m Text replacement - "== Dutch ==" to "=== Dutch ===" |
m Text replacement - "== English ==" to "=== English ===" |
||
Line 1: | Line 1: | ||
=== English === | ==== English ==== | ||
* cover | * cover | ||
==== Dutch ==== | ==== Dutch ==== |
Latest revision as of 22:05, 17 March 2024
English
- cover
Dutch
- afdekkap
- kap (bedekking)
- afdekken (beschermen, afschermen)
- overkappen
- dekken (verbergen, uit het zicht nemen)
- dekking (uit het zicht brengen)
- werkende breedte
- sluitkap
- overtrekken (bekleden)
- overtrek (bijv. van verf, lak)
- overdekken (geheel bedekken)
- opdekken
- omkleden
- omhullen (bijv. met een schil, huid)
- luifel
- klep (deksel, sluitstuk)
- huif (van een huifkar)
- hoes
- hemel (overkapping)
- foedraal
- flankering
- flankeren
- dop (deksel)
- deksel
- couverture (boekomslag)
- couverture (deksel)
- beleggen
- bekleden (bijv. meubels, of met verflaag, laklaag of ander dun materiaal)
- bedekking, afdekking (waarmee iets wordt afgedekt)
- afsluiting, afsluiter (deksel)
- afsluitdeksel
- afscherming (bedekking)
- afschermen (bedekken)
- afdekking
- afdekken (bedekken)
- abri
- afdekkleed
- toestrijken
- dekking (m.b.t. verzekering)
- dekken (beslaan, bijv. van een gebied)
- dekken (m.b.t. paarden)
- dekken (een dak aanbrengen)
- dekken (m.b.t. verf)
- dekken (m.b.t. verzekering)
- [AUTOMOT.] hoes (afdekhoes), bekleding met een laagje materiaal, afleggen (van een afstand)
- [BUILD.] overkoepelen
- [CIV.ENG.] bedekken
- [PRINT.] omslag