Dutch
- uitzetten
English
- (vrijlaten van dieren) release
- (uitwerpen) cast out, throw out
- (uitschakelen) switch off, turn off
- (van een terrein) mark out, stake out
- (groter worden) expand, extend, enlarge, switch off, turn off
- (uitlenen) put out money, place money, lend, loan, invest
- (verwijderen) eject, evict
- (buitensluiten) exclude
- (uitleveren) extradite
- (uithalen[1], Flemish) carry out
Usage examples
External links
References
- ↑ toeren uitzetten (uitdr.) = stommiteiten uithalen @ https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/search?definition%5Bq%5D=uitzetten&commit=Zoek