accommodatie

Dutch

• accommodatie

English

• [BUILD.] (een onderkomen) accommodation, space, room, property
• [OPT.] (aanpassing; (ook m.b.t. het oog)) accommodation
• (voor­zie­ning/voor­zie­ningen) facilities/facility, amenities
• accommodation (IATE Definition: it may occur that a test piece stressed beyond its elastic limit and not recovering after unloading its initial length, on being subjected to a series of loads and unloadings stabilizes at a length slightly different from the initial one. This occurrence is referred to as "accommodation" and is observed with cast iron. Definition reference: ATF dic. idéologique de fonderie)

Usage examples

• er is accommodatie voor tien passagiers = there is facility (UK) / accommodation (US) / are facilities (UK) for ten passengers, ten passengers can be accommodated
• (accommodatie → voor­zie­ning/voor­zie­ningen → mid­del) ge­le­gen­heid om pas­sa­giers te ver­voe­ren = pas­sa­giers­ac­com­mo­datie
• toeristische voorzieningen, toeristische accommodatie = tourist amenities, tourist facilities

External links

• https://context.reverso.net/vertaling/nederlands-engels/accommodatie
• https://en.wiktionary.org/wiki/accommodatie
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Accommodatie

---