1. plaats waar iem. of iets staat of zich bevindt 2. scheepsterm plaats waar een schip zich op een bep. ogenblik bevindt 3. plaats waar een vloot, een vlootafdeling kruist, kruisplaats ≈ kruispost 4. vaste plaats waar iem. of iets gewoonlijk staat of zich bevindt 5. plaats (stad, dorp) waar een ambtenaar of waardigheidsbekleder gevestigd is; ambtelijke woonplaats 6. plaats van zodanige natuurlijke gesteldheid dat een bep. plantensoort daar verwacht kan worden (Van Dale)
Dutch
- standplaats
English
- ((vaste) plaats van iemand/iets) stand
- (plaats waar een ambtenaar gevestigd is) station, post
- (biologie) station, habitat
- post
- base
- mooring site (Duurzame lig- of standplaats Permanent mooring place or site)
- docking station
Examples of usage
- standplaats voor taxi's = (Brits-Engels) taxi rank, (Amerikaans-Engels) cab stand
- de standplaats van een predikant = the living/benefice of a clergyman/minister
- een standplaats op de markt = a market stand; (voornamelijk Brits-Engels) a market stall