Source: https://dekluijver.nl/begrippenlijst/ (retrieved 2022-03-21)

Afkortingen

BTAG – Besluit Tarieven Ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders

BVV – beslagvrije voet

BW – Burgerlijk Wetboek

CJIB – Centraal Justitieel Incassobureau

CBP – College Bescherming Persoonsgegevens

CVZ – College voor Zorgverzekeringen

GBA – Gemeentelijke Basisadministratie

KBvG – Koninklijke Beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders

KvK – Kamer van Koophandel

WCK – Wet op het Consumentenkrediet

WBP – Wet Bescherming Persoonsgegevens

WSNP - Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

Aanmaning

Een aanmaning is een schriftelijke sommatie van de schuldeiser (crediteur) aan zijn schuldenaar (debiteur) om binnen een aangegeven termijn tot betaling van het verschuldigde bedrag over te gaan.

Aanzegging

Een mededeling van een deurwaarder in een officieel stuk waarin wordt aangegeven wat er gaat gebeuren of wat de persoon tegen wie de mededeling zich richt moet doen.

Ambtshandelingen

Bij wet vastgestelde taken voor de deurwaarder. Wat een ambtshandeling (bijvoorbeeld het uitbrengen van een dagvaarding) kost, is opgenomen in het Besluit Tarieven Ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders (BTAG).

Arrest

Rechterlijke uitspraak van een gerechtshof en van de Hoge Raad.

Beschikking

Een beschikking is een uitspraak van de rechter in een procedure die is ingeleid door middel van een verzoekschrift (echtscheiding, alimentatie, bewind).

Beslagvrije voet (BVV)

Deel van het inkomen dat iemand sowieso moet ontvangen om in zijn eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Dat deel valt dan niet onder het beslag.

Betekening

Een deurwaarder betekent stukken; dat wil zeggen: hij reikt stukken uit aan de persoon die ze moet ontvangen. Een voorbeeld is de betekening van een vonnis aan een schuldenaar.

Beslag

Een handeling van de deurwaarder waarbij op grond van een rechterlijke uitspraak op verzoek van de schuldeiser bepaalde zaken aan de vrije beschikking van de schuldenaar worden onttrokken.

Beschikking

Uitspraak van de rechter naar aanleiding van een verzoekschrift, zoals een verzoek tot echtscheiding of vaststelling alimentatie.

BKR

Het (BKR) Bureau Krediet Registratie registreert betalingsverplichtingen van consumenten die een krediet, kredietfaciliteit of mobiel telefoonabonnement op hun naam hebben staan. Dit kan gevolgen hebben voor het afsluiten van een andere lening of hypotheek.

Bevel (tot betaling)

Als de deurwaarder een vonnis of een arrest betekent (overhandigt) dan doet hij of zij meestal ook een bevel om aan de inhoud van het vonnis of arrest te voldoen. Als daar niet binnen de beveltermijn (meestal 2 dagen) aan wordt voldaan, dan kan de deurwaarder tot beslagmaatregelen overgaan.

BRP (Basisregistratie Personen)

Voorheen Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Landelijk systeem waarin de meest recente adresgegevens van personen staan geregistreerd.

Buitengerechtelijk (minnelijk)

Traject voordat er een procedure wordt gestart bij de rechter. In dit traject wordt geprobeerd een schuldenaar tot betaling te bewegen zonder dat een kostenverhogende procedure en/of beslagmaatregelen nodig zijn.

Cessie

Overdracht van een vordering aan een ander. Een cessie kan bijvoorbeeld plaatsvinden als waarborg voor een betalingsregeling. Dit gebeurt meestal via een looncessie. De schuldenaar draagt hierbij een deel van zijn loonvordering op zijn werkgever over aan de schuldeiser. Deze overdracht duurt tot het moment dat de vordering van de schuldeiser is voldaan.

Comparitie van partijen

Dit is een mondelinge behandeling van een zaak die voor de rechter is. Beide partijen dienen dan in persoon, en als ze die hebben samen met hun rechtsbijstandverlener, bij de rechter te komen. De comparitie kan tot doel hebben tot een schikking te komen en/of om nadere inlichtingen over de lopende zaak te verkrijgen.

Conclusie van antwoord

De reactie (het verweer) van de gedaagde op de inhoud van de dagvaarding. In procedures bij de kantonrechter mag de gedaagde dit verweer zelf voeren. Dit kan schriftelijk, maar ook mondeling op de terechtzitting gebeuren. Bij een procedure voor de rechtbank dient de conclusie van antwoord schriftelijk en door een advocaat te worden ingediend.

Conservatoir beslag

De maatregel dat er met rechterlijke toestemming tot beslag overgegaan kan worden nog voordat er in de bodemprocedure een einduitspraak is. Deze maatregel geeft de schuldeiser de mogelijkheid op bepaalde zaken alvast beslag te laten leggen als er gevreesd moet worden dat deze zonder beslag worden weggesluisd. Een advocaat kan namens de schuldeiser een verzoek voor zo’n beslag indienen bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank.

Crediteur (schuldeiser)

Iemand die iets moet ontvangen van zijn of haar schuldenaar.

Dagvaarden

Dagvaarden is het door de gerechtsdeurwaarder uitbrengen (of betekenen) van een dagvaarding aan een gedaagde met de mededeling dat hij of zij voor de rechter dient te verschijnen. In de dagvaarding staan de zittingsdatum, de vordering en de redenen van de vordering vermeld.

Debiteur (schuldenaar)

Een debiteur is degene die iets (meestal geld) verschuldigd is aan een ander (schuldeiser/crediteur).

Derdenbeslag

Het derdenbeslag (ook wel beslag onder derden) is een beslag dat door een gerechtsdeurwaarder, in opdracht van diens opdrachtgever en op grond van een rechterlijke uitspraak, wordt gelegd op gelden of goederen die van de schuldenaar zijn maar onder derden berusten. Voorbeelden zijn: beslag op salaris, beslag op een uitkering, beslag op een bankrekening en beslag op goederen die iemand anders voor de schuldenaar bewaart.

Deurwaarder

Een deurwaarder (ook wel gerechtsdeurwaarder) is een openbaar ambtenaar benoemd bij Koninklijk Besluit, die onder meer is belast met het uitbrengen van dagvaardingen en andere exploten (ambtelijke stukken van een deurwaarder), het verrichten van ontruimingen, inbeslagnemingen en executoriale verkopen.

Dupliek

Conclusie van dupliek: het antwoord van de gedaagde op de conclusie van repliek van de eiser in een rechterlijke procedure.

Eis

De in de dagvaarding omschreven vordering van de eiser op gedaagde.

Eiser

De eisende partij die de rechterlijke procedure start.

Executie

Tenuitvoerlegging door de gerechtsdeurwaarder van executoriale titels (vonnissen, arresten, dwangbevelen, beschikkingen, notariële akten). Voorbeelden zijn: beslag roerende zaken met openbare verkoop, ontruiming of derdenbeslag.

Executoriaal beslag

Een maatregel waarbij de gerechtsdeurwaarder op verzoek van zijn opdrachtgever en op grond van een executoriale titel (vonnis, arrest, dwangbevel of beschikking) bepaalde zaken aan de vrije beschikking van de rechthebbende onttrekt.

Voorbeelden zijn: loonbeslag, beslag op de uitkering, beslag op de bankrekening, beslag op roerende zaken, beslag op onroerende zaken.

Executoriale titel

Voor tenuitvoerlegging vatbare arresten, vonnissen, beschikkingen, notariële akten en andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken.

Exploot

Een (ambtelijk) stuk van de gerechtsdeurwaarder.

Faillissement

Een faillissement is een rechterlijk en algeheel beslag op het vermogen van een schuldenaar die in een toestand is komen te verkeren dat hij is opgehouden met het betalen van zijn schulden en dient ter bescherming van de rechten van de schuldeisers van die schuldenaar. De schuldenaar verliest door een faillissement de zeggenschap over zijn vermogen. Een faillissement wordt bij vonnis van de rechtbank uitgesproken op verzoek van de schuldenaar zelf of van een of meer van zijn schuldeisers. In het vonnis benoemt de rechter een curator en een rechter-commissaris. De curator beheert de failliete boedel en is belast met de afwikkeling daarvan. De rechter-commissaris houdt toezicht op de curator.

Gedaagde

Iemand die wordt opgeroepen (d.m.v. een dagvaarding) om voor de rechter te verschijnen op de in de dagvaarding genoemde zittingsdag.

Grosse (van een vonnis)

Origineel exemplaar van een vonnis dat wordt gebruikt om beslag mee te leggen. Bovenaan het vonnis staat: in naam van de koning.

Hoger beroep

Rechtsmiddel dat ingesteld kan worden door degene die in eerste aanleg in een procedure op tegenspraak (grotendeels) ongelijk heeft gekregen. De zaak wordt dan aan een hogere rechter (gerechtshof) voorgelegd. Voor het instellen van hoger beroep gelden termijnen, afhankelijk van wat voor soort zaak het is. Voor geldvorderingen onder een bepaald bedrag (thans € 1.750,00; appellabiliteitsgrens) kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Hoofdsom

De oorspronkelijk verschuldigde geldsom, exclusief rente en kosten.

Ingebrekestelling

Schriftelijke sommatie van een schuldeiser aan zijn schuldenaar met een laatste (korte) termijn waarbinnen de schuldenaar aan zijn (betalings)verplichtingen kan voldoen, bij gebreke waarvan aan de schuldenaar wordt medegedeeld dat hij in verzuim is en formeel aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die de schuldeiser door het uitblijven van de nakoming (betaling) zal lijden.

KBvG

Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders. Overkoepelend orgaan dat toezicht houdt op deurwaarders.

Loonbeslag

Een loonbeslag is een derdenbeslag. Het is een beslag onder de werkgever van de schuldenaar op het loon dat deze aan de schuldenaar verschuldigd is. Het beslag beloopt dat gedeelte dat boven de beslagvrije voet uitkomt.

Noodzakelijke verschotten

De kosten die gemaakt worden voor het verkrijgen van informatie van derden en het inschakelen van derden bij het uitvoeren van enige opdracht door de gerechtsdeurwaarder. Hierbij kan gedacht worden aan het bevragen van het bevolkingsregister.

Ontruiming

Een schuldenaar kan als hij/zij zijn/haar verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakomt (bijvoorbeeld door de huur niet te betalen of overlast te veroorzaken) op verzoek van de verhuurder door de kantonrechter bij vonnis worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde (het leeg en schoon opleveren van de huurwoning met inlevering van alle sleutels). Bij betekening van het ontruimingsvonnis aan de schuldenaar wordt aan deze bevel gedaan om binnen drie dagen de huurwoning te ontruimen. Als de schuldenaar in gebreke blijft zelf te ontruimen, dan geschiedt de ontruiming vervolgens door de gerechtsdeurwaarder. De huurwoning wordt dan leeggehaald, waarbij in de regel de achtergelaten (en nog van enige waarde zijnde) roerende zaken tijdelijk worden opgeslagen dan wel door de gerechtsdeurwaarder in beslag worden genomen en in bewaring worden gegeven.

Rechtsmiddel

Een middel (bijvoorbeeld hoger beroep of verzet) om een uitspraak van de rechter nogmaals aan een rechter voor te leggen. Bij hoger beroep gaat het om een hogere rechter en bij verzet om dezelfde rechter. Voor het instellen van een rechtsmiddel gelden strakke termijnen.

Rente

Rente is een vergoeding die door degene die geld heeft geleend, bovenop de aflossing, betaald moet worden aan degene die het geld (krediet) heeft verstrekt. Vertragingsrente is de vergoeding die een schuldenaar verschuldigd is als hij, bijvoorbeeld een factuur, niet tijdig betaalt.

Repliek

De conclusie van repliek is het antwoord van de eiser op de conclusie van antwoord van de gedaagde in een rechterlijke procedure.

Verstek

Niet verschijnen (verstek laten gaan) bij een rechterlijke procedure. Indien een gedaagde niet bij de rechter verschijnt dan laat hij/zij verstek gaan. In de meeste gevallen wordt de vordering dan toegewezen door de rechter, tenzij er niet aan de formele vereisten is voldaan en/of de eis de rechter ongegrond of onrechtmatig voorkomt.

Verzet

Mogelijkheid om een zaak te laten heropenen na een veroordeling bij verstek. De verzettermijn is 4 weken. In de regel gaat de termijn lopen op het moment dat de schuldenaar van de inhoud van het verstekvonnis kennis heeft genomen.

Vonnis

Een vonnis is een beslissing in dagvaardingsprocedures van een rechter van de rechtbank.

WSNP

WSNP staat voor Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Deze wet geeft natuurlijke personen (particulieren) de mogelijkheid op een toekomst zonder schulden. Natuurlijke personen die in een uitzichtloze schuldensituatie verkeren kunnen een beroep op deze wet doen. Bij toepassing van de WSNP wordt een bewindvoerder aangesteld en dient de schuldenaar in de regel gedurende drie jaar zoveel mogelijk te sparen en daarnaast zijn van waarde zijnde goederen te verkopen voor zijn schuldeisers. Bij het goed doorlopen van de WSNP (er mogen bijvoorbeeld geen nieuwe schulden worden gemaakt in die periode) wordt na drie jaar het spaarpotje verdeeld onder de schuldeisers en verkrijgt de schuldenaar een schone lei, hetgeen betekent dat hij schuldenvrij is en hij geen gelden meer verschuldigd is aan zijn schuldeisers, ongeacht of er nog vorderingen ten dele open staan .