See also: inlopen
Dutch
- aanlopen, aangelopen
English
- start, initiate
- (een haven binnenvaren) call at
- (m.b.t. elkaar rakende delen) interfere with, rub against
- (m.b.t. wiel) run out of true, be out of true
- (schuring van touw) chafe
- (van een metaal) tarnish, become oxidized
- (verkleuren) colour, tarnish
IATE
aanlopen van een machine = start a machine Definition: to set in motion. This operation generally consists in engaging the motor or motors (Wüster: Machine Tool 1968)
Wolters
‘4. rub [agamst]; (ve rem) drag; (van een wiel) be out of true, not run true’ Wolters’ Handwoordenboek Nederland-Engels (20e druk, 1994)
Huitenga
AANLOPEN, (v. gist; brouwtechn.) start; loopt aan, (ook) //the// fermentation comes through.
AANLOPEN, (techn.) (raken) contact, touch; de afsluitring moet niet tegen de as -, the gland ring must not rub on the shaft; (botsen, oplopen tegen) foul; het tandwiel liep tegen de spil aan, the gear wheel fouled the spindle; het -, fouling
Dictionary of Environmental Science and Technology (Graham P. Oxtoby, 1998)
start <ww> beginnen, starten i (v.e. motor) aanlopen, aanslaan
Juridisch-Economisch Lexicon (JurLex)
aanlopen = to call at
Examples
- aanlopen van ketting [AUTOMOT.]
- foul
- aanlopen van lager [AUTOMOT.]
- knock
- opnieuw aanlopen
- retart(ing)