aangeschreven cirkel, aancirkel - excircle, escribed circle
aangevulde matrix - augmented matrix
aangrijpingspunt (van een vector) - point of application (of a vector)
aanliggende (zijde) - adjacent, adjoining (side)
aannemelijkheid - maximum likelihood
aanvullen van een kwadraat - zie kwadraat afsplitsen
abc-formule - quadratic formula
abscis - abscissa (mv. abscissae)
absolute fout - absolute error
absolute waarde (modulus) - absolute value (modulus)
absoluut convergent - absolutely convergent
absoluut maximum/minimum - absolute maximum/minimum
accolade {} - curly bracket, brace (USA), squiggly bracket (UK), flower ~ (India), definite ~, swirly ~, birdie ~, Scottish ~, squirrelly ~, fancy ~, gullwings, accolade
achthoek, achthoekig - octagon (octangle), octagonal (octangular)
achttallig - octonary, octonal, octal
achtvlak, regelmatig ~ - octahedron (mv. octahedra), regular ~
afbeelding in (op) - mapping into (onto)
afgeknot(te) - truncated
afgeleide, afgeleide functie, ~ naar x, ~ in f(0), partiële ~ - derivative, derived function, ~ with respect to x, ~ at f(0), partial ~
afgeleide eenheid - derived unit
afgerond getal - rounded number
afhankelijke variabele - dependent variable
afleiden (uit) - deduce/derive (from)
afleiding (van een formule) - derivation (of a formula)
afname, exponentiële ~

afname, afnemen van x

- decay, exponential ~

decrease of x

afronden

~ op x cijfers / op een tiende

- rounding, round off

~ (accurate) to x digits / to the nearest tenth / to tenths)

afronden naar boven/naar beneden - round up/down, round (off) to the next higher/lower integer, take the ceiling/floor
afrondingsfout - rounding error, round off error
afstand - distance
afsplitsen, kwadraat ~ - completing the square
aftelbaar, niet-/over~ - denumerable, non-~
aftrekken (van) - subtract (from)
aftrekker - subtrahend
aftrektal - minuend
afwijking (= deviatie), standaard ~ - deviation, standard ~
algebra, ~ van Boole - algebra, Boolean ~
algebraïsch - algebraic(al)
algoritme - algorithm
als en slechts als, als en alleen als - if and only if (iff)
alternerende reeks, ~ functie - alternating series, ~ function
alternerend product (tripelproduct) - alternating product (triple product)
amplitude - amplitude
analogie - analogy
analyse - analysis, calculus
analytisch - analytic(al)
analytische meetkunde (cartesiaanse meetkunde) - co-ordinate geometry, analytic geometry (cartesian geometry)
arcfuncties - inverse trigonometric functions
Argand-diagram (= het complexe vlak) - Argand diagram
argument - argument
as (hoofd~, neven~ etc. zie aldaar) - axis (mv. axes)
aselect - random
aselecte steekproef - random sample
assenstelsel - system of axes, coordinate system
associatief - associative
astroïde - astroid
asymmetrisch - asymmetric(al)
asymptoot, scheve/schuine ~ - asymptote, oblique ~
axioma - axiom
abscissa - abscis
absolute error - absolute fout
absolutely convergent - absoluut convergent
absolute maximum/minimum - absoluut maximum/minimum
absolute value (modulus) - absolute waarde (modulus)
absurd, reduction to the absurd - bewijs uit het ongerijmde
accuracy, accurate, ~ to n decimal places - nauwkeurigheid, nauwkeurig, ~ tot n decimalen
acute (angle), acute-angled (triangle) - scherp(e) (hoek), scherphoekig(e) (driehoek)
add (up), addition - optellen, optelling
adjacent, adjoining (side) - aanliggende (zijde)
adjoint, adjugate - geadjungeerde, geadjugeerde
algebra, algebraic(al) - algebra ,algebraïsch
algorithm - algoritme
alternating product - alternerend product (tripelproduct)
alternating series, ~ function - alternerende reeks, ~ functie
altitude (of a triangle), dropping the ~ -> zie aldaar - hoogte(lijn) (van een driehoek)
amicable numbers - bevriende getallen
amplitude - amplitude
analogy - analogie
analysis - analyse, differentiaal- en integraalrekening
analytic geometry - analytische meetkunde (cartesiaanse meetkunde)
angle, oriented, directed etc., zie aldaar - hoek
angle bracket - (spek-, vis-) haakje ⟨ ⟩
angle of inclination, angle of incline - hellingshoek
antiderivative - primitieve, omgekeerde afgeleide
apex - top (van kegel etc.)
apex angle - tophoek
approach, x approaches y - naderen, x nadert y
approximate, approximation - benaderen, ~ing
arc, arc of a circle - boog, cirkelboog
arc length, degree of arc - booglengte, booggraad
area - oppervlakte (afmeting van een oppervlak)
Argand diagram - Argand-diagram (= het complexe vlak)
argument - argument
arithmetic - rekenkunde
arithmetic sequence, mean etc. - rekenkundig(e) rij, gemiddelde etc.
arm of an angle, arm of a hyperbola - been van een hoek, tak van een hyperbool
associative - associatief
astroid - astroïde
asymmetric(al) - asymmetrisch
asymptote, oblique ~ - asymptoot, scheve/schuine ~
augmented matrix - aangevulde matrix
average - gemiddelde
axiom - axioma
axis (mv. axes) (major ~, minor ~ etc. zie aldaar) - as

B

baan - path, trajectory
balk = rechthoekig blok - rectangular parallelepiped, right-angled ~, right cuboid, rectangular box
band van Möbius - Möbius strip
basis, ~ van een driehoek, ~eenheid, ~hoek, ~vector - base, the ~ of a triangle, ~ unit, ~ angle, ~ vector
beduidende cijfers - significant figures/digits
beeld - image
been (van een hoek) - arm/side (of an angle)
been (van gelijkbenige driehoek of rechte hoek) - leg
begrensd(e), naar boven/beneden ~ - bounded, ~ above/below
benaderen, ~ing - approximate, approximation
benedendiagonaalmatrix, strikte ~ - lower triangular matrix/left triangular matrix, strictly ~
benedendriehoeksmatrix, strikte ~ - lower triangular matrix/left triangular matrix, strictly ~
benedengrens (integraal) - lower limit
bepaalde integraal - definite integral
bepalen - determine
bereik - image of a function, (niet eenduidig) range
bergparabool - parabola that opens downward
betrekking - relation
betrouwbaarheidsinterval - confidence interval
bevat in een verzameling - included in a set
bevriende getallen - amicable numbers
bewijs - proof, demonstration
bewijs uit het ongerijmde - proof by contradiction, reduction to the absurd
bewijs door volledige inductie - proof by complete induction
bias - bias
bijectie, bijectief - bijection, bijective
binair - binary
binair (tal)stelsel - binary (number) system
binnenhoek - interior angle
binomiaalcoëfficiënt - binomial coefficient
binomium van Newton - binomial formula, binomial identity, Newton's generalized binomial theorem,   ± binomial theorem
bissectrice - (angle) bisector
blok = parallellepipedum - parallelepiped
blok haakje [ ] - bracket (USA), square bracket, closed ~, box ~
bol, halve bol - sphere, hemisphere
bol (oppervlak), bolvormig - convex, spherical
bolcoördinaten, -segment etc. - spherical coordinates etc.
boog - arc
boogfuncties - inverse trigonometric functions
booggraad, booglengte - degree of arc, arc length
Booleaanse algebra (algebra van Boole) - Boolean algebra
boom (grafentheorie) - tree
boven, n boven k (binomiaalcoëfficiënt) - n choose k, n over k
bovendiagonaalmatrix, strikte ~ - upper triangular matrix/right triangular matrix, strictly ~
bovendriehoeksmatrix, strikte ~ - upper triangular matrix/right triangular matrix, strictly ~
bovengrens (kleinste ~) - upper bound (least ~ / supremum)
bovengrens, bovenste grens (integraal) - upper limit
brandpunt - focus (mv. foci)
breedte - breadth, width
breuk, ~en gelijknamig maken, ~ vereenvoudigen, (on)echte ~, decimale ~, stam ~ - fraction, make ~s similar/convert ~s to the same denominator, simplify/reduce a ~ (to its lowest terms), (im)proper ~, decimal (decimal fraction), unit ~
breukstreep - vinculum, fraction bar, "/" = solidus or (forward) slash
buigpunt - point of inflexion/inflection
buiten (hoek, bissectrice) - external/exterior (angle, bisector)
buiten haakje halen/brengen - factor out
bar chart, bar graph - staafdiagram
base - basis, grondtal, grondvlak
base-n system - n-tallig stelsel
BEDMAS, BEMA - acroniem, Ha, Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord
bias - bias, onzuiverheid
bijection, bijective - bijectie, bijectief
binary - binair
binary (number) system - binair (tal)stelsel, tweetallig stelsel
binomial - tweeterm
binomial coefficient - binomiaalcoëfficiënt
binomial formula, binomial identity - binomium van Newton
birdie bracket - accolade {}
bisect - doormidden delen/halveren (van lijnstukken/hoeken)
bisector,

perpendicular ~

- doormidden delend(e) lijn of vlak / bissectrice / deellijn,

middelloodlijn

body diagonal - lichaamsdiagonaal
Boolean algebra - algebra van Boole, Booleaanse algebra
bound/boundary - grens/rand
bounded, ~ above/below - begrensd(e), naar boven/beneden ~
box bracket - recht haakje [ ]
brace - accolade {}
bracket - haakje ( ) [ ] {}
breadth - breedte

C

cardinaliteit, cardinaal getal - zie kardinaliteit, kardinaalgetal
cardioïde (hartkromme) - cardioid
cartesiaanse meetkunde - zie analytische meetkunde
cartesisch product - Cartesian product
centrum - centre (UK), center (USA)
cijfer

10-cijferig nummer Romeinse cijfers

- digit (vooral in positie-getalstelsels)

figure (algemeen) 10-digit (-figure) number Roman numerals

cilinder - cylinder
cilindrisch - cylindrical
cirkel, aangeschreven ~, ingeschreven ~, omgeschreven ~ - circle, excircle/escribed ~, incircle/inscribed ~, circum(scribed) ~
cirkelboog - arc of a circle
cirkeldiagram - pie chart, circle graph
cirkelomtrek - circumference of a circle
cirkelsector, ~segment - sector of a circle, segment of a ~
codomein - codomain, (niet eenduidig) range
coëfficiënt, binomiaal ~ - coefficient, binomial ~
collineair - collinear
combinatie - combination
combinatoriek - enumerative combinatorics, combinatorial counting,   ± combinatorics
commutatief - commutative
complement (van een hoek), complementair - complement (of an angle), complementary
complementaire driehoek - medial triangle
complex getal - complex number
component (van een vector) - component (of a vector)
concaaf - concave
concentrisch, concentriciteit - concentric, concentricity
concurrente lijnen - concurrent lines
conditie (voorwaarde) - condition
conflictlijn, ~ van een punt en een lijn - (er is geen directe vertaling) the locus (= meetkundige plaats) of all points equidistant from a point and a line
conforme afbeelding - conformal mapping
congruent(e), congruentie - congruent, congruence
conisch - conic(al)
conjunctie - conjunction
constante - constant
continu(e), continuïteit

continu in punt ..., ~ op interval ...

- continuous, continuity

~ at point ..., ~ on interval ...

contradictie - contradiction
contrapositie - contraposition
convergent(e), convergentie, convergeren.

convergentiecirkel, ~gebied, ~interval

- convergent, convergence, converge.

circle of convergence, region of ~, interval of ~

convex - convex
coördinaat, loodrechte (orthogonale) ~as(sen),

coördinatenstelsel (~systeem)

- coordinate (co-ordinate), orthogonal ~ axis (axes),

coordinate system

coplanair - coplanar
correlatie - correlation
correspondentie, één-één-~ - correspondence, one-one ~
cosecans - cosecant
cosinus, ~regel, ~ hyperbolicus - cosine, law of ~s / ~ formula / ~ rule, hyperbolic cosine
cotangens - cotangent
cycloïde - cycloid
cyclometrische functies - inverse trigonometric functions, cyclometric functions
cykel - cycle
calculator, graphing / graphics / graphic ~ - rekenmachine, grafische ~
calculus - analyse, rekening
cancel out - (tegen elkaar) wegstrepen / wegvallen
cardinality, cardinal number - kardinaliteit, kardinaalgetal
cardioid - cardioïde, hartkromme
cartesian geometry - analytische meetkunde (cartesiaanse meetkunde)
Cartesian product - cartesisch product
casting out elevens - elfproef
casting out nines - negenproef
catenary - kettinglijn
cathetus - rechthoekszijde
ceiling - ceiling (van een reëel getal x, het kleinste gehele getal groter of gelijk aan x)
centre (UK), center (USA) - centrum, middelpunt van een cirkel
centroid - zwaartepunt (meetkundig)
chain rule - kettingregel
characteristic frequency, ~ vector, ~ value - eigenfrequentie, ~vector, ~waarde
chevron - (spek-, vis-)haakje ⟨ ⟩
choose, n choose k - n boven k, n over k (binomiaalcoëfficiënt)
chord - koorde
circle, excircle/escribed ~, incircle/inscribed ~, circum(scribed) ~

sector of a ~, segment of a ~

- cirkel, aangeschreven ~, ingeschreven ~, omgeschreven ~

cirkelsector, ~segment

circle graph - taartdiagram, cirkeldiagram, schijfdiagram
circumference - omtrek van een cirkel of bol
cipher (cypher) - nul (alleen literair gebruikt), encryptie en/of decryptie algoritme
circumcircle - omgeschreven cirkel, omcirkel
circumference (of a circle or sphere) - omtrek (van een cirkel of bol)
circumscribed circle - omgeschreven cirkel, omcirkel
class - klasse
closed (set etc.) - gesloten (verzameling etc.)
closed bracket - recht haakje [ ]
closed curve line integral - kringintegraal
codomain - codomein
coefficient, binomial ~ - coëfficiënt, binomiaal ~
coincide, coincident - samenvallen, samenvallend(e)
collinear - collineair
column, ~ vector/~ matrix - kolom, ~vector/~matrix
combinatorics, combinatorial analysis, combinatorial mathematics - ± combinatoriek
common (denominator, divisor etc.) - gemeenschappelijk(e) (noemer, deler etc.)
common fraction - breuk (niet decimaal)
common ratio - reden (van meetkundige rij)
commutative - commutatief
compass - passer
complement (of an angle), complementary - complement (van een hoek), complementair
complete induction, proof by ~ - volledige inductie, bewijs door ~
completing the square - kwadraat afsplitsen, aanvullen van een kwadraat
complex number - complex getal
component (of a vector) - component (van een vector)
composite, ~ function, ~ number - samengesteld(e), ~ functie, ~ getal/deelbaar getal
compound interest - samengestelde rente / rente-op-rente
concave - concaaf
concentric, concentricity - concentrisch, concentriciteit
concurrent lines - concurrente lijnen (lijnen zijn concurrent, hebben een gemeenschappelijk snijpunt)
condition - conditie, voorwaarde
cone - kegel
concyclic/cocyclic, ~ polygon - liggend op dezelfde cirkel, koordenveelhoek
confidence interval - betrouwbaarheidsinterval
conformal mapping - conforme afbeelding
congruent, congruence - congruent(e), congruentie
conic(al) - conisch, kegelvormig
conic section - kegelsnede
conjecture, Goldbach's~ - vermoeden, ~ van Goldbach
conjugate, ~ angles, ~ diameter - geconjugeerde/toegevoegde, explementaire hoeken, nevenas/korte as (van een ellips)
conjunction - conjunctie
connected (topology) - samenhangend
constant - constante, eenparig(e)
continued fraction - kettingbreuk
continuous, continuity - continu(e), continuïteit
contour integral - lijnintegraal
contour line (on a map) - hoogtelijn (op een kaart)
contradiction, proof by contradiction - contradictie, bewijs uit het ongerijmde
contraposition - contrapositie
converge, convergence, convergent - convergeren, convergentie, convergent(e)
convex - convex, bol(vormig)
coordinate (co-ordinate), orthogonal ~ axis (axes),

coordinate system

- coördinaat, loodrechte (orthogonale) ~as(sen),

coördinatensysteem, ~stelsel

coordinate geometry - analytische meetkunde (cartesiaanse meetkunde)
coplanar - coplanair
correlation - correlatie
correspondence, one-one ~, rule of ~ - correspondentie, ± relatie, één-één-~, functievoorschrift
cosecant - cosecans
cosine, hyperbolic ~ - cosinus, ~ hyperbolicus
cotangent - cotangens
cross-multiply - kruislings vermenigvuldigen
cross product - kruisproduct, vector(ieel)product, uitwendig product,uitproduct
cross-section - dwarsdoorsnede (snijvlak van ruimtelijk figuur)
cube, x cube(d) - kubus/regelmatige hexaëder, x tot de derde macht
cube root - derdemachtswortel
cubic, cubical - kubisch(e), kubusvormig(e)
cubic equation / cubic function - derdegraadsvergelijking, derdegraadsfunctie
cuboid - rechthoekig prisma
curly bracket - accolade {}
curvature - kromming
curve - kromme
curve integral - lijnintegraal
cusp of a curve - keerpunt van een kromme
cycle - cykel
cyclic polygon - koordenveelhoek
cyclic quadrilateral - koordenvierhoek
cycloid - cycloïde
cyclometric functions - cyclometrische functies, arcfuncties, boogfuncties
cylinder - cilinder
cylindrical - cilindrisch

D

dalen, dalend, strikt ~ - decrease, (monotonically) decreasing, strictly ~
dan en slechts dan als (desda) - if and only if (iff)
dalparabool - parabola that opens upward
decimaal (getal), decimale ontwikkeling

nauwkeurig in x decimalen decimaalteken ~ stelsel

- decimal (number), ~ expansion,

accurate to x ~ places ~ mark/~ separator ~ system

decimale breuk

(on)eindige ~ repeterende ~

- decimal fraction

(in)finite/(non-)terminating ~ recurring/repeating/periodic ~

deductie - deduction
deelbaar, ~ door, ~ getal - divisible, ~ by, composite/divisible number
deelgebied, –matrix, –ruimte, -verzameling - sub–region, –matrix, –space, -set
deellijn = bissectrice - (angle) bisector
deeltal - dividend
deelteken (in rekenkunde ÷ ) - division sign, obelus
deelverzameling, echte ~ - subset, proper ~
definiet, positief/negatief ~ - definite, positive/negative ~
delen, ~ door, x gedeeld door y,

doormidden delen (van lijnstukken/hoeken)

- divide, ~ by, x divided by y ,

bisect

deler, grootste gemene ~ - divisor, greatest common ~ (gcd) / greatest common factor (gcf) / highest common factor (hcf)
deling - division
deltoïde - deltoid, (~ curve)
dempen, demping, gedempte trilling - damp, damping, damped oscillation
derdegraadsvergelijking - cubic equation
derde macht, x tot de derde macht - cube, x cube(d)
derdemachtswortel (van x) - cube root (of x)
desda (dan en slechts dan als) - iff (if and only if)
determinant - determinant
deviatie, standaard ~ - deviation, standard ~
diagonaal, ~matrix, (hoofd~, lichaams~, etc. zie aldaar) - diagonal, ~ matrix
diameter - diameter
dichtheid, kans~ / waarschijnlijkheids~ - density, probability ~
differentiaal, partiële ~ - differential, partial ~
differentiaaloperator,

~rekening, ~vergelijking

- differential operator,

differential calculus, differential equation

differentiaalquotiënt - ± derivative, ± difference quotient
differentiatie - differentiation
differentieerbaar, differentieerbaarheid - differentiable, differentiability
differentiequotiënt - difference quotient
differentiëren, ~ naar x, partieel ~ - differentiate, ~ with respect to x, partial differentiation
digitaal - digital
dilatatie - dilation
dimensie, ~ analyse, driedimensionaal - dimension, dimensional analysis, three-dimensional
diophantische vergelijking - diophantine equation
discontinu(e) - discontinuous
discontinuïteit, (niet) ophefbare ~, sprong ~, essentiële ~ - discontinuity, (non-)removable ~, step/jump ~, essential/infinite ~
discreet - discrete
discriminant - discriminant
disjunct, disjunctie, disjunctief - disjoint, disjunction, disjunctive
distributie, distributief - distribution, distributive
divergent(e), divergentie, divergeren - divergent, divergence, diverge
dodecaëder, regelmatig ~ - dodecahedron (mv. dodecahedra), regular ~
domein, f(x) op het domein [0,4] - domain, f(x) on the domain [0,4]
doorsnede, ~ van drie verzamelingen, ~ van twee vlakken - intersection, ~ of three sets, ~ of two planes
doorsnede van een figuur (snijvlak van ruimtelijk figuur) - cross-section (intersection of solid and plane)
dozijn (12 stuks) - dozen
draaisymmetrie - rotational symmetry
driedimensionaal - three-dimensional
driehoek, ~ van Pascal, gelijkbenige ~, gelijkzijdige ~, rechthoekige ~, scherphoekige ~, stomphoekige ~ - triangle, Pascal's ~, isosceles ~, equilateral ~, right(-angled) ~, acute(-angled) ~, obtuse(-angled) ~
driehoekig(e) - triangular
driehoeksgetal - triangular number
driehoeksmatrix (onder/boven/linker/rechter~ zie aldaar) - triangular matrix
driehoeksongelijkheid - triangle inequality
drietal, drietallig - triple, ternary
drievoudig(e), ~ integraal - threefold, triple integral
driezijdig(e), ~ prisma - three-sided, triangular prism / three-sided prism
drogreden - fallacy
dubbele hoek formules, dubbele integraal, dubbelpunt (van een kromme) - double-angle formulae, double integral, double point
dwarsdoorsnede - cross-section
dynamica - dynamics
damp, damping, damped oscillation - dempen, demping, gedempte oscillatie / gedempte trilling
decay, exponential ~ - afname, exponentiële ~
decimal (number)

decimal expansion ~ mark/ ~ separator ~ system

- decimaal, decimale, decimaal (weergegeven) getal

decimale ontwikkeling decimaalteken decimaal stelsel / tientallig stelsel

decimal fraction

(in)finite/(non-)terminating ~ recurring/repeating/periodic ~

- decimale breuk

(on)eindige ~ repeterende ~

decomposition of vectors - ontbinden van vectoren
decrease, decreasing, strictly ~ - dalen, (monotoon) dalend, strikt ~
deduce (from), ~ a formula - afleiden (uit), ~ van een formule
deduction - deductie, gevolgtrekking
definite, positive/negative ~ - definiet, positief/negatief ~
definite bracket - accolade {}
definite integral - bepaalde integraal
degenerate (~ circle etc.) - ontaard(e) (~ cirkel etc.)
degree, equation of the second ~ - graad, vergelijking van de tweede graad
degree of arc - booggraad
deltoid, ~ curve - deltoïde
demonstration - bewijs
denominator - noemer (van een breuk)
density, probability ~ - dichtheid, kans~ / waarschijnlijkheids~
denumerable - aftelbaar
dependent variable - afhankelijke variabele
derivative, derived function - afgeleide, afgeleide functie
derivation - afleiding
derive - afleiden
determinant - determinant
determine, determined integral - bepalen, bepaalde integraal
deviation, standard ~ - afwijking / deviatie, standaard ~
diagonal, ~ matrix, (main ~ etc. zie aldaar) - diagonaal, ~matrix
diameter - diameter, middellijn
difference, common ~ - verschil, verschil (rekenkundige rij)
difference quotient - differentiequotiënt
differentiable, differentiability - differentieerbaar, differentieerbaarheid
differential, partial ~ - differentiaal, partiële ~
differential operator,

differential calculus, differential equation

- differentiaaloperator,

~rekening, ~vergelijking

differentiation - differentiatie
differentiate, ~ with respect to x, partial differentiation - differentiëren, ~ naar x, partieel ~
digit

10-digit number

- cijfer

10-cijferig nummer

digital - digitaal
digraph - gerichte graaf
dilation - dilatatie
dimension, dimensional analysis, three-dimensional - dimensie, ~ analyse, driedimensionaal
diophantine equation - diophantische vergelijking
directed angle, ~ graph - gerichte hoek, ~ graaf
direction cosine - richtingscosinus
direction field - richtingsveld
directrix - richtlijn
disconnected (topology) - onsamenhangend
discontinuity, (non-)removable ~, step/jump ~, essential/infinite ~ - discontinuïteit, (niet) ophefbare ~, sprong ~, essentiële ~
discontinuous - discontinu(e)
discrete - discreet
discriminant - discriminant
disjoint, disjunction, disjunctive - disjunct, disjunctie, disjunctief
dispersion, statistical ~ - spreiding
distance - afstand
distribution, distributive - distributie, distributief
distribution, normal etc. ~ - verdeling, normale etc. ~
divergent, divergence, diverge - divergent(e), divergentie, divergeren
divide, ~ by - delen, ~ door
dividend - deeltal
divisible, ~ by - deelbaar, ~ door
division - deling
divisor, greatest common ~ (gcd) - deler, grootste gemene ~
dodecahedron, regular ~ - twaalfvlak/dodecaëder, regelmatig ~
domain, f(x) on the domain [0,4] - domein, f(x) op het domein [0,4]
dot product - inwendig product, inproduct, scalair product
dozen, dozenal, baker`s dozen = long dozen - dozijn (12), twaalftallig, 13
double-angle formulae, double integral, double point - dubbele hoek formules, dubbele integraal, dubbelpunt (van een kromme)
dropping the altitude (etc.) of vertex A - een hoogtelijn (etc.) uit hoekpunt A neerlaten
duodecimal (system) - twaalftallig (stelsel), duodecimaal, patalig
dynamics - dynamica

E

echte breuk - proper fraction
één-één-correspondentie - one-one correspondence
één-één(duidige) afbeelding - one to one mapping, injection
eenheid - unit
eenheids-, ~cirkel, ~matrix, ~vector - unit circle, unit matrix / identity matrix, unit vector
eenparig - uniform, constant
eenvoudigste vorm, breuk in de ~ - fraction in its lowest terms/simplest form
eerstegraads-, ~vergelijking, ~functie etc. - linear, ~equation, ~function, etc.
eerste-orde-differentiaalvergelijking - first-order differential equation
eigen- (~frequentie, ~vector, ~waarde) - eigen-, natural, characteristic (~ frequency, ~ vector, ~ value)
eindig(e) - finite
element - element
elementair(e) - elementary
elfproef - casting out elevens, ± check digit
eliminatie (door substitutie), elimineren - elimination (by substitution), eliminate
ellips, elliptisch, ellipsoïde - ellipse, elliptic(al), ellipsoid
elliptische integraal - elliptic integral
empirisch - empirical
enkelvoudige (graaf,integraal) - simple (graph, integral)
entier - floor
epicycloïde - epicycloid
equidistant - equidistant
equipotent(e) - equipotent
equivalent(e) - equivalent
euclidische meetkunde - Euclidean geometry
Euler, constante van ~, formule van ~, stelling van ~, rechte van ~ - Euler's constant, Euler's formula, Euler's theorem, Euler line
even, ~ getal, ~ functie - even, ~number, ~ function
evenredig, recht ~ met ..., omgekeerd ~ met ..., ~ met het kwadraat van ... - proportional, directly ~ to ..., inversely ~ to ..., ~ to the square of ...
evenwijdig(e) (met) - parallel (to)
evolute - evolute
evolvente - involute
excentriciteit, excentrisch - eccentricity, eccentric
explementaire hoeken - explementary angles, conjugate angles
expliciet(e) - explicit
exponent, exponentieel, exponentiële functie/groei - exponent, exponential, exponential function/growth
extrapolatie, extrapoleren - extrapolation, extrapolate
extreem, extreme waarde - extreme, extremum, extreme value
eccentricity, eccentric - excentriciteit, excentrisch
edge - ribbe
edge (grafentheorie) - zijde, kant, tak
eigen-frequency, ~ vector, ~ value - eigen-frequentie, ~vector, ~waarde
element - element
elementary - elementair(e)
eleven, casting out ~s - elf, elfproef
elimination (by substitution), eliminate - eliminatie (door substitutie), elimineren
ellipse, elliptic(al), ellipsoid - ellips, elliptisch, ellipsoïde
elliptic integral - elliptische integraal
empirical - empirisch
empty set - lege verzameling
enumerative combinatorics - combinatoriek
epicycloid - epicycloïde
equals / is equal to - is gelijk aan
equation (quadratic~ etc. zie aldaar) - vergelijking
equiangular - gelijkhoekig(e)
equidistant - equidistant
equilateral (triangle) - gelijkzijdig(e) (driehoek)
equipotent - equipotent(e)
equivalent - equivalent(e)
error, rounding / round off ~ - fout, afrondings~
escribed circle - aangeschreven cirkel, aancirkel
estimation - schatting
Euclidean geometry - euclidische meetkunde
Euler's constant, Euler's formula, Euler's theorem, Euler line - constante van Euler, formule van ~, stelling van ~, rechte van ~
even, ~number, ~ function - even, ~ getal, ~ functie
evolute - evolute
excircle - aangeschreven cirkel, aancirkel
expansion, decimal expansion - decimale ontwikkeling
explementary angles - explementaire hoeken
explicit - expliciet(e)
exponent, exponential, exponential function/growth - exponent, exponentieel, exponentiële functie/groei
exponentiation - machtsverheffing
expression - uitdrukking
external/exterior - buiten(hoek/bissectrice)
extract the root of ... - de wortel trekken uit ...
extrapolate, extrapolation - extrapoleren, extrapolatie
extreme, extremum, extreme value - extreem, extreme waarde

F

factor, gemeenschappelijke ~, ontbinden in ~en - factor, common ~, factorize
factorstelling - factor theorem
faculteit, n ~ - factorial, n ~
fase, ~verschil - phase, ~ shift, ~ offset, ~ difference
Fermat, (grote, laatste) stelling van ~, kleine stelling van ~ - Fermat's last theorem, Fermat's little theorem
Fibonacci, rij van ~ - Fibonacci numbers, Fibonacci series, Fibonacci sequence
figuur (meetkundig) - figure, shape
focus - focus (mv. foci)
formule - formula (mv. formulae, formulas)
fourieranalyse, ~reeks, ~transformatie - Fourier analysis, ~ series, ~ transform
fout, afrondings~ - error, rounding / round off ~
frequentie - frequency
functie, (even, lineaire etc. ~, zie aldaar) - function
functievoorschrift - rule of correspondence, function rule
fundamentaalrij - fundamental sequence, Cauchy sequence
face, a cube has 6 ~s - zijvlak, een kubus heeft 6 (zij)vlakken
factor, common ~ - factor, gemeenschappelijke ~
factor, factorize - ontbinden in factoren
factorial, n ~ - faculteit, n ~
factor theorem - factorstelling
fallacy - drogreden
false position method - regula falsi
Fermat's last theorem, Fermat's little theorem - (grote, laatste) stelling van Fermat, kleine stelling van Fermat
Fibonacci numbers, Fibonacci series, Fibonacci sequence - rij van Fibonacci
field (abstract algebra) - lichaam, veld (abstracte algebra)
figure

10-figure number

- cijfer, figuur

10-cijferig nummer

finite - eindig(e)
first-order differential equation - eerste-orde-differentiaalvergelijking
flat angle - gestrekte hoek (180 graden)
floor - entier (van een reëel getal x, het grootste gehele getal

kleiner of gelijk aan x), floor

flower bracket - accolade {}
focus (mv. foci) - brandpunt, focus
formula, formulae/formulas - formule, ~s
forward slash - schuine deelstreep, breukstreep (/)
four color (map) theorem - vierkleurenstelling
Fourier analysis, ~ series, ~ transform - fourieranalyse, ~reeks, ~transformatie
fraction,

fraction bar, common ~, improper ~, proper ~, simple ~, unit ~, vulgar ~, zie aldaar

- breuk,

breukstreep

fractional function/equation - gebroken functie/vergelijking
frequency - frequentie
full angle (360 º) - volle hoek
function, (even, linear etc. ~, zie aldaar) - functie
function rule - functievoorschrift
fundamental sequence - fundamentaalrij, Cauchy-rij
fundamental theorem, ~ of algebra, ~ of calculus - hoofdstelling, ~ van de algebra, ~ van de integraalrekening

G

gammafunctie - gamma function
gaussverdeling - normal/Gaussian distribution
gaussische functie, gausskromme - Gaussian function, bell curve, Gauss curve
geadjungeerde, geadjugeerde - adjoint, adjugate
gebied, (on)begrensd ~ - region, (un)bounded ~
gebroken functie/vergelijking - fractional function/equation
geconjugeerde - conjugate
gedempte oscillatie/trilling - damped oscillation
gedurig product/ gedurige som - product, sum
geheel getal - integer, ± whole number
geïsoleerd punt - isolated point
gelijk, x is gelijk aan y - x is equal to/equals y
gelijkbenig(e) (driehoek) - isosceles (triangle)
gelijkhoekig(e) - equiangular
gelijknamige breuken - similar fractions, like fractions, fractions with the same denominator
gelijknamig maken, breuken ~ - make fractions similar/alike, convert fractions to the same denominator
gelijkvormig(e), gelijkvormigheid - similar, similarity
gelijkzijdig(e) (driehoek) - equilateral (triangle)
gemeenschappelijk(e) (noemer, deler etc.) - common (denominator, divisor etc.)
gemiddelde

gewogen ~, harmonisch ~, meetkundig ~, rekenkundig ~

- average, mean

weighted mean, harmonic mean, geometric mean, arithmetic mean

geodetische kromme - geodesic curve
geodriehoek - ± set square, ± triangle (USA)
geometrie, geometrisch - geometry, geometric(al)
geordende verzameling, geordend paar - ordered set, ordered pair
georiënteerde hoek - oriented/directed angle
gerichte hoek, gerichte graaf - signed/directed angle, directed graph/digraph
gesloten (verzameling etc.) - closed (set etc.)
gestrekte hoek - straight/flat angle
getal (natuurlijk/even etc. ~, zie aldaar) - number
getallenlijn, getallenrechte - number line
getaltheorie - number theory
getalstelsel - number system
getransponeerde (van een) matrix - transpose of a matrix, transposed matrix
gevolgtrekking - deduction
gewogen gemiddelde/graaf etc. - weighted mean/graph etc
globaal maximum/minimum - global maximum/minimum
Gödel, onvolledigheidsstellingen van ~ - Gödel's incompleteness theorems
Goldbach, Vermoeden van ~ - Goldbach's conjecture
golf, ~lengte - wave, ~ length
goniometrie, goniometrisch(e) - trigonometry, trigonometric
graad, vergelijking van de tweede graad - degree, equation of the second ~
gradenboog - protractor
graaf, simpele/enkelvoudige ~, gewogen ~, ongerichte ~, gerichte ~ - graph, simple ~, weighted ~, undirected ~, directed ~, di~
gradiënt - gradient
grafentheorie - graph theory
grafiek - graph
grafische rekenmachine - graphing / graphics / graphic calculator
grens (van verzameling) - bound
grens (van integraal, bovenste/onderste ~ zie aldaar) - limit
groei (exponentiële etc. ~, zie aldaar) - growth, (exponential etc. ~)
groep, groepentheorie - group, group theory
grondtal - base
grondvlak - base
groot getal - large number
grootheid, scalaire ~, vector ~ - quantity, scalar ~, vector ~
grootste gemene deler (ggd) - greatest common divisor (gcd) / greatest common factor (gcf) / highest common factor (hcf)
grootste ondergrens - greatest lower bound, infimum
groter dan of gelijk aan - greater than or equal to
gros (144 stuks) - gross (twelve dozen)
Gulden snede - golden ratio, golden section, golden mean
game theory - speltheorie
gamma function - gammafunctie
Gaussian function, Gauss curve, Gaussian distribution - gaussische functie, gausskromme, gaussverdeling, normale/normaal verdeling
geodesic curve - geodetische kromme
geometric center - zwaartepunt (meetkundig)
geometry (plane ~ etc. zie aldaar), geometric (sequence, mean etc.) - meetkunde, meetkundig(e) (rij, gemiddelde etc.)
global maximum/minimum - globaal maximum/minimum
Gödel's incompleteness theorems - onvolledigheidsstellingen van Gödel
Goldbach's conjecture - vermoeden van Goldbach
golden ratio, golden section, golden mean - Gulden snede
gradient - gradiënt, richtingscoëfficiënt
graduated instrument - instrument met schaalverdeling
graduation - schaalverdeling
graph - graaf (mv. grafen), grafiek
graphing / graphics / graphic calculator - grafische rekenmachine
graph theory - grafentheorie
greater than or equal to - groter dan of gelijk aan
greatest common factor (gcf) - grootste gemene deler
greatest lower bound - infimum, grootste ondergrens
great hundred = small gross - 10 dozijn (120)
gross, great gross, small gross = great hundred - gros (144 stuks = 12 dozijn), 12 gros (a dozen gross) = 1728, 10 dozijn (120)
group, group theory - groep, groepentheorie
growth, exponential ~ - groei, exponentiële ~

H

haakje (), tussen haakjes

(recht, vierkant, blok, ~ [] spek, vis, ~ ⟨ ⟩ accolade {}, zie aldaar)

- parenthesis (mv. ~ses), bracket (UK), round bracket, open ~, between (in) ~s
haakjes, buiten haakjes halen - factor out, apply the distributive law
haaks(e) - perpendicular
haakse hoek - right angle
halfrechte / halflijn - half-line / ray
halve hoek formules - half-angle formulae
halveren, een hoek ~ - bisect, ~ an angle
Ha, Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord. - PEMDAS, BEDMAS, BEMA (among others)
harmonisch(e) (functie etc.) - harmonic
helix - helix
hellingshoek, ~graad - angle of inclination, angle of incline, slope angle
herhaalbaarheid - repeatability
herleiden - reduce, simplify
heuristisch - heuristic
hexaëder, regelmatig ~ - hexahedron (mv. hexahedra), regular ~/cube
hexagoon - hexagon
hexagram - hexagram
histogram - histogram
hoek, georiënteerde, gerichte etc., zie aldaar,

onder een ~ van 45 graden

- angle,

at an ~ of 45 degrees

n-hoek - n-gon
hoekpunt - vertex (mv. vertices)
homogeen, homogene functie, homogeniteit - homogeneous, ~ function, homogeneity
hoofdas - ± principal axis
hoofdas (van een ellips) - major axis, transverse diameter (of an ellipse)
hoofdas (van een hyperbool) - transverse axis, major axis (of a hyperbola)
hoofddiagonaal (van een matrix) - main diagonal, leading diagonal, principal diagonal (of a matrix)
hoofdrekenen - mental calculation
hoofdstelling, ~ van de algebra, ~ van de integraalrekening - fundamental theorem, ~ of algebra, ~ of calculus
hoogte (van een driehoek) - height / altitude (of a triangle)
hoogtelijn (van een driehoek) - altitude (of a triangle)
hoogtelijn (op een kaart) - contour line (on a map)
hoogtepunt (van een driehoek), ~ neerlaten -> zie aldaar - orthocenter (USA), orthocentre (UK) (of a triangle)
horizontaal/horizontale - horizontal
hulpstelling - lemma (mv. lemmata,lemmas)
hyperbolicus, sinus etc. ~ - hyperbolic sine etc.
hyperbolisch(e) (functie) - hyperbolic (function)
hyperboloïde - hyperboloid
hyperbool, orthogonale ~ - hyperbola, rectangular ~
hypocycloïde - hypocycloid
hypotenusa - hypotenuse
hypothese - hypothesis (mv.hypotheses)
half-angle formulae - halve hoek formules
half-line - halfrechte
harmonic (series etc.) - harmonisch(e) (reeks etc.)
hash marks - = tally marks, talstelsel gebruikmakend van turven
height (of a triangle) - hoogte (van een driehoek)
helix - helix, schroeflijn
hemisphere - halve bol
heuristic - heuristisch
hexagon - zeshoek,hexagoon
hexagram - hexagram
hexahedron, regular ~ - zesvlak/hexaëder, regelmatig ~/kubus
highest common factor (hcf) - grootste gemene deler
histogram - histogram
homogeneous, ~ function, homogeneity - homogeen, homogene functie, homogeniteit
horizontal - horizontaal/horizontale
hyperbola, rectangular/right/equilateral ~ - hyperbool, orthogonale ~
hyperbolic (function) - hyperbolisch(e) (functie)
hyperbolic, ~ sine etc. - sinus etc. hyperbolicus
hyperboloid - hyperboloïde
hypocycloid - hypocycloïde
hypotenuse - hypotenusa, schuine zijde van een rechthoekige driehoek
hypothesis (mv.hypotheses) - hypothese

I

icosaëder, regelmatig ~ - icosahedron (mv. icosahedra), regular ~
idempotent - idempotent
identiteit - identity
imaginair(e) (getal, eenheid) - imaginary (number, unit)
implicatie, impliceren - implication, imply
impliciet(e) - implicit
incirkel - incircle, inscribed circle
inclusie - inclusion
increment - increment, toename
index - index
inductie, bewijs door volledige inductie - induction, proof by complete ~
infimum - infimum (mv. infima), greatest lower bound
infinitesimaal(rekening) - infinitesimal (calculus)
ingeschreven cirkel - inscribed circle, incircle
ingesloten hoek - included angle
inhoud = volume - volume
injectie, injectief/injectieve (~ functie) - injection, injective (~ function)
inproduct - dot product, scalar product
integraal (oneigenlijke etc. ~, zie aldaar) - integral
integraaltransformatie - integral transform
integrand - integrand
integratie - integration
integratiegrens (bovenste/onderste ~ zie aldaar) - limit of integration
integrator - integrator
integreerbaar/integreerbare - integrable
integreren - integrate
interest, samengestelde ~ - interest, compound ~
interpolatie, interpoleren - interpolationion, interpolate
interval, (on)begrensd ~, open/gesloten ~ - interval,(un)bounded ~, open/closed ~
intrest, samengestelde ~ - interest, compound ~
inverse - inverse
inverse beeld - preimage, inverse image
inverteerbaar, niet-~ - invertible, non-~
inverteren - invert
involutie - involution
invullen, voor x, 2 ~ - insert/substitute, insert/substitute 2 for x, substitute X with/by 2
inwendig product - dot product, scalar product
irrationaal, irrationale - irrational
isolijn - isoline, isopleth
isometrie, isometrisch(e) - isometry, isometric
isomorf, isomorfie, isomorfisme - isomorphic, isomorphy, isomorphism
isopleet - isopleth, isoline
iteratie, iteratief, itereren - iteration, iterative, iterate
icosahedron, regular ~ - twintigvlak/icosaëder, regelmatig ~
idempotent - idempotent
identity, ~ matrix - identiteit, eenheidsmatrix
iff (if and only if) - desda (dan en slechts dan als),

als en slechts als, als en alleen als

image, ~ of a function - beeld, bereik
imaginary (number, unit) - imaginair(e) (getal, eenheid)
implication, imply - implicatie, impliceren
implicit - impliciet(e)
improper fraction - onechte breuk
improper integral, ~ limit - oneigenlijke integraal, oneindige limiet
incircle - ingeschreven cirkel, incirkel
inclination/incline, angle of ~ - glooiing/helling, hellingshoek, ~graad
included angle - ingesloten hoek
included in a set - bevat in een verzameling
inclusion - inclusie, omvatting
incompleteness theorems, Gödel's ~ - onvolledigheidsstellingen van Gödel
increase, increasing, strictly ~ - stijgen, (monotoon) stijgend, strikt ~
increment - increment
indefinite integral - onbepaalde integraal
independent variable - onafhankelijke variabele
indeterminate form - onbepaalde vorm
index - index, wortelexponent
indivisible - ondeelbaar
induction, proof by complete ~ - inductie, bewijs door volledige ~
inequality - ongelijkheid
infimum (mv. infima) - infimum (mv. infima), grootste ondergrens
infinite - oneindig(e)
infinitesimal (calculus) - infinitesimaal(rekening)
injection - injectie, één-één(duidige) afbeelding
injective (~ function) - injectief/injectieve (~ functie)
inscribed circle - ingeschreven cirkel, incirkel
inscribed quadrilateral - koordenvierhoek
insert - invullen, substitueren
integer - geheel getal
integrable - integreerbaar/integreerbare
integral (improper etc. ~, zie aldaar) - integraal
integral transform - integraaltransformatie
integrand - integrand
integrate - integreren
integration, limit of ~ (upper/lower ~ zie aldaar) - integratie, integratiegrens
integration by parts - partiële integratie
integrator - integrator
interest, compound ~ - rente, samengestelde ~ / rente-op-rente
interior, internal - binnen, intern(e)
interpolate, interpolationion - interpoleren, interpolatie
intersecting lines - snijdende lijnen
intersection, ~ of three sets, ~ of two planes - doorsnede, ~ van drie verzamelingen, ~ van twee vlakken
intersection point - snijpunt
interval,(un)bounded ~, open/closed ~ - interval, (on)begrensd ~, open/gesloten ~
inverse - inverse, omgekeerd(e), tegengesteld(e)
inverse image - inverse beeld
inverse trigonometric functions - cyclometrische functies, arcfuncties, boogfuncties
inversely proportional to - omgekeerd evenredig met
invert - inverteren
invertible, non-~ - inverteerbaar, niet-~
involute - evolvente
involution - involutie
irrational - irrationaal, irrationale
isolated point - geïsoleerd punt
isoline - isolijn, isopleet, niveaulijn
isometric, isometry - isometrisch(e), isometrie
isomorphic, isomorphism, isomorphy - isomorf, isomorfisme, isomorfie
isopleth - isopleet, isolijn, niveaulijn
isosceles - gelijkbenig(e)
iterate, iteration, iterative - itereren, iteratie, iteratief

J

- - -
jump discontinuity - sprongdiscontinuïteit

K

kans - probability
kansdichtheid - probability density
kansrekening - probability theory
kansverdeling - probability distribution
kant (grafentheorie) - edge
kardinaalgetal, kardinaliteit - cardinal number, cardinality
keerpunt van een kromme - cusp of a curve
kegel, kegelsnede, kegelvormig - cone, conic section, conic(al)/cone-shaped
kenmerkende cijfers - significant figures/digits
kettingbreuk - continued fraction
kettinglijn - catenary
kettingregel - chain rule
k.g.v = kleinste gemene veelvoud - LCM = least common multiple
klasse - class
Klein-fles/fles van Klein - Klein bottle
klein getal - small number
kleiner dan of gelijk aan - less than or equal to
kleinste bovengrens - least upper bound, supremum
kleinste gemene veelvoud - least common multiple
kleinste-kwadratenmethode - method of least squares
knoop(punt) (grafentheorie) - vertex (mv. vertices), node
kolom, ~vector/~matrix - column, ~ vector/~ matrix
kommagetal - decimal representation, decimal
koorde - chord
koordenveelhoek - cyclic polygon
koordenvierhoek - cyclic quadrilateral
koppel (verzameling) - ordered pair
korte as (van een ellips) - minor axis, conjugate diameter (of an ellipse)
kransproduct - wreath product
kringintegraal - closed curve line integral
kromme - curve
kromming - curvature
kromtemiddelpunt - center (centre UK) of curvature
kromtestraal - radius of curvature
kruislings vermenigvuldigen - cross-multiply
kruisproduct - cross product, vector product
kubisch(e) - cubic
kubus - cube, regular hexahedron
kubusvormig(e) - cubical, cube-shaped
kwadraat, x kwadraat, evenredig met het ~ van ... - square, x square(d), proportional to the ~ of ...
kwadraat afsplitsen - completing the square
kwadrant - quadrant
kwadraten, kleinste-kwadratenmethode - method of least squares
kwadrateren - square
kwadratisch(e) - quadratic
kwadratuur van de cirkel - squaring the circle
kwantiel - quantile
kwantor - quantifier
kwartiel - quartile
kite - vlieger
Klein bottle - Klein-fles/fles van Klein

L

laplacetransformatie - Laplace transform
lange as (van een ellips) - major axis, transverse diameter (of an ellipse)
lege verzameling - empty set
lemma - lemma (mv. lemmata, lemmas)
lemniscaat - lemniscate, infinity symbol
lengte - length
lichaam (abstracte algebra) - field (abstract algebra)
lichaam (meetkunde) - solid (geometry)
lichaamsdiagonaal - body diagonal, space diagonal
lijn (raak~, evenwijdige ~, etc. zie aldaar), rechte lijn = rechte, niet-rechte lijn = kromme - line, straight line, curve/curved ~
lijnelementenveld - slope field, direction field
lijnintegraal - line integral
lijnstuk - line segment
limiet,

oneigenlijke limiet, oneindige limiet, (linker/rechter ~ zie aldaar)

- limit,

limit at infinity, improper limit/infinite limit

lineair(e) - linear
liniaal - ruler, rule
Lissajousfiguur - Lissajous curve/figure
linker limiet - left-sided limit, left-hand(ed) limit, left limit
linkertriangulaire matrix, strikte ~ - lower triangular matrix/left triangular matrix, strictly ~
logaritme, natuurlijke ~ - logarithm, natural ~
logaritmisch(e) - logarithmic
logica, logisch(e) - logic, logical
lokaal maximum/minimum - local maximum/minimum
loodlijn - perpendicular (line)
loodrecht(e) (op) - perpendicular (to)
loodrechte hoek - right angle
lus - loop
Laplace transform - laplacetransformatie
law of sines - sinusregel
LCM = least common multiple - k.g.v = kleinste gemene veelvoud
leading diagonal (of a matrix) - hoofddiagonaal (van een matrix)
least common multiple - kleinste gemene veelvoud
least squares, method of ~ - kleinste-kwadratenmethode
least upper bound - supremum, kleinste bovengrens
left-sided limit, left-hand(ed) limit, left limit - linker limiet
left triangular matrix, strictly ~ - onderdiagonaalmatrix / benedendiagonaalmatrix / benedendriehoeksmatrix / linkertriangulaire matrix, strikte ~
leg - been (van gelijkbenige driehoek of rechte hoek)
lemma - lemma, hulpstelling
lemniscate - lemniscaat
length - lengte
less than or equal to - kleiner dan of gelijk aan
like fractions - gelijknamige breuken
likelihood -> maximum likelihood - aannemelijkheid, maximum likelihood
limit,

improper limit, infinite limit limit at infinity

- limiet,

oneindige ~, oneigenlijke ~

limit of integration (upper/lower zie aldaar) - integratiegrens
line (parallel ~, ~ segment, etc. zie aldaar), straight line, curve - lijn, rechte lijn = rechte, niet-rechte lijn = kromme
line gauge - liniaal
linear - lineair(e)
linear algebra - lineaire algebra
line integral - lijnintegraal
line segment - lijnstuk
Lissajous curve/figure - Lissajousfiguur
local maximum/minimum - lokaal maximum/minimum
location vector - plaatsvector, positievector
locus - meetkundige plaats
logarithm, natural ~ - logaritme, natuurlijke ~
logarithmic - logaritmisch(e)
logic, logical - logica, logisch(e)
long division (algorithm) - staartdeling
loop - lus
lower bound/limit - ondergrens, onderste grens, benedengrens
lower triangular matrix, strictly ~ - onderdiagonaalmatrix / benedendiagonaalmatrix / benedendriehoeksmatrix / linkertriangulaire matrix, strikte ~
lowest common multiple - kleinste gemene veelvoud
lowest terms, fraction in its ~ - eenvoudigste vorm, breuk in de ~

M

macht, x tot de n-de ~, x tot de ~ n, (tot de tweede/derde ~, zie aldaar) - power, x to the n-th ~, x to the ~ n
machtreeks, machtsfunctie - power series, power function
machtsverheffen - raise to a power, exponentiation
ne-machtswortel - nth root
matrix, m bij n ~, (aangevulde ~ etc. zie aldaar) - matrix (mv. matrices), m-by-n ~
matrixvoorstelling - matrix representation
maximum, absoluut/relatief ~ - maximum, absolute/relative ~
mediaan - median
meervoudig(e) (integraal) - multiple (integral)
meetkunde (vlakke ~ etc. zie aldaar) - geometry
meetkunde, meetkundig(e) (rij, gemiddelde etc.) - geometry, geometric (sequence, mean etc.)
meetkundige plaats - locus (mv. loci)
Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord. - PEMDAS, BEDMAS, BEMA (among others)
mercatorprojectie - Mercator projection
meridiaan - meridian
merkwaardig product - special product (of polynomials)
methode, kleinste-kwadraten~ - method, ~ of least squares
metrisch(e), metriek - metric
middelevenredige, middenevenredige - mean proportional
middelloodlijn - perpendicular bisector
middellijn - diameter
middelpunt van een cirkel - center (USA) / Centre (UK) of a circle
middelpunt van een lijnstuk - midpoint of a line segment
middelwaardestelling - mean value theorem
middenevenredige - mean proportional
middendoor delen - bisect
middendriehoek - medial triangle
middenparallel - (er is geen directe vertaling) line segment formed by joining the midpoints of two opposite sides of a triangle -of- the locus of all points equidistant from two parallel lines
min, ~ 2 - minus, minus/negative 2
minimum, absoluut/relatief ~ - minimum, absolute/relative ~
minor - minor
Möbius, band van Möbius - Möbius strip
modaal, modale waarde - mode, modal score
modulo - modulo
modulus (absolute waarde) - modulus (mv. moduli) (absolute value)
modus - mode, modal score
monotone functie - monotonic function, monotone function
monotoon, monotoon (niet)-stijgend, monotoon (niet)-dalend - monotonic/monotone, (monotonically) (non)-increasing, (monotonically) (non)-decreasing
main diagonal (of a matrix) - hoofddiagonaal (van een matrix)
major axis (of an ellipse) - hoofdas, lange as (van een ellips)
major axis (of a hyperbola) - hoofdas (van een hyperbool)
mapping into (onto), one to one ~ - afbeelding in (op), één-één(duidige) afbeelding, injectie
mathematics, maths (UK), math (USA) - wiskunde
matrix, m-by-n ~, (augmented ~ etc. zie aldaar) - matrix (mv. matrices), m bij n ~
matrix representation - matrixvoorstelling
maximum, absolute/relative ~ - maximum, absoluut/relatief ~
maximum likelihood - aannemelijkheid, maximum likelihood
mean,

weighted mean, harmonic mean, geometric mean, arithmetic mean

- gemiddelde,

gewogen ~, harmonisch ~, meetkundig ~, rekenkundig ~

mean proportional - middelevenredige, middenevenredige
mean value theorem - middelwaardestelling
medial triangle - complementaire driehoek, middendriehoek
median - zwaartelijn, mediaan
mental calculation - hoofdrekenen
Mercator projection - mercatorprojectie, normale conforme projectie
meridian - meridiaan
method, ~ of least squares - methode, kleinste-kwadraten~
metric - metrisch(e), metriek
midpoint - midden, middelpunt (van een lijnstuk)
minimum, absolute/relative ~ - minimum, absoluut/relatief ~
minor, ~ axis (of an ellipse) - minor, nevenas/korte as (van een ellips)
minuend - aftrektal (de term waarvan iets wordt afgetrokken)
minus - min
mirror symmetry - spiegelsymmetrie
Möbius, Möbius strip - band van Möbius
modal score - modus, modale waarde
mode - modus
modulo - modulo
modulus - modulus (mv. moduli) (absolute waarde)
monotone function, monotonic function - monotone functie
monotonically (non)-increasing / (non)-decreasing - (monotoon) (niet)-stijgend / (niet)-dalend
multiple, least common ~ - veelvoud, kleinste gemene ~
multiple integral - meervoudige integraal
multiplication - vermenigvuldiging
multiplication table - tafel (van vermenigvuldiging)
multiplicative inverse - reciproke, omgekeerde van een getal
multiply, cross-~ - vermenigvuldigen, kruislings ~

N

naderen, x nadert y - approach, x approaches y
natuurlijk(e) (~ getal, ~ logaritme) - natural (~ number, ~ logarithm)
nauwkeurig, ~ tot n decimalen, nauwkeurigheid - accurate, ~ to n decimal places, accuracy
neerlaten, een hoogtelijn (etc.) uit hoekpunt A ~ - dropping the altitude (etc.) of vertex A
negatie - negation
negatief/negatieve (getal etc.) - negative (number etc.)
negatief definiet - negative definite
negenproef - casting out nines
nevenas (van een ellips) - minor axis, conjugate diameter (of an ellipse)
nevenas (van een hyperbool) - minor axis (of a hyperbola)
Newton, binomium van Newton - binomial formula, binomial identity, Newton's generalized binomial theorem,   ± binomial theorem
n-hoek - n-gon
niet-dalend - (monotonically) non-decreasing, weakly (monotonically) increasing
niet-stijgend - (monotonically) non-increasing, weakly (monotonically) decreasing
niveaulijn - isoline, isopleth
noemer (van een breuk) - denominator
norm (van een vector) - norm (of a vector)
normaal (vector etc.) - normal (vector etc.)
normale verdeling, normaalverdeling - normal/Gaussian distribution
normale vorm, normaalvorm - normal form
nul, ~matrix etc. - zero, ~ matrix etc.
nulpunt van een functie - zero of a function
numeriek(e), ~ integratie etc. - numerical, ~ integration etc.
naught - nul
negation - negatie
negative, ~ 2 - negatief, min 2
negative definite - negatief definiet
neighbo(u)rhood, punctured ~ or deleted ~ - omgeving, gereduceerde ~
n-gon - n-hoek
nine, casting out ~s - negen, negenproef
node - knoop(punt) (grafentheorie)
non-decreasing - (monotoon) niet-dalend/zwak (monotoon) stijgend
non-denumerable - niet-/overaftelbaar
non-increasing - (monotoon) niet-stijgend/zwak (monotoon) dalend
non-removable discontinuity - niet-ophefbare discontinuïteit
non-terminating decimal fraction - oneindige decimale breuk
nonzero - getal/waarde ongelijk aan nul
norm (of a vector) - norm (van een vector)
normal (vector etc.) - normaal (vector etc.)
normal distribution - normale/normaal verdeling, gaussverdeling
normal form - normale vorm, normaalvorm
nought - nul
null, null matrix etc. - leeg / zonder waarde of belang, nulmatrix etc.
number (natural/even etc. ~, zie aldaar) - getal
number line, ~ system, ~ theory - getallenlijn/getallenrechte, getalstelsel, getaltheorie
numeral

Roman numerals

- ± getal ± cijfer / een symbool of groep symbolen om een bepaald nummer weer te geven, telwoord

Romeinse cijfers

numerator - teller (van een breuk)
numerical, ~ integration etc. - numeriek(e), ~ integratie etc.

O

octaëder - regular octahedron (mv. octahedra)
octant - octant
omcirkel - circumscribed circle, circumcircle
omgeschreven cirkel - circum(scribed) circle
omgekeerd(e), ~ van een getal - inverse, reciprocal/multiplicative inverse for a number
omgekeerde afgeleide - antiderivative, primitive integral
omgekeerd evenredig met - inversely proportional to
omgeving (van), gereduceerde ~ - neighbo(u)rhood (of), punctured ~ or deleted ~
omtrek, ~ van een cirkel of bol - perimeter, circumference of a circle or sphere
omwentelingslichaam - solid of revolution
omwentelingsoppervlak - surface of revolution
onafhankelijke variabele - independent variable
onbegrensd(e) - unbounded
onbekende, vergelijking met n ~n - unknown, equation in/with n ~s
onbepaalde vorm - indeterminate form
onbepaalde integraal - indefinite integral
ondeelbaar - indivisible
onderdiagonaalmatrix, strikte ~ - lower triangular matrix/left triangular matrix, strictly ~
ondergrens (grootste ~) - lower bound (greatest ~ /infimum)
ondergrens, onderste grens (integraal) - lower limit
onechte breuk - improper fraction
oneigenlijke integraal, ~ limiet - improper integral, limit at infinity
oneindig(e) - infinite
oneindige limiet - infinite limit, improper limit
oneven getal, functie etc. - odd number, function etc.
ongelijkheid - inequality
ongerijmd, bewijs uit het ongerijmde - proof by contradiction, reduction to the absurd
onsamenhangend (topologie) - disconnected
ontaard(e) (~ cirkel etc.) - degenerate (~ circle etc.)
ontbinden in factoren - factorize, factor
ontbinden van vectoren - decomposition/resolution of vectors
ontwikkeling, decimale ontwikkeling - expansion, decimal ~
onvolledigheidsstellingen van Gödel - Gödel's incompleteness theorems
onzuiverheid (statistiek) - bias
oorsprong - origin
open (interval etc.) - open (interval etc.)
operator - operator
ophefbare discontinuïteit - removable discontinuity
oplosbaar, oplossen, oplossing (van een vergelijking) - solvable, solve, solution (of an equation)
oplossingsverzameling - solution set
oppervlak (voor afmeting van het ~, zie "oppervlakte") - surface
oppervlakte (afmeting van een oppervlak) - area
optellen, optelling - add (up), addition
orde, ... van de eerste ~ - order, ... of the first ~
ordinaal(getal) - ordinal (number)
ordinaat - ordinate
origineel - ± original, argument or subset of the domain belonging to a given image under a function or transformation
orthogonaal/orthogonale,

orthogonale hyperbool

- orthogonal,

rectangular hyperbola

oscilleren van een rij - oscillation of a sequence
over, n over k (binomiaalcoëfficiënt) - n over k, n choose k
overaftelbaar - non-denumerable
overstaande hoek/zijde - opposite angle/side
obelus (division sign) - deelteken (in rekenkunde ÷ )
oblique - scheef, schuin, scheve, schuine (asymptoot e.d.)
obtuse angle, obtuse-angled (triangle) - stompe hoek (90º < hoek < 180º), stomphoekig(e) (driehoek)
octagon, octagonal - achthoek, achthoekig
octahedron, regular ~ - achtvlak, octaëder/regelmatig achtvlak
octal - achttallig
octangle, octangular - achthoek, achthoekig
octant - octant
octonary, octonal - achttallig
odd number, function etc. - oneven getal, functie etc.
one to one mapping, one-one correspondence - één-één(duidige) afbeelding, één-één-correspondentie
open (interval etc.) - open (interval etc.)
operator - operator
opposite angle/side - overstaande/tegenoverliggende hoek/zijde
order - orde, ordenen, ordening
ordered set, ordered pair - geordende verzameling, geordend paar/koppel
ordinal (number) - ordinaal(getal)
ordinate - ordinaat
oriented angle - georiënteerde hoek
origin - oorsprong
orthocenter / orthocentre (of a triangle) - hoogtepunt (van een driehoek)
orthogonal - orthogonaal/orthogonale
oscillation of a sequence - oscilleren van een rij
over, n over k - n boven k, n over k (binomiaalcoëfficiënt), ook: n gedeeld door k

P

paar, geordend ~ - pair, ordered ~
parabolisch - parabolic
paraboloïde - paraboloid
parabool, dal~, berg~ - parabola, parabola that opens upward, ... opens downward
paradox - paradox
parallel (met) - parallel (to)
parallellepipedum - parallelepiped
parallellogram - parallelogram
parameter - parameter
parametervergelijking - parametric equation
parametervoorstelling - parametric representation
partiële afgeleide etc., partiële integratie - partial derivative etc., integration by parts
Pascal, driehoek van Pascal - Pascal's triangle
passer - compass, pair of compasses
pentaëder - pentahedron (mv. pentahedra)
pentagoon - pentagon
pentagram - pentagram
pentakel - pentagram
percentage - percentage
percentiel - percentile, centile
perfect getal - perfect number
periode - period
periodiek(e) - periodic
permutatie - permutation
piramide, ~vormig - pyramid, pyramidal
plaats, meetkundige ~ - locus (mv. loci)
plaatsvector - position vector, location vector, radius vector
planimetrie - planimetry
plat vlak - plane
polair(e) - polar
polyeder - polyhedron
polygoon - polygon
polynoom - polynomial
pool - pole
poolcoördinaten - polar coordinates
populatie - (statistical) population
positief/positieve - positive
positief definiet - positive definite
positievector - position vector, location vector, radius vector
postulaat - postulate (axiom, assumption)
precies, precisie - precise, precision
predicatenlogica - predicate logic
premisse - premise
priem, ~getal etc. - prime, ~ number etc.
primitieve - antiderivative, primitive integral
prisma, rechthoekig prisma - prism, rectangular prism, cuboid
product, ~vector etc. (gedurig ~, zie aldaar) - product, ~ vector etc.
projecteren, projectie - project, projection
projectieve meetkunde - projectieve meetkunde
propositie - proposition
propositielogica - propositional/sentential calculus/logic
punt - point
puntsymmetrie - point reflection
Pythagoras, stelling van ~ - Pythagorean theorem or Pythagoras' theorem
pair, ordered ~ - paar, geordend ~
pair of compasses - passer
parabola that opens upward, ... opens downward - dalparabool, bergbarabool
parabolic - parabolisch
paraboloid - paraboloïde
paradox - paradox
parallel (to) - evenwijdig(e)/parallel(le) (met)
parallelepiped - parallellepipedum, blok
parallelogram - parallellogram
parameter - parameter
parametric equation - parametervergelijking
parametric representation - parametervoorstelling
parenthesis (mv. ~ses) - haakje ()
part, integration by parts - deel/gedeelte, partiële integratie
partial derivative etc. - partiële afgeleide etc.
Pascal's triangle - driehoek van Pascal
path integral - lijnintegraal
pedal triangle - voetpuntsdriehoek
PEMDAS - acroniem, Ha, Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord
pentagon - pentagoon, vijfhoek
pentagram - pentagram,pentakel
pentahedron - vijfvlak/pentaëder
percentage - percentage
percentile - percentiel, centiel
perfect number - perfect getal, volmaakt getal
perimeter - omtrek
period - periode, punt (leesteken)
periodic, ~ decimal fraction - periodiek(e), repeterende decimale breuk
permutation - permutatie
perpendicular, ~ bisector - loodlijn / loodrecht(e), middelloodlijn
phase, ~ shift, ~ offset, ~ difference - fase, ~verschil
pie chart - taartdiagram, cirkeldiagram, schijfdiagram
plane - (plat) vlak
plane geometry - vlakke meetkunde
planimetry - planimetrie, vlakke meetkunde
point - punt
point of intersection - snijpunt
point of tangency - raakpunt
point reflection - puntsymmetrie
polar - polair(e)
polar coordinates - poolcoördinaten
pole - pool
polygon - polygoon, veelhoek
polyhedron, regular ~ - veelvlak, regelmatig ~
polynomial - polynoom, veelterm
population (statistical ~) - populatie
position vector - plaatsvector, positievector
positive - positief/positieve
positive definite - positief definiet
postulate - postulaat
power, power function, power series (raise to a ~, zie aldaar) - macht, machtsfunctie, machtreeks
precise, precision - precies, precisie
predicate logic - predicatenlogica
preimage - inverse beeld ( ≠ origineel)
premise - premisse
prime, ~ number etc. - priem, ~getal etc.
primitive integral - primitieve, omgekeerde afgeleide
principal axis - hoofdas
principal diagonal (of a matrix) - hoofddiagonaal (van een matrix)
prism - prisma
probability - kans, waarschijnlijkheid
probability density - kansdichtheid / waarschijnlijkheidsdichtheid
probability distribution - kansverdeling, waarschijnlijkheidsverdeling, -distributie
probability theory - kansrekening, waarschijnlijkheidsrekening
product, ~ vector etc. (dot ~, zie aldaar) - product, ~vector etc.
progression (alternating ~ etc, zie aldaar) - rij (rij opeenvolgende elementen)
project, projection - projecteren, projectie
projective geometry - projective geometry
proof (by ..., zie aldaar) - bewijs
proper fraction - echte breuk
proportional, directly ~ to, inversely ~ to - evenredig, recht ~ met, omgekeerd ~met
proposition - propositie, stelling
propositional calculus/logic - propositielogica
protractor - gradenboog
punctured neighbo(u)rhood - gereduceerde omgeving
pyramid, pyramidal - piramide, ~vormig
Pythagorean theorem, Pythagoras' theorem - stelling van Pythagoras

Q

q.e.d. (qed, QED, Q.E.D) = Latijn: quod erat demonstrandum = hetgeen bewezen moest worden - q.e.d., qed, QED, Q.E.D
quotiënt - quotient
q.e.d. (qed, QED, Q.E.D) = Latijn: quod erat demonstrandum = hetgeen bewezen moest worden - q.e.d., qed, QED, Q.E.D
quadrangle - vierhoek
quadrant - kwadrant
quadratic - kwadratisch(e)
quadratic equation - tweedegraadsvergelijking
quadratic function - kwadratische functie
quadratic formula - abc-formule, wortelformule
quadrilateral - vierhoek
quantifier - kwantor
quantile - kwantiel
quantity, scalar ~, vector ~ - grootheid, scalaire ~, vector ~
quartic - vierdegraads-, vierdemachts-
quartile - kwartiel
quotient - quotiënt

R

raaklijn - tangent line, tangent
raakpunt - point of tangency
raakvlak - tangent plane
radiaal (eenheid v/e hoek) - radian
radiaal gericht - radially directed
radius - radius (mv. radii)
rang (van een matrix) - rank (of a matrix)
rationaal, rationale - rational
rechte hoek - right angle
rechte lijn - straight line
rechter limiet - right-sided limit, right-hand(ed) limit, right limit
rechtertriangulaire matrix, strikte ~ - upper triangular matrix/right triangular matrix, strictly ~
recht haakje [ ] - bracket (USA), square bracket, closed ~, box ~
rechthoek - rectangle
rechthoekig(e), ~ driehoek, ~ matrix - right-angled, right(-angled) triangle, rectangular matrix
rechthoekszijde - leg, cathetus
reciproke - reciprocal, multiplicative inverse
recurrente betrekking - recurrence relation
recursie - recursion, recurrence
recursief - recursive
reden (van meetkundige rij) - common ratio
reëel getal - real number
reeks (alternerende ~ etc, zie aldaar) - series (altijd mv.)
reeksontwikkeling - series expansion
regelmatig(e), ~ veelvlak etc. - regular, ~ polyhedron etc.
regressie-analyse - regression analysis
regula falsi - false position method, regula falsi method
rekening (integraal~) - calculus (integral ~)
rekenkunde, rekenkundig(e) (rij, gemiddelde etc.) - arithmetic, arithmetic (sequence, mean etc.)
rekenmachine, grafische ~ - calculator, graphing / graphics / graphic ~
relatie - relation
relatief, ~ maximum/minimum - relative, ~ maximum/minimum
rente, samengestelde ~ / rente-op-rente - interest, compound ~
repeterende decimale breuk - recurring/repeating/periodic decimal fraction
reproduceerbaarheid - reproducibility
rest bij deling - remainder/ residue after division
reststelling - remainder theorem
ribbe - edge
richtingscoëfficiënt - slope, gradient
richtingscosinus - direction cosine
richtingsveld - slope field, direction field
richtlijn - directrix
rij (alternerende ~ etc, zie aldaar) - sequence, progression (UK)
rij van een matrix, ~vector/~matrix - row of a matrix, ~ vector/~ matrix
ring - ring
Romeinse cijfers - Roman numerals
rotatie, roteren - rotation, rotate
rotatiesymmetrie - rotational symmetry
rozet - rosette
ruimte (~coördinaten etc. zie aldaar) - space
ruimtehoek - solid angle
ruimtemeetkunde - solid geometry, stereometry
ruit - rhombus
ruitjespapier - ± graph(ing) paper, ± grid paper, cross-section paper, squared paper
ruitvormig - rhombic
Runge-Kuttamethode - Runge–Kutta method
radian - radiaal (eenheid v/e hoek)
radially directed - radiaal gericht
radical equation / function - wortelvergelijking, -functie
radical sign/symbol - wortelteken
radius - radius, straal
radius vector - plaatsvector, positievector
raise to a power - machtsverheffen
random - willekeurig, aselect(e)
random sample - aselecte steekproef
random variable - stochastische variabele, toevalsvariabele
range - (niet eenduidig) bereik - of - codomein
rank (of a matrix) - rang (van een matrix)
ratio - verhouding
rational - rationaal, rationale
ray - halfrechte
real number - reëel getal
reciprocal - reciproke, omgekeerde van een getal
rectangle - rechthoek
rectangular, ~ matrix - (lood)recht(e), rechthoekkig(e), rechthoekige matrix
recurrence - recurrent(e), recursie
recurrence relation - recurrente betrekking
recurring decimal fraction - repeterende decimale breuk
recursion - recursie
recursive - recursief
reduce - herleiden, vereenvoudigen
reduction to the absurd - bewijs uit het ongerijmde
reflection (reflexion), reflect - spiegeling, spiegelen
reflection(al) symmetry - spiegelsymmetrie
reflex angle - stompe hoek (>180º)
reflexion (reflection) - spiegeling
region, (un)bounded ~ - gebied, (on)begrensd ~
regression analysis - regressie-analyse
regula falsi method - regula falsi
regular, ~ polyhedron etc. - regelmatig(e), regulier(e), regelmatig(e) veelvlak etc.
relation - betrekking, relatie
relative, ~ maximum/minimum - relatief, ~ maximum/minimum
remainder after division - rest bij deling
remainder theorem - reststelling
removable discontinuity - ophefbare discontinuïteit
repeatability - herhaalbaarheid
repeating decimal fraction - repeterende decimale breuk
reproducibility - reproduceerbaarheid
resolution of vectors - ontbinden van vectoren
revolution, solid of ~, surface of ~ - omwenteling, ~slichaam, ~soppervlak
rhombic - ruitvormig
rhombus - ruit, rombus
right angle, right-angled (triangle) - rechte hoek, rechthoekig(e) (driehoek)
right-sided limit, right-hand(ed) limit, right limit - rechter limiet
right triangle - rechthoekige driehoek
right triangular matrix, strictly ~ - bovendiagonaalmatrix / bovendriehoeksmatrix / rechtertriangulaire matrix, strikte ~
ring - ring
Roman numerals - Romeinse cijfers
root, extract the ~ of ..., nth root (square ~ etc. zie aldaar) - wortel, de ~ trekken uit ..., ne-machtswortel
rosette - rozet
rotation, rotate - rotatie, roteren
rotational symmetry - rotatiesymmetrie, draaisymmetrie
round, ~ up/down - afronden naar boven/beneden
rounded number - afgerond getal
rounding (a number), round (off) - afronden (van een getal)
rounding/round off error - afrondingsfout
row of a matrix, ~ vector/~ matrix - rij van een matrix, ~vector/~matrix
rule - regel, liniaal
rule of correspondence - functievoorschrift
ruler - liniaal
Runge–Kutta method - Runge-Kuttamethode

S

samengesteld(e) functie/getal, ~ rente - composite function/number, compound interest
samenhangend (topologie) - connected
samenvallen, samenvallend(e) - coincide, coincident
schaal - scale
schaalverdeling, instrument met ~ - graduation, graduated instrument
scalair(e) grootheid etc. - scalar quantity etc.
scalair product - dot product, scalar product
schatting - estimation
scheef, scheve (asymptoot, sinus etc.) - oblique
scheefheid - skewness
scherp(e) (hoek), scherphoekige driehoek - acute (angle), acute(-angled) triangle
scheve -> scheef - -
schijfdiagram - pie chart, circle graph
schroeflijn - helix
schuin, schuine (asymptoot, sinus etc.) - oblique
schuine zijde (van een rechthoekige driehoek) - hypotenuse
secans - secant
seconde - second
sector, cirkel~ - sector, ~ of a circle
segment, cirkel~ - segment, ~ of a circle
significante cijfers - significant figures/digits
simpele graaf - simple graph
singulariteit - singularity
singulier(e) - singular
sinus, ~ hyperbolicus - sine, hyperbolic ~
sinusoïde - sinusoid, sine wave
sinusregel - law of sines, sine law, sine formula, sine rule
snede, Gulden ~, kegel~ - golden section, conic section
snijdende lijnen - intersecting lines
snijlijn (doorsnede) - intersection line
snijlijn (secant) - secant line
snijpunt - intersection point, point of intersection
som - sum
sommatie, sommeren - summation, sum
spekhaakje ⟨ ⟩ - angle bracket, chevron, triangular bracket, diamond bracket, tuple
speltheorie - game theory
spiegeling, spiegelen - reflection (reflexion), reflect
spiegelsymmetrie - reflection(al) symmetry, mirror symmetry
spiraal - spiral
spoor van een matrix - trace of a matrix
spreiding - statistical dispersion
sprongdiscontinuïteit - step/jump discontinuity
staafdiagram - bar chart, bar graph
staartdeling, staartdelen - long division (algorithm), division by (using) ~
stambreuk - unit fraction, reciprocal of an integer
standaardafwijking - standard deviation
standaarddeviatie - standard deviation
stationair punt - stationary point
statistiek - statistics
statistisch(e) - statistical
steekproef, aselecte ~ - sample, random ~
stelling - theorem, proposition
stelling van Pythagoras - Pythagorean theorem, Pythagoras' theorem
stelsel, getal~, ~ van vergelijkingen - system, number ~, ~ of equations
steradiaal - steradian
stereometrie - stereometry, solid geometry
stijgen, stijgend, strikt ~ - increase, (monotonically) increasing, strictly ~
stochastiek - stochastics
stochastisch(e), ~ proces, ~ variabele - stochastic, ~ process, random variable / stochastic variable
stomp(e) (hoek), stomphoekige driehoek - obtuse (angle), obtuse(-angled) triangle, (angle >180º = reflex angle)
stopcriterium - stopping condition, termination criterion, stop rule
straal - radius (mv. radii)
strikt (monotoon) stijgend/dalend - strictly (monotonically) increasing/decreasing
substitueren, voor x, 2 ~ - substitute, ~ 2 for x, ~ X with/by 2
substitutie - substitution
superponeren - superpose
superpositie - superposition
supplementaire hoeken - supplementary angles
supremum (mv. suprema) - supremum, least upper bound
surjectie, surjectieve - surjection, surjective
symmetrie (punt~, zie aldaar) - symmetry
symmetrisch(e), ~ matrix - symmetric(al), symmetric matrix
systeem, lineair ~ - system, linear ~
saddle point - zadelpunt
sample, random ~ - steekproef, aselecte ~
scalar product - inwendig product, inproduct, scalair product
scalar quantity etc. - scalair(e) grootheid etc.
scale - schaal
secant - secans
secant line - snijlijn
second - seconde
section, golden ~, conic ~ - (door)snede, Gulden snede, kegelsnede
sector, ~ of a circle - sector, cirkel~
segment, ~ of a circle - segment, cirkel~
sentential calculus/logic - propositielogica
sequence (alternating ~ etc, zie aldaar) - rij (rij opeenvolgende elementen)
series (alternating ~ etc, zie aldaar) - reeks
series expansion - reeksontwikkeling
set (sub~ etc. zie aldaar) - verzameling (deel~ etc. zie aldaar)
set square - tekendriehoek, geodriehoek
set theory - verzamelingenleer
sexagesimal (system) - 60-tallig (stelsel), sexagesimaal
shape - figuur (meetkundig)
side (of an angle) - been (van een hoek)
sieve (of Eratosthenes) - zeef (van Eratosthenes)
sign, plus/minus ~ - teken, plus/min ~
signed angle - gerichte hoek
significant figures/digits - significante cijfers, beduidende cijfers, kenmerkende cijfers
similar, similarity - gelijkvormig(e), gelijkvormigheid
similar fractions - gelijknamige breuken
simple fraction, ~ graph, ~ integral - breuk (niet decimaal), simpele/enkelvoudige graaf, enkelvoudige integraal
simplest form, fraction in its ~ - eenvoudigste vorm, breuk in de ~
simplify - herleiden, vereenvoudigen
sine, hyperbolic ~ - sinus, ~ hyperbolicus
sine law, sine formula, sine rule - sinusregel
sine wave - sinusoïde
singular - singulier(e)
singularity - singulariteit
sinusoid - sinusoïde
skewness - scheefheid
slope - richtingscoëfficiënt
slope angle - hellingshoek, ~graad
slope field - richtingsveld
smallest common multiple - kleinste gemene veelvoud
solid (geometry) - lichaam (meetkunde)
solid angle - ruimtehoek
solid geometry - ruimtemeetkunde, stereometrie
solid of revolution - omwentelingslichaam
solidus - schuine breukstreep (/)
solution set - oplossingsverzameling
solvable, solution, solve (an equation) - oplosbaar, oplossing, oplossen (van een vergelijking)
space (~ coordinates etc. zie aldaar) - ruimte
space diagonal - lichaamsdiagonaal
special product (of polynomials) - merkwaardig product
sphere, spherical - bol, bolvormig
spherical function, sector etc. - bolfunctie, -sector etc.
spiral - spiraal
square,

x square(d), completing the ~, proportional to the ~ of ...

- kwadraat, kwadrateren, vierkant(e), vierkantig,

x kwadraat, kwadraat afsplitsen, evenredig met het ~ van ...

square bracket - recht haakje [ ]
square root - vierkantswortel
squares, method of least squares - kleinste-kwadratenmethode
squaring the circle - kwadratuur van de cirkel
squiggly bracket - accolade{}
standard deviation - standaardafwijking, standaarddeviatie
stationary point - stationair punt
a statistic - een statistische grootheid
statistical - statistisch(e)
statistical dispersion - spreiding
statistics - statistiek
step discontinuity - sprongdiscontinuïteit
steradian - steradiaal
stereometry - stereometrie, ruimtemeetkunde
stochastic, ~ process, random variable / stochastic variable - stochastisch(e), ~ proces, ~ variabele
stochastics - stochastiek
stopping condition, stop rule - stopcriterium (bij iteratie)
straight angle - gestrekte hoek (180 graden)
straightedge - liniaal
straight line - rechte lijn, rechte
strictly (monotonically) increasing/decreasing - strikt (monotoon) stijgend/dalend
strike out - (tegen elkaar) wegstrepen / wegvallen
strip, Möbius strip - band van Möbius
sub–region, –matrix, –space, -set - deelgebied, –matrix, –ruimte, -verzameling
subset, proper ~ - deelverzameling, echte ~
substitute, substitution - substitueren, substitutie
subtract - aftrekken
subtrahend - aftrekker (de term die ergens (aftrektal) vanaf wordt getrokken)
sum - som, sommeren
summation - sommatie
superpose - superponeren
superposition - superpositie
supplementary angles - supplementaire hoeken
supremum (mv. suprema) - supremum (mv. suprema), kleinste bovengrens
surface, ~ of revolution - oppervlak (afmeting van het ~ is "area"), omwentelingsoppervlak
surjection, surjective - surjectie, surjectieve
swirly bracket - accolade{}
symmetric(al) - symmetrisch(e)
symmetry (reflection ~, zie aldaar) - symmetrie
system, number ~, ~ of equations, linear ~, ~ of axes - stelsel/systeem, getalstelsel, stelsel van vergelijkingen, lineair systeem, assenstelsel

T

taartdiagram - pie chart, circle graph
tafel (van vermenigvuldiging) - multiplication table, times table
tafel van 3 - 3 times table
tak (grafentheorie) - edge
talstelsel - number system
tangens, ~ hyperbolicus - tangent, hyperbolic ~
tangentieel - tangential
tautologie - tautology
tegen elkaar wegstrepen / wegvallen - strike / cancel out
tegengestelde (bewerking) - inverse (operation)
tegenoverliggende hoek/zijde - opposite angle/side
teken, plus/min~ - sign, plus/minus ~
teller (van een breuk) - numerator
tensor - tensor
term - term
tetraëder, regelmatig ~ - tetrahedron (mv. tetrahedra), regular ~
theorema - theorem
tientallig, ~ stelsel - decimal/denary/base ten, ~ (numeral) system
toegevoegd(e) - conjugate
toename - increment
toenemen - increase
toevalsgrootheid, -variabele - random variable / stochastic variable
top (van kegel etc.) - apex
tophoek - apex angle
topologie - topology
topologisch(e), ~ ruimte - topological, ~ space
torus - torus (mv. tori)
transcendent(e), ~ getal - transcendental, ~ number
transformatie, integraal~, fourier~, Laplace~, Z-~ - transformation, integral transform, Fourier transform, Laplace transform, Z-transform
translatie - translation
translatiesymmetrie - translation(al) symmetry
transleren - translate
trapezium - trapezoid (USA), trapezium (UK)
trapeziumregel - trapezoid(al) rule, trapezium rule
trapezoïde - trapezoid (USA), trapezium (UK)
trekken, de wortel trekken uit ... - extract the ~ of ...
triangulaire matrix (onder/boven/linker/rechter~ zie aldaar) - triangular matrix
tripelproduct (alternerend product) - triple product (alternating product)
trisectie - trisection
triviaal, triviale, ~ oplossing - trivial, ~ solution
turven - using tally marks/tallies/hash marks
twaalftallig stelsel - duodecimal (number) system, base-12 system
twaalfvlak, regelmatig ~ - dodecahedron (mv. dodecahedra), regular ~
tweedegraadsvergelijking/functie - quadratic equation/function
tweede macht, x tot de tweede macht - square, x square(d)
tweedimensionaal - two-dimensional
tweetallig stelsel - binary (number) system
tweeterm - binomial
twintigvlak, regelmatig ~ - icosahedron (mv. icosahedra), regular ~
tally marks / tallies - talstelsel gebruikmakend van turven
tangency, point of ~ - raking, raakpunt
tangent, hyperbolic ~ - tangens, raaklijn, tangens hyperbolicus
tangential - tangentieel
tangent line - raaklijn
tangent plane - raakvlak
tautology - tautologie
tensor - tensor
term - term
(non-)terminating decimal fraction - (on)eindige decimale breuk
termination criterion - stopcriterium (bij iteratie)
tetragon - vierhoek
tetrahedron, regular ~ - viervlak/tetraëder, regelmatig ~
theorem - theorema, stelling
three-dimensional - driedimensionaal
threefold - drievoudig(e)
three-sided prism/pyramid - driezijdig(e) prisma/piramide
times table, n times table - tafel (van vermenigvuldiging)~, tafel van n
topological, ~ space - topologisch(e), ~ ruimte
topology - topologie
torus - torus (mv. tori of torussen)
trace of a matrix - spoor van een matrix
transcendental, ~ number - transcendent(e), ~ getal
transform, integral ~, Fourier ~, Laplace ~, Z-~ - transformeren, integraaltransformatie, fouriertransformatie, Laplacetransformatie, Z-transformatie
transformation - transformatie
translate - transleren
translation - translatie
translation(al) symmetry - translatiesymmetrie
transpose of a matrix, transposed matrix - getransponeerde (van een) matrix
transverse axis (of a hyperbola) - hoofdas (van een hyperbool)
transverse diameter (of an ellipse) - hoofdas, lange as (van een ellips)
trapezium - trapezium, trapezoïde
trapezium rule - trapeziumregel
trapezoid - trapezium, trapezoïde
trapezoid(al) rule - trapeziumregel
tree - boom (grafentheorie)
triagonal - lichaamsdiagonaal
triangle, Pascal's ~, isosceles ~, equilateral ~, right(-angled) ~, acute(-angled) ~, obtuse(-angled) ~ - driehoek, ~ van Pascal, gelijkbenige ~, gelijkzijdige ~, rechthoekige ~, scherphoekige ~, stomphoekige ~
triangular - driehoekig(e)
triangular matrix (lower/upper/left/right ~ zie aldaar) - driehoeksmatrix, triangulaire matrix
triangular number - driehoeksgetal
triangle inequality - driehoeksongelijkheid
trigonometry, trigonometric, inverse trigonometric functions - goniometrie, goniometrisch(e), cyclometrische functies/arcfuncties/boogfuncties
triple, ternary, triple product, triple integral - drietal, drietallig, tripelproduct (alternerend product), drievoudige integraal
trisection - trisectie, in drieën delen
trivial, ~ solution - triviaal/triviale, triviale oplossing
truncate, truncated - afknotten, afgeknot
truth table - waarheidstabel
truth value - waarheidswaarde
two-dimensional - tweedimensionaal

U

uitdrukking - expression
uitproduct - cross product, vector product
uitwendig product - cross product, vector product
unaire bewerking - unary operation
unary operation - unaire bewerking
unbounded (interval) - onbegrensd (interval)
uniform - eenparig
union (of sets) - vereniging (van verzamelingen)
unit - eenheid
unit fraction, unit circle/matrix/vector - stambreuk, eenheidscirkel/~matrix/~vector
unknown, equation in/with n ~s - onbekende, vergelijking met n ~n
upper bound/limit - bovengrens, bovenste grens
upper triangular matrix, strictly ~ - bovendiagonaalmatrix / bovendriehoeksmatrix / rechtertriangulaire matrix, strikte ~

V

variabele, (on)afhankelijke ~ - variable, (in)dependent ~
variantie - variance
variatie - variation
vector, ~ruimte etc. - vector, vector space etc.
vector(ieel)product - cross product, vector product
vectoriële grootheid - vector quantity
veelhoek - polygon
veelterm - polynomial
veelvlak, regelmatig ~ - polyhedron (mv. polyhedra / polyhedrons), regular ~
veelvoud, kleinste gemene ~ - multiple, least common ~
veld (abstracte algebra) - field (abstract algebra)
verband, lineair verband - relation, linear relation
verdeling (in delen verdelen) - division (divide into parts)
verdeling, normale etc. ~ - distribution, normal etc. ~
vereniging (van verzamelingen) - union (of sets)
vereenvoudigde wortel

vereenvoudigde breuk

- root (being) in simplified form

fraction in its lowest terms

vereenvoudigen, ~ van een breuk - reduce, simplify, ~ a fraction (to its lowest terms/simplest form)
vergelijking (tweedegraads~ etc. zie aldaar) - equation
verhouding - ratio
vermenigvuldigen, vermenigvuldiging, kruislings ~ - multiply, multiplication, cross-~
Vermoeden van Goldbach - Goldbach's conjecture
verschil, verschil (rekenkundige rij) - difference, common ~
verticaal (verticale) - vertical
verzameling (deel~ etc. zie aldaar) - set (sub~ etc. zie aldaar)
verzamelingenleer - set theory
vierdegraads-, vierdemachts- - quartic
vierhoek - quadrilateral, quadrangle, tetragon
vierkant, ~e, ~ig - square
vierkant haakje [ ] - bracket (USA), square bracket, closed ~, box ~
vierkantsvergelijking - quadratic equation
vierkantswortel - square root
vierkleurenstelling - four color (map) theorem
viervlak, regelmatig ~ - tetrahedron (mv. tetrahedra), regular ~
vijfhoek - pentagon
vijfvlak - pentahedron (mv. pentahedra)
vishaakje ⟨ ⟩ - angle bracket, chevron, triangular bracket, diamond bracket, tuple
vlak, een kubus heeft 6 ~ken - plane, a cube has 6 faces
vlakke meetkunde - plane geometry, planimetry
vlieger - kite
voetpuntsdriehoek - pedal triangle
volledige inductie, bewijs door ~ - complete induction, proof by ~
volle hoek - full angle (360 º)
volmaakt getal - perfect number
volume - volume
variable, (in)dependent ~ - variabele, (on)afhankelijke ~
variance - variantie
variation - variatie
vector, vector space etc. - vector, ~ruimte etc.
vector product - kruisproduct, vector(ieel)product, uitwendig product,uitproduct
vector quantity - vectoriële grootheid
vertex (mv. vertices) - hoekpunt, knoop(punt) (grafentheorie)
vinculum (mv. vincula) - horizontale breukstreep, liggend streepje
volume - volume (± inhoud)
volume diagonal - lichaamsdiagonaal
vulgar fraction - breuk (niet decimaal)

W

waarheidstabel - truth table
waarheidswaarde - truth value
waarschijnlijkheid - probability
waarschijnlijkheidsdichtheid - probability density
waarschijnlijkheidsdistributie - probability distribution
waarschijnlijkheidsrekening (~leer) - probability theory
waarschijnlijkheidsverdeling - probability distribution
(tegen elkaar) wegstrepen / wegvallen - strike / cancel out
wig - wedge
wiskunde - mathematics, maths (UK), math (USA)
wortel, de ~ trekken uit ..., ne-machtswortel (vierkants~ etc. zie aldaar) - root, extract the ~ of ..., nth root
wortelexponent - index (of a radical)
wortelformule - quadratic formula
wortelfunctie - radical function
wortelteken - radical sign/symbol
wortelvergelijking - radical equation
wave, ~ length - golf, ~lengte
weakly (monotonically) increasing/decreasing - zwak (monotoon) stijgend/dalend
wedge - wig
width - breedte
wreath product - kransproduct

X

x-as - x-axis (mv. x-axes)
x-axis (mv. x-axes) - x-as

Y

y-as - y-axis (mv. y-axes)
y-axis (mv. y-axes) - y-as

Z

zadelpunt - saddle point
zeef (van Eratosthenes) - sieve (of Eratosthenes)
zeshoek - hexagon
zesvlak, regelmatig ~ - hexahedron (mv. hexahedra), regular ~/cube
zijde, aanliggende ~ - side, adjacent, adjoining ~
zijde (grafentheorie) - edge
zijvlak - face
zwaartelijn - median
zwaartepunt (meetkundig) - centroid, geometric center
zwak (monotoon) stijgend/dalend - weakly (monotonically) increasing/decreasing
zero, ~ matrix etc. - nul, ~matrix etc.
zero of a function - nulpunt van een functie