Created page with "=== English === * setup * set up * set-up === Dutch === # opzetten # overeind zetten, oprichten, opslaan (tent) # opstellen, monteren, in elkaar zetten (machine) # zetten (boek, letters) # plaatsen (op de troon) # stichten (religieuze orde) # oprichten (school) # beginnen (winkel) # aanstellen, instellen, benoemen (comité) # opstellen (regels) # organiseren # rechtzetten (opbouwen) # programmeren (tijdsplan of schema opzetten) # opzetten (opspannen) # opzetten (zaak, b..."
 
No edit summary
Line 5: Line 5:


=== Dutch ===
=== Dutch ===
# [AUTOMOT.] afstellen van apparaat
# [COMP.] installeren (van programmatuur, systeem)
# [COMP.] opbouwen (van een verbinding)
# [ELECTRON.] instellen
# [MACH.] stellen
# aanstellen, instellen, benoemen (comité)
# beginnen (winkel)
# gereed maken
# ingesteld
# inrichten (organiseren)
# installeren (van machines)
# instellen (beginnen)
# opbouwen
# oprichten (het vestigen, stichten)
# oprichten (overeind zetten)
# oprichten (school)
# opstellen (materiaal)
# opstellen (opbouwen)
# opstellen (regels)
# opstellen, monteren, in elkaar zetten (machine)
# opzetten
# opzetten
# opzetten (opspannen)
# opzetten (zaak, bedrijf)
# organiseren
# overeind zetten, oprichten, opslaan (tent)
# overeind zetten, oprichten, opslaan (tent)
# opstellen, monteren, in elkaar zetten (machine)
# zetten (boek, letters)
# plaatsen (op de troon)
# plaatsen (op de troon)
# programmeren (tijdsplan of schema opzetten)
# rechtzetten (opbouwen)
# stichten (religieuze orde)
# stichten (religieuze orde)
# oprichten (school)
# zetten (boek, letters)
# beginnen (winkel)
# aanstellen, instellen, benoemen (comité)
# opstellen (regels)
# organiseren
# rechtzetten (opbouwen)
# programmeren (tijdsplan of schema opzetten)
# opzetten (opspannen)
# opzetten (zaak, bedrijf)
# opstellen (opbouwen)
# opstellen (materiaal)
# oprichten (overeind zetten)
# oprichten (het vestigen, stichten)
# opbouwen
# instellen (beginnen)
# installeren (van machines)
# inrichten (organiseren)
# gereed maken
# ingesteld
# [AUTOMOT.] afstellen van apparaat
# [COMP.] opbouwen (van een verbinding)
# [COMP.] installeren (van programmatuur, systeem)
# [ELECTRON.] instellen
# [MACH.] stellen


[[Category:Terms]]
[[Category:Terms]]
{{Back to the top}}
{{Back to the top}}

Revision as of 16:29, 20 March 2024

English

  • setup
  • set up
  • set-up

Dutch

  1. [AUTOMOT.] afstellen van apparaat
  2. [COMP.] installeren (van programmatuur, systeem)
  3. [COMP.] opbouwen (van een verbinding)
  4. [ELECTRON.] instellen
  5. [MACH.] stellen
  6. aanstellen, instellen, benoemen (comité)
  7. beginnen (winkel)
  8. gereed maken
  9. ingesteld
  10. inrichten (organiseren)
  11. installeren (van machines)
  12. instellen (beginnen)
  13. opbouwen
  14. oprichten (het vestigen, stichten)
  15. oprichten (overeind zetten)
  16. oprichten (school)
  17. opstellen (materiaal)
  18. opstellen (opbouwen)
  19. opstellen (regels)
  20. opstellen, monteren, in elkaar zetten (machine)
  21. opzetten
  22. opzetten (opspannen)
  23. opzetten (zaak, bedrijf)
  24. organiseren
  25. overeind zetten, oprichten, opslaan (tent)
  26. plaatsen (op de troon)
  27. programmeren (tijdsplan of schema opzetten)
  28. rechtzetten (opbouwen)
  29. stichten (religieuze orde)
  30. zetten (boek, letters)