m Text replacement - "Category:L" to "" |
m Text replacement - "Category:Resources" to "Category:Glossaries" |
||
Line 1,211: | Line 1,211: | ||
[[Category: | [[Category:Glossaries]] | ||
[[Category:Glossaries]] | [[Category:Glossaries]] | ||
[[Category:Lenntech.nl]] | [[Category:Lenntech.nl]] | ||
[[Category:Water]] | [[Category:Water]] | ||
{{Back to the top}} | {{Back to the top}} |
Latest revision as of 20:01, 17 March 2024
Source: https://www.lenntech.nl/water-begrippenlijst.htm (retrieved 2023-08-25)
Waterbegrippenlijst
Uitleg van begrippen op het gebied van water (waterwoordenboek)
AbsoluutheidDe microgrootte van een filter. Het duidt erop dat elk deeltje dat groter is dan een bepaalde grootte, op het filter achterblijft. AbsorptieWanneer een vaste stof moleculen in zijn structuur opneemt. AbrasieHet tegen elkaar aanwrijven van het ene deeltje tegen het andere in een filtermedium of een ionenuitwisslingsbed. Uiteindelijk kunnen de deeltjes hierdoor afgebroeken worden. Actief koolDit is het meest gebruikte adsorptiemedium, dat geproduceerd wordt door koolstofbevattende stoffen of celluloselagen zonder lucht te verhitten. Het heeft een heel erg poreuze structuur en wordt vaak gebruikt om organische materie en opgeloste gassen uit het water te verwijderen. Het ziet er hetzelfde uit als kool of turf. Het is beschikbaar in de vorm van korrels, poeder of blokken. In poedervorm heeft het de grootste adsorptiecapaciteit. Actief slibEen zuurstofvragend biologisch proces dat ertoe dient om oplosbare organische materie om te zetten in vaste biomassa, die verwijderd kan worden met behulp van zwaartekracht of filtratie. Actieve groepenIonen die stevig vastgemaakt zijn op de matrijs van een ionenuitwisselaar. Iedere actieve groep moet altijd een ion met een tegengestelde lading naast zich hebben. AdsorptieScheiding van vloeistoffen, gassen en colloïden of gesuspendeerde materie van een medium door middel van adhesie aan het oppervlak of de poriën van een vaste stof. Meer informatie over adsorptie AerobischEen proces dat plaatsvindt in de aanwezigheid van zuurstof, zoals het verteren van organische materie door bacteriën in een oxidatiesloot. AërosolHele kleine vloeistof- of vaste deeltjes die in de lucht verspreid worden. AffiniteitDe scherpte waarmee een ionenuitwisselaar een contra-ion oppakt en vasthoudt. De affiniteit wordt sterk beïnvloed door de concentratie elektrolyt dat om de ionenuitwisselaar heen zit. AfvalwaterHet verspilde of gebruikte water dat van een huis, gemeenschap, boerderij of industrie komt en dat opgeloste of gesuspendeerde deeltjes bevat. AfvalwaterinfrastructuurDe plattegrond of het netwerk dat gemaakt is voor de verzameling, behandeling en verwijdering van riool in een gemeenschap. AfvoerStroom van oppervlaktewater in een rivier of kanaal. AgglomeratieEen proces waarbij kleinere deeltjes samen worden gevoegd om een grotere massa te vormen. AlgenEen- of meercellige organismen die meestal gevonden worden in oppervlaktewater, zoals kroos. Ze produceren hun eigen voedsel door middel van fotosynthese. De algenpopulatie wordt verdeeld in groene en blauwe algen, waarvan de blauwe algen zeer schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. Excessieve algengroei kan er voor zorgen dat het water een ongewenste geur of smaak heeft. Bederf van algen vermindert de voorraad zuurstof in het water. AlgenbloeiPerioden van vergrote algengroei die de waterkwaliteit aantasten. Algenbloei wijst op potentiële gevaarlijke veranderingen in de chemie van het water. AkaliniteitAlkaliniteit is de bufferende capaciteit van water; de capaciteit van water om zichzelf te neutraliseren. Het zorgt ervoor de pH niet te zuur of te basisch wordt. Het voegt ook koolstof aan het water toe. Alkaliniteit stabiliseert het water bij een pH-waarde van 7. Maar wanneer de zuurheid van het water hoog is, neemt de alkaliniteit af, wat gevaarlijke omstandigheden voor het waterleven kan scheppen. In de waterchemie wordt de alkaliniteit uitgedrukt in ppm of mg/L of het equivalent van calciumcarbonaat. De totale alkaliniteit van water is de som van drie soorten Alkaliniteit; carbonaat-, bicarbonaat- en hydroxide alkaliniteit. AliquotEen gemeten deel van monster dat gebruikt wordt voor een analyse. Een of meer aliquots vormen een monster. AlluviumSedimenten die door erosieprocessen zijn afgezet, meestal door rivieren. AnaerobischEen proces dat plaatsvindt in de afwezigheid van zuurstof, zoals de vertering van organische materie door middel van bacteriën in een UASB-reactor. AnionEen negatief geladen ion dat voortkomt uit de distantiëring van zouten, zuren of basen in oplossing. AnodeEen deel van de elektrolyse waar een metaal als een kation in een oplossing komt, terwijl het een gelijkwaardig aantal elektronen achterlaat om overgebracht te worden naar een opposiet-elektrode, een kathode genaamd. Anorganische chemicaliënChemische stoffen van minerale origine, in ieder geval hebben ze niet als basis een koolstofstructuur. AquiferEen laag in de bodem die in staat is om een groot volume grondwater te transporteren. AromatenEen type koolwaterstof dat een ringstructuur heeft, zoals benzeen of tolueen. Ze zitten bijvoorbeeld in benzine. AssimilatieDe eigenschap van water om zichzelf te zuiveren van verontreinigingen. AssimilatiecapaciteitDe capaciteit van natuurlijk water om afvalwater of giftige materialen te ontvangen zonder dat er negatieve effecten optreden en zonder schade aan het waterleven of mensen die het water gebruiken toe te brengen. AtoomHet kleinste deeltje materie dat voor elk element uniek is. Het zijn de bouwstenen van alle materie. Atoomgetalen specifiek getal dat voor elk element anders is, gelijkwaardig aan het aantal protonen in de kern van ieder atoom. BackflowDe stroming van water in een medium in de richting die tegenovergesteld is aan de normale stroming. De stroming wordt vaak omgekeerd in een systeem door middel van backflow, wanneer het afvalwater in een zuiveringssysteem sterk verontreinigd is. BacteriënMicroscopisch kleine eencellige organismen, die zich reproduceren door middel van de splitsing van sporen. BaseEen alkaline stof, die een pH heeft die hoger is dan 7,5. BehandelingsinstallatieEen installatie die gebruikt wordt om afvalwater te behandelen voordat het in het milieu wordt geloosd. Beluchte laguneEen waterbehandelingsbasin dat de biologische decompositie van organisch afval versnelt door de groei en activiteit van bacteriën te stimuleren, die verantwoordelijk zijn voor de afbraak. BeluchtingEen techniek die gebruikt wordt bij de behandeling van water waar ook zuurstof voor nodig is, ook wel bekend als aërobe biologische waterzuivering. Of water wordt in contact gebracht met waterdruppels door te sproeien of lucht wordt in contact gebracht met beluchtingapparaten. Lucht wordt door het water geperst door middel van bubbels, op die manier wordt er zuurstof aan het water toegevoegd. Meer informatie over beluchting BeluchtingstankEen tank die gebruikt wordt om lucht in het water te injecteren. Beschikbaar chloorEen maat voor de hoeveelheid chloor die beschikbaar is in gechloreerde kalk, hypochloride stoffen en andere materialen. Bezinkbare vaste stoffenGesuspendeerde vaste stoffen in het afvalwater die binnen een bepaalde tijd bezinken en op die manier verwijderd kunnen worden. BicarbonatenZouten die het anion HCO3- bevatten. Wanneer een zuur wordt toegevoegd, breekt het ion in H2O en CO2, en gedraagt zich als een buffer. BinderChemicaliën die korte vezels bijeenhouden in een cartridge-filter. BioaccumulatieDe toename in concentratie van een stof in levende organismen, door de opname van verontreinigde lucht, water of voedsel, vanwege een langzaam metabolisme en uitscheiding. Biochemisch Zuurstof Verbruik (BZV)De hoeveelheid zuurstof (gemeten in mg/L) die vereist is voor het verteren van organisch materiaal door eencellige organismen, onder testomstandigheden. Dit wordt gebruikt om de hoeveelheid organische verontreiniging in afvalwater te meten. Meer informatie over BZV en afvalwaterbehandeling BiocideEen chemische stof die giftig is voor micro-organismen. Biociden worden vaak gebruikt om bacteriën en andere eencellige organismen uit het water te elimineren. BiofilmPopulatie van verschillende micro-organismen, gevangen in een laag van slijm en uitscheidingsproducten, die vastgemaakt zit aan een oppervlak. Biologisch afbreekbare verontreinigingenVerontreinigingen die verteerd kunnen worden onder natuurlijke omstandigheden. Biologische verontreinigingenLevende organismen zoals virussen, bacteriën, schimmels en zoogdier- en vogelantigenen die schadelijke gezondheidseffecten kunnen hebben voor mensen. Biologisch actieve koolstofGeactiveerde koolstof dat de microbiologische groei actief bevordert, om de degradatie van organische stoffen die geabsorbeerd zijn in de poriën en op het oppervlak van de koolstof. Biologische oxidatieVertering van complexe organische materialen door micro-organismen door middel van oxidatie. BiomonitoringHet gebruik van levende organismen om de geschiktheid van effluent te testen om het te kunnen lozen en om de kwaliteit van het ontvangende water na ontvangst te testen. BioremediatieDe biologische behandeling van afvalwater en slib, door de afbraak van organische stoffen en koolwaterstoffen tot koolstofdioxide en water te veroorzaken. BiotaAlle levende organismen in een regio of ecosysteem. BiotransformatieOmzetting van een stof in andere stoffen bij organisme; hiertoe behoort ook biodegradatie. Blinde vlekkenElke plaats op een filtermedium waar vloeistoffen niet doorheen kunnen stromen. Brak waterWater dat noch zout, noch zoet is. Het zit tussen deze twee categorieën in. BreekpuntschloreringToevoeging van chloor aan water totdat er genoeg chloor aanwezig is voor de desinfectie van water. BronGrond water dat uit de aarde sijpelt wanneer de grondwaterspiegel hoger ligt dan het grondoppervlak. BufferEen stof die reageert met zuurstof of hydroxyl-ionen in een oplossing, om te voorkomen dat de pH verandert. BuisbezinkerEen apparaat dat bundels buisjes gebruikt om vaste stoffen in het water te laten bezinken zodat ze door middel van slib verwijderd kunnen worden. BZV5De hoeveelheid opgeloste zuurstof die binnen 5 dagen geconsumeerd wordt door bacteriën die de biologische afbraak van organisch materiaal uitvoeren. CakeVast ontwaterd residu op een filtermedium na filtratie. CalciumhypochlorietEen chemicalie dat veelvuldig wordt gebruikt voor de desinfectie van water, bijvoorbeeld in zwembaden en waterzuiveringsinstallaties. Het is vooral bruikbaar omdat het een stabiel, droog poeder is en in tabletvorm geproduceerd kan worden. Capillaire activiteitWater dat op een bepaald punt hoger komt dan dat deel van het oppervlak dat niet in contact is met een vast oppervlak. Dit wordt veroorzaakt door adhesie, cohesie en oppervlaktespanning waar het water de vaste stof raakt. Capillaire membranenMembranen met de dikte van een menselijke haar, gebruikt voor Omgekeerde Osmose, nanofiltratie, ultrafiltratie en microfiltratie. CarcinogeenElke opgeloste verontreiniger die kanker kan veroorzaken. CartridgefilterWegwerpfilterapparaat dat een filtergrootte heeft van 0,1 tot 100 micron. Meer informatie over cartridge filters CarbonatenChemische stoffen die gerelateerd zijn aan koolstofdioxide. CarbonaathardheidHardheid van water veroorzaakt door carbonaat- en bicarbonaatbijproducten van calcium en magnesium. CentrifugatieEen delingsproces, dat centrifugale kracht gebruikt om de versnelde bezinking van deeltjes in een vaste stof- / vloeistofmengsel te bevorderen. Meer informatie over centrifugatie Chelaterende stoffenOrganische stoffen die de mogelijkheid hebben om ionen uit hun wateroplossingen te trekken en in oplosbare complexen om te zetten. Check ventielklepEen ventielklep dat water toelaat om in een richting te stromen en dan sluit om de vorming van een terugstroom tegen te gaan. Chemisch Zuurstof Verbruik (CZV)De hoeveelheid zuurstof (gemeten in mg/L) die geconsumeerd wordt bij de oxidatie van organische en oxideerbare anorganische materie, onder testomstandigheden. Het wordt gebruikt om de totale hoeveelheid organische en anorganische verontreiniging in het afvalwater te meten. In tegenstelling tot BZV worden met CZV alle stoffen geheel geoxideerd. ChlooraminenEen chemisch complex dat uit chloor en ammoniak bestaat. Het wordt gebruikt als een waterdesinfecteerder in openbare watergelegenheden, zoals zwembaden. Men gebruikt hier chlooraminen in plaats van chloor, omdat chloor in combinatie met organische stoffen gevaarlijke reactieproducten kan vormen. Chlooraminen komen in verschillende vormen voor, afhankelijk van de fysische en chemische eigenschappen van het water. ChloreringEen waterzuiveringsproces waarbij chloor voor desinfectie aan water wordt toegevoegd, om de aanwezige micro-organismen te controleren. Het wordt ook gebruikt bij de oxidatie van onzuivere stoffen in het water. Chloorcontact ruimteHet deel van de waterbehandelingsfabriek waar het effluent met chloor wordt gedesinfecteerd. CoagulatieDestabilisatie van colloïde deeltjes door de toevoeging van een reactief chemicalie, een coagulant genoemd. Dit gebeurt via de neutralisatie van ladingen. Meer informatie over coagulatie ColiformbacteriënBacteriën die gebruikt worden als indicatoren van verontreinigingen en pathogenen als ze in water gevonden worden. Ze worden doorgaans gevonden in de ontlasting van mensen en andere warmbloedige dieren. ColiformindexEen schaal voor de zuiverheid van water die gebaseerd is op het aantal coliform bacteriën. ColloïdenMaterie met een hele kleine deeltjesgrootte, van 10-5 tot 10-7 in diameter. ConcentraatDe totaliteit van verschillende stoffen die na filtratie in een filtermedium achterblijven. ConcentratieDe hoeveelheid van een materiaal dat opgelost is in een oplossingseenheid, uitgedrukt in mg/L. ConcentratieprocesHet proces waarbij het aantal deeltjes per volume-eenheid van een oplossing vergroot wordt, dit gebeurt doorgaans door het verdampen van de vloeistof. CondensaatWater dat verkregen wordt bij de condensatie van waterdamp. Consumptief watergebruikWater dat weggevoerd wordt van de beschikbare voorraad en niet wordt teruggevoerd in het watersysteem; water dat gebruikt wordt in de industrie, landbouw en voedselbereiding. ContacttijdDe periode dat een stof in contact komt met een vloeistof, voordat het via filtratie of chemische verandering verwijderd wordt. Conventionele rioolsystemenSystemen die traditioneel gebruikt werden om gemeentelijk afvalwater te verzamelen in zwaartekrachtriolen en te vervoeren naar een centrale primaire of secundaire behandelingsinstallatie, voordat het geloosd werd op oppervlaktewater. CryptosporidiumEen micro-organisme in water dat darmziektes bij mensen kan veroorzaken. Het wordt veel gevonden in onbehandeld oppervlaktewater en kan verwijderd worden door middel van filtratie. Het is resistent voor desinfecteerders als chloor. Culturele eutrofiëringDaling van het zuurstofgehalte in het water, dat ernstige gevolgen heeft voor het waterleven, deze daling wordt veroorzaakt door mensen. CyclusDe periode dat een filter gebruikt kan worden voordat het schoongemaakt moet worden. Dit is vaak inclusief de tijd die nodig is voor het schoonmaken. DampDe gasvormige fase van bepaalde stoffen, zoals water De-alkalinisatieElk proces dat gebruikt wordt om de alkaliniteit van water te verlagen. DecarbonisatieHet proces waarbij koolstofdioxide uit water wordt verwijderd, hierbij wordt gebruik gemaakt van contacttorens of luchtschrobbers. DecompositieDe afbraak van organisch materiaal door bacteriën en schimmels, om de chemische structuur en het fysische uiterlijk van het materiaal te veranderen. DeeltjesgrootteDe grootte van een deeltje, bepaald door de kleinste dimensie, bijvoorbeeld de diameter. Het wordt meestal uitgedrukt in micron maten. DeeltjesladingHet gewicht van deeltjes per eenheid volume water. DefluorisatieDe verwijdering van fluoride uit drinkwater om beschadigingen aan het gebit te voorkomen. De-ionisatieEen proces dat ertoe dient om alle geïoniseerde stoffen uit een oplossing te verwijderen. Het meest gebruikte proces is het uitwisselingsproces waarbij kationen en anionen afzonderlijk van elkaar worden verwijderd. DemineralisatieProcessen die mineralen uit het water verwijderen, meestal wordt deze term alleen gebruikt voor ionenuitwisselingsprocessen. DemiwaterGedemineraliseerd water. Water dat is behandeld om verontreiniging-, mineraal- en zoutvrij te zijn. DempingHet proces waarbij de concentratie van een bepaald mengsel over een bepaalde tijd afneemt. Dit kan plaatsvinden door middel van absorptie, adsorptie, degradatie, dilutie of transformatie. DenitrificatieVerwijdering van nitraat en nitraatproducten uit het water om ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit voldoet aan de geldende waternormen. DesinfecteerdersVloeistoffen of gassen om filters, pijpleidingen, systemen en dergelijke te desinfecteren. DesinfectieHet zuiveren van vloeistoffen en oppervlakken van verontreinigingen. Om een vloeistof of een oppervlak schoon te maken, kunnen een aantal technieken gebruikt worden, zoals desinfectie met behulp van ozon. Vaak komt desinfectie neer op het uitschakelen van de aanwezige micro-organismen met een biocide. Meer informatie over desinfectie DesorptieHet tegenovergestelde van adsorptie; het loslaten van materie uit een adsorptiemedium, meestal om materiaal te herwinnen. DetentietijdDe eigenlijke tijd die een kleine hoeveelheid water in een bezinktank of vlokvormingstank doorbrengt. In opslagreservoirs staat het voor de tijd waarin het water wordt opgeslagen. DichtheidHet gewicht van een bepaalde hoeveelheid water. Het wordt meestal uitgedrukt in kilogrammen per kubieke meter. DieptefiltratieEen behandelingsproces waarbij het hele filterbed wordt gebruikt om niet-oplosbare en gesuspendeerde deeltjes te vangen in de leemtes van het filterbed wanneer het water erdoor heen stroomt. DiffusieDe verplaatsing van gasmoleculen of aërosolen in vloeistoffen, die veroorzaakt wordt door een concentratiegradiënt. Direct overschotWater dat van het grondoppervlak direct in rivieren, stromen en meren stroomt. DoorbraakBarst of breuk in een filter bed dat vlokken en of deeltjesmaterie door het filter laat. Drinkbaar waterWater dat veilig genoeg is om te drinken en mee te koken. Droge stofgehalteHet gewicht van de deeltjes die overblijven nadat een monster is ingedroogd om het water te verwijderen. DrukriolenEen systeem van pijpleidingen waarin water, afvalwater of een andere vloeistof naar een grotere hoogte wordt gepompt. Drup filterEen afvalwaterbehandelingseenheid die media met daarop bacteriën bevat. De afvalwaterstroom wordt over een medium gedruppeld waarna de bacteriën het organisch afval afbreken. Dystrofische merenZure wateren die veel planten maar weinig vis bevatten, vanwege de aanwezigheid van grote hoeveelheden organische materie. Eerste tapselHet water dat uit de kraan komt wanneer deze voor het eerst geopend wordt. Het is waarschijnlijk dat dit water een hoog loodpeil bevat, omdat dit water de tijd heeft gehad om lood, dat vrijkomt bij de verwering van pijpleidingen,op te nemen. EffluentDe uitlaat of afvoer van elk systeem dat te maken heeft met waterstromen, voor een oxidatiesloot voor biologische waterzuivering. Het is het productwater van het desbetreffende systeem. EjectorEen apparaat dat gebruikt wordt om tijdens de behandeling van het water een chemische oplossing in het water te injecteren. Elektrische ladingDe lading van een ion, verklaard door het aantal elektronen. Een Cl-ion is in feite een Cl-atoom dat een elektron heeft verkregen, en een Ca2+ion is een Ca-atoom, dat twee elektronen is kwijtgeraakt. ElektrolytEen stof die uiteenvalt in ionen wanneer deze oplost in water. ElectrodialyseEen proces dat elektrische stroom gebruikt. Dit wordt toegepast in doorlaatbare membranen, om mineralen uit het water te verwijderen. ElektrolyseEen proces waarbij elektrische energie verandert in chemische energie. Dit proces vindt plaats in een elektrolyt, een waterige oplossing of een smeltend zout dat ionen de mogelijkheid geeft om tussen twee elektroden te bewegen. Het elektrolyt is de verbinding tussen twee elektroden die door een directe stroom met elkaar verbonden zijn. Als je een elektrische stroom aanbrengt, begeven de positieve ionen zich naar de kathode, terwijl de negatieve ionen naar de anode gaan. Bij de elektroden wordt het aantal elektroden verminderd en worden de anionen geoxideerd. ElektronenNegatief geladen bouwstenen van een atoom die rondom de kern cirkelen. ElementenDe onderscheidende bouwstenen waaruit elke soort materie is opgebouwd. ElutriatieHet vrijmaken van slib van het oorspronkelijke vocht door het te wassen met water. EmulgeerderEen chemische stof die helpt om een vloeistof in een vloeistof te suspenderen. EmulsieVerstrooiing van een vloeistof in een andere vloeistof, dit gebeurt wanner de eerste vloeistof niet-oplosbaar is. End-of-pipe techniekenTechnieken die gebruikt worden bij de waterzuivering om verontreinigingen die gevormd zijn te reduceren. Eschericha coli (E. coli)Een Coliformbacterie die vaak in verband wordt gebracht met menselijk en dierlijk afval en gevonden wordt in de darmen. Deze bacterie wordt bij gezondheidsinstituten en privé-laboratoria gebruikt om de zuiverheid van het water te meten. EstuariumDe plaats waar een rivier uitmondt in een zee of oceaan. Het getij en de stroming van de rivier zorgt ervoor dat het zoete en zoute water gemengd worden. Daarom bestaan estuaria vooral uit brak water. EutroofVerwijst naar water dat rijk is aan voedingstoffen zoals stikstof en fosfor. EutrofiëringVerrijking van water. Dit veroorzaakt een excessieve groei van waterplanten en een verhoogde activiteit van anaërobe micro-organismen. Hierdoor daalt het zuurstofniveau van het water snel, waardoor het leven voor aërobe organismen onmogelijk wordt gemaakt. Facultatieve bacteriënBacteriën die zowel onder aërobische als anaërobische omstandigheden kunnen leven. FaseDe gesteldheid van materie. Dit kan vast, vloeibaar of gasvormig zijn. FermentatieDe omzetting van organisch materiaal in methaan, koolstofdioxide en andere moleculen door anaërobische bacteriën. FiltermediumHet doorlatende materiaal dat vaste stoffen scheidt van vloeistoffen die het doorlaat. FiltraatEen vloeistof die door een filtermedium is gegaan. FiltratieScheiding van een vaste stof en een vloeistof door een poreuze stof te gebruiken die alleen vloeistoffen doorlaat. FlotatieEen vaste stoffen/vloeistof- of vloeistof/vloeistofscheidingsprocedure, die toegepast wordt bij deeltjes die een dichtheid hebben die lager is dan de dichtheid van de vloeistof waar ze zich in bevinden. Er zijn drie soorten flotatie: natuurlijke, toegevoegde en geïnduceerde. FluxDe snelheid waarbij een Omgekeerd Osmose membraan water toestaat om door te stromen. FotosyntheseHet proces waarbij water en koolstof dioxide omgezet worden in koolwaterstoffen.Dit vindt plaats wanneer chlorofyl door zonlicht wordt geactiveerd. tijdens dit proces komt zuurstof vrij. Alleen planten en een aantal micro-organismen kunnen fotosynthese uitvoeren. FragmentatieDe onderverdeling van een vaste stof in fragmenten. Deze fragmenten hechten zich vervolgens aan het dichtstbijzijnde oppervlak. Fysische en chemische behandelingProcessen die algemeen gebruikt worden in afvalwaterbehandelingsinstallaties. Filtratie is bijvoorbeeld een fysische proces. Coagulatie, chlorering, of ozonbehandeling zijn voorbeelden van chemische behandeling. GallonEen Engelse en Amerikaanse eenheid die nauwelijks meer gebruikt wordt. 1 gallon staat gelijk aan 3,785 liter. Geavanceerd oxidatieprocesEen van de verscheidene combinatie oxidatieprocessen die er bestaan. Geavanceerde chemische oxidatieprocessen gebruiken (chemische) oxidanten om de BZV/CZV niveaus te verlagen, en om zowel organische als oxideerbare anorganische componenten te verwijderen. Deze processen kunnen organische materialen compleet tot koolstofdioxide en water oxideren, hoewel men meestal niet zo ver hoeft te gaan. Er zijn veel verschillende geavanceerde oxidatie processen beschikbaar: - Chemische oxidatieprocessen die waterstofperoxide, ozon, gecombineerd ozon en peroxide, hypochloriet, Fenton's reagens en dergelijke gebruiken. - Ultra-violet licht (UV) verbeterde oxidatie zoals UV/ozon, UV/waterstof, UV/lucht - Natte luchtoxidatie en katalytische natte lucht oxidatie (waarbij lucht als de oxidant wordt gebruikt) Meer informatie over geavanceerde oxidatie Geavanceerde waterbehandelingHet niveau van de waterbehandeling dat een reductie van 85% van de concentratie van de verontreiniging vereist, ook bekend als tertiaire behandeling. Geavanceerde afvalwaterbehandelingElke behandeling van rioolwater die de verwijdering van voedingstoffen zoals fosfor en stikstof en van een groot percentage gesuspendeerde vaste stoffen vereist. Gebotteld waterWater dat verkocht wordt in plastic flessen en dat gebruikt wordt als drinkwater en of huishoudelijk gebruik. Gechloreerde koolwaterstoffen (CFK's)Koolwaterstoffen die chloor bevatten. Hiertoe behoren ook een aantal persistente insecticiden die zich ophopen in de watervoedselkringloop. Enkele van deze stoffen zijn DDT, aldrin, dieldrin, heptachloor, chloordaan, lindaan, endrin, Mirex, hexachloride, en toxapheen. Gechloreerd oplosmiddelEen organisch oplosmiddel dat chlooratomen bevat en vaak gebruikt wordt als een drager voor een aërosolenspray, bijvoorbeeld in snelwegverf en vloeistoffen die in stomerijen worden gebruikt. Gecombineerd rioolEen rioolsysteem dat zowel rioolwater als regenwateroverschot vervoert. GeleidbaarheidDe hoeveelheid elektriciteit die water kan geleiden. Deze wordt uitgedrukt in een chemische grootte. Gemeentelijk rioolVloeistofafval, dat afkomstig is uit een gemeenschap. Ze kunnen bestaan uit huishoudelijk afvalwater of industriële afvoer. Gemeentelijk slibSemi-vloeibaar residu dat achterblijft na de behandeling van gemeentelijk water en afvalwater. Gesuspendeerde vaste stoffenVaste organische of anorganische deeltjes die in suspensie in een oplossing zitten. GiardiaEen micro-organisme dat gewoonlijk wordt gevonden in onbehandeld oppervlaktewater en via filtratie verwijderd kan worden. Het is resistent voor desinfecteerders als chloor. Grijs waterHuishoudelijk afvalwater dat bestaat uit spoel- en waswater uit de keuken, badkamer en wastafels en van wastobbes en wasautomaten. GrondwaterWater dat gevonden kan worden in de verzadigde zone van de bodem; deze zone bestaat voor het grootste gedeelte uit water. Het water verplaatst zich langzaam van gebieden met grote hoogte en druk naar gebieden met een lage hoogte en druk, zoals rivieren en meren. Grondwater uitstroomGrondwater dat kustwater binnengaat, dat verontreinigd is door bodemverontreinigingen die naar het grondwater afgezakt zijn, of door diepe injectie in putten van gevaarlijke afvalstromen of septic tanks. Groot watersysteemEen watersysteem dat meer dan 50.000 klanten bedient. Halfwaarde tijdDe tijd die een verontreiniging nodig heeft om de helft van zijn oorspronkelijke concentratie te verliezen. Hard waterWater dat een groot aantal positieve ionen bevat. De hardheid wordt bepaald door het aantal calcium en magnesium atomen dat aanwezig is. Zeep lost meestal slecht op in hard water. Meer informatie over hard water HelderheidDe helderheid van een vloeistof. Henry's wetEen manier om de oplosbaarheid van een gas in een vloeistof te berekenen, gebaseerd op de temperatuur en deeltjesdruk, door middel van constanten. HerbeluchtingHet vernieuwen van de luchtvoorraad in de lagere lagen van een reservoir om het zuurstofniveau te verhogen. Huiseigenaar watersysteemEen watersysteem dat een woning van leidingwater voorziet. HumidificatieDe toevoeging van waterdamp aan de lucht. Hydraulische geleidbaarheidDe ratio waarbij water zich door een doorlaatbaar medium kan verplaatsen. HydrogeologieDe natuurwetenschap die de chemie en bewegingen van grondwater bestudeert. HydrolyseDe ontbinding van organische mengsels door interactie met het water. HydrofielEen affiniteit hebbend voor water. HydrofoobEen aversie voor water hebbend. HypochlorietEen anion dat producten als calcium en sodiumhypochloriet vormt. Deze producten worden vaak gebruikt voor desinfectie en bleken. Hypoxische waterenWateren met opgeloste zuurstofconcentraties van minder dan 2 mg/L, het niveau dat algemeen geaccepteerd wordt als het minimumpeil dat vereist is voor het leven en de reproductie van waterorganismen. ImhoffkegelEen doorzichtige, kegelvormige container die gebruikt wordt om het volume van bezinkbare vaste stoffen in een specifiek watervolume te meten. ImmiscibiliteitDe onmogelijkheid van twee of meer vaste stoffen of vloeistoffen om gemakkelijk in een andere op te lossen. ImpermeabelNiet makkelijk doordringbaar door water. IndicatorElke biologische eenheid, gemeenschap of proces wiens eigenschappen de staat van bepaalde milieuomstandigheden of verontreinigingen aantoont. Indirecte afvoerIntroductie van verontreinigingen van een niet-huishoudelijke bron in een afvalwaterbehandelingsysteem. Indirecte afvoeren kunnen commerciële of industriële voorzieningen zijn, wiens afval het lokale riool binnenkomt. InfiltratiePenetratie van water in een medium, bijvoorbeeld grond. InfluentDe waterstroom die een systeem of een behandelingseenheid binnenkomt. InhibitorEen chemicalie dat zich mengt in een chemische reactie, zoals neerslag van bepaalde stoffen in een vloeistof. InjectieDe invoer van een chemicalie of en medium in het proceswater om de chemie of filter specifieke mengsels te veranderen. IonEen atoom in een oplossing die positief (kationen) of negatief (anionen) geladen is. IonenuitwisselingDe vervanging van ongewenste ionen met een bepaalde lading door gewenste ionen met dezelfde lading in een oplossing, door middel van een ionendoorlatende absorbeerder. Meer informatie overionenuitwisseling IrrigatieLand van water of afvalwater voorzien om te voldoen aan de water- en voedseleisen van planten. KaarsfilterEen filter met grove openingen, ontworpen om een deklaag van een filtermedium vast te maken op een uitgestrekt oppervlak. KalkEen veelgebruikte waterbehandelingschemicalie. Kalk kan afgezet worden op badkamer- en douchewanden, nadat het met calcium gereageerd heeft om kalkaanslag te vormen. KatalysatorEen chemicalie dat de snelheid van een reactie vergroot, maar niet direct deelneemt aan de reactie, zodat het ook nadat de reactie heeft plaatsgevonden nog intact is. KathodeEen deel van de elektrolyse waarbij kationen in een oplossing geneutraliseerd worden door elektronen die uitplaten op het oppervlak een tweede reactie met water produceren. KationEen positief geladen ion, door de afgifte van electronen. KernHet centrum van een atoom, dat protonen en neutronen bevat en positief geladen is. Kinetische energie (bewegingsenergie)De energie die bewegend water bezit. Kinetische hoogtecoëfficiëntEen getal dat de hoogte beschrijft waarbij een bestanddeel van het water zoals het BZV of gehalte aan opgeloste zuurstof stijgt of daalt. KoolwaterstofOrganische mengsels die opgebouwd zijn uit koolstof- en waterstofatomen en vaak gebruikt worden in de petroleumindustrie. Korrelig geactiveerd koolDe verhitting van kool om actieve plaatsen te vormen die verontreinigende stoffen op kunnen nemen. KruisstroomfiltratieEen proces dat omgekeerde stroming door een membraanoppervlak gebruikt om de opbouw van deeltjes te minimaliseren. Kust zoneLand en wateren vlakbij de kust, die wat betreft gebruik en ecologie door de zee beïnvloed worden. Kwalitatieve waterbeoordelingAnalyses van water die gebruikt worden om de zichtbare of esthetische kenmerken van water te beschrijven. Kwantitatieve waterbeoordelingHet gebruik van de analyses van watereigenschappen en concentraties van stoffen en verontreinigingen om de waterkwaliteit te bepalen. LaguneEen ondiepe plas waar zonlicht, bacteriële activiteit en zuurstof samenwerken om afvalwater te zuiveren. Laminaire stroomEen stroom waarbij snelle schommelingen afwezig zijn. LandapplicatieAfvoer van afvalwater naar de grond voor behandeling of hergebruik. Langelier Index (LI)Een index die een weergave is van de evenwichtigheids-pH van een water met betrekking tot calcium en alkaliniteit, toegepast bij het stabiliseren van water om zowel corrosie als aanslag te voorkomen. LichtabsorptieDe hoeveelheid licht die een bepaalde hoeveelheid water over een bepaalde periode kan absorberen. LimnologieDe studie van de fysische, chemische, hydrologische en biologische aspecten van zoet water. Mechanische beluchtingGebruik van mechanische energie om lucht in water te injecteren om een afvalstroom te creëren om zuurstof te absorberen. Mechanische flotatieEen term die gebruikt wordt in de minerale industrie om het gebruik van verspreide lucht om bellen met een diameter van 0,2 tot 2 mm te beschrijven. MediaMaterialen die een barrière vormen voor de passage van bepaalde gesuspendeerde vaste stoffen of opgeloste vloeistoffen in filters. Mediumgroot watersysteemEen watersysteem dat 3.300 tot 50.000 klanten bedient. MembraanEen dunne barrière die sommige mengsels of vloeistoffen wel doorlaat en andere niet. Het is een semi-permeabele huid waarbij de doorgang wordt bepaald aan de hand van de grootte of aard van de deeltjes. Membranen worden veel gebruikt om stoffen te scheiden. MengselTwee of meer verschillende elementen die bij elkaar gehouden worden in vastgestelde gehaltes door de aantrekkingskrachten die chemische bindingen worden genoemd. MesotroofReservoirs en meren die gematigde hoeveelheden voedingstoffen bevatten en gematigd productief zijn voor het waterdieren- en -plantenleven. MetabolismeOmzetting van voedsel, bijvoorbeeld oplosbare organische materie in celweefsel en gasvormige bijproducten door middel van een biologisch proces. MFSMicro Filtratie Systeem, wordt gebruikt voor de volledige automatische scheiding van vaste stoffen van vloeistoffen. Meer informatie over MFS Microbiële groeiDe vermenigvuldiging van micro-organismen zoals bacteriën, algen, diatomen, plankton en schimmels. MicronEen eenheid die gebruikt wordt om lengte te beschrijven; deze staat gelijk aan éénmiljoenste meter. Micro-organismenOrganismen die zo klein zijn dat ze alleen met een microscoop waargenomen kunnen worden, bijvoorbeeld bacteriën, schimmels of gisten. MiscibiliteitDe mogelijkheid van twee vloeistoffen om zich te mengen. MistVLoeistofdeeltjes die 40 tot 500 micrometer groot zijn. Deze worden gevormd bij de condensatie van waterdamp. MixVerscheidene elementen, mengsels of beide, die gemixed zijn. MoleculenCombinaties van twee of meer atomen van dezelfde of verschillende elementen die bijeengehouden worden door chemische bindingen. NeutralisatieDe toevoeging van stoffen om water te neutraliseren, zodat het noch zuur, noch basisch is. Neutralisatie hoeft niet persé een pH van 7,0 te geven, het wijst enkel op een evenwichtspunt in een zuur-basereactie. NeutronenOngeladen bouwstenen van een atoom die een rol spelen bij radioactiviteit. Ze kunnen gevonden worden in de kern van een atoom. NitrificatieEen biologisch proces, gedurende welke nitrificerende bacteriën giftig ammonia omzetten in het minder schadelijke nitraat. Het wordt veel gebruikt om stikstofbestanddelen uit afvalwater te verwijderen. Stikstof komt van nature voor in meren en plassen. Niet-puntsbronnenVerspreide waterverontreiniging zonder een specifiek punt van herkomst. De verontreinigingen komen vaak bij een storm van het land in het water terecht. Gebruikelijke niet-puntsbronnen zijn de landbouw en atmosferische afzettingen. Niet-drinkbaarWater dat te onveilig of te onsmakelijk is om te drinken omdat het verontreinigingen, mineralen of besmettelijke stoffen bevat. Oligotrofe merenDiepe, heldere meren met weinig voedingstoffen, weinig organisch materiaal en een hoog opgelost zuurstofpeil. Omgekeerd Osmose procesHet Omgekeerde Osmose (OO) proces gebruikt een semi-permeabel membraan om opgeloste vaste stoffen, organische stoffen, pyrogenen, submicro colloïdale materie, virussen, en bacteriën van water te scheiden. Dit proces wordt 'omgekeerde' osmose genoemd, omdat het druk vereist om puur water door een membraan te persen, terwijl alle onzuiverheden achterblijven. Meer informatie over omgekeerde osmose OntgassingHet proces waarbij opgeloste gassen uit het waterverwijderd worden, door middel van een vacuüm of warmte. OntladenDe vrijlating van een verontreiniging die door een filtermedium werd vastgehouden. Ontvangende waterenEen rivier, meer, oceaan, beek of andere waterstroom waarin afvalwater of behandeld effluent wordt geloosd. OntwaterenDe scheiding van water van slib, om een massieve slibkoek te maken. OntzoutingDe verwijdering van zout uit zeewater of brak water om drinkwater te produceren, hiervoor worden verscheidene technieken gebruikt. Onverzadigde zoneHet gebied boven de grondwaterspiegel waar de grondporiën niet geheel verzadigd zijn met water. Opgeloste lucht flotatieEen procedure van uitgelokte flotatie met zeer fijne luchtbellen of 'micro bubbels', van 40 tot 70 micron. Opgeloste zuurstofDe hoeveelheid zuurstof die binnen een bepaalde opgelost is in water, uitgedrukt in ppm mg/L. Opgeloste vaste stoffenVast materiaal dat totaal opgelost is in water en verwijderd kan worden door middel van filtratie. OplaadgebiedEen gebied waar het regenwater door de grond zakt om een watervoerende laag te bereiken. Oppervlakte waterAl het water dat van nature blootstaat aan de atmosfeer. Voorbeelden zijn rivieren, meren, reservoirs, plassen, beken, zeeën, oceanen, estuaria en wetlands. Organisch materiaalStoffen bestaande uit (dode) planten of dierlijke materie, met een koolwaterstofstructuur. OsmoseWatermoleculen die op natuurlijke wijze door membranen gaan naar de kant met de grootste concentratie opgeloste onzuiverheden. Overflow ratioEen van de richtlijnen voor het ontwerp van bezinktanks in een behandelingsfabriek om te zien of deze optimaal gebruikt worden. OverloopDat deel van het regenwater dat van het land direct in sloten of het oppervlaktewater terecht komt. OverschenkerWordt gebruikt om de bovenste laag van een vloeistof af te schenken nadat het zwaarste materiaal (een vaste stof of een andere vloeistof) bezonken is. OverstromingsvlakteHet platte of bijna platte land langs een rivier of beek dat bedekt is met water tijdens een overstroming. OxidatieEen chemische reactie waarbij ionen elektronen overdragen, om de positieve valentie te verhogen. OxidatieslootEen door mensen gemaakt waterlichaam, waarin afval geconsumeerd wordt door bacteriën. Oxidatiereductie potentieelHet elektrische potentieel dat vereist is om elektronen van een oxidant over te dragen naar een reductant. Wordt gebruikt als een kwalitatieve meting van de oxidatiegesteldheid in waterbehandelingssystemen. OzonEen onstabiel oxiderend agens, dat uit drie zuurstofatomen bestaat en gevonden kan worden in de ozonlaag van de atmosfeer. Het wordt geproduceerd door middel van elektrische ontlading van zuurstof of door middel van speciaal ontworpen UV-lampen. OzongeneratorEen apparaat dat ozon opwekt door een voltage door een ruimte die gevuld is met zuurstof te sturen. Het wordt vaak gebruikt als een desinfectiesysteem. Meer informatie over ozon en ozongeneratoren ParameterEen variabele, meetbare eigenschap wiens waarde een determinant is van de eigenschappen van een systeem, zoals water. Temperatuur, druk en dichtheid zijn voorbeelden van parameters. Partiële drukDie druk van een gas in een vloeistof die in evenwicht is met de oplossing. In een mix van gassen is de partiële druk van ieder gas de totale druk maal de fractie van een gas in de mix (in volume of aantal moleculen). Parts per billionUitgedrukt als ppb (deeltjes per miljard); een eenheid van een concentratie-equivalent tot µg/L Parts per millionUitgedrukt als ppm (deeltjes per miljoen); een maat voor de concentratie. Een ppm is één eenheid gewicht van een oplossing per miljoen eenheden gewicht van een oplossing. Bij de wateranalyse is ppm equivalent tot mg/L PasteurisatieDe eliminatie van micro-organismen door hitte voor een bepaalde tijd toe te passen. PathogenenZiekte-veroorzakende micro-organismen. ProcentdoordrenkingDe hoeveelheid van een stof die is opgelost in een oplossing in vergelijking met de totale hoeveelheid die opgelost kan worden. Percolerend waterWater dat onder invloed van de zwaartekracht door rotsen of de bodem gaat. Periodiek systeemRangschikking van elementen in volgorde van oplopend aantal atoomnummers, gemaakt door de wetenschapper Mendelejef. Permeabiliteit (doorlatendheid)De bekwaamheid van een medium om een vloeistof onder druk te laten passeren. PersistentieVerwijst naar de tijd dat een stof in het milieu blijft, nadat deze daar is ingevoerd. pHDe waarde die bepaalt of een stof zuur, neutraal of basisch is. De pH wordt berekend met het aantal waterstofionen dat aanwezig is. Het wordt gemeten op een schaal van 0 tot 14, waarbij 7 voor 'neutraal' staat. Wanneer de pH-waarde onder de 7 ligt, wijst dit erop dat een stof zuur is, pH-waarden boven 7 wijzen erop dat een stof basisch is. PilottestenHet testen van een schoonmaaktechnologie in een laboratorium onder bestaande condities om potentiële problemen op te sporen voordat de technologie geïmplementeerd kan worden. POE-behandelingPoint-Of-Entry behandeling. Totale waterbehandeling bij de aanvoer van water aan een geheel gebouw of faciliteit. PorieEen opening in een membraan of medium dat water toestaat om te passeren.Puntbron Een stationaire locatie waar vandaan verontreinigingen geloosd worden. Het is een enkele aanwijsbare bron, zoals een pijplijn of een fabriek. Pot testEen laboratorium test procedure met verschillende chemische doses, mengsnelheden en bezinksnelheden, om de minimale of ideale stremseldosis te schatten die vereist is om aan waterkwaliteitsdoeleinden te voldoen. POU-behandelingPoint-Of-Use behandeling. Waterbehandeling op een beperkt aantal afvoeren in een gebouwgebouw, voor een gedeelte van het gebouw. POP'sPersistent Organic Pollutants (persistente organische verontreinigingen), complexe mengsels die zeer persistent en moeilijk biologisch afbreekbaar. PotentiëringDe bekwaamheid van een chemicalie om het effect van een andere chemicalie te vergroten. Potentiometrisch oppervlakHet oppervlak tot waar water in een watervoerende laag kan stijgen onder invloed van hydrostatische druk. PrecipitatieEen niet-oplosbaar reactieproduct in een aquatische chemische reactie. Precipitatie procesDe verandering van opgeloste mengsels in niet-oplosbare of slecht oplosbare mengsels, om deze mengsels vervolgens door middel van filtratie te kunnen verwijderen. Primaire afvalwaterbehandelingDe verwijdering van gesuspendeerde, drijvende en neergeslagen vaste stoffen van onbehandeld afvalwater. Klik hier voor een overzicht van het afvalwaterbehandelingproces ProceswaterWater dat gebruikt wordt bij iedere vorm van fabrieksproces waarbij producten gemaakt worden. ProductwaterWater dat door een waterzuiveringsinstallatie is gegaan en klaar is om aan de klanten geleverd te worden. ProtonenPositief geladen bouwstenen van een atoom die zich in de kern bevinden. ProtozoënGrote micro-organismen, die bacteriën eten. Publiek watersysteemEen systeem dat leidingwater voor menselijke consumptie verzorgt. PutEen diep gat in de grond gemaakt met het doel ondergrondse watervoorraden te bereiken. PyrogeenEen stof die door bacteriën wordt geproduceerd en tamelijk stabiel is. Het veroorzaakt bij zoogdieren koorts. RecarbonisatieEen proces waarbij koolstofdioxide in behandelingswater wordt geblazen om de pH te verlagen. RecirculatieHet recyclen (hergebruiken) van water nadat het gebruikt is. Vaak moet het water door een afvalwaterzuiveringssysteem gaan, voordat het hergebruikt kan worden. RedoxAfkorting voor reductie/oxidatiereacties. Redoxreacties zijn een aantal reacties van stoffen waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De stof die de elektronen ontvangt wordt de oxiderende stof genoemd. ReductieEen chemische reactie waarbij ionen elektronen opnemen om hun positieve valentie te verlagen. RegeneratieHet terugplaatsen van het contra-ion op de ionenuitwisselaar, door een ion met een hogere affiniteit te verplaatsen door een ion met een lagere affiniteit Reservecapaciteit Extra behandelingscapaciteit die ingebouwd wordt in afvalwaterbehandelingsfabrieken en riolen om in te kunnen spelen op een toekomstige stijging in de toestroom van afvalwater veroorzaakt door de populatiegroei. ReservoirEen natuurlijk of kunstmatig gebied dat gebruikt wordt om water op te slaan. ResiduDe droge vaste stoffen die achterblijven na de verdamping van een water- of slibmonster. ResolutieHet verbreken van een emulsie in individuele componenten. RioolHet gehele systeem van rioolwaterverzameling, behandeling en verwijdering. RioolslibSlib dat in een publiek riool geproduceerd wordt. Ruw waterWater voordat het gebruikt of behandeld wordt. SaliniteitDe aanwezigheid van oplosbare mineralen in water. Samengesteld monsterEen aantal watermonsters die over een bepaalde periode zijn genomen en gewogen worden aan de hand van de stroomsnelheid. ScreeningHet gebruik van doeken om grove drijvende en gesuspendeerde vaste stoffen uit het riool te verwijderen. Secundaire afvalwaterbehandelingDe verwijdering of reductie van verontreinigingen en BZV van effluent van primaire afvalwaterbehandeling. Klik hier voor een overzicht van het afvalwaterbehandelingproces SedimentatieHet bezinken van vaste deeltjes in een vloeistofsysteem als gevolg van de zwaartekracht. SedimentenGrond, zand en mineralen die, meestal na regen, van het land in het water terechtkomen. Semi-ingesloten aquiferEen watervoerende laag die deels door grondlagen met een lage doorlatendheid wordt ingesloten. De aan- en afvoer van water kan nog wel plaatsvinden. Semi-permeabelEen medium dat water toestaat om te passeren, maar opgeloste vaste stoffen tegenhoudt, zodat het gebruikt kan worden om vaste stoffen van water te scheiden. ScheidingDe isolatie van verschillende mengsels of stoffen in een mix. Septic tankEen ondergrondse opslagtank voor afval(water) van huizen die niet aangesloten zijn op een riool. Het afval(water) gaat direct van het huis naar de tank. SlibEen semi-vast residu dat micro-organismen en hun producten bevat en afkomstig is van een waterbehandelingsproces. SolidificatieDe verwijdering van afvalwater van afval of de chemische verandering van afval om het minder doorlatend en minder ontvankelijk te maken voor transport door water. SolubiliteitDe hoeveelheid massa van een stof die in een eenheidsvolume van water op zal lossen. SolutieMaterie die opgelost is in een vloeistof, zoals water. SolventStof (meestal een vloeistof) die de mogelijkheid heeft om een of meerdere stoffen op te lossen. SpargerEen apparaat dat samengeperste lucht in een vloeistof brengt. SpargingDe injectie van lucht onder de waterspiegel om opgeloste vluchtige organische stoffen te ontmantelen en om de aërobische biodegradatie van organische stoffen te vergemakkelijken. Specifieke geleidingEen methode om het gehalte aan opgeloste stoffen in water te schatten door de geleidbaarheid te meten. SplitsingReproductie van micro-organismen door middel van celdeling. Stedelijke overloopWater uit steden dat via de wegen en straten verontreinigingen in het rioolsysteem brengt. Stoke's WetEen methode om de hoogte van de val van deeltjes door een vloeistof te meten, gebaseerd op de dichtheid, viscositeit en deeltjesgrootte. StroomDe afvoersnelheid van een bepaalde bron, uitgedrukt in volume gedurende een bepaalde tijd. SynergismeDe gecombineerde activiteit van verscheidene chemicaliën die samen een totaal effect hebben dat veel groter is dan de effecten van de afzonderlijke chemicaliën. TegendrukDruk die ervoor kan zorgen dat water terugstroomt naar de watervoorziening wanneer het watersysteem van een gebruiker op grotere hoogte is dan het publieke systeem. TerugwassenHet omkeren van de waterstroom zodat het water terugstroomt door het filtermedium om de gevangen vaste stoffen te verwijderen. Tertiaire afvalwaterbehandelingEen geavanceerde manier van het schoonmaken van afvalwater die verder gaat dan de secundaire of biologische behandeling. Deze methode wordt toegepast om voedingstoffen zoals fosfor en stikstof en de meeste BZV en gesuspendeerde vaste stoffen te verwijderen. Thermische verontreinigingDe lozing van opgewarmd water, afkomstig van industriële processen, op oppervlaktewater. Het ontvangende water warmt hierdoor ook op, waardoor waterorganismen schade ondervinden of zelfs sterven. THMTrihalomethanen. Toxische chemische stoffen die bestaan uit een methaanmolecuul en een van de halogeenelementen fluor, broom, chloor en jodium die vast zitten aan de drie posities van het methaanmolecuul. Deze stoffen hebben vaak kankerverwekkende eigenschappen. TitratieEen analytische techniek om te bepalen hoeveel van een stof aanwezig is in een watermonster. Om dit te bepalen wordt er een andere stof aan het monster toegevoegd en wordt er gekeken hoeveel er van deze stof nodig is om een reactie te verkrijgen. Toxische waterverontreinigingenStoffen of mengsels die niet van nature in de gegeven concentraties gevonden wordenen die dood, ziekte of geboortedefecten in organismen die ze binnenkrijgen kunnen veroorzaken. TransmissieleidingenPijpleidingen die ruw water van de bron naar een waterbehandelingsfabriek brengen. TransmissiviteitDe bekwaamheid van een aquifer om water te geleiden. TurbiditeitEen maat voor de ondoorzichtigheid van water als gevolg van de aanwezigheid van gesuspendeerde materie. Turbulente stroomEen stroom die snelle fluctuaties kan bevatten. UitputtingDe activiteit van een deeltje dat tegen een ander aanwrijft in een filtermedium of ionenuitwisselingsbed, waardoor na een tijdje de deeltjes af kunnen gaan breken. Ultra-violette oxidatieEen proces dat licht gebruikt met een uitzonderlijk korte golflengte om micro-organismen te doden (desinfectie) of organische moleculen te splijten (foto-oxidatie), waarbij deze gepolariseerd of geïoniseerd worden, zodat ze makkelijker uit het water verwijderd kunnen worden. UP-waterDe vorming van ultra puur water vraagt om een speciale manier van werken. Er kunnen een aantal technieken voor gebruikt worden, waaronder membraanfiltratie, ionenuitwisselaars, submicron filters, ultraviolette en ozonsystemen. Het geproduceerde water is extreem puur en bevat geen tot zeer lage concentraties zouten, organische/ pyrogene bestanddelen, zuurstof, gesuspendeerde stoffen en bacteriën. Meer informatie over UP-water UVUltra Violet. Straling die een golflengte heeft die korter is dan die van voor mensen zichtbaar licht. Het wordt vaak gebruikt om bacteriën te doden en om ozon te vernietigen. Veilig waterWater dat geen schadelijke bacteriën, giftige materialen of chemicaliën bevat en beschouwd wordt als water dat veilig genoeg is om te drinken. VenturiEen kanaal dat gebruikt wordt om waterstromen te meten. VerblindingEen opbouw van deeltjes in een filtermedium, dat voorkomt dat vloeistoffen er doorheen stromen. VerdampingHet proces waarbij water van vloeistof overgaat in damp. VerdampslotenGebieden waar rioolslib wordt gedumpt en gedroogd. VerdampingstranspiratieHet verlies van water uit de grond door verdamping. Dit kan zowel door directe verdamping als de transpiratie van planten. VerontreinigingEen vervuiler met een concentratieniveau dat hoog genoeg is om het leven van organismen in gevaarte brengen. VerrijkingWanneer voedingstoffen, zoals stikstof en fosfor, worden toegevoegd aan het oppervlaktewater, via de rioolafvoer of het overschot van water dat in de landbouw gebruikt is, veroorzaakt dit een sterk vergrote algengroei. VerrottingBiologische vertering van organisch materiaal; in combinatie met anaërobische condities. VerstrooierEen onderdeel van het ozoncontactsysteem in een ozon generator dat de diffusie van een ozonbevattend gas mogelijk maakt. VerteerderEen gesloten tank voor de behandeling van afvalwater, waarin bacteriële activiteit wordt teweeggebracht om organisch materiaal af te breken. VervoersverliesWaterverlies in pijpleidingen en kanalen door lekkage of verdamping. VervuilerEen vreemde component in een stof, bijvoorbeeld in water. VerzachtenDe verwijdering van calcium en magnesium uit water om de hardheid te verkleinen. Wordt ook wel 'ontharden' genoemd. Meer informatie over verzachten Verzadigde zoneHet gebied onder de grondwaterspiegel waar alle open ruimtes gevuld zijn met water. VerzadigingDe conditie van een vloeistof als deze de maximaal mogelijke hoeveelheid van een bepaalde stof in oplossing heeft genomen. VerzamelriolenPijpleidingen om afvalwater van individuele bronnen te verzamelen en te verplaatsen naar een onderscheppingrioolbuis, die het water naar de zuiveringsinstallatie vervoert. VerzwakkingHet proces waarbij concentratie van een stof over een bepaalde tijd wordt verkleind. Dit kan door middel van absorptie, adsorptie, degradatie, verdunning of transformatie. VirussenDe kleinste op dit moment bekende levensvorm, die geen cel bezitten. Ze leven in de cellen van dieren, planten en bacteriën en veroorzaken vaak ziekten. Ze bestaan uit een chromosoom dat omringd wordt door een proteïneschaal. ViscositeitDe stroperigheid van water. Daarnaast bepaalt het ook de mobiliteit van het water. Wanneer de temperatuur stijgt, neemt de viscositeit af; dit betekent dat water minder mobiel is bij hogere temperaturen. VlokEen vlokvormige massa die gevormd is bij de opeenhoping van gesuspendeerde deeltjes. Dit kan van nature gebeuren, maar wordt meestal toegepast om bepaalde deeltjes uit afvalwater te verwijderen. VlokvormingDe opeenhoping van gedestabiliseerde deeltjes en microschilfers en vervolgens de vorming van omvangrijke vlokken. Men moet een chemicalie, een flocculent, toevoegen om de vorming van vlokken te vergemakkelijken. Meer informatie over vlokvorming VOSVluchtig Organische Stof. Synthetische organische stoffen die makkelijke verdampen en vaak kankerverwekkend zijn. VoedingstofElke stof die groei bij levende organismen bevordert. Deze term wordt algemeen gebruikt voor nitraat en fosfor in het water, maar wordt ook gebruikt voor andere essentiële en sporenelementen. VoedingstoffenverontreinigingVerontreiniging van waterbronnen door de overdadige toevoeging van voedingsstoffen. In oppervlaktewateren is excessieve algengroei de belangrijkste zorg. VoorbehandelingProcessen die gebruikt worden om afvalwaterverontreinigingen te verminderen of uit te schakelen, voordat het afvalwater wordt geloosd. WateroplosbaarheidDe maximale concentratie van een chemicalie die oplost in een bepaalde hoeveelheid water. Waterstofsulfide (H2S)Een gas dat door een bepaalde soort bacteriën uitgestoten wordt tijdens organische ontbinding, welke sterk naar rotte eieren ruikt. WarmteuitwisselaarEen component die gebruikt wordt om warmte te verwijderen toe te voegen aan een vloeistof. WasmiddelEen in wateroplosbaar schoonmaakmiddel, anders dan zeep. WaterbehandelingDe technologie de gebruikt wordt om water te zuiveren Meer informatie over waterbehandeling WaterbevoorradingssysteemDe verzameling, behandeling, opslag en distributie van water van de bron tot aan de gebruiker. WaterkringloopDe natuurlijke kringloop van water in het milieu, inclusief de verdamping, condensatie, retentie en overloop. WatermonitoringHet proces waarbij water voordturend door middel van monsternames en analyses gecontroleerd wordt. WateroplosbaarheidDe maximaal mogelijke concentratie van een chemische stof opgelost in water. WaterspiegelHet oppervlak van het grondwater in de grond. WatervervuilingDe aanwezigheid van genoeg gevaarlijke of verwerpelijke stoffen in het water om de waterkwaliteit te beschadigen. WaterzuiveringHet water zodanig behandelen dat het voldoet aan proceswater, drinkwater of afvalwater normen. Meer informatie over waterzuivering WetlandEen gebied dat is verzadigd door oppervlakte- of grondwater, waarbij de vegetatie zich heeft aangepast aan het leven onder deze omstandigheden. XenobiotischElke biologische stof, die verplaatst is van zijn normale habitat; een chemicalie die vreemd is aan een biologisch systeem. Zacht waterAl het water dat geen grote concentraties van de opgeloste mineralen calcium of magnesium bevat. ZandfiltratieZandfiltratie is een veelgebruikte en zeer robuuste methode om gesuspendeerde vaste stoffen uit water te verwijderen. Het filtratiemedium bestaat uit een meervoudige laag zand met verschillende grootte en specifieke zwaartekracht. Zandfilters kunnen toegepast worden in verschillende groottes en materialen en kunnen zowel met de hand bediend worden als volledig automatisch zijn. Meer informatie over zandfiltratie ZetapotentieelEen elektrokinetische maat die gebruikt kan worden voor de controle van coagulatieprocessen. Zuur aërosoolHele kleine vloeistof- of vaste deeltjes die zuur zijn en klein genoeg om in de lucht te zweven. Zuur waterWater dat een bepaalde hoeveelheid zure bestanddelen bevat die ervoor zorgen dat de pH onder 7,0 komt. Zuurneutraliserende capaciteitMaat voor de bufferende werking van water; de bekwaamheid van water om veranderingen in de pH tegen te gaan. Zure regenRegen dat een zeer lage pH heeft, als gevolg van het in contact komen met atmosferische verontreinigingen zoals zwaveloxiden. ZuurheidDe kwantitatieve capaciteit van water om een base te neutraliseren, uitgedrukt in ppm of mg/L calciumcarbonaat-equivalent. Het aantal waterstofatomen dat aanwezig is in de vloeistof is hiervoor bepalend. De zuurheid wordt meestal gemeten door middel van titratie met een standaardoplossing van sodiumhydroxide. Zware metalenMetalen die een dichtheid hebben die 5,0 of hoger is en een hoog elementair gewicht hebben. De meeste zijn giftig voor mensen, zelfs in lage concentraties. Meer informatie over zware metalen Zwart waterWater dat menselijk, dierlijk of voedselafval bevat. Zwitter ionenGedragen zich als kationen of als anionen, afhankelijk van het milieu waar ze zich in bevinden. Binnen de watertechnologie zijn het vaak organische macromoleculen. Mist u waterbegrippen in deze lijst of wilt u een uitgebreidere uitleg over bepaalde watertermen kunt te allen tijde contact met ons opnemen. Bekijk ook de begrippenlijst van watergedragen ziektes. |