English
- trim (boards and mouldings of uniform profile, used mainly as finishing members in interior structural work, e.g. skirtings, picture rails)
- moulding(s)
- beadwork
- frame
Dutch
- trim
- sierstrip (op auto)
- kantstuk (bij fineerdeur)
- kantstuk (BUILD., lipping)
- kantstuk, kantstrook (bij fineerdeur: edge strip, edging trim, trim)(https://www.joostdevree.nl/shtmls/kantstrook.shtml)
- lijstwerk (mouldings, moldings)(https://www.joostdevree.nl/shtmls/lijstwerk.shtml)
- = bouwkunde dat deel van een gebouw of voorwerp dat uit een lijst of lijsten bestaat: ‘het lijstwerk van de deur’
- kantlat
- afwerkprofiel(en)
moulding: A shaped strip of wood or other material fitted as a decorative architectural feature, especially in a cornice:
External links
- https://www.joostdevree.nl/shtmls/lijstwerk.shtml
- https://www.joostdevree.nl/shtmls/kantstrook.shtml