track, tracking

From Beijerterm
Van Dale

English

  • track
  • tracking

Dutch

  • volgen, volging
  • (comp., MS) bijhouden[1]
  • tracking (het elek­tro­nisch vol­gen van per­so­nen of za­ken, bv. aan de hand van een sig­naal dat een te­le­foon uit­zendt, Van Dale)
  • sporen (in hetzelfde spoor lopen; van wielen)
  • in de (platen)groef lopen (van grammofoonnaald)
  • zich ontwikkelen zoals voorzien
  • bewegen en filmen (van camera)
  • getrokken/gejaagd worden (van schuit)(geschiedenis, scheepvaart)
  • (het spoor volgen van) sporen, volgen
  • (nasporen) traceren, naspeuren
  • (doorkruisen) doorreizen
  • aanspatiëren

External links

Examples

Dutch English Notes Source
volgplan tracking plan 1. A formulated or systematic method for following or tracing environmentally related issues or concerns.
tracking en tracing track and trace het opsporen en volgen van pakjes
track a desert een woestijn doorkruisen
report tracking system aangiftevolgsysteem
personeelsvolgsysteem personnel tracking system, staff tracking system
opvolgnummer tracking number
klantvolgsysteem customer tracking system, customer monitoring system
Client-Volgsysteem Jeugdcriminaliteit (CVS-Jc) Client-Tracking System for Juvenile Crime
clientvolgsysteem client tracking system, client monitoring system

References

  1. The process of viewing and updating the actual progress of tasks so that you can see progress across time, evaluate slippage of tasks, compare scheduled or baseline data to actual data, and check the completion percentage of tasks and your project