aaneengesloten
From Beijerterm
Dutch
- aaneengesloten
- (1) door wederzijdse aanraking een geheel vormend
- (2) zonder onderbreking verlopend // onafgebroken, ononderbroken //
English
- unbroken
- (figuurlijk) united
- (gelederen, formeel) serried[1]
- (achter elkaar) continuous, in sequence, connected
- (GWIT: COMP.) banded
- (doorlopend) continuous, unbroken
- (achtereenvolgende) consecutive
- (ononderbroken) uninterrupted
- (Linguee.com) consecutive; contiguous[2]; continuous; interconnected
External links
References
- ↑ (Of rows of people or things) standing close together
- ↑ Oxforddictionaries.com: contiguous = (1.) Sharing a common border; touching (1.1) Next or together in sequence:
Discussion