Dutch

  • standplaats

English

  • ((vaste) plaats van iemand/iets) stand
  • (plaats waar een ambtenaar gevestigd is) station, post
  • (biologie) station, habitat
  • post
  • base
  • mooring site (Duurzame lig- of standplaats Permanent mooring place or site)
  • docking station

Examples of usage

  • standplaats voor taxi's = (Brits-Engels) taxi rank, (Amerikaans-Engels) cab stand
  • de standplaats van een predikant = the living/benefice of a clergyman/minister
  • een standplaats op de markt = a market stand; (voornamelijk Brits-Engels) a market stall



References