Dutch
- spoelen (een stromende vloeistof verplaatsen)
- uitspoelen (wassen door spoelen)
- spoeling (reiniging)
- schoonspoelen
- reiniging
- reinigen
- omspoelen (schoonmaken)
- afspoeling
- afspoelen
- [TEX.] uitwassen
See also:
rinse (out) = spoelen (reinigen)
rinse away = wegspoelen
rinse clean = schoonspoelen (uitspoelen)
rinse in pickling compound = schoonbeitsen
rinse off = nareinigen; afwassen; afspoelen
rinse out = uitspoelen (wassen door spoelen); schoonspoelen (uitspoelen); omspoelen (schoonmaken); naspoelen