Source: https://www.dastex.com/nl/productportfolio/verklarende-woordenlijst/ (retrieved 2022-10-03)
A | Absorptie | Hier: opname van vloeistof(fen) in een doekje. |
Ademend vermogen | Nadat de waterdampdoorlaatbaarheid van het textiel is bepaald, wordt het ademend vermogen beoordeeld. | |
Adhesie | Het hechten van moleculen aan een grensvlak. | |
Aerosol | Fijn verdeelde vaste of vloeibare, zwevende deeltjes in een gas/gasmengsel. Hier: aerosol spray in de bus van de productlijnen IPA & WFI en gedenatureerd ethanol & WFI (spuitbus). | |
Ambidexter | Van het Engels afgeleide term voor tweehandig. Bij handschoenen betekent dit dat er geen verschil is tussen rechts en links en dat ze aan beide handen kunnen worden gedragen. | |
Antisepticum | Een enkelvoudig actief bestanddeel of een mengsel dat een kiemdodend effect heeft en zo de vermenigvuldiging van ziektekiemen tegengaat. | |
AQL | Engels: Acceptable Quality Limit. Nederlands: aanvaardbaar kwaliteitsniveau. Begrip uit de kwaliteitsborging. | |
Autoclaveren | Sterilisatie in autoclaaf met hete stoom bij temperaturen tussen 110 °C en 140 °C. | |
B | Bactericide | Enkele actieve stof of mengsel dat bacteriën doodt. |
Biocide | Biocideproducten zijn onderhevig aan de biocideverordening (EU) nr. 528/2012. De verordening definieert biocide als „alle stoffen of mengsels die, in de vorm waarin zij aan de gebruiker worden geleverd, uit een of meer werkzame stoffen bestaan dan wel die stoffen bevatten of genereren, met als doel een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze te bestrijden“ (uittreksel uit artikel 3). | |
Bodybox | Een testruimte om de deeltjesafgifte van personen in bepaalde kleding te kunnen meten in omstandigheden die zo veel mogelijk overeenkomen met de praktijk. | |
Breisel (gebreide stof) | Textielweefsel van fijn breiwerk, gemaakt uit een of meerdere draden of garen waarbij ten minste twee naalden zijn gebruikt. Breisels zijn vergeleken met geweven stoffen over het algemeen elastischer. | |
Bulkverpakking | Los verpakt, niet gestapeld of afzonderlijk verpakt; tegenovergestelde van vlak verpakt (gestapeld). | |
C | Cellulose (CEL) | Algemene benaming voor pulp die hoofdzakelijk bestaat uit cellulose afkomstig van plantencelwanden, vooral van bomen, of van de korte haren van katoenzaad (de zogenaamde linter). |
Certificate of Analysis (CoA) | Analysecertificaat; onderdeel van de documenten bij steriele producten zoals desinfectiemiddelen, handschoenen, doekjes, enz. om aan te tonen dat de producten voldoen aan de vastgestelde eisen. | |
Certificate of Conformance (CoC) | Conformiteitscertificaat. Bewijs dat de producten aan bepaalde richtlijnen voldoen. | |
Certificate of Irradiaton (CoI) | Bestralingscertificaat. Bewijs dat een product onder bepaalde omstandigheden is bestraald. | |
Certificate of Sterility (CoS) | Steriliteitscertificaat. Bewijs dat een product een gegarandeerde steriliteit heeft. Dit certificaat is doorgaans voor een bepaald tijdsbestek geldig dat op het product en/of het CoS staat aangegeven. | |
CPE of PE-C | Gechloreerd polyethyleen, een thermoplastisch polymeer dat zeer vaak in de textielindustrie wordt gebruikt vanwege zijn (water)dichtheid en scheurbestendigheid. Andere betekenis: (onder druk) gegoten polyethyleen (cast polyethylene), dat gewoonlijk over een weefsel wordt aangebracht om het waterdichter en scheurbestendiger te maken. |
D | Decontaminatie | Verwijdering van een verontreiniging (zie verontreiniging). |
Denier | Meeteenheid voor de fijnheid van garen; 1 denier = 1 gram per 9.000 meter. | |
Derivaat | Afgeleide stof met een structuur die overeenkomt met die van de basisstof. | |
E | Effenbinding | Deze stof toont aan de boven- en onderzijde van de stof hetzelfde beeld; elke kettingdraad kruist afwisselend een inslagdraad; zie ook keperbinding. |
Efficiëntie | Doeltreffendheid afgezet tegen de benodigde tijd en economische aspecten. | |
electron beam radiation | Bestraling met hoogenergetische elektronenbundels als sterilisatiemethode. | |
Eindloos filament | Een vezel met een theoretisch onbegrensde lengte wordt vaak aangeduid met eindloos filament. Hieronder vallen kunstvezels die niet op een bepaalde lengte zijn gesneden, maar ook natuurzijde. | |
Elektrostatische eigenschappen | Naast het geleidend vermogen wordt hier vooral gekeken naar de neiging om elektrostatisch op te laden en de ontladingssnelheid. | |
Endotoxinen | Afbraakproducten van bacteriën. Ze behoren tot de bacteriële pyrogenen. | |
EPA | EPA (Engels) electrostatic protected area resp. (Nederlands) elektrostatisch beschermd gebied. | |
ESD | ESD (Engels) electrostatic discharge resp. (Nederlands) elektrostatische ontlading. | |
EtO of EO-sterilisatie | Chemisch sterilisatieproces met ethyleenoxidegas dat het DNA van micro-organismen inactiveert, ook onder luchtdoorlatende verpakking. | |
F | Filamentgaren | Filamentgaren bestaan uit theoretisch oneindig lange vezels, filamenten genoemd. Filamentgaren hoeven niet in elkaar te worden gedraaid omdat ze vanzelf al bij elkaar blijven. Ze worden vaak getextureerd. Monofilamenten bestaan slechts uit één filament. |
Fungicide | Een enkele actieve stof die of mengsel dat schimmels doodt. | |
G | Gaas | Netachtig, lichtgewicht textiel. |
Gammasterilisatie | Sterilisatiemethode met gebruikmaking van gammastraling (eenheidsnaam/-teken: Gray/Gy). | |
Gedeïoniseerd water | Water waaruit met bepaalde procedés met behulp van ionenwisselapparatuur of systemen voor omgekeerde osmose alle opgeloste en niet opgeloste stoffen zijn verwijderd. Dit water heeft een gering geleidend vermogen en is vrij van residuen. | |
Gedemineraliseerd water | Soms ook wel volledig ontzout water genoemd, waaruit doorgaans via ionenwisseling de mineralen zijn verwijderd. Zie ook gedeïoniseerd water. | |
Gelamineerd textiel | Flexibel weefsel van meerdere lagen, dat ten minste één textiel (weefsel, breiwerk of vlies) bevat. Door het lamineren ontstaat een stevig weefsel dat bekendstaat om de toepassing als klimaatregelende stof in functionele kleding. | |
GMP/CGMPGMP | Good Manufacturing Practice (goede fabricagemethoden), zie Verordening (EG) Nr. 2023/2006 van de commissie van 22 december 2006 betreffende goede fabricagemethoden voor materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (Voor de EER relevante tekst) en Richtlijn (EU) 2017/1572 van de commissie van 15 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de beginselen en richtsnoeren inzake goede praktijken bij het vervaardigen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft (Voor de EER relevante tekst). | |
CGMP | Current Good Manufacturing Practice Regulations (Huidige voorschriften inzake goede fabricagemethoden), zie Food and Drug Administration (VSA). Het FDA-gedeelte van de Code of Federal Regulations (CFR) is ondergebracht in titel 21, waarin de Federal Food, Drug and Cosmetic Act en aanverwante wetten, waaronder de Public Health Service Act, worden uitgelegd. |
H | Handspecifiek | Bij handschoenen wordt hiermee de indeling in rechts en links bedoeld. |
Haptiek | Kenmerken die door aanraking worden vastgesteld. De grip van een textiel. Een vaak subjectieve beoordeling, of een kledingstuk/textiel prettig of juist niet prettig aanvoelt. | |
HEPA-filter | High Efficiency Particulate Air Filter; een filter voor zwevende stofdeeltjes. | |
hydroverstevigd | Hier: op een bewegend zeefrooster worden textielvezels stevig samengebonden tot een vel (non-woven) met behulp van waterstralen die onder hoge druk vanuit een groot aantal microverstuivers op de vezels inwerken. | |
I | Ionische belasting | Bij handschoenen worden hiermee de residuen van chemicaliën en metalen in de handschoen bedoeld. |
IPA/Isopropanol | Ook propan-2-ol; een ontvlambaar oplosmiddel met zeer sterke ontvettende en ontsmettende eigenschappen. | |
K | Katoen | Natuurlijke vezel, kortstapelig in tegenstelling tot eindloze filamenten. |
Keperbinding | Bij deze stoffen wordt onderscheid gemaakt tussen kettingdraden en inslagdraden, al naargelang de ketting- of inslagdraden overwegend aan de bovenzijde van de stof liggen. Kenmerkend is de schuine kam (zie ook effenbinding/twill). | |
L | Laser-sealed | De randen worden met een laser verzegeld. |
Latex | Natuurlijk rubber. Ook wel gummi genoemd. Zeer elastisch, echter niet goed bestand tegen chemische stoffen. | |
Levurocide | Een enkele actieve stof die of mengsel dat gistschimmels doodt. | |
M | Microporeuze film | Hier: polyethyleenfolie (PE als barrièrelaag) met microscopisch kleine poriën die op een basismateriaal van spinvlies is aangebracht. De filmdikte is ca. 0,02 mm en heeft een zeer lage slijtvastheid. |
Microvezel | De fijnheid van een dergelijke draad is minder dan 1 dtex; dit betekent dat 10.000 m van een microvezel < 1 g weegt. Microvezelstoffen zijn zeer zacht en vormvast. | |
Migratiegedrag van deeltjes | Deeltjes en vezels die door wrijvingsbewegingen vrijkomen, bewegen zich door het textiel als gevolg van mechanische krachten. | |
N | Niet-omhulde virussen | Virussen die geen membraanlaag hebben zoals noro- of rotavirussen. Niet-omhulde virussen gedragen zich stabieler tegenover desinfectiemiddelen dan omhulde virussen. |
Nitril | Verbindingen die zeer goed bestand zijn tegen chemicaliën en soortgelijke eigenschappen als rubber hebben. Om die reden wordt nitrilrubber graag voor beschermende handschoenen gebruikt, ook omdat het geen risico op (latex)allergie inhoudt. | |
Non-woven | Ook vliesstof. Platte weefsels verkregen – met uitzondering van weven en breien – hetzij door mechanische, chemische of thermische verlijming, hetzij door waterstralen (hydrogeconsolideerd), van textielvezels van een zekere lengte, van eindloze vezels (filamenten) of van stapelvezels van ongeacht welke soort. | |
NVR (non-volatile residue) | Niet-vluchtige residuen. | |
Nylon | Handelsnaam voor een synthetische vezel gemaakt van polyamide (PA 6.6). |
O | Omhulde virussen | Virussen die een membraanlaag hebben, zoals HBV, HCV, HIV en influenzavirussen. Het membraan kan door desinfectiemiddel worden afgebroken. Omhulde virussen zijn instabieler ten opzichte van desinfectiemiddelen dan virussen die niet zijn omhuld. |
Ontsmetting | Doden/inactiveren van ziekteverwekkers zoals bacteriën, schimmels of virussen ter voorkoming van infecties. | |
Ontsmettingsplan | Ontsmettingsplannen maken deel uit van het hygiëneplan. In het ontsmettingsplan worden de details van de desinfectiemaatregelen vastgelegd: Wat? Wanneer? Waarmee? Hoe? Hoe vaak? Wie? | |
Oppervlaktedesinfectie | Desinfectie van anorganische oppervlakken en levenloze objecten. | |
P | PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) | Items zoals kleding, ontworpen om de drager te beschermen tegen risico‘s vanuit de werkomgeving. |
Penetratie | In termen van handschoenen: doorlating van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen door macroscopische gaten (defecten, naden). | |
Permeatie | In termen van handschoenen: doorlating van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen op moleculair gebied. | |
Polyamide (PA) | Synthetische, thermoplastische kunststoffen (zoals nylon) met een goede chemische bestendigheid tegen organische oplosmiddelen, maar gemakkelijk afbreekbaar door zuren en oxiderende chemicaliën. | |
Polycarbonaat (PC) | Thermoplastische kunststoffen met een hoge dichtheid, slagvastheid, stijfheid en hardheid. Polycarbonaten zijn bestand tegen water, tal van minerale zuren en wateroplossingen met neutrale zouten en oxidatiemiddelen. | |
Polychloropreen (CR) | Een synthetisch rubber (chlorobutadiene rubber); zeer elastisch en scheurbestendig met een hoge chemische bestendigheid, ook bekend als neopreen. | |
Polyester (PES) | Thermoplastische kunststoffen, zoals PA, PC, PE of PVC en duroplastische kunststoffen, zoals PU, polyimide (PI). | |
Polyethyleen (PE) | Thermoplastische kunststof die behoort tot de groep van polyolefinen en onder andere wordt gebruikt als grondstof voor kunstvezels. | |
Polymeer | Chemische verbindingen die uit vele even grote delen bestaan. | |
Polypropyleen (PP) | Semikristallijne thermoplast die behoort tot de polyolefinen en onder andere wordt gebruikt als grondstof voor kunstvezels. | |
Polyurethaan (PU) | Thermoplastische kunststof; ook gebruikt als coatingmateriaal voor textiel. | |
Polyvinylalcohol (PVAL) | Thermoplastische kunststof; bestand tegen vele watervrije organische oplosmiddelen. | |
Polyvinylchloride (PVC) | Thermoplastische kunststof die onder toevoeging van weekmakers en stabilisatoren zacht en soepel wordt. Ook wel aangeduid met vinyl. | |
Pyrogeen | In de context van cleanrooms worden met pyrogenen "ontstekingsstoffen" bedoeld, zowel van biologische, exogene oorsprong (myxovirussen, endotoxinen van gramnegatieve/grampositieve bacteriën, bestanddelen van schimmels) als van niet-biologische, endogene oorsprong, zoals rubberslijtage.
Op medisch-farmaceutisch gebied zijn pyrogenen stoffen die koorts kunnen veroorzaken wanneer zij parenteraal worden toegediend. | |
R | Rayon | Amerikaanse/Engelse benaming voor filamentgaren van viscose. |
Reiniging | Verwijdering van zichtbare/onzichtbare onzuiverheden, verontreinigingen en organische materialen. Onder andere om te voorkomen dat micro-organismen zich kunnen vermenigvuldigen. | |
Retentiecapaciteit voor deeltjes | Filteringsefficiëntie tegen zwevende deeltjes. |
S | Slijtvastheid of schuurbestendigheid | Textiel- resp. oppervlakte-eigenschap. Geeft aan of er weinig eigen verontreiniging ontstaat als gevolg van slijtage. |
SMS | 3-laagse vliesstof; binnen- en buitenlagen van ‚spunbonded‘ stof en de middelste laag van ‚meltblown‘ stof. | |
Speciale accessoires/opties | De Dastex-cleanroomkleding is ontworpen volgens het ‚modulaire systeem‘. Er zijn telkens standaardmodellen samengesteld (een soort basisset) die, afhankelijk van de wensen van de klant, met extra opties (speciale accessoires) kunnen worden aangevuld. Voorbeelden: zakken, kleppen, gebreide boorden (= tricot manchetten), logo's, enz. | |
Sporicide | Een enkele actieve stof die of mengsel dat sporen doodt. | |
Sterilisatie | Wegnemen van kiemen. Procedure aan de hand waarvan materialen en objecten worden ontdaan van levende micro-organismen van welke vorm dan ook (zoals bacteriën, schimmels, virussen) inclusief de rustfasen (zoals sporen). | |
Stof | Textielweefsel dat ten minste uit twee gekruiste draden of garens bestaat. De draden in lengterichting worden kettingdraden (ketting) genoemd, de breedtedraden noemt men inslagdraden (inslag). Door de steeds regelmatig kruisende draden (binding genoemd) ontstaat een relatief stevige structuur. | |
T | Textielveredeling | Aan het einde van de productieketen kan textiel worden voorzien van bepaalde toevoegingen, zo kan een bepaalde functionaliteit van het textiel worden verkregen. Deze omvatten bijvoorbeeld een waterafstotende uitvoering. |
Texturering | Bij handschoenen: aanbrengen van een profiel ter hoogte van de vingertoppen en/of handpalmen met het oog op een betere grip. Bij textiel: synthetische weefsels maximale textieleigenschappen geven, bijvoorbeeld vochtabsorptie. | |
Thermisch verzegeld | De randen worden door hitte verzegeld. | |
Tribo-elektrische eigenschappen | Het gedrag van elektrische ladingen op kunststofoppervlakken (hier synthetische textieloppervlakken). Beschrijft hoe gevoelig een textiel is om door wrijving te worden opgeladen en hoe snel het weer wordt ontladen. | |
Twill | Zie keperbinding. | |
U | Ultrapuur water | Het verschil met gedeïoniseerd water is vooral zichtbaar bij het geleidend vermogen. De productie verloopt vaak in meerdere stappen via membraanfiltratie, fijne filtratie, UV- en ozonsystemen of ionenwisselaars. |
Ultrasoon verzegeld | De randen worden met ultrasone golven verzegeld. | |
V | VE | Verkoopeenheid |
Veiligheidsinformatieblad | Veiligheidsinformatiebladen (VIB) of (Engels) Safety Data Sheets (SDS) geven veiligheidsgerelateerde informatie over stoffen en mengsels, waarbij de noodzakelijke gegevens en aanbevelingen voor het gebruik gedetailleerd worden uitgelegd aan de gebruiker. | |
Verontreiniging | Ongewenste onzuiverheden (deeltjes, moleculair enz.) | |
Verzegelde randen | De randen van een doekje worden tijdens het snijden verzegeld: met laser, ultrasoon of thermisch verzegeld. | |
VHP | Vaporized Hydrogen Peroxid. Waterstofperoxidestoom wordt gebruikt als sterilisatiemedium bij lage temperatuur in gesloten containers/ruimten. | |
Virucide | Enkele basisstof die of mengsel dat (omhulde en niet-omhulde) virussen inactiveert. | |
Vlak verpakt | Ook wel: gestapeld. Tegenovergestelde van bulkverpakking. | |
Vlies | Zie non-woven. | |
Voorpreparatie | Door het voor reinigings- en desinfectiedoeleinden vooraf geïmpregneerd reinigingstextiel kan het voorbereiden van oplossingen en het uitwringen van doekjes en moppen worden vermeden. | |
W | Water voor injectie (WFI) | Ultrapuur water (Water for injection), vervaardigd via omgekeerde osmose, ultrafiltratie of destillatie (EU). |
Z | Zwevende deeltjes | In vloeistof of gas zwevende, fijn verdeelde deeltjes. |