Dutch
- egaal
- 1. gelijkmatig van voorkomen, zonder afwisseling
- synoniem: effen
- 2. gelijk van oppervlak (‘een egale massa, vloer’)
- synoniem: effen, glad
- 3. om het even (‘’t is mij egaal’)
- synoniem: onverschillig
English
- egaal
- smooth, level, even
- uniform, solid, even [kleur e.d.]
Examples
- egaal grijs
- solid / uniformly grey
- een egale lucht
- a uniform sky