English
- bypass
Dutch
- bypass (omleiding van verkeer)
- bypass/overbrugging (medisch: stukje nieuw – kunstmatig of natuurlijk – bloedvat ter overbrugging van een verstopping in een bloedvat)
- omlopen, omloop (m.b.t. pijpen, buizen)
- omleiding, omleiden
- omlegging, omleggen
- om (stad enz.) heen gaan
- voorbijgaan aan; veronachtzamen, overslaan, terzijde schuiven
- geleiden via een omloopkanaal / leiding / verbinding (vloeistof, gas)