Aquo-lex Waterwoordenboek

From Beijerterm
Revision as of 17:58, 28 October 2023 by M.Beijer (talk | contribs) (1 revision imported)
Info @ https://migratie.dcat-ap-donl.nl/dataset/aquo-objectencatalogus 
Can be searched @: https://www.aquolex.nl/html5/ 
This data extracted from PDF from: https://www.samsamwater.com/library/rap_aquo-lex_v10_20100715.pdf (retrieved on 2019-10-11)
Begrip Afkorting Synoniem Definitie
schijngrondwaterspiegel zwevende grondwaterspiegel | tijdelijk freatisch oppervlak | bovenste freatisch oppervlak | schijn- waterspiegel grondwaterspiegel van een grondwaterlichaam gelegen op een slecht doorlatende laag, waaronder weer een onverzadigde zone voorkomt.
zwel zwelling het groter worden van volume (door het opnemen van water)
black smoker zwarte roker onderzeese warme bron waar kokend heet, mineraalrijk water onder grote druk uit de bodem opborrelt.
zwaaiplaats Zwaaikom een plaats waar de vaarweg is verbreed met als doel de schepen de gelegenheid te geven te keren
aëroob Zuurstofrijk met vrije zuurstofmoleculen.
anaëroob Zuurstofloos zonder vrije zuurstofmoleculen
gezuiverd afvalwater zuiveren afvalwater het reduceren van de mate van vervuiling in afvalwater en het tot stand brengen en in stand houden van de daarvoor benodigde voorzieningen.
areometer Zoutweger instrument waarmee onder andere het zoutgehalte van het water of het zuurgehalte van de accu's gemeten kan worden.
saline zoutmijn plaats waar zout gewonnen wordt
zoutindringing zoutintrusie het binnendringen van zeewater in een waterloop of in de grond
zomerdijk zomerkade dijk die alleen het lage water tijdens de zomer kan keren.
zoet-zout grensvlak zoet-zout overgang denkbeeldig vlak gelegen in de meestal betrekkelijk smalle (maar geen scherpe) overgangszone tussen het zoete en het zoute grondwater.
kern ziel het binnenste van een touwwerk van vier of meer strengen, dat de lijn veerkrachtiger en sterker maakt.
leptospirose Ziekte van Well een bacteriële ziekte die zowel bij mensen als dieren voorkomt en veroorzaakt wordt door Leptospira
zendbereik zendcapaciteit de capaciteit van een zender om ontvangers op afstand te kunnen bereiken.
zeilboot zeilschip een pleziervaartuig dat ontworpen en uitgerust is om door middel van windkracht te worden voortbewogen
reepnet zegen | ankernet staand haringnet.
zegelkast zegelkamer ruimte aan boord met alle artikelen die ten lande vallen onder de bepalingen inzake de douane en de acciinzen, de wapenwet en de narcoticawet.
kelp Zeewier | fam. der Laminariales verzamelnaam voor algensoort met grote bladeren, die in de koudere kustgebieden op rotsen groeit.
zout water zeewater water met een chloridengehalte hoger dan 10.000 mg/l.
zeevast zetten zeevasten voor men het zeegat uit gaat alles wat kan vallen of verschuiven vastzetten of vastsjorren.
nautiek Zeevaartkunde | maritiem de kennis van al wat tot de zeevaart behoort.
getijhoogwaterstijging Zeespiegelstijging | zeespiegelrijzing de stijging van de gemiddelde zeestand ten opzichte van NAP.
hoogwaterstijging Zeespiegelstijging de relatieve stijging van de gemiddelde hoogwaterstand (inclusief de NAP-daling).
zegen zeegnet lap netwerk van zeer grote lengte en naar verhouding geringe hoogte, waarmee men de vis achtervolgt.
windgolven Zeegang golven, ontstaan door de wrijving van de lucht over het water.
filter zeef poreus voorwerp of voorwerp met gaatjes dat gassen of vloeistoffen doorlaat en tegelijk zuivert
drijfanker zeeanker een van zeildoek vervaardigde conische of trechtervormige zak.
suppletie zandsuppletie aanvulling van de kustverdedigingstrook met zand om kustachteruitgang te compenseren
mediaan zandfractie M50 | M50-2000 Zandmediaan het getal dat die korrelgrootte aangeeft waarboven en waar beneden de helft van de massa van de zandfractie ligt.
zandfractie zandgehalte | grove fractie massapercentage aan korrels liggende tussen 0.063 en 2 mm
bank zandbank | ondiepte ondiepte ontstaan door sedimentatie of erosie van de omgeving.
zinklaag zaklaag vorm van bodemverontreiniging waarbij de verontreinigende stof (meestal organische verbindingen) een dichtheid groter dan die van het water bezit en tevens als puur product op scheidende bodemlagen aangetroffen kan worden (o.a. creosoot of vluchtige organochloorverbindingen).
zetting zakking bodemdaling als gevolg van inklinking, krimp en door het aanbrengen van een bovenbelasting.
zetting zakking bodemdaling uitsluitend door het aanbrengen van een bovenbelasting.
markeerboei wrakboei boei waarmee bijvoorbeeld de ligging van een wrak wordt aangegeven.
drift wraak de (doorgaans geschatte) hoek tussen de richting waarin een schip zich beweegt en de kiellijn, uitgedrukt in graden.
woonschip woonboot een drijvende inrichting of vaartuig bestemd en/of in gebruik om op te wonen.
toevallige fout witte ruis | punt ruis | fluctuaties | random fout een fout waarvan de waarde statistisch onafhankelijk is van voorgaande of latere waarden.
white smoker witte roker soort van geisers op de oceaanbodem
dik water wit water | doorgeslagen water met door de golfbeweging losgewoeld slib vermengd water
surfen Windsurfen plankzeilen.
beaufortschaal WINDKT windkracht schaal voor het meten van windsterktes van windkracht 0 tot 12
waterslaginstallatie windketel | uit- stroomtoren | druktoren | water- slagdemper | waterslagvoorzie- ning toestel ter voorkoming van drukgolven in vloei- stofleidingen
kaapstander windas wiel op een verticale as met een ketting eraan
cerviduct wildviaduct viaduct ten behoeve van grote dieren (met name herten), zodat zij zonder risico gebiedsdoorsnij- dende wegen kunnen oversteken.
terp wierde heuvel aangelegd tot wijkplaats bij overstroming, vaak permanent bewoond.
draaikolk wieling | kolk | wervel | neer wervel van een zekere grootte, die zich aan het wateroppervlak vertoont.
kolk Wiel | Waai ontgrondingkuil direct achter of voor een dijk die is ontstaan bij een oude dijkdoorbraak waar nu vaak de dijk in een kronkel omheen ligt. Het is dan een klein meertje geworden.
verdamping (grootheid) werkelijke verdamping | werkelijke evapotranspiratie de hoeveelheid vloeistof die overgaat naar de gasvormige fase.
neerslagtekort werkelijk neerslagtekort het verschil tussen de verdamping en de netto neerslag
scheepswerf werk | jachtwerf terrein van scheepsbouwer of -reparateur, waarop dokken, hellingen, kantoren enzovoort.
bron wel grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt
wegdeel wegsegment kleinste functioneel onafhankelijk stukje weg met gelijkblijvende, homogene eigenschappen en relaties voor wegverkeer en vliegverkeer te land.
hydraulische weerstand c weerstand tegen verticale stroming | c-waarde weerstand die een bepaalde laag biedt tegen (meestal verticale) grondwaterstroming.
radiale weerstand weerstand tegen radiale stroming | convergentie weerstand het verschil tussen de weerstand die per strekkende meter leiding wordt ondervonden door de werkelijke grondwaterstroming naar een relatief ondiepe leiding (waterloop) en de weerstand bij een even grote grondwaterstroming naar een open leiding met denkbeeldige verticale taluds en tot op de ondoorlatende basis, eveneens per strekkende meter leiding.
aquifer watervoerend pakket een geologische formatie waarbinnen de relatief (ten opzichte van de omgeving) hoge doorla- tendheid aanzienlijk transport van grondwater mogelijk maakt.
hydrologisch systeem watersysteem | waterhuishoudkun- dig systeem een geografisch te onderscheiden, coherente, functionele eenheid van subsystemen van oppervlaktewater, bodemwater en grondwater, waterbodems, kusten en technische infrastructuur voor water, inclusief de biotische gemeenschappen en alle geassocieerde natuurlijke en kunstmatige fysische, chemische en biologische karakteristieken en processen.
veiligheidsnorm Waterstandnorm de eis waaraan een primaire waterkering moet voldoen, aangegeven als de gemiddelde overschrijdingskans - per jaar - van de hoogste hoogwaterstand waarop de tot directe kering van het buitenwater bestemde primaire waterkering moet zijn berekend, mede gelet op overige het waterkerend vermogen bepalende factoren.
peil h | WATHTE waterstand | waterhoogte | waterniveau | waterpeil kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
verhang s waterspiegelver- hang het quotiënt van het verval tussen twee punten en hun afstand.
wetland waterrijk gebied | moeras gebieden die ondergelopen of verzadigd zijn van oppervlakte of grondwater met een frequentie en duur die lang genoeg is om vegetatie die typisch is aangepast voor het leven in verzadigde bodemomstandigheden, mogelijk te maken en ook deze normaliter ook ondersteund.
ecologisch waardevolle wateren waterparel kleine wateren die buiten de minimale omvang van een oppervlaktewaterlichaam vallen en vanwege ecologische waarden toch opgenomen (zouden moeten) worden als waterlichaam.
opzet wateropzet positieve verschil tussen de optredende hoog- c.q. laagwaterstand en die volgens het berekende astronomische getij.
waterspiegel waterlijn | wateroppervlak benaming voor de oppervlakte van water
oppervlaktewaterli- chaam OWL waterlichaam een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater
keurzone Waterkeringzone | Beheersgebied | keurgebied | waterstaatkundige zonering een zone gelegen langs/op een oppervlaktewa- ter/ waterkering met een juridische status die uit de keur voortvloeit
watergehalteprofiel watergehalteverde- ling | vochtgehalteprofiel | vochtgehaltever- deling het verloop van het watergehalte met de diepte onder het grondoppervlak.
waterloop watergang | tocht | wetering | vaart | sloot | gracht | leiding | open leiding | gang | wijk | priel | geul | lijnvormige wateren een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat.
doorlatendheid waterdoorlatend- heid verhouding tussen specifiek debiet en verhang.
baggertraject waterbodem het gedeelte in het oppervlaktewater waar de bodem wordt uitgediept, of waar het profiel ervan wordt hersteld
bergingsvoorzieningen voor water waterberging | berging voorzieningen voor de tijdelijke berging van polder- of boezemwater waar het hoogheemraadschap de functie waterberging aan heeft toegekend.
bergbassin waterbassin reservoir dat water opslaat voor nuttig gebruik.
warmtewisselaar warmteuitwisselaar toestel voor de overdracht van warmte-energie
hydrothermale bron warmtebron een spleet in het aardoppervlak waaruit geothermisch (vanuit de aarde) verwarmd zwavelrijk water mondt.
kril walvisaas | Eup- hausiide | krill planktonkreeftjes (orde der Euphausiaceae), die vooral in Antarctische wateren voorkomen.
buitendijk wakerdijk | waker dijk die nog als waterkering dienst doet.
wachtschip waker doorgaans een afgekeurd oorlogsschip dat bij een haven, riviermonding of zeegang de wacht houdt.
zeepier wadpier | Arenicola marina een borstelworm die in gangen voorkomt op stranden, slikken en in ondiepe kustgebieden en zijn aanwezigheid verraadt door de typische 'tandpastahoopjes'
wacht-/ligplaats Wachtplaats | ligplaats wachtplaats of ligplaats voor duwvaart en/of andere beroepsvaart met of zonder kegels en/of recreatievaart
vluchthaven wachthaven haven in gebruik als ligplaats bij slechte weersomstandigheden of bij calamiteiten.
circular error probable CEP waarschijnlijke cirkelvormige fout de straal van een cirkel, gecentreerd op de gemeten positie, waarbinnen de werkelijke positie met 50% betrouwbaarheid ligt.
waarnemingssoort- nummer waarnemingssoort een combinatie van parameter, eenheid, hoedanigheid, compartiment, orgaan en taxon.
peilbuis waarnemingsbuis | stijghoogtebuis algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter voorzien van een filter, waarin de grondwaterstand c.q. stijg- hoogte kan worden gemeten.
woz-object Waardering Onroerende Zaken object volgens de bepalingen in de Wet WOZ wordt de afbakening van een onroerende zaak (verder aangeduid als WOZ object) bepaald door het feit dat voor het WOZ object 1 eigenaar en 1 gebruiker aangewezen kunnen worden
verticaalreeks waardereeks verticaal een reeks uitkomsten van een meting of toetsing van een grootheid en/of parameter variërend in hoogte en/of diepte
tijdreeks waardereeks tijd reeks van uitkomsten van een meting of toetsing van een grootheid en/of parameter variërend in tijd
plaats-tijd reeks waardereeks plaats-tijd een reeks uitkomsten van een meting of toetsing van een grootheid en/of parameter variërend in zowel geo-object als in tijd
plaatsreeks waardereeks plaats een reeks uitkomsten van een meting of toetsing van een grootheid en/of parameter variërend in geo-object.
klassenindeling Waardeklasse- indeling indeling in klassen van de mogelijke waarden van een parameter
bewerkingsmethode waardebewerking- methode aanduiding van de manier waarop een reeks meetwaarden (rekenkundig) bewerkt zijn.
waadbroek waadpak waterdichte broek met rubberlaarzen en een borststuk
lichtschip Vuurschip soort drijvende vuurtoren.
rioolwater Vuilwater afvalwater dat met een rioolstelsel is verzameld
uitwatering vrijboord de kleinste afstand van het uitwateringsdek tot de waterlijn waartoe een schip mag worden geladen.
luchtdroger vriesdroger toestel voor het drogen van lucht
boeg Voorschip het voorste deel van de romp, ongeveer 1/3 a 1/4 van de lengte.
onderwateroeversup- pletie Vooroeversuppletie zandtoevoeging op de onderwateroever.
buiten delta voordelta bankenstelsel in zee aansluitend op een rivier of zeearm.
telemetrie vonkbeheerssys- teem bedrijfsvoering op afstand
brug vonder | vlonder civielkundige constructie die doorgang verschaft voor voetgangers, dieren, voertuigen en diensten boven obstakels of tussen twee punten op een hoogte boven de grond
adult volwassen dier volwassen of geslachtsrijp dier
volume stroomdichtheid volumefluxdicht- heid | volume fluxdichtheid | fluxdichtheid het differentiaalquotiënt van de volumestroom naar het oppervlak, soms aangeduid als volumestroom per eenheid van oppervlak.
volumestroom Q I qv volumeflux | flux | volume debiet het volume water dat per tijdseenheid door een gedefinieerde doorsnede stroomt.
vollopen volstromen vol worden door en met wat binnenstroomt
capillaire zoom vol-capillairezone het gedeelte van de verzadigde zone dat direct gelegen is boven de grondwaterspiegel.
ingegoten steenzetting vol en zat gepenetreerde steenzettingen steenzetting waarbij tussen de toplaagelementen van boven af tot meer dan de helft van de top- laagdikte beton of asfalt is aangebracht
cycloïdeschroef Voith-
voelbare warmte- stroomdichtheid H voelbare warmte(- flux) de energie per eenheid van tijd en eenheid van oppervlakte, die in de vorm van verwarming van lucht aan de atmosfeer wordt afgegeven.
atroof voedselarm arm aan minerale voedingsstoffen
nutriënten Voedingsstoffen vHiermee worden met name mineralen aangeduid, die essentieel zijn voor de groei van planten.
potentiaal van het water vochtpotentiaal de arbeid nodig om een hoeveelheid water vanuit een referentie-toestand over te brengen naar de beschouwde toestand.
waterhoudend vermo- qen SFC vochthoudend vermoqen de hoeveelheid water, die per eenheid horizontaal oppervlak bij veldcapaciteit in de bewortelbare zone aanwezig is.
watergehalte (natuurlijk) vochtgehalte watergehalte van het monster in situ op het moment van steken
waterdrukprofiel vochtdrukprofiel het verloop van de waterdruk met de diepte onder het grondoppervlak.
overnachtinghaven vluchthaven | wachthaven een haven waar uitsluitend overnacht kan worden door de beroepsvaart.
flocculatie vlokvorming het proces waarbij klei en colloïde deeltjes samenpakken in kleine groepen of massa's genaamd vlokken.
vloed vloedstroom stroom in de richting die overheerst bij stijgend water.
vloedschaar vloedgeul een getijgeul, die voornamelijk openligt voor de vloedstroom en die aan het landwaartse einde een drempel heeft.
vliet vlieter plaatselijke sterke stroming, geul waarin het water snel stroomt
zeebrief vlaggenbrief nationaliteitsbewijs van een zeegaand schip.
visstoep vissteiger kade of steiger bestemd voor sportvissers
visafslag vismijn | afslag de plaats waar de vis wordt verkocht bij afslag
meetlichaam vis een meetlichaam is een object waarop een of meerdere sensoren gemonteerd zijn.
vetsmeerapparaat vetsmeerpomp | vetpot apparaat om vloeibaar vet onder druk in machinedelen te spuiten
drijflaaqafvoerput vetput put in een voor- of nabezinktank waarin het geruimde drijvende materiaal wordt verzameld
bergingsvermogen verzadigingstekort het volume water dat nodig is om een deel van de grond, met gegeven afmetingen en met gegeven initiële berging, in de verzadigde toestand te brengen.
reinigingsrendement verwijderinqsren- dement percentage van een verontreinigende stof dat verwijderd is
kruiszee verwarde Zee korte, hoge golftoppen in een overigens betrekkelijk kalme zee, ontstaan door het schuin door elkaar lopen van verschillende golfpatronen.
vervuiling vervuiler (Ongewenste) substantie of activiteiten in een systeem of compartiment ingebracht.
consolidatie versteviging het proces waarbij een geleidelijke toename van de korrelspanningen in de grond optreedt door een afname van de waterdruk.
primair slib versslib het met het influent aangevoerde slib
dispergeermiddel verspreidingsmid- del olieoplossende middelen
biodiversiteit verscheidenheid de variëteit aan flora en fauna in een ecosysteem.
reling verschansinq halfhoge opstaande lijst langs het boord.
verstoring verontrusting iets verbreken.
toxine vergif giftige stof.
reductievlak vergelijkingsvlak | verticaal datum | verticaal referen- tievlak het vlak van waaruit op de zeekaart alle waterdiepten en enkele hoogten zijn aangegeven.
stuwmeer vergaarkom | stuwbekken het meer bovenstrooms van een stuwdam.
verdeelwerk Verdeelstelsel civiel werk voor het verdelen van een afvalwaterstroom over diverse processen of procesonderdelen
verdampingssnelheid E verdampingsflux de massa water die per eenheid van oppervlak per tijdseenheid verdampt.
potentiële evapotrans- piratie verdamping (totale potentiele) maximale hoeveelheid water die kan verdampen in een bepaald klimaat vanuit een continue vege- tatiebedekking die de hele bodem bedekt en goed voorzien is van water.
actuele evapotranspi- ratie verdamping (totale
evaporatie verdamping “gebruik van deze term met als verklaring: ”“De som van de interceptieverdamping en de bo- demverdamping.”“ kan verwarring veroorzaken en is hierdoor af te raden.”
ecologische verbin- dingszone EVZ verbindingszone gebied of structuur die verbreiding, migratie en uitwisseling van organismen tussen verschillende soorten kerngebieden mogelijk maakt.
ongeslachtelijke voortplanting vegetatieve voortplanting aseksuele voortplanting waardoor de nakomelingen identiek aan de ouder zijn
detritus Veenafslag dood plantaardig materiaal
significant veelbetekenend | belangrijk statistisch verantwoord
vloedmerk Veek drijfvuil dat na hoge waterstanden op het buitenbeloop achterblijft
van veen grijper van veen happer | van Veen bodem- happer happer die met een kabel of touw wordt neergelaten tot op de bodem
deep scattering layer DSL valse bodem het is een in de waterkolom gelegen dunne horizontale zone van levende organismen in de oceaan.
equivalent eq val meeteenheid die aangeeft in welke mate een stof bindingen kan aangaan met andere stoffen.
knooppunt vakbegrenzing een virtuele aanduiding van een punt in een water dat de begrenzing vormt van een vak, een (vaar-)weg of een waterloop
vaarwegcategorie Vaarwegrang indeling van watersysteemdelen op grond van het gebruik door de beroepsscheepvaart.
oeverlijn vaarwegbegrenzing de scheidingslijn tussen water en land
vaarstrook vaarbreedte dat deel van de vaarweg dat op de waterspiegel vrijgehouden moet worden om veilig scheepvaartverkeer mogelijk te maken.
vadem vaam dieptemaat, 6 voet of 1.8288 meter.
ultrasoon ultrasono- re| ultrasonoor geluidsgolven met een frequentie hoger dan hoorbaar geluid.
spuisluis Uitwateringssluis een sluis die tot doel heeft een aansluitende vaarweg of haven op diepte te houden, door het opwekken van een plotselinge krachtige waterstroming.
modeluitvoer uitvoer alle berekende variabelen en daaruit afgeleide resultaten van een modelberekening.
uitmeting uit-survey | uitlo- ding een meting nadat het werk gereed is
erosie uitschuring het proces waarbij grond, gesteente en dergelijke verplaatst worden door c.q. wegspoelen onder invloed van wind, stromend water of bewegende ijsmassa's.
naijling Uitloopeffect het langzaam wegvloeien van de opgebouwde waterhoeveelheid in de dijk (berging) bij een situatie na hoogwater (waterspanningen blijven hierdoor lang hoog).
uitloging uitlogen de hoeveelheid van een stof in een bouwmateriaal of grondstof die oplosbaar is en in het milieu terecht kan komen
overloopleiding uitlaatleiding | noodoverlaatleiding | noodoverloop | overlaatleiding buis of stelsel van buizen aansluitend op de overloop
baggeren uitbaggeren het gehele proces van ontgraven, transport en storten van materiaal onder water met als doel het verdiepen of winnen van mineralen.
totaal zuurstof verbruik TOD TZV indicator voor de hoeveelheid vervuiling in water.
typering typeringwaarne- ming dynamisch kenmerk van een medium of (meet- )object dat wordt waargenomen of beoordeeld en dat is gedefinieerd in een methodiek of voorschrift
bivalven tweekleppigen | bivalvia weekdieren (mollusken) die steeds een schelp hebben die uit twee met een scharnier gelede kleppen bestaat
binnenwaterkering tweede waterkering | slaper(dijk) | indirecte waterkering een dijk om eventueel door of over de hoofdwaterkering binnendringend overstromingswater te keren.
oppervlaktewater tussenstroom het grondoppervlak in principe bedekt met water
troebelheid turbiditeit mate van ondoorzichtigheid van een op zichzelf heldere vloeistof veroorzaakt door de aanwezigheid van fijn verdeeld zwevend materiaal.
tsoenami tsunami | havengolf enorme golf, vaak meer dan 15 meter hoog, veroorzaakt door een aardbeving, zeebeving of vulkaanuitbarsting. In open water kan een tsoe- nami de vorm aannemen van verschillende golven achter elkaar, die zich met een snelheid van tientallen kilometers per uur (soms 800 kilometer per uur!) maar een amplitude van niet meer dan een meter voortbewegen, waardoor zij op de oceaan doorgaans niet worden opgemerkt door schepen. Langs de kust en in zee-engten neemt de tsoenami echter in snelheid af, om in hoogte toe te nemen. Zodoende ontstaan golven van tientallen meters hoog, die ver landinwaarts kunnen worden geworpen en daar enorme schade aanrichten. Een tsoenami kondigt zich soms aan door een plotseling terugtrekken van het water aan de kust.
stampen trim de scheefstand van een vaartuig ten opzichte van het waterpasvlak in langsrichting
trimmen tremmen een lading stuwen.
trawler treiler | trolder vaartuig dat met een trawl vist en waarop vaak ook verwerking van de vis plaatsvindt.
getransporteerd afvalwater transporteren afvalwater het transporteren van afvalwater en het daartoe tot stand brengen en in stand houden van de hiervoor benodigde voorzieningen.
wilde vaart Trampvaart ongeregelde vaart, waarbij allerlei vracht voor iedere opdrachtgever naar elke willekeurige haven wordt vervoerd.
laagspanningsruimte trafogebouw ruimte waar zich het afleverpunt van het elektriciteitsbedrijf bevindt
evapotranspiratie ET totale verdamping de totale verdamping van een begroeid oppervlak.
bochtigheidcoëfficiënt tortuositeit verhouding tussen de werkelijke lengte van een stroombaan gemeten tussen twee punten langs de middenlijn en de kortste (rechte) afstand tussen die punten.
tonnenmaat tonnage de inhoudsmaat van een schip uitgedrukt in bru- toregisterton of gross tonnage.
ton ton droge stof duizend kilo.
boei Ton een verankerd drijvend voorwerp met of zonder verlichting, vervaardigd van staal, hout of kunststof, dat dient voor het aangeven van vaarwegen, gevaren onder water, bijzondere punten van een wedstrijdbaan, of de positie van een uitstaand anker..
getijverschil tijverschil het peilverschil tussen hoogwater en laagwater van een bepaald getij.
samengestelde data Tijdgesynchroni- seerde data het synchroniseren van data van verschillende sensoren tot hetzelfde meetmoment door terug te rekenen naar dat meetmoment.
carbonaathardheid HHT tijdelijke hardheid gehalte aan opgeloste kalk en magnesiumzouten die kunnen neerslaan door verhitting.
vrije convectie thermiek stijging van warme lucht boven verwarmde oppervlakken.
international union for conservation of nature and natural resources IUCN The World Conservation Union internationaal samenwerkingsverband dat zich bezighoudt met natuurbehoud en het duurzaam gebruik van natuurlijke middelen.
toetsen testen het controleren of de momentane toestand van de constructie nog voldoet aan de vigerende functionele en wettelijke eisen. Toetsing van kunstwerken en objecten dient te passen in de beoordelingsmethodiek zoals geformuleerd in de Leidraad Toetsing.
backflush Terugspoeling | backpulse | backflow | terugwassen periodieke omkering van de permeaatstroom door het membraan (van de schone naar de vuile zijde) met als doel de verwijdering van vervuiling van het membraanoppervlak.
geavanceerde waterbehandeling tertiaire behandeling het niveau van de waterbehandeling dat een reductie van 85% van de concentratie van de verontreiniging vereist.
bedrijfswater terreinrioleringwa- ter | straatwater | terreinwater | reinwater gebruikswater op een rwzi , is GEEN drinkwater maar (gefilterd) effluent
terreinwaterleiding terreinrioleringslei- ding | centraatleiding | vuilwaterleiding | lenswaterleiding | filtraatleiding | straatwaterleiding buis of stelsel van buizen voor de afvoer van rioolwater op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie
terreinwaterkelder terreinriolerings- kelder | straatwaterkelder | terreinrioleringswa- terkelder | terreinrioleringsput kelder of put voor de inzameling van afvalwater uit de terreinriolering
loodsboot tender | loodskot- ter schip van het loodswezen
bevoorradingsschip tender bevoorraadt onder andere boor- en productie- platforms en oorlogsschepen met materieel en proviand.
beheersregister technisch beheersregister register van de beheerder, waarin de feitelijke toestand van het beheerde staat aangegeven.
hydrant Tappunt tappunt voor bedrijfswater
tuigage takelage het samengesteld stelsel van rondhouten, staand- en lopend want en zeilen dat dient om het vaartuig met behulp van windkracht voort te stuwen en het te laten ankeren.
surfen surfriding zich met hoge snelheid op een surfplank op de golven van de branding naar het strand laten glijden.
koolhydraten suikers in de scheikunde een bepaald type verbinding van koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen waarbij de waterstof- en zuurstofatomen in een verhouding 2:1 voorkomen.
sublittorale zone subtidaal zone zeewaarts gelegen van het door gemiddeld getij beïnvloed gebied
deelmonster submonster een deel van het totale monster
sublitoraal milieu sublitoraal deel van het litoraal dat de zone beneden de laagwaterlijn, die in principe altijd onder water staat, aanduidt.
uitwateringssluis suatiesluis doorlaatsluis die dient voor afvoer van overtollig water.
stouwen stuwen het oordeelkundig plaatsen van de lading in de ruimen.
reofiel stroomminnend voorliefde hebbend voor stromend water
hydrologisch jaar stroomjaar de tijdsduur ter lengte van een jaar waarin gemiddeld gesproken de afvoerkarakteristiek van een rivier wordt doorlopen.
stroomgebied stroombekken een gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende water via een reeks stromen, rivieren en eventueel meren door één riviermond, estuarium of delta, in zee stroomt -
stroombuis stroombaan denkbeeldige koker met vaste afvoer en begrensd door stroomlijnen, deel uitmakend van een aangenomen stromingspatroon.
duurlijn stroom duurlijn grafiek die de tijd weergeeft gedurende waarvan de waarde van een zekere parameter groter of gelijk is onafhankelijk van de continuïteit in de tijd.
stroombaan stromingsweg baan die een bewegend (water-)deeltje beschrijft.
stuwpeil S streefpeil het feitelijke of nagestreefde peil op een bepaalde plaats in een stuwpand.
Strateqische milieube- oordelinq SMB strategische m.e.r. richtlijn betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's.
beachvolleybal strandvolleybal vorm van volleybal die wordt gespeeld op het strand
jutten strandjutten op het strand aangespoeld materiaal zoeken en zich dit toe-eigenen.
refractie straalbreking afbuiging van golven bij hun schuinse voortplanting over een onderwatertalud.
slagzee stortzee over het schip slaande golf.
natte strand stormstrand het gedeelte van het strand dat lager ligt dan het droge strand.
gesloten seizoen Stormseizoen de periode waarin geen werkzaamheden aan waterkeringen mogen worden uitgevoerd (meestal 15 oktober - 15 april).
windopzet Stormopzet | stormeffect de lokale waterstandverhoging ten gevolge van de door de wind op een watermassa uitgeoefende kracht.
maalpeil Stoppeil de vastgestelde waterstand in de boezem waarbij het lozen op de boezem door de inliggende polders moet worden gestaakt.
decompressiestop stop een opstijgpauze dichtbij de oppervlakte om overtollige stikstof te verwijderen.
stootkussen stootwil | fender | wil | wrijfhout soms van touw, maar meestal opgeblazen plastic cilinders die over de rand van de boot worden opgehangen om beschadiging te voorkomen.
toplicht Stoomlicht wit licht dat zichtbaar is over een boog van de horizon van 225E, van recht vooruit tot 22,5 graden achterlijker dan dwars naar beide zijden van het vaartuig. Het wordt gevoerd aan of voor de mast en ten minste 1 meter hoger dan de boordlichten.
elevator stofzuiger zuiginrichting in de haven waarmee met sterke pompen bijvoorbeeld graan uit het ruim omhoog wordt gezogen.
metaboliet stofwisselingspro- duct chemische stof die tijdens de stofwisseling wordt gevormd
peilbuis stilling well algemene term voor een buis of soortgelijke constructie die via een verbindingsbuis met een kleinere diameter in verbinding staat met een open waterloop om daarin de waterhoogte te meten.
stand still beginsel Stand-still principe beginsel, dat is gericht op het voorkomen van een toename van het totaal van directe en indirecte lozingen van zwarte lijststoffen, alsmede gericht is op het voorkomen van en achteruitgang in de waterkwaliteit niet zwarte lijststoffen
open vaarweg staande mast route vaarwegen waar kruisende leidingen praktisch gesproken geen belemmering voor de scheepvaart vormen.
voorindiktank spuislibindikker | primairslibindikker | voorindikker tank waar primair slib of surplusslib wordt ingedikt door middel van gravitatie
surplusslib spuislib | secundair slib slib dat uit een actiefslibproces wordt verwijderd.
clupea sprattus sprot vissoort die in de Zuiderzee niet voorkwam, maar tegen de herfst op onze kusten verschijnt en dan in grote hoeveelheden gevangen en gerookt wordt.
sproeier sproei-nozzle toestel om met fijne stralen of druppels iets te begieten
zandwasser spoelpomp | zand- hark installatie voor het wassen van het afgescheiden zand
spits spitsbak belgisch motorschip met stompe voorsteven.
spuigat spijgat gat in de reling dat dient om het water van dek weg te laten lopen.
snelle motorboot speedboat | powerboat volgens het BPR: een klein schip dat bij gebruik van zijn mechanische middelen tot voortstuwing sneller kan varen dan 20 kilometer per uur.
golfspectrum Spectrum verdeling van de golfenergiedichtheid als functie van de periode (bij een breed spectrum zijn de golfperioden van de windgolven onderling sterk verschillend).
gemiddelde neersla- gintensiteit specifieke neersla- qintensiteit de specifieke neerslag gedeeld door het tijdsinterval waarbinnen de neerslag valt.
elektrisch (specifiek) geleidingsvermogen EGV specifieke geleiding een maat voor de elektrische geleidbaarheid van water.
specifieke evenwichts waterinhoud (maximaal) We + specifieke evenwicht vochtinhoud de berging van de onverzadigde zone per eenheid van horizontaal oppervlak bij de evenwichtswaterverdeling na uitzakking.
specifieke evenwichts waterinhoud (minimaal) We - specifieke evenwicht vochtinhoud de berging van de onverzadigde zone per eenheid van horizontaal oppervlak bij de evenwichtswaterverdeling na capillaire opstijging.
filtersnelheid v | q specifiek debiet | darcy-snelheid snelheid met een richting gelijk aan de gemiddelde stroomrichting van de waterdeeltjes in de directe omgeving van het beschouwde punt en met een absolute waarde gelijk aan de volume- stroomdichtheid in die richting.
specifiek bodemwater- tekort Sd | Wd specifiek bodem- vochttekort de hoeveelheid water, die bij een gegeven grondwaterstand per eenheid van horizontaal oppervlak aan de bodem moet worden toegevoegd om in het profiel een evenwichtswaterverdeling aan te brengen.
supralittoraal Spatzone e zone net boven het springtij-hoogwater die nooit onder water komt, maar waar wel opspattend water terechtkomt
afgesloten grondwater spanningswater | afgesloten laag water in een afgesloten watervoerend pakket, dat aan boven- en onderzijde begrensd wordt door ondoorlatende bodemlagen.
spaarbekken spaarkom | spaar- bassin bekken waarin water wordt verzameld om op zeker tijdstip gebruikt te worden.
dichtheid van grond b soortelijke massa van grond | volumetrische massa van grond massa van de grond, waarin zich vaste deeltjes, vloeistof en eventueel lucht (gassen) bevinden, gedeeld door het oorspronkelijke volume van de grond.
dichtheid SG soortelijke massa | soortelijk gewicht het quotiënt van de massa m en het ingenomen volume V
zeefkromme sommatiecurve in een grafiek aangegeven korrelgrootteverde- ling van een grondmonster
opgeloste stof solutie een stof die opgelost is in een oplossing.
oliekoeler smeeroliekoeler toestel om olie te koelen
sluiswachter sluismeester | sas- senier | sasser persoon belast met het toezicht op en gebruik van de sluis.
schot slingerschot tijdelijke afscheiding, verticaal in het ruim geplaatst, zowel dwarsscheeps als langsscheeps, om het schuiven van de lading te voorkomen.
kimkielen slingerkielen twee ter hoogte van de kimmen aangezette kielen, om het verlijeren en slingeren tegen te gaan.
slik slijk buitendijks aangeslibde, onbegroeide grond die bij vrijwel elk hoogwater onderloopt.
retourslibgemaal slibretourgemaal civiel werk waarin zich de retourslibvijzels en/of - pompen bevinden
slibleeftijd slibretentietijd verblijftijd van het slib in een zuiveringsinstallatie
gistingstank slibgistingtank tank waarin door anaërobe micro-organismen verandering of ontleding van slib plaatsvindt
sleepboot sleper zeer sterk vaartuig met krachtige motor, bestemd voor het slepen van drijvende objecten.
zwin slenk buitendijks gelegen verzande zeearm.
bodemtransport sleeptransport in de onmiddellijke nabijheid van de bodem optredend materiaaltransport, waarbij de deeltjes zich schuivend, rollend en/of sprongsgewijs verplaatsen.
inlaagdijk slaperdijk | binnendijk reservedijk, deel uitmakend van de hoofdwaterkering, binnenwaarts gelegen van een dijk die sterk bedreigd werd of wordt.
rollen slagzij | rollen | overhellen de scheefstand van een vaartuig ten opzichte van het waterpasvlak in dwarsrichting.
slaggaard slagaard peilstok voor het meten van diepten, meestal met dm. Verdeling
enkelvoudig echolood singlebeam echolood een echolood dat meet doormiddel van één enkelvoudige neerwaarts gerichte akoestische bundel.
signaal signaalkabel kabel bestemd voor de voortgeleiding van signalen
tagrijn shipchandler handelaar in (soms tweedehands) scheepsbeno- digdheden.
schiften shiften het verschuiven van de luikbalken.
gedeeltelijk afgesloten grondwater semi spanningswa- ter water in een gedeeltelijk afgesloten watervoerend pakket, dat aan de boven- en onderzijde wordt begrensd door respectievelijk een slecht - en ondoorlatende laag.
contacttank selector ruimte waarin bacteriemassa en afvalwater worden samengebracht in een bepaalde verhouding om gunstige omstandigheden te hebben voor de groei van een bepaalde bacteriesoort.
halinq seiches schommeling van het water in havens en andere bekkens.
afzetting sediment | sedi- mentafzetting vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof
seculaire zetting secundaire zetting dit is de zetting die optreedt nadat de wateroverspanning volledig aan verhoging van de korrelspanning ten goede is gekomen.
secundaire grondstof secundaire bouwstof materialen, die via hergebruik of nuttige toepassing worden ingezet als grondstof of bouwstof.
scheernet schutnet net dat over de gehele breedte van het viswater wordt gespannen om ontsnapping van de vis te beletten.
kolklengte (nuttig) Lk schutlengte (nuttig) afstand tussen de stopstrepen van een sluis
schutting schut- ten| omschutten het geheel van handelingen, die verricht moeten worden om een vaartuig van het vaarwater aan de ene kant van de sluis, naar de andere kant te brengen.
inslingertijd Schulerperiode | ongedempte slin- qertijd de tijd die de projectie van de gyroscoop van het gyrokompas nodig heeft om de ellips te doorlopen.
schuifkracht schuifspanning kracht per eenheid van oppervlak waarbij de krachtswerking evenwijdig aan het vlak plaatsvindt.
spoed schroefspoed de theoretisch afgelegde weg van het schip bij één omwenteling van de schroef in een vaste massa, die niet meegeeft.
kantnetvisserij schrobnetvisserij het vangen van platvis met schrobnetten, dicht langs de kust, in zachte jaargetijden.
kor schrobnet | kornet | sleepnet trechtervormig sleepnet voor de vangst van kabeljauw, schelvis, schol, tong enzovoort.
schrob schrobbe aan een beugel en stok bevestigd visnet waarvan de opening toegehaald kan worden.
dijkgraaf Schout voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van het waterschap
strandwal schoorwal in het Holoceen gevormde zandbank, evenwijdig aan de huidige kust, die bij normale getijden boven water uitstak, hierop hebben zich de oude duinen gevormd - thans lage en langgerekte zandrug evenwijdig aan de kust en gevormd door de werking van de zee.
intershipverkeer schip-schipverkeer radiotelefonieverkeer tussen schepen onderling.
echeneis remora Schildvis soort zuigvis met een langwerpige ronde schijf op de kop, waarmee hij zich aan schepen vastzuigt.
ecliptica Schijnbare zonne- baan de baan die de zon van de aarde af gezien in de loop van een jaar tussen de sterren beschrijft.
depotscheiding scheidingsbekkens scheiding van baggerspecie door middel van opspuiten in sedimentatiebekken
resolutie Scheidend vermogen het kleinst waarneembare detail
scheepshypotheek scheepsverband hypotheek met het schip als onderpand.
logboek Scheepsjournaal document waarin voor de interpretatie achteraf relevante aantekeningen van acties worden bijgehouden
gabion schanskorf een korf of mand gevuld met een granulair materiaal, in gebruik voor bekledingsconstructies of keerwanden
spectrum scala reeks van verscheidenheden
schutsluis sas | verlaat | zijl een aan weerszijden afsluitbaar kunstwerk waarin door aanpassing van het waterpeil, schepen van het ene op het andere niveau worden gebracht.
vlakheid ruwheid | ribbelig- heid | grilligheid de mate waarin niveaus van punten in een gerealiseerd oppervlak afwijken van het niveau van het ter plaatse van deze punten gemiddeld gerealiseerde vlak
bilge ruimwater oliehoudend afvalwater afkomstig van de machinekamer, de voor- en achterpiek, de kofferdammen en de ruimten tussen zijwand en beunwand van een schip.
ruimerbrug ruimer constructie voor de aandrijving en ophanging van ruimers
remote operated vehicle ROV een op afstand bediend onbemand robotisch duikvaartuig
koerswendingpunt routemarkerings- punt d e punten waar de koerslijn eindigt en een nieuwe koerslijn begint
wegroute route door een weggebruiker te volgen of gevolgde weg(en) tussen begin- en eindpunt van een verplaatsing
roostergoed roostervuil stoffen die door roosters of zeven zijn tegengehouden.
windroos roos plaat die met het kompas meedraait en waarop de horizon is verdeeld over 32 windstreken
rond jacht rondebodemjacht typisch Nederlands jacht met ronde spantvormen
monsterrol rol lijst met namen van de kapitein en bemanning, de naam van het schip, de naam van de reder en de bestemming van het schip.
vastmakers roeiers | roeiers- vastmakers | bootsmannen | vletterlieden vaklieden die zich bezighouden met het vast- en losmaken van schepen.
kajuit roef woonruimte in een schip.
cauchy- randvoorwaarde robin-
binnenloods rivierloods loods op de binnenwateren, die het schip van de haven tot de monding van de rivier brengt, waarna zijn werk wordt overgenomen door de zeeloods
bandijk rivierdijk | winterdijk hoogwaterkering langs een rivier bovenstrooms van het kenteringgebied.
riviertak rivierarm een aftakking van de rivier die permanent of periodiek deelneemt aan de rivierafvoer.
risicoanalyse risicobeoordeling het nagaan van de kans op een ongewenste gebeurtenis en de gevolgen daarvan
rioolgemaal Riooleindgemaal | influentgemaal civiel werk waarin alle technische voorzieningen zijn ondergebracht die benodigd zijn voor het verpompen van rioolwater
rioolbemalinggebied Rioleringsnetwerk | bemalinggebied (riolering) het gebied waarbinnen alle leidingen en knooppunten zijn gelegen, die alle tot doel hebben afvalwater naar één gemaal of afnamepunt te transporteren
rioolstelsel riolering | Riole- ringsnetwerk, Rioleringsgebied een stelsel van (civiel)technische voorzieningen dat zich onder of boven het aardoppervlak bevindt, bestemd voor de inzameling, transport en tijdelijke opslag van afvalwater.
rijpingsvat rijpingstank tank waarin een stof (bijvoorbeeld PE) enige tijd wordt gehouden om (optimaal) te kunnen worden gebruikt
radiorichtingzoeker D-F Richtingzoeker draaibare raamantenne in de vorm van een ring of twee vaste ramen in de vorm van loodrecht op elkaar staande ringen, waarmee men de richting van een radiobaken kan vaststellen.
rits richel evenwijdig aan de kustlijn lopende smalle rug of bank van schelpen en zand.
reynoldsgetal Re Reynoldsgetal een dimensieloos getal dat in de vloeistofmecha- nica wordt gebruikt om aan te geven of de stroming laminair of turbulent is.
elastische vervorming reversibele vervorming vervormingen waarbij het materiaalelement na het verwijderen van de aangebrachte belasting tot zijn oorspronkelijke vorm terugkeert
retourslib Retourslib het actiefslib dat na afscheiding van het effluent aan het proces wordt teruggevoerd
meetresultaat resultaat verzameling waarden, die tijdens een inwinning aan objecten gemeten of zijn berekend.
residu restverschil het verschil tussen een waargenomen waarde en een berekende waarde van een grootheid
restfout residu verschil tussen de uitkomsten van een model en metingen na parameteroptimalisatie.
reserveringsstrook Reservestrook de strook (duin), direct landwaarts van het grensprofiel, deel uitmakend van de primaire waterkering, onder meer ten behoeve van de opvang van de effecten van de verwachte zeespiegelstijging over een periode van 200 jaar.
verschansing reling vaste wand rondom het dek.
waterdruk p relatieve waterdruk | waterspanning de druk van het water verminderd met de atmosferische druk.
mengverhouding r relatieve damp- dichtheid het quotiënt van de massa van de waterdamp mv en de massa van de droge lucht ma
nap-daling relatieve bodemdaling daling van het NAP-vlak als gevolg van onderlinge bewegingen in de aardkorst. Wegens het ontbreken van een meetbaar referentiepunt kan deze daling niet zelfstandig, maar alleen in combinatie met de getijhoogwaterstijging worden gekwantificeerd.
reisbevrachting reischarter stelsel van bevrachting waarbij de vrachtprijs wordt bepaald naar de afstand, niet naar de reisduur.
bergingsvoorzieningen voor regenwater regenwaterberging | berging voorzieningen die bedoeld zijn om regenwater tijdelijk of langdurig vast te houden, ofwel te bergen voordat het verdampt, door planten wordt opgenomen, infiltreert in de bodem, of wordt afgevoerd naar een regenwaterriool of het oppervlaktewater.
referentiesysteem Referentiestelsel een coördinaatstelsel met minimaal nationale reikwijdte.
referentie-ellipsoïde Referentie- oppervlak wiskundig oppervlak (referentieoppervlak) dat gebruikt wordt als basis voor kaartprojecties
meetwaarde reekswaarde waarde van een parameter / waarnemingssoort
overtallig redundantie de aanwezigheid van meervoudigheid in het systeem voor het uitvoeren van bepaalde systeemfuncties ten einde de betrouwbaarheid van het totale systeem te vergroten
tandwielkast reductorkast | ver- tragingskast mechanisch toestel voor het aanpassen van het toerental
drukreduceerventiel Reduceerventiel toestel voor het verminderen van druk
cargadoor Rederij-agent | scheepsbevrachter scheepsmakelaar, die als tussenpersoon optreedt bij het kopen en verkopen en het beladen en lossen van schepen.
ware koers WK Rechtwijzende koers de hoek tussen de langsscheepse as (kiellijn) van een varende boot en de ware noord-zuidlijn.
vergun- ning/recht/overeenko mst rechtsverhouding | Vergunning / Overeenkomst overeenkomsten tussen het overheden en derden zoals vergunningen, verplichtingen, privaatrechtelijke en publiekrechtelijke beperkingen, ontheffingen, zakelijk rechten etc.
subject Rechtspersoon | relatie een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan het waterschap gegevens bewaart
jurist rechtsgeleerde deskundige op het gebied van de rechtsleer
cartesiaans coördi- naatstelsel Rechthoekig coör- dinaatstelsel coördinaatstelsel, dat gedefinieerd wordt door een aantal rechte lijnen, die elkaar loodrecht snijden in de oorsprong, en die allen eenzelfde schaalfactor hebben
hydraulische randvoorwaarden Randvoorwaarden hydraulische Randvoorwaarden voor het jaar xxxx voor het toetsen van primaire waterkeringen
calamiteitengebied rampgebied gebied waarbinnen de calamiteit (ramp/crisis) zich voltrekt
calamiteitenbestrij- dingplan rampenbestrijdingsplan | calamiteitenplan | rampenplan | be- strijdingsplan plan dat de bestrijding in generieke termen beschrijft (rampenbestrijdingsplan)
boomen rainbowen het over enige afstand overboord spuiten van baggerspecie dmv een uitkragende persbuis
roepnaam Radioroepnaam in Nederland de tweeletterige, viercijferige code van een schip ten behoeve van het marifoonver- keer
radiomedische dienst van het nederlandse rode kruis RMD radiomedische adviesdienst
onttrekking qrondwater onttrekken de verwijdering van grondwater uit de bodem.
reken netwerk qrid netwerk dat wordt gevormd bij de ruimtelijke discretisatie en dat de punten definieert waarvoor een model resultaten berekent.
diffractie qolfverstrooiinq | verstrooiinq zijwaartse uitwaaiering van golven naar en in het gebied achter een obstakel.
afvoerkromme Q-h kromme (kunstwerk) grafische weergave van het in zekere periode geldende gemiddeld verband tussen het plaatselijke peil en de afvoer in een bepaalde doorsnede.
onttrekkingput put een constructie die geboord of gegraven is onder het maaiveld met als doel het verkrijgen van water uit een aquifer systeem.
puntbron puntlozing de oorsprong van een emissie, die gekenmerkt wordt door een specifieke locatie.
meetdichtheid puntdichtheid aantal metingen/punten per eenheid.
jig Pulseerzeef | deinmachine scheidingsmachine die scheidt op basis van verschil in dichtheid tussen verschillende materialen.
puin puinsteen massa vergruizeld steen
pseudolite pseudo satelliet een op de aarde geplaatst augmentatie station welke een GNSS achtig signaal uitzend waardoor aanvullende afstandmetingen aan de gebruiker worden geboden
schroef propeller | Scheepsschroef voortstuwingswerktuig voor schepen, bestaande uit een naaf met twee tot vijf schroefbladen, meestal in één gietstuk uitgevoerd, en wentelend om de door de scheepsmachine voortbewogen schroefas.
procedurestap beschrijving procedurestap beschikking de stappen waarin een procedure op grond van de WM en AWB is onderverdeeld
probabilisme Probabilistiek | waarschijnlijkheidsleer leer volgens welke er geen zekerheid van kennen maar alleen waarschijnlijkheid bestaat.
privaatrechtelijke vergunning Privaatrechtelij ke rechtsverhouding gegevens betreffende privaatrechtelijke overeenkomsten
prioriteitsstoffen Prioritaire stoffen stoffen, bepaald overeenkomstig artikel 16, lid 2, en vermeld in bijlage X (Europese Kaderrichtlijn Water). Hiertoe behoren gevaarlijke prioriteits- stoffen, dit wil zeggen overeenkomstig artikel 16, lid 3 en lid 6 geïdentificeerde stoffen waarvoor maatregelen zijn getroffen overeenkomstig artikel 16, lid 1 en lid 8 -
primaire ontgronding primaire ontzan- ding ontgronding die is gericht op winning van opper- vlaktedelfstoffen.
doelstelling primair doel meting doel waarvoor een meting uitgevoerd wordt.
adellijke titel / predikaat predikaat een niet tot de naamgegevens behorende aanduiding die de persoon erfrechtelijk krijgt toegekend of anderszins verkrijgt
potentiële verdamping Ep potentiële evaporatie de theoretische verdamping die zou optreden wanneer een oppervlak dat voldoende van water is voorzien, blootgesteld wordt aan de heersende meteorologische omstandigheden die onveranderd blijven door het verdampingsproces zelf
drukhoogte hp potentiaal de hoogte van de waterkolom die een druk levert gelijk aan de relatieve waterdruk.
effectieve snelheid e poriënwater stroomsnelheid | werkzame snelheid feitelijke snelheid van de waterdeeltjes.
poriëngetal poriënvolume het volume van de poriën gedeeld door het volume van de vaste delen.
porositeit n poriëngehalte | poriënfractie | percentage poriën het (intergranulaire) volume van de poriën gedeeld door het totale volume van de grond (bodemdeeltjes en poriën).
holle ruimte porie niet met vaste stof gevulde ruimte tussen korrels
patrijspoort poort rond venster met waterdichte sluiting.
veerpont pont bPR: een schip dat een veerdienst onderhoudt, waarbij de vaarweg wordt overgestoken en dat door de bevoegde autoriteit als veerpont is aangemerkt.
noodkoeler pomp noodkoeler apparaat voor de tijdelijke verzorging van extra koeling bij onvoorziene procesomstandigheden
polyester polyesterhars kunststof waarvan veel zeilboten en kano's zijn gemaakt, door middel van mallen.
polderdijk polderkade (dijk van) een gebied dat door een waterkering is beschermd tegen water van buiten en waarbinnen de waterstand kan worden beheerst.
meerpaal polder | paal paal voor een kade of in een haven waaraan een schip kan worden afgemeerd.
poolster Polaris | tramontane de heldere ster die op het noordelijk halfrond bijna het ware noorden aangeeft.
eggen ploegen het met een werktuig gelijk maken van de bodem
uitwateringsmerk Plimsollmerk dient om de grootste geoorloofde inzinking van het water aan te geven in verschillende jaargetijden, verschillende vaargebieden en eventueel voor bepaalde wijzen van belading.
nooddouche plensdouche veiligheidshulpmiddel voor het afspoelen van personen
continentale drift Platentectoniek voortdurende verplaatsing van de continenten
platbodem platbodemjacht typisch Nederlands jacht met een plat vlak, zoals de botter of de schouw.
vegetatietype plantengezelschap een vegetatiekundige eenheid bepaald door een eigen structuur en soortensamenstelling en die op een bepaalde standplaats groeit.
vegetatie plantendek | begroeiing het plantenkleed van een locatie (concreet).
primaire duin pioniersduin eerste duinen die ontstaan op het strand onder invloed van de zee door het invangen van zand door in eerste instantie biestarwegras.
piezoresistief element piezoresistief element een weerstandselement, waarvan de weerstand verandert door vervorming.
grondwaterstandbuis piëzometer | land- bouwbuis peilbuis met een betrekkelijk kort filter waarvan de onderkant zich op korte afstand onder de grondwaterspiegel bevindt zodat de gemeten stijghoogte weinig van de grondwaterstand afwijkt.
bruinvis Phocaena phocae- na dolfijnachtig zeezoogdier, behorend tot de On- derorde der Tandwalvissen (Odontoceti)
schuimalg Phaeocystis | plaagalg flagellaat die voorkomt als losse cellen (niet zichtbaar met blot oog) of in kolonies ingebed in een gelatine-matrix (wel zichtbaar)
bestrijdingsmiddel pesticiden een chemisch middel gebruikt voor het controleren of uitroeien van ongedierte of onkruid, inclusief insecticiden, herbiciden, fungiciden en rodenticiden.
scubaduiken persluchtduiken duiken met gebruik van zuurstoffles(sen)
instrumentenlucht perslucht | stuur- lucht | instrumentatie- lucht | proceslucht lucht voor de bediening van instrumenten / meet- en regelapparatuur
dielektrische constante Permittivi- teit| dielektrische constante een fysische grootheid die beschrijft hoe een elektrisch veld een medium beinvloedt en erdoor beinvloed wordt
doorlatendheid permeabiliteit het vermogen van de grond om vloeistof of gas door te laten.
kaliumpermanganaat verbruik permanganaatin- dex de hoeveelheid kaliumpermanganaat dat nodig is om de totale hoeveelheid organisch materiaal te oxyderen.
stationaire stroming permanente stroming de stroming waarbij gedurende de beschouwde periode de plaatselijke snelheid niet verandert ((v/(t = 0).
percolaat Percolaatwater | percolatie water water dat door vervuild materiaal, bijvoorbeeld afval, is gestroomd
peilantenne peilraam draaibare antenne van een radiopeiltoestel, met een ringvormig raam.
loden peilen het meten van het bodemniveau ten opzichte van een referentievlak.
polymeer PE, Flocculant
particulaire concentratie particulair gebonden deel van de concentratie dat in de vorm van deeltjes of dat aan deeltjes voorkomt.
monster parameterreeks een representatieve hoeveelheid materiaal die volgens een bepaalde bemonsteringswijze op één bepaalde locatie en op één bepaald tijdstip of gedurende een aaneengesloten tijdsperiode verzameld is uit één compartiment van een watersysteem voor het verrichten van onderzoek.
breedtecirkel parallel cirkel over een ellipsoïde, evenwijdig aan de equator
teredo navalis Paalworm dit dier boort, net als de boordpissebed, gaten in het hout van schepen, en kan worden opgespoord door te kloppen en te prikken.
paalrij paalscherm | palenrij enkele of dubbele rij van verticale (houten) palen die haaks op de kust is uitgebouwd om de stroomsnelheid te reduceren als onderdeel van een kustverdedigingssysteem.
afvoerbare neerslag overtollige neerslag | effectieve neerslag deel van de netto neerslag dat oppervlakkig of ondergronds tot afvoer komt in het oppervlaktewater.
overstromingsrisico overstromingskans risico/kans op overstromen
overlopen overstromen zo vol zijn, dat de inhoud over de rand loopt
spilling overschuimende golf een golf, die bij breking op een helling schuim- vorming vertoont aan de kammen, en continu zijn en energie verliest
overlaat overloop | over- laatwerk | uitlaat | noodoverlaat | overloop een verlaagd stuk in een bandijk, waterkering of andere constructie dienende tot waterafvoer en ter voorkoming of beperking van waterbezwaar elders.
verladen overladen iets in een ander schip laden, of overladen in een voertuig.
meetstuw overlaat kunstmatige verhoging van de bodem van een waterloop waardoor kritische stroming wordt gecreëerd om debieten te meten.
leeftijd LEEFTD ouderdom de duur van de periode van bestaan
luchtfoto's orthofoto foto's van aardoppervlak gemaakt vanuit een vliegtuig/helikopter
voorschrift ordonnantie | prescriptie wat voorgeschreven is
orka Orcinus orca dolfijn achtige
drijfvermoqen opwaartse kracht | wet van archimedes de resultante van de omhoog gerichte krachten die op een drijvend lichaam worden uitgeoefend door de vloeistof waarop het drijft.
parameter optimalisatie optimalisatie het minimaliseren van de (in de doelfunctie vastgelegde) modelfout door het aanpassen van parameterwaarden.
passagiers opstapper alle personen aan boord met uitzondering van de kapitein en de schepelingen, alsmede kinderen beneden de leeftijd van één jaar.
overgoten steenzettingen oppervlakkig gepenetreerde steenzettingen steenzettingen waarbij tussen de toplaagelementen van boven af tot minder dan de helft van de toplaagdikte beton of asfalt is aangebracht
aanhangwagen oplegger wagen die aan een voorgaande wagen wordt aangehangen en daardoor wordt voortgetrokken
laveren opkruisen vordering maken tegen de wind in onder een zo klein mogelijke hoek met de wind, beurtelings over beide boegen.
vloed opkomend water de toestand waarin de vloedstroom overheerst.
vloed opkomend water het stijgen van de waterspiegel na de ebkente- ring.
opgeloste concentratie opgeloste fractie deel van de concentratie dat opgelost en niet gebonden is aan zwevend stof.
procesvoering Operationeel beheer het 'eigenlijke' besturen van het zuiveringsproces (-transport, zuivering en slibverwerking). Dit bestaat uit meten, controleren, bijstellen, besturen en registreren van het zuiveringsproces
realisatie Operationalisering de vastlegging van een datum in het terrein door middel van markers, waarvan de coördinaten bekend zijn uit metingen. Wordt ook operationalisering genoemd. Zie ook verdichting.
open-water verdamping E0 open- waterreferentie verdamping | Penman verdamping de theoretische verdampingssnelheid die zou optreden van een oneindig uitgestrekt ondiep glad wateroppervlak (zonder dat opslag van energie optreedt) wanneer dit wateroppervlak wordt blootgesteld aan de heersende, meteorologische omstandigheden, die onveranderd blijven door het verdampingsproces zelf.
effectieve grondwater- snelheid ve opdringsnelheid snelheid van de waterdeeltjes, te berekenen als quotiënt van de filtersnelheid v en de effectieve porositeit ne
eiland Oog land dat aan alle zijden door water is omringd en geen continent vormt.
ontzilting ontzouting het verwijderen van zout uit de zee of brak water.
planperiode Ontwerplevens- duur periode waarvoor de voorziene wijzigingen in omstandigheden worden meegenomen in het ontwerp van een waterkering
maatgevende hoogwaterstand MHW ontwerp waterstand hoogwaterstand, behorende bij de in de wet op de waterkering (art 3.2) gegeven Hoogwaterstand gebiedsfrequentie
maatgevende afvoer ontwerp afvoer de afvoer die bepalend is gesteld voor het ontwerp of een deel ervan.
uitwateringsdiepte ontwateringdiepte de afstand tussen het grondoppervlak en de hoogste grondwaterstand tussen de ontwate- ringmiddelen.
ontwateringinstallatie ontwateringcentri- fuge toestel voor het ontwateren van slib
drainagebasis h ontwateringbasis de grondwaterstand die bereikt wordt na een droge periode en dan bij benadering overeenkomt met a)het peil in de ontwateringmiddelen. b)de hoogteligging van de drainbuizen. c)de bodem van waterlopen op het moment dat deze droogvallen.
ontvangwerk Ontvanqstelsel civiele constructie voor het ontvangen van aangevoerd rioolwater
filter (grondwater) onttrekkingsfilter geperforeerd gedeelte van een buis of pijp, waardoor water in of uit kan treden.
uitputtingskromme onttrekkingkrom- me dat gedeelte van de afvoerverlooplijn waarin de afvoer gedurig afneemt, als gevolg van het alleen optreden van basisafvoer.
afpompingskegel onttrekkingkegel | pompkegel de kegelvormige verlaging van de grondwaterspiegel c.q. van het stijghoogteoppervlak veroorzaakt door onttrekking van grondwater aan een put.
relaxatie ontspanninq met ontspanning of relaxatie wordt bedoeld dat in actief bedrijf de membranen gedurende een bepaalde tijd zonder (noemenswaardig) drukverschil over het membraan worden bedreven. Dit heeft een reinigend effect op het membraan.
verzachten ontharden de verwijdering van calcium en magnesium uit water om de hardheid te verkleinen.
evertebraten ongewervelde dieren lagere dieren zonder wervelkolom.
disproportionele kosten onevenredig hoge kosten onevenredig hoge kosten - er is geen definitie van disproportioneel in de KRW opgenomen.
freatisch water ondiep grondwater | vrij grondwater water in de verzadigde zone met een vrije grondwaterspiegel.
onderzeeboot Onderzeeër | duikboot vaartuig dat door het innemen of wegpompen van waterballast in staat is om onder water te varen, respectievelijk aan de oppervlakte te komen.
vooroever onderwateroever | voorland deel van een dwarsprofiel van een onderwater- oever gelegen tussen de waterlijn en de (vlakke) bodem, niet beschermd door een gespecificeerde bekleding en met een taludhelling van minder dan 1:10
retourstroom Onderstroom zeewaarts gerichte stroming bij de bodem als gevolg van een verticale circulatie tijdens het breken van golven
opdrijven Onderloopsheid vorm van hydraulische grondbreuk waarbij een cohesieve afdekkende laag wordt opgelicht tengevolge van wateroverspanning in de onderliggende watervoerende laag.
piping onderloopsheid de lekstroom onder een constructie door.
ondergrond onderlaag alle lagen die kunnen voorkomen tussen de kern van een dijklichaam en de toplaag van een bekleding
maintenance cleaning MC onderhoudsreini- ging dit is een onderhoudsreiniging van de membranen die op reguliere basis plaatsvindt.
submers ondergedoken zich volledig onder de waterspiegel bevindend
inactief volume onderdrempel berging het volume inactieve water wat geborgen wordt tussen een minimum niveau en de bodemhoogte van een opslag tank.
nevengeul omloopkanaal geul die gemaakt is om het hoogwater af te voeren wat niet veilig door de hoofdstroom kan worden afgevoerd.
cross track fout off track het verschil in afstand, loodrecht op de track- richting, tussen de werkelijke afstand en de gewenste afstand behorend bij een bepaald tijdsmoment
emergenten oeverplanten planten die met hun wortels in het water staan maar die voor het grootste deel boven water uitsteken
afkalven oeverafkalving instorten of afschuiven van de oevers van een oppervlaktewater.
oesterteelt oestercultuur het uitplanten van oesterbroed op met kalk bestreken dakpannen in putten met water die weinig zout bevatten.
zandoer oer zand met een koffiebruine kleur, soms verkit, rijk aan ijzerhydroxide en soms aan humus
waarneming observatie het bepalen van de waarde van een variabele in de werkelijkheid.
natuurlijke grondwa- teraanvulling nuttige neerslag de netto aanvulling van het grondwater ten gevolge van enerzijds percolatie van netto neerslag en anderzijds capillaire opstijging.
norovirussen norwalkachtige virussen | calicivi- russen een groep virussen die “buikgriep” of gastroenteritis veroorzaken bij mensen
normaalwaarde normaal de gemiddelde waarde van een meteorologische grootheid over het meest recente 30-jarige tijdvak beginnend met een jaar dat eindigt op een 1
normfrequentie Norm overschrijdingsfrequentie van Maatgevend Hoogwater. Deze is per dijkring vastgelegd in de Wet op de waterkering
no effect level NOEC No observed effect concentration hoogste van een reeks toegepaste concentraties in een toxiciteitexperiment waarbij geen effect wordt waargenomen.
nes nisse landtong aan scherpe bochten van rivieren of aan zee.
niche nis een plaats van een organisme in een ecosysteem.
dynamisch model niet-stationair model model waarbij de tijd een onafhankelijke variabele is.
regionale waterkering Niet-primaire (wa- ter)kering | Secundaire waterkeringen waterkeringen van regionaal belang - de meeste keren direct of indirect boezem- of tussenboe- zemwater. Ze zijn aangegeven op de bij de Keur behorende Keurkaarten.
niet stationaire stroming niet-permanente stroming | tijdsafhankelijke stroming de stroming waarbij de plaatselijke snelheid verandert in de tijd ((v/(t ( 0).
niet eenparige stroming niet-eenparige beweging stroming in een open leiding waarbij tenminste één van de hydraulische grootheden (waterdiepte, stroomsnelheid, dwarsdoorsnede) verandert in de lengterichting ((/(s(0).
ongesorteerd niet samen niet per soort bijeen
vaarwegnetwerk netwerk het geheel van onderling verbonden vaarwateren
netto stralingsstroom- dichtheid Rn | Q* netto straling het verschil tussen de neerwaartse en opwaartse totale (kortgolvige en langgolvige) stralings- stroomdichtheid per eenheid van tijd en eenheid van oppervlakte.
momentane neersla- gintensiteit neerslagintensiteit de afgeleide van de specifieke neerslag naar de tijd.
specifieke neerslaq neerslaghoogte de neerslag die per eenheid van horizontaal oppervlak valt.
neerslag NEERSG neerslaghoeveelheid de massa waterdeeltjes, zowel vloeibaar als vast, die vanuit de atmosfeer het aardoppervlak bereikt.
strijkend tij neergaand tij situatie waarbij stroom en wind uit dezelfde richting komen.
nauw nauwte zee-engte.
zeekaart Nautische kaart kaart waarop alle diepten, vaargeulen, beton- ning, bakens, wrakken, blinde klippen en getijden staan aangegeven, alsmede vaste ori- entatiepunten aan de wal, zoals vuurtorens, kerktorens en andere hoge objecten.
zeevaartonderwijs Nautisch onderwijs technisch beroepsonderwijs, gegeven aan zeevaartscholen, visserijscholen, scholen voor de kustvaart en scholen voor de Rijn- en binnenvaart.
zeeziekte Naupathie ziekte die veroorzaakt wordt door een verstoring van de evenwichtsorganen
drempel natuurlijke drempel een verondieping over de volle breedte van een (rivier)geul, veroorzaakt door hetzij sedimentatie, hetzij een erosievaste laag.
natuurontwikkeling natuurbouw abiotische voorwaarden scheppen waarna een geheel of grotendeels spontaan verlopend proces ontstaat, waardoor (meestal gewenste maar niet altijd te voorspellen) levensgemeenschappen ontstaan met een hogere natuurwaarde dan die er daarvoor aanwezig waren.
coniophora cerebella Natte rot vaak voorkomende vorm van houtbederf, vooral op slecht geventileerde plaatsen (voor- en ach- terpiek) en lekkende plaatsen boven de waterlijn.
evaluaties nabeschouwing beoordeling, waardering
scheepsnaam naam van het schip naam van het schip
kompasnaald Naald magneetnaald die de noordrichting op het kompas aangeeft.
gymnospermen naaktzadigen zaaddragende, terrestrische vaatplanten
hub naaf haven die als knooppunt functioneert in het ha- venverkeer.
padloder multibeam echolood een echolood dat meet met behulp van series neerwaarts gerichte akoestische bundels in de dwarsrichting van het vaartuig.
motor/zeilkegel Motorkegel | kegel wettelijk verplicht Zwart, kegelvormig merk, dat met de punt naar beneden goed zichtbaar moet worden gevoerd wanneer men zowel op de motor als op de zeilen vaart.
offset montagehoek hoekverschil tussen nul-assen van de sensor met respectievelijk het XY vlak in X-richting, het XY vlak in Y-richting en het YZ vlak in Z-richting van het bootgeometriestelsel
bemonsteringsappa- raattype monsternameappa- raat apparaat voor het nemen van monsters (waarmee een bemonstering van een parameterreeks uitgevoerd wordt)
weekdier mollusk groep van ongewervelde dieren met een week lichaam zonder benig skelet
malaria Moeraskoorts tropische infectieziekte die wordt overgebracht door malariamuggen.
aardgas moerasgas gas uit de aarde, grotendeels uit methaan bestaand
veen moer grondsoort die grotendeels bestaat (ontstaan is) uit afgestorven plantenresten
modal shift Modal split de verdeling van de vervoerstromen over weg, rails, water en lucht.
menger mixer apparaat om twee of meer stoffen met elkaar te mengen
zeemijl Minuutmijl | internationale nautische mijl | nautische mijl de lengte van een meridiaanminuut.
minimum waarde minimum de kleinste waarde uit een reeks waarden
xenobiotische stoffen milieuvreemde stoffen stoffen die van nature niet voorkomen in het milieu.
gemiddelde zeestand MSL middenstand | gemiddeld zeeniveau het rekenkundig gemiddelde van het peil in een getijgebied over een bepaalde periode.
nonius Micrometer micrometer van een hoekmeetinstrument.
visserijband MF-band de radiofrequentie boven 1605 KHz. voor het verkeer van en met vissersschepen.
meetpunt meting aanduiding van een plaats of gebied waar een meting is/wordt verricht.
methaanqas CH4 Methaan brandbaar gas in gistingsgas
stofwisseling metabolisme totaal van allerlei opbouw- en afbraakprocessen in de cel, zoals de vorming van enzymen en de afbraak van stoffen waaruit de nodige energie wordt verkregen.
route meettocht | meetroute een logische verzameling meetpunten met als doel waarnemingen, bemonstering en onderhoud te kunnen plannen
nauwkeurigheid meetnauwkeurig- heid het totaal van precisie en betrouwbaarheid.
tonnagedek meetdek dek van waaraf de tonnage wordt gemeten.
veldapparaat meetapparaat de beschrijving van het soort apparaat of zintuig, of combinatie van soorten apparaten en/of zintuigen, waarmee de monstername, waarneming, meting of analyse in het veld wordt uitgevoerd.
tros meertros elke landvast van een aanzienlijk beroepsvaartuig.
waterbodem meerbodem de bodem onder open wateren, meestal aange- rijkt met een laag slib (bestaande uit organische en/of mineralen bestanddelen) die door (natuurlijke) sedimentatie van zwevende bestanddelen in het open water is ontstaan.
indikinstallatie mechanische indikinstallatie toestel voor het mechanisch indikken van slib
maximum waarde maximum de grootste waarde uit een reeks waarden
infiltratiecapaciteit fp maximale infiltra- tie-intensiteit | infiltratievermogen de maximale waarde van de infiltratie-intensiteit die bij de gegeven omstandigheden (o.a. afhankelijk van het watergehalte) mogelijk is.
vracht VRACHT massastroom de op een locatie getransporteerde hoeveelheid van een stof.
bulk Massagoed onverpakte droge lading die in grote hoeveelheden tegelijk in het laadruim gestort wordt
gehalte MASSFTE massafractie de betrekkelijke hoeveelheid van een bestanddeel in een mengsel.
mariene beschermde gebieden MPA Marine Protected
aardmantel mantel de aardmantel is een laag in de inwendige structuur van de aarde die gelegen is tussen de kern en de korst.
vloedbos mangrovebos | strandbos | man- grovewoud bostype aan (sub-)tropische kusten, dat er bij vloed als een overstroomd bos uitziet.
(Scheeps)werktuigkun dige machinist (Scheeps)officier die belast is met de zorg voor onderhoud en werking van de technische installaties
gage Maandgage salaris van de zeeman.
maandbrief maandcedel document waarin de schepeling de reder opdraagt een gedeelte van de gage op één of meerdere bankrekeningen te storten.
maansbovenculminatie maanbovendoor- gang het door de maan bereiken van de hoogste stand
geïnstalleerde capaciteit maalcapaciteit de geïnstalleerde capaciteit welke de (maximaal) per tijdseenheid te verpompen hoeveelheid water weergeeft
plaatsingsprecisie maakprecisie precisie waarmee een object op de gewenste positie kan worden genavigeerd / geplaatst
maaktoleranties maaknauwkeurig- heid mate (en betrouwbaarheid) waarin het gerealiseerde profiel het theoretische profiel benadert
onderhoudspad maaipad werkpad naast de watergang in eigendom van het waterschap.
laadhoofd luikhoofd rechthoekige, door luiken afgedekte opening in het dek van een schip, die toegang tot de ruimen geeft.
luchtverwarmer Luchtverwarmer ruimteverwarmer
luchtgehalte a luchtgevulde porositeit het volume aan lucht in de poriën gedeeld door het totale volume grond (bodemdeeltjes en pori- en).
atmosferische druk LUCHTDK luchtdruk uitdrukking voor het gewicht van de aarde omringende gassen.
real time kinematic dgps RTK-DGPS LRK-DGPS plaatsbepalingsysteem gebruik makend van DGPS voor zeer precieze XY en Z bepaling.
lozingsobject Loz.obj(ec t). Lozingsbron het object (bijvoorbeeld gebouw, inrichting, vaartuig, rioolwaterzuiveringsinstallatie, brug) dat systematisch lozing van aan het object gebonden afvalwater voortbrengt, waarbij het geloosde afvalwater al dan niet via werken op directe of indirecte wijze in het oppervlaktewater terechtkomt.
lo- zing/onttrekkingvoorzi ening Loz./onttr. voorz. Loz./onttr.voorz. | Lozingsvoorziening overig vastgoed element dat een voorziening betreft voor lozing- of ontdekkingpunt
eenling golf losse golf golf van betrekkelijk korte lengte die zich, zonder door andere soortgelijke golven te worden gevolgd, vrijwel onvervormd voortplant.
stroomtijd looptijd gemiddelde tijd, die de waterdeeltjes bij een bepaald peil nodig hebben om door een zeker riviervak te stromen.
loodsafhaalboot loodsjol | redeboot klein maar zeewaardig vaartuig dat heen en weer vaart tussen de loodsboot en de wal en tussen de loodsboot en schepen, om loodsen aan boord te brengen en van boord te halen.
hogerwal loef plaats vanwaar de wind komt.
lijfseizing lijflijn reddingslijn die bij werkzaamheden buiten boord om het middel van de schepeling wordt gebonden, om overboord vallen te voorkomen.
vuurtoren lichttoren toren langs de kust, als drager van een voor oriëntatie op zee bestemd licht.
biocoenose levensgemeenschap | biocenose het geheel van in een omgeving (gebied) voorkomende levende organismen met hun onderlinge relaties.
life cycle analysis levenscyclusanalyse beschouwing over één of meer aspecten van een product, proces, etc., waarbij de gehele levenscyclus van het onderzochte in de beschouwing voorkomt.
abiotisch levenloos behorende tot de niet-levende natuur.
meridiaan Lengtecirkel noord-zuid verbinding over de ellipsoïde, die punten met een gelijke lengtegraad verbindt
geografische lengte lengte afstand van een plaats tot de eerste of beginme- ridiaan, in graden gemeten langs de breedtecirkel.
calamiteitenbak lekbak bak voor het opvangen van vaste stoffen of vloeistoffen in geval van een calamiteit
milieu Leefklimaat het geheel van essentiële voorwaarden en invloeden dat voor het leven van organismen van belang is.
hospitaalschip Lazaretschip vaartuig in gebruik voor de medische behandeling van zeelieden en de eerste klinische opvang van slachtoffers van zeeslagen.
lateraal oppervlak lateraalvlak rompdeel onder de waterlijn, dwarsscheeps geprojecteerd.
latente warmte- stroomdichtheid EE latente warmte(-
langshelling langshelling bouwplaats van scheepsrompen, die loodrecht op de oever staat en onder water nog een stuk doorloopt om de tewaterlating te vergemakkelijken.
langgolvige stralings- stroomdichtheid L langgolvige stra- ling(sflux) de straling met een golflengte tussen 4 (m en 100 (m per eenheid van tijd en eenheid van oppervlakte.
lage wal lagerwal de kust of oever waar de wind naartoe waait.
depressie lagedrukgebied gebied met een lage barometerstand en onbestendig weer.
lijgierig Laf een zeilboot is lijgierig wanneer zij de neiging heeft om af te vallen, van de wind af te draaien.
laagwater (zee) LW laagwaterstand de laagste getijstand.
eb laagwater | ebbe de toestand van laagwater.
dijkkwel kwelwater | kwel doorsijpeling van water onder de dijk door
kwelweglengte kwellengte de afstand die het kwelwater ondergronds aflegt voordat het weer aan de oppervlakte komt.
cabotage Kustvaart. handelsverkeer te water tussen havens van hetzelfde land.
kleine (handels)vaart Kustvaart schepen begrensd door een laadvermogen van 4000 Gross Tonnage.
franjerif kustrif rif dat een zoom vormt langs de kust en vrijwel direct aan het land grenst.
haf kustmeer inham achter een landtong
kustvaarder kuster vaartuig behorende tot de Kleine Handelsvaart.
kuil kuilnet | ankerkuil langgerekt, trechtervormig, nauwmazig net, dat bij sterk stromend water voor anker wordt gelegd of door één of twee schepen door het water wordt getrokken.
loodsstation Kruisstation de plaats waar volgens de zeekaart de loodsboot moet liggen.
krooshek Kroosrooster een constructie van metalen staven, die moet dienen als vuilvang in een waterloop voor een gemaal of een ander kunstwerk.
kritiek onderdeel Kritiek element deel van een object waarvan falen tevens tot gevolg heeft dat door het object niet meer wordt voldaan aan een functie-eis voor een bepaalde functie.
hydrologische kringloop kringloop van het water het doorlopen van een reeks processen en toestanden door het water (zoals neerslag, berging , afvoer, verdamping), waarbij telkens weer een andere toestand wordt bereikt.
krebbe krib vierkante afgesloten ruimte aan bak- en stuurboord in het ruim van een haringschip, waarin de haring uit het net wordt gestort.
teenbestorting Kreukelberm horizontaal gedeelte van een dijk, aan de buitenzijde gelegen, als overgang tussen de harde bekleding en de rest van het talud of de vooroe- ver.
doodtij kranktij het of de minst ontwikkelde der getijden kort na eerste of laatste kwartier
reuzeninktvis kraak
kortgolvige stralings- stroomdichtheid K kortgolvige stra- ling(sflux) de straling met een golflengte <4 (m per eenheid van tijd en van oppervlakte.
korrelgrootteverdeling Korrelverdeling | korrelgroottefractie fractionele verdeling van de door zeefanalyse en/of afslibbing (conform NEN 5753) bepaalde afmetingen van korrels in een sedimentmonster.
fractie korrelgrootte klasse | korrelfractie | zeeffractie | kor- relgroep verzameling korrels die de grootste van twee nader aangeduide zeven (nominale fractiegren- zen) passeert en blijft liggen op de kleinste. De ondergrens kan daarbij ook nul zijn
koningsstuk kopstuk stuk hout dat loodrecht op het midden van de slagbalk van een sluis wordt gezet en naar buiten uitsteekt.
boeglastig koplastiq Het vaartuig ligt van voren (veel) dieper in het water dan van achteren.
biologische koolstof- pomp koolstofpomp proces waarbij het fytoplankton in zeewater opgeloste koolstofdioxide (onder andere afkomstig van de atmosfeer) in de oppervlaktewateren opneemt en in de cellen inbouwt.Een deel zal na het afsterven naar de zeebodem zinken en daar opstapelen.
organisch gehalte koolstofgehalte de verhouding tussen koolstofverbindingen, afkomstig van levende of niet-levende organismen, en de totale chemische samenstelling van de stof.
miswijzing kompasfout de algebraïsche som van variatie en deviatie,
magnetisch noorden Nm kompas noorden de richting van de magnetische noordpool
kolsum kolzwijn | tegen- kiel | zaathout | kolspijnplaat langsscheeps verband midscheeps, dat binnen in het schip over de buikstukken met de buitenkiel wordt verbonden.
schutkolk kolk deel van de sluis waarin de te schutten schepen afmeren en op een hoger of lager niveau worden gebracht.
cardium edule Kokkel | Cerasto- derme edule eetbare hartschelp
aanslagbiljet kohier biljet waarop een of meer aanslagen bekend gemaakt worden aan een belastingplichtige
afwateringseenheid knooppuntgebied een gebied dat een (hydrologische) relatie heeft met een afvoervak.
rioleringselement Knooppunt aanduiding van een ruimtelijk element dat onderdeel van een rioolstelsel
shredders knippers detrivoren die dood plantaardig materiaal al etend opknippen tot kleinere stukjes die vervolgens weer kunnen worden verteerd door andere, kleinere detrivoren.
belboei klokboei verankerde boei of ton, die ten gevolge van de golfbeweging van het water voortdurend een belgeluid laat horen.
inklinking klink daling van het grondoppervlak veroorzaakt door een daling van de grondwaterstand en/of de stijghoogte (zie bodemdaling).
hydrologische kleiner deel- stroomgebied verdere opdeling van een regio - hanteerbaar hydrologisch begrensd gebied waarop analyses, beoordelingen en maatregelen kunnen worden geformuleerd, bijv. Vecht
gewoon onderhoud klein onderhoud ingrepen zoals maaien, snoeien, materiaal en vuil verwijderen en reparaties van schade veroorzaakt door bijvoorbeeld vee, dieren en mensen.
diatomeeën kiezelwieren | kie- zelalgen microscopisch kleine plantaardige wiertjes met een stijve, harde wand van kiezel (silicium).
kielzog kielwater | zog | hekgolf een streep schuimend water door een varend schip achtergelaten
kielrichting kiellijn midscheepslijn tussen spiegel en boeg.
trimballast kielballast binnenballast waarmee een schip op de juiste waterlijn wordt gebracht en de stabiliteit verbeterd.
kapseizen kenteren omslaan van het schip.
aantal kegels Kegel een klassenindeling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water
neer keerwater rondgaande waterbeweging, waarbij de snelheid der waterdeeltjes nabij de rand groter is dan in het midden.
rabot keersluis keersluis in een waterloop, bestaande uit twee op elkaar liggende horizontale balken, die aan de uiteinden in de groeven van de sluismuren passen.
waterkerende hooqte keerhooqte | kerende hooqte maximale waterstand, exclusief golfeffect, die door een constructie kan worden gekeerd gedurende langere tijd (72 uur).
doorlaatvermogen T | kD kD-waarde | transmissiviteit | doorlaatbaarheid maat voor het vermogen van een watervoerend pakket om water door te laten, gelijk te stellen aan de volumestroom die per breedte-eenheid van het watervoerend pakket en per eenheid van stijghoogtegradiënt door een watervoerende laag stroomt.
katadroom katadrome vis vis die in zoet water leeft en in zout water paait.
inlaag Karrevelden diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
spreidingslengte B karakteristieke lengte de wortel uit het product van het doorlaatver- mogen kD van een watervoerend pakket en de hydraulische weerstand c van de onder- of bovenliggende slecht doorlatende laag:
bezwijken kapot gaan niet meer bestand zijn tegen
polymeerdoseerappa- raat kalibreerglas | PE- doseercilinder doseerapparaat waarmee polymeer wordt toegevoegd aan een proces.
model kalibratie kalibratie | ijking activiteiten om een vooraf bepaalde mate van overeenkomst tussen model en metingen in het veld te verkrijgen door het (systematisch) veranderen van onzekere factoren (vaak parameters).
europese kaderrichtlijn water KRW | EKRW Kaderrichtlijn Water door de EU (Richtlijn 2000/60/EG) dd 23 okt. 2000 vastgestelde richtlijn
loswal Kade / Laad loswal een verharde oeverstrook aan de vaarweg, geschikt en bestemd voor het laden en lossen van schepen
kadastraal perceel kad.Perc kadastrale aanduiding | kadastraal object | perceel een virtuele eenheid van zakelijk recht, in het terrein af te bakenen door middel van uit te zetten en omsluitende rechtsgrenzen, en voorzien van een unieke kadastrale aanduiding volgens de identificatie van het Rijkskadaster.
piketambtenaar kabinetschef ambtenaar belast met piket
kabel/leiding kabel | leiding de kabels, buisleidingen en andere elementen onder of boven de grond in gebruik voor transport van energie of materie
candela kaars wetenschappelijke benaming van kaars
liggeld kaaigeld belasting van schepen geheven voor het liggen aan een kade of in een haven.
parlevinker Kaaidraaier | ka- draaier soort SRV-wagen op een bootje, dat in de haven langszij komt.
consolidatie K0-consolidatie | Isotrope consolidatie het proces van uitpersen van water uit de poriën van het korrelskelet van slecht water doorlatende, samendrukbare grond onder invloed van een belastingverhoging tengevolge waarvan een vo- lumeverkleining (meestal zetting) zal optreden. De vervorming treedt niet instantaan op, maar vertraagd
jackson troebelhei- deenheid JTU Jackson kaars standaard eenheid gebruikt voor het bepalen van de troebelheid in een watermonster.
isobaren Iso isobaar lijnen die alle plaatsen met dezelfde atmosferische druk met elkaar verbinden.
irrigatierendement E irrigatie-efficiëntie de verhouding van de hoeveelheid water verbruikt door het gewas tot de totaal aangevoerde hoeveelheid water.
ionensterkte IONSTE ionsterkte gewogen som van de concentraties van alle ionen die aanwezig zijn waarbij gewogen wordt met het kwadraat van de ionlading
infiltratie inzijging het intreden van water aan het grondoppervlak.
infiltratie (algemeen) inzijging de neerwaartse stroming in een gebied.
voegvulling inwasmateriaal granulair materiaal dat in de spleten tussen de toplaagelementen wordt aangebracht om de wrijving en/of klemming te vergroten.
modelinvoer invoer alle (waarden van) parameters en randvoorwaarden die benodigd zijn voor een modelberekening.
stabiliteitszone invloedstrook | aveling de tot de waterkering behorende gronden, die daadwerkelijk bijdragen aan het waarborgen van de stabiliteit, zowel aan de binnen als aan de buitenzijde van de waterkering.
overstroming inundatie | watervloed onder water raken van ofwel de begrenzingen van een stroom of een ander oppervlaktewaterli- chaam, ofwel van gebieden die normaal niet onder water staan.
overstroming inundatie gecontroleerde verspreiding van het water voor bijvoorbeeld irrigatie.
litorale zone (zout) intergetijdengebied | Litorale zone de zone die licht tussen de gemiddelde hoog- en laagwaterlijn in ligt
interferentie interferen gelijktijdige werking van twee bewegingen die elkaar belemmeren of versterken, vooral van trillingen of golfbewegingen.
inmeting in-survey | inlo- ding de (eerste) meting voordat met de uitvoering van een werk wordt begonnen
overig vastgoedele- ment inrichtingselement verzamelbegrip voor alle vastgoedelementen die niet elders in de gegevensbeschrijving konden worden ondergebracht
onttrekkingpunt innamepunt locatie waar water gewonnen wordt uit het oppervlaktewater ten behoeve van industrie of drinkwaterwinning
inlaat sluis inlaatwerk doorlaatsluis die dient voor aanvoer van water.
inlaatleiding inlaatkanaal kanaal of goot die water naar een waterrad of turbine brengt.
inlaatduiker inlaat duiker met een afsluitklep voor het binnenlaten van hoger gelegen water in een lager gelegen gebied.
waterinlaat inlaat het inlaten in een watersysteem van een hoeveelheid water.
enkel inkel | inkeling | keel trechtervormig netje (bijv. in kuil of fuik) dat het terugzwemmen van de vis voorkomt
hoch wasser leit zentrale HLZ Infocentrum RIZA crisiscentrum
hoch wasser Vorhersage zentrale HVZ Infocentrum RIZA crisiscentrum
infiltratiekolk infiltratieput infiltratiekolk is voorzien van openingen, waardoor het water kan infiltreren.
betrouwbaarheid Indicatie idealisatie | indicatie kwaliteit meetresultaat beschrijving van de betrouwbaarheid van het rekenmodel of van de schematisatie, dan wel van de waarde van een bepaald kenmerk.
klacht/melding voorval incident gebeurtenis een ingediende klacht of melding waarin mededeling wordt gedaan over een gebeurtenis of een omstandigheid met betrekking tot aangelegenheid die verband houdt met een bepaalde situatie of organisatie
boegseren inboeqseren | uit- boeqseren al roeiend een boot slepen of opduwen.
ijsbank ijsdam massa opeengestapelde ijsschotsen die de doorvaart van een zee of rivier belemmert.
hysteresis van de bo- demwaterkarakteristie k hysteresis van de bodemvochtkarak- teristiek | waterdruk hysteresis het verschijnsel dat de bodemwaterkarakteris- tiek verschillend is al naar gelang er bevochtiging of uitdroging optreedt.
hysterese hysteresis bij debieten de variabiliteit van de waterstand / afvoer relatie ter plaatse van een waterstandmeter die onder invloed staat van een variabel verhang waarbij, voor dezelfde waterstand, de afvoer bij toenemende waterstand groter is dan bij afnemende waterstand.
regime hydrologisch regime alles wat betrekking heeft op de toestand en het gedrag van een bepaalde waterloop.
draagvleugelboot hydrofoil | jetfoil schip waarvan de bouwprincipes berusten op dat van niet-supersone vliegtuigen. Door de vleugels ontstaat er opwaartse kracht, waardoor de bootromp minder weerstand ondervindt en zich sneller kan voortbewegen.
hydraulische generator hydroaggregaat werktuig dat hydraulische energie opwekt
buitenhuid huid bekleding van de romp aan de buitenkant.
kaar houwer kist met gaatjes om vis in levend te houden.
merulius lachrymans Houtvuur zeldzame, maar desalniettemin de meest gevreesde vorm van houtbederf
atropos pulsatorius Houtluis ongedierte
drain horizontale drain afvoerkanaal in de grond aangebracht ter beheersing van de grondwaterstand
afvoergolf hoogwatergolf een aanmerkelijke, betrekkelijk kortdurende verhoging van de afvoer, gekenmerkt door een snelle was, gevolgd door een tragere val.
vloed hoogwater de toestand van hoogwater.
hoofdwatersysteem hoofdwaterlichaam belangrijk (regionaal) netwerk van met elkaar in verbinding staande (stromende) oppervlaktewateren die via eenzelfde punt afwatert op belangrijkste regionale waterlo(o)p(en) - kan uit meerdere watertypen en derhalve ook uit meerdere waterlichamen bestaan
rijksstrandpalenlijn Hoofdraai langs de gehele kust gelegen referentielijn voor meetraaien
beug hoekwant vistuig, bestaande uit een lijn van ruim 70 meter, waaraan op bepaalde afstanden sneuen zijn vastgemaakt, voorzien van vishaken.
hijs/hefmateriaal hijs- en hefmidde- len werktuigen en hulpmiddelen om zware lasten op te hijsen
grondijs heusijs iJs dat onder water, op diepte, ontstaat.
meningitis hersenvliesontsteking een ontsteking van het vocht in de ruggengraat en het vocht rondom de hersenen
stuurlast Heklastig | achter- lastig de mate waarin het schip achter dieper steekt dan voor.
dijkpaal hectometreringpaal een markant punt op de waterkering of op het strand dat dient als referentiepunt voor af- standsaanduidingen
interstitieel water hechtwater | po- riewater het water dat wordt vastgehouden in de ruimte (of spleten) tussen de vaste deeltjes van de grond.
golfbreker havendam | be- schermingsdam bij vooroever een stenen hoofd of strekdam, dienende om de invloed van de golven op de kust te verminderen
langshaven haven langs de oever parallel aan de vaarwegas gelegen afmeergele- genheid
stranq hank dode riviertak in het winterbed.
handhavingprocedure- stap handhavinginstrument afzonderlijke handeling, volgens een beschreven methode, om de naleving van voorschriften te waarborgen.
koopvaardij Handelsscheepvaart | zeevaart de bedrijfstak die zich bezighoudt met het vervoer overzee van goederen en personen.
capillaire opstijging (grootheid) z haarbuisjes opstijging de opwaarts gerichte volumestroomdichtheid van water boven de grondwaterspiegel.
capillaire opstijging (proces) z haarbuisjes opstijging opwaartse stroming van water boven de grondwaterspiegel.
jaaglijn Haaleind touw waarmee een dikke tros aan de wal wordt getrokken.
gyrokompas gyro een instrument dat de hoek aangeeft van de langs-as van het vaartuig ten opzichte van het astronomische noorden (noordelijk deel van de as waar onze aarde om draait).
standplaats kwaliteit / toepasselijkheid gunstige staat van instandhouding de mogelijkheid van een beschikbare habitat om die omstandigheden te bieden die gunstig zijn voor een organisme.
blunder grove fouten | spike alle fouten die niet willekeurig of systematisch zijn
wonderkuil grote kuil | moordkuil | langskuil zeer groot, door twee botters voortgesleept kuil- net, met nauwe mazen en een zeer wijde mond.
gebruiksafhankelijk onderhoud groot onderhoud onderhoudsvorm waarbij maatregelen plaatsvinden op basis van gebruikstijd of leeftijd van een onderdeel. Dit wordt toegepast als er voldoende zekerheid is dat falen kort na die gebruikstijd of leeftijd plaatsvindt en wanneer de gevolgen van falen groot kunnen zijn.
gleyverschijnselen grondwaterver- schijnselen | hydromorfe verschijnselen verschijnselen veroorzaakt door periodieke verzadiging van de grond met water.
fluctuatie grondwaterstand- fluctuatie het stijgen en dalen van de grondwaterstand. Soms wordt deze term in kwantitatieve zin gebruikt als het verschil tussen GLG en GHG.
bronnering grondwaterspiegel- verlaging. het wegpompen van grondwater om een stuk grond droger te maken.
grondwaterstanddiep- te h* grondwaterdiepte de afstand tussen het grondoppervlak en de grondwaterspiegel.
dikkopje Grondel vissoort
sifon grondduiker | on- derleider | syphon kokervormige constructie met een verlaagd middengedeelte dat geheel met water is gevuld en die twee waterlopen met elkaar verbindt.
grondlichaam gronddijk een dijk van zand en/of klei dat beschermd moet worden tegen de inwerking van de waterbeweging
hydraulische grond- breuk Grondbreuk het verlies van korrelcontact in de grond als gevolg van te hoge wateroverspanningen - in geval van een cohesieve afdekkende grondlaag leidt dit tot opdrijven en opbarsten, in geval van een niet-cohesieve grondlaag tot heave.
val grondafschuiving in los gepakt zand optredende omvangrijke en mootsgewijze bodemuitvloeiing, veelal kom- of schelpvormig begrensd.
grof zand grof aanduiding voor zanden met een gemiddelde korrelgrootte van de zandfractie tussen 210 en 2000 um.
open goot grijsgoot een open goot voert regenwater bovengronds af naar een voorziening. De goten zijn gemaakt van prefab (beton) elementen, bijvoorbeeld een molgoot.
grijpstang Grijpbeveiliging stang waaraan te water geraakte personen zich kunnen vastgrijpen
kaart noorden Nk grid noorden de richting van het noorden volgens de kaart
filter granulair filter een tussenlaag in de taludbekleding die uitspoeling van fijnkorrelig materiaal uit de ondergrond door de bovenliggende laag van de bekleding voorkomt.
grampus griseus Grampus soort dolfijn
schor gors | kwelder buitendijks aangeslibd land, dat bij gewone vloed niet meer onderloopt en doorgaans begroeid is.
golfoploophoogte Golfoploopniveau hoogste niveau ten opzichte van de stilwaterlijn tot waar een golf het talud nat maakt.
stroomkrib golfbreker | strandhoofd | hoofden zeewaarts gerichte, van steen opgetrokken, krib aan het strand.
paalhoofd golfbreker strandhoofd met één of meer paalrijen.
golftop golfberg | golfkam het hoogste punt van een golf
goed zeemanschap goed schippersge- bruik varen met gebruik van het gezonde verstand, dat wil zeggen met kundigheid en vaardigheid, alsmede met overleg handelen en vooruitzien.
globale stralings- stroomdichtheid Rg | K globale straling de kortgolvige stralingsstroomdichtheid (golflengte <4 (m) die uit de hemisfeer invalt op een horizontaal vlak per eenheid van tijd en eenheid van oppervlakte.
global navigation satellite system GNSS Global Positioning System | Glonass | Galileo een wereldwijd systeem voor de bepaling van positie, tijd en snelheid bevattende een ruimte, grond en gebruikers segment
planeren glijden Ischeren het boven water komen
hydroplaan glijboot een door luchtschroeven voortbewogen vaartuig met zeer weinig diepgang.
kapitein Gezagvoerder gezagvoerder op een koopvaardij- of passagiersschip.
fucus serratus Gezaagde zeeëik blaaswier
vertebraat gewervelde dieren gewerveld dier.
modelfactor Gevoeligheidsfactor de partiële factor waarin onzekerheden in de berekeningsmethoden zijn verdisconteerd.
kabelbed geul ruimtebeslag dat door een gemeenschappelijk tracé van één of meer kabels, buizen, HDPE- en/of mantebluizen - die toebehoren aan één netwerkbeheerder - wordt gevormd
vaargeul geul een relatief smal gebaggerd en / of betond vaarwater
vaargeul geul het deel van de (breedte van de) bodem van de vaarweg dat voor de scheepvaart door baggeren op een bepaalde minimale diepte gehouden moet worden.
getijtafel getijtabel tabel met tijden en hoogten van het astronomische hoog- en laagwater en de havengetallen voor verschillende kustplaatsen
getij getijde | tij het periodiek rijzen en dalen van het water als gevolg van de aantrekkingskrachten van maan en zon.
getij getijde | tij de waterbeweging gedurende één volledige ge- tijperiode.
numerieke waarde getalswaarde een getalsmatig vast te leggen uitkomst van een meting of toetsing
zwevend stof gesuspendeerde stof | gesuspendeerd materiaal | suspensie gedeelte van het sediment dat continu zwevend wordt gehouden door de opwaartse componenten van de turbulente stroming, of als colloïde in suspensie.
status gesteldheid toestand van een oppervlaktewaterlichaam.
mare clausum Gesloten zee zee waar zich geen vreemde oorlogsschepen mogen vertonen.
genus geslacht onderdeel van een familie
mariene geologie Geologische oceanografie wetenschappelijke studie van de zeebodem.
geotextiel geokunstof een vlak doorlatend weefsel of vlies, in contact met grond en/of andere materialen toegepast in geotechnische en civieltechnische constructies
equipotentiaalvlak Geoïde oppervlak dat punten met gelijke zwaarte- krachtspotentiaal verbindt
geo-informatie geografische informatie gegevens met een directe of indirecte referentie naar een plaats op het aardoppervlak.
ware noorden Nw geografisch noorden de richting van de geografische noordpool.
absolute nauwkeurigheid geodetische nauwkeurigheid | geografische nauwkeurigheid de nauwkeurigheid van een positie schatting in relatie tot de geografische of geodetische coördinaten van de aarde
geslachtelijke voortplanting generatieve voortplanting voortplanting waardoor er genetisch gezien een uniek, nieuw individu ontstaat
trampschip general-service ship | vrachtschip vrachtzoeker. Schip dat in verschillende havens op zoek is naar lading.
kustlijn Gemiddelde laag- waterlijn overgang van zee naar land wordt: grens tussen het ‘droge' en het ‘natte' deel van de waterkering.
laag laag water spring LLWS gemiddeld laag- laagwaterspring meerjarig gemiddelde van het laagste springlaagwater per maand.
averij grosse Gemene averij daarvan is sprake wanneer er opzettelijk en redelijkerwijs een buitengewone opoffering of uitgave wordt gedaan ter gezamenlijke beveiliging, met het doel de zaken voor gevaar te bewaren.
homogeniteit gelijksoortigheid het gelijk van aard of samenstelling zijn.
geleidingsvermogen GELDHD geleidendheid een maat voor het vermogen van een stof (vast, vloeibaar, gas of in oplossing) om de elektrische stroom te geleiden.
geleidelijn geleidelijnen twee achter elkaar op de oever geplaatste bakens die een merklijn vormen.
landmerk geleidelijn twee karakteristieke oriëntatiepunten op de kust en dieper gelegen land in één lijn.
strekdam geleidedam | lei- dam dam langs de normaallijn welke richting geeft aan een stroming.
intrinsieke doorlatend- heid k geëigende doorla- tendheid maat voor de doorlatendheid voor zover deze afhankelijk is van de geometrische eigenschappen van het medium.
college van gedeputeerde staten GS Gedeputeerde Staten
demiwater Gedemineraliseerd water water dat is behandeld om verontreiniging-, mineraal- en zoutvrij te zijn.
gemengd rioolstelsel gecombineerd riool rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater gezamenlijk via een leidingstelsel worden ingezameld en afgevoerd
berging V geborgen hoeveelheid water | waterinhoud het volume water dat aanwezig is binnen een bepaald gebied, eventueel gespecificeerd in een nader aan te geven deel van de grond.
dijkringfrequentie gebiedsfrequentie | dijkringgebiedfre- quentie gemiddelde overschrijdingskans - per jaar - van de hoogste hoogwaterstand waarop de tot directe kering van het buitenwater bestemde primaire waterkering om een dijkringgebied moet zijn berekend, zoals bedoeld in het eerste lid van Artikel 3 van de Wet op de waterkering en zoals per dijkringgebied weergegeven in Bijlage II bij de Wet op de waterkering.
compressor gascompressor toestel om gassen samen te persen
plankton bloei fytoplankton bloei excessieve groei / bloei van fytoplankton.
secundaire ontgronding Functionele ontgronding | functionele ontzan- ding | secundaire ontzanding ontgronding die niet is gericht op winning van oppervlaktedelfstoffen, maar waar wel opper- vlaktedelfstoffen bij vrij komen.
trechter fuik taps toelopend hulpstuk om stoffen door een nauwe opening te gieten
wrijving Frictie weerstand die optreedt wanneer een voorwerp bewogen wordt ten opzichte van een ander voorwerp of andere stof waarmee het in aanraking is
werklijn Frequentielijn relatie tussen het jaarmaximum van de afvoer en de overschrijdingskans daarvan per jaar.
lithotroof freatotroof met grondwater gevoed (grondwaterachtig).
grondwaterspiegel freatisch vlak het vlak door de punten waar het grondwater een drukhoogte gelijk nul heeft
grondwaterstand freatisch niveau | freatisch vlak de hoogte van een punt waar het grondwater een drukhoogte gelijk nul heeft (de absolute waterdruk is dan gelijk aan de druk van de atmosfeer) t.o.v. een referentieniveau.
vleugelkuil Franse kuil kuil met uitgesneden boven- en onderzijde.
voet foot oude lengtemaat
vloeibare modder fluid mud afzetting van zeer geconcentreerd slijk in water, die vervolgens de diepte van het water sterk kan doen verminderen.
moeraseiland Floatlands houten frame met drijvers van kurk, waarover fijn gaas is gespannen en waarop wortelstokken van onder andere boterbloem, lisdodde, riet, wilg en zegge zijn gelegd.
filterfeeders filtreerders diersoorten die hun voedsel (plankton) uit het water filtreren
slibfractie Fijne fractie genormaliseerde term voor het totaal aan minerale deeltjes kleiner dan 0.016 mm in sedimenten of gronden
fijn zand Fijn aanduiding voor zanden, waarvan de gemiddelde korrelgrootte van de zandfactie of de zandmedi- aan tussen 63 en 210 micron ligt.
ijzersulfaat FeSO4 Ferrosulfaat
extrapoleren extrapolatie uit bekende termen van een reeks daarbuiten gelegen termen berekenen
riooloverstort Ri- ooloverst. externe overstort | overstort een inzamelknooppunt, uitgevoerd als voorziening met drempel, voor het onder bepaalde omstandigheden lozen van afvalwater uit het rioleringsnetwerk naar een ander rioleringsnet- werk of oppervlaktewater in de zin van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
extern afvalstofleiding externe afvalstoffenleiding | verpompbare afvalstoffenleiding buis of stelsel van buizen voor transport van afvalstoffen van derden
uitzondering excemption uitzonderingen (doelverlaging en fasering) die het mogelijk maken de KRW-doelstelling te verlagen resp. de termijn waarop de doelstelling behaald moet worden te verlengen.
evenwichts vochtver- deling (na capillaire opstijging) evenwicht waterverdeling het verloop met de diepte van het watergehalte verkregen door capillaire opstijging in een aanvankelijk droge grond, nadat het watertransport in de onverzadigde zone weer verwaarloosbaar klein is geworden.
evenwichts vochtver- deling (na uitzakking) evenwicht waterverdeling het verloop met de diepte van het watergehalte verkregen door langdurig uitzakken van water in aanvankelijk natte grond, nadat het watertransport in de onverzadigde zone verwaarloosbaar klein is geworden.
vermesting eutrofiëring verstoring van de natuurlijke balans van een milieu als gevolg van een te hoge concentratie aan fosfor en stikstof, onder andere afkomstig uit mest en waterzuivering.
ernstiq risiconiveau ER ernstige bodem- vernontreinigingsco ncentratie wetenschapelijk afgeleide waarde die aangeeft bij welke concentratie sprake is van ernstige effecten op het ecosysteem.
evenaar equator | linie snijlijn van x,y-vlak met de ellipsoïde
energiebalans van het aardoppervlak energiebalans de vergelijking die de balans van inkomende en uitgaande energiefluxen aan het aardoppervlak uitdrukt
emulgator emulgeerder een stof die een emulsie stabiel houdt of het ontstaan van een emulsie bevordert (er voor zorgt dat de geëmulgeerde stof niet samenklontert)
omwentelingsellipsoïde Ellipsoïde mathematische figuur, die ontstaat door een ellips,met lange en korte as a en b te roteren om de korte as (kortweg: ellipsoïde)
handgereedschap elektrisch gereedschap | handwerktuig handwerktuig
effluentgoot effluentsloot open goot voor de afvoer van effluent
eenheidshydrogram eenheidsafvoergolf denkbeeldige afvoergolf als gevolg van in korte tijd op het gehele stroomgebied gelijkmatig vallende regen, die een totale oppervlakteafvoer teweegbrengt gelijk aan een over het stroomgebied uitgebreide laag water ter dikte van een gekozen lengte-eenheid.
lepas anatifera Eendenmossel rankpootkreeft die 20-40 centimeter lang kan worden en over de hele wereld voorkomt.
ecologische amplitude Ecologische amplitude de frequentieverdeling van het voorkomen van een soort over bepaalde klassen van milieufactoren.
eb ebstroom | ebbe stroom in de richting die overheerst bij zakkend water.
ebschaar ebgeul een getijgeul, die voornamelijk open ligt voor de ebstroom en die aan het zee-einde een drempel heeft.
profiel oppervlaktewater Dwars- en lengte- profiel waterloop | Dwarsprofiel waterloop een denkbeeldige doorsnijding van een oppervlaktewater, eventueel samengesteld als geschematiseerd gemiddelde van één of meerdere actuele en/of historische dwarsprofielen
duikfles duiktank metalen cilinder. Bevat perslucht tot een maximale druk van 200 bar.
bulbsteven Druppelsteven voorsteven met onder de lastlijn een druppel- vorm, die als doel heeft de waterweerstand te verminderen.
deserteren drossen deserteren van een (koopvaardij)schip.
slibdroogbed droogbedden open bakken voor het drogen van slib door filtratie en weersinvloed
totale droogweeraf- voer hydraulisch droog weer afvoer de totale afvalwaterafvoer uit het rioleringsge- bied tijdens droogweer.
d-tocht droge tocht hoofdwatergang met een geringe breedte en met een bodemdiepte tot doorgaans maximaal een halve meter onder het plaatselijke waterpeil.
droge strand droge stof gedeelte van het strand, waarop bij verreweg de meeste getijden geen zeewater komt.
greppel droge sloot ondiepe gegraven geul voor waterafvoer vanuit de kavel naar de sloot.
droge stof DS droge dichtheid massaconcentratie van de som van opgeloste, drijvende en gesuspendeerde stoffen.
drinkwater drinkbaar water | kraanwater leidingwater, bestemd of mede bestemd om te drinken
voorde drecht | tricht een doorwaadbare, doorgaans verharde, plaats in de waterloop, die dient voor de oversteek van die waterloop
drainagebuis drain ondergronds gelegen buis met doorlatende c.q. geperforeerde wand die dient voor de afvoer van grondwater.
klimmateriaal draagbaar klimmateriaal draagbare ladders, trappen, enzovoort
behuizing doseerpompenkast | pompschacht | omkasting civiele of bouwkundige constructie als bescherming tegen weersinvloeden en/of afscherming van emissie
doppler-effect doppler-principe verandering in de lengte en frequentie van een licht- of geluidsgolf als gevolg van de beweging van de zender en/of de ontvanger van de golf ten opzichte van elkaar.
doorvaartwijdte doorvaartbreedte de kleinste breedte onder een brug of in een sluis die bij de maatgevende waterstand volledig door het maatgevende schip kan worden benut, gemeten loodrecht op de vaarwegas
percolatie (grootheid) z* doorsijpeling de filtersnelheid van de neerwaarts gerichte stroming van water in de capillaire zoom of in de onverzadigde zone.
percolatie (proces) z* doorsijpeling neerwaartse beweging van water in de onverzadigde zone.
doorlaatfactor K doorlatendheidco- efficiënt | doorlaatcoëfficiënt een maat voor het vermogen van de grond om vloeistof of gas door te laten, gelijk te stellen aan de volumestroom door een eenheid van oppervlakte als de stijghoogtegradiënt in een isotroop medium loodrecht op het oppervlak gelijk is aan één .
dijkdoorbraak doorbraak gebeurtenis waarbij de kering bezweken is
despatch Dispache door deskundigen opgemaakte berekening van zeeschade en verdeling daarvan onder belanghebbenden.
schemerzone disfotische zone de zwak verlichte zone die ongeveer overeenkomt met de mesopelagische zone.
discontinuiteit discontinuiteit een onderbreking in de relatie tussen twee grootheden.
indirecte primaire waterkering dijkringgebied- scheiding | tussendijk | schei- dingsdijk primaire waterkering, die niet bestemd is tot direct kering van het buitenwater en niet langs oppervlaktewater is gelegen, maar deel uitmaakt van een dijkringgebied als gemeenschappelijke scheiding tussen twee aangrenzende dijkringge- bieden.
dijkring dijkringgebied een gebied dat door een stelsel van waterkeringen beveilig moet zijn tegen overstroming, in het bijzonder bij hoge stormvloed, bij hoog oppervlaktewater van een van de grote rivieren, bij hoogwater van het IJsselmeer, of bij een combinatie daarvan.
ringdijk dijkring het om een dijkringgebied gelegen stelsel van waterkeringen
kruinhoogte dijkhoogte hoogte van de waterkering.
dijkbewakingsectie dijkbewakingvak deel van een kering dat toegewezen is aan een dijkbewakingfunctionaris
diffuse bron diffuse lozinq oorsprong van een emissie die niet te relateren is aan een specifiek punt.
differentiële waterca- paciteit C | Cw differentiële vocht- capaciteit de reciproke van het differentiaalquotiënt van de bodemwaterkarakteristiek, die gelijk gesteld mag worden aan het quotiënt van een kleine verandering in watergehalte en de bijbehorende verandering van de matrische component van de waterdruk.
isobath dieptelijn lijnen op een zeekaart die de diepte van het water aangeven.
dichtheid van lucht dichtheid van vochtige lucht de som van de dichtheid van droge lucht (d en de dichtheid van waterdamp (v :
volumieke massa van droqe korrels dichtheid de massa per volume van het droge toeslagma- teriaal met poriën
diadroom diadrome vis trekvissen.
reisverandering deviatie wijziging in het vaarplan in afwijking van of in strijd met het contract.
detrivoren detrivoor dieren die zich voeden met dood plantaardig materiaal
waarschuwingslimiet detectielimiet de maximaal toegestane fout in de gemeten positie - tijdens integriteitcontrole - voordat alarm wordt geslagen.
desinfectieruimte desinfectiegebouw | chloorgebouw gebouw of ruimte voor de opstelling van de des- infecteerapparatuur
drukkingpunt Deplacement- zwaartepunt de resultante van alle opwaartse krachten van de door de waterlijn liggende volumen.
waterverplaatsing Deplacement het gewicht van de hoeveelheid water die door een drijvend vaartuig wordt verplaatst.
departement departementaal CC onderdeel van de Rijksoverheid belast met de uitvoering van taken op bepaalde taakgebieden
vlak denning vlakke gedeelte van het onderwaterschip - bodem van het schip.
den denneboom | Luikhoofd de verticale zijden van de luikopening bovendeks, waarop de luiken van een binnenvaartschip rusten.
geluiddemper demper | pulsatie- demper toestel of inrichting om het ontstaan of het doordringen van geluid te verminderen
vertraqinq delay de tijd tussen de werkelijke meetmomenten van sensoren en de tijd waarop het sensorgegeven ‘geklokt' wordt door het (software) systeem.
heave deining verticale afwijkingen van een vaartuig, veroorzaakt door golven en deining
surging deinende golf een golf, die bij breking op een (relatief steile) helling als het ware eerst wordt opgelicht voordat de golf kan breken, en een betrekkelijk geringe schuimvorming vertoont
regio deelstroomgebied min of meer hydrologisch begrensd deel van een stroomgebieddistrict, gebaseerd op de WB21- gebieden - NL: 4x Rijn, Maas, Schelde, Eems - voor de duidelijkheid altijd gebruiken in combinatie met de regionaam, bijv. regio Rijn-Oost
caissonziekte decompressieziekte | decoziekte duikersaandoening die wordt veroorzaakt door het te snel aan de oppervlakte komen, waarbij de stikstof in de minst doorbloede delen van het lichaam vrijkomt.
wateraanbod debiet hoeveelheid water(debiet) die op een bepaalde plek in een periode/moment wordt aangeboden om langs te vloeien
dauwpunt temperatuur Td dauwpunt de temperatuur tot welke een gegeven hoeveelheid, vochtige lucht bij constante druk en mengverhouding moet worden afgekoeld om verzadiging te verkrijgen.
internationale datum- grens IDL datumgrens meridiaan van 180° Oost / West
gegevensverwerking dataverwerking alle handelingen met vastgestelde gegevens die plaatsvinden na gegevensbewerking.
onzekerheid data onzekerheid onvastheid, twijfel omtrent iets, onbetrouwbaarheid
dijkvak Damvak | Kadevak | Dijksectie | Kade- sectie deel van een waterkering met min of meer gelijke sterkte eigenschappen en belasting.
dampdruk e dampspanning de partiële druk van waterdamp.
walkapitein Dambaas persoon die zicht houdt op het kadebedrijf van een rederij, een werf of een havenonderdeel
equinox Dag- en nachtevening dag van het jaar waarop de lengte van dag en nacht exact gelijk is
verwarmingsleiding cv-leiding | cv- waterleiding buis of stelsel van buizen ten bate van de centrale verwarming
verwarmingsinstallatie cv-installatie installatie voor centrale verwarming
cryptogeen cryptogene soort al dan niet inheemse soort
crosstoetsing cross-validatie vergelijken van meetwaarden met hun buren door op basis van die buren een interpolatie- waarde te berekenen voor de meetwaarde
norm criterium | standaard regel voor de normalisatie
st. elmsvuur corposant zeldzaam voorkomend natuurverschijnsel, veroorzaakt door luchtelektriciteit, waarbij een elektrische ontlading plaatsvindt die als een zwak lichtschijnsel aan puntige voorwerpen (masten, kerktorens) waarneembaar is.
datumtransformatie Coördinaattrans- formatie een transformatie van coördinaten in het ene coördinaatstelsel naar een ander coördinaatstel- sel
coördinaatstelsel coördinaatsysteem stelsel met datum, waarin de relatieve ligging van punten met behulp van coördinaten kan worden beschreven.
containergebouw containerruimte | roostergoedge- bouw gebouw of ruimte voor de opstelling van containers
atterbergse grenzen consistentie grenzen | plasticiteitgrenzen een serie getallen, bepaald uit proeven op Cohe- sieve grond, die het watergehalte aangeven waarbij de consistentie (vast, plastisch, vloeibaar) van een grond verandert.
waterconservering conservering de opslag van water van goede kwaliteit tijdens natte periodes teneinde in droge periodes de inlaat van gebiedsvreemd water te kunnen verminderen.
condensput condensaatput besloten civiele ruimte voor de opvang van condensaat
condenscycloon condensaatcycloon toestel om water af te scheiden uit een gas- of luchtleiding met behulp van centrifugaalkracht
condens Condensaat vloeistof, met daarin eventueel verontreinigingen, die uit de gasfase in de vloeistoffase is overgegaan
conchologie conchyliologie bestudeert weekdieren (mollusken) met een schelp.
geurfilter compostbak | compostfilter | biofilter | lavafilter bak of tank gevuld met compost, lavastenen of ander dragermateriaal voor het biologisch verwijderen van geurstoffen uit aspiratielucht
coagulatievormer complexvormer chemische stof waarmee zware metalen kunnen worden opgenomen
koolwaterstofhars colofonium een synthetische (kunstmatige) hars
seinvlag codevlag een van de seinvlaggen of -wimpels uit de code van het Internationaal Seinboek.
chloriniteit chlorositeit het totale gewicht aan chloorionen per gewichtseenheid zeewater, als alle broom- en jodiumionen zijn vervangen door een equivalente hoeveelheid chloorionen.
desinfectiecircuit chloorcircuit contactruimte voor desinfectie van afvalwater
chemicaliën chemische hulpstoffen hulpstoffen bij de behandeling van (afval-)water of slib
vangst per inspan- ningseenheid CPUE Catch Per Unit Effort dit is het aantal vissen die gevangen worden in een bepaalde tijdsspanne, op een bepaalde oppervlakte.
stookwaarde calorische onderwaarde verbrandingswarm- te de hoeveelheid warmte-energie bij verbranding van een brandstof waarbij de gevormde waterdamp gasvormig verdwijnt.
verbrandingswaarde calorische bovenwaarde de hoeveelheid warmteenergie bij verbranding van de brandstof waarbij de gevormde waterdamp vloeibaar is (rookgastemperatuur 25°C).
koek cake vast ontwaterd residu op een filtermedium na filtratie.
taan cachou | run ontsmettende, conserverende bruingele verfstof, een aftreksel van eikenschors, waarmee visnetten en zeilen werden behandeld.
omloopleiding bypassleiding | passeerleiding stelsel van buizen of leidingen om een omleiding te bewerkstelligen
beun bun een ruim van een schip dat bestaat uit een aparte bak (los van de huid van het schip), voor het vervoer van losgestorte materialen
megaptera novaeang- liae Bultrug walvis
denning buikweger | buik- denning de vloer van het ruim.
gastro-enteritis buikgriep ziekte die gepaard gaat met misselijkheid, overgeven, diarree en buikkramp
breektank bufferpress | hydrofoor | drinkwatertank | drinkwaterinstalla- tie | wateronderbre- kinginstallatie | firepack installatie om te voorkomen dat verbruikers rechtstreeks op het leidingwaternet worden aangesloten
chartervaart Bruine vloot voormalige bedrijfsvaartuigen die (weer) onder zeil zijn gebracht en verhuurd worden om al dan niet met een beroepsbemanning te zeilen met betalende passagiers
vaarsimulator brugsimulator installatie waarmee maritieme officieren in opleiding op het droge kunnen oefenen.
navigatiebrug brug | stuurhut | stuurstand verhoogde opbouw op het schip waarin het stuurhuis en de kaartenkamer zijn ondergebracht en van waaruit de navigatie wordt geleid.
gebroken drinkwater Brinktankwater leidingwater na passeren van de breektank
bres breuk gat in de waterkering
golfbrekingparameter brekerparameter de verhouding tussen de bodemhelling en de wortel uit de golfsteilheid - dit dimensieloze getal is bepalend voor het type brekergolf
sleeplijn breidel kabel waardoor een schip met de sleepboot verbonden is.
geografische breedte breedte deze kan door middel van astronavigatie worden afgeleid uit de hoogte van de noordelijke of zuidelijke hemelpool boven de horizon.
brandblusapparaat brandslang | brandblusser | blusdeken (draagbaar) apparaat om branden mee te blussen
branding brandingzone zone waar gedurende de beschouwde tijd min of meer gedurig golven branden.
verwarmingsketel brander | cv-ketel vat waarin water door verhitting wordt opgewarmd met als doel warmteoverdracht
bowen ratio bowen-quotiënt | bowen-verhouding de voelbare warmtestroomdichtheid H gedeeld door de latente warmtestroomdichtheid (EE, afgegeven door het aardoppervlak aan de atmosfeer
zeeschelde boven-zeeschelde | beneden- zeeschelde de Schelde tussen Gent (ca. 65 m breed) en de Vlaams-Nederlandse grens (ca. 450 m breed).
bedrijfsgebouw bovenbouw | be- dieningsgebouw | kantoor | hoofdgebouw hoofdgebouw op een locatie waar meerdere activiteiten kunnen plaatsvinden
slap boterachtig aanduiding van de toestand waarin een grondsoort met kleimineralen en/of humus zich kan bevinden ten vochtopname
boothuis botenhuis overdekte steiger in de vorm van een schuur, voor de berging van kleine pleziervaartuigen.
kooirotor borstelbeluchter | beluchtingsrotor | rotor op borstels gelijkende rotoren waarmee lucht ingeslagen wordt in de aëratietank
borden/masten borden | masten | palen groep van overige vastgoedelementen van pa- len/borden/masten
bodemprofiel boorprofiel | profiel het beeld van de verticale opeenvolging van alle bodemlagen in een boorpunt of een waarne- mingspunt
limnoria lignorum Boordpissebed een schaaldier van ongeveer 3 mm. lengte dat in het hout van schepen gangen maakt met een diameter van 2,5 mm.
deklijn boordlijn omtreklijn van het dek.
boordlichten boordlantaarn het navigatielicht dat een vaartuig, langer dan 6 meter, tijdens de vaart bij duisternis aan bakboordzijde en stuurboordzijde moet voeren
piercer boorder dier dat zich ergens in boort.
rondhout Boom iedere houten of metalen paal of buis die wordt gebruikt als mast, giek, gaffel, boegspriet, kluiverboom, spinnakerboom, fokkeloet, fokkeboom, spriet en dergelijke.
vaarboom boom stok waarmee een schip voortbewogen kan worden door de voet op de bodem van het vaarwater te plaatsen en tegen het andere einde te duwen.
binnenwaterkering boezemkade | kanaaldijk een dijk gelegen langs ander buitenwater dan bedoeld bij hoofdwaterkering
bodemwarmtestroom- dichtheid G bodemwarm-
bodemwatergetal r bodemvochtgetal | porositeit, water- qevulde - het volume bodemwater gedeeld door het volume van de vaste stof van een gegeven volume bodem.
bodemwater vereffe- ningscoëfficiënt D bodemvocht veref- feningscoëfficiënt de doorlatendheid gedeeld door het product van de differentiële watercapaciteit en het soortelijk gewicht, (g, van het water.
bodemwaterkarakte- ristiek bodemvocht karakteristiek verband tussen de matrische component van de waterdruk en het watergehalte als volumefractie van de bodem.
bodemwater bodemvocht water dat zich in het bovenste deel van de grond (bodem) bevindt, meestal in de onverzadigde zone.
demersale vissen bodemvissen vissen die dicht bij de bodem van de zee leven, zoals kabeljauw, schol en tong.
bodem verdamping Es bodemverdamping de verdampingstroomdichtheid vanuit de bodem.
reliëf bodemconfiquratie de natuurlijke oneffenheid van een oppervlak
waterbodem bodem het onder de waterspiegel gelegen grondvlak van een rivier, kanaal, meer, haven, etc., exclusief de overgangtaluds naar de oevers.
verstekeling Blinde passagier | passevolant iemand die zich heimelijk aan boord van een vaartuig heeft begeven met de bedoeling een land illegaal te verlaten of binnen te komen, dan wel zich te laten vervoeren zonder daarvoor te betalen.
kustgrafieken bliksemgrafiek een grafische weergave van een reeks kustme- tingen - het verloop in de tijd van de diepte of hoogte in een meetpunt, of van de positie van een bepaalde hoogte- of dieptelijn in een mee- traai
niet-carbonaathardheid blijvende hardheid de hardheid die niet neerslaat als gevolg van verhitting.
loodzand Bleekzand een uitspoelinglaag die bestaat uit zand die grauwgrijs gekleurd is
blauwe knooppunt blauwe knoop| uitwisselings punt punt tussen waterhuishoudkundige eenheden (stroomgebieden, deelstroomgebieden of water- lichamen) waar overdracht van water en stoffen van het ene naar het andere gebied plaatsvindt
muskusrat bisamrat | water- konijn schuchtere planteneter uit de familie der woel- muizen, die schade toebrengt aan gewassen en waterkeringen.
taxon biotaxon eenheid in het classificatiesysteem van organismen.
sparqinq biosparging de injectie van lucht onder de waterspiegel om opgeloste vluchtige organische stoffen te ontmantelen en om de aërobe biodegradatie van organische stoffen te vergemakkelijken.
mariene biologie Biologische oceanografie studie van de biologie en ecologie van alle mariene organismen (bacteriën, protisten, schimmels, planten en dieren) die in de estuaria, de kusten en oceanen leven, samen met hun biologische processen in relatie met hun natuurlijke omgeving.
biopesticide biocide pesticide van biologische oorsprong, bestaande uit micro-organismen (zoals Bacillus thuringien- sis) of natuurproducten (zoals pyrethrine).
biologisch zuurstofverbruik BZV biochemisch zuur
kim Bilge de einder of horizon.
averij particulier Bijzondere averij de averij die niet het gevolg is van fouten of ingrepen van de bemanning of derden (act of men)
verzadigingsfactor B-factor waterspanningfactor (i.v.m. verzadiging) (van Skempton)
bezwijkkans Bezwijkwaarschijn- lijkheid kans op bezwijken.
bezwijkcriterium Bezwijknorm faalcriterium dat door bezwijken wordt gerealiseerd
vloeivoorwaarde bezwijkcriterium
wortelzone bewortelde zone de grondlaag waarin de levende wortels van een bepaalde vegetatie aanwezig zijn, meestal beschouwd als de laag waarin het overgrote deel van de wortels zich bevindt.
kinetische energie bewegingsenergie de energie die bewegend water bezit.
tender Bevoorradingsschip boot die bemanning, passagiers en bagage van een op de rede of in de haven liggend schip afhaalt, of van de wal aan boord brengt.
schippersbeurs Beursbevrachting- kantoor | beurs plaats waar vervoerders en verladers op het gebied van de (wilde) binnenvaart samenkomen tot het aangaan van overeenkomsten.
schakelkast besturingskast kast waarin elektrische schakeltoestellen worden gemonteerd
productuitgaven besteksuitgaven uitgaven die nodig zijn om het product te maken
beregening besproeiing irrigatiemethode waarbij het veld wordt besproeid.
oeverbescherming beschoeiing | oe- verbeschermingsob ject materiaal dat aangebracht is op de grens van water en land, ofwel langs de waterkant, om ofwel de oever tegen afkalving te beschermen, dan wel te voorkomen dat door afkalving van de oever de doorstroming, de waterbeheersing of het vaarwegverkeer belemmerd wordt.
effectieve porositeit ne beschikbaar pori- engehalte het volume van de poriën, dat beschikbaar is voor transport van vloeistof, gedeeld door het totale volume van de grond (bodemdeeltjes en poriën).
beschikbaar bodemwater beschikbaar bo- demvocht het volume water dat per eenheid van horizontaal oppervlak aanwezig is, voor zover dit volume door de planten kan worden opgenomen.
bergbezinkbassin BBB bergingsriool | pa- rallelbezinkriool | bergingsvijver | regenwaterbassin | bergbassin een bijzondere vorm van een riooloverstort, om het onder bepaalde omstandigheden geloosde afvalwater te verminderen en/of de samenstelling van dit afvalwater te wijzigen
bergingscoëfficiënt S bergingsfactor het quotiënt van de verandering in specifieke berging en de bijbehorende verandering van de stijghoogte c.q. grondwaterstand.
opslagruimte berging ruimte om iets in op te slaan
berekende waarde berekend de waarde is het resultaat van een berekening
overleg beraadslaging | deliberatie situatie van afstemming middels uitwisselen van informatie en standpunten
benutten (van regenwater) benutting benutten is het mechanisme waarbij regenwater wordt gebruikt als spoelwater voor toiletten, koelwater voor productieprocessen, gietwater voor gewassen, bluswater
onvoldoende beneden de maat | gewogen en te licht bevonden | ontoereikend te weinig voor het beoogde doel
bemonsteringsmetho- de bemonsteringswij- ze wijze waarop een monster genomen is, ten behoeve van een later uit te voeren analyse.
inwinnende instantie bemonsterende instantie instantie die gegevens en/of monsters verzamelt of verzamelt heeft
aëratietank beluchtingstank | pasveersloot | carrousel | beluchtingsloot | oxidatiesloot tank waarin een bacteriemassa onder zuurstofrijke omstandigheden biochemische omzettingen in afvalwater bewerkstelligt
borstelbeluchter Beluchter op borstels gelijkende rotoren waarmee lucht ingeslagen wordt in de aëratietank
puntbeluchter Beluchter roterende schotel waarmee lucht ingebracht wordt en welke zorgt voor voortstuwing in de aëratietank
wad- en sontvaarder Beltvaarder kustvaarder bedoeld voor de vaart in niet al te diep water, zo dicht mogelijk onder de kust.
talud beloop onder helling gelegen vlak.
bbp beleidsproduct beleidsproduct een beleidsproduct is een tussen waterschappen afgesproken taakveld. Over deze taakvelden wordt door waterschappen eenduidig gerapporteerd, zodat gerapporteerde gegevens onderling vergelijkbaar zijn. Binnen het BBP (Beheer en Beleid Product) speelt de financiële verantwoording van activiteiten een belangrijke rol.
bekledingsconstructie Bekledingssysteem geheel van lagen die tot doel hebben de dijkkern te beschermen tegen erosie door de waterbeweging, bestaande uit een toplaag met daaronder (eventueel) uitvul-, filter- en kleilagen.
taludbekleding Bekleding afdekking van de kern van een dijk ter bescherming tegen golfaanval en langsstromend water.
beheerplan bekkenbeheersplan | stroomgebiedbe- heerplan een strategisch plan voor een watersysteem waarop de wijze waarop beheerd wordt inzichtelijk gemaakt wordt, zowel voor de eigen organisatie als voor derden
bbp beheerproduct beheerproduct een beheerproduct is een nadere detaillering van een beleidsproduct waarbij de financiële verantwoording wordt gesplitst naar bouw en verwerving, naar bedieningsactiviteiten met betrekking tot het primair proces en naar activiteiten met betrekking tot onderhoud aan onderdelen.
budget begroting geheel van personele, materiële en financiële middelen toegekend aan een plan of aan een organisatorische eenheid.
angiospermen bedektzadigen | bloemplanten planten die gekenmerkt worden door bloemen en zitten de zaden in een afgesloten vrucht.
bedekkingsgraad BEDKG bedekking de loodrechte projectie op een proefvlak van alle zichtbare plantendelen van één soort, uitgedrukt ten opzichte van het totale oppervlak van het proefvlak
rivierbed bedding | bed het lage deel van een rivierdal waardoor meestal de gehele afvoer plaatsvindt.
lagune bassin | beluchte lagune een ondiepe plas waar zonlicht, bacteriële activiteit en zuurstof samenwerken om afvalwater te zuiveren.
referentiestation basisstation station uitgerust met een GPS ontvanger en een radiozender gebruikt voor differentiële GPS metingen
emissiespoor basisinspanning het emissiespoor houdt in dat aan de vuiluitworp van riooloverstorten op het oppervlaktewater een bepaald maximum wordt gesteld.
stuwdam barrage vaste constructie die dient om afstromend water op te stuwen teneinde dit tijdelijk te bergen.
zeepok Balanoïdea rankpootkreeft, uit de onderorde der Balano- morpha, familie der Balanidae.
technisch vaarwegbe- heer bakbeheer het op de vereiste diepte en breedte houden van de vaargeul (baggeren) ten behoeve van de scheepvaart, het beschermen van de oevers tegen golfafslag door de scheepvaart (onderhoud 'harde' oevervoorzieningen) en het verwijderen van obstakels in de vaargeul .
specie baggerspecie | gebaggerde grond| onderhoudsb agger door uitgraven of baggeren verkregen grond
shigellose bacillarie dysenterie soort dysenterie
byssusdraad baard stevige eiwitdraden, waarmee een mossel zich vasthecht aan het substraat
zeearm baai | golf langgerekte inham in open verbinding met zee en zonder rivierafvoer.
dispache Averijregeling door deskundigen opgemaakte berekening en verdeling van zeeschade onder belanghebbenden (reder en verzekeraar).
autoafzetplaats autosteiger voorziening die de mogelijkheid biedt een auto van en naar boort te zetten.
automatische piloot Automatische stuurinrichting instrument dat een schip die koers doet laten varen waarop men hem heeft ingesteld.
autecologie auto-ecologie studie van de relaties tussen individu en milieu.
roll on/roll off-schip Ro/ro autocarrier schip met verschillende dekken, die met schuine opritten of liften met elkaar verbonden zijn.
noorderlicht aurora borealis | poollicht lichtverschijnsel dat men in de buurt van de noordpool kan waarnemen.
zuiderlicht aurora australis | poollicht lichtverschijnsel dat men in de buurt van de zuidpool kan waarnemen.
organisch drooggewicht asvrij drooggewicht massaverschil tussen het drooggewicht en het asgewicht.
astronavigatie Astronomische
coördinaatstelsel assenstelsel stelsel van drie assen die elkaar in een punt loodrecht snijden, waarmee ieder punt ruimtelijk vastgelegd kan worden met afstanden tot de X, Y en Z-as
gloeirest GR asrest de hoeveelheid anorganische stof aanwezig in een monster afvalwater of slib.
mastiek Asfaltmastiek warm bereid asfalt met een continu gegradeerd mengsel van zand en vulstof en een overmaat aan bitumen, dat nagenoeg geen holle ruimte heeft
pekelkreeft Artemia salina primitief schaaldier
kevlar Aromatische polyamide zeer sterke kunststof, waarmee onder andere bepaalde polyester jachten worden versterkt.
archiefnummer dossier Archiefnummer dossier meetpunt archiefcodenummer waaronder relevante informatie op papier of andere informatiedrager in een archief aanwezig is
maricultuur aquacultuur de kweek en/of de ontginning van schelpdieren op zee, in de directe omgeving van de kustlijn (8 a 10km).
appendagekelder appendageput kelder of put waarin toestellen en onderdelen staan die dienen ter completering van een technische installatie
aangroeiwerende verf anti-fouling verf die op scheepsrompen wordt aangebracht om de aangroei van bacteriën, algen, wieren, zeepokken, kokerwormen, mosselen en andere organismen te voorkomen.
slingertank anti slinger tank elk van de door buizen met elkaar verbonden tanks aan weerszijden van het schip die dienen om het slingeren tegen te gaan.
drijfnet ansjovissleepnet bestaat uit een lange strook want dat verticaal in het water hangt en rechtop gehouden wordt door drijvers.
lier ankerlier | windas mechanisch hulpmiddel om grote kracht op een schoot, val of ketting te kunnen uitoefenen.
ankerbal Ankerbol dagmerk in de vorm van een goed zichtbare zwarte bol op het voorschip
chronische bloedarmoede anemia bloedarmoede ontstaat wanneer rode bloedcellen niet genoeg zuurstof transporteren naar de lichaamsweefsels
meetduur analysetijd de tijd die nodig is om een enkele meting uit te voeren
waardebepalingme- thode analysemethode | verkrijgingmethode wijze waarop de meetwaarde bepaald is
anadroom anadrome vis trekvis die in zout water leeft en in zoet water paait.
amebiase amoebe dysenterie ziekte veroorzaakt door Entamoeba hystolica
ambivalentie ambiquity de situatie die verkregen wordt wanneer een set metingen zoals bepaald door een systeem meer dan één mogelijke oplossing geeft.
alkaliteit ALKLTT alkaliniteit | alkali- citeit het vermogen van water om zuur op te nemen (zuurbufferend vermogen), meestal tot een pH van 4,5 is bereikt.
thunnus alalunga Albacore witte tonijn
opschalingniveau alarmniveau moment waarop opschaling plaats vind
wash-akkoord Akkoord van Schotland ook akkoord van Schokland. Akkoord waarin Nederland aangeeft 50 miljoen mensen in 2015 te hebben voorzien van Water, Sanitatie en Hygiene.
airconditioning airco installatie voor de regeling van luchttemperatuur
generator Aggregaat werktuig dat elektrische energie opwekt
negatieve stuwkrom- me afzuigkromme | valkromme de waterspiegel in een waterloop waar de diepte kleiner is dan de evenwichtsdiepte als gevolg van een benedenstroomse verkleining van de even- wichtsdiepte.
topafvoer afvoerpiek de grootste afvoer die gedurende een hoogwaterperiode voorkomt
afvoerfrequentie afvoeroverschrij- dingfrequentie het aantal keren dat een bepaalde afvoer in een zekere periode wordt bereikt of overschreden.
specifieke afvoer afvoerintensiteit afvoer per oppervlakte-eenheid van het beschouwde gebied (met een gekozen overschrijdingsfrequentie) die wordt gebruikt voor het ontwerp van leidingen en bijbehorende kunstwerken.
goot afvoergoot een afvoergoot voert hemelwater bovengronds af over een relatief lange afstand naar bijvoorbeeld een infiltratievoorziening.
rioolwaterzuiveringsinstallatie RWZI afvalwaterzuiveringsinstallatie | zuiveringsinstallatie de installatie die zorg draagt voor de zuivering van afvalwater
influent Afvalwater via riool | rioolwater de waterstroom die een systeem of een behandelingseenheid binnenkomt.
zuiveringsinfrastruc- tuur afvalwater infrastructuur een samenstel van transportstelsel(s), RWZI('s) en SVI('s)
afstandsaanduiding overige punten Afstandsaanduiding lozing-
schuif Afsluiter sluiting om hevels, sifons en doorlaatwerken te modelleren, die regelbaar zijn door de aanwezigheid van een of meer van dit soort sluitingen. Schuivend blad om iets af te sluiten
afsluitdam afsluitdijk dam welke een ongewenste stroming afsluit
aanlegplaats afmeervoorziening een plaats gelegen in een vaarweg, bedoeld voor het ligplaats nemen met schepen c.q. recreatie- vaartuigen, niet zijnde woonschepen, voor een bepaalde periode.
overnamepunt afleveringspunt | inlaat | inprikpunt | overdrachtspunt het punt waar de verantwoording over het werk waarmee afvalwater wordt getransporteerd, overgaat van een instantie/bedrijf op de waterkwaliteitsbeheerder
lozing aflaten kunstmatige of natuurlijke afvoer van overtollig water.
offshore aflandig op volle zee plaatsvindend of zeewaarts gericht
eb afgaand water | ebbe de toestand waarin de ebstroom overheerst.
eb afgaand water | ebbe het dalen van de waterspiegel na de vloedkente- ring.
dilatatiefactor A-factor waterspanningfactor (i.v.m. belastingsgeschie- denis) (van Skempton)
beluchten aeratie het op het juiste moment met, de juiste hoeveelheid lucht of zuurstof in aanraking brengen van actief slib
richtlijnen heffing Advies heffingen naar aanleiding van een controlebezoek bij een bedrijf, in het kader van de heffingsverordening, of rapportage van een zelfbemonsterende bedrijf kan aan de afdeling heffingen een advies gegeven worden over de hoeveelheid Vervuiling Eenheden (VE) er voor de WVOW heffing voor het betreffende bedrijf opgelegd moet worden.
zeemist advectiemist mist die op zee vooral in het late voorjaar en de vroege zomer optreed
achtergrondwaarde achtergrondcon-
dichtheid van waterdamp v absolute vochtigheid de massa van waterdamp per volume eenheid.
grond aarde de min of meer losse, met lucht en water vermengde stof waaruit de bovenste aardlaag bestaat
af-/aanvoervak aanvoervak | af- voervak | tak een aanduiding van de onderverdeling in de lengterichting van wateren, waarbij de onderverdeling ontstaan is door het dimensioneren van een stelsel van wateren aan de hand van hydraulische parameters
af-/aanvoergebied Af-/ (en) aanv.geb( ied). aanvoergebied | afvoergebied | af- wateringsgebied | bemalinggebied | boezemgebied | stroomgebied een gebied begrenst door (stroom)scheidingen, waaruit beschouwd vanuit het afvoerpunt het water van dat gebied afstroomt of via bemaling getransporteerd wordt naar het desbetreffende afvoerpunt.
alluvium aanspoeling | alluviaal sedimenten die door erosieprocessen zijn afgezet, meestal door rivieren.
afvalwatertransport- werk aansluitleiding een verbinding met dezelfde diameter (segmenten) tussen gemeentelijke riolen en rioolwaterzuiveringsinstallaties alsmede zuive- ringswerken niet zijnde rioolwaterzuiveringsinstallaties (persleidingen c.a., ontluchtingspunten, overstortpunten en rioolgemalen).
aanslagregel aanslag de formele beschrijving van een belastingschuld, zoals opgenomen op een aanslagbiljet
hydrodynamische periode aanpassingstijd de tijd die nodig is om vanaf het aanbrengen van een belasting, de wateroverspanning te laten afnemen tot deze (vrijwel) geheel is verdwenen.
opdrachtnemer aannemer rechtspersoon die in aanmerking komt om tegen vergoeding een opdracht uit te voeren.
monsteren aanmonsteren zich rechtens verbinden en op de monsterrol doen inschrijven als lid van de bemanning.
onshore aanlandiq op het vasteland plaatsvindend of gericht naar het vasteland
buitenboordmotor Aanhangmotor aanhangmotor voor kleinere vaartuigen, die aan de achtersteven wordt bevestigd.
aalhoekwant Aalwant vistuig met hoeken (haken) om paling te vangen.
mediaan 50% percentiel de middelste
overige relevante watersystemen (ii van ii) 2e orde watersystemen waterlopen die naast de belangrijkste nog kunnen worden onderscheiden en die eveneens 'beeldbepalend' zijn
twaalfmijlsgrens 12-mijlszone grens van de territoriale wateren op twaalf mijl uit de kust.
1% norm een wetland wordt in de conventie van Ramsar beschouwd als internationaal belangrijk als het regelmatig meer dan 20.000 watervogels herbergt of als er regelmatig minstens 1 % van de individuen van een geografische populatie van één of meer watervogelsoorten aanwezig is (het zogenaamde 1 % -criterium).
17b-estradiol equivalenten EEQ mate voor de hormoonverstorende activiteit door deze uit te drukken ten opzichte van het natuurlijke oestrogene hormoon 17b-estradiol
1d-alfanumerieke- constante alfanumerieke constante.
1d-berekening meta-informatie over de berekening met een 1D-oppervlaktewatermodel.
1d-bodemsprong 1D-Kunstwerk waarmee een abrupt verschil in bodemhoogte in de stroomrichting in een waterloop wordt weergegeven.
1d-brugpijler een geschematiseerde weergave van een of meerdere brugpijler(s) die dwars op de stroomrichting in een waterloop is/zijn gesitueerd.
1d-constante waarde van een toestandsvariabele.
1d-duiker een geschematiseerde weergave van een duiker
1d-dwarsprof-hoogte- breedte-rel de stroomvoerende breedte en de totale breedte op het betreffende niveau in het dwarsprofiel.
1d-dwarsprofiel set gegevens waarmee de denkbeeldige doorsnijding van een 1D-vak of gedeelte daarvan, eventueel samengesteld als geschematiseerd gemiddelde van een of meerdere actuele en/of historische dwarsprofielen, wordt vastgelegd
1d-dwarsprofiel- cirkelboog de gegevens waarmee een cirkelvormig dwarsprofiel wordt beschreven.
1d-dwarsprofiel-lijn de gegevens van een dwarsprofiel, dat wordt beschreven door de breedte op een of meer niveaus.
1d-dwarsprofiel- trapezium de gegevens waarmee een trapeziumvormig dwarsprofiel wordt beschreven.
1d-functie(t) de parameters waarmee een tijdfunctie wordt beschreven.
1d-functie(u) de parameters waarmee een functie van de uitvoerwaarden van een rekenpunt wordt beschreven.
1d-gebied de informatie voor het berekenen van de afvoer (lozing) uit een op het netwerk afwaterend gebied. De lozing wordt in een 1D- schematisatiepunt aan de schematisatie toegevoegd.
1d-gemaal een geschematiseerde weergave van een gemaal
1d-hevel een geschematiseerde weergave van een hevel
1d-interne randvoorwaarde de interne randvoorwaarde, opgelegd door een 1D-Kunstwerk.
1d-knooppunt een virtueel punt dat de begrenzing vormt van een of meer 1D-vakken
1d-krooshek een geschematiseerde weergave van een krooshek
1d-kunstwerk 1D-Schematisatiepunt waar een kunstwerk in een 1D-vak is gesitueerd.
1d-kunstwerk- algemeen de karakteristieken van een kunstwerk in het algemeen dat niet getypeerd is.
1d-kunstwerkpunt een aan/-afvoerpunt van een kunstwerk.
1d-lozingspunt 1D-Schematisatiepunt waar water van buiten het model wordt toegevoegd aan een 1D-vak. Indien de hoeveelheid negatief is, wordt water onttrokken.
1d-numerieke- constante numerieke constante.
1d-qh-relatie de gegevens voor het beschrijven van de relatie tussen debiet en waterstand.
1d-randknooppunt een 1D-knooppunt dat de begrenzing vormt van een enkel 1D-vak.
1d-randvoorwaarde de informatie voor het berekenen van de toe- standsvariabelen in de 1D-randknooppunten.
1d-rekenpunt een virtueel punt in een 1D-vak waarin de wiskundige vergelijking die de waterbeweging (of stoftransport) beschrijft wordt opgelost.
1d-schematisatie meta-informatie over de schematisatie van het 1D-oppervlaktewatermodel.
1d-schematisatiepunt punt op een 1D-vak waar interne randvoorwaarden, zoals waterstanden, debieten, stofconcentraties, vrachten of meteogegevens worden gespecificeerd,
1d-schuifstuw een geschematiseerde weergave van een beweegbare schuif, die dient om de waterstand boven- en benedenstrooms van de constructie of een debiet te regelen.
1d-segment rekeneenheid van het waterkwaliteitsmodel. Een 1D-segment omvat een of meer 1D-vakken of gedeelten daarvan. De eigenschappen van een 1D-segment zijn over de gehele lengte gelijk. De eigenschappen van inliggende 1D-vakken, zoals dwarsprofielgegevens worden
1d-segmentpunt punt in een 1D-vak dat de begrenzing vormt van een of meer segmenten. In een 1D-segment kunnen splitsingen of samenvoegingen van (gedeelten van) 1D-vakken voorkomen. In die gevallen wordt het 1D-segment door meer dan twee 1D-segmentpunten begrensd.
1d-segmentpunt- relatie de relatie waarmee geregistreerd wordt welke segmentpunten een segment begrenzen. Een segmentpunt kan de grens vormen van meer segmenten.
1d-startwaarde de waarden van de toestandsvariabelen op een 1D-rekenpunt bij het begin van de berekening.
1d-stuurwaarde de informatie voor het sturen van een 1D- kunstwerk.
1d-stuw een geschematiseerde weergave van een constructie met een vaste drempel of een beweegbare klep. De klep dient om de waterstand boven- en benedenstrooms van de constructie of een debiet te regelen.
1d-stuwduiker een geschematiseerde weergave van een stuw- duiker
1d-stuw-uitgebreid een geschematiseerde weergave van een constructie met een vaste drempel en een vaste of beweegbare schuif c.q. klep. De schuif/klep dient om de waterstand boven- en benedenstrooms van de constructie of een debiet te regelen.
1d-tijdreeks de waarden van een toestandsvariabele, vastgelegd als een tijdreeks.
1d-uitvoerpunt een 1D-rekenpunt waarvan de resultaten van de berekening worden weggeschreven
1d-uitvoerpunt- instelling de instelling van een uitvoerpunt tijdens een berekening.
1d-uitvoertraject een verzameling 1D-uitvoerpunten gelegen langs een aaneengesloten deel van de schematisatie.
1d-uitvoerwaarde de berekende waarden waarin de waarden van de toestandsvariabelen op een 1D-uitvoerpunt zijn vastgelegd.
1d-vak rekeneenheid van het waterkwantiteitsmodel. In een 1D-vak kunnen verschillende 1D- rekenpunten, 1D-schematisatiepunten en 1D- dwarsprofielen voorkomen
1d-vak afstand de afstand tussen een punt in een 1D-vak en de beginknoop van het 1D-vak, gemeten langs de verbindingslijn tussen begin- en eindknoop van het vak. De langste afstand in een 1D-vak is gelijk aan de lengte van het 1D-vak.
1d-vak-uitvoertraject een entiteit waarin is vastgelegd welke 1D- vakken behoren tot een 1D-uitvoertraject.
1-mijlzone zone, die tot 1 zeemijl zeewaarts loopt vanaf het dichtstbijzijnde punt van de basislijn.
2,5-dichloor-6- nitroaniline een benzeenring met een aminegroep (NH2) waarop de 2e en 5e plaats een Cl zit en op de 4e een NO2
2,6- dichloorfluorbenzami- de een metaboliet van dichlobenyl, een bestrijdingsmiddel
5-jaarlijkse toetsing periodieke beoordeling van de veiligheid en sterkte van een dijkring
aaljaagnet rechthoekig net waarvan de opstaande zijden aan stokken zijn bevestigd.
aalsgeweer visnet voor de aalvangst.
aalzegen elke zegen waarvan de maaswijdte niet meer dan 25 millimeter en de lengte niet meer dan 40 meter bedraagt
aan boord a/b wordt gebruikt in adressering, bijvoorbeeld: Jan Visser, a/b MS Spes Major.
aanbesteding aanbesteden wil zeggen dat een opdrachtgever een nader omschreven (hoeveelheid) werk op de markt brengt en uitvoerende partijen in de gelegenheid stelt hiervoor een aanbieding (offerte) te doen.
aanbestedingsprocedure procedure voor het behandelen van aanbestedingen
aanbestedingsregle- ment werken. ARW
aandeel waarde bebouwd de waarde van het als gebouwd aangemerkte gedeelte inclusief ondergrond, die als onderdeel is opgenomen in de vastgestelde waarde van het Woz-object in gehele euro's.
aanduiding bij huisnummer de aanduiding die wordt gebruikt voor adressen die niet zijn voorzien van gebruikelijke straat- en huisnummeraanduidingen
aanduiding naamge- bruik een aanduiding voor de vaststelling van de wijze van het gebruik van persoonlijke gegevens zoals die door een persoon bij aanschrijving wordt gewenst
aanduiding volgorde procedurestap een aanduiding voor de plaats die een procedu- restap binnen het geheel van procedurestappen heeft, indien een ordening van dit geheel op basis van reguliere tijdvolgordelijkheid heeft plaatsgevonden
aangeslibd land land als gevolg van met water aangevoerde delen (slib) aangegroeid
aangesloten verhard oppervlak de totale hoeveelheid verhard en/of bebouwd oppervlak van de percelen die op het rioolbema- linggebied zijn aangesloten
aangeven het aan de afslag doorgeven van de vermoedelijke hoeveelheid te verkopen vis.
aangifte procedure de procedure volgens welke een aangifte dient te verlopen
aangifteformulieren formulieren waarmee aangifte van schade kan worden gedaan
aangrijpingspunt object verkeersongeval aanduiding voor waar het object werd geraakt dat betrokken was bij een verkeersongeval
aangroeiing hechting van plantaardige (algen) en dierlijke (zeepok) organismen aan het zich onder water bevindende deel van de scheepsromp
aanhaakpunt het punt waar de waterbeheerder de beinvloe- ding van de keten op het watersysteem moet/wenst te reguleren.
aanlandig de wind waait naar het land toe.
aanleg een maatregel die uitgevoerd wordt om een nieuw object te creëren
aanleg werksoort die bestaat uit het uitbreiden van het hoofd(vaar)wegennet door aanleg of verbreding van hoofd(vaar)wegen, verbetering van bestaande hoofd(vaar)wegen en maatregelen die bijdragen aan een capaciteitsvergroting van de bestaande infrastructuur (benutting).
aanlegdiepte het niveau van de onderkant van de constructie, vastgelegd ten opzichte van NAP of het maaiveld of een bouwpeil
aanleghoogte kruinhoogte van de waterkering onmiddellijk na het gereedkomen ervan.
aanleghoogte bovenkant leiding de hoogte van de buitenzijde van de bovenkant van de leiding ten tijde van de aanleg in meter ten opzicht van het normaal amstersdam peil
aanleghoogte onderkant leiding de hoogte van de onderkant van de buitenzijde van de leiding ten tijde van de aanleg in meter ten opzicht van het normaal amstersdam peil
aanlegsteiger een voorziening om schepen aan te laten meren.
aanlegvergunningen- regime een regeling met juridische basis in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij krachtens voorschriften in een bestemmingsplan een vergunning van burgemeester en wethouders nodig is voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden.
aanleiding verkeersongeval aanleiding tot een verkeersongeval
aanloopsnelheid de laagste stroomsnelheid waarbij een propeller of cupmolen in beweging komt.
aanmaning schriftelijke mededeling voor het voldoen van een betaling
aanmonsteren in dienst nemen van schepelingen voor een reis.
aannames van dupuit de navolgende aannames voor het debiet in een open aquifer: a: de hydraulische gradiënt is gelijk aan het verhang van de waterspiegel | b: de stroomlijnen zijn horizontaal | c: de equipotenti- aal lijnen zijn verticaal
aanneming de verbintenis enig werk op bepaalde voorwaarden te volbrengen.
aanpassing een genetisch bepaalde karakteristiek die de mogelijkheid van een organisme om met zijn omgeving om te gaan verbeterd.
aanrijking het opconcentreren van stoffen in een bepaalde fractie.
aanslag type aanslagen van verschillende belastingsoorten kunnen gecombineerd worden op 1 biljet. Ze moeten dan wel van hetzelfde type zijn bv: belasting die met een peildatum werken of voor een gebruiks periode heffen.
aanslagbedrag het resultaat van de heffingsberekening die voor een bepaald heffingsobject aan een heffings- plichtige opgelegd is
aanslagbiljet bedrag het totaal bedrag van alle aanslagregel bedragen die de heffingsplichtige moet betalen aan een waterschap.
aanslagnummer een combinatie van gegevenselementen die een aanslagbiljet uniek kunnen identificeren. Dit nummer wordt gebruikt als betalingskenmerk of als aanslagkenmerk voor de heffingsplichtige ingeval van correspondentie.
aanslagpeil pomp gemaal het aan te stellen peil op grond waarvan het gemaal begint te werken
aansluitconstructie het gehele dwars- en lengteprofiel van een grondconstructie in zijn afwijkende vorm, bij de overgang naar een duin, hoge gronden of een kunstwerk
aantal een bepaalde hoeveelheid als resultaat van een telling
aantal inwoners equivalenten het werkelijke aantal inwoners afkomstig van opgave van de gemeente, of afkomstig uit het rioleringsplan en geldend voor een bepaald jaar.
aantasting verandering van fysische, chemische en mechanische eigenschappen van een materiaal onder invloed van het milieu waarmee het in contact komt
aantoonbaarheids- grens de laagste concentratie van de component in het laboratoriummonster waarvan de aanwezigheid nog met een bepaalde betrouwbaarheid kan worden vastgesteld.
aanvaardbare dagelijkse dosis ADI schatting van de hoeveelheid schadelijke stof (bijvoorbeeld pesticiden) die gedurende een mensenleven dagelijks kan worden ingenomen via onder meer voedsel en drinkwater, zonder noemenswaardige gezondheidsrisico's.
aanvang condities ijking de initiële hydrologische condities van een stromend systeem die weergegeven worden door de distributie van de waterstand in de aquifer op een bepaald moment dat correspondeert met voorgaande hydrologische omstandigheden in dat systeem.
aanvangsstabiliteit de weerstand tegen omslaan als de boot recht op het water ligt.
aanvaring de botsing van schepen met elkaar.
aanverwant bekle- dingstype niet-standaard-steenzetting of bekledingstype dat verwant is aan steenzettingen.
aanvoerafsluiter het afsluiten van een aanvoerleiding
aanvoeren het door middel van een werk of langs natuurlijke weg naar een oppervlaktewater halen of laten stromen van water uit een ander oppervlaktewater.
aanvoersloot sloot die dient voor de aanvoer van water naar de diverse gebieden die niet in eigendom bij het waterschap is.
aanvraag vergunning de aanvraag van een vergunning (positieve beschikking)
aanvullende markering markering naast de hoofdmarkering inde regel bedoeld om een ondieper gelegen vaargeul voor de recreatievaart aan te geven
aanvullende waterbehoefte het verschil tussen het potentiële neerslagtekort en de bodemwaterleverantie voor de situatie met aanvullende watervoorziening.
aanwakkeren het sterker worden van de windkracht.
aanwas door aanspoeling tegen de oever ontstaan land.
aanwezige pompover- capaciteit het deel van de pompcapaciteit dat werkelijk beschikbaar is voor de regenwaterafvoer (m3/h) in een rioleringsgebied of als verhouding tot de grootte van het afvoerend oppervlak (mm/h)
aanwijzingsbesluit een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit waarin een gebied als Natura 2000 gebied wordt aangewezen en begrensd en waarin de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied worden aangegeven.
aanzegging formele berichtgeving over te nemen acties naar aanleiding van een overtreding
aard van het oppervlak reliëf en bodemgesteldheid
aarden baan wegenbouwkundige term voor een uit grond bestaande constructie waarop een wegverharding wordt aangelegd.
aardkorst buitenste schil van de aardbol
aardkundig waardevol gebied gebied met specifieke landschappelijke kenmerken die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van het gebied
aardlaag algemene term voor een laag van de aardkorst - in de geologie worden aardlagen volgens de regels van de stratigrafie nader omschreven
aaskuil kuil voor het vangen van aas.
abandonneren verlaten of in de steek laten van het schip.
abiotiek het totaal aan fysiche en chemische abiotische factoren.
abrasie het tegen elkaar aanwrijven van het ene deeltje tegen het andere in een filtermedium of een ionenuitwisslingsbed.
abs-keur keurmerk van het American Bureau of Shipping.
absolute positie de positie van een punt t.o.v. de oorsprong, co- ordinaatassen en schaal van het coördinaatstelsel
absolute waterdruk pabs de druk van het bodemwater overeenkomend met de som van de relatieve waterdruk en de atmosferische druk.
absoluut stelsel een rioolstelsel waaruit al het ingezamelde afvalwater zonder kans op overstorten wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringinstalla- tie.
absoluutheid de microgrootte van een filter
absorptie de overgang van een component naar een ander medium.
abstracte klasse klasse zonder objecten.
abundant talrijk voorkomend
abundantie het aantal van een soort dat men op een bepaalde oppervlakte en/of gedurende een bepaalde tijd waarneemt.
abyssaal betrekking op alles wat voorkomt in de diepzee
abyssale vlakte de diepzeetafel tussen 3000 en 6000 meter diepte.
abyssopelagische zone zone in de waterkolom van de oceanen vanaf een diepte van 4000 meter tot aan de oceaanbodem.
academische titel een formeel via het staatsblad gepubliceerde aanduiding van een wetenschap gelijke of andere graad van opleiding welke bij aanschrijving vooraf gaat aan de voornamen (dan wel de daarvan afgeleide naamgegevens) dan wel volgt op de achternaam.
accidentele verontreiniging dit type vervuiling vindt haar oorzaak in een plotselinge gebeurtenis binnen een kort tijdsverloop (maximum 72 uur) tussen het ontstaan van de verontreiniging en de manifestatie van de schade.
accommodatie benaming van de ruimten aan boord van het schip uitsluitend ten behoeve van de opvarenden.
accord européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par voie de navigation du rhin ADNR reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn
accumulatie ophoping
achtergrondvertroebe- ling vertroebeling buiten invloed van de baggeractivi- teit als gevolg van plaatselijk sedimenttransport, hydrologische- en meteorologische omstandigheden, passerende schepen, het aan- en afmeren van beunbakken e.d.
achterland het gebied aansluitend aan de landzijde van de waterkering.
achterland het gebied dat materiaal levert waarmee elders een nieuw pakket van afzettingsgesteenten wordt opgebouwd.
achterlandverbinding de transportverbinding tussen havens en regio's in het achterland.
achterloopsheid lekstroom achter een constructie om
achterpiek de ruimte tussen achtersteven of spiegel en het achterste waterdichte schot.
achterschip deel van het schip achter de grootste breedte
acoustic doppler current profiler ADCP akoestisch meetinstrument dat gebruikmaakt van het dopplereffect om een stromingsprofiel (stroomsnelheid en -richting) op elke diepte) van de waterkolom op te maken.
acrylonitril butadieen styreen ABS kunststof materiaal dat onder andere wordt gebruikt voor de fabricage van surfplanken.
actiecentrum de plaats van waaruit een dienst of organisatie de eigen bijdrage aan de rampbestrijding regelt
actiecentrum cras (actiecentrum voor) een taakgroep schadeexperts die zich door actief en passief informatie vergaren richt op het verkrijgen van een totaaloverzicht van ontstane schade
actief beheer het uitvoeren van werken als de aanleg van een infrastructuur en het bouwen van een zuiveringsinstallatie
actief biologisch beheer actief (door de mens) ingrijpen in een ecosysteem.
actief bodembeheer met actief bodembeheer wordt beoogd nieuwe verontreiniging te voorkomen en waar nodig de bodemkwaliteit te verbeteren om de bodem geschikt te maken voor het gewenste gebruik.
actief kool dit is het meest gebruikte adsorptiemedium, dat geproduceerd wordt door koolstofbevattende stoffen of celluloselagen zonder lucht te verhitten.
actief peilbeheer peilaanpassing ten gevolge van peilbesluit actief realiseren
actief slib zuiverende biomassa in vlokvorm
actiefslib installatie type zuiveringsinrichting waarbij de zuiverende micro-organismen -het actief slib- zijn vermengd met afvalwater
actieprogramma ruimte en cultuur, architectuur- en bel- vederebeleid ARC met dit actieprogramma versterkt de overheid de ruimtelijke kwaliteit van Nederland, door architectuur- en cultuurhistorisch beleid beter in te brengen in het ruimtelijk beleid
actieve groepen ionen die stevig vastgemaakt zijn op de matrijs van een ionenuitwisselaar.
actieve gronddruk de minimaal optredend horizontale druk, die de grond uitoefent, wanneer een verticale wand in zijn geheel evenwijdig aan zich zelf van het grondlichaam af wordt verplaatst
actieve gronddrukco- efficiënt laagst mogelijke verhouding tussen horizontale en verticale spanning (b.v. direct achter een wand die van het grondmassief af beweegt).
activiteit een bepaalde werkzaamheid, verrichting
activiteit per stap per rechtsverhouding Akt. per stap per rechts- verh. een in de procedure voor een specifiek type rechtsverhouding uit te voeren activiteit.
actoren de betrokkenen (personen, organisaties en instanties) bij de uitvoering van het onderzoek of de sanering
actualisatie-onderzoek onderzoek dat wordt uitgevoerd om te controleren of oudere gegevens van de kwaliteit van de waterbodem nog geldig zijn.
actualiteit datum laatste update in verhouding tot aantal wijzigingen per tijdseenheid (of mate van wijzigingen).
actueel grond- en op- pervlaktewaterregime. AGOR
actuele gebruiksfunctie wijze waarop een gebied door de mens is aangewend.
actuele hoogte bovenkant leiding de meest recent ingewonnen hoogte van de buitenzijde van de bovenkant van de leiding in meter ten opzicht van het normaal amstersdam peil op de locatie waar monitoring plaatsvindt middels een zakbaken terhoogte van de vervangende damwand.
actuele risico's de daadwerkelijk optredende risico's van een aanwezige verontreiniging voor mens en milieu, waarbij rekening wordt gehouden met het feitelijk gebruik van de locatie door de mens, de aanwezige soorten in het ecosysteem en lokaal optredende verspreidingsprocessen met betrekking tot het grond- en oppervlaktewater.
actuele sterkte huidige werkelijke sterkte
actuele sterkte sterkte op moment van beoordeling
actuele sterkte verantwoorde schatting van de werkelijk ter plaatse van dijk en directe omgeving aanwezige schuifsterkte, ontleend aan voorkennis omtrent gedrag van dijk tijdens hoogst gemeten belas- tingomstandigheden., lab. onderzoek. aan lokaal gestoken monsters en/of terreinonderzoek.
acute toxiciteit giftigheid van een stof na eenmalige toediening
acute toxiciteittoets toets waarbij de mogelijke gevolgen van de blootstelling aan hoge concentraties of de toediening van hoge doseringen van een toxische stof binnen een kort tijdsbestek ten opzichte van de levensduur van de soort worden onderzocht.
additionele berging extra berging t.o.v. het verhard oppervlak. Vaak toegepast bij berekening volgens de 5 minuten analyse.
adenovirussen virussen met een dubbele DNA-streng
administratief beheer het verwerken van bedrijfsgegevens, het registreren en documenteren van correspondentie, financieel beheer en de administratieve organisatie van deze bedrijfsfunctie
administratief gebied Administratief geb. een niet tastbaar begrensd grondoppervlak dat als eenheid geldt voor bestuurlijke verantwoordelijkheid, voor bedrijfsvoering, waarbinnen een specifieke rechtsverhouding te onderscheiden is of waarvoor een specifieke functie of bestemming geldt.
administratief stuur- gegeven een administratieve eis vastgelegd in een bij een algemene regel behorend eisenpakket
administratief verslag vastlegging (handmatig of geautomatiseerd) over overschrijdingen van termijnen die in vergunningen of in algemene regels opgenomen zijn.
administratief voorschrift een administratieve eis, vermeld in de wvow- vergunning
admiraalzeilen manoeuvre van eskaders zeiljachten onder aanvoering van een gekozen 'admiraal'.
admiralty charts zeekaarten uitgegeven door het Britse Hydrographie Department of the Admiralty.
adres de gegevens over een adres
adsorptie de hechting van verbindingen in oplossingen aan het oppervlak van vaste stoffen.
adsorptiecomplex het totaal van de klei- en humusdeeltjes in de bodem die betrokken zijn bij het adsorptie- desorptieproces.
adsorptiefilter een afscheider die zorgt voor adsorptie van verontreinigingen aan reactieve deeltje
advectie transport van opgeloste stof door meevoering met de grondwaterstroming.
advectie het proces waarbij een atmosferische grootheid wordt getransporteerd door de horizontale beweging in de atmosfeer (wind).
adventiefwortels wortels die ontstaan aan bovengrondse plantedelen, onder invloed van bijzondere omstandigheden
adventus standaard met afspraken over de opslag en definitie van de gegevens over water. Is opgevolgd door Aquo.
advies datgene wat men tegen een ander zegt om hem te helpen. Ook: raad, raadgeving, aanbeveling
adviesaanvraag de aanvraag van een advies met als doel te komen tot een beslissing ter ondersteuning van de gebruiksfuncties van een watersysteem
adviesdienst verkeer en vervoer AVV
adviesgroep AVM orgaan samengesteld uit alle betrokken overheden en belangengroep dat de dijkbeheerder (initiatiefnemer in MER-procedure) adviseert over verbeteringsproject. De adviesgroep neemt geen besluiten.
adviseur organisatorische eenheid of derde die advies geeft op grond van specifieke kennis
aërobe bacteriën dit zijn bacteriën die hun substraat (voeding) oxideren door middel van zuurstof ademhaling en die zich voeden met de energie die door dit proces wordt gecreëerd.
aërodynamische weerstand voor waterdamp transport ra de weerstand voor het transport van waterdamp E in de luchtlaag tussen het ge- was/bodemoppervlak z1 en de hoogte van de meting z2
aërosol systeem van fijne vaste of vloeibare deeltjes (< 30 um diameter) verspreid in of via een gas.
afbraak fysisch, Chemisch of biochemisch proces waarbij stoffen worden afgebroken
afbreekbaarheid van een stof dit heeft betrekking op de snelheid waarmee een stof door micro-organismen of door chemische reacties wordt afgebroken.
afdekken het aanbrengen van een laag boven de verontreinigde bodem teneinde contactrisico's te beperken.
afdekking ter bescherming of ter voorkoming van emissie
afdichting het aanbrengen van een civieltechnische isolatielaag in de vorm van een laag tussen de verontreinigde bodem en de omgeving.
affiniteit de scherpte waarmee een ionenuitwisselaar een contra-ion oppakt en vasthoudt.
afgiftesnelheid de snelheid waarmee een bepaalde stof uit een medium wordt overgedragen aan een ander medium.
afhankelijke factor een factor behorend tot een ecosysteem, die tijdens de ecosysteemontwikkeling aan verandering onderhevig is, bijvoorbeeld bodem, voedselrijkdom, zuurgraaddynamiek, vegetatie, landschap.
afhankelijke variabele variabele die ten opzichte van één of meer onafhankelijke variabele(n) verandert
afkoppelen het regenwater van verhard oppervlak infiltreren in de bodem of geleiden naar watergangen in plaats van op de riolering.
aflaatleiding buis of stelsel van buizen dat wordt gebruikt om b.v. een tank deels af te laten, wordt gebruikt om het proces te beï<nvloeden.
aflaatpeil het vastgestelde peil waarbij de vijver begint met het lozen van geborgen water
aflaatput put om een tank of bassin in te laten leeglopen
aflandig zegt men van een wind die naar de zee of het water gericht is.
afloopvoorziening voorziening die de bemanning de mogelijkheid geeft vanaf het schip de vaste wal te bereiken
afmeren het degelijk bevestigen van de boot aan een steiger, kade of meerboei.
afmonsteren het dienstverband op een bepaald schip beëindigen.
afotisch zonder licht
afrastering kunstmatig opdelingobjecten t.b.v. scheiding van vastgoedobjecten of virtuele gebieden.
afschaling proces van afnemen van opschaling
afscheider een afscheider scheidt het regenwater af van de daarin bevindende verontreinigingen
afscheidingsrende- ment percentage van de stof welke door afscheiding uit het oorspronkelijke medium is verwijderd
afschrijving boekhoudkundig middel om de economische waarde van een kapitaal goed te beschrijven.
afschrijving procedure van een organisatie of bedrijf om fondsen apart te zetten voor de vervanging van kapitale goederen zodra deze verouderd raken.
afschuiven (Onder frequent voorkomende omstandigheden optredende) neiging tot afglijden van een bekleding langs een talud doordat een wateroverdruk onder de bekleding en de ondergrond zodanig vermindert dat deze kleiner wordt dan de component van het eigen gewicht van de bekleding langs het talud
afschuiving verzamelnaam voor faalmechanismen waarbij beweging van toplaag en eventueel andere lagen langs het talud plaatsvindt.
afschuiving verschuiving van een gedeelte van de aardkorst naar beneden
afslaan verkoop met bedragen van inzet in afdalende reeks.
afslag de ondermijning van kust-, duin- en oeverge- deelten door werking van het water.
afslaglijn een lijn in lengterichting van de kust die de af- slagpunten verbindt
afslagprofiel evenwichtsprofiel van een duin tijdens de maatgevende storm.
afslagprofiel het resterende profiel van een hoog voorland, inclusief dijk, na aanzienlijke buitendijkse erosie.
afslagpunt het snijpunt van het afgeslagen duinfront met het rekenpeil.
afslagzone zone van het duin die tijdens stormvloed afslaat.
afslechten bedaren van de zee.
afslibbaar het percentage of gehalte aan minerale deeltjes kleiner dan 0.016 mm
afsluiter (model) GPV voorziet in de mogelijkheid om toestellen en situaties met een unieke afvoer - stijghoogte relatie te modelleren, zoals turbines, terugslagkleppen en het gedrag van bronbemaling.
afsluiterput put waarin afsluiters zijn geplaatst
afsluiting (Vaar)wegdeel is tijdelijk of definitief gesloten (verboden) voor al het verkeer.
afsluitmiddel groot een grote beweegbare constructie met als doel een waterkerende functie te kunnen laten vervullen
afsluitmiddel klein een onderdeel met als doel een waterkerende functie te kunnen vervullen
afsnijden beëindigen van de teelt door het wegtrekken van de vis.
afsnijding direct kanaal, natuurlijk of kunstmatig, die twee punten langs een stroom verbindt, zodat de lengte van de verbinding korter wordt en het verhang toeneemt.
afstand tot nulpunt waterkering de langs de referentielijn van een oppervlaktewater of een waterkering gemeten afstand tussen het in de referentielijn gelegen getransponeerde centrale punt van de dijkpaal enerzijds en anderzijds het als zodanige vastgestelde nulpunt van de waterkering
afstand tot obstakel afstand van het obstakel tot de binnenkant van de kantstreep (bij afwezigheid van een kant- streep: de afstand van het obstakel tot de kant van de verharding)
afstandaanduiding kabel / leiding de langs de referentielijn van een oppervlaktewater of een waterkering gemeten afstand tussen het in de referentielijn gelegen getransponeerde punt van de kabel of leiding enerzijds en anderzijds het vigerende referentiepunt
afstandaanduiding meetpunt de langs het hart van een water in lengterichting gemeten afstand tussen het in het hart van het water gelegen getransponeerde centrale punt van het meetpunt enerzijds en anderzijds het vastgestelde nulpunt van dit water.
afstandhouder kunststof of metalen element dat tussen toplaagelementen wordt aangebracht om het open- ruimtepercentage te vergroten.
afstandsaanduiding dijkpaal de langs de referentielijn van een waterkering gemeten afstand tussen locatie van het object enerzijds en anderzijds het vigerende referentiepunt
afstandsaanduiding knooppunt de langs het hart van een water in lengterichting gemeten afstand tussen het in het hart van het water gelegen virtuele knooppunt enerzijds en anderzijds het vastgestelde nulpunt van dit water
afstandsbediening bediening waarbij technische hulpmiddelen nodig zijn om zicht te hebben op het te bedienen object omdat het personeel niet direct bij het object is gehuisvest
afstemming de wijze waarop sector en facetplannen in overeenstemming met elkaar worden gebracht, zowel horizontaal als diagonaal.
afstroming het transport van water uit een bepaald (stroom-)gebied.
afstromingdiagram een grafische weergave van de hydrologische situatie in een gebied.
afstromingdiepte het afstromingvolume uit een stroomgebied, gedeeld door de oppervlakte over een specifieke tijd.
aftapafsluiter het afsluiten van aftapleiding
aftapput put waarin een leiding of vat kan worden afgetapt
aftuigen de tuigage van de boot afnemen.
afvalstof restproduct van een proces
afvalstroomformulier formulier waarmee toestemming wordt verleend voor het ontdoen van bedrijfsafval of gevaarlijk afval.
afvalwater vloeibare afvalstoffen die via het riool of per as aangevoerd worden.
afvalwater water dat na gebruik overblijft en biologisch, chemisch of thermisch is verontreinigd
afvalwater water dat wordt geloosd door huishoudens, bedrijven en instellingen.
afvalwater kwaliteits- model model wat de stroming en concentratie van diverse indicatoren van de vervuilingvracht in afvalwater kan simuleren zoals dit door de riolering stroomt.
afvalwaterbehandeling door derden het laten verwerken van afvalwater afkomstig uit het beheersgebied van andere beheerders van afvalwaterzuiveringsinstallaties.
afvalwaterkelder kelder of put voor de verzameling van rioolwater in een rioolgemaal
afvalwaterstroom een volgens het lozingsschema afzonderlijke stroom van afvalwater die al dan niet een lo- zingsobject verlaat en die bij verlaten van het lozingsobject valt onder een lozing als bedoeld onder artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren
afvloeiingscoéfficient berekeningsfactor waarmee de berekende verharde oppervlakken moeten worden vermenigvuldigd. De factor is afhankelijk van het type verharding.
afvoer Q | AFVR debiet uit een gebied.
afvoer tussen de oevers afvoer bij de hoogste waterstand tussen de oevers.
afvoercapaciteit de hoogste afvoer die onder bepaalde omstandigheden een waterloop of kunstwerk kan passeren.
afvoercoëfficiënt coëfficiënt die bij de berekening van de afvoer over en door kunstwerken de gevolgen van onvolkomenheden in de schematisatie van de waterbeweging compenseert.
afvoerduurlijn grafische weergave waarin de afvoer is afgezet tegen het aantal dagen per jaar dat de betreffende afvoer wordt bereikt of overschreden.
afvoeren het door middel van een werk of langs natuurlijke weg brengen of laten stromen van water uit een oppervlaktewater naar een ander oppervlaktewater.
afvoeren (van regenwater) afvoeren is het mechanisme, waarbij regenwater via goten, leidingen en/of waterlopen buiten de gebiedsgrenzen wordt gebracht.
afvoerend oppervlak per inwoner per inwoner aanwezig afvoerend oppervlak (m2 / inwoner) binnen een rioleringsgebied
afvoergebied een cluster van peilgebieden met als gemeenschappelijk kenmerk dat ze via een gemeenschappelijk punt hun water lozen op een hoofdsysteem.
afvoerhydrologie tak van de hydrologie die zich specifiek richt op de afvoer van water uit een bepaald gebied.
afvoerleiding leiding die water wegleid van een waterrad of turbine.
afvoermeet locaties (selecteren) het proces waarbij monitoringlokaties voor de afvoermeting worden gekozen.
afvoernorm de theoretische afvoercapaciteit berekend op basis van normen van de waterkwaliteitsbeheerder (m3/h) in een rioleringsgebied
afvoernorm toets de afwijking van de gewenste afvoer ten opzichte van de berekende normafvoer, van een rioleringsgebied, uitgedrukt in procenten
afvoerput put in een voor- of nabezinktank waarin materiaal wordt verzameld
afvoerrelatie verband tussen de afvoer en een of twee bijbehorende waterstanden
afvoersysteem het samenhangend geheel van drainagebuizen, greppels, waterlopen, kunstwerken en lozing- middelen voor de afvoer van water uit een gebied.
afvoerverlooplijn grafische weergave van het verloop van de afvoer in de tijd.
afwaaiing mate van de verlaging van het peil onder invloed van de wind.
afwaaiing verlaging van het peil onder invloed van de wind.
afwatering de afvoer van water via een stelsel van open waterlopen naar een lozingspunt van het afwate- ringsgebied.
afwateringseenheid gebied dat een stelsel van wateren of riolen met de daarop lozende gronden omvat en rechtstreeks loost op buitenwater
afwateringsgebied een gebied waaruit het water wordt afgevoerd.
afwegingen het proces van afwegen van de kosten en baten die verloren gaan door het kiezen van alternatieve doelen.
afwentelen het ongevraagd aan anderen overdragen van waterkwantiteits- en kwaliteitsproblemen of daarmee gepaard gaande kosten en bestuurlijke verantwoordelijkheden in ruimte en tijd.
afwijkend streefpeil de van het vigerende peilbesluit afwijkende door de beheerder na te streven waterstand krachtens een ontheffing
afwikkeling afhandeling, afdoening
afzanding de afgraving, verlaging en vereffening van hoge zandgronden.
afzet
afzuigventilator ventilator waarmee lucht wordt afgezogen uit een ruimte
agger kleine rijzing en daling van de zeespiegel tijdens de laagwaterperiode.
agglomeratie een proces waarbij kleinere deeltjes samen worden gevoegd om een grotere massa te vormen.
aggregatie een associatie tussen een samengestelde klasse en een component klasse (maakt deel uit van). Objecten van de deelklasse kunnen worden toegevoegd of verwijderd zonder dat de geheelklasse ophoudt te bestaan.
agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren.
agrarisch bouwblok een bouwblok dat is bestemd voor agrarische doeleinden.
agrarisch verwant bedrijf een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden.
agrarische hoofdstructuur AHS de agrarische hoofdstructuur omvat het gebied buiten de GHS en de bebouwde kernen en infrastructuur
agrarisch-technisch hulpbedrijf een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
agrohydrologie tak van de hydrologie die zich specifiek richt op de relatie tussen water en de (landbouwkundige) plantengroei op het aardoppervlak.
akoestisch op of door geluid werkend
akr nummer een identificerend administratienummer van een (rechts)persoon, zoals toegewezen door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers voor gebruik in AKR
alarm attentiesignaal
alarmeren het geven van een alarm dat, al dan niet via hetzelfde medium, dient te worden gevolgd door een oproep (eenheden/diensten) of een waarschuwing (o.a. het publiek
alarmering een schriftelijke of mondelinge mededeling aan derden over een calamiteit.
alarmeringspeil peil van het buitenwater waarbij beheerders van primaire waterkeringen en colleges van Gedeputeerde Staten worden gewaarschuwd voor het nemen van passende maatregelen.
alarmpeil waterhoogte waarop alarm wordt geslagen (op- schalingconditie)
alarmrol op koopvaardij- en passagiersschepen de lijst met de algemene en individuele verplichtingen van de bemanning in geval van brand of ander gevaar.
albedo de fractie van de (inkomende) globale straling K( die door het aardoppervlak wordt teruggekaatst K(:
aldislamp dagseinlamp, waarbij het licht tot een smalle bundel wordt geconcentreerd door middel van een reflector.
alfa activiteit alfa mate van straling van heliumdeeltjes door een mengsel als gevolg van radioactief verval in het mengsel
alfa-factor de zuurstofinbreng door een beluchtingsysteem wordt bemoeilijkt door afvalstoffen in het afvalwater en (hoge) gehalten aan actief slib. De alfa-factor geeft de verhouding aan tussen de zuurstofoverdracht in afvalwater- /actiefslibmengsel en de zuurstofoverdracht in schoon water.
alfanumerieke waarde niet getalsmatig vast te leggen uitkomst van een meting of toetsing.
algemeen algebraïsch modelleer systeem GAMS model systeem van hoog niveau bedoeld voor wiskundige programmeer problemen.
algemeen bestuur van het waterschap AB
algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie Marcom-A het certificaat waarmee men alle maritieme zendinstallaties mag bedienen.
algemeen hoogtebe- stand nederland AHN
algemeen plan langsdoorsnede van het schip, waarop de indeling, de uitrusting en de belangrijkste maten vermeld staan.
algemene bepalingen regelge- ving/wet/verord Alg.bep. re- gelg./wet/ verord. bepalingen uit wetten, verordeningen en overige door het waterschap opgestelde en/of te doen naleven voorschriften, niet gericht op één specifiek subject.
algemene evenwicht analyse de analyse van relaties die bestaan tussen subsectoren van de economie.
algemene maatregel van bestuur AMvB een procedurele (uitvoering)regeling voor enkele in een wet genoemde onderwerpen.
algemene milieukwaliteit AMK een milieubelasting die voldoet aan de minimale kwaliteitseisen die in het Nationaal en Provinciaal Milieubeleidsplan zijn geformuleerd om een duurzame ontwikkeling te waarborgen
algemene nederlandse wielrijders bond ANWB
algemene norm een landelijk vastgestelde norm, waaraan de kwaliteit van afvalwater (te lozen op oppervlaktewater) moet voldoen.
algemene plaatselijke verordening APV
algemene regel door de overheid opgelegde regelgeving met betrekking tot een bepaalde bedrijfstak
algemene wet bestuursrecht. AWB
algen een of meercellige fotoautotrofe organismen.
algenbloei het onder invloed van toegevoerde voedingsstoffen massaal toenemen van bepaalde soorten algen.
algendrijflaag het verschijnsel, dat sommige planktische algen, in het bijzonder Cyanophyceeën, uit diepere lagen opstijgen en juist onder het wateroppervlak een dikke, uit miljoenen cellen bestaande laag vormen, zodat het de indruk geeft dat een kopergroene room op het water drijft.
alginaat een product dat in industriële hoeveelheden wordt verkregen van celwanden van gedroogde bruinwieren.
algoritme lijst van stappen om met een computerprogramma een probleem op te lossen.
aliquot een gemeten deel van monster dat gebruikt wordt voor een analyse.
alkalisch afvalwater vloeibare afvalstoffen die een hoge concentratie bijtende alkali of calcium hydroxide.
alkylkwik organisch kwik die wordt gezien als de oorzaak van Minamata's ziekte.
alleenwerker een persoon die arbeid verricht zonder dat in de onmiddellijke omgeving een tweede persoon aanwezig is die hem of haar kan zien en horen en in buitengewone situaties kan ingrijpen
alluvierecht recht van oeverbewoners om zich het aangeslibde land toe te eigenen.
almanak boek of tabel met een kalender van dagen, weken en maanden, aangevuld met diverse gegevens over bijvoorbeeld eb en vloed en de stand van zon en maan.
along track fout het verschil in afstand, in de trackrichting, tussen de werkelijke afstand en de gewenste afstand behorend bij een bepaald tijdsmoment
alternatieve kosten de uitgangswaarde die opgave doet in termen van economische netto opbrengsten als een bruikbare bron wordt toegepast voor een beschreven project of gebruik in plaats van het huidige gebruik.
alternating Alt aanduiding op de zeekaart die betekent dat het hier om een van kleur veranderend licht gaat.
aluminaten mineralen die aluminium bevatten
aluminium zeer lichte metaalsoort, zilverachtig van kleur.
ambtelijke adviescommissie integraal waterbeheer ACIW
ambtenaar oov ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid bij een overheidsorganisatie
amfibievoertuig voertuig voorzien van wielen, rupsbanden en/of een of meer scheepsschroeven, dat zowel op land als in het water kan opereren.
amfidromie punt zonder getij waar het getij omheen draait
amfidroom organismen (vaak vissen) die tussen zoet en zeewater migreren gedurende een deel van hun leven, maar niet om zich daar voort te planten.
ammoniak stikstof NH4-N eerste stikstofverbinding in anorganische vorm gevormd door de afbraak van organische stof.
ammonium NH4+(-N) gereduceerde stikstofverbinding
anaërobe ademhaling oxidatie die plaatsvindt in de afwezigheid van vrije of opgeloste zuurstof en vaak wordt ondersteund door specifieke bacterie stammen.
anaërobe bacteriën dit zijn bacteriën die groeien zonder opgeloste zuurstof.
anaërobe tank ruimte waarin een bacteriemassa onder zuurstofloze omstandigheden biochemische omzettingen in afvalwater laat plaatsvinden
anaërobie toestand van zuurstofloosheid in het water of op de bodem
analoog model weergave van een fysisch systeem (prototype) door een analoog fysisch systeem, op een zodanige manier dat het gedrag van het analoge model ongeveer (of exact) dat van het prototype simuleert.
analyse de ontleding in bestanddelen ter nadere beschouwing
analyse en monitoring prioritaire stoffen AMPS
analyseapparatuur apparaat voor het bepalen van meetwaarden
analysecertificaat een door het laboratorium afgegeven uniek officieel document waarop de analyseresultaten en de gebruikte methode vermeld staan.
analyserende instantie instantie, die door middel van analyse of directe meting in het veld waarden bepaalt, en inhoudelijk verantwoordelijk is voor de meetwaarden.
analysevariant uitvoeringsmogelijkheid van beheersactiviteiten of set maatregelen, op basis waarvan berekeningen kunnen worden uitgevoerd, die een voorspelling doen van de reactie van doelvariabelen op deze uitvoeringsmogelijkheid.
analytisch model model dat wiskundig kan worden opgelost in gesloten vorm.
analytische elementen analytische oplossingen van de Laplace vergelijking (in gebieden met voeding de Poisson vergelijking) voor tweedimensionale grondwa- terstroming, uitgedrukt in termen van de debietpotentiaal.
analytische methode gedetailleerde dimensioneringmethode voor de faalmechanismen toplaaginstabiliteit onder golf- aanval en materiaaltransport vanuit de ondergrond.
analytische methode methode berustend op analyse, daarmee werkend of daaruit bestaand
analytische- elementenmethode oplossing-/rekenmethode waarbij analytische elementen door middel van superpositie gecombineerd worden.
ander afvalwater Overgebleven afvalwater welke geen huishoudelijke afvalwater, bedrijfsafvalwater of stedelijk afvalwater is.
anemograaf instrument dat de windkracht en -richting grafisch op een kaart tekent.
anemometer windsnelheidsmeter
anion een negatief geladen ion dat voortkomt uit de distantiëring van zouten, zuren of basen in oplossing.
anisotropie conditie van een medium dat niet in alle richtingen dezelfde eigenschappen heeft.
anker zware ijzeren houvast met zijarmen om een schip aan niet te diepe bodem vast te leggen
ankerboei kleine boei, met een boeireep aan het anker bevestigd, om het anker te kunnen terugvinden wanneer de ankertros of -ketting breekt.
ankerketting zware ketting met langwerpige schalmen
ankerlicht een wit rondschijnend ankerlicht.
ankerplaats plaats waar vaartuigen door bevoegd gezag is toegestaan voor anker te gaan voor langere duur
ankerspudpalen eén of meerdere stalen palen aan boord van het baggerwerktuig die men kan laten zaken tot in de waterbodem zodat daarmee het baggerwerk- tuig wordt verankerd.
ankertouw touw waaraan het anker is bevestigd.
ankerveld constructie die de verankering van een damwand tot stand brengt door middel van ankerstangen
ankervoorziening
anode een deel van de elektrolyse waar een metaal als een kation in een oplossing komt, terwijl het een gelijkwaardig aantal elektronen achterlaat om overgebracht te worden naar een opposiet- elektrode, een kathode genaamd.
anodiseren elektrolytisch oxideren.
anomalistische getijden uitdrukking die soms wordt gebruikt voor de partiele getijden (harmonische componenten) die samenhangen met de afstand van de maan tot de aarde.
anorganisch letterlijk: niet organisch
anorganische chemicaliën chemische stoffen van minerale origine, in ieder geval hebben ze niet als basis een koolstofstruc- tuur.
anorganische koolstof de hoeveelheid koolstof die voorkomt in anorganische materie.
anorganische stof chemische stoffen van minerale oorsprong die geen koolstof - koolstof verbindingen bevatten.
anoxisch geen of een gebrek aan zuurstof
anoxische tank ruimte waarin een bacteriemassa met behulp van chemisch gebonden zuurstof biochemische omzettingen in afvalwater bewerkstelligt
antarctisch nabij de zuidpool gelegen of voorkomend.
anticiperend onderzoek werksoort gericht op lange- termijnontwikkelingen en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden (kennisvergroting en technologieontwikkeling). Bij dit onderzoek is, gelet op het vernieuwende en verkennende karakter, de uiteindelijke gebruiker niet op voorhand bekend.
anti-sifoneerklep klep die door het inlaten van lucht het door si- fonwerking binnendringen van water voorkomt.
antislingervinnen al dan niet beweegbare vinnen onder de waterlijn aan weerszijden van de romp.
anti- verdrogingsdoelstel- lingen het voorkomen van alle onbedoelde effecten als gevolg van daling van de grondwaterstand op bos, natuur en landschap, zowel als gevolg van vochttekort als van mineralisatie en verandering in de invloed van kwel en neerslag.
antropogeen refereert aan de invloed van menselijke activiteiten op natuurlijke systemen.
antropogene introductie introductie van niet-inheemse soorten door de mens.
ANT-studie studie naar mogelijke maatregelen en kosten om een Autonome Negatieve Trend om te buigen.
a-nummer natuurlijk persoon een door een gemeente in het kader van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens aan een persoon toegewezen identificator
apex het punt in het heelal waarheen een ster of sterrenbeeld zich beweegt.
apogeum de positie waarin de maan het verst van de aarde staat.
applicatieschema informatiemodel dat wordt beschreven en toegepast.
approvianderen van proviand voorzien.
aquaduct een kunstwerk waarmee een waterloop in een open constructie over een weg of andere waterloop wordt gevoerd
aquaflow een concept van duurzaam waterbeheer om hemelwater in waterdoorlatende straatvlakken te bergen, te zuiveren, te infiltreren, vertraagd af te voeren of te hergebruiken.
aqualock-sampler zuigerboor die sonisch trillend met een lichte machine de grond in wordt gebracht.
aquanaut diepzeeonderzoeker die in een klok of onderzees laboratorium in zee afdaalt en daar voor een bepaalde duur verblijft.
aquatic sciences and fisheries abstracts ASFA “internationaal informatiesysteem van de Wereldvoedselorganisatie (”“FAO”“)“
aquatisch het water betreffend.
aquatisch ecosysteem een gemeenschap bestaande uit groepen van organismen en abiotische elementen in een bepaald water.
aquiclude niet doorlatende geologische formatie die water kan bevatten, maar door de lage doorlatendheid slechts een uiterst geringe bijdrage kan leveren aan de voeding van drains, putten etc.
aquifuge geologische formatie, waarin geen water kan worden opgenomen en ook geen grondwater- stroming kan plaatsvinden
aquitard geologische formatie met een in vergelijking tot een aquifer lage doorlatendheid (bijvoorbeeld een kleipakket).
aquo standaard standaard voor de uitwisseling van waterinformatie. Bestaat uit een woordenboek (Aquo-Lex), domeintabellen, het LMA, IMWA en het UM Aquo.
aran meting ARAN- meting meting van de kwaliteit van de verharding d.m.v. Automatic Road Analyzer.
arbeidsomstandighedenwet Arbo
archeologie bestudeert (aspecten van) menselijke samenlevingen in het verleden op grond van materiële resten (vondsten/bodemsporen), die vaak door de bodem aan het oog onttrokken zijn (bodem- archief). Kenmerkend is de methode van het oudheidkundig bodemonderzoek (opgraven).
archeologie kennis en studie van de culturele overblijfselen uit oude tijden
archiefnummer tekening het nummer waaronder de tekeningen in het tekeningenarchief zijn opgeborgen
archipel groep eilanden of een gebied met veel eilanden, meestal vulkanisch.
arctisch nabij de noordpool gelegen of voorkomend.
arctische zeerook mist die alleen op hogere breedten voorkomt
areaal oppervlakte, uitgestrektheid
ark drijvende woning.
aromaten een type koolwaterstof dat een ringstructuur heeft, zoals benzeen of tolueen. Ze zitten bijvoorbeeld in benzine.
arsenaal marine-etablissement waar oorlogsschepen gebouwd, gerepareerd en bevoorraad worden.
artesisch water (Grond)water met een wateroverspanning ten opzichte van een hydrostatische waterspanningverdeling, waarbij de wateroverspanning het gevolg is van de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket.
artesisch watervoerend pakket een afgesloten watervoerend pakket, waarin de stijghoogte van het grondwater boven het maaiveld uitkomt.
artesische boring boorgat met een statisch waterniveau boven het topniveau van de aquifer waarin geboord is.
artesische omstandigheden omstandigheden waar de hydraulische stijghoog- te in een afgesloten watervoerende laag stijgt tot boven het hoogste niveau van die laag.
artikelonderdeel onderdeel van een begrotingsartikel op basis van de programma's die binnen de betreffende werksoort worden onderscheiden.
asbest een minerale vezel die water en lucht kan vervuilen en kanker of asbestose kan veroorzaken wanneer deze wordt ingeademd.
aselect op basis van toeval, steekproef waarbij de keuze niet is bepaald door het te onderzoeken kenmerk
asfalt een natuurlijk of kunstmatig mengsel van bitumen en minerale stoffen
asfaltkleefmiddel een dunvloeibaar mengsel van bitumen en een vluchtig oplosmiddel
asfaltmortel een mengsel van bitumen met zand en vulstof als component van een asfaltmengsel
aspaardekrachten APK het vermogen dat door de motor aan de schroef wordt afgegeven.
aspiratielucht afgezogen lucht
assetmanagement beheren van bedrijfsmiddelen en objecten.
assimilatiecapaciteit de capaciteit van een natuurlijk waterlichaam voor het ontvangen van: i: Afvalwater zonder schadelijke effecten | ii: giftige stoffen zonder schade te veroorzaken aan aquatisch leven of de mensen die het water consumeren | iii: Biologisch zuurstof verbruik binnen de voorgeschreven limieten voor opgeloste zuurstof
associatie basiseenheid in het systeem van plantengemeenschappen, gekenmerkt door een min of meer constante karakteristieke floristische samenstelling.
associatie relatie tussen twee klassen
astronomisch getij getijbeweging als gevolg van de veranderlijke resultante van de aantrekkingskracht van de maan en de zon op de watermassa's op aarde, niet gestoord door weerkundige omstandigheden.
atis-killer apparaatje dat de korte pieptoon die gepaard gaat met het ATIS-signaal onderdrukt.
atlantikwall deze kustverdedigingslinie is in van 1942 tot 1944 aangelegd door de Duitsers, ter bescherming van het westelijk zeefront.
atmosfeer het onderste deel van de dampkring
atmosferische depositie droge en natte neerslag van (stof)deeltjes en stoffen uit de atmosfeer.
atmotroof met regenwater gevoed (neerslagafhankelijk).
atol ringvormig of hoefijzervormig koraaleiland
atoom het kleinste deeltje materie dat voor elk element uniek is.
atoomgetal en specifiek getal dat voor elk element anders is, gelijkwaardig aan het aantal protonen in de kern van ieder atoom.
attribuut kenmerk van een object
attribuutwaarde waarde die een attribuut aanneemt
attritie het met veel energie roeren in een water/vaste stof-mengsel met als doel de aan het oppervlak van de deeltjes gehechte verontreinigende stoffen los te maken.
auditor een persoon die een vorm van controle uitvoert op een model studie.
augmentatie iedere techniek die de werking van een systeem voor de gebruiker verbeterd
automated mutual assistance vessel rescue AMVER reddingsorganisatie die de oceanen als werkgebied heeft en in New York zetelt.
automatic direction finder ADF automatische radiorichtingzoeker
automatic identification system. AIS het is een navigatiesysteem dat helpt om schepen snel te localiseren en te identificeren.
automatic transmittor identification system ATIS ingebouwd printplaatje in de marifoon, dat elke keer wanneer de zendknop wordt losgelaten automatisch een digitale identificatiecode met de roepnaam van het schip uitzendt, zodat walsta- tions bijvoorbeeld de positie van het schip kunnen peilen.
automatische bediening het bedieningsproces wordt in gang gezet door een detectiesysteem.
automatische poort automatisch bediend toegangshek
autonome integriteit monitoring door ontvanger RAIM de techniek waarbij overtallige informatie in de GNSS ontvanger wordt verwerkt met als doel de integriteit van de navigatie signalen te controleren
autonome kustontwik- keling ontwikkeling zonder externe invloeden - hier de ontwikkeling van het zandvolume in de kustzone zoals dat zonder zandsuppleties zou zijn verlopen.
autonome ontwikkeling ontwikkeling op basis van vastgesteld beleid.
autonomous underwater vehicle AUV onbemande onderwaterrobots die autonoom opdrachten kunnen uitvoeren
Autonoom Negatieve Trend ANT
autotomie vorm van zelfamputatie gebruikt als zelfverdedi- gingsmiddel of afleidingsmanoeuvre door bepaalde dieren
autotroof in staat zichzelf uit anorganische stoffen op te bouwen
autowasplaats voorziening voor het wassen van auto's op een daartoe ingerichte locatie in het bebouwde gebied.
auxotroof organisme heeft het vermogen verloren om een bepaalde voedingsstof aan te maken en is dan ook afhankelijk van de aanvoer van deze stof van buitenaf om te kunnen groeien.
avegaar meestal een holle as waaromheen over de volle lengte een schroefblad is gelast
avegaarboor opgebouwd uit sterke stangen die zijn omwonden met een brede stalen spiraal.
averij schade aan schip, tuig of lading, opgelopen tijdens de reis.
avilastic kunststofweefsel dat geen water doorlaat en wordt gebruikt voor drysuits.
a-water water van overwegend belang voor de waterkwantiteit in het beheersgebied van het waterschap en/of water gelegen in een gebied waaraan bijzondere waarden zijn toegekend, met uitzondering van solitaire wateren die zijn aangemerkt als vennen, poelen en kolken en/of wateren waaraan bijzondere waarden zijn toegekend.
azimuth de hoek die een richting van standplaats naar richtpunt maakt met het noorden (positief met de wijzers van de klok mee)
azimuttafels boeken die de tafels en tabellen bevatten die nodig zijn om de coördinaten van een hemellichaam te vinden.
baal grote, dichtgenaaide jute of grof linnen zak met een inhoud van vijftig of honderd kilo.
baanderij touwslagerij.
baar zandbank voor een riviermonding, waarover schepen slechts bij hoog water kunnen komen.
baard aangroeisel aan de scheepshuid onder de waterspiegel.
baarhaven haven die door een baar wordt afgesloten.
bacterie een grote groep van microscopische eencellige organismen met een actieve stofwisseling en met een disperse kern
badinrichting een voor het publiek of voor personen, behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieen, toegankelijke plaats, welke is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen of baden, tezamen met de daarbij behorende terreinen, gebouwen, getimmerten en uitrustingen.
bagger bezonken sediment boven gewenste bodem- hoogte.
baggerdikte door milieucontroleur gemeten dikte baggerlaag tot op de vaste bodem (m)
baggerindustrie gesaneerde bedrijfstak, die zich onder andere bezighoudt met het uitdiepen, aanleggen en onderhouden van havens en waterwegen, het aanwinnen en opspuiten van land en het bouwen van dijken.
baggerketen de combinatie van werktuigen waarmee het geheel van activiteiten van ontgraven, transporteren, verwerken en deponeren van baggerspecie wordt uitgevoerd.
baggernauwkeurigheid de horizontale en verticale bandbreedte waarbinnen de waterbodem kan worden gebaggerd.
baggerwerktuig vaartuig dat zand wint of vaarwaters uitdiept.
bakboord de linkerkant van een vaartuig, wanneer men van achter naar voor kijkt.
baken een vaarwegmarkering
bakjesmodel een niet stationair model voor eenvoudige balansberekeningen van riolering en oppervlaktewater.
balans het vergelijken van de hoeveelheid van een specifieke stof of vloeistof die een relatie heeft met de toevoer, afvoer en verandering in berging over een bepaalde periode binnen een bepaald gebied.
balansberekening berekening waarbij de water- of stoffenbalans binnen een gebied en een tijdsperiode centraal staat.
balansgebied gebied waarvoor een zandbalans wordt opgesteld.
ballastwater in een schip opgeslagen water voor stabiliteit doeleinden
bandbreedte de norm die geldt voor één deelwatersysteem en één watersysteem-gebruiksfunctie en geeft aan binnen welke grenzen waarden dienen te blijven.
bandindikker toestel voor het mechanisch indikken van slib met behulp van een eindeloze filterband
bandindikkergebouw gebouw waarin een of meerdere bandindikkers staan opgesteld
bank algemene term voor een afwijkende grondlaag, veelal een vast, verkitte ijzer- of leemlaag
banket kunstmatige strandverhoging nabij de duinvoet die wordt gebruikt als standplaats voor strandpaviljoens op recreatiestranden.
bankrekeningnummer rekeningnummer bij een bank waarmee het subject betalingen doet of restituties kan ontvangen.
bar bar eenheid die de luchtdruk aangeeft
baratterie onrechtmatige handeling van kapitein of bemanning, die nadelige gevolgen voor de reder of de verzekeraar heeft.
bareboat charter demise charter
barograaf zelfregistrerende barometer
barometer instrument waarmee de atmosferische luchtdruk wordt gemeten.
barrière-eiland een hoofdzakelijk uit zand bestaande afzetting die door golfwerking tot boven het zeeniveau is opgebouwd en door een lagune van de kust is gescheiden.
barrièrekust door sedimentatie ontstaan stuk land, min of meer evenwijdig aan de kust, waarvan de top boven het niveau van gemiddeld hoogwater ligt.
barrièrerif type koraalrif dat evenwijdig loopt met de oever
barrières belemmeringen, obstakels
basalt donkergekleurd, zeer hard, vulkanisch gesteente
basalton type betonzuil.
basaltzuil zuilvormig toplaagelement van basalt.
bascule brug brug, met één val, draaibaar om een horizontale as, waarbij de ballast en de klap een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar.
base een alkaline stof, die een pH heeft die hoger is dan 7,5.
baseline onderzoek een inventarisatie van een natuurlijke gemeenschap of omgeving met als doel het geven van een maatstaf voor de toestand op een bepaald moment in tijd.
basis het gedeelte van het dijklichaam dat de ondergrond vormt voor een granulair filter of een geotextiel
basis taak complexiteit een project wordt gekarakteriseerd met een basis taak complexiteit als er een relatief kleine inspanning of middelen noodzakelijk zijn om het project uit te voeren.
basisafslag duinafslag boven het maximum stormvloedpeil bij ontwerpomstandigheden.
basisafvoer Qo trage afvoer - dat deel van de afvoer dat als gevolg van langdurige berging eerst na geruime tijd tot stand komt.
basisafvoer index numerieke index die de verhouding van de totale afvoer ten opzichte van de basisafvoer kwantificeert.
basisbreedte (van een hoogwater hydrograaf) tijdsinterval tussen het begin en einde van de directe afstroming die veroorzaakt wordt door een storm.
basiscertificaat mari- fonie certificaat dat men nodig heeft om een eenvoudige marifoon voor de binnenwateren te mogen bedienen.
basisinformatie werksoort waarbij verzameling van basisinformatie plaatsvindt voor meerdere doeleinden. Basisinformatie kan meerdere malen geleverd worden
basiskaart overstro- mingsrisico kaart die de potentiële overstromingsgebieden toont, bijvoorbeeld Rheinatlas
basiskustlijn BKL de kustlijn die in het kader van de kustlijnzorg zal worden gehandhaafd.
basislijn “waterlijn vanaf waar de breedte van de ”“territoriale zee”” en andere rechtsgebieden van de zee worden gemeten.”
basismateriaal bovenste laag van het grondlichaam onder de bekledingsconstructie.
basisonderhoudsni- veau BON het minimaal noodzakelijke onderhoud om de functionaliteit van de infrastructuur te waarborgen.
basispeil extreme hoogwaterstand met (per definitie) een overschrijdingsfrequentie van 1/ I0.000 per jaar
basisrapport tAW-rapport dat achtergrondinformatie voor gebruikers van de TAW leidraden bevat
basisrioleringsplan BRP een plan waarin op gedetailleerde wijze wordt aangegeven hoe de inzameling en afvoer van afvalwater en neerslag binnen een gebeid dient te gebeuren.
basistechniek afzonderlijk te onderscheiden uitvoeringswijze, gericht op de reiniging van de bodem, bijvoorbeeld bodemluchtextractie.
batchgewijs partij voor partij
baten-kosten ratio de verhouding tussen de huidige waarde van alle opbrengsten ten opzichte van de huidige waarde van alle kosten.
bathyale zone het deel van de zee tussen 200 en 1000 meter diepte waar geen zonlicht meer kan doordringen.
bathymetrie het meten van de diepte van de meren, zeeën en oceanen.
bathymetrische kaart kaart van de oceaan, waarop de diverse diepten van de zeebodem door middel van dieptelijnen worden aangegeven.
bathypelagisch organismen leven in de waterkolom tussen 2000 en 4000 meter diepte, nabij de diepzeebodem.
bathyscaaf duiktoestel voor diepzeeonderzoek, waarmee tot op diepten van meer dan 10.000 meter wordt gedoken
bathysfeer bolvormig stalen toestel voor diepzeeonderzoek
bebouwingscluster een vlakvormige verzameling van gebouwen bij een kruispunt van wegen in het buitengebied
bebouwingsconcentra- tie een door een besluit van de gemeenteraad - bij voorkeur op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening - aangegeven kernrandzone, bebou- wingslint of bebouwingscluster met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties.
bebouwingslint een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg in het buitengebied, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen de bouwkavels
beddingconstante coëfficiënt die de verhouding aangeeft tussen de door de grond geleverde tegendruk en de zakking van de grond ten gevolge van een bovenbelasting (een parameter die de stijfheid van de ondergrond uitdrukt)
bedenking het schriftelijk dan wel mondeling kenbaar maken van een voorbehoud tegen een ontwerpbeschikking
bedenking de gemotiveerde bedenking die is ingebracht naar aanleiding van een gepubliceerde ontwerpbeschikking krachtens de vigerende wetgeving, zoals bedoeld in artikel 3.19, 3.24, 3.25 Algemene Wet Bestuursrecht.
bediening werksoort waarbij het gaat om de verkeersbe- heersing in de verkeerbeheersingcentrales, de bediening en controle van tunnels en bruggen in rijkswegen en de bediening van objecten (bruggen, stuwen, stormvloedkeringen en sluizen).
bediening ter plaatse bediening vanuit een centraal op het sluiscom- plex of direct bij de brug gelegen bedieningsgebouw
bedienings beheer het vaststellen van het bedieningsplan op basis van geformuleerd beleid. Dit is een tactische functie benodigd voor de procesvoering
bedieningsruimte ruimte van waaruit een (deel-)installatie kan worden bediend
bedrijfs rechtsvorm type rechtsvorm waaronder de vestiging, vereniging of stichting aan het economische/maatschappelijke verkeer deelneemt
bedrijfsafvalwater afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is
bedrijfsafvalwaterrap- portage BAWR de opgave door een lozend bedrijf (schriftelijk dan wel digitaal aangeleverd) van zijn bedrijfs- afvalwater
bedrijfsauto auto ten dienste van en op naam van een bedrijf
bedrijfshaven haven bij een scheepswerf of bedrijf.
bedrijfsproces de specifieke wijze van technisch handelen (incl. zuivering) van een bedrijf dat leidt tot een bepaalde omvang van producten en afvalproducten.
bedrijfsruimte een naar zijn aard en inrichting als afzonderlijk geheel te beschouwen ruimte of terrein, niet zijnde een woonruimte, een zuiveringtechnisch werk of een openbaar vuilwaterriool
bedrijfstakindeling wvow bedrijfstak, zoals onderscheiden in de WVOW of uitvoeringsbesluiten ten aanzien van de WVOW
bedrijfsvoering de wijze waarop financiële en personele middelen worden ingezet teneinde zo effectief en efficiënt mogelijk afgesproken producten te leveren c.q. taken te vervullen.
bedrijfswateraanvoer- leiding buis of samenstel van buizen waardoor bedrijfs- water toegevoerd wordt aan de bedrijfswaterkelder
bedrijfswaterruimte deel van een gebouw waar zich de bedrijfswa- terkelder en/of -pompen bevinden
bedvormende afvoer gefingeerde stationaire afvoer die eenzelfde gemiddelde bodemligging bewerkstelligt als het geval zou zijn bij het werkelijk afvoerverloop.
beek een natuurlijke smalle waterloop zonder getij.
beeker-sampler bestaat uit een snijkop met daaraan bevestigd een doorzichtige polyvinylchloride (PVC)- steekbuis die met verlengstangen de bodem in wordt gedreven.
beekleem natuurlijk, fijn materiaal, afgezet in riviertjes of stroompjes - met meer of minder plastisch- cohesieve eigenschappen, die afhankelijk zijn van het vochtgehalte. Het is minder fijn dan klei - het lutumgehalte is geringer
begeleid natuurlijke eenheid een aaneengesloten natuur- en bosgebied met een oppervlakte van ten minste 1.000 hectaren, waarin grootschalige landschapsvormende processen - zowel fysische als biologische - met ondersteuning van een beperkt aantal beheersmaatregelen door terreinbeheerders zorgen voor variaties in het landschap.
begemann-sampler continu boorsysteem om zonder te boren in één keer vanaf het maaiveld een monster van tien a twintig meter lengte te steken.
beginvoorwaarden verzameling gegevens die de hydrologische gesteldheid van een modelgebied aan het begin van een simulatieperiode beschrijven.
begrotingsartikel onderdeel van de Rijksbegroting. Vroeger op basis van hoofdbeleidsterreinen en het onderscheid tussen apparaat- en programma- uitgaven. Nu op basis van werksoorten en het onderscheid tussen productuitgaven en directe uitvoeringsuitgaven enerzijds en indirecte uit- voeringsuitgaven anderzijds.
behandelen geur het nemen van maatregelen met als doel de geurbelasting te verlagen
behandelingsinstallatie een installatie die gebruikt wordt om afvalwater te behandelen voordat het in het milieu wordt geloosd.
beheer het verantwoordelijk zijn en zorgdragen voor het handhaven of bereiken van een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau van het beheerde object of de beheerde functie
beheer administratie, bestuur
beheer het beheren van, de zorg en verantwoording voor eigendommen van derden
Beheer de overheidszorg met betrekking tot een of meer afzonderlijke watersystemen of onderdelen daarvan, gericht op de in artikel 2.1 van de waterwet genoemde doelstellingen.
beheer en onderhoud werksoort waarbij het er om gaat de bestaande functionaliteit van het hoofdwegennetwerk en het functioneren van de watersystemen in kwalitatieve en kwantitatieve zin in stand te houden en de handhaving van wet- en regelgeving voor de instandhouding daarvan (klassieke waterstaatswetgeving).
beheer- en ontwikkel- plan Rijkswateren BPRW overgang tussen de in vrij abstracte termen gestelde Nota Mobiliteit en Nota Waterhuishouding en het concreet geformuleerde uitvoeringsplan dat elke dienst van Rijkswaterstaat jaarlijks moet opstellen
beheer slibverwer- kingsinstallaties het beheren van slibverwerkingsinstallaties waardoor het bij het zuiveringsproces vrijkomende slib alsmede het van derden ontvangen slib wordt ontwaterd, gebufferd en bewerkt.
beheerder publiekrechtelijke instantie of (rechts) persoon die toeziet op de instandhouding o.a. van een waterstaatswerk.
beheerderoordeel beoordeling van de veiligheid op basis van eigen inschatting van de beheerder.
beheers- en onderhoudsplan. BOP
beheersaccent accenten van waaruit het waterbeheer binnen Rijkswaterstaat vorm wordt gegeven.
beheersgebied gebied waarvoor geldt dat één organisatie dit beheert.
beheersmaatregel maatregel die de beheerder naar aanleiding van de toetsing treft om het waterkerend vermogen weer op peil te brengen (voorziening).
beheersplan procedure procedure die gevolgd moet worden bij het vaststellen van het beheersplan
beheersregister het geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarbogen dat de functies van de waterkering blijven voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen.
beherende instantie organisatorische eenheid, verantwoordelijk voor de zorg en het gebruik van een gebied of locatie of verantwoordelijk voor het beheren van basisinformatie.
behoud afstand over de grond.
behouddoel instandhoudingsdoelstelling waarbij het doel zich richt op het behouden van de staat van instandhouding van soorten en habitats.
behouden-varen- verzekering scheepsverzekering op het casco, waarbij slechts de schade is gedekt die is ontstaan door het niet arriveren van het schip in de bestemmingshaven
behoudopgave opgave om de instandhoudingsdoelstellingen zoals die in een aanwijzingsbesluit voor Natura 2000 zijn gegeven te behouden.
bekendmaking een schriftelijke of mondelinge mededeling aan derden.
bekken massa water, natuurlijk of kunstmatig, die gebruikt wordt voor opslag en regulering van waterbronnen.
bekken voor hoogwa- terbeheersing bekken wat alleen gebruikt wordt voor de tijdelijke opslag bij hoogwater die vervolgens zo snel als mogelijk met in achtneming van de beneden- stroomse omstandigheden afgelaten wordt.
bekkencomité (in vlaanderen) het bekkencomité verenigt vertegenwoordigers van de bestuursniveaus actief binnen het bekken en heeft de goedkeuring van de dossiers als taak
bekleding dat waarmee iets bekleed is
bekleding waterkering de bovenlaag eventueel in combinatie met een filter en de onderlaag van de waterkering ter hoogte van en onder het maatgevende hoogwa- terpeil
bekledingtype een object dat het dijklichaam moet beschermen tegen golfaanval en stroming.
bekleidingsconstante een evenredigheidscoëfficiënt tussen de door de grondslag geleverde tegendruk en de verplaatsing van een oppervlak onder een verticale belasting. De beddingconstante kan worden bepaald met behulp van een plaatbelastingproef. De bekledingsconstante is een veerconstante die de stijfheid van de ondergrond uitdrukt bij een bepaalde grootte van het belaste oppervlak.
beladingcoëfficiënt getal dat de verhouding aangeeft van de inhoud van het schip (tussen lege en geladen lastlijn) tot de belaadbare ruimte.
beladingsgraad het percentage van het beschikbare laadvermogen dat wordt gebruikt voor het vervoer van passagiers, vracht en/of post.
belang-betaling- zeggenschap trits die de bestuurlijke wijze van waterschappen weergeeft.
belanghebbende de geïnteresseerde partijen, ofwel zij die een belang hebben in een water management aangelegenheid waarbij de interesse is gelegen in ofwel de exploitatie of in de bescherming van de hulpbron.
belasting druk door een last uitgeoefend
belasting op een constructie (een waterkering) uitgeoefende in- en uitwendige krachten, ofwel de mate waarin een constructie door in- en uitwendige krachten wordt aangesproken, uitgedrukt in een fysische grootheid die voor het bezwijkmecha- nisme typerend kan zijn.
belasting de totale hoeveelheid van een stof die in een watersysteem terecht komt.
belasting toetsing de belasting die de profielverdediging van een dwarsprofiel ondergaat in het kader van toetsing
belastinggevallenmethode de methode voor het vaststellen van de dijkta- felhoogte uit de bepalende belastingscombinaties - waterstand Hoek van Holland, rivierafvoer en windsnelheid.
belastingjaar jaar waarvoor het uitgereikte aanslagbiljet geldt, dit komt overeen met een kalenderjaar en loopt van 1 januari t/m 31 december van een jaar..
belastingtrap een periode waarbij in de veldproefprocedure de verticale belasting gelijk blijft of in de triaxiaal- proefprocedure de celspanning gelijk blijft.
beleid het geheel van gemaakte bestuurlijke keuzen
beleid wijze van behandeling van een zaak met betrekking tot de gevolgde of te volgen beginselen of gedragslijn
Beleids Ondersteunend
beleidsanalyse methodiek waarmee systematisch alternatieve oplossingen worden ontwikkeld en afgewogen
beleidsdoelprogram- mering het opstellen van een compleet programma van maatregelen op basis van het vastgestelde beleid, zonder dat rekening wordt gehouden met de financiële randvoorwaarden.
beleidsoptie een set maatregelen op basis waarvan modellen berekeningen uitvoeren.
beleidsplan drink- en industriewatervoorziening BDIV
beleidsplannen document, waarin (landelijk) vastgesteld beleid met haar doelen en benodigde middelen is opgenomen.
beleidsteam orgaan, waarbinnen onder voorzitterschap van de burgemeester of Commissaris der Koningin besluitvorming, beleidsbepaling en beleidscoördinatie plaatsvindt.
beleidsvisie recreatie- toervaart nederland BRTN beleidsvisie uitgebracht door de SRN, Stichting Recreatietoervaart Nederland in 1997 en in 2000.
beleidsvoorbereiding en -evaluatie werksoort die de ondersteuning bij de beleidsvoorbereiding, de voorbereiding van strategische beleidskeuzen en beleidsevaluaties betreft. Het gaat hierbij o.a. om bijdragen aan de voorbereiding van de grote nota's als Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV), 4e Nota Waterhuishouding (NW4) en Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MPV).
bellenscherm een installatie over de bodem van een waterloop om twee soorten van met elkaar in open verbinding staande oppervlaktewateren te scheiden of om de waterkwaliteit van een oppervlaktewater te verbeteren door middel van luchtbellen
beloodsing voor de kust van Oostende en Westkapelle zijn opstapplaatsen voor zeeloodsen. Bij Vlissingen nemen rivierloodsen het roer over. Loodsplicht geldt voor schepen langer dan 80 meter. Via een walraderketen langs de Westerschelde is ‘loodsen op afstand' mogelijk. Loodsen hebben kennis van getijden, stromingen, vaargeulen en communicatieprocessen in de havens.
beluchtingcircuit aëratietank in de vorm van een omloopreactor
beluchtingelement apparaat dat zorgt voor de verdeling van lucht in fijn verdeelde vorm in afvalwater
bemalen het verwijderen van overtollig water door middel van een gemaal.
bemalinggebied een gebied waaruit het overtollige water door middel van een gemaal wordt verwijderd.
bemalinggebied planningsmodel type model gebruikt voor het geven van een overzicht van een specifiek afwateringsgebied.
bemalingleiding buis of samenstel van buizen waardoor water onder druk wordt getransporteerd
bemanning op een koopvaardijschip alle opvarenden die een arbeidsovereenkomst met de reder hebben en geen passagier zijn.
bemonsteren het verkrijgen van een representatief monster ten behoeve van het analyseren van het afvalwater of slib
bemonsteringshoogte hoogteligging van een sensor of een monstername ten opzichte van een vergelijkingsvlak.
bemonsteringsinterval afstand (in ruimte of tijd) tussen 2 metingen (=monsters) van een continu signaal.
beneden de wind aan de kant waar de wind naartoe blaast.
benedenbeloop deel van het talud tussen teen en buitenberm.
benedengrens de minimale waarde waar iets aan moet voldoen
benedenloop het gedeelte van een rivier (waterloop) in het lage deel van het stroomgebied.
benedenpand deel van een rivier dat door het lage gedeelte van het stroomgebied stroomt en uitmondt in een andere rivier of in zee. Dit gedeelte staat onder invloed van eb en vloed.
benedenrivier het gedeelte van een rivier met een constante stroomrichting dat een verticale getijbeweging heeft.
benedenrivierengebied een gebied waar de waterstand van de rivier wordt bepaald door de waterstand op zee en de rivierafvoer
Benelux economische unie BEU
Benelux middengebied BMG
benthisch op of in substraat levend
benthos de zeebodem.
benthos dierlijk leven op bodem van wateren
bentivoor benthoseter
bentoniet kleimineraal
benutting infrastructurele maatregelen die zijn gericht op een beter gebruik van het bestaande hoofdwegennet.
benzeen C6H6 organische-chemische vluchtige verbinding (C6H6), die behoort tot de aromatische koolwaterstoffen
beoordelingsniveau moeilijkheidsniveau van een toetsingsstap ten aanzien van rekenregels of gegevensinwinning.
beoordelingsprofiel denkbeeldig minimum profiel van gedefinieerde afmetingen dat binnen het werkelijk aanwezige profiel van een dijk moet passen.
beoordelingsschema opeenvolging van stappen waarmee voor een beoordelingsspoor het toetsingsresultaat kan worden bepaald.
beoordelingsspoor eén van de aspecten aan de hand waarvan de toetsing op veiligheid van de waterkering wordt uitgevoerd.
beoordelingsspoor het geheel van te toetsen object (waterke- ring/kunstwerk), toetsaspect en belasting van het object.
bepaling vergunning een bepaling geeft de relatie aan tussen vergunningen, objecten / administratieve gebieden (ten behoeve van kadastraal. perceel.) en relevante bepalingen
bepalingsgrens laagste of hoogste waarde van de grootheid waarvan het meetresultaat met een bepaalde nauwkeurigheid kan worden vastgesteld.
beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie Marcom-B het basiscertificaat, uitgebreid met een GMDSS- module.
beplanting natuurlijke vastgoedobjecten in lijnvormig en/of puntvormig voorkomen
bereidheid tot betalen een financiële maatstaf voor de waarde die een consument, producent of de maatschappij bereid is te betalen om te kunnen beschikken over een specifieke hoeveelheid of kwaliteit van een zeker goed of dienst.
bereikbaarheid bereikbaarheid is één van de vier thema's binnen Wegbeheer. De mate waarin een bepaald gebied bereikbaar is vanuit andere gebieden. De voornaamste kenmerken hebben betrekking op de verplaatsingen (relaties) tussen de gebieden, de snelheid en betrouwbaarheid van die relaties en de toegankelijkheid. De kwaliteit van de bereikbaarheid wordt bepaald met het criterium trajectsnelheid.
berekende overstort- frequentie lozingspunt het theoretisch gemiddeld aantal keren dat per jaar een overstorting plaatsvindt bepaald op basis van een hydraulisch modelberekening met een meerderjarige (37) regenreeks van Kuipers
bergboezem een door kades omsloten gebied langs een rivier, waar in geval van hoge waterstanden water in kan stromen dat tijdelijk vastgehouden kan worden (water wordt dus opgeborgen in de boezem).
bergen het in veiligheid brengen van schepen en ladingen die door kapitein en bemanning zijn verlaten of in nood verkeren.
bergend vermogen oppervlaktewater de hoeveelheid oppervlaktewater die maximaal in de boezem of in de polder kan worden geborgen tussen het peil en de maximaal toelaatbare waterstand
bergende breedte B de breedte van de waterspiegel.
berghaven binnenhaven waar vissersvaartuigen en dergelijke kunnen overwinteren.
berghout uitstekende plank of balk rond het vaartuig die dienst doet als stootrand.
berging het opslaan van een hoeveelheid stof in een bepaald gebied.
berging in bodemonef- fenheden hemelwater geborgen in oppervlakte oneffenheden die niet bijdraagt aan de afstroming.
berging in randvoor- ziening de inhoud van de randvoorziening gelegen onder het niveau van de bovenkant van de externe overstortdrempel in een rioleringsgebied
berging meer extra rioolinhoud die in de berekening wordt meegenomen, bijvoorbeeld in putten of gemalen, gegevens afkomstig uit het rioleringsplan.
berging minder minder rioolinhoud die in de berekening wordt meegenomen, bijvoorbeeld t. g.v. verzakkingen of D.W.A. vulling, gegevens afkomstig uit het rioleringsplan.
berging op straat het deel van de neerslag dat op het verhard oppervlak valt en dat niet tot afstroming naar het riool komt.
berging rioolbemaling- gebied de voor het afvalwater beschikbare inhoud van het stelsel van leidingen en knooppunten ten behoeve van het betrokken rioolbemalinggebied
bergingscapaciteit V het volume water dat geborgen kan worden tussen het stuwpeil en het aanvaardbaar hoogste peil.
bergingsgebied een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen
bergingsvaartuig schip dat speciaal is gebouwd voor het bergen van schepen.
bergingsverandering V toename (positief) of afname (negatief) van de berging.
bergvaart binnenvaartterm, gebruikt voor schepen die de Rijn richting Bazel bevaren.
berichten aan zeevarenden BAZ de dagelijkse berichten die worden uitgegeven door de afdeling hydrografie van het ministerie van Defensie, en als doel hebben zeevarenden in staat te stellen hun zeekaarten te corrigeren.
berm horizontale of licht hellende strook grond langs een weg, spoorweg, sloot of dijk
bermfactor factor bepaald door golfhoogte en waterdiepte boven de berm, benodigd voor ontwerp en toetsing op toplaaginstabiliteit van steenzettingen op een buitenberm.
bermstrook de afstand die een schipper veiligheidshalve aanhoudt tussen zijn vaarstrook en de teenlijn van de oever
beroep het in het kader van een wettelijke bevoegdheid vragen van een voorziening tegen een besluit bij een ander bestuursorgaan dan hetwelk het besluit heeft genomen (administratief beroep), dan wel bij een administratieve rechter.
beroepsprocedure de procedure volgens welke een beroep dient te verlopen
beschermd natuurmonument een terrein of water dan wel het samenspel daarvan, dat om zijn natuurwetenschappelijke betekenis of zijn natuurschoon op grond van artikel 10, Natuurbeschermingswet 1998 als zodanig is aangewezen.
beschermde gebieden vogel- en habitatrichtlijngebieden, drink- en zwemwaterrichtlijngebieden
beschermende gronden gronden die achterliggend land beschermen tegen afkalving door golfslag en gronden langs een boezemwater waar het achterland binnen een afstand van 100 meter uit de waterkant een maaiveldhoogte heeft die lager is dan het boe- zempeil. De ligging is aangegeven op de bij de Keur behorende Keurkaarten.
beschermingszone zone binnen het gebied dat onder werking van de keur of Wbr valt en die als zodanig in de legger is opgenomen
beschermingszone aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften en beperkingen kunnen gelden
beschikbaar chloor een maat voor de hoeveelheid chloor die beschikbaar is in gechloreerde kalk, hypochloride stoffen en andere materialen.
beschikbaarheid het percentage tijd waarin een systeem functioneert zoals bedoeld.
beschikbaarheid voorwaarden waaronder een (deel)gegeven of (deel)gegevensverzameling kan worden gebruikt.
beschikbaarheideisen deze eisen bepalen of een object veilig bruikbaar (=beschikbaar) is.
beschikbare grondwa- tervoorraad het jaargemiddelde op lange termijn van de totale aanvulling van het grondwaterlichaam, verminderd met het jaargemiddelde op lange termijn van het debiet dat nodig is om voor bijbehorende oppervlaktewateren de doelstellingen van ecologische kwaliteit van artikel 4 (Europese Kaderrichtlijn Water) te bereiken, teneinde een verslechtering van de ecologische toestand van die wateren alsmede significante schade aan de bijbehorende terrestrische ecosystemen te voorkomen -
beschikking een besluit over een aanvraag
beschikkingsaanvraag een verzoek om een beschikking voor het gebruik van een watersysteem
beschikkingsaan- vraagprocedure de procedure volgens welke een aanvraag dient te verlopen
beschikkingsprocedure de procedure volgens welke een beschikking dient te worden ingediend en behandeld
beschrijving filterlaag beschrijving van de eigenschappen van een filterlaag in een profielverdediging van breuksteen
beschut water het geheel aan Nederlandse binnenwateren, met uitzondering van de grote Deltawateren, IJsselmeer / Markermeer en Waddenzee
beslag hulpmiddelen voor bevestiging en bediening van tuigage en boot
besliselement de representatie van een beslisboom in tabelvorm, waarbij uitgegaan wordt van een steeds verder gaande verfijning, naarmate je verder naar rechts in de beslistabel komt.Het streven naar een steeds verdere verfijning houdt in dat de eer
besliskolom kolom in de beslistabel. Een kolom representeert een bepaalde waardereeks.
beslisrij bij elke rij in de beslistabel (ongeacht de kolom) hoort een scenario.
beslissing ondersteunend systeem BOS schema of handleiding dat behulpzaam is bij het nemen van beslissingen, vaak geautomatiseerd.
besluit onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen BAGA besluit aanwijzingen gevaarlijke afvalstoffen
Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Barim BWBR0022762-Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer)
besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden WHVBZ
Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water BKMW
Besluit Ontgrondingen in Rijkswateren BOR
Besluit Risico Zware Ongevallen BRZO
besluit ruimtelijke ordening Bro BWBR0023798 Nederlandse regeling betreffende het besluit ruimtelijke ordening
besluitvorming het komen tot een bepaald, gemotiveerd besluit
bessel ellipsoïde ellipsoïde model zoals toegepast voor Nederland
best bestaande technieken BBT die (zuivering)technieken waarmee verontreiniging bij de huidige stand van de techniek maximaal kan worden beperkt en die tenminste één keer in de praktijk zijn toegepast
best uitvoerbare technieken BUT die (zuivering)technieken, die op grond van praktijkervaring en vanuit economisch oogpunt voor een normaal renderend bedrijf, redelijkerwijs kunnen worden geëist een zekere restverontreiniging wordt uit waterkwaliteitsoog- punt aanvaardbaar geacht
bestaand gebruik een activiteit, die al dan niet jaarlijks vergunning behoeft.
bestek de uitkomst van de berekening van de geografische breedte en lengte waarop het schip zich bevindt.
bestek een zo volledig mogelijk omschreven bouwplan
bestemming bestemming van gronden zoals opgenomen in een bestemmingsplan. Onder grond valt ook (oppervlakte)- water.
bestemmingsplan gemeentelijk plan voor de ruimtelijke ordening, waarin de bestemming, ofwel de toegestane wijze van gebruik (en inrichting), van land (en water) wettelijk bindend zijn of kunnen worden vastgelegd.
bestorting op bodem en/of taluds aangebracht los materiaal (stortsteen, grind of betonpuin) ter voorkoming van erosie of het opdrijven van de eigenlijke verdediging
bestrijdingsteam team dat de (rampen/incident)bestrijding uitvoert
besturingkanaal onderdeel van de besturingsmodule dat b.v. een klep aanstuurt.
besturingsmodule het systeem dat stuurberichten van Invoer en Verwerking ontvangt en omzet in signalen die bijvoorbeeld kleppen aanstuurt.
bestuurder functionaris die sturing geeft aan het openbaar bestuur
bestuursakkoord wa- terketen “akkoord waarin drinkwaterbedrijven, gemeenten, waterschappen en de ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat hebben besloten de onderlinge samenwerking versterken met als doel ”“het stimuleren van een meer doelmatige, transparante waterketen”“.”
bestuursverkiezing het algemeen bestuur van een waterschap wordt eens in de vier jaar gekozen door de belastingbetalers (burgers en bedrijven).
bèta activiteit bèta mate van straling van elektronen uit een mengsel als gevolg van radioactief verval in het mengsel
betalingsvoorwaarden voorwaarden geformuleerd in het contract waarbij de opdrachtgever de opdrachtnemer pas zal betalen voor zijn werkzaamheden.
beteugeling dichting van geulen en kreken bij bedijkingen.
beting zware verticale balk, die aan de onderkant op de kiel of de voorsteven rust en boven op het voorschip door het dek heen steekt
beton bouwmateriaal, bestaande uit een zeer hard mengsel van kalk of cement met zand, grind of steenstukken en water
beton (profielverdedi- ging) een object dat als vlak wordt weergegeven dat specifiek de waterkering verdedigt in de vorm van een betonlaag.
betonblok blokvormig toplaagelement van beton.
betonning een systeem van boeien en bakens, waarmee in open zee of in een vaarwater ondiepten of de aanwezigheid van gevaarlijke objecten worden aangegeven.
betonpuin massa vergruizeld beton (restproduct) dat wordt gebruikt als granulair materiaal.
betonzuil zuilvormig toplaagelement van beton.
betrekkingslijn grafische voorstelling, die aangeeft welke peilen aan de verschillende peilschalen bij (quasi- )stationaire afvoertoestand met elkaar overeenkomen.
betrekkingslijn de grafische voorstelling aangevende welke waterstanden bij verschillende meetstations langs een waterloop bij stationaire afvoertoestand met elkaar overeenkomen.
betrouwbaar deugdelijk
betrouwbaar geloofwaardig
betrouwbaarheid de gevoeligheid van een meetontwerp voor mo- delfouten
betrouwbaarheid het vermogen een functie te vervullen in een bepaalde omgeving gedurende een van tevoren bepaalde periode, belastingswisselingen of gebeurtenissen
betrouwbaarheid analyse onderzoek waarbij de betrouwbaarheid en de onderlinge afhankelijkheid van de geoptimaliseerde parameters in een gekalibreerd model gekwantificeerd worden.
betrouwbaarheidsinterval het numerieke bereik waarbinnen een onbekende geschat wordt met een zekere betrouwbaarheid
betrouwbaarheidsli- mieten de extremen van het betrouwbaarheidsinterval
betrouwbaarheidsni- veau het percentage zekerheid waarmee kan worden aangegeven dat een zekere bewering juist is of het percentage zekerheid dat een gegeven interval een onbekende insluit
beurtschip binnenvaartschip dat wordt ingezet bij de beurtvaart.
beurtvaart geregelde dienst van binnenvaartschepen tussen bepaalde plaatsen.
bevaarbaarheidklasse klassenindeling welke de bevaarbaarheid aangeeft van een vaarweg
bevaarbare breedte aanwijzing voor de onder normale omstandigheden beschikbare vaarbreedte, vastgesteld met de voor die vaarweg geëigende meetmethode: betonning, geulen of gegarandeerde bevaarbare breedte.
bevloeiing irrigatiemethode waarbij het water over het grondoppervlak naar het gewas stroomt.
bevoegd gezag de instantie die officieel het gezag heeft
bevoegd gezag overheidsorgaan dat bevoegd is tot het geven van een beschikking of het nemen van een ander besluit in relatie tot een wet
bevoegd gezag tot verlening van een watervergunning bevoegd bestuursorgaan
bevoegde autoriteit een of meer autoriteiten, aangewezen overeenkomstig artikel 3, lid 2 of lid 3 (Europese Kaderrichtlijn Water) -
bevolking zij die hun woonplaats hebben in het gebied (GBA ingeschrevenen en illegalen)
bevolkingsdichtheid aantal inwoners per oppervlakte-eenheid [gewoonlijk per km2]
bevrachting de overeenkomst waarbij de ene partij (de vervrachter) zich in ruil voor een bepaalde prijs jegens de andere partij (de bevrachter) verplicht een aangewezen schip geheel of gedeeltelijk beschikbaar te stellen voor het vervoeren van goederen en/of personen.
beweegbare brug brug waarvan de verbinding over het water deels of geheel tijdelijk onderbroken kan worden teneinde doorvaart mogelijk te maken.
bewerkte data data aangepast/ bewerkt door: - filteren | - schematiseren | - smoothen | - reduceren.
bewolkingsgraad het deel van de hemel dat bedekt is met wolken.
bewoners personen die volgens het GBA een verblijfseen- heid/woning stelselmatig bewonen (woonplaats)
bewortelbare zone deel van de grond, waarin de plantenwortels kunnen doordringen.
bewortelingsdiepte diepte waarop een één- of tweejarig volgroeid gewas nog juist voldoende wortels in een 10% droog jaar kan laten doordringen om het aanwezige vocht aan de grond te onttrekken, ook wel 'effectieve bewortelingsdiepte' genoemd.
bezinkbare stoffen dat gedeelte van de oorspronkelijk aanwezige opgeloste stoffen, dat na een voorgeschreven bezinktijd onder voorgeschreven omstandigheden door bezinking kan worden verwijderd.
bezinking door neerslag uit een vloeistof gevormde laag
bezinking een proces waarbij deeltjes in een grote tank rustig bezinken en helder water bij de afvoer wordt verkregen.
bezinksnelheid snelheid van bezinking van vaste stoffen onder vastgelegde omstandigheden
bezoekverslag vastlegging van gegevens betreffende een regulier bedrijfsbezoek
bezwaar het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
bezwijken doorbraak van dijk of duin (einde waterkerende functie).
bezwijkmechanisme de wijze waarop een constructie bezwijkt
bicarbonaten zouten die het anion HCO3- bevatten
bijboot open vaartuigje dat op sleeptouw of aan boord meegenomen wordt en dient om een anker uit te brengen, als verbinding met de wal en dergelijke.
bijdraaien met gestopt schip met de wind op een zijde gaan liggen, waardoor met de andere zijde lij wordt gemaakt
bijkomend oppervlak klein verhard oppervlak buiten de normale weg- breedte
bijkomende gegevens data over randconstructies zoals gecombineerde riool overstorten, splitsingen, tanks, regulatie werken en pompstations die de resultaten van een rioolmodel aanzienlijk kunnen beïnvloeden.
bijlbrief koopbrief van een schip waarin de verkoper zich voor de koopprijs van het schip laat verpanden.
bijlbrief verklaring van de scheepsbouwmeester dat een schip op zijn werf is gebouwd en opgeleverd
bijleggen schip met de kop recht in de wind leggen
bijliggen een deel van de vracht van een ander schip overladen.
bijzonder onderhoud omvat onderhoudswerkzaamheden van constructieve aard, zoals vervanging en reconstructie en voor waterkeringen ophoging en herstel van door verzakking ontstane scheuren en gaten tot het in een legger of op andere wijze vastgestelde profiel.
bijzondere bepaling de koppeling van een bijzondere bepaling aan een specifieke vergunning en een specifieke waarde van de parameter van de bijzondere bepaling in de daarbij aangegeven eenheid
bijzondere bepaling beperkingen voortkomend uit reglementen
bijzondere markering geeft een gebied aan met een bijzondere bestemming die in de regel op kaarten en in publicaties omschreven is
bijzondere natuur natuurlijk voorkomende levensgemeenschappen die relatief zeldzaam zijn, of waar relatief zeldzame plant- en diersoorten deel van uitmaken.
bijzondere omstandigheid gebeurtenis die niet elke dag plaatsvindt en die niet standaard is.
bijzondere omstandigheid (norm) omstandigheid waarbij de normwaarde afwijkend is of waarbij de normwaarde aan de hand van externe variabelen bepaald dient te worden
bijzondere waarde- ringscode een aanduiding die aangeeft dat er sprake is van 1 of meer omstandigheden die er, ingevolge wettelijke voorschriften, toe leiden dat bij de waardering rekening is gehouden met bijzondere waarderingsvoorschriften, waardoor de vastgestelde waarde lager kan zijn dan de waarde in het economische verkeer of de gecorrigeerde vervangingswaarde.
bijzondere waterkerende constructie constructie om, in combinatie met een grondli- chaam (dijk) of in plaats van een grondlichaam, water te keren.
bijzondere weglaag constructie van voor de opbouw van de weg niet relevante weglagen
binder chemicaliën die korte vezels bijeenhouden in een cartridge-filter.
binnenberm een extra verbreding aan de binnendijkse zijde van de dijk om het dijklichaam extra steun te bieden en/of om zandmeevoerende wellen te voorkomen.
binnendijks aan de polderzijde van de waterkering gelegen.
binnendijks aan de kant van het land of het binnenwater.
binnenduin duingebied landwaarts van de primaire waterkering.
binnengaats binnen het betonde gedeelte van de zeegaten.
binnengaats in de haven.
binnenloodsen een schip uit volle zee op de rede of in de haven brengen of, wanneer de zeeloods wordt afgelost door de binnenloods, van de riviermonding in de haven.
binnenlopen een haven aandoen.
binnenschepenwet BSW deze wet bevat bepalingen ter bevordering van de veiligheid van de vaart van schepen op binnenwateren en van goede omstandigheden aan boord van die schepen.
binnensleper sleepboot voor de binnenvaart.
binnentalud hellend vlak van het dijklichaam aan de binnendijkse zijde van de dijk.
binnenteen de onderrand van het dijklichaam aan de binnendijkse zijde van de dijk (de overgang van dijk naar maaiveld).
binnenvaart het deel van de handelsvloot dat uitsluitend is uitgerust voor het bevaren van de binnenwateren, dit in tegenstelling tot de zeevaart.
binnenvaartpolitiere- glement BPR reglement ter voorkoming van aanvaring op de openbare wateren in Nederland, met uitzondering van de wateren die zijn in omschreven in Rijnvaartpolitiereglement, Scheepvaartreglement Westerschelde, Scheepvaartreglement Eem- smonding, Zeeaanvaringreglement en Reglement Kanaal van Gent naar Terneuzen.
binnenwater water wat zich binnen de kustlijnen bevindt
binnenwateren al het stilstaande of stromende water op het landoppervlak, en al het grondwater aan de landzijde van de basislijn vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten -
binnenzee zee die (vrijwel) geheel door een land wordt ingesloten.
bio beschikbaar refereert in de regel aan vervuilende- of gifstoffen die opgenomen kan worden door organismen.
bio energetische modellen type biologisch proces model waarbij de optimale locatie en gedrag van een organisme gebaseerd is op energie balansen.
bioaccumulatie de opeenhoping van een stof in organismen of delen van organismen, waardoor de concentratie in de organismen hoger wordt dan in het omringende milieu.
bioassay kwantitatieve bepaling van biologisch werkzame stoffen door middel van toediening van deze stoffen aan levende organismen onder standaard omstandigheden.
biodegradatie het langs biologische weg afbreken van (synthetische) stoffen.
biofilm populatie van verschillende micro-organismen, gevangen in een laag van slijm en uitscheidings- producten, die vastgemaakt zit aan een oppervlak.
biofouling de ongewenste aangroei en accumulatie van micro-organismen, planten en dieren op substraten die ondergedompeld zijn in zeewater of er regelmatig mee in contact komen.
biogas gas dat onder anaërobe omstandigheden ontstaat (bijvoorbeeld bij het gisten van slib)
biogene sedimenten sedimenten van dierlijke of plantaardige oorsprong
biogeografie leer van de verspreiding van levende organismen
biologisch actieve koolstof geactiveerde koolstof dat de microbiologische groei actief bevordert, om de degradatie van organische stoffen die geabsorbeerd zijn in de poriën en op het oppervlak van de koolstof.
biologisch afbreekbaar de mogelijkheid van een organische stof om te verteren als gevolg van de aanval bij micro organismen..
biologisch afbreekbare verontreinigingen verontreinigingen die verteerd kunnen worden onder natuurlijke omstandigheden.
biologisch kunstwerk kunstwerk, geheel ontworpen en gebouwd ter ondersteuning van het menselijk ingrijpen in het natuurlijk functioneren van levende wezens.
biologisch zuiveren het met behulp van micro organisme verwijderen van biologisch afbreekbare verontreinigingen uit het afvalwater
biologisch zuurstofverbruik 5 dagen BZV5 de hoeveelheid opgeloste zuurstof die binnen 5 dagen geconsumeerd wordt door bacteriën die de biologische afbraak van organisch materiaal uitvoeren.
biologische capaciteit rioolwaterzuiveringsinstallatie het maximale, zuiverend vermogen van de ri- oolwaterzuiveringinstallatie dat kan worden aangewend voor de reiniging van het instromende afvalwater
biologische indicator soort of aantal soorten dat representatief en typerend is voor een specifieke toestand van een ecosysteem.
biologische oxidatie vertering van complexe organische materialen door micro-organismen door middel van oxidatie.
biologische teelt teelt uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007
bioluminiscentie uitstralen van licht door levende organismen
biomagnificatie stapsgewijze toename in de concentratie van persistente stoffen in het organisme naarmate men hogerop in de voedselketen waarneemt.
biomassa de gezamenlijke massa aan levende materie voorkomend in een bepaalde levensgemeenschap of een onderdeel hiervan.
biomonitoring het gebruik van levende organismen om de geschiktheid van effluent te testen om het te kunnen lozen en om de kwaliteit van het ontvangende water na ontvangst te testen.
bioom grote regionale groep van welbepaalde plant- en dierengemeenschappen die goed aangepast zijn aan de omgeving van een welbepaald gebied of regio
biopiles engelse/Amerikaanse term voor in driehoekige vorm opgezette hopen waarin biologische afbraak van verontreinigende stoffen plaatsvindt.
bioremediatie de biologische behandeling van afvalwater en slib, door de afbraak van organische stoffen en koolwaterstoffen tot koolstofdioxide en water te veroorzaken.
biosfeer het door de gezamenlijke planten- en dierenwereld bezette deel van de aarde (lithosfeer) en de atmosfeer.
biota alle organismen, inclusief dieren, planten, schimmels en micro organismen die in een bepaald gebied gevonden worden.
biotherm “elk organisme dat bijdraagt tot de vorming van een ”“koraalrif”“.”
biotiek het totaal aan biotische factoren.
biotisch behorende tot de levende natuur.
biotoop karakteristieke leefomgeving van een levensgemeenschap waarvan de belangrijkste klimatologische, bodemkundige en biologische condities uniform zijn.
biotoop ruimtelijk begrensde eenheid voor leven.
biotoop woongebied voor een groep organismen.
biotransformatie omzetting van een stof in andere stoffen bij organisme
bioturbatie het omwoelen van de waterbodem door organismen en de daaruit voortvloeiende uitwisseling van materiaal tussen bodem en water.
bioventing basistechniekcombinatie waarbij door de onttrekking van bodemlucht de bodem wordt geventileerd, resulterend in een toename van het zuurstofgehalte en dientengevolge in de biologische afbraak van de organische verontreinigende stof. Bovendien speelt, afhankelijk van de vluchtigheid van de verontreinigende stof, het sanerend effect van bodemluchtextractie een rol.
biovolume het totale volume aan levende materie voorkomend in een bepaalde levensgemeenschap of een onderdeel hiervan.
bitumen een zeer viskeuze vloeistof of vaste stof, in hoofdzaak bestaande uit koolwaterstoffen of hun derivaten, die vrijwel geheel oplosbaar is in zwavelkoolstof
bitumenemulsie een homogeen mengsel van bitumen en water waarbij bitumen in de vorm van zeer kleine bolletjes is gedispergeerd in water
bitumengetal de plasticiteit van een vulstof/watermengsel, uitgedrukt in een getal
blaaswier soort bruinwier met drijfblaasjes.
black-boxmethode methode voor globaal ontwerp of eenvoudige toetsing op toplaaginstabiliteit, op basis van makkelijk te bepalen kenmerken van toplaag en ondergrond.
black-spot een weglocatie waar de afgelopen 3 jaren meer dan 6 slachtoffers zijn gevallen.
bladvanger een afscheider die bladeren en grofvuil uit de regenpijp werpt
blakte situatie waarin er geen wind is, zodat het water spiegelglad is.
blauwalgen bacteriën die eruit zien als wieren.
blauwe dienst activiteit of beheersmaatregel op het gebied van waterbeheer, aangegaan met eigenaar of gebruiker van (doorgaans agrarische) gronden, gericht op realisering van verdergaande maatschappelijke wensen, waarvoor de ondernemer beloond moet worden.
blauwe vlag de blauwe vlag is ingesteld door de FEE (Foundation for Environmental Education) om internationaal de kwaliteit van zwemwater te kunnen vergelijken.
bliek jonge haring.
blijf-weg sein bestaat uit een geluids- en een lichtsein. Het geluidssein bestaat uit het gedurende 15 achtereenvolgende minuten voortdurende herhalen van een korte stoot, gevolgd door een lange stoot. Gelijktijdig met het geluidssein moet een geel licht worden getoond met eveneens een korte en een lange periode.
blijvende teelt bedrijf agrarisch bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door het kweken van gewassen met een levensduur langer dan één jaar
blind anker uitgeworpen anker waar geen ankerboei aan is bevestigd, zodat je niet precies weet waar hij ligt.
blinde klip zich onder water bevindende, dus onzichtbare klip.
blinde vlekken elke plaats op een filtermedium waar vloeistoffen niet doorheen kunnen stromen.
blindslaan doet de schroef als er niet genoeg water naar de schroef toevloeit of een groot deel van de schroef zich boven water bevindt.
blindvaren het varen zonder kompas, radar en andere technische of elektronische hulpmiddelen.
blizzard plotseling opkomende hevige sneeuwstorm, die gepaard gaat met felle kou. Komt regelmatig voor in Canada en het noordwesten van de Verenigde Staten.
blok katrol om schoten e.d. door te scheren
blok-gecentreerd netwerk een eindige-differentie rekennetwerk waarbij het model de modeluitvoer (bv. peil of potentiaal van het water) in het centrum van een rekencel berekent.
blokkade afsluiting van een haven, doorvaart of kust met oorlogsschepen.
blokkade doorstroming van het wegverkeer plaatselijk geblokkeerd voor alle verkeer als gevolg van een incident, zoals een ongeval
blokkanaal marifoonkanaal van het blokgebied waarin men zich bevindt en waarvoor een uitluisterplicht geldt.
blokkeerinrichting toestel om de beweging van een werktuig te vertragen, te laten stoppen of te fixeren
blokken toplaagelementen die nauw op elkaar aansluiten en waarbij de spleetbreedte rondom elk element min of meer constant en meestal klein is.
blokkenmat geprefabriceerde toplaagelementen die onderling door kabels of een geokunststof zijn verbonden tot een mat.
blower toestel om grote hoeveelheden gassen te verplaatsen
blowergebouw gebouw waar de blower(s) opgesteld staat(n)
blowerruimte ruimte waar de blower(s) opgesteld staat(n)
blusboot boot waarmee de brandweer branden en milieurampen op en bij het water bestrijdt.
bocht verandering in de richting van een stroom.
bochtaak vlet waarop de gierkabel van een veerpont rust.
bochtverlies een coëfficiënt waarmee de totale bocht- en knikverliezen in de 1D-hevel kunnen worden berekend.
bodem het aan de oppervlakte liggende pakket van de aardkorst met de daaronder liggende aardlagen onder invloed van de hydrosfeer, atmosfeer en organismen.
bodembeheerplan in het bodembeheerplan is vastgelegd hoe met grond moet worden omgegaan en welke kwali- teitsgegevens beschikbaar moeten zijn. Daarbij gaat het om de volgende situaties: de grond is afkomstig uit dezelfde zone als die waarin de ontvangende bodem is gelegen | de grond is afkomstig uit een andere zone binnen hetzelfde beheersgebied | de grond is afkomstig uit een ander beheersgebied | de grond is afkomstig uit een gebied waarvoor geen bodemkwaliteitskaart geldt, of uit een inrichting.
bodembreedte aanwijzing voor de (streef)breedte op bodemni- veau
bodemconcentratie concentratie aan opgeloste of gesuspendeerde stoffen vlak boven de bodem van een water.
bodemdaling daling van het grondoppervlak door oxidatie van veen, zetting of geologische processen.
bodemdekking het deel van de bodem dat geraakt is door akoestische metingen.
bodemfluctuatie tijdafhankelijke schommeling van de bodemlig- ging t.o.v. een referentievlak.
bodemgebruikswaarde BGW concentratie van een stof in sediment, grond of grondwater die geldt als functiegerichte sane- ringsdoelstelling voor verontreinigingen van voor 1987 en als functiegerichte kwaliteitseis voor het aanbrengen van leeflagen.
bodemgeschikheid- kaart kaart met daarop aangegeven de gebruiksmogelijkheden voor verschillende vormen van bodemgebruik.
bodemhelling hoogteverschil over een bepaalde afstand van een rivierbedding of waterbodem.
bodemhoogte BODHTE hoogteligging van de bodem van een oppervlaktewater ten opzichte van een referentievlak
bodemkaart kaart waarop de samenstelling van de bodem is weergegeven
bodemkunde de wetenschap, die de grondsoorten bestudeert naar hun wijze van ontstaan, karakter en gebruik, alle in landbouwkundige zin.
bodemkwaliteitskaart set van kaarten die als geheel een beschrijving geven van de bodemkwaliteit in een bepaald gebied met een bijbehorend bodembeheerplan.
bodemkwaliteitszone deel van een beheersgebied waarvoor geldt dat er een eenduidige verwachting bestaat omtrent de bodemkwaliteit, waarbij zowel de verwach- tingswaarde als de mate van variabiliteit bepalend zijn.
bodemlaag een pakket bodem begrensd door lenzen en scheidingslagen, welke als laag een watervoerende of waterscheidende functie heeft
bodemluchtextractie basistechniek waarbij vluchtige verontreinigende stoffen via de bodemlucht worden getransporteerd en uit de bodem verwijderd.
bodemmateriaal materiaal waaruit de bodem is opgebouwd.
bodemonderzoek onderzoek en studie van de bodem die in het veld (ter plekke) worden uitgevoerd
bodemruimer apparaat om silo's tot op de bodem te kunnen legen en/of om brugvorming in de silo te voorkomen
bodemruwheid oneffenheid van de bedding of waterbodem waardoor stromingsweerstand wordt veroorzaakt.
bodemsamenstelling materiaal waaruit een bodem is gevormd en hun onderlinge verhouding (fracties of procenten).
bodemsanering het schoonmaken van vervuilde grond.
bodemstructuur wijze waarop een bodem is opgebouwd.
bodemtype een voor de Nederlandse situatie karakteristieke opeenvolging van bodemlagen.
bodemtype correctie- factoren dit zijn een aantal factoren die in een formule worden gebruikt waarmee voor een aantal verontreinigingen de concentratie kan worden berekend die van nature voorkomt (de referentiewaarde). Dit is nodig omdat de referentiewaarde afhankelijk is van het organische stof- en lutum gehalte van de betreffende bodem.
bodemval sprong in de bodem van een waterloop.
bodemverontreiniging stoffen of componenten in de bodem of het grondwater, die niet van natuurlijke herkomst zijn en een bedreiging voor de mens en/of het ecosysteem kunnen vormen.
bodemvocht verantwoording procedure SMA procedure gebaseerd op de opslag of index van een P-R model voor het meenemen van voorafgaande vochtigheid en klimaatomstandigheden.
bodemvorming het complex van veranderingen dat optreedt in de aan de oppervlakte liggende aardlagen die van betekenis zijn voor de vegetatie. Deze veranderingen treden op nadat de lagen zijn afgezet en zijn het gevolg van de invloed van klimaat, terreinvorm, begroeiing, de mens e.a. factoren
boegbok dekschuit voor het opleggen van de boegdraad.
boegdraad kabel waaraan een baggermolen zich voorttrekt.
boegjet pomp die met grote kracht water wegperst uit een kleine monding in de boeg, aan bak- of stuurboord
boegroer extra roer, bevestigd aan de voorsteven, dat het manoeuvreren vergemakkelijkt
boeten het repareren van visnetten.
boezem het stelsel van gemeen liggende, met elkaar in open verbinding staande waterlopen en meren waarop het water van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater.
boezemgemaal gemaal ten behoeve van de bemaling van boe- zemstystemen
boezemland direct op de boezem afwaterend gebied.
boezemland langs boezemwater gelegen land tussen boezemwater en boezemwaterkeringen.
boezempeil de waterstand in de Boezem.
boezemwater (water in) een stelsel van gemeen liggende, met elkaar in openverbinding staande waterlopen en meren waarop het water van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater
bok een solide raamwerk van hout of staal, dat dient om een romp op het droge te ondersteunen.
bolbaken baken op een hoge paal, doorgaans een cilinder van rood-wit-blauw geverfd mandewerk of een ruit gevormd door twee kegels, ter aanduiding van een vaargeul.
bolder houten, betonnen of ijzeren paal om een landvast aan vast te maken.
bolder twee verticale of schuine stalen kokers op een grondplaat, bevestigd op het achterdek en op de bak, waarop de meertrossen worden belegd.
bolk kleine kabeljauw.
bolwerkvorming het inperken van de vrijheid van de uitvoering van het waterkeringbeheer door bebouwing of andere harde constructies.
bomen het voortbewegen van een boot met een vaarboom, doorgaans tegen de stroom in.
boomkor kornet van vier tot twaalf meter breed, dat door een boom wordt opengehouden en is voorzien van over de bodem schrapende kettingen.
boomkorvisserij vorm van bodemtrawlvisserij voor kotters waarbij twee aan beide zijden uitstaande gieken worden gebruikt. Aan elke giek hangt een bo- demtrawlnet, die op de bodem door een ' boom' wordt opengehouden.
boomvakdeel solitaire boom of bomen is rij of groep die individueel beheerd worden
boor- en productie- platform kunstmatig booreiland in zee, gebruikt om de olie- en gaslagen onder de zeebodem te exploreren en exploiteren.
boord de omtreklijn van het dek.
boorpunt plaats waar een boring is verricht
boorvloer horizontaal platform waarop de boortoren staat.
booster een opjaagstation met als doel het zandwater- mengsel in een persleiding voldoende snelheid te doen behouden
bootgeometriestelsel het stelsel van coördinaatassen waarin de vorm of elementen op een vaartuig vastgelegd kunnen worden
bootvluchteling iemand die per boot zijn land ontvlucht, in de hoop buiten de territoriale wateren te worden opgepikt door schepen van een andere nationaliteit en politiek asiel te verkrijgen.
bootwerker havenarbeider.
bore hoge, steile muur van water, die bij springvloed de rivier binnenloopt.
boreas noordenwind.
boren het maken van een gat in de bodem, meestal om dieper gelegen bodemlagen te bereiken
boring een middel om door boren of steken toegang te krijgen tot de ondergrond om bijvoorbeeld geroerde en/of ongeroerde monsters aan de ondergrond te ontlenen voor nader onderzoek.
botenbaas hij die leiding geeft aan en toezicht houdt op havenarbeiders bij het laden en lossen van zeeschepen.
botlek vroeger een waterloop tussen de Oude en Nieuwe Maas en de Brielse Maas, tegenwoordig een gigantisch haven- en industriecomplex tussen Rotterdam en de Europoort.
botulisme vergiftiging die wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium botulinum.
bouw en verwerving slibverwerkingsinstal- laties het door het waterschap tot stand (laten) brengen, vernieuwen, aanpassen en van derden overnemen van slibverwerkingsinstallaties.
bouw-/kunsthistorie bestudeert de wijze waarop de gebouwde omgeving tot stand is gekomen. Hierin concentreert de bouwhistorie zich op de bouwtechniek en materiaalgebruik. Kenmerkend is het bouwhistorisch onderzoek. De kunsthistorie richt zich op de ontwikkeling van de architectonische vormgeving. Kenmerkend is het onderzoek aan de hand van stijlkenmerken.
bouwblok een in een bestemmingsplan vastgelegde ruimtelijke eenheid, waarbinnen de bebouwing ten behoeve van een bestemming dient te worden geconcentreerd.
bouwjaar jaar van gereedkomen van een object, bijvoorbeeld een kunstwerk of inrichtingselement
bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming Bbo| Bsb BWBR0007667 per 1 juli 2008 vervallen Nederlandse regeling betreffende het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming
bouwstoffenbesluit. Bsb
bouwwerk van steen, hout, metaal e.d. vervaardigde aarden nagelvast met de grond verbonden bouwwerken en installaties
boven de wind in de richting waar de wind vandaan komt.
bovenafdekking een isolatiemethode waarmee door het aanbrengen van een laag op de verontreinigde bodem in ieder geval wordt beoogd de directe contactri- sico's met de verontreinigende stoffen in de bodem te beperken.
bovenafdichting een isolatiemethode waarmee, door het aanbrengen van een voorziening boven de verontreinigde bodem, in ieder geval beoogd wordt de infiltratie van het neerslagoverschot in de bodem te beperken.
bovenafdichtingscon- structie het geheel van verschillende functionele lagen waaruit een bovenafdichting bestaat.
bovenbeloop deel van het talud tussen buitenberm en kruin.
bovengrens de maximale waarde waar iets aan moet voldoen
bovengrond bovenste horizont van het bodemprofiel die meestal een relatief hoog gehalte aan organische stof bevat. Komt bodemkundig in het algemeen overeen met de A-horizont, landbouwkundig met de bouwvoor.
bovenloop het gedeelte van een rivier (waterloop) in het hoge deel van het stroomgebied.
bovenmaats zeeschip volgens het Scheepvaartreglement Westerschelde een schip dat vanwege zijn diepgang slechts de diepste plaats van een vaargeul kan bevaren en waarvan de mogelijkheid tot varen meestal gebonden is aan een bepaalde periode waarin de hoogste waterstand valt, dan wel een schip dat dermate lang is dat het slechts met bijzondere omzichtigheid door de bochten in de vaargeul kan varen.
bovenpand deel van een rivier dat door een hoog gedeelte van het stroomgebied naar een lager gedeelte stroomt. De grens tussen het hoge en lage gedeelte wordt gevormd door een punt waar de invloed van eb en vloed merkbaar wordt. Op dit punt bevindt zich meestal een sluis.
bovenrivier het gedeelte van een rivier dat niet onder invloed staat van de peilen aan de monding.
bovenrivierengebied een gebied waar de waterstand op de rivier alleen wordt bepaald door de rivierafvoer
boven-schelde de Schelde van bron (Franse Gouy - ca.100 meter boven de zeespiegel) tot Gent (ca. 185 km).
bovenstroomse koers de koers die een schip moet voorliggen om de afwijking door de stroom te corrigeren, zodat het de plaats van bestemming volgens een rechte lijn over de grond kan bereiken.
boventafel bovenste gedeelte van de taludbekleding (boven Gemiddeld Hoogwater of boven een overgangs- constructie).
bovenwaterschip het gedeelte van de boot dat zich boven water bevindt.
box ligplaats in een jachthaven
boxcorer groep van stekers met een grote, ronde, vierkante of rechthoekige steekbuis.
boxenstructuur ordening van de begroting, zodanig dat de verdeling in die begroting snel en helder zichtbaar wordt.
bra deel van de visvangst dat de bemanning gedurende de reis voor eigen gebruik mag nemen en dat rauw of gebraden gegeten wordt.
brak water water waarvan het zoutgehalte beduidend lager ligt dan dat van zeewater.
Brandaris vuurtoren van Terschelling
branden het spattend schuimen van water aan top en/of voorzijde van een korte golf, gevolg van evenwichtsverlies door onvoldoende waterdiepte.
branding het branden.
brandingstroom stroom die evenwijdig aan de kust ontstaat ten gevolge van de branding van scheef op de kust inkomende golven.
brandweer het geheel van de personen en gereedschappen bestemd om mensen te redden en voorkomende branden te blussen
breakwater dwarsscheepse opstaande rand op de bak van passagiersschepen, die overkomende golven breekt en buiswater tegenhoudt.
brede kijk de uitoefening door een waterschap van zijn primaire taken (reglementaire en de via wetgeving rechtstreeks toebedeelde taken aan de waterschappen), waarbij derhalve het waterschap allereerst blijft staan voor de behartiging van de waterstaatkundige belangen in de zin van zorg voor de waterhuishouding en waterkering, maar door de brede kijk oefent het waterschap die zorg op een moderne, eigentijdse manier uit.
breedte BREEDTE een afmeting van een object
breedte breedtevak maatgevende breedte van het breedtevak haaks op de as van het vak
breedtegraad 1/360 deel van een meridiaan
breedtevak lengte verharding met gelijke wegbreedte
breekpuntschlorering toevoeging van chloor aan water totdat er genoeg chloor aanwezig is voor de desinfectie van water.
breeksterkte de in kilo's uitgedrukte kracht die nodig is om een proefeind touw of staaldraad van één meter te doen breken.
breeveertien grote zandbank langs de kust van Noordwijk tot Callantsoog, waar 14 vadem water op stond.
breken van een golf vorm van branden, waarbij een watergolf na krulling instort.
breker korte, onstuimige golf die op de kust slaat
breker constructie voor het breken van materiaal
brekerbank zandbank of -rug, die nagenoeg evenwijdig aan de kust loopt, gevormd onder de invloed van brekende golven.
brekerindex verhouding tussen de hoogte van de berekende golven en de waterdiepte ter plaatse.
brekerzone gebied waar de golven breken.
bres talud van nog niet gebaggerde waterbodem ter plaatse van het ontgraafelement.
bresgroei (groei van) gat in de waterkering
bressen bezwijken van het talud ter plaatse van het ontgraafelement als gevolg van de baggeractiviteit.
breuksteen profielverdediging met behulp van breuksteen
breuksteen-asfalt profielverdediging van met asfaltgepenetreerde breuksteen
breuksteenoverlaging constructie waarbij op een bestaande, te lichte steenzetting ter versterking een pakket breuksteen is aangebracht.
broedval overgang van schelpdierlarven vanuit de waterfase naar de bodem.
broeikaseffect het opwarmen van de atmosfeer als gevolg van het toenemende aandeel koolstof.
broekbos bos met dichte ondergroei (broek) van struiken.
bron oorsprong van een emissie.
bron plaats waar (zonder menselijke ingreep of toepassing van mechanische middelen) water ontspringt aan sediment of gesteente.
bron het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
bron ontwikkeling het proces waarbij een bron wordt afgepompt of gespoeld om het fijne materiaal wat het filter of de aquifer buiten het filter kan blokkeren, te verwijderen.
bron volging het percentage water wat iedere netwerk node bereikt vanaf een bepaalde bron node (oorsprong)
bronbemaling het uit de bodem of bouwputten onttrekken van grondwater door middel van een zuigpomp.
brongebied verontreinigd gebied in grond of grondwater waarin puur product of restverzadiging wordt aangetroffen.
bronmaatregel een bronmaatregel is gericht op het wegnemen van de oorzaak van de hydraulische belasting en/of verontreiniging. Het coaten van een zinken dakgoot is een voorbeeld van een bronmaatregel
bronpopulatie groep individuen van waaruit de kolonisatie van onbevolkte gebieden plaatsvindt
bronwater opgepompt grondwater
broom Br chemisch element uit de zevende groep (halogeen) van het periodiek systeem, atoomnummer 35, een donkerrood tot bruine, zeer toxische stof met een stekende reuk (symbool Br).
brugdek bovenste afsluitende laag van een brug
bruikbaarheids grens- toestand BGT
bruinkool veen dat onder druk in de loop der tijd gevormd is
bruinrot bacterieziekte die aardappelen aantast.
brulboei zeeboei die een dof, luid klinkend gebrul laat horen, doordat de beweging van de boei zeewater door een hoorn perst.
bruto binnenlands product de totale waarde van de goederen en diensten die geproduceerd worden door de inwoners van een land.
bruto emissie de som van de directe emissie en indirecte emissie bij het verlaten van de bron.
bruto kielspeling kielspeling als het schip stilligt
bruto neerslag P de gemiddelde specifieke neerslag boven het aardoppervlak.
bruto register tonnenmaat BRT De inhoud van alle waterdicht afgesloten ruimten in het schip, zowel onder als boven het meetdek, met uitzondering van de dubbele bodem.
bruto standaardsaldo BSS de waarde van een bepaald landbouwgewas of - diersoort, berekend door de opbrengsten met bepaalde bijbehorende specifieke kosten te verminderen
bubbelinstallatie installatie die wordt aangelegd in meren en plassen waarin tijdens warm weer problemen ontstaan met blauwalgen.
budgetaanvraag de aanvraag voor de inzet van mensen, middelen en geld.
buffer een stof die reageert met zuurstof of hydroxyl- ionen in een oplossing, om te voorkomen dat de pH verandert.
buffercapaciteit de mate waarin het natuurlijke systeem in staat is invloeden van buitenaf op te vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor flora en fauna
buffertank tank voor het bufferen van een stof
bufferzone gebied rondom een natuurgebied waar maatregelen noodzakelijk zijn, met het oog op de vereiste milieu- en wateromstandigheden in het natuurgebied.
bufferzone afstand tussen de rand van een gebied waar de toepassing van (milieuvreemde) stoffen, zoals pesticiden, is toegestaan en een gebied dat gevoelig is voor deze stoffen, zoals bijvoorbeeld een waterloop.
bui korte periode van neerslag
bui-oscillaties onregelmatige schommelingen van de waterspiegel met wisselende periode, die vooral bij zware storm optreden
buisbezinker een apparaat dat bundels buisjes gebruikt om vaste stoffen in het water te laten bezinken zodat ze door middel van slib verwijderd kunnen worden.
buistoot afzonderlijk optredende vrij kort durende water- spiegelverheffing als gevolg van een zware bui of front.
buiswater water dat tegen de boeg van het schip opgeslagen wordt en over het dek waait.
buitenberm extra verbreding aan de buitendijkse zijde van de dijk om het dijklichaam extra steun te bieden, om zandmeevoerende wellen te voorkomen en/of om de golfoploop te reduceren.
buitenbeschermings
buitendijks gelegen tussen het buitenwater en de dijk die dat water keert.
buitengaats op zee, buiten de haven.
buitengebied het gebied buiten de bebouwde kom en buiten het gebied dat op grond van een vigerend ruimtelijk plan als toekomstig onderdeel van de bebouwde kom kan worden aangemerkt.
buitenknik knik tussen de berm en het benedenbeloop
buitenkruinlijn lijn die de overgang markeert tussen de kruin en het buitentalud, waarlangs de toetsing op hoogte plaatsvindt.
buitentalud hellend vlak van het dijklichaam aan de kerende zijde.
buitenteen onderrand van het dijklichaam aan de waterzijde van de dijk (buitendijks).
buitenwater het oppervlaktewater waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of Markermeer of bij een combinatie daarvan.
buitenwater water in de onmiddellijke gemeenschap met de zee.
bulbkiel vin, bestaande uit een plaat, waar de ballast als een sigaar onderaan is bevestigd of gegoten.
bulkcarrier schip dat speciaal is gebouwd voor het vervoer van bulk en over veel ruimen beschikt, die elk hun eigen luikopening hebben, waardoor er sneller kan worden geladen en gelost.
bun afgesloten deel van het ruim dat in open verbinding staat met het buitenwater
bun kist met gaatjes die men in het water hangt om de vis levend in te bewaren..
bunker tank voor het opslaan van brandstof.
bunkeren het laden van brandstof of drinkwater.
bunkerstation een voorziening voor levering van brandstof en scheepvaartbenodigdheden
burcht een ondergronds dierenverblijf met meerdere ingangen, die door kleine zoogdieren wordt gegraven
burqemeester wettelijk burgerlijk hoofd en vertegenwoordiger van een gemeente ⇒ burgervader, de eerste burger
burqer persoon die burgerrechten geniet
b-water water van belang voor de waterkwantiteit in het beheersgebied van het waterschap.
bwo-kerinq BWO kering geplaatst en ontworpen ter bescherming van waterstaatswerken in oorlogstijd
caco3 compensatie diepte de diepte waarop de hoeveelheid CaCO3 geproduceerd bij de organismen in het bovenliggende water gelijk is aan de hoeveelheid CaCO3 die de waterkolom kan absorberen.
caisson drijvend betonnen bouwwerk dat tot zinken wordt gebracht en dan dient als onderdeel van een dam, tunnel of brug.
caisson soort grote duikerklok waarin onder overdruk werk wordt verricht.
cake filtration filtratie door een uit slibvlokken en macromoleculen bestaande poreuze filterkoek op het membraanoppervlak. De filterkoek wordt opgebouwd door permeaat onttrekking door het membraan waardoor concentratieverhoging plaatsvindt van de gesuspendeerde deeltjes en macromoleculen op het membraanoppervlak.
calamiteit omstandigheden waaronder de goede staat van één of meer waterstaatswerken onmiddellijk en ernstig in het ongerede is of dreigt te komen
calamiteit ernstige verstoring
calamiteit een onderkend gevaar voor de bevolking waarvoor een calamiteitenplan in werking dient te treden.
calamiteit draaiboek het calamiteit–scenario, de calamiteitstrategie, de calamiteittactieken, de calamiteitinzet voor een bepaald deelswatersysteem.
calamiteit strategie een calamiteitstrategie is de wijze waarop een rampzalige situatie kan worden beïnvloed.
calamiteit tactiek een calamiteittactiek is de wijze hoe een calamiteitstrategie moet worden uitgevoerd.
calamiteit/zwaar ongeval/ ramp/incident een ramp wordt het als het bevoegd gezag het aldus officieel benoemt/typeert
calamiteitenorganisatie organisatievorm/eenheid die de bestrijding van de ramp/crisis/calamiteit ter hand neemt
calamiteitenplan draaiboek waarin de verschillende bij dijkbewaking te ondernemen acties staan vermeld.
calamiteitenverloop het verloop van de gebeurtenissen
calamiteitenzorgsysteem systematiek om bij calamiteiten zorg te verlenen aan de getroffenen
calamiteuse polders zo werden in de jaren twintig de Zeeuwse polders genoemd waarvan de zeewering zo kostbaar was, dat rijk en provincie daarvoor subsidie gaven.
calcium Ca chemisch element dat behoort tot de groep aardalkalimetalen. Atoomnummer 20, symbool Ca
calciumhypochloriet een chemicalie dat veelvuldig wordt gebruikt voor de desinfectie van water
campylobacter bacterie bacterie die gevonden wordt in dieren en Campylobacteriose kan veroorzaken
campylobacteriose ernstige vorm van diarree gevormd door een infectie van de dunne darm die wereldwijd voorkomt en wordt veroorzaakt door de Campylobacter bacterie
canyon smalle, diepe en steilwandige kloof die ontstaan is door de erosieve actie van stromend water.
capaciteit hoeveelheid stroming die verwerkt kan worden door een afvoerconstructie.
capaciteit volume dat opgeslagen kan worden in een reservoir
capaciteit beheer het opstellen van capaciteitsprognoses en het plannen, meten en toetsen van de transport-, zuivering- en slibverwerkingscapaciteit
capaciteit tussen de oevers afvoer in een waterloop zonder dat de oevers overstromen.
capaciteit van een put waterleverend vermogen van een put.
capaciteitsplan plan wat alle capaciteitsgegevens van het schip bevat
capacitief werkend op het principe van een condensator.
capillair onderbrekende laag een horizontale laag met een dusdanige korrel- verdeling (grootte van de poriën) dat capillaire opstijging van (verontreinigd) bodemvocht ermee wordt voorkomen.
capillair water water dat in fijne openingen in de bodem boven de grondwaterspiegel wordt gezogen doordat de moleculaire krachten het dan winnen van de zwaartekracht.
capillaire activiteit water dat op een bepaald punt hoger komt dan dat deel van het oppervlak dat niet in contact is met een vast oppervlak.
capillaire membranen membranen met de dikte van een menselijke haar
capillaire zone grondzone boven het freatisch vlak waarin zich nog grondwater bevindt.
carbonaat verbinding met koolstofionen in een complexion van formule (CO3)2- - bijna altijd zoutachtig.
carcinogeen een stof die in staat is kwaadaardige groei (kanker) te verwekken in mens, dier of plant.
carcinologie studie van de kreeftachtigen (Subphylum Crustacea)
cardanische ophanging systeem waarbij twee vlakke metalen concentrische ringen beweeglijk in hetzelfde vlak zijn aangebracht
carnivoor vleeseter.
cartridge filter wegwerpfilterapparaat dat een filtergrootte heeft van 0,1 tot 100 micron.
cascade getrapte waterval/kunstmatig aangelegde stroomversnelling.
casco de kale romp van een schip.
casco het gehele schip, met uitzondering van alles wat zich in de machinekamer en de ketelruimen bevindt.
cas-nr. CAS een codering van de stof die herkenning mogelijk maakt van identieke stoffen met verschillende handelsnamen.
categorie indeling welke aangeeft of een doelvariabele een fysische, chemische, biologische of gebruiks- doelvariabele is (categorie), of een verdere onderverdeling van één van bovengenoemde (subcategorie).
categorie het onderscheid in de KRW van natuurlijke wateren in de categorieen rivieren, meren, overgangswateren en kustwateren.
categorie oppervlaktewater een indeling naar de grootte van de afvoer en/of oppervlakte van het stroomgebied van het water zoals bepaald door het waterschap
categorietelling op incidentele basis gehouden telling van het verkeer naar indeling van categorie
cation exchange capacity CEC indicatie van de mate waarin stoffen geadsorbeerd kunnen worden door organische stof, kleimineralen e.d.
cavitatie het verschijnsel waarbij door de snelle stroming langs de bolle voorzijde van het schroefblad de druk zo sterk daalt dat er waterdampbellen ontstaan die de motorische stuwkracht van de boot verminderen.
cbr test een in Amerika ontwikkelde methode om de stijfheid van grond uit te drukken in de stijfheid van een standaardmateriaal.
cbs-indeling (vergunning) een verzameling typeringen van vergunningen waarover door het CBS enquête vragen gesteld worden.
CEFILT waarde die aangeeft van welk type een waarde is.
celspanning de spanning die heerst in de cel van een cel- of triaxiaalapparaat
cementatieproces verhardingsproces van cement en cementachtige bindmiddelen.
ce-merk europees keurmerk voor schepen, bestaande uit een code met een plaatje.
cemt-classificatie indeling van binnenvaartschepen in een beperkt aantal standaardtypen
centraal bureau binnenvaart CBB| CBRB
centraal bureau voor de statistiek CBS
centraal referentie punt CRP punt op het vaartuig ten opzichte waarvan het bootgeometrie stelsel gedefinieerd is
centrale commissie voor de rijnvaart CCR internationaal bestuursorgaan, dat ingevolge de akte van Mannheim (1868) de vrije en veilige vaart op de Rijn in stand moet houden
centrifugaat afgescheiden water ontstaan bij het centrifugeren
centrifugatie een delingsproces, dat centrifugale kracht gebruikt om de versnelde bezinking van deeltjes in een vaste stof- / vloeistofmengsel te bevorderen.
centrifuge machine voor het m.b.v. centrifugaalkrachten indikken of ontwateren van slib
centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden COELO
centrum voor regelgeving en onderzoek in de grond-, water- en wegenbouw en de verkeerstechniek. CROW
cessionaris verzekeraar die het recht op een scheepslading of scheepswrak heeft.
charged coupled device CCD halfgeleider die bij lichtinval stroom afgeeft
charteren het huren en eventueel bevrachten van een schip
chef van de wacht officier die verantwoordelijk is voor de veiligheid van mensen en goederen op zee, vertegenwoordigt de kapitein en moet te allen tijde voldoen aan de geldende bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee.
chelaterende stoffen organische stoffen die de mogelijkheid hebben om ionen uit hun wateroplossingen te trekken en in oplosbare complexen om te zetten.
chemicaliën doseren het toevoegen van chemicaliën ten behoeve van bijvoorbeeld het verwijderen van fosfaat of het ontwateren van slib
chemicaliën rubriek indeling van de gevaarlijke stoffengegevens in logische eenheden die wordt gebruikt voor autorisatie van te tonen gegevens.
chemicaliën waarde de gegevens van een enkele chemicaliënrubriek voor een bepaalde chemicaliënstof.
chemiekaarten kaarten waarop de chemische inrichtingen zijn weergegeven
chemisch zuurstofverbruik CZV |
chemische barrière een laag die, door de interactie van de stoffen waaruit de wand bestaat en verontreinigende stoffen, de verspreiding van deze verontreinigende stoffen door de laag heen beperkt.
chemische oceanografie bestudeert het gedrag van de chemische elementen in de oceanen op aarde en haar processen die deze elementen aanbrengen, verwijderen en transformeren
chemische stof naamgeving van elementen en verbindingen of groepen verbindingen.
chemisorptie adsorptie van een atoom of verbinding aan een oppervlak middels chemische binding.
chemosynthese biologische omzetting van anorganische kool- stofmoleculen en nutriënten naar organische verbindingen, nodig voor de opbouw van het organisme door gebruik te maken van chemische energie.
cheniervlakte zandige strandwallen langs de kust, waarbij de lagunes achter de zandruggen geheel of gedeeltelijk zijn opgevuld door keiafzettingen.
chezy formule formule die de gemiddelde snelheid van een stroom V relateert aan de natte straal R, energie verhang S en de leiding ruwheid uitgedrukt in de Chezy coëfficiënt C.
chloor Cl chemisch element uit de zevende groep (halogeen) van het periodiek systeem, atoomnummer 17, verstikkend groengeel gas (symbool Cl).
chloor ion geïoniseerd chloride (Cl-) die geïoniseerde compounds kan vormen met diverse metalen.
chloor vrij beschikbaar chloor dat geen verbinding is aangegaan met aanwezige verontreinigingen
chlooraminen een chemisch complex dat uit chloor en ammoniak bestaat.
chloorcontact ruimte het deel van de waterbehandelingfabriek waar het effluent met chloor wordt gedesinfecteerd.
chloorfenol benzeen met een alcoholgroep en een chloor- atoom in de verbinding.
chloorthiofos-sulfon pesticide, acaricide/insecticide, cholinesterase inhibitor
chlorering een waterzuiveringsproces waarbij chloor voor desinfectie aan water wordt toegevoegd, om de aanwezige micro-organismen te controleren.
chloride gehalte het totale gewicht aan werkelijke chloorionen per gewichtseenheid water.
chlorofyl groep groene pigmenten die het voor planten mogelijk maken fotosynthese uit te voeren.
cholera acute diarreeachtige ziekte die veroorzaakt wordt door een infectie van de darmen met de bacterie Vibrio cholera
chorologische classificatie een groepsindeling van gebieden die onderscheiden worden door bepaalde verschijnselen aan de aardoppervlakte, aan de hand van gemeenschappelijke kenmerken van die gebieden.
chorologische relatie ruimtelijke (horizontale) relatie.
chromatofoor hoog ontwikkelde huidcellen, waarin telkens kleine pigmentgranules zijn omsloten en maken kleurverandering mogelijk bij organismen
chronische toxiciteit het effect (giftigheid) dat zich pas na langdurige blootstelling aan een stof openbaart.
chronische toxiciteit- toets toets waarin organismen worden blootgesteld aan een relatief kleine hoeveelheid van een stof gedurende een groot deel van de levensduur.
chronische verontreiniging herhaaldelijke of aanhoudende uitstoot of lozing van milieuverontreinigende bestanddelen.
chronologisch tijdvolgordelijk
chronometer zeer nauwkeurig lopend uurwerk
ciguatera toxische stoffen voorkomend in sommige vissen, die visvergiftiging veroorzaken.
circalittorale zone “deel van de ”“sublittorale zone”“ en begint onder de infralittorale zone, vanaf 10 - 25 meter diepte”
circulatiecellen horizontale stromingscellen die ontstaan door een samenspel van langsstroom en retourstroom.
circumnavigatie het omzeilen van de wereld.
cirkel van mohr spanningscirkel in het diagram van Mohr waarvan het middelpunt is gegeven door p=(sv+sh)/2 en de straal door q = (sv-sh)/2
civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving CUR
classificatie verontreinigd slib er worden vier soorten slib onderscheiden: - Klasse 1: voldoet aan de algemene milieukwali- teitsnorm: schoon tot licht verontreinigd. | - Klasse 2: overschrijdt de algemene milieukwaliteit: licht tot matig verontreinigd. | - Klasse 3: overschrijdt de toetsingswaarde: matig tot ernstig verontreinigd. | - Klasse 4: overschrijdt de saneringswaarde: ernstig tot zeer ernstig verontreinigd.
classificatieproef proef ter karakterisering van grond, waartoe de volgende bepalingen kunnen horen: volumieke massa, soortelijke massa, natuurlijk watergehalte, Atterbergse grenzen, krimpgrens, korrelverdeling, korrelvorm en humusgehalte
classificeerder controleur van de arbeiders die de tanks, dubbele bodems en piek van een schip schoonmaken en sauzen.
classificeerder die arbeiders die de tanks, dubbele bodems en piek van een schip schoonmaken en sauzen
cleaning in place CIP reinigingssysteem waarbij de te reinigen onderdelen binnen de procesconfiguratie, dus zonder uitbouw, kunnen worden gereinigd.
cleaning in place tank CIP Tank opslagvat voor permeaat om het spoelen van de membranen mogelijk te maken.
climax stadium eindstadium van een natuurlijk verlopende successie.
clinometer instrument dat wordt gebruikt om de overhelling (het aantal graden slagzij) van schepen te meten.
clostridium botulinum splijtzwam (Schizomycetes) uit de familie van de Bacillaceae die door afscheiding van toxinen een belangrijke rol speelt bij voedselvergiftiging.
cluster een samengestelde groep doelvariabelen
cn-complex het deel van het totaal cyanide dat niet vrij cyanide is (tCN = cCN + vCN). Gebonden aan zwevende stof of humus.
coagulatie destabilisatie van colloïde deeltjes door de toevoeging van een reactief chemicalie, een coagulant genoemd.
coccolieten kalkschaaltjes die worden geproduceerd door bepaalde eencellige algen, coccolithoforen genoemd.
code européenne des voies de naviagation intérieure CEVNI europese verkeersregelgeving waarop het BPR en RPR zijn gebaseerd
code verificatie bewijs dat een model op een bepaalde manier een werkelijke weergave is van een conceptueel model binnen zekere gedefinieerde beperkingen of toepassingbereiken en daarbij behorende nauwkeurigheidsbereiken.
codelist wanneer vooraf niet bekend is welke waardes een bepaald attribuut kan krijgen, maar als er wel een lijst waarschijnlijke waardes is, wordt in plaats van een Enumeratie een CodeList gebruikt. Een CodeList is een klasse met als stereotype ‘«CodeList»'.
cohesie de wederzijdse aantrekking tussen de fijne gronddeeltjes van sommige grondsoorten, waardoor deze bij elkaar worden gehouden tot een vaste massa zonder externe krachten.
cohesie schuifspanning die door de grond verdragen kan worden als de horizontale steunspanning nul is en geen inwendige spanningen aanwezig zijn
cohesieve grond grond die schuifweerstand heeft zonder aanwezigheid van normaalspanningen
cold shock neurogene shock door een combinatie van hevige schrik en plotselinge kou, ten gevolge van het overboord vallen.
coliform bacterie coliforme bacteriën zijn in grote aantallen aanwezig in het spijsverteringssysteem van mensen en dieren en worden ook veel gevonden in de natuur als gevolg van besmetting door uitwerpselen (E. coli).
coliform index een maat voor de besmetting van water en in het bijzonder door menselijke en dierlijke uitwerpselen.
collapsing een golf die breekt op een vrij steil talud - het breken gaat gepaard met heftige schuimvorming en turbulentie
collector vergaarder.
colloïde deeltjes met een grootte kleiner dan klei.
colorimeter toestel om het gehalte van een vloeistof te bepalen op grond van meting van de kleur.
combinatiewand een diepwand met een ingehangen slechtdoorla- tende folie.
combischip schip dat zowel containers, stukgoed, massagoed of combinaties daarvan kan vervoeren.
commissaris van de Koningin cvdk
commissie groep personen aan wie een bepaalde opdracht wordt gegeven
commissie algemene en bestuurlijke aangelegenheden van het algemeen bestuur. ABA
commissie boertien i commissie toetsing uitgangspunten rivierdijkver- sterkingen die de minister van verkeer en waterstaat adviseerde
commissie integraal waterbeheer CIW
commissie mer de onafhankelijke commissie die het bevoegd gezag adviseert over de richtlijnen voor te stellen MER en die een opgesteld MER toetst op juistheid en volledigheid.
commissie uitwerking wet verontreiniging oppervlaktewater. CUWVOW
commissie vaarweg- beheerders CVB
commissie van advies inzake de waterstaat- wetgeving CAW
Common Implementation Strategy CIS common Implementation Strategy for the implementation of the Water Framework directive
communautair certificaat certificaat van onderzoek
communicatie het uitwisselen van informatie op welke manier dan ook
compactie de samendrukking van een laag teneinde met een lagere porositeit een lagere doorlatendheid te bewerkstelligen.
compartiment Comp. het deel van het milieu of het organisme of het medium dat wordt beschouwd of geanalyseerd.
compartiment (waterkering) een gebied omgeven door een stelsel van waterkeringen ter beveiliging tegen overstroming niet zijnde een dijkring
compensatie iets vervangen of aanvullen van iets dat te kort schiet of vervallen/uitgevallen is
compensatie bekken secundair reservoir wat zorgt voor een vermindering van afvoerfluctuaties die het gevolg zijn van piekbelasting van het primaire reservoir.
compenserende maatregelen het creëren van nieuwe waarden die gelijk zijn aan de waarden die verloren (dreigen te) gaan.
complete beïnvloeding beïnvloeding waarbij de waterstandverhoging boven het reguleringswerk volkomen onafhankelijk is van de benedenstroomse waterstand.
compositie een associatie die aangeeft dat een of meer klassen (componenten) onderdeel zijn van een andere klasse (compositieklasse), met als restrictie dat een component niet zelfstandig verder leeft als de compositieklasse verdwijnt
composteren composteren is een biologisch proces waarbij bio-degradeerbaar materiaal door microorganismen en kleine ongewervelden onder gecontroleerde omstandigheden wordt afgebroken tot een stabiel eindproduct. Bron: Universiteit Leuven
compressie samendrukking van grond door belasten.
compressie modulus de verhouding tussen de gemiddelde hoofdspanning p en de volumerek ev bij samendrukkende belasting
compressorgebouw gebouw waarin compressoren opgesteld staan
compressorruimte ruimte waarin compressoren opgesteld staan
concentraat de totaliteit van verschillende stoffen die na filtratie in een filtermedium achterblijven.
concentratie CONCTTE sterkte van een oplossing uitgedrukt in aantal massa eenheden per volume eenheid.
concentratieproces het proces waarbij het aantal deeltjes per volu- me-eenheid van een oplossing vergroot wordt
concentratietijd tijdsperiode die noodzakelijk is voor storm runoff om naar het uitlaatpunt te stromen vanaf het punt in een afvoergebied met de langste looptijd.
concentratieverdeling ruimtelijke verdeling van de concentratie van stoffen.
conceptueel model beschrijving van de structuur van een systeem met kwalitatieve afhankelijkheden.
conceptuele fout fout in het modelconcept.
concessie beschikking met een verplichtend karakter voor de beschikkinghouder
concrete klasse klasse met objecten.
condensafscheider toestel om water af te scheiden uit een gas- of luchtleiding
condenswater water dat door condensvorming ontstaat aan de binnenzijde van de kas en via de condensgootjes of het hemelwaterafvoersysteem wordt verzameld
conditionele relatie relatie tussen plant en standplaatsfactor, die via een tussengeschakelde factor verloopt
conductivity, temperature, depth CTD dit toestel meet tegelijkertijd de conductiviteit, de temperatuur en de diepte wanneer het wordt neergelaten in de zee.
configuratie beheer registratie van alle installatiecomponenten ten behoeve van beheer- en onderhoudsactiviteiten
conformité européenne CE voldaan hebbende aan de Europese eisen
congestie het optreden van vertraging door een niet optimale afwikkeling van het verkeer.
consent visvergunning voor beroepsvissers.
conservatief transport transport van een stof in en met water zonder chemische invloeden.
consistentie in hoeverre voldoet de gehele gegevensverzameling aan de vooraf gestelde voorwaarden in de specificatie.
consistentie een aanduiding voor de toestand van de grond (vast, plastisch, vloeibaar) afhankelijk van het vochtgehalte
consistentie-index de verhouding tussen enerzijds het verschil van vloeigrens en werkelijk watergehalte en anderzijds de plasticiteitsindex
consol elektronisch plaatsbepalingsysteem.
consolidatie coeffeci- ent een bij benadering constante grootheid, die bepalend is voor het verloop van het consolidatieproces - de grootte ervan wordt bepaald door doorlatendheid en samendrukbaarheid van de grond van het volu- megewicht van het water
consolidatiegraad mate waarin sedimenten van een bodem zijn samengepakt (geconsolideerd).
consolidatiegraad de bereikte hoeveelheid consolidatie ten opzichte van de te bereiken hoeveelheid consolidatie
consolidatiespanning de spanning waaronder een grondmonster consolideert
consolidatietijd de tijd die nodig is om vanaf het aanbrengen van een belasting, de wateroverspanning te laten afnemen tot een niveau dat aanvaardbaar is voor het uitvoeren van de nog te verrichten werkzaamheden
constante grootheid die in de tijd niet verandert.
constructie het hoofdonderdeel van een object.
constructie wat door construeren ontstaan is
constructiewaterlijn CWL waterlijn ter hoogte van de waterspiegel.
construeren kunstmatig vormen
construeren uit delen samenstellen
consumenten overschot het bedrag wat een huishouden zou willen betalen voor een goed of dienst min het bedrag wat daadwerkelijk betaald wordt.
consumptief watergebruik water dat weggevoerd wordt van de beschikbare voorraad en niet wordt teruggevoerd in het watersysteem
consumptief watergebruik water dat gebruikt wordt in de industrie, landbouw en voedselbereiding.
contacttijd de periode dat een stof in contact komt met een vloeistof, voordat het via filtratie of chemische verandering verwijderd wordt.
container grote, verrijdbare verzamelbak voor het verzamelen van rest- of nevenproducten, afval
containers laadkisten, meestal van metaal en met standaard afmetingen, om te kunnen worden vervoerd door speciale containerschepen, - treinen, -vliegtuigen en -trailers.
containerschip schip dat speciaal is ingericht voor het vervoeren van containers.
containerterminal havenbedrijf gespecialiseerd in de verwerking van containers.
contante waarde naar het huidige kostenniveau teruggerekende toekomstige kosten
continentaal plat onderzeese voortzetting van het continentale gebied.
continentale helling steile overgang tussen het continentaal plat en de diepzeebodem.
continous soil sampler metalen buis die is voorzien van een zuiger met een aan de zuiger bevestigde steunkous.
continu model model wat gedraaid wordt voor iedere tijdstap gedurende een hydrologisch jaar.
continuïteit de waarschijnlijkheid dat, uitgaande van een foutvrije ontvanger, een gebruiker in staat is zijn positie met een specifieke nauwkeurigheid te bepalen en daarbij de integriteit van de bepaalde positie gedurende het (korte) tijds interval voor een specifieke operatie binnen een beperkt deel van het dekkingsgebied, te monitoren
continuïteitsprincipe het principe dat de massa vloeistof die een bepaald volume-element is ingestroomd gelijk is aan de massa die datzelfde volume is uitgestroomd (plus de toename van de berging in het element in het geval van tijdsafhankelijke stroming).
continuïteitsvergelijking differentiaalvergelijking die het behoud van massa van stromende stoffen beschrijft.
contract een afspraak tot het leveren van producten en diensten tegen een overeengekomen prijs en binnen een overeengekomen periode.
contractantie het optreden van volumeverkleining van zand ten gevolge van het uitoefenen van een schuif- kracht
contractiecoëfficiënt de verhouding in een bepaalde dwarsdoorsnede tussen het stroomvoerende en het geometrische profiel.
contractvorm de wijze van inrichting van een project, waarbij tussen opdrachtgever en opdrachtnemer afspraken worden vastgelegd over verantwoordelijkheden en risico's.
contractvorming het schriftelijk vastleggen van een overeenkomst.
controle maaiveld- hoogte het identificeren van die delen waar de laagste, met elkaar verbonden, maaiveldhoogten significant lager zijn dan de putdeksel hoogten van de riolering.
controlerende instantie het overheidsorgaan dat is belast met de uitvoering van de handhaving van de in een beschikking vastgestelde voorschriften
conusweerstand dat gedeelte van de bij het sonderen gemeten reactie dat veroorzaakt wordt door de druk van de grond tegen de kegelvormige punt van de sondeerstang
convectie (algemeen) het transport van een grootheid door een stromend medium.
convectie (meteorologie) het proces waarbij een atmosferische grootheid wordt getransporteerd door verticale beweging in de atmosfeer.
convenant overeenkomst tussen overheden of tussen een overheidslichaam en een belangengroepering om op een bepaald terrein met een vastgesteld gezamenlijk doel op te treden.
conventionele rijn de Rijn en Rijntakken, voor zover vallend onder het Rijnvaartpolitiereglement
conventionele rioolsys- temen systemen die traditioneel gebruikt werden om gemeentelijk afvalwater te verzamelen in zwaar- tekrachtriolen en te vervoeren naar een centrale primaire of secundaire behandelingsinstallatie, voordat het geloosd werd op oppervlaktewater.
convergentie verloop van het iteratieproces waarbij de verandering van de te berekenen systeemvariabele(n) tussen opeenvolgende iteraties het vooraf gestelde convergentiecriterium steeds dichter nadert.
convergentie criterium een bij aanvang van een berekening gestelde limiet waaraan het verschil van de resultaten van twee opeenvolgende iteraties moet voldoen, om van een oplossing te mogen spreken.
coördinaat set kengetallen waarmee de ligging van een punt in een coördinaatstelsel wordt aangegeven
Coordinatiebureau
coördinatiemechanismen principes van coördinatie
corioliskracht het Corioliseffect is de neiging van een bewegend voorwerp op of boven de aardoppervlakte om van zijn koers af te drijven door de draaisnelheid en draairichting van de aarde (west naar oost).
correctie C-O de numerieke waarde van de beste schatting die gemaakt kan worden van het verschil tussen de werkelijke en de gemeten waarde van een parameter
correspondentie alle ingekomen en uitgaande stukken betrekking hebbende op de aanslagheffing of rechtsverhouding aanvraag
corridor verzameling van vaarwateren tussen hetzelfde begin- en eindpunt
corrosie de aantasting van een materiaal ten gevolge van chemische of elektrochemische reacties met componenten uit de omgeving.
cost, insurance, freight CIF alle kosten, zeeverzekering en vracht inbegrepen, voor rekening van de verkoper
costonlicht gekleurd seinlicht op schepen.
cotoyeren langs de kust of oever varen.
coulter counter instrument voor het bepalen van de variatie in grootte van zwevende deeltjes in het water
coupure een onderbreking in een waterkering voor de doorvoer van een weg of spoorweg, die bij extreme waterstanden afsluitbaar is
coverage het deel van de bodem dat geraakt is door akoestische metingen.
crepusculair evenswijze die toegeschreven wordt aan organismen die gedurende de schemering actief zijn
crisisfasen (fasering in) Een ernstige verstoring van de basisstructuren dan wel aantasting van fundamentele waarden en normen van het maatschappelijk systeem
crisismanagement het geheel aan beheersing om crisis/calamiteiten het hoofd te bieden
crisisorganisatie de organisatievorm om crisis te bestrijden
crisisteam het multidisciplinaire team dat de coördinatie van bestrijding van de crisis verzorgt
cross flow een term die gebruikt wordt om de vloeistof- stroom parallel aan het membraanoppervlak aan te duiden. Deze dwarsstroom staat loodrecht op de stroomrichting van het permeaat.
crosscontaminatie het (ongewenst) verspreiden van bodemveront- reinigende stoffen naar een andere bodemlaag bij het doorboren van een slechtdoorlatende afsluitende laag.
crux het Zuiderkruis.
cryptosporidiose ziekte veroorzaakt door Cryptosporidium
cryptosporidium kleine parasieten die de ademhalingswegen en het spijsverteringsstelsel van gewervelden infecteren
cultureel erfgoed wat aan cultuur uit vroeger tijd is doorgegeven
culturele eutrofiëring daling van het zuurstofgehalte in het water, dat ernstige gevolgen heeft voor het waterleven
cultuur geheel van voortbrengselen van een gemeenschap
cultuur het verbouwen van gewassen - teelt
cultuur kunst en wetenschap
cultuurhistorie beschavingsgeschiedenis
cultuurhistorisch waardevol gebied gebied met landschappelijke kenmerken of be- bouwingsvormen die getuigen van het menselijk gebruik van het gebied
cultuurhistorische (landschaps)waarden landschappelijke structuren en elementen in een gebied die getuigen van een lange, nog herkenbare ontwikkelingsgeschiedenis, inclusief archeologische waarden.
cultuurlandschap door de mens aangelegd landschap
cumulatieve neerslag- kromme curve of an accumulatieve kwantiteit versus time.
cumulatieve neerslagmeter neerslagmeter die gebruikt wordt op meetpunten die slechts met grote tussenruimten in de tijd bezocht worden.
cunet een in natuurlijke ondergrond gemaakte ingraving
cutpoint het scheidingspunt van een hydrocycloon.
cutterzuiger CSD een baggerwerktuig met een zuigbuis die voorzien is van een roterende snijschroef (de cutter). Voordat de grond wordt opgezogen wordt deze eerst stuk gesneden
cuwvo percentiel waarde waarde uit een meetreeks waarvoor geldt dat x% van de waarden in die een bepaalde meetreeks een waarde heeft die kleiner dan of gelijk is aan deze waarde
c-water alle wateren in het beheersgebied van het waterschap niet vallend onder A-wateren of B- wateren, met uitzondering van solitaire wateren die zijn aangemerkt als vennen, poelen en kolken voorzover deze niet zijn gelegen in gebieden waaraan bijzondere waarden zijn toegekend.
cyanide verbindingen van metalen met waterstofcyanide zuur.
cyanide-vrij het deel van het totaal cyanide dat niet gebonden cyanide is (tCN = cCN + vCN). Vrij in oplossing.
cyanobacteriën de meest eenvoudige algen, die soms door hun primitieve bouw bij de bacteriën worden ingedeeld.
cycloon tropische wervelstorm
cyclus de periode dat een filter gebruikt kan worden voordat het schoongemaakt moet worden.
cytotoxisch celdodend.
dl D1 hoogste organisatie niveau binnen de Rijkswaterstaat welke gevormd wordt door de Secretaris Generaal met zijn staf.
d15 D15 korrelgrootte van zand die door 15 gewichtspro- centen wordt onderschreden.
d15a D15a steengrootte van de breuksteen toplaag die door 15 gewichtsprocenten wordt onderschreden.
d15boven D15boven korrelgrootte die door 15 gewichtsprocenten wordt onderschreden van de laag boven een andere filterlaag.
d15onder D15onder korrelgrootte die door 15 gewichtsprocenten wordt onderschreden van de laag onder een andere filterlaag
d2 D2 organisatie niveau binnen de Rijkswaterstaat welke gevormd wordt door de beleidsdirectora- ten en de DG-RWS
d3 D3 organisatie niveau binnen de Rijkswaterstaat welke gevormd wordt door de regionale en specialistische diensten
d4 D4 organisatie niveau binnen de Rijkswaterstaat welke de dienstkringen en centrale apparaten van Rijkswaterstaat bevat.
d90 D90 korrelgrootte die door 90 gewichtsprocenten wordt onderschreden
dacron kunststof waarvan onder andere zeilen worden gemaakt.
dagboot zeilboot van gemiddelde afmetingen geschikt voor kleine tochtjes
dagelijks bestuur bestuursorgaan waarvan de leden worden gekozen uit het Algemeen Bestuur (het hoogste, democratisch gekozen bestuursorgaan van het hoogheemraadschap) en dat onder voorzitterschap staat van de dijkgraaf.
dagelijkse ongelijkheid het hoogteverschil tussen de beide astronomische hoogwaterstanden (c.q. laagwaterstanden) op een kalenderdag.
daglas een naad in een asfaltbekleding tussen twee dagproducties
dagmerk elk der tekens die tussen zonsopgang en zonsondergang moeten worden gevoerd om andere schepen duidelijk te maken dat er iets bijzonders aan de hand is.
dagtank vat of tank ten bate van de werkvoorraad
dakgoot een dakgoot een kanaal langs de onderkant van een dak. De dakgoot wordt gebruikt om regenen smeltwater van het dak op te vangen en via de regenpijpen af te voeren naar het riool of een regenton of -put
dalend peil waterstand van een waterloop die continue daalt gedurende een bepaalde periode.
daling het hoogteverschil tussen getijhoogwater en het daarop volgende laagwater.
daling deel van een hydrograaf waarin de afvoer afneemt vanaf de top.
dam in en dwars over een water opgeworpen aarden wal die dient om het water te keren, te leiden of te verdelen (in tegenstelling tot dijk: die langs het water ligt).
damp de gasvormige fase van bepaalde stoffen, zoals water
damwand verticale constructiedelen die in een opeenvolgende rij de grond worden gedreven, meestal om weerstand te bieden tegen zijkrachten
damwerker iemand die aan wal vistuig voor de zeevisserij gereedmaakt. Knecht van de dambaas.
data gegevens.
data en informatie van de Nederlandse ondergrond DINO
data opslag natte rijkswaterstaatswerken. DONAR
databank een veelomvattende set gerelateerde databestanden voor een specifieke toepassing, in de regel op een direct toegankelijk opslagmedium.
datum ingebruikname meetpunt de datum waarop de eerste meting is verricht.
datum vaststelling legger de datum waarop de leggerkaarten en/of de leggerbladen zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap
davit draaibare kraan om sloep, torpedo of anker buitenboord of aan dek te brengen.
daycruiser kajuitmotorboot, geschikt voor dagtochten.
deagglomeratie het verbreken van de binding in agglomeraten tot kleine primaire deeltjes.
de-alkalinisatie elk proces dat gebruikt wordt om de alkaliniteit van water te verlagen.
debarkeren van boord gaan.
debiet Q het vloeistofvolume dat per tijdseenheid door een doorsnede stroomt.
debiet meten het meten van de volumestroom
debiet regelklep FCV limiteert het debiet door een klep op een specifieke hoeveelheid.
debietmeter apparaat waarmee de volumestroom van een vloeistof of gas wordt gemeten
debietpotentiaal belangrijke systeemvariabele in de analytische- elementen methode.
decarbonisatie het proces waarbij koolstofdioxide uit water wordt verwijderd
decca hyperbolisch plaatsbepalingsysteem
decembernota document waarmee de Staatssecretaris van V&W de Tweede Kamer aan het eind van elk kalenderjaar informeert over de stand van zaken rondom de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water.
decimeringhoogte absolute verschil in hoogte tussen Toetspeil en een waterstand met een overschrijdingsfrequen- tie, die een factor 10 hoger of lager is dan die van Toetspeil.
declinatie getijden uitdrukking die soms wordt gebruikt voor de partiele getijden (harmonische componenten) die samenhangen met de variatie in de hoek van maan en zon ten opzichte van het equatorvlak.
decoder apparaat dat de codes van morse, telex, modem en fax kan ontcijferen.
decompositie de afbraak van organisch materiaal door bacteri- en en schimmels, om de chemische structuur en het fysische uiterlijk van het materiaal te veranderen.
decompositie het uiteenvallen , ontleding
decompositie verdeling van een kunstwerk in onderdelen
decompressiemeter instrument van de duiker, waarin de mate van stikstofopname van het lichaam wordt nagebootst en door een soort manometer wordt weergegeven.
decreet verordening van overheidswege.
deelbekken de rivierbekkens worden opgedeeld in deelbek- kens.
deelbudget budget voor een bepaald onderdeel
deelprogramma cluster binnen een programma op basis van de fase in het werkproces waarop de maatregelen en de daaruit voortkomende producten betrekking hebben.
deelstroom verder te behandelen deel van de specie na een scheidingsstap.
deelstroomgebied het gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende water een reeks stromen, rivieren en eventueel meren volgt, tot een bepaald punt in een stroom (gewoonlijk een meer of een samenvloeiing van rivieren).
deeltjesgrootte de grootte van een deeltje, bepaald door de kleinste dimensie, bijvoorbeeld de diameter
deeltjeslading het gewicht van deeltjes per eenheid volume water.
deeltjesscheiding het in diverse fracties scheiden van grond.
deelwatersysteem onderdeel van een watersysteem, waarop dezelfde normen (bandbreedtes) van toepassing zijn.
deflectie dynamische vervorming, doorbuiging
deflectie methode de berekening van stroomsnelheid van een waterloop door het meten van de vervorming van de uithanghoek van een stromingslichaam door de kracht van het water.
deflectiemeting meting van de draagkrachteigenschappen van verhardingsconstructie, zandbed en ondergrond d.m.v. Doorbuigingmetingen
deflectieschot schot in een bezinktank dat wordt geplaatst om kortsluitstromen te voorkomen
defluorisatie de verwijdering van fluoride uit drinkwater om beschadigingen aan het gebit te voorkomen.
deformatie vervorming
defosfateren het verwijderen van fosfaat uit het afvalwater door middel van voorprecipitatie, simultane pre- cipitatie en biologische verwijdering
degenereren achteruitgaan of afsterven
deining elders opgewekte windgolven, voorkomend in een gebied met weinig of geen wind.
deinzen achteruit varen.
de-ionisatie een proces dat ertoe dient om alle geïoniseerde stoffen uit een oplossing te verwijderen.
dek vloer of etage van het schip.
dekking navigatiesysteem het deel van het voorziene werkgebied van het navigatiesysteem waarin positiebepaling met de afgesproken kwaliteit mogelijk is.
deklast vracht die boven de scheepsruimen aan dek is gestuwd
deklicht werklicht, om in het donker aan dek iets te kunnen zien.
dekpassagiers passagiers zonder passagiersaccommodatie.
dekplan tekening van het dek met de opbouwen.
dekwasslang slang die is aangesloten op een pomp, die water van buiten boord oppompt.
dekzand door de wind afgezet zand, dat als een dek op oudere zanden of afzettingen ligt in een laag, variërend van enkele decimeters tot meerdere meters dikte
delta de armen waarin de rivier zich vertakt bij haar uitmonding inclusief het door die armen omsloten land.
deltacommissie 2008 in 2007 ingestelde staatscommissie om het kabinet advies uit te brengen over een duurzame kustontwikkeling.
deltahoogte hoogte van een waterkering, die voldoet aan de veiligheidsnorm volgens de Deltawet.
deltares technologisch Top Instituut waarin Nederland zijn kennis, ervaring en specialisten op het gebied van deltatechnologie (water en ondergrond) bundelt.
deltaveiligheid veiligheidsnorm tegen overstroming, zoals vastgelegd in de Deltawet.
deltawerken omvangrijk waterbouwkundig project ter beveiliging van het zuidwesten van Nederland tegen stormvloeden.
deltawet wet van 8 mei 1958, Staatsblad 246, houdende de afsluiting van de zeearmen tussen de Westerschelde en de Rotterdamse waterweg en de versterking van de hoogwaterkering ter beveiliging van het land tegen stormvloeden (laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 29 juni 1977, Staatsblad 415).
demineralisatie processen die mineralen uit het water verwijderen
demping het proces waarbij de concentratie van een bepaald mengsel over een bepaalde tijd afneemt.
denaturatie het ongeschikt maken voor consumptie
denitrificatie de vermindering van het nitraat- en nitrietgehal- te door het vrijkomen van stikstof of distikstofmonoxide, gewoonlijk door bacteriële activiteit onder anaërobe omstandigheden.
denitrificatiesnelheid de snelheid waarmee denitrificatie plaatsvindt.
denitrificatietijd de duur van de denitrificatiefase in een zuiveringsinstallatie
departement leefmilieu en infrastructuur van het ministerie van de vlaamse gemeenschap LIN
Departementaal Coor- dinatiecentrum en Crisisbeheersing DCC ministrieel coordinatiecentrum voor crisisbeheersing.
deposit feeder dierlijk organisme dat zich voedt door bezinksel op de waterbodem en waterplanten te eten.
depositie neerslag, bezinksel
depot (Tijdelijk) aangelegd zandlichaam.
depot plaats waar iets bewaard wordt
depressie inzinking, laag liggende strook of gebied in het landschap
dergem weke gronden langs de Noordzeekust.
des daags volgens het BPR: de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang
des nachts volgens het BPR: de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang.
design, build DB
design, build, finance & maintenance DBFM
desinfecteerders vloeistoffen of gassen om filters, pijpleidingen, systemen en dergelijke te desinfecteren.
desinfecteerinstallatie installatie voor het desinfecteren van (afvalwater
desinfectie behandeling van afvalwater, bijvoorbeeld middels membraanfiltratie, om het aantal pathogene micro-organismen tot onder vastgestelde grenzen te laten afnemen.
desinfectie het zuiveren van vloeistoffen en oppervlakken van verontreinigingen.
desorptie het loslaten van verbindingen of stoffen van het oppervlak van vaste stoffen
despatch-money vergoeding aan de bevrachter van een schip als minder ligdagen zijn gebruikt dan was voorzien.
detectiegrens laagste waarde van de grootheid waarvan de aanwezigheid met een bepaalde nauwkeurigheid kan worden vastgesteld.
detectielimiet concentratie waaronder een stof met de beschikbare methoden niet meer betrouwbaar kan worden gemeten.
detentiebekken hoogwaterbeheersing reservoir met ongecontroleerde uitlaten.
detentietijd de eigenlijke tijd die een kleine hoeveelheid water in een bezinktank of vlokvormingtank doorbrengt.
deterministisch model een model dat de invoer volgens een vaststaande wetmatigheid omzet in uitvoer, zonder rekening te houden met onzekerheden.
deutsches institut für normung DIN duits equivalent van het Nederlands Normalisatie Instituut
deviatorspanning verschil tussen de grootste en de kleinste hoofdspanning
diaboolblok type interlockelement.
diafoon apparaat dat een sterk doordringend geluid produceert.
diagenese overgangsproces van een loskorrelige laag (bijv zand) naar een verkitte laag (bijv zandsteen)
diarree diarree is een symptoom van buikgriepinfecties, die veroorzaakt worden door bacteriële, virale of parasitaire organismen, die door besmet water verspreid worden
dibutyltin (kation) het positief geladen ion van een organotin verbinding, waarbij 2 butyl-groepen aan de tin hangen
dicht steenasfalt een warm bereid asfalt met een mengsel van grof en uniform gegradeerde steenslag en as- faltmastiek, die de holle ruimte in het mengsel vult
dichtheid van droge grond bs massa van de grond nadat het water daaruit verwijderd is door droging bij 105 °C, gedeeld door het oorspronkelijk volume van de grond (inclusief poriën volume).
dichtheidsstroming sterk hoogteafhankelijke stroming, veroorzaakt door een horizontale dichtheidsgradiënt die maakt dat de horizontale drukgradiënt hoogteaf- hankelijk wordt.
dichtingslaag een dunne laag vloeibitumen of bitumenemulsie die wordt aangebracht op een asfaltbetonbekle- ding en die bedoeld is om kleine scheurtjes en open textuur aan het oppervlak van de bekleding te dichten
dicyclohexyltin (kation) het positief geladen ion van een organotin verbinding, waarbij 2 cyclohexaan-groepen aan de tin hangen
dienst landelijk gebied van het ministerie van lnv. DLG
dienst weg- en waterbouwkunde DWW specialistische dienst van Rijkswaterstaat
dienstenniveau beheer het beheren van alle contracten die met derden zijn gesloten voor het beheer en onderhoud van rwzi's. Hierbij moet gedacht worden aan de zogenaamde SLA's (service Level Agreements) die met leveranciers worden gesloten
diensthaven haven bestemd voor dienstvaartuigen RWS, Rijks Politie te Water, brandweer, loodsdiensten, reddingsdiensten, douane, milieu politie, IVW, sleepboten, enz.
dienstkring rijkswaterstaat afdeling die optreedt als operationeel uitvoerder van het beheer van bijvoorbeeld een of meer watersysteemdelen.
dienstrooster de indeling volgens welke medewerkers gekoppeld zijn aan een personeels-functie.
diepbron een verticaal in de bodem geplaatst filter van waaruit middels een in het grondwater hangende onderwaterpomp grondwater uit de bodem kan worden onttrokken.
diepgang verticale afstand van de waterspiegel tot het onderste deel van het schip.
diepgangsmerk tekens op een schip waarop men de diepgang kan aflezen.
diepgangsmeter toestel waarop men de diepgang van het schip binnenboord kan aflezen.
diepste punt punt waar het water, indien ongehinderd, naar toestroomt
dieptank tanks onder het laadruim van het schip, ingericht voor het opslaan van waterballast.
diepte haven de minste diepte in een haven
dieptefiltratie een behandelingsproces waarbij het hele filterbed wordt gebruikt om niet-oplosbare en gesuspendeerde deeltjes te vangen in de leemtes van het filterbed wanneer het water erdoor heen stroomt.
dieptemeter instrument van de duiker, waarop hij kan zien op welke diepte hij zich bevindt.
diepwand een in de grond vervaardigde betonnen wand, die een dragende en/of waterkerende functie heeft
diepzee het gedeelte van de zee dat dieper dan vijfhonderd meter is.
diepzeeduiken het duiken in diep water, onder andere voor wetenschappelijke, militaire en commerciële doeleinden.
dier dieren behoren tot een grote groep organismen, namelijk die van het Rijk der Animalia of Metazoa. Ze zijn over het algemeen meercellig, in staat tot beweging, reageren op hun omgeving en voeden zich met andere organismen.
dier in nood een dier die in zodanige problemen is geraakt dat het zichzelf niet meer kan redden.
dieselmotor motor die zwaarder en krachtiger is dan een benzinemotor en waarbij de ontsteking plaats vindt door middel van compressie van lucht in de cilinders.
difenyltin (kation) het positief geladen ion van een organotin verbinding, waarbij 2 fenyl-groepen aan de tin hangen
differential qlobal posi- tioninq system DGPS positiesysteem gebruik makend GPS en een speciaal opgesteld referentiestation voor XY bepaling.
differentieel systeem een augmentatie systeem waarbij signalen worden gemonitord op een bekende locatie en de aldus bepaalde verschillen worden verzonden naar de gebruikers in het dekkingsgebied
diffusie d transport van een stof onder invloed van een gradiënt in concentratie (of meer algemener: activiteit), ten gevolge van willekeurige (thermale) bewegingen van de stofmoleculen.
diffusiecoëfficiënt Dd de hoeveelheid van een stof in een poreus medium die onder invloed van een concentratiegradiënt per tijdseenheid (onder isobare omstandigheden) een eenheid van oppervlak passeert.
diqitaal terreinmodel DTM model waarin alle meetgegevens drie dimensionaal worden verwerkt tot een terreinmodel. Met dit model kunnen vervolgens berekeningen worden uitgevoerd
diqital selective callinq DSC marifoon voor digitale noodsignalen, dat door computers van de kustwacht wordt ' uitgeluisterd'.
diqitale uitwisselinq ruimtelijke processen DURP
dijk grondlichaam (al dan niet verdedigd) bestemd tot het keren van water.
dijkbasis de zich binnen de invloedssfeer van de dijk bevindende ondergrond
dijkbewaking bewaking van de kering door het dijkleger of sensoren op de kerende functie
dijkbreuk optredend bezwijken van de kering
dijkkern grondlichaam van zand en/of klei dat moet worden beschermd tegen de inwerking van de waterbeweging.
dijkleger het dijkleger bestaat uit vrijwilligers die in geval van hoog water opgeroepen kunnen worden om de dijken te bewaken. Zij controleren dan waar risico's ontstaan, zodat het waterschap adequate maatregelen kan nemen.
dijknol voor de eigenlijke waterkering liggend waterke- ringelement
dijkpost gebouw waarin materiaal/materieel ten behoeve van dijkbewaking /inspectie en eenvoudig her- stel/versterking is opgeslagen
dij kslag het gedeelte van de dijk dat door de dijkplichtige dient te worden onderhouden.
dijktafelhoogte minimaal vereiste kruinhoogte, zoals aangegeven in de legger.
dijkvakfrequentie de frequentie waarmee een dijkvak niet meer voldoet aan het veiligheidscriterium
dijkval afschuiving of verzakking van een dijkvak door onderspoeling.
dijkwacht de organisatie-eenheid/functionaris die belast is met de dijkbewaking
dijkwacht medewerkers van het waterschap en vrijwilligers die in geval van hoog water opgeroepen kunnen worden om de dijken te bewaken.
dilatatie volumeverandering door een schuifspanning, uitwendige kracht of verandering van temperatuur
dilution of precision DOP de factor waarmee de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling en tijd van een GNSS systeem wordt verzwakt als gevolg van geometrische invloeden van de constellatie van de satellieten zoals gebruikt door de ontvanger
dimensie(s) de afmetingen van een object uitgedrukt in bijv. lengte, breedte, hoogte.
dimensionele analyse het trekken van conclusies rekening houdend met de eigenschappen van de verschillende termen in de vergelijking die een fysiek proces beschrijft.
dimensionering de maatvoering
dioxine algemene naam voor een lid van de familie van verbindingen die chemisch bekend staan als tetrachloro-dibenzo-p-dioxines.
dirchlet randvoorwaarde randvoorwaarde voor een grondwatermodel waarbij de stijghoogte bekend is en gespecificeerd op de grens van het stroomveld en het model de bijbehorende grondwaterstroming berekend.
dirchlet- randvoorwaarde randvoorwaarde waarbij een variabele (bijv. de stijghoogte h of de concentratie) op de rand van het modelgebied bekend is
directe emissie een emissie die rechtstreeks vanuit de bron op het doel of omgeving (op het oppervlaktewater) terecht komt.
directe lozing in het grondwater de lozing van verontreinigende stoffen in het grondwater zonder doorsijpeling door bodem of ondergrond
directe uitvoeringsuit- gaven alle direct aan een product(soort) toe te rekenen uitgaven van RWS ten behoeve van de kerntaken (uitgevoerd door personeel van RWS of derden zoals ingenieursbureaus) die nodig zijn om de kerntaken uit te kunnen voeren, de productie voor te bereiden, aan te sturen en te controleren.
directe waterkering een waterkering die bescherming biedt tegen overstroming door aangrenzend buitenwater, waaronder ook boezem- en tussenboezemwater wordt verstaan.
directe-zoek procedure optimalisatie algoritme wat op deterministische wijze de parameterwaarden doorzoekt met als startpunt een initiële set parameters.
directoraat-generaal transport en luchtvaart DGTL
directoraat-generaal water DGW
dirk kraanlijn.
dirk touw waarmee een tros naar de wal of de sleepboot wordt getrokken.
discontopercentage het rentepercentage wat gebruikt wordt voor het afwaarderen van toekomstige baten en kosten van (water) projecten.
dispacheur jurist die averijzaken behandelt.
dispensatie na gebleken geschiktheid (tijdelijke) vrijstelling van de verplichting om zonder het vereiste diploma te kunnen varen als stuurman of machinist.
dispers niet scherp begrenst
dispersie menging van grondwater en vervlakking van concentratiegradiënten door diffusie en verschillen in stroomsnelheid in het watervoerend pakket.
dispersiecoëfficiënt D de som van de diffusiecoëfficiënt en het product van de (grondwater-)stromingssnelheid en de dynamische dispersiviteit.
dispersiviteit eigenschap van een poreus medium (bijvoorbeeld watervoerend pakket) dat verspreiding c.q. uitwaaiering van stoffen veroorzaakt.
dissipatie het verlies van pesticidenresiduen door degradatie en omzetting vanuit een ecosysteem naar een ander ecosysteem.
distikstofoxide N2O n2O, een kleurloos niet reactief gas ('lachgas') dat soms gebruikt wordt als anestethicum.
distorsie een verandering van de vorm van een grondelement bij gelijkblijvende volume
distributiecoëfficiënt coëfficiënt waarmee de verdeling van een stof over de vloeibare en vaste fase wordt aangegeven, of over de vloeibare fase en de gasfase.
districtsmodel model dat de watervraag, de (effecten van) watertoedeling en de lozing van water beschrijft
diurnaal dagactief
diurnaal dagelijks of met een dagelijkse cyclus.
divergentie verloop van het iteratieproces waarbij de verandering van de te berekenen systeemvariabele(n) tussen opeenvolgende iteraties steeds verder van het vooraf gestelde convergentiecriterium komt te liggen.
diversiteit de variëteit aan verschillende elementen per eenheid van oppervlakte.
dode hoek situatie waarin de roerganger op de brug van een relatief groot beroepsschip niet in staat is een kleiner schip voor hem te zien
dode zone plaatselijke, zuurstofarme zones in een meer, zee of oceaan, waar aquatische organismen massaal afsterven of afgestorven zijn
doel het bereiken, c.q. herstellen en instandhouden van de functies waar een watersysteem conform de beleidsplannen aan moet voldoen
doelevaluatie per functie per watersysteemdeel aangeven of en in welke mate het vastgestelde doel is bereikt.
doelfunctie functie die de modelfout kwantificeert met behulp van metingen.
doelgroepstrook toepassing van rijstroken met een speciale bestemming zodat de beschikbare rijbaanbreedte optimaal kan worden benut.
doelstelling een op korte of middellange termijn nagestreefde situatie.
doelvariabele een grootheid, die de conditie van een aquatisch ecosysteem of de toestand van een bij het watersysteem betrokken gebruiksfunctie aangeeft
doelverlaging het naar beneden bijstellen van de doelstelling is mogelijk wanneer de maatregelen die bij het chemisch of ecologisch doel horen, 'disproportioneel' zijn.
doggersbank zandbank in de Noordzee waar al eeuwenlang veel op haring wordt gevist - ongeveer 250 kilometer lang, gemiddeld 64 kilometer breed en 13-36 meter diep.
dok inrichting voor de reparatie en controle van schepen.
dokschip schip dat als zeegaand droogdok kan fungeren.
dollard inham van de Noordzee tussen de kust van Groningen en de Duitse provincie Ost-Friesland.
dome grote, bolvormige kap op een oorlogsschip, ter bescherming van radar, sonar en dergelijke.
domein kennisgebied of activiteit gekarakteriseerd door een verzameling van concepten, begrippen en/of waarden
dompen de verticale, op en neer gaande beweging van een schip op de golven.
donk rivierduin ontstaan in het Pleistoceen door verstuiving van zand ui de rivierbedding van vlechtende rivieren
doodvaren met dezelfde snelheid voor de wind uitvaren
doodvissen alle vis uit het water wegvangen.
doodwater verschijnsel dat zich bij schepen met gering voortstuwingsvermogen voordoet, onder andere in Noorse fjorden en langs de Scandinavische kusten. Het schip komt gewoon niet vooruit, alsof het door een geheimzinnige kracht wordt tegengehouden.
doop ceremonie waarbij het schip zijn naam krijgt en feestelijk wordt ingewijd.
door neerslag veroorzaakte infiltratie die infiltratie die optreed als reactie op neerslag en aanvullend is op de meer constante grondwater infiltratie.
doorbraak barst of breuk in een filter bed dat vlokken en of deeltjesmaterie door het filter laat.
doorbuigen het in langsscheepse richting zodanig verbuigen dat het voor- en achterschip minder inzinken dan de midscheeps.
doorgraving door afgraving (tijdelijke) onderbreking van de zeereep.
doorgroeisteen platte betontegel of betonblok met gaten er in die begroeiing mogelijk maken (grasbetonste- nen).
doorijzen het met ijsbrekers openbreken van een bevroren water.
doorlaatsluis kunstwerk, deel uitmakend van een waterkering waardoor watertransport kan plaatsvinden.
doorlaatwerk een constructie in een dijklichaam, waar het water bij werking van de overlaten of bij dijkdoorbraken wordt doorgelaten
doorlatende stenen doorlatende stenen betreft verharding die bestaat uit een wegdek met een zeer hoge doorlatendheid.
doorlatende verharding doorlatende verharding bestaat uit een wegdek met een zeer hoge doorlatendheid.
doorlatendheidmeting geotextiel meting van de doorlatendheid van geotextiel
doorlatendheidrelatie geotextiel beschrijving van de doorlatendheid tussen verschillende lagen in steenbezetting
doorliggen niet van koers veranderen.
doorloding driejaarlijkse dieptemeting van een meetraai.
doorlooptijd tijdsinterval tussen het uitgeven van een voorspelling (waarschuwing) en de verwachte optreden van die gebeurtenis.
doornikse steen blokvormig toplaagelement van natuursteen uit de groeven van Doornik, België.
doorspoeling verwijdering door middel van een gecontroleerde, plotse, hoge afvoer van water met een slechte kwaliteit of van materiaal dat door te lage stroomsnelheden gesedimenteerd is in riolen, waterleidingen, tanks of waterwegen.
doorspoeltijd de snelheid waarmee het water van een estuarium wordt vervangen.
doorspoelwater water dat in een bemalingsgebied wordt ingelaten vanwege de kwaliteit van het oppervlaktewater.
doorstroomd oppervlak het oppervlak, loodrecht op de stroomrichting, waardoor stroming plaatsvindt.
doorstroomhoogte de momentane hoogte van de opening van een waterkerende element in een kunstwerk waar het water doorheen stroomt indien het element open staat.
doorvaart benaming van een bepaalde vaarroute.
doorvaarthoogte Hb de verticale afstand tussen de maatgevende hoogwaterstand en de onderkant van een overspanning boven de vaarweg bij volbelasting die te allen tijde beschikbaar is voor de scheepvaart
doorvaartopening, aantal het aantal doorvaartopeningen dat een kunstwerk bevat
doorvoerbreedte beschikbare breedte voor de doorvoer van water.
doorwerking (verticaal) de wijze waarop een plan verwerkt moet worden in lagere plannen.
doorzicht ZICHT de zichtdiepte in water gemeten met een Sec- chischijf.
doseerinstallatie installatie waarmee een hulpstof in de gewenste hoeveelheid aan een proces wordt toegevoegd
doseerpomp pomp waarmee een hulpstof in de gewenste hoeveelheid aan een proces wordt toegevoegd
doseerunit compact geheel bestaande uit pomp, besturing, kleppen, enz. voor de toevoeging van middelen aan een proces
dosis-effectrelatie de relatie tussen de hoeveelheid toxicant en het effect op de bioassay.
douane ambtelijke organisatie belast met het toezicht op de naleving van de wetten en voorschriften inzake in-, uit- en doorvoer van goederen, en derhalve gestationeerd aan de grenzen en bij de lucht- en zeehavens.
double ender moderne veerboot die er van voren net zo uitziet als van achteren.
doucheruimte ruimte waarin men kan douchen
downwelling accumulatie en het zinken van materiaal met een grotere dichtheid dan het omringende
draagvermogen het totale gewicht aan lading, brandstof, proviand, drinkwater en losse inventaris dat een schip bij een bepaalde diepgang kan vervoeren.
draaiboei boei die een keerpunt aangeeft.
draaibrug brug draaibaar om één verticale as.
draaicirkel cirkel die een schip beschrijft als het roer geheel aan boord ligt.
drainage de afvoer van water over en door de grond en via het waterlopenstelsel.
drainagelaag onderdeel van een afdichtingsconstructie waarmee wordt beoogd het van bovenaf in de constructie geïnfiltreerde water uit de constructie te verwijderen.
drainagerichting de richting van de afvoer van het water naar de waterloop bij een drainage
drainagewater (grond- teelt) water dat wordt afgevoerd via een stelsel van geperforeerde buizen die in de grond zijn aangebracht
drainageweerstand v de weerstand tegen de grondwaterstroming naar open of gesloten leidingen, te berekenen als quotiënt van de opbolling en de specifieke (grondwater-)afvoer bij stationaire stroming.
draindichtheid totale lengte in meters van alle drains/greppels per oppervlakte eenheid
draineren af- of toestromen van poriewater mogelijk maken.
drainwater (substraat- teelt) voedingswater dat bij substraatteelt niet wordt opgenomen door het gewas
dreg klein anker met drie of vier armen.
dregboot licht vaartuig met krachtige machine voor het slepen van een dreggenet.
dreggen met een dreg naar iets vissen, bijvoorbeeld een fiets of een drenkeling.
dreggen systematisch afzoeken van de zeebodem naar objecten die een gevaar voor de scheepvaart kunnen opleveren.
dreggenet soort sleepnet.
drempel lage constructie die onderwater is gebouwd met als doel het corrigeren van de rivierdiepte.
drempel keerrand van een sluiskolk of stuwopening.
drempel (hoogte volgens meting) gemeten hoogte bovenkant drempel, ten opzichte van N.A.P.
drempelbreedte ri- ooloverstort de horizontale afstand (ontwikkelde breedte) haaks op de stroomrichting waarin het afvalwater de riooloverstort uitstroomt naar het oppervlaktewater (m)
drempelhoogte ri- ooloverstort de hoogte van de bovenkant van de drempel van de riooloverstort, ten opzichte van NAP
drempelwaarde de omvang van een activiteit of project waarboven deze plan-MER- of projectmer(beoordelings)plichtig wordt.
drenkeling iemand die in het water gevallen is en dreigt te verdrinken, of al verdronken is.
driehoeksdiaqram voor de naamgeving van alle producten die in drie fracties gescheiden kunnen worden wordt gebruik gemaakt van een driehoeksdiagram. Het principe berust op de eigenschap van de gelijkzijdige driehoek dat van elk punt binnen de driehoek de som van de afstanden steeds gelijk is. Wordt deze op 100% gesteld, dan kan elk monster dmv een punt in de driehoek worden aangegeven
driepuntsmethode methode voor het bepalen van de gemiddelde snelheid in een verticaal van een waterloop met diepte d op basis van snelheidsmetingen op diepte 0.15d, 0.5d en 0.85d beneden de waterspiegel.
driftstroom (Niet diepgaande zee-)stroming, die door de heersende wind ontstaat.
drijfbakens kleine cilindervormige tonnen met een staak waarop altijd een topteken is geplaatst.
drijfbladplanten waterplanten waarvan de bladeren drijven op het wateroppervlak
drijfijs iJs dat ontstaat wanneer een ijsveld gaat smelten.
drijfkast ingebouwde luchtkast om het drijfvermogen te verbeteren.
drijflaaq materiaal, dat aan het oppervlak van een tank of reactor drijft
drijflaaq vorm van bodemverontreiniging waarbij de verontreinigende stof (meestal organische verbindingen) een dichtheid kleiner dan die van het water bezit (Engels: LNAPL, light nonaqueous phase liquid) en daarom (ook als puur product) op de grondwaterspiegel aangetroffen kan worden (o.a. minerale olie).
drijfvuil in oppervlaktewater is vaak afval te vinden, doordat mensen dit in het water of op straat gooien. Dit drijfvuil is nadelig voor de kwaliteit en het ziet er gewoon slordig uit.
drijfzak heeft dezelfde functie als een drijfkast, maar bestaat uit een plastic zak die opgeblazen kan worden.
drijfzand “zand waarbij de korrelspanning gelijk is aan nul. Er is geen sprake meer van enige draagkracht. De zanddeeltjes ”“zweven”“ - het zand- watermengsel gedraagt zich als een suspensie”
drijvend werktuiq volgens het BPR: een drijvend bouwsel met mechanische werktuigen, dat is bestemd om op vaarwegen of in havens te worden gebruikt.
drijvende inrichtinq een drijvend bouwsel, dat vanwege zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst.
drink- en zwemwater- richtlijn door de EU vastgestelde richtlijnen inzake de essentiële kwaliteitsnormen vast waaraan voor menselijke consumptie bestemd water moet voldoen (Drinkwaterrichtlijn) en de controle, de evaluatie en het beheer van de kwaliteit van het zwemwater en voor het verstrekken van informatie over de kwaliteit van dit water (Zwemwaterrichtlijn).
drinkwaterreservoir opslag van oppervlaktewater met een drinkwaterbestemming
droge depositie de neerslag van materie uit de atmosfeer via deeltjes.
droogdok bassin dat kan worden leeggepompt, waar schepen worden drooggezet voor onderzoek, onderhoud of reparatie.
drooggewicht DG massa van het droge materiaal
drooglegging het hoogteverschil tussen de waterspiegel in een waterloop en het grondoppervlak.
droogmakerij een polder die is ontstaan nadat (een deel van) een meer, zeearm of ondiep deel van de zee is drooggelegd.
droogrest massaconcentratie van stoffen in een vloeistof, bepaald door filtreren of centrifugeren en vervolgens drogen onder vastgelegde omstandigheden
droogte een periode van abnormaal droog weer die lang genoeg duurt zodat het gebrek aan water een serieuze hydrologische impact heeft in het getroffen gebied.
droogteschade schade door lagere opbrengst van gewassen en/of hogere productiekosten, als gevolg van watertekort in droge perioden.
droogvallen bij het vallen van het water droog komen te liggen.
droogvalling het deel van de zeebodem dat boven water komt als het water tot het reductievlak daalt.
droogweer afvoer de hoeveelheid afvalwater, dat in droogweersi- tuatie via het rioolstelsel binnen één rioolbemalinggebied wordt afgevoerd
droogweerafvoer stelsel DWA stelsel rioolstelsel waarmee uitsluitend afvalwater wordt ingezameld en afgevoerd.
druk DRUK kracht die per oppervlakte eenheid uitgeoefend wordt
druk handhaaf klep PSV modelelement wat een minimale druk ter plaatse van een bovenstroomse node probeert te handhaven zodra de druk van de benedenstroomse node onder de druk handhaaf instelling komt. Wanneer de benedenstroomse druk boven de instelling is dan is er geen restrictie op het debiet door de klep.
druk reduceerklep PBV klep die een vooraf ingesteld drukverlies veroorzaakt.
druk verlies afnemen van de totale stijghoogte, uitgedrukt als hoogte, als gevolg van energie dissipatie.
drukdoos instrument waarmee kracht kan worden gemeten.
drukkend boorsysteem verdringend boorsysteem (tijdens de boring wordt geen grond naar boven gebracht) om peilbuis de bodem in te brengen door middel van continue druk.
drukriool een systeem van pijpleidingen waarin water, afvalwater of een andere vloeistof naar een grotere hoogte wordt gepompt.
drukstaafmethode de methode om de stabiliteit van de dijk te benaderen onder inachtneming van de vervorming van het slappe grondpakket achter de dijk, dat hiertoe als een door druk belaste staaf wordt opgevat (opdrijven).
drukvat toestel voor het opslaan van druk
drup filter een afvalwaterbehandelingeenheid die media met daarop bacteriën bevat.
druppel irrigatie irrigatiemethode waarbij het water druppelsgewijs aan de plant wordt toegediend.
dual watch het beurtelings beluisteren van twee kanalen met één marifooninstallatie.
dubbel schot het een etmaal (meestal een zondag) in zee over laten staan van staande netten of hoek- want.
dubbele massa curve grafiek van de opeenvolgende geaccumuleerde waarden van een enkele variabele ten opzichte van gelijktijdig geaccumuleerde waarden van een andere variabele.
duiker een kokervormige constructie met als doel de wederzijdse verbinding tussen oppervlaktewater te waarborgen, waarbij in principe de bodem van de waterloop, in tegenstelling tot die van de brug, wordt onderbroken
duikerklok zwaar werktuig, een soort grote stolp, die van onderen geopend is en waarbinnen door lucht overdruk wordt veroorzaakt, zodat er onder water werkzaamheden kunnen worden verricht.
duikersgat gat in de romp van een vaartuig
duikpartner maat van de duiker
duin min of meer aansluitende zandheuvels langs de kust, al dan niet door de natuur gevormd, die het waterkerend vermogen ontlenen aan de geometrie en de hoeveelheid zand binnen het dwarsprofiel.
duin profielverdediging met behulp van duinen
duinafslag hoeveelheid zand die bij een ontwerpstom theoretisch uit de zandreep kan verdwijnen en op strand en vooroever terecht kan komen
duinafslag verlies van duinareaal tijdens stormvloed.
duinfront zeezijde van het duinprofiel.
duingebied het gebied tussen duinvoet en het achterliggende gebied
duinpan komvormige laagte tussen duinen waarvan de bodem uit duingrond bestaat.
duinprofiel een dwarsdoorsnede over het duin
duinregel min of meer gesloten rij duinen.
duinrel aan de landzijde van de duinen uittredende beek van opkwellend grondwater.
duinvoet plaats waar het droge strand overgaat in de zee- reep.
duinvoet benedenrand van het duin - overgang van het duinbeloop naar het strand of het terrein achter het duin.
duinvoetlijn een lijn in de lengterichting van de kust die de duinvoet van elk duinprofiel met elkaar verbind
duinvoetmarge geeft een zekere afstand landwaarts van de ‘normale' ligging van de duinvoet aan. Als de duinvoetmarge wordt overschreden, dient actief herstel van duinen plaats te vinden.
duinvoetverdediging een constructie die de achter- en hogergelegen duinen tijdens een stormvloed beschermt tegen afslag
duinzoom het gebied dat landinwaarts direct aan de duinen grenst (vaak in gebruik als bollengrond of met bos beplant).
duitse graad °D maat voor de hoeveelheid kalk in (drink) water
duitse hardheid de hardheid uitgedrukt in milligram calciumoxide per liter.
duits-tijdelijke hardheid de hoeveelheid calcium en magnesium die kan neerslaan door verhitting uitgedrukt in milligram calciumoxide per liter.
dukdalf zware, houten paalconstructie in een haven die dient om aan te meren of om de vaargeul aan te duiden.
dummy tijdelijk passtuk
dumpschip schip voor het lozen van afval in zee.
dun water helder water, dat ontstaat wanneer er een tijdlang weinig wind is, waardoor de slibdeeltjes bezinken.
duplex radiotelefoniesysteem waarbij men gelijktijdig kan luisteren en praten
duurlijn curve die het verloop van een parameter in de tijd weergeeft.
duurlijn waterstand grafische weergave waarin de waterstand is afgezet tegen het aantal dagen per jaar dat de betreffende waterstand wordt bereikt of overschreden.
duurzaam kwalificatie van activiteiten en ontwikkelingen, die enerzijds voorzien in de behoefte van de huidige generatie, maar anderzijds niet leiden tot beperkingen voor toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien.
duurzame locatie intensieve veehouderij een bestaand agrarisch bouwblok met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieu-oogpunt (ammoniak, stank en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is om het te laten groeien tot een bouwblok van maximaal 2,5 hectaren voor een intensieve veehouderij.
duurzame ontwikkeling alles zo doen, dat volgende generaties niet worden opgezadeld met ongewenste gevolgen van huidige acties.
duurzame opbrengst dat deel van de langdurig gemiddelde jaarlijkse aanvulling die ieder jaar kan worden onttrokken zonder een onacceptabele invloed the hebben op grondwatergebruik of het milieu.
duurzame projectloca- tie intensieve veehouderij een locatie met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieu-oogpunt als vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord is om daar enkele bouwblokken voor intensieve veehouderijen te projecteren.
duwbak bak zonder eigen voortstuwingsmiddelen, anders dan een beperkt vermogen voor (bij) sturen, bedoeld om te worden geduwd
duwboot motorschip dat uitsluitend bedoeld is voor het duwen van duwbakken en dus zelf geen lading kan vervoeren
duwstel samenstel van één of meer duwbakken en duwboot
duwvaart transport op de binnenwateren, waarbij een duwboot meerdere duwbakken voortbeweegt.
dwaalqast soorten kunnen in een bepaald gebied slechts enkele keren worden gesignaleerd, zonder dat ze daar een gevestigde populatie hebben.
dwanq centrerinq het proces van het maken van arbitraire wijzigingen aan een model zodat deze past bij de geobserveerde gegevens.
dwanqloods verplichte loods.
dwanqpunten posities in de dwarsdoorsnede van een vaarweg die het minimaal vereiste vaarwegprofiel vastleggen
dwars recht opzij
dwarsdoorsnede doorsnede van een waterloop loodrecht op de gemiddelde richting van de stroming.
dwarshellinq helling waar een schip dwars, dus evenwijdig aan het water, op staat.
dwarskuil kuilnet waarmee dwars vooruit drijvende, dus zo dat de wind voorlijker dan dwars inkomt, gevist wordt.
dwarsprofiel bodemprofiel in een dwarsdoorsnede van een kust, rivier of dijk.
dwarsprofiel waterke- rinq een denkbeeldige, haaks op de referentielijn staande doorsnijding van de waterkering
dwarsprofiel-seqment opdeling van een profiel in segmenten waarop een soort profielverdediging aanwezig is, met het oog op toetsing
dwarsscheeps in de richting dwars op de boot, gerekend vanaf het breedste gedeelte hiervan.
dwarsschot een schot dat op de dwarsrichting van de boot loopt en deze in verschillende compartimenten verdeelt.
dwarstransport sedimenttransport loodrecht op kust, rivieras of oever.
dwarsverhanq s verhang in de richting haaks op de richting van de waterloop.
dy een soortgelijk materiaal als gyttja
dynamiek wisselingen in leefomstandigheden
dynamiek de krachten of eigenschappen die groei of verandering stimuleren binnen een systeem bijv. een ecosysteem of hydrologisch systeem.
dynamisch in beweging zijnde partij
dynamisch evenwicht de toestand waarin de hoeveelheid aanvulling van het stroomsysteem gelijk is aan de hoeveelheid natuurlijke afvoer.
dynamisch evenwicht voortdurende profielveranderingen als gevolg van voortdurend veranderende hydraulische omstandigheden zonder resulterend zandverlies.
dynamisch kustbeheer het zodanig beheren van de zandige kust dat natuurlijke processen, al dan niet gestimuleerd, zoveel mogelijk ongestoord kunnen verlopen, waarbij de processen zodanig worden beheerd dat de veiligheid van het achterliggende gebied gewaarborgd blijft.
dynamisch route informatie paneel DRIP een paneel dat de mogelijkheid biedt door middel van wisselende beelden de verkeersdeelnemer te informeren, te waarschuwen of the adviseren
dynamisch stabiel systeem een dijkbekleding waarvan de elementen onder invloed van de golfbelasting verplaatsingen kunnen ondergaan - in de tijd gezien blijft de dikte van de bekleding constant (bv stortsteen)
dynamische bebordinq signaleringsbord waarop, afhankelijk van de (verkeers)situatie, een (verkeers)teken of mededeling wordt getoond
dynamische golf methode een meer complexe manier voor het bepalen van de afvoer die het mogelijk maakt rekening te houden met een opzet en stagnatie en terugvloeiende stromen.
dynamische verdichting het verdichten van grond door het van grote hoogte te laten vallen van een zwaar gewicht
dynamische viscositeit verhouding tussen de viscositeit ( en dichtheid ( van een stof.
dyneema high Modulus Polyethyleenlijn.
dystrofische meren zure wateren die veel planten maar weinig vis bevatten, vanwege de aanwezigheid van grote hoeveelheden organische materie.
ebkentering het veranderen van de ebstroom in de vloed- stroom.
eboverschot de totale hoeveelheid water, waarmee in een zekere dwarsdoorsnede het ebvolume het vloed- volume overtreft.
ebverval een verval over een stormvloedkering waarbij de waterstand aan de rivierzijde hoger is dan de waterstand aan de zeezijde
ebvolume de totale hoeveelheid water, die tussen de vloed- en de ebkentering van een getij door een zekere dwarsdoorsnede stroomt.
echohydrologie de wetenschap die zich specifiek richt op de directe en indirecte relaties tussen hydrologie en ecologie, waarbij de ecologie als indicatie van de hydrologische karakteristiek wordt gebruikt en omgekeerd de hydrologische karakteristiek de potenties van de ecologie kan duiden. Tevens de wetenschap die de betekenis van hydrologische (en hydrochemische) processen voor de verspreiding van spontane vegetaties onderzoekt.
echolocatie vermogen van bepaalde dieren om voorwerpen te kunnen lokaliseren en herkennen door zelf geluid uit te zenden, en te luisteren naar de echo die wordt ontvangen door hun oor
echolood toestel dat de diepte aangeeft op basis van akoestische metingen.
echoueren schipbreuk lijden.
ecoduct passage over of onder autoweg ten behoeve van dieren.
ecologie de leer van de onderlinge betrekkingen tussen levende organismen en hun milieu.
ecologisch maaibeheer in gebieden waar ecologisch maaibeheer wordt toegepast, wordt bij het maaien rekening gehouden met de aanwezige flora en fauna. Zitten er bijvoorbeeld veel padden in het water, dan wordt niet in een keer al het riet weggehaald, maar blijft er altijd wat riet staan, zodat de padden hun schuilplek voor vogels behouden.
ecologisch netwerk ruimtelijke samenhang van gebieden waartussen uitwisseling van populaties plaatsvindt
ecologische hoofdstructuur EHS samenhangend stelsel van kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones dat prioriteit krijgt in het natuur- en landschaps- beleid van de overheid.
ecologische kwaliteits- ratio EKR de ratio van de waargenomen waarde van een KRW-kwaliteitselement gedeeld door de referentie waarde van dat element
Ecologische Kwaliteits- ratio-score EKR-score de verhouding tussen de genormaliseerde waarde van de biologische kwaliteitselementen ten opzichte van de referentiescore (natuurlijke wa- terlichamen) of het MEP (sterk veranderde/kunstmatig aangelegde waterlicha- men).
ecologische opname capaciteit mensen overleven door het omzetten van hulpbronnen in het milieu naar noodzakelijke objecten of door het direct consumeren van natuurlijke hulpbronnen. Afval wat geproduceerd wordt in deze processen wordt teruggevoerd in het milieu waar ze opgenomen worden in ecosystemen dan wel gezuiverd worden.
ecologische potentie de ecologische ontwikkelingsmogelijkheden van een gebied bezien op basis van de aanwezige abiotische randvoorwaarden.
ecologische toestand de gewenste ecologische toestand van een water wordt bepaald door het watertype en de gewenste levensgemeenschap van planten en dieren die daarbij hoort, en de factoren die hiervoor bepalend zijn, zoals de inrichting, de wijze van onderhoud, het doorzicht en zuurstofgehalte en de gewenste concentraties van bepaalde stoffen die van nature in het water aanwezig zijn, zoals (onder meer) zuurstof, stikstof- en fos- faatverbindingen, chloride, bicarbonaat en sulfaat.
ecologische toestand een aanduiding van de kwaliteit van de structuur en het functioneren van aquatische ecosystemen die met overeenkomstig bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) ingedeelde oppervlaktewateren zijn geassocieerd
ecologische waterkwaliteit kwaliteit van het water die voldoet aan de eisen van de plaatselijke flora en fauna.
economische commissie voor Europa en de Verenigde Naties ECE
economische optimalisatie omvat minste kosten strategieën, maximalisatie van kosteneffectiviteit en kosten-baten relaties.
economische reductie het verschil tussen basispeil en ontwerppeil
economische waarde waarde in economisch verkeer (verkoop)
economische winst een monetaire maat voor welvaartsverbetering als gevolg van een verandering in kwantiteit of kwaliteit van een goed of dienst.
ecosysteem verzameling van op een en dezelfde plaats voorkomende populaties (micro-organismen, planten, dieren) die daardoor met elkaar en met het omringende fysische en chemische milieu interacties kunnen aangaan en aldus een functionele eenheid vormen.
ecosysteemfactor een component van een ecosysteem.
ecotoop ruimtelijk begrensde homogene eenheid met een karakteristieke combinatie van afhankelijke (veranderlijke) ecosysteemfactoren.
ecotoopgroep groep van ecotopen die verwant zijn ten aanzien van abiotische, afhankelijke factoren die voor plantengroei bepalend zijn.
ecotop ruw laagje op de bovenkant van toplaagelementen ter bevordering van flora en fauna.
ecotoxicologie de studie naar door chemische en fysische factoren veroorzaakte toxische effecten bij levende (individuele)organismen, populaties en levensgemeenschappen in een ecosysteem.
ecotype ondersoort of ras dat speciaal is aangepast aan een bijzondere set van milieucondities.
ecto-organisch betrekking hebbende op het (organische) strooisel dat in verschillende mate van vertering op de minerale ondergrond is geaccumuleerd.
eddy- correlatietechniek de methode waarbij met hoge frequentie (meer dan 10 Hz) de verticale componenten van de windsnelheid en een scalair zoals de luchtvochtigheid wordt gemeten.
edelman handboorgereedschap met twee verticale schoepen om het bodemmonster vast te houden en schroefachtige punt.
eemskanaal kanaal van Delfzijl naar Groningen, bevaarbaar voor zeeschepen tot 2000 BRT.
eemsmondgebied zeehavenproject ten noordwesten van Delfzijl, toegankelijk voor zeer grote schepen.
eenheid de dimensie van de grootheid waarin een parameter wordt uitgedrukt.
eenparige stroming stroming in een open leiding met constante dwarsdoorsnede waarbij de waterdiepte gelijk is in alle dwarsdoorsneden ((/(s = 0).
eenvoudige toetsing de eerste stappen in een beoordelingsschema, met relatief makkelijk toepasbare regels, uitgewerkt in het Voorschrift Toetsen op Veiligheid.
eerste tapsel het water dat uit de kraan komt wanneer deze voor het eerst geopend wordt.
effect uitwerking, resultaat
effectgebied het gebied dat getroffen wordt door het effect
effectgerichte maatregelen maatregelen die erop zijn gericht de negatieve effecten in het milieu weg te nemen of terug te dringen zonder wijzigingen aan de te brengen in of aan de bronnen van emissie
effectieve regenval (landbouw) dat deel van de regenval die in de bodem achterblijft en bijdraagt aan de groei van gewassen.
effectieve spanning korrelspanning.
efficiency van een bron de hoeveelheid geïdealiseerde onttrekking van een put wanneer er geen verliezen zijn door het filter en zandpakket ten opzichte van de feitelijk gemeten onttrekking in de put.
efficiëntie factor factor waarmee de verhouding tussen gerealiseerde en ontwerpcapaciteit aangegeven wordt.
effluent water- of afvalwaterlozing van een bepaalde oorsprong, bijv. een rioolwaterzuiveringinrich- ting, een industrieel proces of een oxidatievijver.
effluentafvoerafsluiter het afsluiten van beluchtingstank en effluentput
effluentgemaal civiel werk waarin de effluentpompen of efflu- entvijzels zijn opgesteld
eigendommen objecten waarover met het eigendomsrecht bezit
eigenschappen ondergrond model het eigenschappen ondergrond model beschrijft het voorkomen van een enkele eigenschap in de bodem
eindige- differentiemethode transformatie van (partiële) differentiaalvergelijkingen die continu zijn in de ruimte en/of tijd, naar discrete differentievergelijkingen om ze zo numeriek op te kunnen lossen met behulp van een discreet rekennetwerk.
eindige- elementenmethode transformatie van (partiële) differentiaalvergelijkingen die continu zijn in de ruimte en/of tijd, naar discrete vergelijkingen om ze zo numeriek op te kunnen lossen met behulp van discrete elementen, dat wil zeggen ruimtelijke compartimenten.
eindstabiliteit de weerstand tegen omslaan als de boot op haar zijkant ligt, met het boord tot aan het water.
einstein E eenheid voor uitdrukking van de mate van bestraling.
eisenpakket een nadere classificatie, die is aangebracht binnen een algemene regel
ejector een apparaat dat gebruikt wordt om tijdens de behandeling van het water een chemische oplossing in het water te injecteren.
ekman transport “door de wind veroorzaakt horizontaal spiraal- waarts transport van water, in een richting niet evenwijdig met de windrichting, en dit ten gevolge van het ”“corrioliseffect”“ en de wrijvingskracht.”
ekman-birge-happer happer die aan een stang wordt neergelaten.
elasticiteit van de vraagprijs maat voor de gewilligheid van een consument of producent om het watergebruik te verminderen in reactie op een prijsstijging of het gebruik van meer water als de prijs daalt.
elasticiteitsmodulus het verband tussen spanning en vervorming als men er van uitgaat dat de grond zich elastisch gedraagt
elastische halfruimte een driedimensionale ruimte in een richting begrenst door het maaiveld waarbinnen het medium zich elastische gedraagt
elastoplastisch gedrag verschijnsel waarbij grond bij toenemende belasting eerst elastisch en daarna plastisch vervormt
electrodialyse een proces dat elektrische stroom gebruikt.
electronic chart display and information system ECDIS electronisch kaarten- en navigatiesysteem
elektriciteit een vorm van energie voortgebracht door elektronen
elektriciteitskabel kabel bestemd voor de voortgeleiding van elektriciteit
elektrische lading de lading van een ion, verklaard door het aantal elektronen.
elektrode metalen toeleiding voor de elektrische stroom in een vloeistof of gas
elektrolyse een proces waarbij elektrische energie verandert in chemische energie.
elektrolyse-effect chemische reactie tussen twee ongelijksoortige metalen die in (zee)water zijn ondergedompeld.
elektrolyt een stof die uiteenvalt in ionen wanneer deze oplost in water.
elektromagnetisch inductiespanning veranderingen door geleider bewegingen in een magnetisch veld.
elektromotor machine die beweegkracht levert met behulp van elektrische stroom
elektronen negatief geladen bouwstenen van een atoom die rondom de kern cirkelen.
elektronenacceptor een molecuul of atoom dat door het aangaan van een verbinding met een ander molecuul of atoom een elektron opneemt uit de verbinding of het atoom.
elektroreclamatie bij elektroreclamatie wordt met behulp van elektroden een elektrisch spanningsveld in de bodem gecreëerd. Onder invloed daarvan verplaatsen verontreinigende stoffen zich naar de anode of de kathode (positieve ionen zoals zware metalen), waardoor ze uit de bodem verwijderd worden.
element een uit cultuurhistorisch oogpunt gevormde eenheid. Deze kan bestaan uit een object, een groep van objecten in een samenhang (ensemble), een terrein, een watergang etc.
element een onderdeel van de (lucht)foto, wat gekarakteriseerd wordt door fotokenmerken.
elementair rijks oppervlakte water EROW kleinste eenheid van het verantwoordelijkheids- gebied van een verantwoordelijke instantie (regionale dienst).
elementair technisch instrument kleinst mogelijke bedienbare onderdeel van een technisch instrument dat nog invloed heeft op de toestand van een watersysteem.
elementen de onderscheidende bouwstenen waaruit elke soort materie is opgebouwd.
elftdrijfnet drijfnet waarvan de maaswijdte tussen 12 en 25 centimeter bedraagt.
ellipsoïde hoogte hoogte van een punt ten opzichte van de ellipso- ide
ellipsoïdisch coördi- naatstelsel coördinaatstelsel, dat gedefinieerd wordt door het oppervlak van een ellipsoïde en waarover kromlijnige coördinaten gedefinieerd zijn in de vorm van lengte- en breedte coördinaten
elutriatie het vrijmaken van slib van het oorspronkelijke vocht door het te wassen met water.
embargo beslag op schepen en ladingen van een staat waarop men druk wil uitoefenen.
embargo verbod tot in- en uitvoer van de producten van een staat waarop men druk wil uitoefenen.
embarkeren deftige benaming van aan boord gaan, zich inschepen.
emergency position indicating radio beacon EPIRB apparaat dat automatisch een SOS-signaal met het MMSI-nummer uitzendt.
emerse planten waterplanten die slechts gedeeltelijk boven het wateroppervlak uitsteken
emissie uitworp of lozing van stoffen, golven of andere verschijnselen door diffuse bronnen of puntbronnen.
emissie factor de relatie tussen de hoeveelheid geproduceerde vervuiling en de hoeveelheid verwerkte grondstoffen.
emissie grenswaarde de massa, uitgedrukt in bepaalde specifieke parameters, concentratie en/of niveau van een emissie, die gedurende een of meer vastgestelde perioden niet mag worden overschreden.
emissie referentiestel- sel de vuillozing van het referentiestelsel per jaar (kg CZV)
emissieaanpak vermindering van emissies zonder meer, onafhankelijk van de na te streven kwaliteitsdoelstelling van het ontvangende oppervlaktewater
emissiebeheersing- maatregelen maatregelen die een specifieke emissiebeperking vereisen, of anderszins grenzen of voorwaarden stellen aan de gevolgen, de aard of andere kenmerken van emissies of bedrijfsomstandigheden die de emissies beïnvloeden.
emissiegrenswaarde de massa, uitgedrukt in bepaalde specifieke parameters, de concentratie en/of het niveau van een emissie, die of dat gedurende een of meer vastgestelde perioden niet mag worden overschreden.
emitter een element van een netwerk.
empirisch op ondervinding gegrond en daaruit voortvloeiend
empirisch model model waarvan de structuur is afgeleid van de analyse van de relaties tussen de geobserveerde gegevens in plaats van kennis van de fysische, biologische of ecologische processen.
emulsie verstrooiing van een vloeistof in een andere vloeistof
endocriene verstoorders chemische stoffen die de werking van natuurlijke hormonen nabootsen.
end-of-pipe technieken technieken die gebruikt worden bij de waterzuivering om verontreinigingen die gevormd zijn te reduceren.
endo-organisch betrekking hebbende op gehumificeerd organisch materiaal dat gehomogeniseerd is met de minerale ondergrond.
endothermische reactie chemische reactie die energie opneemt.
energie opwekken het opwekken van energie uit biogas dat ontstaat bij het vergisten van slib
energie verhang s verhang van de energielijn van een open of gesloten leiding.
energiehoogte H ligging van het energieniveau t.o.v. een referen- tievlak.
energiehoogte de waterhoogte verhoogd met de snelheidshoog- te ter plaatse.
energielijn de lijn die ontstaat door de energiehoogten van een aantal punten met elkaar te verbinden
engelse kuil kuil met een uitgesneden onderzijde.
engte smalle doorvaart.
enkeltraps proef procedure waarbij één monster wordt gebruikt per belastingstrap.
entamoeba hystolica eencellig micro-organisme dat amoebe dysenterie veroorzaakt
entrepot opslagplaats voor goederen waarvan de bestemming nog niet vaststaat.
entrepotdok deel van de haven waarin hele schepen met lading en al in entrepot kunnen worden gesteld.
entropie de hoeveelheid vrije energie in een systeem.
enumeratie een klasse die een lijst van waardes weergeeft. Deze kan gebruikt worden op plaatsen waar voor een bepaalde waarde uit een beperkt aantal vooraf bekende mogelijkheden gekozen moet worden. Een enumeratie is een klasse met als stereotype ‘«Enumeration»'.
environmental quality standards EQS
eolisch door de wind gevormd, afgezet.
eolisch transport zandtransport door de wind.
epifauna dierlijke organismen die op de bodem of op planten leven, al of niet hieraan vastzittend
epifytische planten plant die leeft op een ander organisme maar geen parasiet is.
epilithische orqanis- men organismen die verankerd leven op versteend substraat
epilymnion de bovenlaag van een meer, welke in aanraking komt met de lucht
epipelaqisch de bovenste regionen van de oceaan, zich uitstrekkende tot een diepte van ongeveer 200 meter.
epoxyhars superieure harssoort die meestal wordt gebruikt in combinatie met materialen als Kevlar.
equipotentiaallijn een lijn door punten waar een gelijk potentiaal heerst.
ernstiq qeval van bo- demverontreiniqinq er is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging als meer dan 25 m3 grond of 100 m3 grondwater verontreinigd is met stoffen boven de interventiewaarde.
ernstvuurwerk vuurwerk dat is bedoeld als noodsignaal aan boord.
eroderen afslijpen, verweren, achteruitgaan door zandverlies.
eroderen door wind, water of ijs afslijten
erosie van de onderla- qen faalmechanisme van bekledingen dat zich voordoet als de beschermende werking van de toplaag weggevallen is.
erosieklasse mate van erosiegevoeligheid
erosiesnelheid hoeveelheid (bodem)materiaal die per opper- vlakte-eenheid en per tijdseenheid door erosie verdwijnt.
eschericha coli E. coli een Coliformbacterie die vaak in verband wordt gebracht met menselijk en dierlijk afval en gevonden wordt in de darmen.
estuarien betrekking hebbend op een estuarium.
estuarien systeem het geheel van structuren (zandplaten, schorren, geulen) en processen (fysisch, chemisch en biologisch) dat door het getij wordt beïnvloed van de rivier tot in de zee.
estuariene afzetting afzetting van sediment door rivieren.
estuarium een zeewaarts zich verbredende riviermond inclusief het aansluitende zeegebied waarin het getij zijn invloed doet gelden.
ethoxyresorufin-o- deethylase activiteit de omzetting van 7-ethoxyresorufine tot het fluorescente resorufine door het enzyme 7- ethoxyresorufine O-deethylase.
ethyleen-diamine- tetra-azijnzuur EDTA een complexvormer die sterke complexen vormt met zware metalen.
etmaalgemiddelde gemiddelde intensiteit over een etmaal betreffende verkeersdeelname
eufotische zone een zone in het oppervlaktewater waarin de lichtsterkte zodanig is dat het fotosynthesepro- ces werkt
euhalien zout water en/of zeewater met een zoutgehalte groter dan 30 gram per liter.
eulitoraal deel van het litoraal dat de zone tussen de laagen de hoogwaterlijn aanduidt.
eural europese afvalstoffenlijst.
european agreement on main inland waterways of international importance AGN
European polluntant release transfer register E-PRTR Het Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen
european reference frame EUREF
european terrestrial reference system 1989 ETRS 89 geodetisch model van de aarde zoals toegepast binnen Europa
Europese Commissie EC het uitvoerend orgaan van de Europese Unie op alle terreinen waarop de Unie zeggenschap heeft.
europese gemeenschap EG
europese norm
europese unie EU
europoort groot zeehavenproject ten westen van Rotterdam, op het voormalig eiland Rozenburg, aansluitend aan de Botlek.
euryhalien de mogelijkheid van zee organismen om een grote spreiding in zoutgehalte te tolereren.
eurythermisch de mogelijkheid van zee organismen om een grote spreiding in temperatuur te tolereren.
eustatische schommelingen stijging van de zeespiegel als gevolg van een toename van het volume.
eutraphent voorkeur hebbende voor eutrofe omstandigheden.
eutroof rijkdom aan voedingsstoffen in het milieu (vooral kalk, nitraten en fosfaten)
eutroof water een water dat rijk is aan voedingsstoffen en waarin weinig soorten aquatische organismen voorkomen, elk in betrekkelijk groot aantal.
evacuatie handeling van evacueren
evacuatie berekening berekening van de tijd die het neemt om een evacuatie uit te voeren (afvoer van personen en levende have/erfgoed/-bedrijfsmiddelen uit het evacuatiegebied
evacuatiescenario's scenario's van) Een door de overheid gelaste verplaatsing van groepen personen in Nederland met daaronder
evacueren proces van tijdelijk verplaatsen van personen en levende have/erfgoed en bedrijfsmiddelen uit een bedreigd gebied
evaluatiemethode geheel van activiteiten dat heeft geleid tot een evaluatie van basistechnieken en een inkadering van de prestatie van deze basistechnieken.
evaporiet wateroplosbare minerale sedimenten of zoutaf- zettingen ontstaan door de evaporatie van zout water in zeeën of zoutwatermeren
evenstandlijn een lijn die weergeeft hoe plaatselijk een bepaalde waterstand kan ontstaan onder invloed van combinaties van de rivierafvoer en de hoogwaterstand te Hoek van Holland
evenwichtsdiepte yn waterdiepte bij eenparige stroming groter of kleiner dan de grensdiepte.
evenwichtsdraagver- mogen de funderingsdruk die de ondergrond maximaal kan dragen
evenwichtsfactor een factor die de mate van stabiliteit aangeeft
evenwichtshelling helling van het gesedimenteerde materiaal die van nature ontstaat tijdens het opspuiten van baggerspecie.
evenwichtsprofiel kustprofiel behorend bij gegeven constante hydraulische omstandigheden.
excentriciteit (door- vaartopening) afstand tussen de vaarwegas en de as van de doorvaartopening
exclusieve economische zone EEZ dat deel van de kustwateren waar één bepaald land soevereine rechten en rechtsmacht kan opeisen en uitoefenen.
executieve regering van een gemeenschap of gewest in België.
exergie de hoeveelheid arbeid die een systeem kan verrichten wanneer deze in een thermodynamisch evenwicht wordt gebracht met een goed gedefinieerde begintoestand.
exoot een uitheems organisme, dat zich heeft gevestigd in een land waar het oorspronkelijk niet vandaan komt
exothermische reactie chemische reactie waarbij energie vrijkomt.
expansievat vat waarin een overschot aan vloeistof, dat door expansie ontstaat, kan worden geborgen
expert judgement inschatting van een of meerdere deskundige(n) op grond van zijn kennis en ervaring.
expert onttrekking proces voor het verkrijgen van de mening van deskundigen over subjectieve kwantiteiten en waarschijnlijkheden.
expert systeem een computersysteem voor diagnostische analyse van complexe problemen met behulp van een kennisbank
expliciete benadering een numerieke methode voor de simulatie van een tijdsafhankelijk proces, waarbij elke nieuwe toestand op tijdstip n+1 wordt bepaald uit de toestand op tijdstip n
exploitatie zaken en werkzaamheden die het mogelijk maken dat alle activiteiten, die voor de instandhouding nodig zijn, uitgevoerd kunnen worden.
explosieverdichting het verdichten van grond door explosies onder het maaiveld
expositie de mate waarin een bepaalde plaats is blootgesteld aan wind, golven of instraling van de zon
extern geleverd door derden / in gebruik bij derden
extern adviseur derde die advies geeft op grond van specifieke kennis
extern afvalstof afvalstof aangeleverd door derden
extern afvalstoftank tank voor opslag van afvalstoffen van derden
extern plan plan vastgelegd door derden van belang voor de afweging van het vaststellen van plannen van de eigen organisatie
extern slib slib aangeleverd door derden
extern systeem (Informatie)systeem, waaruit waarden binnengehaald (geïmporteerd) worden.
extern vet vet aangeleverd door derden
externe betrouwbaarheid de gevoeligheid van het eindproduct voor onontdekte fouten.
externe contacten beheer het inrichten en onderhouden van contacten met derden, anders dan leveranciers.
externe informatiebron (Niet) natuurlijke rechtspersoon die waarde(n) levert aan de eigen organisatie
externe meetpuntcodering de codering van het meetpunt zoals die in externe systemen bekend is
externe veiligheidsrisico's risico's als gevolg van ongevallen die kunnen plaatsvinden tijdens productie, opslag, verwerking en transport van gevaarlijke stoffen.
exterritoriale wateren de wateren die niet tot de territoriale wateren van een land behoren en waar de wetten van dat land dus geen rechtskracht hebben.
extinctie E de verzwakking van de straling door absorptie en verstrooiing wanneer ze door een medium gaat.
extreme gebeurtenis tijdserie reek stormen zoals afgeleidt uit een neerslag registratie.
extreme omstandigheden test test waarbij de modelstructuur en uitvoer plausibel moeten zijn voor extreme of onverwachte combinaties van factoren in een systeem.
extruder een pers voor de vormgeving van een materiaal bestaande uit een cilinder met een persstempel, afgesloten door een matrijs met een opening.
faal frequentie het gemiddelde aantal storingen van een systeem of gedeelte daarvan per tijdseenheid
faalcriterium situatie waarbij een materiaal of constructie geacht wordt niet meer aan de eisen te voldoen.
faalkans kans op falen.
faalmechanisme de opeenvolging van gebeurtenissen die leidt tot falen.
faalruimte voor een bepaald onderdeel van de foutenboom maximaal toelaatbare faalkans.
fabrieksschip moederschip voor een aantal vissersschepen of walvisjagers, dat is ingericht voor de verwerking van de gevangen producten.
facetbeleid beleid dat betrekking heeft op een bepaald facet van het maatschappelijk leven. Daarbij kan gedacht worden aan onderwerpen als geluid, stof maar ook tertiaire dienstverlening of stankre- gels.
facilitair het verschaffen van ondersteunende voorzieningen
fact-sheet overzichtsblad met eigenschappen, toepassingsmogelijkheden en te verwachten prestatie van een basistechniek
facultatieve bacteriën bacteriën die zowel onder aërobe als anaërobe omstandigheden kunnen leven.
falen het onverwacht eindigen van het juist functioneren of het niet (meer) voldoen aan vastgestelde criteria van het systeem of een gedeelte daarvan
familie onderdeel van een orde, bestaande uit een of meer geslachten.
fase de gesteldheid van materie.
fase aantal samenhangende stappen in een werkproces waarover tussen de bestuurslagen afspraken worden gemaakt.
faseovergang (overgang van aantal samenhangende stappen in een werkproces waarover tussen bestuurslagen afspraken worden gemaakt. Bij de overgang van de ene fase naar de andere worden beslissingen genomen over het continueren of beëindigen van projecten of maatregelen. Deze besluitvorming vormt de basis voor contractaf- spraken
fasering de mogelijkheid om de termijn waarop de doelstellingen gerealiseerd moeten (2015) zijn te verlengen
fatale termijn een verplichte termijn in een planprocedure die niet door de planvormer overtreden mag worden.
fauna de dierenwereld van een regio.
fauna-uitstapplaats een voorziening langs een steile oever van een waterweg, waar (te water geraakte) dieren aan land kunnen komen
fecale coliforme bacteriën bacteriën die zich in het spijsverteringskanaal van mensen en andere warmbloedige dieren bevinden.
fecale pellets compacte aggregaten van partikels die worden uitgescheiden door (mariene) organismen.
feitenrelaas (gesproken) logboek van gebeurtenissen gesteld in waargenomen feiten (geen percepties)
fenolen organische verbindingen die bijproducten zijn van olie raffinage, looien, textiel, verstof en hars productie.
fermentatie de omzetting van organisch materiaal in methaan, koolstofdioxide en andere moleculen door anaërobe bacteriën.
ferry veerboot waarmee behalve passagiers ook vrachtwagens, personenwagens en soms treinstellen kunnen worden overgezet.
FHI-normen europese normen voor oppervlaktewater, opgesteld door het Duitse Fraunhofer Institut (FHI).
fictieve golfhoogte rekengrootheid voor de belasting bij golfoverslag van een steenzetting op de kruin.
fictieve taludhelling gewogen gemiddelde van de taludhelling onder en boven de buitenberm, benodigd voor ontwerp en toetsing op toplaaginstabiliteit van steenzettingen op de berm.
figuratiemarkering op of in het oppervlak van de verharding aangebrachte figuraties ter geleiding, waarschuwing, regeling of informatie van het verkeer
figuurweergave weergave van een profiel door middel van een afbeelding
filter (modelmatig) een methode om ruis in data te onderdrukken.
filteren door het gebruik van filters worden fouten verwijderd
filtermedium het doorlatende materiaal dat vaste stoffen scheidt van vloeistoffen die het doorlaat.
filtersnelheid de hoeveelheid water, die bij een bepaalde temperatuur door een bepaalde doorsnede stroomt ten gevolge van een potentiaalverschil, gedeeld door het oppervlak van die doorsnede
filtraat de afgescheiden vloeistof bij het indikken of ontwateren van slib met een bandindikker of kamer- of membraanfilterpers
filtratie scheiding van een vaste stof en een vloeistof door een poreuze stof te gebruiken die alleen vloeistoffen doorlaat.
filtreren het scheiden van suspensies door middel van een drukverschil over een filter met als doel het zuiveren van de vloeistof of het terugwinnen van de vaste stof Bron: Capita Selecta Waterzuivering
first-in first-out prop- stroming het niet mengen van het water gedurende de verblijftijd in een tank. Waterpakketten bewegen door de tank op een afgesloten manier waarbij het eerste pakket wat binnenkomt ook het eerste pakket is wat de tank weer verlaat.
fiscaal ambtenaar van het openbaar ministerie bij de zeekrijgsraden en bijzondere gerechtshoven.
fiscaal het verkrijgen en uitgeven van gelden door een overheid.
fix positie verkregen uit een berekening van metingen naar externe referentiepunten
fix interval de maximum tijd in seconden tussen de fixen
fix rate het aantal fixen per tijdseenheid
fixatie vastlegging
fjord langgerekt, diep gevormd dal, in zee lopend en begrensd door hoge bergwanden.
f-klassen dit is een indeling om aan te geven in hoeverre stoffen bij een bodemsanering tot een veiligheidsrisico (explosie) kunnen leiden.
flab met 'flab' (floating algae beds) worden clusters van drijvende draadalgen aangeduid
flagellaten eencellige microben die zich met behulp van zweepharen (flagellen) kunnen voortbewegen.
flauw talud een talud waarvan de helling kleiner is dan de hoek van natuurlijk talud van het materiaal waaruit het talud bestaat
flauwte windstilte.
flexibel peilbeheer peilbeheer waarbij het waterpeil zich zoveel mogelijk beweegt tussen bepaalde boven- en ondergrenzen met het doel om afwenteling van problemen te voorkomen.
flexibiliteit buigzaamheid, het vermogen om vervormingen te kunnen ondergaan waarbij het materiaal intact blijft
flikkerlicht O het licht vertoont voortdurend zeer korte flikkeringen van 50 of 60 flikkeringen per minuut.
flora de plantenwereld van een regio.
flora- en faunawet Ff-wet
floristisch gerelateerd aan de bestudering van de verdeling van planten.
flotatie een vaste stoffen/vloeistof- of vloei- stof/vloeistofscheidingsprocedure, die toegepast wordt bij deeltjes die een dichtheid hebben die lager is dan de dichtheid van de vloeistof waar ze zich in bevinden.
flotel schip met hotelaccommodatie, voor het toeristisch vervoer van auto's en kampeerwagens.
flugsand zand van vulkanische herkomst, bestaande uit poreuze korrels van geringe dichtheid
fluïdiseren proces waarbij fijne vaste deeltjes door een stromend gas of vloeistof in beweging worden gebracht.
fluor F chemisch element uit de zevende groep (halogeen) van het periodiek systeem, atoomnummer 9, toxisch lichtgroen gas (symbool F).
fluorescentie het onmiddellijk uitstralen van op een molecuul vallend licht, waarbij een golflengte verschuiving plaatsvindt.
fluorimeter een met fluor werkende colorimeter
flush vlak met de wand, niet uitstekend
fluviale afzetting bronmateriaal afkomstig van rivieren.
fluviale morfologie wetenschap van de vorming van beddingen en stroomvlakten en van het vormen van waterlopen door de werking van het water.
flux de flux geeft de hoeveelheid van een vloeistof (‘permeaat') aan die per tijdseenheid door een membraanoppervlak kan worden geleid.
fluxgate kompas elektronische kompassensor
foliesteektoestel klein steektoestel met inlegfolie.
fonds economische structuurversterking FES een Nederlands fonds met budget uit de aardgasbaten. Het geld is bestemd voor investeringen in de infrastructuur en sinds 2005 in de kenniseconomie van Nederland
fontein een fontein is een natuurlijke of kunstmatige vloeistofstroom waarbij de vloeistof, meestal water, omhoog wordt gebracht/gestuwd.
food and agriculture organization FAO voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties
footprint bodemgebied dat door een bundel is aangestraald. (beluid)
foraminiferen grote groep amoebevormige protisten
fosfaat PO4 3- meststof die voorkomt in menselijke en dierlijke uitwerpselen. In het oppervlaktewater is fosfaat, samen met stikstof verantwoordelijk voor de groei van algen.
fosfor P chemisch element, atoomnummer 15, symbool P.
fosforescentie het uitstralen van eerder op een molecuul gevallen licht, waarbij een golflengte verschuiving plaatsvindt.
fotoforen lichtgevende orgaantjes die als oplichtende vlekken verschijnen op verschillende mariene organismen
fotosynthese synthese van organische stof uit koolstofdioxide en water door levende organismen onder invloed van licht met behulp van fotochemische reactie- ve pigmenten.
fout het verschil tussen een gemeten/benaderde waarde en de echte waarde
foutenboom schematische weergave van combinaties van oorzaken die tot een bepaalde ongewenste gebeurtenissen, topgebeurtenissen genoemd, aanleiding kunnen geven.
foutieve aansluiting meestal een aansluiting voor de lozing van afvalwater, die is aangesloten op een leidingsysteem voor de inzameling van schoon regenwater
foutvracht de vergoeding die de bevrachter moet betalen wanneer hij de laadruimte die voor hem is gereserveerd niet gebruikt.
fractie onderdeel, deeltje
fragmentatie de onderverdeling van een vaste stof in fragmenten.
Fraunhofer Institut FHI
freatische lijn niveau van de waterspiegel in het filter of de dijk, ter plaatse van de toplaag.
freatofyten aan (grond)water gebonden planten - (grond)waterafhankelijke vegetatie.
free on board FOB zonder kosten tot aan het schip geleverd.
frequentiemethode berekeningsmethode voor dijktafelhoogten langs een dijkringgebied waarbij de kans op overstromen bij een vastgestelde overschrijdingsfrequentie van de waterstand is gewaarborgd
fresnel-lens lens die onder andere in vuurtorens wordt gebruikt.
frontale mist mist die optreedt bij een occlusiefront of voorafgaand aan een warmtefront
froudegetal Fr een dimensieloos getal dat in de hydrodynamica gebruikt wordt om aan te geven hoe goed een specifiek model werkt ten opzichte van de werkelijkheid.
fuik langgerekt visnet in conische vorm, om hoepels gespannen en aan de binnenkant voorzien van enkels of kelen (trechtervormige stukken netwerk), die het terugzwemmen van de vis bemoeilijken.
fuik vangkooi ten behoeve van de muskusrattenbe- strijding
fullerkromme de grafiek die de korrelverdeling weergeeft van granulaire bodem met een dusdanige sortering dat het totale porinvolume minimaal is.
fulmar noordse stormvogel.
functie de bestemming en daarmee het gewenste gebruik, met het oog op de daarbij betrokken belangen.
functiecombinaties een benadering gebaseerd op het combineren van verschillende grondgebruiksvormen die meerwaarde oplevert voor de afzonderlijke grondgebruiksvormen.
functie-eis eisen, die aan de inrichting van een beheeron- derdeel gesteld worden om te voldoen aan de gebruiksfuncties ervan en in kwaliteitseisen zijn om te zetten.
functiehomogeen vak onderdeel van een watersysteemdeel dat func- tiehomogeen is en tot slechts één objectcategorie behoort. De grenzen van een dergelijk vak worden primair bepaald door de van toepassing zijnde functies en daarbinnen door de objectcategorie.
functieverlies de grens (parameter + waarde) waarbij een onderdeel voor een bepaalde functie niet langer voldoet aan de eisen die noodzakelijk zijn om het bijbehorende object aan de functie-eisen te laten voldoen.
functionaliteit handeling die een gebruiker kan uitvoeren met digitaal geleverde (geo)informatie, bijvoorbeeld inzoomen op een kaartgedeelte, gegevens opvragen op een locatie enzovoort
functionaris iemand die een functie vervult
functionele kwaliteit geeft aan of een object voor een gegeven functie wel of niet aan de functie-eisen voldoet.
fundamentele aquatische ecologie toegespitst op het begrip van waargenomen fenomenen.
fundatie die onderdelen van een object die een fundering vormen.
fundering op palen een fundering waarbij de belasting van het gebouw of de constructie door middel van palen naar een dieper gelegen draagkrachtiger lagen wordt gebracht. De funderingskracht wordt ontleend aan puntweerstand en/of wrijvingskrachten langs de paal.
fundering op staal een fundering die rechtstreeks op voldoende vaste bouwgrond is aangelegd
funderingsdruk de kracht per oppervlakte-eenheid uitgeoefend door een fundering op staal op de grond onmiddellijk onder de aanlegdiepte
fungerend grensprofiel grensprofiel dat direct aansluit aan de maatgevende afslagzone.
funiculaire zone dat gedeelte van de grond waar door capillaire opstijging enkele poriën met water zijn gevuld. Dit water staat in verbinding met het grondwater
fuzzylogic model model met beschrijvingen op basis van vage logica, bv. met tussenvormen tussen ja en nee (misschien).
fylum elk van de hoofdgroepen, waarin het dierenrijk verdeeld wordt.
fysieke afscheiding fysiek hulpmiddel die de toegang tot het wegonderdeel reguleert.
fysieke standplaats de abiotische factoren die tezamen de omgeving voor een organisme vormen.
fysieke systeemken- merken de kenmerken van het estuarium zoals het meergeulenstelsel, het getij en de zandhuishou- ding.
fysiotoop ruimtelijk begrensde homogene eenheid met een karakteristieke combinatie van abiotische, onafhankelijke ecosysteemfactoren: moedermateriaal, topografie, klimaat en leeftijd.
fysische en chemische behandeling processen die algemeen gebruikt worden in af- valwaterbehandelinginstallaties.
fysische oceanografie disipline binnen de oceanografie en bestudeert de fysische processen die de oceanen beïnvloeden en die door de oceanen gestuurd worden
fyto plantaardig.
fytobenthos verzamelnaam voor wieren en algen die vastgehecht zijn aan de bodem of wanden van een waterlichaam
fytoextractie extractie van verontreinigende stoffen door middel van (met behulp van) planten.
fytoplankton plankton bestaande uit plantaardige organismen.
fytostabilisatie stabilisatie van verontreinigende stoffen door middel van (met behulp van) planten.
fytotoxine vergif afkomstig van een plant
fytotransformatie omzetting van verontreinigende stoffen in andere stoffen door middel van (met behulp van) planten.
gaand want de voortbewogen vistuigen.
gagestraf strafmaatregel waarbij sprake is van looninhou- ding.
gallon een Engelse en Amerikaanse eenheid die nauwelijks meer gebruikt wordt.
galvaniseren galvanisch met een dunne laag niet-roestend metaal bedekken.
gap graded korrelverdeling waarin één gradatie ontbreekt
garantievak onderverdeling van wegvakken op basis van uitstaande garanties per aannemer
gasdrainagelaag onderdeel van een afdichtingsconstructie waarmee wordt beoogd de vanuit de verontreinigde bodem afkomstige vluchtige stoffen uit de constructie te verwijderen.
gasfakkel brander waardoor een overmaat aan geproduceerd biogas wordt afgevoerd en verbrand
gashouder ruimte waarin men het biogas bewaart en onder druk zet voor verdere distributie
gashydraat verbinding van water rond het vriespunt (of ijs) met een gas, dat in de moleculaire holtes van het water gevangen zit.
gasleiding leiding bestemd voor de voortgeleiding van vluchtige stoffen
gasmotor verbrandingsmotor die gevoed wordt met bio- of aardgas
gasmotorruimte ruimte waar de gasmotor en (eventueel) toebehoren staat opgesteld
gastropoden slakken
gasvormende cavitatie komt voor wanneer er een aanzienlijke hoeveelheid vrije lucht is in een vloeistof of wanneer het cavitatieproces langzaam genoeg verloopt waardoor de hoeveelheid lucht in de gasbel toeneemt als gevolg van ontgassing vanuit de vloeistof.
geavanceerd oxidatie- proces een van de verscheidene combinatie oxidatie- processen die er bestaan.
geavanceerde afvalwaterbehandeling elke behandeling van rioolwater die de verwijdering van voedingstoffen zoals fosfor en stikstof en van een groot percentage gesuspendeerde vaste stoffen vereist.
geavanceerde toetsing de laatste stappen in een beoordelingsschema, waarvoor geen uitgewerkte rekenregels bestaan, uit te voeren door specialisten.
gebakken blok blokvormig toplaagelement van gebakken steen.
gebarsten rots aquifer komen voor in igneus, metamorf en sedimentaire rotsen die hebben bloot gestaan aan verstoring, deformatie of erosie en die het transport van water door breuken en barsten toestaan.
gebbe aan een gaffelvormige stok bevestigd schepnet waarmee men op de binnenwateren kleine vis vangt.
gebeurtenis-gebaseerd model model wat alleen gedraaid wordt bij sommige specifieke gebeurtenissen.
gebied het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak
gebiedseigen water water dat niet van buiten een bepaald gebied wordt aangevoerd (de bron is meestal neerslag).
gebiedskennis kennis over het gebied en zijn specifieke eigenschappen
gebiedsvreemd water water dat van buiten een bepaald gebied wordt aangevoerd, veelal met een andere samenstelling.
gebonden filter een filter waarvan de individuele korrels door een bindmiddel onderling zijn verbonden
gebonden residu resten van bestrijdingsmiddelen in bodem, plant of dier, die niet onttrokken kunnen worden met behulp van een standaard methode.
gebotteld water water dat verkocht wordt in plastic flessen en dat gebruikt wordt als drinkwater en of huishoudelijk gebruik.
gebruiken utiliteiten het gebruiken of verbruiken van middelen ten behoeve van het uitvoeren van een proces
gebruiker (Niet) natuurlijke rechtspersoon die gebruik maakt van (de eigenschappen) van een watersysteem
gebruikersvertegen- woordiging een afvaardiging van een of meer belangengroepen
gebruiksfunctie de bestemming in waterhuishoudkundige zin van het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij betrokken belangen.
gebruiksfunctie norm een norm, behorende bij een aan een specifiek watersysteem toegekende gebruiksfunctie
gebruikslaag onderdeel van een bovenafdichtingsconstructie waarmee de voor het gewenste hergebruik vereiste condities worden geschapen (veelal standplaatsvegetatie).
gebufferd door aanwezigheid van opgeloste kalkverbindin- gen in staat om schommelingen in zuurgraad te voorkomen, zodat de pH waarde constant blijft.
gechloreerd oplosmiddel een organisch oplosmiddel dat chlooratomen bevat en vaak gebruikt wordt als een drager voor een aërosolenspray, bijvoorbeeld in snel- wegverf en vloeistoffen die in stomerijen worden gebruikt.
gechloreerde koolwaterstoffen klasse persistente, breed-spectrum insecticiden, met name DDT, die in het milieu achterblijven en zich ophopen in de voedselketen.
geclusterd waterli- chaam samenvoeging van meerdere, veelal relatief kleine en verspreid gelegen waterlichamen van hetzelfde type
gecombineerd gebruik het gecombineerd gebruik van oppervlaktewater en grondwateropslag voor het optimaliseren van de beschikbare waterbronnen.
gecombineerde aanpak de beheersing van lozingen en emissies in oppervlaktewateren overeenkomstig de in artikel
geconstateerd gebruik vaststelling van het gebruik van een watersysteem door een gebruiker, waaraan al dan niet een overeenkomst of een beschikking ten grondslag ligt.
gecontroleerd overstromingsgebied GOG onbewoond laaggelegen landsgedeelte langs een tijrivier dat op gecontroleerde wijze wordt gebruikt als overstromingsgebied.
Gecoordineerde Regionale
gedeeltelijke beïnvloeding beïnvloeding waarbij de variaties benedenstrooms van het reguleringswerk enige invloed hebben op de afvoer.
gedeeltelijke duurlijn lijst van alle gebeurtenissen die zich voordoen boven een bepaalde basis zonder onderscheid naar het aantal binnen een bepaalde periode.
gedetailleerd ontwerp model model wat gebruikt wordt voor gedetailleerd onderzoek, schema beoordeling en voor het gedetailleerde ontwerp van schema's.
gedetailleerde toetsing de middelste stappen in een beoordelingsschema, met rekenregels van het niveau van de ontwerpleidraden en technische rapporten.
gedistribueerd model model wat gebruikt maakt van de ruimtelijke spreiding van de stroomgebied karakteristieken volgens een voorgedefinieerd grid.
gedraineerd gebied gebied waar overtollig water middels het aanleggen van buizen onder de grond wordt afgevoerd
gedwongen convectie convectie ten gevolge van wrijvingskrachten
gegevensassimilatie benaderingswijze waarbij gegevens geïntegreerd worden met een fysische/ chemische procesbeschrijving, zodanig dat de informatie-inhoud van zowel de gegevens als de procesbeschrijving expliciet wordt gemaakt.
gegevensbewerking alle handelingen die leiden tot het vaststellen en opslaan van meetuitkomsten.
gegist bestek een methode om de positie te bepalen door, uitgaande van de laatst bepaalde positie, de gevaren koersen en de door de log aangegeven verheden af te zetten.
gegradeerde korrel- verdeling een monster korrels met een gelijkmatig verdeelde diameter
gehaltetoets (zout) productnorm die bepalend is of zoute baggerspecie in zoute wateren verspreid mag worden.
geïntegreerd contract een contract(vorm) waarbij verschillende fasen (bijvoorbeeld ontwerp en uitvoering) door een opdrachtnemende partij wordt uitgevoerd.
geïntegreerd model model dat verschillende domeinen omsluit.
geïntegreerd model, ontkoppeld geïntegreerd model met een voorwaartse koppeling.
geïntegreerd model, volledig gekoppeld geïntegreerd model met volledige koppelingen.
geïntegreerd navigatie systeem INS een systeem waarin de informatie vanuit twee of meer navigatie hulpmiddelen wordt gecombineerd op een symbiotische manier om op deze wijze een resultaat te geven dat beter is dan dat van de onderdelen apart
geïnterpoleerd gridpunt de waarde van een 'niet aangetroffen' grid bepaald volgens een meestal berekende wijze uit omliggende positiewaarden van footprints of omliggende gridwaarden
geïsoleerde wateren wateren die, naar het oordeel van het hoogheemraadschap, niet direct of indirect, bijvoorbeeld via duikers, pijpleidingen, sluizen, stuwen, dammen of damwanden waar het achterstaande water over heen kan lopen, in verbinding staan of kunnen staan met primaire, secundaire of tertiaire wateren.
gekalibreerd model een model waar de hydroloog voldoende vertrouwen in heeft met het oog op de toepassing, kijkend naar o.a. de grootte en de structuur van de afwijkingen tussen de gemeten en berekende waarden van relevante grootheden als stijghoog- ten, volumestromen, debieten en concentraties.
geklemde elementen stenen in een steenzetting, die onderling zijn verbonden door kabels, geotextiel of interlock
gekoppeld samenstel volgens het BPR: een samenstel van één of meer motorschepen en één of meer langszijde daaraan vastgemaakte schepen.
gekoppelde stroomgebieden de gekoppelde stroomgebied aanpak houdt in het selecteren van twee gelijke stroomgebieden die gelijktijdig over een bepaalde periode worden gemonitord om een eenduidige relatie tussen hun hydrologisch gedrag te kunnen vaststellen.
gelaagdheid hiermee wordt aangegeven dat de oorspronkelijk gelaagde structuur tengevolge van de afzetting van de lagen nog aanwezig is.
gelabeld geld financiën met een vastgestelde, politiek bepaalde bestemming (aangeduid met beleidsthema's). Gelabeld geld is ondergebracht bij box 1 in de boxenstructuur.
geldigheidsgebied het geheel van voorwaarden waaronder een model mag worden toegepast.
geleidendheidsmeter toestel om het geleidenheidsvermogen te meten
geleidewerk fuikvormige constructie aansluitend aan het hoofd van een kunstwerk voor het geven van mechanische en visuele geleiding tijdens het invaren van dat kunstwerk
gelijklastig de boot steekt voor net zo diep in het water als achter.
gelijkvormigheidtrans- formatie transformatie van coördinaten, waarbij geen vormverandering van de geometrische figuur optreedt. Deze transformatie bestaat enkel uit rotaties, translaties en een schaalverandering op gemiddeld zeeniveau
gemaal een gemaal dient in principe om water van een laag peil naar een hoog peil te brengen, waarvan de noodzaak kan liggen in wateroverschot aan de lage kant (afvoer) of in waterbehoefte in het gebied aan de hoge kant (aanvoer).
gemeente een van de Nederlandse gemeenten.
gemeente het gebied van een zelfstandig onderdeel van de staat, onder bestuur van een raad, een burgemeester en wethouders.
gemeentegrens kadastrale grens van een gemeente
gemeentelijk riolerings plan GRP
gemeentelijk riool vloeistofafval, dat afkomstig is uit een gemeenschap.
gemeentelijk slib semi-vloeibaar residu dat achterblijft na de behandeling van gemeentelijk water en afvalwater.
gemeentelijke rampenstaf het gemeentelijke coördinatieteam dat binnen het GCC de coördinatie verzorgt
gemengde fractie dat deel van het totale volume van een tank die het inlaat-uitlaat compartiment van een twee- compartimenten meng model (2COMP) omvat.
gemeten gridpunt de waarde van een grid (cel of raster) bepaald volgens een bekende rekenwijze uit meerdere positiewaarden van footprints binnen het grid
gemeten mijl opstelling aan de wal van twee bakens waartussen de afstand bekend is.
gemeten waterstand kortstondig gemiddelde van hoogteligging van de waterspiegel ten opzichte van een referentie- vlak
gemiddeld afvoerend oppervlak won. gemiddeld per woning aanwezig afvoerend oppervlak per woning (m2 / woning) binnen een rioolbemalinggebied
gemiddeld hoogwater- lijn GHW - lijn snijlijn van het vlak van gemiddeld hoogwater met het strand.
gemiddeld laagste zomergrondwater- stand GLG de GLG is gedefinieerd als de statistische ver- wachtingswaarde van de LG3's gegeven het grondwaterregime en het klimaat.
gemiddeld laagwater- lijn GLW - lijn snijlijn van het vlak van gemiddeld laagwater met het strand
gemiddeld profiel methode methode voor het berekenen van de afvoer van een waterloop door het verdelen van de dwarsdoorsneden door naastliggende verticalen op gelijke afstand.
gemiddeld tijverschil het verschil tussen de gemiddelde hoog- en laagwaterstanden.
gemiddeld verpompte hoeveelheid gemiddeld jaarlijks verpompte hoeveelheid volgens reeksberekening
gemiddelde de som van de waarden uit een reeks gedeeld door het aantal waarden in de reeks
gemiddelde beweging de beweging weergegeven door de gemiddelde snelheid in de zin van Boussinesq's concept van gemiddelde snelheid.
gemiddelde dagelijkse afvoer gemiddelde van de dagelijkse afvoer in een gegeven periode of het gemiddelde van de afvoer gedurende een dag.
gemiddelde havengetal het gemiddelde van alle maansverlopen op een bepaalde plaats.
gemiddelde hoogste wintergrondwater- stand GHG de GHG is gedefinieerd als de statistische ver- wachtingswaarde van de HG3's gegeven het grondwaterregime en het klimaat.
gemiddelde taak complexiteit a project is characterised as having an intermediate job complexity when relatively moderate efforts and resources are required to carry out the modelling study. The HarmoniQuA guidelines for intermediate job complexity is the medium version of the guidelines, as it includes more tasks and activities than the 'basic' category, but less than the 'compresensive' category.
gemiddelde tijd tussen falen MTBF de gemiddelde tijd tussen twee opeenvolgende momenten van falen van een systeem of gedeelte daarvan
gemiddelde voorjaars- grondwaterstand GVG langjarig gemiddelde van de grondwaterstand op 1 april.
gemiddelde waterstand het officiële peil of het streefpeil van de meest voorkomende waterstand op het kanaal of pand ten opzichte van NAP
gemiddelde woonbe- zetting gemiddelde woonbezetting (inwoners / woningen) binnen een rioolbemalinggebied
generieke componenten onderdelen van een standaard raamwerk die niet specifiek zijn voor het doel waarvoor het raamwerk is opgezet.
generieke maatregelen maatregelen die niet voor een specifiek gebied gelden maar landelijk van toepassing zijn.
generieke tools computerprogramma's (software) met functiona- liteitben die niet modelspecifiek zijn en daardoor breed inzetbaar zijn.
genetisch gemodificeerd microorganisme een micro-organisme waarvan het genetisch materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke re- combinatie niet mogelijk is.
geodelft voorheen Grondmechanica Delft, voorheen Laboratorium voor Grondmechanica (LGM)
geodesie wetenschap die zich bezighoudt met het bepalen van de vorm en de afmetingen van de aarde
geodetisch datum de parameters waarmee, direct of indirect, depositie van de oorsprong, de oriëntering van de coördinaatassen en de schaal van het coördi- naatstelsel gedefinieerd zijn. Ook wel coördinaatdefinitie genoemd. Elk coördinaatstel- sel heeft een datum.
geofoon snelheidopnemer
geografisch informatiesysteem GIS
geohydrologie wetenschap die het grondwater onderzoekt.
geohydrologische basis onderbegrenzing (meestal horizontaal aangenomen) van een of meer geohydrologische systemen, en welke ondoorlatend is voor grond- waterstroming
geoïdehoogte hoogte van de geoïde ten opzichte van de ellipsoïde
geologie leer van de bouw en de ontwikkelingsgeschiedenis van de aardkorst en van de processen die zich erin afspelen
geologisch profiel een schematische verticale doorsnede van een deel van de aardkorst waarin de ligging en het verloop van de aardlagen is aangegeven op grond van een aantal boringen of andere waarnemingen
geometrisch dicht criterium voor gronddichtheid van een filter, waarbij materiaaltransport fysiek onmogelijk is doordat de openingen in het filter kleiner zijn dan de korrelafmetingen van het basismateriaal.
geomorfologie deel van de fysische geografie dat de vorming van het aardoppervlak als onderwerp heeft.
geo-object abstractie van een fenomeen in de werkelijkheid dat direct of indirect geassocieerd is met een locatie relatief ten opzichte van het aardoppervlak
georeferentie locatie van een ruimtelijk object vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem
geosfeer het deel van de aarde dat geen levende organismen bevat.
geotechniek de toegepaste wetenschap die zich bezig houdt met het bestuderen van het gedrag van grond en rots ten behoeve van het tot stand brengen van grond- en kunstwerken
geotechnisch profiel de verticale opbouw in grondmechanische zin van een waterkering
geothermisch GOOS warmtebronnen binnenin de aarde zelf.
geparametriseerde weergave weergave van een profiel door middel van een aantal geometrische parameters
gepenetreerde steenzetting steenzetting waarbij tussen de toplaagelementen beton of asfalt is aangebracht om de sterkte te vergroten.
gerechtigden eigenaren, erfpachters, opstalgerechtigden, vruchtgebruikers en gebruikers van percelen, waterkeringen en/of wateren.
gereguleerde afvoer stroming in een stroom die onder invloed staat van regulatie door kunstwerken of aftakkingen.
gerichte waarneming in tijdig in gereedheid gebrachte en over het gebied verspreid liggende boorgaten wordt de grondwaterstand gemeten op het moment dat in één of meer van de geselecteerde meetpunten de grondwaterstand de GHG of GLG bereikt.
geroerd monster grondmonster dat in structuur en/of spannings- toestand zodanig door of na de monstername is gewijzigd dat deze eigenschappen niet meer als representatief kunnen worde beschouwd voor de grond in situ (ter plaatse van de bodem)
geschakelde steenzetting blokkenmat of interlockelementen.
gescheiden rioolstelsel rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater via afzonderlijke leidingenstelsels worden ingezameld en afgevoerd
geschiktheid de mate waarin organismen hun genen doorgeven aan volgende generaties.
geschiktheidstoets toetsingskader waarmee de toepasbaarheid of prestatie van een basistechniek bij specifieke locatiekenmerken kan worden bepaald.
gesloten verharding de oppervlakte van de gesloten verharding van het afvoerend oppervlak dat op de vrijvervallei- ding loost
gestandaardiseerde waarde gemeten waarde die is omgerekend naar een gestandaardiseerde samenstelling van bodem, water of zwevende stof.
gestuwd water water tegen- of vastgehouden in zijn loop in vergelijking met de steady state, normale of natuurlijke omstandigheden.
getij prisma het volume van water dat gedurende een getij- cyclus in en uit een zeearm beweegt.
getij rivier het gedeelte van een rivier met een wisselende stroomrichting dat een verticale getijbeweging heeft.
getijdaling het dalen van het water na hoogwater in een getijgebied.
getijdaling het hoogteverschil tussen hoogwater en het daaropvolgende laagwater.
getijfase een kenmerkende toestand van een getij.
getijgeul geul waarin een verticale en een horizontale getijbeweging optreedt.
getijgolf het snelle stijgen of dalen van de afwatering of de waterstand. Loopt in een stroompje als golf af.
getijhaven een haven die alleen bij een bepaalde waterstand aan te lopen is.
getijrijzing het hoogteverschil tussen laagwater en het daaropvolgende hoogwater.
getijrijzing het stijgen van het water na laagwater in een getijgebied.
getijstroom de stromen die ontstaan wanneer getijgolven op de bodem van een ondiepe zee plaatselijk worden afgeremd.
getijvlakte reliëfarm gebied met kreken, geulen en zandplaten, waar de invloed van de getijden duidelijk merkbaar is.
getijvolume som van eb- en vloedvolume
getijzone zone op het talud tussen gemiddeld hoog- en gemiddeld laagwater
getroffen mensen zij die schade opgelopen hebben
getroffen polder (getroffen) gebied dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen de waterstand kan worden beheerst
geul smal en meestal diep water, smal kanaal
geurverdunningfactor de verdunning die door 50% van het aantal panelleden (tenminste 10 leden) wordt onderscheiden van geurloos water.
geus kleine natievlag (of afgeleide daarvan) die aan de geusstok op de voorsteven wordt gehesen.
gevaarlijke stoffen toxische, persistente en bioaccumuleerbare stoffen -
gevalideerde data data waaruit alle missers of blunders zijn gehaald
gevarensector rood licht in de lichtcirkel van een lichtbaken.
gevoeligheid de mate waarin de modeluitvoer wordt beïnvloed door veranderingen in een bepaalde modelin- voer.
gevoeligheid analyse analyse, meestal gebaseerd op een aantal modelberekeningen, die erop gericht is de gevoeligheid van de berekeningsresultaten voor de waardes van modelinvoer te bepalen.
gevolgschade schade die ontstaan is door het reageren op de gebeurtenis (hoogwater/-overstroming of iets dergelijk)
gewas referentie verdamping Eref nederland: De verdamping van een uitgebreid uniform, van buiten droog grasoppervlak met een hoogte van 8-15 cm dat voldoende van water is voorzien. Deze wordt thans met behulp van de vergelijking van Makkink berekend. De (gras-)referentieverdamping wordt
gewas weerstand rc de schijnbare diffusieweerstand voor het transport van waterdamp van de stomata van een hypothetisch platgeslagen gewas naar de bron- hoogte van uitwisseling
gewenst grond- en oppervlaktewater regime GGOR methode waarbij bepaald wordt welk grond- en oppervlaktewaterpeil het meest optimaal is voor de functies die aan een gebied zijn toegekend.
gewenst pompoverca- paciteit het gewenste deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar zou moeten zijn voor regenwaterafvoer in een rioleringsgebied
gewicht GEWT de kracht die een voorwerp op zijn ondergrond uitoefent
gewichtsstabiliteit vorm van stabiliteit waarbij het gewichtszwaar- tepunt van het schip relatief laag ligt ten opzichte van het drukkingpunt (waar de opwaartse kracht van het water aangrijpt), zodat onder helling een oprichtend koppel ontstaat.
gewonde een persoon die zodanige kwetsuren vertoont dat hiervan melding is gemaakt.
ghyben-herzberg principe een vergelijking die de diepte van de zoutgrens in een kust aquifer relateert aan de hoogte van zoetwaterlaag.
giardia een zweepvormige protozoë parasiet dat gewoonlijk wordt gevonden in onbehandeld oppervlaktewater en via filtratie verwijderd kan worden. Het is resistent voor desinfecteerders als chloor.
giardiasis buikgriep veroorzaakt door Giardia intestinalis
gieren onverwacht, als gevolg van uitwendige krachten, herhaaldelijk een zwenking maken van bakboord naar stuurboord of omgekeerd, waardoor de vaart vermindert.
gierhoek de hoek tussen de voorwaartse as van een mul- tibeamstelsel en de langsas van het vaartuig.
gierkabel kabel over een rivier, waardoor een gierpont wordt overgebracht.
gierpont een aan schuitjes verankerde pont.
giertij de getijden rond springtij.
gietasfalt warm bereid asfalt met een mengsel van gegradeerd grind (of steenslag) en een overmaat aan asfaltmastiek, dat nagenoeg geen holle ruimte heeft
gistingsgas (bio)gas dat bij het gisten van slib ontstaat
glastuinbouwbedrijf een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen of permanent aanwezige tunnels, met een hoogte van 1 meter of meer.
glastuinbouwgebied gebieden waarin overwegend glastuinbouw plaats vindt - voor de werking van de Keur zijn de grenzen van glastuinbouwgebied zoals aangegeven op de bij de Keur behorende Keurkaarten bepalend
glijcirkel glijvlak in de vorm van een cirkel
glijdingsmodulus 1/3 maal de verhouding tussen schuifbelasting q (deviatorische belasting) en schuifvervorming es (deviatorische vervorming)
glijvlak het veronderstelde scheidingsvlak tussen het stabiele en het niet stabiele deel van een grondmassief
globaal gedrag test test waarmee wordt bepaald of de globale werking van een model overeenkomt met de verwachting.
global maritime distress and safety system GMDSS wereldwijd maritiem nood- en veiligheidssysteem dat met behulp van satellietcommunicatie de hulp moet gaan bespoedigen.
global ocean observing system een internationaal systeem, ontworpen door het IOC (Intergovernmental Oceanographic Commission) van UNESCO met als doel alles wat met oceanen en zeeën te maken heeft te observeren, analyseren en modelleren.
global positioning system GPS een satelliet radio plaatsbepaling, navigatie en tijdbepaling systeem in beheer bij de Amerikaanse overheid
globale straling hoeveelheid zonnestraling per oppervlakte- eenheid.
gloeiverlies GV de verhouding tussen het verlies van massa van een droog monster na uitgloeien volgens een standaard methode en de totale massa van het droge monster voor het uitgloeien
gnomonische projectie kaartprojectie met rechte meridianen en gebogen breedtegraden.
gnss service het uit de ruimte komende signaal zoals verzorgd door de ruimte en grond segmenten van het GNSS
gnss systeem systeem opgebouwd uit de GNSS service en de ontvanger
goed juist, zoals het behoort, zoals verwacht wordt
goed resultaat van de toetsing als de waterkering op de peildatum minimaal ontwerpkwaliteit heeft: er wordt aan de ontwerpcriteria voldaan met gebruikmaking van toetsingsuitgangspunten en -randvoorwaarden.
goed van hoge kwaliteit
goed ecologisch potentieel GEP de toestand van een overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) aldus ingedeeld sterk veranderd of kunstmatig waterlichaam
Goede Chemische Toestand GCT toestand waarbij alle prioritaire en prioritair gevaarlijke stoffen voldoen aan de gestelde milieukwaliteitsnormen.
goede chemische toestand van grondwater de chemische toestand van een grondwaterli- chaam dat aan alle in tabel 2.3.2 van bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) genoemde voorwaarden voldoet -
goede chemische toestand van oppervlaktewater de chemische toestand die vereist is om te voldoen aan de milieudoelstellingen voor oppervlaktewater, vastgesteld in artikel 4, lid 1, onder a), d.w.z. de chemische toestand van een oppervlaktewaterlichaam waarin de concentraties van verontreinigende stoffen niet boven de milieukwaliteitsnormen liggen die zijn vastgesteld in bijlage IX en overeenkomstig artikel 16, lid 7, of in andere toepasselijke communautaire wetgeving waarbij op Gemeenschapsniveau mili- eukwaliteitsnormen zijn vastgelegd - (Europese Kaderrichtlijn Water)
goede ecologische toestand GET de toestand van een overeenkomstig bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) als zodanig ingedeeld oppervlaktewaterlichaam
goede grondwatertoe- stand de toestand van een grondwaterlichaam waarvan zowel de kwantitatieve als de chemische toestand ten minste goed zijn -
goede kwantitatieve toestand de in tabel 2.1.2 van bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) gedefinieerde toestand -
goede laboratorium praktijk GLP het geformaliseerde proces en de voorwaarden waaronder laboratoriumonderzoek wordt gepland, uitgevoerd en gemonitord.
goede oppervlaktewa- tertoestand de toestand van een oppervlaktewaterlichaam waarvan zowel de ecologische als de chemische toestand ten minste goed zijn -
goede toestand toestand waarbij zowel de chemische als de ecologische toestand goed is.
goedkope-vlagschepen koopvaardijschepen die varen onder de vlag van landen waar de wetten en voorschriften ten aanzien van de scheepvaart zeer oppervlakkig zijn,
golf voortbewegende verstoring van de evenwichts- stand van de waterspiegel.
golfbreking het ineenstorten van een golf tengevolge van een verandering in de waterdiepte, of het op een obstakel lopen.
golfdal dal tussen twee golftoppen
golfenergie totaal arbeidsvermogen (van plaats en van beweging) dat aan en onder een golvend wateroppervlak per eenheid van oppervlak gemiddeld aanwezig is.
golfenergiedichtheid golfenergie per frequentie interval
golffrequentie de reciproke waarde van de golfperiode
golffront de min of meer verticale voorkant van gebroken golven.
golfgenerator installatie die golfbeweging in elektriciteit omzet.
golfgroeigrafiek een grafiek waarin voor bepaalde voorwaarden (o.a. stormduur, windsnelheid, waterdiepte) de significante golfhoogte en de periode kan worden afgelezen
golfhoogte GOLFHTE de verticale afstand tussen dal en top van een golf.
golfhoogte h2 % H2 % golfhoogte die door 2% van de golven wordt overschreden
golfhoogte hm0 Hm0 een schatter voor de significante golfhoogte.
golfinvalshoek de hoek tussen de golfrichting en de normaal op de kering.
golfklap korte drukstoot op het talud die ontstaat doordat de watermassa van een brekende golf het talud met grote snelheid treft
golfklapzone deel van het talud dat door golfklappen wordt belast, gelegen onder de stilwaterstand.
golfklimaat gemiddelde en variabiliteit van karakteristieken van golven die in een bepaald gebied kunnen voorkomen.
golfklimaattabel tabel waarin de frequentie van voorkomen van een bepaalde combinatie van golfhoogte en golfperiode wordt weergegeven
golflengte frequentie van radiozender.
golflengte afstand tussen twee golftoppen, afstand waarover een golfbeweging zich in één periode voortplant
golfneerloop de verticaal gemeten diepte onder het stilwaterniveau, die door een langs het talud teruglopende golf bereikt wordt
golfoploop z de grootste hoogte boven het dan optredende gemiddeld peil, bereikt door een tegen een talud oplopende golftong.
golfoploopzone deel van het talud dat niet door golfklappen maar door golfoploop wordt belast, gelegen boven de stilwaterstand.
golfopzet een toename van de waterspiegel ten gevolge van windgolven
golfoverslag het verschijnsel waarbij water over de kruin van de dijk het achterland in loopt waarbij de waterstand lager is dan de kruin, maar het water opgezwiept wordt door golven ten gevolge van wind of scheepvaart
golfoverslag hoeveelheid water die door golven per strekkende meter gemiddeld per tijdseenheid over de waterkering slaat
golfperiode tijdsduur tussen twee opeenvolgende neergaande passages van de middenstand van een golf.
golfperiode tmo2 TmO2 een schatter voor de gemiddelde golfperiode.
golfreflectie het weerkaatsen van golven, waardoor de golfhoogte verandert
golfribbel een door golfwerking van het water ontstane ribbel op de bodem.
golfrichting de richting waaruit de beschouwde golf komt.
golfrichting tho ThO de hoofdrichting van de golf ten opzichte van het ware Noorden.
golfslag de op en neer gaande beweging van de golven.
golfslag het slaan of botsen van de golven tegen iets, bijvoorbeeld het schip of de wal.
golfsnelheid de vloeistofsnelheid die veroorzaakt wordt door een plotseling gebeuren in een leiding.
golfspanning krachtenveld in het water, opgewekt door golven
golfsteilheid verhouding tussen de hoogte en de lengte van een golf.
golfstroom relatief warme zeestroming.
golfveld de verzameling golven met weliswaar verschillende golfhoogten en golfperioden, maar die wel met een enkel spectrum beschreven kan worden
golfvorm de drie dimensionale vorm van het vloeistofli- chaam dat zich door een bedding perst (soms ook met 4e dimensie tijd weergegeven)
gootborstel borstel voor het reinigen van de goot van een voor- of nabezinktank
gouwzee deel van het IJsselmeer, tussen het vasteland van Noord-Holland en het voormalige eiland Marken.
graad-dag algebraïsch verschil, tussen de gemiddelde temperatuur op een gegeven dag en een referentie temperatuur.
graafwielzuiger een zuiger, waarvan de zuigbuis is voorzien van een verticaal wiel met emmervormige graafeen- heden om het te zuigen materiaal los te snijden
gracht een gracht is een gegraven greppel met water, die hoofdzakelijk voorkomt in oude steden.
gradering een in de civiele techniek gangbare term waaronder de spreiding in korrelgrootte wordt verstaan, in tegenstelling tot sortering.
gradiënt verloop van een grootheid per eenheid van lengte.
gradiëntstroom stroom ontstaan door inwendige drukverschillen in zee.
granietblok blokvormig toplaagelement van graniet.
granulaire aanvulling korrelig toegevoegd gedeelte
granulaire aanvulling laag van breed gegradeerd korrelig materiaal met een fijne fractie (mijnsteen, silex of beton- puin), aangebracht op het basismateriaal om het aanbrengen van de bekleding mogelijk te maken.
granulaire laag laag van korrelig materiaal van beperkte dikte die onder de toplaag kan liggen, fungerend als filterlaag en/of uitvullaag.
granulaire samenstelling aard en korrelgrootte van minerale deeltjes in sediment of grond.
gras een profielverdediging met behulp van graszoden
grasbeheervorm de mogelijke typen grasbeheer
grasbetonsteen halfverharding bestaande uit een wegdek met een zeer hoge doorlatendheid. Het water stroomt direct door naar de funderingslaag.
grasdak grasdak is een vegetatiedak dat voornamelijk begroeid is met gras.
grassoort een verzameling van de aanwezige grassoorten in het grasvlak.
gravitatie stroming stroming waarin het effect van de zwaartekracht overheerst.
greenpeace internationale milieuorganisatie die over eigen schepen beschikt en zich onder andere richt tegen atoomproeven, het doden van jonge zeehonden en het dumpen van radioactief afval in zee.
greenwich mean time GMT de middelbare zonnetijd van de meridiaan van Greenwich.
grensdiepte yc waterdiepte bij kritische stroming.
grenslaag het onderste deel van het afdekkende pakket. Bij hoogwater wordt de waterspanning in de grenslaag beïnvloed door de stijghoogte in de onderliggende aquifer.
grensmilieu een afscheiding in het landschap tussen zones, welke van het ene systeem naar het andere gaat.
grenspeil het peil dat gemiddeld eens per twee jaar ter plaatse door een hoogwater wordt bereikt of overschreden.
grenspotentiaal de stijghoogte in de aquifer die in evenwicht is met het gewicht van het afdekkende pakket.
grensprofiel profiel dat na duinafslag tijdens maatgevende omstandigheden nog minimaal als waterkering aanwezig moet zijn.
grensprofiellijn (land- waartse) een grensprofiellijn welke het meest landwaarts in het duingebied is gelegen
grensspanning de hoogste spanning waarbij een grond volledig is geconsolideerd.
grensspanning knik in een last-zakkingsdiagram van een sa- mendrukkingproef waarin de belasting logaritmisch is weergegeven.
grenstoestand de toestand waarin de sterkte van en constructie of een onderdeel daarvan nog juist evenwicht maakt met de daarop werkende belastingen.
grensvlak een horizontaal scheidend vlak tussen twee of meer lagen in de ondergrond
grenswaarde milieukwaliteitdoelstelling (in een bepaald beleidsplan) voor de korte termijn, meestal gekoppeld aan een bepaalde planperiode waarmee wordt aangegeven tot hoever stoffen of fysische verschijnselen aanvaardbaar worden geacht.
grid een denkbeeldig raster op de aardoppervlakte, waarvan de vakgrootte, nulpunt en gridhoek zijn vastgesteld.
gridcel rekeneenheid in een eindige-differentie model.
gridhoek de hoek tussen de positieve y-as van het rekennetwerk en de lijn die door het nulpunt van het rekennetwerk en het geografische noorden loopt.
gridpunt een eenduidige geografische plaatsbepaling van een punt waarbij gebruik wordt gemaakt van een lokaal coördinatenstelsel, zijnde het rekennetwerk.
griend ongeveer 20 hectare groot Nederlands eiland in de Waddenzee, tussen Harlingen en Terschelling. Tot de watersnood van 1877 werd het eiland bewoond. Tegenwoordig is het een natuurreservaat.
griend soort dolfijn
griend vloedbos met wilgen.
grijs water huishoudelijk afvalwater dat bestaat uit spoelen waswater uit de keuken, badkamer en wastafels en van wastobbes en wasautomaten.
grind gesteente, hoofdzakelijk bestaande uit kwarts, overwegend rond, van natuurlijke herkomst, met een korrelgrootte tussen de 2 mm en 63 mm
grindboor handboorgereedschap voor ondiep bodemonderzoek met gesloten buis en aan de onderzijde twee boorpunten die naar buiten zijn gebogen waardoor het boorgat groter is dan de diameter van de buis.
grindvloer concentratie van grind aan het oppervlak
groene berging oppervlakkige groene retentievoorziening op plaatsen waar geen infiltratie mogelijk is
groene dienst activiteit of beheersmaatregel, aangegaan met eigenaar of gebruiker van (doorgaans agrarische) gronden, gericht op realisering van verdergaande maatschappelijke wensen, waarvoor de ondernemer beloond moet worden.
groene hart het binnen de randstad gelegen, relatief dunbevolkt gebied.
groene hoofdstructuur GHS samenhangend netwerk van de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden - voornamelijk landbouwgebieden - met aanwezige en te ontwikkelen belangrijke natuurwaarden.
groene oeverzone oeverzone met een (potentieel) hoge natuur- en doorgaans ook een hoge landschappelijke waarde.
groene rivier een strook land, deel uitmakend van het winterbed en vrijgehouden van stroombelemmeringen.
groenstrook de oppervlakte van de groenstrook die op de vrijvervalleiding loost
groentype beschrijving van het type groen
groenvakdeel groen dat niet individueel beheerd wordt
groepflikkerlicht O() het licht vertoont voortdurend een bepaalde groep zeer korte flikkeringen van 50 of 60 flikkeringen per minuut.
groeponderbroken licht Oc() het met dezelfde sterkte schijnende licht wordt regelmatig onderbroken door een bepaalde groep van plotseling intredende en evenzo eindigende verduistering. waarvan de duur van elke verduistering kleiner is dan. of hoogstens gelijk aan die der schijnsels tussen de groepen.
groepschitterlicht Gp.Fl() het licht toont regelmatig een bepaalde groep van schitteringen waarvan de schitteringen van al dan niet gelijkblijvende sterkte zijn en van een duur korter dan die der verduisteringen tussen de groepen.
groepsnelflikkerlicht VQ() het licht vertoont voortdurend een bepaalde groep zeer korte flikkeringen van 100 tot 120 flikkeringen per minuut.
groepsparameter een parameter die een bepaalde groep van verwante verbindingen karakteriseert en gedefinieerd wordt door een analysemethode die gericht is op de gemeenschappelijke eigenschappen van deze groep verwante verbindingen.
grof vuil (Grote) bestanddelen die geen deel uitmaken van de grondgesteldheid van een waterbodem maar wel een vertragende invloed hebben op het baggerproces of in het geheel niet door het gekozen werktuig kunnen worden verwijderd.
grofvuil verwijderen het verwijderen van grof vuil uit het afvalwater d.m..v een rooster om verstopping van pompen, leidingen en ander apparatuur te voorkomen
grond oppervlakte van de aarde
grond gebaseerd augmentatie systeem GBAS een systeem wat aanvullende signalen verzend vanaf een grondstation om de werking van het navigatiesysteem te verbeteren
gronddam dam in een waterloop, geheel uit gestorte grond gemaakt.
gronddruk de totale normaalspanning die werkt op een gekozen vlakje in de grond
gronddrukcoëfficiënt verhouding tussen horizontale en verticale spanning in de grond.
grondeigenschappen het geheel van parameters waarmee de fysieke eigenschappen van de grond wordt beschreven ten behoeve van het vaststellen van de bagger- baarheid of andere functionele behoeften, de verwerking en opslag in depot van de gebaggerde grond.
grondgebonden agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf.
grondgolven golvende beweging in de onderste waterlagen, met name in ondiep water.
grondkrib krib die bij normale lage waterstand nog onder water ligt.
grondmechanica de wetenschap die zich bezighoudt met het evenwicht en de vervorming van grond onder invloed van mechanische krachten.
grondmechanisch aspect beschrijving van de grondmechanische eigenschappen van een waterkering, met het oog op toetsen van de stabiliteit
grondmechanisch gegeven gegevens die betrekking hebben op grondmechanische aspecten
grondmonster hoeveelheid materiaal ontleend aan een bepaalde grondlaag, om door onderzoek daarvan de grondsoort te kunnen karakteriseren.
grondopbouw de ligging, de dikten, de verbreiding en de samenstelling van de grondlagen.
grondslag puntenbe- stand GROBES
grondsoort aanduiding die betrekking heeft op in de bodem aanwezig materiaal, waarvan de naam afhankelijk is van de onderlinge verhouding tussen de verschillende korrelfracties en eventueel aanwezige bijmengsels als kalk en humus.
grondspanning de totale normaalspanning op een horizontaal vlak op de beschouwde diepte, veroorzaakt door het eigen gewicht van de bovenliggende grond en eventueel aanwezige belastingen.
grondspanning de totale spanning die door de grond (korrels, vloeistof en gas) wordt verdragen.
grondstromenplan een grondstromenplan beschrijft hoe planmatig met de vrijkomende en toe te passen grond wordt omgegaan.
grondverzet het geheel van ontgraven, transport, inrij- den/spuiten, spreiden en onder profiel brengen van grond.
grondwapening een grondverbeteringtechniek bestaande uit het aanbrengen van elementen in de grond die trekkrachten op kunnen nemen.
grondwater al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat
grondwater uitstro- ming Q de ondergrondse laterale uitstroming van water uit een bepaald gebied (meestal door een verticaal begrenzend vlak).
grondwateraanvulling algemeen begrip voor de aanvulling van de grondwatervoorraad.
grondwaterafvoer Qg de grondwatercomponent van de afvoer in een waterloop.
grondwaterbalans een vergelijking van de toevoer en afvoer van grondwater, en, in geval van niet-stationaire situaties, verandering in berging over een bepaalde periode en binnen een gegeven gebied.
grondwaterinstroming de ondergrondse laterale instroming van water in een bepaald gebied (meestal door een verticaal begrenzend vlak).
grondwaterklasse een ad hoc vastgestelde klasse die gedefinieerd wordt door een GHG en/of GLG-traject afwijkend van de trajecten van de grondwatertrappen.
grondwaterlichaam een afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen
grondwaterneutraal bouwen manier van bouwen, waarbij de oorspronkelijke grondwaterstanden (inclusief natuurlijke fluctuaties) gehandhaafd kunnen blijven.
grondwatersanering het verwijderen van verontreinigende componenten uit een grondwatersysteem door middel van onttrekking (en zuivering) van verontreinigd grondwater.
grondwaterscheiding lijn van (veelal maximale) stijghoogte, zodanig getrokken dat het grondwater aan beide zijden van de scheiding naar een separaat grondwater- systeem zal afstromen.
grondwaterstandver- laging het verlagen van de grondwaterspiegel in een niet-afgesloten aquifer / aquitard of het stijg- hoogtevlak in een afgesloten aquifer / aquitard als gevolg van het afpompen van grondwater in de bronnen.
grondwaterstrippen- kaart kaart met vermelding en omgrenzing van grondwatertrappen.
grondwaterstroming- model de toepassing van ee wiskundig model voor het weergeven van een plaats afhankelijk grondwa- terstromingsysteem.
grondwatertoestand de algemene aanduiding van de toestand van een grondwaterlichaam, bepaald door de kwantitatieve of de chemische toestand ervan, en wel door de slechtste van beide toestanden
grondwatertrap klasse die gedefinieerd wordt door een zeker GHG- en GLG-traject.
grondwatervoorraad het volume grondwater aanwezig in een watervoerende laag of aanwezig in een gebied boven een referentievlak. De horizontale afmetingen van de laag of van het betrokken gebied dienen nader te worden aangegeven.
grondwaterwet GWW
grondzee breker die boven een ondiepte ontstaat, waarbij het golfdal tot de bodem kan reiken.
groot watersysteem een watersysteem dat meer dan 50.000 klanten bedient.
grootcirkel cirkel die de aardbol in twee precies gelijke delen verdeelt.
grootheid een begrip, dat zich leent voor getalsmatige vastlegging en verwerking.
grootschalige basis- kaart GBKN de meest gedetailleerde topografische basiskaart van heel Nederland, vervaardigt binnen het Landelijk Samenwerkingsverband GBKN, met een schaal van 1:500 of 1:1000 in de bebouwde gebieden en 1:2000 in landelijke gebieden
gross tonnage G.T. nieuwe maatgeving die per 18 juli 1994 van kracht is voor alle koopvaardijschepen, op basis van het internationale Uniform Tonnage Measurement System.
grote (handels)vaart elk schip met een laadvermogen van meer dan 4000 Gross Tonnage.
grote eenheden natuur GEN
grote eenheden natuur in ontwikkeling GENO
grout cement of chemische injectievloeistof die in grondmassief wordt geïnjecteerd om scheuren, holten of poriën op te vullen.
groutanker een verankeringsysteem dat berust op de wrijving langs een in de grond aangebracht groutlichaam
groutankerveld constructie die de verankering van een damwand tot stand brengt door middel van groutankers
grove delen fractie van baggerspecie groter dan 2 mm.
guano meststof bestaande uit de verdroogde mest en overblijfselen van zeevogels, die op onbewoonde eilanden en klippen in de loop der eeuwen tot dikke lagen is opgehoopt.
guanotrofiëring eutrofiëring van een voedselarm milieu door uitwerpselen van vogels.
gunningscriterium een bepaald criterium (bijvoorbeeld de prijs of kwaliteit van het werk of tijd/planning) dat tijdens de aanbesteding kan worden gebruikt om te bepalen aan welke partij een opdracht verleend moet worden.
guts half-cylindrische open boor met aan de onderkant een scherpe snijrand.
guyot onderzeese berg met een vlakke top, oprijzend tot minstens een kilometer boven de oceaanbodem.
gyre grote cirkelvormige beweging of werveling van oceaanwater
gyroscoop zeer snel ronddraaiende tol die zijn stand in de ruimte behoud
haaf zakvormig visnet dat door een ronde beugel opengehouden wordt en aan een lange stok is bevestigd.
haaksqronden twee gevaarlijke zandbanken in de Noordzee voor het zeegat van Texel, ongeveer 8 kilometer uit de kust.
haakweerstand de weerstand, die een verschuiving van de grond belet, doordat de korrels als het ware in elkaar haken.
haasje-over- constructie in de WRO, wet op de Waterhuishouding en de Wet Milieubeheer opgenomen afstemmingsplicht van provinciale en rijksplannen op deze terreinen.
habitat leefgebied van een soort.
habitateiland verhoudingsgewijs kleine eenheid - geschikt milieu, omgeven door ongeschikt milieu.
habitatrichtlijn EU-ropese-richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.
habitattype ecosysteemtype op het land of water met karakteristieke geografische, abiotische en biotische kenmerken, die zowel geheel natuurlijk als half- natuurlijk kunnen zijn.
hadopelaqische zone maakt deel uit van de afotische, pelagische zone.
haqel regendruppels die op grote hoogte door de wind naar koudere hoogten worden geblazen, daar bevriezen en vervolgens weer naar beneden vallen.
hak onderste deel van de achtersteven.
hal vertrek in gebouw, dat de ingang verbindt met de rest van het gebouw
halen het inhalen van de netten
halfverhardinq halfverharding is doorlatende verharding die bestaat uit een wegdek met een zeer hoge door- latendheid.
halfwaardetijd tijd benodigd om de concentratie van een stof in een compartiment met de helft te laten afnemen.
halo kring om de zon of de maan.
halocline laag water waarin een grote verandering in verticale richting van de saliniteit optreedt.
halofyt plant die op sterk zouthoudende grond kan leven.
haloqeen benaming voor elk van de elementen van de zevende groep van het periodiek systeem: Fluor, Chloor, Broom, Jood en Astaat.
halve harinq tweejarige haring, sprot.
hamerend boorsys- teem verdringend boorsysteem (tijdens de boring wordt geen grond naar boven gebracht) om peilbuis de bodem in te brengen door middel van hameren.
handelinqsnaam het totaal van handelingen dat, reagerend en/of anticiperend, wordt uitgevoerd op veranderingen in het watersysteem met het doel dit systeem te beheren.
handelshaven een haven bestemd voor Iaden en lossen van goederen.
handhaving het zorgen dat iets blijft bestaan
handhaving het door communicatie en toezicht bewerkstelligen en zonodig met de toepassing van bestuurlijke, strafrechtelijke en/of privaatrechtelijke middelen bereiken dat de (milieu)regelgeving wordt nageleefd.
handhavingactie acties die gericht zijn op het doen naleven van normen en voorschriften die door de daartoe bevoegde instantie zijn gesteld
handhavinglimiet aantal voertuigen boven de handhavinglimiet
handhavingplan opzet om de naleving van voorschriften in wvow-vergunningen te waarborgen.
handpicking het met de hand verwijderen van materialen uit verontreinigde grond.
handpuls buis die aan de bovenzijde open is en aan de onderzijde voorzien is van een klepmechanisme dat er voor zorgt dat het opgehaalde materiaal niet terugvalt.
handreiking constructief ontwerpen
hangwater water dat zich boven het capillaire water in de bodem bevindt.
har stijl waarom een sluisdeur draait.
hard water alkalisch water wat opgeloste minerale zouten bevat die interfereren met bepaalde industriële processen en voorkomen dat zeep schuimt.
harde parameter parameter waarvan de waarden goed bekend zijn en daardoor als vaststaand worden beschouwd (bijv. ligging waterlopen).
hardheid d | HH chemische eigenschap die gelijk is aan de som van meerwaardige kationen.
hare majesteits Hr.Ms. voorvoegsel voor schepen van de rijksoverheid in het algemeen en de Koninklijke Marine in het bijzonder
haringdrijfnet haringnet waarachter één vaartuig ligt te drijven.
haringjager snelvarend vissersschip dat de eerste haring aanvoert.
haringkaken het conserveren van haring door het verwijderen van kieuwen, hart en het voorste deel van de darm en het doorsnijden van de kieuwslagade- ren, waarna de haring wordt gezouten en in tonnen verpakt.
haringmanblok type betonblokken met inkeping ter beperking van golfoploop.
haringschakels staande netten voor de haringvisserij.
harp een U-vormige sluiting die met een schroefbout- je met een oog gesloten wordt.
harpoen werpspies met weerhaken, bevestigd op een schacht met een ring, waaraan een lange lijn wordt bevestigd.
hartlijn de langsscheepse as van een boot.
haven een tot ligplaats van schepen geschikt, natuurlijk of gegraven waterbekken aan zee of aan de oever van een rivier of binnenwater, dat beschutting biedt tegen wind en golven.
havengeld liggeld, te betalen aan de havenmeester.
havengetal het gemiddelde van alle hoogwater- of laagwa- termaansverlopen op een bepaalde plaats.
havenhoofd zware dam aan de mond van een haven.
havenlicht lichten die de invaart van de haven markeren.
havenmeester ambtenaar die zorgt voor de orde en veiligheid in een haven en toezicht houdt op de uitdieping, de kaaien, het paalwerk enzovoort.
havenmeester beheerder van een particuliere jachthaven.
havennummer een cijfer dat of combinatie van cijfers die de plaats van een haven in een reeks aanduidt c.q. aanduiden.
havenontvangstinstal
havenverkeer radioverkeer van schepen met bruggen, sluizen, havenautoriteiten en radarposten.
HDPE buis een holle leiding welke gemaakt is van HDPE en bestemd is voor gelieding of groepering van kabels
heave situatie waarbij verticale korrelspanningen in een zandlaag wegvallen onder invloed van een verticale grondwaterstroming - ook fluïdisatie of de vorming van drijfzand genoemd.
hefbrug brug verschuifbaar in verticale richting.
heffer instantie die de heffingen oplegt en int.
heffing vastgesteld verschuldigd bedrag voor het gebruik maken van.
heffingsambtenaar ambtenaar, bedoeld in artikel 123, derde lid, onder b, van de Waterschapswet onderscheidenlijk ambtenaar, bedoeld in artikel 7.10, vierde lid in de waterwet, die voor de toepassing van de Algemene wet in de plaats treedt van de inspecteur
heffingsgrondslag de in het reglement vastgelegde uitgangspunten voor heffingen.
heffingsobject object waarvoor het waterschap een belastingheffing oplegt
hefhoogte de momentane hoogte van het waterkerende element in een kunstwerk waar het water onderdoor stroomt indien het element open staat.
hefschip drijvende bok met groot hefvermogen.
hefspudpalen op en neer beweegbare palen aan boord van een baggerwerktuig waarmee het werktuig deels of geheel uit het water kan worden getild zodat een vast werkplatform wordt verkregen.
heklicht wit licht dat zichtbaar is over een boog van de horizon van 135°, van recht achteruit tot 22,5 graden achterlijker dan dwars naar beide zijden van het vaartuig.
hekwieler stoomschip voor ondiepe rivieren en meren, dat werd voortbewogen door één of twee schepraderen op het achterdek van het vaartuig.
helderheid de helderheid van een vloeistof.
helling van de verza- digings dampdrukcurve s de afgeleide van de verzadigingdampdruk es naar de temperatuur T
hellingproef inspectie van een schip op de helling
hellingstelsel stelsel van (haaks op elkaar staande) assen waarvan de helling van iedere as wordt gemeten
helminthologie discipline binnenin de parasitologie, bestudeert de parasitaire wormen en hun effect op de gastheer.
helmstok de stok of hendel die aan het roer is bevestigd om ermee te kunnen sturen.
helofyt meerjarige moerasplant, die in de waterbodem wortelt en waarvan de overblijvende knoppen zich onder de waterspiegel bevinden, maar de bladeren en bloeiwijzen boven het water uitsteken
helofytenfilter plantenbed dat, met behulp van zonlicht, water zuivert
hemelwater water uit neerslag zoals regen, sneeuw en hagel.
hemelwaterafvoer eindpunt van het afvoer van hemelwater, gezien vanuit de wegbeherende instantie meestal gevormd door een fysieke constructie, waaraan overdracht van het op het oppervlak aanwezige hemelwater naar een ander stelsel plaatsvindt of aannemelijk wordt geacht
henry's wet een manier om de oplosbaarheid van een gas in een vloeistof te berekenen, gebaseerd op de temperatuur en deeltjesdruk, door middel van constanten.
hepatitis verzamelnaam voor infecties aan de lever
herbeluchting het vernieuwen van de luchtvoorraad in de lagere lagen van een reservoir om het zuurstofniveau te verhogen.
herbevrachten het aannemen van het vervoer van lading met een schip dat de bevrachter van een derde heeft gehuurd.
herbivoor planteneter.
herhaalbaarheid de precisie van een navigatiesysteem alleen rekening houdend met de toevallige fouten
herhaalbare nauwkeurigheid de nauwkeurigheid waarmee een gebruiker kan terugkeren naar een waarde gemeten op een vorig tijdstip en met ongecorreleerde waarnemingen van hetzelfde systeem
herhalingstijd het gemiddelde tijdsinterval waarin (hydrologische) gebeurtenissen een bepaalde grenswaarde overschrijden.
herkomstlocatie de plek waar het object/subject oorspronkelijk (voor evacuatie) woonde/verbleef
herpolderen het weer overdragen van de bevoegdheden ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer van een overheid in een bepaald gebied aan het waterschapsbestuur.
herstel het weer in goede staat terugbrengen
herstel maatregel(en), noodzakelijk om de kwaliteit van de boezemkade, met name met betrekking tot het waterkerend vermogen, op het vereiste peil te brengen.
herstel watersystemen product maatregelen gericht op het herstel van het watersysteem in de oorspronkelijke toestand.
herstelmaatregelen maatregelen die nodig zijn om de achteruitgang van het estuarium door bepaalde ingrepen teniet te doen.
heterogeen van punt tot punt belangrijke verschillen in eigenschappen bezittend.
heterogeniteit diversiteit van patronen - inwendige rijkdom aan soorten.
heterotrofie de eigenschap van o.a. bacteriën die organische materie als bron van energie nodig hebben, dit in tegenstelling tot autotrofe bacteriën.
heuristische methode niet-formele methode om volgens een bepaald criterium een niet precies bekend doel te bereiken op een onderzoekende en voortdurend evaluerende wijze.
hevel een kokervormige constructie met een verhoogd middengedeelte dat twee wederzijds gelegen wateren met elkaar verbindt
hiaatwaarde verzonnen waarde die toegevoegd is aan een reeks waarden om de reeks in tijd of plaats compleet te maken.
hieuwen anker-op-gaan, anker lichten.
hieuwen met kracht binnenhalen
hieuwlijn lijn waarmee lichte lasten aan boord gebracht worden of waarmee de tros aan de wal getrokken wordt.
high cube container container met een grotere hoogte dan de standaardcontainer
high density poly- etheen HDPE
histografische grafiek kaart van een stroombekken waarin een serie lijnen (isochronen) de looptijden weergeven benodigd voor water dat ontspringt aan de isochroon om de uitlaat van het bekken te bereiken.
historisch hoogwater hoogst gemeten buitenpeil in het verleden.
historische data hydrologische en meteorologische data van gebeurtenissen uit het verleden.
historische geografie bestudeert o.a. de wijze waarop cultuurlandschap en de elementen en structuren daarin tot stand zijn gekomen onder invloed van menselijk handelen. Kenmerkend is het gebruik van historische bronnen en kaarten.
hoedanigheid de vorm waarin de eenheid behorend bij een meetwaarde wordt uitgedrukt of de fractie van de parameter waarop de meetwaarde betrekking heeft.
hoek brug de hoek ter plaatse van de kruising van de as van de waterloop met de as van de brug
hoek van inwendige wrijving het verband tussen effectieve normaalspanning en de maximale schuifspanning.
hoekijzer iJzer waarvan de flenzen loodrecht op elkaar geplaatst zijn.
hoekmeetinstrument instrument, zoals een sextant, octant of jacobs- staf, voor het meten van allerlei hoeken.
hoeksnelheid de hoek per tijdseenheid die een deeltje bij het doorlopen van een cirkelbeweging aflegt.
hoeveelheid bestorting gemiddeld aantal stenen per strekkende meter waarmee de kreukelbermverdediging is bestort
hoge dichtheid poly- etheen HDPE
hoge gronden natuurlijk aanwezige hooggelegen delen in het landschap die niet worden bedreigd door een hoge waterstand op zee, meren of rivieren -
hoge vloed een hoogwaterperiode in het getijgebied waarin het hoogwater aanzienlijk verhoogd is maar beneden het stormvloedpeil (zie stormvloed) blijft.
holistische modelleer benadering hydrologische en socio-economische model componenten die strak gekoppeld zijn in een consistent model.
hollandse kuil kuil met rechtgebreide boven- en onderzijd.
hollandse waterlinie onderdeel van een verdedigingslinie van de gewesten Holland en (een deel van) Utrecht, die in de 17e eeuw bestemd was om onder water te worden gezet en zo de vijand tegen te houden.
holle avegaar opgebouwd uit sterke holle stangen die zijn omwonden met een brede stalen spiraal.
hollestelle een verhoogde drinkput in een lage en, in het algemeen, zoute omgeving.
holling holle kromming in de flanken van de boot zodat deze over het water uitsteken.
holmeslicht waterlicht om drenkelingen mee op te sporen.
holoceen naam van het meest recente geologische tijdvak, van 10.000 jaar geleden tot nu
holoplankton organismen in het water waarvan alle levensstadia planktonisch zijn
holte grootste afstand tussen het vlak en het dek - diepte van het schip.
homogeen in elk punt dezelfde eigenschappen bezittend.
hoofd een opstaande rand rondom openingen in het dek zoals luik of kuip, die dient ter versterking en tegen binnendringen van water.
hoofdaanvoersloot sloot die dient voor de aanvoer van water naar de diverse gebieden die in eigendom bij het waterschap is.
hoofddrain leiding voor de afvoer van drainagewater, vanuit de verzameldrains.
hoofdgeul deel van het rivierbed dat onder normale af- voeromstandigheden de stroming voert.
hoofdionen ionen die de belangrijkste bijdrage leveren aan het elektrisch geleidingsvermogen van een oplossing.
hoofdspanning de spanning loodrecht op een vlak waarin geen schuifspanning werkt.
hoofdtransportas hoofdvaarweg die de grote zeehavens met het internationale achterland verbindt.
hoofdvaarweg vaarweg waarover meer dan 5 miljoen ton goederen of 25.000 TEU per jaar worden vervoerd
hoofdvaarwegennet samenhangend stelsel van de voornaamste vaarwegen.
hoofdwatergang watergangen, zoals sloten en singels, zijn bedoeld om overtollig regenwater af te voeren naar gemalen. Watergangen die voor de afvoer erg belangrijk zijn worden hoofdwatergangen genoemd. Over het algemeen zijn deze watergangen wat breder en dieper dan overige watergangen.
hoofdwaterkering door Rijk of Provincie als zodanig aangewezen natuurlijke of kunstmatige waterkering ter blijvende kering van het buitenwater.
hoog boezem peil
hoog geleidelicht de hoogste lichtopstand van de geleidelichten, waarmee de optimale/veilige vaarroute wordt aangegeven.
hoog opperwater afkomend rivierwater met een aanmerkelijk hoge topafvoer (de aanduiding wordt in Nederland met name gebezigd voor afvoeren hoger dan het veeljarig gemiddelde van de jaarmaxima der grote rivieren).
hoog waterpeil h het peil in een kleine waterloop behorende bij een afvoer die gemiddeld 1 dag per jaar wordt bereikt of overschreden.
hoogdynamische functies hoofdzakelijk economische functies, zoals (intensieve) landbouw en recreatie, verkeer en verstedelijking waarbij verandering de constante factor is
hooggefundeerd land- hoofd landhoofd waarvan de aanlegdiepte boven het maaiveld is gelegen
hoogheemraad een hoogheemraad is een lid van het dagelijks bestuur van een hoogheemraadschap.
hoogheemraadschap waterschap waarin hoogheemraden het bestuur voeren.
hoogst ecologisch niveau HEN meest kwetsbare wateren of gebieden met bijzondere natuur.
hoogste astronomische getij HAT het hoogste astronomische getij dat kan worden voorspeld
hoogste drie grondwaterstanden HG3 het gemiddelde van de hoogste drie grondwaterstanden die in een winterperiode (1 oktober - 1 april) zijn gemeten. Hierbij wordt uitgegaan van metingen op of omstreeks de 14e en 28e van elke maand in geperforeerde buizen van 2-3 m lengte.
hoogte afvalwater- transportwerk de grootste inwendige hoogte van de leiding
hoogte vervangende damwand de hoogte van de bovenzijde van de vervangende damwand ter plaatse van de leidingkruising in meter ten opzicht van het normaal amstersdam peil
hoogteligging terrein de kenmerkende hoogte van het maaiveld dat als maatgevend van het terrein kan worden aangewezen
hoogtemerk relatief permanent merk, natuurlijk of kunstmatig, met daarin een punt met een bekende hoogte ten opzichte van een bepaald referentie- vlak.
hoogtepunt een punt aan de hand waarvan in samenhang met andere hoogtepunten de geaccidenteerdheid van het terrein kan worden aangegeven
hoogwater (rivier) HW toestand van hoge rivierstand.
hoogwater (zee) HW de hoogste getiistand.
hoogwater (zee) HW toestand van hoogste getiistand
hoogwater informatiesysteem HIS
hoogwater keermuur muur, meestal gebouwd van gewapend beton om een waterloop te beteugelen met als doel overstroming te voorkomen.
hoogwater voorspelling schatting van de terugkeerperioden van hoogwaters.
hoogwaterafvoer afvoer door een sectie van een stroom tijdens hoogwater.
hoogwaterbeheersing beschermen van landgebieden tegen overstroming, of het minimaliseren van de schade veroorzaakt door een overstroming.
hoogwaterbericht (bericht van) a, zeetoestand van hoogste getij- stand b, rivier, -toestand van hoge rivierstand
hoogwaterbescherming technieken technieken voor het voorkomen van hoogwaterschade aan de structuur en inhoud van een gebouw in een risico gebied.
hoogwaterbescher- mingsprogramma financieringsprogramma op de begroting van het ministerie van V&W voor het verbeteren van waterkeringen conform de Wet op de Waterkering.
hoogwaterbescher- mingsprogramma HWBP
hoogwaterkering natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding die het hoogwater dient tegen te houden.
hoogwatermerken natuurlijke merken die achterblijven op een constructie of object en de maximale hoogwaterstand aangeven.
hoogwaterpeil waterstand nabij een specifieke peilschaal waarbij schade of ongemak begint op te treden als gevolg van hoogwater.
hoogwaterrichtlijn door de EU vastgestelde richtlijn met als doel het in kaart brengen en beheersen van over- stromingsrisico's en het verkleinen van de gevolgen van overstromingen.
hoogwaters verzamelnaam voor verschillende hoogwatersituaties
hoogwaterseizoen periode waarin de kans op hoogwater groot is
hoogwaterwaarschu- wing vroegtijdige waarschuwing dat een hoogwater kan optreden in de nabije toekomst op een zekere plaats in een zeker stroomgebied.
hopper vaartuig met een open laadruimte en een losklep van onderen, om bagger in zee of een ander water te storten.
hopperzuiger zandzuiger die het zand in eigen bun opslaat.
horizont laag in de grond met kenmerken en eigenschappen die verschillen van de erboven en/of eronder liggende lagen - in het algemeen ligt een horizont min of meer evenwijdig aan het maaiveld.
horizontale berging waterberging gecreëerd door een groter areaal voor oppervlaktewater te reserveren.
horizontale dop HDOP de DOP factor voor de nauwkeurigheid van de horizontale (2D) positie
hors zandplaat in zee die met vloed bijna geheel onderloopt.
houtschip schip dat een gedeelte van de houtlading aan dek vervoert
hozen water uit de boot scheppen.
huidige (gemeten) capaciteit gemeten capaciteit welke per tijdseenheid de verpompte hoeveelheid water weergeeft (m3/h)
huidige waarde de huidige waarde van de economische winst verminderd met een zeker kortingspercentage.
huik hoes van geteerd of geolied zeildoek, om voorwerpen tegen vocht en vuil te beschermen of als dekkleed voor een opgedoekt zeil.
huiseigenaar watersysteem een watersysteem dat een woning van leidingwater voorziet.
huishoudelijk afvalwater afvalwater uit de keuken, wasserij, badkamer of toilet met uitzondering van menselijk afval.
huishoudelijke vraag- functie relatie tussen de vraag van huishoudens ten opzichte van de prijs van water en andere factoren zoals de prijs van andere goederen en diensten, gezinsinkomen en klimaat.
huishouden aanduiding voor in vast verband samenlevende partners, eventueel met (hun) kinderen.
huishoudwater in zoverre gezuiverd water, dat het geschikt is voor huishoudelijke toepassingen waarbij drink- waterkwaliteit niet noodzakelijk is
huisletter een alfabetisch teken achter het huisnummer zoals dit door het gemeentebestuur is toegekend
huisnummertoevoeging de numerieke aanduiding zoals deze door de gemeente aan het object is toegekend
hulpkruiser snelvarend koopvaardijschip dat tijdelijk als oorlogsschip is ingericht.
hulploon voor de hulp, met gunstig gevolg verleend aan in gevaar verkerende schepen, de zich aan boord bevindende goederen, de vracht en de opvarenden, voor het redden van het leven van de schipbreukelingen en voor het bergen van driftige en aangespoelde zaken, is hulploon verschuldigd.
hulpverlener zij die de ramp/crisis bestrijden en hulpverlenen zoals politie, brandweer, ambulancediensten enz.
hulpverlening artikel 785 van het Wetboek van Koophandel luidt: 1. De schipper is verplicht aan personen die in gevaar verkeren, en in het bijzonder als zijn schip bij een aanvaring betrokken is geweest, om de andere daarbij betrokken schepen en personen, die zich aan boord van die schepen bevinden, de hulp te verlenen waartoe hij bij machte is zonder zijn eigen schip en de opvarenden daarvan aan ernstig gevaar bloot te stellen. 2. Hij is bovendien verplicht, voorzover hem dit mogelijk is, aan de andere bij de aanvaring betrokken schepen op te geven de naam van zijn schip, van de plaats waar het thuis hoort, van de plaats vanwaar het komt en waarheen het bestemd is, alsmede inzage te verstrekken van het bewijs van inschrijving in het register.
humeus humusbevattend
humidificatie de toevoeging van waterdamp aan de lucht.
humus donkere, vormeloze, aardachtige stof, die een mengsel is van allerlei organische stoffen (voornamelijk van plantaardige stoffen) die in de bodem worden afgebroken dan wel worden gevormd.
humusgehalte percentage organische stof in een grond of grondsoort, uitgedrukt in gewichtsprocenten van het volledige grondmonster
humushoudend globale aanduiding voor het aanwezig zijn van humus. In de NEN 5104 nader onderverdeeld in humusarm, humeus en humusrijk.
humusprofiel bovenste deel van de bodem, met een differentiatie in humushorizonten die verschillen in de mate van strooiselverdeling.
humusslib het biologische slib, dat uit een oxidatiebed vrijkomt
hut nachtverblijf aan boord voor passagiers en bemanning.
hydramodellen waterkering reken modellen
hydraulica betrekking hebbend op de leer van de vloeistoffen, omvattende de hydrostatica en de hydrodynamica, of de toepassing er van
hydraulisch baggeren het gebruik maken van de mechanische actie van een graafelement voor het ontgraven van de grond en het als gevolg van de werking van het graafelement ontstane grond-watermengsel verpompen via een zuig- en persleiding.
hydraulisch dicht criterium voor gronddichtheid van een filter, waarbij materiaaltransport onmogelijk is doordat de weerstand tegen uitspoeling voldoende groot is bij de maatgevende belasting.
hydraulisch materiaal granulair materiaal dat kan samenkitten.
hydraulisch model model gebaseerd op de theoretische regels die het gedrag van een vloeistof bepalen.
hydraulisch model model wat de eigenschappen van een vloeistof- stroom in ruimte en tijd beschrijft.
hydraulisch transport transport van een mengsel van baggerspecie en water door een pijpleiding waarbij gebruik wordt gemaakt van een pomp.
hydraulische capaciteit de maximale aanvoer van afvalwater voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie
hydraulische diepte D verhouding tussen natte oppervlakte A en de breedte van een leiding op de waterspiegel B
hydraulische diffusivi- teit een eigenschap van een aquifer of insluitinglaag die gedefinieerd is als de verhouding van het hydraulisch geleidingsvermogen ten opzichte van de specifieke berging.
hydraulische geleiding combinatie van de model geometrie en de hydraulische geleidbaarheid in een enkele waarde met als doel vereenvoudiging.
hydraulische getij- stroom getijstroom die ontstaat door niveauverschillen
hydraulische potentiaal de som van de zwaartekrachtpotentiaal en de tensiometerdrukpotentiaal.
hydraulische ruwheid maat voor de weerstand die stromend water ondervindt van de begrenzing van een waterloop.
hydraulische straal R verhouding tussen natte oppervlakte A en natte omtrek van een leiding P
hydraulische unit krachtbron voor hydraulisch aangedreven apparaten en werktuigen
hydrobiologie studie van het leven in watersystemen.
hydroblock type betonzuilen.
hydrocycloon scheidingsapparaat voor erts, zand, en andere korrelvormige materialen, waarin deze (gemengd met water) met sterke middelpuntvliedende kracht worden gescheiden in een grovere en een fijne fractie.
hydrodynamisch model model waarmee de stroming in open en gesloten waterlopen berekend kan worden.
hydro-ecologie de studie van de interactie tussen ecologische en hydrologische / hydraulische processen in rivieren en uiterwaarden.
hydrofiel een affiniteit hebbend voor water.
hydrofoob een aversie voor water hebbend.
hydrogeologie de tak binnen de geologie die (het voorkomen van) grondwater onderzoekt.
hydrografie zeemeetkunde
hydrografisch netwerk het geheel van rivieren en andere permanenten of tijdelijke waterlopen alsmede meren en bekkens in een bepaald gebied.
hydrogram een grafiek die een bepaalde eigenschap van grondwater of oppervlaktewater als functie van de tijd weergeeft.
hydrologie de leer van het voorkomen, het gedrag en de chemische en fysische eigenschappen van water in al zijn verschijningsvormen op en beneden het aardoppervlak, uitgezonderd het water in de zeeën en oceanen.
hydrologisch vak een virtuele aanduiding van de onderverdeling in de lengte- en, indien van toepassing, de dwars- richting van objecten/infrastructuur op basis van hydrologische kenmerken
hydrologische topologie een hydrologische type-indeling op basis van een afstromingdiagram.
hydrolyse de ontbinding van organische mengsels door interactie met het water.
hydro-meteo meting een verzameling hydrologische en meteorologische waarden per meting.
hydrometrie Wetenschap die zich bezighoudt met het meten en analyseren van water, bodemhoogten, sedimenttransport, neerslag en verdamping inclusief methoden, technieken en de instrumentatie gebruikt in de hydrologie
hydrometrisch meetpunt meetpunt waar gegevens over het water in rivieren, meren of bassins worden verzameld ten aanzien van een of meer van de volgende zaken: - waterstand | - stroming | - sediment transport en bezinking | - Water temperatuur en overige fysische eigenschappen van water | - karakteristieken van het ijsdek | - chemische eigenschappen van het water.
hydrometrisch netwerk netwerk van stations waar faciliteiten aanwezig zijn voor het bepalen van hydrologische variabelen.
hydromorfe kenmerken kenmerken in de grond veroorzaakt door bo- demvocht en grondwaterbeweging.
hydromorfologie beschrijving van de structuur van bodems en oevers van wateren.
hydromorfologische maatregelen ingrepen in de waterhuishouding of fysische vorm van een waterlichaam t.b.v. essentiële maatschappelijke functies.
hydropeaking onnatuurlijke afvoervariaties als gevolg van Start-stop-bedrijf van een waterkrachtcentrale.
hydroserie een reeks van elkaar zowel in ruimte (naast elkaar) als in tijd (na elkaar) opvolgende vegetaties in het vochtige duin onder invloed van het grondwater
hydrosfeer dat deel van de aarde die bedekt is met water en ijs.
hydrostatisch betrekking hebbend op de leer van het evenwicht van de vloeistoffen
hydrostatische druk isotrope druk uitgeoefend door water in rust.
hydrostatische waterspanning (Grond)waterspanning in een punt in de (on- der)grond die overeenkomt met de waterspanning als gevolg een kolom water vanaf de vrije waterspiegel tot aan dat punt.
hydrostratigrafische eenheid een formatie of deel daarvan of groep formaties die gelijke hydrologische eigenschappen hebben en daardoor het groeperen in aquifers of afsluitende lagen mogelijk maken.
hydrozoa poliepachtigen
hypertroof overmatig voedselrijk.
hypochloriet een anion dat producten als calcium en sodium- hypochloriet vormt.
hypolymnion de stagnante onderste waterlaag in diepe meren, door het epilymnion afgesloten van contact met de lucht
hypoxische wateren wateren met opgeloste zuurstofconcentraties van minder dan 2 mg/L
iawm-code IAWM codering voor taxa in het leven geroepen door de 'Interprovinciale Ambtelijke Werkgroep Milieu- inventarisatie'
iba-inrichtingen alle activiteiten van het waterschap die verband houden met de aanleg, het beheer en onderhoud van inrichtingen van individuele behandeling van afvalwater in het buitengebied.
ibc-criteria criteria opgesteld ter voorkoming van de verspreiding van bodembedreigende stoffen bij het gebruik, opslaan of storten van dergelijke stoffen op of in de bodem, gericht op isoleren, beheersen en controleren.
ichthyologie discipline binnen de dierkunde en is toegewijd aan de studie van vissen.
ideale vrije distributie IFD dit is een van de belangrijkste ecologische modellen voor de habitatkeuze van dieren.
identificatie kalibratie met als doel eenduidige waarden van alle parameters en andere kalibratiefactoren te bepalen.
Identificatie code voor een gemeente OSWOP
Identificatie code voor een zwemwaterlocatie Numind
identificatie entiteit een uniek identificerend administratienummer conform de specificatie van het waterschap ter identificatie van een in de administratie opgenomen entiteit.
ijkdrempel constructie die onderwater wordt geplaatst en daarna exact wordt ingemeten met als doel het vormen van een referentie voor de controle van de meetconfiguratie, inclusief de toepassing van kalibratieparameters.
ijken een meetwerktuig toetsen aan de gestelde eisen
ijken het afregelen van reken- of fysische modellen
ijkglas het aflezen van het verbruik
ijs vaste vorm van water die in de natuur gevormd wordt door: - het bevriezen van water | - het direct condenseren van atmosferische damp in kristallen | - het samenpakken van sneeuw met of zonder de beweging van een gletsjer | - im- pregnatie van poreuze sneeuwmassa's met water en het gevoegelijk bevriezen daarvan
ijsbezetting mate waarin een vaarweg of ander water is bezet met ijs.
ijsbreker losse bekleding van planken om een schip heen, om het tegen de botsingen van de ijsschotsen te beschermen.
ijsbreker schip met zware motoren en versterkte boeg, dat speciaal is gebouwd om het ijs te breken en opzij te schuiven.
ijsbunkerschip schip waar in de ruimen door middel van ammoniak ijs wordt geproduceerd, voor het conserveren van vis op vissersschepen.
ijsdek iJs op het oppervlak van een open waterlichaam.
ijsemmer deel van de vroegere Zuiderzee, tussen de huidige dijk Enkhuizen - Lelystad en de Afsluitdijk.
ijsgang beweging van ijsvlakten of ijsvelden in meren en bassins veroorzaakt door wind of stroming.
ijswaleffect verticale barrière van ijs
ijzer Fe2+ |
ijzerchloride Fe(Cl)3 |
ijzeroer zand dat sterk verkit is door ingespoelde ijzer- verbindingen
imago volkomen ontwikkeld insect.
imhoffkegel een doorzichtige, kegelvormige container die gebruikt wordt om het volume van bezinkbare vaste stoffen in een specifiek watervolume te meten.
immiscibiliteit de onmogelijkheid van twee of meer vaste stoffen of vloeistoffen om gemakkelijk in een andere op te lossen.
immissie doordringing van een stof in een andere stof.
immobilisaat de geïmmobiliseerde bodem inclusief de zich daarin bevindende bodemverontreinigende stoffen.
immobilisatie een technische ingreep waarmee de chemische en fysische eigenschappen van materialen zo kunnen worden gewijzigd dat de zich erin bevindende verontreinigende stoffen zijn vastgelegd.
imo-nummer internationaal erkend 7-cijferig identificatienummer, onverbrekelijk verbonden met het schip.
impermeabel niet makkelijk doordringbaar door water.
implementatie kaderrichtlijn water IKW
impliciete benadering een numerieke methode voor de simulatie van een tijdsafhankelijk proces, waarbij elke nieuwe toestand iteratief wordt bepaald door terugkoppeling tussen de nieuwe en de oude toestand.
in situ “letterlijk betekent dit ”“ter plekke”“. Het geeft aan dat iets ter plekke voorkomt of gebeurd.”
in situ biorestauratie basistechniek die tot doel heeft de verontreinigende stoffen in het verzadigde of onverzadigde deel van de bodem biologisch af te breken.
in situ reiniging verwijderen van bodemverontreiniging zonder dat daarbij grondverzet plaatsvindt.
inbegrepen geschiktheid inclusief de genen die met anderen gedeeld worden.
incident een onverwachte gebeurtenis.
incident een gebeurtenis die, direct of indirect, van negatieve invloed kan zijn op de kwaliteit van het oppervlaktewater.
incidentele activiteiten investeringsimpuls / zaak die buiten de reguliere begroting omgaat.
incidentgebied gebied waartoe het incident zich beperkt (zie ook rampgebied)
incidentlocatie locatie waar zich een incident voordoet
incidentmanagement voorziene maatregelen om de afhandeling van een calamiteit te versnellen, zodat de infrastructuur sneller weer vrijgemaakt kan worden.
indamprest IR de verhouding tussen de massa van de vaste stoffen in en het volume van het monster.
index van voorafgaande neerslag gewogen sommatie van de afgelopen dagelijkse neerslaghoeveelheden die gebruikt wordt als kental voor bodemvocht.
indexfout fout van het hoekmeetinstrument die samenhangt met lichte verdraaiingen van de kimspiegel.
indicatie aanwezige debietmeting de aanduiding die aangeeft wat de wijze van meting is van het debiet dat een lozingsobject verlaat.
indicatie bestemming afvalwater een aanduiding voor de bestemming van het afvalwater dat op het betrokken lozingspunt wordt geloosd gebaseerd op de routes die het afvalwater binnen het Nederlandse stelsel van wateren kan volgen
indicatie locatie oorsprong afstandsaanduiding een aanduiding van de locatie van het nulpunt ten behoeve van de afstandsaanduiding zoals die binnen een waterschap wordt gehanteerd
indicatie oorsprong afvalwater een aanduiding voor de herkomst van het afvalwater dat op het betrokken lozingspunt wordt geloosd, gebaseerd op het maken van onderscheid tussen huishoudelijke lozingen en lozingen verricht door bedrijven
indicatie over- of on- derschrijding een aanduiding die aangeeft of er sprake is van een over- of onderschrijding van de als waarde opgenomen grens van waarneembaarheid, of die aangeeft of er van over- of onderschrijding geen sprake is, in welk geval de waarde de waarneming voorstelt.
indicatie precisie de precisie van het beschreven kenmerk, uitgedrukt in de eenheid van het kenmerk.
indicatiewaarde de mate waarin een plant kenmerkend is voor een standplaatsfactor (meestal ten aanzien van de factoren vocht, voedingsstoffen en zuurgraad).
indicator organisme dat door haar aanwezigheid de toestand van bepaalde milieuomstandigheden aangeeft.
indirecte afvoer introductie van verontreinigingen van een niet- huishoudelijke bron in een afvalwaterbehande- lingsysteem.
indirecte emissie een emissie die niet rechtstreeks vanuit de bron op het oppervlaktewater of land of bodem terecht komt.
indirecte lozing lozing van afvalwater met behulp van een daartoe bestemd werk op een gemeentelijke riolering en/of een rioolwaterzuiveringinrichting
indirecte uitvoerings- uitgaven/overhead uitgaven die niet direct aan een product kunnen worden toegerekend, zoals gebouwen, management en stafdirecties.
individu representant van de soort
individu gebaseerde modellen IBM simulatie model wat individuen beschouwd als unieke en discrete entiteiten die naast leeftijd ten minste één andere eigenschap hebben die verandert gedurende de levenscyclus van het organisme.
individueel waterli- chaam kleinste hydrologische eenheid, gekenmerkt door uniform watertype, status en menselijke belasting
individuele behandeling van afvalwater IBA een waterzuivering op zeer kleine schaal die het afvalwater van individuele huishoudens in het buitengebied zuivert.
individuele regen meetpunten
indompelinggrenslijn volgens het schepenbesluit een lijn, gedacht op het scheepsboord, evenwijdig aan en op een afstand van 76 millimeter onder de aansnijding van de bovenzijde van het schottendek met dit boord.
indringinglengte de afstand waarover waterspanningvariaties in het watervoerend pakket significant effect hebben op de waterspanningen in het aangrenzende samendrukbare pakket. Deze laag in het samendrukbare pakket wordt ook wel indringingslaag of aanpassingszone genoemd.
industriehaven haven waar aangeleverde materialen ter plaatse verwerkt worden.
industriële vraagfunc- tie relatie tussen de vraag van bedrijven en de prijs van het water en andere factoren zoals de prijs van andere aangevoerde zaken, het type technologie of productie proces en het uitgangsniveau.
infauna dierlijke organismen die in de bodem leven
infiltratie de voeding door middel van infiltratiebassins of andere kunstmatige middelen.
infiltratie de voeding vanuit het oppervlaktewater, opgewekt door onttrekking in de omgeving.
infiltratie de aanvulling van water onder het grondoppervlak d.m.v. een slotenstelsel of buizenstelsel.
infiltratieberm oppervlakte-infiltratiesysteem waarbij afstromend wegwater via een berm naar een watergang afstroomt. Een deel van het regenwater zal daarbij in de berm infiltreren. Soms is een verlaging in de berm aangebracht waardoor berging ontstaat en er meer water kan infiltreren
infiltratiecoëfficiënt het quotiënt van de infiltratiesom en de neerslagsom die deze infiltratie heeft veroorzaakt.
infiltratiegreppel oppervlakte-infiltratiesysteem waarbij afstromend regenwater bovengronds wordt geborgen in een diepere en smallere groenzone en van daaruit via een humeuze toplaag in de ondergrond kan wegzijgen. Een infiltratiegreppel kan tevens een transportfunctie hebben
infiltratie-intensiteit fi het volume water, dat door infiltratie de grond binnentreedt, per eenheid van tijd en per eenheid van horizontaal oppervlak.
infiltratiekoffer een infiltratiekoffer bestaat uit een ondergrondse voorziening die is opgebouwd uit een aggregaat met een groot percentage holle ruimten.
infiltratiekrat een infiltratie-unit die in de bodem is geplaatst bestaande uit kunststof (pvc, pp) boxen omwik- keld met geotextiel.
infiltratieputten infiltratieput (ook infiltratiekolk genoemd ) is voorzien van openingen, waardoor het water kan infiltreren.
infiltratieriool buis met een poreuze wand (beton), of voorzien van gaten (kunststof of beton) waardoor het water kan wegzijgen in de ondergrond. De voorziening heeft ook een transportfunctie.
infiltratiesom F het volume water, dat per eenheid van horizontaal oppervlak gedurende een tijdsperiode de grond binnendringt.
infiltratie-unit een kunstmatige constructie die in de bodem is geplaatst. Veel toegepast zijn de infiltratiekrat- ten en infiltratiekoffers
infiltratieveld oppervlakte-infiltratiesysteem waarbij afstromend regenwater bovengronds wordt geborgen in een verlaagde groenzone en van daaruit via een humeuze toplaag in de ondergrond kan wegzijgen
infiltreren van water in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater
influentgemaal civiel werk waarin de influentpompen of influent- vijzels zijn opgesteld
informatie model cultuurhistorie IMKICH
informatie model groene ruimte GRIP
informatie model ruimtelijke ordening IMRO Sectormodel onder de NEN3610 - maakt RO informatie uitwisselbaar
informatie model water IMWA sectormodel onder de NEN3610 - maakt informatie tussen waterbeheerders uitwisselbaar.
informatiebehoefte dat wat je wil weten
informatiebronnen waar informatie te halen is
informatiedesk standaarden water IDsW samenwerkingsverband tussen UvW, IPO, Rijkswaterstaat, LNV en Milieu en Natuurplanbureau. Verantwoordelijk voor de stroomlijning van de informatievoorziening tussen waterbeheerders
informatiemodel formele definitie van objecten, attributen, relaties en regels in een bepaald domein
informeren op de hoogte stellen
infralittorale zone bovenste deel van de sublittorale zone, die begint vanaf de GLLWS tot aan de grens van dichte plantengroei, op zo'n 10 a 25 meter diepte.
infraprovider een van de onderscheiden rollen binnen net- werkmanagement. De Infraprovider zorgt voor maximale beschikbaarheid van Infrastructuur (weg en systemen) binnen randvoorwaarden. De Infraprovider behartigt de bedrijfseconomische belangen.
infrastructureel object beweegbare voorziening die het beheer van een watersysteem mogelijk maakt.
ingedikt slib de eerste stap van de ontwatering vindt plaats in indikkers. Door het slib enkele uren in deze tanks te laten staan, bezinkt het en kan de bovenliggende waterlaag gescheiden worden van het slib. Zowel het verse slib, het surplusslib als het uitgegiste slib kan (aanvullend) ingedikt worden, voordat het verder wordt verwerkt.
ingeklemde stenen kunststenen of blokken die in een verband worden aangebracht
ingeland eigenaar, huurder of gebruiker van land of gebouwen) in het gebied van een waterschap.
ingenieursbureau organisatie die gespecialiseerd is in het adviseren over en/of het begeleiden van en/of uitvoeren van technische werken.
ingenieursgeologische kaart kaart waarop de grondopbouw in geotechnische zin is weergegeven.
ingezetene met ingezetenen bedoelen we de inwoners van het beheersgebied van een overheid
ingezetenenomslag de ingezetenenomslag wordt opgelegd aan de bewoner van een woonruimte.
ingreep beïnvloeding door menselijk handelen van een watersysteem teneinde een verandering te bewerkstelligen.
ingreepopdracht een bevel tot het uitvoeren van een ingreep in een watersysteem, overeenkomstig vastgelegde voorwaarden.
ingrijpdiepte waterdiepte waarbij wordt ingegrepen door middel van onderhoudsbaggerwerk teneinde de vaarweg wederom op streefdiepte te krijgen.
inhibitor een chemicalie dat zich mengt in een chemische reactie, zoals neerslag van bepaalde stoffen in een vloeistof.
inhoud randvoorzie- ning de inhoud van de randvoorziening, uitgedrukt als verhouding tot het in het rioolbemalinggebied aanwezige afvoerend oppervlak (mm)
initiatiefnemer degene die het initiatief neemt om een bodemonderzoek of - sanering uit te laten voeren.
initieel niveau de initiële waterstand die gebruikt wordt bij aanvang van de simulatie.
initiërende afdeling afdeling die budgethouder is
injectie het in de bodem spuiten van een substantie.
injectie de voeding van de verzadigde zone, door middel van vrije inloop of inpompen.
injectie de invoer van een chemicalie of en medium in het proceswater om de chemie of filter specifieke mengsels te veranderen.
inklaren het vervullen van de douaneformaliteiten voor inkomende transporten.
inklaringsbewijs bewijs van inklaring (door de douane)
inklinken volumeverkleining van grond hoofdzakelijk ten gevolge van eigen massa en/of uittreden van water
inkomende correspondentie formele correspondentie, die tijdens de vergun- ningverleningprocedure ontvangen wordt door de vergunningverlener, dan wel na de totstandkoming van de vergunning of de algemene regel door de handhaver, dan wel tijdens een handhavingprocedure ontvangen word
inkoop/voorraad beheer het daadwerkelijke inkopen, kwaliteitscontrole op geleverde materialen en producten, voorraadbeheer en alle daarbij behorende administratieve handelingen
inlaatopening bovenstrooms uiteinde van iedere constructie waardoor water kan stromen.
inlaatpeil water het vastgestelde peil waarbij de vijver begint te werken met het bergen van water
inlaatpomp pomp waarmee water in een gebied wordt gelaten
inlaatput put om water in een systeem in te kunnen laten
inloop de hoeveelheid regenwater die van een oppervlak afstroomt in een riool of andere voorziening
inmarsat-c satelliet voor tele(x)communicatie.
innovatieprogramma deltatechnologie programma van het Nederlandse bedrijfsleven, overheden en kennisinstituten dat beoogt Nederland te laten excelleren op het gebied van deltatechnologie en de exportpositie op dit terrein te versterken.
innovatieprogramma watertechnologie programma van het Nederlandse bedrijfsleven, overheden en kennisinstituten dat beoogt Nederland te laten excelleren op het gebied van watertechnologie en de exportpositie op dit terrein te versterken.
inrichting elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
inrichtingsactie een beheersactie gericht op de inrichting van een (water)systeem.
inrichtingsschade schade door de inrichting van een gebied.
inrichtingsstrategie beleid, plan volgens welk een inrichting werkt.
inrichtingstactiek een aan de omstandigheden aangepaste wijze van doen om het doel van een inrichting te bereiken.
inscharing binnenwaarts afkalving van een oever door de werking van de stroom
inscharinglengte de lengte gerekend vanaf de geulrand waarover het voorland wordt aangetast (afschuiven of vloeien) in het geval van een afschuiving of zet- tingsvloeiing.
inschepen aan boord gaan om in elk geval de eerstkomende reis mee te maken.
inscheren het eind van een lijn (loper) door een oog, een blok of door de blokken van een takel steken en de lijn zo ver doorhalen als nodig is.
insecticiden alle stoffen of mengsels daarvan die bedoeld zijn voor het voorkomen of beperken van de vestiging, voortplanting, ontwikkeling, groei of het vernietigen dan wel afweren van ieder lid van de klasse insecten of aanverwante klassen uit het fylum Arthropoda die als schadelijk worden gezien.
insectivoor insecteneter.
inshore-activiteiten werkzaamheden in de binnenwateren.
in-situ-spanning spanning die ter plaatse in de grond aanwezig is.
inslagpeil inslagpeil ten opzichte van N.A.P.
inslibbing de ophoping van slib in de toplaag en de granulaire laag, afkomstig van bijvoorbeeld het voorland
inspectie het inspecteren, het doen van een onderzoek
inspectie het inwinnen, verwerken en interpreteren van informatie met het doel om de momentane toestand van de boezemkade vast te stellen.
inspectieput constructie toeganggevend tot het rioolstelsel
inspectievak gedeelte van een weg of wegvak dat wordt geïnspecteerd met het doel gebreken (schadebeelden) op te sporen en vast te leggen met aanduiding van aard, ernst en omvang
inspoeling omdat in Nederland de gemiddelde neerslag groter is dan de gemiddelde verdamping is er in de bodem een neergaande waterbeweging, waardoor stoffen (zoals ijzerverbindingen en humus) uit de bovenste lagen door het water worden meegenomen en in een diepere laag weer worden afgezet. De laag waarin ze worden opgehoopt heet de inspoel laag.
inspraak naar aanleiding van inspraak door burgers en overheden kunnen er nog wijzigingen worden meegenomen in conceptbesluiten.
instabiel kanaal stroomgeul waarin de waterstand-afvoer relaties veranderen in de tijd.
installatie geheel van apparaten voor een bepaald doel
installatie kenmerk de waarde die een kenmerk heeft in de beschrijving van een installatie op een bepaald detailniveau
instandhouding het treffen van maatregelen en het uitvoeren van werkzaamheden die het object aan het gestelde doel doet blijven beantwoorden. Een instandhoudingmaatregel is niet gericht op het verbeteren van de functionele kwaliteit van de infrastructuur.
instandhouding doen blijven bestaan.
instandhoudingmaat- regel maatregel gericht op het op peil houden van de functionele en/of technische kwaliteit van de infrastructuur. De maatregel is - voor zover beschikbaar - gebaseerd op afgesproken interventieniveaus.
instandhoudingplan de rapportage van de uitwerking van de stappen 5 t/m 10 per object (soms ook per complex of watersysteemdeel).
instandhoudingsdoel-
instantie object uit een klasse
instantie organisatorische eenheid voor de uitoefening van een bepaalde functie die niet aan het bestaan en de belangen van een individueel persoon is gebonden en een afgescheiden vermogen met eigen aansprakelijkheid bezit en een eigen bestaan leidt.
insteek de snijlijn van het schuine oevertalud (oeverhel- ling) met het horizontaal gelegen maaiveld.
insteekhaven een haven voor overslag van goederen die dwars/schuin op de vaarweg ligt.
instituut voor marien en atmosferisch onderzoek utrecht.
instroom water wat binnen stroomt in een aquifer, rivier- vak, meer, reservoir of ieder ander opslagmedium.
integraal beheer benadering, waarin niet per sector, kolom, discipline of afdeling naar een bepaald probleem wordt gekeken, maar vanuit al deze invalshoeken tegelijk.
Integraal Beheerplan Noordzee 2015 IBN2015
integraal belastings- en invorderingssys- teem. IBS
integraal inrichtingsplan veluwe randmeren. IIVR
integraal natuurstreef- beeld een streefbeeld voor de natuur waarbij rekening wordt gehouden met diverse belangen en sectoren.
integraal resultaatgericht informatie systeem IRIS samenstel van de twee in de waterschapswereld meest gebruikte (geo)informatiesystemen: GIS- ZES en INTWIS.
integraal waterbeheer de gedachte dat watersystemen beheerd (moeten) worden in samenhang met de functies en het gebruik van oppervlaktewater én die van de omgeving.
integriteit de waarschuwingsmogelijkheid van het navigatiesysteem om binnen een bepaalde tijd aan te geven dat haar gegevens niet mogen worden gebruikt
integriteit monitoring het proces waarbij bepaald wordt of het functioneren van het systeem (of individuele metingen) geschikt is voor de beoogde doeleinden
integriteitrisico de waarschijnlijkheid dat een gebruiker een fout zal ervaren die groter is dan het alarmniveau, binnen de gestelde tijd tot alarm, zonder dat dit alarm daadwerkelijk wordt afgegeven op een specifiek tijdstip op een willekeurige locatie in het dekkingsgebied
intensieve reiniging IC een reiniging die er op gericht is om het membraan weer de oorspronkelijke permeabiliteit terug te geven.
intensieve veehouderij een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is.
inter provinciaal overleg. IPO
intercalibratie het onderling afstemmen om tot vergelijking te komen.
interceptie C dat deel van de bruto neerslag dat door de vegetatie of andere structuren wordt onderschept.
interceptie verdamping EI deel van bruto neerslag dat door de vegetatie of andere structuren wordt onderschept en dat vervolgens verdampt.
interceptieverlies I dat deel van de interceptie dat niet bijdraagt aan de netto neerslag.
interdepartementaal beleids onderzoek financiering waterbeheer. IBO
Interdepartementaal Beleidsteam IBT
interdepartementale coördinatiecommissie voor noordzee aangelegenheden. ICNA
intergovernmental maritime consultative organization IMCO organisatie van de Verenigde Naties die zich sinds 1958 bezighoudt met het opstellen van richtlijnen voor veiliger scheepvaart, betere navigatie en schonere zeeën.
intergovernmental oceanographic commission IOC deze commissie werd opgericht door UNESCO om een internationale samenwerking te organiseren tussen VN-lidstaten rond de studie van de oceanen.
intergovernmental panel on climate change. IPCC
interkoeler tussenkoeler
interlockelementen geprefabriceerde toplaagelementen die door hun vorm in elkaar haken, waardoor individuele elementen niet uit de zetting kunnen worden gelicht.
internationaal toxisch equivalent volgens nato/ccms I-TEQ de toxiciteit van een monster vastgesteld met de toxiciteitsequivalent factoren uit de NATO/CCMS methode.
international agency for research on cancer IARC
international association of marine aids and lighthouse authorities IALA organisatie die zich bezig houdt met de bebake- ning van vaarwegen.
international council for the exploration of the sea ICES internationale organisatie tussen bepaalde overheden, en cöordineert een promoot het marien onderzoek in de Noord-Atlantische Oceaan.
international maritime organization IMO organisatie van de Verenigde Naties die zich sterk maakt voor internationale samenwerking op scheepvaartgebied.
international navigation association PIANC
international organization for standardization ISO
international telecommunication union ITU organisatie van de Verenigde Naties die onder andere de internationale regels ten aanzien van roepnamen van schepen en zendinstallaties opstelt.
internationale instantie internationale organisatie die door de deelnemende landen in een verdrag als nieuwe internationale rechtspersoon in het leven wordt geroepen - organisatie tussen ingezetenen van twee of meer landen.
internationale walvis- vaartcommissie IWC organisatie, in 1946 opgericht te Washington, die tracht de jacht op walvissen en andere zeezoog- dieren te beperken.
interne betrouwbaarheid mate waarin fouten (in waarnemingen en model) kunnen worden gedetecteerd
interne instabiliteit migratie van de fijne fractie van een filter door de poriën van het filter.
interoperabiliteit mogelijkheid van verschillende autonome, heterogene eenheden, systemen of partijen om met elkaar te communiceren en interacteren.
interpolatie berekenen van waarden tussen gegeven punten of meetpunten in
interregionaal rijn- maas activiteit. IRMA
interventie tussenkomst
interventiejaar het jaar waarin naar verwachting het interventieniveau wordt bereikt of reeds is bereikt.
interventieniveau de grens tussen acceptabel en onacceptabel risico met betrekking tot het functieverlies
interventiewaarde waarde waarmee voor verontreinigende stoffen het concentratieniveau in een compartiment (bijvoorbeeld grondwater) wordt aangegeven waarbij bij overschrijding sprake is van ernstige vermindering of dreigende vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem (land- bodem en waterbodem) heeft voor mens, plant of dier.
intrashipverkeer radiotelefonieverkeer tussen twee of meer portofoons op één schip.
intreelengte de afstand van de dijk tot het intreepunt.
intreepunt (Theoretisch) punt waar het buitenwater tot de aquifer toetreedt, als gevolg van het verval over de waterkering.
inundatie het via een waterkering binnendringen van water in een dijkring in een zodanige hoeveelheid dat het gebied de functie(s) waarvoor het is ingericht niet meer kan vervullen.
inundatie het laten overstromen.
inundatie het onder water zetten van lage gronden, (als middel tot verdediging)
inundatiefrequentie de frequentie waarmee inundatie optreedt
inundatienorm de wettelijke veiligheidsnorm aangegeven als de gemiddelde kans - per jaar - op een overstroming door het bezwijken van een primaire waterkering.
inundatiescenario bedachte loop der gebeurtenissen om een inundatie te bereiken
invallinq binnenwaartse kromming van de flanken van de boot naar de bovenkant.
invasieve soort niet-inheemse soort die schadelijk blijkt te zijn voor hun nieuwe leefomgeving of voor de lokale economie
inventarisatie onderzoek waarbij gekeken wordt of en in welke mate bepaalde objecten en/of taxa aanwezig zijn.
investerinqsbudqet landelijk qebied ILG rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) afspraken gemaakt om de inrichting van het landelijk gebied gezamenlijk aan te pakken.
invloed inwerking van een zaak of omstandigheid op een andere (of op personen).
invloedsqebied gebied waarbinnen het bezwijken of falen van een waterkerend kunstwerk, bijzondere constructie of niet-waterkerend object merkbaar is.
invloedslijn begrenzing van de invloedszone.
invloedsstraal R afstand tot het centrum van een onttrekking, van waar de grondwaterstandverlaging c.q. stijghoogteverlaging t.g.v. de onttrekking niet meer is waar te nemen of te verwaarlozen is.
inwendiqe stabiliteit mate van weerstand van een asfaltmengsel tegen blijvende en ongewenste vervormingen ten gevolge van het eigen gewicht of externe belastingen (bijvoorbeeld walsen)
inwerkinqstellinq activering
inwinninq het verzamelen van gegevens en/of monsters.
inwinninqapparaat de personen en hulpmiddelen die men gebruikt of nodig heeft voor inwinning.
inwinninqmethode vaste, weldoordachte manier om een inwinning te doen.
inwonerequivalent dit is een maat voor de belasting van het afvalwater met organische bestanddelen die een inwoner gemiddeld per dag produceert.
inwonerequivalent afvalwater lew inwonersequivalent op basis van de dagelijkse hoeveelheid afvalwater
inwonerequivalent droqe stof leds inwonersequivalent op basis van de droge stof
inwonerequivalent kjeldahlstikstof lekn inwonersequivalent op basis van Kjeldahlstikstof
inwonerequivalent p Iep inwonersequivalent op basis van P
inzandinq de ophoping van zand in de toplaag en de granulaire laag, afkomstig van bijvoorbeeld het voorland
inzet (calamiteit) de inzet van de diverse resources die benodigd zijn voor de bestrijding van een calamiteit.
inzijqqebied gebied waar het water dat een bepaald waterli- chaam vormt, als neerslag de grond intrekt
inzinkinq de vaartuiginzinking ten opzichte van de waterspiegel veroorzaakt door vaart door het water.
ion geladen deeltje - ontstaan door verwijdering of toevoeging van elektronen aan een deeltje, onder andere door chemische reacties of inwerking van straling - ionen bewegen in een elektrisch veld naar de tegengesteld geladen elektrode toe.
ionenbalans de som van alle positief geladen ionen in relatie tot de som van alle negatief geladen ionen in een hydrologisch systeem of wateranalyse.
ionenratio maat voor de kationverhoudingen in het water.
ionenuitwisseling de vervanging van ongewenste ionen met een bepaalde lading door gewenste ionen met dezelfde lading in een oplossing, door middel van een ionendoorlatende absorbeerder.
ionische binding de binding die het gevolg is van de elektrische aantrekking tussen kationen en anionen.
irreversibel niet-omkeerbaar
irrigatie de aanvoer en verdeling van water en toediening hiervan aan land, in het algemeen ter bevordering van de gewasgroei.
iso gelijk. Voorvoegsel van veel samengestelde termen
isofase licht iso het met dezelfde sterkte schijnende licht wordt regelmatig onderbroken door een plotseling intredende en evenzo eindigende verduistering. waarvan de duur gelijk is aan die van het schijnsel.
isogonen lijnen die punten van gelijke variatie met elkaar verbinden.
isohalien lijn die punten met eenzelfde zoutgehalte verbindt
isohypse meetkundige verzameling van punten (hoogtelijn) met gelijke grondwaterstand of stijghoogte.
isoleren inrichtingsprincipe gericht op het realiseren van een goede waterkwaliteit met als karakteristiek dat gebieden met een bijzondere (positieve of negatieve) waterkwaliteit geheel van hun omgeving worden afgezonderd.
isoleren, beheersen en controleren. IBC
isophypsenkaart kaart met lijnen van gelijke stijghoogte
isopycne lijn die punten met eenzelfde waterdichtheid verbindt
isotherm lijn die punten met gelijke temperatuur verbindt.
isotropie conditie van een medium dat in alle richtingen dezelfde eigenschappen heeft.
isovel lijn met gelijke snelheid
iteratie onderdeel van een berekeningsmethode waarbij een algoritme herhaald (iteratief) wordt toegepast.
jaaglijn lijn waaraan een boot of schip vanaf de wal wordt voortgetrokken.
jaagpad pad langs een vaart, van waaraf men een trekschuit met een jaagpaard voorttrekt.
jaargegevens (bedrijfseconomisch) jaarlijks vast te stellen (bedrijfseconomische) gegevens betreffende de activiteiten op of in een lozingsobject
jaarlijkse dwars peiling JDP
jaarlijkse kustmetin- gen JARKUS landelijk bestand met jaarlijkse diepte- en hoogtemetingen van de Nederlandse zandige kust.
jaarlijkse neerslag tijdreeks reeks stormen die geëxtraheerd zijn uit een neerslagregistratie die de neerslag voor een representatief neerslag jaar weergeeft.
jaarvracht hoeveelheid van een stof die gedurende een kalenderjaar een bepaalde locatie gepasseerd is.
jachtensluis sluis die primair bedoeld is voor het schutten van recreatievaart.
jachthaven verzameling van vaste ligplaatsen onder gemeenschappelijk beheer waar recreatievaartuigen kunnen liggen als ze niet in gebruik zijn
jackstay stalen kabel tussen twee schepen, waarlangs bij het overhevelen van brandstof of drinkwater de slangen geleid worden.
jack-up booreiland waarvan de poten kunnen worden opgehaald
jacobiaan matrix van partiële afgeleiden van de individuele residuen naar de (model)parameters.
jacobskruid inheemse plant die van nature voorkomt op schrale gronden met open, kale plekken.
jagen schip vanaf de wal aan de jaaglijn voorttrekken.
jenkins-mudsampler metalen statief waarin een perspex monsterbuis is bevestigd.
jetski soort waterscooter met hoog motorvermogen
jetting bij natte reiniging: met een hoge drukstraal de- agglomereren van verontreinigde grond.
jettison het overboord zetten van lading op zee, voor de veiligheid van schip en bemanning.
joon grote dobber die rechtop in het water staat en het vistuig draagt.
joon soort drijver aan een reddingsboei, die automatisch uitklapt wanneer de reddingsboei wordt gebruikt en met een vlaggetje of elektronisch lichtsignaal de plaats van de boei markeert
journaal verzamelnaam voor diverse dagboeken met reisaantekeningen
juridisch instrumentarium formeel middel voor het afdwingen en/of voorschrijven van bepaalde maatregelen (bijv. Koninklijk Besluit, wet, AMvB, aanwijzing, bestuurlijk instrument, reglement (zoals waterschapsreglement) keur, schouw).
jurisprudentie de rechtsopvatting van de rechterlijke macht, zoals die blijkt uit genomen beslissingen.
jutter hij die zich bezighoudt met jutten.
juveniel jong dier dat niet meer volledig afhankelijk is van ouderzorg.
juveniel water water gevormd op grote diepte in de aardkorst, als gevolg van endogene processen (magmatische en thermometamorfe processen) en voor het eerst voorkomend aan of dichtbij het aardoppervlak.
kaaihelling oprit van een laaggelegen loswal naar een hoge kaaimuur.
kaarsfilter een filter met grove openingen, ontworpen om een deklaag van een filtermedium vast te maken op een uitgestrekt oppervlak.
kaart geografische verbeelding van de werkelijkheid
kaarteenheid gebied op een vegetatiekaart, waar binnen het overeenkomstige gebied op de aardoppervlakte een bepaalde mix van vegetatietypen te onderscheiden is.
kaartenkamer afsluitbare ruimte achterin het stuurhuis waar de zeekaarten worden bewaard en geraadpleegd en diverse navigatie-instrumenten zijn opgesteld.
kaartfout positie fouten in de kaart met als oorzaak onnauwkeurigheden tijdens de meting en fouten in het referentiestelsel
kaartlagen thematische lagen waarui t een kaart opgebouwd kan zijn
kaartprojectie afbeelding van bol- of ellipsoïdische coördinaten op een plat vlak volgens een eenduidig wiskundig recept,
kabel zwaar driestrengtouw.
kabelbaan kabel die boven en over een waterloop is gespannen waarvanaf een stroommeter is opgehangen en bewogen wordt van de ene oever naar de andere op vooraf vastgestelde diepten beneden het wateroppervlak.
kabellegger groot schip dat speciaal is gebouwd om (tele- foon)kabels op de bodem van de oceaan te leggen, om directe verbindingen tussen de continenten tot stand te brengen.
kabellengte een tiende van een zeemijl.
kabelpont een pont die geleid door kabels overvaart.
kadaster ambtelijke organisatie die niet alleen onroerende zaken registreert, maar ook schepen en jachten.
kadaster van staatswege gehouden openbare registers van onroerende goederen binnen Nederland.
kadastrale gemeente- code de officiële aanduiding van een kadastrale gemeente volgens de Dienst van het kadaster en de Openbare Registers, zoals nader omschreven in het Kadasterbesluit.
kadastrale perceel index letter aanduiding binnen de kadastrale aanduiding die aangeeft welk soort perceel het betreft, zoals nader omschreven in het kadasterbesluit
kadastrale perceel index nummer een volgnummer dat binnen elke combinatie van kadastrale aanduiding uniek is, zoals nader omschreven in het kadasterbesluit.
kadastrale perceel- nummer uniek nummer binnen een kadastrale sectie ter identificering van afzonderlijk perceel, zoals nader omschreven in het kadasterbesluit.
kadastrale sectie aanduiding van een deel van een kadastrale gemeente waarbinnen het betreffende perceel is gelegen, zoals nader omschreven in het kadas- terbesluit.
kadaver dood lichaam of lijk
kade een kleine dijk.
kade beschoeide of gemetselde oeverstrook, waaraan de schepen kunnen aanleggen
kademuur een walbescherming, opgebouwd uit een muur van gemetselde stenen of gestort beton
kaderrichtlijn mariene strategie KRM deze Europese kaderrichtlijn heeft tot doel een duurzame bescherming van de Europese zeeën en oceanen ten einde duurzaam gebruik mogelijk te maken.
kaderstellend het op hoofdlijnen vaststellen van het beleid en aangeven van de grenzen waarbinnen bestuurlijke bevoegdheden mogen worden uitgevoerd.
kadevak een deel van de kade dat kan worden gekarakteriseerd door uniformiteit ten aanzien van de ondergrond en een min of meer eenduidig dwarsprofiel
kalenderen een controle, die bij het heien van palen wordt toegepast, om vast te stellen op welke diepte voldoende stuit wordt verkregen. Om dat te bepalen, wordt de zakking van de paal gemeten, die in een tocht van 30 slagen bij een bepaalde valhoogte van het heiblok optreedt, of hoeveel slagen nodig zijn om een bepaalde zakking van de paal te bereiken
kalibratie afstelling van instrumenten zodat de juiste waarden worden gemeten (ook afregeling van rekenmodellen).
kalium K chemisch element: atoomnummer 19, afkorting K
kalkgehalte het gehalte aan koolzure kalk van/in de grond.
kalkpotentiaal een maat voor de verhouding tussen waterstofen calciumionen in een oplossing in evenwicht met dezelfde ionen aan het adsorptiecomplex van de bodem.
kamer van koophandel nummer KvK
kamerfilterpers toestel voor het discontinu mechanisch ontwateren van slib door het uitoefenen van druk in een filterkamer
kamers rechthoekige stukken netwerk (schutwant) die de vis naar de fuiken moeten leiden.
kamervraag een door leden van de kamer aan een minister gesteld (schriftelijk) verzoek om inlichtingen, toelichting en/of uitleg over zijn beleid.
kamhoogte de grootste rijzinghoogte ten opzichte van de middenstand van alle golven uit de bewerkte waarnemingsduur.
kanaal een gegraven grote waterloop die dient voor scheepvaart en/of watertransport.
kanaalafvoer stroming in een natuurlijk of kunstmatige waterloop met een vrij oppervlak.
kanaalberging het volume water opgeslagen in een kanaal.
kanaalrat plotselinge depressie vanuit het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan, die ongeveer eens per jaar langs onze kust trekt, meestal in juli of augustus.
kanaalretentie volume water die tijdelijk geborgen kan worden in een waterloop tijdens hoogwater periodes.
kanaliseren het bouwen van stuwen in een natuurlijke waterloop ter regeling van het peil.
kantelbak automatisch lossende zolderschuit.
kantelpunt de positie onder de dijk waar inzijging overgaat in kwel (omkering van de lekstroom door de toplaag).
kantje eenheid van zo'n zeshonderd a duizend haringen, afhankelijk van de grootte.
kantonnier een medewerker van een overheid die onder andere belast is met het beheer en het onderhoud van rivieren en dijken
kantoorruimte ruimte voor administratieve werkzaamheden
kapitale uitgaven uitgaven waarbij de goederen die gekocht worden een verwachte levensduur hebben van meer dan een jaar (kapitaal goed).
kapiteineigenaar kapitein die tevens eigenaar (reder) van het schip is.
kapiteinskamer bureau waar de kapiteins bij de havendienst zich melden en verslag uitbrengen.
kapiteinskamer salon van de kapitein.
kappen het doorsnijden van een koord of touw.
karakter licht aard van de lichtseinen
karakterisering het onderzoeken van baggerspecie op een zodanige wijze dat de verdeling van verontreinigingen over verschillende af te scheiden deeltjesfracties uit de baggerspecie bekend wordt.
karakteristiek beschrijving van de kenmerkende eigenschappen
karakteristiek opvallend door bepaalde kenmerken
karakteristieke belasting belasting met een voorgeschreven onder- of overschrijdingskans.
karakteristieke sectie segment van een waterloop waarin een enkelwaardige relatie bestaat, ongeveer bepaald, tussen het volume water en de afvoer aan de benedenstroomse zijde.
karakteristieke sterkte de sterkte met een voorgeschreven onder- of overschrijdingskans.
karakteristieke waarde waarde met een voorgeschreven onder- of overschrijdingskans.
kardinale markering obstakel- markering markering waarmee gevaar of ondiepten worden gemarkeerd
kardinale stelsel betonningsstelsel waarbij slechts aan één kant tonnen worden gelegd om een gevaar te markeren.
karst type geologisch terrein waaronder zich kalkrotsen bevinden waarin een aanzienlijke oplossing van de rotsen heeft plaatsgevonden als gevolg van grondwaterstroming.
kartering in kaart brengen
kast sleep-, motor- of zeilschip met rechte verticale voorsteven en ovaal achterschip.
katalysator een chemicalie dat de snelheid van een reactie vergroot, maar niet direct deelneemt aan de reactie, zodat het ook nadat de reactie heeft plaatsgevonden nog intact is.
katalyseren versnellen van chemische reacties.
kathode een deel van de elektrolyse waarbij kationen in een oplossing geneutraliseerd worden door elektronen die uitplaten op het oppervlak een tweede reactie met water produceren.
kation positief geladen ion
kation uitwisseling uitwisseling van kationen tussen een oplossing (water) en een vaste fase.
k-daagsesom de waarde van een grootheid (b.v. verdamping, neerslag), te verkrijgen door sommatie over een periode van k opeenvolgende dagen.
kee hok waarin op een vissersvaartuig de gevangen vis in het ijs wordt gelegd.
keermuur muur die door vorm, gewicht en fundering zonder verankering de grond keert.
keersluis beweegbaar kunstwerk, deel uitmakend van een waterkering, waardoor water kan worden afgelaten op het buitenwater.
keerwand verankerde, op zichzelf staande wand die tot doel heeft water of grond te keren.
kegelschip schip dat door het verplicht voeren van 1,2 of 3 blauwe kegels aangeeft gevaarlijke lading te vervoeren
keileem een soms verwarring gevende praktijknaam voor een soort grondmorene die gekenmerkt is door de aanwezigheid van keien en leem als opvallende componenten
keizand fijn tot grof zand met grindkorrels en stenen, dat praktisch overal op keileem ligt als een dunne laag. Het is meestal het grovere restant van de keileem, wanneer daaruit door erosie de fijnere delen zijn verdwenen.
Kelly bushing koppelstuk tussen de meeneemstang (kelly) en de draaitafel in de boorvloer van een boorinstallatie.
kelvingolf een golf in de oceaan (of atmosfeer) die de coriolis kracht van de aarde in evenwicht houdt tegen een topografische grens zoals een kustlijn.
kempenaar binnenvaartschip dat het Kempense kanaal kan passeren.
kengetal statistisch gegeven over één of meer grootheden.
kenmerk een onderwerp met waarvoor een waarde wordt geregistreerd voor beheer en/of toetsing
kenmerkende profiel- lijn lijnvormige elementen waarmee bepaalde knik- lijnen van het dijklichaam worden vastgelegd.
kenmerkvak vakindeling op basis van een aantal kenmerken
kenmerkvak-waarde waarde die een kenmerk heeft binnen een bepaald kenmerkvak
kenning grens van het zicht.
kennis voor klimaat, programma in het programma Kennis voor Klimaat participeren de ministeries van VROM, OCW, LNV, V&W, EZ, wetenschappers en het Stadsgewest Haaglanden om kennis te ontwikkkelen over hoe Nederland zich het beste voorbereidt op de gevolgen van de wereldklimaatverandering.
kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur
kentering het veranderen van de getijstroom van de ene hoofdrichting in de tegengestelde.
kerende wand een kerende wand vormt een onderdeel van een constructie, die tevens een waterkerende functie bezit.
kerf in natuurlijke omstandigheden door windwerking ontstane inkeping in de zeereep waar de zee periodiek doorheen stroomt naar een primaire duinvallei.
keringmonitoring een groep meetreeksen die gebruikt worden om de geometrische wijzigingen in de tijd te volgen.
keringmonitoringreeks een groep van metingen die logischer wijze zijn gegroepeerd
keringmonitoringtype het type van monitoring
kerkschip schip met een predikant aan boord, dat dient als kerk en geestelijk steunpunt voor vissers op zee.
kern het centrum van een atoom, dat protonen en neutronen bevat en positief geladen is.
kern gebied inliggende binnen 1 gemeente, meerdere definities mogelijk, afhankelijk van welke bron gehanteerd wordt
kernboor machinaal boorsysteem voor harde gesteenten.
kernopbouw de opbouw van de kern van het dijklichaam.
kernrandzone een gedeelte van het buitengebied dat grenst aan de bebouwde kom, met daarin relatief veel bebouwing die over het algemeen op korte afstand van elkaar ligt.
kernzone het gebied dat gerekend wordt tot de waterkering bij waterkerende dijklichamen. De kernzone is begrensd door de binnenteen en de buitenteen van de waterkering. De kernzone omvat in ieder geval het keurprofiel en soms ook een deel van het profiel van vrije ruimte.
ketelmeer randmeer tussen de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland.
keten combinaties van technieken, die op zich elk een deelgebied van het traject behandeling- bestemming beslaan.
keur verordening van een waterschap of hoogheemraadschap, waarin een stelsel van verbods- en gebodsbepalingen is opgenomen ter bescherming en instandhouding van de waterhuishouding en waterstaatswerken.
keurontheffing de publiekrechtelijke beschikking die voortvloeit uit de toepassing van de Keur van het waterschap waardoor de houder ontheffing heeft van één of meer verbodsbepalingen van de Keur
keurprofiel het voor de kering van water benodigde (theoretische) profiel van een waterkering, waarbinnen zich geen waterkeringvreemde elementen mogen bevinden.
keurvergunning verzoek tot afwijking van een keur
kiel een zwaar balkvormig stuk hout over de gehele lengte van de boot.
kiel uitstekende rib onder de boot aangebracht om te voorkomen dat de boot verlijert - dient tevens als ballastmiddel.
kielen een schip overzij halen, om er van onderen het nodige werk aan te kunnen verrichten.
kieljacht jacht met een kiel
kiellegging het leggen van de kiel bij het begin van de bouw van een schip.
kiellichter breed, zwaar, vierkant vaartuig met platte bodem, waarmee zeer zware lasten worden vervoerd en waarmee schepen kunnen worden gekield.
kiellinie vlootformatie waarbij de kielen van de schepen in één lijn achter elkaar liggen.
kielmidzwaard een combinatie van een kiel en een midzwaard- systeem.
kielspeling UKC kleinste afstand tussen de onderkant van het kielvak van een schip en de bovenkant van de drempel of vloer van een sluis of bodem van de vaarweg
kielvlak het kielvlak is het denkbeeldige horizontale vlak dat raakt aan het diepst, onderwater stekende deel van het schip
kieuwnet enkelwandige visnet met een bepaalde maas- grootte, dat verticaal in het water drijft en waarin vissen verstrikt raken met hun kieuwen.
kiezelzuur algemene naam voor een zuur afgeleid van silicium.
kikker houten of metalen klamp met twee uitsteeksels om een schoot e.d. op vast te zetten.
kil diepe vaargeul tussen twee zandbanken in.
kilometerhok een locatie met afmeting één kilometer bij één kilometer.
kilometerraai een officieel vastgestelde, relatieve plaatsaanduiding langs de vaarweg, welke de afstand tot een bepaald nulpunt weergeeft
kimduiking het verschil tussen de zichtbare en de wezenlijke gezichtseinder voor een waarnemer die zich een eind boven het zeeoppervlak bevindt.
kinematische golf methode methode voor het berekenen van een gegradeerd variërend debiet in pijpleidingen waarin alleen wrijving- en zwaartekracht wordt beschouwd.
kinetische hoogtecoëf- ficiënt een getal dat de hoogte beschrijft waarbij een bestanddeel van het water zoals het BZV of gehalte aan opgeloste zuurstof stijgt of daalt.
kinetose medische benaming van bewegingsziekten, veroorzaakt door abnormale beweging van het lichaam of organen in het lichaam
kink een valse slag waardoor er een knoop in het touw of de kabel ontstaat.
kistdam een kistdam is een grond- en/of waterkerende constructie bestaande uit twee gekoppelde dam- wanden, waartussen zich grond of een andere vulmassa (meestal granulair materiaal) bevindt.
kjeldahl-stikstof de som van de gehalten aan organische stikstof en ammoniakale gebonden stikstof in een monster, bepaald onder voorgeschreven omstandigheden volgens Kjeldahl (na zwavel- zuurdestructie).
klaarmeester een medewerker van een rioolwaterzuiveringsinstallatie die belast is met het zuiveren (klaren) van afvalwater.
klaarzak zakvormig net dat in de bun wordt gehangen en waarin men vis bewaart
klacht uiting, het te kennen geven van ontevredenheid over iets.
klachten coördinator functionaris die de opname en afhandeling van klachten coördineert
klager persoon of instantie die een klacht indient.
klamp een stuk beslag dat dient om er een lijn op te beleggen.
klant persoon of instantie die pleegt te kopen of geregeld koopt.
klapbrug brug draaibaar om een horizontale as.
klaplong longbeschadiging door overdruk van uitzettende lucht in de longen tijdens het opstijgen van een duiker, omdat hij zijn adem heeft ingehouden.
klaren het compenseren van de druk door het dichtknijpen van de neus en tegelijkertijd druk op de neusgaten (en oren!) uitoefenen.
klaren het verwijderen van kinken en knopen in kabels, trossen en kettingen.
klaring handeling om zwevende deeltjes in een vloeistof te laten zinken om ze te verwijderen of de vloeistof te zuiveren.
klaringsvaartuig vaartuig ten dienste van de ambtenaren die zijn belast met het in- en uitklaren van schepen.
klasse verzameling objecten met overeenkomstige eigenschappen (‘kenmerken, associaties en gedrag').
klasse groep van meetwaarden, ingedeeld naar hun soort en/of kwaliteit.
klasse grens van / tot waarden groter / kleiner dan de hier opgegeven waarde behoren tot de klasse
klasserelatie samenstelling van samengestelde klassen
kleedhout beplanking op het raamwerk van een sluis.
kleedruimte ruimte in bedrijfsgebouw waar de mensen hun werkkleding aan- en uittrekken
kleef wrijving tussen de grond en een meet- of con- structie-element.
kleef (negatieve) omlaaggerichte wrijvingskracht op een paal door zetting van omringende grond, waardoor het nuttig draagvermogen van een paal wordt verkleind.
kleef (positieve) wrijvingskracht tussen een funderingspaal en de grond die een bijdrage kan leveren aan het draagvermogen van een paal
kleefgrens de overgangstoestand, in de consistentie van een grondmonster, waarbij het vochtgehalte van de grond zodanig is dat de grond niet meer aan metalen voorwerpen blijft kleven.
klei natuurlijk door of in water afgezet materiaal dat is ontstaan door verwering van gesteenten, behorende tot de fijnste groep afzettingsgesteenten
kleidam kering gemaakt van klei
kleilens lensvormige keiafzetting in of tussen zandlagen.
kleimineraal door verwering en ontleding van gesteenten en de mineralen waaruit deze bestaan, vallen vooral door de invloed van water, deze uiteen in elementaire zouten, hydroxiden en kiezelzuur.
klein gevaarlijk afval KGA
klein schip volgens het BPR een schip met een lengte van minder dan 20 meter, uitgezonderd een sleepboot, duwboot of vissersschip.
klein vaarbewijs bewijs dat in Nederland sinds 1 april 1992 verplicht is voor de watersport, voor schepen met een lengte van 15 meter of meer en motorboten van minder dan vijftien meter, die sneller kunnen varen dan 20 kilometer per uur.
kleine drukverliezen een element van een modelnetwerk die verband houdt met de toegevoegde turbulentie die zich voordoet in bochten, splitsingen, sensoren en afsluiters.
kleine watersport watersport waarbij gebruik wordt gemaakt van relatief kleine vaartuigen
klemming bijdrage aan de weerstand tegen toplaaginstabi- liteit doordat naast elkaar liggende toplaagelementen onderlinge beweging onmogelijk maken.
klep klep in een stuw
klepelmaaier maaiwerktuig, bevestigd aan een tractor, dat met behulp van ronddraaiende messen (de klepels) de begroeiiing van een talud verwijdert.
kleppenregister van kleppen voorzien rooster voor de regeling van aan- of afvoer van lucht
kleur (van water) puur water is kleurloos, transparant en helder, maar water kleurt zodra dit verschillende opgeloste stoffen bevat.
kleur licht de kleur van een lichtopstand langs de vaarweg
klimaat de gemiddelde weersituatie van een bepaalde streek gedurende een lagere periode (meestal minstens 30 jaar).
klimaatbestendig zodanig ingericht dat de effecten van de klimaatverandering opgevangen kunnen worden.
klimaatscenario voorspelling van een mogelijk toekomstig klimaat, gebaseerd op de ontwikkeling van klimaatfactoren zoals de uitstoot van broeikasgassen, temperatuur veranderingen en stijging van de zeespiegel.
klink dikteafname van een grondconstructie of -laag ten gevolge van autonome verdichting van het materiaal
klinker hardgebakken straatsteen
klinkhout hout dat in het water terecht gekomen is, verzadigd is met water en het habitat vormt voor organismen
kloon groep organismen die uit één enkele ouder is ontstaan door vegetatieve voortplanting
klopbrief keuringsbewijs van de dikte van de romp.
kluis opening in de boeg waar de ankerketting doorheen steekt.
k-minuutsom de waarde van een grootheid (meestal neerslag) te verkrijgen door sommatie over een periode van k opeenvolgende minuten.
knikspant een soort constructie bij boten waarbij de in de lengte lopende planken of de platen elkaar onder een hoek ontmoeten.
knoop een snelheid van één zeemijl (1,852 km.) per uur.
knoop aansluiting of kruising van de ene autosnelweg op de andere, of kruispunt van twee autosnelwegen. Een knoop is voorzien van een naam, niet van een afritnummer.
knoopnummer verkeersongeval knoopnummer van de kruising/segment waar het verkeersongeval heeft plaatsgevonden volgens de nummering van het AVV te Heerlen
knooppunt punt waar verschillende waterwegen samenkomen in een hydrodynamisch model.
knooppunt hoekpunt van een (driehoekig) element in een eindigelementen model.
knooppunt hoekpunt van een gridcel in een rooster- gecentreerd netwerk.
koel- en vriesschip schip ingericht voor het vervoer van gekoelde of bevroren lading.
koelschip schip met koelinstallaties voor het vervoer van levensmiddelen.
koelwater water waarmee iets gekoeld wordt
koers de voorwaartse richting van het langsscheepse symmetrievlak van een vaartuig.
koers door het water de richting waarin de boot zich door het water beweegt, rekening houdend met de drift.
koers over de grond de in werkelijkheid gevolgde koers, rekening houdend met variatie, deviatie, drift en stroom.
koerskruisend vaartuig vaartuig dat een zodanige koers voorligt dat zijn koers de koers van het eigen vaartuig kruist.
koerslijn lijn op de kaart van de gegiste of ware plaats van het schip naar een punt op de kaart waarheen men wil varen.
koersschrijver elektronisch instrument dat is aangesloten op het gyrokompas.
kofferdam ruimte tussen twee dicht opeen liggende waterdichte schotten.
kofferdekschip vrachtschip met een kofferdek
koffiezand niet wetenschappelijke term voor de inspoe- linglaag van een bodemprofiel bestaande uit niet verhard, bruin zand.
kokerworm anneliden (gelede wormen) die behoren tot de klasse der borstelwormen (Classis Polychaeta)
kol vistuig om kabeljauw te vangen
kolk met rooster een straatkolk met filter voor het inlaten van regenwater dat wordt geïnfiltreerd.
kolkaansluitleiding leiding die een kolk verbindt met het riolerings- netwerk, waardoor afvalwater van een afvoerend oppervlak kan worden afgevoerd
kolkmuur muur van de sluis.
kolonie een groep van dieren die tot dezelfde soort behoort en die bij elkaar wonen
kolonie vormende eenheden KVE een maat voor de aanwezigheid van bacteriën in een monster.
komberging de mogelijkheid voor stromend water om bij opstuwing (door bijvoorbeeld vloed) een 'uitweg' te vinden.
kombuis scheepskeuken, of gedeelte van de kajuit dat voor het koken wordt gebruikt.
kompas instrument dat dient tot het bepalen van de richting of de koers.
kompasboei boei waaraan schepen worden gelegd bij het compenseren van de kompassen.
kompashuis apparaat waarin het kompas wordt aangebracht.
kompaskoers KK de hoek tussen de kiellijn en het door het kompas aangegeven noorden.
komvisserij visserij waarbij kommen worden gemaakt door stelsels van palen in de zeebodem te steken en daartussen netten te spannen.
koningspaal middelste paal van een dukdalf.
koninklijk instituut voor de marine KIM in Nederland de enige instelling waar toekomstige beroepsofficieren voor de zeemacht worden gevormd.
koninklijk nederlands meteorologisch instituut. KNMI
koninklijk nederlands watersport verbond KNWV.
koninklijke marine onderdeel van de krijgsmacht dat bestemd is voor de oorlogvoering op, onder en boven de zee.
koninklijke nederlandse redding maatschappij KNRM
koninklijke nederlandse redersvereniging KNR
koolstof C chemisch element dat in alle organische verbindingen voorkomt [symbool C, atoomnummer 6]
koolwaterstof HC verbinding die bestaat uit koolstof (C) en waterstof (H), afgekort HC.
kop voor nemen het - varende tegen de stroom - zodanig veranderen van de vaarrichting van een vaartuig, dat het voor stroom komt te varen.
kopbaken in de grond gestoken sparboei die de zijden van een vaarwater markeert
kopeffect door stroomcontractie en turbulentie optredende erosie rond de koppen van strandhoofden of paalrijen.
koperslakblok blokvormig toplaagelement, gemaakt van het restmateriaal koperslakken.
kopjesduin een terrein met kleine duintjes en veel microrelief
kopnetje netje dat bij de sleepnetvisserij op haring en ansjovis van de kop van het vaartuig af gevierd wordt.
koppelverband normaal motorschip met ervoor of ernaast gekoppelde duwbak(ken)
kopsloot (Polder)sloot die dwars op de dijk of kade is gesitueerd.
kopwind wind waar men pal tegenin moet varen.
koraal koraal is een verzamelnaam voor verschillende bloemdieren, die een skelet maken.
koraalrif ondiepte in de zee die opgebouwd wordt door koralen
korplanken borden of deuren die een schrobnet openhouden.
korreldiameter korrelgrootte vergeleken met bolvormig deeltje met een gelijke dichtheid en een vergelijkbare diameter.
korrelig geactiveerd kool de verhitting van kool om actieve plaatsen te vormen die verontreinigende stoffen op kunnen nemen.
korreloriëntatie ligging van sedimentkorrels ten opzichte van de stroomrichting.
korrelspanning de spanning die uitsluitend door de korrels wordt verdragen.
korte golf golf, waarvan de lengte ten opzichte van de gemiddelde waterdiepte betrekkelijk klein is en waarbij de waterdeeltjes zich behalve in horizontale ook in verticale richting bewegen.
korte stoot volgens het BPR: een geluidssein dat ongeveer 1 seconde duurt.
kortsluitgeulen kortsluitgeulen doorsnijden het plaatgebied tussen hoofd- en nevengeul.
kosmitsjeskaja siste- jama poiska avarijinitsj soedov. COSPAS russische benaming voor SARSAT.
kosten (calamiteit) de gemaakte kosten die door een calamiteit zijn veroorzaakt.
kosten effectiviteit beoordelingscriteria voor strategieën die dienen om een bepaald doel te bereiken door het minimaliseren van de kosten en het maximaliseren van de opbrengsten binnen een beperkt budget.
kosten van reguleringswerk de kosten van onttrekking, opslag en behandeling.
kosten van watergebruik kapitale, operationele en onderhoudskosten.
kostendekkende exploitatie de mate waarin de kosten van waterdiensten kunnen worden afgedekt bij de betalingen van de watergebruikers.
kosteneffectiviteit maatregelen zijn kosteneffectief wanneer een maatregel een redelijke verhouding heeft in de mate van doelbereik tot de mate van de kosten.
kostensoort (calamiteit) typering van de kosten die zijn ontstaan door een calamiteit.
kostenterugwinning volgens de Kaderrichtlijn Water moet een redelijke mate van terugwinning van kosten van waterdiensten plaatsvinden en moet het water- prijsbeleid ervoor zorgen dat er adequate prijsprikkels zijn om een efficiënt gebruik van de beschikbare watervoorraden te bevorderen.
kotter stalen motorkotter van 20 a 40 meter lang
kraamkamergebieden gebieden waar veel zeedieren broeden, en waar de jongen onder beschutte omstandigheden kunnen opgroeien.
krabben het slepen van het uitgeworpen anker over of door de bodem, door windkracht en golfbeweging.
krachtenkoppel twee krachten die in tegengestelde richting maar niet op dezelfde plaats op een voorwerp inwerken
krammat laag stro of riet die tegen de helling van een dijk is aangebracht en met strobeugels bevestigd, om hem tegen de golfslag te beschermen.
kreek kleine natuurlijke waterloop in begroeid gebied, staand onder invloed van getij.
kreekrug lage wal, die zijn ontstaan dankt aan de in en langs de bedding van een kreek optredende relatief sterke sedimentatie en/of ontstond doordat bij de vorming van de kreek ter weerszijden daarvan veenmassa's voor de erosie gespaard bleven en vervolgens door ontwatering of bedekking (of moernering) gingen inklinken.
krengen een stilliggend schip doen overhellen om de zijde die boven water komt af te krabben of te herstellen.
kreukelbermverdedi- ging verdediging van dat deel van de waterkering dat ligt tussen de teen van de waterkering en het voorland
krib hoofd in een rivier, van rijs- of baardwerk en stenen
kribbakens vaste markeringsvoorwerpen die een gevaarlijk punt markeren.
kribvak rivierbodem tussen twee kribben
krimp daling van het grondoppervlak veroorzaakt door uitdroging van de grond.
krimp de relatieve vermindering van het volume van de grond, veroorzaakt door uitdroging eventueel met scheurvorming, uitgedrukt in het huidige volume grond ten opzichte van het oorspronkelijke volume grond.
krimpen de wind krimpt wanneer hij van richting verandert tegen de draairichting van de wijzers van een klok in
krimpgrens het vochtgehalte bij de overgang van halfvaste naar vaste toestand. De grond krimpt bij lagere vochtgehalten niet meer.
krimpkarakteristiek de relatie tussen het bodemwatergetal en het poriëngetal van bodemaggregaten.
kritiek grensprofiel het meest landwaarts gelegen grensprofiel.
kritiek verhang “het verhang waarbij de grondspanning gelijk wordt aan de waterspanning, met andere woorden de korrelspanning is nul. Door de stromingsdruk die stromend grondwater uitoefent op de korrels kan de korrelspanning tot nul reduceren - er ontstaat ”“drijfzand
kritiek verval de waarde van het verval, c.q. de lengte van de maatgevende kwelweg, waarbij juist geen piping of heave optreedt.
kritieke dichtheid de grenswaarde van de dichtheid van zand tussen losse- en vaste pakking
kritieke dijkvakken dijkvakken waar de marge op de keerhoogte kritiek is of bezwijken/falen aan de orde is (bedreigde dijkvakken)
kritieke glijvlak glijvlak voorkomend in een bepaald dwarsprofiel met de laagste evenwichtsfactor, die niet per sé lager dan 1 behoeft te zijn.
kritieke neerslagsom de specifieke neerslag die o.a. uit de regenduur- lijn is af te leiden en die behoort bij de maatgevende regenduur.
kritische afvoer afvoer die een kritische stroming in stand houd in een gegeven sectie van een waterloop met een vaste stromingsdiepte.
kritische snelheid snelheid waarbij de stroming veranderd van la- minair naar turbulent of omgekeerd.
kritische stroming stromingstoestand waarbij de watersnelheid gelijk is aan de voortplantingssnelheid van lange golven.
kronkelwaardgeul sikkelvormige laagte in een uiterwaard in de bin- nenbocht van een sterk gekromde rivier
kronkelwaardrug hoogte ontstaan door schoksgewijze sedimentatie in de binnenbocht van een sterk gekromde rivier
kroos naam van verschillende soorten waterplanten die samen de geslachten Lemna, Spirodela en Wolf- fia uitmaken
kruin hoogste punt in het dwarsprofiel van het dijkli- chaam.
kruin strook tussen buitenkruinlijn en binnenkruinlijn -
kruindaling vermindering van de hoogte van de dijkkruin ten opzichte van het NAP
kruinhoogte de momentane hoogte van het waterkerende element in een kunstwerk waar het water overheen stroomt bij een hogere waterstand.
kruinhoogtemarge het verschil tussen de kruinhoogte op de peildatum en Toetspeil met lokale toeslagen voor opwaaiing en buistoten, bui-oscillaties, seiches of slingeringen.
kruip geleidelijke vervorming van materiaal door een permanente belasting
kruip (van de grond) als functie van de tijd doorgaande verticale vervorming van grondlagen, bij gelijkblijvende korrelspanning.
kruiplijn afstand tussen de waterspiegel en het hoogste vaste punt van het schip.
kruipruimte lage ruimte onder een vloer voor ventilatie, leidingen en gelegenheid tot reparaties
kruisen laveren, tegen de wind op varen.
kruiser snel oorlogsschip, met als specifieke taken het beschermen van konvooien, verkennen en ver- kenningsafweer.
kruiser zeiljacht of motorjacht, met name voor de recreatieve toervaart op de binnenwateren
kruising een kruising is een ontmoetingspunt van wegen, waar het verkeer niet van weg mag wisselen.
kruispeiling positiebepaling, verkregen door gelijktijdige optische of radiografische peilingen op twee of meer vaste aardrijkskundige objecten (vuurtorens, bakens, boeien, enz.) en aangegeven door een cirkel en de tijd.
kruispunt een kruispunt is een ontmoetingspunt van wegen, waar het verkeer van weg mag wisselen.
kruisstroomfiltratie een proces dat omgekeerde stroming door een membraanoppervlak gebruikt om de opbouw van deeltjes te minimaliseren.
krullers steile brekende golven die meestal veroorzaakt worden door een sterke getijdenstroom.
kub achterste gedeelte van een fuik.
kub korte, van tenen gevlochten of van garen gebreide fuik zonder vleugels.
kub tenen mand waarin de vis voorlopig wordt bewaard.
kuberen bepalen van de zandhoeveelheid in een raai, een strook of in een balansgebied.
kuberen de inhoud berekenen
kunstmatig aangelegd waterlichaam door menselijke activiteiten tot stand gekomen oppervlaktewaterlichaam.
kunstmatig substraat het op kunstmatige wijze in het milieu aangebrachte (natuurlijke of niet-natuurlijke) substraat
kunstmatig waterlichaam een door menselijke activiteiten totstandgekomen oppervlaktewaterlichaam -
kunstmatige grondwa- teraanvulling de aanvulling van de grondwatervoorraad door middel van kunstmatige (geforceerde) methoden, (bijv. infiltratie, injectie).
kunstwerk civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen,waterkeringen en/of leidingen niet bedoeld voor permanent menselijk verblijf.
kurkenzak zak van gevlochten touw, gevuld met kurk of ander veerkrachtig materiaal, die als stootkussen wordt gebruikt.
kust waterkant langs een zee
kust handhavingsbeleid term die het regeringsbeleid om de ligging van de kustlijn te handhaven, aangeeft.
kust zone land en wateren vlakbij de kust, die wat betreft gebruik en ecologie door de zee beïnvloed worden.
kustachteruitgang het landwaarts verplaatsen van de kustlijn
kustconstanten rekengrootheden die worden gebruikt in de kustlijntheorie
kustdynamiek beweeglijkheid van de kust, proces van aanzan- ding en erosie waardoor de kustvorm steeds wijzigt.
kusterosie achteruitgang van de kust door het afslijpen van het land door de zee als gevolg van zandverlies.
kustfundament het gebied dat van belang is voor de bescherming van het laaggelegen deel van Nederland tegen overstroming en omvat landwaarts zowel duinen als zeedijken. De zeewaartse grens bestaat uit de doorgaande NAP -20 m lijn. Bij de aanduiding van de globale landwaartse begrenzing van het kustfundament is rekening gehouden met het meest problematische scenario over 200 jaar.
kusthoogtemeting bepaling van de hoogteligging van het strand en het duin.
kustlicht verzamelnaam voor alle aan of nabij de kust opgestelde lichtbakens ten behoeve van de scheepvaart
kustlijn volumetrisch bepaalde positie van denkbeeldige lijn ten opzichte van de RSP-lijn.
kustlijn handhaven het op de actuele positie vasthouden van de kustlijn
kustlijn retireren het landwaarts verplaatsen van de kustlijn, waarbij het beheer van de kustverdedigingstrook zodanig is dat geen veiligheidsproblemen ontstaan
kustplaats bebouwde kern die in of vlak achter de duinen ligt.
kustregressie de achteruitgang van de kust door het eroderen van het land door de zee
kustrivier langs de Nederlanse kust bestaande netto stroming van zuid naar noord.
kustvak deel van de kust, zoals onderscheiden bij de jaarlijks BKL-toetsing - gebaseerd op geografische eenheden (Waddeneilanden en voormalige eilanden in de Delta) en beheersgebieden (Hollandse kust).
kustverdedigingstrook de gehele strook van de kust die bijdraagt aan het garanderen van de veiligheid tegen overstroming van het achterliggende gebied
kustwacht dienst die als taak heeft het waarschuwen van alle daarvoor in aanmerking komende instanties wanneer er zich in het zee- en kustgebied een scheeps- of vliegtuigramp plaatsvindt.
kustwateren de oppervlaktewateren, gelegen aan de landzijde van een lijn waarvan elk punt zich op een afstand bevindt van één zeemijl zeewaarts van het dichtstbijzijnde punt van de basislijn vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten, zo nodig uitgebreid tot de buitengrens van een overgangswater -
kwadratisch gemiddelde RMS spreidingsmaat. RMS is de spreiding ten opzichte van een bepaalde gekozen waarde x0
kwadratisch gemiddelde (afstand) dRMS het kwadratisch gemiddelde van de radiale afstanden van de werkelijke positie tot de waargenomen positie zoals verkregen uit een aantal proeven
kwadratische opslag model opslag waarvan de het gebruikstempo een kwadratische functie is van de opslag.
kwakkuil fijnmazig, zakvormig net, opengehouden door twee van het achterschip schuin in het water gestoken bomen, onder andere voor de vangst van paling en garnalen.
kwalitatieve norm norm voor een eigenschap van iets.
kwalitatieve waterbe- oordeling analyses van water die gebruikt worden om de zichtbare of esthetische kenmerken van water te beschrijven.
kwaliteit hoedanigheid van een product m.b.t. het gebruik dat ervan gemaakt moet worden deugdelijkheid)
kwaliteit beheer het inrichten en onderhouden van de kwaliteit van de beheer en onderhoud processen.
kwaliteit tijdstap specificeert de tijdstap die nodig is om de waterkwaliteit veranderingen in een leidingnetwerk te volgen.
kwaliteitsaanduiding baggerspecie een aanduiding van de kwaliteit van de baggerspecie, waarbij de kwaliteitsaanduiding is gestoeld op landelijke richtlijnen hieromtrent (MILBOWA)
kwaliteitsbehoeften de behoefte of verwachting ten aanzien van de kwaliteit die opgegeven, geïmpliceerd of verplicht is.
kwaliteitsbeschrijving de kwantificering van de nauwkeurigheid van een product of proces.
kwaliteitsborging QA onderdeel van het kwaliteit management dat zich richt op het verzorgen van zekerheid of de kwaliteitseisen vervult zullen worden.
kwaliteitscontrole QC dat deel van het kwaliteitsmanagement dat zich richt op het voldoen aan de kwaliteitsvereisten
kwaliteitselement eigenschap van een waterlichaam waarop de toestand van dat waterlichaam volgens de Kwa- derrichtlijn Water wordt beoordeeld
kwaliteitskenmerk aanduiding van de hoedanigheid van uitvoering, bewerking en representativiteit van een meting, volgens een overeengekomen waarderingsschaal.
kwaliteitsklasse (regenwater) rubriceert de kwaliteit van afstromend regenwater in 4 klassen.
kwaliteitsmanagement gecoördineerde activiteiten die richting geven aan en controlerend zijn voor een organisatie (bv project) in het kader van het kwaliteit van her werk.
kwaliteitssysteem organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures, activiteiten, etc. die tezamen gericht zijn er voor te zorgen dat producten, processen of diensten zullen voldoen aan gestelde eisen.
kwaliteitswaarde aanduiding van de betrouwbaarheid van de waarde en interpretatieoordeel.
kwantitatieve neerslag voorspelling QPF voorspelling van de neerslag hoeveelheid.
kwantitatieve norm norm voor de hoeveelheid van iets.
kwantitatieve toestand een aanduiding van de mate waarin een grond- waterlichaam door directe en indirecte wateronttrekking wordt beïnvloed -
kwantitatieve water- beoordeling het gebruik van de analyses van watereigen- schappen en concentraties van stoffen en verontreinigingen om de waterkwaliteit te bepalen.
kwarts SiO2 een in de natuur voorkomende kristallijne vorm van siliciumoxide SiO2. Het komt wijd verspreid voor in alle vormen van gesteenten en is meestal wit en ondoorzichtig, maar kan kleurloos en helder zijn.
kwel in het algemeen: het diffuus uittreden van grondwater.In het bijzonder: het uittreden van grondwater onder invloed van grotere stijghoog- ten elders in het hydrologische systeem.
kwelintensiteit Uk het volume water dat door kwel de grond uittreedt, per eenheid van tijd en per eenheid van horizontaal oppervlak.
kwelkade in het direct aan de dijk grenzende achterland aangebrachte kade om afstromen van kwelwater te verminderen waarmee wordt getracht het optreden van pipingverschijnselen te voorkomen alsmede wateroverlast binnendijks tijdens hoge rivierafvoeren te beperken.
kwelscherm een ondoorlatend, in de regel verticale, constructie voor verlenging van de kwelweg
kwelsloot een sloot aan de binnenzijde van de dijk die tot doel heeft kwelwater op de vangen en af te voeren.
kwelweg een mogelijk pad in de grond die het kwelwater aflegt, van het intreepunt naar het uittreepunt.
laadboom boom die zodanig draaibaar aan de laadpaal of mast bevestigd is, dat hij zowel in horizontale als verticale richting kan draaien.
laadvermogen maximum gewicht aan lading die door het schip mag worden vervoerd
laafnet groot soort maalnet.
laag evenwijdig aan de wal afgemeerde rij boten.
laag rij in het zand gelegde, geaasde haken.
laag geleidelicht de laagste lichtopstand van de geleidelichten, waarmee de optimale/veilige vaarroute wordt aangegeven.
laag holland het gebied tussen Amsterdam, Zaanstad, Alkmaar en Hoorn.
laagdikte dikte van de laag baggerspecie in een depot of op de kant.
laagdynamische functies functies zoals natuur, bosbouw, drinkwaterwinning, extensieve landbouw en recreatie, waarbij stabiliteit de constante factor is.
laagfrequente golfhoogte hte3 HTE3 een schatter voor de golfhoogte van de deining.
laaggefundeerd land- hoofd landhoofd waarvan de aanlegdiepte beneden het maaiveld is gelegen.
laagst maatschappelijke kosten de laagst mogelijke totale kosten van een handeling, met inbegrip van de kosten van negatieve externe effecten of milieufunctieverlies.
laagste 3 grondwaterstanden het gemiddelde van de laagste drie grondwaterstanden die in een zomerperiode (1 april - 1 oktober) zijn gemeten. Hierbij wordt uitgegaan van metingen op of omstreeks de 14e en 28e van elke maand in geperforeerde buizen van 2-3 m lengte.
laagste astronomische getij LAT het laagste astronomische getij dat kan worden voorspeld
laagtype een voor de Nederlandse situatie karakteristieke bodemlaag
laagwater (rivier) LW toestand van lage rivierstand.
laagwater (zee) LW toestand van laagste getijstand -
laboratorium voor grondmechanica nu: GeoDelft
lage-afvoergeul stroombaan die gevuld is tijdens perioden met lage afvoer.
lagere overheid instantie ingesteld bij de Grondwet of provinciaal besluit met bepaalde taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het beheer van watersystemen en hun omgeving.
lagune door een rif of schoorwallen bijna of geheel afgesloten deel van de zee.
lamellenafscheider voorziening met geoptimaliseerde omstandigheden voor de bezinking van zwevende delen (door o.a. vergroting van het bezinkingsoppervlak)
laminaat harde kunststoflaag, vaak bestaande uit glasvezel en kunsthars.
laminaire stroming stromingstype dat overheersend door de viscositeit wordt bepaald. Bij laminaire stroming bewegen de waterdeeltjes zich (in hoofdzaak) evenwijdig aan elkaar..
lamineren materialen aan elkaar bevestigen.
lamme arm zijschroef en -as.
land een topografische - en internationaal rechtserkende eenheid.
land inrichtings commissie LIC
landapplicatie afvoer van afvalwater naar de grond voor behandeling of hergebruik.
landbouw chemicaliën alle chemicaliën die binnen de landbouw worden toegepast
landbouw gerelateerde vervuiling het vloeibare en vaste afval uit de landbouw, inclusief afstroming van pesticiden, meststoffen en voedingsplaatsen, erosie en stof door ploegen, natuurlijke mest, oogstresten en puin.
landbouwgronden grond aangewend ten behoeve van de landbouw
landelijk dijkhoogten- bestand gegevensbestand waarin de dijkhoogten zijn opgenomen
landelijk gebied alle gebieden die gelegen zijn buiten stedelijke en glastuinbouwgebieden.
Landelijke Coordinatie- commissie
landelijke rapportage toetsing de veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland
Landelijke Voorziening Omgevingsloket LVO
landfarming biologische grondreinigingstechniek waarbij de verontreinigde grond in een laag wordt uitgespreid en via natuurlijke microbiologische processen wordt gereinigd.
landgoed gebiedseenheid met minimale grootte van 5 hectare, minimaal bezet met 30 % bos en omzomingcriteria voor landbouwgronden.
landingsbrug in het water uitstekende steiger voor het in- en uitschepen van passagiers.
landschap het waarneembare deel van de aarde, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding van de factoren bodem, reliëf, water, klimaat, flora en fauna, alsmede het menselijk handelen
landschap, natuur en cultuurhistorie landschap-, natuur- en cultuurhistorische waarden.
landschappelijke oever oever waarvan de beplanting, inrichting en beheer is afgestemd op beleving, recreatie en landschapswaarden.
landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden. LNC- waarden
landschapsbeeld de ruimtelijke verschijningsvorm van het landschap.
landschapsecologische relaties de sturende ecologische processen en verbin- dingszones op landschapsschaal (v.b. grondwaterstromen of migratiebanen)
landschapsecologische
landschapselement individueel klein element in het landschap met een natuurwetenschappelijke, visuele en/of cultuurhistorische waarde
landschapsgebied een in het provinciaal beheers- en landschapsge- biedsplan aangewezen gebied, waarin wordt gestreefd naar de instandhouding en ontwikkeling van landschapselementen door middel van het ter beschikking stellen van vergoedingen aan landbouwers.
landsgrens juridische grens tussen bestuursgebieden
landvast touw waarmee een schip wordt vastgelegd aan de wal.
landziekte bewegingsziekte die in feite het tegengestelde van zeeziekte is.
lang schitterlicht LFl het licht toont regelmatig schitteringen met een duur van niet korter dan 2 seconden .
lange golf golf, waarvan de lengte ten opzichte van de gemiddelde waterdiepte betrekkelijk groot en (dientengevolge) de golfhoogte klein is zodat er vrijwel alleen sprake is van horizontale beweging der waterdeeltjes.
lange jaap vuurtoren in Den Helder
lange stoot volgens het BPR: een geluidssein dat ongeveer 4 seconden duurt. De tijdruimte tussen twee opeenvolgende stoten moet 1 seconde bedragen.
lange termijn hydrologische voorspelling voorspelling van de toekomstige waarden van een element van het waterregime voor een periode langer dan tien dagen na het afgeven van de voorspelling.
lange termijn perspectief verwachting/Prognose op langere termijn
langelier index LI een index die een weergave is van de evenwich- tigheids-pH van een water met betrekking tot calcium en alkaliniteit, toegepast bij het stabiliseren van water om zowel corrosie als aanslag te voorkomen.
langetermijnvisie schelde-estuarium in 2001 politiek vastgesteld document van de Vlaamse en Nederlandse regering waarin het streefbeeld voor 2030 vastgelegd is. De onderdelen zijn: instandhouden van de fysieke systeemkenmerken van het estuarium, maximale bescherming tegen overstromingen, optimale toegankelijkheid voor de Scheldehavens en een gezond en dynamisch ecosysteem.
langsscheeps evenwijdig aan de langsas van het schip.
langsstroming stroming van water over het talud evenwijdig aan de as van de dijk.
langstransport sedimenttransport evenwijdig aan kust of rivieroever.
langsvoeg doorgaande voeg in de lengterichting van beton- of metselwerk
langsvoeg spleet tussen blokvormige toplaagelementen aan de lange zijde van de blokken.
lanqszij langs de zijde van een schip.
lanqzame overqanq de berekening van de effecten van bekkenopslag en oscillaties met langere perioden in leidingsystemen.
last 10.000 stuks haring.
last de vangstquotum voor garnalen per vaartuig.
last twee ton gewicht.
last-in-first-out prop- strominq mengmodel wat er vanuit gaat dat er geen mening optreedt tussen waterpakketten in een tank.
lastlijn de waterlijn van het schip bij de grootste geoorloofde inzinking in zeewater
lastvlot diepgang van een geladen binnenvaartschip.
lateraal stelsel betonningsstelsel ter weerszijden van vaarwaters.
lateraalpunt zwaartepunt van het lateraal oppervlak
laterale markerinq markering waarmee de ligging van de vaarweg wordt aangeduid
laterale of lokale instroom instroom in een reservoir vanuit de lokale waterlopen die hierin hun water aflaten.
laterale of lokale instroom water wat een waterloop tussen twee peilschalen in binnentreedt.
lediqinqstijd de tijd die een rioolgemaal nodig heeft om een vol gevuld rioolstelsel te ledigen bij niet opeenvolgende buien (h) in een rioleringsgebied
leefbaarheid leefbaarheid is één van de vier thema's binnen Wegbeheer. Binnen dit thema zijn Ontsnippering, Bodemsanering, Landschap & milieu en Geluid verplichte onderdelen binnen het Regionaal Be- heerplan.
leeqloopleidinq buis of stelsel van buizen dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld een tank leeg te laten lopen. Bijvoorbeeld bij onderhoud.
leem grondsoort die fijner is dan zand, maar ook minder kleimineralen bevat dan klei en voor een groot deel uit fijne kwartskorrels bestaat kleiner dan 0.063 mm.
leendertse blokken type interlockelementen.
leqqer openbaar register van de beheerder, waarin onderhoudsplicht en de gewenste of vereiste (onderhouds)toestand van wateren, waterkeringen en andere waterhuishoudkundige werken en voorzieningen staan aangegeven, alsmede de keurbegrenzingen.
leqionella legionella wordt veroorzaakt door de bacterie Legionella pneumophilla
leidinq buis of samenstel van buizen waardoor een stof (vast, vloeibaar of gas) verpompt wordt of stroomt
leidinqtunnel ruimte voor het doorvoeren van leidingen
leidinqwater water, bestemd om te drinke, te koken, voedsel te bereiden of andere huidhoudelijke doeleinden, dat door een waterleidingbedrijf of een collectieve watervoorziening aan derden ter beschikking wordt gesteld.
lek niet waterdicht.
lek plaats waar iets lek is.
leklengte parameter die onder andere de verhouding tussen de doorlatendheid van de toplaag en de granulaire laag bevat en die bepalend is voor de grootte van het stijghoogteverschil over de toplaag en het verhang in de granulaire laag.
lekvermogen een maat voor het vermogen van een slecht doorlatende laag om water door te laten.
lengte LENGTE de grootste afmeting van een object
lengte op de waterlijn rechte afstand op de waterlijn tussen de meest voorste en achterste punten van de romp op deze lijn.
lengte oppervlaktewater in legger de lengte van het water volgens leggerafmetin- gen
lengte over alles LOA afstand in een rechte lijn tussen de meest voorste en meest achterste punten van de scheepsromp.
lengte transportleiding totale lengte van de transportleiding, gemeten langs de hartlijn
lengte vervangende damwand de lengte van de vervangende damwand in de richting van de waterkering gemeten
lengtegraad 1/360e deel van een parallel
lengteprofiel een denkbeeldige, langs de referentielijn lopende lijn
lengteprofiel verslag van gebeurtenissen veelal terwijl het gebeurt geschreven
lenspompput put voor de verzameling van lekwater voor en opstelling van de lenspomp
lenswater overtollig water
lenzen voor de storm weglopen met juist genoeg zeil of motorkracht om te voorkomen dat de zeeën van achteren inlopen en over het schip slaan.
leptospira bacterie die voorkomt in de urine van geïnfecteerde dieren en mensen en leptospirose veroorzaakt.
leren voor duurzame ontwikkeling programma uitgevoerd door Senternovem met als doel om effectieve leerprocessen op gang te brengen zodat in de samenleving keuzes voor duurzame ontwikkeling bewuster en laagdrempe- liger gemaakt kunnen worden.
lessinese steen blokvormig toplaagelement van natuursteen uit de groeven van Lessine, België.
letale concentratie LC50 de concentratie van een toxische stof waarbij proeforganismen sterven.
letale dosis LD50 de dosis van een toxische stof waarbij proeforganismen sterven.
levendigheid de hoogfrequente variabiliteit van het meetsig- naal.
levenscyclus alle stadia van een organisme vanaf de bevruchting van de eicel tot de bevruchting van de eicel in de volgende generatie.
levensduur periode waarin de primaire functie duurzaam moet worden vervuld.
levensduurverlengend onderhoud onderhoud waarmee de levensduur van een onderdeel wordt verlengd
levensgemeenschap verzameling van individuen van verschillende soorten die gezamenlijk in een biotoop leven
licht een aanwijzing ter verkenning en ondersteuning van de navigatie
lichtabsorptie de hoeveelheid licht die een bepaalde hoeveelheid water over een bepaalde periode kan absorberen.
lichtboei boei die een lichtsignaal geeft.
lichtemissie de hoeveelheid licht die uitgezonden wordt.
lichter schip met geringe diepgang zonder eigen voortstuwing.
lichterbrief consent tot het lossen van een gedeelte van de lading in een andere plaats dan is overeengekomen
lichtermoederschip vervoert drijvende laadbakken, die met een por- taalkraan of lift aan boord zijn gebracht, over de oceaan.
lichtmast mast bestemd voor het dragen van een of meerdere lichtmastarmaturen
lichtmast armatuur samenstel dat de lichtbron(nen) op een lichtmast draagt
lichtverzwakking de mate waarin de lichtemissie wordt geremd.
ligdagen dagen die benodigd zijn voor het laden en lossen.
liggeld geld dat aan de reder wordt betaald voor de tijd die het schip boven de bepaalde termijn ergens ligt om op lossing of lading te wachten.
lighaven haven bestemd voor schepen die later en elders hun lading lossen of laden.
light emitting diode LED halfgeleider die onder stroom licht afgeeft
ligplaats een ligplaats is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.
lij kant waar de wind naartoe gaat.
lij-erosie erosie aan de lijzijde van een obstakel dat het resulterend zandtransport onderbreekt.
lijk een persoon waarvan is geconstateerd dat hij/zij niet meer in leven is.
lijn touwwerk uit drie of vier strengen
lijn denkbeeldige streep op de aardoppervlakte.
lijngoot lijngoot voert voeren regenwater bovengronds af naar een voorziening. De goten bestaan uit prefab onderdelen met aan de bovenzijde een rooster.
lijnmarkering op of in het oppervlak van de verharding aangebrachte lijnen ter geleiding, waarschuwing, regeling of informatie van het verkeer.
lijnvaart door rederijen onderhouden scheepvaartdiensten tussen twee havens volgens een vast schema, een vaste route en een vaste prijs.
lijnvormige beplanting beschrijving van lijnvormige beplanting
lijnweergave weergave van een object door middel van een lijn
lijnwerptoestel apparaat waarmee een reddingsstation of reddingsboot een trosverbinding tot stand brengt met een schip in moeilijkheden of een drenkeling.
lijwaarts van het uitgangspunt af naar lij, met de wind mee.
lijwal kust onder de wind.
lijzijde zijde waar de wind niet op staat
limbus in graden ingedeelde rand van een hoekmeetin- strument.
limnofiel een voorkeur hebbend voor stilstaand water met rijke beplanting
limnologie wetenschap die zich bezig houdt met de studie van meren en open reservoirs, inclusief de hydrologische fenomenen, en met de nadruk op de analyse van het milieu.
lineaire opslag model opslag waarvan het gebruikstempo proportioneel is met de opslag.
linkeroever de oever die zich aan de linkerkant van de waterloop bevindt, wanneer men stroomafwaarts kijkt.
lintvoegmeting het op meerdere plaatsen meten van de hoogte van de horizontale voegen in metselwerk
lithofactor op het moedermateriaal betrekking hebbende onafhankelijke factor (o.a. chemie).
lithosfeer de aarde onder de hydrosfeer en de atmosfeer of meer speciaal de vaste gesteenten van de aardkorst
lithostratigrafie een systematische beschrijving van de aardkorst, waarbij met name aandacht wordt geschonken aan de gesteente-eigenschappen van de onderscheidende lagen.
litoraal oeverzone, gebied in de buurt van de kustlijn of oeverlijn van een zee, meer of rivier
litorale fauna het dierenrijk van de zee tot ± 400 meter diepte.
litorale zone (zoet) de zone waarin plantengroei mogelijk is
lloyd's of london verzekeringsmaatschappij voortgekomen uit het in 1688 opgerichte Lloyd's.
lloyd's open form verkorte omschrijving van Lloyd's Standard Form of Salvage Agreement.
lloyd's register of shipping classificatiebureau
local hour angle LHA de hoek tussen de meridiaan waarop de aardse projectie ligt en de meridiaan waarop de aangenomen waarnemer zich bevindt.
locatie aanduiding van de geografische plaats van een object
locatiebeschrijving een al dan niet aanvullende omschrijving van de ligging van een object, indien deze niet of onvoldoende kan worden aangegeven middels de adresgegevens
locatiekenmerken eigenschappen van de locatie die bepalend zijn voor de prestatie en/of toepasbaarheid van een basistechniek.
locatiepunt topografische unieke aanduiding van een herkenningspunt binnen een deelwatersysteem.
lodicator instrument waarmee de spanningen in een schip worden gemeten.
loding resultaat van loden
loef kant waar de wind vandaan komt.
loefwaarts van het uitgangspunt af meer naar loef, tegen de wind in.
loefwal de wal waar de wind vandaan komt.
loefzijde zijde waar de wind op staat.
log instrument om de snelheid van een vaartuig te meten, of de verheid (de afgelegde weg), of beide.
loggen met een log de vaart van het schip bepalen.
logger iemand/of apparaat die het logboek vult
logisch model aquo LMA gegevensmodel met afspraken over de opslag van de gegevens over water. Voorheen ook bekend als Logisch Model Adventus
lokaal beheerplan droog LOKBPD een (niet verplicht) document in de systematiek van Wegbeheer, waarin op dienstkringniveau maatregelen worden onderbouwd. Het LokBPD richt zich in hoofdzaak op instandhouding.
lokaal grondwater systeem aquifers die snel reageren op een aanvulling als gevolg van een ondiepe grondwaterspiegel en/of de nabijheid van aanvoer en afvoergebieden.
lokale opwaaiing opwaaiing tussen de locatie waarvoor de hydraulische randvoorwaarde wordt gegeven en de waterkering.
longitudinale sectie verticale sectie langs een waterloop over de as.
loodbroodjes blokken lood, ter grootte van kleine baksteentjes, die worden gebruikt om een boot de nodige diepgang en ballast (stabiliteit) te geven.
loodlijn de kortste afstand van een meetpunt naar een raai.
loodlijn mechanisch instrument om diepten te meten (Lood en lijn)
loods gekwalificeerde zeeofficier in dienst van het loodswezen die schepen naar binnen en naar buiten loodst door de gezagvoerder of diens vervanger aanwijzingen te geven voor de navigatie.
loodswezen bedrijf dat zich bezighoudt met het plaatsen van loodsen op schepen.
loodswezen informatie systeem LIS informatiesysteem dat gebruikt wordt door het Vlaamse en Nederlandse loodswezen.
loogbindend vermogen LBV de mogelijkheid van een vloeibaar mengsel om een zekere hoeveelheid OH-ionen te binden
looptijd tijd die benodigd is voor een hoogwatertop om een riviergedeelte tussen twee plaatsen (meestal peilstations) te doorlopen.
loopzand zand met een zeer lage korrelspanning
loran elektronisch plaatsbepalingsysteem, waarbij het tijdsverschil tussen twee ontvangen signalen zichtbaar wordt gemaakt op een kathodestraal- buis.
losgooien het losmaken van de landvasten om af te varen.
lossen een lading uitladen.
lostijd de verwachte of werkelijke tijd die nodig is om het transportmiddel te lossen.
lowest observed tide LOT het laagste tij dat men op een bepaalde plek ooit heeft waargenomen.
loxodroom lijn op het aardoppervlak die alle meridianen onder gelijke hoeken snijdt.
lozen het door middel van een werk, of op andere (indirecte) wijze, brengen van water in een oppervlaktewater, zonder dat het water daarbij uit een ander oppervlaktewater is gehaald.
lozen brengen van stoffen in een oppervlaktewaterli- chaam of brengen van water of stoffen op een zuiveringtechnisch werk
lozer persoon of instantie die afvalstoffen op het oppervlaktewater laat wegvloeien.
lo- zing/onttrekking/afvoe r/aanvoerpunt Loz./onttr.
lozingenbesluit
lozingenbesluit open teelt en veehouderij. LOV
lozingsnorm Loz.norm een gehanteerde norm voor de maximaal toelaatbare belasting van een afvalwaterstroom op een bepaald milieubelastend aspect.
lozingsobject jaargegevens de kwantitatief meetbare gegevens van een lo- zingsobject die betrekking hebben op een vol kalenderjaar
lozingspunt Loz.punt het punt waar door middel van een werk water in een oppervlaktewater wordt gebracht, zonder dat het water uit een ander oppervlaktewater afkomstig is
lucht het in hoofdzaak uit zuurstof en stikstof bestaande gasmengsel dat de aarde tot op zekere hoogte omgeeft. Deze luchtlaag heet dampkring of atmosfeer.
lucht behandelen de lucht afkomstig van de afzuiging van procesonderdelen ontdoen van geurstoffen, bijv. d.m.v een lavafilter
lucht intreewaarde pae de hoogste waterdruk (de laagste zuigspanning) waarbij water in de poriën door lucht wordt vervangen.
luchtaanvoerafsluiter het afsluiten van beluchtingelementen in beluch- tingstank
luchthelm bufferruimte voor lucht
luchtkamer ruimte die samengedrukte lucht bevat en daardoor erg lage minimum drukken in een pijpleiding, en daarmee kolom separatie, voorkomt.
luchtkussenvoertuig voertuig dat zich enigszins boven water, ijs, moeras en tamelijk vlakke vaste grond snel kan voortbewegen, door een luchtlaag tussen de bodem en het oppervlak te persen.
luchtsluis luchtdichte sluis met dubbele deuren
luchtverhitter luchtverwarmingsapparaat
luik opening in het dek of in een dwarsschot.
lutum korrelfractie bestaande uit minerale deeltjes kleiner dan 0,002 mm
luxe motor klassiek motorschip met zogenaamde 'luxe roef' achter de stuurhut.
maaiboot vaartuig waarmee het water en of de slootkant mee kan gemaaid worden
maaikorf maaiwerktuig aan een tractor of mobiele kraan, bestaande uit een bak met snijmessen, waarmee de begroeiing van een talud of waterbodem wordt verwijderd.
maaiveld hoogteligging van het grondoppervlak in een gebied, met uitzondering van taluds en bermen of andere (kunstmatige) verhogingen dan wel verlagingen.
maalnet schepnet met rechte steel.
maalstroom draaikolk of opeenvolging van draaikolken, veroorzaakt door twee tegen elkaar inlopende (zee)stromen.
maanmaand de tijd die de maan nodig heeft om tot dezelfde schijngestalte terug te keren, nagenoeg 29 dagen en 13 uren.
maansculminatie de doorgang van de maan door de plaatselijke meridiaan, d.w.z. of het bereiken van haar hoogste stand boven de horizon (bovendoorgang) of haar passage onder de horizon (onderculminatie).
maansverloop MV het tijdsverloop tussen de maanbovendoorgang en het daarop volgend hoog- of laagwater op een bepaalde plaats.
maaswerken uitvoeringsprogramma van het ministerie van V&W met als doelen hoogwaterbescherming in 2015, natuurontwikkeling, verbetering van de scheepvaartroute en delfstoffenwinning voor de onbedijkte Maas
maatgevend boezem- peil de gemiddelde waterstand in de boezem tijdens maatgevende omstandigheden, inclusief het effect van stroming en/of opwaaiing in het stelsel van waterlopen
maatgevend schip grootste schip dat de desbetreffende vaarweg vlot en veilig kan bevaren
maatgevende diepgang de gemiddelde maximale diepgang van de voor de betreffende vaarweg maatgevende schepen
maatgevende hoge waterstand (beroepsvaart) MHW de waterstand die gemiddeld 1% van de tijd wordt overschreden
maatgevende hoge waterstand (pleziervaart) MHW de waterstand die gemiddeld 2% van het zomerhalfjaar wordt overschreden
maatqevende laqe waterstand (beroepsvaart) MLW de waterstand die gemiddeld 1% van de tijd wordt onderschreden
maatqevende laqe waterstand (pleziervaart) MLW de waterstand die gemiddeld 2% van het zomerhalfjaar wordt onderschreden
maatqevende locatie een maatgevende locatie is dat punt op de waterkering, waarvan de eigenschappen (b.v. hoogte) maatgevend worden verondersteld voor een gedeelte van de kering: het vak.
maatqevende locatie set een maatgevende locatie set is een verzameling van maatgevende locaties (lijnen of punten) van een waterkering die een zelfde vakverdelingty- pering hebben.
maatqevende peil verwachtinq de voorspelde waterstand.
maatqevende re- qenduur de uit de regenduurlijn af te leiden duur van een bui die, bij een gegeven bergingsmogelijkheid, bepalend is voor de afvoercapaciteit, nodig om nog juist wateroverlast te voorkomen.
maatqevende waterstand waterstand in de boezem tijdens maatgevende omstandigheden, inclusief het effect van stroming en/of opwaaiing in het stelsel van waterlopen.
maatjesharinq jonge haring, waarvan de hom of kuit nog niet ontwikkeld is
maatlat schaalverdeling die de toestand van een water kwalificeert als ‘zeer goed', ‘goed', ‘matig', ‘ontoereikend' of ‘slecht'.
maatreqel actie die genomen moeten worden om de doelstellingen te halen
maatreqel beheersactiviteit (enkelvoudig) ten behoeve van het op het gewenste kwaliteitsniveau houden of brengen van de vastgestelde functies van een watersysteem.
maatreqel activiteiten die worden uitgevoerd ter verbetering van werken.
maatschappelijke qroeperinq een aantal personen dat door een op de samenleving betrekking hebbend(e) belang, beginsel of taak verenigd zijn.
maatschappelijke innovatie aqenda water MIAW
maatschappelijke kos- ten-batenanalyse MKBA wordt bij grote projecten uitgevoerd. De voor- en nadelen van een project voor de omgeving worden daarbij in geld uitgedrukt, zodat een goede afweging gemaakt kan worden of het project wel of niet door kan gaan.
maatschappelijke schade schade aan de dagelijkse gang van zaken (maatschappij) en waar de gemeenschap en in principe niet het individu voor op draait
maatschappij tot uit- voerinq van zuiderzeewerken MUZ
maatschapvisser visser die met anderen in maatschap zijn bedrijf uitoefent.
maatvis vis die (net) de wettelijk voorgeschreven minimummaat haalt.
machinejournaal journaal waarin de werking van de scheepsmachine en wat daarop betrekking heeft wordt opgetekend.
macrobenthos op of in de zeebodem levende dieren die groter zijn dan 1 mm.
macro-economie die tak van de economie die zich bezig houdt met de studie van geaggregeerd economisch gedrag.
macrofauna met het blote oog zichtbare ongewervelde dieren.
macrofyten verzamelnaam voor de wat grotere planten (geen algen / wieren) die je ziet in het water en op de oever
macroplankton alle planktonische organismen die tussen 2 cm en 20 cm groot zijn.
macrostabiliteit de weerstand tegen het optreden van een glij- vlak in het talud en de ondergrond
magnesium Mg chemisch element uit de tweede groep (aardalkalimetalen) van het periodiek systeem, atoomnummer 12, licht glanzend zilverwit metaal (symbool Mg).
magnetische koers door magnetisch kompas aangegeven koers
magnetometrie techniek waarbij men metalen objecten kan vinden op basis van magnetische velden
malacologie wetenschappelijke studie van weekdieren of Mollusca
malen de beweging van de schroefbladen.
malen het naar lucht happen van een school haring, waarbij het lijkt alsof het regent.
manager besluitvormer
mangat opening, net groot genoeg om een man door te laten, met een wegneembaar deksel
mangat modelelement voor alle netwerk nodes waarvan de vorm en volume voldoende nauwkeurig genoeg benaderd kan worden door een verticale cilinder met een gegeven diameter.
manning coëfficiënt wandruwheid van bodem en talud, afhankelijk van de begroeiing- toestand, bochten, aanzan- dingen, obstakels en andere onregelmatigheden in het dwarsprofiel
manoeuvreerlichten lichten ter ondersteuning van de voorgeschreven fluitseinen bij het manoeuvreren.
manoeuvreren het schip door middel van roer- en schroefbewe- gingen in een bepaalde positie brengen
manometer instrument voor het meten van luchtdruk
mantelbuis beschermingsbuis
mantelwrijving de bij het sonderen gemeten wrijvingskracht die de grond uitoefent langs een gedeelte van de sondeerstang
marconist radiotelegrafist aan boord van zeeschepen.
mare clausum een bevaarbaar open water, zoals een zee, waarvan één land de heerschappij heeft en dat ontoegankelijk is voor alle andere landen.
mare liberum een bevaarbaar open water, zoals een zee, dat open is voor schepen van alle landen.
mare liberum vrije zee
mare nostrum een bevaarbaar open water, zoals een zee, waarvan één of meerdere landen de heerschappij hebben.
marge afstand landwaarts van de basiskustlijn die onder geen beding mag worden overschreden.
marge verschil (tussen hoeveelheden, maten, kwaliteiten)
marginaal detecteerbare bias MDB de minimale grote van een blunder in een waarneming die nog gedetecteerd kan worden met gegeven waarschijnlijkheden van type 1 en 2 fouten
marginaal detecteerbare fout MDE de maximale fout veroorzaakt door een marginaal detecteerbare bias in een van de waarnemingen
marginale kosten verschil in totale kosten tussen het produceren van n en (n-1) eenheden.
marginale opbrengsten wordt voor de nde uitgevoerde eenheid gedefinieerd als het verschil in totale opbrengst van de verkoop van n in plaats van (n-1) eenheden.
mariene afzetting afzetting van sediment door de zee.
mariene sneeuw de permanente neerslag van voornamelijk marien detritus dat in de diepzee naar beneden dwarrelt
marifoon vHF-radiotelefoon, voor communicatie tussen schepen onderling en tussen schepen en kust- stations.
marine oorlogsvloot
mariotte fles een zodanig geconstrueerde fles of tank, waarbij de via een kraan uitstromende hoeveelheid vloeistof per tijdseenheid onafhankelijk is van de vullingsgraad van de fles of tank.
maritiem research instituut nederland MARIN
maritieme meteorologie tak van de meteorologie die zich richt op de studie van de atmosfeer boven zee.
maritime identification digit MID de eerste drie cijfers van het MMSI-nummer
maritime mobile service identification MMSI identificatiecode van alle onder de schepenwet vallende schepen.
maritime safety information MSI veiligheidsinformatie voor de scheepvaart, te ontvangen via Navtex of ECG
markeerboei boei om tijdelijk een richting af te bakenen, bijvoorbeeld bij hardzeilen, het vegen van mijnen of het uitdiepen van een vaarwater.
markering op of in het oppervlak van de verharding aangebrachte figuraties of lijnen ter geleiding, waarschuwing, regeling of informatie van het verkeer.
markeringslicht lichten die toegepast worden om o.a. obstakels op de vaarweg aan te geven.
markov proces stochastisch proces zodanig dat de conditionele kansverdeling voor de toestand van iedere toekomstige instantie, gegeven de huidige toestand, onaangetast is door aanvullende kennis van het verleden van het systeem.
massa balans de vergelijking van de massa's van een bepaalde (vloei)stof betrokken bij toevoer en afvoer en, in geval van niet-stationaire situaties, verandering in berging over een bepaalde periode en binnen een gegeven gebied.
master zender in een radionavigatiesysteem.
materiaal / materieel de werktuigen, instrumenten en grondstoffen waar een instantie beschikking over heeft om te worden ingezet tijdens de bestrijding van een calamiteit.
materiaalfactoren de partiële factoren, die op de karakteristieke materiaalparameters worden toegepast om onzekerheden in de grondeigenschappen te verdisconteren.
materiaaltransport faalmechanisme waarbij uitspoeling vanuit onderlagen leidt tot ondermijning van de toplaag.
matrische component van de waterdruk pm de druk die gelijk is aan de tensiometerdruk, verminderd met de overdruk van de bodemlucht t.o.v. de atmosferische druk.
maximaal aanvaarde concentratie MAC maximaal aanvaarde concentratie van een gas, damp, nevel of stof in de lucht op de werkplek.
maximaal debiet lo- zingspunt de maximale hoeveelheid debiet die via een werk in voorkomende (reële) situaties kan worden
maximaal ecologisch potentieel MEP de toestand van een overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) aldus ingedeeld sterk veranderd of kunstmatig waterlichaam
maximaal mogelijk hoogwater grootste hoogwater wat verwacht mag worden onder aanname dat alle factoren die de grootste regenval en maximale afstroming produceren gelijktijdig voorkomen.
maximaal toegestane afmetingen de grootste lengte, breedte, diepte (bij streefpeil of bij een opgegeven waterstand) en hoogte (bij streefpeil of bij een opgegeven waterstand) van een vaartuig op de vaarweg
maximaal toelaatbaar risiconiveau MTR een in de Vierde Nota waterhuishouding gedefinieerde minimum waterkwaliteit waarbij 95% van de potentieel aanwezige soorten in een ecosysteem in theorie is beschermd.
maximaal toelaatbare zakking de gestelde maximaal toelaatbare zakking van de leiding
maximum niveau het maximale niveau tot waar het water kan stijgen in een opslagtank.
maximum proctor- dichtheid hoogste dichtheid van grond die in een gestandaardiseerde proefprocedure wordt bereikt als het watergehalte wordt gevarieerd
meander stel van twee opeenvolgende rivierbochten.
meander breedte amplitude van een volledig ontwikkelde meander.
meander lengte afstand langs de rivier tussen twee corresponderende punten gelegen in de extremen van twee opeenvolgende, volledig ontwikkelde, meanders.
meanderen natuurlijk bochtig verloop van een beek of riviertje.
meandergebied dat deel van het stroombed dat ligt tussen twee parallelle lijnen dwars op opeenvolgende, volledig ontwikkelde meanders op hun grootste afstand.
mechanisch baggeren het gebruik maken van de mechanische actie van een graafelement voor het ontgraven van de grond.
mechanische beluchting gebruik van mechanische energie om lucht in water te injecteren om een afvalstroom te creëren om zuurstof te absorberen.
mechanische flotatie een term die gebruikt wordt in de minerale industrie om het gebruik van verspreide lucht om bellen met een diameter van 0,2 tot 2 mm te beschrijven.
mechanisme een mechanisme geeft de wijze aan waarop regenwater wordt verwerkt, behandeld.
mechanistisch model model wat een structuur heeft die een expliciete weergave is van de kennis van fysische, chemische, biologische en/of ecologische processen.
media materialen die een barrière vormen voor de passage van bepaalde gesuspendeerde vaste stoffen of opgeloste vloeistoffen in filters.
mediaan aanduiding van die korrelgrootte van een kor- relmassa waarboven, resp. waaronder 50% van de deeltjes ligt met een grotere, respectievelijk een kleinere afmeting - uitgedrukt in microns.
medium een willekeurige materie in vaste, vloeibare of gasvormige fase dat chemische stoffen of biotaxa kan (over-)dragen.
mediumgroot watersysteem een watersysteem dat 3.300 tot 50.000 klanten bedient.
meeligger schip dat ongeveer dezelfde koers voorligt als het eigen schip.
meer een massa stilstaand landoppervlaktewater
meerboei permanent gelegde stalen boei waar een boot aan bevestigd kan worden zonder dat deze haar eigen anker behoeft te gebruiken.
meerdijk een primaire waterkering, geleden langs in het algemeen grote wateren, anders dan rivieren, zonder getijdenwerking
meergeulenstelsel de Westerschelde bestaat uit een meergeulen- stelsel: zowel voor het opkomende als voor het afgaand water zijn er afzonderlijke eb- en vloed- geulen. Tussen deze twee hoofdgeulen in ontstaan zandplaten, zelf doorsneden met een wirwar van kleinere geulen. Bij de aansluiting van de vloedgeulen op de ebgeul, daalt de stroomsnelheid. Hierdoor bezinkt het opgewerveld sediment en vormen ze er ondiepe plekken of drempels. Stroomopwaarts van Antwerpen gaat het meergeulenstelsel over in één enkele geul.
Meerjarenplan Ont- snippering MJPO
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport MIRT
meermolm organisch materiaal, grotendeels bestaande uit veenachtig materiaal, dat oorspronkelijk is afgezet onder water in plassen en meren
meersporenbeleid
meertraps validatie validatie methode die toegepast wordt op kritieke stappen in het modelbouw proces.
meertrapsproef procedure waarbij één monster wordt gebruikt voor meerdere belastingstrappen.
meest milieuvriendelijk alternatief MMA
meest waarschijnlijke hoeveelheid MPN geeft het meest waarschijnlijke aantal bacteriën aan in een bepaald volume water.
meetbeschikking heffing Meet- besch. heffing aanduiding van de locatie, methode en nauwkeurigheid van de meting aan een afvalwaterstroom, uit te voeren door een zelf- metende/bemonsterende instantie
meetbrief internationaal document waarin de hoofdafmetingen van het schip en de bruto en netto tonnenmaat vermeld zijn.
meetcampagne een meetcampagne is een verzameling van metingen van meerdere meetvaartuigen gedurende meerdere dagen in opdracht van een instantie.
meetfout fouten in de geobserveerde data die een functie zijn van menselijke of instrumentele fouten tijdens de inwinning.
meetgoot kunstmatige vernauwing in een waterloop waardoor kritische stroming wordt teweeg gebracht om debieten te kunnen meten.
meetinstrument apparaat ingericht voor het meten/waarnemen van één of meer fysische, chemische of biologische parameters/grootheden.
meetlocatie Meetloc de aanduiding van de plaats waar een meting is verricht of waarvoor een Monitoringprogramma is opgesteld.
meetnet stelsel van samenhangende meetstations, meet- en/of bemonsteringspunten.
meetnetinhoud de meetpunten die binnen een meetnet vallen
meetnorm gehanteerde norm voor de maximale belasting op een bepaald milieubelastend aspect
meetobject aanduiding van een fysieke plaats waar een meting is/wordt verricht.
meetplan opzet voor een meting.
meetpuntverslag gegevens betreffende een meetpunt op een bepaald moment.
meetput civiele constructie waarin meetapparatuur (bijvoorbeeld debietmeting) is opgesteld
meetraai plaats in een waterloop, loodrecht op de as van de waterloop, waar hydrometrische metingen worden uitgevoerd
meetschot schotvormige meetstuw met een scherpe kruin.
meetsysteem bestaat uit één of meerdere meetpunten en, indien geautomatiseerd, uit een registratieappa- raat waar de meetwaarden worden bewaard, eventueel worden bewerkt
meetvaartuig vaartuig waarvanaf metingen worden verricht
meetverwachting waarde waartoe de gemiddelde meetwaarde nadert bij een toenemend aantal meetwaarden
megajacht motorjacht langer dan veertig meter.
megaplankton megaplankton omvat alle planktonorganismen tussen de 20 en 200 cm groot
megaribbels zeer grote zandgolven op de zeebodem.
meiobenthos op of in de zeebodem levende dieren die kleiner zijn dan 1 mm.
melder (Niet) natuurlijke rechtspersoon of instantie die een mededeling doet omtrent een gebeurtenis.
melding een binnenkomende mededeling (kennisgeving) over een gebeurtenis, geconstateerde waarneming of een geconstateerd feit, meestal in de vorm van een klacht of noodsignaal.
melding min of meer officieel bericht van een gebeurtenis
melding een ingediende klacht of melding waarin mededeling wordt gedaan over een gebeurtenis of een omstandigheid met betrekking tot de aangelegenheid die verband houdt met de taken van het waterschap (waterbeheerder)
meldingslocatie locatie waarop de melding van toepassing is
membraan een filter met kleine poriën, dat onder andere wordt toegepast om actief slib en gezuiverd effluent van elkaar te scheiden.
membraanbioreactor MBR gesuspendeerd actiefslibsysteem waarbij de scheiding van actiefslib en het gezuiverde effluent plaatsvindt met behulp van membranen in plaats van door bezinktanks.
memorandum van overeenstemming MvO beschrijft de uitgangspunten, de aanleiding, het doel en de onderlinge samenwerkingsstructuur tussen twee partijen.
mengmonster een samengesteld monster dat wordt verkregen door (deel)monsters, die op twee of meer plaatsen zijn genomen, te mengen.
mengsel twee of meer verschillende elementen die bij elkaar gehouden worden in vastgestelde gehaltes door de aantrekkingskrachten die chemische bindingen worden genoemd.
mengtank tank voor het mengen van twee of meer vloeistoffen
mens het hoogst ontwikkelde, in biologische zin tot de klasse der zoogdieren behorende wezen, dat zich vooral door zijn rede en zijn taal van de dieren onderscheidt
mer- beoordelingplichtige activiteit activiteit met zodanige kenmerken dat het bevoegd gezag per geval moet beoordelen of het maken van een milieueffectrapportage verplicht is.
mercatorprojectie cartografische afbeelding waarbij de lengte- en breedtegraden als rechte lijnen zijn afgebeeld.
meridiaanconvergentie de hoek tussen het kaartnoorden en het ware noorden
meroplankton dierlijke organismen die in de bodem leven en kleiner zijn dan 1 mm
mer-plichtige activiteit activiteit met zodanige kenmerken dat het maken van een milieueffectrapportage verplicht is.
mesopelagisch dat deel van het oceaanrijk dat ligt tussen ongeveer 200 en 1000 meter diepte.
mesoscaaf diepzeecabine voor geringere diepten.
mesotraphent gezegd van planten die voorkeur hebben voor mesotrofe omstandigheden.
mesotroof matig voedselrijk.
mesotroof milieu intermediair milieu tussen voedselrijk en voed- selarm.
mestbewerking het behandelen van dierlijke mest, zodat deze beter als mest kan worden gebruikt, of voor andere functies geschikt wordt.
meststof iedere stof die een stikstof verbinding of verbindingen gebruikt op het land om de groei van vegetatie te bevorderen.
meststoffengroep aanduiding van de gevaarscategorie van vaste minerale anorganische meststoffen overeenkomstig de indeling van publicatiereeks gevaarlijke stoffen 7
metaalzout een chemische stof die verschijnt wanneer metaal met zuur behandeld wordt of wanneer er met zuur geneutraliseerd wordt.
metadata gegevens over gegevens.
meta-informatie informatie over informatie
metamorf qesteente een rots gevormd door de toepassing van een relatief hoge temperatuur en druk op bestaande rotsen en gesteenten.
meter waterkolom eenheid voor druk, gebaseerd op de hoogte van het water dat de druk geeft.
methanoqeen methaan vormend.
methode NDVI vaste, weldoordachte werkwijze om een bepaald doel te bereiken - werkwijze, systeem
methode van muskin- qum benaderingsmethode voor het berekenen van de afvlakking van een hoogwatergolf.
methyl kwik (Organische) Methylkwik verbindingen zoals gevonden in industrieel effluent worden aangemaakt in acetaldehyde fabrieken die kwik- sulfaat gebruiken als katalysator.
metinq het kwantitatief invullen van de toestand van een grootheid, verkregen uit één waarneming, één opname of één monstername op één meet- locatie.
me- tinq/onderhoudsschem a Meting /
metrerinq de afstand in meters tussen het nulpunt van een raai en het nulpunt van de hoofdraai, gemeten langs die hoofdraai.
metselzand natuurlijk zand gebruikt voor de aanmaak van metselspecie. Veelal wordt hiervoor grof zand gebruikt met een M63 van circa 300 pm tot 600 pm.
m-qetal (indicator methyloranje) het quotiënt van de hoeveelheid hydroniumio- nen, resp. hydroxylionen en het volume water dat deze hoeveelheid opneemt indien de pH daarvan op 4.4 (het omslagpunt van de indicator methyloranje) wordt gebracht.
micro filtratie systeem MFS wordt gebruikt voor de volledige automatische scheiding van vaste stoffen van vloeistoffen.
micro verontreiniqers stoffen die een negatief gezondheidseffect of ongunstige ecologische verandering teweegbrengen zelfs wanneer deze in lage concentraties beschikbaar zijn.
microbenthos alle organismen die op of in de bodem leven van zeeën, meren en rivieren en die kleiner zijn dan 0,063 mm.
microbiële afbraak afbraak van chemische verbindingen door bacteriën.
microbiële qroei de vermenigvuldiging van micro-organismen zoals bacteriën, algen, diatomeeën, plankton en schimmels.
microbioloqische ver- ontreiniqinq vervuiling met micro organismen die ziekte kunnen veroorzaken in mensen of dieren.
micro-economie die tak van de economie die zich bezig houdt met de studie van consumenten, individuele bedrijven en de bepaling van marktprijzen en verhandelde hoeveelheden.
microfiltratie MF filtratie van deeltjes >0,05 pm.
microfytobenthos microfytobenthos bestaat uit microscopisch kleine plantjes (algen, voornamelijk diatomeeën) die op en in de bovenste centimeters van de bodem leven
micron een eenheid die gebruikt wordt om lengte te beschrijven
micro-orqanismen organismen die zo klein zijn dat ze alleen met een microscoop waargenomen kunnen worden, bijvoorbeeld bacteriën, schimmels of gisten.
microplankton plankton die met het blote oog niet eenvoudig gezien kan worden.
microstabiliteit weerstand tegen erosie van het talud als gevolg van uittredend water.
microverontreiniging een kwantitatief geringe verontreiniging, die echter vanwege de schadelijke eigenschappen ongewenst is.
midden profiel methode methode voor het bepalen van de afvoer van een waterloop door het verdelen van de dwarsdoorsneden in vlakken die niet noodzakelijkerwijs een gelijke breedte hebben door middel van verticalen.
midden-europese tijd MET tijdreferentie één uur later dan GMT
middenlijn (van een stroming) lijn die de successieve middens van de dwarsdoorsneden van een waterloop verbindt.
middenloop het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
middenstrook van het water een strook water gerekend vanuit de as van het water met een gelijke breedte aan beide zijden van de as.
midscheeps in of naar het midden van het schip.
midzwaard een plaat hout of metaal, aangebracht in een zwaardbun die in het midden van de boot langs- scheeps is aangebracht.
migreren het trekken, verplaatsen van organismen
mijlpaal een belangrijk feit, gewichtige gebeurtenis waarmee een tijdperk wordt afgesloten.
mijnsteen restproduct van mijnbouw bestaand uit breed gegradeerd granulair materiaal.
mileubeleidthema onderwerpen waarover door het ministerie van VROM beleidsbeslissingen worden genomen
milieu compartiment dat deel van het (fysieke) milieu waarop een waarneming betrekking heeft
milieu effect rapportage MER een studie naar de milieueffecten van bepaalde ingrepen, processen of inrichtingen.
milieu indicator maat / parameter gebruikt voor het zo kwantitatief mogelijk bepalen van de milieu toestand.
milieu kwaliteit standaard de voorwaarden waaraan door een zeker milieu of compartiment moet worden voldaan.
milieubaggeren het verwijderen van verontreinigde waterbodem met een zo hoog mogelijke concentratie, waarbij de kans op ongewenste effecten minimaal is door het realiseren van een minimum aan mors en vertroebeling en een hoge baggernauwkeu- righeid met betrekking tot de te baggeren verontreinigde lagen.
milieubedreigende invloed invloed die het milieu negatief kan beïnvloeden.
milieudoelstellingen de in artikel 4 (Europese Kaderrichtlijn Water) vervatte doelstellingen
milieueffectrapport
Milieueffectrapportage MER |
milieukosten economische waarde van schade veroorzaakt door water aan de omgeving.
milieukwaliteitsnorm doelstelling of eis met betrekking tot de gewenste toestand van een grootheid van het fysieke milieu op een bepaald tijdstip.
milieukwaliteitsnorm de concentratie van een bepaalde verontreinigende stof of groep van verontreinigende stoffen in water, in sediment of in biota die ter bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu niet mag worden overschreden
milieurendement balans van vermindering van (potentiële) mili- eubelasting/risico en van milieubelasting en - effecten
milieuvriendelijk onderhoud onderhoud waarbij geen milieubelastende stoffen worden gebruikt.
milieuvriendelijke materialen materialen die geen schade toebrengen aan het milieu (lucht, water of bodem) door uitloging, verdamping of het oplossen van voor het milieu schadelijke (doorgaans giftige) stoffen die in dat materiaal aanwezig zijn.
milieuvriendelijke oever een milieuvriendelijke oever is een oever waarvoor materialen zijn gebruikt, die zo min mogelijk nadelige gevolgen hebben voor de kwaliteit van water, bodem en lucht.
millenium development goals MDG acht doelen die in 2000 door de regeringsleiders van de VN landen zijn vastgesteld en moeten leiden tot halvering van de wereldwijde armoede in 2015
mineraal vaste stoffen waaruit gesteenten zijn opgebouwd.
mineraal aggregaat mengselcomponent in asfalt, bestaande uit grind of steenslag, zand en vulstof of een combinatie hiervan
mineraal aggregaat poreus geheel van samengekitte deeltjes van anorganische oorsprong
minerale olie residu van natuurlijke, fossiele brandstoffen.
mineralisatie omzetting van een stof van een organische vorm naar een anorganische vorm.
min-geoide (de) model wat de afwijkingen beschrijft tussen het NAP vlak en de hoogteberekening via een ellipsoïde
minimale (wa- ter)diepte de minimaal vereiste diepte van een water over een breedte die afhankelijk is van het vereiste of gewenste oevertalud (onder water) zoals vastgelegd in deze Keur of in een legger.
minimale looptijd de kleinste looptijd aan door een pijpleiding die nog juist zichtbaar is binnen een simulatie.
minimum niveau het minimale niveau tot waar het water kan vallen in een opslagtank.
minimumsluis een sluiskolk waarin één maatgevend schip tegelijk geschut kan worden
ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties BZK
ministerie van economische zaken EZ
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit LNV was: Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
ministerie van verkeer en waterstaat V&W| Ven W
ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu VROM
Ministerieel Beleidsteam MBT
minst gepeilde diepte MGD minste vaarwegdiepte binnen een bepaald traject
mioceen het vierde tijdvak van het Tertiair, of de toen gevormde afzettingen.
miscibiliteit de mogelijkheid van twee vloeistoffen om zich te mengen.
mist vloeistofdeeltjes die 40 tot 500 micrometer groot zijn.
mist men spreekt van mist als door de fijne waterdruppels het zicht kleiner is dan 0,5 zeemijl.
misthoorn scheepshoorn | scheepstoeter
mistsein signaal dat bij mistig weer wordt gegeven om aanvaringen te voorkomen.
mitigatie maatregelen die compenseren voor- of minimaliseren van het verlies aan milieukwaliteiten en hulpbronnen als gevolg van ontwikkelingen.
mitigerende maatregelen maatregel die negatieve effecten vermindert of wegneemt.
mix verscheidene elementen, mengsels of beide, die gemengd zijn.
mobilisatiecurven grenslijnen in het Mohr-diagram voor verschillende vervormingcriteria.
mobiliteit de mate van potentiële verspreiding c.q. transport van stoffen via water.
model abstractie van de werkelijkheid.
model voorstelling in willekeurige vorm van een object, proces of systeem.
model afstamming een kwalitatieve of kwantitatieve inschatting van de strakheid waarmee een model is ontwikkeld en getoetst.
model archief een set model journalen.
model beproeven het vergelijken van modelvoorspellingen met onafhankelijke gegevens.
model bevestiging bepaling van de adequaatheid van een conceptueel model om te voorzien in een acceptabel niveau van overeenstemming aangaande het domein van de bedoelde applicatie.
model code a mathematical formulation in the form of a computer program that is so generic that it, without program changes, can be used to establish a model with the same basic type of equations (but allowing different input variables and parameter values) for differetn study areas.
model journaal een verslag van welke activiteiten zijn uitgevoerd en welke beslissingen zijn genomen voor een specifiek project.
model opbouw een model van de (theoretische) opbouw van bodemkenmerken in een bepaald gebied
model opzet opzetten van een locatie specifiek model middels een modelcode.
model vergelijking het vergelijken van de verschillen in de uitvoer die afkomstig zijn uit verschillende modellen wanneer deze berekend zijn met de zelfde set invoer gegevens.
modelberekening berekening waarbij gebruik wordt gemaakt van een model.
modelconcept de manier waarop de werkelijkheid in een model is geschematiseerd.
modelfout afwijking van het modelresultaat ten opzichte van de 'werkelijkheid'.
modelgebied het gebied waarvoor de (hydrologische) gesteldheid en relevante processen door een model worden gesimuleerd.
modelgegevens het betreft gegevens die nodig zijn om modelberekeningen uit te kunnen voeren, zoals schematisaties, stuurgegevens, etc.
modelkeur landelijk concept voor het op uniforme wijze opzetten van een waterkeringkeur (voorstel van de Unie van Waterschappen).
modelleer fout fout die het gevolg is van het invoeren van onjuiste parameterwaarden (bijv. het onjuist invoeren van een onttrekking) in een model.
modelleer proces alle stappen die doorlopen moeten of kunnen worden bij de totstandkoming van een applicatie of model.
modelleren maken van een model -
modelleren werken met een model.
modellering het integrale proces van het bepalen en kwantificeren van relevante processen en invoerparameters, het ontwerpen van een rekennetwerk, het uitvoeren van een modelberekening, kalibratie, validatie en het analyseren van de berekeningsresultaten.
modelleur specialist die zich bezig houdt met de technische modelleeractiviteiten.
modelopbouweenheid een element van een sequentieel model welke een bodemlaag of een scheidende laag vertegenwoordigd en de relatieve (topologische) positie beschrijft
modelpakket computerprogramma('s) waarmee wiskundige methoden toegepast kunnen worden om een model te definiëren en te berekenen.
modelstudie plan document wat de structuur en elementen van een modelstudie beschrijft.
modulaire limiet de verdrinkingsgraad waarbij de bovenstroomse energiehoogte door de beinvloeding van de be- nedenstroomse energiehoogte meer dan 1% gaat afwijken van de energiehoogte waarbij geen stuwing optreedt.
modulaire modelleer benadering koppelt hydrologische en socio-economische modellen als afzonderlijke modellen.
modulatoren de variabele factoren die de draagkracht van een kust ecosysteem beperken op korte termijn (vaak dag tot dag) basis.
moerdijk dijk om een stuk land dat gemoerd wordt.
moeren een plas uitvenen of veenslik opbaggeren om turf van te maken.
moerneren een activiteit waarbij een zouthoudende laag wordt afgegraven.
mohr-diagram grafiek waarin op de x-as p(sv+sh)/2 en op de y-as q(sv-sh)/2 wordt uitgezet voor de span- ningssituaties dia aan het faalcriterium voldoen.
mohren het aftappen van water uit de celruimte van het celapparaat waardoor de celspanning afneemt.
molaire fractie van waterdamp xv het quotiënt van het aantal mol waterdamp nv en het aantal mol van het mengsel droge luchtwaterdamp -
moleculen combinaties van twee of meer atomen van dezelfde of verschillende elementen die bijeengehouden worden door chemische bindingen.
momentaan betrekking hebbend op een handeling waarvan begin- en eindpunt samenvallen
momentaan tegenwoordig, huidig
momentane kruinhoogte de kruinhoogte van een dijk op het moment van beschouwen
momentane kustlijn MKL de kustlijn zoals die op een bepaald moment is.
mondingsgebied schelde de Schelde zeewaarts vanaf Vlissingen.
mondingshaven aan een riviermond gelegen haven.
monitoren bewaken van meetwaarden ten opzichte van norm/planwaarden bedoeld om uitzonderingen te signaleren
monitoring het volgen, volgens een vastgestelde werkwijze, van een of meer grootheden in de tijd en de ruimte.
monitoring het verzamelen van meetgegevens volgens een vaste strategie of bemonsteren volgens een vaste wijze, op een vaste plaats op gezette tijden en het analyseren ervan.
monitoring informatie en rapportage MIR werkgroep onder het cluster MRE
monitoring rapportage en evaluatie MRE cluster van het LBOW wat zich bezig houd met Monitoring, rapportage en evaluatie
monitoring stormvloed waterkering MSW rijkswaterstaat meetnet
monitoring waterstaatkundige toestand des lands MWTL
monitoringeenheid cluster van waterlichamen homogeen in watertype, status en menselijke belasting
monitoringprogramma vastgesteld programma van metingen om de effecten van maatregelen en ingrepen te kunnen volgen.
monobutyltin (kation) het positief geladen ion van een organotin verbinding, waarbij 1 butyl-groep aan de tin hangt.
monofenyltin (kation) het positief geladen ion van een organotin verbinding, waarbij 1 fenyl-groep aan de tin hangt
monster reeks waarin voor een locatie op een bepaald tijdstip de parameter varieert
monster (ongeroerd) grondmonster dat in structuur en/of spannings- toestand in zo geringe mate door of na de monstername is gewijzigd dat deze eigenschappen nog als representatief kunnen worden beschouwd voor de grond in situ.
monster bewerkings- methode nadere aanduiding van de wijze waarop het monster bewerkt is.
monster criterium nadere aanduiding van de beperking van het monster.
monsterboekje zeemansboekje, waarin onder andere de vaar- tijd, de schepen waarop men heeft gevaren en de behaalde diploma's staan vermeld, alsmede de gegevens van de laatste medische keuring.
monstergolf zeer steile en hoge golf, die helemaal onverwacht ontstaat en uit het niets lijkt te komen.
monsterindeling indeling van een monster in een aantal klassen gebaseerd op de meetwaarden
monsternamegebouw gebouw waarin de apparatuur ten behoeve van de monstername staat opgesteld
monsteronderdeel fysiek deel van monster of monster dat deel uit maakt van mengmonster
monte-carlo simulatie procedure die het mogelijk maakt veel mogelijke scenario's te draaien in een beslissingsonder- steunend systeem op een snelle, geautomatiseerde methode om op die manier een schatting te krijgen van de onzekerheid die verbonden is aan de modellering.
monument alle vóór tenminste vijftiger jaren vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde en terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken.
monument beschermd of te beschermen overblijfsel van vroegere cultuur, nijverheid of wetenschap
morfologie de leer en beschrijving van de vormen van het aardoppervlak en daarmee tevens de bodemlig- ging
morfologisch scenario scenario waarin de ontwikkeling van de kust voor de periode 1990 - 2090 wordt weergegeven
mors het deel van het aangesneden profiel dat niet door het transportsysteem wordt meegenomen, of bodemmateriaal dat als gevolg van de bag- geractiviteit anderszins op de gebaggerde bodem terechtkomt.
morselicht Mo(K) |
mostap kegel met snijdend uiteinde bevestigd aan een gevoerde monsterbuis voor ongeroerde grondmonsters.
motorblokkoeler inrichting voor de koeling van het motorblok d.m.v. water of olie
motorboot een pleziervaartuig dat ontworpen en uitgerust is om nagenoeg uitsluitend te worden voortbewogen door middel van eigen motor of motoren
motorbootroute M-route vaarroute met een functie voor het verkeer van motorboten waarvoor geldt dat motorboten maatgevend zijn voor de normstelling
motorschip MS | MV schip dat gebruik maakt van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, met uitzondering van een schip waarvan de motor slechts wordt gebruikt ter verbetering van zijn bestuurbaarheid wanneer het wordt gesleept of geduwd.
motorzeiljacht geen zeiljacht en geen motorjacht.
motregen zeer kleine waterdruppels die neerslaan met een tempo van in de regel minder dan 1 mm per uur.
mui verlaging van een bank of diepte tussen twee banken waardoor een sterke zeewaartse trek (muistroom) kan plaatsvinden.
mui verbinding tussen twee zwinnen loodrecht op de kust.
muiterij volgens het Wetboek van Strafrecht: insubordinatie gepleegd door twee of meer verenigde personen.
multicriteria analyse de methode om alternatieven en varianten met elkaar te vergelijken op grond van verschillende beoordelingscriteria.
multifunctioneel pre- sentatiestation MFPS informatiesysteem Rijkswaterstaat
multipliciteit het aantal betrokken objecten in een associatie
multi-sampler transparante buis met de daarin een zuiger die door middel van een zuigerstang en koord wordt bediend.
mutageen mutaties bevorderend of teweegbrengend.
mutatie blijvende verandering in het erfelijke materiaal.
mutatiefrequentie een maat voor het doorvoeren van de verande- rinqen in een qeqevensverzamelinq in een bepaalde periode.
mylar soort plasticfilm dat onder andere wordt qebruikt als materiaal voor zeilen en tekeninqen.
n jaarlijkse gebeurtenis hydrologische fenomeen waarvan de terugkeer periode N jaar is.
n% droogjaar een jaar met een verdamping (of neerslagtekort) over een nader aan te geven periode (b.v. groeiseizoen van een bepaalde lengte met een bepaalde begindatum) die gemiddeld n maal per 100 jaren wordt overschreden.
n% golfoploop golfoploophoogte die, gegeven het ontwerppeil, door n% van de golven wordt overschreden
n% natjaar een jaar met een specifieke neerslag (of neerslagoverschot) over een nader aan te geven periode (b.v. groeiseizoen van een bepaalde lengte met een bepaalde begindatum) die gemiddeld n maal per 100 jaren wordt overschreden.
naam en woonplaats van de eigenaar dient volgens het BPR te zijn aangebracht op een in het oog vallende plaats aan de binnen- of buitenzijde van alle kleine schepen, met uitzondering van door spierkracht voortbewogen boten, zeilplanken en zeilboten met een lengte van minder dan 7 meter.
nabezinken het door middel van gravitatie verwijderen van de actiefslib uit het effluent.
nabezinktank bassin waar de scheiding van bacteriemassa en water plaatsvindt door bezinking
nachtkijker kleine verrekijker voor 's nachts.
nachtschutter persoon die 's nachts de sluis bedient.
nachttoek hoekwant dat een nacht in zee blijft staan.
nadere effectenanalyse middel om te beoordelen wat het effect is van het bestaand gebruik, van bestaande activiteiten en te treffen maatregelen op de staat van instandhouding van de habitattype of soorten die in de instandhoudingsdoelstellingen worden genoemd.
nadere uitwerking rivieren gebied . NURG
naegleria amoebe die van nature in het milieu voorkomt
naegleria infectie infectie veroorzaakt door Naegleria amoeben
naijlen het doorlopen van het kompas terwijl het schip al op koers ligt, en andersom.
naijling het verward nagalmen - weergalmen
na-indikker tank waarin het vooringedikte slib onder invloed van de zwaartekracht verder wordt ingedikt
najade zoetwatermossel.
names de leden van Lloyd's of Londen die met hun vermogen persoonlijk borg staan voor uitkeringen na geleden schade.
nanoplankton plankton met een lengte kleiner dan 50 micron.
nansen fles toestel wat door oceanografen gebruikt wordt voor het verkrijgen van watermonsters beneden het wateroppervlak.
nash-sutcliffe coëffici- ent criterium voor de relatieve effectiviteit zoals voorgesteld door Nash en Sutcliffe (1970) voor het beoordelen van de kwaliteit van model simulaties.
nat gewicht NG massa van het natte materiaal.
natdok havenbassin achter de sluizen met gelijkblijvend waterniveau
nationaal bestuurs akkoord water NBW akkoord ondertekend door het rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (Unie van Waterschappen) met als doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden.
nationaal crisiscentrum NCC
nationaal landschap een gebiedsbescherming vanwege de unieke combinatie van cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten.
nationaal meetsysteem meetnet RIVM met betrekking tot straling enzovoort
nationaal register varende monumenten NRVM
nationaal verkeer en vervoersplan NVVP
nationaal waterplan NWP| NW1 plan (voorheen Nota Waterhuishouding) op grond van de Waterwet waarin het landelijke waterbeleid voor de komende jaren wordt vastgesteld.
national marine electronics associations NMEA vereniging van fabrikanten van elektronische navigatieapparatuur
nationale vlag natievlag
natrium adsorptiever- houding de verhouding van de Na +-concentratie tot de wortel van de som van de Ca 2+- en Mg 2+- concentraties in water (concentraties in mmol l - 1).
natschade landbouwschade door lagere opbrengst van landbouwgewassen en/of door hogere productiekosten als gevolg van hoge waterstanden in natte perioden.
natte depositie de neerslag van materie uit de atmosfeer via regen, sneeuw of ijs.
natte omtrek P lengte van de grenslijn tussen het water van de wanden en bodem in de dwarsdoorsnede van een leiding.
natte oppervlakte A onder de waterspiegel gelegen oppervlakte van de dwarsdoorsnede van een leiding en/of vak.
natte-bol temperatuur Tw de temperatuur die door vochtige lucht strijkend langs een nat oppervlak wordt verkregen als de verdampingswarmte uitsluitend door de lucht wordt geleverd.
natura 2000 N2000 een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de EU. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het EU-beleid voor het behoud en herstel van de biodiversiteit.
Natura 2000-gebied N2000- gebied gebied behorende tot het Natura 2000-netwerk
na-
natuurbeek een oppervlaktewater dat volgens het provinciale ‘Waterhuishoudingsplan' de functie waternatuur heeft, op basis van bestaande of potentiële aquatische of semi-aquatische natuurwaarden.
natuurbeschermingswet Nb-wet
natuurkamperen kamperen op een terrein van minimaal 25 hectare, waarvan ten minste de helft bestaat uit bos of natuurgebied.
natuurkenmerken
natuurkenmerken (biotisch) de levende natuurkenmerken zoals vegetatie en fauna
natuurkerngebied gebied dat zijn natuurwaarde ontleent aan het voorkomen van planten en/of diersoorten die (inter)nationaal zeldzaam of bedreigd zijn.
natuurlandschap landschap op het ontstaan waarvan de mens niet of nauwelijks invloed heeft
natuurlijk peilbeheer bij natuurlijk peilbeheer volgt het waterpeil zoveel mogelijk het natuurlijke seizoensverloop door het vasthouden van grondwater middels een hoog peil in het voorjaar dat gedurende de zomer geleidelijk wegzakt door de verdamping en in het najaar het laagst is.
natuurlijk persoon een natuurlijk persoon is ieder wezen dat bevoegd is om rechten en verplichtingen te hebben
natuurlijk talud de helling die een steil opgeworpen talud van een korrelig materiaal na enige tijd aanneemt en daarbij in evenwicht blijft
natuurlijk waterli- chaam waterlichaam dat van nature altijd al aanwezig was en waarvan eventuele hydromorfologische ingrepen in 2015 (of uiterlijk 2027) zonder significantie maatschappelijke schade tegen ‘evenredige kosten' kunnen worden opgeheven.
natuurlijke beïnvloeding tak van een stroombaan waar natuurlijke omstandigheden heersen waardoor de waterstand bovenstrooms een stabiele index is van de afvoer.
natuurlijke dam lage alluviale bank langs een stroombaan, samengesteld uit sediment wat tijdens overstroming van de oevers door het water is achtergelaten.
natuurlijke dynamiek dynamiek veroorzaakt door natuurlijke factoren
natuurlijke kolonisatie nieuwe dieren en planten die op een natuurlijke manier ergens terechtkomen.
natuurlijke regulatie het afvlakken van variaties in de afvoer als gevolg van opslag in een meer.
natuurlijke stroming stroming in een waterloop zoals deze zou optreden onder natuurlijke omstandigheden.
natuurontwikkelingsgebied gebied dat zijn waarde ontleent aan de bijzondere geschiktheid voor het ontwikkelen van nieuwe natuur, verhogen van de kwaliteit van bestaande natuur en het verbinden van natuurkerngebie- den.
natuurontwikkelingsplan NOP
natuurvriendelijk onderhoud in gebieden waar natuurvriendelijk onderhoud wordt toegepast, wordt bij het maaien rekening gehouden met de aanwezig flora en fauna.
natuurvriendelijke oevers oevers die ten behoeve van de ecologisch toestand en (natte) natuurwaarden zijn ingericht met een ondiepe 'natte' zone die oever- en wa- tervegetatie de kans bieden zich te ontwikkelen. Zij maken deel uit van de 'groene oeverzones'
natuurwaarde de subjectieve maatschappelijke betekenis die op basis van criteria (o.a. diversiteit, zeldzaamheid, kenmerkendheid, compleetheid, uitgestrektheid, stabiliteit) aan een bepaalde configuratie van een ecosysteem wordt toegerekend.
nautisch de scheepvaart of de watersport betreffende.
nautisch kunstwerk kunstwerk, geheel ontworpen en gebouwd om de passage van schepen mogelijk of gemakkelijk te maken.
nautisch vaarwegbe- heer de zorg voor een vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart door onder meer bewegwijzering en handhaving van (vaar)regels.
nautische diepte de momentane en lokale verticale afstand tussen de bodem en het vrije wateroppervlak, rekening houdend met de kielspeling van een vaartuig.
navaid verzamelnaam voor (elektronische) hulpmiddelen bij de navigatie.
navarea elk van de zestien gebieden waarin de wereld voor navigatiecommunicatie is ingedeeld.
naviduct combinatie van sluis en aquaduct die als constructie één geheel vormen.
navigatie het proces van plannen, opnemen en controleren van de beweging van een vaartuig gaande van de ene naar de andere plaats
navigatie systeem fout NSE de gecombineerde fout van de plaatsbepalingfout en de kaartfout
navigatiecomputer computer waarin alle relevante gegevens, zoals gewenste koers, stromingen, wind, waypoints enz., zijn geprogrammeerd.
navigatielichten de lichten die een vaartuig van zonsondergang tot zonsopgang volgens de wet dient te voeren.
navigation certificate Navicert. handelspaspoort voor verscheping van goederen tussen neutrale havens in oorlogstijd.
navigational telex informatiesysteem voor de scheepvaart.
navolgen het gedrag van bepaalde variabelen wordt gevolgd door een model en door simulaties om zo te bepalen of het gedrag juist is en of de noodzakelijke precisie wordt behaald.
nazorg nazorg is het geheel van controleren, beheren en onderhouden en zo nodig vervangen van de aangebrachte isolatie- en controlemaatregelen, teneinde de kwaliteit van een bodemsanering en daarmee de bereikte milieuhygiënische situatie (duurzame reductie van risico's) ook op de langere termijn te kunnen garanderen.
nc-vlaggesein dit signaal, bestaande uit de seinvlaggen N en C, betekent: 'Ik ben in nood en verlang onmiddellijk hulp.
nederlands instituut voor het onderzoek der zee NIOZ
nederlands instituut voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting NIROV een vereniging voor professionals in de ruimtelijke ontwikkeling van stad, land en regio.
nederlands maritiem informatie centrum MIC onderdeel van de bibliotheek van de TU Delft
Nederlandsche water- schapsbank NWB| NWB bank
nederlandse eenheids- norm NEN door het NEN instituut vastgestelde technische norm voor constructies en materialen.
nederlandse grootte eenheid Nge maat voor de productieomvang van een agrarisch bedrijf, bepaald door de som van de waarden die wordt verkregen door voor de verschillende gewassen en diersoor-ten het bijbehorende bruto standaardsaldo te vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal eenheden.
neerslag afvoermodel- lering modelleerproces waarbij er een mathematische koppeling wordt gelegd tussen neerslag- en af- voerreeksen.
neerslag generatie proces van het simuleren van een kunstmatige regenval gegevensreeks.
neerslagdistributie verdeling van regen in ruimte en tijd.
neerslagintensiteit intensiteit waarmee de neerslag plaatsvindt.
neerslagoverschot het verschil tussen de netto neerslag en de verdamping
negatief verhang verhang wat oploopt in de richting van de stroming.
negatieve lijst de negatieve lijst noemt een aantal wettelijke voorschriften. Indien een plan zich baseert op een voorschrift van die lijst dan is daar geen beroep tegen mogelijk.
negatieve- kwelintensiteit afwate- ringseenheid het volume van het water dat door neerwaartse stroming van grondwater uit de afwateringseen- heid verdwijnt, per eenheid van tijd en per eenheid van horizontaal oppervlak van het beschouwde gebied
nektobenthos die leden van de benthos familie die actief kunnen zwemmen en veel tijd op de bodem doorbrengen.
nekton organismen die sterk genoeg zijn om te zwemmen waarheen ze willen, in tegenstelling tot plankton.
neopreen met veel luchtcellen gevuld soort rubber - wordt gebruikt voor duikpakken, wetsuits en dergelijke.
nephalometrische troebelheideenheid NTU | FTU maat voor de troebelheid of turbiditeit van een vloeistof
nering plaats waar deze walvis- of haringvangst wordt uitgeoefend.
nering walvis- of haringvangst.
nest ondermaatse en niet voor consumptie geschikte vis.
net van garen geknoopt weefsel met betrekkelijk wijde mazen, dat onder andere wordt gebruikt voor het vangen van vis.
netto berging inhoud van de riolering onder het niveau van de bovenkant van de laagste overstortdrempel verminderd met de verloren berging in een rioleringsgebied
netto emissie de som van de directe en indirecte emissies.
netto huidige waarde de huidige waarde van de netto economische winst verminderd met een zeker kortingspercentage.
netto kielspeling kielspeling als het schip vaart
netto neerslag Pn het verschil tussen de bruto neerslag en het in- terceptieverlies
netto opbrengst een monetaire maatstaf voor het verschil tussen economische opbrengsten en kosten als gevolg van een verandering in hoeveelheid of kwaliteit van een goed of dienst.
netto winst totale verkoopwaarde min de totale kosten.
netto-registerton NRT
netwant vistuig dat uit netten bestaat, in tegenstelling tot hoekwant.
netwerk deltatechnologie netwerk van het Nederlandse bedrijfsleven, overheden en kennisinstituten in de watersector dat zich richt op innovatie, kennis- en productontwikkeling tbv een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten binnen Nederland.
Netwerk Informatie Systeem NIS
netwerk kosten de kosten van drinkwater distributie, hemelwater en afvalwater inzameling en verwijdering.
netwerk watertechnologie netwerk van het Nederlandse bedrijfsleven, overheden en kennisinstituten in de watersector dat zich richt op innovatie, kennis- en productontwikkeling in de drink-, proces- en afvalwatersector en de samenhang daarvan met het natuurlijk systeem.
netwerkmanagement het samenspel tussen Regisseur, infraprovider en verkeersmanager, waarbij de intensiteit van het verkeer - op basis van regelstrategieën - optimaal wordt gematched met de beschikbare capaciteit. Doel van netwerkmanagement is het bieden van een betrouwbare verbinding op het HWN.
network coordinating system NCS kuststation dat het radiotelefonieverkeer in een van de vier Inmarsat-regio's coördineert.
neumann- randvoorwaarde randvoorwaarde waarbij een variabele (bv. de volumestroom of concentratie) die het modelge- bied in- of uitstroomt bekend is
neuraal netwerk een rekennetwerk dat wordt toegepast voor het vinden van relaties en het herkennen van patronen in datasets zonder dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van strikte a priori gedefinieerde en daarna expliciet geprogrammeerde regels zoals die meestal aan de basis staan van numerieke modellen.
neutraal drijfvermogen de zwevende staat waarin de duiker of onderzeeboot niet omhoog en omlaag gaat.
neutrale gronddruk de horizontale gronddruk die optreedt wanneer in de natuurlijke toestand van het terrein geen verandering wordt aangebracht. Neutrale grond- druk werkt op verticale vlakken van oneindig stijve wanden in een oneindig uitgestrekt terrein.
neutrale gronddrukco- efficiënt verhouding tussen horizontale en verticale spanning in een oneindig uitgestrekt, horizontaal gelaagd, normaal geconsolideerd grondmassief.
neutralisatie de toevoeging van stoffen om water te neutraliseren, zodat het noch zuur, noch basisch is.
neutralisator chemicaliën die zorgen voor neutralisatie bij de chemische behandeling van afvalwater.
neutronen ongeladen bouwstenen van een atoom die een rol spelen bij radioactiviteit.
niet stationair proces proces waarvan de kansverdeling tijdsafhankelijk is.
niet-agrarisch bouwblok een bouwblok dat is bestemd voor andere dan agrarische doeleinden.
niet-conservatieve stof een stof in een waterlichaam die veranderd door processen anders dan mengen en diffusie.
niet-destructief onderzoek NDO
niet-drinkbaar water dat te onveilig of te onsmakelijk is om te drinken omdat het verontreinigingen, mineralen of besmettelijke stoffen bevat.
niet-gouvernementele organisatie NGO een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op het algemeen belang.
niet-grondgebonden agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf.
niet-inheemse soort nieuwe dieren en planten die zich vestigen op een lokatie waar ze niet eerder voorkwamen.
niet-natuurlijk persoon een niet-natuurlijk persoon is een organisatievorm die niet aan het bestaan en de belangen van een individueel persoon is gebonden en een afgescheiden vermogen met eigen aansprakelijkheid bezit en een eigen bestaan leidt
niet-plausibele waarde waarde die niet past in de reeks van waarden waar zij deel van uit maakt en om die reden is gemerkt.
niet-uniek zijn het principe dat verschillende sets van model parameterwaarden nagenoeg identieke model resultaten kunnen geven.
niet-waterkerend object object op of in de dijk dat geen waterkerende functie heeft, zoals leidingen, woningen en bomen.
nieuw landgoed een functionele eenheid, bestaande uit bos of andere natuur en agrarische gronden met een productiedoelstelling.
nieuw regionaal model NRM een statisch regionaal verkeersmodel waarmee de huidige en toekomstige situatie op relatie en wegvakniveau wordt beschreven.
nieuwland polders die ontstaan als op- of aanwas.
nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf de projectie van een agrarisch bouwblok op een locatie die volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet is voorzien van een agrarisch bouwblok.
nikuradse bodemruw- heid diameter van sedimentkorrels die een gelijke stromingsruwheid geven als het beschouwde bodemoppervlak.
nitraat N03- zout van salpeterzuur. Chemische formule: NO3-
nitriet N02- zout van salpeterigzuur. Chemische formule NO2-
nitrificatie de oxidatie van ammoniumionen door bacteriën. Meestal is nitriet het tussenproduct en nitraat het eindproduct van deze oxidatie.
nitrificatieremminq maat voor acute toxiciteit van stoffen in het af- val-/oppervlaktewater ter aanzien van nitriciferend actief slib door meting van ammoniak afbraak.
nitrificatiesnelheid de snelheid waarmee nitrificatie plaatsvindt.
nitrificatietijd de duur van de nitrificatiefase in een zuiveringsinstallatie.
no cure, no pay geen betaling als het afgesproken gewenste resultaat uitblijft.
nocturnaal levenswijze die toegeschreven wordt aan organismen die gedurende de nacht actief zijn en overdag slapen
nodaalqetij getijcomponent met een 18,6-jarige periode teweeggebracht door de wenteling van het maansbaanvlak om het ecliptica - of aardbaan- vlak.
nominale steendiameter de maatgevende steendiameter
noodnet een telefooninfrastructuur, los van het KPN net die door de rampenbestrijders kan worden benut
noodoverloop gebied dat in extreme omstandigheden gecontroleerd kan overstromen.
noodoverloopqebied gebied dat in extreme omstandigheden gecontroleerd kan overstromen.
noodsiqnaal s.O.S. signaal, gevormd door driemaal kort, driemaal lang en driemaal kort of door middel van lichtseinen zoals stakellicht
noodstuurinrichtinq inrichting gemaakt om bij het defect raken van het stuurgerei toch nog te kunnen sturen.
noodtekens volgens het BPR mag een in nood verkerend schip dat hulp wil inroepen tonen: - hetzij: overdag een vlag of ieder ander geschikt voorwerp waarmee in het rond wordt gezwaaid en 's nachts een licht waarmee in het rond wordt gezwaaid | - hetzij: vuurpijlen, lichtkogels, parachutelichten of rookbommen dan wel vlammen | - hetzij: een vlag met daarboven of daaronder een bol of een daarop gelijkend voorwerp.
nooduitlaat een rioolwerk dat in calamiteuse situaties direct afvalwater uit een rioolbemalinggebied kan laten op het oppervlaktewater.
noodverkeer mag slechts worden gebruikt wanneer een schip, luchtvaartuig of enig ander vervoermiddel wordt bedreigd door een ernstig en dreigend gevaar, en er dringend hulp nodig is.
noord-atlantische visserij orqanisatie NAFO
noord-holland NH
noordvaart het vissen met het schrobnet in de eerste maanden van het jaar door schepen die 's zomers voor de haringvisserij worden gebruikt.
noordwal de kust van Westfriesland tussen de Nek en Leekerhoek.
noordzee randzee van de Atlantische Oceaan, door het Nauw van Calais verbonden met Het Kanaal, en door het Skagerrak verbonden met het Kattegat en de Oostzee.
noordzeekanaal op 1 november 1876 door koning Willem III geopend kanaal tussen IJmuiden en het IJ.
noorse steen verzamelnaam voor stenen die in de ijstijd door ijsmassa's zijn meegenomen en die in de 19e en begin 20e eeuw in Midden- en Noord-Nederland als bekleding op de dijk zijn aangebracht (Noordse steen, Drentse steen, Poolse steen, flinten)
norm algemene regel m.b.t. een parameter met een bepaalde mate van bindendheid, al dan niet mede in kwantitatieve termen uitgedrukt
norm manier van handelen waarnaar een categorie van personen zich kan of moet richten
normaal amsterdams peil NAP het Nederlands standaard vergelijkingsvlak voor de hoogteligging.
normaal onderhoud de beheerder zorgt door het tijdig uitvoeren van vast en variabel onderhoud, dat het kwaliteitsniveau van de onderdelen van de kering boven het vastgestelde minimum blijft.
normaal waterpeil h het peil in een kleine waterloop behorende bij een afvoer die 50% bedraagt van de bij het hoogwaterpeil behorende afvoer.
normaalbreedte de breedte van een rivier tussen de normaallijnen.
normaallijn denkbeeldige lijn lopend over de kribkoppen langs een rivieroever.
normaallijn lijn die getrokken wordt loodrecht op een vlak of een andere lijn.
normaalrichting lijn loodrecht op de ellipsoïde in een bepaald punt
normaliseren het vastleggen van de beddingbreedte van een rivier.
normering (europese) CEN europese normalisatie instituut
normpakket serie samenhangende normen
normset verzameling van normwaarden van eenzelfde normtype en behorende tot eenzelfde doelstelling
normtype een verzameling normen van dezelfde soort waaraan toets- en prognose waarde gerelateerd kunnen worden.
normwaarde waarde waaraan getoetst wordt.
northern european and mediterranean rou- teing instructions Nemedri in dit boek, uitgegeven door de Britse Admiraliteit, staan alle gebieden waarin zich nog altijd zeemijnen bevinden, alsmede aanbevolen routes.
Nota Mobiliteit NoMo
nota waterhuishouding in de Nota Waterhuishouding wordt een landelijk beleid geformuleerd, waarbij watersysteemdoel- stellingen op elkaar worden afgestemd.
nucleair-biologisch- chemisch en damage control NBCD
nulfractie fractie van granulair materiaal met kleine diameter, globaal kleiner dan 10 mm (nulfractie).
nulmeridiaan referentiemeridiaan, ten opzichte waarvan de lengte van een punt wordt berekend
nulpunt peilschaal hoogte waarop het nulpunt van de peilschaal is ingesteld.
nul-vlaksverplaatsing d de theoretische hoogte waarover het nulvlak (z = 0 m) verplaatst dient te worden zodanig dat de totale schuifspanning van alle ruwheidele- menten op dit niveau samenvalt.
numeriek model model dat door middel van discretisatie de differentiaalvergelijkingen oplost, die de fysische, chemische en/of biologische processen beschrijven.
numerieke dispersie dispersie die niet door fysische of chemische eigenschappen van de matrix of getransporteerde stof wordt bepaald, maar optreedt als gevolg van de numerieke oplossing van transportprocessen.
nutsbedrijf door de overheid gesticht bedrijf dat dienstbaar is aan het verbreiden van nutsvoorzieningen (water, gas, telefoon etcetera).
nuttige reservoircapa- citeit volume of kubieke capaciteit van een meer of reservoir tussen het normale maximale en minimale operationele niveau.
o2 compensatie diepte de diepte waarop de hoeveelheid zuurstof geproduceerd door fotosynthese gelijk is aan de zuurstofbehoefte van de ademhaling van planten.
o90 O90 karakteristieke openingsgrootte geotextiel
object door de mens geproduceerd of gerealiseerd voorwerp, constructie, bouwwerk.
object functiehomogeen onderdeel van de infrastructuur.
object voorwerp, zaak of persoon die beschouwd of behandeld wordt als zodanig
object overig een aanduiding voor een object binnen de zuive- ringsinfrastructuur dat geen directe relatie heeft met het primaire proces.
objectbeheerregime OBR uitgebreide toelichting op het beheer en onderhoud bij een bepaald type objecten, inclusief normen en richtlijnen, interventieniveaus en stuurmogelijkheden.
objectcategorie een verzameling van objecten die in fysiek of functioneel opzicht op elkaar lijken.
objecten en infrastructuur verzameling van objecten in infrastructuren waarvan in de administratie van het waterschap gegevens worden opgeslagen
objectkwaliteit de kwaliteit van het uiteindelijk te realiseren eindproduct.
objectsubcategorie nadere classificatie binnen een objectcategorie die wordt gebruikt om objecten te onderscheiden.
obstakel afstand kortste afstand tussen de binnenkant van de kantstreep en een obstakel (bij afwezigheid van een kantstreep: de afstand tussen de kant van de verharding en het obstakel)
obstakelbeveiliging het signaleren van een opstakel op de looprand en de brug uitschakelen
occlusiefront front dat ontstaat wanneer het langzamer bewegend warmtefront in een depressie wordt ingehaald door het sneller bewegend koufront.
oceaan verzamelnaam voor de grote wereldzee, die in totaal 70,8% van de aarde omvat
oceanografie de studie der zeeën.
oefening geregelde herhaling om vaardigheid of kennis op te doen
oei-leidraad sinds 2005 hanteert Nederland een nieuwe leidraad bij haar politieke besluitvorming
oesterbank ondiepe plaats in zee waar men oesters vindt of kweekt.
oesterkor driehoekig ijzeren raam met een daaraan vastgemaakt ijzeren net, waarmee op oesters wordt gevist.
oever het gebied op de grens van water en land waar het dynamisch samenspel van land en water plaatsvindt.
oeverconstructie de grondkerende constructies ter instandhouding van de gronden gelegen aan een waterloop.
oeverlicht lichten die de begrenzing van de oever markeren.
oeverlijn (theoretisch) denkbeeldig doorgetrokken oeverlijn van aangrenzende vaarwegvakken waar een vaarweg plaatselijk is verbreed
oeverwal relatief hoge, zandige delen van rivieroevers.
oeverzone een oeverzone is een deel van de oever over een nader aan te duiden (variabele) lengte en/of breedte.
off-line koppeling koppeling tussen modellen waarbij de uitvoer van het ene model pas na het gereedkomen van de berekening voor de gehele simulatieperiode als invoer wordt doorgegeven aan het volgende model.
offshore zone de zeebodem dieper dan 10 meter
offshore-activiteiten werkzaamheden buitengaats
olie- en slibscheider afscheider op basis van opdrijving van stoffen lichter dan het regenwater en bezinking
olie lozing per ongeluk lozen van olie in waterlichamen.
olieafscheider toestel om olie af te scheiden in een gas- of vloeistofstroom
olieveldwater sterk gemineraliseerd grondwater in direct contact met olie- en gasvoorkomens.
oligotraphent gezegd van planten die voorkeur hebben voor oligotrofe omstandigheden.
oligotrofe meren diepe, heldere meren met weinig voedingstoffen, weinig organisch materiaal en een hoog opgelost zuurstofpeil.
oligotroof voedselarm.
oligotroof water een water dat arm is aan voedingsstoffen en waarin veel soorten aquatische organismen voorkomen, elk in een betrekkelijk klein aantal.
omgekeerd osmose proces het Omgekeerde Osmose (OO) proces gebruikt een semi-permeabel membraan om opgeloste vaste stoffen, organische stoffen, pyrogenen, submicro colloïdale materie, virussen, en bacteriën van water te scheiden.
omgeving gebruikelijke of omliggende omstandigheden van temperatuur, luchtvochtigheid etc.
omhullende een hulplijn waarbinnen alle mogelijke dwarsprofielen van (toekomstige) dijkversterkingen vallen.
omleiden van water leiden van water van de ene waterloop naar de andere waarbij die waterlopen ofwel natuurlijk of kunstmatig zijn.
omleidingkanaal kanaal wat gebouwd is om hoogwater stromen om te leiden van een bovenstrooms punt van een beschermd gebied naar een punt benedenstrooms van dat gebied.
omloop kortsluitleiding in vulleiding
omloopafsluiter het afsluiten van kortsluitleiding in vulleiding
omlooprichting aanduiding of de positieve richting van een cirkelvormige raai rechtsom dan wel linksom loopt.
omnivoor alleseter.
omschakeling van een agrarisch bedrijf het overstappen van een van de volgende agrarische bedrijfsvormen naar een van de andere: grondgebonden agrarisch bedrijf | niet- grondgebonden agrarisch bedrijf, anders dan een intensieve veehouderij | intensieve veehouderij | glastuinbouwbedrijf
omschrijving nadere aanduiding omtrent een in de administratie opgenomen object of fenomeen
omslaan positie waarbij de boot verder dan 90° kapseist en doorgaans ondersteboven komt te liggen.
omslagklasse het instellen van omslagklassen (en de indeling daarin van gebieden) heeft tot doel een nadere nuancering aan te brengen in het individuele belang van een omslagplichtige bij de water- schapstaak binnen de categorie waartoe die omslagplichtige hoort. Omslagklasse kunnen worden aangemerkt als een nadere verfijning van de kostentoedeling maar ook als een differentiatie van het tarief.
omslagsoort waterschapsbelasting die geheven wordt over gebouwde en ongebouwde eigendommen die binnen de grenzen van het omslagplichtig gebied van het waterschap zijn gelegen, deze grenzen in het reglement aangegeven.
omvangrijke taak complexiteit een project wordt gekarakteriseerd met een omvangrijke taak complexiteit als er een significante inspanning of hulpbronnen nodig zijn om het project uit te voeren.
omvormer apparaat dat gelijkstroom omzet in wisselstroom of omgekeerd.
omwentelingen per minuut OPM
on scene commander OSC schip dat tijdens een reddingssituatie de situatie het best kan overzien en door het RCC wordt aangewezen als OSC.
onafhankelijke factor een factor behorend tot een ecosysteem, die onafhankelijk is van de ecosysteemontwikkeling, bijvoorbeeld moedermateriaal, klimaat, topografie, biologisch potentieel, tijd.
onafhankelijke variabele variabele ten opzichte waarvan de veranderingen in een dynamisch systeem worden beschreven
onbemeten aanvoer- gebied een stroomgebied waarvan de invoer (stroming) metingen voor de modelkalibratie niet beschikbaar zijn.
onderafdichting een isolatiemethode waarmee beoogd wordt de verontreinigde bodem van onderen af te sluiten voor instromend schoon grondwater en de verspreiding van verontreinigende stoffen naar diepere lagen te voorkomen.
onderbemaling een plaatselijke verlaging van het polderpeil door middel van bemaling.
onderbroken flikkerlicht () de serie flikkeringen van 50 of 60 flikkeringen per minuut wordt regelmatig onderbroken door verduistering.
onderbroken licht ac het met dezelfde sterkte schijnende licht wordt regelmatig onderbroken door een plotseling intredende en evenzo eindigende verduistering. waarvan de duur kleiner is dan die van het schijnsel.
onderbroken snelflik- kerlicht IVQ |
onderbroken stroom waterloop die alleen afvoert in directe reactie op neerslag of op de afvoer van een onregelmatig stromende bron.
onderbroken ultrasnel flikkerlicht IUQ de serie flikkeringen van 240 of 300 flikkeringen per minuut wordt regelmatig onderbroken door verduistering.
onderdeel beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel
onderdompelen de handeling waarbij iets onder water wordt gebracht.
onderdrempelberging de vulling van het rioolstelsel die bij neerslag net geen aanleiding geeft tot het in werking treden van de overstort(en).
ondergrond de laag bestaande uit moedermateriaal die direct onder het gedeelte ligt wat bodem heet
ondergrond model een schematische weergave van (een deel) van de ondergrond voor een bepaald gebied
ondergrond modelelement het basiselement waaruit ondergrondmodellen zijn opgebouwd. Beschrijft de exacte geometrie van de kenmerken volgens de dimensie van het model
ondergrondmodelele- ment eigenschap een eigenschap die verbonden kan worden met een of meerdere bodemmodel items van een bodemmodel
ondergrondse infiltratie een ondergrondse infiltratievoorziening bestaat uit een ondergrondse berging, waarin het water door middel van een buis terecht komt. Vanuit de berging kan het water vervolgens in de ondergrond wegzijgen.
onderhoud maatregelen om de functionele kwaliteit in stand te houden of te herstellen en dus de levensduur van een (object)onderdeel te realiseren c.q. te verlengen.
onderhoud beheer opstelling en afstemming van het onderhoudsbeleid met WS management/bestuur. Evaluatie van het gevoerde beleid
onderhoud slibverwer- kingsinstallaties uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de civieltechnische, bouwkundige, cultuurtechnische, elektrische en mechanische onderdelen van de slibverwer-kingsinstallaties.
onderhoud transport- stelsels uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de elektrotechnische, mechanische, civieltechnische, bouwkundige en cultuurtechnische onderdelen van de transportgemalen en - leidingen van het waterschap.
onderhoud zuiveringsinstallaties uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan civieltechnische, bouwkundige, cultuurtechnische, mechanische en elektrische onderdelen van de zuiveringsinstallaties.
onderhoud/meting planning/uitvoering Oh.meting plan- ning/uitvo ering datum dat een onderhoudspakket/Parameter pakket (meting) op een locatie/meetpunt is uitgevoerd
onderhoudmaterieel materiaal benodigd voor het onderhoud van machines en apparaten
onderhoudsactie een beheersactie gericht op het onderhoud (van een watersysteem).
onderhoudsdiepte de diepte tot waarop het profiel van een water gebracht dient te worden op het moment dat de onderhoudsplichtige gaat of verplicht is te baggeren.
onderhoudslocatie Oh.locatie locatie waar een onderhoudsmaatregel pakket heeft plaats gevonden. De locatie verwijst naar het object dat de onderhoudsmaatregel ondergaan heeft.
onderhoudsmaatregel Oh.maatr. beschrijving van een onderhoudsmaatregel die uitgevoerd moet worden
onderhoudsmaatregel pakket Oh.maatr. pakket met een pakket wordt een verzameling van on- derhoudsmaatregelen bedoeld.
onderhoudsplan plan dat de concrete technische maatregelen beschrijft welke gericht zijn op het blijvend laten functioneren van de waterkering.
onderhoudsplicht Oh.plicht de aansprakelijkheid voor onderhoud van bij het waterschap in beheer zijnde objecten, zoals op de leggerbladen of in voorschriften bij ontheffingen is aangegeven.
onderhoudsplichtigen natuurlijke- of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van waterkeringen, wateren, oevers, werken of bergingsvoorzienin- gen voor water of regenwater.
onderhoudsvak wegvak of gedeelte van een wegvak dat in zijn geheel wordt meegenomen bij een onderhouds- maatregel
onderkenningproef proef ter onderkenning van grond, waartoe de volgende bepalingen horen: volumieke massa, soortelijke massa, natuurlijk watergehalte, At- terbergse grenzen, krimpgrens, korrelverdeling, korrelvorm en humusgehalte
onderkoeling afkoeling van het lichaam tot onder de normale temperatuur
ondersoort herkenbare en als zodanig beschreven vorm van een soort.
ondersteuningsactie een beheersactie gericht op de ondersteuning van gebruiksfuncties.
onderstroom stroming onder de oppervlakte van het water
ondertafel onderste gedeelte van de taludbekleding (onder Gemiddeld Hoogwater of onder een overgangs- constructie).
onderwater zetten het gecontroleerd verspreiden van water.
onderwaterschip dat deel van het schip dat zich onder water bevindt wanneer de boot in het water ligt.
onderwijs, cultuur & wetenschappen OCW
onderzeebootjager torpedobootjager die speciaal is ingericht voor de bestrijding van onderzeeboten.
onderzoek naar economische effecten van infrastructuur OEEI
onderzoeksruimte ruimte voor het uitvoeren van eenvoudige testen voor procesbeoordeling
ondiep water hiervan spreekt men wanneer de diepte kleiner is dan de helft van de golflengte
ondiepwatergebied (westerschelde) gebieden waar de diepte van het water is tussen -2 meter en -5 meter N.A.P.
ondiepwatergetijden onregelmatige getijden op plaatsen waar de zee zeer ondiep is, zodat de getijgolven vervormd en vertraagd worden en hoog- en laagwater zich niet normaal laten gelden.
ongesorteerd aanduiding van granulair materiaal waaruit de nulfractie niet is uitgesorteerd.
on-line koppeling koppeling tussen modellen waarbij deze binnen een simulatieperiode afwisselend operationeel zijn en daarbij elkaars resultaten gebruiken.
onomkeerbaar wordt in Nederland mee bedoeld de hydromorfo- logische ingrepen die niet teruggedraaid kunnen worden zonder “significante” schade aan ge- bruikfuncties (wonen, scheepvaart) te geven of waarbij mitigerende maatregelen onevenredig duur zouden zijn.
onteigening ontnemen van eigendom ten behoeve van de overheid ten algemene nutte - tegen schadeloosstelling en onder rechtelijke tussenkomst
ontgassing het proces waarbij opgeloste gassen uit het wa- terverwijderd worden, door middel van een vacuüm of warmte.
ontgronding aanduiding voor een plaats waar ontgrondings- activiteiten plaatsvinden of plaatsgevonden hebben
ontgronding een grond door ontgraving ontdoen van de daarboven liggende materialen.
ontgronding de erosie van de waterbodem als gevolg van stroming en golfbeweging.
Ontgrondingenwet Ontgrw BWBR0002505 Nederlandse regeling van verkeer en waterstaat betreffende de wet op ontgrondingen
ontheffing schriftelijke toestemming om niet te hoeven voldoen aan een wettelijke verplichting.
ontladen de vrijlating van een verontreiniging die door een filtermedium werd vastgehouden.
ontluchtingsleiding buis of stelsel van buizen om te ontluchten
ontpolderde gebieden poldergebieden waar de bevoegdheden ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer door het waterschapsbestuur zijn overgedragen aan een andere overheid.
ontpolderen een poldergebied weer teruggeven aan de zee / zeearm waardoor het invloed ondergaat van de getijden.
ontsluitingswater BRTN-B |
ontsnippering milieuthema gericht op het verminderen van de versnippering van de ruimte die in het verleden is ontstaan door het aanleggen van doorsnijdingen.
onttrekken het door middel van een werk halen van water uit een oppervlaktewater, zonder dat het water daarbij in een ander oppervlaktewater wordt gebracht.
onttrekkingsinrichting inrichting of werk, bestemd voor het onttrekken van grondwater
onttrekkingssysteem een samengesteld geheel bestaande uit één of meer onttrekkingspunten waarmee het totale voor een locatie vereiste debiet aan de bodem kan worden onttrokken.
ontvangend water ieder waterlichaam waar onbehandeld afval wordt geloosd.
ontvangstplicht op gronden gelegen aan wateren, waarvan het onderhoud geschiedt door of onder toezicht van het waterschap, moet de specie worden ontvangen.
ontwaterd slib al het slib dat in de rwzi's wordt geproduceerd, wordt uiteindelijk ontwaterd in een filterpers. In een filterpers wordt zo veel mogelijk van het aanwezige water uit het slib geperst. Hierna spreekt men over ontwaterd slib. Andere vormen van slibontwatering zijn drogen of centrifugeren. De totale volumevermindering van het actief slib door indikking en ontwatering is ongeveer een factor 60.
ontwateren de scheiding van water van slib, om een massieve slibkoek te maken.
ontwatering de afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drainbuizen en greppels naar een stelsel van grotere waterlopen.
ontwateringkarakteris- tiek verband tussen de specifieke grondwaterafvoer en de gemiddelde grondwaterstanddiepte in een aangegeven gebied.
ontwateringsysteem het systeem dat de afvoer van water mogelijk maakt
ontwerp project waarbij modelstudies gebruikt worden voor ontwerpdoeleinden.
ontwerp capaciteit maximale afvoer van water waarvoor een bepaald afvoerkanaal is ontworpen
ontwerp hoogwater hoogwater hydrograaf of instantane piek afvoer die aangenomen wordt bij het ontwerp van een hydraulisch kunstwerk of reguleringswerk met in acht neming van economische en hydrologische factoren.
ontwerp storm hoeveelheid en verdeling van de regen zoals toegepast over een bepaald afwateringsgebied.
ontwerpafslaglijn regressielijn door een reeks van afslagpunten.
ontwerpafslagzone gedeelte van het duingebied dat tijdens ontwer- pomstandigheden (ontwerpstormvloed) zal afslaan.
ontwerpfrequentie de maximale frequentie waarmee een dijkvak niet meer voldoet aan het veiligheidscriterium.
ontwerpkwaliteit het voldoen aan ontwerpcriteria bij gebruik van vastgestelde uitgangspunten en randvoorwaarden.
ontwerpleidraden OR
ontwerppeil extreme hoogwaterstand met een voorgeschreven overschrijdingsfrequentie. Deze frequentie varieert langs de Nederlandse kust tussen 1/2000 per jaar en 1/10.000 per jaar
ontwerppeil toetspeil vermeerderd met de verwachte water- standstijging (inclusief NAP-daling) tot aan het eind van de ontwerplevensduur (planperiode).
ontwerpstormvloed zeer zware storm waarbij een juist veilig dwarsprofiel van een duinenkust net niet doorbreekt. De toelaatbare bezwijkkans van een duinenkust met een primaire waterkeringfunctie is gelijk aan 1/10 maal de gemiddelde jaarlijkse overschrijdingskans van het ontwerppeil.
ontwerpvak een deel van het projectgebied waarvoor geldt dat de eisen en kenmerken in lengterichting bij benadering constant zijn.
ontwerpwaarde de in het ontwerp te hanteren waarde van een belasting- of sterkteparameter
ontwikkelingsprogramma regionale waterkeringen ORW
ontwikkelings- schets2010 schelde- estuarium OS2010 een plan met daarin een samenhangend pakket van maatregelen en projecten voor de ontwikkeling van het Schelde-estuarium op korte en middellange termijn (2010).
onverzadigde zone deel van de bodem waarin de poriën niet of partieel met water zijn gevuld, exclusief de capillaire zone.
onvoldoende resultaat van de toetsing als aangetoond is dat de waterkering op de peildatum niet voldoet aan de veiligheidsnorm.
onvolkomen put een verticale put waarvan het filter niet het gehele watervoerende pakket beslaat.
onweer geluid dat wordt geproduceerd wanneer het bliksemt.
onweersbui lokale atmosferische storing die gepaard gaat met weerlicht, onweer en zware regenval, vaak met sterke windstoten en soms met hagel.
onzekerheid analyse onderzoek waarbij de onzekerheid in de waarden van modeluitvoer van een modelberekening in een gekalibreerd model gekwantificeerd worden.
oogdouche veiligheidshulpmiddel voor het spoelen van ogen
oorlogshaven een haven van het Min. van Defensie.
op basis van sociale prijzen berekend economisch kortingspercentage het sociale kortingspercentage wordt gebruikt door overheidsinstanties om toekomstige baten en kosten van publieke projecten te verdisconteren.
op stapel staan zegt men van een schip dat in aanbouw is.
opbarsten bezwijken van de grond, door het ontbreken van verticaal evenwicht in de grond, onder invloed van wateroverdrukken
opbolling m het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en het al of niet horizontale vlak door de waterspiegels van de leidingen.
opbolling het maximale hoogteverschil tussen het peil in de ontwateringmiddelen en de grondwaterstand daartussen in een afvoersituatie.
opbreken (van ijs) het proces van het vernietigen van het ijsdek op een wateroppervlak als gevolg van seizoensma- tige opwarming.
opbrengstcoëfficiënt SY de hoeveelheid water per volume-eenheid van de bodem die, uitgaande van de verzadigde toestand, onder invloed van de zwaartekracht wordt gedraineerd, als daarbij een periode van voldoende lengte in acht wordt genomen.
opdrachtgevende instantie het project of de organisatie of de afdeling welke opdracht tot het verrichten van waarnemingen heeft gegeven.
opdrachtgever organisatorische eenheid die opdracht geeft voor het uitvoeren van activiteiten dan wel het leveren van producten of diensten.
opdrijfzone de zone achter de dijk waar de grenspotentiaal wordt bereikt bij maatgevende omstandigheden.
opdrukveiligheid verhouding tussen het gewicht van het afdekkend pakket slecht doorlatende lagen (klei/veen) en de opwaartse waterdruk direct er onder, uitgedrukt in de parameter ‘n'.
open boot klein vaartuig, zoals een jol of een sloep, dat binnen het dolboord van boven geheel open is.
open keerhoogte de kerende hoogte van de kaden langs het achterliggende (binnen)watersysteem wanneer dit bij open afsluitmiddel in directe verbinding staat met het buitenwater.
open keerpeil buitenwaterstand welke bij open afsluitmiddel nog juist niet tot een ontoelaatbaar instromend volume buitenwater leidt.
open ruimte het deel van het oppervlak dat niet door de toplaagelementen wordt bedekt.
open seizoen de periode (meestel 15 april - 15 oktober) waarin werkzaamheden aan waterkeringen onder voorwaarden kunnen worden uitgevoerd.
open source software software waarvan de programmacode, onder voorwaarden, gratis beschikbaar is
open steenasfalt een warm bereid asfalt met een mengsel van grof en uniform gegradeerd steenslag en een ondermaat aan asfaltmastiek, dat een hoog percentage holle ruimte heeft
open verharding de oppervlakte van de open verharding van het afvoerend oppervlak dat op de vrijvervalleiding loost
openbaar hemelwater- stelsel voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast
openbaar lichaam overheidslichaam dat is belast met een deel van de publieke zorg in de samenleving.
openbaar ontwate- ringsstelsel voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast
openbaar vuilwaterri- ool voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast
openingscriterium het peil, waarbij en waaronder, bij de verwachting dat dit peil nier meer overschreden wordt, een stormvloedkering geopend dient te worden
openingspeil waterstand waarbij, na een hoogwater, de af- sluitmiddelen van een waterkering mogen worden geopend
operationeel beheers systeem OBS geautomatiseerd systeem voor het operationeel beheer, met vooral statische informatie over de toestand van het systeem en de werkzaamheden die moeten gebeuren.
operationeel criterium maatgevende belasting, behorende bij de wettelijke veiligheidsnorm.
operationeel management project waarbij uitvoering in real-time komt kijken.
operationeel team team van deskundigen/coördinatoren die de crisis/calamiteit vanuit het coördinatiecentrum vooral met betrekking tot het effectgebied laat bestrijden
operationeel team lid (calamiteit) de functionaris die deel uitmaakt van het operationeel team dat is samengesteld voor een bepaald calamiteitscenario.
operationele monitoring OM
operationele relatie relatie tussen plant en standplaatsfactor, die verloopt zonder tussenschakeling van andere factoren, zoals onder meer vochtbeschikbaar- heid, stikstof- en fosforconcentratie.
opgaand tij wanneer stroom en wind tegengestelde richtingen uitgaan.
opgaande flank deel van een hydrograaf waarin de afvoer toeneemt naar de piek.
opgeloste lucht flotatie een procedure van uitgelokte flotatie met zeer fijne luchtbellen of 'micro bubbels', van 40 tot 70 micron.
opgeloste zuurstof DO de hoeveelheid zuurstof opgelost in water.
opgezet peil een tijdelijke verhoogde waterstand in een afgesloten peilgebied ter verdeling van het verval dat over de waterkering optreedt
ophaalbrug brug met één val, draaibaar om een horizontale as, waarbij de ballast en de val een veranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar.
ophoogschema een tijdschema volgens welke men voornemens is het ophogen uit te voeren. Hierin zal in het bijzonder worden aangegeven welke laagdikten in welk tijdsbestek zullen worden aangebracht en welke wachttijden in acht genomen zullen moeten worden.
ophoogtempo dit geeft aan het aantal meters uit het ophoog- schema dat per tijdseenheid zal worden aangebracht
ophoogzand natuurlijk zand gebruikt voor ophoging en aanvulling in de weg- en waterbouw, ophoging van bouwterreinen etc.
opleggen het (tijdelijk) uit de vaart nemen van een schip
opleveringstolerantie de marge van de afmetingen waarbinnen het werk moet worden opgeleverd.
oplopen een ander schip inhalen en voorbijvaren
oplosbaarheidsproduct het product van de concentraties van de ionen in een verzadigde oplossing.
oplossing toestand waarin een opgeloste stof homogeen gemengd is met een vloeibaar oplosmiddel.
opmerking een algemene opmerking omtrent een fenomeen of object
opnamesnelheid de snelheid waarmee een bepaalde stof uit een medium wordt opgenomen in een ander medium
opnemingsvaartuig schip van de hydrografische dienst, waarop met behulp van een uitgebreid arsenaal aan navigatiemiddelen waarnemingen worden gedaan, die op zeekaarten worden verwerkt.
oppervlakbehandeling een dichtingslaag en/of een slijtlaag op een bekleding van asfaltbeton
oppervlakkige afvoer horizontaal transport van grondwater in een ondiepe verzadigde laag.
oppervlakte OPPVTE afmetingen van een tweedimensionaal gebied
oppervlakte afvoer afstroming van neerslag die optreedt over het grondoppervlak (met inbegrip van verharde oppervlakken).
oppervlakte snelheid snelheid van water aan het wateroppervlak.
oppervlakte verhang methode methode voor het schatten van de afvoer door het toepassen van een open-leiding hydraulische formule.
oppervlakte water informatie systeem OWIS
oppervlaktedelfstoffen delfstoffen die voorkomen in de bodem (land- en waterbodems) en die kunnen worden gewonnen zonder dat ondergrondse mijnbouw nodig is.
oppervlaktestromen stromen die zich aan de oppervlakte van het water bevinden, in tegenstelling tot dieptestro- men.
oppervlaktewater
oppervlaktewaterli- chaam die eenheid waarop getoetst moet worden of er aan de (KRW) doelstellingen voldaan wordt.
oppervlaktewatertoe- stand de algemene aanduiding van de toestand van een oppervlaktewaterlichaam, bepaald door de ecologische of de chemische toestand ervan, en wel door de slechtste van beide toestanden -
opschalen het veranderingsproces tijdens een ramp van het functioneren van het bestuur, de parate diensten en de gemeente, vanuit de dagelijkse situatie naar één regionale organisatievorm waarmee een ramp multidisciplinair wordt bestreden. De opschaling is uitgewerkt
opschaling mechanisme van vergroten van coördinatie, beheersing en besturing (GRIP)
opschoonslag het (deels) verwijderen van mors dat achtergebleven is bij het baggeren van de waterbodem met een nauwkeurige en milieuvriendelijke baggertechniek dan wel het zorgvuldig (na)baggeren van de bodem vóór oplevering.
opslag bassin reservoir dat de piekafvoer van een stroom reduceert door tijdelijke opslag.
opslaginrichting inrichting voor het tijdelijk doen verblijven van afvalstoffen (verontreinigde grond)
opsporing en redding SAR naam van een in 1979 in Hamburg gesloten verdrag dat de reddingsorganisatie op mondiaal niveau regelt.
opstal betrekking hebbend op het boven de grond gebouwde
opstapkapitein plaatsvervangende kapitein die onderweg aan boord komt.
opstapper iemand die de plaats inneemt van een bemanningslid dat niet meer beschikbaar is.
opstapper schepeling die wel een arbeidsovereenkomst met de reder is aangegaan maar door tijdgebrek nog niet op de monsterrol staat.
opstelruimte afmeerruimte bij een sluis waarin schepen zich moeten opstellen om met de eerstvolgende schutting meet te kunnen
opstijgsnelheid de snelheid waarmee de duiker of onderzeeboot naar de oppervlakte komt.
opstroomkolom in een opstroomkolom worden deeltjes gescheiden op grond van de snelheid waarmee ze in water bezinken.
opstuwen door een stuw, een waterkering tegenhouden.
optimaal ontwerp systeem ontwerp gebaseerd op de keuze of combinatie van de juiste variabelen zodat een zekere objectieve functie (zoals de netto opbrengst) gemaximaliseerd kan worden op basis van de ontwerpeisen.
optimale grond- en oppervlaktewaterre- gime OGOR
optimalisatie afvalwater systeem OAS
opvarenden allen die zich aan boord bevinden, met uitzondering van de kapitein.
opwaaiing mate van de verhoging van het peil onder invloed van de wind.
opwaaiing verhoging van het peil onder invloed van de wind.
opwarm periode periode gebruikt voor het initialiseren van het model.
opwas in buitenwater (zeewater) opgekomen stuk grond of plaat, geheel door water omringd.
opzet wijze waarop iets georganiseerd wordt.
orbitaalbeweging de beweging die waterdeeltjes doorlopen tijdens een golfbeweging
orbitaalsnelheid de baansnelheid die een waterdeeltje heeft ten gevolge van een orbitaalbeweging
orde naam van de grotere afdelingen van dieren of planten waartoe families verenigd worden.
ordonnans iemand die belast is met het overbrengen van bevelen, rapporten enz. van en naar zijn superieuren
orgaan deel van een taxon of van een taxon in een bepaald ontwikkelingsstadium dat door zijn bouw, samenstelling en/of functie te onderscheiden is van de overige delen.
organisatorische eenheid groep binnen een organisatie die een gezamenlijk doel nastreeft
organisch stoffen waaruit levende wezens zijn samengesteld
organisch koolstof koolstof die voorkomt in de organische materie.
organische materialen verbindingen van koolstof, waterstof en andere elementen met een ketting of ringvormige structuur met uitzondering van koolstofmonoxide, koolstofdioxide, koolstof zuren, metallische car- biden, metallische carbonaten en ammonium carbonaat.
organische stof materiaal waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd en dat door micro-organismen kan worden afgebroken.
organisme levend biologisch wezen.
organoleptisch hieronder verstaat men datgene wat men met de zintuigen (reuk, zicht) kan waarnemen.
organotin (verbindingen) verzamelnaam voor organische tinverbindingen, waarvan die met butyl- of fenyl-groepen het meest worden toegepast.
o-ring rubber ringetje in de gleuf van de afsluiter
orkaan zeer krachtige storm met windkracht 12, die dikwijls plotseling van richting verandert.
ornament decoratief element
orthometrische hoogte hoogte van een punt ten opzichte van de geoïde - wordt gemeten met behulp van waterpassen
oscillerende stroming een stromingsbeeld dat in de tijd gezien sinusvormig is
oslo-parijs verdrag OSPAR verdrag inzake bescherming Atlantische oceaan
osmose het passeren van watermoleculen door een semi-permeabel membraan die twee waterige oplossingen met verschillende concentratie scheidt.
osmotische druk de druk die moet worden uitgeoefend op de meer geconcentreerde oplossing om de doorvoer van watermoleculen vanuit de minder geconcentreerde oplossing te voorkomen.
ospar verdrag van Oslo en Parijs ter bescherming van de Atlantische Oceaan en de Noordzee.
otolieten gehoorbeentjes te vinden t.h.v. het evenwichtsorgaan in de kop van een beenvis
ouderdom (van het water) resulteert in de ouderdom van het water bij iedere tijdstap voor iedere netwerk node, uitgaande van een initiële ouderdom van nul bij de start van de simulatie.
oudland de gebieden die als eerste bedijkt werden in Zeeland / Vlaanderen (vanaf ongeveer 1100 na Chr.)
overbelasting het overschrijden van het vastgestelde overslag- criterium.
overbelasting het te zwaar belasten, meer belasten dan de normale spanning, breukvastheid, het prestatievermogen enz. toelaat
overbevissing het vangen van meer vis uit een bepaald visge- bied dan verantwoord is voor het behoud van de visstand, doorgaans als gevolg van een overcapaciteit van de visserijvloot.
overconsolidatie het verschijnsel dat grond is geconsolideerd bij een hogere spanning dan in situ aanwezig is (grensspanning ligt hoger dan in-situ spanning).
overdiep meer dan diep genoeg om er te kunnen varen.
overdijking een dijk een dusdanige hoogte geven dat deze praktisch niet kan overstromen opdat er elders langs dezelfde waterloop lagere dijken zijn die eerder overstromen waardoor het water in de polders geborgen wordt
overdrachtsfunctie mathematische vergelijkingen en hulpmiddelen die verantwoordelijk zijn voor de overdracht van de effectieve regenval binnen een stroomgebied ten opzichte van de uitlaat.
overeengekomen lage afvoer OLA de afvoer bij een peilschaal die tijdens een langjarige periode over een gemiddelde van twintig dagen per jaar zonder ijsgang niet wordt onderschreden.
overeengekomen lage rivierstand OLR de standen, die langs de Rijntakken optreden bij een Bovenrijnafvoer van 984 m3/s, bepaald met behulp van de geldende afvoerkromme Lobith en de geldende betrekkingslijnen.
overeengekomen lage waterstand OLW het reductievlak der Nederlandse kaarten voor het benedenrivierengebied, waarvan de onder- schrijdingfrequentie een geleidelijke overgang vormt van die van de overeengekomen lage rivierstand der bovenrivieren en het laaglaagwaterspring aan de riviermond.
overeenkomst obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsover- eenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
overerving iedere subklasse erft alle eigenschappen (kenmerken, associaties en gedrag) van zijn superklasse
overgang relatief kort en ondiep stuk rivier tussen bochten.
overgang of dynamische ijking de kalibratie van een model aan de hand van hydrologische omstandigheden die dynamisch in de tijd variëren, inclusief veranderingen in de aquifer berging.
overgangsconstructie constructie die tot doel heeft om twee verschillende bekledingsconstructies op elkaar aan te sluiten.
overgangsgebied gebied waar de MHW standen op de rivier beïnvloed worden door twee onafhankelijke hydraulische bedreigingen
overgangswater een oppervlaktewaterlichaam in de nabijheid van een riviermonding dat gedeeltelijk zout is door de nabijheid van kustwateren, maar dat in belangrijke mate door zoetwaterstromingen wordt beïnvloed -
overgelaten water overtallig water die de natuurlijke begrenzing van een oppervlakte of grondwater reservoir overstroomt.
overhang die gedeelten van de romp die in lengterichting buiten het voorste en achterste punt van de waterlijn steken, dus boven water hangen.
overhoogte het verschil tussen de kerende hoogte en de minimale vereiste kerende hoogte.
overhoogte de extra aan te brengen hoeveelheid grond, met als doel om na zetting van de ondergrond en de klink van het dijklichaam het gewenste profiel te bereiken.
overhoogte (totale) extra hoeveelheid grond die wordt gevormd door de overhoogte en de extra overhoogte
overige overeenkomst overeenkomsten die niet kunnen vallen onder de al onderscheiden soorten
overlaat met brede kruin stuw met een horizontale of bijna horizontale, aanzienlijke, kruin in de richting van de afvoer.
overlaat ontwerp hoogwater hoogwater gebruikt voor het ontwerp van een overlaat.
overlaat ontwerp niveau maximale hoogwaterafvoer die kan worden doorgelaten zonder schade of serieus risico aan de stabiliteit van kunstwerken te veroorzaken.
overleg adviserende partijen OAP
overligger schip dat niet met de eerste schutting na aankomst bij de sluis meekan en dus een schutcyclus moet wachten
overligmaatregelen de maatregelen bij de uitvoering van werken om de veiligheid tegen overstroming in het gesloten seizoen zeker te stellen.
overligtijd tijdsperiode ingaand op het moment dat de in- vaardeuren van de sluis sluiten en eindigt als de schuttijd voor het desbetreffende schip begint
overlopen voor een ander schip langs varen.
overlopen het verschijnsel waarbij water over de kruin van de dijk het achterland in loopt omdat de te keren waterstand hoger is dan de kruin.
overnachtingplaats ligplaats die de scheepvaart gelegenheid biedt te overnachten
overschenker wordt gebruikt om de bovenste laag van een vloeistof af te schenken nadat het zwaarste materiaal (een vaste stof of een andere vloeistof) bezonken is.
overschepen van het ene in het andere schip overladen van lading.
overschrijdingsfre-
overschrijdingskans de kans, dat binnen een zekere tijdsduur de waarde van een parameter op een locatie een bepaalde drempel (bijvoorbeeld de ontwerpwa- terstand) overschrijdt.
overschrijdingslijn een grafiek waarin wordt aangegeven met welke frequentie een bepaalde parameter wordt overschreden
overschuiving actieve maatregel om de zeereep mechanisch landwaarts te verplaatsen.
overslagdebiet volume water dat per strekkende meter per seconde door de golfbeweging over de buitenkruinlijn slaat.
overstort gebeurtenis overstortingen welke gelijktijdig plaatsvonden behorende tot hetzelfde gemaal
overstortfrequentie volgens regenreeksbe- rekening het theoretisch gemiddeld aantal keren dat per jaar een overstorting plaatsvindt bepaald op basis van een hydraulisch modelberekening met een meerjarige regenreeks
overstorthoogte het verschil in hoogte tussen de bovenwaterstand en de kruin van een kunstwerk
overstorting beschrijving primaire rekenresultaten d.m.v. tijdsafhankelijk verloop van de debieten van de overstorten, de uitlaten en de gemalen
overstromingsbereke- ning berekening om de overstroming en verspreiding daarvan te bepalen
overstromingsgevaar gevaar aangaande het optreden van een overstroming
overstromingsmodel gemodelleerde weergave van de mogelijk loop der gebeurtenissen ten behoeve van berekenen
overstromingsscenario variant van een reeks mogelijke gebeurtenissen
overstromingsvlakte het platte of bijna platte land langs een rivier of beek dat bedekt is met water tijdens een overstroming.
overstromingswater water afkomstig van de overstroming
overstuiving proces waarbij door de wind zand landwaarts wordt verplaatst (al dan niet doelbewust).
overtreding het schenden van een gebod of verbod uit een reglement of wet.
overzichtskaart documentatie, waarop de ligging van de primaire waterkering staat aangegeven.
oxidatie proces waarbij elektronen worden onttrokken. (verhoging van positieve lading)
oxidatiebed tank gevuld met lavastenen of kunststofelemen- ten voor de biologische zuivering van afvalwater
oxidatiereductie potentieel het elektrische potentieel dat vereist is om elektronen van een oxidant over te dragen naar een reductant.
oxidatiesloot tank in de vorm van een sloot waarin een bacte- riemassa onder zuurstofrijke omstandigheden omzettingen in afvalwater bewerkstelligt
oxideren zich met zuurstof verbinden, een zuurstof verbinding doen ontstaan
oxisch met vrij opneembare zuurstof
ozon een onstabiel oxiderend agens, dat uit drie zuurstofatomen bestaat en gevonden kan worden in de ozonlaag van de atmosfeer.
ozongenerator een apparaat dat ozon opwekt door een voltage door een ruimte die gevuld is met zuurstof te sturen.
ozonlaag laag in de stratosfeer, tussen de 20 en 40 km hoog, die een betrekkelijke kleine hoeveelheid ozon bevat. Deze laag beschermt ons tegen de schadelijke ultraviolette (UV) zonnestraling.
paaien paren en kuit schieten bij vissen.
paal droogvallend haventje.
paaltjes pikken als de voorsteven van het schip tijdens het stampen in een neergaande beweging niet in een golfdal terecht komt, maar op een tegemoetkomende golf slaat, veroorzaakt dit een schok door het hele schip.
paard van marken bekendste vuurtoren van het IJsselmeer.
pakijs op en over elkaar geschoven drijfijs.
pakket inhoud inhoud van een onderhoudspakket of waarne- mingspakket ten behoeve van planning en uitvoering.
pakket inhoud meting combinatie van een waarnemingssoort en een waarnemingspakket tot een uit te voeren pakket inhoud
pakket inhoud onderhoud combinatie van een onderhoudsmaatregel en een onderhoudmaatregelpakket tot een te plannen en uit te voeren pakket inhoud
pakketboot in geregelde dienst varend schip voor het vervoer van personen, post en stukgoederen.
pakkingdichtheid dichtheid (van zand)
pampus zandbank voor Amsterdam.
pan pan spoedsein, onder andere voor op de binnenwateren, waar MAYDAY niet mag worden gebruikt.
pan verdamping Epan de verdampingssnelheid uit een verdampingspan.
panamawiel door een rondsel in beweging gebracht tandwiel in het bewegingsmechanisme van sluisdeuren.
pand het deel van een kanaal met hetzelfde waterpeil tussen twee sluizen.
panelen een segment van een dichtwand dat in één keer wordt gemaakt. Een paneel kan uit meerdere (graaf)snedes bestaan.
pannenkoekijs ijsschotsen (schotsjes) die door, onder invloed van wind, tegen elkaar te botsen een ronde vorm en iets opstaande randen hebben gekregen.
papijs brijachtige ijsmassa ontstaan uit opdrijvend grondijs vermengd met sneeuw.
paraboolduin een paraboolvormig duin, waarvan de punten naar de richting van de wind wijzen.
parachutefakkel optisch noodsignaal
parallelliteit eis (hellingsensor) vraagt om de as waarin of waarvan de helling wordt gemeten fysiek parallel te zetten aan de assen van een ander stelsel.
parameter een coëfficiënt die de grootte van een systeem- kenmerk aangeeft. Hierbij kunnen twee soorten parameters worden onderscheiden: een harde parameter en een zachte parameter.
parameter een eigenschap van een systeem, medium, organisme of object die kan worden gemeten of bepaald.
parameter coëfficiënt in een model, formule of andere relatie die gevarieerd mag worden om deze toe te passen op specifieke gevallen.
parameter coëfficiënt parameter afhankelijke coëfficiënt die wordt gebruikt voor de berekening van een parameter.
parametergroep door een gebruiker samengestelde groep parameters, die voor presentatie-doeleinden gebruikt kan worden.
parametertype het type parameter dat wordt gekenmerkt door de grootheid, de periode, de additionele indicatie en de bewerkingsmethode (formule van berekenen).
parametertype coëfficiënt parametertype afhankelijke coëfficiënt die wordt gebruikt voor berekening van een parameter.
parametrisatie activiteiten die karakteristieke systeemeigen- schappen omzetten naar model parameters.
parasiet een organisme die zijn voeding haalt uit de weefsels van een ander organisme en hiervan profiteert ten koste van de gastheer.
parceltanker tanker met een gecompliceerd leidingensysteem en tanks van roestvrij staal, die soms wel vijftig verschillende soorten aardolieproducten of chemicaliën kan vervoeren.
parkeerdichtheid het aantal voertuigen dat per oppervlakte daar geparkeerd kan zijn (indicatie vervoerstroom)
parkeerterrein terrein bestemd voor het parkeren van voertuigen
parshall meetgoot verbeterde Venturi goot voor het bepalen van het debiet in open leidingen.
parsimonie het zo veel mogelijk simplificeren van een conceptueel model terwijl het nog wel voldoende complexiteit behoudt om het fysische systeem en zijn gedrag adequaat weer te geven.
participatie het meepraten en meedenken van betrokken actoren over de uitvoering van bodemonderzoek of bodemsanering
particuliere haven een niet-overheid haven.
partiële differentiaalvergelijking differentiaalvergelijking met meer dan één onafhankelijke variabele.
partiële druk die druk van een gas in een vloeistof die in evenwicht is met de oplossing.
partiele economische optimalisatie behandelt het optimale gedrag van individuen of een enkele economische sector.
partiële factor een factor waarmee een representatieve waarde vermenigvuldigd (of gedeeld) wordt ter verkrijging van de rekenwaarde. De partiële factoren dienen om onzekerheden in belastingen, materiaaleigenschappen, rekenmethoden, gevolgen van falen en de overschrijdingskans van grens- toestanden in rekening te brengen.
parts per billion ppb een eenheid van een concentratie-equivalent tot Jg/L
parts per million ppm concentratie van een stof, in delen per miljoen.
passage overtocht met een schip.
passagieren ter ontspanning de wal opgaan.
passagiersschip elk schip dat door de eigenaar bestemd is om meer dan twaalf passagiers te vervoeren, dan wel een schip dat meer dan twaalf passagiers vervoert.
passantenhaven verzameling ligplaatsen die recreatievoertuigen de mogelijkheid bieden hun reis tijdelijk te onderbreken en/of te overnachten
passeertijd de vertraging die een schip oploopt bij het passeren van een sluis, samengesteld uit wachttijd, schuttijd en overligtijd
passende beoordeling een beoordeling die moet worden opgesteld indien negatieve significante effecten niet uitgesloten kunnen worden.
passevolant iemand die bij de monstering het vereiste aantal bemanningsleden moet volmaken, maar in werkelijkheid niet meevaart.
passief beheer het hanteren van juridische instrumenten als wetgeving, verlenen van vergunningen en ontheffingen, het uitvoeren van een schouw.
passieve gronddruk de maximaal optredende horizontale druk, die de grond uitoefent, wanneer een verticale wand in zijn geheel verticaal in de richting van het grond- lichaam wordt verplaatst
passieve gronddrukco- efficiënt hoogst mogelijke verhouding tussen horizontale en verticale spanning (b.v. direct achter een wand die naar het grondmassief toe beweegt).
pasteurisatie de eliminatie van micro-organismen door hitte voor een bepaalde tijd toe te passen.
patchtest meting ter controle op roll, pitch, yaw en delay / tijdverschil voor een multibeam echolood
patentluiken stalen luikdelen in de vorm van pontons, die met scharnieren aan elkaar zijn bevestigd, op rollen lopen en mechanisch geopend en gesloten kunnen worden.
pathogenen ziekteverwekkende organismen
patroon tijdstap specificeert de tijdsduur tussen iedere patroon- verandering.
patroonpenetratie penetratie met asfalt of beton van een breuksteenbekleding over een deel van het oppervlak.
pavoiseren het met rijen vlaggen versieren van schepen.
peil (tussen de oevers) waterstand waarbij van een waterloop juist de natuurlijke oevers overstromen.
peil laagste overstortdrempel peil laagste overstort drempel t.o.v. N.A.P.
peilafwijking een ontheffing die van toepassing is voor een afgebakend gedeelte van een oppervlaktewater waarvoor een van het vigerende peilbesluit afwijkende waterstand wordt nagestreefd
peilbeheer vaststellen en handhaven van waterstanden in rivieren, beken en sloten.
peilbesluit bestuurlijk besluit met betrekking tot de te handhaven waterhoogte in waterlopen
peildatum datum, vastgesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat, waarop de toetsing van de primaire waterkering betrekking heeft. De (verwachte) toestand op de peildatum wordt getoetst.
peildatum elk van twee of meer tijdstippen waarop een vergelijkende bepaling plaats heeft
peilgebied een cluster van afwateringsgebieden waarin één en hetzelfde peil wordt nagestreefd.
peiling de hoek ten opzichte van het kompasnoorden, waarin een voorwerp wordt waargenomen.
peilput algemene term voor een constructie met een grote diameter, waarin de grondwaterstand of stijghoogte kan worden gemeten.
peilschaal gegradueerde schaal die gebruikt wordt voor het aangeven van de waterstand in een waterli- chaam.
peilschaal referentie- vlak hoogte van het nulpunt van de peilschaal ten opzichte van een bepaald datumniveau.
peilstation radiostation dat seinen voor radiopeiling uitzendt.
peilverlaging het verlagen van de waterstand in een bekken.
pelagisch letterlijk: de diepzee betreffend, wordt gezegd van een organisme dat in de bovenste of middelste waterlagen leeft, maar niet op de bodem
pelagische vissen vissen die in de hele waterkolom zwemmen, dikwijls tot dicht bij het oppervlak
pendulaire zone dat gedeelte van de grond waar door capillaire opstijging alleen ter plaatse van de aanrakingspunten van de korrels nog water aanwezig is.
pendulummeter instrument waarop de hoek kan worden afgelezen, die een draad waaraan een in het water ondergedompeld lichaam hangt, maakt met de verticaal.
penetratie (van bitumen) de getalwaarde van de indringing, uitgedrukt in eenheden van 0,1 mm, van een standaard naald die verticaal op het oppervlak van een bitumineus materiaal is geplaatst onder gespecificeerde condities van temperatuur, belasting en tijd
penetratie-index een maat voor de temperatuurafhankelijkheid van de viscositeit van bitumen
penetratiemortel een bindmiddel dat in de holle ruimten tussen de verschillende elementen van een bekleding kan worden aangebracht om de samenhang tussen de elementen te vergroten
pentachloorfenol PCP chemicalie die gebruikt wordt in desinfectanten, herbiciden, ontbladeringsmiddelen, termieten- verdelgingsmiddelen, houtveredelingmiddelen etc.
perceelaansluitleiding leiding die een aansluitpunt van een perceel verbindt met een inlaat waardoor afvalwater uit het perceel kan worden afgevoerd.
percentiel rekenwaarde de waarde waarvoor geldt dat x% van de meetwaarden een waarde heeft die kleiner dan of gelijk is aan deze waarde. Als deze waarde tussen twee meetwaarden in valt, wordt lineair geïnterpoleerd.
perfecte voorspelling scenarion test scenario waarin toekomstbepalende variabelen perfect bekend worden verondersteld.
perfluor-1- butaansulfonaat Afzonderlijke stof behorende tot de perfluoralkyl- sulfonaat verbindingen
perfluor-1- hexaansulfonaat Afzonderlijke stof behorende tot de perfluoralkyl- sulfonaat verbindingen
perfluor-1- octaansulfonaat Afzonderlijke stof behorende tot de perfluoralkyl- sulfonaat verbindingen
perifere weerstand P de weerstand die het grondwater in een gebied ondervindt bij de stroming van of naar de omgeving.
perigeum de positie waarin de maan het dichtst bij de aarde staat.
periode bepaalde tijdsduur.
periodiek onderhoud gebruiks- duurafhan kelijk onderhoud de gevolgschade is groot, maar er is een redelijke mate van zekerheid over het faaltijdstip | vervanging vindt preventief plaats na een bepaalde periode van functioneren
periodiek systeem rangschikking van elementen in volgorde van oplopend aantal atoomnummers, gemaakt door de wetenschapper Mendelejef.
permanent kwadraat pq
permanente activiteiten activiteiten die betrekking hebben op jaarlijks te realiseren producten, alsmede periodiek terugkomende producten.
permanente commissie van toezicht op de scheldevaart belgië en Nederland zijn de verplichting aangegaan de Westerschelde bevaarbaar te houden, elk voor zijn gedeelte van de Schelde en daar de nodige tonnen en boeien te plaatsen.
permeaat benaming voor het product dat door een membraan stroomt en wordt afgevoerd: Het effluent van een membraaninstallatie.
permeabiliteit de permeabiliteit is de membraanflux gedeeld door de transmembraandruk (TMP) over het membraan. De permeabiliteit van een membraan is een maat van de weerstand, die het membraan biedt aan het water dat door het membraanoppervlak stroomt onder invloed van de drijvende kracht (transmembraandruk TMP), die op het water wordt uitgeoefend.
permeabiliteit (van een ruimte) het aantal percenten van de inhoud van die ruimte dat door water kan worden ingenomen.
persafsluiter afsluiter voor het afsluiten van lenspomp van het riool
persafsluiter de afsluiter aan de perszijde van een pomp
persistente chemicali- en stoffen die weerstand bieden aan biodegradatie en/of chemische oxidatie wanneer ze vrij komen in het milieu.
persistente organische verontreinigingen POP complexe mengsels die zeer persistent en moeilijk biologisch afbreekbaar.
persistentie verwijst naar de tijd dat een stof in het milieu blijft, nadat deze daar is ingevoerd.
persistentie criterium relatief werkingscriterium wat gebruikt wordt voor het vergelijken van de nauwkeurigheid van een voorspelling ten opzichte van die gegeven door een ongekunsteld model.
perskade een dijkje dat wordt aangelegd ter begrenzing van de stortplaats van baggerspecie, of van een op te spuiten terrein
persleiding leiding waar onder druk afvalwater doorheen gepompt wordt.
perslucht atmosferische lucht (1 bar) die door een compressor wordt samengeperst tot circa 200 bar
persluchtinjectie basistechniek waarbij lucht wordt geïnjecteerd in de verzadigde zone. Met deze basistechniek worden vluchtige verontreinigende stoffen uit het grondwater verwijderd (in situ strippen).
personeel beheer functionering- en beoordelingsgesprekken en de daarbij behorende ondersteunende formulieren en rapportage. Werving en selectieactiviteiten. Alle bij deze functies behorende administratieve en registratie activiteiten
personenauto- eenheden PAE
persoon zelfstandig optredend menselijk wezen
persoon in nood persoon in een voor hem levensbedreigende situatie is beland.
persoonlijke beschermingsmiddelen middelen ter bescherming van de persoonlijke veiligheid
petit graniet blokvormig toplaagtype van graniet, destijds afkomstig van leverancier Petit.
pf pF de Briggse logaritme (grondtal 10) van het getal dat, in cm of hPa genomen, overeenkomt met de matrixcomponent van de absolute waarde (wiskundig gezien) van de drukhoogte of de zuigspanning.
p-getal (indicator fenoftaline) het quotiënt van de hoeveelheid hydroniumionen en het volume water dat deze hoeveelheid opneemt indien de pH daarvan op 8.3 (het omslagpunt van de indicator phenolphtaleïne) wordt gebracht.
pharos vuurtoren van Ouddorp, Goeree.
piekberging een waterberging die is gericht op het beperken van wateroverlast en eens per 5-25 jaar nodig is voor het vasthouden of inlaten van water.
piekvracht czv berekende geloosde piekvracht per overstortge- beurtenis CZV, uitgedrukt als een verhouding tot de grootte van het afvoerend oppervlak (kg/ha) bij een herhalingstijd van 1 jaar in een riole- ringsgebied
pier in zee stekend wandelhoofd of lange steiger.
pieterman langgerekt bodemvisje met de ogen hoog op de kop geplaatst en giftige stekels op de zijkant van de kop en in de rugvin
piloottesten het testen van een schoonmaaktechnologie in een laboratorium onder bestaande condities om potentiële problemen op te sporen voordat de technologie geïmplementeerd kan worden.
pingo ven dat aan het einde van de ijstijd is ontstaan door smelting van geïsoleerde, in de grond verzonken ijsklomp
pingoruine overblijfsel van pingo
pioniersvegetatie spontaan opkomende plantengroei op kale bodems.
piscivoor viseter.
pitot buis buis waarvan één uiteinde open is en die loodrecht op een vloeistofstroom wordt gehouden.
pit-polygoonzuil type betonzuilen.
plaat hoog gelegen bank die bij laagwater droogvalt.
plaatbekleding monoliete en waterdichte bekleding.
plaatsbepaling nadering aanduiding van de gebruikte methode en/of apparaat voor de plaatsbepaling van de meting.
plaatselijke aanduiding een nadere aanduiding van een object gebaseerd op lokale namen of naamgeving van het kunstwerk zoals ontleend aan het waterschap
plaatselijke gemiddelde tijd LMT
plaatselijke topstand plaatselijke hoogste rivierstand bij de passage van een afvoergolf.
plaatselijke wrijving op een gestandaardiseerde wijze gemeten wrijving tussen grond en kleefmantel tijdens het sonderen
plaatshoogte z de verticale afstand van een deeltje t.o.v. een referentieniveau.
plan besluit tot het uitvoeren van activiteiten die volgens een vastgestelde activiteitenstructuur (volgtijdig, parallel) worden uitgevoerd en die moeten leiden tot vooraf gedefinieerde resultaten (doelen)
plané toestand waarin het vaartuig planeert
plankijs op palen gebouwde plankenvloer boven het water.
planktische algen vrij in het water zwevende algen.
planktivoor planktoneter.
plankton verzamelnaam voor alle levende planten of dieren die in het water zweven of drijven en zich niet of nauwelijks zelfstandig kunnen voortbewegen
Plan-MER milieueffectrapport voor plannen die kunnen leiden tot concrete projecten of activiteiten met mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu.
planning project waarvan een modelstudie als onderdeel van het planproces deel uitmaakt.
planologische kernbeslissing PKB Procedurele vaststelling van nationale beleidsplannen en nota's.
planschade vergoeding van de schade die is ontstaan als gevolge van een wijziging of vrijstelling van een bestemmingsplan die redelijkerwijs niet geheel ten laste van een derde belanghebbende behoort te blijven.
plantengemeenschap het plantaardige deel van een levensgemeenschap en/of een abstracte vegetatiekundige eenheid (associatie).
plantensoort een plantensoort is een benaming van de verschillende planten aan de hand van specifieke kenmerken beschreven en benoemd in de Nederlandse flora.
plasberm beschermde bodembekleding met riet, rijshout, puin enz. tegen de werking van water
plas-draszone vorm van een ecologische verbindingszone, veelal toegepast in stedelijke gebieden.
plasticiteitindex verschil in vochtgehalte van cohesieve grond tussen de vloeigrens (overgang van vloeibare in plastische toestand) en de uitrolgrens (overgang van plastische in halfvaste toestand)
plastisch aanduiding van een toestand van de grond waarin deze gemakkelijk is te kneden en te vervormen. Of een grond plastisch is hangt af van het vochtgehalte en de aanwezigheid van kleimineralen en organisch materiaal
plastische vervorming vervormingen waarbij het materiaalelement na het verwijderen van de aangebrachte belasting een blijvende vervorming toont en dus niet geheel tot zijn oorspronkelijke vorm terugkeert.
platform een vast of bewegend object waar meetapparatuur aan of op is bevestigd
platte daken de totale oppervlakte van de platte daken die op de vrijvervalleiding loost
plecht voor- of achterdek van een klein vaartuig.
pleuston organismen die leven op het scheidingsvlak tussen water en lucht
pleziervaartuig schip bestemd of gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding
plioceen het vijfde en laatste tijdvak van het Tertiair.
plot scherm waarop de positie en koers van het eigen schip en andere schepen te zien is.
pluim verontreinigd gebied in grond of grondwater, waarin echter geen puur product of restverzadi- ging wordt aangetroffen (d.i. brongebied).
plunderage verduistering van goederen die deel uitmaken van de uitrusting of lading van een schip.
plunging een golf, die bij breking op een helling een wa- tergordijn vormt, dat bij de golfkam ontstaat, en een nevelachtig patroon voor een golfrug vormt
point-of-entry behandeling POE- behandeling totale waterbehandeling bij de aanvoer van water aan een geheel gebouw of faciliteit.
point-of-use behandeling POU- behandeling waterbehandeling op een beperkt aantal afvoeren in een gebouwgebouw, voor een gedeelte van het gebouw.
polder een gebied, dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen het peil beheerst kan worden.
polderevacuatie evacuatie van een polder
poldergebied gebied omzoomd met dijken, veelal lager gelegen dan de hoogst bekende waterstand in de aangrenzende watergang/wateroppervlak
poldergemaal gemaal ten behoeve van de bemaling van poldersystemen
polderlandschap vlak, kaal landschap
polderoverstroming overstroming van een polder
polderpeil P.P. het reglementair vastgestelde peil in een polder dat door de beherende instantie wordt nagestreefd.
polinia open water, aan alle kanten omringd door zeeijs.
polychloorbifenyl PCB polychloorbifenyl of PCB, groep van aromatische koolwaterstoffen met twee benzeenringen, waaraan tevens een chlooratoom gebonden is.
polycyclische aromatische koolwaterstof PAK groep van chemische verbindingen waarvan de moleculaire structuur is opgebouwd uit een reeks aan elkaar gekoppelde benzeenringen.
polymeeraanmaakin- stallatie installatie, waarmee het geleverde poly- electroliet gebruiksklaar wordt gemaakt
polymeeraanvoeraf- sluiter het afsluiten van aangemaakte PE naar spuislib- pomp
pomp werktuig dat door middel van een verschil in druk vloeistoffen of gassen verplaatst
pompovercapaciteit het deel van de capaciteit van een rioolgemaal dat beschikbaar is voor de afvoer van ingezamelde neerslag
pompproef een proef om de geohydrologische parameters van de bodem te kunnen bepalen, waarbij water wordt onttrokken aan een watervoerend pakket en in de omgeving van de onttrekking stijghoog- ten in de tijd worden gemeten.
pompput een ondergrondse ruimte voor de opstelling van onderwaterpompen
pontfuik enigszins op een fuik gelijkend systeem van aanlegsteigers voor ponten of veerboten.
ponton drijvende, dichte bak, waarover soms een dek is gelegd.
pontonbrug brug bestaande uit op het water drijvende pontons.
pontondraaibrug brug bestaande uit op het water drijvende pontons, welke bij opening om een verticale as worden verplaatst.
poolshoogte de hoogte van de hemelpool boven de horizon.
poortjes systeem betonning voor vaarwegen waarbij de markering paarsgewijs wordt gepositioneerd
pootvis pootvis is jonge vis die wordt opgekweekt alvorens ergens te worden uitgezet.
populatie verzameling van individuen van dezelfde soort, die in een bepaalde omschreven ruimte woont.
populatiedynamica de studie naar de redenen voor veranderingen in de populatiegrootte.
porie een opening in een membraan of medium dat water toestaat om te passeren.
poriëninjectie het in de bestaande bodemporiën spuiten van een mengsel zonder de poriestructuur aan te tasten.
porodur-bkk een concept van duurzaam waterbeheer om hemelwater in waterdoorlatende straatvlakken te bergen, te zuiveren, te infiltreren, vertraagd af te voeren of te hergebruiken.
portaal toegangspunt tot verzamelde informatie
portofoon draagbare marifoon voorzien, bestemd voor het intraship-verkeer.
positiebepaling met plaatsbepaling een positie van een sensor berekenen met toepassing van geometrie en standbepaling
positienauwkeurigheid de nauwkeurigheid waarmee een baggerwerktuig met het graafelement in positie kan worden gebracht.
positionele relatie indirecte relatie tussen plant en een gemeten standplaatsfactor, die afhankelijk is van de plaats in een (ecologisch, hydrologisch) veld, zoals bijvoorbeeld potentiaalverschillen.
post audit vergelijking van de model voorspelling met de werkelijkheid.
pot test een laboratorium test procedure met verschillende chemische doses, mengsnelheden en bezinksnelheden, om de minimale of ideale stremseldosis te schatten die vereist is om aan waterkwaliteitsdoeleinden te voldoen.
potentiaal vlak een vlak wat het niveau aangeeft tot waar het water zal stijgen in een goed afgesloten bron.
potentieel aangetaste fractie PAF de fractie van de soorten waarvoor bij de heersende concentraties van toxische stoffen in het milieu een No Observed Effect Concentratie (NOEC) wordt overschreden.
potentieel neerslagoverschot het verschil tussen de netto neerslag en de potentiële verdamping
potentieel neerslagte- kort het verschil tussen de potentiële verdamping en de netto neerslag
potentiering de bekwaamheid van een chemicalie om het effect van een andere chemicalie te vergroten.
potklei naam voor een in Noord-Nederland voorkomend uiterst fijne, donkere, taaie en kalkrijke klei
practical salinity unit PSU
precario-object voorwerpen onder, op of boven het waterschap toebehorende grond of water, voor de openbare dienst bestemd
precipitatie een niet-oplosbaar reactieproduct in een aquatische chemische reactie.
precipitatie proces de verandering van opgeloste mengsels in niet- oplosbare of slecht oplosbare mengsels, om deze mengsels vervolgens door middel van filtratie te kunnen verwijderen.
precisie de spreiding van een stochastische grootheid ten opzichte van haar gemiddelde.
precursor een vervuilende stof die deelneemt aan een chemische reactie die resulteert in de vorming van een of meer nieuwe vervuilende stoffen.
predatie het opgegeten worden door een ander organisme
predatoren dieren die zich voeden met andere dieren.
preferente stroming stroming langs preferente stroombanen in de bodem, veroorzaakt door waterafstotendheid van de bodem of doordat macroporiën (bijv. scheuren) in de bodem aanwezig zijn.
prehistorie de geschiedenis van de mens vóór het bestaan van geschreven documenten.
preparatie de voorbereiding op de acute bestrijding van ongevallen en rampen.
pre-sea certificaat diploma van de cursussen 'overleven op zee' en ' brandbestrijding', zonder welke niet kan worden aangemonsterd.
presenning groot dekkleed dat over de luiken van een vrachtschip wordt gelegd.
presenning smalle zeildoekband op een deknaad, om die naad tegen inwateren te beschermen.
presentatie visualisatie van geografische informatie voor mensen.
prestatie karakteristiek van een basistechniek waarmee het vermogen wordt aangeven om binnen een bepaalde tijd een bepaalde reductie van bodemverontreiniging te bewerkstelligen.
prestatie eisen niveau waarop de overeenkomst tussen model en werkelijkheid acceptabel is.
preventief onderhoud gebruiks- en toestandsafhankelijk onderhoud (GAO en TAO)
priel kleine geul in waddengebied.
prik negenoog
primaire afvalwaterbehandeling de verwijdering van gesuspendeerde, drijvende en neergeslagen vaste stoffen van onbehandeld afvalwater.
primaire duinvallei een duinvallei die ontstaat door jonge duinvorming op het strand en afsluiting van een deel van het strand van de invloeden van het zeewater.
primaire grondstof materialen, die uit de natuur worden gewonnen om toegepast te worden als grondstof of bouwstof waarbij het dezelfde functie behoudt.
primaire porositeit de porositeit die de oorspronkelijke poriën weergeeft toen de rots of het sediment werd gevormd.
primaire productie het aanleggen van de basis van het voedselweb
primaire wateren wateren waaraan het hoogheemraadschap een belangrijke functie toekent in de wateraan- en - afvoer en waterberging. De ligging van primaire wateren is aangegeven op de bij de Keur behorende Keurkaarten.
primaire waterkering een waterkering, die beveiliging biedt tegen overstroming door buitenwater in de zin van de Wet op de Waterkering (IJssel- of Markermeer, Noordzee en de grote rivieren en kanalen) doordat deze ofwel behoort tot het stelsel dat een dijkringgebied -al dan niet met hoge gronden - omsluit, ofwel voor een dijkringgebied is gelegen.
primaire zetting de verticale vervorming van grondlagen tijdens de hydrodynamische periode, hoofdzakelijk ten gevolge van een bovenbelasting.
prioritaire natuurgebieden natuurgebieden met hoge actuele natuurwaarden die specifiek genoemd worden in Natura 2000 en/of de VHR richtlijn.
prioriteitenmodel verzameling regels waarmee zaken op volgorde van prioriteit gezet worden.
prioriteithoofdcluster groep prioriteitsclusters met dezelfde kenmerken (soort product, status en functie).
prioriteitscluster groep producten met dezelfde kenmerken (soort product, status, functie en objectcategorie).
probleem definitie een heldere, precieze (niet noodzakelijkerwijs kwantitatieve) specificatie van wat bekend is van het probleem en wat berekend moet worden.
procedure de beschrijving van de achtereenvolgens te nemen stappen voor het behandelen en verstrekken van beschikkingen, overeenkomsten, aangiften, bezwaren en beroepen enz.
procedure per rechtsverhouding beschrijving van de bij de aanvraag van een rechtsverhouding te volgen procedure
procedurestap aanvraag vergunning de nadere vaststelling van de procedure zoals beschreven in de Wet Milieubeheer en Algemene Wet Bestuursrecht ten behoeve van de behandeling van een aanvraag van een vergunning waarop de Wet Milieubeheer en Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing is, alsmede de vaststelling van de te volgen procedure ten behoeve van een vergunning waarop een regelgeving anders dan de Wet Milieubeheer en Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing is.
procedurestap handhaving gegevens die van de uitvoering van een hand- haafprocedure worden vastgelegd.
procentdoordrenking de hoeveelheid van een stof die is opgelost in een oplossing in vergelijking met de totale hoeveelheid die opgelost kan worden.
proces een activiteit, dan wel een geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende activiteiten, uitgevoerd door een of meer onderdelen van de zuiveringsinfrastructuur/het kunstwerk.
procesbewaker functionaris die toeziet op correcte kwalitatief adequate uitvoering van een proces
procesketen een reeks van elkaar opvolgende (hydrologische) processen.
proceskwaliteit de kwaliteit voor de opdrachtgever tijdens het projectproces - dus vanaf de projectstart tot en met de oplevering van het werk.
procesmodel beschrijft processen zoals de populatie dynamica van een bepaalde soort onder bepaalde omstandigheden.
procesmodel systeemmodellen die relaties en verbanden gebruiken die onderliggende betekenisvolle grootheden en/of veranderingen in die grootheden weergeven.
procesonderdeel installatie hier worden per installatie de werkelijke onderdelen gedefinieerd
procesverantwoordelijke functionaris belast met correcte kwalitatief adequate uitvoering van een proces
proces-verbaal vastlegging of schriftelijke verklaring omtrent de constatering en de toedracht van een vermeend strafbaar feit.
proceswater water dat gebruikt wordt bij iedere vorm van fabrieksproces waarbij producten gemaakt worden.
proceswaterbreek-unit het onderbreken van drinkwater en voorraad voor pomp
proceswaterdoor- stroomindicatie het aflezen van debiet t.b.v. sperwater
proceswaterreduceer- ventiel het inregelen van de bedrijfsdruk van het proceswater
proctorproef een voorgeschreven procedure voor het bepalen van het verband tussen het vochtgehalte en de droge dichtheid van het materiaal
producenten overschot het bedrag wat een producent zou willen betalen voor een grondstof min het werkelijk betaalde bedrag.
product clustering van maatregelen / activiteiten binnen een bepaalde structuur. Een product valt altijd onder één artikel en is of vast of variabel.
productie functie relatie tussen de oogst opbrengsten en het gebruik van water en andere middelen.
productiemethode een beschrijving van technisch handelen die leidt tot producten en afvalstoffen.
productiviteit (van het water) de productie van de goederen en diensten van een sector (gemeten in termen van toegevoegde waarde) gedeeld door de hoeveelheid gebruikt water.
productstructuur clustering van producten om een eenduidige toedeling onder artikelen, boxenstructuur en onderscheid vast / variabel mogelijk te maken.
productwater water dat door een waterzuiveringsinstallatie is gegaan en klaar is om aan de klanten geleverd te worden.
proefbelasting een belasting of een serie belastingen op de fun- deringsgrondslag, die wordt verricht om het draagvermogen en deformatiegedrag hiervan te leren kennen
proevenverzameling verzameling/steekproef van in het terrein gemeten of in het laboratorium bepaalde waarden van grondeigenschappen, ingedeeld naar geologi- sche/geotechnische formatie.
proevenverzameling
proevenverzameling (regionale) verzameling van alle gemeten parameters van grondmonsters, ingedeeld naar geologische formatie. De verzameling bevat monsters die op meerdere onderzoekslocaties zijn genomen, met onderlinge afstanden die veel groter zijn dan 100 m.
profiel doorsnede van een object in lengterichting, in dwarsrichting of langs een verticaal, waarbij kenmerken van het object langs de doorsnede worden vastgelegd
profiel van vrije ruimte vrij te houden ruimte voor het blijvend kunnen realiseren van de waterkerende functie van een kering, ook in de toekomst
profieltype een karakteristieke opvolging van grondlagen
profielverdediging een kunstmatige verdediging van talud en/of bodem van een water
profielverdediging asfalt profielverdediging met behulp van asfalt
profielweergave weergave van een dwars-/lengte-/geotechnisch profiel
profundaal (zoet) diep water
prognose voorspelling met betrekking tot toekomstige ontwikkelingen
prognose woningbezet- ting verwachte gemiddeld aantal bewoners per woning binnen het gebied van de prognose
prognosewaarde waardes welke betrekking hebben op het heden of de toekomst en die volgens een bepaalde beleidsoptie tot stand zijn gekomen.
pro-gradatie periode met, ondanks een zeespiegelstijging, toch een zeewaartse verplaatsing van de kustlijn.
programma een programma is een pakket gelijksoortige en / of samenhangende maatregelen binnen een werksoort met een voortschrijdend meerjarig karakter.
programma Nadere Uitwerking Rivierengebied NURG
programma rivieren en kanalen onderdeel van het BPRW waarin per watersysteem de opgave vanuit Waterbeheer 21, Kaderrichtlijn Water en Natura 2000 voor de functies water en natuur staat beschreven voor de periode 2010-2015 met een doorkijk naar 2027.
programma X onderdeel van het BPRW waarin per watersysteem de opgave vanuit Waterbeheer 21, KRW en N2000 voor de functies water en natuur staat beschreven voor de periode 2010-2015 met een doorkijk naar 2027.
programmable logic controller PLC
programmamanager de programmamanager is verantwoordelijk voor de procesbewaking van de projecten en maatregelen.
programmeur een persoon die model of programma code ontwikkeld of aanpast.
project ad-hoc groepering van voorkomens van entiteiten ten behoeve van een speciaal doel (project)
project een bundeling van bij elkaar behorende onderzoeksactiviteiten en middelen (personeel, financieel, materieel) in de tijd uitgezet voor de uitvoering van een onderzoek.
project set samenhangende werkzaamheden met een specifiek einddoel.
project landelijke inventarisatie steenzettingen project van Rijkswaterstaat met als doel een landelijke gedetailleerde toetsing van de steenzettingen op primaire waterkeringen.
project met meerdere doeleinden project wat ontworpen, gebouwd en uitgevoerd wordt met als doel het dienen van meer dan een doeleinde.
Project onderzoek duurzame schelpdier- cultuur PRODUS project waarin kennis van de schelpdiersector en wetenschappelijke instellingen over de interactie tussen natuur en visserij wordt aangewend om duurzame visserijtechnieken verder te ontwikkelen.
project zeeweringen project van Rijkswaterstaat, Provincie Zeeland en de Zeeuwse waterschappen waarin de steenzettingen in Zeeland worden versterkt.
projectdirectie ontwik- kelingsschets schelde- estuarium ProSes
projectinhoud samenstelling van een project
projectleider de projectleider draagt onderzoek op, zorgt voor begeleiding van dit onderzoek, begeleidt de procedures en de inbreng van belanghebbenden en verzorgt de communicatie over hun project.
project-m.e.r de procedure voor de milieueffectrapportage voor activiteiten met mogelijk grote milieugevolgen.
prokaryoot bacterie, waaronder actinemycetenen en cyano- bacteriën (blauwgroene algen) die geen kernmembraan bezitten.
protectieclub verbond van kapiteineigenaren, opgericht ter bestrijding van risico's aangaande ladingspro- blemen in de wijdste zin des woord.
protocol een voorschrift waarin beschreven staat hoe een onderzoek dient plaats te vinden.
protonen positief geladen bouwstenen van een atoom die zich in de kern bevinden.
protozoa eencellige dieren
provinciaal coordinatie centrum PCC de plaats waar de Commissaris van de Koningin en zijn provinciale rampenstaf zijn gezeteld.
provinciaal overlegorgaan voor de kust POK samenwerkingsverband tussen de provincie, het waterschap en het Rijk met als doel behoud en inrichting van de zandige kust.
provinciaal verkeers- en vervoersplan PVVP
provinciale commissie voor milieu en water PCMW
provinciale milieuver- gunningcommissie PMVC
provinciale milieuverordening PMV document dat regels bevat voor de bescherming van het milieu
provinciale rampenstaf de plaats waar de Commissaris van de Koningin samengesteld orgaan dat hem bijstaat bijzijn coördinerende en bijstand regelende taak in de rampenbestrijding.
provinciale staten PS
pseudomonas aeruginosa deze ziektekiem komt algemeen voor in het water en de bodem en veroorzaakt Pseudomonas dermatitis
pseudomonas dermatitis infectie van de huid
pseudo-stationaire stroming stroming die als een opeenvolging van stationaire stromingssituaties wordt berekend.
psychrometer constante deze grootheid volgt uit de psychrometerverge- lijking
ptco-schaal PtCo schaal waarmee de kleur en daarmee de algemene kwaliteit van een chemicaliënmonster kan worden uitgedrukt.
publiek samengesteld uit de partners die niet direct betrokken zijn maar wel een legitieme interesse hebben in de resultaten.
publiek watersysteem een systeem dat leidingwater voor menselijke consumptie verzorgt.
Publiek-Private Samenwerking PPS
puimsteen lichte poreuze gestolde lavasteen
puls elektronisch afgegeven signaal wanneer aan ingestelde voorwaarde is voldaan om een verder proces te activeren en of continueren.
puls-/akkerman- steektoestel steektoestel voor grondmechanisch onderzoek.
pulsinstallatie machinaal buis die aan de bovenzijde open is en aan de onderzijde voorzien is van een klepmechanisme dat er voor zorgt dat het opgehaalde materiaal niet terugvalt.
pulskor vorm van visserij waarbij de platvis d.m.v. elektrische pulsen uit de bodem wordt gejaagd
pulsvolume het ingesteld theoretisch bemonsteringsvolume per puls bij een automatische volumeproportio- nele bemonstering
punt precisie precisie van een enkel punt
puntdata observaties op een geografische puntlocatie
puntdraagvermogen het draagvermogen van een paal dat ontstaat door de weerstand van de grond aan de punt van de paal.
puntlocatie een kernachtige eenduidige aanduiding van een plaats.
puntvormige beplanting beschrijving van puntvormige beplantingsvoor- komen
put verticale waterdichte constructie, toegepast om leidingen aan te sluiten, van richting of niveau te veranderen, om toegang te verschaffen aan personeel en/of apparatuur voor inspectie en onderhoud, en om beluchting en ventilatie mogelijk te maken
put plaats waar de baggermolen de bagger naar boven haalt.
put (vloeistofdynamica) punt of lijn waar de stroomlijn convergeert
put/meetvoorziening soort (overig) vastgoed element dat een specifieke meetfunctie heeft ten behoeve van de uitvoer van waterschapstaken
putverstopping het verstopt raken van het filtergedeelte van een onttrekkingput, resulterend in een verlaging van het onttrekkingdebiet en vergroting van de put- weerstand.
puzzolanen stoffen die een cementeringsreactie vertonen, meestal in combinatie met / geactiveerd door kalkhoudende stoffen, zoals cement.
pycnocline laag water waarin een grote verandering in de dichtheid met de diepte aanwezig is.
pyrogeen een stof die door bacteriën wordt geproduceerd en tamelijk stabiel is.
pyrolyse ontleding door blootstelling aan hoge temperatuur buiten aanwezigheid van zuurstof.
pz90 geodetisch systeem PZ90 een consistente set van, in GLONASS, gebruikte parameters die de vorm van de aarde beschrijft
quarantaine korter of langer gedwongen verblijf op een afgezonderde plaats van schepen die uit besmette gebieden komen of mensen met een besmettelijke ziekte aan boord hebben.
raad voor de scheepvaart soort tuchtcommissie voor de koopvaardij en de zeevisserij, die met name belast is met het onderzoek naar de oorzaak van scheepsrampen.
raai een denkbeeldige lijn over water en/of land, uitgezet t.b.v. het verrichten van lodingen, metingen, monsternemingen e.d.
raaihoek de hoek tussen het noorden en de richting van een rechte raai.
raaipunt eenduidige geografische plaatsbepaling van een punt waarbij gebruik wordt gemaakt van een lokaal coördinatenstelsel, zijnde de raai.
raamnet visfuik met een groot raam aan de ingang, dat voor de opening van een sluis wordt geplaatst.
raamwerk coherente set van berekeningstechnieken, databases en operationele procedures voor de kwantitatieve analyse van maatregelen en strategieën.
raamwerk planning methode type model die specifieke doelen heeft die ofwel stroomgebied breed toegepast kunnen worden ofwel voor een klein gedeelte van een groot stroomgebied.
radar and television aid to navigation RATAN een combinatie van radar en televisie, speciaal voor het navigeren in drukke vaarwaters.
radarblinde zone het gebied waarin als gevolg van de aanwezigheid van een brug over de vaarweg schepen en andere objecten in het vaarwater met scheepsradar onvoldoende kunnen worden gedetecteerd
radarhorizon de maximale afstand waarop objecten door de radar kunnen worden waargenomen.
radarpost een radarscanner, bemand of onbemand, behorend bij een radarketen
radarreflector ruitvormig apparaat van metaal dat aan alle vier zijden een piramidevormige reflector heeft.
radarwaarnemer iemand die op een radarpost scheepsbewegingen waarneemt en deze gegevens eventueel doorgeeft aan belanghebbende instanties, zoals het loodswezen.
raderboot vaartuig dat wordt voortbewogen door schepraderen.
radiatiemist mist die ontstaat boven laagliggend land bij heldere nachten.
radio detection and ranging radar elektronisch instrument gebruikt voor het detecteren en bepalen van de afstand tot ver weg gelegen objecten die een dusdanige compositie hebben dat ze radio energie reflecteren of verspreiden.
radio navigatie het gebruik van radio signalen om de navigatie te ondersteunen dan wel voor obstakels te waarschuwen
radio plaatsbepaling het gebruik van radio waarnemingen voor andere doeleinden dan radionavigatie
radio tele type scheepstelex die via een radioverbinding in het kortegolfgebied tot stand komt en tamelijk sto- ringsgevoelig is.
radio waarneming het bepalen van een positie of het verkrijgen van informatie in relatie tot die positie door middel van de eigenschappen van voortplanting van radiogolven
radioactieve stof iedere stof, die een of meer radionucliden bevat waarvan de activiteit of de concentratie om redenen van stralingsbescherming niet mag worden verwaarloosd.
radioactiviteit het spontane verval in de kern van een atoom met als resultaat de emissie van stralingsenergie in de vorm van deeltjesgolven.
radiobaken hierbij wordt door een walstation of lichtschip een elektromagnetisch veld uitgezonden, waarop men de radio kan afstemmen en met een radio- richtingzoeker de richting van het baken kan peilen.
radiohut werkruimte van de radio-officier
radiopeilkaart kaart waarop alle peilstations zijn aangegeven.
radiowacht wachthouden bij de scheepsradio om noodsignalen en andere berichten te kunnen opvangen.
rafeling verwarde beweging in het water op plaatsen waar een zeestroming weerstand ondervindt
ramark radiobaken op een markeerboei, die in werking wordt gesteld door de radiosignalen van een naderend vaartuig.
ramguts solide geconstrueerde guts die met behulp van een sloophamer in de grond wordt gedreven.
ramp gebeurtenis waardoor ernstige verstoring van de algemene veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en gezondheid van vele personen, dan wel grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd en als zodanig tot ramp is verklaard.
rampenbestrijdingsorganisatie de plaats waar de Commissaris van de Koningin en het samengesteld orgaan dat hem bijstaat bij zijn coördinerende en bijstand regelende taak in de rampenbestrijding.
rampenwet zie www.overheid.nl Rampenwet & WRZO
rampgebied het inzetgebied van de hulpdiensten die de directe bestrijding van de ramp uitvoeren. Tevens het gebied waar de inzetcoördinatie/bevelvoering in principe is voorbehouden aan de bevelvoerders ter plekke (binnen regels en procedures)
ramsar conventie de 'Overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervogels' is beter bekend als de 'Ramsar-Conventie', genoemd naar het Iraanse stadje waar de overeenkomst in 1971 werd opgesteld.
randmeren zo noemt men de watergebieden die bij de inpoldering van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland bewaard zijn gebleven.
randvoorwaarde bijkomstige voorwaarden die echter wel noodzakelijk zijn voor het te bereiken doel
randvoorwaarde beschrijving van de normen die gehanteerd worden bij de berekening van af- of aanvoer
randvoorwaarde- locatie locatie waarvoor de hydraulische randvoorwaarden worden gegeven.
randvoorwaarden beschrijving van de wijze waarop uitwisseling (massa, energie) van het gemodelleerde systeem met de omgeving plaatsvindt.
randvoorziening vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel, die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op het oppervlaktewater te verminderen
randzee grote inham in het vasteland die in geheel open verbinding met de oceaan staat.
rank zegt men van een schip dat niet erg stabiel is.
rapid response team team deskundigen dat expertise en planningsca- paciteit bij grote waterrampen kan leveren onmiddellijk na de directe noodhulp
rapportage tijdstap specificeert het tijdsinterval waartussen omstandigheden worden gerapporteerd.
rapportage-eenheid ruimtelijke schaal waarop voor KRW gerapporteerd wordt, omvang hangt af van type rapportage - niveau A: Rijn, B: regio + hy- drol.eenheden, C: watersysteem of onderliggende waterlichamen
rapportagegrens de laagste concentratie van de component in het monster die gerapporteerd wordt aan de opdrachtgever.
rationalisatie en automatisering in de grond-, water- en wegenbouw. RAW
rattenschild cirkelvormige plaat met een diameter van ongeveer een halve meter, die in de haven op enkele meters van het schip op alle meertrossen worden geplaatst, om te voorkomen dat er langs die weg ratten aan boord komen, of ratten het schip verlaten.
reactie coëfficiënt de algemene bulk reactie coëfficiënt voor chemische reacties in een tank.
reactie klep kleppen die geactiveerd worden in reactie op een hydraulische opslingering.
reactie pomp wordt gecontroleerd door een relatie tussen pompsnelheid tijdens het uitschakelen van de pomp en het gedrag van de reactieklep.
reactie snelheid model waterkwaliteitsmodel wat een mechanisme beschrijft voor het rekening houden met het verlies (of groei) van een stof door reactie als het zich door een distributie systeem verplaatst.
reactiviteit (chemisch) het vermogen om een (scheikundige) reactie aan te gaan.
reaeratie ieder proces waarin lucht (of zuurstof) wordt geïntroduceerd.
real-time voorspelling voorspelling afgegeven door een model, in een beperkte tijd, in daadwerkelijke operationele omstandigheden (daarbij voorbijgaand aan toekomstige gegevensinvoer).
recarbonisatie een proces waarbij koolstofdioxide in behande- lingswater wordt geblazen om de pH te verlagen.
recessie periode van afnemende afvoer zoals aangegeven door het dalende deel van een hydrograaf beginnende bij de piek.
rechteroever de oever die zich aan de rechterkant van de waterloop bevindt, wanneer men stroomafwaarts kijkt.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit bij de president van de rechtbank.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot het instellen van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze of bedenkingen tegen een ontwerpbesluit c.q. aanvraag voor een besluit.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen een besluit bij de rechtbank.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot indienen van bedenkingen tijdens de vergunningsprocedure of met betrekking tot bij een bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ingediend beroep tegen een besluit tot het verlenen of (ambtshalve) wijzigen of intrekken van een vergunning
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot indienen van een zienswijze of bezwaar inzake de uit te oefenen of uitgeoefende handhavingactiviteiten of met betrekking tot een bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ingediend beroep tegen een handhavingsbesluit.
rechtsbeschermings- middel de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een uitspraak van de rechtbank bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
rechtspersoon groep van personen of een organisatievorm die volgens de wet bevoegd is om zelf rechtshandelingen te verrichten, zoals bijvoorbeeld het sluiten van een contract.
rechtsverhoudingvak een aanduiding van een traject in de lengterichting van een waterloop waarop een zekere rechtsverhouding van toepassing is
recirculatie het terugvoeren van een stroom (slib, water, een bepaalde stof) naar een punt eerder in het proces
recirculatiefactor de verhouding tussen het recirculatiedebiet en het influentdebiet bij een zuiveringsinstallatie.
recirculatiekelder kelder of put voor de verzameling van terug te voeren processtromen
recirculatieleiding buis of stelsel van buizen voor het terugvoeren van processtromen
recirculatiepomp pomp voor het terugvoeren van processtromen
reconstructieplan een plan als bedoeld in artikel 11 van de Reconstructiewet concentratiegebieden.
recreatietoervaart een vaartuig geschikt voor het maken van een tocht van één of meer dagen, waarbij het vaar- gebied in de omgeving van de thuishaven wordt verlaten
recreatievaart waterrecreatie of watersport met gebruikmaking van een pleziervaartuig
recreatievaartklasse classificatie van vaartuigen aan de hand van de klassenindeling van het recreatietoervaartnet volgens BRTN (Beleidsvisie Recreatie Toervaart Net)
recreatievaartuig een niet voor permanente bewoning dienend vaartuig voor recreatief gebruik waarin tijdens zomermaanden (soms) geslapen wordt.
recreatiewoning een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
recrutering het aantal individuen dat jaarlijks een populatie dieren/planten aanvult
reddingsboei rond of hoefijzervormig voorwerp uit kurk of ander drijvend materiaal, dat aan drenkelingen wordt toegeworpen.
reddingsboot boot van een reddingsbrigade, bestemd om schipbreukelingen te redden.
reddingsboot reddingssloep aan boord, dienend om het schip in noodgevallen te kunnen verlaten.
reddingsvest persoonlijk reddingsmiddel, zodanig geconstrueerd dat het de drenkeling met het aangezicht boven water doet drijven.
reden een schip uitrusten en in de vaart brengen.
reder degene die één of meer schepen exploiteert.
rederij bedrijf dat schepen uitrust en met commercieel oogpunt in de vaart brengt.
rederijbrief eigendomsbewijs van een schip.
redersclub vereniging van scheepvaartondernemingen voor onderlinge verzekering tot dekking van het vierde deel van de aanvaringsschade aan derden, dat onder de cascopolis niet gedekt is.
redoxpotentiaal potentiaalverschil dat bij een redoxreactie ontstaat tussen het reductiemiddel, de elektronendonor en het oxydatiemiddel.
reduceerklep TCV wordt gebruikt om een gedeeltelijk gesloten kleppen te simuleren door het aanpassen van de minste drukverlies van de klep.
reducenten organismen, voornamelijk bacteriën, die niet- levend organisch materiaal afbreken, sommige afbraakproducten onttrekken voor eigen gebruik, en de stoffen die nodig zijn voor plantaardige productie beschikbaar maken.
reduceren technieken om (complexe) data in grootte te reduceren, interferenties bij metingen mathematisch te corrigeren en om een verband te leggen tussen de gemeten waarden en hetgeen je wil weten.
reductie een chemische reactie waarbij ionen elektronen opnemen om hun positieve valentie te verlagen.
reductie klep PRV limiteert de druk van een benedenstroomse node zodat deze een vooraf ingestelde waarde niet overschrijdt als de bovenstroomse node boven de druk reduceer instelling komt. Indien de bo- venstroomse druk beneden deze instelling is dan gaat de stroming ongehinderd door.
reeks zeer korte stoten volgens de wet: een reeks van tenminste zes stoten, elk durende ongeveer een kwart seconde - de tijdruimte tussen opeenvolgende stoten moet ongeveer een kwart seconde bedragen.
reestokken stokken waar de kamers aan vast komen.
reewacht wachtindeling van een schip dat niet vaart, maar op de ree (voor anker) ligt.
referentie de bovengrens van de zeer goede ecologische toestand (ZGET) voor natuurlijke wateren.
referentiebeeld een (re)constructie van een toestand van een systeem ontleend aan een vroegere, ongestoorde situatie of aan vergelijkbare systemen elders.
referentiepeil 1985.0 voor de kust: ontwerppeil. Voor meren en rivieren: de maatgevende hoogwaterstand MHW.
referentieperiode de periode waarin een constructie of onderdeel van een constructie moet voldoen aan de eisen.
referentiepunt punt dat gebruikt wordt als referentie aanduiding
referentiesituatie de ontwikkeling van de watersystemen op basis van bestaand beleid en reeds genomen besluiten.
referentiestelsel realisatie van een referentiesysteem
referentiestelsel indeling combinatie van keringen met een of meerdere referentiestelsels.
referentievlak tweedimensionale ruimte die gebruikt wordt bij het bepalen van de loodrechte afstand van dat vlak tot punten in de (driedimensionale) ruimte.
referentiewaarde niveau in een (ongestoorde) situatie waarmee de huidige situatie vergeleken wordt.
refugium wijkplaats of toevluchtsgebied voor planten of dieren.
regaal stukgoederen die niet tot de lading behoren, maar als geschenk voor anderen worden meegenomen, bijvoorbeeld spiegeltjes en kraaltjes.
regatta watersport wedstrijd.
regen neerslag in de vorm van vloeibare water druppels met diameter groter dan 0.5 mm.
regen rivier rivier die in overheersende mate door regenwater wordt gevoed.
regenboog een regenboog is een boog van regen(druppels).
regenduurlijn grafische weergave van de specifieke neerslag die valt in een periode van een bepaalde duur en die met een bepaalde frequentie wordt overschreden
regeneratie het terugplaatsen van het contra-ion op de ionenuitwisselaar, door een ion met een hogere affiniteit te verplaatsen door een ion met een lagere affiniteit
regenereren voortplanten of het weer aangroeien van delen van een organisme of een organisme in zijn geheel
regenmeter meetinstrument om de hoeveelheid neerslag in een bepaalde tijdspanne te bepalen
regenpijp een regenpijp is een buis met een doorsnede van 70 - 80 mm die aan een dakgoot is bevestigd en dient om het hemelwater dat op het dak valt, af te voeren.
regensimulator apparaat om water toe te voeren aan het bodem oppervlak op een manier en met een intensiteit die vergelijkbaar is met natuurlijke regenval.
regenwaterafvoer RWA het totale debiet bij regen, dat wil zeggen de hemelwaterafvoer en het afvalwaterdebiet gesommeerd
regenwaterafvoer stelsel Rwa stelsel rioolstelsel waarmee uitsluitend hemelwater wordt afgevoerd.
regio (duitsland) duitse Regio's waarin meerdere gemeenten (Gemeinde) verbonden zijn
regiobestuur (duitsland) vertegenwoordiging/Bestuur van een Kreis (bijv Kreis Kleve of Kreis Wesel)
regionaal ambtelijk overleg RAO overleg tussen ambtenaren van waterschappen, regionale directie Rijkswaterstaat, LNV en VROM, provincies en gemeenten in een bepaald (deel)stroomgebied.
regionaal bestuurlijk overleg RBO overleg tussen bestuurders van waterschappen, regionale directie Rijkswaterstaat, provincies, regionale directies LNV, gemeenten en soms drinkwaterwinbedrijven in een bepaald (deel)stroomgebied.
Regionaal College Waddengebied RCW
regionaal coördinatie centrum RCC (een organisatie uit) het geheel van overheidsmaatregelen inzake de voorbereiding op de bestrijding van rampen en zware ongevallen, de daadwerkelijke bestrijding en de zorg na rampen
regionaal coördinatie centrum RCC de plaats waar de coördinerend burgemeester en zijn intergemeentelijke rampenstaf, inclusief de operationeel leider, zijn ondergebracht
regionaal geohydrologisch informatiesysteem REGIS
regionaal grondwater systeem uitgebreide aquifer die langer dan lokale systemen nodig heeft om te reageren op een toegenomen grondwater aanvulling doordat hun aan- en afvoergebieden op grote afstand van elkaar verwijderd liggen en/of ze een diepe grondwaterspiegel hebben.
regionaal waterber- gingsgebied gebied waar, in tijden van overvloedige neerslag, water dat niet afkomstig is uit de grote rivieren, tijdelijk vastgehouden kan worden.
regionale dienst rws RD rijkswaterstaat RWS is ingedeeld in een aantal regionale diensten en daaronder dienstkringen
regionale natuur- en landschapseenheid RNLE een gebied dat bestaat uit een of meer begeleid natuurlijke eenheden en kleinere bos- en natuurgebieden, met tussengelegen of omringende landbouwgronden.
regionale wateren watersystemen of onderdelen daarvan die niet in beheer zijn bij het Rijk
regionale watersysteem rapportages RWSR
regionalisatie aanpak die bestaat uit het vinden van regionale regels voor de toepassing van hydrologische modellen en/of het vaststellen van de relatie tussen de stroomgebied parameters en model parameter waarden op basis van een groot aantal stroomgebieden.
regisseur een van de onderscheiden rollen binnen net- werkmanagement. De regisseur verricht alle regieactiviteiten om ervoor te zorgen dat voorwaarden geschapen zijn zodat de weggebruiker van het hoofdwegennet betrouwbaar op weg kan van A naar B, rekening houdend met de belangen van de bij dit weggebruik betrokken stakeholders (andere wegbeheerders, KLPD, etc.). De Regisseur vertegenwoordigt het maatschappelijk belang.
register beschermde gebieden lijst van gebieden die zijn aangewezen als bijzondere bescherming behoevend in het kader van specifieke Europese wetgeving om hun oppervlakte- of grondwater te beschermen of voor het behoud van habitats en rechtstreeks van water afhankelijke soorten.
register holland RH klassebureau dat op verzoek diverse soorten keuringen van schepen verricht.
registratiezuil slib- transport zuil waarmee slibtransporten worden geregistreerd
reglement kanaal van gent naar terneuzen
reglement verkeersregels en verkeerstekens RVV
regressie de richting van een functie tussen verschillende verschijnselen
regressie-analyse vaststellen van de relatie tussen een verklarende variabele (veelal de tijd) en waarnemingen.
regressielijn relatie (functie) tussen verklarende variabele (veelal de tijd) en de waarnemingen (bijvoorbeeld lineair).
reguleren het leiden van de rivier d.m.v. het construeren van kunstwerken ter voorkoming van ongewenste natuurlijke ontwikkelingen.
reinigbaarheid houdt in dat het zandpercentage in baggerspecie hoger ligt dan zestig procent.
reinigingsinrichting constructie voor het reinigen van technische installaties
reinigingsmiddel reinigingsmiddelen is de verzamelnaam voor zepen en synthetische wasmiddelen.
reis globaal van tevoren vastgestelde vaart naar één of meer havens, meestal met inbegrip van de terugtocht naar de thuishaven.
rekenpeil de waterstand, die wordt gevonden door bij het Toetspeil 2/3 van de decimeringhoogte op te tellen.
rekenpeil 2000.0 rekenpeil waarbij het Toetspeil 2000.0 als uitgangspunt wordt genomen.
rekenprofiel geselecteerd dwarsprofiel waarvoor een stabili- teitsberekening moet worden uitgevoerd.
rekenwaarde voor belasting de karakteristieke of representatieve belasting vermenigvuldigd met een belastingfactor.
rekenwaarde voor de sterkte de karakteristieke sterkte gedeeld door een materiaalfactor.
relatieve dichtheid de dichtheid van een element onder water
relatieve dichtheid het verhoudingsgetal, dat wordt verkregen door het verschil tussen de maximale en het aanwezige poriëngehalte te delen door het verschil tussen het maximale en minimale poriëngehalte
relatieve lig- ging/positie of hoogte positie of hoogte van een aantal punten ten opzichte van elkaar
relatieve luchtvochtigheid percentage van de maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht bij de gegeven temperatuur en luchtdruk bevat.
relatieve nauwkeurigheid de nauwkeurigheid waarmee een gebruiker zijn positie kan bepalen in relatie tot de positie van een andere gebruiker van hetzelfde systeem op dezelfde tijd
relatieve precisie precisie van een verschil van twee puntwaarden
relatieve verdamping de verhouding van de werkelijke tot de potentiële verdamping
relatieve vochtigheid Rh de verhouding van de heersende dampdruk e tot de verzadigingdampdruk es bij dezelfde temperatuur:
remediëren verhelpen, genezen, beter maken.
remmingwerk constructie langs de opstelruimte en wachtruimte bedoeld voor het afmeren van schepen
remote sensing dit begrip omvat alle methoden waarbij op afstand waarnemingen gedaan worden
renodunale district de duinen ten zuiden van de Verbrande Pan (Bergen, NH waar het kalkgehalte van het duinzand hoger is dan 0,3% (‘kalkrijk').
renourishment factor de verhouding tussen de herhalingstijd van een kustsuppletie met dezelfde zandsoort en die met een andere zandsoort
rentepercentage de hoeveelheid rente op een schuld uitgedrukt als percentage van die schuld.
reologie die tak van de mechanica die zich bezig houdt met krachten, deformatie en stromingsrelaties van de materie.
reotroof gevoed door stromend water.
representatie inhoudelijk vastleggen van de werkelijkheid.
representatief in zijn kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend - karakteristiek
representatief waterli- chaam waterlichaam dat maatgevend is voor een cluster van waterlichamen van hetzelfde type binnen eenzelfde regio
representatieve belasting overeengekomen waarde voor de karakteristieke belasting indien het niet goed mogelijk is een overschrijdingskans te bepalen.
representatieve waarde de waarde die de werkelijke waarde van een parameter met voldoende zekerheid representeert.
reservaatsgebied het als zodanig door Gedeputeerde Staten op grond van de ‘Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling' (Rbon), dan wel de daarop volgende subsidieregelingen van het Ministerie van Landbouw en Visserij begrensde gebied, waarin de verwerving van landbouwgronden ten behoeve van de Staat of door een terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie wordt nagestreefd, met het oog op doelstellingen van natuur- en landschapsbehoud.
reservecapaciteit extra behandelingscapaciteit die ingebouwd wordt in afvalwaterbehandelingfabrieken en riolen om in te kunnen spelen op een toekomstige stijging in de toestroom van afvalwater veroorzaakt door de populatiegroei.
reservoir een natuurlijk of kunstmatig gebied dat gebruikt wordt om water op te slaan.
residu niet of slecht afbreekbare stof die in een organisme of systeem aanwezig blijft.
residutolerantie maximum toegestane concentratie van een residu.
resistentie het weerstandsvermogen van een organisme tegen bepaalde stoffen bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen.
resolutie het verbreken van een emulsie in individuele componenten.
respiratie ademhaling (van een organisme).
responstijd tijdsverloop tussen melding van een storing aan de leverancier en het ter plaatse zijn van een monteur
rest beta activiteit mate van straling van elektronen uit een mengsel als gevolg van radioactief verval in het mengsel (beta-activiteit) verminderd met de straling door Kalium-40 in het mengsel.
rest bèta activiteit restbta mate van bèta activiteit verminderd met de straling door Kalium-40 in het mengsel
restfouten analyse onderzoek waarbij de restfouten (statistisch) geanalyseerd worden.
restproducten bijproducten van productieprocessen die als con- structiemateriaal worden gebruikt.
reststerkte tijdsduur tussen initiële schade en het bloot komen van de dijkkern (weerstand tegen hydraulische belasting na het begin van schade).
reststroom resulterend watertransport in het bijzonder over één of meer getijperioden op zee.
restveen restant van een veenpakket dat bij de winning van turf niet is ontgraven
resultaat analyse foutenanalyse + kwaliteitsbeschrijving
retardatie vertraging van een concentratie of een concen- tratiefront van een reactieve stof ten opzichte van een conservatieve stof, ten gevolge van adsorptie, neerslag en/of omzetting van de reactieve stof.
retentie het vasthouden van (druppels) puur product (meestal organische stoffen, zoals olie) binnen een (bodem)matrix, waardoor transport of uitwisseling uitsluitend mogelijk is door diffusie.
retentiegebied een gebied, dat structureel onderdeel is van het watersysteem, bedoeld om voldoende bergings- capaciteit te creëren en daarmee te voldoen aan de gestelde normen, water wordt hier geborgen in tijden van hoge afvoer om waterstanden te verlagen.
retireren achterwaarts verschuiven van het duin met als doel dit zand aan de natte erosieprocessen te onttrekken.
retireren zich terugtrekken
reversibel omkeerbaar
revisie tekening na uitvoering van het bestek herziene (bestektekening.
revisievergunning vergunning die wordt verleend krachtens artikel 6.18, eerste lid, of 6.19, eerste lid van de waterwet.
rhizoom stengel die meestal horizontaal onder de grond groeit.
ribbels zandgolven op de zeebodem.
Richtlijn Overstro- mingsrisico's ROR EU-ropese richtlijn 2007/60/EG beoordeling en beheer van overstromingsrisico's.
richtlijn prioritaire stoffen RPS
richtlijnen randvoorwaarden waaronder de onderzoeken moeten plaatsvinden.
richtlijnen vaarwegen RVW
richtwaarde een parameterniveau dat op een bepaald tijdstip bereikt moet worden.
rieten dak dak met rietbedekking
rietoever waterkant waarlangs overwegend riet groeit.
rietschoot moerassig land, begroeid met riet.
rif een smalle ondiepte in de zee die bestaat uit vast aan de bodem gehecht materiaal
rijks driehoeksstelsel RD-stelsel projectie methode (coördinatenstelsel) gebaseerd op de Bessel 1841 ellipsoïde met als datumpunt Amersfoort
rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling. RIZA voormalige specialistische dienst van Rijkswaterstaat
rijksinstituut voor kust en zee. RIKZ voormalige specialistische dienst van Rijkswaterstaat
rijksinstituut voor vis- serijonderzoek RIVO
rijksinstituut voor volkgezondheid en milieuhygiëne RIVM
rijkswateren watersystemen of onderdelen daarvan die in beheer zijn bij het Rijk
rijkswaterstaat RWS agentschap ressorterend onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat, belast met de zorg voor (water)wegen, dijken, bruggen, Deltaplan enzovoort.
rijkswaterstaat voorschrift RWSV
rijkswerf werf van het rijk voor het uitvoeren van verschillende werkzaamheden voor de marine.
rijkszeeweringenreglement verordening met verbod- en gebodsbepalingen van het Rijk als beheerder van een zeewering. Vergelijkbaar met de Keur.
rijnaak een sleep- of duwschip met een laadvermogen van 2000 BRT en meer, voor het transitovervoer van goederen van de zeehavens naar het achterland.
rijnatlas atlas van overstromingsgebieden
rijnschip groot vrachtschip voor de Rijnvaart, met een laadvermogen van 500 a 4000 BRT.
rijnvaartpolitieregle- ment RPR stelsel van verkeersregels, geldend voor de wateren voorzover die onder de Rijnvaartakte (Akte van Mannheim) vallen
rijping natuurlijk, onomkeerbaar proces, waarbij de baggerspecie door fysisch-chemische processen geleidelijk verandert van een natte slurry in een steekvaste grond.
rijpingsfactor maat voor de fysische rijping.
rijswaard jonge opslibbende uiterwaard die met wilgen beplant is
rijzing het stijgen van het waterpeil boven het reductie- vlak.
rijzinghoogte maximale stijging van het water boven het vlak van waaruit op de zeekaart alle waterdiepten en hoogten zijn aangegeven
ringvaart vaart rondom een drooggelegd stuk land, daarvan gescheiden door een ringdijk.
ringzegenvisserij methode waarbij met een groot, cirkelvormig buidelnet wordt gevist.
rioleringsgebied totaal van de op een bepaald rioleringselement aanvoerende rioolbemalinggebieden.
rioleringsplan strategisch operationeel of maatregelen plan waarin beschreven staat hoe binnen een bepaald gebied met de riolering dient om te gaan
rioolslib slib dat in een publiek riool geproduceerd wordt.
rioolwaterzuiveringsinstallatie - complex Rwzi- complex de civieltechnische beschrijving van een rioolwaterzuiveringsinstallatie
risico de kans op functieverlies vermenigvuldigd met de economische en maatschappelijke gevolgschade.
risicocijfer het aantal slachtoffers op (een gedeelte van) een wegverbinding gerelateerd aan de vervoerspres- tatie daarop, uitgedrukt in slachtoffers per miljoen motorvoertuigkilometers.
risicocontour bij het individueel risico geldt in Nederland als norm de risicocontour 10-6.
river information services RIS project waarbij informatie over de vaarweg digitaal aan de vaarweggebruikers wordt aangeboden
riverside handboorgereedschap met gesloten buis en aan de onderzijde twee boorpunten.
rivier het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
rivier een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
rivier een binnenwater dat grotendeels bovengronds stroomt, maar waarvan een deel ondergronds kan stromen -
rivier gekanaliseerd het dmv stuwen de waterstand op te zetten. Dergelijke stuwen verdelen de rivier in panden. De waterspiegel krijgt dus een trap vorm. Naast de stuw bevindt zich vaak een schutsluis bv de scheepvaart.
rivierbekken land dat door een rivier en haar bijrivieren gedraineerd wordt.
riviercommissie internationale riviercommissie voor de afstemming van het waterbeheer van de rivieren.
rivierdal dal waardoor een rivier stroomt.
rivierduin duin op de rivieroever
rivierdynamiek veranderlijkheid van de hydrologische en morfologische kenmerken van een rivier
rivierkunde die tak van de hydrologie die zich bezig houdt met oppervlaktestromen.
riviermonding plaats waar een rivier uitmondt in zee of in een meer.
riviervak deel van een rivier
robber de geschatte vangst, die alvast wordt afgeslagen voordat het vaartuig binnenvaart.
robuustheid in hoeverre is een systeem of een applicatie gevoelig voor storingen van buitenaf.
robuustheidtest test waarmee wordt bepaald of een model bestand is tegen extreme invoergegevens.
rode contouren de grenzen waarbinnen het stedelijk gebied de komende tien jaar mag worden uitgebreid. Samenwerkende gemeenten moeten binnen door het Rijk en provincie aangegeven zoekgebieden voorstellen doen voor de exacte ligging van deze contouren.
roeiboot een vrijvarende boot voortbewogen door middel van roeiriemen.
roeiers personeel van de loodswacht - vroeger de roeiers van de sloepen.
roepsein vierletterige telegramcode van een schip volgens het internationaal seinboek.
roer stuurorgaan.
roerganger man of vrouw aan het roer, meestal een matroos of een kwartiermeester.
roerwerk toestel om gasafscheiding teweeg te brengen door roeren
rol adres de rol die aangeeft wat de functie van het gekoppelde adres is
rol subject een specificatie van een relatie die een subject met een object/rechtsverhouding heeft
rolbascule brug brug, met één val, draaibaar om een horizontaal verplaatsbare draaiingsas, waarbij de ballast en de val een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar.
rolbrug brug verschuifbaar in horizontale richting.
roller golf waarvan de voorkant van een golf niet zo steil wordt dat de golftop voorover stort (breker), en er zich op de top een massa schuim vormt, die met de golftop meerolt.
ronaton type betonzuil.
rondgang een inspectieronde/surveillance
rondom schijnend licht volgens het BPR: een licht dat schijnt over een boog van de horizon van 360 graden.
rondspant spantvorm zonder scherpe hoeken in elke halve spantdoorsnede tussen dek en kiel.
rondvaartboot boot waarmee men langs een zekere bezienswaardige route vaart en vervolgens naar het startpunt terugkeert.
rood getij de kleurverandering van zeewater als gevolg van de abnormale groei van planktonische organismen.
rood voor afsluitingsfase RVA
roodwier wieren die onder andere gesulfateerde polysacchariden bevatten.
rookgas afvalgas dat vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen
rookgaskoeler koelinstallatie voor het koelen van uitlaatgassen van een verbrandingsmotor
rooster raamwerk van evenwijdig of kruiselings lopende staven voor het verwijderen van vuil uit de waterstroom
rooster-gecentreerd netwerk een eindigdifferentie rekennetwerk waarbij het model de modeluitvoer op de knooppunten van het rekennetwerk berekent.
roostergoedpers apparaat waarmee het verzamelde vuil van het rooster wordt uitgeperst om het te ontdoen van water
roostergoedstortkoker koker voor de afvoer van roostergoed
roostergoedwasser apparaat voor het wassen van roostergoed
roosterhark apparaat waarmee het roostergoed van het har- krooster wordt verwijderd
rotavirussen belangrijke oorzaak van ernstige diarree en uitdroging bij kinderen en virale gastro–enteritis
route een logisch samenstel van aaneensluitende trajecten en / of (delen van) wegverbindingen met meerdere wegnummers, met een éénduidige benadering van bereikbaarheid- en veiligheidsaspecten voor de vervoerstromen.
routeberekening berekening van mogelijke routes tussen A en B
routeren het geven van opdrachten en adviezen aan kapiteins over de door hen te volgen route, onder andere naar aanleiding van de informatie over weersystemen.
routering opdrachten en adviezen voor het routeren
routering techniek die gebruikt wordt voor het bepalen van het effect van kanaalberging en de verandering van de vorm en voortplanting van een hoogwatergolf door een riviertak.
routeringsbekken modelopslag verantwoordelijk voor de verspreiding van water over een stroomgebied.
ruim inwendige ruimte van een schip die is bedoeld voor het transport van vracht. Er zijn schepen met één aaneengesloten ruim, maar er zijn ook schepen met meerdere ruimen.
ruime-jas-zoekgebied een ruim begrensd beheersgebied, waarin slechts voor een beperkt gedeelte van de daarin gelegen agrarische gronden vergoedingen ter beschikking worden gesteld voor agrarisch natuurbeheer, volgens de regel ‘die het eerst komt, het eerst maalt'.
ruimen (van de wind) de wind ruimt wanneer hij met de klok mee draait.
ruimer apparaat voor het ruimen van bezonken slib of drijflaag
ruimpomp pomp waarmee water uit het ruim wordt gepompt
ruimte voor de rivier uitvoeringsprogramma van het ministerie van V&W met als opdracht de grote rivieren de ruimte te geven zodat ook bij hoge rivierafvoeren de afvoer gewaarborgd blijft.
ruimte voor rijntakken. RVR
ruimtelijk referentie systeem model (systeem) voor identificatie van een positie (locatie) gerelateerd aan het aardoppervlak.
ruimtelijk structuurplan vlaanderen RSV
ruimtelijke discretisatie ruimtelijke verdeling van een modelgebied in modelspecifieke rekeneenheden.
ruimtelijke hoofdstructuur de nationale ruimtelijke hoofdstructuur omvat gebieden en netwerken, die voor de ruimtelijke structuur en het functioneren van Nederland van grote betekenis zijn.
ruimtelijke kwaliteit de mate waarin tegemoet wordt gekomen aan de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van verschillende belangen bij ruimtelijke ontwikkelingen.
run reis van een baggerschip van de ene haven naar een andere.
runner iemand die wordt gestationeerd aan boord van een gesleept onbemand vaartuig, om voortdurend de sleepverbindingen en de zeewaardigheid te controleren.
runner werknemer van het havenbedrijf die de ligplaatsen van de schepen reserveert.
runner zeeman die een vaartuig slechts van de ene plaats naar de andere brengt, in plaats van er een hele reis aan boord te blijven.
running survey beproefde Britse methode voor het door middel van driehoeksmetingen in kaart brengen van kustlijnen.
run-off afstroming van neerslag over het grondoppervlak, waarbij ook eventuele verontreinigingen worden meegevoerd.
runtocht proefvaart waarbij alles wordt uitgeprobeerd.
rust toestand ijking de kalibratie van een model aan de hand van een set hydrologische voorwaarden die (ongeveer) een evenwichtssituatie weergeven en die geen rekening houdt met veranderingen in de berging.
ruw water water voordat het gebruikt of behandeld wordt.
ruwe data onbewerkte data van sensor
ruwheidelement uitsteeksel op toplaagelementen met als functie het beperken van de golfoploop.
ruwheidlengte z0 de hoogte die gevonden wordt door extrapolatie van het logaritmisch windprofiel naar een windsnelheid van 0 m s -1.
SafeSeaNet europees platform voor gegevensuitwisseling tussen de EU-lidstaten over maritieme zaken voor de bevordering van de veiligheid van de zeevaart en de bescherming van het milieu.
safety net navigatiewaarschuwingssysteem voor gebieden waarvoor geen Navtex-informatie beschikbaar is.
safety of lives at sea SOLAS internationaal verdrag voor de veiligheid op zee.
saliniteit SALNTT het totale gewicht aan vaste stof per gewichtseenheid zeewater, als alle carbonaten zijn omgezet in oxiden, alle organische stof is geoxideerd en alle broom- en jodiumionen zijn vervangen door equivalente hoeveelheden chloorionen.
salmonella bacterie bacterie die Salmonellose veroorzaakt
salmonellose infectie met de Salmonella bacterie
salonboot deftig ingerichte passagiersboot met een van ramen voorziene opbouw midscheeps.
salueren groeten van een ander vaartuig
samendrukkingproef een proef om de vervorming van een zijdelings gesteund grondmonster te bepalen als functie van de tijd en van de verticale belasting
samengesteld monster een aantal watermonsters die over een bepaalde periode zijn genomen en gewogen worden aan de hand van de stroomsnelheid.
samengestelde dwarsdoorsnede dwarsprofiel waarin de breedte plotseling toeneemt boven een zeker niveau.
samengestelde klasse nadere omschrijving van een waarnemingssoort
samengestelde klasse klasse regel ter nader beschrijving van de waarne- mingssoort als onderdeel van een samengestelde klasse
samengestelde voorspelling set voorspellingswaarden zoals berekend door verschillende modelruns die alleen van elkaar verschillen door verstoorde aanvangscondities of klimatologische afwijkingen met een gegeven frequentie om rekening te houden met onzekerheden in de voorspelling.
samengetrokken straal minimale dwarsdoorsnede van een vloeistof straal die uit een opening of over een stuw stroomt.
samenhang vergunningen de onderlinge verwijzingen naar aanvragen van vergunningen waarmee samenhang bestaat
samenhangende grond gronden (meestal fijnkorrelig) die in natuurlijke toestand cohesie en plasticiteit bezitten
samenstel volgens de wet: een sleep, een duwstel of een gekoppeld samenstel.
samentrekking coëfficiënt verhouding tussen de afgenomen lengte, oppervlakte van een sectie of volume en de oorspronkelijke lengte, volume of oppervlakte.
samenvloeiing punt waar twee of meer waterlopen bij elkaar komen.
sand bypass systeem waarbij op kunstmatige wijze zand wordt getransporteerd om de gevolgen van de onderbreking van het natuurlijk zandtransport te compenseren.
sandwichconstructie twee dunne huiden met daartussen sandwich- materiaal
sanering het verwijderen van de vervuilingsbron om ecologische redenen en/of volksgezondheid.
saneringsplan een plan als bedoeld in artikel 39 eerste lid van de Wet Bodembescherming
saneringsprogramma een tenminste RWS-breed, themagericht pakket van maatregelen tot sanering van de vervuiling van watersystemen.
saneringsrendement verhouding tussen de verontreinigingsvracht die vóór de sanering aanwezig is en de aanwezige verontreinigingsvracht na uitvoering van de sanering.
saneringsuitkering uitkering aan een bedrijf of openbaar lichaam, ten behoeve van beperken van de emissies van schadelijke stoffen op rijkswatersystemen.
saprobie overmatige toevoer van afbreekbare organische stoffen.
saprobiëren het vervuilen door organisch materiaal
saproob water water dat rottende stoffen bevat.
sargassozee deel van de Atlantische Oceaan ten zuiden van de Bermuda-Eilanden.
sar-kanaal search And Rescue-kanaal van de marifoon.
satcom-m duplex satelliet communicatiesysteem voor, waarmee men vanaf het schip wereldwijd kan communiceren met de wal (onder andere telefoneren en faxen).
satelliet gebaseerd augmentatie systeem SBAS een systeem wat vanuit een satelliet aanvullende signalen verzend om de werking van een navigatiesysteem te verbeteren.
scaldis oudste naam voor de Schelde genoemd door de Romeinen. Kan afkomstig zijn van het Germaanse ‘Scald', dat ‘ondiep water' betekent.
scanner apparaat waarmee men onder andere alle kanalen van de marifoon kan ontvangen..
scanner de voortdurend ronddraaiende antenne van de radar.
scatterplot presentatie van een positieplot gedurende een aantal minuten
scenario veronderstelde of geplande loop van gebeurtenissen
scenario mogelijke realisatie van maatregelen op basis van een bepaald budget.
scenario hoogste niveau draaiboek voor operationeel waterbeheer.
schaalvoordeel lagere gemiddelde totale kosten door hogere productie niveaus.
schaar diepe stroomgeul in een getijdengebied die uitloopt in een ondiepte.
schaardijk dijk onmiddellijk gelegen aan een stroomgeul.
schade deskundige functionaris die de schade vastlegt dan wel kennis en ervaring over de schade en herstel bezit
schade door ingebruikneming schade door het daadwerkelijk onderlopen van een bergingsgebied.
schadeafhandeling proces van opname, beoordeling, en mogelijk vergoeden
schadeberekening berekening van aard en omvang van de schade
schadefactor de partiële factor waarin de gevolgen van bezwijken zijn betrokken.
schadegetal dimensieloze parameter die de schade aan een breuksteenverdediging beschrijft.
schaderapport beschrijving van de schade, oorzaak, gevolgen enzovoort
schaderegistratie vastlegging van de schade
schadevaring het veroorzaken van schade door een varend schip.
schadevoorspelling prognose/raming van de mogelijke schade
schaduwprijs waarde gebruikt in een economische analyse als de marktprijs op de een of andere manier geen goede maatstaf voor de economische waarde is.
schakelruimte ruimte waarin zich een of meerdere schakelkasten bevinden
scheepsagent regelt als agent van een rederij de ontvangst, de aflevering en de betaling van de goederen bij de stuwadoor en de opdrachtgever.
scheepsbouw de bedrijfstak die zich met het bouwen van schepen bezighoudt.
scheepsbouwkunde de leer omtrent het bouwen van schepen.
scheepscertificaat kopie van de inschrijving van het schip in het scheepsregister.
scheepsraad de bijeenkomst van de scheepsraad.
scheepsraad raad van scheepsofficieren met wie de gezagvoerder, in voorgeschreven of moeilijke gevallen, overleg pleegt en besluiten neemt.
scheepsregister verzamelterm voor de drie registers waarin de zeeschepen, vissersvaartuigen en binnenvaartuigen te boek zijn gesteld.
scheepssysteem fout het verschil tussen de aangegeven positie van het vaartuig en gewenste positie
scheepstijdingen berichten in dagbladen omtrent de actuele positie van zeeschepen.
scheepsverband een bij overeenkomst bedongen voorrecht op de opbrengst bij rechtsvordering op een schip.
scheepsverband verbinding van een schip ten behoeve van een schuld.
scheepsverklaring het bij het einde van een reis door de gezagvoerder van een schip afgelegde verklaring.
scheepvaart verzamelnaam voor het verkeer te water
scheepvaartinspectie onderdeel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat wat voortdurend toezicht houdt op alle Nederlandse schepen, vooronderzoek naar scheepsrampen verricht en een tuchtrechtbe- voegdheid heeft wanneer blijkt dat een scheepsramp te wijten is aan de schuld van de kapitein of een officier van een in Nederland geregistreerd schip.
scheepvaartmuseum elk van de musea gespecialiseerd in de scheepvaart.
scheepvaartreglement eemsmonding dit reglement is tot stand gekomen in overleg met de Duitse autoriteiten en moet worden beschouwd als een aanvulling/wijziging door plaatselijke omstandigheden op het Zeeaanva- ringreglement (ZAR).
scheepvaartreglement westerschelde SRW dit reglement is van kracht op de Westerschelde en tot stand gekomen in overleg met de Belgische autoriteiten.
Scheepvaartverkeers- centrum SVC
scheepvaartverkeers- wet deze wet bevat onder andere bepalingen die bij de ordening wenselijk zijn op alle binnenwateren en op zee, in de Nederlandse territoriale wateren.
scheiding de isolatie van verschillende mengsels of stoffen in een mix.
scheidingsefficiëntie maat voor de nauwkeurigheid van de scheiding.
scheidingstonnen tonnen die liggen op de plaats waar de rode stompe en de groene spitse tonnenrijen elkaar snijden.
schelde m.e.r.- commissie gemeenschappelijke commissie die het bevoegd gezag in Nederland en Vlaanderen advies geeft voor het opstellen en vaststellen van richtlijnen.
schelde-estuarium deel van de Schelde onder invloed van het getij, bestaande uit de Boven- en Beneden- Zeeschelde, de Westerschelde en het mondings- gebied.
schelde- landschapspark het Schelde-Landschapspark is een forum van samenwerkende Vlaamse gemeenten, provincies en het Vlaams Gewest.
schelpdierenwater- richtlijn EU-ropese richtlijn 79/923/EEG inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater.
schelvis vissoort
schematisch ondergrond model de stratigrafie waarop het model is gebaseerd
schematisering vereenvoudigde voorstelling van de ruimtelijke en temporele verdeling van systeemvariabelen en parameters.
schepenbesluit Koninklijk Besluit waarin de bepalingen van de schepenwet in details zijn uitgewerkt.
schepenlift inrichting voor het transport van schepen tussen waterwegen van ongelijke hoogte.
schepenwet wet betreffende de scheepvaart, ter voorkoming van scheepsrampen, waarin opgenomen de bepalingen van en ten aanzien van de Raad voor de Scheepvaart.
scherenkust steile kust met veel scherpe inhammen en talrijke rotseilandjes en klippen.
scherm in de waterkering aanwezig scherm ter begrenzing van het afslagprofiel en/of ter voorkoming van onder- en achterloopsheid
scherp jacht jacht met een vinkiel of midzwaard
scherpe overlaat stuw met een kruin die niet over de hele leiding- breedte reikt.
scherpgebouwd smal, met spits toelopende stevens
scheve hoogwaterop- zet verschil in waterhoogte tussen de opgetreden en de astronomische hoogwaterstand.
scheve laagwateropzet verschil in waterhoogte tussen de opgetreden en de astronomische laagwaterstand.
schiemanswerk het verbinden en bewerken van touw en staaldraad
schiereiland grotendeels door water omgeven land dat aan één zijde een natuurlijke verbinding heeft met een groter stuk land.
schietendwater stromingstoestand waarbij de watersnelheid groter is dan de voortplantingssnelheid van lange golven - hierdoor kunnen storingen zich niet in bovenstroomse richting voortplanten.
schietfuik kleine fuik waarmee in het IJsselmeer wordt gevist.
schietlijn uitgezette vislijn.
schietloodafwijking hoek die de schietloodrichting maakt met de normaalrichting
schietloodrichting lijn in een punt, loodrecht op lokale richting van de zwaartekracht (het equipotentiaalvlak) door dat punt
schiften het van richting veranderen van de wind.
schiften het verplaatsen van iets van het ene boord naar het andere.
schijnbare cohesie deze cohesie ontstaat door capillaire krachten bij het niet geheel met water verzadigde gronden. Zij verdwijnt geheel bij verzadiging met water
schijnbare concentratie verhouding tussen het gebaggerde of geproduceerde volume per tijdseenheid en het mengseldebiet in de persleiding.
schijnduiker verdrinkingsval geplaatst in een oever.
schip elk vaartuig met inbegrip van vaartuigen zonder waterverplaatsing en watervliegtuigen, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van vervoer over water.
schipbreuk het vergaan van een schip.
schipbreukeling iemand die schipbreuk lijdt.
schipper aanspreektitel voor de gezagvoerder van een binnenvaartschip.
schipper volgens het BPR: degene die het schip voert.
schipsluis sluis waarmee onder andere droogdokken worden afgesloten.
schitterlicht Fl het licht toont regelmatig schitteringen van al dan niet gelijkblijvende sterkte en van een duur korter dan die van de verduisteringen.
schokland voormalig eiland in de Zuiderzee, tegenwoordig gelegen in en behorend tot de gemeente Noord- oostpolder, provincie Flevoland.
school aaneengesloten menigte van gelijksoortige vissen.
schoonwaterriool De gezamelijke term voor een openbaar hemel- waterstelsel en een openbaar ontwateringsstelsel als geheel.
schootwater zoet rivierwater dat in zee stroomt.
schorre grond grond met een laagje schelpen erop.
schot permanente afscheiding, verticaal in de romp geplaatst, dwarsscheeps of evenwijdig aan het langsscheepse symmetrievlak, om de verschillende ruimten van het vaartuig van elkaar te onderscheiden en om de constructie te versterken.
schouw periodieke inspectie van waterkeringen, wateren en werken, om te controleren of het onderhoud op de voorgeschreven wijze en binnen de voorgeschreven termijn is uitgevoerd.
schouwsloot sloot die niet door het waterschap wordt onderhouden maar wel van belang is voor de afwatering in een klein gebied.
schouwvakkensysteem systeem waarbij voor polders of delen daarvan wordt vastgesteld wanneer zij geschouwd (gebaggerd) moeten worden.
schrale wind wind die vrij voorlijk inkomt.
schranken de vervorming van een rechthoekige naar een scheefhoekige vorm
schreierstoren amsterdams bouwwerk uit 1481, op de hoek van de Prins Hendrikkade en de Gelderse Kade.
schrikhoogte Hs de afstand die uit veiligheidsoverwegingen wordt aangehouden tussen de bovenkant van het maatgevende schip en de onderkant van de brug
schroefstralen beweging in het water achter de draaiende schroef van het schip
schuifschade schade die het gevolg is van het schuiven van de lading.
schuifvlak (Potentiële) bezwijkvorm van de grond
schuifweerstand (ongedraineerde) de schuifweerstand van geheel verzadigde samenhangende grond onder snelle belasting.
schuifweerstand van de grond de weerstand van de grond tegen schuifkrachten
schuim gesuspendeerd materiaal op het oppervlak van een sedimentatie of brandbestrijding reservoir.
schuim colloïdaal systeem van een fijn verdeeld gas in een vloeistof - ontstaat door het opkloppen van een vloeistof met lage oppervlaktespanning en kan vooral lang stabiel blijven als er oppervlakte actieve stoffen aanwezig zijn.
schuine daken de totale oppervlakte van de schuine daken die op de vrijvervalleiding loost
schutpeil (maximum) waterstand waarboven het schutten niet meer wordt toegestaan
schutpeil (minimum) waterstand waaronder het schutten niet meer wordt toegestaan
schutten het schip door een schutsluis in water van hoger of lager niveau brengen.
schuttevaer vereniging ter behartiging van de belangen van binnenschippers en hun kinderen.
schuttijd de tijd die een schip nodig heeft om een sluis te passeren, gemeten vanaf het moment dat de invaardeuren beginnen te sluiten tot het moment dat de uitvaardeuren open zijn
schutwant samenstel van schutnetten die met de uiteinden aan elkaar verbonden zijn.
screening het gebruik van doeken om grove drijvende en gesuspendeerde vaste stoffen uit het riool te verwijderen.
scrubber apparaat waarin attritie plaatsvindt.
sea area elk van de vier zeegebieden (A1 t/m A4) waarin het GMDSS de wereld heeft ingedeeld.
search and rescue transponder apparaat aan boord van schepen, waarmee deze door een radarsignaal en radarcode kunnen worden opgespoord.
secchi schijf schijf die gebruikt om het verticale doorzicht van het water te bepalen.
sectie lengte van een open leiding tussen twee gedefinieerde dwarsdoorsneden.
sectoraal natuur- streefbeeld een streefbeeld voor de natuur vanuit specifiek het natuurbelang, waarbij niet naar andere belangen wordt gekeken.
sectorbeleid beleid dat betrekking heeft op bepaalde sectoren binnen de samenleving..
sectorlicht lichten waarmee het optimale vaargebied/veilige wordt aangegeven.
seculair effect optreden van zetting nadat aanvankelijk geïntroduceerde wateroverspanning geheel is omgezet in korrelspanningverhoging
secundair duin een duin gevormd door eolitische processen
secundaire afvalwaterbehandeling de verwijdering of reductie van verontreinigingen en BZV van effluent van primaire afvalwaterbehandeling.
secundaire duinvallei duinvallei die ontstaat door uitstuiving van het duin tot op het niveau van het grondwater.
secundaire porositeit de porositeit veroorzaakt door het breken of verweren van een rots of sediment nadat het is gevormd.
secundaire wateren wateren die een functie hebben in de wateraan- en -afvoer en waterberging van percelen van meerdere gerechtigden - met uitzondering van primaire wateren. De ligging van secundaire wateren is/wordt aangegeven op de bij de Keur behorende Keurkaarten.
sediment korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
sediment aanduiding voor een door afzetting ontstane aardlaag
sedimentair gesteente een gelaagde rots, gevormd door de consolidatie van sedimenten..
sedimentaire aquifer aquifer opgebouwd uit geconsolideerde en ongeconsolideerde sedimenten.
sedimentatie het door bewegend ijs, stromend water of de wind achterlaten van het door deze transporterende media meegenomen los materiaal.
sedimentatie het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
sedimentatiebekken bekken of depot waarin baggerspecie wordt opgespoten.
sedimentatiefront plaats in het scheidingsbekken waar de bezinkende minerale deeltjes een gemiddelde diameter hebben die gelijk is aan de gewenste scheidingsdiameter
sedimentatiegradiënt verandering (per lengte-eenheid) van de mate van sedimentatie op een rivier- of zeebodem in één of meer richtingen.
sedimentatiesnelheid snelheid waarmee sedimenten zich op het bo- demoppervlak afzetten.
sedimenttransport meevoering van vaste stoffen door stroming als bodemlast of in suspensie.
sedumdak een sedumdak is een vegetatiedak dat voornamelijk is begroeid met sedum-achtigen.
seiche zeer langzame, periodiek optredende golfbeweging van het water in een meer.
sein plaats op de vaarweg of haven waar een speciaal sein gegeven kan worden ten dienste van de scheepvaart
seizoen een seizoen waarmee rekening moet worden gehouden in het operationeel waterbeheer, met name bij het toetsen van criteria die seizoensaf- hankelijk kunnen zijn.
seizoensbebouwing bebouwing die alleen in het zomerseizoen aanwezig is (met name op het strand).
selectieve maalstop bij een (selectieve) maalstop wordt het water uit een of meer polders niet meer naar de boezem gepompt, doordat er een of meer poldergemalen worden stopgezet.
self-contained underwater breathing apparatus SCUBA duiktoestel met perslucht
semafoor seintoestel, geplaatst op een hoge stellage aan de zeekust of rivieroever, waaraan naast of onder elkaar bollen, kegels, vlaggen en dergelijke worden gehangen, als signalen voor de scheepvaart met betrekking tot de diepte, stormverwachtingen enzovoort.
semi online logger SEMON type databron
semi terrestrisch ecosystemen met verlandings- en watervegeta- ties, voorkomend (groeiend) op organische substraten.
semi-duplex radiotelefoniesysteem waarbij het kuststation tegelijkertijd zendt en ontvangt, terwijl het schip afwisselend zendt en ontvangt
semi-gedistribueerd model model waarin het stroomgebied wordt opgedeeld in deelstroomgebieden.
semi-permeabel een medium dat water toestaat om te passeren, maar opgeloste vaste stoffen tegenhoudt, zodat het gebruikt kan worden om vaste stoffen van water te scheiden.
sense of urgency gebied een N2000-gebied waarin binnen een periode van 10 jaar een mogelijk onherstelbare situatie ontstaat.
sensor apparaat voor de meting van een fysieke grootheid (bijv. temperatuur, licht, druk, elektriciteit).
sensorstelsel stelsel van een of meer assen van ten opzichte waarvan het metende instrument zijn waarden weergeeft
septic tank een ondergrondse opslagtank voor afval(water) van huizen die niet aangesloten zijn op een riool.
service capaciteit het aantal gebruikers dat gelijktijdig een service kan gebruiken
service centrum grond SCG is belast met het beoordelen van de reinigbaar- heid van grond en baggerspecie en het afgeven van een verklaring van niet-reinigbaarheid.
service level agreement SLA vastgelegde afspraak over het voorzieningenniveau dat voor de betrokken netwerken door RWS zal worden geleverd.
servicedesk een logische entiteit, niet noodzakelijkerwijs een fysieke locatie of persoon. Deze functie registreert meldingen van diverse aard, zoals: klachten en vragen van de omgeving, en van 'gebruikers' van de rwzi voor melding van niet- reguliere situaties (uiteenlopend van slecht lopende motoren en lekkages tot defecte verlichting op het rwzi terrein)
serviceniveau het presteren van de infrastructuur zoals dat door Rijkswaterstaat wordt aangeboden aan de gebruikers (maatschappij).
sextant instrument voorzien van een gradenboog (die het zesde deel van een cirkel bedraagt) en spiegels, dat wordt gebruikt om de hoogte van de hemellichamen en daarmee de positie van het schip te bepalen.
ship earth station SES schip met Inmarsat-apparatuur aan boord.
shippingmaster persoon, vaak tevens logementhouder of herbergier, die zich niet geheel belangeloos belastte met het doen aanmonsteren van zeelieden.
shoal zone het overgangsgebied tussen de litorale zone en het zeegebied (offshore zone) - hier treden onder invloed van oppervlaktegolven nog significante fluctuaties op
shoaling een verandering van de golfhoogte als gevolg van een verandering van de diepte van het water ter plaatse
short range navigation shoran radionavigatiesysteem met twee antwoordba- kens.
si-eenheid SI de eenheid van het Internationale Stelsel van eenheden, internationaal aangeduid als SI.
sifon een ademhaling- en voedselzoekorgaan van ingegraven bodemdieren
sigmaplan het Vlaamse Sigmaplan werd in 1978 opgesteld omdat het veiligheidsniveau tegen overstromingen rond de Zeeschelde onvoldoende was.
sigma-t() term die gebruikt wordt in plaats van de dichtheid.
signaal beschikbaarheid de beschikbaarheid van een radio signaal in een specifiek dekkingsgebied
signaalverlichting verticale rij lichten op een schip die aangeven dat er iets bijzonders aan de hand is
signaleringsmoment moment waarop een dreigende overschrijding van OKP wordt onderkend, waarna waarschuwingen worden verzonden naar bedienend en beslissend personeel
signaleringspeil de verwachte of geconstateerde waterstand, waarbij beheerders worden gewaarschuwd en inlichtingen wordt verschaft, opdat tijdig maatregelen kunnen worden genomen.
signaleringswaarde de waarde waarbij actie ondernomen moet worden.
signalisation des voies de navigation intérieure SIGNI reglement wat de verkeerstekens op de binnenwateren omschrijft sluit naadloos aan op het IALA-A stelsel
significant negatieve effecten gevolgen van bepaalde (ruimtelijke) ontwikkelingen die de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden in gevaar brengen.
significante golfhoogte Hs gemiddelde golfhoogte van het hoogste 1/3 deel van de golven gedurende een bepaalde periode
significante schade schade veroorzaakt door noodzakelijke wijzigingen van hydromorfolgische kenmerken van waterlichamen voor het bereiken van een goede ecologische toestand welke significant negatieve effecten zouden hebben.
silex restproduct van de cementindustrie, bruikbaar als granulair materiaal.
silicaten mineralen die SiO2 bevatten
siliciumoxide SiO2 harde onoplosbare, witte of kleurloze vaste stof.
silt sediment waarvan de korrelgrootte zich tussen die van klei en zand bevindt (50 - 2 (m)
silt laag slib op de vaste bodem van een waterloop, die meestal door natuurlijke depositie is ontstaan.
siltfractie in de NEN5104 is dit de term voor de korrelfrac- tie met 0.002 en 0.063 mm als grenzen
simplex radiotelefoniesysteem waarbij de ontvanger wordt uitgeschakeld zodra de zendknop wordt ingedrukt, en omgekeerd.
simulatie reproductie of voorstelling van een gebeurtenis of serie van gerelateerde gebeurtenissen in een model.
simulatie verkeersafwikkeling bij kunstwerken SIVAK het nabootsen van een Verkeersafwikkeling bij Kunstwerken
simulatieperiode tijdsperiode waarbinnen de hydrologische processen en gesteldheid van een door de gebruiker gedefinieerd gebied door een model berekend worden.
singel een singelgracht of singel is een overblijfsel van de verdedigingsgracht van een vestingstad
single side band SSB enkelzijbandmodulatie
sirene toestel om scherpe en doordringende geluidssignalen te geven
situatierapport overzicht van de laatst opgenomen situatie van een gebeurtenis en haar context
situatietekening Sit.Tekeni ng een weergave van het afgebakende gebied waarin een bepaald gedeelte van de waterkering wordt weergegeven - voor primaire waterkeringen kan daarbij worden gerefereerd aan het Uniemodel-Legger ten behoeve van primaire waterkeringen
skn code SKN code waaronder het plantmateriaal bekend is bij de StichtingKwaliteitsgroen Nederland
slachtoffers personen die ofwel fysieke, mentale of financiële schade/nadeel ondervinden (gewond, overleden, benadeeld)
slakken steenachtig afval van uitgesmolten metaalertsen of gesmolten metalen
slanghaspel toestel voor het ophangen van slangen
slecht doorlatende laag onderdeel van een bovenafdichting(sconstructie) dat door de lage doorlatendheid de infiltratie van het neerslagoverschot in de bodem beperkt.
sleep volgens de wet: een samenstel van één of meer motorschepen en één of meer op tros daaraan verbonden andersoortige schepen, waarbij de motorschepen dienen voor het voortbewegen.
sleephelling een schuine helling om een boot uit het water te halen of te water te laten.
sleephopperzuiger baggervaartuig (zandzuiger) met een sleepkop die al varend over de bodem sleept en zo slib of zand opzuigt, deze in een eigen bun bergt en via bodemkleppen en/of een pijpleiding kan lossen.
sleepkracht wrijvingskracht die door stromend water op een lichaam wordt uitgeoefend.
sleeplijn vistuig dat voornamelijk bestaat uit een lijn die door het water wordt gesleept.
sleepschip vrachtschip zonder eigen voortstuwing
sleepvaart tak van de scheepvaart die zich bezighoudt met het slepen van vaartuigen en andere drijvende objecten, door middel van speciaal daartoe gebouwde sleepboten.
sleepvlag kleine rode attentievlag met een groot wit blok, op de boeg van een sleepboot of sleepschip.
slenk gezonken deel van de aardkorst tussen twee min of meer verticale breukvlakken
slepen vissen met sleepnetten
slib niet genormaliseerde praktijknaam voor door stromend water in zwevende toestand meegevoerd fijn materiaal, dat na afzetting nog veel water bevat en een slappe consistentie heeft
slib behandelen het behandelen van slib om de slibhoeveelheid te reduceren, met als doel de eindverwerking- kosten te minimaliseren
slib retourneren het retourneren van slib naar de beluchtingstank om de populatie micro-organismen op peil te houden
slib stabiliseren het aëroob dan anaëroob afbreken van organische stoffen in slib
slibbelasting de dagelijkse hoeveelheid verontreiniging die per massa actief slib wordt toegevoerd aan een zuiveringsinstallatie.
slibbelasting mbr- installaties de hoeveelheid verontreiniging, uitgedrukt in CZV (of BZV) die aan het actief slib per eenheid van massa en tijd wordt toegevoerd. Voor de berekening wordt de hoeveelheid slib [kg d.s.] bepaald door het drogestofgehalte van het ac- tiefslib te vermenigvuldigen met het totale reactorvolume exclusief de anaërobe tank, maar inclusief de membraantanks.
slibdikte dikte van zachte laag organisch materiaal die boven op de minerale ondergrond aanwezig is.
slibgemaal civiel werk waarin de slibpompen, van verschillende slibstromen zijn opgesteld
slibindikgebouw gebouw waarin de apparatuur ten behoeve van het mechanisch indikken van slib is opgesteld
slibindikruimte ruimte waarin de apparatuur ten behoeve van het mechanisch indikken van slib is opgesteld
slibkist voorziening aan de effluentzijde van het schei- dingsbekken, van waaruit het effluent van het scheidingsbekken wordt afgevoerd.
slibontwateringgebouw gebouw waarin de apparatuur ten behoeve van de ontwatering van slib staat opgesteld
slibspiegel de bovenkant van de sliblaag in een zuiveringsinstallatie
slibvang inrichting in een waterloop die dient om het door het water meegevoerde slib te laten bezinken.
slibverwarmingruimte ruimte waar de verwarmingsinstallatie voor het slib is geplaatst
slibverwerkinginstalla- ties SVI een installatie die zorg draagt voor het ontwateren van zuiveringsslib.
slibvolume-index verhouding tussen de hoeveelheid slib en de hoeveelheid droge stof
slijtlaag deklaag op drukke plaatsen, bv. van mortel op vloeren of van asfalt op wegen
slingeren de schommelende, dwarsscheepse slingerbeweging van een vaartuig in zeegang.
sloep een type zeilboot zonder dek, langsscheeps getuigd met een enkele mast met fok en grootzeil, zoals de meeste jollen en jachten.
sloepenrol oefening aan boord waarbij ieder bemanningslid bij zijn eigen sloep moet aantreden en zijn specifieke taken in noodsituaties moet opnoemen.
sloop een maatregel die uitgevoerd wordt om een overbodig object te verwijderen
sloot algemene benaming voor een waterloop van beperkte breedte die stilstaand of slechts langzaam stromend water bevat.
slop gebroken geul in vast ijsdek.
slot de constructie waarmee de onderlinge aansluiting van individuele elementen in een verticale afdichting (foliewand, damwand) wordt verzekerd.
slotgemiddelde “waarde van een grootheid op een aangegeven tijdstip volgens een veeljarige trendlijn, waarin de invloeden van toevallige korte schommelingen als van langduriger ”“astronomische”” schommelingen zo goed mogelijk zijn uitgeschakeld. Het genoemde tijdstip is doorgaans het slot van een decennium.“
sludge afval van afgewerkte olie en oliehoudende waterresten, bij normaal bedrijf ontstaan in de machinekamer.
slufter gebied tussen de duinen waartoe de zee geregeld doordringt.
sluis een kunstmatige, beweegbare waterkering die de verbinding tussen twee wateren kan afsluiten of openstellen en daartoe van deuren of schuiven is voorzien
sluiscomplex een kunstwerk ten dienste van de scheepvaart voor het overbruggen van waterstandsverschil- len door middel van een of meer sluizen
sluisfuik fuik zonder vleugels.
sluisgang een aaneengesloten periode waarin waterdoor- laat door een sluis plaatsvindt.
sluiskil voorkanaal aan de buitenzijde van een zeesluis.
sluitcriterium dit is het peil op een vast punt achter een stormvloedkering, waarbij en waarboven, bij verwachte overschrijding van dit peil, de kering gesloten dient te worden.
sluitpeil de waterstand, waarbij de kering wordt gesloten.
sluittijdstip moment waarop met de eigenlijke sluiting moet worden begonnen
slurry mengsel van water met vaste stof, waarin de vaste stof niet is opgelost maar als discrete deeltjes voorkomt.
smeerolieleiding leiding ten behoeve van het transport van olie voor het smeren van machinedelen
smeltwater rivier rivier die in belangrijke mate door smeltwater wordt gevoed.
smoothen vorm van filteren waarbij nieuwe waarden berekend worden in plaats van de gemeten waarden.
sneeuw smelt module algoritme wat gebruikt wordt voor het modelleren van de opeenhoping en smelten van de sneeuw in neerslag-afstromings modellen.
snelflikkerlicht VQ het licht vertoont voortdurend zeer korte flikkeringen van 100 tot 120 flikkeringen per minuut
snelheid van het pori- en water het werkelijke bewegingstempo van vloeistof- deeltjes in ee doorlaatbaar medium.
snelheid-contour methode bepalen van de afvoer van een waterloop door het meten van de oppervlakten tussen opeenvolgende isovelen.
snelheid-oppervlakte methode methode voor het bepalen van de afvoer in een waterloop door het bepalen van de snelheid van het stromende water op een aantal punten in het dwarsprofiel en het meten van de oppervlakte van de dwarsdoorsnede ter hoogte van de meetlocatie.
snelheidscurve kromme van de verdeling van de gemiddelde snelheid langs een verticaal of horizontaal in de dwarsdoorsnede van een stroom of stroming.
snelheidshoogte theoretische hoogte tot waar een vloeistofdeeltje kan worden opgetild door zijn kinetische energie.
snelheidslimiet snelheidslimiet die geldt ten tijde van de meting ter plaatse van het punt waar de snelheid wordt gemeten
snelheidsmeting meting van de snelheid van het verkeer op een bepaald punt
snelheidspotentiaal mathematische, scalaire functie zodanig dat de positieve of negatieve gradiënt in een bepaald punt de snelheidsvector in dat punt weergeeft.
snelheidsregiem snelheidsregiem dat geldt ten tijde van de meting
snelheidsremmer voorziening in, op of nabij de rijbaan, bedoeld om het gemotoriseerde verkeer met een lage snelheid te laten rijden
snelle afvoer de totale afvoer minus de basisafvoer.
snelste pad berekening berekening van de snelste weg (tijd) tussen A en B
sneu korte dwarslijn
snijproductie volume aangesneden grond door het graafwerk- tuig in, in situ m3 per eenheid van tijd.
snorkelen activiteit waarbij de zwemmer aan de oppervlakte blijft.
snug down stormklaar maken van een schip
soft hybride model data-georiënteerd model (bv. een neuraal netwerk) waarin (bv. via de kalibratie) fysische concepten worden gebruikt.
solidificatie de verwijdering van afvalwater van afval of de chemische verandering van afval om het minder doorlatend en minder ontvankelijk te maken voor transport door water.
solitair persoon of dier is iemand die niet in het gezelschap van anderen van zijn soort leeft
solubiliteit de hoeveelheid massa van een stof die in een eenheidsvolume van water op zal lossen.
solvent stof (meestal een vloeistof) die de mogelijkheid heeft om een of meerdere stoffen op te lossen.
solventextractie extractie van verontreinigende stoffen uit verontreinigde grond met behulp van (een) oplosmiddel(en).
som 10 pak de somparameter van de tien PAK's, te weten: Naftaleen, Antraceen, Fenantreen, Fluorantheen, Benzo(a)Antraceen, Chryseen, Benzo(a)pyreen, Benzo(k)Fluorantheen, Benzo(ghi)peryleen, In- deno(1,2,3-cd)pyreen.
som 6 pcb's de somparameter van de zes PCB's, te weten: PCB 28, 52, 101, 138, 153, 180.
som 7 pcb's de somparameter van de zeven PCB's, te weten: PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153, 180.
som chloorfenolen de somparameter van alle chloorfenolen, te weten mono-, di-, tri-, tetra- en pentachloorfenol.
som pak van borneff de somparameter van de zes PAK's, te weten: Benzo(a)pyreen, Benzo(b)Fluorantheen, Ben- zo(ghi)peryleen, Benzo(k)Fluorantheen, Fluorantheen, Indeno(1,2,3-cd)pyreen.
som tetrachloorfeno- len de somparameter van de concentraties van gechloreerde fenolen met 4 chlooratomen in het fenolmolecuul.
som trichloorfenolen de somparameter van de concentraties van gechloreerde fenolen met 3 chlooratomen in het fenolmolecuul.
sommatie waarden waarde is berekend uit de som van de waarden van de deelparameters
sommatie waarden deelparameters (factor 0.7 indien onder bepalingsgrens) waarde is berekend uit de som van de waarden van de deelparameters, waarbij de waarden onder de bepalingsgrens voor een factor 0,7 zijn meegenomen.
sommatie waarden deelparameters boven bepalingsgrens waarde is berekend uit de som van de waarden van de deelparameters boven de bepalingsgrens
somparameter een somparameter is gebaseerd op afzonderlijke meting en daarna optelling van gehalten van een aantal gedefinieerde individueel chemische verbindingen die in één analysegang afzonderlijk gekwantificeerd worden.
sondering een middel om op gestandaardiseerde wijze de indringingweerstand van een conusvormig lichaam (de conus) te bepalen als maat voor de consistentie of vastheid van de grondslag
sonisch boorsysteem buizen van een betrekkelijk geringe middellijn die in een zodanig snelle trilling (70Hz - 200Hz) worden gebracht dat de bodemmassa in een zeer dunne laag rond de punt en langs de buizen vloeibaar wordt.
soort geheel van individuen die in alle enigszins belangrijk geachte kenmerken met elkaar en met hun nakomelingen overeenkomen.
soort bemonstering een indeling van de wijzen waarop op een zeker meetpunt een meting kan worden verricht of een monster kan worden genomen
soort product per stap SRT
soortelijk oppervlak de verhouding van het gezamenlijk oppervlak van een bepaalde gewichtshoeveelheid bolvormig gedachte korrels tot het gezamenlijk oppervlak van eenzelfde hoeveelheid bolletjes van dezelfde stof met een diameter van 1 cm.
soortenrijkdom verscheidenheid aan soorten.
sound navigation and ranging SONAR apparatuur waarmee objecten onder water kunnen worden opgespoord.
spaarkom kom, dienend om het waterverbruik bij een schutsluis te verminderen
spanningpadgrafiek grafiek waarin alle doorlopen spanningen tijdens de proef worden uitgezet d.m.v. de top van de bijbehorende cirkel van Mohr, zijnde het punt (p,q).
spanningspad het pad dat het spanningspunt met de coördinaten p,q doorloopt tijdens de proef.
spanvisserij vorm van visserij waarbij twee schepen een zakvormig net tussen zich in voortslepen.
sparboei drijfbaken. Lange cilinder met in verhouding tot de lengte een kleine middellijn.
sparger een apparaat dat samengeperste lucht in een vloeistof brengt.
special committee on oceanoqraphical research SCOR
specialisatie het verfijnen van een klasse (de zgn. superklasse) in onder- of subklassen
specialisatie classificatie van een specifieke bekwaamheden die van belang is voor het effectief afhandelen van een calamiteit.
specialistische diensten onderdelen van Rijkswaterstaat die de technische en wetenschappelijke kennis en ondersteuning verzorgen voor de uitvoering van de Rijkswaterstaatstaken en de beleidsvoorbereiding van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (DWW, Bouwdienst, MD, AVV, RIKZ en RIZA).
specifiek berqinqsver- moqen het bergingsvermogen per eenheid van horizontaal oppervlak.
specifiek debiet de hoeveelheid water die bij een bepaalde temperatuur door een bepaalde doorsnede stroomt ten gevolge van een potentiaalverschil, gedeeld door het oppervlak van die doorsnede
specifiek ecoloqische doelstellinq een omschrijving, zo mogelijk vertaald in een stelsel van normen, gericht op het behoud of de realisering van bij een bepaald oppervlaktewater passende levensgemeenschappen van planten en dieren
specifieke berqinq Sw berging boven een nader aan te geven referen- tievlak per eenheid van horizontaal oppervlak.
specifieke berqinqsco- efficiënt Ss het quotiënt van de verandering in specifieke berging en de bijbehorende verandering van de stijghoogte c.q. grondwaterstand.
specifieke capaciteit van een put qw debiet van een put per meter afpomping.
specifieke enerqie energie per eenheid van gewicht van de vloeistof op een gegeven plaats en tijd.
specifieke qrondwa- terafvoer U grondwaterafvoer per eenheid van oppervlak van een gebied.
specifieke retentie de verhouding tussen het volume water die rotsen of sediment kunnen vasthouden tegen de zwaartekracht ten opzichte van het totale volume rots of sediment.
specifieke vochtigheid q het quotiënt van de massa waterdamp mv en de massa vochtige lucht (ma+mv)
specifieke warmte de hoeveelheid warmte die nodig is om de temperatuur van 1 g van een zekere stof met 1° C te doen stijgen.
spelregelkader natte infrastructuurprojecten SNIP
sperwater breektankwater of bedrijfswater aangesloten op een pakkingbus van een pomp
spiegel min of meer vlakke, achterste afsluiting van de romp
spitsmuis steekapparaat bestaand uit een stalen steekbuis afgesloten met een zuiger, die met een standaard sondeerbuis in gesloten toestand wordt weggedrukt tot de gewenste monsterdiepte is bereikt.
spleetbreedte breedte van de spleten tussen rechthoekige blokken in een profielverdediging door middel van steenzetting
splitsing reproductie van micro-organismen door middel van celdeling.
splitsing punt waar een waterloop zich in twee takken splitst.
spoelwater water waarmee men gaat spoelen
spoelwaterklep klep in een spoelwaterleiding
sportduiken onderwatersport
sportvissen sportvissen is het vangen van vissen zonder professioneel aspect maar alleen voor het genot of om de competitie aan te gaan met andere sportvissers
spreng een spreng is een door mensen gegraven of verlegde beek. Sprengen komen veel voor op de Veluwe en werden gebruikt voor de aandrijving van watermolens, voor het maken van papier en/of voor water voor de wasserijen.
springtij het of de meest ontwikkelde der getijden kort na nieuwe of volle maan
sproeipomp pomp voor de toevoer van water naar de sproeier
sproeiponton een ponton met positioneringmogelijkheden, meestal dienende om een zand-water-mengsel zo nauwkeurig mogelijk op de juiste plaats (onder water) te lozen.
spronglaag scherpe afscheiding die 's zomers in grote water- lichamen kan ontstaan tussen bovenste waterlaag die door de zon wordt opgewarmd en de onderliggende laag die koud blijft omdat er geen zonlicht meer in doordringt
spud (paal) een stalen paal die in de grond wordt gezet ter verankering van een ponton of vaartuig
spui afsluitbare waterlozing die door een waterkering loopt.
spui boezem waarlangs wordt gespuid.
spuidok kom die bij hoog tij vol loopt en bij laag tij met kracht het voor de haven liggende zand meevoert.
spuien het door een spui lozen van water.
spuikom kom van een spuisluis waarin het binnenwater opgestuwd wordt om met meer kracht te kunnen spuien.
spuitdrift beweging van deeltjes in gas- of vloeibare vorm buiten het doelgebied van een bespuiting van een gewas.
spuiwater (substraat- teelt) water dat vanuit het recirculatiesysteem wordt geloosd, omdat het niet meer geschikt is als voedingswater
squeezing de plotseling optredende grote horizontale, van de as van de grondconstructie af gerichte, verplaatsingen in de ondergrond onder de grondconstructie.
staalvisserij palingvisserij met aan stalen (stokken) vastgemaakte fuiken.
staand water overgangstoestand tussen was en val in een natuurlijke waterloop.
staande golf golf die zich niet in horizontale richting verplaatst.
staat van instandhouding de beoordeling van de staat van instandhouding van een habitattype of soort in ons land op basis van aspecten als geografische verspreiding, hoeveelheid (aantallen of oppervlakte), leefgebied van een soort of kwaliteit van een habitattype en perspectieven voor duurzaam behoud van een soort of habitattype.
stabiel kanaal stroombaan waarin de aanwas gemiddeld de uitspoeling evenaart.
stabiele status toestand waarbij in ieder punt in het systeem de gemiddelde stromingsomstandigheden niet vari- eren met de tijd.
stabiele waterstand waterspiegel die constant blijft over de tijd.
stabiliteit eigenschap van een rekenproces waarbij de fout van opeenvolgende berekeningen niet toeneemt.
stabiliteit vastheid van evenwicht
stabiliteit binnentalud beschrijving van de macrostabiliteit van de binnenzijde van de waterkering
stabiliteitfactor de factor waarin het verschil tussen sterkte en belasting wordt uitgedrukt.
stabiliteitscoëfficiënt coëfficiënt die de verhouding aangeeft tussen de maximaal toelaatbare schuifspanning en de berekende optredende schuifspanning bij een bepaalde bezwijkvorm.
stabiliteitsgegevens verzameling tabellen en diagrammen die een beeld geven van de stabiliteit van een vrachtschip.
stagnant water water wat niet beweegt of stroomt.
stagnatie punt punt waar de snelheid gelijk is aan nul.
stakellicht lichtsein met moderne noodsignalen
stamafvoer Sf de hoeveelheid neerslag die via de stam van de boom de bodem bereikt.
stand by blijf tot nader bericht uitluisteren op dit kanaal
standaard aanpas- singsmodule SAM type databron
standaard afwijking maat voor de spreiding van een stochastische grootheid
standaard bodem waterbodem bestaande uit 10% organische stof en 25% lutum.
standaarddeviatie wortel uit de variantie
standaardelement toplaagelement van een standaardtype: niet onderling verbonden, zonder gaten, zonder grote uitsteeksels.
standaardsortering sortering van granulair materiaal volgens erkende normen.
standaardsteenzetting steenzetting met een toplaag van standaardelementen.
standopnemer sensor die versnellingen en hoekversnellingen meet en hieruit de stand van de sensor bepaald
standplaats (ecotopenindeling) ruimtelijke eenheid die homogeen is voor wat betreft de belangrijkste abiotische standplaatsfactoren die voor de plantengroei van belang zijn.
standplaats (praktisch) de wortelzone van een bodemkundig, waterhuis- houdkundig en vegetatiekundig homogeen deelgebied op lokale schaal (perceel of klein natuurgebied van enkele hectares).
standplaats (strikt) de kleinste in een bepaald verband als fysieke eenheid beschouwde omgeving van de plant, waarbinnen de standplaatsfactoren overeenstemmen met de fysiologische behoeften van een plant.
standplaats beschikbaarheid de habitat die beschikbaar is voor gebruik door een organisme of levensgemeenschap gedurende een specifieke tijd en plaats.
standplaats gebruik de habitat die gebruikt wordt door een organisme of gemeenschap binnen een bepaalde tijd en gebied
standplaats voorkeur een manier voor het schatten van de habitat kwaliteit door het rekening houden met zowel het habitat gebruik als de habitat beschikbaarheid.
standplaatsfactor een variabele eigenschap van de standplaats met betrekking tot de fysiologische behoeften van planten.
stap (in het model proces) fase in het modelleer proces
stapel stelling op een werf waarop een schip in aanbouw rust.
stappenbaak een paal met markeringen (spijkers) waarmee de plaatselijke waterstand kan worden bepaald
startnotitie eerste formele stap in een MER-procedure waarin de voorgenomen activiteit bekend wordt gemaakt en een globale aanduiding wordt gegeven van alternatieven en milieueffecten die in het MER uitgewerkt zullen worden
stationair niet-veranderlijk binnen de gestelde perioden.
stationair model model dat niet dynamisch is - de veranderingen in de tijd worden niet gemodelleerd.
stationair proces proces waarvan de kansverdeling tijdsonafhan- kelijk is.
statistisch model model wat gebaseerd is op statistische methoden.
statistische verdeling kansverdeling van de waarde van een variabele of parameter.
stedelijk afvalwater huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater
stedelijk gebied dicht bebouwd gebied. Het kan gaan om woongebieden en bedrijventerreinen of een mengvorm daarvan - voor de werking van de Keur zijn de grenzen van het stedelijk gebied zoals die zijn aangegeven op de Keurkaarten bepalend.
steekapparaat toestel waarmee een steekring in de grond kan worden gedrukt voor het nemen van bodemmonsters
steekbakens in de grond gestoken takken, die aan de linkerzijde van het vaarwater spits bij elkaar zijn gebonden en aan de rechterzijde van het vaarwater uit elkaar staan.
steekmonster een afzonderlijk monster dat momentaan genomen wordt.
steektoestel zonder folie klein steektoestel waar het monster niet in contact komt met kunststoffen of ingesloten lucht.
steen harde stof met een minerale samenstelling
steenslag procesmatig gebroken gesteente dat van natuurlijke oorsprong of kunstmatig gevormd is.
steenzetting bedekking van een talud met berg-, breuk- of riviersteen
steiger een constructie boven het water, meestal langs een oever, die dient voor het afmeren van schepen of woonschepen.
steltlopers vogelsoort die voedselgebieden vindt op slikken, platen en schorren.
stenohalien organismen die maar beperkte verschillen in zoutconcentratie kunnen verdragen
stenotherm organismen die maar beperkte temperatuursverschillen kunnen verdragen
stepping-stone letterlijk: Stapsteen. Een op zichzelf geïsoleerd steunpunt waardoor planten en dieren zich sprongsgewijs kunnen verspreiden tussen een of meer gelegen gebieden.
sterin, sterlab sTERIN en STERLAB zijn door de (Nederlandse) Raad voor de Accreditatie afgegeven erkenningen voor laboratoria en inspectie-instellingen.
sterk veranderd wa- terlichaam een oppervlaktewaterlichaam dat door fysische wijzigingen ingevolge menselijke activiteiten wezenlijk is veranderd van aard als door de lidstaten aangeduid overeenkomstig de bepalingen van bijlage II (Europese Kaderrichtlijn Water) -
steunvloeistof het bentonietwatermengsel waarmee de stabiliteit van een dichtwandsleuf tijdens het graven volgens het tweefasen systeem wordt verzekerd.
steurharing gezouten ongekaakte haring.
steven gedeelte van het schip waar de huid van beide zijden samenkomt in een betrekkelijk scherpe vorm.
stichting infrastructuur kwaliteitsborging bodembeheer SIKB
stichting recreatie- toervaart nederland. SRN
stichting toegepast onderzoek waterbeheer. STOWA wetenschappelijk instituut van de waterbeheerders in Nederland (waterschappen, provincies en het ministerie van Verkeer en Waterstaat). De STOWA doet onderzoek naar nieuwe toepassingen voor het waterbeheer. Ook verzamelt en publiceert dit instituut informatie over bijvoorbeeld waterkwaliteit. Voor meer informatie zie: www.stowa.nl
stijf zegt men van een schip dat stabiel is.
stijgend peil waterstand van een waterloop die continue stijgt gedurende een bepaalde periode.
stijghoogte h in de verzadigde zone kan deze grootheid worden gemeten met een piëzometer waarvan de hoogte t.o.v. een referentievlak bekend is. Het resultaat heeft betrekking op de plaats waar het filter is gesteld.
stijghoogte h |
stijghoogteoppervlak het vlak dat de stijghoogte aangeeft voor elk punt van een nader aan te geven vlak binnen een watervoerend pakket.
stijging deel van het hydrogram waar de afvoer stijgt.
stikstof N scheikundig element, atoomnummer 7, afkorting N
stikstof N2 een reukloos kleurloos en inert gas dat ongeveer 78% van de atmosfeer uitmaakt. Vrijkomend bij de vergaande stikstofverwijdering
stikstofverbinding elke stikstof bevattende stof, uitgezonderd gasvormige stikstof.
stilliggend schip volgens de wet: een schip dat hetzij ten anker, hetzij gemeerd ligt.
stilwaterlijn waterlijn bij stilliggend schip
stilwaterstand waterstand zonder golfbeweging.
stimuleringsregeling gebiedsgericht milieubeleid SGB
stochasticiteit fluctuaties in fysische, chemische, biologische en ecologische processen als gevolg van de natuurlijke variabiliteit en inherente willekeurigheid.
stochastisch model een model waarvan de uitvoer meerdere waarden uit een kansverdeling aan kan nemen door onzekerheden in de invoer of in het modelconcept
stock pile een type suppletie, waarbij op een plaats een zandvoorraad wordt aangebracht, vanwaar het verder langs de kust wordt verspreid
stof zeer kleine droge deeltjes
stofdriehoek (organische) benaming voor de in de NEN 5104 opgenomen driehoek die is opgesteld voor mengsels met een organische stoffractie, een lutum fractie en gecombineerde zand-siltfractie.
stoïchiometrische lucht- (of zuurstof-) hoeveelheid die hoeveelheid lucht of zuurstof, waarbij de brandbare stof volledig geoxideerd kan worden en geen zuurstof overblijft.
stoke's wet een methode om de hoogte van de val van deeltjes door een vloeistof te meten, gebaseerd op de dichtheid, viscositeit en deeltjesgrootte.
stollingsgesteente een rots gevormd door het afkoelen en kristalliseren van de gesmolten rots massa die magma genoemd wordt.
stoomboot vaartuig dat door stoom (stoommachine of stoomturbine) wordt voortbewogen.
stoot attentiesignaal met de scheepshoorn.
stootrand kleine, uitstekende rand rond de buitenkant van het dek van een jacht.
stootvoeg spleet tussen blokvormige toplaagelementen aan de korte zijde van de blokken.
stopproef een proef om de geohydrologische parameters van de bodem te kunnen bepalen, waarbij een stationaire grondwateronttrekking wordt stopgezet en in de omgeving van de onttrekking stijghoogten in de tijd worden gemeten.
stopwerk voegvulling in de vorm van brokken en scherven van toplaagelementen die in de spleten zijn vastgezet
storingsafhankelijk onderhoud onderhoudsvorm waarbij het onderhoud na het falen wordt uitgevoerd, omdat storing van het betreffende object(onderdeel) niet (direct) leidt tot functieverlies op infrastructuurniveau, of omdat de gevolgen daarvan zijn beperkt.
storm iedere verstoorde toestand van de atmosfeer.
stormvloed een hoogwaterperiode in het getijgebied tijdens storm waarin het hoogwaterpeil een vastgestelde waarde bereikt of overschrijdt.
stormvloed seindienst SVSD oude benaming. Tegenwoordig Stormvloed Waarschuwingsdienst
stormvloed waarschuwingsdienst deze dienst van Rijkswaterstaat bepaalt verwachte hoogwaterstanden aan de hand van gegevens van het KNMI en actuele waterstanden en deelt deze, voor zover daartoe aanleiding bestaat, aan belanghebbenden mede.
stormvloedkering keersluis die gesloten wordt bij zeer hoge buitenwaterstanden.
stormvloedkering- waarschuwing (waarschuwing ten behoeve van.) keersluis welke wordt gesloten bij zeer hoge buitenwaterstanden.
stormwaarschuwing waarschuwing via voor windsnelheden van 6 Beaufort en meer
stortebed een bodembeschermingobject gebouwd uit steen en/of beton ter voorkoming van het optreden van erosie door de optredende stroomsnelheden bij een kunstwerk.
storten van stoffen zich in zee of op zee ontdoen van stoffen of van vaartuigen, luchtvaartuigen of op de zeebodem opgerichte werken, op een wijze als bedoeld in artikel 6.3, eerste lid, onderdeel a, in samenhang met artikel 6.12, onderdeel b, dan wel als bedoeld in artikel 6.3, eerste lid, onderdeel b, of derde lid van dewaterwet
stortgoed lading die gestort wordt, zoals graan
stortinrichting inrichting voor het blijvend onderbrengen van afvalstoffen (verontreinigde grond)
stortkist een afvoerpunt van water bij een gesloten stort
stortlocatie plaats waar zaken neergeworpen (kunnen) worden.
stortstrategie (onder- houdsbaggerwerk) de manier waarop er omgegaan wordt met de stort van het baggerwerk dat nodig is om een afgesproken vaardiepte te kunnen handhaven.
stortvloed hoogwater van korte duur die snel stijgt en valt en met een relatief hoge piekafvoer.
straal watergordijn wat over een stuw of waterval heen stroomt.
straal lengte van de rechte lijn, uitgedrukt in centimeters, die het nulpunt van de cirkelvormige raai verbindt met het middelpunt van die cirkelvormige raai
stralinq proces waarbij golfenergie wordt doorgegeven via golfbewegingen in een medium.
strand gedeelte van de kuststrook tussen de laagwater- lijn en de duinvoet.
strand vlakke strook kiezel- of zandgrond dicht langs de zee of een binnenwater
stranden vastlopen op het strand.
strandmuur op de grens van het strand en het duin opgetrokken muur.
strandslaq gereguleerde overgang over het duin.
strandvlakte niet door duinen begrensd strand aan de uiteinden van de waddeneilanden waar geen kustlijnhandhaving plaatsvindt.
strandvonderij ambtelijke instelling die uit zee aangespoelde voorwerpen moet beheren.
strateqie tweede niveau draaiboek voor operationeel waterbeheer.
strateqie element onderdeel van een strategie, dat betrekking heeft op een te ondernemen actie in relatie tot een bepaalde gebruiksfunctie.
strateqisch plannen het op basis van het managementcontract opstellen van prognoses en formuleren van beleid voor onderhoud, beheer, personeel inkoop en KAM
stratificatie het voorkomen of de vorming van duidelijke, onderling gescheiden lagen in een waterbekken, gekarakteriseerd door temperatuur- en dicht- heidsverschillen over de waterkolom. In de bovenlaag overheersen opbouwprocessen, en in de onderlaag afbraakprocessen. Laatstbedoelde processen kunnen in de onderlaag gepaard gaan met onder meer zuurstoftekorten.
stratiqrafie aanduiding voor de systematische beschrijving van de aardkorst. Afhankelijk van de eigenschappen waarop speciaal wordt gelet, zoals gesteente-eigenschappen, fossielinhoud of ouderdom, wordt de benaming nader gespecificeerd en spreekt men respectievelijk van lithostratigrafie, biostratigrafie of chro- nostratigrafie
streefbeeld concrete (meetbare) doelstelling.
streefbeeld beschrijving van de gewenste situatie va water- huishoudkundige systemen. Ze kunnen worden geschouwd als doelen voor de lange termijn, met als kern een duurzame een duurzame ecologische ontwikkeling en een duurzaam gebruik van het water door de mens
streefwaarde waarde die men tracht te bereiken
stremminq doorstroming van het vaarwegverkeer plaatselijk geblokkeerd als gevolg van een incident.
stress absorbinq membrane interlayer scheurremmende tussenlaag
strijkhoogte (schip) H de verticale afstand tussen de waterlijn en het hoogste punt van het stilliggende ship waarbij alle gemakkelijk strijkbare onderdelen zover mogelijk zijn gestreken
strijklengte F |
stripping het indringen van water tussen het mineraal en het bitumen waardoor de hechting wordt verbroken en de samenhang van het asfalt vermindert
stroefheidmeting meting van de stroefheid van het wegdek
stromen/gemaal op een inrichting stromingen en transportmiddelen die zich binnen een inrichting bevinden
stromend water stromingstoestand waarbij de watersnelheid kleiner is dan de voortplantingssnelheid van lange golven. Hierdoor planten storingen zich ook in bovenstroomse richting voort.
stroming aan- of afvoer van water of gassen die in een specifieke richting plaatsvindt.
stroming met een vrije waterspiegel stromend water waarvan het oppervlak blootgesteld is aan de atmosfeer.
stromingsdruk onder stromingsdruk wordt verstaan: de door wrijving op de korrels uitgeoefende kracht, die ontstaat als er water door de grond stroomt.
stromingsprofiel het deel van het profiel van wateren dat vrij moet blijven van obstructies om voldoende water aan- en af te kunnen voeren.
stromingsregime type stroming, bijvoorbeeld turbulent of lami- nair.
strook dunne reep
strook een gedeelte van de bekleding tussen twee horizontale begrenzingen.
stroom water wat stroomt in een open of gesloten leiding, een straal water komende uit een opening of een lichaam van stromend grondwater.
stroom orde getal wat de graad van vertakking in een riviersysteem uitdrukt.
stroomafwaarts gericht naar de riviermonding.
stroomatlas een atlas die per getijfase de heersende stromen in een bepaald gebied aangeeft
stroombestendig onbeweeglijk in stroming.
stroombult ondiepte die zich soms zo'n vijftig meter achter de sluis bevindt.
stroomdalflora planten uit de bovenloop van de Rijn die zich over het stroomgebied hebben verspreid.
stroomdalgrasland natuurlijke hooggelegen soortenrijke, relatief open, grazige begroeiingen op droge of matig droge, voedselarme, zandige of zavelige en veelal kalkhoudende groeiplaatsen langs de rivieren.
stroomdomein een ruimtelijk begrensd gebied dat gekenmerkt wordt door een functionele coherentie en gebaseerd is op fysiografische grenzen waarin één of meer hydrologische systemen kunnen voorkomen.
stroomfunctie mathematische functie die voornamelijk in tweedimensionale stromingen wordt gebruikt waarvan de waarde constant is langs een stroomlijn en waarvan de toename (of afname) de afvoer geeft tussen twee naburige stroomlijnen (of stroom bladen).
stroomgebied reactie manier waarop een stroomgebied reageert op een meteorologische gebeurtenis of serie gebeurtenissen.
stroomgebiedbenade- ring watersysteembenadering op het niveau van een stroomgebied, waarbij het grond- en oppervlak- tewatersysteem in samenhang wordt beschouwd in relatie tot de verschillende vormen van grondgebruik (functies).
stroomgebieddistrict het gebied van land en zee, gevormd door een of meer aan elkaar grenzende stroomgebieden met de bijbehorende grond- en kustwateren, dat overeenkomstig artikel 3, lid 1, als de voornaamste eenheid voor stroomgebiedbeheer is omschreven -
stroomgebiedsdistrict het gebied van land en zee, gevormd door een of meer aan elkaar grenzende stroomgebieden met de bijbehorende grond- en kustwateren.
stroomgebiedsuitwer- kingsplan SUP hierin wordt zowel inrichting als peil als onderhoud geregeld.
stroomgeul uitschuring in de (water-)bodem, als gevolg van stromend water
stroomgradiënt een verandering van de stroomsnelheid, meestal dwars op de stroomrichting bedoeld
stroomlijn lijn waarvan de richting in ieder punt de richting van de gemiddelde (-)snelheid aangeeft die op een gegeven tijdstip bestaat.
stroomlijn project waarin Rijkswaterstaat (als rivierbeheerder) en (natuur)terreinbeheerders afspraken heeft gemaakt over de manier waarop binnen de randvoorwaarden van afvoer en bevaarbaarheid bij terreinbeheer ook rekening kan worden gehouden met natuurdoelen.
stroommeter instrument voor het meten van de stroomsnelheid van het water op een zeker punt.
stroommeting het meten van de snelheden, diepten en breedte met als doel van het meten van de afvoer.
stroomnaad aan het oppervlak zichtbare begrenzing tussen twee langs elkaar bewegende waterstromen
stroomopwaarts tegenovergesteld gericht aan stroomafwaarts.
stroomprofiel profiel langs de stroombaan van een waterloop die de bodemhoogte van de waterloop toont.
stroomrichting STROOMR TG richting waarin het water stroomt. De richting die een stroom volgt, d.w.z. de richting van de snelheid van een stromend medium.
stroomsnelheid STROOMS HD de gemiddelde stroomsnelheid van het water, zijnde het quotiënt van de cumulatieve aanvoer- hoeveelheid en de natte oppervlakte
stroomversnelling gedeelte van een waterloop waar de stroming snel en schietend is en waar het oppervlak normaliter gebroken wordt door obstructies, maar waar geen feitelijke waterval of cascade is.
stroomversnelling ondiepe stroomversnellingen in een open waterloop, waarbij het wateroppervlak in golven gebroken wordt door obstructies die geheel of gedeeltelijk ondergedompeld zijn.
stroomversnelling waterloop met een superkritische helling waarbij het water in de regel met grote snelheid en turbulentie stroomt.
stroomverticaal stroomsnelheid en -richting als functie van de afstand tot het wateroppervlak voor een bepaald tijdstip en een bepaalde locatie, hoe dan ook verkregen of gepresenteerd.
stroomvoerend profiel het gemiddelde profiel van het riviervak dat bij een bepaald peil beschikbaar is voor de rivieraf- voer
stroomvoerende breedte b de gemiddelde breedte van het riviervak die bij een bepaald peil beschikbaar is voor de rivieraf- voer
structurele erosie geleidelijk, maar voortdurend verlies van zand uit een kustprofiel of balansgebied.
structuurlaag eén laag binnen de vegetatie, ingedeeld naar hoogte.
structuurplannen gebruiksplannen van gronden
structuurschema groene ruimte
structuurschema verkeer en vervoer SVV
structuurvisie een in het kader van de Wet ruimtelijke ordening vastgesteld ruimtelijk plan voor een deel of het gehele grondgebied van het Rijk, provincie of gemeente.
stuifdijk duinregel, gevormd door (al dan niet) kunstmatig vastgelegd stuifzand.
stuifgat het resultaat van plaatselijke verstuiving van zand.
stuifscherm verticaal doorlatend scherm, vervaardigd van riet of rijshout, dat wordt toegepast voor het vangen van zand.
stukgoed goederen die bij het stuk, dat wil zeggen per colli ten vervoer worden aangegeven
sturen volgens het BPR is dit ' het zelfstandig bepalen van koers en snelheid van het schip'.
stuurautomaat automatische stuurinrichting.
stuurboord de rechterkant van een vaartuig wanneer men van achteren naar voren kijkt.
stuurgroep deltatechnologie stuurgroep boven het netwerk deltatechnologie
stuurgroep management overstromingen SMO
stuurman scheepsofficier die met de navigatie is belast.
stuursnelheid minimum snelheid door het water die men nodig heeft om het roer te kunnen sturen.
stuw vaste of beweegbare constructie die dient om het peil bovenstrooms van de constructie te verhogen c.q. te regelen.
stuwadoor deze zorgt in de haven voor de overslag en opslag van goederen.
stuwduiker een combinatiekunstwerk bestaande uit een dui- ker(opening) en een stuw.
stuwkromme de waterspiegel in een waterloop waar de diepte groter is dan de evenwichtsdiepte als gevolg van opstuwing benedenstrooms.
subcategorie de nadere onderverdeling van een bepaalde categorie.
subfractie naam voor een korrelgrootteklasse met nauwe grenzen
submerse vegetatie niet boven het wateroppervlak uitkomende vegetatie.
subsidie aan derden toegekende financiële middelen, bestemd voor het uitvoeren van bepaalde activiteiten
subsidies werksoort waarbij subsidies worden verstrekt aan derden (andere overheden of particulieren organisaties) voor de uitvoering van projecten op het gebied van met name openbaar vervoer, weginfrastructuur en verkeersveiligheid
subsidies afhaakpro- blematiek alle activiteiten die samenhangen met het verlenen van financiële bijdragen aan bedrijven ter voorkoming van het afhaken van bedrijven van zuiveringsinstallaties.
substraat vast materiaal, zoals zand en dood of levend blad, waarin organismen leven.
successie de in tijd opeenvolgende veranderingen die zich in de vegetatie voltrekken, waarbij een plantengemeenschap of vegetatietype ontstaat of in een ander overgaat.
sulfaatreductie bacteriële omzetting van sulfaat in zwavelver- bindingen onder anaërobe omstandigheden.
superpositie (analytische- elementenmethode) het principe dat (combinaties van) elementen kunnen worden toegevoegd aan of verwijderd uit de bestaande schematisering.
superpositie (grond- waterhydraulica) het principe dat de potentiaalverdeling bij verschillende onttrekkingen en infiltraties kan worden bepaald door de effecten van elke afzonderlijke onttrekking en infiltratie te sommeren.
superstorm storm die de maatgevende omstandigheden langs de kust tot gevolg heeft.
supervisory control and data aqcuisition SCADA
suppleren kunstmatig aanvullen van een kustprofiel met van buiten het balansgebied aangevoerd zand.
surf-beat verticale slingering van de waterspiegel in de brandingzone als gevolg van groepsgewijs aankomende golven.
suspensie dispersie van een vaste stof in een vloeistof.
suspensief transport transport van gesuspendeerde deeltjes door de stroming
sweep serie dieptemetingen met een multibeam echolood waarbij alle bundels eenmaal bemeten worden
symbiose langdurig samenleven van organismen van verschillende soorten met beider voordeel.
symbool een aanduiding voor het voorkeur tekensymbool dat bij een technische naam hoort van een onderdeel binnen de zuiveringsinfrastructuur.
synecologie studie van groepen van organismen in relatie tot hun omgeving.