No edit summary |
No edit summary |
||
Line 5: | Line 5: | ||
=== Dutch === | === Dutch === | ||
* lus (jas) | * lus (jas) | ||
* hanger | * hanger<ref>'''1.''' iets dat hangt '''2.''' datgene waaraan of waarin iets hangt (bv. de haakriem van een degen) '''3.''' defect aan een orgel waardoor een bep. toon ongewild blijft meeklinken '''4.''' het blijven hangen van de opnemer in eenzelfde groef van een grammofoonplaat '''(Van Dale)'''</ref> | ||
* hangende drager | * hangende drager | ||
* hangblok | * hangblok |
Revision as of 04:06, 19 March 2024
English
- hanger
Dutch
- lus (jas)
- hanger[1]
- hangende drager
- hangblok
- [BUILD.] oplegschoen
External links
hanger (Dutch)
1. iets dat hangt 2. datgene waaraan of waarin iets hangt (bv. de haakriem van een degen) 3. defect aan een orgel waardoor een bep. toon ongewild blijft meeklinken 4. het blijven hangen van de opnemer in eenzelfde groef van een grammofoonplaat (Van Dale)
References
- ↑ 1. iets dat hangt 2. datgene waaraan of waarin iets hangt (bv. de haakriem van een degen) 3. defect aan een orgel waardoor een bep. toon ongewild blijft meeklinken 4. het blijven hangen van de opnemer in eenzelfde groef van een grammofoonplaat (Van Dale)