Alternative forms[1]: opgesloten, sluit op, sluitte op, sloot op, opgesloten, etc.
Dutch
English
- contain
- (leger) close (up) (the ranks)
- (met pen of wig) wedge
- (ter ondersteuning, versteviging) retain, lock
- (vergrendelen; achter slot en grendel zetten) lock up, lock, shut up
- (gevangenen) confine; lock up; imprison; incarcerate
- (psychiatrische patiënten) put / place under restraint
- (animal) cage
- (in asiel, kennel) pound
- [BUILD.] (m.b.t. houtverbinding) tenon
- (vervat zijn) imply
- (figuurlijk) turn in on oneself, withdraw
Synonyms
References
- ↑ To help Googlers find this page.