No edit summary
No edit summary
Line 11: Line 11:
* '''(lange, smalle opstaande rand/verhevenheid)''' ribbel, stootrand, rug (tussen twee ploegvoren)
* '''(lange, smalle opstaande rand/verhevenheid)''' ribbel, stootrand, rug (tussen twee ploegvoren)
* '''(in tuin)''' bed
* '''(in tuin)''' bed
* richel
* '''((bo­ven­ste) rand van ver­schil­len­de voor­wer­pen)''' richel
* ribbel
* '''(smal­le ver­ho­ging aan een voor­werp)''' ribbel
* rib
* rib
* '''(meteorologie)''' rug (uitloper van hogedrukgebied)
* '''(meteorologie)''' rug (uitloper van hogedrukgebied)
Line 18: Line 18:
* ophoging van aarde
* ophoging van aarde
* langsrug
* langsrug
* bergkam, kam, richel, rug
* bergkam, kam, richel, rug, bergketen
* bergketen
* '''(in karton, metaal)''' golf
* '''(in karton, metaal)''' golf
* vorst (van dak)
* '''(van dak)''' vorst
* nokconstructie (van een dak)
* '''(van dak)''' nokconstructie
* '''(van dak)''' nok, vorst
* '''(van dak)''' nok, vorst, dakvorst
* dakvorst
* '''(GEOL.)''' kim
* [GEOL.] kim


==== Verb ====
==== Verb ====

Revision as of 17:55, 2 February 2024

English

  • ridge

Dutch

Noun

  • ril (verhoging, rug)
  • (lange, smalle opstaande rand/verhevenheid) ribbel, stootrand, rug (tussen twee ploegvoren)
  • (in tuin) bed
  • ((bo­ven­ste) rand van ver­schil­len­de voor­wer­pen) richel
  • (smal­le ver­ho­ging aan een voor­werp) ribbel
  • rib
  • (meteorologie) rug (uitloper van hogedrukgebied)
  • golftop
  • ophoging van aarde
  • langsrug
  • bergkam, kam, richel, rug, bergketen
  • (in karton, metaal) golf
  • (van dak) vorst
  • (van dak) nokconstructie
  • (van dak) nok, vorst, dakvorst
  • (GEOL.) kim

Verb

  • ophogen
  • [AGRIC.] aanaarden (ruggen vormen/tot ruggen ploegen)