanbewoner - seleniet
maanbloem - klaproos
maanblusser - Mechelaar
maan, schijngestalte van de - e.k, l.k., n.m., v.m.
maand - mensis, mensus
maand (afk.)   jan., febr., mrt., apr., mei, jun., jul., aug., sep.(t), okt., nov., dec.
maandag na Driekoningen - Koppermaandag
maandag na 15 augustus - Hartjesdag
maand (Nederlandse benaming)  - bloeimaand,  grasmaand,  
herfstmaand, hooimaand, lentemaand, louwmaand, oogstmaand,
slachtmaand, sprokkelmaand, wintermaand, wijnmaand, zomermaand
maand van de Franse kalender   Vendémaire (wijnmaand), Brumaire (nevelmaand), Frimaire (rijpmaand), Nivose (sneeuwmaand), Pluviose (regen maand), Ventose (windmaand), Germinal (spruitmaand), (kiem maand), Florèal (bloeimaand), Messidor (oogstmaand), Thermidor (warmtemaand),Fructidor (vruchtmaand) 
maand van de grote vasten   ramadan
maandagziekte - myoglobinemie
maandblad - periodiek, tijdschrift
maandelijks - menstruus
maandelijks tijdschrift   maandblad, monthley 
maandloon -  (maand)salaris
maandsoldij - wedde, wedding
maandstonden - menstruatie, regels
maaneclips   maansverduistering 
maanfase   a.m., v.m.
maangestalte   e.k:, l.k., n.m., v.m., fase, maanfase
maanglas - lens, meniscus
maangod - nanna, sin
maangodin   Artemis, Astarte, Bendis, Cynthia, Diana, Luna, Mene, Phoebe, Selene, Sin
maankalf - maankind
maankering   maanloop
maankop - heulbloem, heulbol, heulkop,opium, papaver, slaapkruit
maankrater - Cauchy, Tycho
maankruid - Judaspenning, maanvaren
maanloop   maankering, maansverwisseling
maanloos - donker, duister
maanmaand - lunatie
maanomlooptijd   lunatie 
maanreiziger - selenaut
maansikkel met punten omhoog - wassenaar
maanstand - fase, e.k., v.m., l.k., n.m. 
maansteen   adulaar, girasol, seleniet, spiegelsteen,  variant (doorschijnend), veldspaat 
maansverduistering - eclips
maanvaren - botrychium
maansvereffening   evectie 
maansverwisseling   maanloop, maankering, maankring
maantje   Iunula, sikkel
maanvaren - botrychium
maanvis - klompvis, kogelvis
maanvorm - sikkel(vorm)
maanwijzer   epacta
maanziek   lunatiek, slaapziek, wispelturig 
maanziekte - lunambulist, lunaticus
maar   alleen, bezwaar, (e)doch, echter, evenwel, gerucht, louter, mare, nadeel , nogal, slechts, toch, tijding .
maar een keer - eenmaal, eenmalig, eens
maar eventjes - amper
maar net - amper, krap, kwalijk
maar zo zo - mediocre
maarschalk - Montgomery, Pétain
maarschalk van Napoleon - Ney
maarschalk (hist.)   opperstalmeester
maart   lentemaand
maartfeest (Isr.) - Hamansfeest, Poerim
maartse zaaitijd   dricht
maas - malie, mas, netopening, oogje, steek
Maas en Waal, omsloten gebied door - Bommelerwaard
maas (Lat.) - mosa
maashagedis - mosasaurus
maas in een netwerk - malie
maaswerk - traceerwerk
maat   aam, afmeting, amice, anker, are, bonk, bunder, cadans, cl., deelgenoot, dl., duim, el, formaat, gabber, gars, gezel, genoot, grootte, gros, handlanger, helper, hl, inhoud, juk, kameraad, kan, knoop, kornuit, kop, kwantum, liter, maatje, makker, mate, matroos, medewerker, medestander, meter, metgezel, modulus, modus, morgen, mud, mijl, omvang, pand, partner, pint, ploeggenoot,  pond, pot, pind, riem, roe, span, speelgenoot, stère, ton, trawant, vaam, vadem, vat, voet, vriend, zeemijl
maatbuis - buret
maat controleren   nameten
maat (versleer) - metrum
maateenheid (Eng.) - gauge
maat in houthandel   tult
maat in scheepvaart   knoop, last,  mijl, ton,
maat in de typografie - augustijn, cicero
maat in de wijnhandel   anker 
maat koren - schepel
maat of hoeveelheid – taks, portie
maat of makker - vriend
maat van een gedicht - metriek, metrum
maat van 30 hl.   roggelast
maat van 1 hl.   mud
maat van projektiel   kaliber 
maat voor Bordeaux-wijn - bordelaise
maat voor brillen - dioptrie
maat voor de inhoud van zeeschepen - registerton
maat voor de subjectieve geluidssterkte - soon
maat voor de subjectieve toonhoogte - mei
maatanalyse - titratie
maatbuisje -  maatglas, buret
maatgevend   normatief 
maatgever - dirigent, orkestmeester
maatglas van kwart liter   kapper 
maathoudend   gematigd, matig
maatje   deciliter, dcl, dl., handwerksleerling, jongen, knaap, mama, vriendje
maatjespeer - bergamotpeer
maatkleding - confectie
maatlat   liniaal, el
maatmeter   metronoom 
maatregel   arrangement, beschikking,  besluit, ordening,  rancune, schikking, stap, voorziening, wet, wrok
maatregelen - mesures
maatregel ter vergelding   boete, straf, wraak
maatrol - topeline
maatrooster - ruitennet, stramien
maatschappelijk   sociaal
maatschappelijk aanzien - klasse, kring, stand, standing, status
maatschappelijk herstellen - reclasseren
maatschappelijk stelsel   communisme, democratie kapitalisme, marxisme, socialisme, stalinisme, titoïsme
maatschappelijke aanpassing of her  aanpassing van strafrechtelijk veroordeelden   reclassering
maatschappelijke instelling   corporatie, genootschap, lichaam, schap 
maatschappelijke kring   klasse, staat, stand
maatschappelijke positie - status
maatschappelijke stand   adel, burgerij, kaste
maatschappelijke werkkring   ambt, baan, beroep, metier, stiel
maatschappij   a.g., communiteit, compagnie, convent, firma, gemeenschap, genootschap, Itd., mij, s.a., samenleving, societas, sociëteit, vereniging, wereld
maatschappijbeschrijver   sociograaf
maatschappijbeschrijving   sociografie
maatschappijkunde   sociologie 
maatschappijkundige   socioloog 
maatschappijleer - sociologie
maatscheiding (muz.) - maatstreep
maatslaan   tacteren
maatslag   battuta, beat, cadans, ritme
maatstaf   basis, canon, criterium, etalon, leidraad, maat, maxime, model, modul, modules, norm, peil, regel, richtsnoer, schaal, standaard, toets
maatstok - dirigeerstok, duimstok, ellenmaat, maatstaf, roe
maatval - cadans, kadans, metrum, ritme
maatverhouding - euritmie, proportie
maatverhouding van snaren - mensuur
maat voor brillen - dioptrie
maat voor de inhoud van zeeschepen - registerton
macaber   eng, erg, ernstig, griezelig, luguber
macadam - wegverharding
macereren - afmatten, doortrekken, kwellen, weken
maatwerk vervangend   confectie, fabrieksgoed
Macaose munt   avo, pataca
macereren   afmatten, doortrekken, kwellen, weken 
machete - junglemes
machinaal   automatisch, mechanisch, werktuiglijk 
machinaal gebreide stof - tricot
machinaal gesponnen katoengaren - twist (Eng.)
machinaal gladmaken - kalanderen
machinaal snelschrift - tachotypie
machinaal verwijderen van zaadjes uit katoen - engreneren
machinatie   kuiperij 
machine   apparaat, automaat, dorsmachine, heimachine,  kunstwerktuig, locomotief, maaimachine, mechaniek, motor, motorfiets, naaimachine, toestel, vliegmachine, wasmachine, werktuig, zetmachine
machine in een bierbrouwerij - eest, kiemtrommel, koeling, vulmachine, wortketel
machine in een papierfabriek - hollander
machine in een textielfabriek - spinmachine, weefgetouw
machine in een vernietigingsbedrijf - destructor
machine ineenzetten - monteren
machine ineenzetter - monteur
machine met middelpuntvliegende kracht - centrifuge
machine om adressen te drukken - adressograaf
machine om in te vriezen - vrieskast, vrieskist
machine om kleren te maken   naaimachine
machine om stro te persen - stropers
machine om te koelen - frigidaire, koelkast
machine voor de keuken - afwasmachine, huishoudmachine
machine voor huishoudelijk gebruik - afwasmachine, breimachine, centrifuge, naaimachine, wasautomaat
machine voor sisalbereiding - koronna
machine voor textielbereiding - spinmachine,
weefgetouw, weefmachine, weefstoel
machine voor wisselstromen - alternatol, alternator
machine waarbij van de middelpuntvliedende kracht gebruikgemaakt wordt - centrifuge
machinearbeider   constructeur, draaier, frezer, machinebankwerker, machinist, monteur,  viezer, zwikker
machinebankwerker   draaier, frezer, kotteraar, machinist, schaver
machinedeel   lager, motor, pal, rad, riem, tandrad, vliegwiel
machinedelen inzetten - monteren
machine die stroom opwekt - generator
machinegebouw - ketelhuis
machinegeweer   mitrailleur 
machine   ineenzetter   monteur 
machine in bierbrouwerij - eest, koeling, wortketel, vulmachine, kiemtrommel
machine in drukkerij – offsetpers, snijmachine, zetmachine
machine in papierfabriek - hollander
machine in textielfabriek - spinmachine, weefgetouw
machinekolen - steenkolen
machinemens   kunstmens, robot 
machinepistool - infanteriewapen, sten(gun), uzi
machinerie voor het opwekken van atoomkracht - kernreactor
machines - materieel
machines van een fabriek - machinepark
machineschrift - typescript
machineschrijven - tikken, typen
machineschrijver - typist
machine stikster - naaister
machine-onderdeel - lager, motor, pal, rad, tandrad
machinevermogen - p.k.
machinist - bestuurder, mecanicien
macho - bink
machoch - dikzak
macht - autoriteit, bedwang, beheer, betekenis, bewind, geweld, gezag, hand, heerschappij, invloed, kracht, leger, menigte, mogendheid, ontzag, overheid, overwicht, potentie, potestaat, pouvoir, prestige,  staat, sterkte, troepenmenigte, vermogen, zeggenschap
macht bezittend - patent, potent
macht ter zee - marine
macht uitoefenend - gezaghebbend, potestatief
macht van de staat over het volk   staatsgezag 
macht van God - almacht, omnipotentie
macht van het volk - democratie
machteloos   armzalig, debiel, futloos, impotent, krachteloos, onmachtig, onsterk, ontwapend, ontzenuwd, slap, weerloos, zwak 
machteloos mens - lijk
machteloos zijn - liggen
machteloosheid - bewusteloosheid, flauwte, onmacht, onvermogen, zwakte 
machtgelijk   isodynamisch
machtgever   lastgever, opdrachtgever, principaal 
machthebbende - gevolmachtigde
machthebber - aanvoerder, autoriteit, bevelvoerder, bewindhebber, despoot dictator, dinast, gebieder, gemachtigde, geront (Sparta), gevolmachtigde, gezaghebbende, gezaghebber, heerser, hoofdman, keizer, koning, landvoogd, leider, mandataris, meester, plenipotentiaris, podesta, potentaat, sheik
machtig - aanzienlijk, autoritair, eigenmachtig, fors, geweldig, gezaghebbend, groot(s), imponerend, imposant, invloedrijk, krachtig, meester, patent, potent, puissant, sterk, talrijk, vermogend, zeer, zwaar 
machtig inboorling - dewan
machtig om te zien -  groots, imponerend, imposant, kolossaal
machtig persoon - autoriteit, bons, dictator, kopstuk, magnaat, mogol
machtige - grote
machtige overwinnaar - overweldiger, usurpator
machtige warreling (kleuren, geluiden) - orgie
machtigen   autoriseren, mandateren 
machtigen der aarde, (de) - machthebbers
machtigheid   dikte
machtiging   autorisatie, exequatur, licentie, mandaat, octrooi, toestemming, vergunning, verlof, volmacht, warrant,
machtig zijn - beheersen
machtsaanwijzer   exponent 
machtsbetoon - parade
machtsbevoegdheid - gezag, regering
machtsgebied - domein, machtsbereik, machtssfeer, territoire, territorium
machtsinsigne - scepter, zwaard
machtsmisbruik - despotisme, geforceerd, geweld, tirannie, usurpatie
machtsontwikkeling - machtsbetoon
machtspreuk    aforisme, devies, dooddoener, machtwoord, spreekwoord
machtssfeer   bereik, domein,  territoor, territorium
machtsstaat - Chili, politiestaat
machtsuitoefening - aandrang, dwang, imperialisme
machtsverheffing - kwadratering
machtswellust   tirannie 
machtswellusteling   despoot, dictator, onderdrukker, tiran
machtwoord   bevel, gebod, last, machtspreuk, order
macigno (It.) - zandgesteente
macis - foelle
mackintosh (Eng.) - regenmantel
maçon   vrijmetselaar
maconnerie - vrijmetselarij
macramé - knoopwerk
macro - groot, lang
macrobiotiek - gezondheidsleer
macrocefalie - waterhoofd
macroglossie - tongziekte
macromanie - grootheidswaanzin
macrosomie - reuzengroei
macuba (Sp.) - snuiftabak
maculatuur   misdruk
Madagaskar, bevolkingsgroep op - Betsileo, Betsimisaraka, Merina
Madagaskar, berg op - Andrinita, Ankaratra, Tsaratanana
Madagaskar, hoofdstad van - Tananarive
Madagaskar, rivier op - Mananara, Mangoro
Madagaskar, stad op - Fianarantsoa, Majunga, Tamatare
Madagaskar, volk op - Hova
Madagaskarkoekoek - coua
madam - mevrouw
madam (Z.N.) - burgervrouw
madam van een bordeel - waardin
madame   dame, mad., mevrouw
made - aardworm, beemd, emelt, engerling, hamel, hooiland, larf, mago, larve, maai, madeworm, weide
madeliefje   bellis, kersouw, koebloem, korsouw, lentebloem, liefkruid, margriet, meizoentje
madeworm - draadworm
madamoiselle - juffer, mamsel, Madonna, Maria, OLV
madonnasymbool - lelie, roos
madreporen - sterkoralen
madrigaal - herderslied
maenade - bacchante
maëstoso - majestueus, plechtig
maestro   kunstenaar, leermeester, meester
maf - gek, idioot, laf, kwartje, levenloos, loom, mal, mat, onbenullig, saai, slaap, vadsig
maffen - pitten, slapen, snurken
maffer - slaper, snurker, onderkruiper, werkwillige
mafkees - dwaas, gek, idioot, oen, slaapkop
magaal   magge, puitaal
magazijn   arsenaal, baza(a)r, bewaarplaats, depot, loods, pakhuis, silo, stapelhuis, tuighuis, winkel
magazine – periodiek, tijdschrift 
magen   familie
magenta - karmozeintint
mager   armzalig, beendor, beendroog, behoeftig, benig, broodmager, broos, dor, dun, dunlijvig, frêle, gering, iel, karig, kommerlijk, min, minnetjes, miezerig, ondervoed, onvruchtbaar, pover, rank, schamel, schraal, schriel, slank, sluik, smal, spichtig, tenger, verpieterd, ijl,
mager en kaal - schriel
mager en lang - tenger
mager en schriel - smal
mager en slank - rank
mager persoon – bonenstaak, kapstok, lat, scharminkel, schraalhans, skelet, spicht, spiering, spillebeen, spillepoot, sprinkhaan, vel over been
mager spek - bacon
mager stuk vlees - braai, fricando
mager water - ondiep
mager zonder vlees   benig, schonkig
magere kalk - schelpkalk
magere kost - blut, gust, leeg, lens
magerman - voormarseboelijn
magertjes   iel, karig, kommerlijk, nietig, pover, schraaltjes, sober
magge - magaal, puitaal
maggi - vleesextract
maggieplant - lavas, levisticum, manskracht
magie   tovenarij, toverkunst, toverij 
magie  bedrijven - toveren
magiër   droomuitlegger, eunjer, magu, sterrenwichelaar, tovenaar, wonderdoener 
magisch - betoverend, toverkrachtig
magisch getal - dertien, elf, zeven
magisch hulpmiddel - talisman
magisch teken - pentagram
magische getallenleer - tarot
magister   leermeester, docent, novicenmeester
magistraal   gordellijn, grandioos, groots, meesterlijk, monumentaal, weids
magistraat   bestuurder, overheid, quaestor, rechter, regent, regering, rijksgrote, stadsregering
magistraat' van het oude Venetië   doge.
magistratuur   overheid, regering 
magma   lava
magnaat - geldmagnaat, kapitalist,  rijksgrote
magnalium - aluminiumlegering
magneet - magneetijzer, zeilsteen, (zwart) ijzererts
magneetband - tape,  pyrrotien
magneetkaart - bougie
magneetkies - pyrrotiet
magneetschijfje - floppydisk
magneetijzererts - magnetiet
magnesia   magnesiumoxyde, talkaarde
magnesiet - bitterspaat
magnesietlei - kunstlei
magnesium   mg.
magnesium  en calciumcarbonaat   dolomiet
magnesiumcalciumsilicaat - berghout
magnesiumoxyde - bitteraarde, magnesia, talkaarde
magnesiumsilicaat - talk
magnesiumspaat - magnesiet
magnetiet   magneetijzererts
magnetische kracht - aantrekkingskracht
magnetische uitstraling - fluïdum
magnetiseren - bezielen
magnetisme, dierlijk - mesmerisme
magnificentie - heerlijkheid, pracht
magnifiek   geweldig, grandioos,  heerlijk, luisterrijk, prachtig, schitterend
magnolia – tulpenboom  
magnoliacee - loriodendron, magnolia
magnum - wijnfles
magot - makaap,spaarvarken(tje)
Magyar - Hongaar
mahjong - spel
mahjongterm   chow, kong, pung
mahokboom   mahonieboom 
mahonieboom   mahokboom 
mahoniehout   acajou
mail   briefpost, post(stukken), zeemail, zeepost
mailstoel - dekstoel
maintenee   bijzit, concubine 
mainteneren   handhaven
maïs   mielie, milee, weit,
maïskolf - spier
maisonette - etagewoning
maïssuiker - dextrospur
maisvlokken - cornflakes
maître d’hotel   hofmeester, ober
maîtresse   bijzit, geliefde, meesteres 
maîtresse van Frans Il   Portiers 
maîtresse van Hendrik IV   d'Estrées, d'Entragues
maitresse van Lodewljk XIV   Dubarry, (de) Fontag nes, 
(de) Maintenon, (de) Montespan,(de la) Valière, 
maitresse van Lodewljk XV   (de) Mailly, (de) Pompadour 
maïzena   maïsmeel 
majem - water
majer - amarant, papegaaiekruid
majesteit   heerlijkheid, koning, luister, maesta, opperhoogheid, pracht, Sire, verhevenheid, waardigheid
majesteitsschennis - lese-majeste
majestueus - heerlijk, indrukwekkend, maestoso, statig, verheven
majeur   dur
major   grotere, oudste, senior, sr.
majordomus - hofmeier, prelaat
majoriteit   meerderheid, meerderjarigheid
majuskul   hoofdletter
mak   behoorlijk, billijk, eigenzinnig, gedwee, gehoorzaam, getemd, gewillig, handelbaar, handzaam, humaan, krachteloos, mat, redelijk, tam, vermoeid, verstandig, volgzaam, zachtaardig 
mak worden - temmen
makaak - langstaartaap
makaron – amandelkoekje, bitterkoekje, koekje, makron, wrong
make up   crème, lippenstift, lipstick, lotion, mascara, nagellak, opmaak, opmaaksel, poeder, rouge, schmink, verf, zeep
makelaar   bemiddelaar, koppelaar, tussenhandelaar, tussenpersoon, zaakbezorger
makelaarsboekje   carnet 
makelaar in wedrennen - bookmaker
makelaarschap - makelaardij, makelarij
makelaarsloon   courtage, makelloon , provisie 
makelaarsvak uitoefenen -  makelen
makelloon - courtage, provisie
makelij - bouw, constructie, fabricaat, maaksel
maken - aanbrengen, creeren, fabriceren, herstellen, knutselen, leggen, ontwerpen plaatsen, produceren, repareren, samenstellen, scheppen, smeden, toevoegen, uitvoeren, veranderen, verrichter, verstellen, vervaardigen, voortbrengen,  vormen, wrochten
maken tot - verwerken
maker van een film - cineast, kineast
maker van films - cineast
maken van gevolgtrekkingen - redeneren
maken van spectrumfoto's - spectrografie
maken wat gebroken is - boeten
maken wat gescheurd is - boeten
maker   auteur, bouwer, constructeur, fabrikant, hersteller, ontwerper, producent, samensteller, schepper, verrichter, versteller, vervaardiger 
maker van het eerste zakuurwerk    Henlein
maker van het paard van Troje - Epeus
maker van houtskool - kolenbrander
maker van huizen - bouwer
maker van koekvormen - prentsnijder
maker van moeilijkheden - herrieschopper, provocateur, troublemaker
maker van Pandora - Hephaestos, Hephaistos
maker van parketvloeren - parketteur
make-up - crème, dagcrème, lippenstift, lipstick, lotion, mascara, nachtcrème, nagellak, ogenschaduw, opmaak, opmaaksel, opmaken, poeder, poeieren, rimmel, rouge, schaduw, schmink, verf, verven
make-up aanbrengen -  opmaken, poederen, poeieren, schaduwen, schminken, verven
making - legaat
maki's - halfapen, lemuren
makkelijk   eenvoudig, gedwee, gemakkelijk, gemakzuchtig, geriefelijk, handelbaar, licht, practisch, simpel
makkelijk baantje   sinecure 
makkelijk breekbaar - bros
makkelijk te begrijpen   duidelijk, eenvoudig, helder, klaar, logisch, simpel
makker - amice, compagnon, gabber, genoot, gespeel (dichterlijk), gezel, kameraad, kornuit, lotgenoot, maat, metgezel, partner, schoolvriend, sodalis, speelgenoot, speelmakker, vriend, vrind
makker (Barg.) - gabber
makker (Eng.) - fellow
makkertje - kameraadje
makkes - klap, slag
ma(k)ko - katoensoort
mak maken - dresseren, temmen
makreel - dorade, goudmakreel, pooier, souteneur, tonijn, trekvis
makreelachtig visje - hors, loodsmannetje
makreelachtige vis - albikoor
makron   koekje, makaron, wrong 
makuba - snuiftabak
mal   absurd, bespottelijk, crazy, dol, dwaas, gek, grappig, idioot, kaliber, kalverachtig, kinderachtig, mats, mesjoche, model, mottig, ongewoon, onnozel, onwijs, onverstandig, onzinnig,  patroon, raar, simpel, sjabloon, uitslag, voorbeeld, vorm, vreemd, zot
mal aanwensel - tic
mal, kleingeestig gedoe - chinoiserie
mal mens   idioot, malloot
mal op spoorwegstations - laadmal, laadprofiel
mal persoon - malloot
mal voor verpakking van anijszaad - kabas
mal wicht   malloot
malachiet - kopererts, kopergroen
malafide - kwaadwillig, louche, onbetrouwbaar
malaga - morgenwijn
malaise   crisis, depressie, narigheid, regressie, slapte
malaise in zaken - regressie
malaria   moeraskoorts, paludisme, tropenkoorts
malariamug   anofeles, muskiet
malariamuskiet - anofeles
malariaparasiet - plasmodium
Malawi, bevolkingsgroep van - Ngoni, Nkonde, Nyanja
Malawi, hoofdstad van - Zomba
Malaya, bewoner van het binnenland van - Sakai
Malaya, deelstaat van - Djohore, Kedah, Kelantan, Malakka, Pahang, PenangPerak, Perlis, Selangor, Trengganu
Malaya, hoofdstad van - Kuala Lumpur
malaxeur   deegmachine, kneedmachine
mal a propos - misverstand
malcontent   misnoegd, ontevreden 
maldegeer - gentiaan
maledictie - verwensing, vloek
malefijt - stormvogel
Maleier - Alfoer, Batak, Buginees, Daja, Georgetown, Igorot, Ipoh, Kangar, Malakka, Toradja
Maleis dorpshoofd - kapalla
Maleis epos - Mahabharata, Ramayana
Maleis gordijn - klamboe
Maleis heer - toean
Maleis poppenspel - wajang
Maleis schiereiland   Malakka 
Maleis touw - tali
Maleis voor mens - orang
Maleise beer - berouwang, broeang, honingbeer, kroeang,
Maleise dakbedekking   atap 
Maleise dolk - kris
Maleise heer - toewan
Maleise kindermeid - baboe
Maleise koe - sapi
Maleise maand   agoestoes, djoeli, djoeni, pebroewari
Maleise markt - pasar
Maleise munt - dollar
Maleise ontkenning - tida
Maleise rijst - padie
Maleise rijstdrank - arak
Maleise staat - Johore, Kedah, Kelantan, Malakka, Pahang, Penang, Perak, Perlis, Selangor
Maleise suiker - goela
Maleise titel - raja, sultan
Maleise weekdag   djoemahat, kemis, minggoe, rebo, selasa, saptoe, senen
Maleise werkman - toekang
Maleise winkel - toko
Maleisië, deel van - Malaya, Sabah, Serawak
Maleisië, vroeger deel van - Singapore
Maleisische munt   dollar
malen   afbeelden, begeren, beschrijven, draaien; fijnmaken, kauwen, kweernen, mijmeren, peinzen, schilderen, tekenen, wentelen, woelen, ijlen, zaniken, zeuren
malen (het) - maling
malende - geschift
malentendu - misverstand
maler - molenaar, schilder
malheur - gebrek, ongeluk(je), ongeval, pech 
Mali, hoofdstad van - Bamako
Mali, stad in - Kayes, Nopti, Segou,Sikasso
malice - arglistigheid, boosaardigheid
malicieus - boosaardig, guitig, moedwillig, ondeugend, verraderlijk
malie   kolfhamer, maas, maliënkolderringetje, netmaas, opening, ringetje, schoenveteroogje, trens, vetergaatje, vetergat, veterstift
malie van een rijgsnoer - nestelbeslag
maliebaan- kolfbaan
maliebal - kolfbal
maliehuis - herberg
maliënkolder - pantserhemd
maligne oedeem - gasgangreen
maling   brui, lak, maalstroom, mijmering, mijmerij, onrus, ootje, spot, veiling
malingen    lijntrekker, simulant
malinger - lijntrekker, simulant, talmer
Malinke - Mandinke
Malinke, rijk der - Malirijk
Malinke, stad der - Tomboektoe
malkaar - elkaar, elkander, malkander
malkander   elkaar,mekaar
malkruid - bilzenkruid
malle   trens, oogje
malle   dwaas, gek, gekkerd, grappenmaker, nar, idioot
malle daad - malheid
malle Jan - oets
malle kerel - kwast, maf, malloot
malle praat - aperij
malle streek   capriool, escapade, gril, grol, kuur, kwinkslag
malle vertoning - paskwil, spotternij
malle vrouwenhoed - toot
malleabel - hamerbaar, rekbaar, smeedbaar
mallejan - boomezel, boomwagen, hellewagen, heurst, oets
mallemolen   draaimolen,  carrousel,
mallen   grappen, schertsen, stoeien 
mallepraat - aperij, dwaasheid, gekheid, geleuter, klets(koek), larie, nonsens, onzin, poespas 
mallerd – dwaas, gek, malloot
malleus - droes
mallewagen - mallejan
malligheid   aperij, dwaasheid, gekheid, idioterie, kwak, kunst, los, oele, sottise, zonerij, zotternij .
malloot   dwaas, gek, gekkerd, grapjas, idioot, kwast, maat, mallerd, paljas, pias, zot
Mallorca, hoofdstad van - Palma
Malorka, stad op - Arta
mallotig - gek, waanwijs, zot
mal mens - idioot, malloot
mal of vorm - model
malpighische lichaampjes in de nier - glomeruli
mals   mollig, sappig, vers, week, zacht 
mals en vol sap - sappig
mals en zacht - week
mals maken - mortificeren
malt - mout
Malta   Milete
Maltakoorts - brucellose
maltentig   nauwgezet, zindelijk
maltose   moutsuiker
Maluku - Molukken
Maluku, een der - Ambon, Buru, Halmahera, Seram
malva - dessertblad, kaasjeskruid
malvacee - abutilon, althaea, gossypium, hibiscus, lavatera, malope, malva, sida, urena
malve - kaasjeskruid, lichtpaars, maluwe, malva, mauve
malveachtige plant - altheamheemst, keesjesbloem, keesjeskruid, stokroos
malveachtigen - malvaceeën 
malversatie   knoeierij, verduistering 
malvezij - malmsey, malvasia, malvoisie
malwicht - malloot
mam - moeder, uier, (vrouwen)borst
mama   ma, mem, moe, moer, moes, mams, mamma, moeke, mammie, moeder
mammoetboom - sequoiadendron
mams   zié: mama
mammoetboom - sequoia
mannekenskruid - kamperfoelie
man - bink, echtgenoot, eega, gade, gemaal, golem, gozer, heer, heerschap, homunculus, individu, kerel, klant, knul, koper, leurder, matroos, meneer, mens, manspersoon, partner, persoon, pief, persoon,  soldaat, tegenpartij, vent, venter,
man aan het roer - stuurman
menagement - beheer, beleid, bestuur, directie, leiding
managen - besturen, fiksen, leiden
mannetjes - kamperfoelie
man die briefjes uitdeelt - billeteur
man die geleidt - geleider
man die kosten mag dragen - sijmen
man die om aalmoes vraagt - bedelaar
man die scheepswerk verricht   matroos
man die teert op zijn vermogen - rentenier
man die vilt - vilder
man en vrouw   echtelieden, echtpaar
man ervaren in het bereiden van spijzen   kok
man met gezag   autoriteit, gezagsdrager 
Man, katteras op - Manx-kat
Man, wetgevende vergadering van - tynwald
man met werkelijkheidszin - realist
man van - zie familiebetrekkingen
man uit bepaalde Mongoolse volksstam   tartaar 
man uit een stuk   kerel, vent 
man van Abigail - Nabal
man van adel   baron, edeling, edelman, graaf, hertog, jonkheer,  markies, prins, ridder
man van Athalia - Joram
man van Bathsebab - Uria
man van Delila - Simson
man van de wetenschap   geleerde, wetenschapper, wetenschapsman
man van enige als jachtvogel gebruikte roofvogel - tarsel
man van grote afmetingen   enak, goliat, kolos, reus
man van hoge geboorte   edeling, edelman, prins
man van kleinburgerlijke bekrompen opvattingen - filister, proleet
man van wie de vrouw is gestorven    weduwnaar
manager   administrateur, beheerder, bestuurder, chef, directeur, gerant, impressario, leider
managerziekte - hypertensie
Manavadharnasjastra, volgens overlevering samensteller van - Manoe
manbaar   huwbaar, rijp, viriel, volwassen
manbaarheid - nubiliteit, viriliteit
manche - heat, rit (bij wielerwedstrijden), serie
manchester - corduroy, ribflueel 
manchet   boord, boordsel, handboei, handboord, lob, lub, paternoster (barg.), ring, schuimrand, verbindingsriem
manco   deficit, gebrek, gemis, tekort(koming)
mand   bak, balie, ben, bun, haander, kaar, kalebas, k(a)naster, karbies, korf, paander, tobbe, wan
mand op vissersboot - bramak
mand van bamboe waarin suiker verzonden wordt   krandjang
mand voor tabak - seroen
mandaat   autorisatie,  lastbrief, machtiging, mand, permissie, toestemming, vergunning, verlof, volmacht 
mandaatgebied van Engeland tot 1948   Palestina
mandaatsysteem -  trusteeship, voogdijschap
mandarijntje - clementine
mandataris   gevolmachtigde 
mandau - zwaard
mandefles   demijohn 
mandement - vermaning
mandemie - mandewerk, mannequin, pasmodel, paspop
mandenwagentje - bendie
manderkruid - gamander
manderijneend - pronkeend
Mandestam - Gbande, Kpelle, Tonna
mandewagen   jardinière, keilewagen, kinderwagen, panier
Mandeeërs - Soebba 
mandje - ponder, slof
mandoer (Ind.)   meesterknecht, opzichter, ploegbaas
mandoline, primitieve - mandola
mandorla - aureool
mandragora - alruin
mandril - baviaan, bosduivel
mand van bamboe - krandjang
mand voor tabak - seroen
manege   piste, rijschool 
manegezweep - chambrière
manen - aandringen, aanmanen, aanporren, aansporen, aanwakkeren, bezweren, geesten, herinneren, nekharen, nopen, ontbieden, opwekken, sporen, waarschuwen
manen van Saturnus - Dione, enceladus, hyperion, Mimas, Phöbe, Rhea, Themis, thetis, Titan
manen van Uranus - Ariël, Oberon, Titania, Umbriël
manenrob - zeeleeuw
man en vrouw - echtelieden, echtpaar, gehuwden, stel
manenwolf - jakhals
manenzwijn - knobbelzwijn
maner - aandringereiser
manette - handvat, hendel
mangaan   mn
mangaanarseniaat - armangiet
mangaanblende - alabandiet
mangaanhoudend mineraal - juddiet
mangaankies - haueriet
mangaanoxyde - bruinsteen, mangaanzwart
mangat - tankopening 
mangel   afwezigheid, amandel, fout, gebrek, ontstentenis, strijkmachine, wringer
mangel hout - mangrovehout
mangel pers - amandelpers
mangeld   weergeld
mangelen   gladmaken, kalanderen, ontbreken, persen, pletten, ruilen, verwisselen, wringen
mangeling (Z.N.) - ruil
mangelwortel - mangelbiet, voederbiet
mangen - bedelen, vragen
manggis - mangostan, vrucht
Mangkoenagoro - Soesoehoenan (prins van Soerakarta Indon.)
mangoest - mungo
mangrove - wortelboom
mangroveboom - api-api
manhaftig   allure, courageus, dapper, fasson, gebruik, kloek, kloekmoedig, koen, modus, moedig, moedig, manmoedig, mannelijk, parmantig, strijdbaar, trant, viriel, zede
manhaftigheid - dapperheid
manhol - mangat
maniak   bezetene, dwaas, fanaat, gek, verslaafde
manicheeër - manesaanhanger, schuldeiser
maniakaal - dwaas
manie   bevlieging, bezetenheid, furor, gewoonte, hartstocht, ingenomenheid, marot, narrenstok, opgewondenheid, rage, razernij, verslaafdheid, verzotheid, voorliefde, waanzin, zucht,
manie om over zichzelf te spreken - egotisme
manier - aard, allure, fagon, gebaar, gebruik, gedragslijn, genre, gewoonte, handel(ing), handelwijze, houding, klemtoon, manipulatie, methode, modus, nadruk, omgangsvorm, optreden, ras, schakering, soort, stijl, tint, toon, trant, voege, vorm, weg, wijze, wijs, zin, zotskolf 
manier om iets te verrichten - kunst
manier, op bepaalde - amfitheatersgewijs, droppelsgewijs, lachenderwijs, perceelsgewijs, percentsgewijs, schertsendergewijs, schroefsgewijs, schubsgewijs, slaagsgewijs, spiraalsgewijs, staaksgewijs, steelsgewijs, stoetsgewijs, straalsgewijs, stuksgewijs, toevalligerwijs, troepsgewijs, verhalenderwijs, volgenderwijs, vragenderwijs, zigzagsgewijs 
manier van aanvatten - handgreep
manier van arbeiden   methode, werkwijze 
manier van doen   air, allure, gedrag(ing), handelen, handelswijze, lijn, optreden, pose, stijl,  
manier van eten   eetgewoonte
manier van gedragen   stijl
manier van handelen   gedrag, optreden
manier van iets te zeggen - inkleding
manier van inenten - griffelen, occuleren, vaccinatie
manier van lachen - giechelen, grijnzen, schateren
manier van laten doen - handelen
manier van lopen   draf, drentelen, gang, galop, hinken, huppelen, schommelen, slenteren, stap, stappen, telgang, tred, tred(en), waggelen
manier van onderwijs   methode 
manier van optreden   allure, allures, gedrag, gedraging, houding, trant
manier van praten   babbelen, kletsen, spreken,
manier van schilderen   peinture 
manier van schrijven - stijl 
manier van spreken - ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands), geaffecteerd, plat, spraak, zegswijze
manier van toepassing - applicatie
manier van uitdrukken - bewoording, formulering
manier van verkopen   aanbieden, aanpraten, aanprijzen, afmijnen, opbieden, veilen, vendutie, verloten
manier van werken   methode, stijl, werkwijze
manier van zeggen - spreken
manier van zeilen   laveren 
manier van zingen -  galmen, jodelen, lallen, neuriën
manier waarop men leeft - leefwijze
manieren   allures, atsoen, gedrag, gemanierdheid, mores
manierlijk - fatsoenlijk, maniëristisch, welgemanierd
maniertje - foef, kunstgreep, truc
maniërisme - gekunsteldheid, stijlperiode
manifest   bekendmaking, betoog , blijkbaar, duidelijk, geschrift,oorkonde, verklaring
manifestant   betoger 
manifestatie   betoging, demonstratie, happening, vertoning, verschijning, voorstelling
manihot   broodwortel, cassave, maniok
manilla - tabakssoort
manillahennep   abaca 
manillapapier - pakpapier
maning tot stilte - st
maniok   broodwortel, cassave, manihot
maniokmeel - tapioca
manioksap - cabiou
manipulatie - beinvloeding, handgreep
manis - schubdier
manis (Ind.) - zoet
manivel - draaikruk, zwengel
mank - gebrekkig, invalide, kre(u)pel 
mank gaan - hinken, kwalijk
mankement - defect, euvel, fout, gebrek, gemis, letsel, lichaamsgebrek, manco, ongeluk, pech, storing, tegenslag, tekort, verwonding
mankeren   haperen, missen, ontbreken, schelen, tekortschieten 
mankerend   afwezig, ontbrekend 
mank gaan - hinken
mankpoot - kreupele
manlui - manvolk
manmoedig   dapper, flink, heldhaftig, kloek, koen, kordaat, manhaftig, masculinum, moedig, strijdbaar 
manna - hemelbrood
mannagras - glyceria, vlotgras 
mannaklaver - sierplant
mannastof -pauspeer
mannasuiker - manniet
mannejas - frak
mannelijk   dapper, flink, kloek, koen, krachtig, masculinum, mnl., moedig, potent, Spartaans, stoer, strijdbaar, viriel
mannelijk beeld onder balkons - persiek
manlijk beroep - installateur
mannelijk dier   beer, bok, dar, doffer, enter, erpel, ganzerik, geitebok, gent, haan, hengst, kater, os, ram, rammelaar, reebok, rekel, repelaar, reu, rinkel (vos), ruin, stier, tarsel woerd
mannelijk hert   reebok
mannelijk hormoon - androgeen
mannelijk huisdier   kater, reu 
mannelijk insekt   dar 
mannelijk kind - zoon
manlijk lid - fallus, pik, roede
mannelijk lid van een koor - bariton, bas, tenor, zanger
mannelijk paard - hengst
mannelijk persoon   heer, jongen, kerel, knaap, knul, man, mhr., mijnheer, (It.) signor, vent 
mannelijk rund   bul, os, stier
mannelijk rijm - eindrijm
mannelijk schaap - ram
mannelijk sieraad   baard, sik, snor 
mannelijk van zeevrouw   meerman 
mannelijk zaad - sperma
mannelijk zoogdier   beer, bok, enter, hengst, kater, ram, reu, stier 
mannelijk zwijn - keiler
mannelijke duif - doffer
mannelijke haas - rammelaar
mannelijk haring - milter
mannelijke heilige - sant, sint
mannelijke heks - weerman
mannelijke hennep - femel
mannelijke herkouwer - stier
mannelijke hormonen   androgenen 
mannelijke huisbediende - butler
mannelijke kloosterling - monnik
mannelijke meermin - meerman
mannelijke olifant - bul
mannelijke plant van de hennep - gelling, gemel
mannelijke roede (Lat.) -  phallos, phallus
mannelijke roede (med.) - penis
mannelijke vis - hom, hommer
mannelijke vogel - tersel, woerd
mannelijke zangstem   bariton, bas, falset, tenor 
mannelijkheid   viriliteit 
mannen - aankunnen, manlui
mannen van adel - edelen
mannen van het behoud - conservatieven
mannenhaat   misandrie
mannenhemd - shirt
mannenkoor - liedertafel
mannenkraambed (bij Indianen)   couvade
mannenliefde - androfilie, filandrie
mannenmuts - kaproen
mannenontucht - pederastie 
mannenschuwheid -  misandrie
mannenstem   bariton ,bas, tenor
mannenverleidster - vamp
mannequin - etalagepop, ledepop, mandemie, marionet, toneelpop
mannetje - baasje, kereltje, ventje
mannetjesbij - dar, hommel
mannetjesbunzing - ram, rammelaar
mannetjesdier   beer, bok, enter, hengst, kater, ram(melaar), reu, stier 
mannetjeseend - erpel, woerd
mannetjesduif   doffer 
mannetjeseend   erpel, woerd
mannetjesgans   gander, ganzerik , gent
mannetjesgeit   bok, geitebok
mannetjeshaas   rammelaar 
mannetjesharing - geltharing, hommer
mannetjeshoender - haan
mannetjeshond   rekel, reu 
mannetjes kat – kater
mannetjeskip - haan
mannetjeskonijn – ram(melaar)
mannetjesmarter – ram(melaar)
mannetjesnoot - muskaatnoot
mannetjespaard   hengst, ruin
mannetjespaard, gesneden - ruin
mannetjesparkiet - man
mannetjesputter   bataaf, kerel, reus, vent 
mannetjes roofvogel   tarsel 
mannetjesschaap   ram 
mannetjessnoek – jager
mannetjessperwer - musket
mannetjesvalk   taleke, tersel 
mannetjesvaren - dryopteris
mannetjesvarken   beer 
mannetjesvis – hom(mer)
mannetjesvogel   erpel, gander, gent, haan, tarsel, tersel, woerd
mannetjesvos - reu, rekel, rinkel 
mannetjeswezel - ram(melaar)
mannetjeswolf   rekel
mannin - kenau, manwijf, virage
mannitol - mannasuiker
mannose - suiker
manoeuvre   bestuur,  intrige, list, oefening, wending
manoeuvreren - draaien, keren, loodsen
man of kerel - knul
manometer - drukmeter, stoommeter
mans - flink, geldbakje, krachtig, sterk
mansarde   zolderkamer 
mansbloed - harnaskruid, St-Janskruid
mansbroeder - zwager
manschappen - hens, schepelingen, soldaten
mansfelder - mannetjesputter, manwijf
Mansjoerije, deel van - Heiloengtjiang, Ktim,Liauning
manslag   doodslag, moord
mansoir - afstammeling
mansoor - asarum, hazelwortel
manspersoon   heer, kerel, man, meneer, heerschap vent, 
mante - boerka, burka
mantel   almaviva, boerka, burnoes, jas, cape, overjas, overkleed, raglan, shielding
mantelaap - baviaan
mantelanjer - tunica
mantel der Arabieren   boernoes
mantel der Kaukasische  - boerka  
mantel die over een badkostuum wordt gedragen   badmantel, strandmantel
mantel gedragen door Griekse vrouwen in de oudheid   peplos
mantel, lange - huik
mantelaap   baviaan
mantelachtig kleed - talaar
mantelachtig overkleed - pepion, peplum
mantelanjer - tunica
manteldieren - appendicularia, ascidiacea, larvacea, salpen, thaliacea, tunicata, zakpijpen
manteldoek - poncho 
manteline - kapmantel
mantelkap - capuchon, kovel
mantelkostuum - complet, mantelpak
mantelpakje - dameskostuum
manteltje   mantille, pelerine
manteline   kapmantel
mantelstof - eskimo, flaus
mantelvormig priesterkleed - kooraaf, koorkap
mantel zondr ceintuur - swagger
mantel zonder mouwen - falie
mantiek - waarzeggerskunst
mantille   manteltje, pelerine
mantilla (Sp.) - sluier
mantrie - ambtenaar, opzichter
manuaal   dagregister, handbeweging, handboek, handgebaar, handklavier, handvaardig, klavier, journaal, register,  toetsenrij
manueel - handvaardig
manufacturen - ellengoed
manufactuurzaak - ellenwinkel, lapjeswinkel
manuldruk - drukprocédé
manuscript - handschrift
Manusje-van-alles - factotum, knutselaar
manuscript uit de middeleeuwen - codex
manuscript voor een film - script
manquette - schaal(model)
maquileren – opmaken, schminken
man van adel - aristocraatbaron, edeling, edelman, graaf, hertog, jonkheer, markies, prins, ridder
man van grote afmetingen - beer, kolos, reus, tiran
man van de wetenschap - geleerde, wetenschapper, wetenschapsman
man van wie de ehtgenote overleden is - weduwnaar
manwijf - haaibaaikenau, virago
manziek   andromaan, nymfomaan
map - brieventas, bundel, dossier, etui, klapper, omslag, ordner, portefeuille
map met papierklem - ordner
mappemonde - wereldkaart
maquette - model
maquillage - blanketsel, blanketten, (het) schminken
maquis - kreupelhout
mara - pampahaas
maraboe   boa, grafkapel (van de marabout, ooievaar 
maraboet - kluizenaar, krop(ooievaar)
marasquin - kersenlikeur 
Marathen - Mahratten
marathon - hardloopwedstrijd, wedren
marbel - knikker
Marburg - Maribor
marcassiet - kattengoud, vuursteen, zwavelkies
marchanderen - bieden, dingen, handelen, loven, pingelen, rommelen, tawarren
marchandise   handel, koopwaar
marche - mars
marcheren - gaan, lopen, vorderen, vooruitkomen
marchese (It.) - markies
marcia (It.) - mars
marconigolf - radiogolf
marconigram - radiotelegram
Marconi's uitvinding - radio
marconist   (radio)telegrafist, seiner
marconistenhut - radiohut
Marcus   Marc. 
mare - bekendmaking, bericht, boodschap, gerucht, maar, meer, mededeling, melding, nachtmerrie, nieuws, tijding, verhaal
maréchal (Fr.) - gendarmerie, maarschalk, M.P.,
marechaussee - gendarme
marel   grutto
maren - kirren, tegenwerpingen (maken)
marene - zalm
maretak   mistel, mistletoe, misteltak, vogellijm
margariet - kalkglimmer, krispelhout, madeliefje, margriet
margarine - boter, kunstbeter
margarinezuur - heptadekaanzuur
marge - grens, kantlijn, limiet, rand, ruimte, speelruimte, speling, strook, verschil
marlage   huwelijk
marge   kantlijn, limiet, rand, ruimte, speling, strook, verschil
marginaal - minimaal
marginale aantekeningen - kanttekeningen, marginaliën
margriet - ganzebloem, johannesbloem, krentenbrood, osseoog
Mariabedevaartplaats - Lourdes
Mariabeeld   madonna, piëta
mariadistel - silybum
mariage - huwelijk
mariaglas - gipsspaat
mariakaakje - biscuit
Mariakerk - O.L.V.-kerk
mariaklokje - tuinklokje
mariamaand - meimaand
Marianen, district der - Rota, Saipan
Marianen, een der - Guam
Marianen, hoofdstad van de - Siam
Marianen, ontdekker der - Magelhaens
Marianen, oorspronkelijke bewoners der - Chamorro, Ladronen
mariaschoen - venusschoen, vrouweschoen
Maribor - Marburg
Marienburg - Malbork
marietteklokje - campanula
marihuana - hasj(isj), hennep
marihuanaplant - hennep
marihuanapreparaten – pot
marihuana roken - blowen
marimba - xylofoon
marine - donkerblauw, vloot, zeeleger, zeemacht, zeewezen 
marinebasis - Den Helder
marineblauw - donkerblauw
marineeenheid - eskader, smaldeel, vloot
marinekadet - adelborst, leerling 
marineofficier - admiraal, commandeur, kapitein, luitenant
marineonderofficier   bootsman, konstabel
marinerang - admiraal, commandeur, schout-bij-nacht
marineschip   dreadnought, duikboot, fregat, kruiser, mijnenlegger, mijnenveger, slagschip
marinesoldaat - korporaal, kwartiermeester, matroos
marineterm voor douchen - mandiën
Marine Vrouwen afdeling - marva, milva
marinier - jantje, krijgsman, marineschepeling, militair, zeesoldaat
marinisme - navalisme
marionet   bamboche, pop, ledepop, le(d)eman, stroman toneelpop, trekpop
marionettenspel - popenspel, ronzebons
Maristen, stichter der - Colin
maritiem - zeevarend
Maritza - Marica
Maritza, oude naam van de - Hebros
marjolein - heestergewas, majoraan
mark   dm.,gemeente, grens, grensgewest, grensland, hemmerk, hemrik, maalschap, mk.
markant - bijzonder, frappant, kenmerkend, treffend, opmerkelijk, sprekend
Marken, hoogte op - werf
Marken, werf op - Havenbuurt, Kerkbuurt, Kets, Wittewerf
markeren   aanduiden, aangeven, afbakenen, merken, opschrijven, stempelen, tellen
markering - aanduiding
marketentster   zoetelaar(ster)
Marketentster, mannelijke - markententer
marketing - afzetbeleid
markeur - hark, merker, oppasser, teller
markgerecht - holting
markgraaf   marchese (It.),  markies
markgraafschap - markizaat
markies   luifel, marchese, markgraaf, zonnescherm
markies   markgraaf
markizaat - markgraafschap
markizin - marktgravin
markje -fiche, speelpenning
markoen - koningszeer
markotten - marcotteren
markpaal - grenspaal
markt   afzet, afzetgebied, beurs, brink, bijeenkomst, dorpsplein, forum, handel, marktprijs, pasar, plein, verkoopplaats
markt in Indonesië   pasar, passar 
markt (Lat.) - forum
markt (Mal.) - pasar
markt (Turks/Perz.) - kan
markt voor oude kleren   lorrenmarkt, rommelmarkt, vlooienmarkt, voddenmarkt
markt voor snijbloemen en vaste planten - bloemenmarkt
marktbericht - mercuriale, notering
marktbeweging - trend
marktfeest - braderie, winkelweek
marktgebouw - hallen,  waag 
marktgeld - kraamgeld, marktkoopman, marktrecht, staangeld
marktgraaf - markies
markthandelaar - kramer, standhouder, standmaker, standwerker
marktkoopman -  kramer,  standmaker, standhouder, standwerker
marktkraam - marktplein, shob, stal(letje), stand,  tent, uitstraling
marktplaats - bazar, marktplein, passar, pera, plein
marktplaats in Tanger - sokko
marktplaats voor textiel - lakenhal
marktplein - bazar
marktplein in het oude Rome   Forum
marktplein (Grieks)   agora 
marktplein in het oude Rome - Forum
marktprijs - koers, markt
marktrecht - staangeld
marktschreeuwer - kwakzalver
marktstal - kraam
markttentje   kraam, shob 
markttoespraak - boximent
marktverkoper   standwerker 
marktvorm - monopolie, monopsonie
Marlborough, hoofdstad van - Blenheim
Marlpriem - taarts
marmel   knikker, marbel, marmbol
marmelade - jam,  vruchtenmoes
marmer - albast, calcium, kalksteen
marmer (gekorreld) - graniet
marmerader   vlam
marmerbeenziekte - hyperostose, osteopetrosis
marmeren knikker   alicas 
marmeren mausoleum van keizer Djesehan - Tadsjmahal
marmerklurig verven - marmeren
marmersoort   africano, albast, campam, carrara, fleuri, griotte, napoleonmarmer, portoz, stalacito
marmersteenmortel - pleisterkalk
marmiet (Fr.) - ketel
marmot - bergrat, knaagdier, monsterkoffertje,  mormeldier, pop, scheldwoord
marmot (Lapland) - lemming
marmot in Noord-Europa - lemming
Marne-et-Loire, hoofdstad van het departement - Angers
marode - armoede, gebrek, roverij, stroperij
maroderen - plunderen
marodeur - stroper
marokijn - geitenleer, saffiaan
Marokkaan   Arabier, Berber, Moor
Marokkaans gerecht   koeskoes 
Marokkaanse grensplaats - Oudja
Marokkaanse havenplaats - Tanger
Marokkaanse hoofdstad - Rabat
Marokkaans kustgebied - rif
Marokkaans leer   mocarin, marokijn
Marokkaans tuchthuis   presidio
Marokkaanse ambtenaar - amel 
Marokkaanse grensplaats - Oudja
Marokkaanse munt   dirham, franc
Marokkaanse stad    Agadir, Casablanca, Fez, Rabat Marokkaanse vorst   Hassan 
Marokkaanse zandwind - sahel
Marokko - Marrakesj
Marokko, hoofdstad van - Rabat
Marokko, kaap in - Rhiz
Marokko, rechter in - caid
Marokko, rivier in - Beht, Beth
Marokko, stad in - Awli, Azroe,Casa-Blanca, Fez, Kenitra, Marrakesj, Meknes, Oudja, Rabat, Safi, Tanger, Taza, Tetuan
marokijn - geiteleer
Marokijnleer - saffiaan
Marquesas eilanden, een der - Hivaoa, Nukahiva
Marquesas eilanden, hoofdstad der – Atuona
maroquinnerie - marokijnwerk
marot    manie, narrenstok, stokpaardje, zotskolf
marren - wachten
marron - bosneger
Mars   Ares
mars - korf, muziekstuk, planeet, tocht, trek, rugkorf, trektocht,  voettocht, voorwaarts
mars van een kramer - kiep
marsala - wijn
marsbanker - hors(makreel)
marsdrager    straatkoopman, venter
Marseille, oude naam van - Massilia
marskramer - leurder, venter
Marshalleilanden, een der - Bikini, Eniowetok, Kwajalein
maeselia - crenata, klaverblaadje
marsepein - amandelbrood, amandelspijs,  orgeade
marsilea - klaverblaadje, varen
marsileacee - pilaren
marskramer   leurder, venter 
Marsmaan - Deimos
marsmast - marssteng
marstempo   marcia
marsvaardig   mobiel, paraat, verplaatsbaar 
marsvaardig maken - mobiliseren
marsvaardige afdeling troepen   patrouille, piket
mars van een kramer - bloedgetuige, lijder, martelar
marszeil - dakar
marteel   disselhamer, hamer
martelaar   belijder, bloedgetuige, folteraar, gepijnigde, lijder, tobber
martelaarsboek   martyrologium, memorboek 
martelarij   foltering, knoeierij, tobberij
martelen - afbeulen, geselen, folteren, kwellen, pijnigen, pijn doen, torqueren
martelgang - lijdensweg
marteling   geseling, foltering , kwelling, pijniging, pijn doen, radbrakentortuur
martelgang   lijdensweg 
martelwerktuig - duimschroef, rad, rek, roe, roede
marter - fluwijn, steenmarter  
marterachtigen - mustelidae
marterachtig dier   
 3   das, ram, unk
 4   fret, mink
 5   aonyx, nerts, otter, ratel, sabel, skunk, tayra, wezel 
 6   fluwijn, grison, marter
 7   bunzing, fluweel, ictonyx, teledoe, zorilla
 8   galictis, hermelijn, stinkdas, visotter, zeeotter
 9   honingdas, sabeldier, stinkdier, veelvraat
10  boommarter, edelmarter
11  poecilictis, poecilogale, reuzenotter, sabelmarter,
      steenmarter
marterachtig, familie der - dassen, marters, otters, ratels, skunks
marterachtig roofdier   das, otter 
martersoort - sabel
martiaal - krijgshaftig
martiniet - asbertcement
Martinique, hoofdstad van - fort-de-France
martyniacee - gemshoren
martyrologium - martelaarsboek, martelaarslijst
Marwar - Jodpfur
marxisme   communisme 
Maryland, hoofdstad van - Anapolis
marxistisch begrip   meerwaarde, proletariaat
marxistisch filosoof   Engels, Lenin
maryland - tabakssoort
mascotte   amulet, fetisj, gelukspop, scapulier 
masculinum   m., mannelijk, masc.
Maskarenen, een der - Mauritius, Réunion, Rodrigues
masker   dekmantel, gelaatsafdruk, mascara, mom, mombakkes, passepartout, topeng (Ind.), vermomming
masker van de meikever - elft
maskeraap - mormon
maskerade - pierrot,  vermomming
maskeradespeler (Ind.) - tikar, topeng
maskeren   bedekken, verbergen, verbloemen, verhullen, vermommen 
maskerplant - nachtschade
masochisme en sadisme - algolagnie
massa - bende, berg, boel, bulk, drom, heleboel, hoeveelheid, hoop, horde, kudde, legio, menigte, overvloed, stapel, veel, verzameling, vleet, volk, volop, zee, zwerm, zwik
massa ongeordende dingen   rataplan
massaal   enorm, geweldig, groot, groots, samenhangend 
massaal vertrek - uittocht
Massachusetts, hoofdstad van - Boston
massacre   bloedbad, fiasco, gruwelmoord, slachting 
massage   effleurage, pétrissage, spierwrijving, tapotage 
massage, soort - effleurage, frictioneren, petrissage, tapotage, tapotement, trissage, vibreren, wrijven
massa mensen - drom, schare
massa water - eceaan,zee
massa waterdamp - wolk
massé - kopstoot
massematten - handel, negotie
masseren - drukken, kneden, oeroeten, pidjetten (Ind.) , wrijven
massicot - loodoxyde
massief   berggroep, compact, gebergte, hard, hecht, kolos, sterk, stevig, vast, vol, zwaar
massief worteldeel - knol
massificatie   massavorming 
mast - achtermast, dennenboom, hoofdmast, kleedgeld, klimpaal, mastboom, paal, pijnboom, scheepspaal, telefoonpaal, televisiemast, varkensvoer, vlaggenstok, voormast,
mast die voor op een schip staat   voormast
mast neerleggen   reggen
mastaba -  graf
Mastabelenland - Rhodesia
mastaba -  graf
mastbalk - ra
mastbok   mastkraan
mastboom - den, paal, pijnboom, scheepsmast
mastdeel   ra
mastepaal - funderingspaal
master of sclence   M.SC.
mastgat van een schip - vissing
masticatie - kauwproces
masticot - soda
mastiek - asfalt, harssoort, kitlijm, koolteer, stopverf
mastiekkruid - borstelkruid, kattekruid
mastiff - dog
mastkorf   kraaienest
mastkraan   mastbok
mastodont - olifant (voorwereldlijke)
mastozoön - zoogdier
mastpiepertje - goudhaantje
mastukkruid - borstelkrans, kattenkruid, zelfbevrediging
masturbatie    onanie, zelfbevlekking 
masturberen - onaneren
maststut - loefbalk
masttouw - rarak, stag
mastwachter - marsgast
mastworp - hielingsteek
mat  apat(h)isch, bleek, dof, flets, glansloos, krachteloos, loom, maf, moe, moede, neerslachtig, schaakmat, uitgeput, vermoeid, voetveeg
mat   karpet, kleed, tapijt, voetveeg
mat (Mal.)   tikar
mat (muz.) - fiacco
matador - dobbelsteen, espada, hoofdtroef, kei, kraan, stierendoder 
mataglap - moordrazernij (Indon.)
matbleke huid - albino
match   wedstrijd
mate   hoeveelheid, maat, paraguaythee 
mateline - kapmantel
mateloos    bovenmatig, buitensporig, eindeloos, enorm, extravagant, extreem, grenzeloos, kolossaal, onbegrensd, oneindig, onmatig, ontelbaar, waanzinnig
matelot - matroos, strohoedje 
matelijk - matig
mat en flets - vaal
mat en lusteloos uitziende - betrokken, bleek, lusteloos, pip, pips, zwak
mat en moe - loom
mater - abdis, moeder, moederkruid, vuurwortel
materiaal   bouwstof, element, gegevens, gereedschap grondstof, instrumentarium
materiaal dat buigzaam is - fyber, gummie, tyberglas
materiaal tegen vuur bestand - asbest
materiaal van papiervezels - fiber
materiaal voor afsluiting - pakking
materiaal voor beeldhouwwerk   brons, gips, klei, marmer, steen
materiaal voor de zetter   kopij 
materiaal voor dijk aanleg - kleileem
materiaal voor handwerken - breigaren
materiaal voor het maken van af gietsel   gips
materiaal voor inlijsten - encadreerband
materiaal voor koffers - fiber, jachtleer, leer, plastic, plastiek, riet, varkensleer
materiaal voor tassen - lakleer, leer, plastic, riet
materiaal voor vloerbedekking - matting
materiaal voor waterdicht afsluiten van pompassen - pakking
materiaal voor wegdek - bitumen
materiaal voor wegverharding - asfalt, steenslag
materiaal voor zetter - kopij
Materialisten - Demokritos, Diderot, Epikouros, Gassendi, Holbach, Leukippos, Lucretius
materialiteit - stoffelijkheid
materie - grondstof, onderwerp, stof, zaak
materieel   lichamelijk, stoffelijk, wezenlijk, zakelijk
materieel peil   levensstandaard 
mathaak - pik
matheid - vermoeidheid
mathematica -  wiskunde
mathematisch   wiskundig 
mathematische logica - logistiek
mathesis   wiskunde
matig   abstinent, beperkt, bescheiden, eenvoudig, gering, ingetogen, karig, matelijk, modest, redelijk, schraal, sober, spaarzaam, tamelijk, zozo
matig (muz.)   moderato, mod. 
matig in prijs - modiek
matig koud - fris, koel
matig warm - koel, lauw
matigen   afremmen, beperken, beteugelen, cohiberen, intomen, lenigen, inbinden, minderen, mitigeren, modereren,  temperen, mitigeren, verminderen, verzachten
matiging   cahibitatie, continentie, mitigatie, mitigatie, moderatie, tempering, verzachting
matigheid - encratie, frugaliteit, nuchterheid, soberheid, sobriëteit, spaarzaamheid
matiging - continentie, mitigatie, moderatie, tempering, verzachting
matigingsstelsel - moderantisme
matig, ingetogen - abstinent, ascetisch, onthoudend
matinee   middagconcert, middagvoorstelling, morgenbijeenkomst, ochtendjapon
matineus   vroeg
matineus mens - dauwtrapper
matjam - genre, monster, soort (Indon.)
matjan - tijger (Java, Sumatra)
matje  (Ind.)   tikar
matjesweefsel - panamaweefsel
mat maken - matteren
mat of bleek - pips
mat of loper - kleed
matrak - gummistok,  wapenstok
matras   beddenzak, bedstro, bultzak (Indon.), linters,  onderbed, onderlaag, schuimrubber, strozak, zeegras
matrasvulling - dons, kapok, stro, veren, zeegras 
matresseschool - kleuterschool
matrimoniaal - echtelijk
matrimonium - huwelijk, huwelijksleven
matroos - bestman, bootsgezel, jan, jantje, oorlam (fig),janmaat, kabelgast, ketelaar, pikbroek,roerganger, scheepsgezel, varensgezel,varensman, vloteling, zeeman, zeuntje
matroosje - zeuntje
matrozen (de) - bak, hens, schepelingen
matrozenbuis - baadje
matrozendeken - kombaars
matrozenhoed - matelot
matrozenjekker - piloot
matrozenkraag - braniekraag
matrozenmes - kortjan
matrozenverblijf - logies
matrijs - drukvorm, flan, gietvorm, mal, master, mater, matrix, moer, ponsoen, raster, snijijzer
matrimoniaal - echtelijk
matrimonium    huwelijk, huwelijksleven
matrix - matrijs
matroos   janmaat, jan(tje), kabelgast, varensgezel, matroosje, scheepsgezel, scheepsmaat, schepeling, varensgezel, zeegast, zeeman, zeesoldaat, zeuntje
matrozenbuli   baadje 
matrozendeken   kombaars 
matrozenhoed   matelot 
matrozenkraag   braniekraag
matrozenmes – kortjan
matrozenverblijf – logies
matrozen werven - ronselen
mats - mal, slag, stom
matschudding   afval, drukte, kaf, lawaai, ruzie, veegsel
matse - jodenpaasbrood,  paasbrood
matse, bepaalde - afikoman
matsen - bedriegen, bevoordelen, fiksen, helpen, knoeien, knutselen, maken, slaan
matshamer - strijdhamer
matteklopper - klopper
matten - knokken, matteren, vechten
mattenbies - scizpus, stoelenbies
mattenmaker - matter
mattenspijkertje - kopspijkertje
matteren - matten
Mattheüs   Matth., Levi
matting - panama
maturatie   rijpwording
maturiteit   rijpheid, volwassenheid
matverf - tempera
matwerk - aparterie
Maui, hoofdstad van - Lahaina
Maui, vulkaan op - Haleakala
Mauritius, hoofdstad van - Port Louis
Mauritius, ontdekker van - Mascarenhas
mausoleum   grafteken, graftombe, praalgraf, tempelgraf 
mauwen - miauwen
mauwerik - kat
maxi - lang
maximaal   max., hoogstens, uiterlijk
maximale belasting van een  schip - laadvermogen
maxime   grondstelling, stelregel 
maximum   grootste, hoogste, meeste
Mayo - Munigheo
Mayo, berg in - Muilrea, Nephin
Mayo, haven in - Westport
Mayo, havenstad van - Castlebar
Mayo, meer in - Carra, Conn, Mask
Mayo, rivier in - Moy
mazaganboon - broeiboon
mazelen - morbilli
mazen - herstellen, stoppen
mazier - schoorsteennis
mazzel   geluk, tref, veine, voordeel, winst
mazzelaar - geluksvogel 
mazzelen - verdienen
meander   bocht, kronkel, slingerlijn
meandermeer   hoefijzermeer, oxbowlake
meandrisch   gekromd, kronkelend 
Meath - Midhe
Meath, hoofdsad van - Trim
Meath, moeras in - Loughhail
Meath, rivier in - Blackwater, Boyne
mecanicien   werktuigkundige 
mechanica, onderdeel van de - dynamica,kinematica, statica
mechaniek - uurwerk
mechanisch   automatisch, kunstmatig, machinaal, werktuiglijk
mechanisch gedreven vaartuig    motorboot, raderboot, stoomboot 
mechanisch mens - kunstmens,  robot 
mechanisch muziekinstrument - draaiorgel, grammofoon, speeldoos, pianola, platenspeler
mechanisch rekenapparaat - rekenmachine
mechanisch schrijven - typen,  tiepen, tikken
mechanisch voortgedreven  energieverwekker - turbine
mechanisch voortgedreven voertuig   automobiel, bromfiets, motor, trekker
mechanische trap - roltrap
mechanisme   drijfwerk, mechaniek, raderwerk, werktuig
Mechitaristen, stichter van de orde der  - Manug, Mechitar
Mecklenburg, district van - Neubrandenburg, Rostock, Schwerin
meconium - darmpek, kinderpek
medaille - besdant, draagpenning, eremetaal, erepenning, gedenkpenning, ordeteken, penning, plak, trofee,  
medaillesnijder - medailleur
medaillon - gelukshanger, hanger
mede   eveneens, hydromel, honingdrank, insgelijks, mee, meekrap, met, ook, tevens
mede ondertekenen - contrasigneren
medeambtenaar - ambtgenoot
medebepalend deel - factor
medebroeder - ambtgenoot, collega,  evenmens, naaste
mededader   complice, diefjesmaat, handlanger, heler, satelliet, trawant
mededeelzaam - expansief, extravert, spraakzaam
mededeelzaam van aard - communicatief
mededelen - aanzeggen, afkondigen, bekendmaken, berichten , kennisgeven, spreken, verhalen, vertellen, verwittigen, zeggen
mededelend - ensentiatief
mededeling   aanzegging, advertentie, advies, anonce, bekendmaking, bericht, boodschap, communicatie, communiqué, gewag, hint, informatie, inlichting, kennisgeving, mare, mededeling, melding, nieuws, nieuwtje, opgaaf, rapport, relaas, telegram, tip, traditie, tijding, uiting, verklaring, vermelding, verslag, verwittiging,  wens,
mededeling in geheimschrift - cryptogram
mededingen - concureren, rivaliseren, strijden, wedijveren
mededinger   concurrent, konkurrent, medeminnaar, medestrever, rivaal,  vrijer, mededinging
mededinging   concurrentie, competitie, rivaliteit
mededogen   barmhartigheid, compensatie, deernis, erbarmen, erbarming, medeleven, medelijden 
medeeigenaar - firmant, partner, vennoot
medefirmant - compagnon, vennoot
medegeven - schenken
medegevoel -  belangstelling, compassie, medeleven, meeleven, sympathie 
medeheerschappij - syncratie
medehelper - medewerker
medeklinker   consonant
medeklinker, soort - affricaat, dentaal, fricatief, gutturaal, labiaal, nasaal, occlusief, spirant, velaar
medel - windhalm 
medeleerling   klasgenoot, schoolkameraad
medeleven - mededogend, medelijdend, deelneming, troost
medelevend - begaan
medelid – clubgenoot, compagnon, lidmaat
medelijden   compassie, deernis, erbarmen, erbarming, kassian, mededogen, medeleven, meedogendheid, misericordia, ontferming
medemens   evenmens, evennaaste, naaste
medeminnaar – mededinger, medevrijer, rivaal
medeoorzaak - factor
mede ondertekenen   contrasigneren
medeplichtige   complice, handdadige, handlanger, heler, medereiziger, reisgezel, reisgenoot, trawant
medeplichtigheid - compliciteit
medereiziger - medepassagier, metgezel, reisgenoot, reisgezel
medeschepsel - naaste, natuurgenoot
medescholier - maat
medeschuldenaar - condebitor
medeschuldig - medeplichtig
me(d)eslapen - verleiden
medespeler   partner
medestander - aanhanger, associë, geallieerde, geestverwant, handlanger, gezel, helper, lijfwacht, maat, medehelper, partisan, partijgenoot, trawant
medestanders - consortn
medestreven - concurreren, mededingen
medestrever - concurrent, rivaal
medestrijden - medekampen, meevechten
medestrijder   commilito, strijdmakker, wapenbroeder
medestudent - commilitone
medestudenten – commilitones
medevennoot - firmant
medevrijer - medeminnaar, rivaal
medewerken    assisteren, helpen, bijdragen, collaboreren samenwerken
medewerken met de vijand   collaboreren
medewerkende vermenigvuldiger - coëfficiënt
medewerker – arbeider, assistent, adjutor, collaborateur, collaborator, collega, compagnon, employé, genoot, helper, hulp, rechterhand, vennoot, werkkracht
medewerker aan een blad   redacteur
medewerkers   staf
medewerking   assistentie, collaboratie, coöperatie, deelname, hulp, steun, toedoen
medeweten   voorkennis 
medezeggenschap   stem, inspraak, invloed
mediateur   arbiter, bemiddelaar, scheidsman, scheidsrechter
mediatie - bemiddeling, interventie
mediatief   bemiddelend 
medicament - drankje, geneesmiddel, medicijn, pil, poeder
medicinaal - geneeskrachtig, genezend
medicinaal gewicht - drachme, grein, once, scrupel
medicinaal zout - bitterzout, emserzout, glauberzout, karlsbadzout, zuiveringszout
medicijn   ampul, artsenij, broom, drank, drankje, geneesmiddel, kina, kinine, kruid, medicament, middel, pil, poeder, remedie, serum, tablet
medicijn (Ind.)   obat 
medicijnballetje - pil
medicijn tegen alle kwalen   panacee 
medicijnflesje - amplet, fiool 
medicijnkastje - huisapotheek
medicijnman - doekoen, kwakzalver, tovenaar, toverdokter, wonderdokter
medicijnmeester - arts, geneesheer, dokter
medicinaal - geneeskrachtig, genezend
medicinaal gewicht - drachme, grein, once
medicijnen gebruiken - dokteren, medicineren
medicijnenwinkel - apotheek
medicus   arts, chirurg, dokter, geneesheer, heelmeester
Medië, koning van - Cyaxares
Medië, stad in - Aspandana, BagistanaEkbatana, Phraaspa, Rhagae, 
medio   halverwege, midden, half 
mediocre   middelmatig 
mediocriteit   middelmatigheid 
medisch   geneeskundig
medisch instrument   
 4   kolf
 5   ampul, drain, sonde
 6   canule, lancet, serule
 7   curette, scalpel, trepaan
 8   brancard, catheter, couveuse, otoscoop
 9   borstkolf, cystitoom, draagbaar, hoogtezon, irrigator,
      maagsonde, microtoon, perimeter, pessarium, seperator,
      tonisator, tonometer
10  colposcoop, cystoscoop, haemometer, microscoop,
      neusdouche, oogspiegel, oorspiegel, rectoscoop,
      rhinoscoop, spleetlamp, verlostang
11  drukmanchet, endoscoop, gastroscoop, keelspiegel,
      neusspiegel, operatiemes, reflexhamer, sideroscoop,                       stethoscoop, thermometer
12  laryngoscoop, urethroscoop, 
13  draadextensie, narcosemasker, ofthalmometer
15  narcose-apparaat, narcosemasker
medisch specialist -  kinderdokter, radioloog, tandarts
medisch student tijdens zijn  praktische opleiding - coassistent
medische ingreep   aderlating, amputatie, operatie
medische termen - 
 3   bol, ECG, EEG, fijt, gal, hik, pil, pus, tbc, tic
 4   acne, acth, aura,  bort, bubo, coma, jeuk, krop, noma, pest,
      roos, spit, veno, wond, wrat
 5   abces, amimi, ampul, apnoë, breuk, colpo, cyste, dieet
      droes, enzym, etter, hernia, hoest, ileus, jicht, kramp, kroep,
      lepra, lupus, manie, myoom, papel, polio, spruw, staar,
      stulp, tumor, tyfus, ulcus, virus, zweer
 6   abasie, abulie, adnexa, afasie, afonie, ainhum, alexie,
      amusie, angina, anitis ,anomie, anurie, ataxie, atonie, 
      auxine, braken ,cancer, canule, caries, clonus, clysma,
      cutaan, eczeem, faeces, febris, fistel, ftisis, fuligo, gebrek,
      gehoor, geling, gevoel, gezwel, herpes, kanker, koliek,
      koorts, kyfose, lichem, lipoom, loa Ioa, lochia, miosis,
      mycose, myopie, niezen, o benen, oedeem, parese, pokken,
      ptosis, pukkel, pyurie, rabies, ranula, recept, reflex,
      rheuma, saliva, sanies, sereus, struma, stupor, tering,
      toxine, trauma, vaccin, x benen, zetpil
 7   abortus, abrasie, acholie, achylie, acidose, adenoom,
      adontie, agnosie, agrafie, alethie, amnesie, anergie,
      angioma, anopsie, anosmie, apathie, aplasie, apofyse,
      apraxie, arrosie, ascitis, astasie, autisme, buikpijn, catarrh,
      caverne, cholera, colitis, compres, cortine, coxitis, druiper,
      dyspnoe, dysuria, ectomie, embolie, emetica, endemie,
      excisie, febriel, ferment, fibroon, fimosis ,flauwte, galbult,
      gangosa, gliomen, goendoe, hakvoet, hoesten, hydrops,
      hygiëne, hygroma, icterus, incisie, infarct, infusie,
      ischias, lipurie, lordose, lumbago, lymfoom, maagpijn,
      malaria, malleus, massage, milaria, mutitas, mycloom,
      narcose, necrose neuroom, neurose, osteoma ,ostitis,
      otalgie, podraga, prurigo, rectaal, rosacea, roseola, ruptuur,
      sarcoma, scabies, seceren, sjanker, syfilis, systole, tetanie,
      tetanus, uitslag, uraemie, vertigo
 8   aambeien, adermine, agastrie, agnatie, alastrim, alopecie,
      amaurose, anabolie, anacusie, anamnese, anatomie,
      ankylose, anodinie, anomalie, anorexie, artefact, arthrose,
      aspermie, asthenie, autopsie, azoturie, beri beri, beroerte,
      bloeding, bloedvin, borstpijn, buikloop, cachexie, cataract,
      colpitis, commotio, contusie, coxalgie, cystitis, dauwworm,
      delirium, dementie, diabetes, diagnose, diarrhee, diastase,
      diastole, diathese, difterie, digestie, diplopie, doofheid,
      dystonie, epidemie, erythema, excretie, excudaat, flebitis,
      flegmone, fraktuur, furunkel, galsteen, ganglion, gangreen,
      glaucoma, hazenlip, hazenoog, hoofdpijn, inanitie, infectie,
      injectie, insuline, keratose, klisteer, kneuzing, lavement,
      leewater, lipaemie, litteken, marasmus, mastitis, melanose,
      metritis, migraine, miltvuur, miskraam, myelitis, myositis,
      nekkramp, occlusie, operatie, palpatie, pandemie, paralyse,
      placenta, platvoet, porfyrie, prothese, pruritus, pulpitis,
      purulent, pyelltus, pyretlca, rachitis, rhlnltls ,roodvonk,                  sèlerose, silicose, spatader, stenosis, strontj,e sudamina,
      symptoom, tenesmus, teratoom, therapie ,toxaemie,
      trachoom, urologie, vetzucht, wondroos, xanthoom
 9   allolatie, amputatie, anacrotie, analgesie, anarthrie,
      aneurysme, anodontie, antigenen, aortalgie, apoplexie,
      areflexie, argyrosis, arhtritis, athethose, autofonie,
      bacillose, basofobie, bevalling, blindheid, bloeddruk,
      bromismus, corclnoom, cotomnese, covernoom, chollitis,
      cheilosis,  chirurgie, chlorosls, cholerine, chondroom,
      congoatle, convulsie, decubltus , dermatose, dyspepsie,
      dystrofie, echolalie, eclampsie, enteritis, entropion, 
      epilepsie, exanthema, excavatio, excitatie, ganglioma,
      gastritis, geelzucht, geriatrie, glossitis, granuloma,
      haematoom, haemolyse, haemoptoë, hoofdzeer, hordeolum,
      influenza, inhalatie, ischaemie, kaakkramp, karbonkel,
      keratitis, ketonurie, kinkhoest, klauwhand, klauwvoet,
      klompvoet, kraambeen, leukaemie, maagzweer, melanurie,
      meningitis, metabolie, metastase, mydriasis, myogelose,
      netelroos, neuralgie, neurolyse, niersteen, nystagmus,
      obstetrie, ofthalmie, panplegie, pertussis ,pleuritis,
      proctitis, psoriasis, pyodermie, ruminatie, salivatlie,
      serologie, simulatie, singultus, stoelgang, trichosis,
      urticaria, vlektyfus
 10 ademhaling, aderlating ,adipositas, aetiologie ,aftakeling,
      agorafobie, aleppobuil, allopathie, anagylaxie, anastomose,
      antisepsis, antitoxine, antrotonie, arthralgie, bacillurie,
      bathofobie, bergziekte, berylliose, besmetting ,blauwzucht,
      bleekzucht, blefaritus, bloedgroep, bloedzweer, bronchitis,
      chalicosis, colpotomie, cretinisme, cylindroma, dactylitis,
      dermatitis, dysenterie, ecchymosis, echokinese, enucleatio,
      rysipelas, faryngitis, fibrositis, framboesia, frenologie,
      gastralgie, gonorrhoea, gordelroos, haematurie, haemofolie,
      hebefrenie,  histologie, hooikoorts, hydrofobie,
      hyperaemie, hypertonie, immuniteit, intertrigo, leucotomie,
      lobectomie, marmerbeen, meningitis, meningioom,
      neurologie, nymfomanie, obstipatie ,ontlasting ,ontsteking,
      papillitis, para plegie, pathologie, peritonitis, presbyopie,
      psittacose, rheumatiek, rhinolalie, scheurbuik, seborrhoea,
      steenpuist, stomatitis, vaccinatie, varicellae, verkalking,
      waterhoofd, waterzucht, wondkoorts, zonnesteek
11  achloropsie, acromegalie, acupunctuur, albuminurie,
      amenorrhoea, anaerobiose, anaesthesie, ananastasie,
      antibiotica ,arthrodesis, auscultatie, azoöspermie,
      bevruchting, bezetenheid, bijziendheid', chiropraxie,
      cholangitis ,dyshidrosis, embryologie, encefalitis,
      enofthalmus, enteroptose, epithelioma, erfelijkheid,
      exarcerbatie, frigiditeit, haemangioma, hartinfarct, 
      hemianopsie, hemicefalie, heuplucatie, hyperthymie,
      hypertrofie, intoxicatie, keizersnede, klierkoorts,
      kraamkoorts, leukoplakie, mastoiditis, paedotropie,
      paradentose, parthogenese, pneumolysis, salpingitis,
      saturnismus, slaapziekte, tuberculose, verloskunde,
      verstopping, waterpokken, weefselleer, zuurbrand
12  actinomycose, agenitalisme, agglutinatie, angiospasmus,
      appendicitis, auripunctuur, bacteriaemie, bloedarmoede,
      bloedsomloop, bromatologie, calcificatie, cysticercus,
      darmspoeling, doofstomheid, duizeligheid, elefantiasis,
      endocarditis, gerontologie, hameotologle, haemorrhagle,
      hartklopping ,homoepathie, hondsdolheid, hongeroedeem,
      hyperthermie, lagofthalmus, laryngologie, laxeermiddel,
      neusbloeding, osteomalacie, parametritis, pericarditis,
      presbyacusis, suikerziekte, verziendheid
13  appendectomie, cheirospasmus, claustrofilie ,claustrofobie,
      cryptorchisme, laryngoscopie, slaapwandelen, stofwisseling
14  aderverkalking, agranulocytose, bronchostenose,
      calcaneusspoor, cholelithiasis, efflorescentie,
      hardhorendheid, laryngospasmus, leverbotziekte,
      longontsteking, lumbaalpunctie
16  kleurenblindheid
17  aankloppersziekte, bloedvergiftiging, electrocardiogram
18  aangezichtsligging
19  electro encefalogram
20  hersenvliesontsteking
meditatie   bespiegeling, bezinning, contemplatie, overdenking, overpeinzing
meditatiehal - dojo
meditatiemiddel - mandala
mediteren   bezinnen, contempleren, overdenken, overpeinzen, overwegen, peinzen
medium - hulpmiddel, middel, pers, radio, televisie
mee - honingdrank, mede, meekrap, met
meebrengen ten huwelijk - aanbrengen
meedelen - bekendmaken, berichten, verhalen, vertellen, verwittigen, zeggen
meedingen naar een leverantie of werk - aanbesteden, inschrijven
meedoen   deelnemen, medewerken, meespelen, participeren, samendoen
meedogend   barmhartig, genadig, medelijdend 
meedogenloos   barbaars, genadeloos, hard, impitoyabel, impitoyabel, onbarmhartig, onmeedogend, keihard, weergaloos, wreed
mee eter   acne, comedo, demodex, gast, klaploper, logé(e), parasiet, tafelschuimer, vetpuistje 
mee-eters - comedonen
meegaan - vergezellen
meegaan met - instemmen
meegaand - aardig, bereidwillig, buigzaam, dienstwillig, dociel, flexibel, gedienstig, gedwee, gelaten, gehoorzaam, gewillig, handelbaar, hanteerbaar, handzaam, inschikkelijk, lankmoedig, lenig, lijdelijk, lijdzaam, makkelijk, onderdanig, plooibaar, serviel, soepel, tam, toegeeflijk, toegevend, volgzaam, zachtaardig, zachtmoedig, zachtzinnig
meegaand werken - bijdraaien 
meegerekend worden - bijdraaien, tellen
meegeteld - inbegrepen
meegeven - doorbuigen, preteren
meegevend - lenig, soepel
meegevoel - medeleven
meeklinken - resoneren
meeklinken van orgelstemmen - orgelwolf
meekrab - mede, rotte, verfplant
meekrabuittreksel - gerancine
meekrabvetstof - gerancine
meel -bedak,  bloem, krop, poeder, tapioca
meel bij houtbewerking - zaagmeel
meel dat zich bij planten in reservevoedsel afzet - zetmeel
meel dat zich op een stamper van een plant afzet - stuifmeel
meel uit de knol van maniok - tapioka
meel van uitgeperst lijnzaad - lijnmeel
meel waaruit de bloem geschift is - grind
meelachtig - farineus, melig
meelappeltje   juipje
meelbal   knoedel
meelbal met vleesstukjes en groente   knödel
meelbedrijf   malerij
meelboom - sagoplant
meeldauw - mildew
meeldraad - filament, (Lat) stamen
meeldraden - antheren
meelgerecht - ketelkoek, roerom
meelgras - medel, mele, metel
meelkost   brij, meelspijs, pap
meelijwekkend - zielig
meelkost - brij, macaroni, meelspijs, pap, smok, spaghetti
meelmengsel - deeg
meelmeter - aleurometer
meelopen - vleugen
meeloper - opportunist
meelopertje - buitenkansje
meelpap - lammetjespap
meelpap om te bakken - beslag
meelprodukt   bami, bloem, casave, macaroni, sago, spaghetti
meelprodukt (Ital.) - mie, spaghetti
meelraai - witbol, zorggras
meelsoort - bakmeel, bamie, beschuitpap, bloed(meel), boekweitebrij, boekweitmeel, brood, gortepap, grasmeel, havermout, houtmeel, koek, lepelkost, macaroni, maizena, polenta, roerom, roggemeel, rijstepap, sago, tarwemeel, tapioca, vermicelli, vismeel, zaagmeel
meelspijs   brij, mellieelkost, pap, roerom, vermec
meelspijs in draadvorm - vermicelli
meelworm - hardworm, koperworm, ritnaald, (springkeverlarve), steekworm
meelworm (spott.) - molenaar
meelijwekkend -meelworm (spott.) - molenaar
meelijwekkend - deerniswekkend, zielig
meemaken   beleven, doormaken, doorstaan, ervaren, gewaarworden, ondervinden, overkomen, vernemen
meenemen - meepakken, meevoeren
meenemer - carrier
meenschaar - meent
meent - dorpsweide
meentgrond - mient
meeprater - jabroer, jaknikker, vleier
meer - plus, vaker, veeleer, verder
meer – binnenwater, binnenzee, plas, plus, poel, vaker, ven, waterbekken, waterplas, watervlakte
meer   (Eng.) lake, (It.) lago, (Fr.)lac, (D.) See 
meer achter een dam   stuwmeer 
meer achter een schoorwal   étang, haf, lagune
meer bijzonderheden - naders
meer dan bekend - overbekend
meer dan eens - dikmaals, dikwerf, dikwijls, herhaald, herhaaldelijk, menigmaal, menigwerf, vaak, vaker
meer dan één - menig
meer dan een jaar oud - twee, overjarig
meer dan een zangstem - meerstemmig
meer dan genoeg   beu, moe, overvloedig, ruimschoots, rijkelijk, volop, zat
meer dan meer - meest
meer dan middelmatig - groot
meer dan nodig is - overbodig, overdadig, overmatig
meer dan vol - overvol
meer dan waard - overwaard
meerderen - toenemen
meer dikwijls - vaker
meer doen uitkomen - releveren
meer en meest - afdoend, beslissend
meer genoemde - mg
meer gesproken dan gezongen - parlando
meer in Afrika   Aboya, Albert, Edward, Kivu Melawi, Rudolf, Stefanie, Tsjaad, Victoria,Volta
meer in Amerika - Erie, Huron, Michigan, Ontario
meer in Australië   Amadeus, Austin, Barlee, Carnegie, Carey, Cowan, Disoppointment, Dundas, Eyre, Frome, Gairdner, Harris, Minigwal, Moore, Torres, Woods, 
meer in Azië   Aral, Baikal, Balchasj, Boden, Boechfarma, Chanka, Hoengste, Hilmend, Ladoga, Léman, Niris, Onega
meer in Bolivia   Titacaca
meer in Canada - Como, Cree, Gras, Louise, Ontario, Seul, Teslin
meer in Europa   Boden, Genève, Ladoga, Léman, Onega
meer in Finland   Enare, Hauki, Kemi, Oulu, Pielis, Saimaa
meer in Hongarije   Balatan, Plattensee
meer in Italië   Como, Garda, Lagomaggiore
meer in Noord Amerika   Amadjuak, Athabasca, Bovenmeer, Dubawt, Erie, Huron, Manitoba Mestassini, Michigan, Nettilling, Ontario, Winnipeg
meer in Rusland   Ladoga, Onega 
meer in U.S.A. - Erie, Huron, Michigan, Ontario, 
meer in Zweden   Ivo, Mälaren, Väner(n), Väter(n)
meer in Zwitserland   Bodensee, Léman
meer in het bijzonder   juist, precies 
meer naar beneden   dieper, lager
meer of min zelfstandig deel van een verhaal   episode
meer uitgaven dan inkomsten hebben - interen
meer van deze   e.a.
meer zijn of gelden - heersen, prevaleren
meeraal   kongeraal, zeeaal
meerafzetting   gyttja, sapropelium
meerbarende - multipara
meerbladeren - waterrozen
meercellig - multicellulair
meercellige dieren - metazoa
meerder    aanzienlijker, groter, verhevener
meerdere   chef, hogere, hogergeplaatste, superieur
meerdere tonen op een lettergreep - meiisme, melismatisch
meerderen - toenemen
meerderen (zeil) - bijzetten
meerdere macht   overwicht 
meerderheid   gezag, majoriteit, overmacht, overwicht,  pluraliteit, superioriteit
meerderjarig - mondig, rijp, volwassen, zelfstandig
meerderjarige - adultus
meerderjarigheid   majorenniteit, majoriteit, mondigheid, zelfstandigheid
meerderjarigheidsverklaring   emancipatie, handlichting
meerdistel - zeekruisdistel
meerekenen - tellen
meergevorderd - hoger
meergezinshuis - flat
meerhoekig raamwerk - spant
meer in bijzonderheden -  nader
meerkamp - tienkamp, triatlon, vijfkamp
meerkat - kuifaap, makak, makako
meerkatten - suricatta
meerkoet - meerkol, ral, rietmeervogel, roetaard
meerkol   broekekster, gaai, marklauw, markol(f), meerkoet, roetaard, schreeuwekster
meerling - tweeling, drieling, vierling enz. 
meermaals   dikwijls, vaak, veelvuldig
meerman - triton
meermin   sirene, zeevrouw
meernimf   najade
meerpaal   ducdalf, dukdalf, meerstoel
meerpoet   donderaal, modderkruiper
meerradijs - mierikwortel
meerschuim   serpentijn, sepieoliet
meerschuimen pijp - oliekop
meerslachtig - hermafrodiet, heterogeen 
meerstemmig   polyfoon 
meerstemmigheid - polyfonie
meerstemmig muziekstuk - duet, fuga, kwartet, motet, octet, septet, sextet, terzet, trio
meerstemmig vokale kompositie   koorwerk, motet
meerstemmig zangstuk   motet 
meerstoel   ducdalf, dukdalf, meerpaal
meertandige vork - greep, hooivork (2 tanden),  reek, riek (3 of 4 tanden)
meertje - plas, poel, ril, ven, vijver
meertje in Brabant   ven
meertouw - kabel, tros, vanglijn
Meerut -  Mirat
meerval - siluur, visduivel, wentelaar
meervallen - siluroidea
meer van deze - en anderen , e.a.
meervoud   pluralis, m.v., pl .
meervoud van novum - neva
meervoudig - pluraal
meervoudige riviermond   delta 
meervoudigheid   pluraliteit 
meervoudsuirgang - en, eren, ers, s
meerwaarde   overwaarde
meerwaardig - plurivalent, polivalent
meerwaardigheid - polyvalentie
meerwortel - tormentil
meerijden - liften, vergezellen
meerijder - bijrijder, lifter
meerijder op motorfiets - duopassagier
meerzinnig - equivoque
meerzinnigheid - equivasiteit
mees   baardmannetje, glans kop, koolmees, kuifmees, matkop, pimpelmees 
meeslepen   entraineren, ezalteren, medevoeren, meesleuren,  
me(d)eslepen - verleiden
meeslepen (laten) - entraineren meevoeren
meeslepend   aangrijpend, adembenemend, boeiend, spannend
meesmuilen - glimlachen
meesmuilend - ironisch, spottend
meespelen - meedoen
meest   gewichtigst, gewoonlijk, groots, hoofdzakelijk, meestal, uiterst,  voornaamst
meest afgelegene   verste
meest bezocht - drukst
meest biedende - licitant
meest geschikt   aangewezen 
meest gevierde danseres - reine (du bal)
meest gunstig - optimaal
meest nabij liggend - naastgelegen
meest nabijgelegen - aangrenzend, adjacent, naastgelegen
meest op de voorgrond treden - domineren
meest vertaalde boek - bijbel
meest verwijderd - uiterst
meest voorkomende mineraal - epidoot
meestal   dikwijls, doorgaand, doorgaans, gemeenlijk, geregeld, gewoonlijk, meest, meestendeels, meestentijds, meesttijds, vaak, veelal
meeste stemmen - pluraliteit
meestentijds    dikwijls, doorgaans, gemeenlijk, geregeld, gewoonlijk, geregeld, meestal, vaak, veelal
meester   baas, docent, frik, gebieder, heer, hoofd, jurist, leerkracht, leraar, mr., machinist, maestro, magister, onderwijzer, patroon, principaal
meester (Arab.) - moulay
meester (Ind.) - toean
meester (muz.) - maestro, virtuoos
meester (negertaal - Massa
meester (titel) - mr.
meester in beide rechten   d.j.u. 
meester in de kunst - maestro, virtuoos, virtuoze
meester in de rechten - advocaat, advokaat, jurist, pleiter, rechter, Mr. 
meester in de vrije kunsten - m.a.l.
meester in gebarenspel - mimicus
meester in het schermen - prevot
meesterachtig - apodictisch, magistraal
meesteres   bazin,cheffin, gebiedster, patrones, vrouwe
meesteres in de kunst - virtuoze
meesterhand, met - bekwaam, (des)kundig, knap
meesterknecht   mandoer, onderbaas, voorman
meesterlijk   grandioos, groots, heerlijk, magistraal, roemrijk, uitmuntend, uitstekend, virtuoos, voortreffelijk
meesterlijke beheersing van een instrument - virtuositeit
meesterlijke kunst van voordracht (muz.) - bravoure
meesterrib - grootspant
meesterschap   magisterium, vakmanschp, virtuositeit 
meesterstuk - oeuvre, gildenproef, kunstwerk
meesterwerk - kunststuk
meesterzanger   Caruso, Sachs
meest nabijgelegen - aangrenzend, adjacent, naastgelegen
meest geschikt - aangewezen
meest nabijgelegen - aangrenzend
meet - beginlijn, beginpunt, merk, start, streep
meetapparaat - megger
meetbaar - me(n)surabel, rationeel
meetbaarheid - mensurabiliteit, rationaliteit
meetband - maatlint
meetbare eigenschap vaststellen   biometrie 
meetbuis - buret
meetellen - gelden, meerekenen, tellen
meetgereedschap - accumeter, balans, bascule, duimstok, hoekmaat, ijlmeter, liniaal, maatstok, meetkan, meetlat, peilglas, rei, rekenlat, roede, sonde, tijdmeter, waterpas, weegbrug
meethoeveelheid - eenheid
meeting - bijeenkomst, samenkomst, vergadering
meetinstrument   aërometer, afstandsmeter, ampèremeter, anemometer, barograaf, barometer, calorimeter, colorimeter, duimstok, dynamometer, ellenmaat, geigerteller, hygrometer, liniaal, manometer, meetband, meetflens, meetlat, meetlint, peilstok, radiosonde, rei, sextant,  thermometer, uurwerk, 
viscosimeter, voltmeter, weegschaal
meetinstrument voor geringe temperatuurverschillen - bolometer
meetknopje - pegel
meetkunde - algebra, geometrie, goniometrie, hoekmeetkunde, planimetrie, stereometrie, trigonometrie, wiskunde 
meetkunde in de ruimte - stereometrie
meetkunde van de vlakte - planimetrie
meetkunde- of algebraboek - wiskundeboek
meetkundig figuur   bol, cirkel, cirkelsector, cirkelsegment, driehoek, ellips, grafiek, hyperbool, kubus, lijn,  negenpuntscirkel, parabool, parallellepipedum, parallellogram, prisma, pyramide, rechthoek, ruit, sector, trapezium, twaalfhoek, veelhoek, vierhoek, vierkant, vlakstuk
meetkundig getal   pi
meetkundig lichaam   bol, cilinder, cirkelsector, cirkelsegment,  hoek, kegel, kubus, octaëder, prisma, pyramide, ruit, tetraëder, vlakstuk 
meetkundig voorwerp - bol, kegel, kubus, parallelogram, prisma, ruit
meetkundige lijn   bissectrice, buitenbissectrice, koorde, kromme, middellijn, middelloodlijn, middenparallel, omtrek, parabool, parallel, straal
meetkundige term   asymmetrisch, axioma, basis, basishoek, been, bewijs, binnengebied, binnenhoek, bissectrice, bol, bolide, boog, buitengebied, buitenhoek, cirkel, collineatie, complement, concurrent, congruentie, convex, (co)sinus,  deellijn, deltoïde, diagonaal, diameter, driehoek, ellips, evenredigheid, evenwijdig, gegeven, gelijkbenig, gelijkzijdig, gestelde, graad, grondlijn, grootheid, hoek, hoekpunt, homoloog, homothetie, hoogtelijn, hypothenusa, inversie, kegel, klasse, koorde, kwadraat, kubus, lengte, lijn, lijnstuk, loodlijn, loodrecht, middellijn, minuut, nevenhoek, omtrek, onderstelde, opvolgend, orthogonaal, overstaand, parallel, parallellepipedum, parallellogram, parameter, pi, piramide, postulaat, prisma, projectie, punt, pijl, raaklijn, raakpunt, rechte, rechthoek, ribbe, romboïde,  rotatie, ruit, scherp, seconde, segment, sinus, snijlijn, snijpunt, som, spiegeling, stelling, stomp, straal, supplement, symmetrisch, tangens, term, tetraëder, theorema, tophoek, transformatie, transitief, translatie, veelhoek, vector, verhouding, verlengde, verplaatsing, verschuiving, vierhoek, vierkant, vlieger, zwaartelijn
meetkundige verhouding - tangens
meetlat    duimstok, el, liniaal, maatstok, meetlood, meetstok, regelet, rei, schietlood
meetlint - rolmaat
meetlood - schietlood
meetlijn - meetsnoer
meet of start - begin
meetraadje - boogmeter
meetrekken - slepen
meetrillen - meeklinken, resoneren
meetrilling - resonantie
meetring - kaliber
meetschijf - astrolabium
meetstok - duimstok, maatlat, meetlat, peilstok
meettafel - planchet, planchette
meetwerker - landmeter
meetwerktuig - meetlat
meetwerktuig voor hoeken - theodoliet
meeuw   albatros, kobbe, stern, stormvogel, visdief
meeuwachtige zeevogel - albatros
meeuwen - laridae
meevaller   bof, buitenkans(je), extraatje, fortuin, geluk, mazzel (barg.), tref(fer), voordeel, zwijn(tje)
meevoeren - braken, grootbrengen, halen, meeslepen, opgeven, opmalen, opvoeden, voortbrengen
meevragen - uitnodigen
meewarend - sympathiserend
meewarig - barmhartig, deelnemend, medelijdend, minzaam, sloom, sullig, vriendelijk, zacht
meewerken   assisteren, bijstaan, coöpereren,  helpen,  steunen
meeworm - ritnaald
mefisto   duivel, satan, verleider 
mega - groot
megacalorie   Mcal
megadyne   Mdn
megafoon - geluidstrechter
megahertz   M.Hz.
megaliet   cistvaen, cromlech, dolmen, menhir, reuzensteen,  rotsblok
megalomanie   grootheidswaanzin 
megera   furie
Megiddo – Armageddon
Megilla - wetsrol
mei   bloeimaand
mei maken - verhuizen
meid   deern, dienstbode, dienstmeid, griet, hit, (dienst)maagd, meisje, mokkel, troel, werkster
meidag - lentedag
meidans - lentedans
meidoorn   crataegus, hagendoorn
meidoornvrucht - juipje, meelappel
meid voor zwaar werk - slobbe
meier   baljuw; honderdje, huurboer, opzichter, pachter, rentmeester,  schout, zetboer
meierbloem - walstro
meieren   bazelen, kletsen, zaniken, zeuren,    
meikever - melolontha, molenaar, mulder, papzak, ronkel, ronjer
meikeverlarve - engerling
meiler - hoop, stapel
meimus (Barg.) - dood
meineed - eedbreuk, pejeratie, perjuratie, perjurium
meisje   aanstaande, daghit, deern(e), geliefde, juffrouw, kalle, maagd, meid, mokkel,  (Ind.) nonna, verloofde, wicht
meisje dat gaat trouwen - bruid
meisje dat morst – morsebel, morstkont
meisje, dat voor t’ eerst ter communie gaat - eerstecommuniante
meisje op een atelier   modinette, midinette
meisje van lichte zeden - deerne
meisje van plezier - hoer, snol
meisjeskleding - beha, blouse, hemdje, jurk, panty, rok, shirt, slipje
meisjesnamen - 
 2   An, Co, Ge, Jo, Ka, Ko, To,
 3   Aaf, Aat, Aal, Ada, Ali, Amy, Ank, Ans, Ati , Bab, Bea, Bep, 
      Cis, Con, Cor, Dit, Dol, Eet Els, Era, Eva, Fia, Fie, Gre, Ida, 
      len, let, Ina, Ine, let, Jel, Jon, Jos, Joy, Lea, Let, Lia, Lot,              Mar, Mea, Mee, Meg, Mia, Nan, Nel, Oda, Ode, Pam, Pat,           Pia, Pop, Ria, Rie, San, Sis, Til, Wil, Zus
 4   Aagt, Adri, Afke, Akke, Alie, Anja, Anna, Anne, Anke,  Asta, 
      Atje, Babs, Bela, Bebs, Bert, Bets, Cara, Care, Cato, Ciel, 
      Coby, Cora ,Dara, Dien, Diet, Dina, Door, Dora, Edna,  Eisa, 
      Elia, Elly, Elma, Eisa, Else, Emma, Emmy, Erma, Erna, Fien, 
      Fina, Gabi, Gaby, Gera, Gien, Gina, Elsa, Haya, IIse, Imka, 
      Ines, Inez, Inge, Iris, Irma, Jaan, Jane, Joke, José, Koba, Leen, 
      Lena, Leni, Leny, Leta, Lida, Lien, Lies, Lisa, Lita, Loek, 
      Loes, Lora, Lous, Luce, Lucy, Maja, Marij, Mary, Maud, 
      Maya, Meta, Miek, Mien, Miep, Mies, Mily, Mimi, Mira,              Mona, Mijke, Nans, Neel, Nina, Nine, Nini, Nita, Nora, Olga,       Phil, Puck, Rens, Reni, Rhea, Riek, Riet, Rina, Rine, Rita, 
      Roos, Rosa, Rose, Ruth, Saar, Sara, Sien, Suus, Suze, Thea, 
      Tina, Tine, Tony, Toos, Trea, Trui, Trix, Ulla, Vera, Vers, 
      Vivi, Wies, Zita        
 5   Aafje, Aafke, Aagje, Adele, Adria, Adrie, Agaat, Aggie,
      Agnes, Aimée, Alice, Alida, Anita, Ankie, Annie, Antje,
      Astra, Aukje, Beata, Bella, Berta, Bepke, Betje, Betty, Carla, 
      Caria, Carry, Celia, Ciska, Cissy, Ciara, Clara, Conny, Corry, 
      Debby, Delia, Diana, Dinie, Dolly Doris, Edlth, Eefje, Eline, 
      Elise, Ellen, Ellie, Emily, Emmie, Erica, Erika, Ester, Ethel, 
      Fanny, Femke, Fenna, Flora, Frida, Gemma, Gerda, Gitta, 
      Gonda, Grace, Greet, Greta, Griet, Gusta, Hanna, Hedda, 
      Helga, Hella, Helma, Herma, Harta, Hetty, Hilde, Hilda, letje, 
      Ilona ,Ineke, Irene, Janet, Janna, Jeane, Jenny, Jessy, Jetty, 
      Jikke, Josje Joyce, Julia, Karen, Karin, Katja, Kltty ,Laura, 
      Leida , Leide, Lenie, Letta, Liane, Lidia, Lilly, Linda, Lindy, 
      Lioba, Liora, Lotje, Lotte, Lucia, Lydia, Lydie, Mabel, 
      Madzy, Magda, Mandy, Manon, Marga, Margo, Maria,                Marja, Marjo, Marri, Matty, Merel, Meris, Mieke, Milly,               Molly, Nadia, Nancy, Nanda, Nanna, Nella, Nelly, Norma ,           Paola, Paula, Petra, Pluis, Polly, Reina, Renée, Rikje, Roeli,          Rijkje, Sacha, Sally, Selma, Siska, Sofia, Sofie, Sonia, Sonja,        Stans,  Susan, Tanja, Tanny, Thera, Tinie, Tilly, Titia, Trees,        Trudy, Truus, Vicky, Viola, Wanda, Wenda, Wendy, Wieke,         Wilma, Xenia, Ymkje
 6   Aaltje, Adelia, Agatha, Ageeth, Agneta, Aleida, Aletta,
      Alwina, Amalia, Amanda, Amabel, Amalia, Amélie,  Andrea, 
      Angèle, Anneke,, Ariane, Arieta, Astrid, Baukje, Benita, 
      Bertha, Bessie, Betsie, Bettie, Bianca, Birgit, Bonnie, Boukje, 
      Brecht, Bregje, Carmen, Cecile, Cintha, Cirina, Claire, Clarie, 
      Connie, Corine, Corrie, Cuzeta, Daphne, Debora, Diekie, 
      Dineke, Edwina, Elvira, Esther, Evelyn, Fatima, Feliee, 
      Fennie, Fietje, Fonnie, Frieda, Geesje, Gerrie, Gertie, Gesina,
      Gisela, Gisèle, Gloria, Gonnie, Gratia, Guusje, Hannie, 
      Hansje, Helena, Hélène, Hennie, Hester, lIonka, Ingrid, 
      Isabel, Isebel, Ivette, Jackie, Jacoba, Jannie, Jantina, Jeanne, 
      Jennie, Jettie, Jolanda, Joosj,e Josine, Jozina, Josine, Judith, 
      Klaske, Koosje, Laurie, Lennie, Lettie, Leonie, Lieset, Liesje, 
      Lillan, Loekie, Louisa, Louise, Lucile, Maaike, Maggie, 
      Marcia, Margot, Marika, Marian, Marina, Marion, Marjan, 
      Marjon, Marita, Martha, Martie, Martje, Marijke, Minnie, 
      Mirian, Mirjam, Mollie, Monica, Muriel, Nadine, Nannie, 
      Nellie, Nettie, Nickie, Nienke, Niesje, Odette, Odilia, Olivia,
      Pamela, Prisca, Rachel, Regina, Remkje, Renata, Rensje,
      Rietje, Renata, Renate, Roelie, Roosje, Rosina, Sabine,
      Salomé, Sandra, Sarina, Saskia, Sheila, Sigrid, Slivia,
      Simone, Sophia, Sophie, Stella, Sylvia, Sytske, Tineke,
      Tonnie, Truida, Ursula, Vivian, Wendie, Willie, Winnie,
      Yvette, Yvonne
 7   Adeline, Adriane, Alberta, Alfreda, Aloysia, Angelie,
      Annemie, Annette, Anselma, Ariette, Armande, Armgard,
      Augusta, Babette, Barbara, Beatrix, Beatrijs, Bettina,
      Bregina, Candida, Catrien, Cecilia, Chrisje, Christa,
      Clasina, Claudet, Claudia ,Colette, Corinne, Cynthia,
      Cyrlara, Cyrilie, Desirée, Dolores, Doortje, Driemke,
      Elsbelh, Eugeni, Eveline, Fransje, Froukje, Geertje,
      Gerdien, Gerdina, Greetje, Grietje, Hanneke, Harriet,
      Hermien, Hermine, Irmgard, Jacoba, Janneke, Jansje,
      Jessica, Johanna, Jolanda, Josetta, Juliana, Juultje, Kaatje,
      Katinka, Katrien, Klaasje, Klaaske, Kniertje, Lauinia,
      Leonora, Lieveke, Lonneke, Maartje, Madelon, Marieke,
      Marleen, Mariska, Marlene, Marlies, Martina, Martine,
      Maureen, Meintje, Melanie, Mildred, Miranda, Monique,
      Nanette, Natalia, Neeltje, Ninette, Noortje, Paulien,
      Petrina, Rebecca, Reineke, Renskje, Roberta, Rosalia, 
      Rosilda, Rosilie, Roeltje, Sibylla, Sientje, Sietske, Sjoukje,
      Susanne, Susette, Suzanna, Tanneke, Theresa ,Tjitske,
      Welmoed ,Willeke
 8   Adeleida, Adelheid, Adelinde, Adelmoed, Adrienne,
      Annelies, Anneluus, Annemien, Anthonia, Breektje,
      Brigitte, Carolien, Caroline, Carolins ,Charline, Christel,
      Claartje, Clarissa, Claudina, Claudine, Comelia, Danielle,
       Dorothea, Eleonora, Everdine, Floortje, Forence, Francien,
      Francine, Gerlinde, Gertrude, Gwendola, Hendrika,
      Hendrina, Ingeborg, Isabella, Jannigje, Josefien, Josefine,
      Juliette, Klaartje, Laetitia, Leonarda, Leontien, Liesbeth,
      Lucienne, Lucretia, Machteld, MarcelIa, Margaard,
      Margreet, Margriet, Marinne, Marielle, Mariette, Marijntje,
      Mathilde, Mechteld, Mireille, Nathalie, Nicolina, Patricia,
      Paulette, Pleuntje, Ploontje, Roedolfje, Roselina, Rosmarijn,  
      Serafine, Stefanie, Theodora, Theresia, Veronica ,Victoria, 
      Violetta ,Virginie, Willemijn,  Zwaantje
 9   Adelberta, Albertina, Aldegonda, Alexandra, Alfonsina,
      Angélique, Annemarie, Annemieke, Apollonia, Catharina,
      Célestine, Charlotte, Christien, Christina, Claudette,
      Cleopatra, Clothilde, Constance, Diewertje,  Dominique,
      Elisabeth, Francisca, Françoise, Gabrielle, Geneviève,
      Georgette, Geraldine, Godelinde, Henriette, Hildegard,
      Jasparina, Jasperine, Josephine, Madelinde, Madeleine,
      Mariandel, Marjolein, Nicolette, Priscilla, Rosalinde,
      Rosemarie, Valentine, Winnifred
10  Antoinette, Bernadette, Clementien, Dieuwertje,
      Engelberta, Frédérique, Geertruida ,Godefriade,
      Hildegonde, Jacqueline, Margaretha, Martientje,
      PetronelIa, Phillippine, Wendelmoed, Wilhelmine,
      Wilhelmina
meisjespop - lijs
meisjesschool - huishoudschool, m.m.s.
meisjesspel - diabolospel, touwtjespringen
meisjesterm - dol, eng, enig, jasses, mieters
meisjesuitdrukking   dol, enig, mieters
meisjes- en vrouwennaam - Aleida, Leliana
meistreel - menestreel,  minstreel,
meitijd - lente, voorjaar
meivis - elft
meivuur - blissie
meiworm - johanneskever, oliekever
meizoentje - madeliefje
mejuffrouw   mademoiselle, mej.
mekaar - elkander, malkaar
Mekkaganger   Hadji
mekkeren - blaten, mekken
melaats - lepreus, leproos
melaatse - Lazarus, lepralijder, leproos 
melaatse bedelaar (bijbel) - Lazarus
melaatsenhuis - lazarushuis
melaatseninrichting - leprozerie
melaatsheid - lazaruszweer, lazerij, lepra, leproosheid, lupus,
melaatsheidserum - leprasol
melancholicus - hypochonder, weemoedige, zwaarmoedige, zwartgallige
melancholie   hypochondrie, weemoed, weemoedigheid, zwaarmoedigheid,zwartgalligheid
melancholiek   weemoedig, zwaarmoedig, zwartgallig
melancholisch   droefgeestig, zwartgallig, zwaarmoedig
melancholische muziek   elegie, nocturne
Melanezië, deel van - Irian
melange - mengeling, mengsel, mixture
melanoom - pigmentgezwel
melanoom, goedaardig - moedervlek
melanzaam - aubergine, eierplant
melasse   (suiker)stroop 
melde - atriplex, ganzevoet
meldeachtige plant   beet, biet,(wortel) kroot, ganzenvoet, spinazie, zeekraal 
melden - aanbrengen, aangeven, aandienen, aankondigen, bekendmaken, berichten, gewagen, kondschappen, mededelen, meedelen, notificeren, opgeven, rapporteren
meldenswaardig - important
melder - aanbrenger, rapporteur
melding   aanmelding, annonce, bericht, boodschap, gewag, hint, kennisgeving, mare, mededeling, mentie, rapport, tip, uiting
melding maken van - berichten, gewagen, mentioneren
meldzuil - praatpaal (telefonisch)
mêlee   krijgsgewoel, strijdgewoel
melen - afschilferen, bloemen
mêleren - mengen, ondermengen
meiering - melange
melet   arenvis
melig - afgezaagd, farineus, flauw, kruimelig, laf, landerig, lusteloos, slap, vervelend
meligheid - lusteloosheid, meelachtigheid
melilote - honingklaver
meliniet - ontploffingsstof
melioratie   grondverbetering
melis   buik, (brood)suiker, citroenkruid, zak
melisse - citroenkruid
melk   (Lat.)lac , galactose
melk lengen met water - dopen
melk die geklonterd is   ruiting 
melk die gestremd is   wrongel 
melk na kaasbereiding - hui, portel
melk van kalfkoe/eerste. . .   biest
melk zeven - teemsen
melk ziften - teemsen
melkachtig - melkig
melkachtig, troebel - emulsie
melkachtig vocht bij het kaas maken -  portel
melkachtig witte edelsteen   opaal 
melkachtige oplossing - emulsie
melkachtige verbinding - emulsie
melkachtige vloeistof - (bloed)wei
melkafscheider - separator
melkafscheiding - lactatie
melkbaard - vlasbaard
melkbak (platte ovale) - aad
melkblauw - opaal
melkbloem - dovenetel
melkboer - melkman, melkslijter
melkboorst - uier
melkbuis - melkvat
melkdistel - distel, hazelatuw, motdistel,  roggedistel, zoogdistel
melkdrank - anijsmelk, kandeel, karnemelk, kefir, koemis(Russ.), milkshake, salie, slemp, yoghurt
melkemmer - kruik,  puts
melken - uitbaten, zeuren
melker - schraper
melkgehaltemeter - galactometer
melkgerecht - boekweitpap, griesmeelpap, hangop, havermoutpap, karnemelkpap, maïzenapap, pap, pent, yoghurt, vla
melkgerei - emmer, krukje, melkbus, teems, touw, zeef
melkhaar - baarddons
melkklier - uier, edder, elder, melkkoe, tepel
melkkoorts - kipziekte
melkkorst bij kinderen - meeldauw
melkleverancier - geit, koe, schaap
melkliefhebber - melkbaard
melkman - melkboer, melkverkoper
melkmeter - areometer, lactometer, lactoscoop
melkmuil - flauwerd, halfwas, puber
melk na kaasbereiding - hui
melk na het kalveren - biest
melkontromer - centrifuge, écrémeuse, separator
melkproduct - boter, hangop, kaas, kwark, melkpoeder, room, yoghurt, zuivel
melkproducten - zuive
melksap van rubberboom - latex
melkschaap - ooi
melksoort - biest, karnemelk, kokosmelk, taptemelk
melkspijs - kwark, pap, pudding, vla, yoghurt
melksteen - galactiet
melksuiker - galatose, gelactose, lactose
melktobbe - lijst, roomvat
melkverkoper - melkboer, melkman, slijter
melkvet - room
melkweg - galaxie, lactea, sterrengordel (lichtend), via
melkweger - lactodensimeter
melkwei - serum
melkwitte opaal - cacholong
melkwitte steen - opaal
melkwol - lanital
melkwijn der Tartaren - kefir
melkzeef - teems
melkzwam - lactarius
melliet - honingsteen
melodie - air, cantileen, deun, hoofdstem, melos, tune, wijs, zangwijs
melodieus - welluidend, zangerig, zoetgevooisd, zoetklinkend
melodische reeks tonen op een lettergreep - melisme
melodische versieringsnoot - voorslag
melodrama - draak, teneelstuk
melodramatisch - drakerig, pathetisch
meloen - kanteloep
meloenachtige vrucht - pompoen
meloenboom - papaja (Indon.)
melomaan - muziekmaniak
melopee - gezang, ritmisch
melote - honingklaver
meltbak - moutbak
meluw - molm, murw, mijt, houtluis, rijp, week
membraam - huidje, vliesje
membraanpomp - kattekop
memel - houtworm, made, molm, mijt, wormpje
memme - moeder
memmekenskruid - tuinkamperfoelie
memelig - vermolmd
memento mori - m.m.
memmen - leuteren
memoires - gedenkschriften, herinneringen
memorandum - memo, nota, zakagenda, zakboekje
memoreren - aanstippen, optekenen,  vermelden
memorie - beschouwing, geheugen, herinnering, schriftuur,
verhandeling
memoriaal - zakboek
memorie – geheugen, herinnering
memoriseren - onthouden
men leze   leg., legatur
men neme - recipe
men ondertekene   sign.
menage   huishouding, kost, voeding 
menageren (zicht) - matigen
menagerie - beestenspel, huishoudster 
menageus   huishoudelijk, spaarzaam
mend - handboei
Mende, geheim genoodschap van de - Benda, Poro, Sande
mendelen - kruisen
mendicant   bedelbroeder, bedelmonnik
mendoet - Tjandi
Mendoza - Cuyo
menen - aannemen, achten, bedoelen, denken, geloven, gemeend minus, oordelen, stellen, susteneren, verbeelden, vermoeden, vinden, wanen 
menens - echt, ernst, serieus
menestreel - dichterzanger, minnezanger
mengbaar - miscibel
mengdrank - punch
mengel - liter
mengelen   mengen, ondereenbrengen
mengeling - melange, mengsel, mixture, poespas
mengelingen - gewoel, mengsel, miscellanea, misc.
mengelklomp   chaos
mengelmoes   allegaartje, allerlei, amalgaam, amalgama, hakmoes, haringsla, hutspot, huzarensla, medley, mele, mengeling, mengsel, mikmak, mismas, moes, pele, poespas, potpoirri, quodlibet, ragout, ratatouille, ratjetoe, rommelzo, samenraapsel, warboel, wirwar
mengelwerk - melange, varia
mengen - bemoeien, doorroeren, kneden, mêleren, meieren, mixen, roeren, shaken
menger - mixer
menggesteenten - migmatieten
menging - alligatie, mictie
menging van kleuren - koloriet
menging van metalen - alligatie
mengkoren - masteluin
mengmachine - klutser, mixer
mengmest - compost
mengmetaal - brons, damascering, mengijzer, pamor
mengsel   allegaartje, amalgaan, emulsie, kruising, melange, mengeling, mengelmoes, mix(ture), ratjetoe, samenraapsel
mengsel dat verhardt   beton 
mengsel met vloeistof - emulsie
mengsel met water, zand en veen - spier
mengsel om te bakken   deeg, beslag
mengsel ontstaan bij verhitting van suiker   karamel
mengsel van aarde en water   blubber, modder, slijk
mangsel van azijn en water - oxycraat
mengsel van azijn met honing - oxymel
mengsel van benzine en benzol - azal
mengsel van bestanddelen - amalgaam, algama
mengsel van bloem, kruiden en water - sausje
mengsel van carbonaten   dolomiet 
mengsel van cement, kalk, kiezel en zand   beton, bitumen
mengsel van dranken   cocktail 
mengsel van dubbelkoolzure soda - suikerbruispoeder, wijnsteenzuur
mengsel van gassen   lucht 
mengsel van grafiet en leem   potlood
mengsels van half tarwe en half rogge   mastelain
mengsel van hars en lijnolie - vernis
mengsel van honing en azijn - oxymel
mengsel van kooloxyde en waterstof - cokesgas, watergas
mengsel van koolzure kalk en klei   mergel
mengsel van kiezel, cement en zand    beton
mengsel van klei en kalk   leem 
mengsel van klei en silt   zavel 
mengsel van koper en zink - penstik
mengsel van krijt en lijnolie - stopverf
mengsel van krijt, loodwit en lijnolie - stopverf
mengsel van lood en tin - peauter
mengsel van lijnolie en hars   vernis 
mengsel van lijnolie, vet en gele hars - harpuis
mengsel van meel - deeg
mengsel van meel en melk   beslag 
mengsel van melksap en hars uit de bolletrieboom - balata
mengsel van mout en water - beslag
mengsel van nikkel en ijzer - pamor
mengsel van papier en lijm - papiermaché
mengsel van pijpaarde, loodwit en lijnolie - plamuur
mengsel van rogge en tarwe - masteluin
mengsel van salpeter, zwavel en houtskool   kruit
mengsel van snoepjes   melange 
mengsel van soorten (thee, koffie, kruiden enz.) - melange
mengsel van suikerwater en blanke stroop - fondant
mengsel van tabakssoorten   melange, mixture
mengsel van tarwe en rogge - masteluin
mengsel van tin en koper - brons
mengsel van tin, bismut en kwikzilver - musiefzilver
mengsel van twee dranken   split, tweedrank
mengsel van vet, lijnolie en gele hars   harpuis
mengsel van voedermiddelen - mengvoer
mengsel van water en azijn   oxycraat 
mengsel van water, zand en veen - spier
mengsel van whisky met spuitwater - split
mengsel van wijnsteenzuur en  natriumcarbonaat - bruispoeder
mengsel van zand en klei   leem 
mengsel van zeep en glycerine - onderloog
mengsel van zeep en poeder - waspoeder
mengsel van zoutzuur en salpeter zuur   koningswater
mengsel van zwavel met tin - musiefgoud
mengsel van zwavelzuur en salpeterzuur - nitrose
mengsel van zwavel, lijnolie en hars - harpuis
mengsel waaruit iets gegoten of geperst wordt - specie
mengsmering - tweetaktbenzine
mengtaal van negers op de  Antillen - negerhollands
mengteelt - mengcultuur
mengvat - agitator, beker, krater
mengvorm - hebride, hybride
mengijzer - pamor
menhir - megaliet, monoliet
menie - grondverf, minium
menig - veel, verscheidene
menige - ettelijke, verscheidene 
menigeen - veel
menigmaal   dikwijls, herhaaldelijk, vaak
menigte   bende, boel, drang, dreun, drift, drom, drop (Z.N.), drukte, foule, gedrang, heir, hoop, horde, kudde, leger, legio, legioen, macht, massa, mensenzee, meute, myriade, quantiteit, quantum, reeks, rits, schare, schep, schuif, serie, sleep, stamp, stoet, stomp, stortvloed, troep, tros, veel, veelte, vleet, vloed, vloedgolf, volk, zee, zooi, zwerm 
menigte met dezelfde geloofsbegrippen   sekte
menigte gelijke gelovigen - sekte
menigte soldaten - troep
menigte vissen - school
menigvoud - veelsoortig, velerlei
menigvuldig   dikwijls, frequent, herhaaldelijk, overvloedig, talrijk vaak, veel, veelal, velerlei
menigvuldigheid   frequentie, frekwentie, multipliciteit, overvloed, talrijkheid
menigwerf - dikwijls, menigmaal
mening   advies, avis, bedoeling, bericht, beslissing, conclusie, convictie, decisie, denkbeeld, denkwijze, dunk, gedachten, gevoelen, gissing, idee, intuïtie, inzicht, leer, oogmerk, oordeel, opinie, opvatting, overtuiging, plan, raad, sententie, sentiment, standpunt, stroming, vermoeden, videtur (Lat.), visie, zienswijze, zin
mening die men staande houdt - bewering
mening geven   oordelen 
mening uiten - opineren
meningen van mensen op straat - doxa
meningsuiting   afkeuring, bewering, gevoelskwestie, goedkeuring, heibel, herrie, oordeel, stem
meningsverschil   conflict, dissensie, dissentiment, gekijf, geschil, onenigheid, onmin, perkara (Ind.), tweedracht, twist
meniscusletsel - voetbalknie
menist - doopsgezinde, mennoniet
mennen - besturen, leiden
menner - koetsier, voerman
mennist - Doopsgezinde, Mennoniet
mennoniet   menist, doopsgezinde
meno - minder
menopauze - overgang
Menorca, hoofdstad van - Mahon 
mens - aardbewoner, aardworm (fig.), adamskind, creatuur, dame, heer, homunculus, homo, iemand, individu, jongen, kerel, kind, knaap, kosmopoliet, lid, man, meisje, persoon, persoonlijkheid, schepsel, sterveling, vent, volwassene, vrouw, wereldburger, wezen, wijf, ziel 
mens (Ind.) - orang
mens   (Maleis) orang
mens als middelpunt nemend   antropocentrisch
mens dat alles goed vindt   goedzak, goeierd, lobbes, sul
mens in dierengedaante - manwolf, weerwolf
mens in historische tijden - oermens
mens in onvolwassen staat - kind
mens in wolvegedaante - weerwolf
mens met duivels karakter - mefisto
mens of dier zonder pigmentkleurstof - albino
mens uit de prehistorie - oermens,  Neanderthaler, Paranthropus, Australopithecus 
mens uit de voortijd - oermens
mens zonder ruggegraat - slappeling
mens zijnde - menselijk
mens zonder ruggengraat - slappeling
mensa - altaar, eetzaal
mensa academica - m.a.
mensaap   antropoïde, baviaan, chimpanse, gibbon, gorilla, lar, orang-oetan, pongo
mensachtig   antropoïde
mensapen   antropomorfen , pongidae
mensbeschouwing - antropologie
mensdom - aardrijk, generatie, geslacht, humaniteit
menselijk - gevoelig, goedaardig, goedhartig, humaan, menslievend, natuurlijk, sociaal, vriendelijk, welwillend, zachtzinnig
menselijk bekken - pelvis
menselijk denken - humanisme
menselijk geluid - stem
menselijk maken - humaniseren,  verbeteren, veredelen
menselijk vermogen - wil
menselijk wezen - persoon
menselijke machine - robot
menselijkerwijs - normaal
menselijkheid - humaniteit, mededogen, redelijkheid, zachtheid 
mensen   gajes, gepeupel, hoofden, koppen, lieden, lui, men, menigte, personen, volk
mensen (Hebr.) - gajes
mensen die deel uit maken van een zekere kring - leden
mensen die een bepaald gebrek hebben - stotteraar
mensen die een kas houden   kassier, penningmeester
mensen die reddingen verrichten   redders
mensen van de dorpen - buitenlui
mensen van een bepaalde kring   leden
mensen van een bepaalde rang    edelen 
mensendief - kidnapper
mensendoder - moordenaar
mensenetend - kanibaals, wreedzuchtig 
mensenetend monster - minotaurus
mensenetende cycloop (myth.) - Polyphemus
mensenetende reuzen - Laestrygonen, Laistrygonen
menseneter   antropofaag, kannibaal 
mensengeslacht   generatie, mensdom, ras
mensengroep    kaste, klasse, ras, stand
mensenhaat   misantropie 
mensenhatend - misantropisch, timonisch
mensenhater   Alceste, misantroop, Timon
mensenjacht -  razzia
mensenkenner - psycholoog
mensenkennis - psychologie
mensenkind - baby, peuter, uk, 
mensenliefde - altruïsme, charité, filantropie, naastenliefde, weldadigheid
mensenlijk - afgestorvene, aflijvige, dode, overledene
mensenmassa - drom, gewoel, legioen, menigte, volksmenigte
mensenmenigte   drom, massa, volk
mensenminnaar - filantroop
mensenmoorder onder de paddestoelen - amaniet
mensenras - Europiden, Mongoliden, Negriden, Negrito’s, Polynesiërs, Wedda’s
mensenras in Europa met  platte neuzen en scheve ogen - Finnen, Hongaren, Lappen
mensenras met zware schedel - Neanderthaler
mensenrover   kidnapper 
mensenschepping - androgenie
mensenschuw - misantropisch
mensenschuwheid - antropofobie, auvagerie
mensenverstand - rede
mensenvrees   antropofobie 
mensenvriend   altruist, filantroop,  weldoener
mensenvijand - misantroop, timon
mensenwereld   maatschappij, samenleving 
mensenzee - drom, massa, menigte, schare, volte
mensenzoon - Christus, Jezus
mensgroep - kaste, klasse, ras, stand, volk  
mensheid - humaniteit, mensdom
mens in vroegere tijd - oermens
mensje - homunculus
menskunde   antropologie 
menskundig - agoog
menskundige   antropoloog 
menslievend – altruïstisch, barmhartig, filantropie, filantropisch, humaan, humanitair, menselijk, welwillend
menslievende daad - weldaad
menslievende zedenleer - humanisme
menslievendheid   altruïsme, filantropie, filantropisch, humaniteit, liefdadigheid
mensmoordende paddestoel - amaniet
menspaard   centaur, kentaur
mensstier   minotaurus
mensverering - androlatrie
mensuur   (tijd) maat, (studenten) duel
mensvormig   antropomorf 
menswaardig - humaan
menswording   antropogenese, hominisatie, incarnatie
mens zonder pigmentkleurstof - albino
mens zonder ruggengraad - slappeling
mentaal - geestelijk, psychisch
mentale suggestie - teleboulie
mentale veerkracht - moreel
mentaliteit - denkwijze
Mentawai-eilanden, een der - Pagai, Siberut, Sipora
mentie   gewag, melding
mentioneren   vermelden
mentor - adviseur, begeleider, gids, leraar, leidsman, raadgever, raadsman
menyanthacee - watergentiaan, waterklaver
menu - spijskaart, spijslijst
mep   dreun, klap, lel, oorvijg, oplawaai, pats, pets, por, slag, stoot, tik, uithaal
mep om de oren - oorvijg 
meppen - beuken, ranselen, slaan, stompen, uithalen
meprise    dwaling, misvatting, vergissing
mepyramme - antallergan, pyranisamine
mercaptanen - thiolen
merci - bedankt
Mercurius - Hermes
mercuriusstaf - caduceus
mercurochroom   kinderjodium
merel   gieteling , lijster, (zwarte) lijster, marel (dichtk.), meerle, merelaar (Z.N.)
meren   aanleggen, ankeren, vastleggen
meren betreffende   lacustrien, limnisch
merendeel - gros, menigte
merenland   Finland, Suomi
meretrix - hoer
merg - binnenste, keest, kern, kracht, medulia, muelos, pit, pulpa
merg hebbend - krachtig, pit, pittig, snedig
merg van kokosnoot - klapper, kopra, liplap
merg van een palmboom   sago
mergel - kalksteen, slijk, tufkrijt, tufsteen
mergel of kalksteen met afdruk van een blad of boom - dendriet, nemoliet
mergpijp   been
mergstraal - spiegeldraad
Mergui-archipel, bewoner van de - Soeleng
meridiaan   lengtecirkel, middagcirkel, middaglijn
meridiaantekens - miren 
meridionaal   zuidelijk
merinosschaap - infandato
merites   verdienste(lijkheid)
merk – aanduiding, baken, filigram, impressie, indruk, kenteken, keur, moet, naam, peil, signatuur, striem, stempel, teken, ton, ijk, vignet, zegel
merk (Ind.) - tjap
merkbaar - bemerkbaar, perceptibel, sensibel, tastbaar, voelbaar, waarneembaar
merkbout - brandijzer
merkelijk - aanmerkelijk, aanzienlijk, blijkbaar, gewichtig, kenbaar, kennelijk
merk in meetkan   pegel
merk in papier - watermerk
merk in vaarwater - baak
merk of indruk - moet
merk op gewicht - ijk
merk op goud   keur
merk op een munt - klop
merk op te vellen bomen - klaverblad, trits
merk op vat - rits
merk voor hoogtestanden   peil 
merk voor vaarwater - boei, baak
merk waar men beginnen moet   beginpunt, meet, start
merk waaronder men zijn  waren aan de man brengt - handelsmerk
merken - aanblessen, aankruisen, bespeuren, coderen, etalonneren, gadeslaan, letteren, ontdekken, gewaarworden, markeren, signeren, stempelen, voelen, waarnemen, ijken, 
merken met een beginletter - letteren
merken met een stempel - stempelen
merken van gewichten - ijken
merken van te vellen bomen - sjappen
merking - signatuur
merklijn - kabelmerk
merkstempel - klopper
merkstok - jalon
merkteken   afdruk, baken, kenteken, mark, monogram, peil, signatuur, stempel, stigma, ton, ijk, zegel
merkteken in maten voor vloeistoffen - pegel
merkteken in vaarwater - boei, brulboei
merkteken om een bepaalde maat aan te geven - peil
merkteken op paspoort - visum
merkteken van een boek - signatuur
merkteken van een waterstand - peil
merkteken voor de start - meet, startlijn, streep,
merkwaardig   aanmerkelijk, belangrijk, bijzonder, casueel, curieus, eigen(aardig), enig, exceptioneel, noemenswaard, notabel, observabel, opmerkenswaard, opmerkenswaardig opmerkelijk, raar, treffend, uniek, vreemd, wonderlijk, zeldzaam, zonderling 
merkwaardig iets - bijzonderheid, exceptie
merkwaardig voorwerp - rariteit
merkwaardige dingen - curiosa, rariora, rariteiten
merkwaardige gebeurtenis - evenement
merkwaardigheid   bijzonderheid, curiositeit, eigenaardigheid exceptie, rariteit, zeldzaamheid
merklijn   dwergvalk, kabelmerk, steenvalk
merlijn - myrddhin 
merodach - Mardock
Meroë - Bakarawiga
merode   armoede, doodarm, ellende
Merovingen, een der - Clodio, Clovis
Mersin - Içel
merveilleus - grandioos, prachtig, wonderbaarlijk
mes   bistourie, broodmes, kapmes, keukenmes, kortjan, lancet, lupotoom, nijf, pennemes, ploegmes, scalpel, scheermes, snoeimes, snijwerktuig, stilet(to), tempermes, zakmes
mes (barg.) - nijf
mescaline - peyotl
mes in de chirurgie gebruikt - laatmes
mes met gebogen lemmet - krommes
mes om te kappen - kapmes, hakmes, snoeimes
mes om verf te mengen, te roeren, fijn te wrijven etc.   tempermes
mes voor aderlaten - laatmes
mes voor afstrijken van drukinkt   rakel
mes voor het afstrijken van verf - rakel
mes voor hoorn onder paardenhoeven te verwijderen - renet
mes voor lijkopeningen - incisorium
mesjoche - dol, dwaas, gek, idioot, krankzinnig, mal, zot
meskant - neg(ge), snee, snede 
meskant bezaagde balk - badding
mesmerisme - dierlijk magnetisme
mesomerie - renonantie
Mesopotamië   Irak, tweestromenland
Mesopotamië , stad in het oude    Adab
Mesozoïcum - Triasperiode
mespuntje - snufje
mess - eetzaal, kantine, legerkantine, 
mess bij de marine   longroom 
Messenië, hoofdstad van - Kalamata
messchede   foedraal
messen, lepels, vorken - bestek, tafelzilver
messestad - Leipzig, Frankfurt
Messias -  Christus, Gezalfde, Heiland, Jezus,Verlosser
messieurs - M.M.
messing - geelkoper, Iatoen
messnede - jaap
messroom - eetzaal
mest   aal(t), boer, compost, derrie, drek, faecaliën, faeces, gier, groeistof, guano, kali, kalk, koemest, kunstmest, mengmest, poep, pokon, slakkenmest, stalmest, stront, uitwerpselen
mest uit afval - abattoirmest
mest weer op het land brengen - mesten
mestaarde - compost, humus, teelaarde
mestbelt - mesthoop
mestbewoner - finicool
mesten - dongen, kroppen, misten
mesteter - coprofaag
mest, gedroogde. . .   (Eng. Ind.) obla
mestgier - aal, aalt
mesthaan   kapoen
mesthoop   aalput, belt, depotoir, gierkuil, gierput, messing, mestvaalt,  poel, vaalt
mesties - halfbloed, kleurling
mestkeer - geotrupes, scarabee
mestkever - bromkever, bromvlieg, drekkever, mesttor, scarabee
mestkot - meststal
mestkruiwagen - kret
mestkuil -  gierput
mestspecie – compost
mesto - treurig
mest op het land brengen - mesten
meststof   beenderas, beendermeel, chilisalpeter, compost, fosfaat (nitro), gips, kali(meel),  kalk, kompost, kunstmest, natriumnitraat, pokon, salpeter, varkensmest
meststof, organische - in Latijns Amerika - Guano, Huano
meststof van zeevogels   guano 
mestvaalt - belt, hoop 
mestvarken - babi, gulzigaard, lekkerbek, schotteling, veelvraat, zwijn
mestvocht   aal, aalt, gier, ier 
mestvork - elger, gaffel, greep, mestgreep, reek, riek, stalgreep,  varkensvlees
mesvormig - lancetvormig
met   con, cum, door, mee , per
met aandacht   aandachtig, attent 
met aanslag bedekt - beslagen
met aantekeningen   c.n. (cum notis) 
met aarde vullen - aanaarden
met aderen - geaderd
met aftrek - m.a.
met andere woorden   anders gezegd, m.a.w.
met anderen gaan – meegaan
met as bedekt – beast, bestoven
met baar geld - contant
met behoud van de eer   s.h. (salvo honore)
met beide lippen - bilabiaal
met beitel wegnemen   uitbeitelen 
met beleid   tactisch, tactvol
met bepaalde vloeistof bestrijken   teren, verven
met bestemming (scheepv.)   m.b. 
met betaald antwoord   r.p.
met betrekking tot   m.b.t.
met betrekking tot de maan   lunair 
met betrekking tot de tucht   disciplinair
met bijlagen   c.a. (cum annexis) 
met bloed gepaard   bloedig
met bont gevoerde overjas   pels 
met dank   m.d., p.r.
met dat al – ondertussen
met de benen van elkaar - wijdbeens
met de Franse slag   oppervlakkig 
met de grond gelijk maken   raseren, slechten, slopen
met de grootste spoed - ijlings
met de hand geweven tapijt   kelim 
met de kosten - c.e.
met de mond - oraal
met de stem   vocaal
met de tanden vermalen   kauwen 
met de tong strelen - likken
met dezelfde betekenis   synoniem 
met dobbelstenen gooien   dobbelen, knobelen
met dubbele tong spreken - lallen
met dunne plekken – galig
met eelt - eelterig
met een doek reinigen    boenen, vegen
met een eed bevestigen   bezweren, zweren
met een gordel vastmaken   gorden 
met een kant omgeven   omkanten 
met een peilstok peilen   roeien 
met een slede rijden - arren
met eigen hand - m.p.
met elkaar   getweeën, samen, tezamen
met elkaar in verband brengen   combineren
met elkaar overeenstemmend   evenredig, gelijk
met fouten   gebrekkig ,foutief, onjuist, verkeerd
met fras begroeid duin - nol
met gas gevuld omhulsel   ballon , gasfles
met gebruik van   m.g.v.
met geklopt ei bestrijken en fijngewreven beschuit of geroosterd brood bestrooien   paneren
met geld overhalen - omkopen
met gelukwensen   m.g., p.f., proficiat
met genoegen   gaarne, graag 
met geringschatting spreken   smalen
met geweld doorzetten   forceren 
met Gods genade   b.c.D.
met Gods wil   D.V.
met goed bevrachten – Iaden
met goede bedoelingen – bestwil
met graagte - gretig
met grote aandacht - nauwlettend
met gras begroeid duin   nol
met grint bedekken - begrinden, begrinding
met grote aandacht   aandachtig, nauwlettend
met hartstocht (muz.)   appassionata
met.humor   geestig
met hun allen   e.t.q.
met hypotheek bezwaren – onderzetten
met iemand eens zijn - instemmen
met inbegrip van   incluis, inclusief, incl.
met ingang van   m.i.v., per
met kennis van zaken   cognitief, oordeelkundig
met kiel bestrijken   lemen
met kleine gaatjes   poreus
met klem – nadrukkelijk
met kogels gevulde bus – kartets
met kracht slaan - zwiepen
met kwaad opzet - expres(selijk)
met laagje bedekken - enroberen
met letset   gekwetst, gewond
met lof   c.1. (cum laude)
met loog behandelen   logen, uitlogen
met lust - e.a.
met meer reden - a fortiori
met mijn eigen hand - m.m.p.
met moeite   krap,moeizaam, nauw, nauwelijks, ternauwernood
met naald en draad bewerkte verbinding   naad
met nadruk   beklemtoond, nadrukkelijk, pregnant
met name   m.n.
met nummers voorzien   nummeren 
met of tevens - mede
met onbekende bestemming   m.o.b. 
met onderbrekingen   discontinu, gebroken
met oorlogstuig gooien   bombarderen
met openingen in het patroon van jurken of blouses   ajour
met open mond - verbluft
met opzet – bewust, expres, opzettelijk, willens
met overleg – tactisch, tactvol
met overtuiging en toewijding   ernstig
met pek insmeren   pekken, teren 
met pennen maken - breien
met plezier   graag, gaarne
met poriën – poreus
met recht - terecht
met rechtmatige trots   fier
met redenen omkleden - motiveren
met reden begaafd wezen - mens
met roest overdekt   roestig
met rouwbeklag   m.r.
met ruitjes motief - quadrille
met scheuren   reten, retig
met schuin beloop - sneeps
met schuine letters drukken   cursiveren
met smaak tot zich nemen - genieten, savoureren, smullen
met smeer bedekt - vettig
met sneeuw bedekt   besneeuwd 
met snel verloop   acuut
met spek doorrijgen   larderen
met spoed cito, dadelijk, fluks, haastig, inderhaast, ijlings, per expresse, p.e., rap, snel 
met spoed   (Lat.) cito
met stelligheid – beslist
met stoom bereide koffie - expresso
met suiker gekookte vruchten    compote
met te geringe ruimte   eng
met teer bestrijken   teren
met tegengestelde betekenis   antoniem
met tegenzin   afkeer, contrecoeur, node, ongaarne
met tin overtrokken - vertind
met toenemende sterkte   crescendo 
met traansmaak   tranig
met twanende, waterige ogen - leep
met twee brandpunten - bifocaal
met uitgebreide kennis – geleerd
attent 
met veel geluid - klankrijk
met veel gevoel (muz.)   affettuoso 
met veel kleine gaatjes   poreus 
met veel omhaal   omslachtig
met veel spoed – ijlings
met vele gaatjes - poreus
met vereiste kennis uitgerust   onderlegd
met verlof gezegd - s.v., s.v.v.
met versieringen – figuraal
met verstand begaafd - verstandig
met verstand van zaken - oordeelkundig
met vet insmeren - smouten
met vlaggen versieren – pavoiseren
met vlugge pasjes lopen - trippelen
met volledige overtuiging - ernstig, serieus
met volledige titel - p.t.
met voorbedachte rade – opzettelijk
met vracht vullen - laden
met vuur (muz.)   con brio
met watten voeren – watteren
met weinig vet - mager
met wijd open ogen kijken   staren, starogen
met zeepwater reinigen – sopeen
met zorg – nauwkeurig
met zorg ontwikkelen – aankweken
met zeer veel kennis   geleerd 
met zwaar geluid in het water vallen   plonzen, plompen
met zwart behangen kamer   aula, rouwkamer
met zwier   zwierig 
meta - brandstof,  half, metaldehyde
metaal   
 3   tin, 
 4   blik, gero, goud, kong, kwik, lood,  ijzer, zink
 5   aabam, brons, invar, konel, koper, pamor, pleet, ruolz, staal,          uraan 
 6   alpaca, barium, bismut, calain, cerium, chroom, cobalt, galmei,        ionium, kalium, kobalt, latoen, nikkel, nobium, osmium,                radium, rubium, sodium, titaan, zilver
 7   alboide, benares, bismuth, cadmium, caesium, calcium, elinvar,       gallium, iridium, kalamijn, lithium, mangaan, messing, natrium,       platina, soldeer, staniol, taeniet, thorium, uranium,
 8   alfinide, antimoon, berylium, cererium, coheniet, halfgoud,            harpanet, lenthaan, limoniet, malachiet, melaniet,
      polonium, polyxeen,  spinsbek, staniool, thallium, theelood,           titanium, wolfra(a)m, vanadium, zinkerts, zinklood
 9   aluminium, argeniet, argentaan, arsenicum, atagamiet,                   berillium, cerussiet, columbium, dowmetaal, germanium,               gietstaal, loodspaat, magnesium, malachiet, molybdeen,                 palladium, potassium, strontium, talmigoud, tantalium
10  antimonium, binairkies, gerozilver, kwikzilver, kwikzilver,             lanthanium, nikkelijzer, osmiridium, ruthenium, siserskiet,             wolframium, zilverstof
11  broomzilver, moissanniet, nikkelstaal
12  albionmetaal, aurichalciet, molybdaenium
13 babbitsmetaal, plantiniridium, schreibersiet
metaal (Fr.)   argent, fer, or
metaal bestaande uit lood en tin - peauter
metaal bevattend - metalliek
metaal bewerker - smid
metaal met zwavel - blende
metaal over een vorm buigen - forceren
metaal pletten - planeren, lamelleren
metaal sterk aantastend gas    chloor
metaal zuiveren - metalliseren
metaalaarde - iridium
metaalachtig   metalliek 
metaalachtig gesteente - amaril, smergel
metaalafval - schroot
metaalarbeider - draaier, frezer, metaalgieter, plaatwerker,  pletter 
metaalatlas - metaalmoor
metaalbarometer   aneroïde 
metaalbederf   roest
metaalbedrijf   ijzergieterij 
metaalbeschrijving - metallografie
metaalbewerken   smeden 
metaalbewerker - bankwerker, boorder, carrouseldraaier, draaier, frezer, gieter, goudsmid, hoefsmid, koperslager, kotteraar, lasser, nageltikker, planeerder, schaver, slijper, smid, walser, zetter, zilversmid
metaalbewerking - afschijven, boren, ciseleren, draaien, felsen, frezen, gieten, kotteren, lassen, persen, rozetteren, schaven, slijpen, smedn, vijlen, walsen, zagen, zetten
metaaldraad   gloeidraad, ijzerdraad, koperdraad
metaaldraad met stof omwikkeld - laiton, laton
metaalelement - indium
metaalerts   bauxiet, blende
metaalfolie - aluminiumfolie, zilverfolie
metaalgieting - fusie
metaalgravering   niëllo
metaal houdende aarde   erts, oer 
metaalkleuren - metallochromie
metaalkoning - regulus
metaalkunde - metallurgie
metaallegering    alliage, alpaca, blende, brons, messing, osram, peauter, piauter, roodkoper, soldeersel
metaalmenging - legering  
metaalmengsel   alliage, argentaan, brons, legering,  monel, oreïd, osram, piauter, pinsbek, soldeer(sel), tombak
metaalmengsel uit koper en tin   brons 
metaalmoeder - matrijs
metaaloxydatie - roest
metaaloxyde - roest
metaalpletten - planeren 
metaalpoeder - brons
metaal poedervormig - thorium
metaalrest - slak
metaalresten - schroot
metaalscheider - affineur, louteraar
metaalscheikunde -  metallochomie
metaalslak - sintel
metaalstuk - sintel
metaal uit eerste groep van het persysteem - alkalimetaal
metaalverbinding   alpaca, alliage, amalgaan, blende, legering
metaalversieren - damasceren
metaalversiersel - filigraan
metaal vloeibaar - kwik(zilver)
metaalvoeg - las
metaal voor goten - zink
metaalvorming - metallisatie
metaalzaag - ijzerzaag
metaan   mijngas, moerasgas 
metabolisme   stofwisseling 
metafoor - beeldspraak
metaforisch   figuurlijk, leenspreukig, overdrachtelijk
metafysisch   bovennatuurlijk, bovenzinnelijk
metagenesis   generatiewisseling 
metaldehyde - meta
metalen aaneen hechten - solderen
metalen bak   teil
metalen band   ring
metalen bekken - gong
metalen draad - snaar
metalen draadstaaf - bout, tapeind
metalen figuurlijn van letterzetters - filet
metalen gesp - spang
metalen haakje   clip, kram, niet 
metalen holle staaf   buis, leiding 
metalen hoofddeksel - helm
metalen kleding - harnas
metalen klemmetje - agraaf, broekveer, dassenklem, muizenklem, paperclip, vogelklem, vosseklem
metalen kokertje - tube
metalen kolenvat - kit
metalen kuip - teil
metalen mengsel voor het verbinden van metaaloppervlakken   soldeer 
metalen mondstuk   bit
metalen onder elkaar mengen - meieren
metalen pennetje   stift, speld, niet, nietje, spijker
metalen plaatje - lamel
metalen plaatje voor geluid - rinkel
metalen priempje - speld
metalen punt   taats
metalen rand met knip van een beursje - knipbeugel
metalen reservoir   bierblik, conservenblik, drum, melkbus, tank
metalen richel - gordijnrail, rail, spoorwegrail
metalen ringetje   malie
metalen romer - kelk
metalen samensmelten   legeren 
metalen schakeltje - malie
metalen slagbekken - gong
metalen sluiting - gesp
metalen sluiting op boek   klamp 
metalen smelten - legeren
metalen spang - agraaf, agrave
metalen spijl   staaf, stang, tralie
metalen staaf   baar, roe, roede, stang 
metalen stander - rong
metalen stang - staaf
metalen stekel - pin
metalen stift   pen, pin
metalen stift voor verbinding  van metalen platen - kllnknagel
metalen stuk ter verbinding  van twee buizen - nippel
metalen vat   emmer, ketel, kit, teil
metalen verbinden - lassen
metalen verbindingsstuk - mof, nippel
metalen voorhoofdsband - ferronniëre
metalen voorwerp bedekt met edelmetaal - pleet
metalen wasbak - teil
metalen zuiveren - metalliseren
metalliek   metaalachtig
metalliek element uit gloeilampen - wolfram
metalline   pakkingstof
metallisatie   metaalvorming 
metalloïde - antimonium,  fosfor, granuliet, haligeen, jodium, kiezel, koolstof, kwartsiet, stokstof, talkschist, zwavel
metalloïde stof - borium, fosfor, kiezel,  selenium, zwavel
metamorf gesteente   amaril, amfibcolschist, fylliet, gneis, granuliet, kwartsiet, lei(steen), marmer, phylliet, schist, talkschist,
metamorfose   gedaanteverandering, herschepping
Metapontum - Metaponto
metatarsus - middenvoet
meteen - aanstonds, accuut, dadelijk, direct, direkt, gauw, (te)gelijk, gelijktijdig, omgaand, onmiddellijk, onverwijld, ook, prompt, rechtstreeks, regelrecht, spoorslags, staandevoet, tegelijk(ertijd), temee, temet, terstond, tillico, tevens, zo
meteen als - zodra 
metel - windhalm
meten - afpalen, afpassen, bepalen, meting, titreren
meten van diepte -  peilen
meten van geluiden - fonometrie, phonometrie
metencephalon - achterhersenen, nahersenen
meten van geluiden - fonometrie,  phonometrie
metencephalon - achterhersenen, nahersenen
meteoor - hemelsteen
meteoorregen - meteorietenzwerm, perseïde,  sterrenregen, sterrenschot
meteoorsteen - aëroliet, bolide, dondersteen, holosideriet, luchtsteen, lynxsteen, meteoriet, meteoroliet, syssideriet, uranoliet
meteoorsteen zonder ijzer - asideriet
meteorenkraters - astroblemen
meteoriet - leonide, meteoor(steen) 
meteoriet uit het sterrebeeld  van Leo - Leonide
meteorisme - flatulentie
meteoristisch nikkelijzer - plessiet
meteorologie   weerkunde
meteorologisch station   KNMI, de Bilt, Ukkel
meteorologisch verschijnsel   anticycloon, bliksem, cycloon, depressie, donderslag, dauw, hagel, hogedrukgebied, lagedrukgebied, mist, nevel, onweer, regen, regenboog, regenbui, rijm, rijp, sneeuw, storm, windhoos, ijzel, zonneschijn
meteorologische term - isobaar
meteoroloog   weerkundige, weervoorspeller 
meteoorsteen   aëroliet, meteorieturanoliet
meter - doopmoeder, etalon, lengteëenheid, peettante
meterlens - dioptrie
meter met graadboog - sekstant, sextant
meter om dikte van snaren vast te stellen - chordometer
meter van hartslag - cardiometer
meter voor gasdruk - manometer 
meterton   m.t.
metgezel - begeleider, chaperon, (Fr.) copain, compagnon, genoot, gezel, kameraad, maat, makker, medereiziger, reisgenoot, reisgezel, satelliet, socius
metgezel van Aeneas - Achates
metgezel van  d’Artagnan - Aramis, Athos, Porthos
metgezel van  Bacchus - Silenus
metgezel van Dionysus   Silenus
metgezel van Don Quichot   Sancho Pancha
metgezel van Odysseus - Eurylochus
methaan   aardgas, moerasgas, mijngas
methylalcohol - methanol
methode   leerboek, leergang, leerplan, leerstoel, leerwijze, manier, procédé, stelregel, stelsel, stijl, systeem, taktiek, trant, werkwijze, wijze
methode in de psychiatrie - analyse, hypoanalyse, narcoanalyse
methode om een vreemde taal te leren spreken via een grammofoon - linguafooncursus
methode om groeitijd te bekorten - vernalisatie
methode opart kunstenaar - moire
methode van het schaakspel   gambiet 
methode van het tellen   talstelsel 
methode van kansberekening - statistiek
methode van landmeting   basismethode 
methode van lezen - braille
methode van onderwijs - Dalton, Montessori
methode van onderwijzen - didactiek, didaktiek
methode van renteberekening - retrogrademethode
methode van reproduceren - lichtdruk
methode van schrijven - blokschrift
methode waarbij met de minste kosten de grootste produktie wordt bereikt - rationalisatie
methodenleer - methodiek, methodologie
methodiek - stelsel, systeem
mthodisch - geregeld, opzettelijk, ordelijk, stelselmatig
methodiek   stelsel, systeem 
methodistenleider - Wesley
methylaether van morfine - codeïne, hoestmiddel
methylalcohol - methanolmethyl - houtgeest, methanol
methylcarbonamide - aceetamide
methyleen - metheen
methylmorfine - codeïne
methyloranje - helianthine
methyl-thio-uracil - postrumyl
meticuleus - nauwgezet, precies
metier   ambt, baan, bedrijf, beroep, handwerk, stiel, vak
meting - mensuratie
meting der lichtsterkte - fotometrie
meting van hoogten- fotogrammetrie
metoi - photol, pictol
metonymisch - ambitieus
metriek - leer van het versmaat
met opzet - expres
metro   ondergrondse
metrometer   maatmeter, metronoom 
metronoom   maatmeter, metrometer
metronoom van Mälzel   M.M. 
metronymisch - ambitieus
metropoliet   aartsbisschop, aboena 
metropoliet in de Grieks   exarch, Orthodoxekerk
metropolis   Londen, New York,Parijs, Tokio, wereldstad
metropool - wereldstad
metroscoop   baarmoederspiegel 
metrum   maat, versmaat 
metselaar - bouwvakker, maqon, metser
metselaars, beunhaas onder - pannestrijke
metselaarsgereedschap - kesp, kompas, lood, moker, rei, richtlat, schraag, richtsnoer, schietlood, spatel, speciekuip, steiger, touw, troffel, trog, voegspijker, waterpas
metselaarshulp - metseldiender, opperman
metselafval - puin
metselarij - metselwerk
metselbak - kalkbak, kuip
metselen - bouwen, metselarij, oprichten, stichten
metselgerei     hei, heiblok, juffer, kesp lood, moker, paslood, ram, sabel, schraag, steiger, troffel, trog, truweel
metselslak - sintel
metselspecie   betonmortel, cement,  mortel, tras,  trasmortel
metselsteen - baksteen, bentsteen, beton, bouwsteen, brand, brik, heimer, klinker, kop, lucht, sier, teer, vereffeningssteen, waalmop, waalsteen, ijselmop, zandsteen
metselton - kuip
metselwerk - metselarij
metselwerk onder de grond   fondement, fundament
metterdaad - inderdaad, werkelijk
metterhaast - dra, spoedig
mettertijd   allengs, allengskens, eerlang, gaandeweg, later,  naderhand, ooit
metterwoon gevestigd - sedentair
metworst (It.) - mortadel
meu   moei, tante
meubel - bank, bergmeubel, buffet, bureau, bed, canapé, commode, divan, dressoir, etagère, fauteuil, huisraad, kanapee, kast, kruk, sofa, stoel, tafel, wieg
meubel om op te rusten   divan, sofa, bank
meubel voor het opbergen van letterkasten en drukvormen - regaal
meubelbekledingsstof   trijp 
meubelbeslag - hangwerk, sluitwerk
meubelen   ameublement, meubilair, huisraad,  inboedel,
meubelhout - ceder, eiken, notehout, palm, teak
meubelkunst uit de jaren 1815-1850 - biedermeier
meubelmaker - ebenist, menuisier, rompenmaker, schrijnwerker
meubelovertrek - hoes
meubel pluche - velours
meubelpapier - behangselpapier
meubelpluche - velours
meubels - huisraad
meubelsits - overtrekkatoen
meubelspuiter - patineerder
meubelstof - cretonne, damast, epinglé, gobelin, kalamint, trijp, velours
meubelstuk - armstoel - bank, bed, bergmeubel, buffet, bureau, buro, canapé, crapaud, divan, dressoir, etagère, fauteuil, kast, kist, kruk, ledikant, opklapbed, opklaptafel, pouf, poef, ruststoel, schrijn, secretaire, sofa, stoel, tabouret, tafel, theemeubel
meubelstijl - barokstijl, Biedemeier, chippendale, rococostijl
meubelverf - beits
meubel voor werkkamer - bureau
meubelwas - boenwas
meubelwerker - ebenist, schrijnwerker
meubilair   boedel, huisraad, inboedel, meubelen
meubileren en stofferen - aankleden
meug - begeerte, lust, smaak, trek, tuk, zin
meugal - hebzuchtige
meugeniet - kieskauw
meui - moei, tante
meuk - bewaarplaats, huisraad, rommel, rijp, vriendelijk, zacht
meuken - verzachten
meulen - molen
meulenaar - meikever, molenaar
meum - berenwortel 
meun   kopvoorn, zeelt, zeegrondel, zeevis
meuren – pitten, slapen, stinken
meut - zeurkous
meute   bende, drift, drom, jachthonden, jachtstoet, troep
meutje - stuiver
meuzel -  knapzak, haverzak
mevrouw   mad., madam, mevr., mistress,  mme., mrs.
Mevrouw (D) - Frau,
mevrouw (Eng.) - mrs, madam
mevrouw (Ind.) - njonja
mevrouw (Sp.) - senora
Mexicaans dameshondje - chihuahua
Mexicaanse drank   anejo, mesca, tequila
Mexicaans dichter - Martinez, Pacheco
Mexicaanse ezeldrijver   arriero 
Mexicaanse god van de wind - Eecatl
Mexicaanse hoed   sombrero 
Mexicaanse hond (radio)   genereren
Mexicaanse Indianen cultuur   azteken, tolteken
Mexicaanse jongen   muchacho 
Mexicaanse kaap - Catoche 
Mexicaans kruid - marihuana
Mexicaanse maissoep   atole
Mexicaanse munt   peso 
Mexicaanse ruiter   charro 
Mexicaanse salamander   axolote 
Mexicaans schilder - Rivera
Mexicaans schrijver - Guzman, Rulfo, Vasconcelos
Mexicaans toneelschrijver - Magdeleno
Mexicaanse brandewijn - pulque
Mexicaanse componist -Chavez, Ponce
Mexicaanse dans - maxixe
Mexicaanse drank - anejo, mesca, tequilla
Mexicaanse ezeldrijver - arriero
Mexicaanse filosoof - Caso
Mexicaanse hoed - sombrero
Mexicaanse hoeve - hacienda
Mexicaanse hond - genereren
Mexicaanse Indianencultuur - Azteken, Tolteken
Mexicaanse jongen - muchacho
Mexicaanse Luchtvaart - Maatschappij, CMA
Mexicaanse maïssoep - atole
Mexicaanse munt - centavo, centavos, peso, reaal, tirade
Mexicaanse peper - pimento
Mexicaanse plant - cactus, sisal
Mexicaanse ruiter - charro
Mexicaanse salamander - axolote
Mexicaanse strohut   choza 
Mexicaanse veedrijver   vaquero 
Mexicaanse wapen, oud - atlati
Mexicaanse winkel   tienda
Mexicaanse woestijnplant - agave
Mexicaanse zoete peper - pimento
Mexico, haven in - tampico
Mexico, munt in - centavo, peso
Mexico, rivier in - Balsas
Mexico, stad in - Chihuahua, Culiacan, Duranga, Leon, Merida, Monterrey, Puebla, Tampira, Torreon, Veracruz
Mexico, vulkaan in - Popocatepl
mezen - paridae
mezensoort - azuurmees, baardmees, bruinkopmees, glanskop, 
goudmees, koolmees, kuifmees, matkop, pimpelmees, staartmees
mezzanine - tussenverdleping
mezzo (muz.) - halfzacht, zwak
mezzo forto - mf
mezzo tinto - halfschaduw, middenkleur, 
miauwen - mauwen
Miao-tse - Meko
mica   biotiet, glimmer, kattengoud, muskoviet 
micasoort - alurgiet
Michel   Duitsland
Michigan, hoofdstad van - Lansing
Michigan, stad in - Jackson, Kalamazoo
Michoacan, hoofdstad van - Morelia
micro - klein
microbe   amoebe, bacil, bacterie
microbe bestrijder – antibioticum,  kinine, penicilline
microcefaal   kleinschedelig 
microfilm - miniatuurfilm, smalfilm
microfoon die zeer gevoelig is - fonofoor
microgameel - voortplantingscel
micron   mu
micro organisme   bacil
microscoop die uiterst kleine deeltjes zichtbaar maakt -  ultramicroscoop
microscopisch diertje - amoebe, bacil, bacterie
microscopisch kleine foto - micraat
microscopisch kleine organismen in water - plankton
micro-element - spoorelement
micro-organisme - bacil
mictie - urinelozing
middag   a.m., meridie , (na)noen
middagborrel - aperitief
middagcirkel - meridiaan,  lengtecirkel
middagdienst - vesper (R.K.)
middagdrank - thee
middagdutje   siësta, slaapje,  tukje
middageten   dineren
middaglijn - meridiaan, meridionaal
middagmaal   diner, hoofdmaal, maaltijd, middagpot, noenmaal, lunch, obiad
middagmaal gebruiken - lunchen
middagmalen - dineren
middagschone - vogelmelk
middagslaapje - dut, dutje, siësta, tuk, uiltje
middagslijn - lengtecirkel
middaguur - midi
middagvoorstelling   matinee 
middagzijde - zuidkant
middel   aspirine, calmans, doelmiddel, drankje, geld, gelegenheid, geneesmiddel, hoestmiddel, hulpmiddel, inkomsten, kinine, ladder, leer, leest, lift, medium, obat, pil, poetsmiddel, rechtsmiddel, redmiddel, remedie, saleb, sleutel, taille, tonicum,  triakel
middelaar - tolk, vredestichter
middel om gedachten te uiten   taal 
middel om iets te ontcijferen   sleutel
middel om iets uit te drukken   taal 
middel om naar boven te komen    ladder, leer, lift, trap
middel om verf snel te laten drogen - siccatief
middel om vuur te maken – aansteker, lucifer, tondel, tondeldoos, vuurstenen, zwavelstok,
middel tegen alle kwalen   panacee 
middel tegen dorst   drank
middel tegen gehoorziekten   optica 
middel tegen infectieziekten   injectie, penicilline, serum, vaccin
middel tegen kiespijn - odontine
middel tegen koorts   kinine, kina 
middel tegen malaria   kinine
middel tegen pijn   aspirine, morfine 
middel tegen platvoeten   steunzolen 
middel tegen vermoeidheid   rust, slaap
middel tegen verveling   ontspanning, televisie, vermaak
middel ter aansporing - zweepslag
middel tot wedden   pool, totalisator, toto
middel van bestaan   beroep; jacht, landbouw, veeteelt, industrie, visserij
middel van gemeenschap en verkeer - brief, communicatiemiddel, telefoon
middel voor te kalmeren - adaline
middelaar   arbiter, bemiddelaar, borg, expert, koppelaar, koppelbaas, makelaar, mediateur, ombudsman, scheidsman, scheidsrechter, tolk, tussenpersoon, umpire, vertrouwensman,  vmiddelaarschap - bemiddeling, tussenkomst, redestichter
middelbaar - gemiddeld, middelmatig
middelbaar beroepsonderwijs - m.b.o.
middelbaar economisch en administratief onderwijs - m.e.a.o.
middelbaar hoogwater - m.h.w.
middelobaar inkomen - modaal
middelbaar nijverheids onderwijs - mno
middelbaar onderwijs   M.O. 
middelbaar onderwijs systeem - dalton
middelbaar technische school   M.T.S.
middelbare landbouwschool - m.l.s.
middelbare leeftijd   m.1. 
middelbare meisjesschool - m.m.s.
middelbare rivierstand   M.R. 
middeldeur - deur tussen twee kamers
middeldrempel - kozijnkalf
middeldijk - meeldijk
middeleeuwen - m.e.
middeleeuws   achterlijk, barbaars, m.e., mediëval , primitief
middeleeuws afschrijver - kopiist
middeleeuws belegeringswerktuig   kat, rammei, stormbalk, stormladder, stormkat, stormram, stormtoren
middeleeuws beoefenaar der welsprekendheid   rederijker
middeleeuws berijmd verhaal   legende, sproke
middeleeuws burger - poorter
middeleeuws danslied - virelai
middeleeuws dichterzanger - menestreel, minstreel
middeleeuws edelman   baanderheer, burggraaf, graaf, hertog, markies, ridder
middeleeuwse fabelbundel - esopet
middeleeuws feest - ezelsfeest, narrenfeest
middeleeuws gedicht, berijmd verhaal - sproke
middeleeuws geestelijk toneelspel - mysteriespel
middeleeuws godsdienstig kerstlied - leis
middeleeuws grondbezit   vroon, vroonland 
middeleeuws hemelbewijs - aflaat
middeleeuws instrument - estive
middeleeuws kaartspel - tarot
middeleeuws kanon - bombarde
middeleeuws kledingstuk   paltrok 
middeleeuws kloosterordelid - augustijn, benedictijn, dominicaan, franciscaan, johannieter, karthuizer, kruisheer, tempelier
middeleeuws kluchtspel - boerde, clute, esbattement, fabliau, sotternie, sotternij, zotheid
middeleeuws koopvaardijschip   kog, kogge, kof 
middeleeuws landvoogd   ruwaard 
middeleeuws Latijns gedicht - facetus
middeleeuws lied - card, carol, cantio, leis
middeleeuws lied met refrein - leis
middeleeuws muziekinstrument - crwth
middeleeuws muziekstuk - tabulatuur
middeleeuws officieel stuk - charter
middeleeuws oorlogstuig - stormladder
middeleeuws ordelid - benedictijn, dominicaan, franciscaan, johannieter, karthuizer, kruisheer, tempelier
middeleeuws ridder - Ivanhoe
middeleeuws ridderlijk - kansspel, toernooi
middeleeuws rondtrekkend dichter en zanger - menestreel,
minstreel, troubadour
middeleeuws Saksisch wetboek -  Sachsenspiegel
middeleeuws schouwspel - boerde, klucht, sotternie, sproke, steekspel, toernooi
middeleeuws schrijver - klerk
middeleeuws slot - Loevestein, Muiden 
middeleeuws spel - koten, moraliteit
middeleeuws spiegelgevecht - steekspel
middeleeuws stadsbestuur in Italië - podesta
middeleeuws stadsbewoner - poorter
middeleeuws steekspel - landdag, toernooi
 middeleeuws steenwerptuig - blij, blijde
middeleeuws strafwerktuig   blok,  galg, gard, mutsaard, pijnbank, rad, spitsroede
middeleeuws strijkinstrument   luit, vedel
middeleeuws toneelspel - Esmoreit, Floriant, Lancelot
middeleeuws tovenaar - madelgijs,  malegijs
middeleeuws tovenaar uit de Arthur (Artur)cyclus   Merlijn
middeleeuws vaartuig   kog(ge)
middeleeuws veel voorkomende ziekte -  lepra, melaatsheid, pest
middeleeuws verhaal   exempel, legende, mirakel, moraliteit mysterie
middeleeuws verhalend gedicht - boerde
middeleeuws wapen   blijde, goedendag, handboog, hellebaard, katapult, kruisboog, lans, morgenster, piek, spies, strijdbijl, strijdknots, werpbijl, zwaard
middeleeuws wijsgeer - Albertus, Augustinus,  Bacon,Thomas
middeleeuws zanger - minstreel
middeleeuws zijden weefsel - sameet
middeleeuws zwervend student of geestelijke   vagant
middeleeuws zijden weefsel - sameet
middeleeuwse alarmtoren - belfort, belfroot
middeleeuwse boekdrukker - Coster
middeleeuwse boekschrijver - kopiist, monnik
middeleeuwse bouwstijl   Gotisch, Romaans
middeleeuwse broeders    lollarden, ziekenverplegers 
middeleeuwse cither - psalterium
middeleeuwse dokter - aderlater, chirurgijn, boerenbedrieger, kwakzalver 
middeleeuwse driesnarige viool - ebac
middeleeuwse fabelbundel - esopet
middeleeuwse fabelverzameling   esopet
middeleeuwse filosofie   scholastiek 
middeleeuwse  gevechtskleding - harnas, maliënkolder
middeleeuwse godsdienstige beurtzang - leis
middeleeuwse halfvrije   horige, laat, lijfeigene
middeleeuwse heilige oorlog - kruistocht
middeleeuwse jachtwijze - valkenjacht, valkerij
middeleeuwse klucht - esbattement
middeleeuwse klucht in verzen   boerde
middeleeuwse knots - goedendag, morgenster
middeleeuwse koning - Floris, Filips, Jan, Karel
middeleeuwse landvoogd   ruwaard 
middeleeuwse leenman   vazal 
middeleeuwse luit   lier, testudo
middeleeuwse maatschappijvorm - feodalisme
middeleeuwse martelwerktuigen - duimschroef, rad, rek
middeleeuwse munt   bracteaat, denarius, duit, obool, penning, pond, schelling, sou
middeleeuwse pausen - Agapetus, Alexander, Anastatius,  Benedictus, Bonefacius, Christophorus, Claixtus, Claixtus, Clemens, Damasus, Gelasius, Gregorius, Hadrianus, Honorius, Innocentius, Johannes, Lando, Leo, Marinus, Martinus, Nicolaus, Paschalis,  Pius, Romanus, Romanus, Stephanus, Sylvester,
Theodorus,  Urbanus, Victor
middeleeuwse rechtskundige in Friesland - Asega
middeleeuwse reiskoffer - bahut
middeleeuwse ridder - Cyrano, Gulliver, Renaldo, Romeo
middeleeuwse romanfiguur - Elegast
middeleeuwse sage - Graalsage, Heemskinderen
middeleeuwse Scandinaviër   Viking, Noorman
middeleeuwse schilder - Bosch, v. Eijk, Weyden
middeleeuwse schip - kog
middeleeuwse schrijver   Bernlef, Everaert, Hadewych, Maerlant, Ruusbroec, Stoke, Veldeke
middeleeuwse stadsbewoner   poorter 
middeleeuwse standen - adel, boeren, burgers
middeleeuwse toren   belfort 
middeleeuwse tovenaar - faust
middeleeuwse toverkracht van de mandragora - alruin
middeleeuwse troubadour - minstreel
middeleeuwse veroveraar   Attilla, Gotfried, Rollo
middeleeuwse viool - rebek
middeleeuwse vrijbuiter - RobinHood
middeleeuwse wachttoren - belfort
middeleeuwse wijsgeer   Albertus, Augustinus, Bacon, Thomas,
middeleeuwse zanger - bard, troubadour
middelen   eigendom, geld, vermogen
middelen om de spijsvertering te bevorderen - digestiva
middelerwijl   intussen, inmiddels 
Middeleuropese tijd - gmt, M.E.T.
middelgroot - mediaan, middelmatig 
middelgrote tong - las
middelhand - metacarpus
middelhoog gewas - heester, struik
middeling - bemiddeling
middellands - mediterraan
middelijk - direct, indirect, mediaat, rechtstreeks
middellijn   as, diameter, doorsnee, equator, kaliber, straal
middellijn van geschut of kogel   kaliber
middelmatig   gewoon, gewoontjes, mediaan, mediocre, passabel, tamelijk
middelmatigheid   mediocriteit, alledaagsheid, redelijkheid
middelmuur - tussenwand
middelnederlands - diets
middel om brand te blussen - brandblusser, schuimblusser, water
middelpunt   brandpunt, centrale, centrum, epicentrum, haard, hart, kern, middelste, midden, roos, uitgangspunt, voornaamste
middelpunt der Cycladen - Delos
middelpunt van de aarde te Delphi - Omphalos
middelpunt van iets - kreits
middelpuntig - centraal
middelpuntvliedend   centrifugaal 
middelpuntzoekend   centripetaal 
middelrib - spant
middels   door, d.m.v., per 
middelsoort - tussensoort
middelste - centraal, centrum, medium, middelpunt, meso
middelste deel van de dikke darm - colon(Fr.), karteldarm, kronkeldarm
middelste geul in de mond van de Westerschelde   Deurlo
middelstof - medium
middel tegen alle kwalen -  panacee
middel tegen gifbeten - triakel
middel tegen koorts - aspirine, kinine
middel tegen malaria - kinine
middel tegen suikerziekte - insuline
middel van bestaan - beroep, handel, industrie, inkomen, landbouw, nering, veeteelt, visserij 
middeltocht - centrum
middelvlies - perineum
middelvoet - metatarsus
middelvroege aardappelsoort -  bintje
middelwal - courtine
Middelzee - Boorndiep
midden   centrum, bijwoord, halverwege, medio, medium, mesos, midi, milieu, omgeving
midden van de winter - midwinter
midden van de zomer - midzomer 
Midden Amerika, berg in - Tacana, Tajumulco
Midden Amerika, kanaal door - Panamakanaal
Midden Amerikaanse republiek - Cuba, Guatemala, Honduras, Panama
Midden Amerikaanse staat   Costarica, Cuba, Guatemala, Haïti, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Salvador
Midden Oosten   Levant 
Midden Amerikaans volkslied - calypso
Middenaziatische nomaden - Hunnen
middendek - sleutel
middendoor delen - halveren
middendoor snijden - halveren
Middenfrankische rijk, eerste koning van het - Lotharius
middengedeelte - lijf
middengedeelte van een circus    arena, piste
middengedeelte van een kerk   hoofdbeuk, middenschip, schip 
Midden-Griekenland - Hellas
middenhersenen - mesencefalon
midenin - centraal, ertussen, kern, tussen
Midden-Nederlands - Diets
Midden-Oosten - Levant
middenrif   diafragma 
middenruimte - atrium
middensociologie - mesosociologie
middenspeler - halfback, half speler, midhalf
middestander - bakker, drogist, kleermaker, kruidenier, schilder, slager, winkelier
middenste - centrum, kern, middelpunt, roos, wit
middenste kern - hart
Middensteentijd - Mesolithicm
middenstem - medium
middenstof - medium
middenstof voor radiogolven - ether
middenstuk   lijf, romp
middenstuk van een halssnoer - boot
middenstuk van een wiel - naaf 
middenspeler   halfback, halfspeler, midhalf
middenstuk van een spant - vrang
middenvoet – metatarsus
middenvoor - centrumspits
middenvorm van zwakzinnigheid - imbeciliteit, oligofrenie
middenwal - courtine
middenweg - compromis
middenzeil van bezaansmast - kruiszeil
middenzwerm - nazwerm
middernachtslijn - evenaar
Middlesex, hoofdstad van  - Westminster
midgetgolf - minigolf
Midianische vorst - Oreb
midinette - ateliermeisje, costumière, modinette, naaimeisje, naaister
Midi-wijnen, centrum van de - Béziers, Mompellier
Midlothaian - Edinburgshire
Midlothaian, hoofdstad van - Edinburgh
Midlothaian, rivier in - Esk
midscheeps op het bovendek tussen grote  en fokkemast - barring
Midway-islands, ontdekker van de - Brooks
midwinter - Kerstmis
midwinterfeest   joelfeest, Kerstmis
mie - vermecelli
mieden - maden, maten, meden, meien
miegelen - krioelen, motregenen
miegen - urineren, wateren
miegpot - pispot
miek - microscoop
mielie - aïs, milie
mientgrond - meent
mier - afkeer, emt, empe, empt, hekel, murik, rajap, termiet, walg
mier (gele) uit Egypte - faraomier
mieren   formicidae, jeuken, peuteren, prutsen, piekeren,
wriemelen, zaniken, zemelen, zeuren
mierenbeer - mierenegel, miereneter, vogelbekdier (Austr.)
mierenegel met een cloaca - cloacadieren
mierenegels - tachyglossidae
miereneter   aardduivel, aardvarken, ai, egel, luiaard, manio, mierenbeer, mol, pluimstaartmiereneter, tapir 
miereneter, boomwonende - tamandoea
miereneter, grote - yurumi
miereneters - myrmecophagidae
mierenjager   draaihals
mierenkunde - myrmecologie
mierenpis   mierenzuur
mierenstaat - kolonie
mierenzuur - methaan, methaanzuur
mierig   landerig, lastig
mierik - lepelblad, peperwortel
mierikswortel - meerradijs
miers - flauw, onaangenaam, scherp, zeerzoet
mierwespen -  mutillidae
mieteren - duvelen, lazeren, vallen, zaniken, zeuren
mieters – fijn, heerlijk
miezel - motregen, stofregen
miezelen - motregenen
miezerig - armetierig, bedrukt, druilerig, klein, nietig, regenachtig, schraal, triest(ig)
mignon - aardig, lief, lieveling
migraine   hoofdpijn, koppijn
migrant - trekker
migreren - trekken, verhuizen 
mihrab - bidnis
mik   bloem, brood, stutpaal 
mikken   aanleggen, doelen, gissen, munten, ramen, richten, rooien, viseren, werpen
mikken (richten van geschut) - pointeren
mikmak   geknoei, gekonkel, mankement, onenigheid, richtpunt, rommel,  troep, warboel
mikpunt - buut, doel, doelwit, oogmerk, oogpunt, roos, trefpunt, visorium, wit
mikpunt bij het schieten - schietschijf
 mikpunt bij schietoefening (als sport) - kleiduif
mikpunt van algemene spot   risée 
mikron   mu.
Mikronesië, deel van - Carolinen, marianen
Mikronesische taal - Chamoro, Ebon, Guamees, Ponape, Sonsoral, Tobi, Tuk
Mikuloc - Nikolsburg
mikvogel - gaai, meerkol
mil   gierst
milaan   milvus, wouw
Milanees gebouw   Scala
Milanees kant - kloskant
Milanese roos - pellagra
mild - edelmoedig, gemoedelijk, genadig, genereus, goedgeefs, groot, gul, heilzaam, kwistig, liberaal, munificent, reaal, royaal, ruim, rijf, rijkelijk, spendabel, teder, toegevend, verkwikend, vrijgevig, weldadig, welwillend, zacht(aardig) , (Ind.) manis
mild zijn - goed
milddadig    gul, liberaal, onbekrompen, royaal,vrijgevig, weldoende
milddadig jegens de armen - goed
milddadigheid - liberaliteit, munificentie
mildheid   generositeit, goedgeefsheid, goedhartig, gul, milddadigheid  royaal, royaliteit, toegeeflijkheid, vrijgevig, zachtheid
miliaria - sudamina
milie - djagoeng, maïs
milieu   kring, leefklimaat, omgeving, sfeer
milieuleer   oecologie
milinda - Menandros
militair   zie: militaire rang
militair   manhaftig, militant
militair afweergeschut - oerlikon
militair beleid - strategie, taktiek
militair bevel   commando, halt, mars, order, sta, vuur
militair bij de genie - genist
militair commando   halt, mars, rechtsomkeert, werda
militair defensiemiddel - bunker, citadel, fortificatie, vesting
militair district in Algerije - Wilaya
militair garnizoen - bivak, geniepark, kazemat, kazerne, kwartier, legerkamp
militair gerechtshof - krijgshof
militair hoofddeksel   baret, helm, kepie, muts, pet, sjako, talpa, talpak
militair in het gelid - nevenman
militair in Noord-Afrika - legionair
militair kamp   bivak, leger
militair kameelruiter - meharist
militair kanon - falconet, geschut,  houwitser, kattekop, mortierwerper, serpentijn, valkenet
militair kledingstuk (benen) - beenmantel,  puttee
militair magazijnmeester - foerier
militair onderdak - inkwartiering, kazerne, kwartier, legerkamp,
militair kledingstuk (benen) - beenmantel,  puttee
militair magazijnmeester - foerier
militair onderdak - inkwartiering, kazerne, kwartier, legerkamp,
militair onderscheidingsteken   balk, chevron, knoop, ster, streep 
militair optreden - ageren
militair salaris   soldij
militair schouwspel   parade 
militair straflokaal   provoost 
militair te paard   cavalerist, dragonder, huzaar 
militair tromgeroffel - chamade
militair veldhospitaal   lazaret 
militair versiersel - epaulet
militair voertuig   carrier, (centurion) A.M.X., eentonner, drietonner, jeep, tank
militair weksignaal - reveille
militair zakboekje - livret
militaire aanval   bestorming, stormloop
militaire aanvalswijze - bajonet, charge,  gas, flank, front, storm
militaire aanwerving - mobilisatie, recrutering
militaire academie - ma
militaire afdeling   bataljon, batterij, compagnie, divisie, eskader, groep, korps, patrouille, peloton, regiment, sectie, squadron, troep 
militaire bekendmaking   dagorder 
militaire bepakking - plunjezak, pukkel, ransel 
militaire binnenvaartmatroos -  pontenier
militaire boodschapper   koerier, ordonnans
militaire dienst - dienstplicht
militaire dicipline - krijgstucht
militaire dienstkleding - monstering
militaire dwangmaatregel tegen burgers - dragonnade
militaire eenheid   bataljon, batterij, compagnie, divisie, korps, patrouille, peloton, regiment, sectie, squadron, troep,
militaire eer - krijgseer
militaire expeditie   heenvaart, raid
militaire formatie   vendel
militaire geest   militarisme 
militaire geestelijke   aalmoezenier, veldprediker
militaire geneeskundige dienst - MGD
militaire gevangenis - petoet
militaire god - Mars
miliraire groet - saluut
militaire heerschappij - stratocratie
militaire insluiting van een stad - beleg
militaire inval - raid
militaire jenever - oorlam
militaire kantine   longroom, mess
militaire kleding - tenue, uniform, wapenrok
militaire kwast als sieraad - troetel
militaire kwekeling - kadet
militaire leerling - adelborst, kadet
militaire lijn   linie, front
militaire macht - leger, militie
militaire macht gelicht uit de bevolking   militie
militaire munitiewagen - caisson
militaire muziek - mars, taptoe
militaire muziekuitvoering - taptoe
militairen onderdak geven - inkwartieren, legeren
militaire oefening   manoeuvre 
militaire opleidingsschool   K.M.A, KOAC, SROKA, SROKG, SROKI
militaire opsluiting - beleg
militaire opstand - pronunciamiento
militaire overval - raid
militaire politie   marechaussee, MP 
militaire predikant - veldprediker
militaire rang   adjudant, admiraal, adm, alpenjager, ambulancier, artillerist, gardejager, big, boekanier, brigadier, constabel, dragonder, gardejager, generaal, gen, gendarme, generaalmajoor, geniesoldaat, genist, grenadier, hellebaardier, hoofdofficier, hoornblazer, huzaar, infanterist, intendant, jager, kadet, kanonnier, kapitein, karabinieri, klovenier, kolonel, kol, kolvenier, konstabel, kornet, korporaal, kpl, kpt, krijger, krijgsmakker, krijgsman, kurassier, kwekeling, landstormer, lansier, lansknecht, lansruiter, luitenant, It,  maarschalk, majoor, maj, marechaussee, mil, milicien, militant, milva, musketier, onderluitenant, onderofficier, o.o., oppasser, opperofficier, ordonnans, overste, piekenier, poilu, pontonnier, recruut, remplacant, reservist, ritmeester, sappeur, schutter, soldaat, sld, sergeant, sergeantmajoor, tamboer, tirailleur, torpedist, ulaan, vaandrig, veteraan, waardgelder, wachtmeester
militaire regering - junta
militaire schietvoorraad - ammunitie, apyriet, cordiet, detonator, knalkwik, munitie, trotyl
militaire school, voormalig - instructiebataljon
militaire standplaats   garnizoen, legering 
militaire straf - cachot, degradatie, detentie, douw, fusillade, huisarrest, kamerarrest, politiekamer, provoost, strafexcercitie, vestingstraf
militaire straf-en tuchtwetten - krijgsartikelen
militaire strafzaak - informatie
militaire trein - boomezel, caisson, foergon, kogelwagen, tros
militaire uitrusting - attila, boerka, burnoe, attila, boerka, burnoe, cape, groottenue, kapotjas, marstenue, schansloper, tenue, tuniek, uniform, veldtenue, wapenrok, werktenue 
militaire uitrusting (gehele) - zwik
militaire veldhut - barak
militaire verkenner - éclaireur
militaire verkenningsgroep - patrouille
militaire versterking - kazemat
militaire vriend - slapie
militaire vrouwenafdeling - Milva
militaire wegloper - deserteur
Militaire Willemsorde - MWO
militairen onderdak geven   inkwartieren, legeren
militant   aanvallend,  agressief, krijgshaftig, strijdbaar, strijdlustig, strijdvaardig,
militariseren - drillen
militie - krijgsmacht, krijgswezen, weermacht
millair   gerstekorrelachtig
milium   gierstgras
millibar   mbar
miljard - billion
miljardste deel - nano
miljoen maal biljoen - triljoen
miljoen poten - diplopoda
miljoenenstad - metropool
miljoenenvisje - guppy
miljoenpoten - diplopoda
miljoenton -  megaton
miljoenvoud - mega
miljonair – rijkaard
milkshake - melkdrank
millair - gerstekorrelachtig
mille - duizend
milleriet - haarkies, nikkelkies, NiS
milliampre - m.a.
millibar - mb, mbar
milligram   m.g.
milliliter   m.1.
millimeter   mm
militariseren - drillen
millium - gierstgras
milliwerk - precisiewerk
milocorn - gierst, sorgum
Milos, hoofdstad van - Plaka
milt   hom, liën, melde, orgaan, splen
milt, ontbreken van de - aliënie
miltbreuk - splenocele
milter   hommer, mannetjesvis, negenoog
miltkruid - muurvaren
miltvuur   anthrax, negenoog
miltzucht - chagrijn, hypochondrie, melancholie, zwaarmoedigheid, zwartgalligheid
mimbar   kansel (in een moskee) 
mime   gebaar, gebarenspel, gelaatsuitdrukking, gezicht
mimeograaf - kopieermachine, vloeistofduplicator
mimeren - nabootsen
mimi - salonmeubel
mimicry - camouflage, nabootsing
mimiek - gebarentaal
mimisch uitgebeeld raadsel -charade
mimosa - acacia, kruikje-roer-me-niet
mimosacee - acacia, kruikje-roer-me-niet, mimosa
mimulus - maskerbloem, muskusplantje
mimus - klucht, kluchtspeler
min - arglistig, dun, erbarmelijk, gemeen, gering, iel, inferieur, karakterloos, klein, laag,  lelijk, liefde, laaghartig, luizig, minder, minderwaardig, miniem, minne, minus, miserabel, munus, nietig, onbeduidend, onedel, onfatsoenlijk, pieterig, schandelijk, slecht, smerig, vals, verachtelijk, voedster, vuig, weinig, ziekelijk, zoogmoeder, zoogster, zwak
min of meer - enigermate, enigszins, p.m.
min of meer goor - goorachtig
min of meer kaal - kalig
min of meer kil - killig
min of meer koppig - eigenzinnig
min of meer kroesharig - kroezelig, krullend
min of meer loom - lomig
min of meer rot - rottig
min of meer scheel - scheelachtig
min of meer vaag - vaaglijk
min of meer verschoten - valig
min volk - geboefte, gespuis, geteisem, schorem, schorriemorrie, tuig, uitvaagsel
minachten - dedaigneren, geringachten, verachten, versmaden
minachtend - dedaigneus, denigrerend, hoogmoedig, ingebeeld, laatdunkend, pedant, schamper, verwaand
minachting - dédain, geringschatting
minaret - moskeetoren
minaret, gebedsroeper op - muezzin
minaud - behaagziek
Mindanao, bewoners van - Moros, Visayas
Mindanao, hoofdstad van - Davao
Mindanao, vulkaan op - Apo
min of meer   enigszins, p.m.
min of meer kroesharig   kroezelig, krullend
min volk   geboefte, gespuis, geteisem, schorem,  schorriemorrie, tuig, uitvaagsel
minder – geringer, kleiner, meno, min, minus, onvolwaardig
minder aangename slaapplaats   brits
minder dan één   geen, half
minder dan heet - warm
minder dan iets   niets, nihil, niks
minder dan weinig   niets, niks 
minder dichtmaken - dunnen
minder goed - tweederangs
minder goede eigenschappen - nadelen
minder gunstig bekend - obscuur, ongunstig, verdacht
minder heet - warm
minder in rang - lager, mindere
minder kan niet   niets, nul
minder maken - inkrimpen
minder mooie behandeling   streek 
minder verwijderd van - juister, korter, later, nader, nieuwer, verder
minder vleiende naam voor politieagent   juut,  kip, klabak, smeris, tuut
minder welriekend vocht   aalt, beer, gier, riool
minder worden   afnemen, interen, krimpen, luwen, lijden, slinken, tanen, verminderen
minder worden in omvang - slinken
minderbroeder   conventueel,  franciscaan, kapucijn, kordelier, O.F.M.
mindere   lagere, minor, minste, ondergeschikte 
minderen - afnemen, korten, matigen, slinken, temperen
minderheid   infeririteit, minoriteit
mindering - afname, aftrek, korting, vermindering
mindering op betaling - korting
minderjarig   onmondig, onvolwassen 
minderjarigheid - mimorenniteit, minoriteil, onmondigheid
minderjarig pleegkind - pupil
minderjarig voogdijkind   pupil 
minderterm van een sluitrede - minor
minderwaardig   abject, gemeen, gering, inferieur, laag, laaghartig, laagstaand, min; negatief, ordinair, schunnig, tweederangs, vals, vuig, verachtelijk, verwerpelijk, vuil
minderwaardig fruit   kroet 
minderwaardig goed - rommel
minderwaardig mens - slechtaard
minderwaardig ooft - kroet
minderwaardigheidscomplex - mineo
min en laag - gemeen
min en laf - laag
mineerder - larf
mineraal - aardolie, aardpek, anhydriet, antraciet, apatiet,  asbest, asfalt, augiet, barnsteen, bauxiet, blende, bruinkool, chloriet, delfstof, diamant, doloniet, erts, gips, glimmer, goud, granaat, hematiet, hoornblende, jade, jodenpek, kalk, kalizout, kandiet,  kaoliniet, kiezelzuur, koper, kristal, kwarts, limoniet, mica, montmorilloniet, muskoviet, opaal, ozokeriet, pek, pyriet, serpentijn, spaat, steenkool, talk, titaan, toermalijn, uraan, zilver,
zout, zwavel
mineraalhars - asfalt
mineraalhuishouding - fysiologie
mineraalleer - chroomleer, mineralogie
mineraalonderzoek - mineragrafie
mineraalsoort - albiet
mineraalvet - vaseline
mineraalvijl   amarilvijl
mineraalwater - selters, spuitwater 
mineraalwaterbron in Spa   Poukon 
mineraalzout - natron
mineraalzuur - Hcl, salpeterzuur, zoutzuur, zwavelzuur
minerale koolwaterstof - bitumen
minerale verven - silicaatverve
nminerale was - aardwas
mineralen   delfstof; erts, 
 4   gips, jade, mica, talk
 5   agaat, beril, hauyn, koper, spaat
 6   acmiet, albiet, arseen, asfalt, augiet, bariet, blende, ceriet,
      galmei, haliet, humiet, iIIiet,  kwarts, pyriet, pyroop, topaas,
      zilver, zwavel
7  adamiet, amesiet, amficol, apatiet, axiniet, azuriet, borniet,
      chusiet, epidoot, euklaas,  fassiet, fengiet, gahniet, glaskop,
      glimmer, granaat, helvien, ilvaiet, juddiet, kaïniet, kalomel,
      kandiet, kerniet, leoniet, leuciet, orthiet, smaragd,  supriet,
      sylviet, sylvien
 8   aardolie, albaniet, amethyst, antimoon, autuniet, calamiet,
      carneool, chloriet, chromiet, cinnaber, crossiet, cryoliet,
      cubuniet, datoliet, diopsiet, distheen, dolomiet, elektrum,
      enargiet, epsomiet, erytriet, fayaliet, fenakiet, fluoriet,
      galeniet, gibbsiet, goethiet, hematiet, idokraas, ilmeniet,
      jarosiet, krokoïet, lazuliet, lazuriet, lievriet, pyroxeen,
      sericiet, smectiet, stibniet, titaniet, tijgeroog
 9   almandiet, andradiet, antleriet, aragoniet, argentiet,
      barnsteen, bismutien, bismutiet, carnotiet, celestiet,
      cerussiet, chabasiet, cocciniet, couperiet, corduriet,
      covellien, diagoliet, dichroiet, enstatiet, erythrien, escheriet,
      ferberiet, formaniet, geikiliet, germaniet, glaresiet,
      haematiet, hercyniet, hessoniet, kaoliniet, kieseriet,
      kobaltiet, koperkies, lawsoniet, linnaeiet, malachiet,
      mikrolien, ozokoriet, rubelliet, sfalariet, steenkool,
      toermalijn, uraniniet, uvaroniet, witheriet
10  anthraciet, antigoriet, antimoniet, argyrodiet, arseenkies,
      arsenollet, carnalliet, caladomiet, chonodriet, chrysoliet,
      chrysopaes, chrysotiet, clintoniet, coelestiet, forsteriet,
      garnietiet, grossulaar, hausmaniet, huebneriet, jamesoniet,
      krenneriet, lepidoliet, mirabiliet, vloeispaat
11  chalcantiet, colemantiet, fergusoniet, kaneelsteen,
      langbeiniet, pyromorfiet, vermiculiet
12  arsenopyriet, aurichalciet, chaleopyriet, atrontianiet
13  koliveldspaat, lepidokrodiet
mineralogie   delfstofkunde 
mineraloog - delfstofkundige
mineren   ondermijnen
minerval – schoolgeld
minestrone - groentesoep
mineur   erstgraver, geniesoldaat, mijngraver, schansgraver, somber
Mingreliers - Katzariai
minheid - gemeenheid, laagheid
meniaturist - miniator
miniatuurstad bij Den Haag   Madurodam 
miniem - gering, karig, klein, minuscuul, onaanzienlijk, schaars, weinig
minigolf - midgetgolf
minimaal - miniem, minst, minstens
minimum - minste 
Mininen, orde der - OFM, vrijerij
miniseren - bezuinigen, verlagen, verminderen
minister   bewindsman, excellentie, raadsheer, staatsman
minister van een sultan - vizier
minister van het uitvoerend bewind van de Bataafse Republiek - agent
minister vervangend   staatssecretaris
ministerie   departement, dept., kabinet 
ministerie zonder partijprogram - zakenkabinet
ministerpapier - foliopapier
minister president - premier, zaakgelastigde
ministers - Andriesen, Bakker, Beernink, Biesheuvel, Boersma,
Braks, Brinkman, Brox, Cals, Deetman, Diepenhorst, Drees, Gardeniers, Geertsema, Haarsma, Hofstra, Klomp, Klompé, Lardinois, Lubbers, Luns, Nelissen, Polak, Pronk, Rietkerk, Roolvink, Rudink, de  Ruiter, Schafer, Schmeltzer, Schoo,
Schut, Terlouw, Terpstra, Udink, Veringa,  Vonhof, Wiegel,
Winsemius, Witteveen 
ministrant - misdienaar
mini voetbal - zaalvoetbal
mink - hermelijn
minnaar   aanbidder, amant, amateur, beau, bewonderaar, galant, geliefde, liefhebber, maniak, pretendent, vriend, vrijer, vereerder,  Casanova; Romeo,
minnaar van Afrodite - Adonis
minnaar van  Aida   Radames 
minnaar van Cleopatra   Antonius, Caesar 
minnaar van Clytemnestra   Aegisthus
minnaar van Cybele - Attis
minnaar van Dido   Aeneas 
minnaar van drank - alcoholist
minnaar van Isolde - Tristan
minnaar van Julia - Romeo
minnaar van Juliet   Romeo 
minnaar van kwellen - sadist
minnaar van Lana - Gideon
minnaar van Lybele   Attis
minnaar van pijn - masochist
minnaar van Selene - Endymion
minnaar van Thesus - Ariadne
minnaar van Thysbe   Pyramus 
minnaares - geliefde, liefje, maitresse
minnares van Engelse minister Profumo - Keeler
minnares van Karel de Zevende - Sorel
minnares van Zeus - Alcemene, Hera, Leda
minnarij   amourette, flirt, liaison, liefdesverhouding,  minnehandel, vrijage, vrijerij
minnarijtje - amourette, flirt
minneboefje - cupidootje
minnebrief - billet-doux
minne daad - minheid
minnedicht - madrigaal, liefdesgedicht
minnedrank   afrodisiacum, filtrum 
minnegod   Amor, Cupido, Eros 
minnegodin   Venus, Afrodite 
minnegodjes - amouretten, eroten
minnehandel - vrijerij
minneke - poes
minnekozen - aanhalen, aanvallig, beminnelijk, kokkeien, kozen, lieflijk, liefhebben, vrijen
minnekunst - vrijkunst
minnelied - erotica, minnezang
minnelijk - bekoorlijk, gracieus, lieflijk, lieftallig
minnelijke schikking   akkoord, compromis, dading, transactie, vergelijk
minnelist - liefdestruc
minnelust - affectie, gunst, liefde, mingenot
minnemoeder - baker
minnen - liefhebben, vrijen
minnenijd   jaloersheid, jaloezie
minnepoëzie - erotiek
minneschicht   Amorspijl
Minnesota, havenstad in - Duluth
Minnesota, hoofdstad van - St. Paul
Minnesota, rivier in - Mississippi
Minnesota, stad in - Minneapolis, Rochester
minnetjes - dun, gemeen,  iel, karig, kleinmoedig, schraal, schriel, slecht, teer, ziek, zwak(jes)
minnevolk - gepeupel, rapalje, schuim, schorremorrie, uitschot
minnevuur - liefdegloed 
minnezanger   bard, menestreel, minstreel, provencaal, speelman, troubadour, trouvère
minneziekte - liefdekwaal
min of meer - enigermate, enigszins, ietwat, ongeveer, plusminus
minor   determinent, jonger, junior, kleiner, mindere
minoraat - erfopvolgingsrecht
Minorca, hoofdstad van - Mahon
Minoriet - Franciscaner
minoriteit - minderheid
minotaurus   monster, stiermens
minst - geringst, minimaal
minste - geringste, inschikkelijkste, minimum, toegefelijkste, zwakste,
minste hoeveelheid - minimum
minste soort Indische thee - boei
minstens - minimaal
minstreel   bard, minnestreel, minnezanger, rapsode, speelman, troubadour, zanger
minleken - minus
minus - aftrek, deficit, min(der), teken, tekort
minute, a la - terstond
minuteren - ontwerpen
minutieus   nauwgezet, nauwkeurig, precies 
minuut   afschrift, klad, kopie,momnt, ogenblik 
minvermogend - arm
min volk - tuig, schorem, geboefte, gespuis, geteisem, uitvagsel
Minyers, hoofdstad der - Orchomenos
minzaam   affabel, avenant, beminnelijk, bevallig, eenvoudig, gemeenzaam, gracieus, innemend, lief,liefelijk, lieflijk, prevenant, voorkomend, vriendelijk, vriendschappelijk, welwillend
minzaamheid - aardigheid, aanvalligheid, affabiliteit, ameniteit, benigniteit, innemendheid, vriendelijkheid
minzame hulpvaardigheid - voorkomendheid
minziek   erotomaan
mio conto (mijn rekening)   m.c. 
mirabel   kroosje, pruim
mirabiliet - glauberzout
mirabilis - bewonderenswaard, nachtschone
miraculeus   verbazingwekkend, wonderbaar, wonderbaarlijk, wonderdoende
mirador - belvedère
mirakel   bovennatuurlijkheid, wonder(baarlijks)
mirakel (voor - liggen) - bewusteloos
mirakels   vervloekt
mirbaan - amandel
mirre - gomhars, reukwerk
mirresteen - aromaliet
mirte - gagel, Myrtus
mirtestruik - mirt
mis   abusief, abuis, altaarofferande (R.K.), falikant, fout(ief), mislukt, er( naast), kerkdienst, mislukt, offerande, officium, onbelangrijk, onjuist, onwaar, verkeerd
mis   (Lat.) missa, offerande, offerdienst, officium
mis (muz.) - mezza
misantroop   mensenhater, Timon 
misantropie   mensenhaat
misbaar   bombarie, drukte, gehuil, gejammer, geklaag, gekrijs, geschreeuw, getier, geween, kábaal, lawaai, spektakel
misbakken - mislukt, mismaakt
misbaksel   gedrocht, misgeboorte, mispunt, monster, monstrum, ploert, wanprodukt 
misbakken   mmislukt, mismaakt 
misbeuren - misdoen, verbeuren
misboek   kerkboek, missaal
misbruik - abusus
misbruik in de effectenhandel - agiotage
misbruik maken van - abuseren, misleiden
misbruik van kracht   geweld 
misbruik van macht - geweld
misbruiken - onteren
miscellanea - mengelingen, mengelwerk
misdaad   aanslag, attentaat, chantage, crime, delict, doodslag, euveldaad,forfait, inbraak, manslag, misdrijf, moord, moordaanslag, overval, schanddaad, schurkenstreek, vergrijp, verkrachting, wanbedrijf, wandaad
misdaad bevorderend - criminogeen
misdaadkunde - criminologie
misdaadkundige   criminoloog 
misdadig   crimineel, schuldig, slecht, snood, wreed
misdadige - snode
misdadige handeling   aanranding, aanslag, beroving, diefstal, doodslag, inbraak, moord, oplichting, overval, piraat, pooier
misdadige poging - aanslag, moordaanslag
misdadige toeleg - aanslag, manslag, moordaanslag, moordpoging
misdadiger - aanrander, afperser, bandiet, boef, booswicht, crimineel, delinkwent, delinquent, delinkwent, deugniet, dief, gangster, inbreker, moordenaar, patiënt, piraat, pooier, rover, schavuit, schenner, schermer, schurk, inbreker, zondaar
misdadiger bij herhaling   recidivist 
misdadigersbende - gang,  toupamarsos
misdadigerswereld - onderwereld
misdadigheid   criminaliteit 
misdadigster - dievegge
misdagen - snode
misdeel   canon
misdeeld   arm, arme, armoedige, behoeftig, gebrekkig, gebrekkige, gehandicapt, invalide, paria, pauper
misdienaar   akoliet, acoliet, koorknaap, ministrant, officiant
misdoen   beledigen, misdrijven, overtreden, zondigen
misdracht   misgeboorte, miskraam
misdrijf   delict, doodslag, forfait, inbraak, manslag, misdaad, moord 
misdrijf begaan   moorden, schennen, stelen
misdruk   drukfout, maculatuur
mise   inleggeld, inzet, pot
mise-en-scene - scenerie
miserabel   akelig, armetierig, armoedig, armzalig, berooid, beroerd, ellendig, lamlendig, min, verachtelijk, zorgelijk
misère   ellende, merode, narigheid, nood, penarie, rampspoed, sores, treurigheid 
misgaan - stuklopen 
misgeboorte - gedrocht
misgelden - boeten, ontgelden
misgeld voor het lezen van een mis met een bepaalde intentie - stipendium, supendium
misgeschoten - naast
misgewaad - albe, dalmatiek, pluviale
misgreep   abuis, blunder, bok, dwaling, flater, fout, misslag, misvatting, ontsporing, vergissing
misgroeid - kwarrelig, mismaakt, misvormd, vervormd, wanstaltig
misgroeide vrucht - kwarrel
misgrijpen - mistasten 
misgunnen   benijden, ontzeggen
mishagen   misnoegen, onbehagen, ontevredenheid
mishandelen - afranselen, aftuigen, folteren, mal, negeren, treiteren, martelen, pijnigen, radbraken, toetakelen
mishandeling - foltering, injurie, marteling, maltraitatie, pijniging,  radbraking
mishemd   albe
miskennen - kleineren, verloochenen
miskleed   albe, kazuifel
miskleun -  blunder, flater, zeper
miskraam   abortus, misdracht, misje
misleid -  bedrogen
misleiden   abuseren, afzetten, attraperen, bedotten, bedriegen, benadelen, decipiëren, duperen, foppen, illuderen, kokeren, mystificeren, neppen, oplichten, verblinden, verschalken, verschalkt
misleidend   bedrieglijk, onoprecht, pseudo, specieus, trouweloos
misleider   bedrieger, demagoog, kuiper, leugenaar, lokvink, lokvogel, oplichter, zwendelaar
misleiding   attrape, bedrog, circumventie, elusie, fopperij, geknoei, mystificatie, nep, toverij, vervalsing, zwendel
mislopen - dwalen, misgaan, verdwalen
mislukkeling - misbaksel, rate
mislukken - afgaan, falen, floppen, misgaan, stranden,  stuklopen, tekortschieten
mislukking - afgang, bankroet, debacle, echec, feil, fiasco, flop, misser, misslag, raté, sof, schipbreuk, strop, tegenslag, tegenspoed
mislukt - fout, mis, verkeerd
mislukt genie - mislukkeling
mislukt schot - misser, poedel
mislukte biljartstoot   bok, klos, poedel, stinkerd
mislukte oogst - misgewas
mismaakt - deform, difform, gebocheld, gebrekkelijk, gebrekkig, lelijk, misbakken, misbaksel, misvormd, monsterachtig, monsterlijk, wanstaltig
mismaakt mens - bochel, bultenaar, cretin, krates 
mismaakte voet - horrelvoet
mismaaktheid - abnormaliteit, gebrekkigheid, invaliditeit, lelijkheid, wanstaltigheid
mismaken - ontsieren
mismanagement - wanbeheer
mismoedig - depressief, down, droef, mistroostig, moedeloos, neerslachtig, ontmoedigd, pessimistisch, sip, somber, terneergeslagen, treurig, verdrietig, zwaarmoedig
mismoedigheid - pessimisme, verdriet, wrevel
misnoegd   balorig, bedrukt, boos, chagrijnig, discontent, gemelijk, kieskeurig, knorrig, kregel, kwaad, kregelig, landerig, malcontent, morrig, onbevredigd, ontevreden, ontstemd, onvergenoegd, onvoldaan, sip, toornig, 
verdrietig, wrevelig
misnoegen   indignatie, mishagen, ongenoegen, ontevredenheid, verontwaardiging, wrevel 
misoffer   sacrificie, sakrificie 
mis of fout - onjuist
misogaam - huwelijkshater
mispas - fout, onhandigheid, vergissing
mispelaar - mispelboom
mispelboom - mispelaar
misplaatsen - deplaceren
misplaatst -  gedeplaceerd, ongepast, onterecht, verkeerd
misprijzen   afkeuren, laken, minachten, verwerpen
mispunt   aterling, beroerling, draak, engerd, ellendeling, etre, etter, klier, kwal, misbaksel, naarling, ongeluk, ploert, spook, teut,
misrekenen - falen, vergissen
misrekening - misslag, strop, tegenvaller, teleurstelling, vergissing, verrekening, zeper
missa – mis
miss - juffrouw
missaal   kerkboek, misboek
misschel - handschel
misschien   allicht, altemee, altemet, bijgeval, denkelijk, eventueel, mogelijk, soms, toevallig, vermoedelijk, waarschijnlijk, wellicht 
misschot   misser, poedel
misselijk   afschuwelijk, ellendig, flauw, garstig, ibbel, katerig, kots, kwalijk, miserabel, naar, onaangenaam, ongesteld, ongunstig, onpasselijk, verkeerd, wee
misselijkheid - nausea
missen   derven, kwijtraken, mankeren, mislukken, misschot, ontberen, ontgaan, poedlen, verliezen
misser   abuis, afgang, fiasco, fout, misslag, poedel
missie   bedoeling, lastgeving, opdracht, prediking, zending 
missiepriester - Lazarist
missiestandplaats - statie
missiewetenschap   missiologie 
missing    fout, misslag, vergissing
missiologie - missiewetenschap
missionaris – evangelist, zendeling, zielenherder
missionariussen van de Heilige Familie - M.S.F.
missionarisvisje - guppy
missionariussen van het heilig Hart - M.S.C.
missionariussen van Scheut -  C.I.C,M,
Mississippi, hoofdstad van - Jacjson
missive   dienstbrief, schrijven
misslag   abuis, bevue, bok, dwaling, faal, feil, flater, fout, gebrek, lapsus, misgreep, misrekening, misser, misvatting, peccatum, vergissing, verzuim, zonde
missnede - échappade
Missouri, hoofdstad van - Jeffersoncity
missprong van een paard - escapade
misstand - dwaling, euvel, flater, fout gebrek, kwaal, overtreding, uitwas, vergissing, vergrijp, verkeerdheid, wantoestand
misstap   abuis, delict, dwaling, feil, fout, lapsus, misgreep, misrekening, misser, mistred, misvatting, overtreding, vergissing, vergrijp, zonde,
misstapje - peccadille
misstelling - drukfout, vergissing
misstoot - poedel
mist   damp, dauw, doon, neerslag, nevel, sluier (fig.), smog, smoor (Z.N.), smuik, stoom, waas, walm, waas, wasem, waterdamp,  zeedamp
mist in Londen - smog
mistasten - falen, feilen, misgrijpenmisthoorn - sirene
mistel - maretak, vogellijm
mistelstruik - mare(n)tak(ken), mistletoe
misteltak - maretak, mistletoe
misten - dampen, nevelen 
mister - mijnheer
misthoorn - sirene
mistig   dampig, dompig, dijzig, heiig, mistachtig, nebuleus, nevelachtig, nevelig, vaag , wazig
mistletoe   maretak, mistel, vogellijm
mistmaand - bruaire, nevelmaand
mistral - valwind
mistress   Mrs., mevrouw
mistroostig - droevig, melancholiek, mismoedig, neerslachtig, somber, treurig, triest, troosteloos, wanhopig, weemoedig, zwaarmoedig
mistroostigheid - weemoed, zwaarmoedigheid
mistrouwen - diffideren, wantrouwen
mistrouwig - achterdochtig, wantrouwend
misvatting   abuis, méprise,vergissing, wanbegrip 
misverstand   abuis, begripsverwarring, discrepantie, dwaalbegrip, dwaling, mal-à-propos, malentendu, malententie, onenigheid, twist, vergissing,  wanbegrip
misvormd - abnormaal, deform, difform, gebrekkig, gedeformeerd, kwarrelig, lelijk, misbaksel, misgroeid, mismaaksel, mismaakt, verdraaid, vervormd, wanstaltig
misvormd mens - Crates, Krates
misvormde   Cretin, Krates, Thersites, mismaakte
misvormde voet - horrelvoet, klompvoet
misvormdheid - abnormaliteit,deformiteit, difformiteit, gebrekkigheid, invaliditeit, lelijkheid, mismaaktheid, wanstaltigheid
misvormen - beschadigen, difformeren, disfigureren, kwetsen, mismaken, onteren, ontheiligen, ontwijden, overtreden, schenden, toetakelen, uitschelden, verbreken, vernielen, vervormen
misvormig - gedrochtelijk, monsterlijk, wanschapen, wanstaltig
misvorming   afwijking, defiguratie, deformatie, disfiguratie, monstruositeit, vertekening, wanstaltigheid
misvormingen, kennis van - orthopedie
misworp - misser, poedel
miswijzing van magneetnaald - declinatie
mitaine - handschoen
mitella   draagdoek
mitigatie - verlichting, verzachting
mitose - celdeling, kerndeling
mitra - mijter
mitraille - schroot
mitrailleur - machinegeweer
mitrailleur, met schieten - mitrailleren
mits   als, behoudens, daardoor, daarom, derhalve, indien, ingeval, ingevolge, wanneer, wegens, zo, (Eng.) if
mitsdien   daardoor, daarom, derhalve
mitsgaders   alsook, benevens, bovendien, ook
mix - mengeling
mixen - mengen, roeren, vermengen
mixer - klutser, menger, mengmachine, roomklopper
mixje - mengsel
mixtum   allegaartje, allerlei, mengsel
mixtuur   allegaartje, mengelmoes, mengsel, orgelregister, vermenging
mnemotechniek - geheugenleer
mobiel   beweegbaar, beweeglijk, los, marsvaardig
mobiel maken - mobiliseren
mobiel verklaren - mobiliseren
mobiele radiotelefoon - mobilofoon
mobiele radiotelefoon bij schepen - marifoon
mobiele zone - orogeen
mobiliseren - mobilisatie
mobiliteit - beweeglijkheid
mobilofoon - walkie-talkie
mocasin - pantoffel
mochaleer - glacéleer
modaal - middelmatig
modde - slet
modder - aarde, bagger, blubber, darg, darink, derrie, dras, drek, goor, moor (Z.N.), prut, slat, slib, slik, slob, slobber, slijk, vuil,
modder roeren - wamen
modder uit de sloot - bagger
modder uit sloten - slat
modderaal - donderaal, meerpoet, modderkruiper
modderaar - baggerman
modderachtig – slijkerig
modderachtig vuil - derrie
modderachtige brij - derrie
modderbrandnetel - moerasandoorn
modderen - baggeren, kliederen, knoeien, ploeteren, schipperen
modderetend - limivoor
moddergat in een weg - slenk
moddergeus - baggerman 
modderig   bevuild, blubberig, brijachtig, brijig, goor, kledderig, kliemerig, modderachtig, slibberig, slijkerig, sompig, vies, vuil
moddergat   slenk
modderkruipers - aalpieper, cobitidae, donderaal, gieraal, meerpoet
modderkoorts - veldkoorts
modderkruiper - aalpadpieper, meeraal, donderaal, meerpoet, modderaal 
modderkuil - modderpoel
modderkwaad - ganzevoet
modderman - baggerman
moddermannetje - stekelbaars
moddermolen- baggermolen
modderplas - poel
modderpoel - stinkgat
modderpraam - modderschuit
moddersnip - drieteenzandloper
modderstroom - lavastroom, mure
modderstroom   (Ind.) lahar
modder uit de sloot   bagger
moddervis - longvis
moddervulkaan - slijkbron
moddig - morsig, vuil
mode   gebruik, gewoonte, smaak, trend, zede, zwang
modeartikel - snufje
modebewust - hip, modieus
modeblad - Burda, Knip, Marion, Vogue
modefat - saletjonker
modegek   beau, dandy, fat, lion, kwast, modejonker, pronker, saletjonker, ijdeltuit
modegek onder 't Directoire - incroyable
modegril - mini
modeheer - fat, gigolo
modehuizen in Holland - Beeuwkens, Heymans, Holthaus, Offerman
modehuizen in Parijs - Balenciaga, Balmain, Cardin, Chanel, Dior, Esterel, Parmentier
modejonker    dandy, fat, kwast, modegek, pronker
modekleur - modegril
modekoning   Balmain, Dior 
modekuur - gril
model - coupe, exempel, fatsoen, formaat, ideaal, kaliber, leest, mal, mannequin, maquette, matrijs, middel, modepop, monster, uscadin, ontwerp, paradigma, pasvorm, patroon, proeve, schablone, schema, sjablone, schabloon, snit, specimen, staal, toonbeeld,  type, voorbeeld, vorm
model in het klein   mal
model (oorspronkelijk) - prototype
model sigaar - corona
model van het onderdeel van het menselijk lichaam - fantoom
model van leem - proplasma
model van papier - knippatroon
model van vervoeging, verbuiging - modelwoord, paragigma, voorbeeld
model voor fotograaf - fotomodel
modelbeeld - ideëel
modelkleding - uniform
modelleer - modeologie
modelleerkunst - beeldhouwkunst, boetseerkunst, plastiek, sculptuur
modelleren   boetseren, fatsoeneren, onrwerpen, vormen
modelleur - modelmaker, vormer
model, verkleind , van een kunstwerk - bozzetto
modelmaker - beeldhouwer, boetseerder, modelleur
model of snit - pasvorm
model staan - poseren
modelvorm - chablone
modelleur   modelmaker 
modelmaker - modelleur, modiste 
modelmunt - proefpenning
modelstaan - poseren
modelvorm - schablone
modelwoord   paradigma
modemaakster - modiste
modemodel - mannequin
modeontwerp - creatie
modeontwerper -Beeuwkens, couturier, Diepenveen, Heymans, Holthaus, mannekijn, mannequin, modejonker, modiste,  Offerman,
modepop   dandy, fat(je), kwast, nuf
moderaat   gematigd
moderateur   bestuurder, leider, moderateurlamp
moderatie   matiging
moderato (muz.) - gematigd
modereren - matigen, verzachten
modern   blits, eigentijds, hedendaags, hedentijds, hip, in, mondain, nieuw, nieuwerwets, vlot, vrijzinnig
modern communicatiemiddel   computer, radar, radio, satelliet, televisie, telex, telstar, T.V.,
modern componist   Boulez, Dallapiccola, Nono, Orff
modern gekleed - modieus
modern georiënteerde dirigent - Boulez,  Maderna
modern Hebreeuws - Evriet
modern hemellichaam – telstar
moderniseren - opknappen
modern navigatiemiddel   radar 
modern pepmiddel - xtc
modern politiek begrip   NAT.O., NAV.O., V.E., Z.O.A.V.O.
modern schietwapen - bren
modern uurwerk - polshorloge
modern verpakkingsmateriaal - plastic
modern vervoermiddel   auto, helikopter, jeep, jet, raket, straaljager, vliegtuig
moderne kunststof    dralon, kunstvezel nylon, orlon, plastic
moderne kunststroming   expressionisme, dadaïsme futurisme, surrealisme, zero
moderne legerstede   opklapbed 
moderne puber - nozem
moderne samenleving - commune
moderne taal - Duits, Frans, Engels, 
moderne tijd - aardsatelliet, ans, atoomtijdperk
moderne uitdrukking voor "buitengewoon"   knal, blitz
moderne uitvinding   atoombom, radar, raketbom, raketvliegtuig, straalmotor
moderne vezelstof - dralon, enkalon, fiber, nylon, orlon, terlenka, trevira
moderne volkenbond   U.N.O. 
moderne winkel   supermarkt 
moderne woning - flat, patiobungalow
moderne Zuidamerikaanse dans - rumba
modest   bescheiden, biedermeier, eetbaar, empire, gotisch, ingetogen, matig, nederig, sober, zakelijk, zedig 
modestijl   antiek, biedermeier, empire, gotisch, modern, rococo, zakelijk
modetrant - geur, lucht, reuk, snuf
modeverschijnsel - trend
modevertoning - modeshow
modevormen van 1970 - maxi, midi, mini
modewinkel - boetiek
modewoord - paradigma
modezot - fat
modieus – chic, elegant
modificatie   verandering, wijziging 
modificatie van kalk   krijt, marmer 
modificatie van kleisteen   fylliet, lei
modificatie van zandsteen   kwartsiet
modificatie van zuurstof   ozon 
modificeren - moderniseren, veranderen
modillon - console, draagsteen, kraagsteen, steunsel,
modinette   costumière, coupeuse, naaister, midinette
modiste - modemaakster
modulatie - stembuiging
modulatiesysteem (bij de radio) - F.M.
modulatietoestel - modem
modules - muntmaat
modus   last, manier; toonladder,verplichting, wijze 
modus, (taalk.) - conjunctief, imperatief, indicatief
modus procedendi - procesorde
modus vivendi - compromis, schikking
moe   afgemat, afgetobd, afkerig, beu, dof, doodop,
loof, mat, moede, slap, suf, uitgeput, vermoeid, zat
moe van geest - duf, hoop, suf
moed   bluf, bravour, courage, dapperheid, durf, ferm, fut, geestkracht, kloek, koelbloedig, koenheid, krachtig, lef, lust, manheid, muf, onbevreesdheid, puf, sterkte, stevig, trek, trots, virtus
moed benemen - ontmoedigen
moed inspreken - aanmoedigen, bemoedigen, opwekken, prikkelen
moed vatten - vermannen 
moede - af, afgemat, afgetobd, afkerig, beu, (dood)op, mat, uitgeput, zat
moedeloos   bevreesd, dof, dol, down, druilorig, enghartig, gedemoraliseerd, gedemoraliseerd, klein, lafhartig, mismoedig, neerslachtig, ontmoedigd, terneergeslagen, triest, troosteloos, verdrietig, versaagd, verslagen, vertwijfeld,  zwaarmoedig
moedeloos maken - ontmoedigen
moedeloos worden - versagen
moedeloosheid   defaitisme, downheid, emoralisatie, exanimatie, 
neerslachtigheid, verslagenheid 
moedeloze stemming - defaitisme
moeder   ma, mam(ma), mams, moe, moer, mam, (Jiddisch) mem(me), (Lat.) mater, (Fries) mem , moeke
moeder (vreemde taal)   mater, mem, mère, mor, mother, Mutter 
moeder van Abel   Eva
moeder van Achilles   Thetis 
moeder van Aeneas   Aphrodite 
moeder van Amphlon   Antiope
moeder van Amphitrite   Doris 
moeder van Aphrodite   Dione 
moeder van Apollo   Leto(na) 
moeder van Ares   Hera
moeder van Balder   Frigga 
moeder van biggen   zeugé
moeder van Cassandra   Hecabe, Hecuba
moeder van Castor en Pollux   Leda
moeder van Ceres   Rhea
moeder van Clytemnestra   Leda 
moeder van Diana   Latona
moeder van Dionysus   Semele 
moeder van Don Juan   Inez 
moeder van Elektra   Clytemnestra 
moeder van Europa   Harmonia 
moeder van Ezau   Rebekka 
moeder van Hebe   Hera
moeder van Hector   Hecuba 
moeder van Helena   Leda
moeder van Hellus   Theia
moeder van Helle   Nephele 
moeder van Hephaestus   Hera 
moeder van Hera   Rhea
moeder van Ismaël   Hagar 
moeder van Izaäk   Sarai
moeder van Jakob   Rebekka 
moeder van Johannes de Doper   Elisabeth
moeder van Jupiter   Rhea 
moeder van Kaïn en Abel   Eva 
moeder van kuikens   kloek, hen 
moeder van Nero   Agrippina 
moeder van Oedipus   Jocaste 
moeder van Paris   Hecabe
moeder van Polyxena   Hecabe, Hecuba
moeder van Pollux   Leda
moeder van Salomo   Bathseba 
moeder van Samuel   Hanna 
moeder van Telemachus   Penelope 
moeder van Uranus - Gea
moeder van Xerxes   Atossa 
moeder van Zeus   Rhea
moeder van de giganten   Gea, Gaia 
moeder van de goden - Rhea
moeder van de muzen   Mnemosyne 
moeder van de Nereïden   Doris 
moeder van de Oceaniden   Tethys 
moederbij - koningin
moederbinding - Oedipuscomplex
moederhars - galbanum
moederheerschappij   matriarchaat 
moederklooster der benedictijnen - montecasino
moederkoek   placenta 
moederkonijn   moer 
moederkoornextract - ergotine
moederkoornkramp - ergotisme
moederkoornziekte - ergotisme
moederkorenvergiftiging - pellagra
moederkruid - mater
moederlijf - schoot
moederlijk erfdeel - maternum
moederloos zeehondje - huiler
moederloze - (half)wees
moedermaagd - Maria
moedermaatschappij - holding
moedermelk - zog
moedermelkcentrale - lactarium
moedermoord - parricidium
moedernaakt - poedelnaakt, spiernaakt
moeder overste in een klooster   abdes, mater, priores
moederprik - zeesteek
moederrecht - matriarchaat
moedersbroeder - oom
moederschap - materniteit, maternité
moederschoot   baarmoeder
moeders moeder - grootmooe(der), oma, omoe, opoe 
moedersnede - keizersnede
moederspraak - moedertaal
moederstad   metropolis, metropool 
moeders vader - grootva(der), opa
moeders zuster - tante, moei, mui
moedertaal - moederspraak
moedertasjes - tasjeskruid
moeder van kuikens - hen, kloek
moeder van Maria - Anna
moedervarken - zeug
moedervlek - metrocelide, moedermaal, naevus, pigmentnaevus
moedervlekken   maal, naevus
moederzog - moedermelk
moed hebben - durven
moedig - bluf, boud, branie, courageus, dapper, driest, drukte, durf, durfal, ferm, fier, flink, heldhaftig, kloek, kloekhartig, koen, kordaat, kranig, kranigheid, manhaftig, mannelijk, onbevreesd, onversaagd, onverschrokken, onverschrokkenheid, onvervaart, opperbest, opschepper, parmantig, sterk, trots
moedig en dapper - koen, ondernemend
moedigheid - dapper, koen
moed inspreken - bemoedigen
moed verliezen - inzinken
moedig wijf   Brunhilde, Kenau
moedige jongen - lefjongen
moedige vrouw - kenau
moedigheid - dapperheid, flinkheid, kloekheid, schranderheid
moedwil   opzet, willekeur
moedwillig   baldadig, bewust, expres , kwaadwillig, malicieus, opzettelijk
moedwillig beschadigen - saboteren
moedwillig beschadigen van materieel - sabotage
moedwillig schoolverzuim plegen - spijbelen
moedwillige beschadiging - sabotage
moe en futloos - slap
moe en mat - loom
moefion - muffeldier
moei   mui, tante
moei - onvriendelijk, pruilerig
moeien - betrekken, mengen
moeier - pruiler
moeilijk - bedenkelijk, benard, bewerkelijk, bezwaarlijk, bezwarend, delicaat, difficiel, drukkend, dwaas, epineus, gecompliceerd, grappig, grillig, hachelijk, hinderlijk, idioot, ingewikkeld, intricaat, kieskeurig, korzelig, kwaad, kwalijk, laborieus, lastig, maltentig, netelig, noestig, onereus, ongemakkelijk, onhandelbaar, onoverkomelijk, penibel, ruizig, stug, vervelend, zot, zwaar
moeilijk begrijpend - hardleers, onbevattelijk
moeilijk beweegbaar - stijf, stram
moeilijk breekbaar - taai
moeilijk buigbaar - strak, stijf
moeilijk buigzaam - taai
moeilijk eetbaar - taai
moeilijk leesbaar - vaag
moeilijk lopen - hinken, strompelen
moeilijk lopend - kreupel, mank, strompelend
moeilijk oplosbaar - ingewikkeld
moeilijk op te lossen - gecompliceerd, ingewikkeld
moeilijk te begrijpen   gecompliceerd, ingewikkeld, ondoorzichtig 
moeilijk te begrijpen vraagstuk   probleem
moeilijk te bevredigen   kieskeurig, onverzadigbaar
moeilijk te bewerken   knoestig, weerbarstig
moeilijk te hanteren - onhandelbaar
moeilijk te smelten metaal - mangaan
moeilijk te vangen - ongrijpbaar
moeilijk te verbeteren - machtig
moeilijk te verstaan - fluisterend, lispelend
moeilijk te vinden - verstopt
moeilijk te voldoen - difficiel
moeilijk te zien - vluchtig, wazig
moeilijk parket - verlegenheid
moeilijk praten - stotteren
moeilijk probleem   crux, dilemma 
moeilijk rekbaar - taai
moeilijk slikken - dysfagie
moeilijk smeltbaar metaal - kobalt
moeilijk werk    heksentoer, karwei, klus, opgave, toer
moeilijk zijn - last
moeilijke ademhaling - aamborstigheid
moeilijke arbeid - sisyfuswerk
moeilijke beslissing - dilemma
moeilijke keus tussen twee dingen - alternatief, dilemma
moeilijke keuze - alternatief, probleem
moeilijke keuze tussen twee dingen - dilemma
moeilijke opgave - puzzel, raadsel, toer
moeilijke positie - dilemma, impasse 
moeilijke situatie - penarie
moeilijke taak - penitentie
moeilijke toestand   impasse, perikel
moeilijkheden - broei, sores, trammelant
moeilijkheid   bezwaar, crux, difficulteit, hinder, kneep, knel, knoop, kunst, last, mikmak, moeite, perikel, probleem, puzzel, snood, strubbeling, twist, verdriet, verschil, verwikkeling, zorg, zwarigheid
moeilijkheid waaruit men zich niet weet te redden - impasse
moeilijk zijn - lastig 
moeite - arbeid, bedoening, beslommerig, bongel, bron, gedoe, getob, gezwoeg, hartzeer, inspanning, kwel, kwelling, last, naloop, omloop, omslag, ongemak, ongerief, overlast, peine, poging, pijn, soesa, trubbel, verdriet, wel, werk, zorg
moeite hebben   tobben
moeite’ de... waard   lonend 
moeite die men aanwendt tot een bepaald doel   poging 
moeiteloos - gemakkelijk, soepel
moeiteloosheid - gemak
moeite of hinder - last
moeitevol   lastig, onereus, penibel
moeizaam - stroef
moeizaam dragen - sjouwen
moeizaam hannesen -etteren, otteren, stuntelen, tobben
moeizaam werk   arbeid, elaboraat, karwei, tobberij, toer 
moeizame bearbeiding - elaboratie
Moekden - Fengtien, Sjenjang, Saraï
moeke - moeder
moekim - district
moei je - havenhoofd
moel - kneedtrog
moelje - havenhoofd
moelrui - kopschurft
moer - aflegger, bezinksel, bijenkoningin, drab(be), droesem, grondsop, hef, moeder(konijn), moerasgrond, run, veengrond, veenslik
moeraal   lomp, murene, puitaal
moeras - broek, donk, dras, goor, moer, peel, poel, rawa(h), slijk, somp, sudde, ven, waterland, zomp
moerasachtig - dras
moerasachtige kuststreek in Frankrijk   Les Landes
moerasachtige kuststreek in Italië   Maremmen
moerasandoren - waterandoren
moerasbever   beverrat, nutria
moerasbies   waterbies
moerasblad - waterbei
moerasgas   met(h)aan,  mijngas
moerasgrond   bolland, dras, drasland, marsgrond, moer, slijkgrond, rietland
moerasgrond in IJsland - fenn
moerashoenders - Heliornithes
moerasijzer - limoniet,  moeraserts
moerasijzererts - ijzeroer
moeraskoorts   malaria, paludisme 
moerasland   dras, moer
moerasliefje   waterbies 
moeraslinze - kroos
moerasmeertje   poel, ven
moerasmees   zwartkopmees 
moerasmos - paludella
moerasmuur - steltaria
moerasnachtegaal   rietlijster 
moeraspaardenstaart   ruigbol
moeraspalm   moerasrozemarijn, nipa
moerasplant   andoorn, beenbreek, dod(de)lis, drosera, eendekroos, egelskop, helofyten, kalmoes, kalmus, kluit, krodde, lidrus, lis, lisdodde, moeraskroos, moeraslinze, nipa, robol,  scheren, sla, slangewortel, unjer, watereppe, waterkaarde, waterpeper, wederik, zonnedauw, zwanebloem,  zwanebrood
moerasraket   winterkers 
moerasrozemarijn - moeraspalm
moerasschildpad - terrapin
moerassig   dras, drassig, moerig, slijkerig, sompig, week,
moerassig land   bolland, broek, dolage, drasland, laak, marsgrond, moer, moerland, peel
moerassig land in Noord Brabant en Limburg   Peel
moerassig water   poel, ven 
moerasslak   kieuwslak, viviparus 
moerasspirea   olmkruid 
moerasblad   waterbei 
moerasvaren - dryopteris
moerasveen - laagveen
moerasvijfblad - wateraardbei
moerasvogel - eiber, lepelaar, longois, ombervogel, ooievaar, rak, ral, roerdomp, reiger, uiver,  wouwaapje,  zilverpluvier
moeraswolfsmelk - spurge(Gr.), wolfsmelk (gew.)
moerasijzer - limoniet
moerasijzererts - ijzeroer
moeraszwaluw - stern
moerbalk - dwarsbalk, moerbint
moerbeest   moerhaas
moerbei - moerbes, morus
moerbeiachtigen - broodboom, ficus, moerbei, morus, nangka, vijgeboom, waringin
moerbeistadium - morula
moerbes   aal bes, bosbes, framboos, moerbei, moerbezie 
moerbijachtigen - moraceeën
moerbijenlikeur - morat
moerbint   moerbalk
moeren   afbrokkelen, foeteren, jongen, morrelen, peuteren, slopen, stukmaken, uitvenen, vernielen
moeren haas   wijfjeshaas 
moerhoen - korhoen
moerenkonijn   wijfjeskonijn 
moergracht   moddergracht
moerig   slijkerig, venig
moernagel   kruidnagel
moerschroef - mater
moerstuk   onderstuk
moervos   wijfjesvos
moes - bezinksel, boerenmoes, brij, etenswaar, groente, mengeling, moeder, pulpa, puree, vruchtenbrij
moesachtig - pulpeus
moesang - koffierat
moesgroente   bladgroente, moeskruid, rabarber
moesje - pronkpleisterje
moeskoppen - pruilen, stropen
moeskruid - groente, warmoes
moesplant   eppe, rabarber, selderij
moesson - mausim, regentijd
moessonwind, oostelijke - broeboe
moestuin   groentehof (Z.N.), groentekwekerij, groentetuin, kweekhof, kweekterrein, lochterij (Z.N.), moezerij
moeswijf - groentevrouw
moet - afdruk, dwang, indruk, indruksel, instulping, litteken, merk, noodzakelijkheid, plek, prent, spoor, striem, vlek
moet betaald worden voor maten en gewichten   ijkgeld
moet een student zich aan onder werpen   examen, groentijd, ontgroening , tentamen
moet geschrapt worden   del., deleatur
moet zijn - moete (Z.N.), mz, snipperuren
moeten   behoren, behoeven, believen, dwingen, mogen, nodig, noodzaken, noodzakelijk, onvermijdelijk, verlangen, verplicht, willen
moeten derven - verliezen
moethond - zeelt
moet van zweepslag - striem
Moezel - Mozel(le)
moezerij - groentetuin
moezel   doedelzak
moezelzak - doedelzak
moezen - prakken
moezerij - groenten, moestuin 
moezjiek - (Russ.)boer
mof - Duitser, groenvink, handwarmer, koker, scheldnaam, sok, veldmuis
mof met schroefdraad - nippel
mofel - dwaas, idioot, mal, zot
moffelboon - boerenboon
moffelen - brommen, emailleren, instoppen, inwikkelen, kauwen, knabbelen, lakken, mompelen, prevelen, smullen, wegkapen
moffellak   vuurlak
moffenland - Duitsland, Gelderland
moffenpijp - slingerplant
Moffrika - Duitsland
mofette - gasbron, luchtbron
mogelijk - allicht, altemet, bestaanbaar, bijgeval, denkbaar, denkelijk, doenbaar, doenlijk, eventueel, misschien, possibel, soms, somtijds, somwijlen, temee, temet, temets, wellicht, uitvoerbaar, vermoedelijk, waarschijnlijk
mogelijk behoorlijk of billijk zijn - aangaan
mogelijk geval - eventualiteit
mogelijk maken - dulden, toestaan
mogelijk zijn   kunnen, bestaan 
mogelijke gebeurtenis of geval - eventualiteit
mogelijkerwijs   doenlijk, eventualiter, eventueel, misschien, mogelijk, wellicht
mogelijkerwijze - altemet, eventualiteit, eventualiter, possibel
mogelijkheid - alternatief,  eventualiteit, gebeurlijkheid, kans, keus, keuze, possibiliteit, speekruimte, vooruitzicht
mogelijkheid om te kiezen   alternatief, keus, keuze 
mogelijkheid te zullen treffen - trefkans
mogelijkheid van bestaan -  bestaansmogelijkheid
mogelijk zijn - bestaan, gaan
mogen - believen, hebben, toestaan, toestemmen, toestemming, velen
mogen lijden - gouteren
mogendheid   land, macht, natie, staat, volk
moggelen - morrelen, roeren
mohair - angorawol, geitenhaar
Mohammedaan   Arabier, Islamiet, Ismaëliet, Moslem, Moslim, Muzelman
Mohammedaan op Lombok   Sasak
Mohammedaans  - zie ook Islamitisch
Mohammedaans aanvoerder - Mahdi
Mohammedaans afroepen van biduren   muezin, muezzin, moëddzin
Mohammedaans Arabisch opperhoofd - emier
Mohammedaans bedehuis   langgar, mesdjid, mesigit, missigit, moskee
Mohammedaans bedehuis te Mekka   Kaäba
Mohammedaans bedelmonnik   fakir, derwisj
Mohammedaans bewoner van Lombok   Sasak
Mohammedaans bijbelboek   Koran
Mohammedaans feest   Belram, Bairam, Ramadan
Mohammedaans gebed - salat
Mohammedaans geestelijke   Imam
Mohammedaans geleerde - moefti, molla, oelema
Mohammedaans geloof   Islam 
Mohammedaans geschrift   Koran 
Mohammedaans gezelschapsspel - selamlik
Mohammedaans heerser - sultan
Mohammedaans heiligdom   Kaäba 
Mohammedaans hoofd van een godsdienstige gemeenschap - sjeik
Mohammedaans hoofddeksel - fez, hoofddoek, koepia
Mohammedaans kluizenaar   derwisj, maraboet, maraboe, marabout, santon
Mohammedaans mannenverblijf - selamlik
Mohammedaans offermaal - sedekah
Mohammedaans operhoofd - iman
Mohammedaans pelgrim   Mekkaganger
Mohammedaans pelgrimsoord    Mekka 
Mohammedaans priester   derwisj, fakir, imam, kadi, kalief, maraboet, moefti 
Mohammedaans rechter   kadi 
Mohammedaans rechts  en wetgeleerde   moefti, ulema
Mohammedaans schrift  en rechtsgeleerde   molla, mufti, Oelema, Oelama 
Mohammedaans theoloog   Alim 
Mohammedaans vasten - ramadan
Mohammedaans voorganger - imam
Mohammedaans voorwerp vanverering   Kaäba
Mohammedaans vorst   kalief, sultan
Mohammedaans vorstengeslacht - Abbadiden
Mohammedaans vrouwenverblijf   harem
Mohammedaans wetgeleerde - Alim, moefti, mufti
Mohammedaanse bedelmonnik - derwisch, derwisj, fakir, kalender
Mohammedaanse bescherming - aman 
Mohammedaanse bewoner van Lombok   Sasak 
Mohammedaanse boete monnik - fakir
Mohammedaanse bijbel   Koran 
Mohammedaanse derwisjorde - Senoesi
Mohammedaanse dynastie - Omoyaden
Mohammedaanse echtscheiding - fasj 
Mohammedaanse eerste minister -  zegelbewaarder
Mohammedaanse engel des doods   Azraël 
Mohammedaanse feestmaaltijd - sedekah, slametan
Mohammedaanse gebedsoproep - azan
Mohammedaanse geestelijke leider - ayatola
Mohammedaanse geleerde - aalim, oelama
Mohammedaanse geloofsbelijdenis - sjahada
Mohammedaanse gewoonte - adat, oerf
Mohammedaanse god   Allah 
Mohammedaanse godsdienst - islam
Mohammedaanse godstroom - arsj, koersi
Mohammedaanse heerser - sultan
Mohammedaanse heilige overleving - hadith
Mohammedaanse heilige stad   Mekka 
Mohammedaanse heilige wet - sjar(ia)
Mohammedaanse kerk   moskee
Mohammedaanse kluizenaar - santon
Mohammedaanse kwekeling islamitische godsdienst - santri, softa
Mohammedaanse leefregels   soenna
Mohammedaanse leerling van een Koranschool   santri
Mohammedaanse maagd - hoeri
Mohammedaanse Messias - Mahndi
Mohammedaanse monnik   derwisch, derwisj, fakir
Mohammedaanse moskee - missigit
Mohammedaanse mystieke orde - senoesi's
Mohammedaanse mystieken - soefis
Mohammedaanse naam   Ali 
Mohammedaanse ontvangkamer - selamlik
Mohammedaanse parochie in Atjeh - Moekim
Mohammedaanse pelgrim - had(s)ji, Mekkaganger
Mohammedaanse pelgrimstocht- hadj
Mohammedaanse plichten - hadj, sakat, salat, shahada
Mohammedaanse priester - imam, oelama, oelema, maraboe, marabout
Mohammedaanse rechter - kadi
Mohammedaanse tempel   moskee 
Mohammedaanse tempeldienaar - moëddzin
Mohammedaanse tiendenbelasting - asjoer
Mohammedaanse titel   imam, iman, kalief, kalif, moefti, molla, sheik, sjeik, sultan
Mohammedaanse vastenmaand (lnd.)   poeasa, ramadan 
Mohammedaanse verlosser   Mahdi 
Mohammedaanse vorstentitel   sheik, kalif
Mohammedanen in Noord  Afrika   Moren
Mohammedanisme - Islam
mohole - kokrodua
moiré   gewaterd, gevlamd
Moiren   schikgodinnen
Moiren, een der - Atropos, Clotho, Lachesis
mok   beker, duif, koekje, kom, kroes, nap, oorveeg, putje, stormvogeltje, zeemeeuw
moker - breekhamer, kloofhamer, slagel, (vuist)hamer
mokeren - beuken
mokflueel - moquette, trijp
mokka   mokkakoffie
mokkel   deern, meid, meisje
mokkelen - omhelzen, vleien, zoenen
mokken   bouderen, fronderen, kniezen, knorren. mopperen, morren, pruilen 
Mokum - Amsterdam
mol   bier, dood, grammolecule, insekteneter, molton,  verlagingsteken
molano - sprenkelflesje
molasse - rotssoort, zandsteen
molbord - wegschaaf
moleculaire aantrekkingskracht van twee stoffen - adhesie
molen   bovenkruier, gemaal, koffiemolen, korenmolen, maalderij, maalpers, malerij, mallemolen, onderkruier, paltrok, poldermolen, rosmolen (door trekdier in beweging gehouden), tjasker, watermolen, windmolen, wipmolen
molen met inwendig kruiwerk - binnenkruier
Moldava - Moldau, Vltava
Moldavië, hoofdstad van - Kisjinov
Moldavieten - Tektieten
molecule, deel van een - atoom
molenaar   maler, meikever, mulder
molenaartje - braamsluiper
molenas   stander
molen, deel van een - baard, steen, wiek
molenjacht - praam
molenkiem - pranger
molenklepper - klapspaan, klikspaan, ratel
molenkolk - molenboezem
moleninrichting   malerij, maalderij 
molenklem - vang
molen klepper   klapspaan, ratel
molenkolk   molenboezem 
molenpeil   m.
molenpranger   molenrem, molenvang
molenrad (klein) met tanden - stekelvarken
molenradas   pestel
molenrem   vang
molenroede   pestel, stamper 
molensteen - maalsteen, legger, loper
molensteen, bovenste - loper
molensteenhouwer - biller
molensteen, onderste - ligger
molensteen, voorzien van groeven - billen
molensteen met drijfwerk - maalstoel
molentocht   hoofdsloot 
molentrechter   treem, tremel
molentremel   korenharp
molenvis   klompvis, maanvis 
molenvliegtuig   autogiro, gyrolane
molenijzer - anille, rijn
molenzog - myliobatidae
moleskin - bevertien,mollevel, (Eng.) weefsel
molest - belemmering,  beschadiging, hinder, last, overlast, schade 
molestatie   hinder, overlast 
molesteren - bedreigen, hinderen, plagen 
molet   kartelijzer,  loper, wrijfsteen
molik   klappermolen,  popans, stroman, vogelverschrikker
molkever - aaskever
molkleurig - taupe
molkrekel - veenmol
molla - mullah, schriftgeleerde
mollekruid - doornappel, kruitboom
mollen - stukmaken, vernielen
mollen - talpidae
mollengang   pijp, rit
mollenklem - pranger
mollenknip   mollenvel
molenkruid - doornappel
mollenrit - groeve, loopgraaf, pijp, ril, rit, vore,
mollig   dik, gevuld, mals, poezel, poezelig, rond, vlezig, wagenspoor, wagenvoor, wagenvore, week, zacht
molligheid - doddig 
mollusk - weekdier
molm   baggergrond, houtstof, meluw, mul, turfaarde
molmen - vergaan, verteren
molmgrond   humus, teelaarde, tuinaarde
molmuizen - bathyergoidea
moloch   afgod, hagedis 
molotovcocktail - flasbom
molsalade - paardeblorm
molshopen effenen   blotenslechten 
molto - veel, zeer
molton - monnikenbaai
Molukken - Maluku
Molukken, een van de - Ambon, Boeroe, Ceram, Halmaherea, Obi, Soela, Ternate,Tidore
Molukse oorlogsvloot - hongi
moluwe - kabeljauw
molybdeen   mo.
Molybdeenzeren, zouten van - molybdaten
molybdenium - Mo.
mom   dekmantel, masker, mombakkes, voorwendsel
momaanzicht - masker
mombakkes   aangezicht, masker, mom, nu, 
moment   even, ogenblik, oogwenk, sekonde, tel, tijdstip
momenteel   heden, nu, tegenwoordig, thans 
momentopname   instantané, kiek, snapshot 
momkleren - maskeradekleren
mommelen   fluisterengonzen, murmelen, prevelen, pruttelen
mommespel   maskerade, vermomming
mompelen - fluisteren
momus   bespotter, hekelaar
monade - eenheid, infusiediertje
monarch   alleenheerser, heerser, keizer, koning, vorst
monarchaal - eenhoofdig
monarchie   alleenheerschappij, keizerrijk, koninkrijk
Monastir - Bitola
monarchist in Frankrijk   camelot 
mond   babbel, bek,  klep, kwebbel, moel, muil, neb, smoel, ratel, smoel, snater, snavel, snoet, snuit, tater, toegang, toet, waffel, wauwel
mond snoeren - muilkorven
 mond van rivier - embouchure, estuarium
mondarts – dentist, tandarts
mondbehoefte - eetwaar
mond/de. .. betreffend   oraal 
mond opensperren   gapen
mondain   wereldgezind, werelds, ijdel
mondaniteit   wereldsgezindheid, ijdelheid
mondarts   dentist, stomatoloog
mondbehoeften   eetwaar,eetwaren, levensmiddelen, proviand, voedsel
monddeel - gebit, gehemelte, lip, tanden, tong, tongriem, velum, verhemelte
monddoek   servet
mondeling   oraal, verbaal
mondeling behandelen - verbaliseren
mondelinge onderhandeling – bespreking
mondeling onderhoud   abouchement, audiëntie, bespreking, dabat, gesprek, interview 
mondeling onderwijzen   doceren
mondeling onderzoek   enquête, examen, interview
mondeling proces - verbaal
mondeling voordragen - declameren
mondelinge voordracht   causerie, lezing, oratie
monden    aanstaan, behagen; bevallen, smaken
mondharmonica - mondorgel
mondhygiëne - cariëspreventie
mondig   meerderjarig, volwassen, zelfstandig
mondigheid - majoriteit, majorenniteit
mondig verklaren - emanciperen
monding - embouchure, ingang, invaart, mond, opening, uitloop
monding van een rivier - delta, embouchure, estuarium
mondje   beetje, hapje, slokje
mondjesmaat - iets, schraal, weinig
mondjevol   beetje, hapje
mondkorst - victualiën
mondkost - eten, levensmiddelen, proviand, voedsel
mondkruid - liguster
mond opensperren - gapen
mondprang (paarden) - knevel
mond snoeren - muilkorven
mondspiegel – stomatoscoop
mondspoelen - gorgelen
mondspoeling   gorgeldrank, mondwater, spoeldrank
mondstuk   bit, camule, mof, plug,  riet, stop,
mondstuk aan orgelpijpen   labiaal 
mondstuk van een blaasinstrument   embouchure 
mondstuk van een kanon - embouchure, tromp
mondstuk van een lepel - hapeind
mondstuk van een pijp - steel
mondstuk voor onderwaterzwemmers - snorkel
mondstuk voor paarden   bit
monduitslag bij zuigelingen - spruw
mond van een dier - bek
mond van een oven - ovengat
mond van een vulkaan - krater
mondvocht - kwijl, speeksel, spog, sputum, spuw, spuwsel, spuug
mondvol   bete, hap
mondvoorraad   kost, proviand, provisie,  victualie, voedsel 
mondwater - odol, speeksel
mondziekte   caries, mondslijmvliesontsteking, paradentose, spruw, sprouw, stomatisis, xerostomie
moneren - vermanen
Mongola, hoofdstad van - Lisala
Mongolen, geestelijk leider der - choetoektoe
Mongoliden, groep der - Eskimiden, Indianiden, Palemongoloïden,  Siberiden, Siniden, Toengiden
Mongolië, hoofdstad van - Hoehehot
Mongolië, rivier in - Dsapsjoen, Kobdo,Tess
Mongolische munt   mongo, toegrik,  tughrik
mongool   achterlijk, Chinees, debiel, idioot, Japanner, tartaar
Mongools dialect - Ordos
Mongools ruitervolk - Hunnen
Mongools volk - Karen 
Mongoolse jongensnaam - Bujin, Luvsanlk
Mongoolse munt - toeghrik
Mongoolse rassen   Chinezen, Eskimo's, Indianen, Japanners, Kalmukken, Tibetanen
Mongoolse taal - Kalmuks
Mongoolse veroveraar - Dsjengiskhan
Mongoolse volksrepubliek - Mongolië
Mongoolse volksrepubliek, hoofdstad van de - Olan, Bator
Mongoolse volksstam - kalmukken
Mongoolse vorst   Mogol
moniteur   raadgever, vermaner
monitor – beeldscherm, kijkkast 
monkelen – meesmuilen
monken - mesmuilen
Monmouth, bestuurszetel in - Newport
monnik   augustijner, basiliaan, benedictijner, capucijner, carmeliet, celestijner, derwish (islam), franciscaan, gardiaan, karmeliet, kloosterling, kluizenaar, monachus, trappist
monnik die gasten ontvangt - hospitarius
monnik die aan handschriften werkte - illustrator
monnik die handschriften vervaardigt   kopiist, miniator, miniaturist, rubricator
monnik die in gemeenschap leeft - cenobiet
monnik in Tibet   bhikhoe, gelong, lama 
monnikenbaai   molton
monnikendom - monarchisme
monnikenrepubliek, Griekse - Athos
monnikenverblijf - klooster
monnikenwerk - geduldwerk
monnikskap   aconitum, capuchon, kapoets, kapuits, kovel, schoentje
monnikskleed   habijt, pij
monniksorde - benedictijnen,  camaldulenzen, cisterciënzers, kartuizers
monnikspruik - wollegras
monniksstenen - kloostermoppen 
monnikswezen - monachisme
monnik worden - intreden
mono   alleen, enkel
monochord   muziekinstrument 
monochromasie   kleurenblindheid 
monochroom   eenkleurig
monocle - knijpbril, lorgnon, oogglas 
monoliet - menhir, obelisk
monoloog   alleenspraak 
monoplaan   eendekker
monopolie   alleenhandel, alleenrecht
monosacchariden - monosen
monotome levensgang - sleur
monotonie   eentonigheid, eenvormigheid 
monotoon   eentonig, saai, vervelend
monotremata - cloacadieren
monotropa - stofzaad
monovalent - eenwaardig
monseigneur - Mgr., mgr
monsieur - heer
monster - bakbeest, barbaar, bucentaur, charybdis, Chimaera, demon, draak, duivel, Frankenstein, gedrocht, levoathan, minotaurus, misbaksel, model, monstrum, monstruositeit, ondier, onmens, patroon, proef(stuk), sfinx, spuier, staal, stiermens, voorbeeld, wreedaard, wangedrocht
monster, half mens, half stier - bucentaur
monster (Ind.) - matjam
monster met 12 poten, 6 hondekoppen en 3 rijen scherpe tanden - Charibdis, Scylla 
monster op Kreta - minotaurus
monsterachtig   afgrijslijk, afschuwelijk, afzichtelijk, gedrochtelijk, gorgonisch, lelijk, mismaakt, monsterlijk, monstrueus, wanstaltig
monsterachtig waterdier - Leviathan
monsterachtige misvorming - monstruositeit
monsterblad - staalkaart
monsterdier - chimaera, draak, leviathan
monsteren - bekijken, beschouwen, demonstreren, inspecteren, keuren, onderzoeken, recognoseren
monstering - inspectie, revue
monstering van troepen   defilé, parade, inspectie, revue
monster, half stier, half mens - bucentaur
monsterkamer - showroom,  toonkamer
monsterkop als waterspuwer - gargouille
monsterlap(je) - staal(tje)
monsterlijk - afgrijselijk, afschuwelijk, gedrochtelijk, monstrueus
monsters - draken
monstervogel - Haryen
monster op Kreta - minotaurus
monstrueus   gedrochtelijk, mismaakt, monsterachtig
monstrum - gedrocht, misbaksel, wanschepsel
montage - assemblage, montering
montagebouw   prefab, systeembouw
montage vakman - monteur
Montana, hoofdstad van - Helena
Montanisme, stichter van het - Montanus
montbretia - crocosmia
montée - elvers, glasaaltjes
monter - aardig, blij, fit, hups,  levendig, opgeruimd, opgewekt, verkwikt, vrolijk, wakker
monteren   ineenzetten, opmaken , samenstellen
montering - montage
Montferland, heuvel in - Elterberg, Hettenheuvel
Montserrat, hoofdstad van - Plymouth
montuur - frame, inlijsting, omvatting
montuur met glas - bril
monument   gedenkteken, gedenkzuil, standbeeld
monumentaal   grandioos, groots, imponerend, indrukwekkend, magistraal, weids
mooi   aangenaam, aardig, beeldig, behaaglijk, bekoorlijk, bevallig, bravo, dienstig, emmes (barg.), fijn, fraai, goed, grappig, gunstig, heerlijk, jofel, kedin, kostelijk, keurig, knap, leuk, lief, loffelijk, mieters, net(jes), pleizierig, prachtig, schitterend, schoon, sierlijk, smaakvol, subliem, veilig, vermakelijk, welgemaakt,  welgevormd
mooi aankleden   uitdossen, versieren
mooi buitenverblijf   villa
mooi dorp in Utrecht   Baarn 
mooi flesje - fiool
mooi grasveld - gazon
mooi maken   opsieren, opsmukken, optuigen, sieren, verfraaien, versieren 
mooi meisje -  beauty, spetter, stoot, stuk
mooi praatje   smoes
mooi resultaat   succes
mooi resultaat bij het bridgen   slam, slem
mooi resultaat met een boek   bestseller
mooi resultaat met een plaat   .hit, schlager, top
mooi resultaat met een snelheid   record
mooi samenklinkend   harmonisch 
mooi samenklinkend (muz.) - symfonisch
mooi uitzicht - bellevue, panorama
mooie auto - slee
mooie dingen - moois
mooie indruk maken   ogen
mooie jongen - Adonis
mooi en fraai gelegen - riant
moeie rode kleur - koraal
mooie vlinder - satijnvlinder
mooie vrouw   Aphrodite, beauté ,schoonheid, Venus
mooiheid - opschik, schoonheid, versiering
mooipraten   adoniseren, f{l)emen, pluim, strijken, vleien
mooiprater   fleemkous, flemer, flikflooier, likkepot, pluimstrijker, vleier
moois - fraais
moor   Mauretaniër, neger, zwarte
Moor, tothet christendom bekeerde Spaanse - Morisco
moord   bloedbad, doodslag, keling, manslag, misdaad, misdrijf, slachting
moord op bloedverwanten - parricidium
moordaanslag - attentaat
moorden - doden
moorddadig - bloedig, geweldig, prachtig 
moordenaar - doder, doodslager, killer, misdadiger, wurger, 
moordenaar van Abel   Kaïn 
moordenaar van Chlone   Artemis 
moordenaar van Clytaemnestra    Orestes
moordenaar van John F. Kennedy   Oswald 
moordenaar van koning Ela   Simri 
moordenaar van Willem van Oranje - Gerards
moordend - fel, funest, slopend, uitputtend
moorderij   bloedbad, massacre, slachting 
moordlust   bloeddorst
moordpartij - bloedbad, massacre,slachting
moordpoging - aanslag
moordpriem   dolk, ponjaard 
moordtuig   dolk, geweer, mes, pistool, revolver, stiletto
moordziek   bloeddorstig 
moordzucht   androfonomanie 
moordzuchtige razernij   amok 
moorkop – negerzoen, slagroomsoes
Moors gebouw in Spanje   Alhambra
Moors kasteel   alcazar
Moorse gekleurde aardewerktegel - azuleja
Moorse vrouw   Morin
moot   brok, deel, gedeelte, part, plak, schijf, snede, stuk
mop – aardigheid, anecdote, anekdote, badinage, bak, boert, brok, capriool (fig.), deuntje, farce, geestigheid, gein, grap, grol, inktvlek, jen, joke, klucht, koekje, kortswijl, kwinkslag, leut, liedje, lolletje, omperd, luim, mop, poets, pots, scherts, snakerij, stuk, sufferd, sukkel, ui, wijsje
mop of homp - brok
moppentapper - humorist
moppentrommel   effectentrommel, geldkistje, koekjestrommel
mopperaar   brombeer, brompot, kankeraar, knorrepot, izegrim, klager, nurks, pruttelaar
mopperen   brommen, foeteren, greinen, grienen, kankeren, klagen, knorren, mokken, morren, murmureren, peuteren, pruilen, pruttelen, razen, schrollen, sputteren, uitvaren, vloeken,
mopperig - knorrig
moppig - aardig, geestig, grappig, leuk, vermakelijk
mopsneus - stompneus
moquant - schertsend, spottend
mora   vertraging, verzuim
moraal   ethiek, pointe, strekking, tendens, zedenleer, zedenles
moraalfilosofie   ethiek, zedenleer, zedenles 
moraalloos - amoreel
moracee - artocarpus, broodboom, ficus, moerbei, morus, vijgeboom
moralisatie - zedeles
moraliserend verhaal - exempel, fabel
moralist - boetprediker, zedenmeester, zedenprediker
moraliteit   Elckerlyc, zedelijkheid, zinnespel
morava - March, Margus
Moravië   Mahren, Morava
Moravische broeders   Hernhutters 
Moravische stad   Bino, Elgin, Olomouc 
Morbeus - luguber, ziekelijk
morbide   ziekelijk
morbiditeit   ziekelijkheid, ziektecijfer
Morbihan, hoofdstad van - Vannes
morbleu   drommels, verduiveld
mordant   bijtend, schamper, scherp
Morwinische republiek, hoofdstad van de - Saransk
more   modder
moreel - braaf, eerbaar, eerzaam, ethisch, zedelijk
moreel besef - inzicht
moreel verval - degeneratie, zedenbederf
morel   griote, kers
morele druk - drang, pressie
Morele Herbewapening, centrum van de - Caux
Morele Herbewapening, stichter van de - Buchman
morele kracht - sterkte
moren - ploegen, ploeteren
morendo (muz.)   wegstervend 
morene (door het ijs gemodelleerd) - drumlin
morene (onder het ijs afgezet)   grondmorene, keileem
Morenland   Mauritanië
mores   gebruiken, manieren, zeden
mores leren   afstraffen, terechtzetten
moreske   versiering
morfine, uit, verkregen na acetyleren - heroïne
morfine, uit, verkregen na methyleren - codeïne
morfologie   vormleer
morfologische eenheid   landschap 
morfologische facies   eolisch, fluviatiel, glaciaal, karst, lacustrien, limnisch, marien, vulkanisch
morgen   a.m., dageraad, krieken, mana, morgenstond, ochtend, ochtendgloren, ochtendkrieken, ochtendstond, vlaktemaat, voormiddag, voornoen
morgenaudiëntie bij oosterse vorst - durbar
morgenbede - metten, ochtendgebed
morgeneditie   ochtendblad 
morgendrank - port
morgendrankje - aperitief
morgeneditie - ochtendblad
morgenether - ochtendhemel
morgengave - morganaticum
morgengebeden - metten, ochtendgebed
morgengewaad - neglige,  morgentoilet, ochtendgewaad, ochtendjapon
morgengodin - Aurora, Eos
morgenkim   oosterkim 
morgenkrant - ochtendblad
morgenkrieken - dageraad, ochtendgloren
morgenland   Levant, oosten, oriënt 
morgenlicht - dageraad, ochtendgloren
morgenlied - alba
morgennevel - dauw
morgenopwachting bij vasten - lever
morgenpost - ochtendploeg
morgenpraatjes - complimenten
morgenreceptie aan het hof - lever
morgenrood   Aurora, dageraad, Eos, morgenstond
morgensignaal   reveille 
morgenster   fosforus, dagster,  fosfor, fosforus, lichtdrager, Lucifer, Venus
morgenster (pl.k.) - tragopon
morgenstond   Aurora, dageraad, Eos, krieken, morgengloren, morgenschemering, ochtend, ochtendkrieken, ochtendstond, Venus, vroegte
morgentoilet - ochtendgewaad
morgenvoorstelling   matinee 
morgenwijn - malaga, madeira, madera, morgendrank
morgenzang   aubade
morgue   lijkenhuisje
Moriaan - Moor
morille - paddestoel
morin - negerin
morion   bergkristal, helm, stormhoed
moriskendans - moresca
mormel   lelijkerd, marmot, mormeldier, ondier, zeur
mormeldier - marmot
mormon - choras, maskeraap .
Mormonenboek   Mormon 
Mormonenstaat   Utah 
Mormonenstad   Salt Lakecity, Utah
Moro, adelstand bij de - dato
morose - droefgeestig, somber
Morotai, berg op - Sabatai
morrelen - riemelen, peuteren, prutsen, roeren, wroeten
morren   bouderen, brommen, kankeren, klagen, knorren, mokken, mopperen, murmureren, pruilen, pruttelen
morrend mopperen   kankeren 
morrig   bavet, knorrig, ontevreden, slab(betje), verdrietig, viezerd, vuilak
morsdoekje   bavet(je), feitel, morslap, servet, slab, slabbetje, zabbe
morse - seintaal
morsebel - slons, vuilak, morsepot, slordervos
morsen - kladden, kliederen, knoeien
morsen op - bemorsen
morsenbel - morsenpot, slons, vuilak
morsepot   knoeier, knoeipot, lap, morsebel, slons, smeerpoets,  viezerd, vuilak
morseschrift   tekenschrift (telegraaf)
morsesleutel - seingever
morsetoestel - telegraaf
morsig   goor, groezelachtig, groezelig, groezig, kladdig, kliederig, knoeierig, onfris, onzindelijk, smerig, slonzig, smoezelig, vies, vuil
morsig meisje - morsebel, slons, vuilak
morsig persoon - smeerpoets
morsig vies mens - varken, smeerpoets
morsige doek - slet, smeerlap
morsige vrouw - morsebel, morspot, slons
morsjurk - housecoat, overjurk, smul, stofjas
morskont - klieder, knoeier, morspot 
morsmouw - mof, overmouw
Morsö, stad op - Nykjöbing
morspot - kledder, knoeier, morser, smeerlap, smeerpoets, vuilak, vuilik
mortaliteit   sterfte, sterftecijfer, sterfelijkheid
mortel   cement, gruis, kalk, specie, steengruis, tras 
mortelen - verbruizen
mortel/met. .. bestrijken   rapen 
mortelig   korrelig, kruimelig
mortier - geschut, kanon, vijzel, vuurmond
mortifiant   beschamend, krenkend, vernederend
mortificatie   boetedoening, doding, kastijding, krenking,  versterving
mortuarium - dodenhuisje, necroloog
morula - moerbei
morus - moerbei
morzel   brok, kruimel, stuk
mos - aardmos, bekermos, bladmos, dekmos, gewoonte, haarmos, koraalmos, koralijn, korstmos, levermos, mores, mus, orseillemos, rendiermos, sporeplant, vedermos
mosachtig - bemost, mossig
mosbeertje - tardigrada
Moscovisch glas - mica
mosdiertjes - bryozoa, polyzoa
moser - knoeier
mosgroen - mousse
moska - geneesmiddel
moskee   bedehuis, tempel, missigit
moskee (Ind.) - djami, mesigit, missigit
moskee in Istanboel - aya, Sophia    
moskeebeambte   imam, muezzin 
moskeedienaar - moëddzin
moskeehoofd - Imam
moskee, kansel in een - minbar
moskee, nes in een - Mihrab
moskee te Mekka - Kaäba
moskeetoren - minaret
moskeetrom - bedoeg
mosket - (mannetjes)sperwer
Moskou - Moskva
Moskou, beroemd gebouw in - Krem(lin)
Moskovisch glas - glimmer, mica
moskundige - bryoloog
moslaag - mosetage
moslem - muzelman
Moslim   Islamiet, Mohammedaan , muzelman
Moslims schriftgeleerde   Ulama, Oelama, Oelema, ulema
Moslims geestelijk rechtsgeleerde   moefti 
mosmeel - lichenine
Mossbass, haven van - Sjtsjerbakow
mossel   fluim, oester, oorveeg, paalworm, rochel, strandgaper
mosselachtig dier - boormossel, nonnetje, paalworm, zaagje
mosseldiertje - stylonichia
mosselen uitplanten - mosselenteelt
mosselgeld - kleingeld
mosselkreeft - schelpkreeft, zeetulp
mosselnet   kor
mosselsoort - parelmoerneutje, strandgaper
mossen - bekermos, beukemos, bronmos, bryofyta, bryohyta, duinsterretje, gaffeltandmos, haarmos, korstmos, kussenmos, levermos, rendiermos, slaapmos, sterremos, veenmos, watervorkje, witbosmos
mossig   bemost, mosachtig
mosso (muz.)   levendig
mossoort   andreaea, barbula, bekermos, bladmos, gaffeltandmos, haarmos, korstmos, levermos, ramalina, rendiermos, slaapmos, sterrenmos, veenmos, witbosmos
Most - Brüx
mossteppe (In Rusland)   toendra 
mosterd - sinapis
mosterd (wilde) - herik, krodde, sinapis
mosterdgas - gifgas,  yperiet
mosterdmolen - standaardmolen, stander
mosterdomslag - sinapisme
mosterdpleister   sinapisme, trekpleister
mosterdwater - braakmiddel
mostredzuur - piccalily, pickles, tafelzuur
mostmeter - gleucometer
mosvlakte - mossteppe, toendra
mosvlakte in Noord-Rusland - toendra
mot - afval, klap, krullen, meluw, motte, onenigheid, ruzie, schaafsel, slag, spaanders, twist, turfmolm, zaagsel, zeug
motdistel - melkdistel
motel - autohotel, logement
MoTi -Micius
motie   grond, verklaring, voorstel
motief – aanleiding, argument, beweeggrond, beweegreden, drijfveer, figuur, grond, onderwerp, oorzaak, reden, tema, thema, verbinding
motief (van meubels) - espagnolette
motiveren - bewijzen, staven, verklaren
motluizen - aleurodidae
motmuggen - pcychodidae
motor - aandrijver, krachtbron, machine
motor (voertuig) - brommer, drijfkrachtvoortbrenger, motorbarkas, motorboot, motorfiets, motorwagen
motor op elektrische energie - elektromotor
motorbakfiets - carrier
motorboot - barkas
motorboot die schepen sleept - sleepboot
motorbrandstof - benzine, diesel, dieselolie, gas, gasoline, leuna
motorbrandstof uit granen - agrol, argon
motorbril - stofbril
motorcross - terreinrit
motorfiets - brommer, tweewieler
motorfiets met bak - zijspan
motorisch - bewegend, beweginggevend
motorisch gestoord   spastisch 
motorloos vliegtuig   zweefvliegtuig 
motormerk - B.M.W., B.S.A., D.K.W., Harley, Honda, Kawasaki, 
Puch, Sparta, Suzuki, Triumph
motorpech - motorstoring, panne
motorraces   tt.
motorrenner - courier
motorrijder - weggebruiker
motorrijtuig - auto(bus), brommer, motorfiets, personenauto, scooter, tankauto, taxi, touringcar, vrachtwagen
motorrijtuig voor het voorttrekken   tractor, trekker
motorrijwiel - motor
motorschip   m.s.
motorsport - speedway, trial
motortrekker - tractor
motorwagentje voor de racebaan - shelter
motorwedstrijd - motorrace
motorweg (Sp.) - autopista, autostrada
motregen   miezel, stofregen 
motregenen   miezeren, motten, stofregenen 
mots - kielsoort, schippersbroek (wijd)
motsen - couperen, knotten
motten - tineidae
mottensoort - aegeria, alucita
mottig – misselijk, mistig, nevelachtig, onhelder, pokdalig, vochtig, vuil
motto   blazoen, devies, emblema, kernspreuk, lemma, leus, leuze, lijfspreuk, parool, zin, zinspreuk
motvrij maken - mitiniseren
motwerend middel - kamfer(ballen), naftaline
motwerendmiddel - naftaleen
mouchard - spion, verklikker
mouche - moesje, sikje
moulage - afdruk, afgietsel
moulinetgaren - mouliné
moulure - sierband, sierlijst
mountainbike - rijwiel
Mount Everest, overwinnaar van de - Hillary, Tensing
mousselineachtige stof - taf, tarlatan
mouseline, fijn katoenen - jaconnet
mousseren - opbruisen
mousserende wijn   champagne 
moustache   knevel, snor 
mout - koren, malt, melt
mout drogen - eesten
moutbak - meltbak
moutbereider - melter, mouter
mouter - overrijp
mouterij - maalderij, melterij
moutextract   wort
moutmaker - melter
moutoven   ast, droogoven, eest
moutsuiker   maltose
moutsuiker splitsend enzym - maltase
mouvement   beweging, verkeersdrukte   
mouwloos manteltje - mantilla
mouwloos vest - spencer
mouwopening - armgat
mouwvorm - raglan
mouwtje - manchet
moveren   bewegen, voorstellen 
moyenne   gemiddelde
Mozabieten, schriftgeleerde bij de - tolba
mozaiek   inlegwerk
Mozambique, haven in - Beira, Lourenço, Marques
Mozambique, rivier in - Limpopo, Zambesi
mozegat - gootgat
Mozes' broeder   Aäron
Mozes' moeder   Jochebed
Mozes' schoonvader   Jethro 
Mozes' vader   Amram
Mozes' vrouw   Zippora
Mozes' zoon   Gersom, Eliëzer 
Mozes' zuster   Mirjam
mud - bunzing, hectoliter, hl 
mudvol   afgeladen, eivol, stampvol
muf   bluf, bedompt, duf, fut, kelderachtig, lust, onfris, puf, saai, suf, verdorven, vervelend, vies, vochtig, vuns, vunzig
muffeldier - moefon, steenschaap
mug   anofeles, hooiwagen, langpoot, muskiet.
muggen - nematocera
muggenfase   emelt, hamel, larf, larve, made, weerschaap
muggenhor -  muggenraam, zetter
muggenkunde - myiologie
muggenlarve   emelt, hamel 
Muggenmeer - Myvatin
muggenorchis - gymadenia
muggenkruid - waterpeper
muggenraam   hor
muggeziften - haarkloven, subtiliseren, vitten
muggenzifter   casuïst, chicaneur, criticaster, haarklover, knopenknauwer, peuteraar, querilant, vitter
muggezifterij -  haarkloverij, vitterij  
mui - diep, trekgat
muiken - broeien, smeulen
muil - babbel, bek, mond, pantoffel, smoel, slof, waffel
muil met houten zool - trip
muildier - ezel, muilezel, muilpaard
muil of bek - mond
muil of pantoffel - slof
muilen - morren, pruilen
muilezel - jong van paard en ezel
muilpeer - dreun,  kaakslag, klap, oorveeg, oorvijg, pets, slag, stomp 
muiltje - babouche, pantoffel, pompoesje
muiltjes - babouches
muis   aardappel, dwergmuis, handpalm, knaagdier, moedervlek, spier
muisachtig buideldier - wombat
muisachtig knaagdier - beverrat, hamster, lemming, muskusrat, rat, veldmuis
muisdoorn - gagel, hulst
muisgrijs - taupe
muissoort - bosmuis, brandmuis, dwergmuis
huismuis, tuinmuis
muisvogel - colli(dae)
muit - vogelkooi
muiteling - muiter, oproerling, rebel
muiten - oproer, rebelleren, revolteren, vervellen
muiten, aan het ....slaan - mutineren
muitend - seditieus
muiter - aanstoker, brandel, muiteling, oproerling, oproermaker, opstandeling, rampokker, rebel
muiterij   insubordinatie, oproer, opstand, rebellie, revolte, seditie, verzet
muitziek   factieus, oproerig, opstandig
muizen - murinae
muizenhol   rel
muizenis   zwarigheid 
muizenoor - havikskruid
muizenstaart - myosurus
muizenval - knip
muizenvalk - buizerd, torenvalk 
muizenvanger   buizerd, egel, kat, poes, uil, valk
muizeoor - havikskruid
mul   diep, korrelig, los, molm, poederig, pulverig, rul, rekgat, turfmolm
mulat   creool, halfbloed, indo, kleurling, naturel
mulder - meikever, molenaar
Mull, hoofdstad op - Tobermory
mullen - sollen,stoeien,  zeuren
mullig - los
multinational - concern
mum - ogenblik, seconde
mummelen - mompelen
Muna, hoofdstad op - Raha
mundaan - wereldlijk
municipaal   gemeentelijk, stedelijk 
municipaliteit   gemeente, gemeentebestuur, gemeentehuis
munificentie - milddadigheid
munitie   schietvoorraad
munitiewagen - caisson
munstef - domkerk, klooster
munster   domkerk, kloosterkerk 
Munster - Mumhu
Munster, hoofdstad van - Cashel
munt - botje, cent, daalder, duit, dubbeltje, florijn, geldstuk, gulden, kwartje, oort, penning, penny, plant (lipbl.), riks, rupia, rijksdaalder
munten –
Amerika
Argentinië:   peso, 100 centavos 
Bolivia:   boliviano, 100 centavos, 
Brazilië:   cruzeiro, 100 centavos 
Brits West Indië:  dollar, 100 cent 
Canada:   dollar, 100 cent
Chili:    peso, 100 centavos 
Colombia:   peso, 100 centavos 
Costa Rica:   col6n, 100 centimos
Cuba:    peso, 100 centavos 
Dominicaanse Republiek: peso, 100 centavos
Ecuador:   sucre, 100 centavos 
Guatemala:   quetzal, 100 centavos 
Haïti:    gourde, 100 centimes 
Honduras:   lempira, 100 centavos 
Mexico:   peso, 100 centavos
Nederlandse Antillen:  AntilI. gulden, 100 cent
Nicaragua:   c6rdoba, 100 centavos panamá: bal boa, 100 centéslmos 
Paraguay:   guarani, 100 centimos 
Peru:    sol, 100 centavos
EI Salvador:   col6n, 100 centavos 
Suriname:   Surinaamse gulden, 100 cent
Uruguay:   peso, 100 centésimos 
Venezuela:   bolivar, 100 centimos 
Verenigde Staten:  dollar, 100 cent
Afrika
Egypte:   pond, 100 piasters:o 1000 millièmes
Ethiopië:   dollar, 100 cent
Ghana (Goudkust):  pond, 20 shilling = 240 pence
Liberia:   dollar, 100 cent
Libië:    pond, 100 piasters = 1000 millièmes
Marokko:  franc, 100 centimes 
Rhodesia:   pond, 20 shilling =' 240 pence
Soedan:   Egyptisch pond, 100 piasters = 1000 millièmes
Unie van Zuid Afrika:  pond, 20 shilling = 240 pence Azli
Afghanistan:   afghani, 100 puls Birma: kyat, 100 pyas Cambodja: riel, 100 sen
Ceylon:   rupee, 100 cent
China (volksrepubliek):  yen min piao, 10 chiao = 100 fen
China (nationalistisch):  Yuan of Taiwan dollar, 100 cents 
Filippijnen:  peso, 100 centavo's 
Hongkong:   dollar, 100 cent India: rupee, 100 naya paise 
Indonesië:   rupiah, 100 sen
Irak:    dinar, 5 rials = 20 dirham = 10oofils
Israël:    pond, 1000 pruta
Japan:    yen, 100 sen = 1000 rin Jordanië: dinar, 1000 fils
Korea:    hwan, 100 cheun
Libanon:   pond, 100 piaster
Laos:    kip, 100 at
Mongolië:   tugh, rik, 100 mongo 
Pakistan:   rupee, 16 annas = 192 pies
Perzië (Iran):   rial, 100 dinar 
Saoedi Arabië:   rial, 22 qurush 
Syrië:    pond, 100 piaster
Tibet:    sang, 6 trangkaz 
Thailand (Siam):  baht, 100 satang 
Vietnam (Zuid ):   piaster, 100 centimes
Europa
Albanië:   lek, 100 quintar
België:    frank, 100 centimes 
Bulgarije:   lev, 100 stotinki 
Denemarken:   kroon, 100 "re 
Duitsland :   mark, 100 Pfennig
Finland:   Finse mark, 100 penni 
Frankrijk:   frank, 100 centimes 
Griekenland:   drachme, 100 lepta 
Hongarije:   forint, 100 filler 
Ierland:   pond, 20 shilling = 240 pence
Italië:    lire, 100 centisimi 
Joegoslavië:   dinar, 100 para 
Liechtenstein:   franc, 100 Rappen 
Luxemburg:   franc, 100 centimes 
Nederland:   gulden, 100 cent 
Noorwegen:   kroon, 100 øre 
Oostenrijk:   Schllling,100Groschen 
Polen:    zloty, 100 groszy 
Portugal:   escudo, 100 centavos 
Roemenië:   leu, 100 bani
Spanje:    peseta, 100 centimos 
Tsjechoslowakije:  kroon, 100 heller
Turkije:   pond of lira, 100 piaster 
U.S.S.R.:   roebel, 1ÖO kopeken' 
Verenigd Koninkrijk:  pond sterling, 20 shilling = 240 pence
IJsland:   kroon, 100 aurar 
Zweden:   kroon, 100 öre 
Zwitserland:   franc, 100 centimes of 100 Rappen
Oceanië
Australisch Gemenebest: pond, 20 shilling = 240 pence Nieuw Zeeland:   pond, 20 shilling = 240 pence
(de) munt bétreffende   monetair 
munteenheid - valuta
munten - doelen, mikken
munten een kerfrand geven - creneleren
punt in de bijbel (Joods)   bekah, gera(h), maneh, kikkar, sikkel
munt in de bijbel (Romeins)   as, denarius, quadron
munt in de bijbel (Grieics)   drachme, talent 
munt  en papiergeld   chartaal 
munt. en penningkunde   numismatiek
muntenverzamelaar   numismaticus 
munten verzamelen - numismatiek
muntgasmeter - gasautomaat
muntig - tochtig
muntjak (Ind.)   hert
muntjaks - muntiacinae
muntkenner - numismaticus
muntkoers   valuta
muntkunde - numismatiek
muntkundige - numismaticus
muntmaat   modul, modulus 
muntmeester - waardijn
muntmerk - klop
muntmeter (barg.) - brandkast
muntregel - muntrecht
muntsanering   geldsanering 
muntslag   muntslaan, muntstempel, stempel
muntsoort berekenen - tellen
muntstandaard - muntvoet, monometallisme 
muntstelsel/het. .. betreffend   monetair
muntstuk   braspenning, plak
muntstuk (klein) in platte zegswijze - mieter
muntteken - kruis
muntvoer - valuta
muren bepleisteren - rapen
muntvoet   geldstandaard 
muntwaag   geldschaaltje 
muntwaarde - essaai
muntzijde - beeldenaar
muraalboog   schildboog 
muraalzuil - schalk
murene - moeraal
murik - erf, hoenderbeet, mier, muur, vogelkruid, vogelmier
murmelen   mompelen, mussiteren, prevelen, ruisen
murmureren - kankeren, morren
murw - afgestompt, buigzaam, mals, sentimenteel, week, zacht
murw maken - fatigeren, malaxeren, modificeren
mus   huismus, grasmus, heggenmus, mos, ringmus, rotsmus
musacee - banaan
musachtige   mus, sijs, vink 
musculeus   gespierd
muscusrat - bisam
musette   doedelzak, officiersransel, schalmei
museum - kunstzaal, muzentempelten, toonstellingsgebouw, toonzaal
museum bij Nijmegen - Heiligelandstichting
museum in Amsterdam   Rembrandthuis, Rijksmuseum, Schoolmuseum, Veiligheidsmuseum
museum in Den Haag   Mauritshuis 
museum in Leningrad   Hermitage
museum in Londen - Tate (Galiery) 
museum in Madrid   Prado
museum in Parijs   Louvre 
museum in Rotterdam   Boymans 
museum van schilderijen   pinacotheek
museumbeheerder - conservator
musical - zangspel
music hall   variétéschouwburg 
musici - muzikanten, orkest
musicienne - organiste, toonkunstenares
musicoloog - muziekgeleerde
musicus   accordeonist, blazer, bassist, cellist, drummer, fagottist, fluitist, harpist, hoboïst, klarinettist, muzikant, organist, paukenist, pianist, pijper, slagwerker, speelman, strijker, trompettist,  xylofonist, violist
musicus uit de jazz-tijd - oldtimer
musiefwerk - mozaïekwerk
muskaatbloesem - macis
muskaathout   slangenhout
muskaatnoot - kruidnoot, notemuskaat, pallah
muskaatnootplanter - perkenier
muskaatwijn - lunel
musket - vuurroer
muskettier - schutter, soldaat
musketiers - Aramis, d'Artagnan, Athos, Porthos
muskiet - anofeles, malariamuskiet, steekmug, zingmus
muskietengaas - klamboe
muskietennet   klamboe
muskoviet - kaliglimmer, mica
muskus - bisam, reukstof
muskusachtige stof - civet
muskusdier - muskushert (Mid. Azië), ondatra
muskusdieren - mochinae
muskuskat   civetkat
muskusplantje - mimulus
muskusrat, bont van de - bisam
muskuszaad - abelmos
muskuszwijn - navelzwijn, pekari
mussenarend   sperwer 
mussenhagel - kriel (Z.N.)
mussenjager in een boomgaard - keerder
mussenverschrikker   vogelverschrikker
mustang   cimarrone, prairiepaard
mustant - comaronn
mustie - kleurling
mutabel   onbestendig, veranderlijk
mutabiliteit   onbestendigheid, veranderlijkheid
mutatie   verandering, variatie, verwisseling, wisseling, wijziging
mutatis mutandis - m.m.
muteren - veranderen, wijzigen
mutilatie   verminking
muts   alpino, bonnet, fez, kalot, kaproen, langet, pet
musterd - takkenbos
mutsje - alpino, bonnet, fez, kalot
mutslintje - kokarde
muts met klep - klak, pet
mutsplooi - neep
muts voor vrouwen   kaper 
mutsekant   langet
mutsstrikje   kokarde
mutualiteit   wederkerigheid 
mutueel   wederzijds
muur - binnenmuur, buitenmuur, gevel, metselwerk, wand
muur (pl.k.) - stellaria
muur in Jeruzalem   klaagmuur 
muur tot borsthoogte opgetrokken   borstwering
muur van schietgaten voorzien -  creneleren
muurachtigen - caryphyllaceeën
muurachtige plant   anjelier, bolderik, koekoeksbloem, pinksterbloem, silene 
muurbedekking - behang, hout, kurk
muurbekleding - behang, beschot, lambrizering, tapisserie
muurbekroning - tinne
muurbloem - vlier
muurbreker   stormram 
muurdam - muurvak (tussen 2 vensters), muurstijl,  penant
muurgedeelte dat uitgemetseld is    liseen
muurgrafplaat   epitaaf
muurhaak   anker
muurhagedis   gekko, tjitjak, toke
muurholte   nis
muur in Jeruzalem - klaagmuur
muurkalk   pleister
muurkant langs venster   negge 
muurkast in de kerk - armarium
muurkruid - glaskruid, muurvaren
muur langs water - wal
muurlijst - cordon, plint
muurloper - boomkruiper
muuropening - embrasure
muurpeper - vetkruid, zeekraal
muurpijler - ante
muurpilaster   ante 
muurplant - klimop, vuurdoorn, wingerd
muurpijler - ante, beer, kapiteel, pilaster, stut
muurrekje - etagere
muurschildering   fresco
muurstut - beer
muurstijl tussen twee vensters - penant, trumeau
muurvak   penent
muurvaren - asplenium
muurvarken - onwrikbaar, pissebed
muurvast - onwrikbaar
muurvlak tussen twee vensters   penant, trumeau
muurzout   salpeter
muurzwaluw   torenzwaluw
muze   Calliopen, Erato, Euterpe, Clio, Kalliope, Kleio,Melpomene, PoIyhymnia, terpsichore, Thalia, Urania,
zanggodin
muze van het blijspel   Thaleia (Thalia) 
muze van de dans   Terpsichore 
muze van de epische poëzie   Kalliope
muze van de geschiedenis   Kleio (Clio)
muze van de hymnen   Polyhymnia 
muze van de lyrische poëzie   Euterpe
muze van de lofzang   Polyhymnia 
muze van de reidansen - Terpsichore
muze van de sterrenkunde   Oerania  (Urania) ,
muze van het epos - Calliope, Clio
muze van het heldendicht   Calliope, Kalliope 
muze van het kluchtspel - Thalia
muze van het minnedicht   Erato 
muze van het treurspel   Melpomene
muzelman   Moor, mohammedaan, Turk, Islamiet, Moslim, saracee, saraseen 
Muzen - pegaside, Piëriden
muzenalmanak   jaarboekje 
muzenberg - Helicon, Parnassus, Pindus, zangberg
muzentempel - Museum, Odeon
muzenzoon   dichter, poëet, student 
muziek   klank, melodie, flinkheid, muz, toonkunst
muziekbandje - tape
muziek in driekwartsmaat   wals 
muziek in tweekwartsmaat   galop, gavotte
muziek met veel herhaling   rondo 
muziek op het goede ogenblik - a'tempo
muziek tussen twee bedrijven - entracte
muziek zonder grondtoon - atonaal
muziekaanbidder - melomaan,  muziekliefhebber
muziekacademie - conservatorium
muziekbeoefenaar   zie: musicus 
muziekblijspel - operette
muziekboek - notenboek 
muziekdoos   speeldoos
muziekdrama   opera 
muziekfeest   festival
muziekfiguur - kwartooi, sextooi, triool
muziekfilosofie - muziekesthetiek
muziekgek   melomaan 
muziekgeleerde   musicoloog
muziekgezelschap   band, combo, duo, ensemble, fanfare, harmonie, harmonieorkest, jazzband, kapel, koor, korps, kwartet, kwintet, liedertafel, octet, orkest, quintet, septet, sextet, stafmuziek(korps), strijkje, strijkorkest, trio, zangkoor, zangvereniging
muziekharmonie -  musette
muziekharmonika - musette
muziekhulde   aubade, serenade
muziek in driekwartsmaat - wals
muziekinstrument   
 3   bas, cel
 4   alus, biwa, drum, gadé gong, harp, hobo, kuan ,luit, pauk,
      trom, tuba
 5   aulos, banjo, benta, bongo, bugel, cello, citer, conga, crwth,
      fagot, fifre ,fluit, gaita, gamba, hoorn, ketuk, luang, orgel,
      piano, rebab, saron, slang, tibia, tromp, vedel, viola, zurna
 6   basson, bazuin, bekken, bonang, bratse, cister ,claves,
      cornet, doedel, dombra, fonola, gender, gitaar, goesli,
      kempul, kenong, ketjer, kornet, pauken, peking, piston,
      rhaita ,sinden, sirene, spinet, suling, syrinx, tamtam, tjaruk,
      trombo, zoerna
 7   althobo, bagpipe, bandola, baryton, bastuba, beiaard,
      bekkens, celesta, cembala, chrotta, cimbaal, clarino,
      clavier, cymbaal, gallega, gambang, gamelan, gendang,
      guitaar, kendang, klaroen, klavier, mandola, marimba,
      musette, ocarine, ocarino, phonola, pionino, pianola,
      pibcorn, piccolo, piffera, psalter, renteng, ruispijp, serpent,             simbaal, soeling, tromme,l trompet, ukelele, vleugel
 8   aërofoon, althoorn, altviool, bandoera, bashoorn, basviool,
      blaaspijp, bombarde, cabrette, carillon, clarinet, crotalen,
      gamelang ,gerongan, harpIier, harpluit, hautbois,horlepijp,
      ketipung, ketjiter, klarinet, klendang, klontong, mirliton,                 occarino, panfluit, saxhoorn, saxofoon, schalmei, serafine,              slempret, tarompet, timpanon, tongtong, tontarde, triangel,            trombone, windharp, xylofoon 
9   accordoon, angkloeng, balalaika, baroxyton, blokfluit,
      bombardon,  castagnet, contrabas, cornemuse, doedelzak,
      draailier, eolusharp, flageolet, gemshoorn, hakkebord, 
      harmonica, harmonium ,hitsjirki, keteltrom, knievedel, 
      klephoorn, krontjong, mandoline, mondorgel, monochord    
      pansfluit, pentafoon, pierement, rinkelbel, rommelpot,                    saxophoon, sousafoon, speeldoos, tamboerijn, tenortuba,               tjlempung, veldfluit, vibrafoon, violoncel, waldhoorn
10  alpenhoorn, choroemala, clavichord, concertina, draaiorgel,
      dwarsfluit, grammofoon, harpcither, heckelfoon,                            jachthoorn,pianoforte, psalterium, tjelempang, waterrorgel
11  bassethoorn, clavecimbel, klokkenspel
12  clavichordum, clavicymbaal, sarrusophoon
13  schuiftrompet
muziekinstrument   zie muziekinstrumenten
muziekinstrument (Ind.)   angkloen, gamelan gender, krontjong, rebab, soeling
muziekinstrument tevens meubel   clavecimbel, clavecin, harmonium, .klavier, orgel, piano, vleugel
muziekinstrumentenkunde - organologie
muziekkennis - contrapunt, dynamiek, esthetiek, muziekfysiologie, geluidsleer, harmonieleer, instrumentatie, instrumentenkunde, interpretatie, melodieleer, musicologie, muziekpedagogie, muziekpsychologie, muziekschrift, muzieksociologie, partituurkennis,
solfège, toonkunst, vormleer,
muziekkomedie   musical, operette
muziekkorps - band, kapel
muziekleer   musicologie, toonkunst
muziekleraar van David - Asaf
muziekliefde - melomanie
muziek maken - musiceren, spelen
muziekmaker - muzikant
muziekmachine   juke box
muziekminnaar - melomaan, muziekliefhebber
muzieknoot   as, bes, ces, cis, des,  dis, es, fis, ges, do, re, mi, fa, sol, la, si, gis, aïs, fes, bis, ut
muziekoefening - étude
muziekoefening door de klankladder te zingen - solfège, solmisatie
muziekonderwijzer van koning David - Asaf
muzekopleiding   conservatorium, muzieklyceum, muziekschool
muziekpapier - notenpapier
muziekplaatje - single
muziekschool - muzieknotatie, notenbalk, notenschrift, partituur
muziekschrijfkunst - melodiek
muziekschrijfmachine - nototype
muziekschrijver - componist
muzieksleutel - toonsleutel
muziekstijl uit Noord-Amerika - jazz
muziekstuk   aria, ballade, barcarolle, berceuse, bolero, cantate, canto, concert, compositie, duet, duo, elegie, ensemble, étude, fanfare, fantasie, fuga, gavotte, humoreske, impromptu, kwartet, kwintet, largo, mars, mazurka, madrigaal, menuet, motet, nocturne, nonet, octet, opera, operette, opus, oratorium, ouverture, partituur, pastorale, polka, potpourri, prelude, preludium, polonaise, rapsodie, reverie, rhapsodie, romance, rondino, rondo, sarabande, septet, serenade, sextet, sonate, sonatine, suite, symfonie, tarantella, terzet, toccata, treurmars, trio, valse, wals
muziekstuk in danstempo   bolero, gavotte, mazurka, polka, polonaise, sarabande, tarantella, valse, wals
muziekstuk in dat tempo - adagio
muziekstuk nogal dromerig - reverie
muziekstuk van episch-lyrisch karakter - ballade
muziekstuk van Ravel – Bolero
 
muziekstuk voor acht verschillende partijen - octet, ottetto
muziekstuk voor orkest   concert(o), ouverture, suite, symfonie
muziekstuk voor plano   étude, sonate, gavotte, mazurka, nocturne, polka, polonaise, romance, sarabande, sonatine, valse, wals, tarantella
muziekstuk voor acht instrumenten   octet, ottetto
muziekstuk voor drie instrumenten   trio
muziekstuk voor drie stemmen - terzet, tricinium
muziekstuk voor één (of meer) instrumenten - sonate
muziekstuk voor piano - etude, gavotte, mazurka, nocturne, polka, polonaise, romance, sarabande, sonate, sonatine, tarantella,
muziekstuk voor solo en orkest - concerto, ouverture, suite, wals, symfonie
muziekstuk voor toetsinstrumenten - toccata
muziekstuk voor twee instrumenten   duo
muziekstuk voor twee stemmen   duet
muziekstuk voor vier instrumenten   kwartet.
muziekstuk voor vijf instrumenten    kwintet
muziekstuk voor zes instrumenten    sextet
muziekstuk voor zeven instrumenten   septet
muziekteken   fermate, kruis, mol, noot, rust, sela, sleutel segno muziekteken in de psalmen   sela(h) 
muziekteken – accent, ais, balk, fermate, kruis, mol, noot, noten, pauze, rust,  segno, sela, sleutel
muziektempel   odeon
muziektempo   adagio, agitato, allegro, allegretto, andante, impetuoso,  largo, legato, lento, moderato, impetuoso, presto, rallentando, ritenuto
muziektent - kiosk (open)
muziekterm - ais, agiel, agitato, allegro, animato, animoso, arpeggio, atonaal, forto, lusingando, naslag, olente, partimento, pesante, retenuto, tenuto, toontrap, trio
muziekuitvoering - aubade, auditie, buitenconcert, concert, harmonieconcert, kerkconcert, pianoconcert, recital, serenade, strijkconcert, vioolconcert, volksconcert
muziekuitvoering door een solist - recital
muziekuitvoering in huis   kamermuziek, grammofoonplatenconcert
muziekuitvoering voor genodigden - auditie
muziek voor Hongaarsedans – galop
muziekvorstelling – opera, operette, uitvoering
muziekvorm, instrumentale - canon, canzona, capriccio, chaconne, concert, divertimento, fantasia, fantasie, fuga, invention, ouverture, passacaglia, preludium, ricercare, suite, symponie, toccata
muziekvorm, vocale - aria, cacia, chanson, koraal, lied, madrigaal, mis, motet(us), opera, oratorium, passie, recitatief
muziekvriend - melomaan
muziekwerk   opus 
muziekwetenschap   musicologie
muziekwoede   melomanie 
muziekzetting   arrangement, bewerking
muzikaal allegaartje - medley, potpourri
muzikaal drama   opera, oratorium
muzikaal droevig - triste
muzikaal episch dramatisch werk - oratorium
muzikaal gemarkeerd - marcato
muzikaal genie - virtuoos, wonderkind
muzikaal gezelschap - mannenkoor, strijkorkest
muzikaal half sterk - mf
muzikaal ingehouden - retenuto
muzikaal kort stotend met tussenpozen - staccato
muzikaal langzaam en statig - largo
muzikaal langzamer - retenuto
muzikaal lapwerk - pastiche
muzikaal levendig - animato
muzikaal liefelijk - amoroso
muzikaal luid - forto, sterk
muzikaal onderricht - vioolles
muzikaal plechtig - grave
muzikaal stemgeluid - zingen
muzikaal sterker wordend - sforzando
muzikaal streng in de maat - rigoroso
muzikaal stuk - mars, rapsodie, sonate
muzikaal stuk van episch karakter - ballade
muzikaal stuk van zeven stemmen - septet
muzikaal stuk voor acht partijen - octet, oktet
muzikaal toenemend - cresendo
muzikaal toneelstuk   musical, opera, operette, zangspel 
muzikaal treurspel - opera
muzikaal trillend - vibrato
muzikaal versieringsfiguur - mordent
muzikaal vlug en beweeglijk - agiel, agile
muzikaal vrolijk - allegro
muzikaal vurig - ardente
muzikaal weemoedig - dolendo, olente
muzikaal werkstuk - opus
muzikaal wonderkind   Mozart 
muzikaal zeer zacht - pp
muzikale aanduiding - 
4 coda, solo
 5     dolce, forte, grave, largo,  molto, piano
 6     adagio, ancora, celere, legato, presto, tenuto, triste, vivace
 7     agitato, allegro, amoroso, andante, cantato, dolendo,                     fermato, fioroto, fun�bre, furioso, mestoso, narcato,                    sordino, tremolo
 8     arpeggio, gracioso, moderato, portanto, risoluto, sforzato,
        staccato, tartando, vigoroso
 9     cantabile, capnoroso, crescendo, glissando, impetuoso,                 lamentoso, larghetto, maestuoso, perricato, recitando,
        religioso, sostenuto
10    diminuendo, espressivo, fortissimo, scherzando,
        sospirando, spirituoso
11    decelerando, decrescendo, rallentando
12    appassionato, precipitando
muzikale bevinding - tremolo, tremulant, triller
muzikale compositie   
 4   aria, duet, fuga, mars, wals
 5   étude, motet, polka, rondo, suite
 6   bolero, elegie, marche, menuet, sonate
 7   cantate, gavotte, mazurka, prélude, romance
 8   cavatine, nocturne, potpouri, rapsodie, serenade, sonatine,
      symphonie
 9   barcarole, madrigaal, overture, pastorale, polonaise,                      potpourri, rhapsodie, sarabande,  symphonie
10  tarantella
muzikale figuur   kwartool, quintool, sextool, triool 
muzikale hand   klavier 
muzikale hoofdgedachte   thema
muzikale hulde   aubade, serenade 
muzikale interpunctie - frasering
muzikale leer van het juiste stemgebruik - fonet
muzikale opslag - arsis
muzikale toonafstand    kwart, kwint,  none, octaaf, secunde, terts, septime,, sext 
muzikale toonroller - roulade
muzikale trilling - tremolo
muzikale versiering - agrement
muzikale volzin - periode
muzikale zin - frase
muzikant   zie: musicus 
muzikant - zie: musicus
muzikant in herberg - speelman
muzikant (Arab.) - nouba
muzisch - kunstgevoelig
muzische kunst - danskunst, dichtkunst, toonkunst
mijden - schuwen, ontlopen, ontwijken
mijlpaal - m.p., mijlsteen, mijlteken
mijmeraar - maler, peinzer, sufferd
mijmeren - dromen, peinzen
mijmerend - dromerig, nadenkend, peinzend, pensief
mijmerij - droom, dromerij, rêverie  
mijmering - dromerij,  droom, gesoes,  gesuf, maling, mijmerij,
reverie, rêverie
mijn rekening -  m.c. (mio conto)
mijn tegen andere gelegd om deze te laten springen - tegenmijn
mijnbouwambtenaar - boormachinist, kolenputter, mijngraver, mijningenieur, mijnwerker, schietmeester
mijnbouwkundige - prospector
mijngas - gifgas, grauwvuur, grisou, metaan
mijnlamp - daviaan, veiligheidslamp
mijnpet - schachthoed
mijnprodukt   erts, kool, steenkool 
mijnput   schacht
mijnschacht, vertikale - mijningang, mijnput, opbraak, put,
mijnwagentje - hond, lorrie
mijnwerker   koempel, kolenputter, kompel, mineur, mijnarbeider, rover, schansgraver, troglodiet
mijnwerkerskwaal   nystagme 
mijnwerkerslamp   daviaan
mijnwerkersziekte - silicose
mijnwerktuigkunde - metallurgie
mijnwerper - loopgraafmortier
mijnwormziekte - ancylostomiasis
mijnziekte - kooloxydevergiftiging
mijt - hooiberg, hoop, opper, rook, schelf, stapel, tas, teek
mijt, schadelijke - spint, teek
mijten - acarina
mijtenkunde - acarologie
mijter - mitra, punthoed 
mijterdrager    bisschop
mijterslak   bisschopsmuts 
mijterstad   bisschopsstad
mij best - akkoord, goed, oke
mijden – ontlopen, ontwijken, ontzien, schuwen, sparen 
mijlpaal   m.p.
mijmeraar - peinzer, sufferd
mijmeren   dromen, dubben, peinzen, piekeren, soezen, suffen
mijmerij   dromerij, droom, gepeins, rêverie 
mijmerend - dromerig, peinzend, pensief
mijn - markt, veilinghal
mijnen - ondergraven, ontgraven
mijnen, opbrengst der - steenkool
mijn rekening   m.c. (mio conto) 
mijngang   galerij
mijngas   grison, grauwvuur, methaan 
mijngraver   mineur
mijnheer   heer, meneer, mh, mister, monsieur, señor, sinjeur, signor, sir, toean
mijningang   schacht
mijnlamp  daviaan
migreren - trekken, verhuizen 
mihrab - bidnis
mijnprodukt   erts, kool, steenkool 
mijnput   schacht
mijnschacht, vertikale - opbraak
mijnwerker   kompel, mineur, schansgraver
mijnwerkerskwaal   nystagme 
mijnwerkerslamp   daviaan
mijnwerper - loopgraafmortier
mijnwormziekte - ancylostomiasis
mijnziekte - kooloxydevergiftiging
mijt – hooiberg, hoop, opper, rook, schelf, stapel, tas, teek
mijt, schadelijke - spint, teek
mijten - acarina
mijtenkunde - acarologie
mijter – mitra, punthoed 
mijterdrager    bisschop
mijterslak   bisschopsmuts 
mijterstad   bisschopsstad
myalgie   spierpijn
myastenie.(myasthenie)   spierzwakte
mycelium   zwamvlok
mycovieten - fungie
myoop - kippig
myopie   bijziendheid, kortzichtigheid
myria   tienduizendvoud
myriade   tienduizendtal
mysterie   enigma, raadsel, verborgenheid
mysterieus - duister
mystiek - geheim(zinnig), verborgen
mystiek wijsgerig stelsel op pantheïstische grond - teosofie
mythe   fabel, godenverhaal, kletspraat, legende, sage
mythisch   zie:mythologisch
mythisch wezen - sfinx
mythische berg - meru
mythische vogel   feniks, phoenix 
mythologie   fabelwereld, godenleer, mythenleer 
mythologisch bewaker met 100 ogen   Argus
mythologisch booswicht - Ixiom
mythologisch centaur - Nessus
mythologisch dier - Cerberus, draak, eenhoorn, Hydra, Pegasus, phoenix 
mythologisch dier met veel koppen   Hydra 
mythologisch gedrocht - minotaurus
mythologisch herder - Endymion
mythologisch land   Atlantis 
mythologisch mannelijk watergeest - mixe
mythologisch monster   Charybdis, Hydra, minotaurus, weerwolf
mythologisch paard   Pegasus, Sleipnir 
mythologisch schip   Argo 
mythologisch wezen - alf, centauer, draak, eenhoorn, elf, engel, fee, griffioen, halfgod, heros, meermin, muze, nimf, reus, trol, zeemeermin
mythologische figuur - 
Adonis, Aegir, Ajax, Amor, Apollo, Ares, Argo, Argos, Argus, Athene, Atlas, Baäl, Balder, Braga, Bragi, Ceres, Chloë, Creon, Circe, Diana, Dido, Donar, Eolus, Erato, Eros Faun, Gaia, Hades, Hecate, Helios, Hebe, Hera, Hel, Hermes, Heros, Hymen, Icarus, Ida, Iduna, Iris, Juno, Lason, Leda, Lethe, Leus, lo, Loki, Luna, Magog, Mars, Medea, Meros, Midas, Minos, Mneme Moira, Muze, Nimf, Niobe, Njord, Odin, Oedipus, Orion, Pan, Paris, Pluto, Ra, Segno, Thaïs, Thebe, Thor, Titan, Undine, Venus, Zeus
mythologische held - Hercules, Theseus
mythologische hellehond   Cerberus 
mythologische koning   Tantalus 
mythologische koning van Elis (Gr.) - Augias
mythologische koning van Frygle   Midas
mythologische koningin   Semiramis 
mythologische onderwereld   Tartarus, Hades
mythologische oppergod - Odin
mythologische oude veerman - Choran
mythologische plaats der Goden   Olympus
mythologische priesteres - Pythia
mythologische reus   Argus, Atlas, cycloop,  gigant, Polymphemus, Titan
mythologische ring   Draupnir 
mythologische rivier - Acheron, Cocytus, Hermus, Pactolus, Styx
mythologische rotsen - Symplegaden
mythologische rover - Procrustes, Sinis
mythologische satyr - silenus
mythologische slang - Hydra
mythologische speer   Gungnir 
mythologische stad - Troje
mythologische stichter van Rome - Remus
mythologische strijdwolf - Fenris
mythologische stroom - Lethe
mythologische toegang tot de onderwereld - avernus
mythologische tovenaar - Medea
mythologische tovenares   Medea 
mythologische veerman - Charon
mythologische vlieger - Daedalus (de vader), Icarus (de zoon)
mythologische vogel   Feniks, griffioen, phoenix, Rok, stymphalide 
mythologische vrouw   Pandora 
mythologische vrouwelijke nikker - nixe
mythologische vuurgod - Loki
mythologische wachter met 100 ogen - Argus
mythologische wolf   weerwolf
mythologische zanger - Orpheus