English

  • evident

Dutch

  • duidelijk
  • zichtbaar
  • klaarblijkelijk
  • evident

Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal, 14e ed. (2005)

evident
(1503) <Fr. évident
1. zeer duidelijk, in het oog springend, geen bewijs behoevend
synoniem: zonneklaar, klaarblijkelijk
• evidente fouten, verschillen

2. (Belgisch-Nederlands, niet algemeen) (meestal in verb. met niet) voor de hand liggend
synoniem: makkelijk

Van Dale EN-NL

het is evident dat ...
it is obvious / it goes without saying that ..., clearly ...
een evidente verschrijving
an obvious slip of the pen