- associate (association, associated, associating)
- aansluiten bij
- zich verbinden met
- zich verenigen / zich associëren (geassociëerd)
- met elkaar in verband brengen
- (ook figuurlijk) associëren, combineren, in verband brengen
- omgaan (associate with = omgaan met)
- [ELECTRON.] verenigen
- [MATH.] samennemen (van vergelijkingen)
- [TELECOM.] knopen
verbinden:
• door een figuurlijke band koppelen aan |
associëren:
• associaties tot stand brengen, • in de geest verbinden, samenvoegen |
koppelen:
• aan of met een koppel binden • tot een paar of paren bijeenvoegen, verenige | |
---|---|---|---|
associate | met elkaar in verband brengen | associëren | koppelen |
associating | verbinden | associëren | koppelen |
association | verband | associatie | koppeling |
associated | verbonden/in verband staand | geassocieerd | gekoppeld |