Dutch: gelaat; aangezicht; gezicht
English: (ongemarkeerd) face; countenance; visage
- een bleek gelaat = a pale / pallid countenance / visage / face
- een blij / bedroefd gelaat = a bright / joyful / sad countenance / visage / face
- het gelaat fronsen = frown, knit one's brows
- met een open / bleek gelaat = open-/pale-faced, open-/pale-visaged, open-/pale-countenanced