Dutch

  • controleren

English

toezicht houden

  • supervise
  • superintend
  • monitor (continu)
  • [ELECTRON.] monitor
  • <lager stijlniveau> keep tabs on, keep a check on
  • <lager stijlniveau> control

checken

  • check (up/on)
  • test
  • review
  • (met behulp van sensor, sonde) probe
  • (inspecteren) inspect, examine
  • (controleren en bevestigen; bijv. van gegevens) verify
  • (boekhouden) audit
  • (antecedenten van iemand) screen
  • (goederen) keep a tally

beheersen

  • control (de wedstrijd controleren = have the game sewn up, control the match)
  • regulate
‘controleren’ in Van Dale NL>EN