Dutch
- uitzetten
English
- (vrijlaten van dieren) release
- (uitwerpen) cast out, throw out
- (uitschakelen) switch off, turn off
- (uitmeten, aftekenen; van een terrein) mark out, mark off[1], measure (out), stake out, plot, trace
- (uitspreiden) spread out, spread[2]
- (groter worden) expand, extend, swell, enlarge
- (in volume toenemen, wetenschap) dilate[3]
- (uitlenen) put out money, place money, lend, loan, invest
- (verwijderen) eject, evict
- (buitensluiten) exclude
- (uitleveren) extradite
- (uithalen[4], Flemish) carry out
Usage examples
External links
References
- ↑ (wiskunde) op de lijn AC een stuk AD uitzetten, gelijk aan PQ = mark off/measure on line AC a segment AD, equal to PQ
- ↑ de zeilen uitzetten = spread the sails
- ↑ door warmte zetten de meeste stoffen uit = heat causes most materials to expand, most materials are dilated by heat
- ↑ toeren uitzetten (uitdr.) = stommiteiten uithalen @ https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/search?definition%5Bq%5D=uitzetten&commit=Zoek