terminal
From Beijerterm
English
Dutch
- station (voor openbaar vervoer)
- eindstuk
- terminus
- (electriciteit) uitloper; wikkelingseinde; aansluiting; pool[1]
- terminal
- (IT, el.) console voor conversatie; console[2]
- terminaal (aflopend)
- bougieklem (spark-plug nipple, wire nipple, terminal)[3]
- poot
- (nat.sc., agric.) groeitop; vegetatiepunt[4]
- pool (van een accu)
- eindstation
- eindstandig
- eindoverslag
- aansluitklem (the component provided for the connection of a device to external conductors; the point of an electric circuit,intended for making a connection
- (automot.) aansluitpunt van accu
- (comp.) station, eindstation (terminal), computerterminal, terminal, eindpuntapparatuur, beeldscherm, beeldschermpost, gebruikers-eindstation, werkstation[5]
- loketmachine
- (elec.eng.) klemdraadhouder
- (electron.) aansluitpen
- (mach.) werkstation (ten behoeve van het bewerken)
- (rail.) eindstation
- (spat.plan.) kopstation
- tijdelijke goederenopslagplaats
- telestation, in-en uitvoerstation (Definition: a part of a component which provides a re-usable connection; Definition reference: IEV 581-3-22)[6]
- busterminal, eindhalte (the end of a transport route,regardless of whether special facilities exist for turning vehicles of handling passengers there)[7]
External links
References
Discussion