Demonteren

From Beijerterm

demonteren, gedemonteerd, demonteerde, demonteerbaar, demonteerbare

1. uit elkaar nemen

  • geheel: disassemble, dismantle, take apart, take to pieces, take down, demount
  • motor: strip (down)
  • onderdeel: take off, remove, detach
  • voornamelijk passief: knock down

2. onbruikbaar maken

  • deactivate
  • bom: defuse (zeemijnen demonteren = deactivate / defuse mines)
  • disarm

3. Other

  • dismantle
  • disassemble
  • dismount
  • demount
  • detach
  • remove (demonteren en monteren = remove and install)