m Text replacement - "==== Dutch ====" to "=== Dutch ===" Tag: Reverted |
m Text replacement - "==== English ====" to "=== English ===" Tags: Manual revert Reverted |
||
Line 1: | Line 1: | ||
=== Dutch === | === Dutch === | ||
* doenvermogen, doen-vermogen | * doenvermogen, doen-vermogen | ||
=== English === | |||
* ability to ''get things done'' | * ability to ''get things done'' | ||
* self-efficacy (???) | * self-efficacy (???) |
Revision as of 23:35, 8 December 2023
Dutch
- doenvermogen, doen-vermogen
English
- ability to get things done
- self-efficacy (???)
- capacity to act (???)
- ability to act (???)
- being a (real) go-getter
The WRR (Wetenschappelijke Raad Regeringsbeleid; 2017) released the report “Weten is nog geen doen” and thereby introduced the term doenvermogen. Doenvermogen depends on personal characteristics like temperament, self-control and self-efficacy [zelfeffectiviteit]. Therefore is doenvermogen largely independent of intelligence. The government must take this information into account when composing/changing policy and rules in order to facilitate life for the citizen. The overarching goal of all my assignments during this internship is to gain knowledge, share experiences and collect best practices about the current application of doenvermogen. (https://gh.linkedin.com/in/nicole-bongers-23325712a)
Weten is nog geen doen In 2017 publiceerde de WRR Regeringsbeleid het rapport ‘Weten is nog geen doen’ waarin het begrip ‘doenvermogen’ in het Nederlandse werkveld werd geïntroduceerd. In lijn met de eerder besproken theorieën stelt de WRR dat burgers niet alleen kennis moeten hebben en afwegingen moeten kunnen maken, maar dat ook rekening moet worden gehouden met hun vermogen om te handelen. Met het ‘doenvermogen’ doelt de WRR onder andere op het vermogen om doelen te stellen, plannen te maken, keuzes vol te houden en te kunnen omgaan met verleidingen en tegenslag. De WRR pleit ervoor om in beleid en uitvoering rekening te houden met het ‘doenvermogen’ door realistische verwachtingen te hebben van wat burgers kunnen en zullen doen. (“Kennis in uitvoering - Een verkenning van de kennis die professionals gebruiken in de uitvoering van de schuldhulpverlening en de mate waarin die kennis berust op wetenschappelijke bewijsvoering” - juni 2018)
Self-efficacy [zelfeffectiviteit] is, according to psychologist Albert Bandura who originally proposed the concept, a personal judgment of "how well one can execute courses of action required to deal with prospective situations".[1] Expectations of self-efficacy determine whether an individual will be able to exhibit coping behavior and how long effort will be sustained in the face of obstacles.[2] Individuals who have high self-efficacy will exert sufficient effort that, if well executed, leads to successful outcomes, whereas those with low self-efficacy are likely to cease effort early and fail. (https://en.wikipedia.org/wiki/Self-efficacy%7Chttps://en.wikipedia.org/wiki/Self-efficacy)
‘Doenvermogen’ is often contrasted or mentioned together with ‘denkvermogen’:
denk- en doenvermogen denkvermogen en het doenvermogen (van burgers, e.g.)
- denkvermogen = mental ability, faculty of thought
- doenvermogen ≈ self-efficacy
related terms: self-sufficiency, self-reliance
FELOnline
- doenvermogenstoets [test op praktische uitvoerbaarheid] = feasibility assessment [testing the feasibility of]