English

  • flap

Dutch

  • wandelen (bijv. m.b.t. een wandelende riem)
  • velglint
  • slaan (drijfriem)
  • landingsklep
  • klep
  • klap (klep)
  • klappen
  • [AUTOMOT.] scharnierende klep
  • flap (stuk stof, plastic e.d. als overslag)
  • flap (ingeslagen deel van een boekomslag)
  • flap (klapdeksel van een drinkkan)

Van Dale (English>Dutch)

"flap" (English) =

  • (benaming voor) breed, vlak en dun gedeelte van iets dat afhangt
  • klep (van enveloppe, pet, valdeur, jaszak)
  • (neerslaand) blad
  • oor (van tafel)
  • (afhangende) rand (van hoed)
  • slip, pand (van jas)
  • kieuwdeksel
  • lel

External links

Examples

English Dutch Source
flap-down table klaptafel
flap hinge klapscharnier -
flap hinge klapscharnier
flap gate
  • stortklep (van een kolenbunker)
  • [HYDROL., CIV.ENG.] klepdeur
  • [HYDROL.] draaideur
flap lever klephendel

References